atheïsme - teken.v21...het atheïsme - teken van deze tijd het unieke van onze tijd is het...

25
Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt Gods bestaan niet erkend noch ontkend. En zo zijn er heel wat daarop gelijkende ‘ismes’, waaronder, een heel interessante, het Boeddhisme. We concentreren ons op het Atheïsme omdat dit de meest uitgesproken vorm van god- loochening is, en ook de dominantste. Zonder een goed begrip van het Atheïsme, dat als onkruid welig tiert, kunnen we de tijd waarin we nu leven niet juist verstaan. 1 – Het Atheïsme, een Vloek De agnosticus wijst erop dat het Atheïsme onwetenschappelijk is, aangezien Gods niet- bestaan onbewijsbaar is – en zelfs de Atheïsten geven dat toe – en omdat het Atheïsme theoretiseert met God als object. Dus schaart deze levensbeschouwing zich onder de ‘geloven’, zij het zonder eredienst, gebed en kerken. 1) Het hardcore Atheïsme heet fun- damentalistisch. Tegenwoordig wordt hun onverdraagzame antichristelijke opstelling normaal bevonden, en ze winnen nog steeds terrein. De antimacht heeft het juist ver- staan: de wereld wordt niet met wapens veroverd maar met ideeën. Ze beogen een meningskartel, want in hart en nieren zijn het antidemocraten. Hun ethiek gooit alle burgerlijke fatsoensnormen omver. Het meest betreurenswaardig is hun positie tegen- over het gezinsverband: abortus staat hoog in het vaandel alsook het homohuwelijk. Ze staan voorop in de verkettering en het belachelijk maken van de traditionele Christenen die ze meesmuilend orthodox noemen. Ja, krimp ineen, bent u ook ‘orthodox’? Ik wel! De politiek stelt zijn nihilistisch-materialistisch mensbeeld voor als neutraal – wat ook seculier heet, oftewel scheiding van kerk en staat – maar die bizarrerie kan maar één moeder hebben: het Atheïsme. Haar kind, een lompe vetzak, een echte schavuit, staat symbool voor de staatswillekeur die nooit genoeg heeft en het individu vermorzelt. Het Atheïsme leidt tot nihilisme want het Atheïstische individu is alleen verantwoording aan zichzelf schuldig. Een typische exponent van deze benadering was de verschrikke- lijke Robespierre. 2) Als de oppermacht ontbreekt is de geest vrij en vertegenwoordigen haat en nijd hun eigen rechtvaardiging. Dat nu is het soort vrijheid dat de bandeloze ambieert – een hersenschim, een utopie, want waar blijft de echte vrijheid? 1) Het Amerikaanse hooggerechtshof heeft herhaaldelijk verklaard dat het Atheïsme dezelfde bescherming verdient als iedere andere godsdienst, en sprak van “religies gebaseerd op een ‘geloof’ in het bestaan (of niet-bestaan) van God en religies gebaseerd op verschillende geloven.”

Upload: others

Post on 02-Aug-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

Het Atheïsme - Teken van deze Tijd

Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt Gods bestaan niet erkend noch ontkend. En zo zijn er heel wat daarop gelijkende ‘ismes’, waaronder, een heel interessante, het Boeddhisme. We concentreren ons op het Atheïsme omdat dit de meest uitgesproken vorm van god-loochening is, en ook de dominantste. Zonder een goed begrip van het Atheïsme, dat als onkruid welig tiert, kunnen we de tijd waarin we nu leven niet juist verstaan.

1 – Het Atheïsme, een Vloek De agnosticus wijst erop dat het Atheïsme onwetenschappelijk is, aangezien Gods niet-bestaan onbewijsbaar is – en zelfs de Atheïsten geven dat toe – en omdat het Atheïsme theoretiseert met God als object. Dus schaart deze levensbeschouwing zich onder de ‘geloven’, zij het zonder eredienst, gebed en kerken.1) Het hardcore Atheïsme heet fun-damentalistisch. Tegenwoordig wordt hun onverdraagzame antichristelijke opstelling normaal bevonden, en ze winnen nog steeds terrein. De antimacht heeft het juist ver-staan: de wereld wordt niet met wapens veroverd maar met ideeën. Ze beogen een meningskartel, want in hart en nieren zijn het antidemocraten. Hun ethiek gooit alle burgerlijke fatsoensnormen omver. Het meest betreurenswaardig is hun positie tegen-over het gezinsverband: abortus staat hoog in het vaandel alsook het homohuwelijk. Ze staan voorop in de verkettering en het belachelijk maken van de traditionele Christenen die ze meesmuilend orthodox noemen. Ja, krimp ineen, bent u ook ‘orthodox’? Ik wel! De politiek stelt zijn nihilistisch-materialistisch mensbeeld voor als neutraal – wat ook seculier heet, oftewel scheiding van kerk en staat – maar die bizarrerie kan maar één moeder hebben: het Atheïsme. Haar kind, een lompe vetzak, een echte schavuit, staat symbool voor de staatswillekeur die nooit genoeg heeft en het individu vermorzelt. Het Atheïsme leidt tot nihilisme want het Atheïstische individu is alleen verantwoording aan zichzelf schuldig. Een typische exponent van deze benadering was de verschrikke-lijke Robespierre. 2) Als de oppermacht ontbreekt is de geest vrij en vertegenwoordigen haat en nijd hun eigen rechtvaardiging. Dat nu is het soort vrijheid dat de bandeloze ambieert – een hersenschim, een utopie, want waar blijft de echte vrijheid?

1) Het Amerikaanse hooggerechtshof heeft herhaaldelijk verklaard dat het Atheïsme dezelfde bescherming verdient als iedere andere godsdienst, en sprak van “religies gebaseerd op een ‘geloof’ in het bestaan (of niet-bestaan) van God en religies gebaseerd op verschillende geloven.”

