de servisch kerkslavische vertaling van pseudo …...universiteit gent faculteit letteren &...

55
Universiteit Gent Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Academiejaar 2007-2008 De Servisch Kerkslavische vertaling van Pseudo-Photius‟ Opusculum contra Francos. Transcriptie op basis van de Codex Chilandaricus 405, met commentaar. Verhandeling ingediend tot het behalen van de graad van Master in de Oost-Europese Talen en Culturen Promotor: Dr. L. Sels door: Beatrijs De Mol

Upload: others

Post on 22-Jan-2020

8 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Universiteit Gent

Faculteit Letteren amp Wijsbegeerte

Academiejaar 2007-2008

De Servisch Kerkslavische vertaling

van Pseudo-Photius‟ Opusculum contra Francos

Transcriptie

op basis van de Codex Chilandaricus 405

met commentaar

Verhandeling ingediend tot

het behalen van de graad van

Master in de Oost-Europese

Talen en Culturen

Promotor Dr L Sels door Beatrijs De Mol

1

DANKWOORD

Mijn speciale dank gaat uit naar mijn promotor Dr L Sels die mijn belangstelling wekte

voor dit onderwerp en op wie ik tijdens de totstandkoming van deze masterproef steeds kon

rekenen Ik heb van Dr L Sels de meest volledige hulp en begeleiding gekregen waarvan ik

geloof dat die veel meer was dan gebruikelijk

Ook wil ik graag Professor Dr J Vereecken bedanken voor de toelating die zij mij gaf om

haar bureau te gebruiken voor het opzoekingswerk van deze masterproef

Tot slot dank ik mijn zussen Joanna en Machteld voor hun nuttige tips en waardevolle

opmerkingen

2

Inhoudstafel

INLEIDING p 3

I DE GRIEKSE BRONTEKST p 5

11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen p 5

12 De tekstoverlevering p 7

13 Toelichting bij de Griekse tekst p 9

14 Verklaring van de aanklachten p 10

De Vasten p 10

Het Filioque p 13

14 Photios of niet p 14

II DE SLAVISCHE TEKST p 15

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen p 15

Bulgarije en Servieuml p 16

Kiev-Rusland p 18

De Kormčaja kniga p 21

22 Vindplaats en datering van de handschriften p 21

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de

Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 p 22

Paleografische kenmerken p 22

Orthografische kenmerken p 23

De taal p 23

24 Vergelijking van de beide codices p 24

25 Verklaring van de aanklachten p 24

Over ketters p 24

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN

SLAVISCHE TEKST VERGELEKEN p 27

31 Noten p 48

IV CONCLUSIE p 51

V BIBLIOGRAFIE p 52

VI BIJLAGEN p 54

3

INLEIDING

Zoals de titel al aangeeft heb ik een transcriptie gemaakt van de Servisch kerkslavische

vertaling van het Opusculum contra Francos Het Opusculum contra Francos is een van

oorsprong Grieks werk dat van de hand zou zijn van Photios een patriarch uit de negende

eeuw van Constantinopel

Naar dit onderwerp is nog maar weinig onderzoek verricht Het Servisch-kerkslavische

fragment waarvan sprake is in de titel van deze masterproef werd nog nooit (kritisch)

uitgegeven De Griekse brontekst werd pas in de 19de

eeuw door Joseph Hergenroumlther ontdekt

en gepubliceerd In de Slavische wereld was de verhaalstof van het Opusculum contra

Francos wel al bekend dankzij een vroege vertaling die in de Kormčaja Kniga verscheen en

dankzij de vele bewerkingen die in het kader van de polemiek met het Westen gemaakt

werden Popov respectievelijk Podskalsky hebben hierover bijzonder volledig over

geschreven

Het corpus van Slavische vertalingen van Byzantijnse anti-katholieke teksten is op zich al

onderbelicht Daarbij moeten we nog eens vaststellen dat bij het weinige onderzoek dat

hierover is gedaan bijna alle aandacht gaat naar de Russische traditie1 Ik hoop dan ook met

deze masterproef een bijdrage te leveren aan de ontsluiting van de polemische werken in de

Zuid-Slavische traditie en een aanzet te geven voor verder onderzoek

Met dit doel voor ogen ben ik als volgt te werk gegaan ik ging meteen aan de slag met de

transcriptie Ik had daarvoor een cd-rom gekregen met de weergave van twee handschriften

die het Opusculum contra Francos hadden opgenomen Het eerste handschrift was de reeds

vermelde Codex Chilandaricus 405 het andere de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 Bij de

vergelijking van de beide handschriften kwam ik voor weinig verrassingen te staan Om de

verwantschap tussen de Slavische vertaling en de Griekse brontekst aanschouwelijk te maken

werd de editie van Joseph Hergenroumlther mits enige aanpassingen opgenomen in het hoofdstuk

van de transcriptie Ik kreeg voor de vertaling en invoer van de Griekse tekst veel hulp van

mijn promotor Dr L Sels In hoofdstuk III het laatste hoofdstuk werd de transcriptie van de

Slavische tekst naast de Griekse tekst geplaatst en werden beide voorzien van een vertaling

Het hoofdstuk van de transcriptie wordt tenslotte afgesloten met waar nodig begeleidende

noten Hoewel ik reeds tijdens het werken aan de transcriptie een (bescheiden) begin had

gemaakt met te lezen over mijn onderwerp heb ik het leeuwendeel van de secundaire

literatuur pas na voltooiing van de transcriptie doorworsteld Het was dan pas dat de

1 ldquoThere is a considerable body of literature on the polemic articles against the Latins in the Russian literary

tradition both translated and original Almost nothing is known about the same articles in the South-Slavic

literary tradition hellip So far a list of the polemic articles against the Latins in South-Slavic copies does not exist

This must be done before any generalisations about the issue under consideration can be maderdquo A

JACIMIRSKIJ К истории апокрифов и легенд в южно-славянской письменности (IX-XI )1910 bij A

NIKOLOV ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost Byzantine Anti-Latin

Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1 (2003) pp 99-119

4

verschillende puzzelstukken in elkaar vielen en hoofdstuk II over de Griekse brontekst en

hoofdstuk III over de Slavische tekst vorm kregen

Was dit een goede methode Op die vraag moet ik negatief antwoorden Beter was geweest

dat ik tegelijk met de transcriptie ook meer met de secundaire literatuur was bezig geweest

Zoals Dr L Sels het verwoordde ik had er mezelf plezier mee gedaan Omdat de transcriptie

quasi onafhankelijk van de context tot stand kwam duurde het lang voordat mijn gedachten

over het onderwerp vastomlijnd werden en richting kregen Een ander probleem waarmee ik

geconfronteerd werd was dat de inhoud van mijn masterproef vaak buiten de lijntjes van de

vakgroep Oost-Europese talen en culturen kleurde De Griekse brontekst en de

cultuurhistorische achtergrond waarin hij kaderde vereisen eigenlijk het profiel van een

classica of toch een doorgewinterde Slavisch filoloog die beter met deze zaken vertrouwd

zou zijn Dit brengt mij tot het laatste bdquoprobleem‟ dat ik ondervond de algemene

onvoorbereidheid waarmee ik in dit avontuur ben gestapt Het onderzoek dat ik in de

volgende vijftig bladzijden zal voeren is van een aard en een omvang die ik in mijn vierjarige

opleiding nooit heb ervaren Gedurende het maken van deze masterproef heb ik ndash vaak bdquomet

vallen en opstaan‟ - mijn grenzen verlegd en menige vaardigheid me eigen gemaakt Ik mag

hopen dat de kwaliteit van dit onderzoek niet al te zeer heeft geleden door deze

moeilijkheden

Dit is in een notendop wat ik het voorbije academiejaar geleerd heb en wat het voorbije

academiejaar mij geleerd heeft Ik wens u veel leesplezier

5

I DE GRIEKSE BRONTEKST

In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het Opusculum contra Francos in de Griekse traditie

De ontstaansgeschiedenis en het auteurschap van dit Griekse werk dat een 28-tal aanklachten

tegen de Latijnen inhoudt is in schimmen gehuld In dit hoofdstuk zal ik zoveel mogelijk de

vraagtekens hieromtrent oplossen

Allereerst zal ik de achtergrond waarin deze tekst is kunnen ontstaan schetsen Dit doe ik

aan de hand van die figuren die een grote rol hebben gespeeld in de polemiek tussen het

Oosten en het Westen en van wie polemische geschriften bewaard zijn gebleven Als

beginpunt neem ik het leven en werk van Photios die patriarch was van Constantinopel van

858 tot 867 en een tweede keer van 877 tot 886 Hij is de vermeende auteur van het

Opusculum contra Francos Als eindpunt neem ik Cerullarius Cerullarius was net als Photios

(een strijdlustige) patriarch die het van 1043 tot 1058 voor het zeggen had in het patriarchaat

van Constantinopel

Vervolgens komt de tekstoverlevering aan bod Vragen over de overgeleverde

tekstgetuigen en hun onderlinge verschillen worden hier beantwoord Teneinde deze taak tot

een goed einde te brengen druk ik reeds bij voorbaat mijn dank uit aan Joseph Hergenroumlther

de 19de

eeuwse Duitse kerkhistoricus aan wiens inspanningen en werk ik zeer schatplichtig

ben

Daarna neem ik de inhoud van dit werk de inleiding en de verschillende aanklachten

onder de loep Dat de 21ste

eeuwse lezer niet meer vertrouwd is met de inhoud van sommige

van deze aanklachten is niet te verwonderen In dit hoofdstuk raak ik al enkele van deze

punten aan te weten de vasten en het Filioque

Tenslotte zet ik alle argumenten voor en tegen het auteurschap van Photios op een rijtje

11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen2

De latere patriarch Photios werd circa 820 geboren in een voorname familie Na een

uitgebreide leertijd kwam hij in dienst van de keizer Nadat patriarch Ignatios in ongenade

was gevallen werd Photios in december van het jaar 858 aangesteld als patriarch Van in het

prille begin van zijn ambt kreeg hij veel tegenkanting3 Velen bleven immers Ignatios steunen

en het feit dat Photios nog een leek was4 droeg daar zeker nog bij toe De situatie werd nog

2 Een zeer overzichtelijke uiteenzetting over dogmatiek en polemiek in Byzantium in de periode van Photios tot

en met Cerullarios vond ik bij H-G BECK Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich

Muumlnchen 1959 pp 520-542 passim 3 Voor de precieze omstandigheden die een rol speelden bij de ambtswissel tussen Ignatios en Photios verwijs ik

graag naar PELOPIDAS STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo in M VILLER et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute

Paris 1984 pp 1397-1408 4 Hier wordt een mouw aan gepast door Photios met een spoedprocedure tot geestelijke te wijden binnen de drie

dagen krijgt hij de tonsuur het diaconaat het priesterschap en wordt hij tot bisschop gewijd Zie PELOPIDAS

STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo p1398

6

moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus

zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij

beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar

867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent

uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een

troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in

dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870

veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten

Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder

van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug

patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan

geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede

patriarchaat van Photios

De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de

dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het

hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een

verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet

aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel

in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle

waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ

Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ

θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome

Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook

wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24

syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque

Het midden van de 11de

eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse

dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het

geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen

Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was

Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst

sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond

Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de

ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer

contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen

5 Voor het Filioque zie p 8-9

6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden

tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden

besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

7

dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen

gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen

om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken

Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde

van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden

stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn

vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was

gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het

vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen

van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De

encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek

was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in

Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en

uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ

De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden

we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin

de gebeurtenissen samengevat worden

Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn

tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen

In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft

Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd

brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen

de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in

dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ

12 De tekstoverlevering

Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals

herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek

verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos

op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und

das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar

dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios

Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex

Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r

ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ

ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ

8

ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een

Venetiaanse apograaf10

In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit

de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er

een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin

een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat

het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk

gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther

Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en

een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in

de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen

Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11

Het Opusculum contra Francos

bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de

Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de

opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo

rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de

Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de

Alemanen12

Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren

verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse

gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de

auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden

Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben

het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de

zoon13

In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het

derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5

6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de

afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging

zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de

Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder

Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs

vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten

kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op

het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen

9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de

paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos

te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10

Catiforus cod class II n 15 11

Zie noot 5 12

In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13

Zie p 8-9 het Filioque

9

bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter

afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen

aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18

gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van

aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de

liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden

verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht

dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar

worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de

korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder

zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de

verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het

Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met

Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en

met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken

Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die

te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt

gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren

maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige

Geest neerdalen

13 Toelichting bij de Griekse tekst

In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in

afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de

tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen

fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo

goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model

Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire

inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door

Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra

Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen

en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de

Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en

de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze

als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten

hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten

10

Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling

achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de

hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen

respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash

vallen weg

Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging

van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te

beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke

punten volgt tenslotte het symbolon

Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan

om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de

Codex Chilandaricus 40514

waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch

kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef

het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15

Griekse

tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak

noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16

uit te wijden over het Grieks

De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi

naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III

van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet

onnodig verzwaard

In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die

in dit punt besproken heb

14 Verklaring van de aanklachten

Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen

in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en

taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld

De Vasten

De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden

in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash

14

Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze

Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in

hoofdstuk III 15

Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16

Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk

van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim

11

zeven van de 2517

ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen

hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid

maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of

Quadragesima)

Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze

gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van

Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De

aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de

Grieken ndash om op zaterdag te vasten18

maar dat men eveneens onthouding verlangde op

feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19

gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse

vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen

genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk

zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20

waarin de apostel Petrus wegens

zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21

een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we

nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra

Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22

Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar

analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold

In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig

dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs

nooit langer dan een week

ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu

einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)

