amstelronde passend onderwijs po 27-08 aalsmeer ... jaar: herziening schoolondersteuningsprofiel (op...

80
Ondersteuningsplan 1 2014 – 2018 APRIL 2014 Amstelronde passend onderwijs – PO 27-08 Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn 1 Definitief vastgesteld door bestuur Amstelronde passend onderwijs op 1 april 2014

Upload: lamdang

Post on 17-Jul-2018

215 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Ondersteuningsplan1 2014 – 2018

APRIL 2014

Amstelronde passend onderwijs – PO 27-08

Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn

1 Definitief vastgesteld door bestuur Amstelronde passend onderwijs op 1 april 2014

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 2

Voorwoord

Voor u ligt het concept ondersteuningsplan 2014 – 2018 van Amstelronde passend

onderwijs. Dit is de regio die gevormd wordt door de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen,

Ouder-Amstel en Uithoorn. In het ondersteuningsplan staat hoe wij passend onderwijs

organiseren voor alle leerlingen in de regio Amstelronde. Samen met alle reguliere

basisscholen, het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs zorgen we dat iedere

leerling naar school kan en het beste onderwijs krijgt dat voor hem of haar nodig is. De

scholen binnen Amstelronde werken met elkaar samen om het onderwijs steeds beter te

laten aansluiten bij de grote diversiteit aan onderwijsbehoeften van leerlingen.

Vanaf het moment dat duidelijk werd dat de regio voor passend onderwijs zou gaan

bestaan uit bovengenoemde gemeenten zijn er in bestuurlijke zin voorbereidingen

getroffen om te komen tot een nieuw samenwerkingsverband. Op 20 september 2011

vond de eerste gezamenlijke bijeenkomst plaats met alle besturen die scholen voor

regulier of speciaal onderwijs hebben in dit gebied. Het zogeheten ‘breed bestuurlijk

overleg’ (BBO). De beoogde invoeringsdatum voor passend onderwijs was toen nog 1

augustus 2013.

Vanaf 20 september 2011 is er een bestuurlijke voorbereidingsgroep gestart, het

‘dagelijks bestuur’ (DB) bestaande uit twee bestuurders van de samenwerkingsverband

Amstelzijde en twee van Amstelland Zuid en de Veenlanden en de beide coördinatoren.

Het DB is vanaf september 2011 ongeveer maandelijks bij elkaar geweest. Op 11 mei

2012 kwam de brief van OCW waarin aangegeven werd dat de invoering van passend

onderwijs met een jaar wordt uitgesteld en dat invoering plaatsvindt per 1 augustus

2014. Inhoudelijk is in cursusjaar 2011-2012 gewerkt aan een concept hoofdlijnennotitie.

Op 18 september 2012 is er voor bestuurders, directeuren en intern begeleiders (IB) een

meedenkmiddag georganiseerd waarin naast inhoudelijke thema’s de officiële start van

Amstelronde werd gemarkeerd. Vanaf die tijd zijn er twee werkgroepen (bestuurlijke

voorbereiding en inhoud en financiën) in het leven geroepen.

Op 26 februari 2013 heeft de installatievergadering plaatsgevonden van het bestuur

Amstelronde. Daarmee zijn bovengenoemde werkgroepen opgeheven. Er is een

voorlopige directie benoemd die gestart is met de opbouw van het concept

ondersteuningsplan. De conceptversies in ontwikkeling, zijn vanaf september 2013

voorgelegd aan bestuur, BBO en kernoverleggen Aalsmeer, Uithoorn en de Noord- en

Zuid overleggen (zoals georganiseerd in Amstelveen en Ouder-Amstel) en OOGO

voorbereidingscommissie en in januari 2014 aan de OPR (Ondersteuningsplanraad).

In juni 2013 is de eerste conceptversie van het ondersteuningsplan besproken in het BBO

van Amstelronde passend onderwijs. Op 14 januari 2014 is de definitieve concept versie

door het BBO goedgekeurd. Op 1 april 2014 zal het bestuur Amstelronde het

ondersteuningsplan definitief vaststellen.

José Geijsel en Peter Truijens

directie Amstelronde passend onderwijs

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 3

Inhoud 1. Inleiding ................................................................................................ 6

1.1 Het ondersteuningsplan ...................................................................... 7

1.2 Samenhang met andere documenten ................................................... 8

1.3 Planperiode en overgangsperiode ....................................................... 10

1.4 Procedure en tijdpad vaststelling ondersteuningsplan ........................... 11

2. Missie en visie ...................................................................................... 12

2.1 Missie van Amstelronde .................................................................... 12

2.2 Visie van Amstelronde ...................................................................... 13

2.3 Relevante denkkaders en ontwikkelingen ............................................ 14

2.3.1. Verschuiving verantwoordelijkheden naar maatschappelijk middenveld

....................................................................................................................................................... 14

2.3.2 Vergroten van het zelf organiserend vermogen ............................................. 14

2.3.3 Samenwerking met andere domeinen ................................................................ 14

3. Beoogde resultaten passend onderwijs .................................................... 16

3.1 Startsituatie .................................................................................... 16

3.2 Kwalitatieve resultaten ..................................................................... 16

3.2.1 Samenhangend netwerk van ondersteuningsvoorzieningen ..................... 20

3.3 Kwantitatieve resultaten ................................................................... 25

4. Inrichting passend onderwijs .................................................................. 27

4.1 Vormgeving zorgplicht –goed onderwijs vormt de basis ........................ 27

4.2 Basisondersteuning .......................................................................... 28

4.3 Extra ondersteuning ......................................................................... 28

4.4 Toeleiding naar extra ondersteuning – start op de basisschool ............... 29

4.4.1 Procedure en voorwaarden – arrangeren op school ..................................... 30

4.4.2 Ontwikkelingsperspectief ......................................................................................... 31

4.4.3 Deskundigenadvies .................................................................................................... 31

4.4.4 Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) ........................................................................ 32

4.4.5 Rechtstreekse instroom vanuit voorschoolse voorzieningen ..................... 34

4.4.6 Leerlingen uit een andere regio ............................................................................ 35

4.5 Doorgaande lijn ............................................................................... 36

4.5.1 Beleidsafstemming met voorschoolse voorzieningen ................................... 36

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 4

4.5.2 Overdracht voorschoolse voorzieningen ............................................................ 36

4.5.3 Beleidsafstemming en overdracht met voortgezet onderwijs ................... 37

4.5.4 Passend voortgezet onderwijs ............................................................................... 38

4.5.5 Overgang naar het Voortgezet onderwijs van leerlingen met een

Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) .................................................................................... 38

5. Samenwerking met ouders .................................................................... 39

5.1 Ouders als educatief partner .............................................................. 39

5.2 Afstemming rondom individuele leerlingen .......................................... 39

5.3 Ouders en medezeggenschap ............................................................ 40

6. Organisatie van het samenwerkingsverband ............................................ 41

6.1 Bestuurlijke uitgangspunten .............................................................. 41

6.2 Inrichting van de organisatie ............................................................. 42

6.3 Ondersteuningsplanraad (OPR) .......................................................... 43

6.4 Personeel ........................................................................................ 44

6.5 Geschillenregeling ............................................................................ 45

7. Passend onderwijs in relatie tot gemeentelijk beleid .................................. 47

7.1 Beleidsontwikkeling bij gemeenten ..................................................... 48

7.2 Organisatie van de samenwerking ...................................................... 48

7.3 Samenwerking met jeugdhulp ........................................................... 48

7.4 Leerlingenvervoer in relatie tot passend onderwijs ............................... 49

7.5 Onderwijshuisvesting in relatie tot passend onderwijs ........................... 50

7.6 Leerplicht in relatie tot passend onderwijs ........................................... 50

8. Kwaliteitsontwikkeling ........................................................................... 52

8.1 Monitoring en evaluatie ..................................................................... 52

8.2 Planning- & controlcyclus .................................................................. 54

8.3 Verantwoording ............................................................................... 55

9. Financiën ............................................................................................. 56

9.1. Verdeling van het ondersteuningsbudget ............................................ 56

9.2. Meerjarenbegroting ..................................................................... 60

Lijst met afkortingen................................................................................. 65

Bijlage 1a overzicht basisondersteuning Amstelronde .................................... 67

Bijlage 1b de netwerkschool ...................................................................... 71

Bijlage 1c de smalle ondersteuningsschool .................................................. 72

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 5

Bijlage 1d Wettelijk kader Schoolondersteuningsprofiel ................................. 73

Bijlage 2: Plaatsingsprotocol Amstelronde ................................................... 74

Bijlage 3: Thuiszittersprotocol Amstelronde ................................................. 77

Bijlage 4: Ondertekende instemmingsverklaring…………………………………………………80

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 6

1. Inleiding

Op 1 augustus 2014 wordt de wetswijziging passend onderwijs van kracht. Passend

onderwijs gaat over alle kinderen en jongeren in de leeftijd tot 23 jaar en heeft

betrekking op alle reguliere en speciale onderwijsvoorzieningen die kunnen bijdragen aan

een succesvolle schoolloopbaan2. Schoolbesturen krijgen zorgplicht en de middelen en de

verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs. Zij werken samen in het

nieuwe samenwerkingsverband Amstelronde passend onderwijs. De invoering van de

gewijzigde wet betekent:

Zorgplicht voor schoolbesturen is van kracht.

Veranderde bekostiging van de nieuwe samenwerkingsverbanden gaat van start.

Leerlinggebonden financiering (rugzakje) verdwijnt, de huidige

samenwerkingsverbanden WSNS en de REC’s worden opgeheven en de verplichte

landelijke indicatiestelling door de Commissie van Indicatiestelling (CvI) stopt

evenals de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) die de beschikking

afgeeft voor het Speciaal Basisonderwijs.

Middelen voor lichte ondersteuning (huidige WSNS middelen) en middelen voor

preventieve ambulante begeleiding (PAB) en het budget dat nu gebruikt wordt

voor het schooldeel van de rugzak, gaan per 1 augustus 2014 naar het

samenwerkingsverband passend onderwijs.

Middelen voor ambulante begeleiding (AB) gaan één jaar later, namelijk op 1

augustus 2015 over naar het samenwerkingsverband met de verplichting tot her

besteding van de middelen aan het speciaal onderwijs voor de inzet van AB, tot 1

augustus 2016.

Alle scholen3 voor regulier en speciaal primair onderwijs in de regio Amstelronde maken

deel uit van het nieuwe samenwerkingsverband. De regiogrens van het nieuwe

samenwerkingsverband is via een ministeriële regeling vastgesteld en loopt gelijk met de

grenzen van de gemeenten: Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn. Het

samenwerkingsverband met nummer PO-2708 heeft de naam: Amstelronde passend

onderwijs (hierna: Amstelronde). Het algemene doel van het Amstelronde is om passend

onderwijs te organiseren. Passend onderwijs betekent voor Amstelronde:

‘Goed onderwijs voor alle leerlingen waarbij (onderwijs) ondersteuning en begeleiding

voor leerlingen en leerkrachten beschikbaar is en hulp zo snel mogelijk, in zo licht

mogelijke vorm, zo dicht mogelijk bij huis en op de meest adequate wijze wordt

gegeven’.

Amstelronde krijgt een grote mate van beleidsvrijheid om het onderwijs aan leerlingen zo

goed mogelijk in te richten en het daarmee mogelijk te maken aan bovenstaande missie

te kunnen voldoen. Het ondersteuningsplan beschrijft de manier waarop Amstelronde

zorgt voor een inhoudelijk sterk onderwijsaanbod, voor snelle en adequate hulp en

ondersteuning, zo min mogelijk bureaucratie, korte lijnen en een transparante verdeling

2 Referentiekader Passend Onderwijs,

http://www.poraad.nl/sites/www.poraad.nl/files/book/bestand/referentiekader_pao_versie_def_januari_2013_0.pdf 3 Met uitzondering van twee particuliere scholen en de reformatorische basisschool de Akker in Amstelveen.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 7

van middelen in een organisatorisch en financieel systeem dat het geven van passend

onderwijs beloont.

1.1 Het ondersteuningsplan

In het ondersteuningsplan staan de afspraken die scholen in deze regio hebben gemaakt

met de gemeenten (Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn) en het voortgezet

onderwijs (samenwerkingsverband VO Amstelland en Meerlanden). Het

ondersteuningsplan is een wettelijk verplicht verantwoordingsdocument dat ten minste

één keer per vier jaar wordt opgesteld. Het geeft de wijze aan waarop het

samenwerkingsverband organisatie en financiering van passend onderwijs vorm geeft.

Het wordt opgesteld na ‘op overeenstemming gericht overleg’ (OOGO) met de

gemeente(n), waarbij afspraken zijn gemaakt over aansluiting van onderwijs en

gemeentelijke zorgtaken. Het ondersteuningsplan wordt door het bestuur van het

samenwerkingsverband vastgesteld nadat de Ondersteuningsplanraad (OPR) hierop

instemming heeft verleend. Het voorliggende ondersteuningsplan geldt voor de periode

2014-2018.

Het ondersteuningsplan beschrijft volgens de wet:

a. Het niveau van basisondersteuning dat op alle vestigingen van scholen in het

samenwerkingsverband aanwezig is.

b. De manier waarop het samenwerkingsverband een samenhangend geheel van

voorzieningen voor extra ondersteuning binnen en tussen de scholen organiseert,

zodat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en

leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in

het onderwijs krijgen.

c. De afspraken (procedure en criteria) die de bevoegde gezagsorganen hebben

gemaakt over de verdeling, besteding en toewijzing van de middelen voor extra

ondersteuning en de voorzieningen voor extra ondersteuning aan de scholen,

inclusief een meerjarenbegroting.

d. De procedure en de criteria voor de plaatsing van leerlingen op de speciale scholen

voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband en op scholen voor speciaal

onderwijs en voor voortgezet speciaal onderwijs.

e. De procedure en het beleid voor de terugplaatsing of overplaatsing naar het

basisonderwijs en voortgezet onderwijs voor leerlingen van wie de duur van de

toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is afgelopen.

f. De beoogde en bereikte kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het onderwijs

aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.

g. De manier waarop het samenwerkingsverband ouders informatie verstrekt over de

ondersteuningsvoorzieningen en over de ondersteuningsmogelijkheden voor ouders.

h. De afspraken die zijn gemaakt over de overdracht van het budget voor lichte

ondersteuning aan de scholen voor speciaal basisonderwijs.

i. De afspraken die zijn gemaakt over de overdracht van middelen voor zware

ondersteuning voor leerlingen die na de jaarlijkse teldatum van 1 oktober instromen

in het (v)so, inclusief de afspraken die zijn gemaakt over de overdracht van

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 8

middelen aan het samenwerkingsverband door scholen bij een ontoereikend budget

voor lichte ondersteuning4.

1.2 Samenhang met andere documenten

Het ondersteuningsplan wordt uitgewerkt in activiteitenplannen per schooljaar

(jaarplannen) waarin de doelstellingen worden geconcretiseerd en de benodigde

activiteiten met begroting per jaarplan worden uitgeschreven. De jaarplannen, die als

bijlage aan het ondersteuningsplan worden toegevoegd en een uitwerking vormen van

het ondersteuningsplan, worden tenminste jaarlijks voor 1 mei, te beginnen in 2015, ter

instemming voorgelegd aan de Ondersteuningsplanraad (OPR). De jaarplannen zullen

ook besproken worden in het kernoverleg, het bestuur van Amstelronde en de OOGO

beleidscommissie.

Iedere vier jaar wordt het ondersteuningsplan vastgesteld volgens het wettelijk kader. In

relatie tot andere documenten die van belang zijn, is de tijdtabel als volgt:

Jaarlijks:

- schoolgids;

- herijking gegevens schoolondersteuningsprofiel5 op schoolniveau;

- herijking ondersteuningsplan samenwerkingsverband.

1e jaar: herziening ondersteuningsplan samenwerkingsverband.

3e jaar: herziening schoolondersteuningsprofiel (op swv niveau) inclusief ambities.

4e jaar: herziening schoolplan.

Toezichtkader inspectie

Met de invoering van passend onderwijs krijgen samenwerkingsverbanden veel taken en

verantwoordelijkheden. Bovendien gaan er in samenwerkingsverbanden veel middelen

om. Daarom ontwikkelt de Inspectie van het Onderwijs een apart toezichtkader voor

samenwerkingsverbanden6. Het toezichtkader van de inspectie is risicogericht.

Als uit een risicoanalyse blijkt dat er signalen of aanwijzingen zijn dat het

samenwerkingsverband onvoldoende kwaliteit levert, voert de inspectie een

kwaliteitsonderzoek uit. Tijdens dat kwaliteitsonderzoek stelt de inspectie aan de hand

van een waarderingskader vast of er tekortkomingen zijn.

Voor de risicodetectie hanteert de inspectie een risicomodel dat is gebaseerd op zes

parameters:

1. Thuiszitters, niet deelnemers aan onderwijs: zijn er leerlingen die niet deelnemen

aan het onderwijs?

2. Spreiding en doorstroom in het onderwijs: aan welke onderwijsinstelling volgen de

leerlingen die extra ondersteuning krijgen onderwijs?

4 http://www.passendonderwijs.nl/samenwerkingsverbanden/taken-

samenwerkingsverbanden/ondersteuningsplan/ 5 In bijlage 1d wordt het wettelijk kader van het schoolondersteuningsprofiel beschreven.

6 http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Toezicht/Toezichtkaders

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 9

3. (Eerder gegeven) inspectieoordelen op scholen en instellingen: wat is het aantal

scholen met aangepast toezicht binnen het samenwerkingsverband en in hoeverre

wijkt dit af van het landelijk gemiddelde?

4. Signalen: zijn er signalen die wijzen op tekortkomingen in de uitvoering van

passend onderwijs in een regio?

5. Het ondersteuningsplan, de jaarverslagen en de verdeling van de

ondersteuningsmiddelen: de inspectie ontwikkelt een (risico)analysemodel voor

het ondersteuningsplan. Hierin komen vragen aan de orde zoals: Hoe zijn de

schoolbesturen in het samenwerkingsverband aan elkaar verbonden? Is er sprake

van een structuur waarin ze kunnen komen tot een verdeling van inzet van

personele en financiële middelen op het gebied van ondersteuning?

6. De deskundigheid op het gebied van ondersteuning door de leraar: de

inspectietaak is met ingang van 1 juli 2012 uitgebreid met het beoordelen en

bevorderen van de kwaliteit van het onderwijspersoneel. De vraag is aan de orde

of er in de scholen voldoende deskundigheid aanwezig is en of de leraren

voldoende vakbekwaam zijn op het gebied van pedagogische en didactische

ondersteuning van de leerling die extra ondersteuning nodig heeft. De inspectie

ontwikkelt op dit moment een werkwijze om uitspraken te kunnen doen over de

kwaliteit van de leraar.

Toezicht op de samenwerkingsverbanden versus toezicht op de scholen

Er is verschil tussen de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur en die van het

samenwerkingsverband. Zo is volgens de wet het samenwerkingsverband

verantwoordelijk voor een samenhangend geheel aan ondersteuningsvoorzieningen

binnen en tussen scholen en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen. De zorgplicht

ligt bij de school en het schoolbestuur is dus verantwoordelijk voor de kwaliteit van het

onderwijs aan de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.

Maar in de praktijk liggen de verantwoordelijkheden van de school en het

samenwerkingsverband heel dicht bij elkaar. Want hoe het schoolbestuur de zorgplicht

kan invullen, wordt deels beïnvloed door hoe het samenwerkingsverband op orde is. En

een samenwerkingsverband is bij het creëren van een ‘samenhangend geheel van

voorzieningen’ afhankelijk van de aangesloten schoolbesturen. Als er sprake is van

tekortkomingen in kwaliteit kan de inspectie om een samenhangend geheel van

maatregelen vragen, aan zowel het samenwerkingsverband als de schoolbesturen.

Om het toezicht te kunnen monitoren dient de inspectie het eerste ondersteuningsplan

uiterlijk 1 mei 2014 te ontvangen. Jaarlijks zal het bestuur van het

samenwerkingsverband een jaarverslag opleveren bij de inspectie waarin aangegeven

wordt wat de opbrengsten zijn geweest. Dit jaarverslag zal ter kennisneming ook naar de

vier gemeenten worden gestuurd.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 10

1.3 Planperiode en overgangsperiode

De planperiode van dit ondersteuningsplan loopt van 1 augustus 2014 tot 1 augustus

2018. Het is de eerste keer dat een ondersteuningsplan wordt geschreven en dat dit plan

voor vier jaar wordt geschreven. Aangezien er wat betreft concrete uitwerking van een

en ander nog veel onduidelijk is, kan het plan na de startperiode mogelijk enige

bijstelling nodig hebben. Bij elke formele aanpassing van het plan zal het plan weer voor

4 jaar worden vastgesteld. In elk geval dient voor de periode van 2018 tot 2022 een

nieuw ondersteuningsplan geschreven te worden.

Bij de invoering van passend onderwijs in de regio Amstelronde kiest het bestuur voor

een zorgvuldige en doortastende aanpak. Deze aanpak is gericht op het bieden van

passend onderwijs aan alle leerlingen. Hierbij is duidelijk dat scholen in dit gebied de

afgelopen jaren al stappen in de goede richting hebben gezet. Dit blijkt onder meer uit de

relatief lage gemiddelden van deelnamepercentages voor leerlingen in het speciaal

(basis) onderwijs en het gebruik van rugzakjes. De gemiddelden hiervan zijn lager dan

de landelijke gemiddelden.

De keuze voor een zorgvuldige en doortastende aanpak komt onder meer tot uiting in

het gegeven dat er sinds eind februari 2013 een bestuur voor Amstelronde operationeel

is. Ook heeft het bestuur beide coördinatoren van de huidige samenwerkingsverbanden

WSNS met ingang van 1 mei 2013 benoemd in de directie van Amstelronde (tijdelijk tot

1 augustus 2015). Te beginnen met een omvang per persoon van 1 dag per week met

ingang van 1 mei 2013. Per 1 november 2013 uit te breiden naar 1 ½ tot 2 dagen per

persoon per week.

In de overgangsperiode zijn drie fasen te onderscheiden:

1. 1 augustus 2013 – 1 augustus 2014

Dit is de fase van afbouw van de huidige WSNS samenwerkingsverbanden

Amstelzijde en Amstelland Zuid en de Veenlanden en de uiteindelijke liquidatie

van beide verbanden per 31 juli 2013. Dit is ook de fase van de verdere

voorbereiding, het oefenen en experimenteren en het geleidelijk overgaan naar

andere werkwijzen en aanpakken. Bijvoorbeeld wordt hierbij gedoeld op het ‘leren

arrangeren’ op schoolniveau. De huidige wetgeving (WPO, WSNS, WEC, LGF) is

nog van toepassing tot 1 augustus 2014.

2. 1 augustus 2014 – 1 augustus 2016

Op 1 augustus 2014 gaat passend onderwijs van start. Dat wil zeggen dat naast

de middelen van lichte ondersteuning (huidige WSNS middelen), het schooldeel

van de huidige rugzakmiddelen rechtstreeks naar het samenwerkingsverband

gaat. De middelen voor de ambulante begeleiding (AB) worden tot 1 augustus

2016 herbesteed bij het Speciaal onderwijs (SO) voor de inzet van AB.

In deze periode komt bestuur Amstelronde met een voorstel over hoe met ingang

van 1 augustus 2015 het management en aansturing van Amstelronde gaat

plaatsvinden, aangezien de huidige directie tot 1 augustus 2015 benoemd is.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 11

3. 1 augustus 2015 – 1 augustus 2020

Vanaf 1 augustus 2015 tot 1 augustus 2020 vindt de zogenaamde ‘verevening’

plaats. Dit is de compensatie voor samenwerkingsverbanden, negatief dan wel

positief, afgezet tegen het landelijk gemiddelde gebruik van speciaal onderwijs en

rugzak. Voor Amstelronde pakt dit positief uit, dat wil zeggen in de periode 2015-

2020 komt er gefaseerd geld bij (in 2020 oplopend tot € 1.254.410,- extra). Zie

hiervoor de kengetallen zoals te vinden op www.passendonderwijs.nl7 en

paragraaf 3.5. Vanaf 1 augustus 2015 komen ook de middelen voor ambulante

begeleiding (AB) naar de samenwerkingsverbanden.

1.4 Procedure en tijdpad vaststelling ondersteuningsplan

Tijdpad Procedure

Juni – december 2013 Bespreken van (delen van) concept ondersteuningsplan

Amstelronde, zoals bestuur, kernoverleg Aalsmeer, Uithoorn,

Noord en Zuid, ambtelijke OOGO voorbereidingscommissie;

Ondersteuningsplanraad (OPR).

14 januari 2014 Voorleggen concept ondersteuningsplan Amstelronde aan

breed bestuurlijk overleg (BBO), waarin alle bij Amstelronde

aangesloten schoolbesturen vertegenwoordigd zijn.

1 februari 2014 Ter instemming voorleggen aan Ondersteuningsplanraad (OPR

heeft wettelijk instemmingsrecht).

