een levengevende rivier
Post on 10-Jul-2015
229 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Welkom bij deze Pinksterdienst.
Voorganger drs mevr Kramer Urk
Organist Johannes de Vries
Thema: “Een levengevende rivier”
VDD G 237
Kom Schepper, Geest,
daal tot ons neer,
1
Kom Schepper, Geest, daal tot ons
neer,
houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
vervul het hart dat U verbeidt,
met hemelse barmhartigheid.
2
Gij zijt de gave Gods, Gij zijt
de grote Trooster in de tijd,
de bron waaruit het leven springt,
het liefdevuur dat ons doordringt.
3
Gij schenkt uw gaven zevenvoud,
o hand die God ten zegen houdt,
o taal waarin wij God verstaan,
wij heffen onze lofzang aan.
4
Verlicht ons duistere verstand,
geef dat ons hart van liefde brandt,
en dat ons zwakke lichaam leeft
vanuit de kracht die Gij het geeft.
5
Verlos ons als de vijand woedt,
geef, Heer, de vrede ons voorgoed.
Leid Gij ons voort, opdat geen
kwaad,
geen ongeval ons leven schaadt.
6
Doe ons de Vader en de Zoon
aanschouwen in de hoge troon,
o Geest, van beiden uitgegaan,
wij bidden U gelovig aan.
Welkom bij deze Pinksterdienst.
Voorganger drs mevr Kramer Urk
Organist Johannes de Vries
Thema: “Een levengevende rivier ”
G 242 – 1, 2
Komt laat ons deze dag
met heilig vuur bezingen
1
Komt laat ons deze dag
met heilig vuur bezingen
en met vernieuwde vreugd,
want God deed grote dingen.
Eens gaf de Heilge Geest
aan velen heldenmoed.
Bidt dat Hij ons vandaag
verlicht met Pinkstergloed.
2
O Geest der eeuwigheid,
gij Trooster aller tijden,
deel thans uw zegen uit
aan wie uw komst verbeiden.
O heldere fontein,
die uit Gods tempel welt,
gij wordt een brede stroom
die met de eeuwen zwelt.
Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
ELB 218
Samen in de naam van Jezus
heffen wij een loflied aan
1
Samen in de naam van Jezus
heffen wij een loflied aan,
want de Geest spreekt alle talen
en doet ons elkaar verstaan.
Samen bidden, samen zoeken,
naar het plan van onze Heer.
Samen zingen en getuigen,
samen leven tot zijn eer.
2
Heel de wereld moet het weten
dat God niet veranderd is
en zijn liefde als een lichtstraal
doordringt in de duisternis.
't Werk van God is niet te keren
omdat Hij er over waakt
en de Geest doorbreekt de grenzen
die door mensen zijn gemaakt.
3
Prijst de Heer, de weg is open
naar de Vader, naar elkaar.
Jezus Christus, Triomfator,
mijn Verlosser, Middelaar.
Vader, met geheven handen
breng ik U mijn dank en eer.
't Is uw Geest die mij doet zeggen:
Jezus Christus is de Heer!
Gebed om verootmoediging
Leefregel
ELB 147 – 3, 5
Heil'ge Geest, wil niet voorbij gaan.
Gij geeft blinden d'ogen weer!
3
Heil'ge Geest, wil niet voorbij gaan.
Gij geeft blinden d'ogen weer!
Wil, o wil nu bij mij stilstaan.
Werk in mij met kracht, o Heer!
Ook in mij, ook in mij,
werk ook door uw kracht in mij!
5
Liefde Gods, zo rein, zo krachtig,
bloed van Jezus, rijk en vrij,
Gods genade, sterk en machtig,
o, verheerlijk U in mij.
Ook in mij, ook in mij,
o, verheerlijk U in mij.
Gebed om de Heilige Geest
Als je bidt zal Hij je geven.
Als je klopt aan de deur
zal Hij open doen.
Refrein:
Als je bidt zal Hij je geven.
Als je klopt aan de deur
zal Hij open doen.