In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur

Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23

17

Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm

Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18

Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het

Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit

concilie werd niet erkend door het Westen 19

Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20

Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R

BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21

Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen

geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord

simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde

worden verkocht afgeleid 22

Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij

stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II

wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst

waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23

Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie

Berlin 1983 pp 42-59

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

1

DANKWOORD

Mijn speciale dank gaat uit naar mijn promotor Dr L Sels die mijn belangstelling wekte

voor dit onderwerp en op wie ik tijdens de totstandkoming van deze masterproef steeds kon

rekenen Ik heb van Dr L Sels de meest volledige hulp en begeleiding gekregen waarvan ik

geloof dat die veel meer was dan gebruikelijk

Ook wil ik graag Professor Dr J Vereecken bedanken voor de toelating die zij mij gaf om

haar bureau te gebruiken voor het opzoekingswerk van deze masterproef

Tot slot dank ik mijn zussen Joanna en Machteld voor hun nuttige tips en waardevolle

opmerkingen

2

Inhoudstafel

INLEIDING p 3

I DE GRIEKSE BRONTEKST p 5

11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen p 5

12 De tekstoverlevering p 7

13 Toelichting bij de Griekse tekst p 9

14 Verklaring van de aanklachten p 10

De Vasten p 10

Het Filioque p 13

14 Photios of niet p 14

II DE SLAVISCHE TEKST p 15

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen p 15

Bulgarije en Servieuml p 16

Kiev-Rusland p 18

De Kormčaja kniga p 21

22 Vindplaats en datering van de handschriften p 21

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de

Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 p 22

Paleografische kenmerken p 22

Orthografische kenmerken p 23

De taal p 23

24 Vergelijking van de beide codices p 24

25 Verklaring van de aanklachten p 24

Over ketters p 24

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN

SLAVISCHE TEKST VERGELEKEN p 27

31 Noten p 48

IV CONCLUSIE p 51

V BIBLIOGRAFIE p 52

VI BIJLAGEN p 54

3

INLEIDING

Zoals de titel al aangeeft heb ik een transcriptie gemaakt van de Servisch kerkslavische

vertaling van het Opusculum contra Francos Het Opusculum contra Francos is een van

oorsprong Grieks werk dat van de hand zou zijn van Photios een patriarch uit de negende

eeuw van Constantinopel

Naar dit onderwerp is nog maar weinig onderzoek verricht Het Servisch-kerkslavische

fragment waarvan sprake is in de titel van deze masterproef werd nog nooit (kritisch)

uitgegeven De Griekse brontekst werd pas in de 19de

eeuw door Joseph Hergenroumlther ontdekt

en gepubliceerd In de Slavische wereld was de verhaalstof van het Opusculum contra

Francos wel al bekend dankzij een vroege vertaling die in de Kormčaja Kniga verscheen en

dankzij de vele bewerkingen die in het kader van de polemiek met het Westen gemaakt

werden Popov respectievelijk Podskalsky hebben hierover bijzonder volledig over

geschreven

Het corpus van Slavische vertalingen van Byzantijnse anti-katholieke teksten is op zich al

onderbelicht Daarbij moeten we nog eens vaststellen dat bij het weinige onderzoek dat

hierover is gedaan bijna alle aandacht gaat naar de Russische traditie1 Ik hoop dan ook met

deze masterproef een bijdrage te leveren aan de ontsluiting van de polemische werken in de

Zuid-Slavische traditie en een aanzet te geven voor verder onderzoek

Met dit doel voor ogen ben ik als volgt te werk gegaan ik ging meteen aan de slag met de

transcriptie Ik had daarvoor een cd-rom gekregen met de weergave van twee handschriften

die het Opusculum contra Francos hadden opgenomen Het eerste handschrift was de reeds

vermelde Codex Chilandaricus 405 het andere de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 Bij de

vergelijking van de beide handschriften kwam ik voor weinig verrassingen te staan Om de

verwantschap tussen de Slavische vertaling en de Griekse brontekst aanschouwelijk te maken

werd de editie van Joseph Hergenroumlther mits enige aanpassingen opgenomen in het hoofdstuk

van de transcriptie Ik kreeg voor de vertaling en invoer van de Griekse tekst veel hulp van

mijn promotor Dr L Sels In hoofdstuk III het laatste hoofdstuk werd de transcriptie van de

Slavische tekst naast de Griekse tekst geplaatst en werden beide voorzien van een vertaling

Het hoofdstuk van de transcriptie wordt tenslotte afgesloten met waar nodig begeleidende

noten Hoewel ik reeds tijdens het werken aan de transcriptie een (bescheiden) begin had

gemaakt met te lezen over mijn onderwerp heb ik het leeuwendeel van de secundaire

literatuur pas na voltooiing van de transcriptie doorworsteld Het was dan pas dat de

1 ldquoThere is a considerable body of literature on the polemic articles against the Latins in the Russian literary

tradition both translated and original Almost nothing is known about the same articles in the South-Slavic

literary tradition hellip So far a list of the polemic articles against the Latins in South-Slavic copies does not exist

This must be done before any generalisations about the issue under consideration can be maderdquo A

JACIMIRSKIJ К истории апокрифов и легенд в южно-славянской письменности (IX-XI )1910 bij A

NIKOLOV ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost Byzantine Anti-Latin

Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1 (2003) pp 99-119

4

verschillende puzzelstukken in elkaar vielen en hoofdstuk II over de Griekse brontekst en

hoofdstuk III over de Slavische tekst vorm kregen

Was dit een goede methode Op die vraag moet ik negatief antwoorden Beter was geweest

dat ik tegelijk met de transcriptie ook meer met de secundaire literatuur was bezig geweest

Zoals Dr L Sels het verwoordde ik had er mezelf plezier mee gedaan Omdat de transcriptie

quasi onafhankelijk van de context tot stand kwam duurde het lang voordat mijn gedachten

over het onderwerp vastomlijnd werden en richting kregen Een ander probleem waarmee ik

geconfronteerd werd was dat de inhoud van mijn masterproef vaak buiten de lijntjes van de

vakgroep Oost-Europese talen en culturen kleurde De Griekse brontekst en de

cultuurhistorische achtergrond waarin hij kaderde vereisen eigenlijk het profiel van een

classica of toch een doorgewinterde Slavisch filoloog die beter met deze zaken vertrouwd

zou zijn Dit brengt mij tot het laatste bdquoprobleem‟ dat ik ondervond de algemene

onvoorbereidheid waarmee ik in dit avontuur ben gestapt Het onderzoek dat ik in de

volgende vijftig bladzijden zal voeren is van een aard en een omvang die ik in mijn vierjarige

opleiding nooit heb ervaren Gedurende het maken van deze masterproef heb ik ndash vaak bdquomet

vallen en opstaan‟ - mijn grenzen verlegd en menige vaardigheid me eigen gemaakt Ik mag

hopen dat de kwaliteit van dit onderzoek niet al te zeer heeft geleden door deze

moeilijkheden

Dit is in een notendop wat ik het voorbije academiejaar geleerd heb en wat het voorbije

academiejaar mij geleerd heeft Ik wens u veel leesplezier

5

I DE GRIEKSE BRONTEKST

In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het Opusculum contra Francos in de Griekse traditie

De ontstaansgeschiedenis en het auteurschap van dit Griekse werk dat een 28-tal aanklachten

tegen de Latijnen inhoudt is in schimmen gehuld In dit hoofdstuk zal ik zoveel mogelijk de

vraagtekens hieromtrent oplossen

Allereerst zal ik de achtergrond waarin deze tekst is kunnen ontstaan schetsen Dit doe ik

aan de hand van die figuren die een grote rol hebben gespeeld in de polemiek tussen het

Oosten en het Westen en van wie polemische geschriften bewaard zijn gebleven Als

beginpunt neem ik het leven en werk van Photios die patriarch was van Constantinopel van

858 tot 867 en een tweede keer van 877 tot 886 Hij is de vermeende auteur van het

Opusculum contra Francos Als eindpunt neem ik Cerullarius Cerullarius was net als Photios

(een strijdlustige) patriarch die het van 1043 tot 1058 voor het zeggen had in het patriarchaat

van Constantinopel

Vervolgens komt de tekstoverlevering aan bod Vragen over de overgeleverde

tekstgetuigen en hun onderlinge verschillen worden hier beantwoord Teneinde deze taak tot

een goed einde te brengen druk ik reeds bij voorbaat mijn dank uit aan Joseph Hergenroumlther

de 19de

eeuwse Duitse kerkhistoricus aan wiens inspanningen en werk ik zeer schatplichtig

ben

Daarna neem ik de inhoud van dit werk de inleiding en de verschillende aanklachten

onder de loep Dat de 21ste

eeuwse lezer niet meer vertrouwd is met de inhoud van sommige

van deze aanklachten is niet te verwonderen In dit hoofdstuk raak ik al enkele van deze

punten aan te weten de vasten en het Filioque

Tenslotte zet ik alle argumenten voor en tegen het auteurschap van Photios op een rijtje

11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen2

De latere patriarch Photios werd circa 820 geboren in een voorname familie Na een

uitgebreide leertijd kwam hij in dienst van de keizer Nadat patriarch Ignatios in ongenade

was gevallen werd Photios in december van het jaar 858 aangesteld als patriarch Van in het

prille begin van zijn ambt kreeg hij veel tegenkanting3 Velen bleven immers Ignatios steunen

en het feit dat Photios nog een leek was4 droeg daar zeker nog bij toe De situatie werd nog

2 Een zeer overzichtelijke uiteenzetting over dogmatiek en polemiek in Byzantium in de periode van Photios tot

en met Cerullarios vond ik bij H-G BECK Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich

Muumlnchen 1959 pp 520-542 passim 3 Voor de precieze omstandigheden die een rol speelden bij de ambtswissel tussen Ignatios en Photios verwijs ik

graag naar PELOPIDAS STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo in M VILLER et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute

Paris 1984 pp 1397-1408 4 Hier wordt een mouw aan gepast door Photios met een spoedprocedure tot geestelijke te wijden binnen de drie

dagen krijgt hij de tonsuur het diaconaat het priesterschap en wordt hij tot bisschop gewijd Zie PELOPIDAS

STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo p1398

6

moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus

zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij

beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar

867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent

uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een

troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in

dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870

veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten

Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder

van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug

patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan

geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede

patriarchaat van Photios

De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de

dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het

hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een

verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet

aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel

in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle

waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ

Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ

θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome

Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook

wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24

syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque

Het midden van de 11de

eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse

dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het

geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen

Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was

Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst

sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond

Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de

ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer

contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen

5 Voor het Filioque zie p 8-9

6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden

tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden

besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

7

dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen

gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen

om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken

Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde

van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden

stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn

vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was

gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het

vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen

van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De

encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek

was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in

Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en

uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ

De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden

we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin

de gebeurtenissen samengevat worden

Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn

tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen

In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft

Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd

brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen

de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in

dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ

12 De tekstoverlevering

Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals

herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek

verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos

op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und

das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar

dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios

Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex

Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r

ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ

ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ

8

ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een

Venetiaanse apograaf10

In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit

de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er

een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin

een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat

het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk

gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther

Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en

een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in

de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen

Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11

Het Opusculum contra Francos

bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de

Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de

opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo

rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de

Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de

Alemanen12

Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren

verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse

gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de

auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden

Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben

het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de

zoon13

In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het

derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5

6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de

afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging

zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de

Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder

Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs

vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten

kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op

het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen

9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de

paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos

te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10

Catiforus cod class II n 15 11

Zie noot 5 12

In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13

Zie p 8-9 het Filioque

9

bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter

afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen

aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18

gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van

aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de

liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden

verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht

dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar

worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de

korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder

zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de

verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het

Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met

Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en

met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken

Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die

te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt

gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren

maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige

Geest neerdalen

13 Toelichting bij de Griekse tekst

In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in

afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de

tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen

fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo

goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model

Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire

inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door

Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra

Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen

en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de

Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en

de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze

als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten

hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten

10

Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling

achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de

hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen

respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash

vallen weg

Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging

van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te

beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke

punten volgt tenslotte het symbolon

Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan

om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de

Codex Chilandaricus 40514

waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch

kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef

het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15

Griekse

tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak

noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16

uit te wijden over het Grieks

De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi

naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III

van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet

onnodig verzwaard

In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die

in dit punt besproken heb

14 Verklaring van de aanklachten

Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen

in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en

taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld

De Vasten

De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden

in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash

14

Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze

Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in

hoofdstuk III 15

Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16

Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk

van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim

11

zeven van de 2517

ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen

hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid

maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of

Quadragesima)

Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze

gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van

Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De

aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de

Grieken ndash om op zaterdag te vasten18

maar dat men eveneens onthouding verlangde op

feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19

gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse

vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen

genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk

zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20

waarin de apostel Petrus wegens

zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21

een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we

nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra

Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22

Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar

analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold

In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig

dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs

nooit langer dan een week

ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu

einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)

In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur

Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23

17

Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm

Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18

Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het

Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit

concilie werd niet erkend door het Westen 19

Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20

Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R

BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21

Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen

geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord

simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde

worden verkocht afgeleid 22

Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij

stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II

wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst

waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23

Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie

Berlin 1983 pp 42-59

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

2

Inhoudstafel

INLEIDING p 3

I DE GRIEKSE BRONTEKST p 5

11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen p 5

12 De tekstoverlevering p 7

13 Toelichting bij de Griekse tekst p 9

14 Verklaring van de aanklachten p 10

De Vasten p 10

Het Filioque p 13

14 Photios of niet p 14

II DE SLAVISCHE TEKST p 15

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen p 15

Bulgarije en Servieuml p 16

Kiev-Rusland p 18

De Kormčaja kniga p 21

22 Vindplaats en datering van de handschriften p 21

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de

Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 p 22

Paleografische kenmerken p 22

Orthografische kenmerken p 23

De taal p 23

24 Vergelijking van de beide codices p 24

25 Verklaring van de aanklachten p 24

Over ketters p 24

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN

SLAVISCHE TEKST VERGELEKEN p 27

31 Noten p 48

IV CONCLUSIE p 51

V BIBLIOGRAFIE p 52

VI BIJLAGEN p 54

3

INLEIDING

Zoals de titel al aangeeft heb ik een transcriptie gemaakt van de Servisch kerkslavische

vertaling van het Opusculum contra Francos Het Opusculum contra Francos is een van

oorsprong Grieks werk dat van de hand zou zijn van Photios een patriarch uit de negende

eeuw van Constantinopel

Naar dit onderwerp is nog maar weinig onderzoek verricht Het Servisch-kerkslavische

fragment waarvan sprake is in de titel van deze masterproef werd nog nooit (kritisch)

uitgegeven De Griekse brontekst werd pas in de 19de

eeuw door Joseph Hergenroumlther ontdekt

en gepubliceerd In de Slavische wereld was de verhaalstof van het Opusculum contra