Page 2: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 2 -

Ik verklaar mij nader. Ieder mens is geboren met de natuurwet in zijn binnenste, de lex naturae, waarvan de geschreven wetten zijn afgeleid. En zo werd ook vroeger geleerd. Aan de lex naturae kan niet worden getornd. Zij is een geschenk van God en vindt uit-drukking in de Tien Geboden, de beginfrase van het Sinaïtisch of Mozaïsch verbond. Dit grondwettelijk onderdeel van de Israëlische wet, de Thora, geldt niet alleen voor het Israëlische volk, maar is waarlijk een verklaring van de ‘Universele Plichten van de Mens’ staande naast de ‘Universele Rechten van de Mens’. Veel contracten of wetten kennen een preambule. Dat is een inleidende tekst waarin de omstandigheden worden geschets die tot de bepalingen hebben geleid. Na de Tweede Wereldoorlog zijn ver-scheidene pogingen gedaan voor de invoering van een preambule bij de Nederlandse grondwet, maar daar is het nooit van gekomen. De Amerikaanse grondwet heeft als preambule: “We, the people of the United States…” Voor de Nederlandse preambule zou niet misstaan: “God zij met ons”, een bede die sinds de muntwet van 1816 het randschrift van de Nederlandse munten siert en nog steeds voorkomt op het Neder-landse twee-eurostuk. De Tien Geboden hebben als preambule: “Ik ben de Heer uw God (die u uit het land van ellende en uit het slavenhuis heb geleid)…” 3) Wie in Atheïstische zin ontkent dat er een God is, ontkent dus Gods regels en die zijn bedoeld als zegen, maar in de ontkenning daarvan worden ze een vloek, kan het niet anders zijn dan een vloek waarbij het land in wetteloosheid ten onder gaat. 2) 3) Er zijn er die echt denken dat God niet bestaat. De meesten onder hen zijn slachtoffer van wat ze is voorgeschoteld, en ze waren daar gevoelig voor omdat ze, conform Efeze 6:16, niet onder de schutse stonden van het geloof. Maar vergis u niet, er zijn er die heel goed weten dat God bestaat, Satanisten, die zich hebben omkleed met het verhul-lende gewaad van het Atheïsme. Ze kennen God, maar toch hebben ze voor zijn tegen-stander gekozen omdat ze de wereld en hun eigen wil achterna jagen. Men zegt wel dat het communisme erop uit is God te ontkennen terwijl de Vrijmetselarij Hem vervloe-ken wil. Het zijn companen in het kwaad, een soort Bonnie en Clyde, een spoor van destructie achterlatend. Weet wel dat Karl Marx, de gedreven Atheïst en vader van het communisme, een Satanist was. Marx schreef in zijn jonge jaren: “Ik wil mij wreken op de Ene die daarboven heerst.” Niet veel later schreef hij “De Speler”, waarin de

2) Robespierre was een advocaat met een ultrascherpe geest. Hij was een briljant redenaar en een der meest gevreesde figuren van de Franse Revolutie, wat zich ten volle ontplooide tijdens het terreurregime. We plaatsen het begin van de Revolutie op de 21e juni 1791 toen de Koning Lodewijk werd gearresteerd. Het terreurregime nam pas later een aanvang toen Robespierre de leiding kreeg van “Le Comité de salut public” (Het Comité tot algemeen welzijn), wat op 26 september 1793 gebeurde. “Le Comité de salut public” was het hoogste orgaan belast met het ten uitvoer brengen van de utopische besluiten van de “Convention” (een soort parlement). De terreur eindigde onmiddelijk op 29 juli 1794, de dag dat Robespierre naar het schavot werd gestuurd. Robespierre geloofde met heel zijn wezen in de rechten van de mens, het wachtwoord van de filosofen die met de geest van het Atheïsme waren doordrenkt. Toen hij rechter in Arras was kon hij het niet over zijn hart krijgen om maar één doodstraf uit te spreken. Hij huiverde van bloed en de enige executie die hij ooit heeft meegemaakt was zijn eigen, maar toch zond hij honderdduizenden de dood in met onemotionele rechtspraken en decreten. Robespierre had de hoogdravende principes van menselijke redenaties in marmer gebeiteld die uitsluitend waren gebaseerd op koelbloedige logica. Hij idealiseerde de mensheid maar had geen genade voor wie de hoogdravende opvattingen van ‘deugd’ te hoog gegrepen vonden. Hij bad altijd voor het eten, maar steeds meedogenlozer zond hij onschuldigen de dood in. Hij bezong de idealen van de revolutie terwijl hij de aanhangers van de revolutie de dood injoeg. Dit waren de wrange vruchten van het Atheïsme, de enige vruchten die het Atheïsme kan voortbrengen. 3) Egypte is misraim in Hebreeuws en betekent ook ellende of misère. De toevoeging “die u uit het land van ellende en uit het slavenhuis heb verlost” geeft aan dat Jahweh het goede met het volk voorheeft en dat ze er dus goed aan doen naar Hem te luisteren. Het is ook een heenwijzing naar de grotere verlossing door Christus’ kruisoffer.

Page 3: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 3 -

volgende ontboezeming: “De helse dampen rijzen omhoog en vullen de hersens totdat ik krankzinnig word en mijn hart daardoor totaal veranderd is. Zie je dit zwaard? De vorst der duisternis heeft het mij verkocht. Hij slaat voor mij de tijd en geeft de tekens. Steeds gedurfder speel ik de doodsdans.” 4)

2 – Het geleidelijk ontstaan van het Atheïsme als Beweging Het Atheïsme is als beweging een nieuw fenomeen. Natuurlijk, het Atheïsme als per-soonlijke overtuiging heeft altijd bestaan, maar in oude tijden sprak men zich daar liever niet over uit. De Bijbel zegt (Ps. 14 en 53): “De dwaas zegt bij zichzelf: Er is geen God!” Bij zichzelf, want het was toen te gevaarlijk je mond open te doen. De Griekse wijsgeer en dichter uit de vijfde eeuw voor Christus, Diagoras van Melos, wordt vaak genoemd als de eerste openlijk praktiserende Atheïst. Hij werd ter dood veroordeeld onder de beschuldiging dat hij een goddeloos iemand was (ἄθεος/atheos) nadat hij het had gewaagd de spot te drijven met de Eleusiaanse Mysteriën – maar hij wist te ontkomen. Hoe gevaarlijk het was om van Atheïsme te worden beschuldigd wordt geïllustreerd door de voorbeelden van Étienne Dolet, die in 1546 werd gewurgd en verbrand, en Giulio Vanini, die in 1619 een vergelijkbaar lot trof. Een voormalige Jezuïet en Poolse edelman Casimir Liszinski had aan een manuscript gewerkt met de titel “De non-existentia Dei”, waarin stond dat het concept van God een creatie van de mens is. Nadat dit was ontdekt werd hij in 1689 voor Atheïsme ter dood veroordeeld. Nadat zijn tong met een brandend ijzer eruit getrokken was en zijn handen langzaam verbrand, werd hij onthoofd. Communistisch Polen eerde hem als een martelaar van het Atheïstisch ideaal. De Britse toneelschrijver en dichter Kit Marlowe, gekend als een Atheïst, werd in 1593 beschuldigd van “walgelijke ketterse opvattingen” nadat een verhandeling bij hem thuis was gevonden waarin de godheid van Christus werd ont-kend. Voordat hij zijn verdediging kon voltooien werd hij vermoord. Toendertijd was het veel veiliger om je Atheïstische meningen te verbergen achter de opvatting dat je antitrinitair was, maar zelfs dat was niet zonder gevaar, want de autori-teiten zagen dit als een façade voor een godslasterlijke overtuiging. Zo kon gebeuren dat de Poolse beweging van de Socinianen 5) in 1638 van heiligschennende praktijken werd beschuldigd, vernoemd in een overheidspamflet. Daarin stond dat een schandalig vlugschrift hun drukpers had verlaten met de naam “Tormentum Throno Trinitatem Deturbans” (het omverhalen van het ellendige marteltuig van de Heilige Drievuldig-heid). Het onderzoek startte nadat mensen hadden waargenomen dat leerlingen van de Rakówer school op instructie van hun leraar stenen naar een houten kruis wierpen. De Joden bleven buiten schot die, zoals ieder weet, niet in de Heilige Drievuldigheid geloven; de Joden hadden toen in Polen een heel belangrijke presentie.6) De meeste Socinianen hebben ten slotte een heenkomen gevonden in Amsterdam waar ze vriend-schappelijke relaties aanknoopten met Spinoza. Newton (1643-1727), de grote natuur-kundige, was ook antitrinitariaan. Hij was toch minder Christelijk dan algemeen ver-ondersteld.7) Hij schreef een boekje over zijn antitrinitaire opvattingen met als titel “De oorsprong van de niet-Joodse theologie”, dat pas tien jaar na zijn dood werd gepubli-ceerd. De vermaarde vrijdenker John Locke probeerde hem te bewegen het nog tijdens

