visie op sectoren 2013 bouw en vastgoed
Post on 21-Dec-2014
381 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
sectorupdate 2013 ▶ Interviews ▶ Trends & ontwikkelingen ▶ Sectorvisie
visie opbouw en vastgoed
Geachte relatie,
Voor u ligt Visie op Sectoren (VOS), de jaarlijkse dwarsdoorsnede van het
Nederlandse bedrijfsleven. Om uw bedrijf en business model echt te kunnen
begrijpen, verdiept ABN AMRO zich in uw sector. Het rapport geeft een schets
van de stand van zaken en de vooruitzichten van een groot aantal branches.
Zo kunt u een kijkje nemen achter de veelomvattende en daardoor soms
verhullende macro-economische cijfers. Bovendien biedt het de mogelijkheid
om na te gaan hoe uw onderneming het doet in vergelijking met
branchegenoten.
Die macro-economische cijfers laten zien dat Nederland te maken heeft met een periode van
conjuncturele zwakte. De eurozone heeft de afgelopen jaren onder vuur gelegen. En de Nederlandse
economie is in 2012 gekrompen. Het lijkt er niet op dat die krimp dit jaar zal plaatsmaken voor groei.
De sombere consument houdt zijn hand op de knip. Daarmee doet de Nederlandse economie het
slechter dan die van de ons omringende landen.
Gelukkig is dit niet het hele verhaal over de conjunctuur. De mondiale economische vooruitzichten
zijn beter dan een jaar geleden. Binnen de eurozone tekent zich een keer ten goede af. Dat is vooral
te danken aan ingrepen van de Europese Centrale Bank. De periode van hoge nood lijkt voorbij, al
blijft er reden voor bezorgdheid. Deze verbetering is goed nieuws, want vrijwel geen land is zo sterk
op het buitenland gericht als Nederland.
Bovendien zijn er meer lichtpunten in de Nederlandse economie. Onze economie wordt gevormd
door een bonte verzameling van marktpartijen: bedrijven, consumenten, overheden, et cetera. In veel
branches binnen de bedrijvensector zal de stemming onder ondernemers volgens dit rapport
verbeteren. Exporterende ondernemingen profiteren van de aantrekkende wereldhandel. In het
kielzog daarvan zullen bedrijfstakken als de transportsector en de groothandel herstel laten zien.
Andere sectoren, vooral de bouwsector, hebben in 2013 echter te maken met tegenwind.
In de bouw merkt de hele keten, van ontwikkelaar tot renovatiespecialist, dat klanten beperkt budget
hebben. Om die tegenwind het hoofd te bieden, is flexibiliteit in dit rapport de rode draad die ook
door uw ‘sectorgenoten’ wordt aangehaald. Niet alleen de reeds aangepakte flexibiliteit in de
kostenbasis, maar ook die in het bouwaanbod, zoals meer focus op renovatie en op het meenemen
van gebruikerswensen in bouwprojecten.In deze Visie op Sectoren vier korte interviews hierover met
Annemijn Fokkelman, Sector Banker Bouw ABN AMRO, en de bedrijven De Meeuw flexibele
bouwsystemen, installateur Unica, en architectenbranchevereniging BNA.
Deze publicatie is geschreven voor u, ondernemers. Hoe Nederland presteert, hangt nauw samen
met hoe u presteert. Ondernemers staan vaak wat optimistischer in het leven dan de gemiddelde
Nederlander. Dat optimisme heeft Nederland nodig om op een bestendiger groeipad te komen. Met
kennis van uw sector helpen wij u graag uw plannen te realiseren.
Goede zaken gewenst!
Joop Wijn Lid Raad van Bestuur ABN AMRO
1visie op bouw en vastgoed
visie op bouw en vastgoedsectorupdate 2013
2
4 6
10 12 14 16 18 20 22 24
26 28 30
Nederlandse economie
interviews
architecten- en ingenieursbureaus
beleggers in onroerend goed
grond-, water- en wegenbouw
hout- en bouwmaterialen- industrie
installatiebedrijven
makelaars onroerend goed
projectontwikkeling
utiliteitsbouw
woningbouw
leeswijzer
colofon
3visie op bouw en vastgoed
Nederlandse economie: licht herstel in loop van 2013
De Nederlandse economie is vorig jaar 1% procent gekrompen. Dat kan geheel worden toegeschreven aan lagere binnenlandse bestedingen. De uitvoer is verder toegenomen en heeft een sterkere terugval van de economie voorkomen. Ook voor 2013 wordt een krimp van de economie voorzien – met 0,5 tot 1%. En naar verwachting zijn wéér de binnenlandse bestedingen daar debet aan, terwijl de uitvoer verder groeit. We denken dat de economie in de loop van dit jaar weer voorzichtig wat groei zal laten zien. Dat herstel zet vermoedelijk door in 2014, waardoor de economische groei richting 1% kan gaan.
De economie is afgelopen jaar gekrompen. Het bruto binnenlands
product (bbp) nam af met gemiddeld 1,0%. In de eerste twee
kwartalen van het jaar liet de economie een heel lichte groei zien
ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Daarmee leek een eind
gekomen aan de recessie die was begonnen in het voorjaar van
2011. Maar in het tweede halfjaar kromp de economie opnieuw - en
sterk.
Economie in tweede helft 2012 weer gekrompen
-6
-3
0
3
6
1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 201160
75
90
105
120
bbp (% j-o-j; l.as)Economisch-sentimentindicator (r.as)
%
Bron: Thomson Reuters Datastream
Binnenlandse bestedingen nog onder drukDe binnenlandse bestedingen hebben de bbp-groei in de rode cij-
fers geduwd. De investeringen zijn (eind 2012) al zeven kwartalen
op rij gedaald en de particuliere consumptie zelfs al acht kwartalen.
Nadat de particuliere consumptieve bestedingen 1% waren ge-
daald in 2011, namen ze vorig jaar nog eens 1,4% af. De ‘hoofd-
schuldige’ aan deze daling is het reëel beschikbaar gezinsinkomen,
dat vorig jaar fors afnam - nog aanzienlijk méér dan de consumptie-
ve bestedingen. Deze stevige daling werd veroorzaakt door diverse
factoren. Zo stegen de lonen vorig jaar fors minder dan de prijzen:
reëel gingen de lonen omlaag. Verder drukten de bezuinigingen van
de overheid en hogere pensioenpremies de koopkracht. En ten
slotte daalde de werkgelegenheid. De consumptie werd bovendien
ontmoedigd door het lage consumentenvertrouwen en de zwakke
huizenmarkt.
Voor 2013 is het beeld nog niet veel beter. Het reëel beschikbaar
inkomen daalt opnieuw, door dezelfde factoren als in 2012. Wel lijkt
de daling van het reële loon wat lager uit te vallen. We verwachten
dat in de nog af te sluiten cao’s zal worden geprobeerd de btw-
verhoging deels te compenseren. Als gevolg van de (verdere)
inkomensdaling zal de consument opnieuw minder uitgeven. Maar
als het vertrouwen van de consument later in het jaar wat zou
herstellen, dankzij de voorzichtige verbetering van het internationale
economisch klimaat, kan de daling van de consumptie iets lager
uitvallen dan vorig jaar.
Ook de investeringen daalden vorig jaar. Dat is niet verrassend als
de productie van het bedrijfsleven krimpt. Die krimp zien we terug
in de mate waarin het machinepark in de industrie wordt benut: de
bezettingsgraad lag in het tweede halfjaar zo’n 2% lager dan in de
tweede helft van 2011. Dat is geen impuls om te investeren, zeker
niet bij de nog altijd onzekere vooruitzichten. Met het voorzichtige
herstel dat wij voorzien, zijn er aanvankelijk nog weinig prikkels om
te gaan investeren, al worden de perspectieven voor de export-
sector wel beter. Bovendien kan de verbetering van het internatio-
nale economisch beeld ook het vertrouwen van ‘binnenlandse’
ondernemers schragen. Aan de krimp van de bedrijfsinvesteringen
kan dan ook dit jaar een einde komen.
Uitvoer is en blijft groeimotor voor de economieDe uitvoer van goederen en diensten is vorig jaar gestegen met
3,3%. Na twee sterke kwartalen kwam de uitvoer in de zomer
weliswaar in een dip, maar daarna tekende zich weer herstel af. Dat
er een terugval optrad mag geen verrassing heten, wanneer wordt
bedacht dat maar liefst driekwart van de goederenuitvoer binnen de
4
EU blijft - een regio die vorig jaar een economische krimp kende van
0,3%. Tegen die achtergrond valt de Nederlandse exportprestatie
mee.
Wel merken we op dat de stijging van de uitvoer wordt geflatteerd
door de wederuitvoer (producten die worden ingevoerd door een
Nederlandse partij en weer worden uitgevoerd zonder dat ze een
noemenswaardige bewerking hebben ondergaan). De uitvoer van
binnenslands gefabriceerde goederen deed het vorig jaar minder
goed. Deze nam toe met een schamele 0,5%, terwijl de weder-
uitvoer met 7% steeg.
Dit jaar kan dat beeld dankzij de aantrekkende wereldhandel ver-
beteren: de binnenslands geproduceerde uitvoer kan weer wat
meer toenemen. Enkele indicatoren wezen in de eerste maanden
van 2013 op een aanhoudende groei van de uitvoer. Bovendien blijkt
uit diverse internationale ranglijsten dat de Nederlandse concurren-
tiepositie goed is. Dat betekent dat ons land goed in staat zou
moeten zijn om te profiteren van de aantrekkende wereldhandel.
We voorzien daarom een oplopende exportgroei.
Huizenmarkt beweegt nog nietDe woningmarkt heeft opnieuw een mager jaar achter de rug. Het
aantal transacties daalde in 2012 voor het zesde jaar op rij. Aanvan-
kelijk zal het transactievolume nog verder afnemen, onder invloed
van de minder gunstige fiscale behandeling van de eigen woning.
Ook de krappere hypotheeknormen van het Nibud spelen een rol.
Bovendien zijn de banken terughoudend bij de kredietverlening.
Een belangrijke factor voor een herstel van de woningmarkt vormt
de betaalbaarheid. Die verbetert door de lage rente en vooral door
de daling van de huizenprijzen. De betaalbaarheid beweegt door de
gedaalde prijzen geleidelijk weer richting het historisch gemiddelde.
De voorzichtige kredietverlening, de nog fragiele economie en de
minder gunstige fiscale voorwaarden voor eigen woningbezit
houden voorlopig een rem op de markt voor koopwoningen. Maar
de bodem komt in zicht door de verbeterde betaalbaarheid. Een
andere reden dat de markt kan stabiliseren, is de ontwikkeling van
de woningvoorraad. Die wordt door de achterblijvende woningbouw
steeds krapper. In 2014 verwachten wij daarom een lichte stijging
van het aantal transacties.
Gemiddelde groei in 2013 nog negatief - volgend jaar weer positiefAl met al krimpt de economie dit jaar gemiddeld opnieuw - met
naar schatting 0,5 tot 1%. Dit negatieve cijfer is overigens groten-
deels toe te schrijven aan de negatieve doorwerking van de forse
krimp in de tweede helft van 2012. In de loop van 2013 kan dankzij
de uitvoer herstel optreden. Dat wordt echter afgeremd door de
omvangrijke ombuigingen van de overheid. De economie heeft dus
twee gezichten: de binnenlandse bestedingen krimpen, de uitvoer
groeit. Sectoren die meer op het buitenland georiënteerd zijn,
zullen beter presteren dan sectoren die (vooral) op de binnenlandse
markt actief zijn.
Dankzij de voorzichtige conjuncturele opleving kan de economie
met wat meer vaart 2014 binnengaan. In dat jaar kan de groei rich-
ting 1% gaan. De werkloosheid, die doorgaans naijlt bij de ontwik-
keling van de productie, zal echter nog enige tijd blijven oplopen.
Uitvoer groeit verder
-20
-10
0
10
20
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 201230
40
50
60
70
Uitvoer goederen (% j-o-j; l.as)PMI exportorders (index; r.as)
%
Bron: CBS, Markit NEVI
Inflatie kan licht dalenDe inflatie liep eind 2012 snel op richting 3%, door de verhoging
van de btw in oktober. Begin 2013 liep de inflatie nog iets verder
op, door onder meer de verhoging van enkele andere belasting-
tarieven. Zonder het effect van die belastingverhogingen was het
inflatiecijfer in de eerste maanden slechts 1,6%. In de loop van
het jaar kan de inflatie wat afnemen, doordat het opwaartse effect
van de eerdere energieprijsstijgingen afneemt en door de zwakke
conjunctuur. Bovendien valt in het najaar het effect van de
btw-stijging weg uit het inflatiecijfer.