Francos wel al bekend dankzij een vroege vertaling die in de Kormčaja Kniga verscheen en

dankzij de vele bewerkingen die in het kader van de polemiek met het Westen gemaakt

werden Popov respectievelijk Podskalsky hebben hierover bijzonder volledig over

geschreven

Het corpus van Slavische vertalingen van Byzantijnse anti-katholieke teksten is op zich al

onderbelicht Daarbij moeten we nog eens vaststellen dat bij het weinige onderzoek dat

hierover is gedaan bijna alle aandacht gaat naar de Russische traditie1 Ik hoop dan ook met

deze masterproef een bijdrage te leveren aan de ontsluiting van de polemische werken in de

Zuid-Slavische traditie en een aanzet te geven voor verder onderzoek

Met dit doel voor ogen ben ik als volgt te werk gegaan ik ging meteen aan de slag met de

transcriptie Ik had daarvoor een cd-rom gekregen met de weergave van twee handschriften

die het Opusculum contra Francos hadden opgenomen Het eerste handschrift was de reeds

vermelde Codex Chilandaricus 405 het andere de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 Bij de

vergelijking van de beide handschriften kwam ik voor weinig verrassingen te staan Om de

verwantschap tussen de Slavische vertaling en de Griekse brontekst aanschouwelijk te maken

werd de editie van Joseph Hergenroumlther mits enige aanpassingen opgenomen in het hoofdstuk

van de transcriptie Ik kreeg voor de vertaling en invoer van de Griekse tekst veel hulp van

mijn promotor Dr L Sels In hoofdstuk III het laatste hoofdstuk werd de transcriptie van de

Slavische tekst naast de Griekse tekst geplaatst en werden beide voorzien van een vertaling

Het hoofdstuk van de transcriptie wordt tenslotte afgesloten met waar nodig begeleidende

noten Hoewel ik reeds tijdens het werken aan de transcriptie een (bescheiden) begin had

gemaakt met te lezen over mijn onderwerp heb ik het leeuwendeel van de secundaire

literatuur pas na voltooiing van de transcriptie doorworsteld Het was dan pas dat de

1 ldquoThere is a considerable body of literature on the polemic articles against the Latins in the Russian literary

tradition both translated and original Almost nothing is known about the same articles in the South-Slavic

literary tradition hellip So far a list of the polemic articles against the Latins in South-Slavic copies does not exist

This must be done before any generalisations about the issue under consideration can be maderdquo A

JACIMIRSKIJ К истории апокрифов и легенд в южно-славянской письменности (IX-XI )1910 bij A

NIKOLOV ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost Byzantine Anti-Latin

Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1 (2003) pp 99-119

4

verschillende puzzelstukken in elkaar vielen en hoofdstuk II over de Griekse brontekst en

hoofdstuk III over de Slavische tekst vorm kregen

Was dit een goede methode Op die vraag moet ik negatief antwoorden Beter was geweest

dat ik tegelijk met de transcriptie ook meer met de secundaire literatuur was bezig geweest

Zoals Dr L Sels het verwoordde ik had er mezelf plezier mee gedaan Omdat de transcriptie

quasi onafhankelijk van de context tot stand kwam duurde het lang voordat mijn gedachten

over het onderwerp vastomlijnd werden en richting kregen Een ander probleem waarmee ik

geconfronteerd werd was dat de inhoud van mijn masterproef vaak buiten de lijntjes van de

vakgroep Oost-Europese talen en culturen kleurde De Griekse brontekst en de

cultuurhistorische achtergrond waarin hij kaderde vereisen eigenlijk het profiel van een

classica of toch een doorgewinterde Slavisch filoloog die beter met deze zaken vertrouwd

zou zijn Dit brengt mij tot het laatste bdquoprobleem‟ dat ik ondervond de algemene

onvoorbereidheid waarmee ik in dit avontuur ben gestapt Het onderzoek dat ik in de

volgende vijftig bladzijden zal voeren is van een aard en een omvang die ik in mijn vierjarige

opleiding nooit heb ervaren Gedurende het maken van deze masterproef heb ik ndash vaak bdquomet

vallen en opstaan‟ - mijn grenzen verlegd en menige vaardigheid me eigen gemaakt Ik mag

hopen dat de kwaliteit van dit onderzoek niet al te zeer heeft geleden door deze

moeilijkheden

Dit is in een notendop wat ik het voorbije academiejaar geleerd heb en wat het voorbije

academiejaar mij geleerd heeft Ik wens u veel leesplezier

5

I DE GRIEKSE BRONTEKST

In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het Opusculum contra Francos in de Griekse traditie

De ontstaansgeschiedenis en het auteurschap van dit Griekse werk dat een 28-tal aanklachten

tegen de Latijnen inhoudt is in schimmen gehuld In dit hoofdstuk zal ik zoveel mogelijk de

vraagtekens hieromtrent oplossen

Allereerst zal ik de achtergrond waarin deze tekst is kunnen ontstaan schetsen Dit doe ik

aan de hand van die figuren die een grote rol hebben gespeeld in de polemiek tussen het

Oosten en het Westen en van wie polemische geschriften bewaard zijn gebleven Als

beginpunt neem ik het leven en werk van Photios die patriarch was van Constantinopel van

858 tot 867 en een tweede keer van 877 tot 886 Hij is de vermeende auteur van het

Opusculum contra Francos Als eindpunt neem ik Cerullarius Cerullarius was net als Photios

(een strijdlustige) patriarch die het van 1043 tot 1058 voor het zeggen had in het patriarchaat

van Constantinopel

Vervolgens komt de tekstoverlevering aan bod Vragen over de overgeleverde

tekstgetuigen en hun onderlinge verschillen worden hier beantwoord Teneinde deze taak tot

een goed einde te brengen druk ik reeds bij voorbaat mijn dank uit aan Joseph Hergenroumlther

de 19de

eeuwse Duitse kerkhistoricus aan wiens inspanningen en werk ik zeer schatplichtig

ben

Daarna neem ik de inhoud van dit werk de inleiding en de verschillende aanklachten

onder de loep Dat de 21ste

eeuwse lezer niet meer vertrouwd is met de inhoud van sommige

van deze aanklachten is niet te verwonderen In dit hoofdstuk raak ik al enkele van deze

punten aan te weten de vasten en het Filioque

Tenslotte zet ik alle argumenten voor en tegen het auteurschap van Photios op een rijtje

11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen2

De latere patriarch Photios werd circa 820 geboren in een voorname familie Na een

uitgebreide leertijd kwam hij in dienst van de keizer Nadat patriarch Ignatios in ongenade

was gevallen werd Photios in december van het jaar 858 aangesteld als patriarch Van in het

prille begin van zijn ambt kreeg hij veel tegenkanting3 Velen bleven immers Ignatios steunen

en het feit dat Photios nog een leek was4 droeg daar zeker nog bij toe De situatie werd nog

2 Een zeer overzichtelijke uiteenzetting over dogmatiek en polemiek in Byzantium in de periode van Photios tot

en met Cerullarios vond ik bij H-G BECK Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich

Muumlnchen 1959 pp 520-542 passim 3 Voor de precieze omstandigheden die een rol speelden bij de ambtswissel tussen Ignatios en Photios verwijs ik

graag naar PELOPIDAS STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo in M VILLER et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute

Paris 1984 pp 1397-1408 4 Hier wordt een mouw aan gepast door Photios met een spoedprocedure tot geestelijke te wijden binnen de drie

dagen krijgt hij de tonsuur het diaconaat het priesterschap en wordt hij tot bisschop gewijd Zie PELOPIDAS

STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo p1398

6

moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus

zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij

beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar

867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent

uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een

troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in

dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870

veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten

Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder

van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug

patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan

geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede

patriarchaat van Photios

De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de

dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het

hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een

verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet

aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel

in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle

waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ

Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ

θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome

Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook

wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24

syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque

Het midden van de 11de

eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse

dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het

geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen

Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was

Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst

sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond

Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de

ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer

contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen

5 Voor het Filioque zie p 8-9

6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden

tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden

besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

7

dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen

gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen

om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken

Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde

van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden

stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn

vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was

gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het

vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen

van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De

encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek

was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in

Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en

uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ

De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden

we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin

de gebeurtenissen samengevat worden

Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn

tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen

In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft

Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd

brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen

de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in

dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ

12 De tekstoverlevering

Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals

herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek

verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos

op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und

das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar

dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios

Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex

Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r

ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ

ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ

8

ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een

Venetiaanse apograaf10

In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit

de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er

een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin

een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat

het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk

gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther

Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en

een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in

de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen

Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11

Het Opusculum contra Francos

bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de

Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de

opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo

rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de

Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de

Alemanen12

Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren

verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse

gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de

auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden

Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben

het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de

zoon13

In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het

derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5

6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de

afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging

zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de

Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder

Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs

vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten

kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op

het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen

9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de

paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos

te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10

Catiforus cod class II n 15 11

Zie noot 5 12

In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13

Zie p 8-9 het Filioque

9

bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter

afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen

aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18

gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van

aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de

liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden

verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht

dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar

worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de

korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder

zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de

verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het

Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met

Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en

met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken

Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die

te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt

gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren

maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige

Geest neerdalen

13 Toelichting bij de Griekse tekst

In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in

afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de

tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen

fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo

goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model

Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire

inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door

Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra

Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen

en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de

Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en

de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze

als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten

hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten

10

Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling

achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de

hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen

respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash

vallen weg

Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging

van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te

beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke

punten volgt tenslotte het symbolon

Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan

om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de

Codex Chilandaricus 40514

waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch

kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef

het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15

Griekse

tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak

noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16

uit te wijden over het Grieks

De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi

naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III

van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet

onnodig verzwaard

In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die

in dit punt besproken heb

14 Verklaring van de aanklachten

Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen

in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en

taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld

De Vasten

De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden

in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash

14

Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze

Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in

hoofdstuk III 15

Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16

Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk

van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim

11

zeven van de 2517

ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen

hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid

maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of

Quadragesima)

Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze

gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van

Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De

aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de

Grieken ndash om op zaterdag te vasten18

maar dat men eveneens onthouding verlangde op

feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19

gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse

vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen

genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk

zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20

waarin de apostel Petrus wegens

zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21

een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we

nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra

Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22

Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar

analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold

In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig

dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs

nooit langer dan een week

ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu

einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)

In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur

Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23

17

Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm

Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18

Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het

Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit

concilie werd niet erkend door het Westen 19

Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20

Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R

BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21

Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen

geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord

simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde

worden verkocht afgeleid 22

Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij

stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II

wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst

waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23

Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie

Berlin 1983 pp 42-59

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

3

INLEIDING

Zoals de titel al aangeeft heb ik een transcriptie gemaakt van de Servisch kerkslavische

vertaling van het Opusculum contra Francos Het Opusculum contra Francos is een van

oorsprong Grieks werk dat van de hand zou zijn van Photios een patriarch uit de negende

eeuw van Constantinopel

Naar dit onderwerp is nog maar weinig onderzoek verricht Het Servisch-kerkslavische

fragment waarvan sprake is in de titel van deze masterproef werd nog nooit (kritisch)

uitgegeven De Griekse brontekst werd pas in de 19de

eeuw door Joseph Hergenroumlther ontdekt

en gepubliceerd In de Slavische wereld was de verhaalstof van het Opusculum contra

Francos wel al bekend dankzij een vroege vertaling die in de Kormčaja Kniga verscheen en

dankzij de vele bewerkingen die in het kader van de polemiek met het Westen gemaakt

werden Popov respectievelijk Podskalsky hebben hierover bijzonder volledig over

geschreven

Het corpus van Slavische vertalingen van Byzantijnse anti-katholieke teksten is op zich al

onderbelicht Daarbij moeten we nog eens vaststellen dat bij het weinige onderzoek dat

hierover is gedaan bijna alle aandacht gaat naar de Russische traditie1 Ik hoop dan ook met

deze masterproef een bijdrage te leveren aan de ontsluiting van de polemische werken in de

Zuid-Slavische traditie en een aanzet te geven voor verder onderzoek

Met dit doel voor ogen ben ik als volgt te werk gegaan ik ging meteen aan de slag met de

transcriptie Ik had daarvoor een cd-rom gekregen met de weergave van twee handschriften

die het Opusculum contra Francos hadden opgenomen Het eerste handschrift was de reeds

vermelde Codex Chilandaricus 405 het andere de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 Bij de

vergelijking van de beide handschriften kwam ik voor weinig verrassingen te staan Om de

verwantschap tussen de Slavische vertaling en de Griekse brontekst aanschouwelijk te maken

werd de editie van Joseph Hergenroumlther mits enige aanpassingen opgenomen in het hoofdstuk

van de transcriptie Ik kreeg voor de vertaling en invoer van de Griekse tekst veel hulp van

mijn promotor Dr L Sels In hoofdstuk III het laatste hoofdstuk werd de transcriptie van de

Slavische tekst naast de Griekse tekst geplaatst en werden beide voorzien van een vertaling

Het hoofdstuk van de transcriptie wordt tenslotte afgesloten met waar nodig begeleidende

noten Hoewel ik reeds tijdens het werken aan de transcriptie een (bescheiden) begin had

gemaakt met te lezen over mijn onderwerp heb ik het leeuwendeel van de secundaire

literatuur pas na voltooiing van de transcriptie doorworsteld Het was dan pas dat de

1 ldquoThere is a considerable body of literature on the polemic articles against the Latins in the Russian literary

tradition both translated and original Almost nothing is known about the same articles in the South-Slavic

literary tradition hellip So far a list of the polemic articles against the Latins in South-Slavic copies does not exist

This must be done before any generalisations about the issue under consideration can be maderdquo A

JACIMIRSKIJ К истории апокрифов и легенд в южно-славянской письменности (IX-XI )1910 bij A