4 en 6 februari 2014 Aangepaste conceptversie ondersteuningsplan ligt ter

bespreking voor aan de kernoverleggen Aalsmeer,

Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn

20 februari 2014 Bestuurlijk OOGO met portefeuillehouders van de vier

betrokken gemeenten, bestuur en directie Amstelronde op

basis van voorbereiding door ambtelijke

voorbereidingscommissie OOGO

1 april 2014 Concept ondersteuningsplan Amstelronde ligt ter definitieve

vaststelling voor bij bestuur Amstelronde passend onderwijs

1 mei 2014 Verzending van definitieve ondersteuningsplan Amstelronde

passend onderwijs naar onderwijsinspectie

7 http://swv.passendonderwijs.nl/PO2708/

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 12

2. Missie en visie

Met de invoering van passend onderwijs heeft Amstelronde de wettelijke verplichting en

de maatschappelijke opdracht om alle kinderen een passend onderwijsaanbod te bieden.

Alle kinderen in de basisschoolleeftijd in de regio Amstelronde kunnen in principe op

basisscholen in deze regio passend onderwijs krijgen. Scholen kunnen hierbij zelf en met

gebruikmaking van anderen ondersteuning organiseren.

Met basisscholen worden alle basisscholen bedoeld, dus ook de speciale scholen voor

basisonderwijs. Daarbij wil Amstelronde aansluiten bij de eigen ontwikkeling en de eigen

kracht van de scholen. Passend onderwijs betekent niet dat álle kinderen op de reguliere

basisschool onderwijs volgen. Voor sommige kinderen is het beter om onderwijs te

volgen op een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs.

Amstelronde wil bovenstaande realiseren door een sluitende, gebiedsgerichte aanpak. De

activiteiten van Amstelronde zullen zich vooral richten op het realiseren van meer

expertise in en nabij de school.

2.1 Missie van Amstelronde

De missie van de schoolbesturen in het samenwerkingsverband Amstelronde is om:

Goed onderwijs te bieden aan alle leerlingen waarbij (onderwijs) ondersteuning en

begeleiding voor leerlingen en leerkrachten beschikbaar is en hulp zo snel

mogelijk, in zo licht mogelijke vorm, zo dicht mogelijk bij huis en op de meest

adequate wijze wordt gegeven.

De tien uitgangspunten daarbij zijn:

Onderwijs en ondersteuning organiseren we zo thuis nabij mogelijk.

We gaan uit van de kracht en het zelf organiserend vermogen van leerkrachten,

leerlingen, ouders, scholen en kernen8.

We brengen het onderwijs naar het kind en niet het kind naar het onderwijs.

Het belangrijkste werk vindt plaats in de klas, op school en in de kern.

We gaan arrangeren in plaats van indiceren.

We bieden hulp op basis van vragen en sturen door resultaten regelmatig te

evalueren.

We bieden hulp gericht op de organisatie en het systeem rond het kind en zoeken

daarbij aansluiting met de zorgstructuren binnen de kernen.

Ondersteuning nemen we niet over, we helpen leerkracht, ouders, leerling en

schoolteam het zelf te kunnen.

Het gaat om importeren van expertise in plaats van exporteren van problemen.

De school hoeft niet alles zelf te kunnen, maar heeft een hoge ambitie om

passend onderwijs te bieden.

8 Amstelronde werkt organisatorisch vanuit vier kernen: Aalsmeer, Uithoorn, Noord (scholen ten noorden van

de A9) en Zuid (scholen ten zuiden van de A9). Er is vijf maal per jaar een kernoverleg waarin directeuren en IB-ers per kern bij elkaar komen. In het kernoverleg staat beleidsvoorbereiding en –uitvoering van passend onderwijs op de agenda.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 13

2.2 Visie van Amstelronde

Om bovenstaande missie te kunnen realiseren, is het noodzakelijk een dekkend netwerk

van onderwijsvoorzieningen te ontwikkelen. Dit zo thuisnabij mogelijk en op basis van

integraal georganiseerde ondersteuning. Amstelronde ziet goed onderwijs binnen de

scholen hierbij als basale voorwaarde.

Kwaliteit doet ertoe:

Een goede kwaliteit van de basisondersteuning zorgt ervoor dat scholen minder verwijzen

en de kosten lager zijn. We vertrouwen scholen in hun professionaliteit, zelf organiserend

vermogen en daarmee het vervullen van de zorgplicht. Uitgangspunt is dat de leerkracht

het verschil maakt door goed om te gaan met de verschillen in de klas. De leerkrachten

doen dit onder andere door te differentiëren, handelings- en opbrengstgericht te werken

en zich blijvend te professionaliseren.

Ondersteuning van het dagelijkse systeem:

Het snel signaleren van hulpvragen ten aanzien van de ontwikkeling van kinderen in de

dagelijkse lespraktijk moet leiden tot passende ondersteuning in de klas, op school, in de

wijk, de buurt, het dorp of de gemeente. Door het laagdrempelig beschikbaar maken van

ondersteuning op basis van onderwijskundige vragen van leerkrachten (onder

verantwoordelijkheid van de scholen) en opvoedkundige vragen van ouders (onder

verantwoordelijkheid van en gefinancierd door de gemeenten) kan passend onderwijs en

passende begeleiding of zorg geboden worden op de eigen school in de kern, de buurt,

het dorp of de gemeente.

Verbinden in een maatschappelijke context:

Verbinding en samenwerking op het niveau van de gemeente, de kern of het dorp,

moeten een antwoord geven op de schotten die tussen de domeinen (jeugd-)zorg,

onderwijs, sociale zekerheid, wonen en zorg zijn georganiseerd. We streven naar

daadkrachtige ondersteuningsteams in scholen. Herkenbaar voor professionals, leerlingen

en ouders.

Bestuurlijke inrichting:

Het verleggen van geldstromen betekent dat een omslag nodig is in cultuur, beleid en

sturing. We doen centraal wat nodig is en decentraal wat kan. Daarbij streven we ernaar

om zoveel mogelijk ondersteuningskracht en middelen in en onder verantwoordelijkheid

van de scholen te realiseren. Aansluitend bij de uitgangspunten ‘eigen kracht’ en ‘zelf

organiserend vermogen’ van Amstelronde

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 14

2.3 Relevante denkkaders en ontwikkelingen

2.3.1. Verschuiving verantwoordelijkheden naar maatschappelijk

middenveld

Het ministerie van OCW wil met de invoering van Passend Onderwijs het onderwijs voor

alle leerlingen verbeteren. Het benutten van talent, de professionalisering van

leerkrachten en de samenhang met de jeugdhulp staan hierbij voorop.

Passend Onderwijs staat niet op zichzelf. Bestaande stelsels, zoals de (algemene) zorg,

jeugdzorg en sociale zekerheid, hebben hun grenzen bereikt als het gaat om de

financierbaarheid en maatschappelijke effecten. De uitgangspunten van de minister

rondom Passend Onderwijs vertonen dan ook grote overeenkomsten met de

veranderende wetgeving op deze aangrenzende gebieden. Het verleggen van

geldstromen en verantwoordelijkheden naar het maatschappelijk middenveld staat

telkens centraal.

Kinderen, jongeren en hun gezinnen maar ook de leerkrachten dienen op basis van hun

vragen direct en in de eigen thuis- of schoolsituatie ondersteuning te krijgen. Een groot

verschil met de vorige wetgeving waarbij op basis van loketten en indicatieorganen de

zorgmiddelen beschikbaar werden gesteld.

2.3.2 Vergroten van het zelf organiserend vermogen

Passend Onderwijs is een politiek antwoord op verschillende ontwikkelingen, zoals de

groei van het (voortgezet) speciaal onderwijs en het toenemende aantal leerlingen met

een rugzakje. Passend Onderwijs gaat over een verdelingsvraagstuk voor

samenwerkingsverbanden.

Door de groei van het aantal leerlingen met een indicatie voor het (voortgezet) speciaal

onderwijs is een financieel vraagstuk ontstaan. Tegelijkertijd maakt de overheid zich

zorgen over de stigmatiserende werking van de onafhankelijke indicatiestelling. Deze is

van invloed op het uitplaatsen van leerlingen uit het thuisnabije reguliere onderwijs naar

speciale voorzieningen. Ook lijkt dit fenomeen volgens OCW een effect te hebben op de

kansen op deelname op de arbeidsmarkt of vervolgonderwijs.

Dit betekent dat er een beweging in gang is gezet naar het niveau van de wijk, de buurt ,

het dorp of de gemeente. Het zelf organiserend vermogen van gezinnen en scholen staat

hierbij centraal. Besturen krijgen nadrukkelijk de verantwoordelijkheden voor de

onderwijskwaliteit en de kwaliteit van zorg die daar sterk mee samenhangt.

2.3.3 Samenwerking met andere domeinen

De schoolbesturen in het PO en VO en de gemeenten werken samen aan de gewenste

veranderingen in het jeugd- en onderwijsdomein. De gezamenlijke visie en ambities

kunnen als volgt samengevat worden:

1. a. De leerkracht in de klas kan zelf meer kinderen de passende ondersteuning

bieden die zij nodig hebben.

b. Kinderen die in aanvulling op deze ondersteuning nog ondersteuning of zorg

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 15

van andere professionals nodig hebben krijgen deze zoveel mogelijk in de school

of de eigen buurt aangeboden (= basisondersteuning/basiszorg).

2. Een kind waarvan de onderwijsbehoefte de basisondersteuning van de school

ontstijgt komt in aanmerking voor extra ondersteuning in de vorm van een

arrangement, georganiseerd op de eigen school of op een andere basisschool of

school voor speciaal (basis) onderwijs.

Het bieden van gespecialiseerde zorg voor de jeugd gebeurt in afstemming met de

gemeente die vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk wordt voor alle vormen van

jeugdzorg. In een gebiedsgerichte aanpak zijn teams met professionals van verschillende

organisaties (gemeente, zorg, onderwijs) met elkaar verbonden. Zij werken op basis van

de vraag en zijn beschikbaar en zichtbaar in de school en in de wijk. Opbrengsten en

resultaten worden geëvalueerd.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 16

3. Beoogde resultaten passend onderwijs

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op (operationele) doelstellingen, in termen van

kwalitatief en kwantitatief te behalen resultaten. Deze doelstellingen komen voort uit de

missie en visie die Amstelronde heeft verwoord in Hoofdstuk 2.

3.1 Startsituatie

De scholen van Amstelronde zijn al vanaf de invoering van Weer Samen Naar School en

de leerlinggebonden financiering (lgf, het rugzakje) bezig om ervoor te zorgen dat

kinderen zo thuisnabij mogelijk passend onderwijs krijgen. Dit heeft ertoe geleid dat er

op dit moment, vergeleken met de landelijke gemiddelden, relatief weinig gebruik

gemaakt wordt van het speciaal onderwijs en het rugzakje. Zie onderstaande tabel,

waarvan de cijfers gebaseerd zijn op 20139

Deelname % op basis van de leerlingtelling 1-10-2013

sbo10 so cat 111 so cat 212 so cat 313 so totaal14 rugzakken15

PO2708 2,55% 0,80% 0,08% 0,11% 0,99% 0,85%

Landelijk 2,60% 1,34% 0,09% 0,21% 1,64% 0,95%

Zoals uit bovenstaande cijfers blijkt staat Amstelronde wat betreft deelname aan het

speciaal basisonderwijs (sbo) iets onder het landelijk gemiddelde. Voor wat betreft het

aantal leerlingen in scholen voor speciaal onderwijs (categorieën 1 t/m 3) staat

Amstelronde ruim onder het landelijk gemiddelde. Ook het aantal rugzakken ligt onder

het landelijk gemiddelde.

Gezien de eerder geformuleerde missie en visie van Amstelronde is de ambitie te streven

naar een deelnamepercentage van 2% voor het speciaal basisonderwijs en 1% voor het

speciaal onderwijs.

3.2 Kwalitatieve resultaten

Amstelronde streeft in de komende periode onderstaande kwalitatieve resultaten na.

1. Het ondersteunen en faciliteren van goed onderwijs op alle scholen.

2. Realiseren van een dekkend onderwijs- en ondersteuningsnetwerk voor alle

leerlingen in de basisschoolleeftijd.

3. Het organiseren van zo thuisnabij mogelijk onderwijs

9 Deze cijfers zijn afkomstig van www.passendonderwijs.nl .

10 sbo is speciaal basisonderwijs.

11 SO categorie 1 zijn leerlingen cluster 4, ZMLK en LZ.

12 SO categorie 2 zijn leerlingen met een lichamelijke beperking (LG).

13 SO categorie 3 zijn leerlingen met een meervoudige beperking (MG).

14 Hierin zijn niet meegerekend de leerlingen in het Speciaal Onderwijs cluster 1 (slechtziende en blinde

kinderen) en in cluster 2 (dove kinderen of kinderen met een ernstige spraak taalstoornis). Scholen voor cluster 1 en 2 vallen qua financiering buiten het wetsvoorstel passend onderwijs. 15

Ook dit betreft uitsluitend de rugzakken cluster 3 en 4 (categorie I, II en III) en niet cluster 1 en 2.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 17

4. Mogelijkheden bieden zodat scholen, ouders (en kind) en zorgpartners in staat

gesteld worden (handelingsgericht) te arrangeren en waarin een goede

samenwerking met gemeenten en zorgpartners wordt gerealiseerd.

5. Alle kinderen naar school.

Nadere uitwerking van bovenstaande kwalitatieve resultaten:

1. Het ondersteunen en faciliteren van goed onderwijs op

alle scholen.

Het bieden van kwalitatief goed onderwijs is een verantwoordelijkheid van het

betreffende schoolbestuur. Om kinderen een passend aanbod te kunnen bieden, wordt

geïnvesteerd in didactische en signalerende kwaliteiten van leerkrachten, het nastreven

van een pedagogisch klimaat van hoge maar realistische verwachtingen en een

schoolcultuur waarin het benutten van de mogelijkheden van het kind als uitdaging

wordt gezien.

Amstelronde heeft geen directe verantwoordelijkheid inzake de onderwijskwaliteit van

scholen. Dit ligt immers bij het betreffende bevoegd gezag van de school. Echter, de

gevolgen kunnen wel direct merkbaar zijn in het realiseren van onze missie waardoor

sprake is van een indirecte verantwoordelijkheid. Daarnaast zal de onderwijsinspectie

het samenwerkingsverband aanspreken op het realiseren van de basisondersteuning en

het aantal thuiszitters binnen de regio. Ten behoeve van bovengenoemde indirecte

verantwoordelijkheid heeft het bevoegd gezag van de school bij een toegekend

arrangement ‘zwak of zeer zwak’ de verantwoordelijkheid om dit te melden bij het

bestuur van Amstelronde.

Doelstelling voor alle scholen:

Alle deelnemende scholen beschikken vanaf schooljaar 2015-2016 over een

basisarrangement van de inspectie en behouden dit in de toekomst.

2. Realiseren van een dekkend onderwijs- en

ondersteuningsnetwerk voor alle leerlingen in de

basisschoolleeftijd.

Basisondersteuning wordt in het referentiekader Passend Onderwijs omschreven als

‘door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte

curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school

planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met

ketenpartners, worden uitgevoerd’.

Amstelronde stelt als ambitieniveau voor de basisondersteuning dat in 2018 80% van de

scholen een ‘smalle ondersteuningsschool’ is. Dit betekent dat de huidige

basisondersteuning gesteld wordt op die van een ‘netwerkschool’. In de komende vier

jaar zullen scholen aan de hand van aangereikte indicatoren in staat gesteld worden om

na te gaan in hoeverre ze gevorderd zijn op weg naar een ‘smalle

ondersteuningsschool’.

Om in de toekomst te kunnen voldoen aan het gestelde niveau van basisondersteuning

zal Amstelronde de komende jaren de overdracht van de ondersteuningsmiddelen naar

de scholen gefaseerd gaan verhogen. Op deze wijze zijn scholen in staat om de

vastgestelde basisondersteuning in de toekomst te kunnen bieden.

Doelstelling:

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 18

Het merendeel van de scholen (80%) is per 1 augustus 2018 in staat om te voldoen aan

de basisondersteuning die gesteld wordt op het niveau van smalle ondersteuningsschool.

Voor kinderen met ondersteuningsbehoefte waaraan de basisondersteuning niet kan

voldoen, organiseert de school extra ondersteuning.

Extra ondersteuning wordt in het referentiekader Passend Onderwijs omschreven als

‘alle vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of zorg die de

basisondersteuning overstijgen’.

Amstelronde stelt scholen in staat om extra ondersteuning in de vorm van

arrangementen te organiseren, waarbij de volgende uitgangspunten gelden:

gericht op onderwijsbehoeften en niet op kindkenmerken

gericht op tijdelijke interventie waarna het kind weer kan functioneren binnen de

basisondersteuning

Doelstelling:

Voor elk kind zal per augustus 2014 extra ondersteuning beschikbaar zijn, wanneer dit

nodig is.

3. Het organiseren van zo thuisnabij mogelijk onderwijs

Om zo thuisnabij mogelijk onderwijs te kunnen bieden, gaan de drie huidige SBO-

voorzieningen intensief samenwerken en in samenwerking met het speciaal onderwijs

investeren in verbrede toelating. Hierdoor zal een aantal kinderen dat op dit moment

verwezen wordt naar het speciaal onderwijs (vaak niet thuisnabij) binnen de SBO-

voorziening of het regulier basisonderwijs (meer thuisnabij) passend onderwijs krijgen.

Daarnaast is de verwachting dat meer kinderen regulier geplaatst kunnen worden omdat

op termijn het niveau van basisondersteuning stapsgewijs verhoogd wordt.

Amstelronde wil dit realiseren door:

het opzetten van een pilot voor verbrede toelating (samenwerking tussen drie

SBO scholen en SO cluster 3 en 4);

stapsgewijs overdragen van ondersteuningsmiddelen naar het onderwijsveld

‘extra ondersteuning’ zoveel mogelijk gericht op terugplaatsing binnen het

regulier basisonderwijs

Het organiseren van zo thuisnabij mogelijk onderwijs betekent overigens nog steeds dat

er kinderen zullen zijn (en blijven) voor wie een plaats in het Speciaal onderwijs de

meest passende plek is. Dit geldt in elk geval voor kinderen die via plaatsbekostiging

(via het medische circuit en/of de zorginstelling) een plaats in het SO krijgen

toebedeeld.

Doelstelling:

1) Meer kinderen volgen vanaf augustus 2016 meer thuisnabij passend onderwijs

2) Het (speciaal) basisonderwijs is in staat, in het kader van ‘verbrede toelating’,

een passend aanbod voor een aantal kinderen die nu aangewezen zijn op speciaal

onderwijs te realiseren.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 19

4. Mogelijkheden bieden zodat scholen, ouders (en kind) en

zorgpartners in staat gesteld worden

(handelingsgericht) te arrangeren en waarin een goede

samenwerking met gemeenten en zorgpartners wordt

gerealiseerd.

Amstelronde bevordert dat scholen steeds meer in staat zijn om op schoolniveau die

ondersteuning te organiseren die nodig is om een goed passend aanbod te creëren en te

organiseren die nodig is om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte van het kind

en de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht. In het ondersteuningsteam zijn, indien

relevant, ook zorgpartners en/of instanties vanuit de gemeente (zoals CJG), aanwezig.

Deze worden uitgenodigd door directie en IB van de school in samenspraak met de

Amstelrondespecialist van het samenwerkingsverband.

Amstelronde heeft daartoe in de voorbereiding van de start van passend onderwijs

ondersteuning geboden door het faciliteren van pilots om de werkwijze van het werken

in ondersteuningsteam te kunnen uitvoeren. Amstelronde zal dit de komende periode

blijven ondersteunen en daartoe ook middelen inzetten om het ondersteuningsteam op

school verder te professionaliseren.

Doelstelling:

Meer scholen zijn in staat om een ondersteuningsteam adequaat, efficiënt en

resultaatgericht te organiseren, waarbij de driehoek school, ouders en kind optimaal

wordt benut en waarbij samenwerking georganiseerd is met zorgpartners en

gemeenten.

5. Alle kinderen naar school

Een belangrijke reden voor het invoeren van de zorgplicht is het voorkomen van

thuiszitters16 en het bevorderen dat alle kinderen naar school gaan door onder meer een

eenduidig aannamebeleid.

Deze verantwoordelijkheid van het voorkomen van thuiszitters, wordt met de wetgeving

passend onderwijs niet meer alleen belegd bij de autonome schoolbesturen maar ook bij

het bestuur van het samenwerkingsverband. De onderwijsinspectie heeft ‘thuiszitters’

opgenomen als parameter binnen het toezichtskader.

Amstelronde heeft een ‘plaatsingsprotocol’ (bijlage) beschikbaar. Hierin zijn afspraken

gemaakt tussen schoolbesturen aangesloten bij Amstelronde ten aanzien van plaatsing

van kinderen. Ook is een ‘thuiszittersprotocol’ (bijlage) beschikbaar waarin afspraken

zijn gemaakt tussen de vier gemeenten en Amstelronde over hoe om te gaan met

verzuim. In dit protocol is opgenomen wat van de scholen en de schoolbesturen wordt

verwacht en wat de positie en verantwoordelijkheid is van het schoolbestuur, het

samenwerkingsverband en leerplicht.

Doelstelling:

Schoolbesturen hebben per 1 augustus 2014 op niveau van Amstelronde een eenduidig

plaatsingsprotocol en een thuiszittersprotocol vastgesteld en passen dit toe.

16

Een thuiszitter is een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar die valt onder de kwalificatieplicht en die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en die zonder geldige reden meer dan 4 weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht resp. vrijstelling van geregeld schoolbezoek wegens het volgen van ander onderwijs (Ingrado, landelijke vereniging leerplicht).

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 20

3.2.1 Samenhangend netwerk van ondersteuningsvoorzieningen

Basisscholen

In de regio Amstelronde gaan veruit de meeste leerlingen naar het reguliere onderwijs.

Er gaan 13.696 (97,4%) leerlingen naar een reguliere basisschool (teldatum 1-10-2013).

In de regio zijn 41 verschillende basisscholen met één of meer vestigingen. De

basisscholen zijn verdeeld over 12 verschillende besturen. Het samenwerkingsverband is

interzuilair dat betekent dat algemeen bijzondere, protestants-christelijke, openbare en

rooms-katholieke scholen zijn aangesloten. De scholen zijn verdeeld over de vier

gemeenten van het samenwerkingsverband:

Aalsmeer

Amstelveen

Ouder-Amstel

Uithoorn

Wat betreft de organisatie van de ondersteuning werkt Amstelronde in vier

kernoverleggen, te weten: Aalsmeer, Uithoorn, Noord en Zuid (dat wil zeggen het gebied

ten Noorden van de A9: Amstelveen Noord en Ouder-Amstel en het gebied ten zuiden

van de A9: Amstelveen centrum en zuid). Dit wordt in hoofdstuk 6 (Organisatie) nader

uitgewerkt.

Kernoverleg

Aalsmeer

Kernoverleg

Noord

Kernoverleg

Uithoorn

Kernoverleg

Zuid

Antonius School

Jozef School

Oosteinderschool

De Wegwijzer

De Hoeksteen

De Graankorrel

De Brug

OBS Samen Eén

OBS de Zuidooster

OBS Kudelstaart

1e Amstelveense

Montessorischool

Michiel de Ruyter

Piet Hein

Martin Luther

Kingschool

Jan Hekmanschool

Grote Beer

Amstelschool

Brede School

Rembrandt

Roelof Venema

school

Joost

v.d.Vondelschool

Het Kofschip

Bekemaschool

De Kwikstaart

De Regenboog

De Vuurvogel

’t Startnest

’t LAB

De Zon

De Springschans

Toermalijn

De Kajuit

2e Amstelveense

Montessorischool

De Pionier

De Zwaluw

De Westwijzer

Karel Eykman

school

Het Palet-zuid

Willem-

Alexanderschool

De Cirkel

De Horizon

De Triangel

Vrije School Parcival

Scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO)

In de regio gaan er 359 (2,55%) leerlingen naar het speciaal basisonderwijs (teldatum 1-

10-2013). Er zijn drie scholen voor speciaal basisonderwijs, verdeeld over twee

schoolbesturen. Het SBO is voor leerlingen die extra ondersteuning en voorzieningen

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 21

nodig hebben maar in principe niet in aanmerking komen voor het speciaal onderwijs.

SBO scholen bieden onderwijs aan leerlingen van 4 t/m 13 jaar en deze scholen hebben

dezelfde kerndoelen als reguliere basisscholen. Ze hebben echter meer middelen

waardoor klassen meestal kleiner zijn, leerkrachten extra expertise hebben en er op

school ondersteuning is van een orthopedagoog of psycholoog. Soms hebben SBO

scholen ook de beschikking over andere specialisten zoals logopedist,

kinderfysiotherapeut, speltherapeut, dyslexiebehandelaar, etc. Hierdoor zijn SBO scholen

in staat het onderwijs verder af te stemmen op de onderwijsbehoefte van de leerling.

Binnen de regio Amstelronde zijn er, behalve de Pionier (SO-school cluster 4 van de

Bascule, Duivendrecht), geen scholen voor speciaal onderwijs. Om die reden hebben de

drie SBO scholen in Amstelronde de ambitie om een deel van de kinderen die nu naar het

Speciaal onderwijs gaan (m.n. SO categorie 1: zml, lzk, cluster 4), in een ‘verbrede’

toelating op te nemen17. Dit komt ten goede aan het uitgangspunt dat zoveel mogelijk

thuisnabije onderwijsondersteuning geboden kan worden. De SBO scholen van

Amstelronde zijn.