Risico’sWat zijn nu de risico’s bij ons scenario? De kans op tegenvallers lijkt
wat groter dan die op meevallers. Wij gaan ervan uit dat de
(systeem-)risico’s rond de staatsschuldencrisis, dankzij diverse
maatregelen, zoveel zijn verminderd dat nieuwe, serieuze onrust op
de financiële markten kan uitblijven en het vertrouwen in de
economie geleidelijk kan verbeteren. Maar echt beteugeld is de
crisis niet. Dat bleek in maart met Cyprus. De gevolgen van het
‘geval Cyprus’ lijken mee te vallen. Maar dat betrof slechts een klein
land. Verder moet het economisch herstel in de eurozone, dat wij in
de loop van dit jaar voorzien, op gang komen door de aantrekkende
wereldeconomie. Als die opleving echter stagneert, blijft ook het
herstel hier dit jaar uit. Ook is denkbaar dat het drukkend effect dat
de ombuigingen van de overheid hebben op de groei, forser uitvalt.
Aan de andere kant moet ook worden gezegd dat als het mondiale
herstel daad-werkelijk doorzet, dit (tijdelijk) wat sneller kan gaan dan
verwacht. Op- en neergaande bewegingen na omslagen van de
conjunctuur worden nogal eens onderschat.
5Nederlandse economie
Willem Hein Schenk,voorzitter van Bond van Nederlandse Architecten:
‘Architecten leveren belangrijke economische bijdrage’
Willem Hein Schenk: ‘Flexibiliteit is het zusje van creativiteit.
Architecten moeten, juist in deze tijd, anticiperen op de verande-
rende vraag, vooral ook bij de opdrachtgevers: een veelbelovende
ontwikkeling.
Zoals het ook mooi is om bureaus te zien waar jonge architecten heel
snel slimme public-private samenwerkingsverbanden kunnen
smeden. Oudere en jongere architecten zoeken samen manieren om
de vragen van deze tijd tegemoet te treden; met toegevoegde
waarde voor opdrachtgever en samenleving. Daarbij hoort de ontwik-
keling van nieuwe combinaties of producten. Het vak hybridiseert
misschien, maar biedt oplossingen voor de vragen van deze tijd.
De omzet van onze hele sector is in de periode 2008 tot 2012 vol-
gens officiële cijfers met 40% gekrompen, de werkgelegenheid
ook. En ik denk dat in 2013 dit getal al boven de 50% komt te
liggen. Dat vraagt om een nieuwe houding en flexibiliteit. Het is
verstandig dat architecten zich nog ondernemender opstellen, ook
voor de meerwaarde van de opdrachtgevers. En ja, architecten
zullen zich volgens mij vaker met sociale en maatschappelijke dis-
cussies gaan bemoeien. We moeten ons ook meer verdiepen in
hoe geld werkt, hoe het relaties tussen mensen beïnvloedt.
Flexibiliteit is nodig voor architecten om aan de vraag te voldoen.
Dit kan door het aanmeten van nieuwe rollen, het aangaan van
nieuwe allianties met partners uit de keten en het betreden van
nieuwe markten. Internationaal zien we kansen in Duitsland,
België, Turkije en China.
Onze werkrelatie met aannemers kan flexibeler. Zij hebben de
naam alleen op winst uit te zijn, en wij architecten zouden ons
alleen bekommeren om het mooie plaatje. Dat is een karikatuur.
Architecten worden juist steeds beter in het proces, de exploita-
tie, het kennen van de markt. De aannemer heeft goeie ideeën
nodig. Het Bouw Informatie Model is wat mij betreft méér dan
werken in 3D: het gaat over beter samenwerken.
We moeten samen voorkómen dat we de fout uit de jaren tachtig
herhalen, toen er veel crisisbouw is neergezet, die later tot veel
problemen leidde.
Het doet me echt pijn, te zien hoeveel architecten met vakkennis,
ervaring, talent en creativiteit, aan de kant staan. De maatschappe-
lijke opgave is groot. We moeten die mensen inzetten: ze leveren
een belangrijke, ook economische meerwaarde aan de omgeving
waarin we wonen, leven en werken.’
flexibiliteit op alle fronten
6
Vier korte interviews over het thema ‘flexibiliteit op alle fronten’. Om de zwaardere tijden het hoofd te bieden, is het goed om flexibel te kijken naar alle facetten van het bedrijf. Denk aan arbeid, de markt en de digitale revolutie. Willem Hein Schenk, voorzitter van BNA: ‘Het is verstandig dat architecten nog ondernemender worden, ook voor de meerwaarde van opdrachtgevers.’ Rik Dikken, algemeen directeur Unica Groep: ‘Met BIM kunnen installateurs veel flexibeler werken.’ Paul Hannen, financieel directeur van De Meeuw: ‘Bij ons zit flexibiliteit in de genen, logisch ook als je semi-permanente huisvesting bouwt.’ Annemijn Fokkelman, Sector Banker Bouw bij ABN AMRO: ‘Ik ben er heilig van overtuigd dat er een gezonde onderliggende vraag naar bouw is, in de toekomst. Ondertussen, in de zwaardere jaren, is het verstandig om flexibel te werken. Op alle fronten. Er is een nieuwe marktbenadering nodig.’
Rik Dikken,algemeen directeur Unica Groep BV:
‘Werken met BIMlevert flexibiliteit op’
Rik Dikken: ‘Unica heeft een solide positie in de top vijf van groot-
ste Nederlandse technische dienstverleners. We hebben 1.650
mensen in eigen dienst. Het aantal inleners hebben we terugge-
bracht van 350 in 2010 tot 100 in 2013. Met deze flexibele schil
kunnen we goed piekdruktes opvangen. In 2012 boekten we een
omzet van EUR 275 miljoen.
We hebben drie speerpunten: veiligheid, communicatie en com-
fort. Duurzaamheid vormt een integraal onderdeel binnen deze
speerpunten.
Het traditionele installatiewerk zorgt nog maar voor zo’n 40% van
de totale omzet. ICT-gerelateerd werk groeit flink de laatste tijd.
Vele specialisten zijn ermee bezig. Zo heeft een datacenter op het
Science Park Amsterdam, gerealiseerd door onze gespecialiseer-
de businessunit Unica Fastcom, in Engeland de EMEA Gold award
gewonnen door de toegepaste technologie.
ICT-gerelateerd werk is, samen met service en onderhoud, en
energielevercontracten, goed voor 60% van onze omzet. Wij
helpen onze klanten met het terugdringen van energiekosten.
In Zwolle hebben we bijvoorbeeld flats kunnen opwaarderen van
energielabel G naar energielabel A. In dit geval is de investering in
de installaties door de opdrachtgever zelf gedaan.
Unica neemt die investering soms ook voor eigen rekening. We
doen dan de hele energie-exploitatie. Voor een vast bedrag per
maand garanderen wij de levering van warmte en koeling. We in-
vesteren zelf in de geavanceerde, energiezuinige installaties, we
doen vervolgens het beheer en onderhoud, en maken afspraken
met de klant over de verdeling van de bereikte besparingen. Dat is
win-win; wij verdienen erop, en de betrokken instelling is aanzien-
lijk minder geld kwijt aan energie. En het komt ten goede aan het
milieu.
We kunnen aanzienlijk flexibeler, sneller en efficiënter werken
sinds BIM, het Bouw Informatie Model, een grote vlucht heeft ge-
nomen. Het dringt de faalkosten terug, maar ook in de exploita-
tiefase biedt BIM vele voordelen. Beheer wordt er voor installa-
teurs stukken eenvoudiger op als ze met BIM tot in lengte van
dagen exact weten waar welke installatieonderdelen zijn ver-
werkt, en wanneer die vervangen moeten worden.
Het installatietechnisch onderhoud wordt met de toenemende
techniek in gebouwen steeds complexer. Het is daarom goed dat
in onze sector partijen steeds meer bereid zijn om samen te
werken, en hun software voor BIM dus zó te maken dat gegevens
gemakkelijk onderling uitgewisseld kunnen worden. De onderne-
mersorganisatie voor de installatiebranche, Uneto-VNI, speelt
daarbij een actieve, coördinerende rol. BIM wordt waardevoller
naarmate méér partijen ermee werken.’
7interviews
Paul Hannen,financieel directeur van De Meeuw:
‘Blijven ondernemen,juist in crisisjaren’
Paul Hannen: ‘Bij De Meeuw zit flexibiliteit in de genen. En dat is
niet geheel onlogisch als je semi-permanente huisvesting bouwt,
vooral voor (semi-)overheidsorganisaties. We werken voor
zorginstellingen, ziekenhuizen, en het onderwijs, die tak zorgt
voor 70% van onze omzet. De rest komt van klanten die actief zijn
in het bedrijfsleven en gerelateerde sectoren.
We leveren huisvesting voor periodes van één week tot dertig
jaar. En het is bij ons one-stop-shopping. Behalve de snel
leverbare, eenvoudig te verplaatsen gebouwen, leveren we ook
op maat gesneden financiering. Of het nu gaat om koop
(eventueel met terugkoopgarantie), huur of lease. De financiering
verzorgen we in samenwerking met banken en andere partijen.
De markt vroeg om Cyclusbouw, inmiddels een merknaam van
ons. Met dit concept kunnen we de maatvoering nóg flexibeler
bepalen en beter tegemoet komen aan de wensen van klanten en
architecten.
Voor De Meeuw waren 2008 en 2009 topjaren. In 2010 waren
echter reorganisaties en afvloeiingsregelingen noodzakelijk. In
2011 en 2012 is de omzet weer gestegen, vorig jaar tot EUR 125
miljoen.
Sinds twee jaar zetten we de flexibele schil intensiever in. De helft
van onze 400 werknemers werkt in Nederland. Als we een piek
hebben kunnen we de 50 werknemers in de directe productie,
versterken met eenzelfde aantal tijdelijke personeelsleden en zo
de productie verdubbelen.
We zijn een familiebedrijf en vinden respect, waardering en goede
beloning van personeel belangrijk. Op onze bedrijfsavond in het
Concertgebouw, waar de internationaal vermaarde pianovirtuoos
Arcadi Volodos al eens heeft opgetreden, ontvangen wij onze
zakenrelaties, maar ook onze eigen medewerkers. Ons
productiepersoneel is opgeleid om flexibel inzetbaar te zijn:
halffabricage, werkvoorbereiding, assemblage, afmonteren. Dat is
goed voor de arbeidsvreugde, kennis, motivatie en de carrière.
We hebben anticyclisch geïnvesteerd in een Bouw Informatie
Model. Dat BIM, waar we sinds anderhalf jaar mee werken; het is
een weldaad voor onze tak van sport. Nu kunnen we nóg exacter
voorspellen welke kosten de klant voor semi-permanente
huisvesting gaat betalen. En wel over de hele levenscyclus:
inclusief nieuwbouw, onderhoud, exploitatie, energie en alles wat
er nog meer bij komt kijken.
Duurzaamheid is een belangrijke drive in de markt. Bouwmodulen
die hun levenscyclus erop hebben zitten, worden in onze fabriek
totaal gedemonteerd en de materialen hergebruikt. Dat hoort
helemaal bij de visie van onze directeur en groot aandeelhouder,
René Meeuwissen. Hij wil, juist ook in crisisjaren, blijven
ondernemen en innoveren. Met het vizier gericht op de lange
termijn.’
8
Annemijn Fokkelman, Sector Banker Bouw:
‘Flexibel de zwaardere jaren door’
Annemijn Fokkelman: ‘Er is forse druk op de sector, met name op
nieuwbouw: van 80.000 nieuw gebouwde woningen in 2008 naar
52.000 in 2012. Maar over de hele sector is in 2013 waarschijnlijk een
lichte daling te zien, dat betekent dat een groot deel van de sector
nog aan het werk is. Ik ben van de positieve noot. Ben er heilig van
overtuigd dat er een gezonde onderliggende vraag naar bouw is, in
de toekomst.
Ondertussen, in de zwaardere jaren, is het verstandig om flexibel te
werken. Op alle fronten. Er is een nieuwe marktbenadering nodig.
Zet social media in om de marketing te verbeteren. Maak de relaties
met klanten warmer. Klanttevredenheid is in de hoogconjunctuur te
vaak een ondergeschoven kindje geweest.
Dan de factor arbeid. De bouw werkt al lang en veelvuldig met
zzp’ers, het aantal flexibele arbeidskrachten kan niet veel meer
groeien. Je ziet zelfs sommige werkgevers de tegenovergestelde
beweging maken: ze binden heel gespecialiseerde krachten met
allerlei projecten. Als ze die specialisten nu zouden laten gaan, dan
krijgen ze die nooit meer terug als de markt later weer aantrekt.