NIKOLOV ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost Byzantine Anti-Latin

Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1 (2003) pp 99-119

4

verschillende puzzelstukken in elkaar vielen en hoofdstuk II over de Griekse brontekst en

hoofdstuk III over de Slavische tekst vorm kregen

Was dit een goede methode Op die vraag moet ik negatief antwoorden Beter was geweest

dat ik tegelijk met de transcriptie ook meer met de secundaire literatuur was bezig geweest

Zoals Dr L Sels het verwoordde ik had er mezelf plezier mee gedaan Omdat de transcriptie

quasi onafhankelijk van de context tot stand kwam duurde het lang voordat mijn gedachten

over het onderwerp vastomlijnd werden en richting kregen Een ander probleem waarmee ik

geconfronteerd werd was dat de inhoud van mijn masterproef vaak buiten de lijntjes van de

vakgroep Oost-Europese talen en culturen kleurde De Griekse brontekst en de

cultuurhistorische achtergrond waarin hij kaderde vereisen eigenlijk het profiel van een

classica of toch een doorgewinterde Slavisch filoloog die beter met deze zaken vertrouwd

zou zijn Dit brengt mij tot het laatste bdquoprobleem‟ dat ik ondervond de algemene

onvoorbereidheid waarmee ik in dit avontuur ben gestapt Het onderzoek dat ik in de

volgende vijftig bladzijden zal voeren is van een aard en een omvang die ik in mijn vierjarige

opleiding nooit heb ervaren Gedurende het maken van deze masterproef heb ik ndash vaak bdquomet

vallen en opstaan‟ - mijn grenzen verlegd en menige vaardigheid me eigen gemaakt Ik mag

hopen dat de kwaliteit van dit onderzoek niet al te zeer heeft geleden door deze

moeilijkheden

Dit is in een notendop wat ik het voorbije academiejaar geleerd heb en wat het voorbije

academiejaar mij geleerd heeft Ik wens u veel leesplezier

5

I DE GRIEKSE BRONTEKST

In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het Opusculum contra Francos in de Griekse traditie

De ontstaansgeschiedenis en het auteurschap van dit Griekse werk dat een 28-tal aanklachten

tegen de Latijnen inhoudt is in schimmen gehuld In dit hoofdstuk zal ik zoveel mogelijk de

vraagtekens hieromtrent oplossen

Allereerst zal ik de achtergrond waarin deze tekst is kunnen ontstaan schetsen Dit doe ik

aan de hand van die figuren die een grote rol hebben gespeeld in de polemiek tussen het

Oosten en het Westen en van wie polemische geschriften bewaard zijn gebleven Als

beginpunt neem ik het leven en werk van Photios die patriarch was van Constantinopel van

858 tot 867 en een tweede keer van 877 tot 886 Hij is de vermeende auteur van het

Opusculum contra Francos Als eindpunt neem ik Cerullarius Cerullarius was net als Photios

(een strijdlustige) patriarch die het van 1043 tot 1058 voor het zeggen had in het patriarchaat

van Constantinopel

Vervolgens komt de tekstoverlevering aan bod Vragen over de overgeleverde

tekstgetuigen en hun onderlinge verschillen worden hier beantwoord Teneinde deze taak tot

een goed einde te brengen druk ik reeds bij voorbaat mijn dank uit aan Joseph Hergenroumlther

de 19de

eeuwse Duitse kerkhistoricus aan wiens inspanningen en werk ik zeer schatplichtig

ben

Daarna neem ik de inhoud van dit werk de inleiding en de verschillende aanklachten

onder de loep Dat de 21ste

eeuwse lezer niet meer vertrouwd is met de inhoud van sommige

van deze aanklachten is niet te verwonderen In dit hoofdstuk raak ik al enkele van deze

punten aan te weten de vasten en het Filioque

Tenslotte zet ik alle argumenten voor en tegen het auteurschap van Photios op een rijtje

11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen2

De latere patriarch Photios werd circa 820 geboren in een voorname familie Na een

uitgebreide leertijd kwam hij in dienst van de keizer Nadat patriarch Ignatios in ongenade

was gevallen werd Photios in december van het jaar 858 aangesteld als patriarch Van in het

prille begin van zijn ambt kreeg hij veel tegenkanting3 Velen bleven immers Ignatios steunen

en het feit dat Photios nog een leek was4 droeg daar zeker nog bij toe De situatie werd nog

2 Een zeer overzichtelijke uiteenzetting over dogmatiek en polemiek in Byzantium in de periode van Photios tot

en met Cerullarios vond ik bij H-G BECK Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich

Muumlnchen 1959 pp 520-542 passim 3 Voor de precieze omstandigheden die een rol speelden bij de ambtswissel tussen Ignatios en Photios verwijs ik

graag naar PELOPIDAS STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo in M VILLER et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute

Paris 1984 pp 1397-1408 4 Hier wordt een mouw aan gepast door Photios met een spoedprocedure tot geestelijke te wijden binnen de drie

dagen krijgt hij de tonsuur het diaconaat het priesterschap en wordt hij tot bisschop gewijd Zie PELOPIDAS

STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo p1398

6

moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus

zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij

beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar

867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent

uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een

troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in

dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870

veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten

Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder

van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug

patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan

geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede

patriarchaat van Photios

De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de

dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het

hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een

verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet

aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel

in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle

waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ

Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ

θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome

Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook

wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24

syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque

Het midden van de 11de

eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse

dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het

geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen

Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was

Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst

sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond

Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de

ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer

contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen

5 Voor het Filioque zie p 8-9

6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden

tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden

besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

7

dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen

gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen

om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken

Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde

van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden

stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn

vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was

gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het

vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen

van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De

encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek

was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in

Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en

uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ

De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden

we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin

de gebeurtenissen samengevat worden

Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn

tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen

In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft

Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd

brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen

de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in

dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ

12 De tekstoverlevering

Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals

herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek

verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos

op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und

das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar

dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios

Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex

Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r

ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ

ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ

8

ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een

Venetiaanse apograaf10

In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit

de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er

een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin

een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat

het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk

gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther

Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en

een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in

de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen

Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11

Het Opusculum contra Francos

bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de

Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de

opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo

rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de

Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de

Alemanen12

Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren

verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse

gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de

auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden

Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben

het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de

zoon13

In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het

derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5

6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de

afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging

zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de

Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder

Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs

vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten

kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op

het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen

9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de

paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos

te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10

Catiforus cod class II n 15 11

Zie noot 5 12

In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13

Zie p 8-9 het Filioque

9

bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter

afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen

aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18

gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van

aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de

liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden

verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht

dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar

worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de

korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder

zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de

verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het

Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met

Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en

met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken

Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die

te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt

gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren

maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige

Geest neerdalen

13 Toelichting bij de Griekse tekst

In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in

afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de

tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen

fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo

goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model

Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire

inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door

Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra

Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen

en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de

Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en

de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze

als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten

hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten

10

Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling

achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de

hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen

respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash

vallen weg

Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging

van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te

beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke

punten volgt tenslotte het symbolon

Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan

om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de

Codex Chilandaricus 40514

waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch

kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef

het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15

Griekse

tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak

noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16

uit te wijden over het Grieks

De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi

naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III

van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet

onnodig verzwaard

In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die

in dit punt besproken heb

14 Verklaring van de aanklachten

Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen

in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en

taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld

De Vasten

De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden

in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash

14

Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze

Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in

hoofdstuk III 15

Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16

Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk

van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim

11

zeven van de 2517

ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen

hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid

maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of

Quadragesima)

Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze

gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van

Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De

aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de

Grieken ndash om op zaterdag te vasten18

maar dat men eveneens onthouding verlangde op

feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19

gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse

vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen

genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk

zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20

waarin de apostel Petrus wegens

zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21

een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we

nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra

Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22

Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar

analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold

In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig

dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs

nooit langer dan een week

ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu

einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)

In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur

Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23

17

Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm

Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18

Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het

Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit

concilie werd niet erkend door het Westen 19

Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20

Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R

BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21

Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen

geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord

simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde

worden verkocht afgeleid 22

Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij

stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II

wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst

waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23

Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie

Berlin 1983 pp 42-59

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

4

verschillende puzzelstukken in elkaar vielen en hoofdstuk II over de Griekse brontekst en

hoofdstuk III over de Slavische tekst vorm kregen

Was dit een goede methode Op die vraag moet ik negatief antwoorden Beter was geweest

dat ik tegelijk met de transcriptie ook meer met de secundaire literatuur was bezig geweest

Zoals Dr L Sels het verwoordde ik had er mezelf plezier mee gedaan Omdat de transcriptie

quasi onafhankelijk van de context tot stand kwam duurde het lang voordat mijn gedachten

over het onderwerp vastomlijnd werden en richting kregen Een ander probleem waarmee ik

geconfronteerd werd was dat de inhoud van mijn masterproef vaak buiten de lijntjes van de

vakgroep Oost-Europese talen en culturen kleurde De Griekse brontekst en de

cultuurhistorische achtergrond waarin hij kaderde vereisen eigenlijk het profiel van een

classica of toch een doorgewinterde Slavisch filoloog die beter met deze zaken vertrouwd

zou zijn Dit brengt mij tot het laatste bdquoprobleem‟ dat ik ondervond de algemene

onvoorbereidheid waarmee ik in dit avontuur ben gestapt Het onderzoek dat ik in de

volgende vijftig bladzijden zal voeren is van een aard en een omvang die ik in mijn vierjarige

opleiding nooit heb ervaren Gedurende het maken van deze masterproef heb ik ndash vaak bdquomet

vallen en opstaan‟ - mijn grenzen verlegd en menige vaardigheid me eigen gemaakt Ik mag

hopen dat de kwaliteit van dit onderzoek niet al te zeer heeft geleden door deze

moeilijkheden

Dit is in een notendop wat ik het voorbije academiejaar geleerd heb en wat het voorbije

academiejaar mij geleerd heeft Ik wens u veel leesplezier

5

I DE GRIEKSE BRONTEKST

In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het Opusculum contra Francos in de Griekse traditie

De ontstaansgeschiedenis en het auteurschap van dit Griekse werk dat een 28-tal aanklachten

tegen de Latijnen inhoudt is in schimmen gehuld In dit hoofdstuk zal ik zoveel mogelijk de

vraagtekens hieromtrent oplossen

Allereerst zal ik de achtergrond waarin deze tekst is kunnen ontstaan schetsen Dit doe ik

aan de hand van die figuren die een grote rol hebben gespeeld in de polemiek tussen het

Oosten en het Westen en van wie polemische geschriften bewaard zijn gebleven Als

beginpunt neem ik het leven en werk van Photios die patriarch was van Constantinopel van

858 tot 867 en een tweede keer van 877 tot 886 Hij is de vermeende auteur van het

Opusculum contra Francos Als eindpunt neem ik Cerullarius Cerullarius was net als Photios

(een strijdlustige) patriarch die het van 1043 tot 1058 voor het zeggen had in het patriarchaat

van Constantinopel

Vervolgens komt de tekstoverlevering aan bod Vragen over de overgeleverde

tekstgetuigen en hun onderlinge verschillen worden hier beantwoord Teneinde deze taak tot

een goed einde te brengen druk ik reeds bij voorbaat mijn dank uit aan Joseph Hergenroumlther

de 19de

eeuwse Duitse kerkhistoricus aan wiens inspanningen en werk ik zeer schatplichtig

ben

Daarna neem ik de inhoud van dit werk de inleiding en de verschillende aanklachten

onder de loep Dat de 21ste

eeuwse lezer niet meer vertrouwd is met de inhoud van sommige

van deze aanklachten is niet te verwonderen In dit hoofdstuk raak ik al enkele van deze

punten aan te weten de vasten en het Filioque

Tenslotte zet ik alle argumenten voor en tegen het auteurschap van Photios op een rijtje

11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen2

De latere patriarch Photios werd circa 820 geboren in een voorname familie Na een

uitgebreide leertijd kwam hij in dienst van de keizer Nadat patriarch Ignatios in ongenade

was gevallen werd Photios in december van het jaar 858 aangesteld als patriarch Van in het

prille begin van zijn ambt kreeg hij veel tegenkanting3 Velen bleven immers Ignatios steunen

en het feit dat Photios nog een leek was4 droeg daar zeker nog bij toe De situatie werd nog

2 Een zeer overzichtelijke uiteenzetting over dogmatiek en polemiek in Byzantium in de periode van Photios tot

en met Cerullarios vond ik bij H-G BECK Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich

Muumlnchen 1959 pp 520-542 passim 3 Voor de precieze omstandigheden die een rol speelden bij de ambtswissel tussen Ignatios en Photios verwijs ik

graag naar PELOPIDAS STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo in M VILLER et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute

Paris 1984 pp 1397-1408 4 Hier wordt een mouw aan gepast door Photios met een spoedprocedure tot geestelijke te wijden binnen de drie

dagen krijgt hij de tonsuur het diaconaat het priesterschap en wordt hij tot bisschop gewijd Zie PELOPIDAS

STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo p1398

6

moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus

zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij

beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar

867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent

uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een

troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in

dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870

veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten

Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder

van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug

patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan

geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede

patriarchaat van Photios

De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de

dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het

hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een

verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet

aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel

in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle

waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ

Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ

θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome

Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook

wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24

syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque

Het midden van de 11de

eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse

dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het

geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen

Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was

Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst

sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond

Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de

ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer

contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen

5 Voor het Filioque zie p 8-9

6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden

tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden

besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

7

dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen

gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen

om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken

Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde

van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden

stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn

vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was

gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het

vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen

van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De

encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek

was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in

Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en

uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ

De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden

we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin

de gebeurtenissen samengevat worden

Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn

tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen

In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft

Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd

brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen

de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in

dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ

12 De tekstoverlevering

Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals

herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek

verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos

op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und

das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar

dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios

Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex

Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r

ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ

ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ

8

ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een

Venetiaanse apograaf10

In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit

de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er

een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin

een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat

het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk

gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther

Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en

een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in

de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen

Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11

Het Opusculum contra Francos

bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de

Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de

opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo

rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de

Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de

Alemanen12

Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren

verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse

gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de

auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden

Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben

het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de

zoon13

In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het

derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5

6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de

afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging

zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de

Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder

Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs

vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten

kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op

het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen

9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de

paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos

te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10

Catiforus cod class II n 15 11

Zie noot 5 12

In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13

Zie p 8-9 het Filioque

9

bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter

afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen

aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18

gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van

aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de

liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden

verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht

dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar

worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de

korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder

zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de

verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het

Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met

Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en

met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken

Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die

te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt

gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren

maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige

Geest neerdalen

13 Toelichting bij de Griekse tekst

In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in

afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de

tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen

fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo

goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model

Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire

inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door

Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra

Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen

en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de

Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en

de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze

als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten

hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten

10

Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling

achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de

hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen

respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash

vallen weg

Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging

van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te

beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke

punten volgt tenslotte het symbolon

Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan

om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de

Codex Chilandaricus 40514

waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch

kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef

het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15

Griekse

tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak

noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16

uit te wijden over het Grieks

De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi

naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III

van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet

onnodig verzwaard

In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die

in dit punt besproken heb

14 Verklaring van de aanklachten

Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen

in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en

taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld

De Vasten

De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden

in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash

14

Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze

Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in

hoofdstuk III 15

Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16

Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk

van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim

11

zeven van de 2517

ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen

hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid

maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of

Quadragesima)

Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze

gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van

Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De

aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de

Grieken ndash om op zaterdag te vasten18

maar dat men eveneens onthouding verlangde op

feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19

gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse

vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen

genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk

zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20

waarin de apostel Petrus wegens

zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21

een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we

nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra

Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22

Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar

analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold

In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig

dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs

nooit langer dan een week

ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu

einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)

In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur

Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23

17

Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm

Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18

Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het

Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit

concilie werd niet erkend door het Westen 19

Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20

Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R

BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21

Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen

geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord

simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde

worden verkocht afgeleid 22

Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij

stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II

wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst

waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23

Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie

Berlin 1983 pp 42-59

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

5

I DE GRIEKSE BRONTEKST

In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het Opusculum contra Francos in de Griekse traditie

De ontstaansgeschiedenis en het auteurschap van dit Griekse werk dat een 28-tal aanklachten

tegen de Latijnen inhoudt is in schimmen gehuld In dit hoofdstuk zal ik zoveel mogelijk de

vraagtekens hieromtrent oplossen

Allereerst zal ik de achtergrond waarin deze tekst is kunnen ontstaan schetsen Dit doe ik

aan de hand van die figuren die een grote rol hebben gespeeld in de polemiek tussen het

Oosten en het Westen en van wie polemische geschriften bewaard zijn gebleven Als

beginpunt neem ik het leven en werk van Photios die patriarch was van Constantinopel van

858 tot 867 en een tweede keer van 877 tot 886 Hij is de vermeende auteur van het

Opusculum contra Francos Als eindpunt neem ik Cerullarius Cerullarius was net als Photios

(een strijdlustige) patriarch die het van 1043 tot 1058 voor het zeggen had in het patriarchaat

van Constantinopel

Vervolgens komt de tekstoverlevering aan bod Vragen over de overgeleverde

tekstgetuigen en hun onderlinge verschillen worden hier beantwoord Teneinde deze taak tot

een goed einde te brengen druk ik reeds bij voorbaat mijn dank uit aan Joseph Hergenroumlther

de 19de

eeuwse Duitse kerkhistoricus aan wiens inspanningen en werk ik zeer schatplichtig

ben

Daarna neem ik de inhoud van dit werk de inleiding en de verschillende aanklachten

onder de loep Dat de 21ste

eeuwse lezer niet meer vertrouwd is met de inhoud van sommige

van deze aanklachten is niet te verwonderen In dit hoofdstuk raak ik al enkele van deze

punten aan te weten de vasten en het Filioque

Tenslotte zet ik alle argumenten voor en tegen het auteurschap van Photios op een rijtje

11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen2

De latere patriarch Photios werd circa 820 geboren in een voorname familie Na een

uitgebreide leertijd kwam hij in dienst van de keizer Nadat patriarch Ignatios in ongenade

was gevallen werd Photios in december van het jaar 858 aangesteld als patriarch Van in het

prille begin van zijn ambt kreeg hij veel tegenkanting3 Velen bleven immers Ignatios steunen

en het feit dat Photios nog een leek was4 droeg daar zeker nog bij toe De situatie werd nog

2 Een zeer overzichtelijke uiteenzetting over dogmatiek en polemiek in Byzantium in de periode van Photios tot

en met Cerullarios vond ik bij H-G BECK Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich

Muumlnchen 1959 pp 520-542 passim 3 Voor de precieze omstandigheden die een rol speelden bij de ambtswissel tussen Ignatios en Photios verwijs ik

graag naar PELOPIDAS STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo in M VILLER et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute

Paris 1984 pp 1397-1408 4 Hier wordt een mouw aan gepast door Photios met een spoedprocedure tot geestelijke te wijden binnen de drie

dagen krijgt hij de tonsuur het diaconaat het priesterschap en wordt hij tot bisschop gewijd Zie PELOPIDAS

STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo p1398

6

moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus

zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij

beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar

867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent

uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een

troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in

dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870

veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten

Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder

van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug

patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan

geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede

patriarchaat van Photios

De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de

dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het

hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een

verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet

aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel

in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle

waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ

Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ

θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome

Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook

wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24

syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque

Het midden van de 11de

eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse

dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het

geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen

Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was

Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst

sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond

Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de

ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer

contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen

5 Voor het Filioque zie p 8-9

6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden

tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden

besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

7

dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen

gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen

om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken

Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde

van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden

stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn

vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was

gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het

vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen

van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De

encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek

was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in

Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en

uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ

De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden

we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin

de gebeurtenissen samengevat worden

Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn

tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen

In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft

Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd

brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen

de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in

dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ

12 De tekstoverlevering

Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals

herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek

verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos

op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und

das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar

dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios

Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex

Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r

ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ

ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ

8

ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een

Venetiaanse apograaf10

In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit

de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er

een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin

een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat

het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk

gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther

Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en

een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in

de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen

Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11

Het Opusculum contra Francos

bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de

Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de

opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo

rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de

Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de

Alemanen12

Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren

verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse

gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de

auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden

Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben

het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de

zoon13

In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het

derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5

6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de

afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging

zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de

Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder

Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs

vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten

kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op

het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen

9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de

paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos

te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10

Catiforus cod class II n 15 11

Zie noot 5 12

In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13

Zie p 8-9 het Filioque

9

bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter

afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen

aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18

gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van

aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de

liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden

verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht

dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar

worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de

korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder

zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de

verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het

Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met

Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en

met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken

Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die

te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt

gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren

maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige

Geest neerdalen

13 Toelichting bij de Griekse tekst

In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in

afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de

tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen

fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo

goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model

Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire

inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door

Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra

Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen

en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de

Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en

de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze

als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten

hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten

10

Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling

achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de

hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen

respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash

vallen weg

Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging

van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te

beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke

punten volgt tenslotte het symbolon

Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan

om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de

Codex Chilandaricus 40514

waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch

kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef

het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15

Griekse

tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak

noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16

uit te wijden over het Grieks

De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi

naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III

van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet

onnodig verzwaard

In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die

in dit punt besproken heb

14 Verklaring van de aanklachten

Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen

in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en

taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld

De Vasten

De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden

in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash

14

Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze

Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in

hoofdstuk III 15

Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16

Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk

van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim

11

zeven van de 2517

ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen

hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid

maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of

Quadragesima)

Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze

gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van

Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De

aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de

Grieken ndash om op zaterdag te vasten18

maar dat men eveneens onthouding verlangde op

feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19

gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse

vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen

genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk

zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20

waarin de apostel Petrus wegens

zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21

een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we

nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra

Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22

Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar

analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold

In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig

dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs

nooit langer dan een week

ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu

einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)

In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur

Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23

17

Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm

Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18

Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het

Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit

concilie werd niet erkend door het Westen 19

Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20

Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R

BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21

Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen

geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord

simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde

worden verkocht afgeleid 22

Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij

stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II

wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst

waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23

Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie

Berlin 1983 pp 42-59

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

6

moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus

zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij

beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar

867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent

uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een

troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in

dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870

veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten

Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder

van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug

patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan

geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede

patriarchaat van Photios

De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de

dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het

hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een

verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet

aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel

in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle

waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ

Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ

θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome

Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook

wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24

syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque

Het midden van de 11de

eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse

dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het

geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen

Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was

Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst

sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond

Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de

ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer

contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen

5 Voor het Filioque zie p 8-9

6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden

tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden

besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

7

dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen

gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen

om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken

Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde

van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden

stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn

vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was

gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het

vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen

van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De

encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek

was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in

Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en

uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ

De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden

we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin

de gebeurtenissen samengevat worden

Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn

tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen

In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft

Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd

brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen

de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in

dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ

12 De tekstoverlevering

Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals

herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek

verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos

op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und

das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar

dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios

Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex

Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r

ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ

ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ

8

ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een

Venetiaanse apograaf10

In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit

de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er

een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin

een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat

het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk

gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther

Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en

een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in

de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen

Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11

Het Opusculum contra Francos

bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de

Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de

opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo

rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de

Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de

Alemanen12

Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren

verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse

gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de

auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden

Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben

het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de

zoon13

In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het

derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5

6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de

afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging

zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de

Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder

Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs

vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten

kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op

het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen

9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de

paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos

te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10

Catiforus cod class II n 15 11

Zie noot 5 12

In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13

Zie p 8-9 het Filioque

9

bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter

afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen

aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18

gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van

aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de

liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden

verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht

dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar

worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de

korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder

zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de

verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het

Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met

Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en

met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken

Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die

te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt

gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren

maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige

Geest neerdalen

13 Toelichting bij de Griekse tekst

In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in

afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de

tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen

fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo

goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model

Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire

inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door

Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra

Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen

en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de

Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en

de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze

als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten

hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten

10

Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling

achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de

hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen

respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash

vallen weg

Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging

van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te

beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke

punten volgt tenslotte het symbolon

Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan

om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de

Codex Chilandaricus 40514

waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch

kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef

het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15

Griekse

tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak

noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16

uit te wijden over het Grieks

De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi

naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III

van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet

onnodig verzwaard

In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die

in dit punt besproken heb

14 Verklaring van de aanklachten

Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen

in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en

taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld

De Vasten

De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden

in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash

14

Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze

Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in

hoofdstuk III 15

Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16

Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk

van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim

11

zeven van de 2517

ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen

hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid

maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of

Quadragesima)

Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze

gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van

Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De

aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de

Grieken ndash om op zaterdag te vasten18

maar dat men eveneens onthouding verlangde op

feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19

gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse

vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen

genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk

zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20

waarin de apostel Petrus wegens

zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21

een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we

nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra

Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22

Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar

analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold

In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig

dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs

nooit langer dan een week

ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu

einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)

In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur

Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23

17

Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm

Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18

Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het

Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit

concilie werd niet erkend door het Westen 19

Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20

Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R

BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21

Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen

geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord

simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde

worden verkocht afgeleid 22

Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij

stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II

wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst

waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23

Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie

Berlin 1983 pp 42-59

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

7

dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen

gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen

om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken

Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde

van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden

stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn

vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was

gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het

vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen

van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De

encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek

was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in

Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en

uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ

De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden

we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin

de gebeurtenissen samengevat worden

Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn

tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen

In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft

Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd

brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen

de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in

dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ

12 De tekstoverlevering

Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals

herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek

verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos

op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und

das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar

dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios

Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex

Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r

ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ

ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ

8

ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een

Venetiaanse apograaf10

In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit

de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er

een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin

een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat

het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk

gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther

Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en

een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in

de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen

Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11

Het Opusculum contra Francos

bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de

Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de

opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo

rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de

Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de

Alemanen12

Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren

verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse

gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de

auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden

Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben

het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de

zoon13

In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het

derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5

6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de

afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging

zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de

Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder

Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs

vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten

kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op

het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen

9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de

paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos

te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10

Catiforus cod class II n 15 11

Zie noot 5 12

In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13

Zie p 8-9 het Filioque

9

bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter

afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen

aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18

gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van

aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de

liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden

verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht

dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar

worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de

korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder

zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de

verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het

Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met

Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en

met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken

Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die

te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt

gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren

maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige

Geest neerdalen

13 Toelichting bij de Griekse tekst

In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in

afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de

tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen

fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo

goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model

Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire

inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door

Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra

Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen

en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de

Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en

de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze

als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten

hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten

10

Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling

achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de

hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen

respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash

vallen weg

Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging

van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te

beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke

punten volgt tenslotte het symbolon

Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan

om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de

Codex Chilandaricus 40514

waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch

kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef

het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15

Griekse

tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak

noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16

uit te wijden over het Grieks

De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi

naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III

van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet

onnodig verzwaard

In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die

in dit punt besproken heb

14 Verklaring van de aanklachten

Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen

in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en

taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld

De Vasten

De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden

in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash

14

Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze

Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in

hoofdstuk III 15

Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16

Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk

van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim

11

zeven van de 2517

ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen

hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid

maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of

Quadragesima)

Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze

gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van

Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De

aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de

Grieken ndash om op zaterdag te vasten18

maar dat men eveneens onthouding verlangde op

feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19

gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse

vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen

genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk

zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20

waarin de apostel Petrus wegens

zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21

een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we

nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra

Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22

Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar

analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold

In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig

dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs

nooit langer dan een week

ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu

einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)