4) Citaat uit “Karl Marx en Satan” van de bekende prediker Richard Wurmbrand. Een zeer lezenswaardig boekje uit 1986 dat vol staat met interessante details. Daaruit blijkt dat Marx na in zijn jeugd zijn leven te hebben gegeven aan Jezus Christus, en daar prachtig over te hebben geschreven, korte tijd later naar de andere kant is overgelopen. Het is onbekend welke gebeurtenis daar aanleiding toe heeft gegeven. Marx was in literatuur geïnteresseerd. Hij was een groot bewonderaar van de spelen van Shakespeare die in zijn familie tot een soort cultusstatus waren verheven, en het moet gezegd worden dat die spelen een zwartgallig beeld van onze samenleving tekenen zonder hogere moraal, en juist dat aspect moet Marx uitermate hebben bekoord.

Page 4: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 4 -

zijn leven uit te geven maar dat durfde hij niet. Toch aarzelde Newton niet om “de Ene Heilige God” als zijn schuilnaam te gebruiken, in het Latijn: “Jeova Sanctus Unus”, een anagram van de Latijnse versie van zijn naam: Isaacus Neuutonus. 5) 6) We kunnen die mensen crypto-Atheïst noemen. Een andere tactiek was om in plaats van de Heilige Drievuldigheid te ontkennen, te promoten dat God en het universum één zijn (zonder universum geen God, maar dat werd er niet bij gezegd). De Joodse ketter Baruch (Benedict) Spinoza (1632-1677) was waarschijnlijk de eerste beroemde crypto-Atheïst die dat openlijk verkondigde en niet werd vervolgd. Hij zag God niet als een afzonderlijk wezen met attributen zoals een wil of een intellect. In de woorden van Louis Jacobs schiep Spinoza’s god niet de natuur, maar is de natuur zelf. Nadien heeft dit idee het Atheïsme gekenmerkt. Albert Pike, de wereldwijde leider van de vrij-metselaarsbeweging in de tweede helft van de 19e eeuw, legde uit: 8)

«« Er bestaat een louter formeel Atheïsme, wat een ‘terminologische’ maar geen ‘werkelijke’ ontkenning is van God. Indien iemand zegt: “Er is geen God”, bedoelt hij dat God zichzelf niet heeft voortgebracht en niet beginloos is (…) wat impliceert dat de orde, schoonheid, en harmonie van de materie en het geestelijke op geen enkel plan of opzet van de godheid wijzen [de godheid hier is God gedepersonaliseerd en dus een aantijging]. Maar indien iemand zegt: “De NATUUR – daarmee de gehele totaalsom van het bestaan aanduidend – (…) zij is de oorzaak van mijn eigen bestaan, van de geest van het Universum en van de Voorzienigheid zelve.” In zo’n geval is de volstrekte ontkenning van God louter formeel en niet reëel. De ‘kwaliteiten’ [of materiële en tastbare uitdrukkingen] van God worden verondersteld en bevestigd als werkelijk bestaand [en ja, niets

5) De Rozenkruisers en Unitarianen stammen van de Socinianen af. De Socinianen zijn te herleiden tot het Satanisch congres van 1546 in Venetië. De bijeenkomst werd ontdekt en Fausto Sozzini (verlatijniseerd: Socinus), de neef van de organisator, werd de leider nadat kort nadien zijn oom was gestorven, en vluchtte toen naar Polen. Er was in 1617 een ander belangrijk Satanisch congres in Magdeburg waar besloten werd om de absurde legende van Christiaan Rosenkreuz te verzinnen. Nadien noemden ze zich Rozenkruisers. Het kruis met de roos staat hier symbool voor geheime kennis, want Satanisten proberen altijd hun walgelijke bedoelingen te verbergen. De ‘officiële’ Sociniaanse leer is voortdurend aan verandering onderhevig geweest, zodat we ons met recht kunnen afvragen wat deze precies inhield. Er is een groot verschil tussen de heimelijk gekoesterde opvattingen van de leiders van het eerste uur en hetgeen aan de goegemeente werd verklaard, zoals uit de Rakówiaanse Catechismus naar voren komt, die grotendeels door Fausto was opgesteld en pas in 1605 werd uitgegeven, een jaar na zijn dood, en dat eerst in het Pools. Uit de “Catholic Encyclopedia” van 1912 leren we dat de veroordeelde stellingen van Petrus Abelardus (†1142) opmerkelijk genoeg als een voorloper van de vrijdenkerij en het rationalisme kunnen worden beschouwd en daarom model kunnen staan voor de Sociniaanse opvattingen. Hetzelfde geldt voor de Waldenzische ketterij. De door paus Innocentius III opgestelde geloofsbelijdenis der Socinianen kan als een samenvatting van de Sociniaanse dwalingen worden beschouwd. De eerste formele veroordeling van het Socinianisme verschijnt in de constitutie van Paus Paulus IX, “Cum Quorundam” geheten, die in 1555 uitkwam. 6) De Joden werden in het Polen van de 17e eeuw vriendelijk behandeld. Ze hadden hun eigen Yeshiva (school) en drukkerij. In 1632 verbood Koning Ladislaus de verspreiding van antisemitische tractaten en een jaar later verbood hij Christenen hun stad Poznan binnen te dringen. Toen de koning stierf telde de Joodse bevolking van Polen een aantal van 450.000, wat een geschatte 60% uitmaakte van het wereld-Jodendom. Polen werd het tehuis van de grootste Joodse populatie in Europa nadat koninklijke besluiten de Joodse veiligheid en hun religieuze vrijheid hadden gewaarborgd, wat in schril contrast stond met de uitbraken van vervolging in West Europa, vooral na de Zwarte Dood van 1348-49, waarvan de Joden door sommigen werden beschuldigd. Polen bleef grotendeels van deze epidemie gevrijwaard terwijl de Joodse immigratie waardevolle mankracht en kunde aan de opkomende staat brachten.