Flexibiliteit kán een oplossing zijn voor de druk op de bouw, maar er
zijn grenzen. Je ziet steeds meer ontwerpende aannemers, dankzij
het gebruik van het Bouw Informatie Model. Inderdaad, BIM is
belangrijk, reduceert faalkosten, stimuleert samenwerking, en opent
nieuwe markten. Iedereen in de keten doet er zijn voordeel mee.
Maar een uitvoerende bouwer heeft niet de creatieve kwaliteiten van
een architect.
Een nieuwe, flexibele marktbenadering kan helpen. Ik ken bedrijven
die vroeger alleen in de nieuwbouw zaten, en die zich nu ook op
restauratiewerk richten. Of op het upgraden van grote series jaren
vijftig woningen, naar de eisen van de moderne tijd. Sommige
ontwikkelende aannemers, vaak familiebedrijven, vinden een
oplossing voor de vaak slecht lopende vóórverkoop van nieuwbouw:
de familie of een andere particuliere belegger koopt de woningen,
verhuurt ze, en verwacht ze op de lange termijn goed te kunnen
verkopen. Die pakken gelijk een maatschappelijke rol op. Een andere
onderneming heeft een concept ontwikkeld om leegstaande
kantoorruimte tijdelijk te veranderen in studentenhuisvesting. Het
levert mooie oplossingen op.
Wat voor alle ‘flexibele plannen’ geldt: onderzoek ze realistisch, met
aandacht voor de eigen sterke en zwakke punten.’
9interviews
Tweede dip bouwproductie raakt architecten harder dan ingenieurs
In 2012 krimpt omzet architectenbureaus met 13,7% en van ingenieursbureaus met 2%
Samenwerking in de keten van belang om toegevoegde waarde sector te laten zien
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Architecten zorgen voor het ontwerp, het bestek en de begroting van
(nieuw)bouwprojecten. Ook zijn zij betrokken bij verbouwingen en
restauraties. Voor architecten is de woningbouw het belangrijkst.
Ingenieursbureaus adviseren, ontwerpen, verrichten haalbaarheids-
studies, berekenen en begeleiden plannen op terreinen als bouw,
installatietechniek, milieutechniek, machinebouw en procestechniek.
Een gering aantal grote, internationaal opererende bureaus domineert
de ingenieursbranche. Deze ingenieursbureaus hebben qua omzet en
aantal werknemers een overheersende positie binnen de branche.
2012 was vooral voor architecten een zwaar jaar, met een omzetdaling
van 13,7%. Architecten hebben veel last van het stilvallen van de
woningbouw. Sinds 2008 is de omzet van architecten met 40%
gedaald. Dit heeft geleid tot faillissementen van architectenbureaus.
Ontslagen architecten zijn voor zichzelf begonnen, waardoor de markt
is versnipperd wat de prijzen verder onder druk zet. De werkvoorraad
van architecten neemt ook af doordat bouwbedrijven delen van het
ontwerp in 3D steeds vaker in huis doen, en niet meer uitbesteden
aan een architect. Ook worden architecten minder lang bij het bouw-
proces betrokken. Zij worden steeds vaker enkel voor haalbaarheids-
studies of het ontwerp betrokken, in plaats van gedurende het hele
bouwproces. Ingenieursbureaus hebben een stuk beter gepresteerd.
In 2012 daalde hun omzet met slechts 2%. Ingenieurs wisten hun
prijzen stabiel te houden. Ze zijn meer internationaal georiënteerd,
waardoor ze minder hard zijn geraakt door de binnenlandse bouw-
crisis. Wel zullen zij in 2013 en 2014 last krijgen van de aangekondigde
bezuinigingen door de overheid op infrastructurele projecten, waardoor
hun binnenlandse omzet onder druk zal komen te staan. Het wordt
daarom voor architecten en ingenieurs belangrijk om beter met de
rest van de bouwketen samen te werken. Hierdoor worden zij in een
vroeg stadium van het bouwproces betrokken en kunnen zij hun
toegevoegde waarde laten zien. Architecten kunnen door onderlinge
samenwerking een sterkere positie voor zichzelf creëren.
De bouwproductie zal in 2013 verder terugvallen en naar verwachting in
2014 stabiliseren. ABN AMRO verwacht dat architecten en ingenieurs in
deze val mee worden getrokken. Vooral de nieuwbouw krijgt harde
klappen, wat ongunstig is voor architecten. Wel kunnen architecten op
beperkte schaal profiteren van de tijdelijke btw-verlaging, ingegaan op 1
maart 2013 voor een periode van 1 jaar, die ook geldt voor het werk van
de architect voor renovatiewerkzaamheden. De ingenieurs hebben in
2013 last van het terugvallen van de gehele bouwproductie en in 2014
zal de teruggang van de gww-productie hen treffen. ABN AMRO ziet
kansen voor architecten in andere segmenten dan waar ze traditie-
getrouw actief zijn, zoals in de bouw voor onderwijs en gezondheids-
zorg. Door flexibel met nieuwe sectoren om te gaan, kunnen
architecten een deel van hun werkvoorraad behouden. Wel zal de
concurrentie op dit gebied groot zijn. Samenwerken met andere
architecten of andere partners in de keten kan architecten een voor-
sprong geven. Ook geeft het hen de mogelijkheid om voor grotere
projecten in aanmerking te komen. Ingenieurs doen er goed aan zich te
focussen op buitenlandse opdrachten. Door de overheidsbezuinigingen
op infrastructurele projecten zijn de vooruitzichten binnen Nederland
beperkt. Ingenieursbureaus zullen verder moeten gaan met kosten-
besparingen om de concurrentie het hoofd te kunnen bieden.
Omzetgroei architecten: -13,7%
Aantal architectenbureaus: 5.050
▶ waarvan met 1 werkzame persoon: 71,9%
Omzetgroei ingenieurs: -2,0%
Aantal ingenieursbureaus: 27.400
▶ waarvan met 1 werkzame persoon: 80,2%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.bna.nlwww.nlingenieurs.nlwww.kiviniria.netwww.deingenieur.nl
architecten- en ingenieursbureaus
10
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
2008 2009 2010 2011 2012
Architectenbureaus Ingenieursbureaus Totaal
94
96
98
100
102
104
106
2008 2009 2010 2011 2012
Inde
x (2
010
= 10
0)
Totaal Architecten Ingenieurs
10
20
30
40
50
60
70
80
90
2008 2009 2010 2011 2012
Inde
x (2
007
= 10
0)
Woningen Utiliteitsgebouwen
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
2008 2009 2010 2011 2012r
Woningbouw Utiliteitsbouw Gww
groe
i (j-o
-j)
Omzetontwikkeling architecten slechter, ingenieurs verbeterd
Tarieven architecten en ingenieurs onder druk
Dieptepunt nieuwe opdrachten architecten
Bouwproductie zakt weg
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
▶ De omzet van architecten daalde in 2012 met 13,7%, de omzet van
ingenieurs met 2%. De omzet van architecten zakt hiermee verder
weg, terwijl de omzetontwikkeling van ingenieurs licht herstel laat
zien ten opzichte van 2011.
▶ Sinds 2008 is de omzet van architecten in totaal met circa 40%
gedaald. De omzet van ingenieursbureaus daalde in dezelfde
periode met circa 9%. Ingenieurs presteren beter, omdat zij minder
afhankelijk zijn van de binnenlandse bouwsector.
▶ De tarieven van architecten dalen al sinds het eerste kwartaal van
2009. In 2012 daalden de tarieven met 1,6%.
▶ De tarieven van ingenieurs laten een positiever beeld zien. In 2012
stegen de tarieven minimaal ten opzichte van het gemiddelde tarief
in 2011.
▶ Ingenieurs halen een groot deel van hun werk uit het buitenland en
zijn vaak zeer gespecialiseerd, waardoor hun prijzen minder onder
druk staan.
▶ De bouwsom van nieuwe opdrachten voor architecten is in 2012
gedaald als gevolg van de lage investeringsbereidheid van
huishoudens en het bedrijfsleven.
▶ De daling betreft vooral de nieuwbouw, waar architecten sterk
afhankelijk van zijn. De bouwsom voor nieuwbouw van woningen
daalde sinds 2008 met ruim 62% en voor nieuwbouw van
utiliteitsgebouwen met ruim 50%.
▶ Nieuwe renovatieopdrachten daalden sinds 2008 met circa 23%
voor woningen en ruim 16% voor utiliteitsgebouwen. Het aandeel
van renovatie is echter beperkt.
▶ In 2012 nam de woningbouwproductie met ruim 9% af. Vooral de
nieuwbouwproductie werd hard getroffen.
▶ De utiliteitsbouwproductie daalde in 2012 met 7,5%, ook
veroorzaakt door een stagnerende nieuwbouwproductie.
De gww-productie daalde ook in 2012, wat vooral van invloed is
op de ingenieursbranche.
▶ Voor 2013 wordt een verdere terugval van de omzet van architecten
verwacht. De ingenieurs zullen beter presteren dan architecten,
maar krijgen last van de overheidsbezuinigingen op de infra-
structuur.
11architecten- en ingenieursbureaus
In 2012 stond zowel het directe als indirecte rendement onder druk
Financiering blijft problematisch als gevolg van Europese schuldencrisis
Kansen liggen op huurmarkt voor woningen en in zorgvastgoed
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Beleggers in OG zijn actief op de woningmarkt en de commercieel
onroerendgoedmarkt. Hun kernactiviteiten zijn het direct beleggen in
vastgoed en het exploiteren ervan. Het aan- en verkopen van vastgoed
met een langetermijnhorizon is ook onderdeel van de bedrijfsvoering.
Op deze beleggingsmarkt zijn actief: institutionele beleggers,
particuliere investeerders met eigen vastgoedportefeuilles en kleinere
particuliere beleggers die beleggen via vastgoedbeleggingsfondsen.
Het rendement bestaat uit direct rendement (huurinkomsten minus
exploitatiekosten/aankoopsom) en indirect rendement
(waardeontwikkeling vastgoed).
Het beleggingsklimaat verslechterde in 2012 verder door de
aanhoudende Europese schuldencrisis. Het totale rendement daalde
van 3,8% in 2011 naar 1,2% in 2012. Rekening houdend met inflatie
bleef een negatief rendement van -1,6% over. De waardedaling van
kantoren was het sterkst; het indirecte rendement daalde met 8,8%.
Dit is deels terug te voeren op de zorgelijke situatie in de gebruikers-
markt, waarbij er sprake is van een oplopend verschil tussen aanbod
en opname van kantoorruimte. De resulterende leegstand heeft ook
impact op het directe resultaat. Het negatieve indirecte rendement in
de woningbeleggingsmarkt is toe te schrijven aan de dalende huizen-
prijzen op de koopmarkt, die via het verkopen van panden bij
leegkomst de belegger raken. De huuropbrengsten laten – gezien het
lage leegstandpercentage, de groeiende gebruikersvraag en de
beperkte nieuwbouw – juist groeipotentie zien. Het totale beleggings-
volume daalde in 2012 met 12% naar EUR 4,3 miljard. Dat de markt
sterk is weggezakt, blijkt wel uit het feit dat het beleggingsvolume in
2007 nog EUR 11 miljard bedroeg. De markt beperkt zich op dit
moment tot commercieel vastgoed op A-locaties en relatief veilige
woningbeleggingen. De kredietverlening spitst zich ook toe op
dergelijke locaties. Zo had in 2012 50% van het beleggingsvolume in
kantoren betrekking op drie transacties op A-locaties. De financier-
baarheid blijft, uitgezonderd institutionele beleggers, moeilijk. Inter-
nationaal springen zogenaamde debt funds in dit financieringsgat,
maar in Nederland zijn deze nog nauwelijks actief.
ABN AMRO verwacht dat het indirecte rendement onder druk blijft
staan in 2013 en 2014. De sleutel tot herstel zit in aantrekkende
gebruikersmarkten op basis van het economische herstel in 2014. Bij
beperkte leegstand is deze periode voor conservatief gefinancierde
particuliere en institutionele beleggers overbrugbaar. Door de lagere
rendementen moeten vastgoedfondsen die met kort vermogen
gefinancierd zijn, doorgaan met verlaging en herfinanciering van
schulden. Het dividend staat onder druk, doordat de komende jaren
rekening moet worden gehouden met de waardedaling van het
vastgoed, tegenvallende huurinkomsten en verhoogde aflossing. Omdat
vastgoed in Nederland de afgelopen jaren flink in waarde is gedaald,
wordt het voor buitenlandse beleggers weer interessant om terug te
keren naar de Nederlandse markt nadat ze zich als gevolg van de
economische crisis hadden teruggetrokken. De interesse zal in eerste
instantie gericht zijn op A-locaties. Ook zien we versterkte activiteit van
private-equity-investeerders op vastgoedportefeuilles aan de onderkant
van de markt, waarvan de waarde onder de financieringswaarde ligt.