De Dolfijn www.dedolfijn.nl

De Schakel www.sbodeschakel.nl

Wending www.sbo-wending.nl

Als onderdeel van de verbrede toelating van de SBO scholen kan gerekend worden de

huidige JRK voorziening op de Dolfijn en Schakel. Amstelronde wil vooralsnog een deel

van de financiering van de JRK voorziening voor haar rekening nemen. Dat wil zeggen

dat beide schoolbesturen in het kader van een ‘overgangsregeling’ in cursusjaar 2014 –

2015 middelen krijgen om de observatiefunctie duidelijk te beschrijven. In de loop van

dit overgangsjaar en afhankelijk van het resultaat van de beschrijving van de

observatiefunctie zal bepaald worden of, en zo ja in welke mate, deze voorziening vanuit

Amstelronde deels bekostigd zal worden in het tweede jaar.

Met de drie SBO scholen van Amstelronde zullen nadere resultaatafspraken gemaakt

worden hierover en over de verbrede toelating.

Scholen voor speciaal onderwijs (SO), Categorie 1, 2 en 3

In de regio gaan 139 (0,99 %) leerlingen naar het speciaal onderwijs (Categorie 1, 2 en

3, teldatum 1-10-2013). Daarnaast gaan ook nog 39 kinderen, woonachtig in dit gebied,

naar scholen voor cluster 1 of 2. Het speciaal onderwijs is voor leerlingen die vanwege

min of meer ernstige leer- of gedragsproblemen, lichamelijke, zintuiglijke of

verstandelijke beperkingen of vanwege gedragsstoornissen extra zorg op school nodig

hebben. De leerlingen krijgen in het speciaal onderwijs specifiek gerichte aandacht en

ondersteuning en volgen het onderwijs in kleinere klassen dan in het reguliere onderwijs

en het speciaal basisonderwijs. Er zijn ook aanvullende expertise en voorzieningen

aanwezig om deze kinderen onderwijs op maat te kunnen bieden.

In het gebied van Amstelronde is slechts één school voor speciaal onderwijs aanwezig,

namelijk de Pionier (school verbonden aan het Paedologisch Instituut, categorie I, cluster

4, De Bascule in Duivendrecht); www.depionier.info

17

De Parcivalschool (Vrije School in Amstelveen) heeft momenteel een instapklas voor ZML leerlingen. Dit kan ook gerekend worden tot een verbrede toelatingsmogelijkheid.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 22

De meeste kinderen die in dit gebied wonen en naar het speciaal onderwijs gaan, moeten

hiervoor naar Amsterdam, Haarlemmermeer of Haarlem of nog verder weg (zie

onderstaande tabel) In de praktijk betekent dat in veel gevallen dat ze met een busje

naar de bewuste school voor speciaal onderwijs worden vervoerd en na school weer

terug naar huis.

Onder meer om deze reden ligt het voor de hand dat de drie scholen voor speciaal

basisonderwijs plannen ontwikkelen om sommige van deze kinderen die aangewezen zijn

op verder weg gelegen scholen voor speciaal onderwijs, meer thuisnabij in het speciaal

basisonderwijs te kunnen opvangen en goed onderwijs te geven.

Tabel: aantal kinderen op scholen voor Speciaal Onderwijs18

Naam Plaats naam bevoegd gezag cat 1 cat 2 Cat 3 totaal

Prof Dr Leo Kannerschool Oegstgeest Stg. Prof Dr Kanneronderwijsgroep

1 1

Stichting Mozarthof Hilversum Stichting Mozarthof 1 1

Mytylsch De Trappenberg Huizen De Kleine Prins, Sticht. S.O.

2 2

De Waterlelie Cruquius Stg. Epilepsie Instell. Ned.

8 8

Professor Waterinkschool Amsterdam Stichting de Bascule 2 2

Professor Waterinkschool Amsterdam Stichting de Bascule 2 2

Professor Waterinkschool Amsterdam Zuidoost

Stichting de Bascule 1 1

De Schelp Haarlem St.Kath. Onderwijs 'Sint Bavo'

1 1 2

O.G. Heldringschool Amsterdam Stg. Kolom. Stg. v. Spec. Ond.

2 2 4

Alphons Laudyschool Amsterdam Stg. Kolom. Stg. v. Spec. Ond.

5 5

Alb Schweitzerschool Haarlem Stichting Spaarnesant 1 1

Prof Dr Gunningschool Haarlem Stg. Dunamare Onderwijsgroep

1 1

Dr A V Voorthuysenschool Haarlem Stichting Spaarnesant 1 1

Dr A V Voorthuysenschool Hoofddorp Stichting Spaarnesant 22 1 23

Mytylsch De Regenboog Haarlem Stichting Spaarnesant 5 3 8

Opb school zmok De Spinaker

Alkmaar Stichting Ronduit 1 1

Mytylschool Amsterdam Zuidoost

Stichting Orion 6 6

Tyltylschool Amsterdam Zuidoost

Stichting Orion 7 7

Coronelschool Amsterdam Stichting Orion 3 3

WB Noteboomschool Amsterdam Zuidoost

Stichting Orion 3 3

Van Koetsveldschool Amsterdam Stichting Orion 6 6

Gerhardschool Amsterdam Stichting Orion 1 1

Mr de Jonghschool Amsterdam Stichting Orion 7 7

Van Detschool Amsterdam Stichting Orion 24 24

De Pionier Duivendrecht Stichting de Bascule 12 12

De Buitenrif Hoofddorp Stichting de Bascule 1 1

De Pionier Hoofddorp Stichting de Bascule 5 5

Zonnehuisschool Zeist Stg Zonnehuizen Kind en Jeugd

1 1

112 11 16 139

18

Op basis van gegevens op teldatum 1-10-2013

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 23

Samenwerking cluster 1 en 2

Na invoering van passend onderwijs zal het onderwijs in cluster 1 en 2 vanwege de

schaalgrootte en de specialistische expertise in een landelijk systeem georganiseerd

worden. Dit betekent dat cluster 1 en 2 wettelijk geen deel uitmaken van het

samenwerkingsverband. Net als in cluster 1 wordt voor cluster 2 een beperkt aantal

instellingen ingericht dat het onderwijs, de indicatie en de ondersteuning gaat verzorgen.

Cluster 1

Cluster 1 is verantwoordelijk voor kinderen die blind of slechtziend zijn.

Visio en Bartiméus hebben hun krachten gebundeld in VISIS Onderwijs en werken samen

om passend onderwijs aan kinderen met een visuele beperking gestalte te geven. Het

streven van VISIS Onderwijs is zoveel mogelijk kinderen met een visuele beperking op

reguliere basisscholen onderwijs te laten volgen. Om dat te realiseren wordt

ondersteuning op maat geboden. Op basis van de onderwijsbehoeften van het kind en de

ondersteuningsbehoeften van de leerkracht wordt een begeleidingsplan opgesteld en

uitgevoerd. Ondersteuning kan bestaan uit: ambulante onderwijskundige begeleiding,

advies, coaching, instructie, collegiale consultatie en cursussen.

Een kwart van de kinderen met een visuele beperking is aangewezen op een

onderwijsinstelling van Visio of Bartiméus. Wanneer sprake is van (een vermoeden van)

visuele beperking kunnen ouders (ondersteund door een verwijzer zoals de school) hun

kind aanmelden bij Visio of Bartiméus. Na onderzoek beoordeelt de Commissie van

Onderzoek van de betreffende onderwijsinstelling of het kind op basis van de landelijke

toelatingscriteria recht heeft op ambulante begeleiding of op onderwijs van een

onderwijsinstelling voor kinderen met een visuele beperking.

Cluster 2

Cluster 2 is verantwoordelijk voor kinderen die doof of slechthorend zijn, of ernstige

spraak-taalmoeilijkheden hebben. Siméa is de overkoepelende, landelijke organisatie

voor cluster 2 instellingen. Cluster 2 gaat haar ondersteuningsverplichting aan haar

doelgroep vormgeven door middel van arrangementen. Deze zijn te onderscheiden in

licht (kortdurende ondersteuning), medium (intensieve ondersteuning, mogelijk

geclusterd op een basisschool) en intensief (plaatsing op een onderwijsinstelling binnen

cluster 2). Hiermee komt de huidige rugzaksystematiek (‘schooldeel’ en ‘AB-deel’) cluster

2 te vervallen.

Toekenning van een arrangement vindt plaats door de Commissie van Onderzoek waarbij

niet alleen de ernst van de beperking bepalend is, maar ook de onderwijsbehoefte van

het kind. Ouders en reguliere scholen kunnen rekenen op begeleiding bij het traject om

de toelaatbaarheid en het onderwijsarrangement vast te stellen. Dat zal de taak worden

van trajectbegeleiders vanuit de instelling.

De instellingen streven naar een laagdrempelige en toegankelijke informatie-,

consultatie- en adviesfunctie waar ouders, reguliere scholen en hulpverleners met cluster

2 gerelateerde vragen terecht kunnen. Hierdoor wordt handelingsverlegenheid eerder

gesignaleerd en kan er, indien nodig, tijdig en adequaat ondersteuning worden geboden.

Het uiteindelijke doel is dat voor ieder kind met een auditieve en/of communicatieve

beperking, passend onderwijs kan worden gerealiseerd.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 24

Samenwerking Amstelronde en cluster 1 en 2

Hoewel cluster 1 en 2 wettelijk geen onderdeel uitmaken van het

samenwerkingsverband, wil Amstelronde in het belang van kinderen op onze scholen met

een specifieke visuele dan wel auditieve onderwijsbehoefte een samenwerking aangaan.

Amstelronde organiseert afstemming en samenwerking om basisscholen ook ten aanzien

van onderwijsbehoeften van deze kinderen adequaat te kunnen informeren en waar

mogelijk in contact te brengen met de gewenste expertise. Concreet betekent dit dat

vanuit het loket van Amstelronde contact gezocht wordt met een contactpersoon uit

cluster 1 en 2 indien de onderwijsbehoefte van het kind hiertoe aanleiding geeft.

Deze contactpersoon fungeert als ‘spil’ tussen Amstelronde en cluster 1 of 2 en is

toegerust om ook daadwerkelijk actie te ondernemen op de ondersteuningsvraag vanuit

de school. Amstelronde wil er voor waken dat er een extra schijf ontstaat. Tevens is het

mogelijk om vanuit de school direct contact op te nemen met de betreffende

contactpersoon.

Samenwerking met de Waterlelie school voor speciaal onderwijs (epilepsie)

Leerlingen met epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen kunnen, als er sprake

is van schoolproblemen, rekenen op ondersteuning vanuit het Landelijk Werkverband

Onderwijs en Epilepsie (LWOE). Het LWOE wordt gevormd door de ambulante diensten

van de twee Nederlandse epilepsiescholen ‘De Berkenschutse’ in Heeze en ‘De Waterlelie’

in Cruquius. Beide scholen zijn verbonden aan een Epilepsiecentrum (3e-lijns ziekenhuis)

voor epileptologie en neurologisch bepaalde leerstoornissen, respectievelijk

Kempenhaeghe en SEIN.

Het LWOE biedt ondersteuning aan leerlingen met epilepsie in het reguliere onderwijs en

leerlingen in het speciaal onderwijs. Na aanmelding bij het LWOE door ouders, arts,

school of samenwerkingsverband volgt directe, preventieve betrokkenheid door een

onderwijskundig begeleider van het LWOE. Indien meer intensieve ondersteuning nodig

is, wordt de ondersteuningsbehoefte en het begeleidingsarrangement voor de

betreffende leerling vastgesteld.

Naast de eerste preventieve interventie worden de volgende arrangementen

onderscheiden: lichte begeleiding, medium begeleiding en zware onderwijszorg. De lichte

begeleiding is screenend en kortdurend van aard. De medium begeleiding is

handelingsgericht en langer durend van aard.

In voorkomende gevallen zal het LWOE het samenwerkingsverband zware onderwijszorg

adviseren om een leerling toe te laten tot het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs.

Ter toerusting van leerkrachten en docenten biedt het LWOE een signaleringslijst

aangaande het herkennen van epilepsieproblematiek. Tevens biedt het LWOE

voorlichting, workshops en scholing met betrekking tot epilepsie, leren en gedrag.

Voor meer informatie zie www.lwoe.nl

Onderwijs aan zieke leerlingen in relatie tot passend onderwijs

Met de invoering van passend onderwijs en de daarmee verbonden zorgplicht is iedere

school verplicht onderwijs en begeleiding voor haar leerlingen te verzorgen, ook als deze

wordt opgenomen in een ziekenhuis of revalidatiecentrum, langdurig ziek is of op een

andere manier geen onderwijs kan volgen als gevolg van een ziekte. Omdat

thuisonderwijs niet in de onderwijswetgeving is geregeld is onderwijs aan huis altijd een

tijdelijke oplossing voor kinderen die op een erkende school staan ingeschreven. Het is

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 25

voor ouders en scholen van groot belang om goed geïnformeerd te zijn over de

faciliteiten die de dienstverlening onderwijsondersteuning aan zieke leerlingen (OZL)

zonder bijkomende kosten kan bieden.

Consulenten OZL, die allen deel uitmaken van het netwerk Ziek Zijn en Onderwijs

(Ziezon), hadden tot op heden doorgaans de taak om de begeleiding van zieke leerlingen

uit te voeren en in deze begeleidingsperiode eventueel toe te werken naar een

rugzakaanvraag voor een clusterschool. In het verleden was er bij de inzet van een

consulent dus veelal sprake van een kortdurend en afgebakend traject waarbij telkens

een einddatum werd afgesproken. Met de invoering van passend onderwijs kunnen

consulenten OZL nog steeds een belangrijke rol spelen, zowel bij de initiële begeleiding

als door te adviseren bij de totstandkoming van een arrangement. OC&W heeft het

budget dat beschikbaar is voor de financiering van de onderwijsondersteuning aan zieke

leerlingen niet toegekend aan de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Dit

budget blijft ongewijzigd bij de instellingen waar de consulenten in dienst zijn zonder

wijziging in taakomschrijving.

Voor meer informatie zie: www.ziezon.nl.

3.3 Kwantitatieve resultaten

In deze paragraaf beschrijft Amstelronde haar kwantitatieve resultaten te bereiken in

2018.

SBO en SO deelname

Zoals hiervoor aangegeven streeft Amstelronde naar een deelnamepercentage van het

Speciaal basisonderwijs (SBO) van 2% en naar een deelnamepercentage van het

Speciaal onderwijs (SO), categorie 1, 2 en 3 van 1% in 2018. Daarmee dient rekening

gehouden te worden met eventuele rechtstreekse instroom van leerlingen die vanuit hun

voorschoolse periode directe instromen naar scholen voor SBO en SO van genoemde

categorieën. Hierop heeft het samenwerkingsverband geen invloed.

Thuiszitters.

Amstelronde streeft naar nul thuiszitters in 2018. Toch zullen zich, door omstandigheden

waar geen invloed op is, thuiszitters (blijven) voordoen. In dat geval streeft Amstelronde

naar een zo snel en adequaat mogelijke oplossing waarbij in samenwerking tussen school

(van herkomst), ouders, leerplicht, samenwerkingsverband, school (van toekomst) en

eventuele andere instanties, een vlotte plaatsing op een school mogelijk wordt19.

Doorlooptijden van processen binnen het samenwerkingsverband

Amstelronde streeft naar een zo snel mogelijke dienstverlening vanuit het

samenwerkingsverband met korte lijnen naar vaste contactpersonen binnen elke regio

(Aalsmeer, Uithoorn, Noord en Zuid). Daarbij zal telefonisch contact zijn tussen de school

en een Amstelrondespecialist20 vanuit het samenwerkingsverband, waarna overgegaan

kan worden tot vlotte en adequate actie. Binnen maximaal één werkweek is er contact

gerealiseerd tussen de school en de Amstelrondespecialist om nader af te stemmen en/of

19

Zie het plaatsingsprotocol . 20

Amstelrondespecialist is de onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 26

nadere afspraken te maken..

Beroep op doorzettingsmacht

Het kan in voorkomen dat een school een leerling niet wil of kan plaatsen. In overleg

met het betreffende schoolbestuur, de (beoogde) school, het samenwerkingsverband en

leerplicht zal gezocht worden naar een oplossing. Amstelronde is op zoek naar

mogelijkheden om in gevallen waarin de oplossing op bovengenoemde wijze niet tot

stand komt, doorzettingsmacht te organiseren en te beleggen bij de directie

Amstelronde. .

Klachten en beroep en bezwaar

Het samenwerkingsverband gaat mediation inzetten als er een verschil van mening

ontstaat over de te kiezen oplossing. Het is mogelijk om een erkende mediator uit het

eigen samenwerkingsverband bij een geschil te vragen maar ook kan een onafhankelijke

partij (van elders bijvoorbeeld uit een ander samenwerkingsverband). Het gaat bij

mediation niet om ‘gelijk krijgen’ en ‘winnen’, zoals bij een juridisch procedure of bij een

geschillencommissie het geval is. De mediator spant zich in om de belangen van alle

betrokkenen zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen. De mediator doet geen

uitspraak over het geschil of conflict, maar begeleidt de betrokkenen in hun overleg en

onderhandelingen.

Een andere mogelijkheid voor ouders en school is om gebruik te maken van het

landelijke netwerk van onderwijsconsulenten21, die ook bemiddeling tussen ouders en

school verzorgen.

Wanneer ouders en school er samen niet uitkomen en wanneer de klacht het

samenwerkingsverband betreft, kunnen ouders en/of school het geschil ook voorleggen

aan de landelijke geschillencommissie passend onderwijs22 waarbij het

samenwerkingsverband is aangesloten (zie ook par. 6.5). De commissie hoort de

partijen, toetst of het besluit en/of de handeling in redelijkheid en na afweging van de

belangen van alle betrokkenen is genomen en/of uitgevoerd en doet een voor alle

partijen bindende uitspraak. Daarnaast bestaat er altijd de mogelijkheid om het geschil

voor te leggen aan de rechter of de commissie gelijke behandeling.

21

http://www.onderwijsconsulenten.nl/over-ons/netwerk.dot 22

http://www.onderwijsgeschillen.nl/passend-onderwijs/geschillencommissie-passend-onderwijs/

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 27

4. Inrichting passend onderwijs

In dit hoofdstuk geeft Amstelronde inzicht in hoe zij, in de praktijk, haar samenhangend

en dekkend geheel van ondersteuningsvoorzieningen heeft ingericht. Daarbij wordt het

proces beschreven van preventie, signalering en eerste aanpak tot aan een daadwerkelijk

arrangement (de route). Daarnaast worden de voorzieningen omschreven, die het

samenwerkingsverband heeft ingericht om de betreffende arrangementen uit te voeren

(aanbod).

Jeugdhulp en onderwijsondersteuning maken beiden deel uit van een samenhangend

netwerk van ondersteuningsvoorzieningen voor alle jeugdigen binnen het

samenwerkingsverband. In dit hoofdstuk beschrijft het samenwerkingsverband haar

eigen voorzieningen. In hoofdstuk 7 wordt nader ingegaan op de aansluitende

preventieve voorzieningen vanuit gemeenten (bijvoorbeeld vanuit het Centrum voor

Jeugd en Gezin), als de meer aansluitende curatieve interventies (vanuit bijvoorbeeld

de jeugdhulp).

4.1 Vormgeving zorgplicht –goed onderwijs vormt de basis

Kernelementen van de wetswijziging passend onderwijs zijn de zorgplicht, de niet

vrijblijvende samenwerking tussen schoolbesturen en budgetfinanciering. Het geheel van

maatregelen dat betrekking heeft op de onderwijsondersteuning van zittende en nieuwe

leerlingen (aanmelding, inschrijving en toelating) vat de wetgever samen in het juridisch

begrip zorgplicht. De zorgplicht ligt bij het bevoegd gezag van de school en is van

toepassing op leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en die niet zonder meer

het onderwijs kunnen doorlopen. Als een school geen passende onderwijsplek kan

bieden, moet zij ervoor zorgen dat de leerling op een andere school kan worden

geplaatst. Om de zorgplicht waar te kunnen maken moeten alle scholen voor regulier en

(voortgezet) speciaal onderwijs binnen een samenwerkingsverband met elkaar

samenwerken. Deze samenwerking is niet vrijblijvend. Doel is om gezamenlijk een

dekkend aanbod van onderwijsondersteuning in de regio te bieden, zodanig dat

leerlingen – al dan niet met extra ondersteuning - een ononderbroken

ontwikkelingsproces kunnen doormaken.

De scholen en schoolbesturen van Amstelronde zien de basis voor de zorgplicht in het

realiseren van goed onderwijs. De scholen van Amstelronde willen de lat hoog leggen

voor wat betreft de ambitie om goed onderwijs te realiseren voor alle leerlingen. De

verantwoordelijkheid om deze ambitie te realiseren ligt bij de schoolbesturen zelf. Het

samenwerkingsverband zal dit zoveel mogelijk in samenspraak met de scholen en

schoolbesturen ondersteunen en faciliteren. Het is de opdracht voor scholen en

schoolbesturen in het samenwerkingsverband om tot een continuüm van onderwijs te

komen zodat een dekkend netwerk van thuisnabije onderwijsondersteuning ontstaat.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 28

4.2 Basisondersteuning

Wettelijk is vastgesteld dat het samenwerkingsverband een niveau van

basisondersteuning vaststelt in het ondersteuningsplan. De wet biedt ruimte om een

eigen invulling te geven aan de afspraken over het niveau van basisondersteuning. De

basisondersteuning zorgt dat ouders weten wat zij tenminste van iedere school in de

regio mogen verwachten van het onderwijs en de onderwijsondersteuning. Daarmee

wordt ook duidelijk welke bekwaamheidseisen aan het personeel kunnen worden gesteld.

Een verbreding van interventies in de onderwijsondersteuningsstructuur binnen de school

heeft consequenties voor het handelen van leerkrachten en ondersteuners op school.

In Amstelronde moeten alle scholen voldoen aan het basisarrangement van de

inspectie23. Het bestuur en de directeur van de school zijn verantwoordelijk voor deze

basiskwaliteit van het primaire proces. De basisondersteuning omvat meer dan de

basiskwaliteit. Bij basisondersteuning gaat het om het afgesproken geheel van

interventies (bij voorkeur preventief soms ook curatief) die binnen de

onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen

kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met zorgpartners, worden uitgevoerd. Een

hoog niveau van basisondersteuning laat onverlet dat een deel van de kinderen extra

ondersteuning en/of jeugdhulp nodig heeft. Zij kunnen gebruik maken van onderwijs- en

zorgarrangementen die de school zoveel mogelijk zelf organiseert. Voor alle vormen van

onderwijsondersteuning die de basisondersteuning overstijgen hanteren we het begrip

‘extra ondersteuning’. Alle scholen hebben hun schoolondersteuningsprofiel24 (sop)

beschreven, zodat er zicht is op de mogelijkheden van de basisschool zelf en van de

andere basisscholen in de buurt of in de gemeente. Ook is er zicht op het sop van de

scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) en speciaal onderwijs (SO).

Binnen Amstelronde is het ambitieniveau voor de basisondersteuning gesteld op het

niveau van de ‘smalle ondersteuningsschool’ (zie bijlage 1). Dit ambitieniveau dient in

augustus 2018 voor 80% van de scholen bereikt te zijn. Om dit relatief hoge niveau van

basisondersteuning te kunnen bereiken, zullen scholen voldoende middelen moeten

krijgen om dit verantwoord en adequaat te kunnen realiseren. Dat betekent dat het

huidige niveau van basisondersteuning gesteld wordt op dat van een netwerkschool.

4.3 Extra ondersteuning

Binnen het samenwerkingsverband wordt een dekkende infrastructuur van extra

onderwijsondersteuning ingericht om alle kinderen met een extra ondersteuningsvraag

een passend aanbod te kunnen bieden. Deze extra onderwijsondersteuning omvat alle

vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of zorg die de

basisondersteuning overstijgen. De grens tussen basisondersteuning en extra

ondersteuning wordt door het samenwerkingsverband bepaald. Aan de bovenkant wordt

de extra ondersteuning begrensd door het beschikbare budget van het

samenwerkingsverband.

23

Indien de onderwijsinspectie geen tekortkomingen constateert komt de school in aanmerking voor het basisarrangement. Zie ook: http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/Primair+onderwijs 24

het schoolondersteuningsprofiel is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven (art. 1 WPO, art. 1 WEC, art. 1 WVO)

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 29

De extra ondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze

kunnen variëren van licht en tijdelijk tot intensief en langdurend of structureel van aard.

Volgens de uitgangspunten van Amstelronde zal deze extra ondersteuning zo thuisnabij

mogelijk plaatsvinden, waarbij gebruik gemaakt wordt van het zelf organiserend

vermogen van scholen.

De doelstelling van passend onderwijs is niet het aantonen van extra onderwijsbehoeften

en daar middelen aan te koppelen, maar het onderwijs zodanig aanpassen dat een extra

onderwijsbehoefte geen belemmering meer vormt.

