artikel vakblad bedrijventerrein dec 2010 initiatiefproject coenecoop waddinxveen
TRANSCRIPT
pagina 98 maand van de duurzame stad - 2010 99 >>
❫
INGEZONDENondernemersinitiatief
P98 - P99
› (Branche)organisaties hebben veelal sectorale of thematische duurzaam-heidinitiatieven met als hoofddoel certifi cering.
› Overheden hebben geen juridisch instrument om een daadwerkelijke besparing, hoger dan de norm, bij gevestigde bedrijven te realiseren.
› Bedrijven missen vaak kennis, expertise en tijd om duurzaamheid concreet vorm te geven.
Iedereen is het erover eens dat we onze samenleving moeten verduurzamen. Dit ideaal creëert, met name bij ondernemers, een golf van uiteenlopende reacties: ‘Wat is verduurzaming eigenlijk? Hoe doen we dat? En is verduur-zaming niet vooral duur, complex en tijdrovend?’ Legitieme reacties die Grontmij ter harte nam en samenvatte in de vraag: ‘Hoe kunnen we bedrijventerreinen in Nederland vitaal houden en tegelijkertijd verduurzamen?’ Grontmij initieerde een dialoog met betrokken partijen van bedrij-venterrein Coenecoop in Waddinxveen. Het resultaat is een vernieuwende aanpak, een ‘bottom-up approach’.
Het op eigen initiatief inzetten van een verduurzamingstraject op een be-staand bedrijventerrein is een vernieu-wende aanpak. Traditioneel zijn het de overheden of de ontwikkelaars die het initiatief nemen voor herstructurering, verduurzaming of ontwikkeling van nieuwe terreinen (top-down). Bij het verduurzamingtraject van bedrijventer-rein Coenecoop zijn het de onderne-mers die het initiatief nemen. Deze bottom-up-benadering is complex, aangezien er verschillende typen ondernemers zijn met eigen wensen en eisen. De ‘kunst’ in dit verduurza-mingstraject is om maatwerk te leveren aan de individuele ondernemer, toege-spitst op de lokale situatie (gebouwni-veau) en waarbij een aantal zaken col-lectief wordt uitgevoerd, gerealiseerd
en/of geëxploiteerd (gebiedsniveau). Het motto hierbij is: collectiviteit alleen als het een aantoonbare meerwaarde oplevert.
Verpaupering kan door de betrok-ken partijen worden voorkomen door continue ontwikkeling en verduurza-ming. Toch verlopen initiatieven voor een integrale aanpak vaak moeizaam vanwege het volgende:
INGEZONDEN
Bottom-up energie besparen
Verpauperde bedrijventerreinen zijn vaak het gevolg van structureel onvol-
doende investeringen en te veel ‘brandjes blussen’. Meestal leidt dit uitein-
delijk tot kostbare herstructurering. Niet bepaald duurzaam. Hoe moet het
dan wel? Op bedrijventerrein Coenecoop in Waddinxveen wordt het op een
vernieuwende manier bottom-up aangepakt.
tekst
LENNART VAN
DER BURG
Werkgroep Coenecoop(Ondernemers, gemeente, Grontmij)
- Initiëren en faciliteren proposities
- Beoordelen resultaten
- Inventariseren collectieve uitvoering
- Ontwikkelen duurzaamheidspilot
- Nadenken over vervolgstappen
- Etc.
Propositie 1: energiemanagementManagementsysteem voor monitoring en
besparing op gas, water en elektriciteit
Propositie 2: quick-scanQuick-scan energiebesparing en verduurza-
ming (Trias Energetica / BREEAM)
Propositie 3: CO2-neutraalCO2-neutraal ondernemen door CO2 foot-
printing & compensatie Figuur 1 Energieproposities waar ondernemers op kunnen intekenen
❫
pagina 99
❪
Een eerste verkenning leerde Gront-mij dat dezelfde zaken spelen op bedrijventerrein Coenecoop. Dit gaf Grontmij voldoende vertrouwen om op eigen initiatief, kosten en risico een verduurzamingtraject te initiëren.
Pilot Verduurzaming bestaand bedrijventerrein Coenecoop Tijdens een seminar op 6 septem-ber 2010 gaven de gemeente en de ondernemersvereniging het startschot voor het verduurzamingtraject. Een aantal vooruitstrevende ondernemers moedigde hun collega’s aan om mee te werken aan verduurzaming. Grontmij deed hierbij laagdrempelige concrete proposities om de ondernemers op een eenvoudige en transparante wijze in aanraking te brengen met verduur-zaming. Zoals weergegeven in fi guur 1 gaan de voorgestelde maatregelen in eerste instantie over ‘energie’, omdat dit thema het meest tastbaar en direct voelbaar in de portemonnee is.
VerduurzamingstrajectGrontmij’s proposities zijn gebaseerd op de Trias Energetica, een driestap-penplan om het energieverbruik te verminderen en te verduurzamen.
Besparen. Ondernemers gaan samen met Grontmij de uitdaging aan om het energieverbruik met minimaal 10 procent te verlagen. Aanpak: door continue monitoring stellen we gebruiksprofi elen voor elektra, gas en water op om het zogenaamde sluip- en piekverbruik te signaleren en te minimaliseren. Deze gebruiksprofi elen vergroten het ‘energiebewustzijn’ van de gebruiker (ondernemer, werkne-mers en klant). De praktijk toont aan dat de energiebesparingen per saldo opwegen tegen de kosten.Verduurzamen. Op basis van een verantwoord investeringspatroon kijken we met behulp van een scan welke duurzame maatregelen de ondernemers kunnen uitvoeren. MKB-ondernemers doen energie-investe-ringen veelal ad-hoc en individueel.