Verder liggen er kansen in de koop van huurwoningen van woning-
corporaties die hun portefeuille op orde moeten brengen. Het gaat dan
om het geliberaliseerde middensegment. Doordat de zorguitgaven in de
komende decennia sterk zullen stijgen, komt zorgvastgoed steeds meer
in de belangstelling te staan.
Aantal bedrijven: 20.290
▶ waarvan verhuur: 15.740
▶ waarvan handel: 4.550
Leegstand kantorenmarkt: 14,6%
Leegstand centrale winkelgebieden: 8,3%
Totaal rendement (ROZ/IPD): 1,2%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.ipd.comwww.ivbn.nlwww.propertynl.comwww.vastgoedmonitor.nl
beleggers in OG
12
2%
3%
4%
5%
6%
7%
8%
2008 2009 2010 2011 2012
Kantoren Bedrijfsruimten Winkels Woningen
-10%
-5%
0%
5%
2008 2009 2010 2011 2012
Kantoren Bedrijfsruimten Winkels Woningen
Winkels
Kantoren
32%
Overig
Woningen
Bedrijfsruimten
25%
11%
23%
9%
0,0
2,5
5,0
7,5
10,0
2008 2009 2010 2011 2012
x m
ln m
2
Aanbod kantoren Opname kantoren Aanbod bedrijfsruimten Opname bedrijfsruimten
Direct rendement verslechterd, behalve van woningen
Indirect rendement zakt weg
Kantoren blijft grootste beleggingssegment
Aanbod en opname afgenomen
Bron: ROZ/IPD
Bron: ROZ/IPD
Bron: Jones Lang LaSalle
Bron: Dynamis, DTZ Zadelhoff
▶ Het directe rendement van kantoren, bedrijfsruimten en winkels
daalde in 2012, al was de daling voor winkelbeleggingen marginaal.
Het directe rendement van woningen steeg licht in 2012.
▶ Door het uitblijven van economisch herstel in 2012 was er minder
vraag naar commercieel vastgoed en stijgt de leegstand. Hierdoor
staan de huuropbrengsten onder druk, wat zich uit in een dalend
direct rendement. De huurprijzen van woningen worden vaak
geïndexeerd voor inflatie, waardoor het directe rendement van
woningen licht kon blijven stijgen.
▶ De waardegroei van kantoren en bedrijfsruimten daalde in 2012
voor het vijfde jaar op rij. In beide segmenten staat de waarde van
minder courante en leegstaande panden onder druk. De waarde
van winkelpanden daalde in 2012, na twee jaar van waardegroei.
▶ De waardegroei van woningen daalde in 2012 voor het derde jaar
op rij. De crisis op de woningmarkt en de dalende huizenprijzen zijn
hier de oorzaak van.
▶ Het totale beleggingsvolume kwam in 2012 uit op EUR 4,3 miljard.
Dit is een daling van bijna 12% ten opzichte van 2011 toen het
beleggingsvolume nog EUR 4,8 miljard bedroeg.
▶ Kantoren zijn het belangrijkste beleggingssegment. In 2012
domineerden drie transacties de beleggingsmarkt voor kantoren.
Het ging hierbij om circa 50% van het totale beleggingsvolume in
kantoren. Na kantoren wordt het meest in winkels en woningen
belegd.
▶ In 2012 daalde zowel het aanbod als de opname van kantoorruimte.
Vooral de opname stond onder druk, die daalde met bijna 21%. Het
aanbod daalde met slechts 3%. Door Het Nieuwe Werken, over-
capaciteit in de markt en de economische crisis staat de vraag naar
kantoren al jaren onder druk.
▶ De opname van bedrijfsruimten daalde in 2012 sterker dan het
aanbod, maar het verschil is niet zo groot als bij de kantorenmarkt.
Bedrijfsruimten profiteren van de vlucht in online winkelen, waar
opslagruimte voor nodig is.
13beleggers in OG
Productie onder druk door overheidsbezuinigingen en lage investeringsbereidheid bedrijven
Gww-productie in 2012 met 2,7% gedaald, omzet gestegen met 1,7%
Langdurige relaties gemeenten voor kleine ondernemingen uitkomst
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De grond-, water- en wegenbouw (gww) bestaat uit een aantal
segmenten, waarvan wegenbouw, grondwerk en riolering, civiele
betonbouw en kabels en leidingen veruit de belangrijkste zijn. Zij
hebben een gezamenlijk aandeel van bijna 75% in de productie.
Overige segmenten zijn railbouw, baggerwerk, kust- en oeverwerk en
straatwerk. Circa 85% van alle ondernemingen in de gww heeft
minder dan vijf werkzame personen en slechts een klein deel heeft
meer dan honderd werkzame personen. Verder is er een groeiend
aantal zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers).
De gww-productie is in 2012 als gevolg van lagere overheids- en
bedrijfsinvesteringen gedaald met 2,7%. De omzet liet nog wel een
stijging zien van 1,7%. De kabel- en buizenleggers profiteerden van
de Crisis- en herstelwet en de aanleg van kabels- en glasvezel-
aansluitingen voor het internetverkeer, waardoor hun omzet in 2012
met 6,6% steeg. De omzet van bedrijven actief in het aanleggen van
tunnels, wegen en spoorwegen had meer last van de overheids-
bezuinigingen. Hun omzet daalde met 0,2%. De grote ondernemingen
actief in de gww-sector lieten de grootste omzetstijging zien in 2012:
8,3%. De omzet van het kleinbedrijf daalde met 3,3% en het midden-
bedrijf presteerde het slechtst, hun omzet daalde met 10,2%. De
orderportefeuille daalde van 5,9 naar 5,1 maanden in 2012. Dit wordt
voornamelijk veroorzaakt door de dalende orderportefeuille van grond-
en waterbouwers. De orderportefeuille van wegenbouwers bleef
nagenoeg gelijk. De kosten van gww-bouwers stegen nog licht in
2012, met name bij wegenbouwers. Hierdoor kwamen de marges van
bedrijven actief in de gww verder onder druk te staan, wat vooral voor
rekening van de wegenbouwers kwam. Opvallend is dat private
investeerders steeds meer belangstelling krijgen voor infrastructurele
projecten. Dit kan de aangekondigde overheidsbezuinigingen wat
compenseren. Ook wordt innovatief ontwerp steeds belangrijker
waarbij bedrijven actief in de gww samenwerking moeten zoeken met
bedrijven die bijvoorbeeld navigatiesystemen ontwerpen.
ABN AMRO verwacht dat de gww-productie in 2013 nog sterk zal dalen,
als gevolg van overheidsbezuinigingen en het uitblijven van economisch
herstel. Deze bezuinigingen worden in gelijke mate verdeeld over de
rijkswegen, spoorwegen en waterprojecten. Wel zal de nieuwbouw
harder worden getroffen dan het onderhoud, dat door de overheid
gevrijwaard wordt van bezuinigingen. Infrastructurele projecten zullen
daarom nog meer afhankelijk worden van publiek-private samenwerking
(PPS). Wel is de financiering van dergelijke DBFM (Design, Build,
Finance, Maintain)-projecten steeds uitdagender, als gevolg van de
strengere kredietregels voor banken. Daarom kan het voor institutionele
beleggers zoals pensioenfondsen aantrekkelijk zijn om in infrastructurele
projecten te gaan investeren. Voor grote bedrijven actief in de gww
liggen daarnaast kansen in het buitenland. Voor kleine bedrijven is dit
niet mogelijk, maar liggen er bijvoorbeeld kansen in het afsluiten van
onderhoudscontracten met gemeenten, waardoor zij een deel van de
lasten van gemeenten overnemen. Door middel van het leveren van
goede service kunnen zij gemeenten voor langere tijd aan zich binden.
Ook zullen bedrijven actief in de gww zich kunnen onderscheiden door
sterker in te zetten op innovaties, bijvoorbeeld slimme snelwegen
waarin waarschuwingssignalen oplichten of wegen die elektrische
auto’s automatisch opladen.
Aantal bedrijven: 6.450
▶ waarvan met 1 werkzame persoon: 68%
▶ waarvan met >100 werkzame personen: 1,4%
▶ waarvan buizen- en kabelleggers: 1.000
Grond-, water- en wegenbouwproductie:
EUR 13,6 mrd
Gemiddelde prijsverandering: +2,9%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.bouwendnederland.nlwww.cobouw.nlwww.crow.nlwww.deltares.nl
grond-, water- en wegenbouw
14
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
2008 2009 2010 2011 2012
100
105
110
115
120
125
130
135
140
2008 2009 2010 2011 2012 2013
Inde
x (2
005
= 10
0)
Geasfalteerde wegen Riolering Waterbouw Grondverzet
4
5
5
6
6
7
7
8
8
2008 2009 2010 2011 2012
Maa
nden
pro
duct
ie
Gww Wegenbouw Grond- en waterbouw
-20%
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
2008 2009 2010 2011 2012r
Nieuwbouw Onderhoud Totaal
groe
i (j-o
-j)
Omzet laat nog lichte stijging zien
Inputprijzen gww stijgen licht
Orderportefeuille gww daalt
Bouwproductie gww daalt
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: EIB
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
▶ In 2012 steeg de omzet in de gww met 1,7%. Deze omzetgroei
werd gedreven door de uitvoering van stimuleringsmaatregelen in
het kader van de Crisis- en herstelwet.
▶ Vooral de buizen- en kabelleggers deden het goed in 2012 met een
omzetstijging van 6,6%. Bedrijven actief in het aanleggen van
tunnels, wegen en spoorwegen hadden meer last van de crisis.
Hun omzet daalde met 0,2%.
▶ De vooruitzichten voor 2013 en 2014 zijn ongunstig, door de
bezuinigingen bij Rijksoverheid en gemeenten. Hierdoor zal de
omzet gaan afnemen.
▶ De kosten die bedrijven actief in de gww-sector in 2012 kwijt zijn
aan personeel, materiaal en materieel stegen licht.
▶ Bedrijven die actief zijn in het aanleggen van geasfalteerde wegen
hebben te maken met de grootste kostenstijgingen. De andere
deelsectoren kennen lagere stijgingen, die elkaar niet veel
ontlopen.
▶ Dit heeft tot gevolg dat de marges van bedrijven actief in de gww
onder druk komen te staan.
▶ De orderportefeuille van de gww is in 2012 gedaald van 5,9 naar
5,1 maanden. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de daling
van de orderportefeuille van de grond- en waterbouw. Die daalde
van 7,2 naar 5,6 maanden wat de sterkste daling in de bouw is. De
orderportefeuille van de wegenbouwers daalde van 4,7 naar 4,6
maanden.
▶ De orderportefeuille van wegenbouwers is in de eerste helft van
het jaar nog gestegen, maar is in de tweede helft weer flink
gedaald. De orderportefeuille van de grond- en waterbouwers
daalde gestaag gedurende het jaar.
▶ De gww-productie daalde in 2012 licht met 2,7%. Dit werd
gedreven door de economische omstandigheden.
▶ ABN AMRO verwacht dat de productie in 2013 sterk terug zal
vallen als gevolg van de nieuwe overheidsbezuinigingen op infra-
structurele werken. Dit zal de nieuwbouw harder raken dan het
onderhoud. Ook in 2014 zal nog een beperkt effect hiervan
waarneembaar zijn.
15grond-, water- en wegenbouw
Omzet daalt met 6,1% in 2012 door terugval bouwproductie
Bedrijven moeten inzetten op producten voor kosteneffectieve bouw
Nieuwe wet- en regelgeving weert illegale producten van Europese markt
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De houtindustrie omvat voornamelijk timmerbedrijven die producten
voor de bouw produceren, zoals deuren, ramen, trappen en kozijnen.
Daarnaast zijn er producenten van emballagemateriaal, plaatmateriaal
en overige houtproducten (zoals lijsten) en de bedrijven die hout
verduurzamen. En Nederland kent nog een beperkt aantal
houtzagerijen. De bouwmaterialenindustrie omvat de productie van
onder meer stortklaar beton, betonproducten, cement, gips, glas
(veiligheidsglas of meerwandig glas), asfalt, baksteen en aardewerk.
Ongeveer eenderde van deze bedrijven is actief in de beton- en
cementindustrie.