Als je zoekt dan zul je 't vinden,
halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
1
Als je de Vader vraagt om 'n brood
geeft Hij je zeker nooit een steen.
Al je gebeden klein of groot,
heus Hij vergeet er niet een.
Refrein:
Als je bidt zal Hij je geven.
Als je klopt aan de deur
zal Hij open doen.
Als je zoekt dan zul je 't vinden,
halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
2
Als je mijn Vader iets wil vragen,
vraag in mijn Naam,
Ik zal het doen.
Ik ben met je alle dagen.
Ik ben dezelfde als toen.
Refrein:
Als je bidt zal Hij je geven.
Als je klopt aan de deur
zal Hij open doen.
Als je zoekt dan zul je 't vinden,
halleluja.
Halleluja, halleluja, halleluja.
Wij gaan, tot straks!!
Lezen
Ezechiël 47 – 1 t/m 12
De tempelbeek
1 Toen bracht hij mij terug naar de ingang van het huis; zie, er stroomde water onder de drempel van het huis uit, oostwaarts, want de voorzijde van het huis was op het oosten; het water vloeide onder de rechter zijkant van het huis vandaan, ten zuiden van het altaar. 2 En hij leidde mij door de Noordpoort en hij voerde mij toen buitenom naar de buitenste poort, naar (de poort) die op het oosten uitzag;
en zie, daar borrelde water op uit de rechter zijkant. 3 Nadat de man uitgegaan was naar het oosten met een meetsnoer in zijn hand, mat hij duizend el en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan de enkels. 4 Hij mat weer duizend (el) en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan de knieën. Hij mat weer duizend (el) en deed mij erdoor gaan;
het water reikte tot aan de heupen. 5 Hij mat nog eens duizend (el); nu was het een beek geworden, die ik niet doorwaden kon, want het water was zo hoog, dat men erin zwemmen kon, een beek die men niet kon doorwaden. 6 Toen zeide hij tot mij: Hebt gij het gezien, mensenkind? Daarop deed hij mij teruggaan langs de oever van de beek.
7 Toen ik terugkeerde, zie, langs de oever van de beek stonden aan weerszijden zeer veel bomen. 8 Hij zeide tot mij: Dit water stroomt naar de oostelijke landstreek, vloeit af naar de Vlakte en komt in de zee; in de zee wordt het uitgestort, zodat haar water gezond wordt. 9 En alle levende wezens die er wemelen, zullen leven, overal waar de beek komt, en er zal zeer veel vis zijn, want als dit water daarheen komt,
dan wordt (het water van de zee) gezond. Overal waar de beek komt, zal alles leven. 10 Vissers zullen erlangs staan van Engeditot En-Eglaïm; het zal een plaats zijn om de netten uit te spreiden, en de vissen erin zullen van allerlei soort zijn, zoals de vissen van de grote zee, zeer talrijk. 11 Maar de moerassen en poelen ervan zullen niet gezond worden; zij zijn aan het zout prijsgegeven.
12 Langs de beek zullen op haar oevers aan weerszijden allerlei vruchtbomen opschieten, waarvan het loof niet verwelkt en de vrucht niet opraakt; elke maand zullen zij vrucht dragen, omdat hun water uit het heiligdom komt; hun vruchten zullen tot spijze zijn en hun loof tot geneesmiddel.
JdH 661 – 1, 3
De dorre vlakte der woestijnen
zal zich verblijden eindeloos;
De dorre vlakte der woestijnen
zal zich verblijden eindeloos;
de zandzee zal herschapen schijnen,
want bloeien zal zij als een roos.
Van heil'ge vreugde zal zij beven,
doortinteld van een heerlijk leven,
dat nimmermeer verwelken zal.
Zij zal de wonderen des Heren
aanschouwen en zijn grootheid eren
met jubelend triomfgeschal.
Dan ziet het oog des blindgeboren'
uw schepping in haar zomergloor;
dan dringen tot des doven oren
uw goddelijke woorden door.