Page 5: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 5 -

anders wordt als echt aanvaard], en het is slechts een woordspel de bezitter van deze kwaliteiten ‘Natuur’ te noemen en niet ‘God’. »» 7) 8)

Net als zijn tijdgenoot René Descartes, die een van de belangrijke stichters van de wetenschappelijke methode was, aanbad Spinoza de ervaring van de tastbare wereld. Er was moed voor nodig om een Spinoza te zijn of een van zijn aanhangers. Indien een handvol prominenten achter zijn geschriften stond, durfden ze daar niet openlijk voor uit te komen uitgezonderd de Franse priester Richard Simon (1638-1712), die een hatend en goddeloos iemand was. Spinoza en Simon kunnen als de grondleggers van de moderne bijbelkritiek worden gezien.9) Simon zou aan het hoofd komen te staan van de Rozenkruisers 10) en door John Désaguliers worden opgevolgd die de figuur was die de (speculatieve) Vrijmetselarij in 1717 aan de wereld heeft gepresenteerd. Er gingen zo’n honderd jaar voorbij na Spinoza’s overlijden voordat het eerste belang-rijke werk verscheen dat volledig aan de verdediging van het Atheïsme was gewijd. We spreken over het volumineuze manuscript van de Franse priester Jean Meslier (†1729), getiteld: “Heldere en evidente demonstraties van de ijdelheid en valsheid van

7) Newton trachtte de verzegelde opdracht in de Bijbel te ontsluiten – de verborgen profetieën. Dit werd publiek na de veiling in 1936 van zijn ongepubliceerde geschriften die bijna twee eeuwen in een kist verborgen waren gebleven. Zij besloegen ongeveer 1 miljoen handgeschreven woorden en stonden bekend als de Portsmouth Papers. Na de veiling wist Keynes de helft geleidelijk weer bij elkaar te krijgen waarvan het biografische gedeelte, de zogenaamde Conduitt Papers, aan Cambridge Universiteit werden geschonken. (Uit “Essays in Biography” door John Maynard Keynes, de beroemde econoom.) Het zou voorbarig zijn om uit Newtons belangstelling voor de Bijbel te concluderen dat hij Christen was. Hij behoorde tot de extreem anti-paapse beweging van de orde der Rozenkruisers en hun hoofd Désaguliers diende bij hem als zijn wetenschappelijk assistant. Als wij Newtons leven bestuderen komt naar voren dat een van de grootste wetenschappelijke genieën uit de geschiedenis een verwarde en gekwelde mysticus was die homoseksuele neigingen had en kans zag tientallen jaren een wrok te koesteren en ook iemand was met een egomaniacale inslag. Hij kon niet veel menselijke genegenheid tonen en heeft een paar keer op de rand van krankzinnigheid gebalanceerd. Hij zinde op wraak bij zijn veronderstelde vijanden en deed dat met een vasthoudendheid en felheid die aan het Satanische grensden. Hij besteedde een aantal jaren aan zijn grote wiskundige en natuurkundige arbeid, maar tientallen jaren lang trachtte hij alchimie te ontrafelen en de oudtestamentische profetieën. Hij voorspelde het jaar dat Christus op aarde zou terugkeren (hij prikte 1948), maar beleed heimelijk het Arianisme dat Christus’ volledige godheid ontkent. 8) “Morals and Dogma”, Albert Pike # 1871 (p. 251). Op de kaft van een herdruk uit 2002 staat: “Albert Pike, de belangrijkste en meest beschimpte Vrijmetselaar die ooit heeft geleefd.” Dit geeft Pikes vermaardheid aan, zowel binnen als buiten de beweging. 9) De vader van de moderne bijbelkritiek is Benedict Spinoza, die wegens zijn gods-lasterlijke ideeën door het Jodendom werd geëxcommuniceerd toen hij nog maar 23 jaar oud was. De door hem gehuldigde principes worden op een rijtje gezet in het “Theologisch Politiek Traktaat” dat hij anoniem in 1670 publiceerde. Na een gunstig onthaal leidde dat kort nadien tot een storm van kritiek. Spinoza gaf daarin zijn meest systematische kritiek weer op het Jodendom en van godsdienst in het algemeen. Hij verwierp zaken als profetie en het bovennatuurlijke en beargumenteerde dat God uitsluitend via de natuurlijke wetten handelt van zijn eigen natuur, dat wil zeggen dat God en de natuur identiek zijn. Bovendien verwierp hij categorisch dat God enig doel voor ogen zou hebben. Spinoza was goed bevriend met de Franse priester Richard Simon, die zichzelf graag een Spinozist noemde. Hij verdedigde de Tractatus en bejegende eenieder die het bekritiseerde met de grootste minachting. Simons baanbrekende werk “Histoire critique du Nouveau Testament” was op dezelfde leest geschoeid als de Tractatus en zou één jaar na Spinoza’s overlijden worden gepubliceerd. Door een decreet van de koninklijke raad van Frankrijk werd de hele uitgave van 1300 boeken in beslag genomen en verbrand, maar één exemplaar ontsprong de dans en werd spoedig daarna in Amsterdam herdrukt.

Page 6: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 6 -

alle godsdiensten ter wereld”.11) Het werd na zijn dood ontdekt. De complete tekst werd voor het eerst in 1970-1972 in het Frans gepubliceerd als onderdeel van de com-plete werken van Meslier. Het werk zelf werd voor het eerst in 2009 in het Engels ge-publiceerd. “Het Testament” dat in 1762 door Voltaire werd gepubliceerd, bespreekt Mesliers werk. Dit sterk vertekende “Uittreksel” portretteert Meslier als een mede-deïst (het deïsme gaat over een god die schiep en daarna weer ging slapen). Het is waar-schijnlijk uit angst dat Voltaire Mesliers anti-monarchistische, proto-communistische ideeën heeft genegeerd, en dat verklaart waarom men Meslier tot recent over het hoofd heeft gezien als voorloper van het georganiseerde Atheïsme. Een ander boek “Le Bon Sens du curé Jean Meslier” (Het verstandige inzicht van pastoor Jean Meslier), in drie delen van elk 350 pagina’s, werd in 1764 anoniem uitgegeven met aan het eind Vol-taires “Testament”. Dit werd lang toegeschreven aan Meslier, maar was in feite van de hand van Baron d’Holbach. In zijn beroemdste leus verwijst Meslier naar iemand die “verlangde dat alle groten der aarde en alle adel opgehangen zouden worden en met de darmen van de priesters gewurgd.” 12) Het is niet verwonderlijk dat Meslier het ‘enfant chéri’ was van de leidende Franse revolutionairen die met de geest van het Atheïsme en godslastering doordrongen waren.13) 10) 11) 12) 13)

De Franse Revolutie aan het eind van de 18e eeuw lanceerde het Atheïstisch denken in de publieke arena. Daarna was het Atheïsme geen gevaarlijke beschuldiging meer die ontkend moest worden of een ontwijking vereiste in iets dat minder opviel. Gaandeweg ontwikkelde het in een positie die ruiterlijk kon worden erkend, wat de weg bereidde voor het Atheïsme als beweging. Maar we moeten wachten op de komst van het com-munisme om getuige te zijn van het Atheïsme als een belangrijke factor in de brede maatschappij. De negentiende eeuw kent drie sleutelfiguren voor de verspreiding van de Atheïstische rebellie en wel de drie Karels: Karl Marx (1818-83), Charles Darwin (1809-82) en Charles Baudelaire (1821-67). Marx was van bijzonder belang in de sfeer van de economie, politiek en religie; Darwin in de sfeer van de wetenschap, niet alleen voor de antropologie maar ook voor andere wetenschappen; en de Franse dichter Bau-delaire was baanbrekend voor de ethische uitgangspunten in onze moderne samen-leving. Marx is reeds genoemd. Wat hij en zijn geesteskind hebben uitgericht is genoeg-zaam bekend. Daarom bespreken we nu de volgende persoon op deze lijst.