Na de omzetstijging in 2011 daalde de omzet in de hout- en
bouwmaterialenindustrie in 2012 weer. De crisis in de bouw heeft zich
in 2012 verhevigd, waardoor de bouwproductie in de burgerlijke en
utiliteitsbouw sterk is gedaald. Dit had zijn weerslag op de binnen-
landse omzet van de hout- en bouwmaterialenindustrie. De buiten-
landse omzet kon dit niet compenseren, waardoor de totale omzet
verder wegzakte. De krimp van de bouwproductie had ook tot gevolg
dat de bezettingsgraad verder daalde. Daarnaast daalde de order-
positie in 2012, vooral in de tweede helft. Dit zorgde ervoor dat de
prijzen onder druk bleven staan. De prijsdruk bleef hoog doordat de
invoerprijzen harder stegen dan de afzetprijzen. Dit gold met name
voor de houtindustrie. Het wordt voor de hout- en bouwmaterialen-
industrie steeds belangrijker om zich flexibel op te stellen naar de klant
toe, meer rekening houdend met de wensen op het gebied van
duurzaamheid en kosteneffectief, snel en innovatief bouwen. Ook moet
de branche rekening houden met nieuwe regelgeving. Een uitdaging
voor de houtindustrie is de nieuwe Europese Houtverordening EUTR
die 3 maart 2013 is ingegaan. Deze verordening is gericht op het
weren van illegaal hout van de Europese markt. Ook de bouw-
materialenindustrie krijgt te maken met nieuwe regelgeving vanuit de
Europese Commissie. Per 1 juli 2013 treedt de nieuwe Europese
verordening voor het verhandelen van bouwproducten in werking,
waarmee de CE-markering voor bijna alle bouwproducten verplicht
wordt.
ABN AMRO verwacht dat de omzet in 2013 en 2014 als gevolg van de
krimpende bouwproductie verder daalt. Vooral de voor de hout- en
bouwmaterialenindustrie belangrijke productie van nieuwbouw-
woningen zal in 2013 en 2014 hard worden getroffen. Door het gebrek
aan vertrouwen onder potentiële kopers, de dalende huizenprijzen en de
discussie over de hypotheekrenteaftrek is de woningmarkt stil komen te
liggen. Dit leidde tot een daling van het aantal vergunningen voor
nieuwbouwwoningen met 33% in 2012. De hout- en bouwmaterialen-
industrie wordt ook getroffen door de utiliteitsbouw, die onder druk blijft
staan als gevolg van overheidsbezuinigingen en de lage investerings-
bereidheid van bedrijven. De utiliteitsbouw zal wel in 2014 de eerste
tekenen van herstel laten zien. De grond-, water- en wegenbouw heeft
last van de grootschalige bezuinigingen bij de overheid, waardoor infra-
structurele projecten uit- dan wel afgesteld worden. Door de hoge
houtprijzen krijgt de houtindustrie net als in 2012 hardere klappen dan
de bouwmaterialenindustrie. Om in deze tijd het hoofd boven water te
houden, is kostenbeheersing van groot belang. Door het beperken van
de overhead kunnen lagere prijzen aan de klant kunnen worden
doorberekend. Ook kan ketenintegratie helpen om kostenefficiënt te
werken. Door efficiënt samen te werken zullen de faalkosten lager
worden en zal het bouwproject verbeteren.
Aantal bedrijven: 4.180
▶ waarvan met 1 werkzame persoon: 56%
▶ waarvan houtindustrie: 2.245
▶ waarvan bouwmaterialenindustrie: 1.935
Producentenprijzen: +1,9%
Omzetontwikkeling: -6,1%
www.houtwereld.nlwww.vvnh.nlwww.hibin.nlwww.nvtb.nl
hout- en bouwmaterialenindustrie
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
16
-30%
-20%
-10%
0%
10%
20%
30%
2008 2009 2010 2011 2012
Hout binnenland Bouwmaterialen binnenland
Hout buitenland Bouwmaterialen buitenland
65%
70%
75%
80%
85%
90%
2008 2009 2010 2011 2012 2013
Houtindustrie Bouwmaterialenindustrie
92
97
102
107
112
2008 2009 2010 2011 2012
Inde
x (2
010
= 10
0)
Invoerprijs hout Afzetprijs hout
Invoerprijs bouwmaterialen Afzetprijs bouwmaterialen
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
2008 2009 2010 2011 2012
x EU
R m
ln
Invoer hout Invoer bouwmaterialen
Uitvoer hout Uitvoer bouwmaterialen
Omzetontwikkeling verslechterd
Bezettingsgraad zakt verder weg
Prijsdruk hout en bouwmaterialen omhoog
Handel in hout en bouwmaterialen afgenomen
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: CBS
▶ In 2012 nam de omzet in de houtindustrie met bijna 13% af. De
binnenlandse omzet daalde met 14%, de buitenlandse omzet met
5%.
▶ De omzet in de bouwmaterialenindustrie nam met 3,6% af. Dit
komt geheel voor rekening van de binnenlandse markt, die met
6,5% afnam. De buitenlandse omzet steeg met ruim 6%.
▶ De binnenlandse markt wordt in 2013 hard getroffen door de daling
van de bouwproductie in de burgerlijke en utiliteitsbouw.
▶ Door de problemen in de bouw is de bezettingsgraad in 2012 licht
gedaald. De bezettingsgraad van de houtindustrie kwam over heel
2012 uit op gemiddeld 75% en van de bouwmaterialenindustrie op
74%.
▶ Door de aanhoudende crisis in de bouw ligt de bezettingsgraad tien
procentpunten onder het langjarige gemiddelde van voor de crisis.
▶ ABN AMRO verwacht dat door de problemen in de bouw de
bezettingsgraad in 2013 verder zal dalen.
▶ De invoerprijzen van hout stegen in 2012 met 1,6%. De afzetprijzen
stegen met 1,2%, vooral veroorzaakt door een stijging van de
afzetprijs voor de export met 3%. Per saldo nam de prijsdruk in de
houtindustrie toe, waardoor de financiële situatie van de branche
verslechterde.
▶ Ook de prijsdruk in de bouwmaterialenindustrie steeg. De invoer-
prijs van bouwmaterialen steeg in 2012 met 2,9%, de afzetprijs
met 2,1%. De stijging in de afzetprijs werd vooral veroorzaakt door
de afzet in het binnenland.
▶ De invoer van zowel hout als bouwmaterialen daalde in 2012 als
gevolg van de dalende bouwproductie. Per saldo daalde de invoer
van hout met 6,5% en van bouwmaterialen met 5,2%.
▶ De uitvoer van hout en bouwmaterialen nam in 2012 toe: hout met
6,6% en bouwmaterialen met 2,1%. Het overgrote deel van de
uitvoer ging naar België en Duitsland, waar de bouwsector beter
presteert.
▶ Voor 2013 verwacht ABN AMRO dat de invoer, door de vooruit-
zichten in de bouw, verder daalt. De uitvoer zal door de
vooruitzichten voor de Europese bouw stabiel blijven.
17hout- en bouwmaterialenindustrie
Omzet installatiebranche krimpt met 4,4% in 2012 door teruglopende bouwproductie
Door de economische crisis doen aannemers werk van installateurs vaker zelf
Het afsluiten van langdurige contracten kan de relatie met de klant verbeteren
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
In de installatiebranche zijn vier verschillende installatiewerkzaam-
heden te onderscheiden: elektrotechnisch installatiewerk, centrale
verwarmings- en luchtbehandelingswerk, gasfitters-, water-,
loodgieters- en sanitairinstallatiewerk en tot slot isolatie- en overig
installatiewerk. De installatiebranche is opgedeeld in vier verschillende
segmenten: woningbouw, utiliteitsbouw, grond-, water- en wegen-
bouw en industrie. Bijna 70% van de installatiewerkzaamheden heeft
betrekking op woning- en utiliteitsbouw en circa 20% op industrie.
Een branchevereniging binnen de installatiebranche is UNETO-VNI.
Na omzetherstel in 2011 is de omzet van installateurs in 2012 gedaald
met 4,4% als gevolg van de teruglopende bouwproductie. Circa 80%
van de omzet wordt behaald in de bouwsector. Daarom droeg de
daling in de productie van de woning- en utiliteitsbouw en gww van
7% in belangrijke mate bij aan de omzetdaling van installateurs. De
omzetdaling is nog beperkt gebleven, doordat de omzet van
installateurs voor 20% in de industrie behaald wordt. De industrie-
productie daalde in 2012 slechts 0,7%. Al met al is de malaise in de
bouw ook zichtbaar in de orderportefeuille van installateurs. Volgens
UNETO-VNI is de orderportefeuille in 2012 gedaald met ruim 1 maand
naar 5,6 maanden in het eerste kwartaal van 2013. De grote groep
kleine ondernemingen kan in 2013 en 2014 profiteren van de tijdelijke
btw-verlaging op het onderhoud aan woningen. ABN AMRO verwacht
dat het uiteindelijke effect van de tijdelijke btw-verlaging beperkt zal
zijn, omdat het alleen de woningbouw betreft en de animo beperkt zal
zijn na de tijdelijke btw-verlaging in 2010-2011. Door de versnippering
van de branche staan de prijzen onder druk. Ook de positie van
installateurs in de keten staat onder druk. Installateurs worden steeds
vaker later of helemaal niet bij bouwprocessen betrokken. Door de
economische crisis doen aannemers een deel van de eenvoudigere
werkzaamheden die zij voorheen uitbesteedden aan installateurs nu
zelf. Het is voor installateurs van belang om hun positie in de keten
niet kwijt te raken en hun toegevoegde waarde te laten zien.
Installateurs blijven in 2013 hinder ondervinden van de terugval in de
bouw. De nieuwbouwproductie van woningen wordt zowel in 2013 als
2014 hard geraakt. ABN AMRO verwacht dat het onderhoud in 2014
weer aan zal trekken als gevolg van economisch herstel en de tijdelijke
btw-verlaging waar vooral kleine bedrijven van zullen profiteren. Ook de
utiliteitsbouwproductie zal in 2013 eerst nog last hebben van lage
bedrijfsinvesteringen. In 2014 zullen deze investeringen aantrekken,
waardoor de utiliteitsbouw weer een bescheiden groei zal laten zien.
Ook kan de installatiebranche profiteren van de leegstaande kantoren
die getransformeerd worden. De Leegstandwet wordt zo aangepast dat
dit aantrekkelijker wordt. De gww zal in 2013 nog harde klappen krijgen
als gevolg van de overheidsbezuinigingen op infrastructurele projecten.
Deze teruggang zal in 2014 beperkt zijn. Voor de industrie gaat ABN
AMRO in 2013 uit van een lichte groei. Om te kunnen overleven in een
branche met een structureel lager productievolume als uitgangspunt is
het voor installateurs belangrijk om meer aandacht te besteden aan
langdurige contracten waarin het onderhoud aan de installaties ook
wordt meegenomen. Hiermee kunnen installateurs een langdurige
relatie met de klant aangaan. Ook zouden ze zich in de utiliteitsbranche
meer kunnen richten op deelgebieden die beperkt worden geraakt door
de bouwcrisis, zoals de zorg en het onderwijs.
Aantal bedrijven: 16.515
▶ waarvan met 1 werkzame persoon: 62%
▶ waarvan met >100 werkzame personen: 0,7%
▶ waarvan elektrotechnische bedrijven: 6.655
▶ waarvan loodgieters- en fittersbedrijven: 5.850
▶ waarvan verwarmingsinstallatiebedrijven: 2.930
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.cobouw.nlwww.nvkl.nlwww.tvvl.nlwww.uneto-vni.nl
installatiebedrijven
18
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
2008 2009 2010 2011 2012
> 100 werknemers 1%
1 - 10 werknemers
89%
9%
10 - 50 werknemers
50 - 100 werknemers 1%
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170
180
2008 2009 2010 2011 2012
Inde
x (2
005
= 10
0)
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Raf�naderijen en chemie Basismetaal, metaalproductieindustrie
Energie- en waterleidingbedrijven
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
2008 2009 2010 2011 2012r
Woningbouw Utiliteitsbouw GWW
groe
i (j-o
-j)
Omzet na stijging in 2011 weer onderuit
Installatiebranche sterk versnipperd
Omzet industrie laat wisselend beeld zien
Bouwproductie in de min
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
▶ Na een relatief goed jaar waarin de omzet steeg, is de omzet van
de installatiebedrijven in 2012 met 4,4% gedaald. Dit wordt
veroorzaakt door de dalende bouwproductie.
▶ Ook voor 2013 verwacht ABN AMRO een omzetdaling. Wel kunnen
de kleine installatiebedrijven profiteren van de tijdelijke btw-
verlaging op renovatiewerkzaamheden aan woningen. Het effect
hiervan zal echter beperkt zijn.
▶ De installatiebranche is sterk versnipperd. In 2012 had 89% van de
installatiebedrijven slechts 1-10 werknemers. In 2007 was dit 84%.
▶ Het aantal bedrijven met meer dan 100 werknemers is stabiel
gebleven sinds 2007.