In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur

Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23

17

Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm

Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18

Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het

Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit

concilie werd niet erkend door het Westen 19

Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20

Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R

BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21

Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen

geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord

simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde

worden verkocht afgeleid 22

Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij

stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II

wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst

waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23

Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie

Berlin 1983 pp 42-59

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

8

ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een

Venetiaanse apograaf10

In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit

de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er

een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin

een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat

het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk

gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther

Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en

een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in

de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen

Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11

Het Opusculum contra Francos

bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de

Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de

opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo

rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de

Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de

Alemanen12

Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren

verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse

gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de

auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden

Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben

het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de

zoon13

In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het

derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5

6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de

afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging

zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de

Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder

Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs

vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten

kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op

het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen

9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de

paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos

te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10

Catiforus cod class II n 15 11

Zie noot 5 12

In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13

Zie p 8-9 het Filioque

9

bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter

afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen

aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18

gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van

aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de

liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden

verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht

dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar

worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de

korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder

zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de

verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het

Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met

Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en

met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken

Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die

te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt

gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren

maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige

Geest neerdalen

13 Toelichting bij de Griekse tekst

In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in

afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de

tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen

fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo

goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model

Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire

inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door

Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra

Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen

en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de

Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en

de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze

als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten

hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten

10

Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling

achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de

hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen

respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash

vallen weg

Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging

van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te

beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke

punten volgt tenslotte het symbolon

Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan

om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de

Codex Chilandaricus 40514

waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch

kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef

het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15

Griekse

tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak

noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16

uit te wijden over het Grieks

De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi

naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III

van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet

onnodig verzwaard

In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die

in dit punt besproken heb

14 Verklaring van de aanklachten

Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen

in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en

taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld

De Vasten

De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden

in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash

14

Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze

Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in

hoofdstuk III 15

Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16

Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk

van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim

11

zeven van de 2517

ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen

hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid

maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of

Quadragesima)

Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze

gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van

Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De

aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de

Grieken ndash om op zaterdag te vasten18

maar dat men eveneens onthouding verlangde op

feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19

gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse

vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen

genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk

zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20

waarin de apostel Petrus wegens

zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21

een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we

nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra

Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22

Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar

analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold

In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig

dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs

nooit langer dan een week

ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu

einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)

In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur

Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23

17

Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm

Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18

Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het

Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit

concilie werd niet erkend door het Westen 19

Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20

Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R

BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21

Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen

geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord

simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde

worden verkocht afgeleid 22

Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij

stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II

wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst

waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23

Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie

Berlin 1983 pp 42-59

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

9

bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter

afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen

aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18

gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van

aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de

liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden

verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht

dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar

worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de

korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder

zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de

verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het

Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met

Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en

met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken

Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die

te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt

gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren

maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige

Geest neerdalen

13 Toelichting bij de Griekse tekst

In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in

afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de

tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen

fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo

goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model

Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire

inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door

Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra

Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen

en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de

Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en

de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze

als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten

hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten

10

Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling

achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de

hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen

respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash

vallen weg

Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging

van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te

beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke

punten volgt tenslotte het symbolon

Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan

om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de

Codex Chilandaricus 40514

waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch

kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef

het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15

Griekse

tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak

noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16

uit te wijden over het Grieks

De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi

naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III

van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet

onnodig verzwaard

In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die

in dit punt besproken heb

14 Verklaring van de aanklachten

Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen

in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en

taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld

De Vasten

De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden

in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash

14

Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze

Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in

hoofdstuk III 15

Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16

Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk

van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim

11

zeven van de 2517

ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen

hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid

maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of

Quadragesima)

Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze

gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van

Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De

aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de

Grieken ndash om op zaterdag te vasten18

maar dat men eveneens onthouding verlangde op

feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19

gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse

vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen

genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk

zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20

waarin de apostel Petrus wegens

zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21

een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we

nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra

Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22

Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar

analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold

In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig

dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs

nooit langer dan een week

ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu

einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)

In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur

Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23

17

Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm

Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18

Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het

Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit

concilie werd niet erkend door het Westen 19

Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20

Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R

BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21

Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen

geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord

simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde

worden verkocht afgeleid 22

Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij

stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II

wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst

waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23

Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie

Berlin 1983 pp 42-59

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

10

Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling

achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de

hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen

respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash

vallen weg

Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging

van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te

beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke

punten volgt tenslotte het symbolon

Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan

om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de

Codex Chilandaricus 40514

waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch

kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef

het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15

Griekse

tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak

noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16

uit te wijden over het Grieks

De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi

naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III

van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet

onnodig verzwaard

In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die

in dit punt besproken heb

14 Verklaring van de aanklachten

Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen

in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en

taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld

De Vasten

De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden

in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash

14

Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze

Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in

hoofdstuk III 15

Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16

Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk

van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim

11

zeven van de 2517

ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen

hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid

maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of

Quadragesima)

Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze

gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van

Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De

aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de

Grieken ndash om op zaterdag te vasten18

maar dat men eveneens onthouding verlangde op

feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19

gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse

vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen

genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk

zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20

waarin de apostel Petrus wegens

zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21

een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we

nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra

Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22

Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar

analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold

In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig

dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs

nooit langer dan een week

ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu

einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)

In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur

Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23

17

Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm

Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18

Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het

Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit

concilie werd niet erkend door het Westen 19

Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20

Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R

BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21

Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen

geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord

simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde

worden verkocht afgeleid 22

Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij

stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II

wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst

waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23

Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie

Berlin 1983 pp 42-59

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

11

zeven van de 2517

ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen

hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid

maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of

Quadragesima)

Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze

gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van

Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De

aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de

Grieken ndash om op zaterdag te vasten18

maar dat men eveneens onthouding verlangde op

feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19

gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse

vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen

genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk

zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20

waarin de apostel Petrus wegens

zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21

een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we

nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra

Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22

Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar

analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold

In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig

dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs

nooit langer dan een week

ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu

einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)

In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur

Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23

17

Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm

Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18

Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het

Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit

concilie werd niet erkend door het Westen 19

Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20

Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R

BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21

Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen

geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord

simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde

worden verkocht afgeleid 22

Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij

stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II

wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst

waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23

Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie

Berlin 1983 pp 42-59

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

12

Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie

van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C

bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop

men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten

had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast

werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag

vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het

Westen24

maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te

voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd

waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse

kerk

In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf

Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er

volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals

gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde

kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is

het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas

en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag

Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek

niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van

Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen

Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit

punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten

toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de

gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier

aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds

meer ingang vond25

Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht

ontheven

De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen

kenmerken26

Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27

24

Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel

integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met

zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd

Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop

volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25

Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit

was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26

W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27

Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

13

hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de

periode van rouw28

en boetedoening die de vastenperiode was

Het Filioque29

Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek

tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute

belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque

wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag

had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging

hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon

De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het

jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren

later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het

credo het Filioque bij te voegen

Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch

Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst

Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk

bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak

kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende

argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven

oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste

gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de

Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen

regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben

De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse

gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal

die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de

griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd

duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit

(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het

Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet

bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het

theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt

28

Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29

Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the

Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J

PELIKAN pp 183-198 passim

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

14

De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11

e

eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van

de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30

Over de kwestie van het Filioque zou in de

eeuwen daarop nog veel inkt vloeien

ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against

the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly

preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference

did play a rolerdquo31

15 Photios of niet

Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos

niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn

waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash

namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een

latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-

20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen

zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware

kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen

Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te

keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die

moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden

in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32

Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit

erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von

denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger

Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus

vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33

Deze beschrijving biedt naar mijn mening een

correcte inschatting van het werk

Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk

alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog

daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er

zijn eveneens aanklachten van latere datum

30

Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31

J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32

In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het

auteurschap van Cerullarius verdedigd 33

J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

15

II DE SLAVISCHE TEKST

In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)

kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos

Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich

ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de

eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had

geschopt34

Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos

maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in

Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven

De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling

geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe

Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een

transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra

Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf

Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier

van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de

paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken

Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35

in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig

bespreken

21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36

We hebben gezien dat in het midden van de 11de

eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en

het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet

volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat

Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer

Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste

kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel

de herstelde relaties

In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten

speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden

opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle

initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten

wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was

34

Zie hoofdstuk I p 6-7 35

Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk

besproken 36

Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

16

te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij

gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de

Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek

probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag

Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte

de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn

achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij

wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme

afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere

ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en

disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een

concilie in Constantinopel

De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de

verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te

werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden

Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad

gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol

speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de

tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de

Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden

Bulgarije en Servieuml37

Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije

en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften

Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van

Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38

deelden hier een eerste plaats

Bij Theofylaktos39

van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling

over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit

werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te

vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het

37

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271

passim 38

Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat

heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen

heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze

Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de

eeuw was de sekte

der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie

und Kirche Freiburg 1964 39

Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique

et doctrinal Paris 1941 p 254-255

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

17

Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat

een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40

In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er

ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was

voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel

van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de

en de eerste helft van de 15de

eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een

Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende

Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen

Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke

mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze

gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft

was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41

Ook hun economisch succes bleek

zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen

respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan

Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van

de 15de

eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene

Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo

door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen

vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse

compilatiebundel of bloemlezing42

die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een

tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een

tweede bundel43

vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44

Net zoals bij Grigorij

Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de

Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze

In het begin van de 15de

eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn

Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende

verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een

ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op

gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan

bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange

geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken

40

Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41

Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX

(1970-1972) pp 179-190 42

ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra

Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43

Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44

Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een

hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding

tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

18

sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de

deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking

van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het

eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de

ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij

de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat

wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip

Kiev-Rusland45

Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in

Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een

meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het

schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen

overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de

Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag

dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen

De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon

metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de

eeuw Over het leven van Leon is

weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat

zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een

Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord

opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de

zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het

eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in

de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros

III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug

Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen

ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de

tweede helft van de 11de

eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27

aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het

christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel

door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de

nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die

er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie

Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht

45

Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY

Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

19

in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten

zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de

meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd

Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van

patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht

dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote

Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46

In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47

die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is

een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn

brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan

de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een

samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot

de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II

maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het

eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede

zalving48

door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde

van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten

aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch

Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin

van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de

aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de

liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame

hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de

tot en met

de 15de

eeuw49

We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos

(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch

onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn

pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen

van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev

die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)

Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat

de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash

46

Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach

Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47

De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken

in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48

Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49

We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde

ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De

inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

20

over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20

aanklachten tegen het Westen50

Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van

Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te

lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen

Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič

Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen

we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na

een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten

Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals

die in Hergenroumlthers editie51

voorkomt ndash gerespecteerd

De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek

leefde in de eerste helft van de 12de

eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky

noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52

gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53

Van

alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek

die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het

populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen

gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra

Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς

ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de

Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij

van het Sabellianisme54

Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen

onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch

is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van

zijn tijd

Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55

aan patriarch Flavian van

Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de

vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij

de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij

van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het

50

Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en

Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51

HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis

codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52

(Zend)brieven 53

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54

In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme

ingeschoven 55

De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was

doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

21

bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de

problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56

Kormčaja Kniga

Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen

Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und

groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von

den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur

mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57

Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58

We vinden

in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59

van het Opusculum contra

Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat

over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de

liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum

contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27

Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-

zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in

de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de

eeuw en

die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt

22 Vindplaats en datering van de handschriften60

We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd

heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch

kerkslavische Codices

56

Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit

CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse

tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze

paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker

van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57

HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58

Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV

V) 1875 p 57-58 59

Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke

duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het

Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja

Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60

In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The

Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61

Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil

ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

22

De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn

transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de

vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard

Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp

vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198

v

Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet

de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo

Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa

1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193

r

Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de

bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62

Deze bloemlezingen zijn de vroegste

werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard

in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon

uit het jaar 1456 In de 19de

eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor

Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum

contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek

onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36

r

De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor

Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar

1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540

v

In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra

Francos niet opgenomen

23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en

de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863

In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing

Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen

bdquoinkijken‟64

namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48

Paleografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit

De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de

62

Zie p17 63

L SELS Gregory of Nyssa In druk 64

Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van

de desbetreffende folia

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

23

watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal

schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in

meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af

en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn

steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor

Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of

uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact

maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een

pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟

De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of

locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien

De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud

De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd

bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is

beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een

bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N

is er een versiering die de laatste regels afsluit

Orthografische kenmerken

De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-

orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het

samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net

zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de

gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in

meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor

otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en

de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven

In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen

De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot

CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt

De taal

De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er

een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte

de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de

eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

24

uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een

conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal

nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een

grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de

eeuw een eigen bloei

van bdquoAtticisme‟ beleefde

Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het

Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de

eindnoten

24 Vergelijking van de beide Codices

Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405

(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper

van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het

meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N

een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65

Voor echte verrassingen ben ik

niet komen te staan

Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat

niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra

controle wanneer ik met de transcriptie bezig was

25 Verklaring van de aanklachten

In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over

ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66

Onder dit punt zal ik de

verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij

ontstaan zijn

Over ketters

De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische

weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar

hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem

teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste

decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het

65

Zie eindnoten bij de transcriptie 66

Zie transcriptie p 48

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

25

christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67

Op het einde van de vierde eeuw

werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte

der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de

periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos

omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op

die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden

De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na

Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451

Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het

keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij

stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in

Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme

dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God

ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het

concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden

veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het

verdict68

Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot

451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in

Efese69

waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die

synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met

hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet

De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn

naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij

was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die

hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de

openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die

hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van

zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld

Hij stierf in gevangenschap

67

Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond

rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus

Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er

geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen

God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg

en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot

bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch

Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is

bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

pp 1062-1064 68

Zie p 20 laatste paragraaf 69

Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

26

Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De

wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde

principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute

scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote

verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen

aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme

sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme

beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen

De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de

omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70

bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het

Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71

en vervolgt hij

Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer

van het Macedonianisme72

Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de

pneumatomachen73

Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens

over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of

Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In

de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het

Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de

Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn

voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met

de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de

Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat

genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van

Alexandrieuml74

Veel meer weten we niet over hem

III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST

VERGELEKEN

70

Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)

het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en

eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het

niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und

Kirche Freiburg 1964 71

Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat

de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van

eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon

fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72

Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M

BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73

In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt

gesproken 74

Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

27

In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die

respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de

rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75

en in de

linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op

basis van de Codex Chilandaricus 405

Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat

volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het

overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch

aanschouwelijker maakt

De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)

duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar

de marge werd geplaatst76

Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de

Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch

aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het

niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen

Griekse tegenhanger hebben

In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het

schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde

wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie

De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van

Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de

editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van

de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de

nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer

respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus

405

Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het

volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij

op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze

op inhoudelijke zaken

75

Zie onder 13 p 9-10 76

Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van

de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen

gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt

ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een

nieuwe regel wordt begonnen

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

28

Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar

Opusculum contra Francos

[62]