10) De Rozenkruisers beoefenden alchimie in zijn godslasterlijke praktijk. In de decennia die aan de oprichting van de Vrijmetselarij voorafgingen slaagden de Rozenkruisers erin de gilden van de vrije steenhouwers te infiltreren en deze naar de regels van het Rozencrucianisme om te vormen …en toen kwam eindelijk het moment om zich onder de naam van Vrijmetselarij aan de wereld te presenteren. 11) De volledige titel van Mesliers manuscript: «Mémoire des pensées et sentiments de Jean Meslier, prêtre-curé d’Etrépigny et de Balaives, sur une partie des erreurs et des abus de la conduite et du gouvernement des hommes, où l’on voit des démonstrations claires et évidentes de la vanité et de la fausseté de toutes les religions du monde, pour être adressé à ses paroissiens après sa mort et pour leur servir de témoignage de vérité à eux et à tous leurs semblables.» 12) Mesliers citaat is uit Voltaires “Testament”: «Il souhaitait que tous les grands de la Terre et que tous les nobles fussent pendus et étranglés avec les boyaux des prêtres.» 13) Dat alle grote Franse revolutionairen rasechte Atheïsten waren blijkt uit een brief van Diderot. Hij was een van de leidende Franse revolutionairen die aan zijn maîtresse over een ontmoeting vertelde van de Schotse vrijdenker David Hume met Baron d’Holbach. Hij beschreef de conversatie als volgt: «« De eerste keer dat dhr Hume zich aan tafel bevond met de Baron, zat hij naast hem. Ik weet niet waarom de Engelse filosoof het in zijn hoofd haalde om de Baron te vertellen dat hij niet in Atheïsten geloofde, dat hij er nog nooit een was tegengekomen (waarmee hij bedoelde dat dit niet op logische gronden bewezen kan worden). De Baron antwoordde: “Tel maar hoeveel er hier zitten. We zijn met achttien.” En ging hij verder: “Het is geen slecht resultaat om er meteen vijftien aan te wijzen: de drie anderen weten het nog niet.” »» Bron: “The Life of David Hume” by Ernest Campbell Mossner # 2014 (p. 483).

Page 7: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 7 -

Wat Darwin betreft kunnen we stellen dat hij gematigd was in zijn religieuze opvat-tingen waarbij hij geen afgebakende of starre posities innam. Anders dan wat men meestal denkt gebruikte hij zijn theorie niet als bewijs dat er geen schepper is, alhoe-wel zijn volgelingen dat wel deden. Hun benadering is de enig logische die men op basis van Darwins theorie kan innemen. We mogen gerust stellen dat hij zijn theorie tegen het eind van zijn leven betreurde.14) Darwins gebrek aan begrip betreffende de werken der natuur, die hij in bepaalde gevallen als wreed opvatte en niet passend bij een scheppergod leidde ertoe dat hij zich tegen God keerde door Hem het recht te ont-zeggen om de ‘wrede schepping’ te hebben gemaakt zoals Hij deed. Het Darwinisme is een klap in het gezicht van de Heilige Geest die zei dat het scheppingswerk “heel goed” was, een manier om aan te geven dat het perfect was. (Gen. 1:31) Het Darwi-nisme impliceert dat alles rondom ons heen onvolmaakt is en dat hetgeen we ervaren en zien zonder een gegeven doel is. Het is dan nog maar een kleine stap om te verkon-digen: “Wij moeten in plaats daarvan de goedgunstige schepper zijn!” We moeten toe-geven dat Darwin dapper genoeg was om de gebreken en moeilijkheden van zijn eigen theorie aan te geven, en zo deden een aantal wetenschappers na hem, zoals de zeer invloedrijke George Gaylord Simpson in “Tempo and Mode in Evolution” dat in 1944 op de markt kwam.15) Volgens de deïstische of evolutionistische visie zou God zich na zijn inleidende schep-pingsdaad ten ruste hebben gelegd. Wat volgde was slechts de resultante van de eerste oorzaak in een oneindig voortzettende reeks van oorzaak en gevolg, een visie die met die van Einstein overeenkomt. Want hij geloofde in de god van Spinoza, een god die wordt vereenzelvigd met de natuur, één van opperste rationaliteit zonder grein liefde en compassie. Zodoende zouden zelfs Adam en Eva zonder goddelijke interventie zijn ontstaan. In dit concept past geen vrije schepping, toevallige omstandigheid of mense-lijke vrijheid; elk toeval, elke willekeur, die lijkt te bestaan, is slechts schijn; indien we menen dat onze handelingen vrij zijn is dat alleen omdat we onwetend zijn over hun echte oorzaak. Hoe anders is het Christelijk standpunt waarbij de zingeving van alles centraal staat. De primaire oorzaak van de schepping is even mysterieus als zijn pri-maire doel, zo mysterieus dat God van zichzelf zegt: “Ik ben de Alfa en de Omega, het

14) Velen kennen het verslag dat Lady Hope gaf van haar bezoek aan Darwin, een paar maanden voor hij stierf. Malcom Bowden heeft hierover geschreven in “De ware wetenschap onderschrijft de Bijbel”. Een deel van het getuigenis gaat als volgt: «« “Wat bent je nu aan het lezen?” vroeg ik toen ik naast zijn bed was gaan zitten. “de Hebreeën!” antwoordde hij – “altijd de Hebreeën, het koninklijk bijbelboek noem ik het. Is het niet groots?” Toen, terwijl hij zijn vinger op bepaalde passages legde, gaf hij daar commentaar op. Ik maakte toen een zinspeling op de sterke overtuiging van veel mensen over de geschiedenis van de Schepping en zijn grootheid. Toen gaf ik commentaar op hun uitleg van de eerste hoofdstukken van het Boek Genesis. Hij gaf de indruk in grote beroering te zijn, zijn vingers kronkelden nerveus, en een kwellende uitdrukking kwam over zijn gezicht toen hij zei: “Ik was een jongeman met ongevormde ideeën. Ik bedacht onderzoekingen, suggesties, waarbij ik mij steeds over van alles vragen stelde, en tot mijn verbazing verspreidden mijn ideeën zich als een lopend vuur. De mensen maakten er een religie van.” »» 15) De paleontoloog Professor George Gaylord Simpson (1902-1984) is misschien wel de meest invloedrijke paleontoloog uit de 20e eeuw geweest. Hij schrijft over het ernstige probleem van de stelselmatige afwezigheid van overgangsvormen: «« De vroegst bekende en meest primitieve leden van iedere orde bezitten al de fundamentele karaktertrekken van die orde, en in geen enkel geval is een bij benadering continue opeenvolging bekend van de ene orde naar de volgende. De breuk is in de meeste gevallen zo scherp en de afstand zo groot dat de oorsprong van de orde speculatief is en zeer omstreden. (En verder:) Deze stelselmatige afwezigheid van overgangsvormen beperkt zich niet tot zoogdieren, maar is een bijna universeel fenomeen… »» Bron: “Tempo and Mode in Evolution” door George Gaylord Simpson onder de paragraaf: “Major Systematic Discontinuities of Record” # 1944 (pp. 105, 107).