▶ De grote stijging in het aantal eenmanszaken wordt veroorzaakt
door de daling in de bouwproductie en, als gevolg daarvan, de
daling van de productie in de installatiebranche. Grote onder--
nemingen hebben hierdoor werknemers moeten ontslaan die
vervolgens vaak voor zichzelf zijn begonnen.
▶ De installatiebranche is niet alleen afhankelijk van de bouwsector,
ook de industriële procestechniek draagt bij aan de omzet.
▶ De industriebranches laten een gemengd beeld zien. De
raffinaderijen en branches met betrekking tot chemie laten een
omzetstijging zien van bijna 6%.
▶ De overige branches laten een daling zien. De grootste daling komt
op naam van de metaalproductieindustrie. Die omzet daalde in
2012 met bijna 8%.
▶ Na een jaar van groei, daalde de woningbouwproductie in 2012 met
9,2%. De onzekerheid op de woningmarkt is hier de oorzaak van.
▶ De utiliteitsbouwproductie daalde in 2012 met 7,5% en de gww-
productie met 2,7%. Deze branches hebben last van bezuinigingen
door de overheid en teruglopende bedrijfsinvesteringen.
▶ De verwachting voor 2013 is dat de productie van alle drie de
branches verder zal dalen. In 2014 zal er in de utiliteitsproductie
herstel optreden. Dat is nog niet het geval voor de nieuwbouw-
productie van woningen en de gww.
19installatiebedrijven
Daling prijs en aantal transacties zorgt voor druk op omzet makelaars
Rol makelaar komt steeds meer in gedrang
Nieuwe verdienmodellen worden aangeboord om maatwerk te kunnen leveren
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Makelaars in onroerend goed zijn voornamelijk actief op de woning-
markt, waarbij (kleinschalig) commercieel onroerend goed een
deelmarkt is. In dit rapport staat de woningmarkt centraal.
Kernactiviteit in deze branche is aan- en verkoopbemiddeling bij
bestaand en nieuw onroerend goed. Makelaarskantoren bieden ook
deeldiensten aan, zoals taxaties, hypotheekbemiddeling, assurantiën,
(ver)huur en beheer. De titelbescherming is in 2001 afgeschaft en
certificering moet garanderen dat makelaars deskundig en
onafhankelijk zijn. Ook moet hiermee de integriteit gewaarborgd
worden.
In 2012 stond de woningmarkt in de schijnwerpers. Grootste oorzaak
hiervan was de politieke discussie over de hypotheekrenteaftrek. In
2012 is een aantal maatregelen bekend gemaakt. Allereerst werd de
onduidelijkheid omtrent de overdrachtsbelasting opgeheven. Deze
belasting blijft permanent 2%. Het mogelijke afschaffen van dit
belastingvoordeel zorgde medio 2012 voor groei in het aantal trans-
acties. Daarnaast zijn er eind 2012 plannen op tafel gekomen om de
fiscale voordelen met betrekking tot, onder andere, de spaar-
hypotheek, in te perken. Verder is het vanaf 2013 verplicht om een
hypotheek annuïtair af te lossen. De overheid beoogt met de ‘Blok-
hypotheek’ lucht te bieden, maar de vraag blijft of dat lukt.
Consumenten die al van plan waren een woning te kopen, hebben zo
veel mogelijk geprobeerd hun aankoopmoment in 2012 plaats te laten
vinden, om zodoende optimaal te kunnen profiteren van de geldende
regelingen. In december 2012 nam het aantal transacties dan ook met
circa 30% toe ten opzichte van december 2011. Toch is 2012 geen
goed jaar geweest. Het aantal transacties nam af met 3%. Ook de
gemiddelde huizenprijs daalde met 6%, naar circa EUR 226.000.
Vooral de daling van het aantal transacties is terug te zien in de omzet
van de makelaarskantoren. Al een aantal jaar kampt de sector met
teruglopende volumes en afwachtende kopers. Daarnaast staan de
marges onder druk. Dit zorgt voor een stijging van het aantal
faillissementen in de sector. In 2012 gingen 40% meer bedrijven
failliet in de verhuur en handel van onroerend goed dan in 2011.
2013 blijft een lastig jaar voor de woningmarkt. Onzekerheid bij consu-
menten over de economische vooruitzichten zorgt voor een afwachten-
de houding als het gaat om de aankoop van een huis. Naast het econo-
mische tij, hebben de makelaars te maken met een aantal structurele
trends die invloed hebben op de marges. Zo zorgde de opkomst van in-
ternetsites als funda.nl en jaap.nl al een aantal jaar geleden voor een
veranderende dienstverlening. Het koppelen van verkoper en koper
wordt steeds makkelijker, en de rol van de makelaar in dit proces steeds
kleiner. Een ander aspect is het gebruik van social media bij de verkoop
van een woning. Via sociale netwerken wordt informatie over een
woning toegankelijker en betrouwbaarder. Hiermee wordt de adviseren-
de rol van de makelaar kleiner. Niet alleen zal de makelaar zijn rol
moeten herdefiniëren, ook het verdienmodel staat onder druk. Het tradi-
tionele verdienmodel, waarbij de makelaar een courtage ontvangt,
wordt steeds meer vervangen door andere manieren van tarifering.
Voorbeelden hiervan zijn een vast bedrag per transactie of een tarief op
uurbasis. Door deze nieuwe vormen van tarifering is maatwerk mogelijk.
Consumenten kunnen kiezen om voor een lager tarief slechts een deel
van de dienstverlening af te nemen. Transparantie en flexibiliteit zijn hier-
bij belangrijk. Via internet zal het steeds makkelijker worden om tarieven
en makelaars met elkaar te vergelijken. De traditionele makelaar die
werkt op basis van courtage, komt zo steeds meer onder druk te staan.
Aantal leden NVM: 3.914
Aantal leden VBO: 1.000
Aantal leden Vastgoed PRO: 800
Prijsindex verkoopprijzen: -6,3%
Aantal verkochte woningen: 117.261 (-3%)
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.biedenenwonen.nlwww.nvm.nlwww.vbo.nlwww.vastgoedpro.nl
makelaars onroerend goed
20
-10,0%
-7,5%
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
7,5%
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011
4%
5%
6%
7%
8%
2008 2009 2010 2011 2012 Kantoren Bedrijfsruimten Winkels
0
1
2
3
4
2007 2008 2009 2010 2011 2012
x m
ln m
2
Kantoren Bedrijfsruimten
Huizenprijzen verder gedaald
Aantal verkochte koopwoningen gedaald
Rendementen gedaald
Opname commercieel vastgoed gedaald
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: ROZ/IPD
Bron: Dynamis, DTZ Zadelhoff, NVM
▶ In 2012 namen de huizenprijzen fors af, met circa 6%. Dit is het
vierde jaar op rij dat de huizenprijzen te maken hadden met een
daling. De woningprijs is sinds het begin van de crisis met
ongeveer 13% gedaald.
▶ De totale verkoopprijs is in 2012 met circa 8% gedaald, naar
EUR 26 miljard. In 2005 was dit bedrag nog EUR 46 miljard. Niet
alleen een prijsdaling, maar ook een daling van het aantal
transacties droeg bij aan deze ontwikkeling.
▶ Het aantal verkochte woningen is sinds de crisis toesloeg met
circa 40% afgenomen.
▶ Het aantal transacties daalde vooral flink in Groningen en Friesland.
Maar ook in Utrecht en Noord- en Zuid-Holland namen de trans-
acties af. Een stijging van het aantal transacties was te zien in
Overijssel, Zeeland en Limburg.
▶ De omzet van woningmakelaars is voor een belangrijk deel
afhankelijk van het aantal transacties. Een daling van de transacties
zet de omzet dan ook onder druk.
▶ De directe rendementen op kantoren, bedrijfsruimten en winkels
daalden in 2012, maar zijn nog wel positief. De indirecte rendemen-
ten over 2012 zijn negatief. Hierdoor komt het totale rendement op
vastgoed uit op 1,2%. Dat is een daling ten opzichte van vorig jaar,
toen het totale rendement 3,8% was.
▶ De sombere economische omstandigheden zijn terug te zien in de
cijfers. Bij kantoren is dit indirecte rendement het laagst. Overcapa-
citeit en leegstand zijn hiervan de oorzaak.
▶ De opname van kantoor- en bedrijfsruimte is in 2012 gedaald ten
opzichte van 2011. Voor kantoren is de opname onder de 1 miljoen
vierkante meter uitgekomen. Het dalende aantal kantoorbanen en
Het Nieuwe Werken droegen bij aan de daling. Wel neemt de vraag
naar kleinere kantoorruimtes toe.
▶ Het aanbod van bedrijfsruimte nam in 2012 verder toe. Volgens de
NVM stond er in 2012 circa 12,1 miljoen vierkante meter te huur of
te koop. Dat is een stijging van 4% ten opzichte van 2011.
▶ Ook de structurele leegstand is volgens de NVM toegenomen. Dat
betreft bedrijfsruimten die drie jaar of langer te koop of te huur
staan. In 2012 stond 13,6% van het vastgoed structureel te koop.
21makelaars onroerend goed
Omzet projectontwikkeling blijft achter bij bouw vanwege stilvallen nieuwbouw
Omzet projectontwikkelaars daalde met 15,6% in 2012
Door problemen nieuwbouw verschuift werkterrein naar renovatie en transformatie
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Projectontwikkeling betreft de ontwikkeling en bouw van woningen,
kantoren, winkels, bedrijfspanden en gebieden. Deze branche omvat
zowel projectontwikkeling voor de commerciële onroerendgoedmarkt
als projectontwikkeling voor de particuliere woningmarkt. Project-
ontwikkeling is vooral kapitaalintensief wanneer investeringen voor de
aankoop van ontwikkelingsposities nodig zijn. Daarnaast loopt de
projectontwikkelaar het risico dat een project door wijzigende
marktomstandigheden wordt vertraagd of helemaal niet doorgaat.
Het aantal verkochte nieuwbouwwoningen nam in 2012 met bijna 25%
af naar 14.346, een nieuw dieptepunt. De daling bleef nog beperkt door
een redelijk goed laatste kwartaal van 2012, vanwege de strengere
hypotheekregels die per 1 januari 2013 zijn ingegaan en die consumen-
ten niet wilden afwachten. Het aantal afgegeven vergunningen voor
woningen daalde in 2012 met 33%, waardoor de nieuwbouwproductie
ook in 2013 en 2014 zal dalen. Door de slechte omstandigheden op de
woningmarkt kelderde de omzet in 2012 met 15,6%. Ook de
nieuwbouwproductie van utiliteitsgebouwen was hier debet aan. Die
daalde in 2012 met ruim 22%. De productie van kantoren daalde met
25%, de productie van bedrijfsgebouwen met 24%. De daling in de
productie van winkels bedroeg slechts 5%. Leegstand en Het Nieuwe
Werken zorgen ervoor dat er veel minder kantoren en bedrijfspanden
gebouwd worden. De daling in de nieuwbouw van winkels is toe te
schrijven aan de daling in consumentenbestedingen en het toch al grote
aanbod van bestaande winkels. Renovatie zal daarom de komende jaren
voor utiliteitsgebouwen belangrijker worden. Het wordt voor
projectontwikkelaars nog belangrijker om rekening te houden met de
wensen van klanten. Zo moet bij het bouwen van woningen rekening
worden gehouden met de toekomstige zorgvraag. De bouw moet
zodanig worden ingericht dat een woning eenvoudig aangepast kan
worden. Ten slotte gaan projectontwikkelaars steeds vaker voor
bijvoorbeeld beleggers werken voor een fee, waarbij beleggers het
risico dragen en projectontwikkelaars hun expertise inbrengen.
Voor 2013 wordt een verdere daling van de nieuwbouwproductie in
zowel de woning- als utiliteitsbouw verwacht. Voor 2014 verwacht ABN
AMRO nog een daling in de nieuwbouwproductie van woningen, als
gevolg van het tegenvallende aantal vergunningen dat voor de bouw van
woningen is afgegeven. Wel kan in 2014 de utiliteitsbouwproductie
bescheiden groeien, als gevolg van de aantrekkende economie. Om in
aanmerking te kunnen komen voor nieuwe projecten zullen project-
ontwikkelaars rekening moeten houden met de nieuwe wensen in de
utiliteitsbouw. Door Het Nieuwe Werken kunnen kantoren met minder
vierkante meters af en wordt een flexibele indeling noodzakelijk. De
focus blijft in het winkelvastgoed de komende jaren op de A-locaties
liggen. Door internetverkoop is de vraag naar B- en C-locaties zeer
beperkt. Voor bedrijfspanden is nog groei te verwachten in logistiek en
maatschappelijk vastgoed. ABN AMRO verwacht dat de focus in de
nieuwbouw van woningen de komende jaren zal liggen op het
huursegment. Door de nieuwe hypotheekregels zijn koopwoningen
steeds minder aantrekkelijk. Consumenten krijgen moeilijker een
hypotheek en wanneer zij in aanmerking komen voor een hypotheek, is
dit voor een lager bedrag. Wel zal de groei voor projectontwikkeling
moeten komen van de marktsector. De budgetsector, waaronder
woningcorporaties, heeft de nieuwbouwplannen in de ijskast gezet als
gevolg van de verhuurdersheffing.