[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ

παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ

ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ

Van Photios de allerheiligste patriarch

van Constantinopel Over de Franken en

de overige Latijnen

Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο

Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ

θόιπνπ (Ed)

De Paus van Rome en al die christenen

van de westelijke kant buiten de Ionische

golf (Ed)

[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174

nt 9] (A)

Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο

ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l

Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα

νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ

De Ionische Golf noemt men die achter

Hellas waarbij men aan Ion die als eerste

Hellas heeft bewoond haar naam heeft

ontleend

[H com 181 nt 30]

Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο

ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)

ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ

πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ

[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x

Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse

sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to

t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde

crkweagrave

Over de Latijnen dat wil zeggen de

Franken waarom hun volken zich

verlagen en over hun ketterij en waarom

ze zijn afgesneden van de heilige kerk van

God

Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye

hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]

ndraaacute

De Roomse paus en alle christenen van de

westelijke kant van buiten de Ionische

golf

Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady

imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad

naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave

De Ionische golf noemt men die hoger

Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas

bewoonde de naam was aangenomen

Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese

4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve

primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave

Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo

Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

29

Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ

ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο

ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο

θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα

ἐθάιεζελ

Want Hellas werd aanvankelijk Ionia

genoemd zoals naar Ion Hellas echter

werd genoemd naar Elaion de zoon van

Ion Want toen deze Ion een zoon had

verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟

() die de tweede bewoner werd van

Hellas en vele steden oprichtte en de

plaats Hellas noemde (Comm p181 noot

30)

[H Com 181 nt 31] (B)

Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο

δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη

ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ

ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ

ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε

γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο

ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ

ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ

ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ

ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην

Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ

ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ

ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη

ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ

Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ

Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ

γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ

αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη

De volkeren aan westelijke zijde van de

Ionische golf dat wil zeggen Latijnen

Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i

mssup3o Šlad nare`eagrave

Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals

naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar

Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde

nadat hij een zoon verwekt had hem Elen

die de tweede bewoner van Hellas was en

hij richtte in haar vele steden in en

noemde de plek Hellas

Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago

ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni

Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve

nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx

sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave

Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1

Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute

Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave

Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i

Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou

Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)

rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde

Sera ve Srxble

otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna

Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim

ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i

Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se

Loggpoundwardiagrave

Alle volkeren van buiten de Ionische golf

zijn naar het westen toe dat wil zeggen de

Latijnen worden Longobarden genoemd

De Longobarden nu werden genoemd

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

30

worden Longobarden genoemd De

Longobarden nu worden genoemd naar

Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het

Bari noemde Deze Bar had een vrouw die

Longa werd genoemd Uit haar verwekte

hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en

Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit

Logga geboren werden heten

Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf

zonen alsook volken geboren uit Kale de

Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi

de Melfinen uit Baion de Venitianen en

uit Arban de Arbanieten Van deze 5

volkeren waren Bar en Logga de ouders

en omdat ze uit hen (geboren waren)

heten ze Longobarden (Comm p181 noot

31)

Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο

ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο

Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο

Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ

δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε

θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot

32)

Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη

Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ

Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ

Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ

Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ

παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ

ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ

(hellip)

Want deze Longobarden verschillen

samen met de overige westerse volken dat

wil zeggen de Franken de Arbanen de

naar Bar die Bar() stichtte en noemde

hem naar zijn naam Bar Deze Bar had

een vrouw die Legga werd genoemd En

uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser

Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf

werden de Longobarden genoemd omdat

ze uit Var en Legga geboren werden Uit

hen nu werden vijf volken geboren uit

Kale immers de Kalabrezen uit Ser de

Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit

Viona de Venetianen uit Arvana de

Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)

ouders Var en Legga en omdat ze uit hen

(geboren waren) heten ze Longobarden

Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi

zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute

G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i

AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde

drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive

po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3

Deze Longobarden (zijn) immers samen

met de overige volken dat wil zeggen

Franken Germanen Melfitanen

Venetianen en Duitsers Van dezen

verschillen sommigen niet van de oude

Grieken7 niet volgens goddeloosheid

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

31

Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen

() hoegenaamd niet van de oude Grieken

noch wat goddeloosheid betreft noch op

gebied van losbandigheid (Comm p181

noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden

Franken en ook de Duitsers Molfinen

Venetianen en de overigen ndash zonder het

geslacht van de Kalabrezen en het volk

van de Alamanen De enen hiervan

verschillen in niets van de oude grieken

noch wat betreft goddeloosheid noch wat

betreft losbandigheid (hellip)

Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο

κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ

Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη

ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο

ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ

ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm

p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ

ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ

ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ

ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ

ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο

θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ

εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ

παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ

ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ

ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα

Maar die Arbanieten en sommige anderen

stellen zondige daden de Kalabrezen

echter zijn orthodoxe christenen zij

hebben zelfs de gewoonten van de

apostolische en oecumenische kerk

noch van onreinheid (hellip)

Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga

skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane

ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger

wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve

wsi sx papomx prd(x) mngymi l20

lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i

lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)

prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)

bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde

nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave

Maar deze Duitsers en enkele anderen

doen vele onreine zaken de Kalabrezen

zijn echter orthodoxe christenen dagger de

apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger

met voedende gebruiken Maar alle

overigen met de paus zijn sinds vele jaren

verapart van de oecumenische kerk en

zijn vreemd van de evangelische en

apostolische tradities en door deze

hebben ze misdadige en barbaarse

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

32

uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn

met de paus (Comm p181 noot 32)

Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen

zijn van oudsher orthodoxe christenen en

gevoed door de gewoontes van onze

apostolische kerk Zij (staan) allen met de

paus sinds vele jaren buiten de

oecumenische kerk en zijn vervreemd van

de apostolische en de patristieke tradities

waardoor zij onwettige en barbaarse

gewoonten hebben waarvan deze de

ergste en talrijkste zijn

[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ

ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ

γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ

λεζηείαλ

Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van

de Christus Geboorte of de Epifanie

toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen

zij de vasten niet op

[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ

ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ

ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ

gewoonten van de welke de slechtste en

veelvuldigste dezen zijn

(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e

l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny

prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute

s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]

s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x

possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e

praznika

Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van

Christus Geboorte van de Heilige

Epifanie of van een zekere grote heilige

voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze

de vasten niet maar verkiezen ze de

vasten boven de feestdag

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

33

ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ

γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ

ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ

πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο

Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook

op zaterdag Deze vasten hebben ze

overgenomen van de driewerf vervloekte

Sabbatius en als toevallig op zaterdag het

feest van Christus Geboorte of van de

Epifanie of een of andere heilige valt dan

heffen ze de vasten niet op omwille van het

feest maar verkiezen ze de vasten boven

het feest

(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο

ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη

λεζηεύεηλ

In de grote veertigdagenvasten beginnen

ze van woensdag van de eerste week te

vasten

(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε

θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη

ηπξνθαγίαλ

In de kaasweek onthouden ze zich noch

van vlees noch kennen ze de kaasweek

(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ

ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ

ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ

θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο

παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο

ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ

ζπγρσξνῦζηλ

(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde

srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave

In de heilige grote veertigdagenvasten

beginnen ze te vasten vanaf woensdag van

de eerste week

(2bGr6) Meso 4d]e syrn1

ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave

Door schaamteloos vlees te eten in de

kaasweek bezoedelen ze (deze)

(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x

nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx

swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve

razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e

be(z)ssup3rahaagrave

Ze vasten niet de hele vasten maar ze

staan elke zondag aan hun kinderen toe

eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken

(de vasten) op Grote Donderdag door

schaamteloos te (zitten) eten

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

34

Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten

maar zij aan de ene kant eten op de heilige

en Grote Donderdag eieren en kaas en

melk hun kinderen aan de andere kant

staan zij alle zondagen van de

veertigdagenvasten toe melk en eieren te

eten

Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50

λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο

ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ

δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ

δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ

θαηαιύνπζη

Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50

Op zaterdagen en zondagen van de vasten

geven ze de kinderen kaas en eieren te

eten en zelf laten ze allemaal (het vasten

op) Grote Donderdag varen

[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο

ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο

νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ

ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif

εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]

ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ

Voorstellingen van heiligen stellen zij in

hun kerken niet behalve van de kruisiging

maar ook deze kruisiging zelf niet door

middel van schildering maar enkel [als

verwijzingen ()] zoals zij iets van

sculpturen maken

(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ

ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ

ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ

(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx

cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw

raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x

nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve

pisanpounde ne sup3woretxagrave

Ze maken geen afbeeldingen van heiligen

in de kerken behalve van de kruisiging

maar noch maken ze deze (=kruisiging) op

de zuil maar ook daarvan proberen ze dat

die uitgehouwen is Een materieumlle

afbeelding maken ze niet

(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami

wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i

kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na

zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i

m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave

Diegenen die in de Godskerken

binnengaan kleven vast tegen de grond

en ze fluisteren terwijl ze naar de grond

kijken vervolgens kussen ze de grond

nadat ze een kruis op de grond hebben

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

35

ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ

ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ

θαηαιύνπζηλ

Wanneer zij godshuizen binnengaan en

aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht

fluisteren ze heimelijk daarop na een

kruis erover te hebben geslagen kussen ze

(de grond) en staan op en op die manier

beeumlindigen ze het gebed

(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ

Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ

ἁγίαλ Μαξίαλ

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

slechts de heilige Maria

(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ

βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort

εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο

ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο

ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε

ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ

θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ

νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ

βεβήισλ

Ieder die wil gaat binnen in hun

altaarruimte ook gedurende de liturgie

wat die ook is van geslacht leeftijd of

rang zodat zelfs vrouwen als ze dat

willen op de bisschopszetel plaatsnemen

Zozeer kunnen zij het onderscheid maken

tussen wat heilig en wat profaan is

gevormd en verbreken ze het gebed

(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego

Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x

B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave

De moeder van onze Heer Jezus Christus

noemen ze niet de Moeder Gods maar

heilige Maria

(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi

vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme

lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x

5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena

lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx

sdisup3x i ne wdesup3x

razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i

skrxnna9agrave

Ieder die wil gaat binnen in de heilige

altaarruimte tijdens de liturgie van wat

voor een natuur leeftijd of stand hij ook

maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze

wil op de troon van de bisschop gaat zitten

en ze kunnen geen onderscheid maken

tussen het heilige en het ongewijde

(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r

i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash

r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)

skwrnni[aa 4det(x)

Ze eten wat door wolven is gegrepen en

kadavers en wat door vogels is getroffen

en bloed en beren en otters en eekhoorns

en schildpadden() en de meest smerige

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

36

(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα

θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο

ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod

θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη

ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα

Ze eten wat gewurgd is en door wilde

dieren is verscheurd en kadavers en bloed

en beren en otters en jakhalzen en nog

meer afschuwelijke en onreine dingen dan

deze

(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο

ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ

ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο

πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο

θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο

θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη

ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ

γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ

ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη

De priesters en hogepriesters dragen

priestergewaden niet geweven uit wol

maar uit zijdedraad en in bonte kleuren

En ze dragen ringen en ze trekken

handschoenen aan hun handen en op hun

rechterhand is afgebeeld hand die uit een

wolk komt en op de linker staat het Lam

Gods afgebeeld

dingen hiervan

(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1

sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave

Ze doen elke week een wijding waarbij ze

zout in het water voegenhellip

(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i

arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)

laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash

issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i

rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi

bo rc pi[esup3se rka 4ko izx

Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi

napisanx 5s(tx)agrave

Hun priesters en bisschoppen kleden zich

in priestergewaden die niet uit wol maar

uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen

en aan hun handen dragen ze

handschoenen en op de rechterhand is een

hand als uit een wolk afgebeeld en op de

linker is het Lam Gods afgebeeld

(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni

maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago

nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino

pogrvenpoundeagrave

(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx

mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx

pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

37

(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ

βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ

ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ

ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ

ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ

βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο

βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ

ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ

Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ

θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη

Diezelfde priesters dopen enkel in het

water nadat ze zout hebben gestrooid in

de mond van die wordt gedoopt En ze

spuwen in de linkerhand en door met hun

rechter het speeksel uit te wrijven zalven

ze de dopeling en wanneer de gedoopten

een zekere leeftijd hebben bereikt en

misstappen hebben begaan zalven ze met

olie ter vergeving van de zonden en menen

zo tweemaal te dopen

(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο

ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ

ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη

ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ

De priesters zelf en sommige anderen

voeren dagelijks reinigingen en

besprenkelingen uit ter afwending van de

dingen die ze vrezen waarbij ze zich

bedienen van joodse gewoonten

(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο

πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο

Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο

ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ

In het heilige doopsel smeren ze de

nieuwverlichte niet in met olie maar ze

dopen enkel in water in een (enkele)

onderdompeling

Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen

vervallen smeren ze in met olie ter

vergeving van de zonden

(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx

laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx

d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e

(hellip)

Hun priesters doen hun reinigingen en

besprenkelingen elke dag werkend met

joodse gewoontes

(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne

znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx

weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx

palcemx lice znamena1sup3xagrave

Het kruis vormen ze niet gewoon maar

listig op een of andere manier met hun

duim en daarna bekruisen ze met de

vinger het gezicht

(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i

do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive

ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko

h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave

Vanaf woensdag van de eerste week van

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

38

Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen

zij zich en daarna maken ze met hun duim

een teken over hun gezicht

(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)

ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ

Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ

Vanaf woensdag van de eerste week en tot

aan Pasen zingen ze het Alleluja niet

(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ

πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο

αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο

ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ

ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ

νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ

ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο

ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο

ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ

ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ

De gewijde diakens en priesters en

bisschoppen verlaten hun vrouwen en in

alle streken (ressorterend) onder hen

verkondigen ze enerzijds dat hun priesters

hun eigen vrouwen moeten verlaten maar

anderzijds hebben zij deze leer van dezen

(bisschoppen enz Over wie gaat het nu

de dorpspriesters die niet luisteren of de

hogere clerus die zelf niet het voorbeeld

geeft) bijna niet aangenomen maar zij

nemen zelfs openlijk een tweede vrouw

de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het

Alleluja niet noch vereren ze de iconen

zeggende dat Christus nu in de woestijn is

(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny

ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i

prl1bi tworetx bessup3raha f196v i

posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)