Basisscholen kunnen dus (in principe) geen extra middelen aanvragen door het aantonen

van extra onderwijsbehoeften van leerlingen. Het samenwerkingsverband geeft scholen

direct de beschikking over een deel van de ondersteuningsmiddelen waarmee zij extra

ondersteuning op maat en tijdig kunnen inzetten. Het bedrag wordt bepaald door het

aantal leerlingen van de school (lump sum financiering).

Een school kan deze extra middelen direct gebruiken om de basisondersteuning verder te

verbreden of om dit aan te wenden voor de extra ondersteuning. Deze middelen kunnen

ingezet worden voor inzet van expertise vanuit de school zelf of het inhuren van

expertise van buitenaf. Ook kunnen de middelen (op termijn) ingezet worden om bij te

dragen in de kosten van een (tijdelijke of deeltijd) plaatsing op een school voor speciaal

(basis) onderwijs (SBO of SO).

Voorbeelden van arrangementen zijn:

Tijdelijk toegevoegde ondersteuning voor de leerkracht en/of het schoolteam op

de eigen school (bijvoorbeeld: co-teaching).

Een tijdelijke plaats voor een leerling in een voorziening binnen de eigen school of

binnen een bovenschoolse voorziening, bijvoorbeeld een te organiseren

opvangklas voor kinderen met gedragshulpvragen.

Een gecombineerd traject van onderwijs en jeugdzorg (een onderwijs- en

zorgarrangement).

Een tijdelijke plaats of observatie binnen speciaal (basis) onderwijs.

4.4 Toeleiding naar extra ondersteuning – start op de basisschool

In de wetswijziging passend onderwijs is vastgelegd dat ouders hun kind schriftelijk

aanmelden bij de school van hun voorkeur. Schoolbesturen spreken lokaal beleid af over

aanmelding en inschrijving van leerlingen. Een schriftelijke aanmelding houdt in dat

ouders een inschrijfformulier van de school invullen en ondertekenen. Dit doen zij

minimaal tien weken voordat zij plaatsing op een basisschool willen. Ouders kunnen

aangeven als zij vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste

aanmelding in het primair onderwijs vormt die informatie, eventueel aangevuld met

informatie vanuit de voorschoolse periode, de belangrijkste basis voor de school van

voorkeur om vast te stellen of een kind extra ondersteuning nodig heeft.

De school moet binnen zes weken beslissen of de leerling kan worden toegelaten. Deze

periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 30

Als een school de leerling niet kan toelaten, moet de school (of het schoolbestuur) een

passende onderwijsplek op een andere school zoeken. Dat kan een andere reguliere

basisschool zijn of een school voor speciaal (basis) onderwijs. Voor het speciaal (basis)

onderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig.

Voor leerlingen waarvan, voordat ze naar de basisschool gaan, bekend is dat ze extra

ondersteuning nodig hebben (bijvoorbeeld omdat ze van geboorte af aan al extra zorg

nodig hebben, bijvoorbeeld kinderen die in een Medisch Kinderdagverblijf (MKD)

opgevangen worden) en waarvan duidelijk is dat ze rechtstreeks instromen in het

speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs, dient het samenwerkingsverband een TLV

af te geven. De kosten voor plaatsing van deze kinderen is niet te herleiden naar een

basisschool van herkomst aangezien deze kinderen geen basisschool van herkomst

hebben. Dat betekent dat de kosten van deze rechtstreekse instroom voor rekening zijn

van Amstelronde.

4.4.1 Procedure en voorwaarden – arrangeren op school

Passend onderwijs gaat ervan uit dat voor elk kind de meest passende onderwijsplek en

de meest adequate ondersteuning wordt geboden. Het liefst op de eigen school, zo dicht

mogelijk bij huis en binnen het samenwerkingsverband. Het doorlopen van de route en

daarmee het vinden van de meest geschikte plek voor ondersteuning, begint op de

basisschool zelf. Dit gebeurt vanuit het denkkader van Handelingsgericht werken (HGW).

Handelingsgericht werken stelt de onderwijs ondersteuningsbehoefte(n) van leerlingen

centraal (in plaats van hun beperkingen) en zet sterk in op continue afstemming tussen

school (leerkracht), leerling en ouders. Daarnaast gaat HGW uit van doelgericht,

systematisch en transparant werken.

Een eerste richtlijn is dan ook de afspraak dat alle scholen handelingsgericht werken. Dit

betekent ook dat scholen werken volgens (de zorgindicatoren van) het inspectiekader.

Dit zijn basisvoorwaarden voor de eerste stap in het arrangeertraject: het signaleren en

opschrijven van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van een leerling. Het zorgt

ervoor dat in handelingsgerichte termen op papier kan worden gezet wat een leerling

nodig heeft om een volgende stap te maken in zijn of haar ontwikkeling.

Voor de leerkracht betekent dit concreet dat hij de cyclus van HGW in de klas doorloopt

en op de juiste wijze de niveaus van ondersteuning volgt.

Meer algemeen vraagt het van de leerkracht dat deze moet kunnen reflecteren op het

eigen gedrag zodat zij25 systematisch en professioneel op de gesignaleerde onderwijs- en

ondersteuningsbehoefte(n) van het kind kan inspelen, eventueel met behulp van extern

advies en/of ondersteuning.

Ondersteuningsteam

Op het moment dat de leerkracht, ondanks het doorlopen van de HGW-cyclus en haar

eigen professionaliteit, handelingsverlegen raakt, roept zij de hulp in van de interne

begeleider. Indien ook leerkracht en intern begeleider er samen niet uitkomen, wordt de

hulp ingeroepen van het ondersteuningsteam (OT), ook wel zorgteam genoemd. Dit team

is wisselend van samenstelling. Afhankelijk van de ondersteuningsvraag of –vragen die

25

Overal in de tekst waar zij of haar verwijst naar ‘de leerkracht’ kan ook hij of hem gelezen worden. Hiervoor is gekozen omdat het merendeel van de leerkrachten in het basisonderwijs vrouw is.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 31

er liggen, zal het ondersteuningsteam bestaan uit: leerkracht, intern begeleider,

ouder(s)/verzorger(s), directielid school, GGD (jeugdverpleegkundige of schoolarts),

maatschappelijk werk (schoolmaatschappelijk of jeugdmaatschappelijk werk) expertise

vanuit de onderwijskant (Amstelrondespecialist) en indien nodig expertise vanuit de

thuis- en/of gezinskant (gezinsspecialist). Deze laatste functionaris kan samen met

maatschappelijk werk inschatten of er meer of andere ondersteuning nodig is in het

gezin, via de sociale wijkteams waar (veel) gemeenten mee (gaan) werken. Indien zich

vragen voordoen die voornamelijk liggen op het vlak van thuis- en gezinsproblematiek,

dan zal dit zo snel mogelijk opgepakt moeten worden door instanties die daarop ingezet

kunnen worden. Zo kan de school zich concentreren op haar hoofdtaak: het verzorgen

van goed onderwijs.

Het ondersteuningsteam heeft als taak om de ondersteuningsvraag van het kind, door

actieve inbreng van alle deelnemers van dit overleg, te verhelderen en op zoek te gaan

naar een passende aanpak die vlot, bij voorkeur op de school zelf en in zo licht mogelijke

vorm, gerealiseerd kan worden. Een ondersteuningsteam is een op actie gericht team,

dat snel en adequaat overgaat tot handelen. Indien bij de ondersteuningsvraag van een

kind gedacht wordt aan speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO) worden

deskundigen vanuit SBO of SO van de beoogde school uitgenodigd in het OT. Inhoudelijk

vindt dan in dat geval in het Ondersteuningsteam de voorbereiding plaats voor de

Toelaatbaarheidsverklaring (TLV).

4.4.2 Ontwikkelingsperspectief

Voor elke leerling in het regulier onderwijs die extra ondersteuning nodig heeft dient een

ontwikkelingsperspectief26 (OPP) opgesteld te worden. Deze verplichting bestaat al voor

alle leerlingen in het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, maar is met passend

onderwijs ook van toepassing op leerlingen die extra ondersteuning ontvangen in de

reguliere basisschool.

De school stelt in geval van extra ondersteuning een ontwikkelingsperspectief (OPP) op

en moet dit voorleggen aan de ouders. Er ligt een wetsvoorstel dat regelt dat ouders

instemmingsrecht hebben op het handelingsdeel van het plan. In het

ontwikkelingsperspectief voor een leerling in het regulier onderwijs zijn in ieder geval

opgenomen:

de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het

onderwijsproces;

het te verwachten uitstroomniveau van de leerling en een onderbouwing daarvan;

de afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma en de te bieden begeleiding

en ondersteuning

Scholen voor speciaal onderwijs nemen in hun ontwikkelingsperspectief alleen de eerste

twee punten op.

4.4.3 Deskundigenadvies

Het samenwerkingsverband is verplicht om, bij de beoordeling van de toelaatbaarheid

van een leerling tot het SBO of het (V)SO, een deskundigenadvies in te winnen. Per

26

Het ontwikkelingsperspectief is een onderbouwde set uitspraken over wat een haalbaar einddoel (uitstroomniveau) is voor een bepaalde leerling en wat de school gaat doen om daar te komen.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 32

Algemene Maatregel van Bestuur is vastgelegd dat het deskundigenadvies noodzakelijk is

als er gedacht wordt aan SBO of (V)SO, bestaand uit twee deskundigen, waarvan

tenminste één een orthopedagoog is. Voor de toekenning van andere vormen van extra

ondersteuning is een deskundigenadvies niet verplicht. Ouders kunnen hier wel om

vragen en dan zal het samenwerkingsverband dit adequaat moeten organiseren.

De in paragraaf 4.4.1 voorgestelde werkwijze van arrangeren op schoolniveau door

middel van het ondersteuningsteam (of zorgteam), met daarin in elk geval een

Amstelrondespecialist (vanuit het samenwerkingsverband), heeft als voordeel dat

hiermee voldaan wordt aan de wettelijke verplichting tot het inrichten van een

deskundigenadvies.

Dit deskundigenadvies is verplicht voorafgaand aan een verwijzing naar het SBO of SO

en facultatief (op aanvraag van ouders) bij het inzetten van extra ondersteuning.

Door het opleggen van deze verplichting is geborgd dat het samenwerkingsverband

relevante deskundigheid betrekt bij de beslissing over het wel of niet verwijzen van

leerlingen naar speciale voorzieningen in of buiten het samenwerkingsverband.

4.4.4 Toelaatbaarheidsverklaring (TLV)

Per 1 augustus 2014 verdwijnt de leerlinggebonden financiering (het rugzakje), de

Regionale Expertisecentra (REC’s) worden opgeheven en de verplichte landelijke

indicatiestelling voor het (voortgezet) speciaal onderwijs (door de Commissie voor

Indicatiestelling, CvI) verdwijnt. Ook de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) die

nu nog de beschikkingen voor het speciaal basisonderwijs (SBO) afgeeft, verdwijnt.

Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor extra

ondersteuning en organiseert het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV).

Er komen vier verschillende toelaatbaarheidsverklaringen:

SBO

Categorie 1 (zml, lzk, cluster 4)

Categorie 2 (lg)

Categorie 3 (mg)

Het gaat daarbij om de afgifte van toelaatbaarheidsverklaringen (TLV) voor plaatsing in

het speciaal basisonderwijs (SBO) of het speciaal onderwijs (SO), categorie 1, 2 en 3.

Het inrichten en uitrusten van een ondersteuningsteam op elke school (zoals hiervoor

beschreven) garandeert dat er aan de voorkant van het traject voldoende expertise in de

school aanwezig is. Dit impliceert dat het samenwerkingsverband erop kan vertrouwen

dat scholen tot een weloverwogen afweging komen welk arrangement het beste past bij

de ondersteuningsbehoefte van een leerling.

De conclusie van het Ondersteuningsteam (OT) kan zijn dat een leerling het best

geholpen is met plaatsing op het SBO of het SO. De TLV wordt (als onderdeel van het

arrangeren en met behulp van beschikbare expertise) op het niveau van de school in het

OT voorbereid. Toch is het wettelijk verplicht dat het samenwerkingsverband de TLV

afgeeft. Na voorbereiding van de TLV door het OT vindt door het samenwerkingsverband

een procedurele toetsing plaats. Bij een dergelijke toets wordt gecontroleerd of alle

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 33

verplichte en gewenste stappen in het proces op juiste wijze zijn doorlopen. Met name

wordt gekeken of ouders in voldoende mate betrokken zijn geweest bij de

totstandkoming van de beslissing tot een TLV. Enerzijds wordt hiermee voldaan aan de

wettelijke verplichting en anderzijds wordt hiermee het vertrouwen in de

arrangeercapaciteit van scholen uitgesproken. Het samenwerkingsverband geeft een TLV

af als door vier partijen in het overleg overeenstemming is bereikt en daarvoor getekend

is, te weten: school van herkomst, ouders, beoogde SBO of SO school en een deskundige

(in het kader van het verplichte deskundigenadvies).

Een tweede aspect betreft het deskundigenadvies dat verplicht is bij een TLV en

facultatief is bij extra ondersteuning. Indien in het ondersteuningsteam op school een

orthopedagoog aanwezig is, wordt voldaan aan de eerste eis die gesteld wordt aan het

deskundigenadvies. Toch kan het voorkomen dat ouders en school structureel van

mening verschillen over het in het ondersteuningsteam vormgegeven arrangement.

In dat geval kan het primaire deskundigenadvies (in het ondersteuningsteam) niet nog

eens de eigen beslissing beoordelen. Op het niveau van het samenwerkingsverband

organiseert Amstelronde de tweede deskundigheid door de Amstelrondespecialist vanuit

een van de andere drie kernen.

Plaatsing in het Speciaal onderwijs zonder TLV

Een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is in sommige gevallen niet nodig. Er zijn kinderen

die op medische indicatie (bijv. door de kinderpsychiater) rechtstreeks verwezen kunnen

worden op een school voor speciaal onderwijs, waar passend onderwijs geboden kan

worden. De kosten voor het speciaal onderwijs voor deze kinderen (het onderwijsdeel)

zijn voor rekening van het samenwerkingsverband.

Compensatiemaatregel AWBZ 2014-2015

De afgelopen jaren zijn steeds meer kinderen met zeer complexe problematiek speciaal

onderwijs gaan volgen. De financiering in het speciaal onderwijs bleek in een aantal

gevallen tekort te schieten om deze kinderen op verantwoorde wijze aan het speciaal

onderwijs te kunnen laten deelnemen. Om de begeleiding van deze leerlingen binnen de

school te kunnen garanderen, is de mogelijkheid geschapen om AWBZ-middelen in te

zetten binnen het onderwijs. Het ministerie van OCW stelt daarnaast sinds 1 januari

2010 jaarlijks 10 miljoen euro beschikbaar via een compensatieregeling welke wordt

uitgevoerd onder regie van het REC. Per 1 augustus 2014 wordt dit budget onderdeel van

het ‘zware ondersteuningsbudget’ van het samenwerkingsverband (€3,98 per kind).

Amstelronde maakt het mogelijk om extra ondersteuning in de vorm van een

ondersteuningsbudget toe te kennen aan kinderen die voorheen middelen ontvingen uit

de compensatiemaatregel AWBZ om onderwijs mogelijk te maken.

Ten behoeve van 2014-2015 geldt de volgende procedure:

A. Wanneer een leerling op school behoefte heeft aan een x-aantal uren persoonlijke

verzorging (PV) verpleging (VP) en/of begeleiding (BG) brengt de school dat per

categorie (PV< VP< BG) in kaart. Voor de uren die de school niet volledig kan

leveren, klopt zij aan bij de ouders om gebruik te maken van de richtlijn

“afbakening en reikwijdte AWBZ en onderwijs“ (2004). Het Centrum

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 34

Indicatiestelling Zorg (CIZ) zal deze aanvraag in behandeling nemen, of het

Bureau Jeugdzorg (als het gaat om een kind met een psychiatrische stoornis).

B. Het indicatieorgaan AWBZ (CIZ of BJZ) indiceert vervolgens (de totale

zorgbehoefte 24/7) en is verplicht op het indicatiebesluit expliciet aan te geven

hoeveel uren persoonlijke verzorging, verpleging en/of begeleiding er ten behoeve

van inzet op school nodig zijn.

C. Bij een negatieve AWBZ-indicatie of een indicatie voor minder uren dan door de

school benodigd (zoals vastgesteld onder A), kan de school zich wenden tot het

samenwerkingsverband met een vraag naar middelen voor extra zorg voor 2, 4 of

6 uur per week. (€ 3.000, € 6.000, of € 9.000). De school onderbouwt daarbij de

noodzaak voor de gevraagde omvang van de benodigde middelen.

Bij de beoordeling van de aanvraag hanteert het samenwerkingsverband de

volgende criteria:

1. Een school kan per leerling slechts één aanvraag indienen (voor een heel

schooljaar, dan wel voor de periode vanaf 1 januari tot aan 1 augustus van

datzelfde schooljaar).

2. Een school betrekt in ieder geval de ouders van de leerling, de ambulant

begeleider of de commissie van begeleiding bij de aanvraag. Als een

leerling in een instelling woont, wordt een vertegenwoordiger van de

instelling bij de aanvraag betrokken.

3. Voor elke leerling met een behoefte aan extra zorg, kan de vergoeding

worden aangevraagd ongeacht de school(soort) waar de leerling verblijft.

De school toont aan:

a. dat de leerling meer zorg nodig heeft dan de school redelijkerwijs kan

bieden en

b. dat die zorg meer is dan het aantal uren AWBZ-zorg dat ten behoeve

van inzet op school is opgenomen in het AWBZ-indicatiebesluit van het

kind.

D. Per schooljaar worden twee momenten voor toekenning gehanteerd. Aanvragen

voor een heel schooljaar worden ingediend vóór 1 september en uiterlijk in

oktober beoordeeld. Aanvragen voor de tweede helft van het schooljaar worden

vóór 1 januari ingediend en uiterlijk in februari beoordeeld.

Symbiose

De huidige wettelijke regeling van symbiose maakt het voor leerlingen in het speciaal

onderwijs mogelijk om een deel van het onderwijs op een reguliere basisschool of een

school voor speciaal (basis)onderwijs te volgen. (Speciaal) Basisonderwijs en speciaal

onderwijs maken onderling afspraken over het programma en de bekostiging en leggen

dit vast in een symbioseovereenkomst. Er zijn geen voorwaarden voor de minimale

lengte en het minimale aantal uren. Deze flexibilisering maakt het voor scholen

gemakkelijk om een onderwijsarrangement te bieden dat past bij de mogelijkheden van

de leerling. De afspraken die worden gemaakt, worden opgenomen in het

ontwikkelingsperspectief van de leerling.

4.4.5 Rechtstreekse instroom vanuit voorschoolse voorzieningen

Er is een categorie kinderen die (vanaf geboorte) zoveel zorg en ondersteuning nodig

hebben dat op voorhand duidelijk is dat zij naar het speciaal basisonderwijs of speciaal

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 35

onderwijs gaan. Ook voor deze kinderen is een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) van het

samenwerkingsverband nodig. Deze wordt afgegeven voor de hele basisschoolperiode.

Bij de start van het onderwijs in deze situatie is er geen basisschool in beeld. Immers

ouders wisten op voorhand dat hun kind naar het speciaal (basis) onderwijs zou gaan en

hebben hun kind niet bij het reguliere onderwijs aangemeld.

De ouders vragen een TLV aan bij het samenwerkingsverband, samen met de daarvoor

geselecteerde hulpverleners. Het samenwerkingsverband heeft afspraken gemaakt27 met

de instanties die in een vroeg stadium de ouders en het kind, waarvan bekend is dat het

ook op school extra ondersteuning nodig heeft, begeleiden. Het betreft de JGZ, MEE, Ons

Tweede Thuis28. De hulpverlenende instantie zoekt samen met ouders een school naar

keuze en kan vervolgens een TLV aanvragen bij het samenwerkingsverband. Een tweede

deskundige, bijvoorbeeld de orthopedagoog van het speciaal (basis) onderwijs, is nodig

om het deskundigenadvies te vervolmaken. Daarna verstrekt het samenwerkingsverband

de TLV.

Bij ernstig meervoudig beperkte leerlingen (EMB)29 hanteert Amstelronde een

vereenvoudigde procedure van toelaatbaarheid. Dit om te voorkomen dat de

toelaatbaarheid tot het SO, categorie 3, telkens uitvoerig moet worden beoordeeld

waarmee overbodige bureaucratie wordt voorkomen.

Deze vereenvoudigde procedure, geldend voor bovengenoemde leerlingen houdt in dat:

* toelaatbaarheidsverklaringen voor EMB leerlingen als beschreven onder A, B en C

eenmalig worden afgegeven en vervolgens geldig zijn gedurende het hele verblijf op

het SO. Veel leerlingen maken de overstap naar het voortgezet (speciaal) onderwijs

op de leeftijd van 12 jaar, maar in elk geval verlaten de leerlingen het speciaal

onderwijs aan het einde van het schooljaar waarin zij de leeftijd van 14 jaar hebben

bereikt;

* bij de overstap van SO naar VSO een nieuwe toelaatbaarheidsverklaring moet

worden aangevraagd bij het SWV VO. Deze verklaring is vervolgens geldig gedurende

het hele verblijf op het VSO. In elk geval verlaten de leerlingen het voortgezet

speciaal onderwijs aan het einde van het schooljaar waarin zij de leeftijd van 20 jaar

hebben bereikt.

4.4.6 Leerlingen uit een andere regio

Het zal met enige regelmaat voorkomen dat een leerling uit een andere regio in de regio

Amstelronde komt wonen. De leerling die in een ander samenwerkingsverband extra

ondersteuning heeft gekregen, zal dit in onze regio ook nodig hebben. Indien het kind

een TLV uit een andere regio heeft voor SBO of SO, zal het samenwerkingsverband dit in

principe overnemen met het oog op het verminderen van de bureaucratie. Wanneer er

27

Deze afspraken moeten nog gemaakt en vastgelegd worden. 28

Aanvullen met andere relevante instanties en voorzieningen in de regio. 29

A. een laag ontwikkelingsperspectief ten gevolge van een ernstige verstandelijke beperking (IQ < 35), vaak met moeilijk te ‘lezen’ gedrag en ernstige sensomotorische problematiek (zoals ontbreken van spraak, bijna niet kunnen zitten/staan), of B. een matig tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 70) en een grote zorgvraag ten gevolge van ernstige en complexe lichamelijke beperkingen, of C. een matig tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 70) in combinatie met moeilijk te reguleren gedragsproblematiek als gevolg van ernstige psychiatrische stoornissen

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 36

sprake is van een andere vorm van ondersteuning, zal de school volgens de werkwijze

van het ondersteuningsteam (zorgteam), samen met ouders en eventuele deskundigen

kijken welke ondersteuningsmogelijkheden het beste geboden kunnen worden. School,

ouders en de Amstelrondespecialist van het samenwerkingsverband zoeken gezamenlijk

naar de best haalbare oplossing.

Daarnaast zijn er leerlingen niet woonachtig in de regio die het SBO in dit

samenwerkingsverband bezoeken. Ook komt het voor dat leerlingen woonachtig in het

gebied van Amstelronde naar een SBO school gaan in een ander samenwerkingsverband.

In de eerste situatie is er sprake van inkomend grensverkeer in de tweede situatie is dat

uitgaand grensverkeer. De regeling grensverkeer, zoals nu bestaat, blijft binnen passend

onderwijs, ongewijzigd gehandhaafd.

4.5 Doorgaande lijn

In deze paragraaf beschrijft Amstelronde welke afspraken zij heeft gemaakt met zowel

voor- en vroegschoolse voorzieningen als met het voortgezet onderwijs over de

doorgaande lijn in (extra) ondersteuning.

Daarbij wordt duidelijk gemaakt wat er op het niveau van het samenwerkingsverband

gebeurt en wat de verantwoordelijkheid van individuele scholen/instellingen is. De

subparagrafen geven dus een overzicht van de afspraken, opgedeeld in beleidsafspraken

enerzijds en afspraken over werkwijzen in de praktijk anderzijds.

4.5.1 Beleidsafstemming met voorschoolse voorzieningen

Voor bijna alle kinderen is de overstap van een voorschoolse voorziening

(peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, etc.) naar de basisschool een ingrijpende

gebeurtenis. De meeste kinderen zijn prima in staat om deze overstap naar de

basisschool goed te maken. Voor kinderen die in de voorschoolse periode al veel zorg en

ondersteuning nodig hebben, is het van belang dat dit goed wordt gecontinueerd als ze

naar de basisschool gaan. Deze doorgaande zorglijn blijkt in de praktijk niet altijd

eenvoudig te realiseren. Dit heeft te maken met het gegeven dat er tussen en vaak zelfs

binnen bepaalde gemeenten diverse (commerciële) aanbieders zijn die voorschoolse

voorzieningen organiseren. Alle betrokkenen zijn verantwoordelijk om te komen tot

goede afspraken met name waar het gaat om het afstemmen van de overdracht van

kinderen die extra zorg en ondersteuning nodig hebben van de voorschoolse periode naar

de basisschoolperiode.