Aantal bedrijven (per 1 januari 2012): 3.875
▶ waarvan met 1 werkzame persoon: 81,5%
▶ waarvan met >50 werkzame personen: 0,3%
Nieuwbouwproductie B&U: EUR 17,5 mrd
Waarde nieuwbouwvergunningen: -29,1%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
mnw.datawonen.nlwww.neprom.nlwww.platform31.nlwww.nvb-ontwikkelaars.nl
projectontwikkeling
22
0
4.000
8.000
12.000
16.000
20.000
2008 2009 2010 2011 2012
Aanbod Verkoop Verkoopportefeuille
-20%
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
2008 2009 2010 2011 2012r
Woningbouw Utiliteitsbouw
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
2008 2009 2010 2011 2012
x EU
R m
ln
Kantoren Bedrijfspanden Winkels
0
20.000
40.000
60.000
80.000
2008 2009 2010 2011 2012
Verleende vergunningen Gereedgekomen koopwoningen
Verkoop nieuwe koopwoningen verder onderuit
Nieuwbouwproductie zakt weg
Daling bouwproductie winkels beperkt
Bouw koopwoningen zakt verder weg
Bron: Monitor Nieuwe Woningen
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: CBS
▶ In 2012 zijn er slechts 14.346 nieuwbouw koopwoningen verkocht.
Dit aantal is een nieuw dieptepunt. Sinds 1998 zijn er niet zo
weinig nieuwbouw koopwoningen verkocht. De verkoopportefeuille
nam in omvang toe.
▶ Het aanbod van nieuwbouw koopwoningen daalde ook verder in
2012, waaruit blijkt dat bouwers hun productie terugschroeven.
▶ Na een herstel in 2011, zakte de nieuwbouwproductie in de
woning- en utiliteitsbouw in 2012 weer flink weg.
▶ Door de crisis op de woningmarkt, de bezuinigingen en de lage
investeringsbereidheid van bedrijven daalt de nieuwbouwproductie
in 2013 in zowel de woning- als de utiliteitsbouw. In 2014 is enig
herstel in de utiliteitsbouwproductie te verwachten.
▶ De nieuwbouwproductie van kantoren daalde in 2012 voor het
derde opeenvolgende jaar. De daling in 2012 kwam uit op 25%,
waardoor de productie circa 48% lager uitkwam dan in 2009.
▶ De daling in de productie van bedrijfspanden was vergelijkbaar,
namelijk 24%. Sinds 2008 is de productie van bedrijfspanden zelfs
met 58% gedaald.
▶ De nieuwbouwproductie van winkels daalde in 2012 beperkt, met
5%. Daarmee presteren winkels het beste van het commercieel
onroerend goed, ook wanneer naar de lange termijn wordt
gekeken. Sinds 2008 is de productie met 29% gedaald.
▶ Sinds 2009 is het aantal gereedgekomen koopwoningen met 44%
gedaald. Dit is het gevolg van de aanzienlijke daling van het aantal
verkochte nieuwbouw koopwoningen als gevolg van de crisis op de
woningmarkt.
▶ Het aantal verleende bouwvergunningen voor nieuwbouw koop-
woningen is in 2012 sterk gedaald met 43%. In totaal is het aantal
verleende vergunningen voor nieuwbouw koopwoningen sinds
2008 met 66% gedaald. Deze voorlopende indicator laat zien dat
de bodem nog niet bereikt is.
23projectontwikkeling
utiliteitsbouw Utiliteitsbouwproductie in 2012 met 7,5% gedaald
Utiliteitsbouw onder druk door lage investeringsbereidheid bedrijven en leegstand
Nog groei in logistiek-, agrarisch- en zorgvastgoed en transformatie van kantoren
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De utiliteitsbouw neemt circa 30% van de totale bouwproductie voor
haar rekening. Nieuwbouw bedraagt ongeveer de helft van de totale
utiliteitsbouwproductie. De utiliteitsbouw beslaat alle bouwwerken die
geen woonbestemming hebben. Gebouwtypen die onder de utiliteits-
bouw vallen zijn: agrarische gebouwen, kantoren, winkels, bedrijfs-
ruimten, logistieke gebouwen, scholen en zorggebouwen. Branche-
verenigingen binnen de utiliteitsbouw zijn onder meer Bouwend
Nederland en de Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra.
De utiliteitsbouwproductie is in 2012 met 7,5% gedaald. De lage
investeringsbereidheid van bedrijven en de bezuinigingen van over-
heden waren hier de belangrijkste oorzaken van. De nieuwbouw kreeg
zwaardere klappen dan het onderhoud. De orderportefeuille van
utiliteitsbouwers daalde in 2012 van 6,0 maanden naar 5,5 maanden.
Omdat ook de waarde van nieuwbouwvergunningen in 2012 met ruim
14% daalde, is duidelijk geworden dat de malaise in de utiliteitsbouw
nog niet voorbij is. Door de stijgende leegstand van kantoren daalde
het aantal afgegeven nieuwbouwvergunningen hiervoor met 12%. De
NVM heeft berekend dat eind 2012 16% van de kantoren te huur of te
koop stond. Nog slechter deden de winkels het: de waarde van de
vergunningen voor winkels daalde zelfs met ruim 46%. Er was alleen
een stijging te zien in de waarde van de afgegeven nieuwbouw-
vergunningen voor hallen en loodsen. Dit komt doordat logistiek
vastgoed steeds belangrijker wordt, vanwege de sterke groei van het
online winkelen en de opslag die daarvoor nodig is. Hier liggen daarom
ook kansen voor de utiliteitsbouw. Ook zit er toekomst in multi-
functionele gebouwen waarin verschillende gebruikers bij elkaar
gehuisvest worden. Op dit moment wordt de Leegstandwet zo
aangepast dat het eenvoudiger wordt om ook kantoren tijdelijk te
verhuren. Dit kan een impuls geven aan de nieuwbouw, omdat de
oude kantoren zo weer rendement op gaan leveren en de eigenaren in
nieuwe panden kunnen investeren waar wel vraag naar is.
ABN AMRO verwacht voor 2013 een verdere daling in de utiliteitsbouw-
productie. Dit zal vooral de nieuwbouw treffen, maar het onderhoud
staat ook onder druk. Voor 2014 verwacht ABN AMRO een licht herstel
van de utiliteitsbouwproductie, als gevolg van de aantrekkende
economie en de daarmee gepaard gaande hogere investerings-
bereidheid van het bedrijfsleven. Op de korte termijn zijn er op een
aantal gebieden mogelijkheden in de utiliteitsbouw. Als gevolg van
nieuwe regels om dieren beter te beschermen tegen stalbranden zullen
in het Bouwbesluit regels worden opgenomen waar (nieuwe) stallen
vanaf 2014 aan moeten voldoen. Zo moet de technische ruimte van een
nieuwe stal 60 minuten brandwerend zijn. Ook worden er eisen gesteld
aan de constructieonderdelen en aankleding bij nieuw- en verbouw.
Ongeveer 14% van de vergunningen betreft stallen en schuren,
waardoor hier kansen voor bouwers liggen. Daarnaast zijn veel
zorggebouwen aan renovatie of nieuwbouw toe, als gevolg van de
veroudering van de bestaande gebouwenvoorraad. Zeker voor
renovatieprojecten biedt publiek-private samenwerking (PPS) kansen.
Ten slotte ziet ABN AMRO kansen voor utiliteitsbouwers op het gebied
van de transformatie van leegstaande kantoren. Het tegengaan van
leegstand staat hoog op de politieke agenda. De gewijzigde
Leegstandwet maakt het eenvoudiger om bedrijfsgebouwen om te
vormen tot woningen.
Waarde bouwvergunningen: EUR 3,9 mrd
Waarde opleveringen: EUR 9,5 mrd
Utiliteitsbouwproductie: EUR 14,9 mrd
Bouwsom gebouwen: -16,2%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.bouwendnederland.nlwww.cobouw.nlwww.dgbc.nlwww.eib.nl
24
4
5
6
7
8
9
2008 2009 2010 2011 2012
Maa
nden
pro
duct
ie
0,0
2,5
5,0
7,5
10,0
2008 2009 2010 2011 2012
x EU
R m
rd
-20%
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
2008 2009 2010 2011 2012r
Nieuwbouw Groot onderhoud Klein onderhoud
groe
i (j-o
-j)
7,5
8,5
9,5
10,5
11,5
12,5
2008 2009 2010 2011 2012
x EU
R m
rd
Orderportefeuille utiliteitsbouw verslechterd in 2012
Waarde nieuwbouwvergunningen bedrijfsgebouwen gedaald
Utiliteitsbouwproductie omlaag
Bouwkosten bedrijfsgebouwen onderuit
Bron: EIB
Bron: CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
▶ De omvang van de orderportefeuille van de utiliteitsbouw is
gedurende 2012 gedaald van 6,0 maanden naar 5,5 maanden
productie. Dit laat zien dat de vooruitzichten voor de utiliteitsbouw
nog ongunstig zijn.
▶ De omvang van de orderportefeuille staat in schril contrast met die
van de jaren voor de crisis, toen de orderportefeuille nog rond de
7-8 maanden bedroeg.
▶ De waarde van de afgegeven vergunningen daalde in 2012 voor het
vierde jaar op rij en kwam uit op circa EUR 3,9 miljard. Dit is een
daling van ruim 14% ten opzichte van 2011, waarmee een nieuw
historisch dieptepunt is bereikt.
▶ In 2012 is vooral de waarde van de afgegeven vergunningen voor
winkels sterk gedaald, namelijk met ruim 46%. De waarde van de
afgegeven vergunningen voor kantoren daalde met 12%. Hallen en
loodsen lieten een kleine plus van 1% zien.
▶ De utiliteitsbouwproductie daalde in 2012 weer na een stijging in
2011. De totale utiliteitsproductie daalde met 7,5%. De daling werd
veroorzaakt door de sterke daling in de nieuwbouwproductie. Het
groot en klein onderhoud daalde minder sterk.
▶ Door de tegenvallende marktomstandigheden krimpt zowel de
nieuwbouwproductie als het groot en klein onderhoud in 2013,
maar de nieuwbouwproductie wordt zwaarder getroffen. In 2014
zal naar verwachting weer groei te zien zijn.
▶ De totale bouwkosten van gereedgekomen bedrijfsgebouwen
daalden in 2012 sterk. De daling bedroeg bijna 15%.
▶ Opvallend is dat de bouwkosten van gereedgekomen kantoren
heel licht stijgen in 2012. De bouwkosten van de combinatie
bedrijfshallen met kantoor dalen juist weer sterk, met ruim 28%.
▶ Door de slechte marktomstandigheden zullen de bouwkosten van
gereedgekomen bedrijfsgebouwen in 2013 verder dalen. Naar
verwachting zal in 2014 een lichte stijging te zien zijn.
25utiliteitsbouw
woningbouw Woningbouw lijdt onder crisis woningmarkt en onzekere economische situatie
De woningbouwproductie daalde in 2012 met 9,2%
Kansen liggen in het bouwen van huurwoningen voor de vrije sector
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De woningbouw is de grootste branche binnen de bouwsector en
neemt meer dan 40% van de totale bouwproductie voor haar
rekening. Bijna 50% van de totale woningbouw betreft nieuwbouw.
Herstel- en verbouwproductie is goed voor bijna 30% van de
woningbouwproductie en meer dan 20% betreft onderhoud aan
woningen. Circa 35% van de nieuwbouwwoningen wordt in opdracht
van woningbouwcorporaties gebouwd, terwijl ongeveer de helft door
marktpartijen wordt gebouwd. Brancheverenigingen binnen de bouw
zijn onder meer Bouwend Nederland en de Aannemersfederatie
Nederland Bouw en Infra.
Na een jaar van groei daalde de woningbouwproductie in 2012 met
ruim 9%. Hiermee is de tweede dip in de woningbouwproductie
bereikt na de daling in 2009 en 2010. Het aantal opgeleverde nieuw-
bouwwoningen daalde in 2012 naar circa 52.000. Deze daling is het
gevolg van de aanhoudende onzekerheid over de hervormingen van de
woningmarkt. De dalende huizenprijzen, krappere hypotheeknormen
en de verscherpte acceptatiecriteria van banken voor hypothecair
krediet zorgden ervoor dat kopers huiverig waren om hun huis te koop
te zetten. De doorstroming op de woningmarkt kwam hierdoor tot
stilstand. Dit uitte zich ook in de ontwikkeling van de orderportefeuille
van woningbouwers. Die daalde in 2012 van 6,0 naar 5,2 maanden.