Hun priesters nemen geen wettige

echtgenotes tot zich Maar ze leiden een

ontuchtig leven en plegen schaamteloos

overspel en terwijl ze een bijzit hebben

gaan zij voor in de liturgie

(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne

pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe

po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami

Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1

(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen

nl dat het niet past dat het goddelijke in

andere talen wordt vereerd enkel in deze

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

39

nadat de eerste gestorven is en sommigen

zelfs een derde en schaamteloos gaan zij

voor in de liturgie

(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ

ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ

ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ

ῥσκατζηί

Ze zeggen dan het goddelijke niet in

andere talen vereerd mag worden dan in

die drie talen Hebreeuws Grieks en

Latijn

[Hergenroumlther‟s comm 206-208]

(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο

ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ

νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο

ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο

ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο

ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο

αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα

πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ

θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη

Hun gestorven bisschoppen laten ze

gedurende acht hele dagen onbegraven en

de mensen van de streek die naar hen

toestromen eren hen met wat ze hebben en

dan pas begraven ze waarbij ze de armen

niet gekruist leggen zoals bij ons maar

uitgestrekt naar beneden langs de dijen

waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met

was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken

van het volk

drie talen de Hebreeuwse de Griekse en

de Latijnse13

(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)

mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni

nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx

blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x

`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne

kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz

bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i

`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave

sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave

Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8

dagen onbegraven en diegenen die komen

naar de streek van dezen eren hen met

wat ze hebben en dan pas begraven zij de

armen vormen zij niet kruisgewijs maar

uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen

sluiten ze met was Zo ook doen zij met de

mensen

(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx

lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e

pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde

skwrxnnyh(x)

Hun priesters celebreren driemaal en

viermaal in een enkele kerk en waar het

ook maar uitkomt terwijl ze geen

onderscheid maken tussen de heilige

zaken en de ongewijde

(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx

da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x

swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

40

(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟

ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ

ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ

βεβήισλ

Hun priesters celibreren drie tot vier keer

in de kerk of waar het toevallig uitkomt

zonder onderscheid te maken tussen het

heilige en het profane

(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα

δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη

ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ

ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ

Elk van hen die zijn dochter als bruid

geeft neemt van daar opnieuw de dochter

van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen

zoon of broer of een ander familielid

(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη

θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ

κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ

κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ

κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ

ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη

Als een uit de monniken bisschop wordt

wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten

maar zelfs de monniken krijgen vlees als

een kleine zwakte aan een van hen eens

voorvalt Maar in het algemeen gebruiken

allen ook zij die gezond zijn vlees en

inogo sxrodnikaagrave

Elk van hen die zijn dochter ten bruid

geeft neemt vervolgens van daar opnieuw

de schoonmoeders dochter voor zijn eigen

zoon of zuster(s zoon) of ander familielid

(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px

bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om

powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e

nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)

razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve

wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt

Als iemand van de monniken bisschop

wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd

vlees te eten en hun monniken echter als

het ooit gebeurt aan een van hen ziek te

worden hebben ze deel aan (het) vlees

Maar in het algemeen eten ze ook

wanneer ze alle samen gezond zijn

varkensvet

(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash

`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i

blivnpoundi 5zyci ne rawno l25

possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x

ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash

ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive

qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m

hosup3npound postisup3xagrave

Tijdens de heilige en grote

veertigdagenvasten wordt er niet in

gelijke mate in de andere landen en

naburige volken Het ene (land) immers in

getal negen weken sommigen immers

acht anderen echter meer anderen

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

41

varkensvet

(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο

ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο

λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο

ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ

πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ

Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun

landen en de naburige volken niet in

gelijke mate Polen immers negen weken

van de overigen sommigen acht anderen

meer anderen minder de Italianen slechts

zes (weken)

(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ

ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ

ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ

πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ

ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε

ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ

ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ

θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα

ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ

ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ

ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ

αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο

ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο

ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ

θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ

minder en zelfs geen zes weken en ieder

vast eenvoudigweg naar eigen wens

(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo

bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i

po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx

s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x

5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx

nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx

allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde

sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde

groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)

pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx

gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na

mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash

h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)

Het kruis van Christus dat ze op andere

dagen van het jaar immers in de kerk

hebben bekijken en eren en aanbidden ze

In de heilige veertigdagenvasten echter

bekijken ze het niet noch vereren ze het

maar ze verbergen het op een zekere

donkere plaats samen met het Alleluja Op

Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit

het verborgene alsof het uit het graf is

opgestaan en ze tonen het aan de mensen

en plotseling zingen allen met luide stem

ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals

wij ldquoChristus is verrezenrdquo

(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)

ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

42

Het kruis van de Heer dat ze op alle

andere dagen in de kerk hebben vereren

ze ook en kijken ernaar en ze kussen het

in aanbidding In de heilige

veertigdagenvasten echter aanbidden ze

het niet noch kijken ze ernaar maar ze

verbergen het nadat ze het op een geheime

plaats hebben ingewikkeld en met dat ook

het halleluja Op Grote Zaterdag

onthullen ze het echter vanuit het

allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit

het graf is opgestaan en tonen ze het aan

het volk en dadelijk wordt het Allelujua

door allen met luid geschreeuw gezongen

uitgeroepen en gedurende vele uren

roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag

het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo

(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ

θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ

ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε

παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ

αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ

ἀιιήινηο

Terwijl de priesters celebreren ook als

dat toevallig tijdens het uitspreken van het

heilige Evangelie of van de heilige

Mysterieeumln is zitten de meesten van de

aanwezige leken zoals het hun goeddunkt

schaamteloos neer en praten met elkaar

besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx

wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx

wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha

besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko

swe]ennika sup3x]eslawpoundemx

drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo

H(ri)s(tos)aagrave

Wanneer hun priesters celebreren zitten

zij eenvoudigweg schaamteloos te

keuvelen niet alleen dat maar ook in de

exclamatie van het evangelie en gewoon

ook in de dienst van hun priesters praten

ze en zitten ze neer terwijl ze er zich

duidelijk niet om bekommeren zich in te

houden voor de ijdelheid van de priester

en ze nemen Christus zelf niet ter harte

Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i

swe]Ucirceniimi17aacute

lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw

sessup3raacute

Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda

lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i

pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i

simx sice pri`e]asup3iseaacute

Eve s(we)]eniimx mo]emx

s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1

po`xs(tx)

Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne

klanOgrave4sup3iseaacute

Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash

sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x

lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx

slaw B(og) (tx)c d(ou)homx

s(we)sup3ymxaacute aminxagrave

Dat de priesters samen met de mensen

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

43

Cf Duos fraters duabus sororibus

carnaliter copulari permittunt

hun baard scheren

Dat twee broers huwenbetrekkingen

hebben met twee zussen

Dat elk van de celebranten tijdens de

heilige communie de communie gebruikt

en de anderen kust waardoor hij meent op

die manier te communie te gaan

Dat de priesters de relikwieeumln van de

heiligen niet de nodige eer bewijzen

Dat de eerbiedwaardige iconen niet

vereerd worden

Dat ze in de heilige communie met

toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer

Jezus Christus in glorie van God de vader

met de heilige geest amen

(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i

prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se

4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx

msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se

powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne

re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i

4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave

Wanneer ze de deelname aan de heilige

communie en het ongedesemd brood18

volbrengen doen ze dat niet zoals wij

maar ze kussen elkaar in plaats van de

communie en ze verzetten zich tegen het

gebod van Christus want Christus zei

immers niet kus elkaar maar neem en

eet dit is mijn lichaam

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne

sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx

`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om

krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave

Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

44

(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο

ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ

ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη

βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ

ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο

Ze voltrekken de uitdeling van de

communie niet zoals jullie maar zoals ze

zeggen de celebrerende priester kuacutest

alleen diegene die te communie wil gaan

en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)

in plaats van de communie

(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ

ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ

πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ

ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ

γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο

ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο

πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ

ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe

ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ

Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟

νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ

ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ

Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ

ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ

δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη

θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο

ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο

θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ

ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε

wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3

bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s

laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute

sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x

na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo

rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave

Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e

gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda

d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)

basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x

`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave

Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne

ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise

s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci

cr(x)k(x)wiagrave

De wijdingen van hen die ze doen doen ze

niet op de heilige feestdagen maar

viermaal in het jaar volgens het verloop

van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden

Want het jaar wordt in vier opgesplitst

dat wil zeggen lente zomer herfst en

winter De eerste maanden houden ze

immers de overgang van de

(zonne)wendingen in het oog dat wil

zeggen maart juni september en

december en dan zal het begin van deze

tijd zijn Op woensdag dus wijden de

priesters en diakons Op zaterdag echter

verkondigen de bisschoppen de fabel dat

op die twee dagen de komst van de heilige

geest gebeurde de driemaal vervloekten

Ze weten immers niet wat ze doen de

gewetenslozen De passie van de ijdelheid

heeft hen in zijn macht en laat niet af hen

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

45

καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ

ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ

ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ

παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο

ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο

ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο

πνηνῦζη

De bisschoppen voltrekken de wijdingen

van de geestelijken en bisschoppen niet op

elk moment maar viermaal op het jaar op

vastgestelde dagen Want omdat het jaar

in vier is gedeeld in lente zomer herfst en

winter houden ze nauwlettend de eerste

maanden van de zonnewendingen in de

gaten nl maart juni september en

december waarin de overgang van de

jaargetijden intreedt en in de eerste week

van de maand maart of van juni of van de

andere op de eerste woensdag wijden zij

priesters en diakenen en de rest van de

clerus op zaterdag echter enkel

bisschoppen en kardinalen vanuit hun

slechte en onjuiste opvattingen Aangezien

ze van mening lijken te zijn dat de

verlichting en de genade van de Hl Geest

enkel op die dagen neerdaalt en ze niet

volgens het orthodox geloof aannemen dat

de deugd van de ordinandus en van de

ordinans (van degene die gewijd wordt en

van degene die de wijding doet) de

oorzaak is van de komst van de

Allerheiligste geest en [daarom] voeren

zij zoals gezegd enkel op die dagen

wijdingen uit

te belagen en zich te mengen in de heilige

kerk en apostolische kerk

Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo

sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave

Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx

postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute

re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko

wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx

simna wlxhwa i sego rad(i)

possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx

prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute

Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda

dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i

Šllraagrave

Voor het vasten van zaterdag immers

hebben ze de naam aangenomen van ene

Savati Toen deze immers zou ontslapen

beval hij aan hen te vasten op de

zaterdagen ldquoWant ik heet naar

Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter

dat op die dag de heilige Petrus Simon de

Magieumlr omverwierp (weerlegde) en

omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen

Zij werden misleid door de ketterij van de

aanstichters Eutyches Dioskoros Mani

Macedonios (en) de pneumatomachen

Sabellios en Timotheus-Ellur

Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

46

(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ

ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ

ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ

πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ

θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο

ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙

ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙

νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ

δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε

ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ

θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ

θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ

ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο

ἐλόεζαλ

sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx

bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo

agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go

G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca

ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve

gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na

ishode]agoagraverdquo Ne bo inako

razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute

nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute

sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo

d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca

ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx

laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute

wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde

s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om

neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3

bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx

razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i

krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave

A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda

mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda

pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako

pri5sup3 bytiagrave

Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording

van het heilige Symbolon Wij immers

zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk

ldquo en in de heilige geest van de Heer die

levend gemaakt is en uit de vader

uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij

echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon

uitgaandrdquo De drie hypostasen en de

eigenschappen van de personen worden

immers op geen enkele andere manier

onderscheiden Maar er is meer

verwarring dan het Sabellianisme

omwille van de verwarring is het manifest

De heilige geest gaat immers niet uit de

zoon uit maar uit de vader Want de

oorzaak is immers de vader van beiden in

het ene geval van de geboorte in het

andere geval van de processie maar het

zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de

77

Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

47

1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)

weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο

ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in

plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In

de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur

aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme

vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het

segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het

geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee

woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene

zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de

plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze

problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ

ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het

lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash

ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar

Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam

staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn

meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο

ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief

ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het

fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de

uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

48

fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo

lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen

waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder

uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven

Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe

ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy

rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde

Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave

4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en

Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de

Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van

Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig

was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad

Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de

Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in

de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van

Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa

cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch

verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een

genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief

enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er

misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is

immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er

skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10

poravnna in N lezen we poravennaa 11

7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12

Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende

woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor

schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

49

13

De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟

kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie

het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14

kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15

Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het

einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟

exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and

word endingsrdquo 16

pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17

swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een

gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de

Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief

bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar

instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid

willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout

erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde

afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang

van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit

onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of

onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18

De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van

Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in

de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19

Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van

het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum

ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20

dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier

tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ

IV CONCLUSIE

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

50

Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te

volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat

het met zich meenam is het tijd voor een besluit

Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen

geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het

heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟

gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden

Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische

grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het

belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in

een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de

Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was

mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna

nog volgden

Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen

Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot

belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje

te hebben bijgedragen

V BIBLIOGRAFIE

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

51

hulpmiddelen

-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999

-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en

Dr L Sels

-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J

Vereecken en Dr L Sels

bronnen

-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983

-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959

-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964

-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991

-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian

Church London 1974 [1957]

-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche

Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190

-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987

-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970

-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic

Manuscripts Columbus Ohio 1975

-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927

-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften

und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt

1966 [1869]

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

52

-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia

quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869

-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941

-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost

Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th

ndash Early 12th

Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1

(2003) pp 99-119

-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit

of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974

-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-

1237) Muumlnchen 1982

-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-

1459 Muumlnchen 2000

-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv

Latinjan (XI-XV V) 1875

-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-

Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In

druk

-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911

-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15

Lektionen Muumlnchen 2007

-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984

-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967

VI BIJLAGE

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

53

Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus

Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus

54

54