4.5.2 Overdracht voorschoolse voorzieningen

Amstelronde ziet als belangrijke voorwaarde voor het realiseren van passend onderwijs

dat er concrete en praktische afspraken gemaakt worden tussen de voorschoolse

voorzieningen en de (speciale) basisscholen van Amstelronde. Het betreft praktische

afspraken tussen het samenwerkingsverband en voorschoolse voorzieningen met

betrekking tot de overdracht van leerlingen naar het primair onderwijs, afspraken over

continuïteit van ondersteuning en afspraken over de overdracht en bescherming van

leerlinggegevens. In alle gevallen wordt hier ook aangegeven wat de rol van ouders in

deze overdrachtsfase is.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 37

4.5.3 Beleidsafstemming en overdracht met voortgezet onderwijs

De overstap van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs is voor bijna alle leerlingen

een grote gebeurtenis. De meeste leerlingen zijn prima in staat deze overstap goed te

maken. Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, vormt deze overstap een

extra risico. Het is een cruciaal moment in hun schoolcarrière. Een juiste plaatsing kan

demotivatie, afstroom en schoolverzuim voorkomen. Bij de overstap is het

basisschooladvies leidend criterium. Op grond van een lange ervaring met het kind geeft

het basisonderwijs, mede gebaseerd op gegevens vanuit het leerlingvolgsysteem, advies

aan kind en ouders. Het voortgezet onderwijs is wettelijk verplicht naast het

basisschooladvies een tweede gegeven mee te laten wegen, bijvoorbeeld een Cito-

eindtoets.

Om de overgang zo optimaal mogelijk te laten verlopen hebben scholen voor PO en VO

afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in de Kernprocedure Amstelland . Deze zijn

vastgelegd door het samenwerkingsverband VO Amstelland en de Meerlanden30.

De kernprocedure is een set van afspraken die de schoolbesturen van het voortgezet

onderwijs in de regio Amstelland samen met schoolbesturen van het basisonderwijs

hebben gemaakt. Deze afspraken gaan over het proces van de overstap van leerlingen

van een school voor primair onderwijs naar een school voor regulier voortgezet

onderwijs. Scholen in de genoemde regio’s hebben met elkaar afgesproken dat zij zich

zullen houden aan de afspraken van de kernprocedure.

Het doel van de kernprocedure is het proces van de overgang van de school voor primair

onderwijs naar het voortgezet onderwijs van de individuele leerling zo goed mogelijk

laten verlopen. Het basisschooladvies, de schoolkeuze, de aanmelding en de inschrijving

van de leerling op een school voor voortgezet onderwijs staan hierbij centraal.

De kernprocedure richt zich op vier onderdelen:

1. Zo goed mogelijke advisering van de basisschool

2. Kwalitatief hoogwaardige behandeling door de VO school

3. Helder en eerlijk proces van schoolkeuze, aanmelding en toelating

4. Verzameling van gegevens rond het schoolkeuzeproces.

Bij de overgang van leerlingen van de basisschool naar het voortgezet onderwijs,

organiseren basisscholen, indien nodig en relevant, een warme overdracht naar de school

voor voortgezet onderwijs waar de leerling naar toe gaat. In elk geval zal dit dienen te

gebeuren bij leerlingen die extra ondersteuning hebben gehad op de basisschool.

Hiermee wordt de kans op het optimaal doorzetten van een doorgaande lijn in de

ondersteuning van de jongere vergroot.

Sommige leerlingen zijn gebaat bij ondersteuning die slechts op één of enkele scholen?

voor voortgezet onderwijs geboden kan worden. Het is voor ouders mogelijk om al

eerder met deze school in gesprek te gaan over de overgang naar het voortgezet

onderwijs.

30

http://www.swvamstellandmeerlanden.nl/index.php?id=87

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 38

4.5.4 Passend voortgezet onderwijs

Voor het voortgezet onderwijs (VO) geldt, net als voor het basisonderwijs, de wet- en

regelgeving ten aanzien van passend onderwijs. Dat wil zeggen dat ook VO scholen

gehouden zijn om zo goed mogelijk ondersteuning te bieden aan leerlingen, afgestemd

op de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de leerling.

Alle VO scholen van het samenwerkingsverband VO werken aan een goed functionerende

ondersteuningsstructuur. Dit bestaat uit het tijdig signaleren, preventief handelen,

handelingsbekwame docenten, ondersteuning van professionals, onderwijs en niet-

onderwijs gerelateerde ondersteuningsvragen.

De VO scholen hebben vanaf 1 augustus 2014 in het schoolondersteuningsprofiel

beschreven welke ondersteuning zij kunnen bieden.

Het samenwerkingsverband VO Amstelland en Meerlanden, heeft de volgende prioriteiten

gesteld:

- Actieonderzoek (ongeoorloofd) schoolverzuim

- Vaststellen afspraken over basis- en extra ondersteuning

- Professionalisering docenten, zorgcoördinatoren, mentoren

- Herinrichting van de Rebound

- Uitbreiding ZMOK plaatsen ALTRA Hoofddorp

- Inrichten van een bovenschools ZAT

- PO-VO overgang (kernprocedures) herzien/aanscherpen

- Afstemming gemeenten (januari 2013)

4.5.5 Overgang naar het Voortgezet onderwijs van leerlingen met een

Toelaatbaarheidsverklaring (TLV)

Ouders van kinderen die op het basisonderwijs een TLV hebben en die in groep 8 (of

eindgroep SBO of SO) zitten en die hun kind willen aanmelden voor een school die extra

ondersteuning kan bieden (zoals een school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs, VSO),

dienen hun kind voor schooljaar 2014 – 2015 aan te melden bij het regioloket van

samenwerkingsverband VO Amstelland en Meerlanden. Het verdient aanbeveling dit

proces rond november van het laatste jaar (groep 8) te laten lopen om de ouders in het

voorjaar de kans te geven hun kind aan te melden bij een VSO naar keuze. Vanaf

schooljaar 2015 – 2016 lopen ook de aanmeldingen voor Leerwegondersteunend

onderwijs (LWOO) en Praktijkonderwijs (PRO) via het regioloket. Voor komend schooljaar

lopen de aanmeldingen voor LWOO en PRO nog via de Regionale Verwijzingscomissie

(RVC).

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 39

5. Samenwerking met ouders

Scholen en ouders hebben elkaar nodig bij het vormgeven van passend onderwijs. De

betrokkenheid thuis levert een bijdrage aan het succes op de school. Het

samenwerkingsverband ziet ouders als gelijkwaardige partners die een stem hebben in

het kiezen van een passend onderwijsaanbod. Scholen komen sneller tot een passende

oplossing met de ouders die zich een gelijkwaardige partner voelen. Dit laatste is alleen

mogelijk wanneer ouders actief betrokken zijn bij de totstandkoming van oplossingen.

De scholen van Amstelronde geven ouders de mogelijkheid om mee te denken en mee te

praten over de ondersteuning die zij voor hun kind belangrijk en het meest wenselijk

vinden. Dit vindt plaats door ouders actief te betrekken bij het ‘handelingsgericht

arrangeren’ in het ondersteuningsteam (OT) op school, waarbij ouders/verzorgers in

principe aanwezig zijn. Ouders weten wat hun kind nodig heeft. Bij een oplossing die

vooral vanuit de school komt, bestaat de kans dat deze na verloop van tijd minder

bruikbaar is, omdat het een oplossing is die in de ogen van ouders niet door henzelf

bedacht is.

De oplossingsrichting van school en ouders is niet altijd gelijk. De oplossing moet gezocht

worden in de dialoog waarbij de leerkracht, de ouder(s) en de leerling ideeën mogen

aandragen. In de dialoog wordt gezocht naar oplossingen en toepassingen die in het

belang zijn van de verdere ontwikkeling van de leerling.

5.1 Ouders als educatief partner

Zoals hiervoor aangegeven zijn ouders belangrijk educatieve partners in onderwijs en

opvoeding. Amstelronde wil naast het actief betrekken van ouders bij het nadenken over

wat nodig is voor de beste ontwikkeling van hun kind op school ook educatief

partnerschap in de praktijk organiseren en stimuleren, door middel van:

een nieuwsbrief van het samenwerkingsverband ook voor ouders

informatieavonden voor ouders

communicatie met ouders via de website (eventueel opgenomen in een

communicatieplan)

een paragraaf met informatie over het samenwerkingsverband in de individuele

schoolgidsen

concrete afspraken over het betrekken van ouders bij het arrangeerproces

op overeenstemming gericht overleg over het ontwikkelingsperspectief

betrekken ouders bij het vinden van een passende plek op een andere school

informatie over ondersteuning door andere instanties, bijvoorbeeld het CJG

5.2 Afstemming rondom individuele leerlingen

Amstelronde wil bevorderen en stimuleren dat ouders van een leerling goed in positie

worden gebracht zodat zij een goede bijdrage kunnen leveren aan de ondersteuning en

aanpak die nodig is voor hun kind. Dat is in Amstelronde georganiseerd door ouders

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 40

nadrukkelijk te betrekken bij de totstandkoming van het (handelingsgericht) arrangeren

in het ondersteuningsteam (zorgteam). De nadruk ligt op de continue samenwerking

tussen ouders en school: zowel op algemeen niveau als op het niveau van individuele

leerlingen.

Amstelronde biedt ouders het recht om actief mee te denken en mee te praten op school

in het proces van toewijzen van (extra) ondersteuning aan hun kind. Daarbij blijft de

eerste verantwoordelijkheid voor het kunnen realiseren van deze ondersteuning bij de

school.

Er is een wetsvoorstel in behandeling waardoor ouders instemmingsrecht krijgen op het

handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief, mocht hun kind in aanmerking komen

voor extra ondersteuning.

Bij de wetswijziging passend onderwijs is het de school die extra ondersteuning of een

toelaatbaarheidsverklaring aanvraagt bij het samenwerkingsverband. Dit is een wijziging

ten opzichte van de huidige situatie, waarin ouders degenen zijn die een verwijzing of

indicatie aanvragen.

5.3 Ouders en medezeggenschap

Deze paragraaf behandelt de formele samenwerking tussen ouders en school: de

medezeggenschap. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de positie van medezeggenschap

in het samenwerkingsverband. Hier is het van belang te melden dat ouders op twee

manieren inspraak hebben op de wijze waarop het samenwerkingsverband is

vormgegeven:

1. via het adviesrecht dat de Medezeggenschapsraad (MR) van een individuele

school heeft op het schoolondersteuningsprofiel;

2. via deelname in de ondersteuningsplanraad (OPR) van het

samenwerkingsverband.

Voor de medezeggenschapsorganen geldt bespreekrecht, informatierecht enzovoort.

Meer informatie daarover is te verkrijgen via het Steunpunt Medezeggenschap Passend

Onderwijs31.

31

http://www.steunpuntmedezeggenschappassendonderwijs.nl

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 41

6. Organisatie van het samenwerkingsverband

In hoofdstuk 3 zijn de beoogde kwalitatieve resultaten die Amstelronde wil realiseren met

passend onderwijs beschreven. Deze zijn nauw gerelateerd aan de in hoofdstuk 2

beschreven missie en visie en de daar genoemde uitgangspunten.

Om deze resultaten te kunnen bereiken, kiest Amstelronde voor een compacte

organisatie met een klein bestuur, bestaande uit vijf bestuursleden en een kleine

netwerkorganisatie op Amstelronde niveau. Het kunnen anticiperen op een diversiteit aan

ondersteuningsmogelijkheden voor scholen, vraagt om een flexibele organisatie met een

vaste kern (basale functies) en een flexibele schil (waarbij inhuur van expertise mogelijk

is). Het beleid is erop gericht om zoveel mogelijk middelen bedoeld voor

onderwijsondersteuning ten goede te laten komen aan het primaire proces op school en

in de klas. Deze opbouw van ondersteuningsmiddelen zal de komende jaren een

gefaseerde opbouw kennen (zie daarvoor het hoofdstuk financiën).

6.1 Bestuurlijke uitgangspunten

Bestuursmodel en ‘goed onderwijs, goed bestuur’

Het bestuur van Amstelronde is op 26 februari 2013 geïnstalleerd en werkt vanuit een

stichtingsmodel waarbij sprake is van een functionele scheiding van intern toezicht en

bestuurs- en uitvoeringstaken in de vorm van een bestuur-directiemodel. Het bestuur

neemt de rol van intern toezichthoudend orgaan op zich.

De meeste bestuursbevoegdheden zijn gemandateerd aan de directeur (directie) van

Amstelronde. Het bestuur ontwikkelt samen met de directie het toezichtkader en stelt

zich vervolgens op als toezichthouder door de resultaten te monitoren. De directie van

Amstelronde is verantwoordelijk voor de uitvoering ervan, in overleg met de

schooldirecteuren en IB-ers (vertegenwoordigd in de kernoverleggen) wordt dit beleid

voorbereid en de uitvoering van beleid, zoals vastgelegd in het ondersteuningsplan,

gevolgd.

Tenminste één maal per jaar vindt een vergadering van alle vijftien bij Amstelronde

aangesloten schoolbesturen plaats. Het bestuur verantwoordt zich jaarlijks in de

vergadering van aangeslotenen over het gevoerde inhoudelijke en financiële beleid van

het Samenwerkingsverband.

Iedere aangeslotene in de vergadering van aangeslotenen kan aanspraak maken op het

in stemming brengen van bestuursbesluiten die te maken hebben met:

- benoeming van bestuursleden;

- goedkeuring en vaststelling van het ondersteuningsplan en de meerjarenbegroting van

het samenwerkingsverband;

- wijziging van de statuten, tot fusie of splitsing van de stichting en ontbinding van de

stichting, waaronder begrepen bestemming van een eventueel batig saldo.

Bij deze stemming wordt gebruik gemaakt van een in de statuten vastgelegde weging

der stemmen gebaseerd op het aantal leerlingen van de aangeslotenen binnen het

samenwerkingsverband. Voor meer informatie met betrekking tot de bestuurlijke

inrichting wordt verwezen naar de volgende documenten: statuten Stichting Amstelronde

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 42

passend onderwijs, het daarbij behorende bestuursreglement, managementstatuut en

privacy reglement. Deze zijn op te vragen bij [email protected]

Samenstelling bestuur

Het bestuur bestaat uit vijf leden, waaronder een voorzitter. Vier leden zijn benoemd op

voordracht van de aangesloten schoolbesturen in Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel

en Uithoorn (één per gemeente). Eén lid is benoemd op voordracht van de aangesloten

besturen met een school voor speciaal (basis)onderwijs. Het bestuur wijst uit zijn midden

een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan.

6.2 Inrichting van de organisatie

Het bestuur heeft middels een mandaatbesluit de dagelijkse verantwoordelijkheid en

uitvoering belegd bij de directie van Amstelronde. De directie wordt op dit moment

(tijdelijk tot 1 augustus 2015) gevormd door de twee coördinatoren van de huidige

WSNS samenwerkingsverbanden Amstelzijde en Amstelland Zuid en de Veenlanden.

De scholen in Amstelronde zijn georganiseerd in vier kernoverleggen , zoals hieronder

aangegeven. Elke kern werkt met een preferente partner school voor Speciaal

basisonderwijs (SBO), dit is de meest dichtbijzijnde SBO-school

Kernoverleg

Aalsmeer

Kernoverleg

Noord

Kernoverleg

Uithoorn

Kernoverleg

Zuid

Antonius School

Jozef School

Oosteinderschool

De Wegwijzer

De Hoeksteen

De Graankorrel

De Brug

OBS Samen Eén

OBS De Zuidooster

OBS Kudelstaart

1e Amstelveense

Montessorischool

Michiel de Ruyter

Piet Hein

Martin L. Kingschool

Jan Hekmanschool

Grote Beer

Amstelschool

Brede S. Rembrandt

R. Venema school

Joost v.d.Vondel

Het Kofschip

Bekemaschool

De Kwikstaart

De Regenboog

De Vuurvogel

’t Startnest

‘t LAB

De Zon

De Springschans

Toermalijn

De Kajuit

2e Amstelveense

Montessorischool

De Pionier

De Zwaluw

De Westwijzer

Karel Eykmanschool

Het Palet-zuid

Willem-

Alexanderschool

De Cirkel

De Horizon

De Triangel

Vrije School Parcival

10 scholen 12 scholen 9 scholen 11 scholen

3300 leerlingen32 4281 leerlingen 2676 leerlingen 3435 leerlingen

Dolfijn (SBO)/

De Wending (SBO)

Schakel (SBO) Dolfijn (SBO) De Wending (SBO)

32

De leerlingenaantallen per kern zijn bij benadering; het aantal leerlingen SBO staat niet vermeld op dit overzicht.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 43

Kernoverleg

Het kernoverleg van scholen komt vijf keer per jaar bij elkaar. In dat overleg staat

passend onderwijs op de agenda, zowel beleidsvoorbereidend als beleidsvolgend. Het

kernoverleg wordt voorgezeten door een schooldirecteur van een van de scholen van het

gebied; een intern begeleider treedt op als secretaris van het kernoverleg. De directie

van Amstelronde wordt gevraagd en ongevraagd geadviseerd door het kernoverleg. Het

kernoverleg vormt daarmee een belangrijke bron van informatie voor directie en bestuur.

Ook draagt het kernoverleg bij aan het realiseren van draagvlak. Er is een

onkostenvergoeding beschikbaar voor de voorzitter en secretaris van het kernoverleg,

voor de voorbereiding en uitvoering van deze taak.

Afstemmingsoverleg

Naast het kernoverleg functioneert het Afstemmingsoverleg. Dit bestaat uit de vier

voorzitters en secretarissen van de kernen Aalsmeer, Uithoorn, Noord en Zuid en de

directie Amstelronde. Het Afstemmingsoverleg komt vijf keer per jaar bij elkaar,

minimaal twee weken voor het volgende kernoverleg. Doel van het Afstemmingsoverleg:

afstemming tussen de vier kernen en voorbereiding van de agenda van het volgend

kernoverleg.

Amstelrondespecialist

Per kernoverleg is een (vaste) Amstelrondespecialist aangesteld in opdracht van

Amstelronde33. De Amstelrondespecialist speelt een belangrijke rol binnen het

ondersteuningsteam van scholen. Deze functionaris is de vaste aanspreekpersoon voor

scholen in deze kern. Hij/zij kan diverse rollen spelen en functies bekleden zoals:

trajectbegeleiding, inhoudelijke deskundige (nodig bij deskundigenadvies),

makelaarsfunctie. De Amstelrondespecialist speelt een belangrijke ondersteunende rol bij

vragen die scholen hebben als leerkracht, IB en directie en ouders (dreigen) vast te

lopen bij het bieden van ondersteuning van een kind (zie hoofdstuk 4).

6.3 Ondersteuningsplanraad (OPR)

Een belangrijk aspect binnen Passend Onderwijs betreft een meer direct geregelde

medezeggenschap en grotere betrokkenheid van de oudergeleding en het onderwijsveld

bij de beleidsvoorbereiding vanuit het samenwerkingsverband. Dit in de vorm van een

ondersteuningsplanraad (OPR), bestaande uit ouders en personeel.

De hoofdtaak van de OPR is het geven van instemming op het ondersteuningsplan (elke

vier jaar en de daaruit voortvloeiende jaarplannen (jaarlijks). Om dit verantwoord te

kunnen doen, zullen de deelnemers meegenomen moeten worden in de uitgangspunten

van Passend Onderwijs en de voorgenomen specifieke beleidskeuzes van Amstelronde.

Naast het geven van instemming is de OPR bevoegd tot bespreking van alle

aangelegenheden betreffende het samenwerkingsverband.

Wat betreft de samenstelling is gebruik gemaakt van het ordeningsprincipe welke ten

grondslag ligt aan de bestuurlijke samenstelling waarbij de verhouding tussen ouders en

personeel in principe gelijk is. Dus per gemeente één personeelsgeleding en één

33

De omvang van wat nodig is voor de inzet van een Amstelrondespecialist moet nader onderzocht worden. Gedacht kan worden aan een inzet van twee dagen per week (16 uur) per week per kern.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 44

oudergeleding en voor het Speciaal (basis) onderwijs, één personeelsgeleding en één

oudergeleding. In totaal tien OPR leden34. Op deze wijze worden alle deelnemende

besturen direct of indirect in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de OPR. De OPR

wordt voorgezeten door een door de raad benoemde voorzitter uit het eigen midden en

beschikt over een door het bestuur vastgesteld statuut en reglement35.

Op dit moment is het aantal werknemers in dienst bij Amstelronde minder dan twee en

dat betekent dat Amstelronde geen medezeggenschapsraad (MR) hoeft in te richten.

Wanneer er in de toekomst twee of meer personeelsleden in dienst komen, zal

Amstelronde overgaan tot het instellen van een MR.

6.4 Personeel

Amstelronde zal ingericht worden als netwerkorganisatie gericht op samenwerking met

partners om optimaal gebruik te kunnen maken van elkaars kennis en kunde. Omwille

van stabiliteit en continuïteit enerzijds en vanuit financieel oogpunt anderzijds is het

werkgeverschap van een aantal functies (directie, secretariaat, coördinatie en enkele

uitvoerende functies waaronder die van Amstelrondespecialisten) belegd bij het bestuur

van Amstelronde.

Tripartiete overeenkomst

Met de nieuwe wet passend onderwijs worden geldstromen verlegd van SO-besturen,

REC’s en regulier onderwijs naar de samenwerkingsverbanden. Daarnaast is er op

termijn sprake van een stapsgewijze landelijke verevening van de zware

ondersteuningsmiddelen. Deze ontwikkelingen hebben consequenties voor een aantal

groepen personeel op wie de tripartiete overeenkomst betrekking heeft. De

schoolbesturen binnen Amstelronde krijgen door deze overeenkomst een gezamenlijke

inspanningsverplichting om verlies van expertise en gedwongen ontslag van personeel

zoveel mogelijk te voorkomen. Hieronder staat per doelgroep aangegeven op welke wijze

Amstelronde haar inspanningsverplichting invult.

Personeel in dienst

van de huidige

verbanden

Amstelronde zal als netwerkorganisatie in het kader van

behoud van expertise en personeel naar rato personeel

overnemen dan wel inhuren van de huidige verbanden.

Uitgangspunt vormt hierbij de expertise die noodzakelijk is

om de activiteiten in het ondersteuningsplan te kunnen

uitvoeren (functiehuis) en anderzijds naar de organisatorische

inpasbaarheid.

Personeel benoemd op

het ‘schooldeel lgf’

binnen het regulier

basisonderwijs

In 2014-2015 zal Amstelronde het te ontvangen schooldeel

van de voormalige lgf-financiering doorzetten naar de

scholen36.

Door deze keuze krijgen schoolbesturen een jaar extra tijd

34

OPR leden kunnen aanspraak maken op een onkostenvergoeding. Deze is vastgesteld op € 50,- per deelnemer per vergadering met een maximum aantal vergaderingen van vijf per cursusjaar. 35

Statuut en reglement OPR zijn op te vragen bij [email protected] 36

Dit is afhankelijk van de uitkomsten van de inventarisatie van de (inhoud) van de rugzakken.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 45

om maatregelen te treffen ten aanzien van personeel

benoemd op het schooldeel van de leerlinggebonden

financiering. Deze maatregel kan in 2015 – 2016 nog een

keer voortgezet worden maar zal per 1 augustus 2016

eindigen.

Ambulant begeleiders

cluster 3 en 4 in

dienst van

schoolbestuur

Amstelronde maakt in 2014-2015 geen gebruik van opting-

out, de middelen blijven toegekend aan de SO-besturen. De

ambulant begeleiders worden ingezet op uitvoering van de AB

op grond van de bestaande lgf leerlingen.

In 2015-2016 komen de middelen voor ambulante begeleiding

naar het samenwerkingsverband. Amstelronde zal als

netwerkorganisatie in het kader van de

herbestedingsverplichting afspraken maken met de SO-

besturen welke op 01-10-2013 het grootste deel van de

ambulante begeleiding verzorgen en bestuurlijk aangesloten

zijn bij Amstelronde (opting-in). Met deze besturen zal een

overeenkomst worden aangegaan inzake het inhuren van

expertise. In het kader van continuïteit in de bedrijfsvoering,

het behoud van expertise en de verplichte herbesteding is het

bestuur voornemens deze overeenkomsten in principe voor

drie jaar aan te gaan waarbij in ieder geval afspraken gemaakt

worden over de gevraagde expertise vanuit Amstelronde en de

vermindering van de verplichte herbesteding volgens de dan

geldende ministeriele regeling.

Personeel in het dienst

van REC 3 en 4

Indien blijkt dat expertise binnen Amstelronde wenselijk is

waarin niet kan worden voorzien door eigen personeel,

personeel uit doelgroep 1 en 2 of reeds aangegane

samenwerking met externe partners, zal overlegd worden

met de betrokken regionale expertise centra voordat extern

geworven zal worden. Voor 1 augustus 2014 is duidelijk

of Amstelronde iets voor deze doelgroep kan betekenen.

Personeel dat als

gevolg van de

verevening mogelijk

hun baan verliest

Gezien de positieve verevening binnen de regio van

Amstelronde en de huidige betrokken

samenwerkingsverbanden is deze doelgroep niet van

toepassing.