De kreup'le zal van vreugde springen,
de sprakeloze tong zal zingen,
hosanna's meng'lend tot Uw lof;
en stromend levend water spreiden
hun zilv'ren beekjes door de heide,
zo fris als eens in Edens' hof!
Lezen Handelingen 1 : 12 – 14,
2 : 1 t/m 4 en 37 t/m 42
12 Toen keerden zij terug naar Jeruzalem van de berg, genaamd de Olijfberg, die dicht bij Jeruzalem is, een sabbatsreis daarvandaan. 13 En toen zij in de stad gekomen waren, gingen zij naar de bovenzaal, waar zij verblijf hielden: Petrus en Johannes en Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs,
en Simon de Zeloot en Judas, de zoon van Jakobus. 14 Deze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed, met enige vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders.
1 En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. 2 En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; 3 en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen;
4 en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.
37 Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getroffen, en zij zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannen broeders? 38 En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des heiligen Geestes ontvangen.
39 Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal. 40 En met nog meer andere woorden getuigde hij, en hij vermaande hen, zeggende: Laat u behouden uit dit verkeerde geslacht.
41 Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. 42 En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden.
G 249 – 1, 3
Wij leven van de wind
die aanrukt uit den hoge
1
Wij leven van de wind
die aanrukt uit den hoge
en heel het huis vervult
waar knieën zijn gebogen,
die doordringt in het hart,
in de verborgen hof,
en uitbreekt in een lied
en opstijgt God ten lof.
3
Wij teren op het woord,
het brood van God gegeven,
dat mededeelzaam is
en kracht geeft en nieuw leven.
Dus zegt en zingt het voort,
geeft uit met gulle hand
dit manna voor elk hart,
dit voedsel voor elk land.
Een levengevende rivier
ELB 150
Ruis, o Godsstroom der genade
1
Ruis, o Godsstroom der genade
in gemeent' en huis en hart!
Laat in U gezond zich baden,
wat gebogen gaat door smart!
Stroom, o heil'ge Geest, terneder
op het uitgedroogde land;
en de bloemen bloeien weder,
haast verwelkt door zonnebrand.
2
Laat het uit Gods hemel stromen
in de kerken overal!
Van uw nederdaling dromen
moede harten zonder tal.
Nieuwe liefde, nieuwe zangen,
kracht, die zielen opwaarts tilt,
brengt uw ruisen, die 't verlangen
als een heilig lied doortrilt.
3
Komt, gij dorstigen, hier drinken
uit die milde heilfontein!
Laat uw ziel in 't stof niet zinken,
maar in haar gereinigd zijn.
Laat U door haar golven dragen
tot waar liefde nooit verkoelt,
waar de kust der aardse dagen
door Gods vreugde wordt omspoeld.
Dank- en voorbeden
Collecte
1ste 3 x M
2de eigen gemeente
Slotlied ELB 186
Wees mijn leidsman, trouwe Here,
voer mij, pelgrim, door de nacht.
1
Wees mijn leidsman, trouwe Here,
voer mij, pelgrim, door de nacht.
Ik ben zwak, maar Gij zijt machtig,
van wie 'k al mijn steun verwacht.
Brood des hemels, brood des
hemels,
voed mij door uw heil'ge kracht,
voed mij door uw heil'ge kracht!
2
Open uw kristalfonteinen,
waar de heilstroom uit ontspringt.
Laat uw wolkkolom verschijnen
als mij moed en kracht ontzinkt.
Doe mij reizen, doe mij reizen
door uw trouwe zorg omringd,
door uw trouwe zorg omringd.
3
Komt het uur, dat ik moet sterven,
red mij dan uit angst en nood.
Doe mij Kanaän beërven;
vrij van satan, hel en dood.
Eeuwig durend, eeuwig durend
maak ik dan uw liefde groot,
maak ik dan uw liefde groot.
Zegen
3 x amen
Vanavond om 19.00 uur
Mevr ds Sijtsma – van Oeveren
Thema: “De Heilige Geest”
top related