In dit verduurzamingtraject kunnen we deze individuele investeringen stroomlijnen met collega-bedrijven. Op lange termijn verbetert hierdoor het ondernemers- en vestigings-klimaat, en dus de waarde van het vastgoed. Verpaupering wordt voorkomen. Compenseren. Ondernemers zullen in de toekomst steeds vaker de vraag van klanten krijgen over de CO2-footprint van hun bedrijf of product. Dit kan door de footprint te bepalen en deze op te volgen met een reductieplan. Het reductieplan omvat naast energie ook andere aspecten zoals afval, materiaalgebruik en transport. Als alle stappen zijn doorlopen, kunnen de ondernemers de resterende CO2-uitstoot vrijwillig compenseren.
Inmiddels hebben de gemeente Waddinxveen, de onderne-mersverenigingen en een twintigtal ondernemers de intentie uitgesproken om in ieder geval propositie 1 en 2 samen uit te voeren. Zij hebben hiervoor een werkgroep samengesteld, die door de hoge mate van zelforganisatie effi ciënt en resul-taatgericht is. De gemeente faciliteert onder het motto ‘push’ in plaats van ‘pull’. De gedachte is dat de werkgroep naast het thema ‘energie’ later ook de andere thema’s oppakt en uitvoert. Zo zijn er ideeën op het gebied van duurzame mo-biliteit, zoals elektrisch vervoer op zonne-energie. Het lange-termijndoel is dat de ondernemers op Coenecoop met de proposities hun bedrijfsvoering geheel of gedeeltelijk CO2-neutraal kunnen maken. Coenecoop heeft de ambitie om het eerste CO2-neutrale bedrijven-terrein van Nederland te worden.
Samenwerking vereistOm een succesvol verduurzamings-traject op een bedrijventerrein te starten, is samenwerking een vereiste. Bestaande samenwerkingsverbanden zoals ondernemersverenigingen en/of parkmanagementorganisaties dienen te worden geïntensiveerd en versterkt. Vervolgens is communicatie essentieel in het proces. Door eerste succes-sen direct te communiceren, kunnen de pioniers in de werkgroep hun collega-ondernemers motiveren om ook te participeren in het verduurza-mingstraject. Om de integraliteit en onafhankelijkheid te waarborgen is het cruciaal dat het proces wordt begeleid door een externe gebiedsmanager. Deze kan sturen op collectiviteit en ef-fi ciency. Het tot nu toe reeds bereikte succes van de pilot op bedrijventerrein Coenecoop smaakt naar meer.
pagina 99
❪
Spiekbriefje
Verpaupering
Ongeveer een derde van de
Nederlandse bedrijventer-
reinen is verouderd. Dit
kan leiden tot sociale
onveiligheid, verpaupering
en verslechtering van
het ondernemersklimaat.
Ondernemers gaan op
zoek naar andere, vaak
nieuwe terreinen. Hierdoor
nemen bedrijventerreinen
steeds meer ruimte in,
terwijl bestaande terreinen
verpauperen. Dit draagt bij
aan verrommeling van het
landschap.
Verrommeling
Het begrip ‘verromme-
ling’ duidt op de onvrede
over de maatschappelijk
ervaren wildgroei van
bedrijventerreinen aan de
randen van steden en langs
snelwegen en de matige
stedebouwkundige en
architectonische kwaliteit
ervan. Ook kan op veel van
deze bedrijventerreinen mi-
lieuwinst worden geboekt,
zoals energiebesparing.
Bedrijventerrein
Coenecoop
Bedrijventerrein Coenecoop
I en II ligt naast de A12,
nabij het centrum van
Waddinxveen en bedraagt
in totaal 65 ha netto. Het
terrein huisvest diverse
typen bedrijven van lichte
industrie tot kantoorach-
tige bedrijvigheid. Op
Coenecoop II is tevens
perifere detailhandel
mogelijk. Momenteel
worden voorbereidingen
getroffen voor de realisatie
van Coenecoop III, een
uitbreiding van 3,3 ha.
Over de auteur
Lennart van der Burg is
Business Developer bij
Grontmij en is de project-
leider van het pilotproject
Verduurzaming Coenecoop.
lennart.vanderburg@
grontmij.nl
❪
‘Grontmij
constateert dat
verduurzaming van
bedrijventerreinen
allerlei vragen
oproept. Met name
het kostenplaatje
is in de beeldvor-
Theo Dohle, namens De Wijde Blik in de redactieraad van vakblad Bedrijventerrein:
ming een groot obstakel. De bottom-
upbenadering is dan ook te prijzen. De
concrete voordelen brengen het begrip
veel dichter bij de ondernemer. Het
credo “Centraal wat moet” is een logi-
sche. Betrokken ondernemers die hun
collega-ondernemers uitnodigen aan
te haken is ook een slimme strategie.
Maar lukt het ook om de ambities waar
te maken en de betrokkenheid vast te
houden? Belangrijke succesvoorwaar-
den daarin zijn: pak je quick wins en
communiceer die, zorg voor formele
handhaving en informele support.’