6.5 Geschillenregeling Amstelronde is aangesloten bij Stichting Onderwijsgeschillen welke aansluiting verzorgt

bij de Arbitragecommissie samenwerkingsverbanden, de geschillencommissie

medezeggenschap, de geschillencommissie DGO, de klachtencommissie, de commissie

van beroep PO en de bezwarencommissie functiewaardering.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 46

Arbitragecommissie

samenwerkingsverband

en

De aan de Arbitragecommissie voor te leggen geschillen

kunnen betrekking hebben op de statuten van de stichting;

de onderlinge verhoudingen tussen de stichting enerzijds en

de deelnemers en/of scholen anderzijds; het door de

stichting te voeren beleid ten aanzien van de extra

ondersteuning en de bekostiging van de extra ondersteuning

en de verdeling van die bekostiging. De actuele tekst van

het reglement is beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl,

tabblad ‘passend onderwijs’.

Geschillencommissie

medezeggenschap

Geschillen over aangelegenheden waar de MR of OPR

medezeggenschap over heeft of naar haar mening behoort

te hebben, kunnen door het bestuur, dan wel door de MR of

OPR, met inachtneming van het in de WMS bepaalde,

worden voorgelegd aan de Geschillencommissie

medezeggenschap. De actuele tekst van het reglement is

beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad

‘medezeggenschap’.

Geschillencommissie

DGO

Geschillen, voortvloeiend uit en/of samenhangend met door

de stichting te voeren decentraal georganiseerd overleg met

de centrales voor overheids- en onderwijspersoneel, kunnen

door het bestuur, dan wel de vertegenwoordigers van

centrales voor overheids- en onderwijspersoneel in dit

overleg, worden voorgelegd aan de Geschillencommissie

DGO.

Het betreft de commissie zoals benoemd in artikel XIII van

de cao-PO 2013, refererend aan artikel 38 van de WPO.’ De

actuele tekst van het reglement is beschikbaar op

www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad ‘overige geschillen’.

Klachtencommissie Geschillen voortvloeiend uit de bij de stichting geldende

klachtenregeling worden voorgelegd aan de

klachtencommissie. Amstelronde is voor de behandeling van

klachten aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie

(LKC) welke in stand wordt gehouden door

Onderwijsgeschillen. De actuele tekst van het reglement is

beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad

‘klachten’.

Commissie van Beroep Personen, die in dienstverband bij de stichting werkzaam

zijn, kunnen tegen elk besluit, bedoeld in artikel 60 van de

WPO in verband met het ter zake bepaalde in de

toepasselijke cao, in beroep komen bij de Commissie van

beroep PO. De actuele tekst van het reglement is

beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad

‘beroep’.

Bezwarencommissie

functiewaardering

Personen, die in dienstverband bij de stichting werkzaam

zijn, kunnen tegen een besluit betreffende de waardering

van zijn functie, dan wel de beschrijving van zijn functie in

relatie tot de hem opgedragen taken, zoals opgenomen in de

toepasselijke cao, in bezwaar komen bij de

Bezwarencommissie Functiewaardering. De actuele tekst van

het reglement is beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl,

tabblad ‘functiewaardering’.

De aansluiting bij de geschillencommissie OOGO is hier niet opgenomen maar apart

benoemd binnen een aparte overeenkomst tussen Colleges van B&W en Amstelronde.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 47

7. Passend onderwijs in relatie tot gemeentelijk beleid

Met de decentralisatie van alle jeugdhulp worden nieuwe taken en bevoegdheden aan de

gemeente toegekend. Het nieuwe stelsel kent door één wettelijk kader en één integrale

financieringssysteem voor de jeugdhulp meer doelmatigheid. Dit maakt meer integrale

hulp in geval van meervoudige problematiek beter mogelijk: één gezin-één plan- één

regisseur.

Met de verschuiving van alle jeugdhulp naar gemeenten wil het kabinet er onder meer

voor zorgen dat het jeugdstelsel eenvoudiger wordt en beter aansluit op de eigen kracht

en sociale netwerken van jeugdigen en hun ouders of verzorgers. Door versterking van

preventie en andere ‘lichtere’ vormen van hulp is het de bedoeling dat het beroep op

zwaardere specialistische jeugdzorg wordt teruggedrongen. Het nieuwe stelsel biedt

kansen voor regeldrukvermindering en het tegengaan van onnodige bureaucratie.

De gemeenten worden met de schoolbesturen gezamenlijk verantwoordelijk voor alle

ondersteuning en zorg aan kinderen en hun gezinnen. De gezamenlijke opgave van de

gemeenten en het samenwerkingsverband is om zo veel mogelijk leerlingen zo goed

mogelijk te begeleiden zodat ze later zo veel mogelijk zelfstandig kunnen participeren in

de samenleving.

Naast de preventieve zorg voor jeugd worden gemeenten met de decentralisatie van de

jeugdzorg verantwoordelijk voor:

de jeugd- en opvoedhulp

de jeugdbescherming en jeugdreclassering

de gesloten jeugdzorg

de crisisdienst

het AMHK (Advies Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling)

de pleegzorg

de zorg voor kinderen met een psychische of psychiatrische stoornis

de zorg voor jeugdigen met een lichtverstandelijke beperking (LVB)

Dit betekent voor gemeenten een groot aantal nieuwe taken en verantwoordelijkheden

en nieuwe mogelijkheden voor het maken van verbindingen tussen de zorg voor jeugd en

het onderwijs. De gemeenten moeten de taken met minder middelen gaan uitvoeren. Er

moet dus op een andere manier gewerkt worden en er moeten creatieve verbindingen

gelegd worden. Bij het inrichten van de nieuwe zorg voor jeugd gaan de gemeenten in de

regio Amstelronde uit van:

Kracht van ouders, jongeren en hun sociale omgeving als basis

Ondersteunen in plaats van overnemen

Hulp inzetten in de directe leefomgeving

Snelheid: minder schakels en minder gezichten

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 48

Een goede samenwerking tussen gemeenten en het onderwijs draagt bij aan het bereiken

van de uitgangspunten die zowel het onderwijs als de gemeenten en de instellingen

onderschrijven en kan leiden tot een meer preventieve en integrale aanpak van hulp

dichtbij de leefomgeving.

7.1 Beleidsontwikkeling bij gemeenten

De Amstelland gemeenten werken rondom het thema Jeugd en de ontwikkeling van de

Centra voor Jeugd & Gezin al vele jaren samen vanuit de visie dat een lokale focus nodig

is.

In het nieuwe beleid staan het gezin en of de jeugdige centraal, wordt een maximale

inzet van betrokkene en eigen omgeving verwacht en is het de bedoeling dat de zorg

thuis en schoolnabij wordt georganiseerd. In deze gemeenten wordt gewerkt met sociale

(wijk)teams (of kernteams) die sociaal domeinbreed functioneren.

In de regio zijn diverse experimenten gestart of gaan binnenkort starten, waarbij onder

meer de volgende zaken centraal staan: eigen kracht benutten en inzet sociale

omgeving; ontzorgen en normaliseren; 1 kind, 1 gezin, 1 plan, 1 aanpak; zorg nabij

organiseren (denk hierbij aan thuis, school, etc.) en experimenteren met indicatie

vrij/arme trajecten jeugdzorg.

7.2 Organisatie van de samenwerking

Vanuit het onderwijs en de gemeenten is op 28 mei 2013 in het eerste bestuurlijke

OOGO (op overeenstemming gericht overleg), bestuurlijk draagvlak uitgesproken om de

verbinding tussen de transitie jeugdzorg (gemeente) en Passend Onderwijs

(schoolbesturen verenigd in samenwerkingsverband Amstelronde) nadrukkelijker vorm te

geven. Alle betrokken partijen (Gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en

Uithoorn; swv PO Amstelronde) stellen zich ten doel te komen tot een duurzame

samenwerking tussen onderwijs en gemeenten in het kader van integrale ondersteuning.

Na dit bestuurlijke OOGO van 28 mei 2013 is een (ambtelijke) OOGO overlegcommissie

in het leven geroepen die het bestuurlijke OOGO voorbereidt. In die commissie zijn

beleidsmedewerkers van de vier gemeenten vertegenwoordigd en de directie van

Amstelronde.

Er is een procedure OOGO voorbereid. Deze is inmiddels bestuurlijk vastgesteld (zowel

door de vier gemeentebesturen als door het bestuur Amstelronde). In deze procedure is

vastgelegd dat het samenwerkingsverband en het college, elk vanuit de eigen

verantwoordelijkheid, overleggen over de afstemming tussen passend onderwijs en de

jeugdzorg (jeugdhulp), het leerlingenvervoer, de leerplicht en de onderwijshuisvesting.

7.3 Samenwerking met jeugdhulp

Met bovengenoemde gemeenten zijn samenwerkingsafspraken op operationeel niveau -

in de praktijk. In het kader van de transformatie van het jeugdbeleid wordt er gesproken

over een 'kanteling in het denken': preventie is meer (en begint eerder) dan signaleren.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 49

Wanneer kinderen en gezinnen met problemen of een ondersteuningsvraag tijdig worden

gesignaleerd, vergroot het de kans dat problemen niet escaleren.

Denk aan bijvoorbeeld een integrale toegang tot onderwijsondersteuning en jeugdhulp

door de beschikbaarheid van expertise aan de gezins/jeugdhulpkant en aan de

onderwijskant in het ondersteuningsteam van de school. In het ondersteuningsteam op

school vindt het overleg plaats tussen school, ouder, Amstelrondespecialist

(onderwijsspecialist) en een vertegenwoordiger van gezins/thuiskant (sociaal (wijk) team

of kernteam). Indien er sprake is van (voornamelijk) gezins- of thuisproblematiek, zal

verdere ondersteuning en interventie plaatsvinden vanuit het sociaal (wijk) team of

kernteam.

Als linking pin tussen onderwijs enerzijds en jeugd- en gezinshulp anderzijds functioneert

al geruime tijd het schoolmaatschappelijk werk (SMW), gefinancierd door de gemeenten.

Amstelronde en de vier gemeenten maken concrete afspraken over de omvang en inzet

van SMW om deze functie ook in de toekomst te kunnen blijven vervullen.

Afspraken over respectievelijke verantwoordelijkheden van onderwijs- en gezinskant met

betrekking tot signalering van gezinsproblematiek, (handelingsgerichte) diagnostiek en

de wijze waarop combinatie-arrangementen voor leerlingen worden ontwikkeld,

uitgevoerd en bekostigd, zullen nog nader gemaakt worden.

7.4 Leerlingenvervoer in relatie tot passend onderwijs

Het betreft hier vervoer van leerlingen naar het basis-, speciaal basis- en (voortgezet)

speciaal onderwijs, die wegens hun lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking

of handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, dan wel vanwege

een zodanige beperking of handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik

kunnen maken. In het speciaal onderwijs heeft iedere leerling recht op leerlingenvervoer.

Ten aanzien van het leerlingenvervoer hebben Amstelronde passend onderwijs en de vier

gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn, afspraken gemaakt over

een duidelijk en voor ouders inzichtelijke regeling leerlingenvervoer in het kader van de

invoering van Passend onderwijs.

Als uitgangspunt hanteren de vier gemeenten de gewijzigde Modelverordening

leerlingenvervoer van januari 201437. Binnen deze modelverordening hanteren genoemde

gemeenten hun eigen gemeentelijke verordeningen. Deze zijn te vinden op de website

van de betreffende gemeente.

In het kader van leerlingenvervoer en passend onderwijs hebben de vier gemeenten met

Amstelronde het volgende afgesproken:

- Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan

wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school,

tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder

kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school

schriftelijk instemmen. Dat kan ook een school betreffen buiten het

samenwerkingsverband en/of ongeacht de voorkeur van de ouders;

37

http://www.vng.nl/files/vng/brieven/2014/20140108_ledenbrief_wijziging-modelverordening-leerlingenvervoer.pdf

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 50

- in het Ondersteuningsteam op school wordt, in overleg met ouders, beoogde

school voor speciaal (basis) onderwijs en Amstelrondespecialist

(onderwijsspecialist in dienst van Amstelronde) bepaalt wat de best passende

onderwijsplek is. Hierbij wordt de best passende onderwijsplek op de

dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school gekozen;

- indien bekend is aan welke school voor speciaal (basis) onderwijs in de

voorbereiding van het Ondersteuningsteam, gedacht wordt, neemt de

Amstelrondespecialist zo snel mogelijk contact op met de medewerker

leerlingenvervoer van de gemeente waar het kind woont om na te gaan of

leerlingenvervoer voor dit kind een belemmering vormt;

- ouders/verzorgers doen de aanvraag leerlingenvervoer;

- hierbij dient een termijn van 8 weken aangehouden te worden, die gemeenten

nodig hebben om een en ander in te kunnen plannen.

- Scholen geven een onafhankelijke verklaring/ advies als hierom wordt gevraagd

door een van de gemeenten. (Het kan om een verklaring gaan waarin staat dat de

leerling niet in staat is met de fiets of openbaar vervoer (met of zonder

begeleiding) zelfstandig naar school kan reizen. Tevens kan het college bij de

beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele (vervoers)adviezen

van deskundigen betrekken die voor de beoordeling van die aanvraag van belang

zijn.

- Scholen zijn bereid leerlingen te stimuleren in hun zelfstandigheid.

7.5 Onderwijshuisvesting in relatie tot passend onderwijs

Voor wat betreft de onderwijshuisvesting is de gemeentelijke verordening voorzieningen

huisvesting onderwijs van toepassing. Op 1 januari 2015 komt er een wetswijziging

waarbij niet alleen de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en aanpassingen

van schoolgebouwen, maar ook de financiële middelen, door het rijk worden

overgedragen van gemeenten naar schoolbesturen. Vanaf die datum is de gemeente

hiervoor niet meer verantwoordelijk. Mocht dit in 2015 in de praktijk leiden tot kennelijk

onredelijke situaties dan kan dit alsnog nader worden besproken.

7.6 Leerplicht in relatie tot passend onderwijs

Een van de belangrijkste doelen van passend onderwijs is het reduceren van het aantal

thuiszitters38. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de Leerplichtwet,

middels leerplichtambtenaren. Er zijn afspraken gemaakt tussen samenwerkingsverband

en gemeente(n) met betrekking tot het handhaven van de leerplicht, waar het

(dreigende) thuiszitters betreft. Daarbij kan bijvoorbeeld ook worden gedacht aan de

aanwezigheid van de leerplichtambtenaar bij het ondersteuningsteam, of het uitwisselen

van gegevens tussen leerplicht en samenwerkingsverband met betrekking tot

38

Een thuiszitter is een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar die valt onder de kwalificatieplicht en die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en die zonder geldige reden meer dan 4 weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht resp. vrijstelling van geregeld schoolbezoek wegens het volgen van ander onderwijs (Ingrado, landelijke vereniging leerplicht).

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 51

thuiszitters. In hoofdstuk 3 is al een en ander over leerplicht in relatie tot passend

onderwijs geschreven. Er is in overleg met de vier gemeenten een protocol ter

voorkoming en/of terugdringing van thuiszitters vastgesteld (zie bijlage).

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 52

8. Kwaliteitsontwikkeling

In dit hoofdstuk wordt verwoord op welke wijze Amstelronde de ontwikkeling van de

doelstellingen geformuleerd in hoofdstuk 3 vorm zal geven en welke resultaten worden

gezien als succesfactoren.

8.1 Monitoring en evaluatie

Amstelronde wil proactief sturen op resultaten. Dit wil zeggen dat zoveel mogelijk op

basis van sturingselementen getoetst wordt of doelstellingen gerealiseerd worden om

tussentijdse bijstelling te kunnen doorvoeren. In paragraaf 3.2 en 3.3 zijn respectievelijk

kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen geformuleerd die Amstelronde wil realiseren.

Deze doelstellingen worden in onderstaande tabel aangevuld en gekoppeld aan de

volgende sturingselementen: dekkend aanbod, onderwijskundige resultaten, financiën en

personeel.

In onderstaande tabel een toelichting op de streefsituatie en de wijze waarop dit

gemonitord zal worden.

Streefsituatie Meetbaar

Dekkend aanbod

Basisondersteuning

Het merendeel (80%) van de

scholen van Amstelronde

voldoen in 2018 aan het niveau

van basisondersteuning van

een ‘smalle

ondersteuningsschool’.

Op basis van nader vast te

stellen set van indicatoren zal

dit door (zelf) evaluatie

worden getoetst.

De set van indicatoren op basis

waarvan het niveau van

ondersteuning zal worden

vastgesteld zal in samenspraak

met het veld (de kernen)

worden ontwikkeld.

Ten behoeve van schooljaar

2015-2016 is een eerste set

van indicatoren beschreven.

Extra ondersteuning Voor elk kind wat dit nodig

heeft, is per augustus 2014

extra ondersteuning

beschikbaar.

Op basis van een monitor en

vanuit informatie van de

Amstelrondespecialisten van

Amstelronde in de

ondersteuningsteams wordt

dit gemonitord.

Zo thuisnabij

mogelijk

Meer kinderen volgen vanaf

2016 meer thuisnabij passend

onderwijs.

Het absolute

deelnamepercentage speciaal

(basis) onderwijs laat een

daling zien (kengetallen

ministerie) vergeleken met de

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 53

situatie van 1 oktober 2013.

Het (speciaal) basisonderwijs is

in staat een passend aanbod te

bieden aan een aantal kinderen

die nu aangewezen zijn op

speciaal onderwijs.

Het deelnamepercentage SO

laat ten opzichte van 1

oktober 2013 een daling zien.

Ondersteuningsteam Alle scholen werken met een

goed georganiseerd

ondersteuningsteam. Daarbij

wordt per kern gebruik

gemaakt van een ‘vaste’

Amstelrondespecialist die

namens Amstelronde aanwezig

is en een ondersteunende rol

speelt in het arrangeren op

school.

Elk ondersteuningsteam werkt

volgens een heldere

procedure waarbij gebruik

gemaakt wordt van het

groeidocument HGW.

Thuiszitters

Schoolbesturen hebben per 1

augustus 2014 op niveau van

Amstelronde eenduidige

afspraken vastgelegd over

aannamebeleid en er is een

thuiszittersprotocol vastgesteld

en passen dit toe.

Vanaf 2014 – 2015 is er

binnen Amstelronde zicht

(kwantitatief) op absoluut

schoolverzuim en kan een

plan van aanpak getoond

worden (kwalitatief).

Streefsituatie Meetbaar

Onderwijskundige

resultaten

Kwalitatief goed

onderwijs

Alle deelnemende scholen

beschikken vanaf schooljaar

2015-2016 minimaal over een

basisarrangement van de

inspectie en behouden dit ook.

Elk jaar genereert Amstelronde

op basis van de rapportages op

www.onderwijsinspectie.nl een

totaaloverzicht.

Streefsituatie Meetbaar

Financiën

Gezonde Amstelronde begint met een

gezonde financiële startpositie

Op basis van een nader vast te

stellen risicoanalyse wordt een

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 54

startpositie om haar missie en

doelstellingen te kunnen

realiseren.

minimale algemene reserve

vastgesteld.

Sturing op

kengetallen

Amstelronde wil proactief

financieel beleid voeren op

basis van samenhang tussen

balans en begroting.

Op basis van een risicoanalyse

worden kengetallen vastgesteld

voor de kapitalisatiefactor,

solvabiliteit en liquiditeit.

Streefsituatie Meetbaar

Personeel

Netwerkorganisatie Amstelronde zal zich de

komende jaren verder

ontwikkelen als

netwerkorganisatie.

De formatie binnen

Amstelronde zal een beperkte

omvang hebben. Basale

functies (zoals: directie,

Amstelrondespecialist,

secretarieel medewerker)

zullen een dienstverband

hebben.

Expertise Scholen zullen de komende

jaren expertise ontwikkelen op

het gebied van extra

ondersteuning. Amstelronde

kan hierin een aanvullende

en/of faciliterende rol spelen

door het (mede) organiseren

van professionalisering of

scholing.

In 2018 hebben scholen meer

expertise in huis voor extra

ondersteuning, verkregen door

professionalisering en scholing

en door de verhoogde inzet

van ondersteuningsmiddelen.

8.2 Planning- & controlcyclus

De meeste bestuursbevoegdheden zijn gemandateerd aan de directeur van Amstelronde

passend onderwijs. Het bestuur ontwikkelt samen met de directie het toezichtkader en

stelt zich vervolgens op als toezichthouder door de resultaten te monitoren. De directie is

verantwoordelijk voor de uitvoering ervan, in overleg met de schooldirecteuren en intern

begeleiders (verenigd in de kernoverleggen).

De directie rapporteert aan het bestuur op basis van de volgende instrumenten.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 55

Financiële

rapportage

Elk half jaar geeft de directie inzicht in de financiële situatie

middels een management rapportage. Deze rapportage bevat

een vergelijking tussen realisatie en begroting. Significante

verschillen worden in deze rapportage verklaard. Op basis van

het jaarverslag en de jaarrekening inclusief accountantscontrole

wordt jaarlijks financiële verantwoording afgelegd.

Financiële planning

& controlcyclus

Amstelronde zal de planning en controlcyclus beschrijven in een

document. Doel van dit document is inzicht te geven in de wijze

waarop Amstelronde de informatievoorziening zodanig inricht dat

de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie en de

efficiency van de administratieve processen zijn verzekerd.

Monitor

Amstelronde

Jaarlijks wordt een monitor opgesteld waarin kengetallen van

het afgelopen schooljaar worden gepresenteerd op basis van de

hulpvragen van scholen die naar voren zijn gekomen in de

ondersteuningsteams op school en vastgelegd in het

groeidocument HGW. Naast de kengetallen worden trends

weergegeven. De monitor kan leiden tot bijstelling van de

beleidsvoering.

Jaarlijkse evaluatie

van het

ondersteuningsplan

Op basis van de in paragraaf 8.1 gepresenteerde

sturingselementen zal jaarlijks een evaluatie worden besproken

binnen het bestuur en het breed bestuurlijk overleg (BBO) van

Amstelronde. Op basis van deze evaluatie vindt mogelijk

bijstelling van beleidsvoering plaats.

8.3 Verantwoording

Amstelronde kent naast een interne horizontale en verticale verantwoording ook een

externe verantwoording naar stakeholders.

De interne horizontale verantwoording betreft met name de verantwoording die aan het

onderwijsveld wordt afgelegd binnen de OPR en de kernoverleggen.

De verticale verantwoording is de verantwoording naar het bestuur en het breed

bestuurlijk overleg (BBO) zoals omschreven in paragraaf 8.2.

De externe verantwoording naar stakeholders betreft met name de verantwoording naar

gemeenten en ouders. Binnen het OOGO met de betrokken gemeenten licht Amstelronde

haar beleidsvoornemens toe in het licht van de verbinding tussen onderwijs en

jeugdzorg. Verantwoording naar ouders vindt plaats in de dialoog die de school met

ouders voert en waarbij het samenwerkingsverband in geval van extra ondersteuning,

een belangrijke partner is. Amstelronde wil als betrouwbaar en herkenbaar

samenwerkingsverband algemeen genomen helder en transparant met ouders

communiceren over de mogelijkheden welke het verband kan bieden en specifiek

afstemming bereiken over de inzet van extra ondersteuning.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 56

9. Financiën

9.1. Verdeling van het ondersteuningsbudget

Het samenwerkingsverband heeft, de beschikking over alle middelen voor de lichte

ondersteuning (voorheen WSNS) en krijgt geleidelijk de beschikking over alle middelen

voor de zware ondersteuning (voorheen SO-bekostiging en LGF). Het aantal leerlingen

bepaalt de hoogte van het ondersteuningsbedrag (lump sum financiering) van het

samenwerkingsverband. De lichte ondersteuning wordt bepaald door het aantal

leerlingen op het regulier onderwijs en bedraagt ca.€ 156,- per leerling. De zware

ondersteuning wordt bepaald door het aantal leerlingen op het regulier en het speciaal

basisonderwijs en bedraagt ca.€ 323,- per leerling. Het bedrag per leerling staat los van

de ondersteuningsbehoeften van individuele leerlingen en is voor ieder

samenwerkingsverband gelijk. Dit betekent dat er bij minder verwijzingen naar het SO

en het SBO direct meer geld beschikbaar is voor de reguliere basisscholen en andersom.

De financieringssystematiek is een waterbedconstructie, waarbij de verdeling van

middelen verandert, maar de hoeveelheid middelen altijd gelijk blijft. Er moet wel

rekening gehouden worden met het feit dat het samenwerkingsverband niet altijd een

directe invloed kan uitoefenen op de leerlingenstromen. Denk aan de leerlingen die in het

speciaal onderwijs worden geplaatst via een zorgindicatie of bijvoorbeeld de populatie

leerlingen met een ernstige meervoudige beperking.

Passend arrangeren in Amstelronde

Amstelronde wil scholen stimuleren leerlingen thuisnabij een passend onderwijsaanbod te

doen. Amstelronde wil dit organiseren zonder onnodige bureaucratie. Parallel aan het

landelijk beleid krijgt iedere basisschool een ondersteuningsbedrag per leerling. De

basisschool moet vervolgens de extra ondersteuning vanuit het eigen budget

organiseren. De basisschool is vrij in de besteding van haar budget en legt na ieder

schooljaar verantwoording af aan het samenwerkingsverband volgens het principe ‘pas

toe en leg uit’. De school kan de extra ondersteuning binnen de school zelf mogelijk

maken of ondersteuning inkopen. De extra ondersteuningskosten van een

onderwijsplaats in het SO (categorie I ) of het SBO koopt de basisschool ook in vanuit

het eigen ondersteuningsbudget.