Page 8: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 8 -

begin (arche) en het einde (telos).” De schepping is pas voltooid als de volledige wils-overeenstemming zoals die eens in het begin bestond (oorzaak) en sindsdien is geëvo-lueerd – en de eindwilsovereenstemming (telos) zoals die altijd in Gods gedachte heeft bestaan – elkaar raken; …pas voltooid als het “Uw wil geschiede” volbracht is; …pas voltooid als het FIAT universeel is geworden. We zouden kunnen zeggen dat de keten van oorzaak en gevolg een duwkracht is en de doelgerichtheid een trekkracht, waarbij God af en toe een handje helpt zoals een kloek zorgt voor haar kiekens.

Mijn beste Gray, (…) Aangaande de theologische kwestie; dit is altijd pijnlijk voor mij. – Het raakt mij diep. – Ik ben niet van zins Atheïstisch te schrijven. Maar ik bezit wat ik niet kan zien, wat voor ieder mens geldt, en wat ik echt nastreef is om overal om ons heen gegevens van ontwerp te verzamelen. Ik zie te veel ellende in de wereld. Ik kan mijzelf er niet van overtuigen dat een genadige en almachtige God bij ontwerp de ichneumonidæ zou hebben geschapen met de opzettelijke bedoeling om zich binnen de levende lichamen van de rups te voeden, of dat een kat met muizen speelt. Omdat ik dit niet geloof zie ik geen noodzaak in het geloof dat het oog met opzet zo was ontworpen. Anderzijds kan ik geenszins tevreden zijn met de aanschouwing van dit prachtige universum & vooral de menselijke natuur, & dan concluderen dat dit alles het resultaat is van brute kracht. Ik ben geneigd om alles als het resultaat te zien van ontworpen wetten, waarvan de details, hetzij goed of kwaad, zijn overgelaten aan de werking van wat we toeval mogen noemen. Niet dat dit concept mij enigszins bevredigt. Ik ondervindt ten diepste dat het hele onderwerp te moeilijk is voor het menselijk intellect. Een hond zou net zo goed kunnen specularen over Newton’s geest. Laat ieder mens hopen & geloven wat binnen zijn bereik ligt. Ik ben het zeker met u eens dat mijn gedachten niet noodzakelijkerwijs Atheïstisch zijn. De bliksem doodt iemand, of hij nu een goed of slecht mens is, wat het gevolg is van de uiterst complexe werking van de natuurwetten – een kind die een idioot blijkt te zijn, wordt door een actie van zelfs nog complexere wetten geboren – en ik kan geen reden zien waarom een mens, of ander dier, vanaf het eerste begin door andere wetten kan zijn ontstaan; & dat al die wetten opzettelijk door een alwetende Schepper ontworpen zijn, die iedere toekomstige gebeurtenis & zijn resultaat heeft voorzien. Maar hoe meer ik [over dit soort zaken] nadenk des te perplexer sta ik; zoals ik hoogstwaarschijnlijk met deze brief heb aangetoond.

Uw oprechte vriendelijkheid & belangstelling heeft mij diep geraakt Hoogachtend & allerhartelijkst, Charles Darwin

Brief 2814 – Charles Darwin aan Asa Gray, 22 mei 1860

Toen Darwins theorie eenmaal volslagen vals bleek, ontstond een wetenschappelijke fraude van monumentale omvang. Met zulk een fraude kunnen we begrijpen waarom deze ‘wetenschappers’ de Christenen in discrediet willen brengen, ze zelfs als uitschot behandelen. In 2006 was er in San Diego de “Beyond Belief Conference: science, reason, religion & survival” (de ‘voorbij het geloof’ conferentie: wetenschap, het rede-lijk denken, religie & overleving). De creationisten waren niet uitgenodigd. Deson-danks was er een kritische kanttekening van een van de bezoekers, iemand van ortho-dox Joodse achtergrond. Dat was Melvin Konner, professor in de antropologie en neurowetenschap en gedragsbiologie; hij veroordeelde de San Diego conferentie in wat hij zag als overgesimplificeerde presentaties van wat religie inhoudt. Hij vond dat de bijeenkomst op een “nest addergebroed” leek waar ze overlegden of ze “religie met een koevoet zouden kapotslaan of alleen maar met een baseballknuppel.” (bron Wiki-pedia onder Melvin Konner) Rodney Stark, een vroege sociaal onderzoeker van de ver-

Page 9: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 9 -

spreiding van het secularisme in een godsdienstige maatschappij werd in de Scientific American geciteerd van september 1999 (onderwerp: Scientists and Religion in Ame-rica): “Er is tweehonderd jaar marketing geweest dat indien je wetenschappelijk wilt zijn je geest bevrijd moet zijn van de boeien van godsdienst.” Hij poneerde “dat het hoger onderwijs in het algemeen het idee van God uitwiedt”. “In de researchinstituten houden godsdienstige mensen hun mond dicht”, zegt Stark, “en de ongodsdienstigen discrimineren. Er bestaat in de hoogste echelons een beloningssysteem voor het hou-den van onreligieuze praat.”

De Nieuwe Mens Onze generatie heeft enkele misleidende en tegelijk schitterende slogans weten te formuleren: zelfvervulling; persoonlijke vrijheid; bevrijding van de taboes uit het verleden, van een absolute wet; de nieuwe moraliteit en gelegenheidsethiek; enz. Dit alles klinkt uiterst progressief. En wie onder ons en in het bijzonder ons Joden van de twintigste eeuw houdt er niet van om bekend te staan als liberaal. Daarom, in plaats van een voorbeeld te stellen voor onze jeugd, meenden wij dat de veiligste weg naar de toekomst en een gelukkig leven zonder frustraties erin bestond om ons door onze kinderen te laten leiden.