Dat er voorlopig nog geen verbetering te verwachten valt in de
woningbouw blijkt uit het aantal afgegeven vergunningen. Dit aantal
daalde in 2012 met 33%, het aantal afgegeven vergunningen voor
koopwoningen daalde zelfs met bijna 43%. Hieruit blijkt dat vooral de
kopersmarkt getroffen wordt door de stilstand op de woningmarkt.
Voor woningbouwers liggen daarom kansen in het huursegment. De
vrije huursector zal de komende jaren belangrijker worden door
enerzijds de strengere regels voor hypotheken en anderzijds de
dalende investeringen van woningbouwcorporaties. Ook zullen
consumenten steeds vaker kiezen voor een huurwoning, omdat ze
behoefte hebben aan een flexibele woonsituatie. Het is in tijden van
tijdelijke arbeidscontracten voor hen belangrijk om eenvoudig te
kunnen verhuizen.
ABN AMRO verwacht dat de nieuwbouwproductie van woningen in
2013 en 2014 verder zal teruglopen. Dit geldt zowel voor koopwoningen
als voor huurwoningen die door woningbouwcorporaties gebouwd
worden. De stilstand op de woningmarkt heeft ertoe geleid dat er een
historisch laag aantal vergunningen zijn afgegeven voor nieuwbouw-
woningen. De bouw van huurwoningen voor de vrije sector zal
belangrijker worden. Daarnaast wordt het belangrijker om efficiënter en
goedkoper te gaan bouwen. Door standaardisatie door te voeren,
kunnen bouwers goedkoper bouwen. Dit moet echter niet ten koste
gaan van de kwaliteit, omdat consumenten dat niet meer accepteren.
Daarnaast kan standaardisatie zorgen voor verminderde faalkosten. Het
groot en klein onderhoud aan woningen zal in 2013 nog krimp laten zien.
Deze krimp blijft wel beperkt door de btw-verlaging op onderhoud van
woningen die per 1 maart 2013 is ingegaan en een jaar geldt. Dit zorgt
ervoor dat er dit jaar meer onderhoud aan woningen wordt gepleegd.
Het effect hiervan zal beperkt zijn, omdat enerzijds consumenten
minder geneigd zijn veel geld in hun huis te investeren en anderzijds
veel consumenten in de periode 2010-2011 al van de tijdelijke btw-
verlaging hebben geprofiteerd. ABN AMRO verwacht dat in 2014 het
groot en klein onderhoud als gevolg van de aantrekkende economie
weer licht zal stijgen.
Aantal afgegeven vergunningen: 37.370
Aantal gereedgekomen woningen: 52.000
Aantal transacties bestaande woningmarkt:
117.261
Prijsindex verkoopprijzen: -6,3%
Woningbouwproductie: EUR 21,6 mrd
Bouwkosten nieuwbouwwoningen: -9,4%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.bouwendnederland.nlwww.cobouw.nlwww.eib.nlwww.swk.nl
26
5,0
5,5
6,0
6,5
7,0
7,5
8,0
8,5
9,0
9,5
10,0
2008 2009 2010 2011 2012
maa
nden
pro
duct
ie
0
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
2008 2009 2010 2011 2012
Bouwers voor de markt Overheid en woningcorporaties Andere particuliere opdr.gevers
-20%
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
2008 2009 2010 2011 2012r
Nieuwbouw Groot onderhoud Klein onderhoud
groe
i (j-o
-j)
0
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
2008 2009 2010 2011 2012r
Huurwoningen Koopwoningen
Orderportefeuille woningbouw daalt
Bouwvergunningen naar historisch laag niveau
Woningbouwproductie sterk onder druk
Gereedgekomen woningen verder omlaag
Bron: EIB
Bron: CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: CBS
▶ Nadat de orderportefeuille van woningbouwers in reactie op de
kredietcrisis sterk kromp, schommelt deze sinds medio 2009
tussen de 5,2 en 6,6 maanden werk. Voor de crisis bedroeg de
orderportefeuille gemiddeld 9 maanden, wat duidelijk maakt hoe
zwaar de crisis in de woningbouw is.
▶ In 2012 daalde de orderportefeuille van 6,0 naar 5,2 maanden.
Vooral in de laatste maanden van 2012 is de orderportefeuille
weggezakt.
▶ In 2012 is het aantal bouwvergunningen voor woningen naar een
historisch dieptepunt gedaald. In totaal daalde het aantal afgegeven
vergunningen met 33%. Voor koopwoningen was de daling bijna
43%, voor huurwoningen slechts 12%.
▶ De krimp was het grootst bij de bouwers voor de markt. De krimp
bij de overheid en woningcorporaties was nog relatief beperkt.
Door de aangekondigde bezuinigingen en de verhuurdersheffing is
de verwachting dat de overheid en woningbouwcorporaties in 2013
en 2014 genoodzaakt zijn om minder te bouwen.
▶ Na een jaar van herstel daalde de woningbouwproductie in 2012
weer sterk. In totaal kromp de woningbouwproductie met 9,2%.
▶ De nieuwbouw werd hard getroffen door onzekerheid op de
woningmarkt over de hervormingen die de overheid ging door-
voeren. De nieuwbouwproductie daalde daarom met 10,3%.
▶ In 2013 en 2014 zal de nieuwbouwproductie verder dalen, wat de
sterke daling in het aantal vergunningen ook suggereert. Het groot
en klein onderhoud kan in beperkte mate profiteren van de
tijdelijke btw-verlaging op renovatiewerkzaamheden aan woningen.
▶ Het aantal opgeleverde woningen daalde in 2012 met ongeveer
10% tot circa 52.000. Meer dan 60% van de opleveringen betrof
koopwoningen.
▶ Door de lage woningbouwproductie van de afgelopen jaren neemt
het woningtekort verder toe.
▶ ABN AMRO verwacht dat het aantal opgeleverde woningen in 2013
verder zal dalen naar 47.000. Dit wordt grotendeels veroorzaakt
door de stagnerende bouw door woningcorporaties, die als gevolg
van de verhuurdersheffing hun nieuwbouwprojecten hebben
stilgelegd.
27woningbouw
leeswijzer
Deze leeswijzer geeft u inzicht in de opbouw van de branche-
analyses en geeft bovendien een verklaring van enkele veel
gebruikte termen.
De brancheanalyses bestaan uit twee volledige pagina’s. Op de
eerste pagina staan achtereenvolgens de volgende onderdelen:
De eerste pagina van de brancheanalyse
▶ Drie bullets
De drie bullets bovenaan de pagina geven de kern van de analyse
weer. In drie korte zinnen wordt een kernachtige samenvatting
van de brancheanalyse weergegeven.
▶ Het blok ‘Branchebeschrijving’
Het blok ‘Branchebeschrijving’ geeft een beknopte omschrijving
en definitie van de branche. De belangrijkste karakteristieken van
de branche worden hierin beschreven.
▶ Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’
Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’ gaat in op de huidige
ontwikkelingen in de branche. De tijdspanne van dit blok ligt in
veel gevallen tussen maart 2012 en maart 2013. In dit blok wordt
in sommige gevallen ook enkele jaren teruggekeken om de
huidige ontwikkelingen en trends beter te kunnen begrijpen.
▶ Het blok ‘Onze visie’
Het blok ‘Onze visie’ geeft de visie over de branche weer van de
sector economen van ABN AMRO Economisch Bureau. De
analyse heeft betrekking op het huidige jaar (2013) en in sommige
gevallen het komende jaar (2014).
▶ Het blok ‘Kerngegevens’
Het blok ‘Kerngegevens’ geeft een overzicht van de meest
relevante (economische) indicatoren die kenmerkend zijn voor de
branche. De gegevens hebben betrekking op 2012, tenzij anders
vermeld. Bij het zoeken naar de gegevens voor dit blok is gebruik
gemaakt van een veelheid van bronnen. Er is vooral gebruik
gemaakt van de gegevens van het CBS, maar tevens zijn andere
bronnen geraadpleegd, zoals brancheorganisaties, onderzoek- en
adviesbureaus, kranten, tijdschriften, internet en overheids-
instanties (waaronder product- en bedrijfschappen, ministeries).
De tweede pagina van de brancheanalyseOp de tweede pagina van de brancheanalyse staan vier
verschillende figuren. In de balk boven de figuren staat de titel van
de figuur in het betreffende blok, inclusief een bronvermelding. In
veel gevallen heeft ABN AMRO Economisch Bureau eigen
bewerkingen en ramingen gemaakt met behulp van de gegevens
van de genoemde dataleverancier. Indien een dergelijke
bewerking heeft plaatsgevonden, dan staat dit vermeld in de balk.
De figuren op pagina 2 hebben betrekking op economische
ontwikkelingen. Onderwerpen die hier onder andere kunnen
worden behandeld zijn: omzetontwikkeling, kostenontwikkeling,
exploitatiebeeld, exportontwikkeling, aantal bedrijven,
werkgelegenheid, marktaandelen, en dergelijke.
Waar staan de letters ‘r’ en ‘v’ voor in de figuren?In de figuren treft u in sommige gevallen een letter ‘r’ of ‘v’ achter
het jaartal aan. In deze gevallen staat de ‘r’ voor een raming (op
basis van beschikbare gegevens t/m bijvoorbeeld november 2011
is een inschatting gemaakt voor de rest van het jaar). De ‘v’ staat
voor voorspelling en betreft de verwachting van de betreffende
sector econoom van ABN AMRO Economisch Bureau.
28
Veel gebruikte termen, inclusief definitiesTot slot van deze leeswijzer een opsomming van enkele veel
gebruikte termen in deze publicatie, inclusief de definitie volgens
ABN AMRO.
▶ Definitie ZZP
ZZP staat voor ‘Zelfstandigen Zonder Personeel’. Ondernemers
die geen personeel in dienst hebben. Het begrip verwijst ook naar
de term ‘freelancer’.
▶ Definitie MKB
MKB staat voor Midden- en KleinBedrijf. In deze publicatie
hanteren we als definitie voor MKB de volgende veel gebruikte
tabel:
Categorie onderneming Werknemers Jaaromzet of jaarlijks
balanstotaal
middelgroot < 250 ≤ € 50 mln. ≤ € 43 mln.
klein < 50 ≤ € 10 mln. ≤ € 10 mln.
micro < 10 ≤ € 2 mln. ≤ € 2 mln.
▶ Definitie FTE
FTE staat voor ‘full-time-equivalent’. Eén fte staat voor een
volledige werkweek van 38 uur.
▶ Definitie BBP
Bruto Binnenlands Product is de totale waarde van alle in een land
geproduceerde goederen en diensten in een bepaalde periode.
29leeswijzer
colofon
De Visie Op Bouw en Vastgoed is een uitgave van ABN AMRO.
Het rapport is geschreven door ABN AMRO Economisch Bureau
op verzoek van ABN AMRO Sector Advisory.
Sectoranalyse Madeline Buijs (Madeline.Buijs@nl.abnamro.com)
Senior Sector Econoom
ABN AMRO Economisch Bureau
Macro economische analyseNico Klene (nico.klene@nl.abnamro.com)
Senior Econoom
ABN AMRO Economisch Bureau
InterviewsJoep Auwerda
Journalist/tekstschrijver
Fotografie interviewsHannie Verhoeven
Commercieel contactAnnemijn Fokkelman (annemijn.fokkelman@nl.abnamro.com,
020-3835132)
Sector Banker Bouw
ABN AMRO Sector Advisory
DistributieWebsite: www.abnamro.nl/bouwenvastgoed
Telefoon: 0900-0024 (e 0,10 per minuut)
Disclaimer
De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door
ABN AMRO betrouwbaar geachte gegevens en informatie, die op
zorgvuldige wijze in onze analyses en prognoses zijn verwerkt. Noch
ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen aansprakelijk
worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuist-
heden. De weergegeven opvattingen en prognoses houden niet meer in
dan onze eigen visie en kunnen zonder nadere aankondiging worden
gewijzigd.
© ABN AMRO, mei 2013
Deze publicatie is alleen bedoeld voor eigen gebruik. Het gebruik van
tekstdelen en/of cijfers is toegestaan mits de bron duidelijk wordt ver-
meld. Verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze publicatie is niet
toegestaan, behalve indien hiervoor schriftelijk toestemming is gekregen
van ABN AMRO. Teksten zijn afgesloten op 15 april 2013.
30
top related