De zorgmiddelen in het nieuwe Samenwerkingsverband worden verdeeld op basis van

het leerlingenaantal. Vóór de verdeling wordt een budget afgeroomd om een aantal

zaken te regelen. Allereerst een budget voor leerlingen die zonder ooit een reguliere

school bezocht te hebben instromen in het SO. Voor deze kinderen kun je namelijk de

‘verwijzer betaalt’-regeling niet toepassen. Ook de (meervoudig) gehandicapte leerlingen

worden uit het budget van Amstelronde bekostigd. Daarnaast wordt geld gereserveerd

om het deskundigenadvies te organiseren. Tenslotte zal er geld worden ingehouden

waarmee de organisatie kan worden bekostigd. De rest van de middelen (een jaarlijks

groeiend deel) wordt overgemaakt aan de schoolbesturen. Hiermee komen de zorgeuro’s

‘in de klas’. Want alleen de schoolbesturen zijn in de positie om de situatie in de klas te

veranderen.

Amstelronde legt de prikkel voor het creëren van een breder onderwijsaanbod bij de

school zelf. De basisschool die passend onderwijs kan creëren voor al hun leerlingen

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 57

hoeft minder externe ondersteuning in te kopen. Het inkopen van de extra ondersteuning

maakt tevens alle kosten direct transparant voor de scholen. Omdat het geld vast ligt,

zullen verdere afspraken en procedures in het samenwerkingsverband over de inhoud

van het onderwijs gaan. Verder is dit verdeelmodel geen open einde regeling middels een

indicatiecommissie, waardoor de budgettaire beheersbaarheid op het niveau van het

samenwerkingsverband is geregeld. Het samenwerkingsverband hoeft op deze wijze

weinig reserves op te bouwen en de middelen kunnen zoveel mogelijk op het niveau van

de school ingezet worden.

Amstelronde betaalt de verwijzingen tot 1 oktober 2014

Scholen moeten een plek in het SO en het SBO inkopen vanuit het eigen budget voor

verwijzingen na 1-8-2014. De kosten van de huidige onderwijsplaatsen in het SO en het

SBO worden gedragen door het samenwerkingsverband. Dit betekent dat alle scholen op

1-08-2014 met eenzelfde ondersteuningsbedrag per leerling starten, waarbij het aantal

verwijzingen van alle scholen nul is.

In het schooljaar 2014-2015 krijgen de basisscholen een ondersteuningsbudget op basis

van hun leerlingaantal op 1-10-2013 (t-1). De verwijzingen staan voor alle scholen op

nul. Vanaf 1-8-2014 gaan de verwijzingen van de scholen meetellen. Deze leerlingen

tellen we voor het eerst op 1-10-2015 en dit heeft gevolgen voor het

ondersteuningsbudget in het schooljaar 2015-2016. De school betaalt in het schooljaar

2015-2016 vanuit de ondersteuningsmiddelen de onderwijsplekken op het speciaal

(basis) onderwijs voor alle leerlingen die tussen 1-8-2014 en 1-08-2015 zijn verwezen.

De scholen krijgen in het schooljaar 2015-2016 een hoger ondersteuningsbudget om dit

te realiseren. Het ondersteuningsbudget wordt groter, maar iedere school betaalt daaruit

zelf de extra ondersteuning. Het resterende ondersteuningsbudget van de school hangt

af van het aantal onderwijsplekken dat zij extern moet inkopen.

Als de ingekochte ondersteuning onvoldoende blijkt te zijn en er intensievere

ondersteuning nodig is, wordt dit uitsluitend in overleg met de basisschool ingezet. Zij zal

een groter deel van het ondersteuningsbudget moeten besteden voor de passende hulp

aan de leerling. Dit gebeurt als een leerling onvoldoende steun krijgt op het SBO en een

SO voorziening nodig heeft.

Amstelronde hanteert een overgangsregeling voor de oude rugzakken cluster 4 en

cluster 3. Dit betreft rugzakken die vóór 1-10-2013 zijn toegekend, en de betreffende

leerlingen nog op school zitten.

Toegekende rugzakken bestaan uit een schooldeel en een deel ambulante begeleiding.

De ambulante begeleiding wordt bij de start van passend onderwijs voortgezet.

Leerlingen die op of na 1-10-2013 voor het eerst een rugzak cluster 3 of 4 hebben

gekregen, raken het schooldeel van deze rugzakgelden kwijt. De extra ondersteuning

moet de school uit het eigen ondersteuningsbudget betalen.

De uitkomsten van de inventarisatie rugzakken (op 1-10-2013) bepaalt de

overgangsregeling:

- in 2014-2015 wordt de rugzakregeling onverkort uitgevoerd, mits de leerling nog op

school zit, en de beschikking nog doorloopt.

- voor 2015-2016 wordt de overgangsregeling nog inhoudelijk vastgesteld.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 58

Leerlingen op het SO en het SBO

Amstelronde geeft alle SO en SBO leerlingen met een beschikking afgegeven voor 31 juli

2014 een indicatie voor de gehele basisschoolperiode. Herindicatie is niet nodig. De

huidige indicatie wordt direct omgezet naar een vergelijkbare toelaatbaarheidsverklaring.

Toelaatbaarheidsverklaringen (TLV)

Amstelronde geeft uitsluitend een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af voor een

verwijzing naar het SBO of SO. Dit vindt plaats nadat door Amstelronde is vastgesteld

dat de procedure om te komen tot een TLV correct is verlopen en alle partijen hebben

getekend (zie par. 4.4.4). Indien de leerling met een TLV van het SBO of SO terug keert

naar de basisschool dan zal de basisschool een arrangement ontwikkelen dat past bij de

ondersteuningsbehoefte van deze leerling. De kosten van dit arrangement betaalt de

basisschool uit het eigen ondersteuningsbudget. In onderstaande tabel zijn de bijhorende

bedragen van de verschillende TLV’s aangegeven (prijspeil april 2013).

Aantal lln. (1-10-2013)

Leeft < 8

Bedrag lln. 22015/16

Leeft ≥ 8

Bedrag lln. 2015/16

Regulier onderwijs

13.696

SBO

359

€ 4.294,06

SO cat.I (Cluster 4, ZMLK, LZ)

112

30

€ 8.636,45

82

€ 7.832,26

SO cat.II (LG)

11

3

€12.668,12

8

€ 13.716,51

SO cat. III (MG)

16

4

€ 19.291,04

12

€ 20.339,43

Expertiseniveau van het samenwerkingsverband

Het samenwerkingsverband wil het expertiseniveau zoals kennisdeling via netwerken,

schoolnabije ondersteuning door Amstelrondespecialisten en een loket Amstelronde voor

scholen en ouders, in stand houden. Verder moet het samenwerkingsverband in staat

zijn alle wettelijke taken uit te voeren. De kosten worden op voorhand aan het

ondersteuningsbudget onttrokken.

Betaling en groeiregeling speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs

Met de wet passend onderwijs wordt het stelsel van de financiering van de (extra)

ondersteuning aan leerlingen in het (speciaal) basisonderwijs, het voortgezet onderwijs

en in het (voortgezet) speciaal onderwijs herzien. In de wet is geregeld dat de

samenwerkingsverbanden passend onderwijs een budget zullen ontvangen voor de extra

ondersteuning aan leerlingen in het regulier onderwijs en de ondersteuningskosten van

leerlingen in het speciaal onderwijs. De samenwerkingsverbanden zullen dit budget met

ingang van het schooljaar 2015-2016 ontvangen.

De bekostiging van de scholen voor cluster 3 en 4 is in het schooljaar 2014-2015 qua

opbouw hetzelfde als in de voorgaande jaren. Er is nog geen sprake van

categoriebedragen, maar nog steeds van de huidige bekostiging per onderwijssoort. De

bekostiging is gebaseerd op het aantal leerlingen op 1-10-(t-1). Daarnaast ontvangt het

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 59

SO in principe het ‘her te besteden deel’ van de rugzak op basis van 1-10-2013. De

bekostiging via de categoriebedragen gaat in per schooljaar 2014-2015.

Amstelronde hanteert vanaf het schooljaar 2014-2015 een groeiregeling voor leerlingen

op het SO. De meerkosten van de groei van SO-scholen tussen 1 oktober en 1 februari

worden bekostigd door het samenwerkingsverband. Dit geldt voor zowel de basis- als de

zorgbekostiging. Alle betalingen zijn uitgesplitst naar personele (schooljaar) en materiële

(kalenderjaar) bekostiging.

De leerlingen op het speciaal basisonderwijs worden tot 2% rechtstreeks bekostigd door

het ministerie op basis van de gewogen gemiddelde leeftijd (GGL). Daalt het

deelnamepercentage op het SBO onder de 2% dan draagt het SBO de teveel ontvangen

middelen over aan het samenwerkingsverband.

Vanaf 1 augustus 2014 gelden voor het speciaal basisonderwijs de nieuwe

bekostigingsregels passend onderwijs. De leerlingen boven de 2% worden vergoed door

het samenwerkingsverband op basis van de landelijke gemiddelde personele last (GPL).

Voor het SBO geldt een extra teldatum, de peildatum op 1 februari. De groei van SBO-

scholen tussen 1 oktober en 1 februari wordt bekostigd door het samenwerkingsverband.

Dit geldt voor zowel de basis-als de zorgbekostiging. Alle betalingen zijn uitgesplitst naar

personele (schooljaar) en materiële (kalenderjaar) bekostiging. De betaling van de

meerkosten van groeiregelingen voor het SO en het SBO worden niet doorbelast aan de

verwijzende scholen, maar solidair opgevangen door het samenwerkingsverband.

Verevening

De mate waarin op dit moment in ons land van speciale onderwijszorg gebruik gemaakt

wordt, verschilt per regio. Het ministerie van onderwijs heeft de verevening toegepast op

het aantal leerlingen dat gebruik maakt van de speciale onderwijszorg. De

samenwerkingsverbanden die relatief veel gebruik maken van de speciale zorg krijgen in

de eerste periode extra middelen om deze zorg te kunnen continueren. De

samenwerkingsverbanden die weinig gebruik maken van de speciale zorg krijgen bij de

start van passend onderwijs minder middelen volgens de stappengrootte (in schooljaar

2015-2016: -100%, 2016-2017: -90%, 2017-2018: -75%, 2018-2019: -60%, 2019-

2020 -30%).

In schooljaar 2020-2021 krijgen alle samenwerkingsverbanden de ondersteunings-

middelen op basis van hun leerlingaantallen en is de verevening afgelopen.

Voor Amstelronde betekent dit dat het samenwerkingsverband in schooljaar 2020-2021

€ 1.254.410,- meer ondersteuningsmiddelen zal ontvangen dan bij de start van passend

onderwijs.

Onvoorzien

Bij de start van passend onderwijs is niet duidelijk welke kosten samenhangen met de

groeiregeling SO, cijfers van de afgelopen jaren zijn niet beschikbaar. Amstelronde

reserveert daarvoor, en voor de directe bekostiging van SO leerlingen categorie II en III,

een ruim budget. In 2015-2016 zal duidelijk worden waar deze middelen voor worden

ingezet. Uitgangspunt blijft dat Amstelronde geen reserves opbouwt, maar zoveel

mogelijk middelen inzet direct bij het kind, op de basisschool.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 60

9.2. Meerjarenbegroting

Toelichting op de begroting

De nummers van de opmerkingen verwijzen naar de volgnummers in de begroting.

Baten:

1. Het aantal leerlingen onder het kopje 2014‐2015 is het werkelijke leerlingenaantal van

1‐10‐2013. Er is sprake van krimp ten opzichte van het leerlingenaantal 1-10-2012 (-49).

De telgegevens van de komende jaren zijn gebaseerd op de prognose gebaseerd op

demografische gegevens. Bron: http://www.scenariomodelpo.nl

Begroting Begroting Begroting Begroting

2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018

leerlingen (S)BaO 1. 14.055 14.223 14.265 14.231

BATEN

Lichte ondersteuning pers 2. 2.044.676 2.070.652 2.077.520 2.072.593

Zware ondersteuning pers 3. 882.376 4.242.721 4.255.250 4.245.107

bijzondere bekostiging smw 4. 16.681 16.143 15.605 15.067

Lichte en zware ondersteuning mat 5. 220.999 487.919 487.855 486.868

inkomend grensverkeer 6. 0 17.700 34.877 51.922

Totaal 3.164.732 6.331.074 6.367.647 6.369.623

LASTEN

Ondersteuningsmiddelen Bao 7. 1.369.600 1.664.400 1.948.240 2.221.280

Kosten SBO >2% pers+groei 8. 428.075 391.451 371.104 367.035

Kosten SBO >2% mat+groei 9. 14.454 32.668 31.545 31.320

JRK, overgangsregeling 10. 100.000 100.000

AWBZ maatregel 11. 30.000 30.000 30.000 30.000

Ondersteuningskosten SO pers 12. 1.403.560 1.330.714 1.267.426

Ondersteuningskosten SO mat 13. 49.398 255.566 247.238 242.517

Groei SO pers (basis+zorg) 14. 436.844 381.300 381.300

(Verplichte) herbesteding AB 15. 337.082 300.000 300.000

Amstelrondespecialisten+Loket 16. 175.000 175.000 175.000 175.000

Uitgaand grensverkeer 17. 0 4.069 8.139 8.139

Arrangementen op de basisschool 18. 400.000 652.015 652.015 652.015

SMW 19. 16.681 16.143 15.605 15.067

Projecten en netwerken 20. 75.000 75.000 75.000 50.000

Bestuur, personeel/organisatie 21. 200.000 200.000 200.000 200.000

Huur en bureaukosten 22. 55.000 55.000 55.000 55.000

Totaal 2.913.209 5.828.798 5.820.899 5.996.099

RESULTAAT 23. 251.523 502.275 546.747 373.524

gemiddeld ondersteuningsbedrag 24. 100 120 140 160

2. Elk samenwerkingsverband krijgt een budget voor lichte ondersteuning. Dat zijn de

middelen die tot nu toe onder de noemer weer samen naar school (wsns) werden verstrekt.

Lichte ondersteuning personeel: aantal leerlingen BaO*€ 149,29.

Het SBO ontvangt rechtstreeks van het Rijk de basisbekostiging voor alle leerlingen op basis

van de telling 1-10 van het voorafgaande schooljaar, de zogenaamde T-1 systematiek. De

ondersteuningsbekostiging wordt toegekend voor 2% van de leerlingen van de basisscholen

en de SBO’s van het samenwerkingsverband.

3. Zware ondersteuning personeel:

In 2014-2015 krijgt het SWV het budget schooldeel rugzakken.

De inkomsten aan LGF gedurende 2014‐2015 zijn gelijk gesteld aan de uitgaven aan de

overgangsmaatregel LGF, zoals deze zijn gecalculeerd op basis aantal rugzakleerlingen op

teldatum 1-10-2013. Daarnaast ontvangt Amstelronde bekostiging zware ondersteuning

14055*16,39 (2015-2016 € 25,59). Door het vervallen van de bezuinigingen valt het

budget van een aantal regelingen vrij. In het bedrag € 16,39 is verwerkt dat DUO in 2014-

2015 nog één keer de bekostiging groei (peildatum) uitvoert.

In 2015-2016 krijgt het SWV alle zware ondersteuning, maar is het AB-deel nog

geoormerkt. Omgerekend € 298,30 per leerling BaO en SBO.

In 2016-2017 krijgt het SWV alle zware ondersteuning en start de verevening

(90,75,60,30,0).

4. De inkomsten schoolmaatschappelijk werk (SMW) maken geen deel uit van de middelen

passend onderwijs, maar worden wel door het SWV ontvangen en besteed. Het bedrag is

gebaseerd op het totaal aantal eenheden schoolgewicht regulier basisonderwijs op 1‐10‐

2012. Er is een krimpprognose opgenomen.

5. Lichte en zware ondersteuning materieel:

Dit betreft alle middelen materiele instandhouding. Deze worden vastgesteld per

kalenderjaar.

Lichte ondersteuning materieel aantal leerlingen BaO*€ 7,48.

Zware ondersteuning materieel: aantal leerling (Bao+Sbo)*€ 26,95 (vanaf 2015).

6. Inkomend grensverkeer:

In de overgangssituatie op 1 augustus 2014 is het zo dat de huidige verplichtingen van de

WSNS samenwerkingsverbanden vervallen, dus ook de verplichtingen tot verrekening met

de andere samenwerkingsverbanden inzake de sbo leerlingen. Op 1 augustus 2014 betaal je

als swv (alleen) voor alle leerlingen die op de sbo scholen in het samenwerkingsverband

staan ingeschreven. Na 1 augustus 2014 moet je ook voor leerlingen gaan betalen als ze

een tlv voor het sbo krijgen en naar een sbo school van een ‘buur’ samenwerkingsverband

gaan.

Lasten:

7. Bedrag voor basisondersteuning: een vast bedrag per leerling (voor alle scholen gelijk)

beschikbaar voor de uitvoering van passend onderwijs. Er wordt gestart met een bedrag

van € 100 per leerling. In het gemiddelde ondersteuningsbedrag zijn alles kosten SO en

SBO reeds betaald. Het is het ondersteuningsbedrag dat scholen gemiddeld overhouden als

alle verwijzingen zijn betaald. Het daadwerkelijke ondersteuningsbedrag per school hangt af

van het aantal verwijzingen en kan lager of hoger uitvallen.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 62

Het gemiddelde ondersteuningsbedrag per leerling voor de basisscholen stijgt in de

komende jaren. De middelen worden opgehoogd door het verdwijnen van de

rugzakregeling. De verevening gaat vanaf schooljaar 2016-2017 ook een positieve rol

spelen in het ondersteuningsbedrag. Dit betekent dat er meer geld vrij komt voor de

reguliere scholen.

8. en 9. Betaling SBO: Verplichte overdracht: SWV vult >2% per schooljaar aan op basis

van landelijke GPL met groeibekostiging. Idem voor materiele instandhouding. Hier zijn de

bedragen per kalenderjaar aangehouden.

Het betreft hier de overdrachtsverplichting SBO op grond van de kengetallen 1‐10.

(deelnamepercentage van 2,6%). Dit percentage is als een constante opgevoerd.

Omdat het SBO zich heeft uitgesproken voor verbrede toelating, is er rekening mee

gehouden dat het deelnamepercentage niet direct daalt.

10. Amstelronde neemt een deel van de financiering van de JRK voorziening op het SBO

voor haar rekening. Dat wil zeggen dat de besturen Aloysiusstichting en Amstelwijs in het

kader van een ‘overgangsregeling’ in cursusjaar 2014 – 2015 middelen krijgen om de JRK

voorziening in stand te houden en de observatiefunctie duidelijk te beschrijven. In de loop

van 2014-2015 en afhankelijk van het resultaat van de beschrijving van de

observatiefunctie zal bepaald worden of, en zo ja in welke mate, deze voorziening vanuit

Amstelronde deels bekostigd zal worden in 2015-2016.

11. AWBZ maatregel: er is een budget gereserveerd van € 30.000. Lees de toelichting in

hoofdstuk 4.4.4.

12. en 13. De overdracht aan het speciaal onderwijs, in werkelijkheid een korting van DUO,

is gebaseerd op de kengetallen 1‐10‐2013. Net als wat bij de overdrachtsverplichting SBO (8

en 9) is opgemerkt, kan de krimp van de totale schoolbevolking een stijging van het

deelnamepercentage veroorzaken. M.n. cluster 4 laat de laatste jaren een stijgende trend

zien, waarbij nog geen relatie meetbaar is met de krimp van de schoolbevolking. In deze

raming is uitgegaan van een constante. Aangezien de tarieven voor jongste en oudere

leerlingen verschillen, wordt voorgesteld dit voorlopig aan te houden. Het

deelnamepercentage kan immers wel stijgen, maar dan is ook “vergrijzing” van de SO-

populatie mogelijk, waardoor door het verschil in leeftijdstarieven de kosten toch min of

meer gelijk blijven. Een echte prognose is ook pas mogelijk als er ervaringscijfers zijn met

rechtstreekse instroom van 4 jarigen.

14. Groeiregeling: SO, peildatum 1 feb. De SO scholen krijgen de groei van 1-10-xx tot 1-

02-xx betaald vanaf schooljaar 2014-2015.

Het ministerie van OCW en DUO voeren nog eenmaal de groeibekostiging van 16 januari

2014 uit voor het SO, voor de aanvullende bekostiging van het schooljaar 2014/2015. De

kosten voor de groei van het (V)SO trekt OCW af van de bekostiging van de

samenwerkingsverbanden (ca.- €7,00 per leerling, zie 3.)

Zowel SBO als SO kennen straks een peildatum naast de reguliere telling. Deze is bedoeld

voor verrekening van tussentijdse instroom. Het aangegeven bedrag is een aanname die

niet op ervaringscijfers is te baseren.

15. Het bedrag voor de herbestedingsverplichting ambulante begeleiding is voorlopig

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 63

gecalculeerd op basis van de rugzakjes uit de inventarisatie. Ook na de overgangsperiode

wordt rekening gehouden met ambulante ondersteuning vanuit cluster 3 en 4.

16. Amstelrondespecialisten en Loket Amstelronde: Begroot is ca.2 fte schaal 11 en ca.0,3

fte schaal 6.

17. Uitgaand grensverkeer: Er is voorlopig rekening gehouden met 2 leerlingen.

18. Arrangementen op de basisschool (inclusief overgangsregeling rugzakken): Amstelronde

hanteert een overgangsmaatregel lgf tot uiterlijk 31-7-2016. Dit geldt voor rugzakjes

toegekend op of voor 1-10-2013, waarvan de indicatie nog doorloopt, en de leerlingen nog

op school zitten. Daarnaast is een bedrag begroot voor arrangementen op de basisschool,

voor leerlingen die met een zorgbehoefte instromen.

19. Hier zijn de uitgaven aan schoolmaatschappelijk werk opgenomen, gelijk aan de baten

(2).

20. Voor de begeleiding van invoering passend onderwijs, en de nieuwe werkwijze van

toewijzing van ondersteuning is een budget gereserveerd.

21. Bestuur, personeel en organisatie: dit betreft personele kosten van Amstelronde,

waaronder bestuurskosten, directie, administratieve- en financiële ondersteuning.

22. De post huur en bureaukosten betreft o.a. de huidige verplichtingen aan huisvesting en

communicatie.

23. In de begroting is gewerkt met een ruime marge, een positief resultaat omdat er nog

veel onzekere factoren zijn. Dit is een ‘veiligheidsmarge’ en geen schema voor het

opbouwen van vermogen.

De gezamenlijke besturen van Amstelronde hebben (januari 2014) besloten het positief

resultaat in het daaropvolgende jaar te voegen bij de middelen basisondersteuning van de

basisscholen. Het bedrag per leerling zal dan hoger uitvallen.

Indien wel gekozen wordt voor een schema met vermogensopbouw, kan het werken met

een laag risicoprofiel (SWV met weinig personeel) leiden tot een uitgangspunt voor

weerstandsvermogen van 5% van de omzet (opbouw naar ca. € 165.000,‐).

24. Dit is het bedrag dat scholen gemiddeld per leerling overhouden, als (ook in de

toekomst) alle verwijzingen zijn betaald.

Tot slot:

Voor een kleine school kan de manier van bekostigen nadelig uitvallen bij meerdere

verwijzingen naar SO/SBO. In het Breed Bestuurlijk Overleg (januari 2014) is afgesproken

dat kleine scholen met een hoog verwijzigingspercentage niet alle ondersteuningsmiddelen

kwijt raken en niet in financiële moeilijkheden mogen komen. De directie van Amstelronde

kan in het voorkomende geval aan de betreffende school een bedrag voor extra zorg

toekennen.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 64

Jaarverslag en jaarrekening

Het samenwerkingsverband verantwoordt zich door een jaarverslag en een jaarrekening op

te stellen. Het jaarverslag beschrijft alle relevante ontwikkelingen gedurende het

verslagjaar. Het jaarverslag schetst een zo volledig mogelijk beeld van de gang van zaken

gedurende het verslagjaar en beschrijft alle daarbij van invloed zijnde interne en externe

ontwikkelingen. De Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO) is voor de

samenwerkingsverbanden van toepassing.

Voor het elektronisch aanleveren van de jaarcijfers aan DUO wordt jaarlijks ook aan de

samenwerkingsverbanden het programma Elektronische financiële jaarrekening (EFJ)

beschikbaar gesteld. EFJ voor samenwerkingsverbanden zal worden ingericht volgens het

standaard model en enkele posten bevatten, bestemd voor de ontvangst en doorbetaling

van de SWV-gelden. Aan schoolbesturen wordt aldus in het verslagjaar 2014 voor het eerst

de mogelijkheid geboden 'ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage swv' apart te registreren

en te rapporteren.