“Crisis and Faith” van Eliëzer Berkovits

Het zij toegegeven dat niemand precies weet hoe God zijn Schepping heeft gewrocht, maar één ding staat vast dat Hij niet te werk ging via de zogenaamd Darwiniaanse evolutie. De evolutietheorie heeft zich niet tot de antropologie beperkt. Het centrale thema van niets tot iets in een zielloos en onbarmhartig heelal dat altijd voor verbete-ring vatbaar is, is ook tot in andere wetenschappen doorgedrongen. Het is vandaag de dag het overheersende credo waarmee alles wordt weggeredeneerd – in de biologie, psychologie, oude geschiedenis, godsdienstige ‘gevoelens’ (godsdienst zou niet meer dan een gevoelen zijn), de medische wereld, ethica, sociologie, economie, enzovoorts. Michaël Dekee stelt in zijn boek “De Evolutieleer Ontkracht”: 16)

«« Uit het Darwinisme sproot het sociaal Darwinisme voort en tevens de eugenetica. Dit was voor Hitler, die het trouwens overnam van de Amerikanen, die rond 1900 een eugenetica-beweging startten om zelf een superras te creëren, de aanleiding om massaal gehandicapte mensen te vermoorden, Joden te vergassen en andere minderheidsgroepen uit te roeien, om daarmee het ‘arische ras’ te versterken en beter te maken. Allemaal in het kader van ‘selectie’ en ‘survival of the fittest’, maar dan toegepast op de menselijke samenleving. Survival of the fittest werd overigens door Herbert Spencer bedacht nadat hij

16) Michaël Dekee doet een boekje open over het universitaire milieu in de vakken die zich bezighouden met de evolutietheorie in zijn in 2018 gepubliceerde boek “De Evolutieleer Ontkracht”. Te bestellen bij www.lulu.com. Als student in Gent heeft hij het allemaal zelf meegemaakt. De schrijver vertelt – goed onderbouwd en makkelijk leesbaar – hoe in dit milieu het wetenschappelijke vaak ver te zoeken is. Het is eigenlijk niet zo netjes wat daar gebeurt. De term ‘nepwetenschap’ is op zijn plaats. Het is in feite wetenschapsfraude. In het begin van de evolutietheorie was men best wel bereid de zwakheden in die theorie aan te wijzen, maar toen later de waarheid aan het licht kwam en de onhoudbaarheid zich steeds duidelijker manifesteerde, kwamen reputaties op het spel te staan waardoor men zich fel tegen andersdenkenden ging verzetten, een opstelling die zich in ‘structuren’ zou blijven voortzetten. Dus geen samenzwering maar wel iets dat erop lijkt. Zeer triestig is dat een wetenschappelijke carriëre in de biologie en aanverwante vakken slechts mogelijk is indien men weet te buigen, diep buigen, in de richting van het evolutionaire denken. De waarheid, toont dit boek aan, staat in de paleontologie niet meer voorop. De wetenschap zelf is aan de kapstok gehangen.

Page 10: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 10 -

Darwins “On the Origin of Species” had gelezen. Dit betekent overigens niet noodzakelijk ‘het overleven van de sterkste’ maar het overleven van de soort, variant of ras die het meest succesvol is in het krijgen van nakomelingen, en dus het best is ‘aangepast’. Spencer wordt ook gezien als de grondlegger van het sociaal Darwinisme. Op aanraden van Russel Wallace verving Darwin in zijn tweede druk van “On the Origin of Species” de term ‘natural selection’ door ‘survival of the fittest’. Het gevolg van deze theorie is tevens dat veel wetenschappers en ook gewone mensen meer bekommerd zijn om ‘het milieu’ en om de dieren – zoals walvissen, en ik spreek uit ervaring ! – dan om hun medemens. “Er zijn te veel mensen”, “we moeten de natuur redden”, “de wereldpopulatie moet naar beneden om bedreigde diersoorten te redden” etc. “Voor mij is de mens minder dan een worm”, zo zei ooit milieuactivist Paul Watson van de Sea Shepherd beweging. Typische uitspraken destijds van linkse groene hippies, maar nu door de meerderheid van de mensheid als standaard aangenomen. De mens lijkt in de ogen van de wetenschap niet meer waard te zijn dan een vlieg, want we zijn allemaal ‘producten’ van de evolutie. Vandaar dat de mens zich in de wetenschap gelijk stelt aan God en zich toegelaten acht om zijn medemens als afval te beschouwen. Eén van de gevolgen van de Atheïstische ‘evolutietheorie’ is het [routinematig] aborteren van ongewenste, en zeker gehandicapte kinderen. »» (pp. 81, 82)

We richten nu onze aandacht op de derde Charles. Aan Charles Baudelaire wordt het bedenken van de term van ‘moderniteit’ toegeschreven, waarmee de voorbijgaande en kortstondige levenservaring wordt aangeduid. Zijn hoogst originele proza-dichtkunst zette een nieuwe trend. Baudelaires in-vloed op de richting van de moderne Franse en Engelse literatuur was aanzien-lijk. Maar hij werd ook elders gewaar-deerd. Er zijn veel muzikale aanpassingen van zijn gedichten geweest, vooral in de popmuziek, in het bijzonder na de Tweede Wereldoorlog. Door zijn godslasterlijke levensstijl en decadente gedichten was hij de voorloper van een leven dat door zin-loosheid en verdorvenheid wordt voortge-stuwd. Hij verheerlijkte Satan in de “Lita-nieën van Satan” en vertrouwde zijn vrien-den toe dat hij een pederast was (homo-seksualiteit met jongeren), maar hij was niet de man om ook maar van iets deel te zijn en dat op een extreme manier. Het zou daarom ook verkeerd zijn te concluderen dat hij een Satanist was. Hij hield van vrouwen, maar het huwelijk was niets voor hem. Hij zal best wel hebben geparticipeerd in spiritisme en zich hebben uitgeleefd in enkele pederastische ontmoetingen, alleen maar voor de kick. Hij probeerde ook hash en opium. In zijn latere leven raakte hij verslaafd aan laudanum (een opium tinctuur) en werd hij een zwaar drinker. In “Wees Dronken” rijmt hij: “Je moet altijd dronken zijn. Dat is het enige dat Telt – dat is de enige manier. Om de verschrikkelijke last van de tijd niet te hoeven dragen die je rug breekt en naar de grond trekt moet je voortdurend dronken zijn. Maar van wat? Wijn, dichtkunst of deugd, wat je maar wilt. Maar wees dronken.” Hij ondernam veel projecten, maar maakte die bijna nooit af. Zijn leven is een voorbeeld van alles te hebben geprobeerd – want het leven is kort en men moet van alles hebben geproefd – zonder voldoening te krijgen. Hij leefde niet lang, het loon der zonde. Zijn gonorrhea en syfilis, op de gewone oneervolle wijze ver-

Charles Baudelaire, een dwalende ziel

Page 11: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 11 -

kregen, en zijn verslavingen zwoeren samen om zijn leven reeds op zijn zes en veer-tigste uit te doven. Zijn verachtelijke moraliteit of eerder gebrek aan moraliteit en Baudelaires losbandig leven stimuleerden generaties van nihilistische schrijvers, dichters en musici, die op hun beurt ontelbare jonge mensen inpireerden om een oppervlakkig en doelloos leven te leiden zonder verantwoordelijkheidsbesef; een abject leven van genotzucht met als leidraad het egoïstisch zoeken naar zelfvervulling dat desondanks ongrijpbaar blijft. Het moge niet verbazen dat er in onze tijd veel belangstelling bestaat voor Baudelaire. Veel van zijn uitspraken vond men in zijn tijd schandalig. Nu is dat gewone kost. Hij schreef over een breed scala van onderwerpen wat van veel kanten kritiek en ontzetting opriep. Enkele citaten van Baudelaire: “Persoonlijk denk ik dat het unieke en opperste geluk in de zekerheid ligt van ‘kwaad’ doen – en mannen en vrouwen weten vanaf hun geboorte dat elk genot in het kwaad ligt.” En: “Er zijn maar drie dingen die respect verdienen: de priester, de krijgsman en de poëet: te weten, te doden en te creëren. De rest der mensheid mag belasting betalen en zwoegen, ze zijn voor de stal geboren, dat wil zeggen, om zich in te zetten in wat ze beroepen noemen.” Hier is een walgelijke: “Maar wat doet de verdoemenis ertoe als iemand, al is het maar voor een seconde, de oneindige verrukking heeft gekend??”