Amstelronde kiest voor een verlengd boekjaar, dat betekent dat voor 1-11-2013 tot en met

31-12-2014 kan worden volstaan met één jaarrekening. Over de laatste twee maanden van

2013 behoeft geen aparte jaarrekening te worden opgesteld.

Voor de jaarrekening over 2014 (inclusief verlenging) zal het Onderwijscontroleprotocol

2014 van toepassing zijn, dat in december 2014 bekend wordt gemaakt.

In de nieuwe versie van de OCW-jaarverslaggevingsbrochure, die naar verwachting begin

2014 verschijnt, wordt ook het onderwerp samenwerkingsverbanden nader behandeld.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 65

Lijst met afkortingen

AB Ambulante begeleiding

AMK Advies en meldpunt kindermishandeling

AWBZ Algemene wet bijzondere ziektekosten

BaO Basisonderwijs

BO Besturenoverleg Amstelronde passend onderwijs

BBO Breed bestuurlijk overleg (alle aangesloten schoolbesturen)

CGB Commissie gelijke behandeling

CJG Centrum voor jeugd en gezin

CvI Commissie voor Indicatiestelling

GGL Gewogen gemiddelde leeftijd

GPL Gemiddelde personele last

HBO Hoger beroepsonderwijs

HGW Handelingsgericht werken

HGA Handelingsgericht arrangeren

IB Interne begeleiding

ITK Internationale taalklas

IQ Intelligentie coëfficiënt

JGZ Jeugdgezondheidszorg

LEA Lokale educatieve agenda

LG Lichamelijke gehandicapt

LGF Leerlinggebonden financiering (rugzakje)

LVB Licht Verstandelijke Beperking

LWO Leerwegondersteunend

LZK Langdurig zieke kinderen

MG Meervoudig gehandicapt

MKD Medisch kinderdagverblijf

OCW Ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

OOGO Op overeenstemming gericht overleg

OPR Ondersteuningsplanraad

OT Ondersteuningsteam

PAB Preventief ambulante begeleiding

PAS Punt voor aanmelding en screening

PCL Permanente commissie leerlingenzorg

PO Primair onderwijs

REC Regionaal Expertisecentrum

SBO Speciaal basisonderwijs

SMW School maatschappelijk werk

SO Speciaal onderwijs

SOP Schoolondersteuningsprofiel

SWV Samenwerkingsverband

TLV Toelaatbaarheidsverklaring

VIA Verwijzing indicatie advies

VO Voortgezet onderwijs

VSO Voortgezet speciaal onderwijs

VVE Voor- en vroegschoolse educatie

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 66

WEC Wet op de Expertisecentra

WGBH/CZ Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte

WMO Wet maatschappelijke ondersteuning

WMS Wet medezeggenschap scholen

WOT Wet op het onderwijstoezicht

WSNS Weer samen naar school

WVO Wet op het voortgezet onderwijs

ZAT Zorg- en adviesteam

ZML Zeer moeilijk lerend

ZVW Zorgverzekeringswet

Bijlage 1a overzicht basisondersteuning Amstelronde

Scholen kern Aalsmeer: gekarakteriseerd volgens de vier ondersteuningsprofielen is de positie van de scholen op de vijf velden als volgt:

n = netwerkschool, s = smalle ondersteuningsschool, b = brede ondersteuningsschool, i = inclusieve school (voor een verklaring van de beschrijvingen hiervan

zie bijlage 1b, 1c).

voorjaar 2012: scholen VPCO De Basis januari 2013 (overige scholen)

onderwijs concept

handen in de klas

onderwijs materialen

ruimtelijke omgeving

expertise externe

contacten totaalbeeld

n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i

De Wegwijzer n s n n n n n

De Graankorrel n s n n n n n

De Hoeksteen s s s n s n s

De Brug n s n n n n n

OBS Kudelstaart n+ n n n n s n

OBS Samen Eén n n n n s n n

OBS De Zuidooster n n n n n n n

Antoniusschool Kudelstaart n n n n n n n

Jozefschool Aalsmeer n n n n n n n

De Oosteinder n n n n n n n

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 68

Scholen kern Uithoorn: gekarakteriseerd volgens de vier ondersteuningsprofielen is de positie van de scholen op de vijf velden als volgt:

Januari 2013

onderwijs concept

handen in de klas

onderwijs materialen

ruimtelijke omgeving

expertise externe

contacten totaalbeeld

n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i

OBS De Kajuit n s s n s n n

OBS Toermalijn n s s n s n n

De Vuurvogel n n n n n n n

De Kwikstaart n n n n n n n

De Regenboog n n n n n n n

RKBS De Zon n+ s s s n n n(s)

RKBS De Springschans n s n s n n n

’t Startnest Jenaplanbasisschool s+ s s s s n s

’t LAB (voorheen De Tra) s s s s s n s

De Dolfijn SBO b b b i b b doelgroepen-

school*

Scholen kern Noord: gekarakteriseerd volgens de vier ondersteuningsprofielen is de positie op de vijf velden als volgt:

Najaar 2011 – update najaar 2013

onderwijs concept

handen in de klas

onderwijs materialen

ruimtelijke omgeving

expertise externe

contacten totaalbeeld

n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i

A. Bekemaschool s s b s s s s

De Grote Beer n s n s n n n

Amstelschool n s s s s s n/s

Het Kofschip n s s s n s n+

Jan Hekmanschool s n s s s s n/s

1e Montessorischool Amstelveen –

Burgemeester Haspelslaan s n n n n n n+

Joost van den Vondelschool n n n s n s n+

Brede School Rembrandt n n n n n n n

M.L. Kingschool s n n n n n n

Michiel de Ruyter n/s n n n n n n/s

Roelof Venema School incl 2 dependances

n s n n n s n

Piet Hein incl 2 dependances s n n n s n n

SBO De Schakel nvt nvt nvt nvt nvt nvt doelgroepen-

school

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 70

Scholen kern Zuid: gekarakteriseerd volgens de vier ondersteuningsprofielen is de positie van de scholen op de vijf velden als volgt:

Najaar 2011 – update najaar 2013

onderwijs concept

handen in de klas

onderwijs materialen

ruimtelijke omgeving

expertise externe

contacten totaalbeeld

n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i

2e Montessorischool Amstelveen - Lindenlaan

n n n n s n n

Het Palet Zuid incl dependance s s n n n s n+

Vrije School Parcival n/s s n s s n n

De Horizon incl dependance n/s s n n n s n

De Pionier n n n n n n n

De Zwaluw s n s s s s s

De Cirkel 2 locaties n n s n s s n+

Karel Eykman school s s+ s+ s n s s

De Triangel incl locatie Overloop n n n n n s n

Willem Alexanderschool n/s s n s s s s

De Westwijzer n n n n s n n

SBO Wending nvt nvt nvt nvt nvt nvt doelgroepen-

school

Bijlage 1b de netwerkschool Tabel 1: Speciale onderwijsondersteuning op de netwerkschool

Veld Setting

Binnen de klas Binnen de school

1. Hoeveelheid aandacht en tijd

Er is één paar handen in de klas, de

lk39 zorgt zelf voor bijv. preteaching, werken aan de instructietafel, op tijdelijke basis (een uur per week).

Er wordt gewerkt met de gegeven

groepsgrootte (± 25 leerlingen).

Er is speciale

onderwijsondersteuning door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (gedurende enkele uren per week).

2. Onderwijs-materialen

Er wordt waar nodig gebruik gemaakt van niveaudifferentiatie in

de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend

materiaal voor de kernvakken, behorend bij de gebruikte lesmethoden.

Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen

aan specifieke didactische kenmerken en speciale pedagogische/psychologische kenmerken (bijv. beloningssysteem).

3. Ruimtelijke omgeving

Aan de tafel van de ondersteuningleerlingen wordt één-op-één begeleiding gegeven.

Er is op de gang ruimte waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen kan plaatsvinden.

4. Expertise De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van speciale onderwijsbehoeften.

De rt’er en/of ib’er hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de meest voorkomende speciale onderwijsbehoeften.

5. Samenwerking met andere instanties

De lk onderhouden contacten met de ib’er om op de hoogte te blijven.

Er is op basis van behoefte samen werking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.

39

In deze tabel en de andere tabellen komen meerdere afkortingen voor. Daarbij staat lk voor leerkracht, oa voor onderwijsassistent, ou voor ouder, mll voor medeleerling, rt’er voor remedial teacher, ib’er voor intern begeleider, ab’er voor ambulant begeleider, so voor speciaal onderwijs, lgf voor leerlinggebonden financiering, pgb voor persoonsgebonden budget, ihp voor individueel handelingsplan.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 72

Bijlage 1c de smalle ondersteuningsschool Tabel 2: speciale ondersteuning op smalle ondersteuningsschool

veld setting

binnen de klas binnen de school

1. hoeveelheid aandacht en tijd

Er is één paar handen in de klas, de lk zorgen eventueel met extra ondersteuning van oa/ou/mll voor bijv. pre-teaching, extra leestijd, op tijdelijke basis (enkele uren per week).

Er wordt grotendeels gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen).

Voor korte perioden kan de groep kleiner worden gemaakt door inzet van oa/ou/mll; de lk kan dan individuele leerling of subgroep leerlingen helpen.

Er is speciale ondersteuning door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (een enkel dagdeel of enkele dag per week).

Er is speciale ondersteuning door ab’er (gedurende enkele uren per week).

2. onderwijs-materialen

Er wordt gebruik gemaakt van niveau- en tempodifferentiatie in de lesmethoden.

Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden.

Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken (bijv. pictogrammen) en speciale pedagogische/ psychologische kenmerken.

Er wordt op projectbasis gewerkt aan het pedagogisch klimaat.

3. ruimtelijke omgeving

Er is een aparte plek (bijv. prikkelarm hoekje) waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje

leerlingen kan plaatsvinden.

Er is op de gang ruimte waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen kan

plaatsvinden.

4. expertise De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften

Enkele leerkrachten hebben zich verdiept in de meest voorkomende problemen/aandoeningen/stoornissen

De rt-er en/of ib-er hebben kennis van en competenties op het gebied van vele speciale onderwijsbehoeften

Een deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften

5. samenwerking met andere instanties

De lk onderhouden contacten met de ib-er om op de hoogte te blijven.

Er is geregelde samenwerking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 73

Bijlage 1d Wettelijk kader Schoolondersteuningsprofiel

Hieronder een omschrijving welke is ontleend aan de Wet passend onderwijs: Stb. 2012,

nr. 533

Begripsomschrijvingen

De definitie van het schoolondersteuningsprofiel is aan de sectorwetten toegevoegd: het

schoolondersteuningsprofiel is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen

voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven (art. 1 WPO, art. 1 WEC, art. 1 WVO).

Frequentie

Het bevoegd gezag stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een

schoolondersteuningsprofiel vast (art. 8 WPO, art 11 WEC, art. 17b WVO).

Schoolplan

Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van

het onderwijs. Dat plan omvat ook het onderwijskundig beleid van de school. Het

schoolondersteuningsprofiel dient betrokken te worden bij dat onderwijskundig beleid

(art. 12 lid 2 WPO, art. 21 lid 2 WEC, art. 24 lid 2 WVO).

Medezeggenschap

De medezeggenschapsraad heeft op basis van artikel 11 sub r WMS een

adviesbevoegdheid ten aanzien van de vaststelling of wijziging van het

schoolondersteuningsprofiel.

Schoolgids

De schoolgids moet informatie bevatten over de wijze waarop aan de ondersteuning van

leerlingen die extra ondersteuning behoeven wordt vormgegeven (art. 13 lid 1 onderdeel

c WPO, art. 24 a lid 1 onderdeel b WVO. Art 22 WEC wordt op dit punt niet gewijzigd).

Afstemming schoolondersteuningsprofiel en ondersteuningsplan

Per amendering (nr. 56) is in de wet opgenomen de verplichting tot afstemming van het

schoolondersteuningsprofiel en het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband.

Het samenwerkingsverband stelt eenmaal in de vier jaar een ondersteuningsplan vast.

Bij het vaststellen van het ondersteuningsplan kunnen door het samenwerkingsverband

slechts beperkingen worden gesteld aan de door de school gewenste invulling van het

schoolondersteuningsprofiel, indien dat voor het samenwerkingsverband met het oog op

de beschikbare ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen een

onevenredige belasting zou vormen (amendement 33 106, nr. 56 Dijkgraaf/Ferrier, het

betreft een wijziging van art. 18a lid 7 WPO en art. 17a lid 7 WVO).

Toelating/weigering leerling en schoolondersteuningsprofiel

Indien de toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft, wordt geweigerd,

vindt de weigering niet plaats dan nadat het bevoegd gezag er, na overleg met de ouders

en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de

schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen, voor heeft zorg gedragen dat

een andere school bereid is de leerling toe te laten (art. 40 lid 4 WPO, art. 40 lid 5 WEC,

art. 27 lid 2c WVO; de redactie van de bepalingen verschilt).

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 74

Bijlage 2: Plaatsingsprotocol Amstelronde

Inleiding

Het schoolbestuur krijgt de wettelijke plicht om kinderen (aangemeld of ingeschreven)

die zijn aangewezen op extra ondersteuning een passend onderwijsaanbod te bieden

(zorgplicht). Waar mogelijk op de eigen school of anders op een andere, meer passende,

school.

Om dit mogelijk te maken hebben de aangesloten schoolbesturen afspraken gemaakt

over het niveau van basisondersteuning en extra ondersteuning. Tevens zijn afspraken

met het speciaal onderwijs gemaakt om expertise binnen de regio te halen met als doel

minder verwijzingen naar verder gelegen scholen. Deze afspraken zijn

geoperationaliseerd in de extra ondersteuning en de verbrede toelating speciaal

basisonderwijs (voor meer informatie wordt verwezen naar het ondersteuningsplan

Amstelronde).

Het blijft mogelijk dat kinderen buiten de regio naar school gaan. Immers, de ‘match’

tussen onderwijsbehoefte en een passend onderwijsaanbod blijft leidend.

Om de zorgplicht te realiseren en thuiszitters te voorkomen is het van belang heldere

afspraken te maken over het plaatsen van kinderen op de meest passende school.

Vooral daar waar de onderwijsbehoefte van het kind niet ‘matcht’ met wat een school

kan bieden.

In dit document worden de afspraken binnen Amstelronde inzake plaatsing en

voorkomen van thuiszitters beschreven in de vorm van een protocol. Hierbij wordt

onderscheid gemaakt in een plaatsingsprotocol en een thuiszittersprotocol (zie bijlage 3).

Betrokken partijen

School(besturen), ouders/verzorgers, Amstelronde passend onderwijs

Doel

Het eenduidig en vlot plaatsen van kinderen op de meest passende school;

Het stimuleren van samenwerking tussen scholen bij het plaatsen van kinderen

die aangewezen zijn op extra ondersteuning;

Het bevorderen van een gezamenlijke verantwoordelijkheid inzake het plaatsen

van kinderen met inachtneming van de beslissingsbevoegdheid van bevoegde

gezagen (zie ‘uitgelicht’ verderop).

Doelgroep

Kinderen die voor het eerst naar school gaan (onder-instromers);

Kinderen die overstappen van school, bv. vanwege verhuizing of omdat de school

van herkomst niet meer kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van het kind (‘zij-

instromers’).

Uitgangspunten plaatsingsprotocol

het protocol richt zich op afspraken inzake achtereenvolgens aanmelding, verzoek

tot inschrijving en toelating van kinderen;

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 75

ouders/verzorgers kunnen op elk gewenst moment schriftelijk aanmelden bij een

school, de wijze waarop dit plaatsvindt is een schooleigen keuze;

op het moment van verzoek tot inschrijving geldt de zorgplicht voor de

betreffende school;

de school gaat over tot toelating indien uit onderzoek is gebleken dat de school

kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van de leerling;

indien de school na onderzoek niet overgaat tot toelating, heeft zij de plicht een

andere passende school te zoeken. Hierbij kan Amstelronde een ondersteunende

rol spelen.

Plaatsingsprotocol

1. Ouders/verzorgers kunnen zich ten alle tijden aanmelden bij een school van

voorkeur.

2. Ouders richten op verzoek van school in geval van onderinstroom vanaf 3 jaar

maar uiterlijk 10 schoolweken voor de eerste schooldag van het kind een

schriftelijk verzoek tot inschrijving aan de school.

3. De school beoordeelt op basis van gegevens of het kind extra ondersteuning nodig

heeft. Daartoe kan de school gegevens opvragen van de school/instelling van

herkomst of ouders/verzorgers verzoeken gegevens te overleggen waaruit de

behoefte aan extra ondersteuning blijkt.

4. Indien geen sprake is van extra ondersteuning wordt het kind binnen 6 weken na

het verzoek tot inschrijving toelaatbaar geacht tot de betreffende school.

Bij extra ondersteuning worden de volgende stappen gevolgd.

5. Het bevoegd gezag van de school onderzoekt in overleg met ouders op basis van

gegevens welke extra ondersteuning voor het kind nodig is. De

Amstelrondespecialist kan hierbij ondersteunend optreden.

6. Na vaststelling van de ondersteuningsbehoefte besluit de school of een passend

aanbod geboden kan worden. Hierbij vormen het ondersteuningsprofiel van de

school en de mogelijkheden van de school om extra ondersteuning te kunnen

bieden, belangrijke pijlers.

Indien een passend aanbod geboden kan worden, wordt het kind binnen 6 weken na het

verzoek tot inschrijving toelaatbaar geacht tot de betreffende school.

Indien het kind niet toelaatbaar wordt geacht, worden de volgende stappen

gevolgd.

7. Als de school geen passend aanbod kan bieden, zoekt de school binnen 6 weken

na verzoek tot inschrijving een school die wel een passend aanbod kan bieden.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 76

Deze termijn mag 1 keer met maximaal 4 weken verlengd worden. De

Amstelrondespecialist wordt in deze situatie betrokken bij het proces.

De school bespreekt met ouders en Amstelrondespecialist op basis van de

vastgestelde onderwijsbehoefte welke scholen binnen de regio passend

onderwijs kunnen bieden. In geval dit speciaal (basis) onderwijs betreft, wordt

een traject richting het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring in gang

gezet.

8. Tot het moment van plaatsing op de meest passende school, blijft de school waar

het verzoek tot inschrijving is gedaan formeel verantwoordelijk voor de zorgplicht.

Als er na 10 weken geen besluit is genomen over de toelating van het kind op de meest

passende school, heeft het kind recht op een tijdelijke plaatsing op de school waar het

verzoek tot inschrijving is gedaan.

Uitgelicht wettelijk kader toelating

De Grondwet, de Leerplichtwet en de Wet op het primair onderwijs (WPO) bevatten geen

recht tot toelating tot een school.

Integendeel, de WPO geeft het bevoegd gezag van een openbare of bijzondere school het

recht over toelating te beslissen. Scholen hebben daarbij een vergaande beleidsautonomie

en het bevoegd gezag mag een leerling om diverse redenen afwijzen.

Voorbeelden zijn plaatsgebrek, schoolwijkenbeleid, evenwichtige spreiding van leerlingen

etc. De beslissingsbevoegdheid van het bevoegd gezag omvat ook de vrijheid te bepalen

hoe de toelating geschiedt. Het bevoegd gezag kan daartoe een toelatingsprocedure

opstellen.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 77

Bijlage 3: Thuiszittersprotocol Amstelronde

Inleiding

Naast het bieden van een zo passend mogelijke onderwijsplek voor een kind is een

andere belangrijke opdracht van passend onderwijs om het aantal thuiszitters40 te

reduceren. Het voorkomen van thuiszitten en het zo snel mogelijk weer naar school laten

gaan van deze kinderen is daarbij de opdracht. Deze opdracht is een gezamenlijke

verantwoordelijkheid van schoolbesturen, ouders/verzorgers, gemeenten (leerplicht) en

Amstelronde.

In dit document worden de afspraken binnen Amstelronde inzake het voorkomen van

thuiszitters beschreven in de vorm van een thuiszittersprotocol.

Betrokken partijen

Ouders, schoolbesturen, afdeling Leerplicht betrokken gemeenten, betrokken

hulpverleningsinstanties, Amstelronde passend onderwijs.

Doel

voorkomen van absoluut schoolverzuim41 (thuiszitters);

in beeld brengen van (potentiele) thuiszitters;

toeleiding naar passend onderwijs van (potentiele) thuiszitters.

Doelgroep

Leerplichtige kinderen in de basisschoolleeftijd die school absoluut verzuimen en

woonachtig zijn in de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn.

Uitgangspunten thuiszittersprotocol

Het protocol richt zich op absoluut schoolverzuim;

Het voorkomen van relatief verzuim is een verantwoordelijkheid van scholen

(schoolbesturen) en Leerplicht (Gemeenten).

Amstelronde kan op verzoek van de school een ondersteunende rol spelen in (het

voorkomen van) relatief schoolverzuim;

Voorkomen van thuiszitters kan alleen succesvol zijn op basis van een integrale

aanpak (sluitend netwerk).

Thuiszittersprotocol

1. In geval van absoluut verzuim dan wel schorsing van een reeds ingeschreven

kind, vindt melding door de school plaats:

40

Een ‘thuiszitter’ betreft een leerplichtige jongere tussen de vijf en de zestien jaar of jongere van zestien of

zeventien jaar met kwalificatieplicht die: - niet ingeschreven staat bij een school (absoluut verzuim) - die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en zonder geldige reden meer dan vier weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht respectievelijk vrijstelling van geregeld schoolbezoek of wegens het volgen van ander onderwijs (Ingrado). 41

We spreken van absoluut verzuim als een kind niet staat ingeschreven bij een onderwijsinstelling, terwijl dit

kind geen vrijstelling van onderwijs geniet. Het gaat hierbij om kinderen die zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie en nog leerplichtig zijn.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 78

a) bij leerplicht van de betreffende gemeente volgens de richtlijnen van het

verzuimbeleid van de school;

b) bij het loket van Amstelronde

In geval van absoluut verzuim van een nog niet ingeschreven kind, vindt

afstemming door leerplicht plaats met de Amstelrondespecialist.

2. De school en/of leerplicht maakt bij de melding/afstemming inzichtelijk welke

stappen/acties reeds zijn ondernomen en op welke wijze ouders/verzorgers

betrokken zijn.

3. De school en/of leerplicht besluiten of een ondersteuningsteam georganiseerd

moet worden. Hierin kan de Amstelrondespecialist een initiërende rol in nemen.

Uitgelicht Ondersteuningsteam thuiszitters

Dit ondersteuningsteam vindt plaats op initiatief van de school waar het kind

ingeschreven staat c.q. het laatste verbleef, in aanwezigheid van de

leerplichtambtenaar van de gemeente waar het kind woonachtig is.

Betrokken partijen: ouders, school van herkomst en/of beoogde school,

Amstelrondespecialist en relevante betrokkenen.

Het ondersteuningsteam in geval van thuiszitten, werkt volgens de volgende

principes:

de werkwijze is oplossingsgericht (gestuurd vanuit een integrale en

contextuele visie op de situatie);

er wordt gestuurd op actieve plaatsing van het thuiszittende kind op een

school binnen een termijn van twee weken.

4. Leerplicht en Amstelronde overleggen structureel over de voortgang van plaatsing

van thuiszitters waarbij een overzicht van thuiszitters door beide partijen wordt

aangeleverd.

Uitgelicht verantwoordelijkheden inzake absoluut schoolverzuim

(thuiszitters)

School(bestuur)

Schrijft een kind pas uit nadat het elders is ingeschreven;

Meldt absoluut verzuim bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente

volgens het verzuimbeleid van de school;

Maakt inzichtelijk welke stappen reeds door de school ondernomen zijn

inzake het absoluut schoolverzuim;

Houdt contact met de thuiszitter en de ouders/verzorgers;

Biedt een aangepast onderwijsprogramma aan de thuiszitter;

Neemt initiatief om met betrokken partners (leerplicht en Amstelronde) te

besluiten of een ondersteuningsteam gericht op thuiszitten georganiseerd

moet worden.

Ouders/verzorgers

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 79

Zijn verplicht hun kind in te schrijven bij een door de wet erkende school

of onderwijsinstelling;

Schrijven bij tussentijdse overstap naar een andere school hun kind uit bij

de oude school en schrijven hun kind in bij de nieuwe school;

Conformeren zich aan het verzuimbeleid van de school;

Houden zich beschikbaar voor overleg, waaronder het ondersteuningsteam

thuiszitten, in geval van absoluut schoolverzuim;

Stellen zich coöperatief op bij het vinden van een oplossing in geval van

absoluut schoolverzuim.

Leerplicht

Doet onderzoek naar de achtergronden van absoluut schoolverzuim;

Pleegt (wettelijke) interventies naar aanleiding van absoluut

schoolverzuim;

Neemt deel aan het door school georganiseerde ondersteuningsteam

thuiszitten of initieert dit.

Amstelronde

Zoekt na de melding door de school en/of leerplicht met betrokken

partners naar een oplossing om absoluut schoolverzuim op te heffen;

Bespreekt maandelijks de bij Amstelronde bekende thuiszitters met

leerplicht en vergelijkt deze lijst met de lijst die leerplicht hanteert;

Neemt deel aan het ondersteuningsteam gericht op thuiszitten om te

bevorderen dat een snelle en adequate oplossing wordt gevonden.

Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 80