Waarom mensen in de leugens willen geloven Ik dring ook aan bij hen die de bedoeling van Gods Schepping niet begrijpen, in het bijzonder bij die zielen die menselijke logica gebruiken om alles in hun leven te omschrijven. Zij geloven alleen in wat zij kunnen zien of aanraken. Diezelfde zielen zullen de leugens aanvaarden van degenen die in hun gemeenschappen en naties respect krijgen. Hoe makkelijk worden ze voor de gek gehouden door de leugens van mensen en hoe zwak zijn ze in het afwijzen van de Waarheid van hun eigen creatie.

Woord van Jezus op 16 dec. 2012 aan MDM (Maria Goddelijke Barmhartigheid)

3 – Atheïsme, de Wortel van het Kwaad De wortel van het kwaad is de ontkenning van God zelf. Als God in onze gedachten niet bestaat zijn we aan die niet-persoon ook geen verantwoording schuldig. Uit be-wuste godloochening komen de ergste gruweldaden voort die men thans in onze Wes-terse maatschappij ‘ethisch verantwoord’ acht, zoals abortus dat eufemistisch zwanger-schapsonderbreking heet. Atheïsme is niet slechts een intellectuele kwestie van waar of niet waar. Het is een kwestie van goed of kwaad. Abortus, uniseks, vroegseksualise-ring, zelfmoord (euthanasie), burgerrechten – al deze netelige problemen, en nog veel meer, zijn morele en sociale problemen die in het brandpunt staan van ons bestaan. Wat je over God denkt is keuzebepalend. God ontkennen is vooreerst een morele zaak met verstrekkende gevolgen. Het is als een verschrikkelijke epidemie die alle gele-dingen van onze maatschappij heeft aangetast. Psalm 53 geldt samen met Psalm 14 als een profetisch getuigenis voor onze tijd:

«« De dwaas zegt bij zichzelf: “Er is geen God!” Slecht en schandalig is zijn gedrag. Er is niemand die het goede wil. God blikt uit de Hemel neer, op de kinderen van de mensen, om te zien of er niet één verstandige is. Niet één die God zoekt. Allen zijn ze afgedwaald, allen even bedorven. Niemand is er die het goede doet, geen enkele zelfs! Worden al die zondaars dan nimmer verstandig? Ze blijven mijn volk maar verslinden. Het brood van God

Page 12: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 12 -

[Gods Woord] wel eten, maar Hem vereren, ho maar. Eens echter zullen ze beven van angst, op de dag dat God hun gebeente verstrooit! »»

Onze moderne samenleving wordt gekenmerkt door het materialisme, hedonisme (ge-notzucht) en zelfvergoddelijking (de aanbidding van de ratio). Door het op de troon zetten van de ratio als de superieure boven alles staande macht ontkent de mens zich-zelf als geestelijk wezen. En God, die geest is, kan zo niet worden ontdekt. Het materi-alisme en de zelfobsessie zijn vormen van idolatrie. Daniël 11:38: “Maar in hun plaats zal hij de god der vestingen vereren: de god die zijn vaderen niet gekend hebben zal hij vereren met goud en zilver en edelgesteenten en kostbaarheden.” De Franse revolu-tionairen hebben de toon gezet, want na het begin van het terreurbewind ontwikkelde zich “Le culte de la Raison” (de eredienst van de rede). In die periode werden een aantal Parijse kerken getransformeerd in “Tempels van de Rede”. De Notre Dame van Straatsburg werd ook in een Tempel van de Rede gewijzigd.

Gods Toorn zal de aarde doen schudden… Boek der Waarheid, 30 jan. 2013 Mijn zeer geliefde dochter, de vernietiging van het menselijk leven door die-genen die de belangrijkheid van deze Gave van God niet eren, escaleert. Mijn Vaders toorn omwille van deze afschuwelijke zonde heeft zulk een hoogte bereikt dat zijn gebulder overal in de Hemel kan worden gehoord. De Hand van zijn Gramschap zal dit kwaad uitbannen, want Hij zal die verdorven mensen er tus-senuit plukken en vernietigen. Voor elke mens die als een dier wordt afgeslacht zal mijn Vader de dader in het hellevuur werpen. Weet wel dat bij de escalatie van oorlogen de verdorvenen onder die dictators zullen worden uitgedaagd. Ze zullen verwijderd worden en de Gerechtigheid ondergaan die zij over zichzelf hebben afgeroepen. Mensen kunnen niet zien wat Ik zie. Zij kennen de omvang van het kwaad niet dat tot de vernietiging van het leven leidt, de vernietiging van de aarde en de vervolging van mensen door hun eigen broeders en zusters. De tussenkomst van mijn Vader is reeds begonnen en zijn toorn zal de aarde doen schudden. Genoeg. Het verzuim van de mens om de waarheid van Gods bestaan te erkennen ligt aan de wortel van dat kwaad. De mens speelt met het leven alsof hij alles op aarde controleert, waarover hij geen gezag heeft. Dat kwaad kan niet langer worden getolereerd. Er zal ingegrepen worden en de angst voor God zal gevoeld worden door wie zijn Wetten niet aanvaarden.

Jullie Jezus

De grote eindtijdprofetes Maria Goddelijke Barmhartigheid (MDM) sprak vaak over het Atheïsme dat als de vrucht van de verering van het rationalisme wordt aangeduid (21-6-2012). Het trotse geloof in eigen kracht en kunde staat aan de wieg van het Athe-ïsme, maar ook van de stroming van het humanisme (29-8-2013, 4-3-2015). In haar boodschap van 21 juni 2012 staat: “Het Atheïsme is de grootste godsdienst in de wereld en zij die hun levens aan dit bedrog hebben overgegeven zullen voor eeuwig verloren gaan.” Er is zelfs een speciaal gebed gegeven (kruistochtgebed 76) waarmee Atheïsten van de vloek van hun twijfel kunnen worden verlost. Dankzij dit gebed wordt de barriëre doorbroken die hen onherroepelijk van God dreigt af te scheiden. MDM spreekt ook over Atheïsten die pretenderen gelovig te zijn; zorgvuldig verbergen ze hun ongeloof voor de buitenwereld om aldus hun schandalige wetten aan de wereld te kunnen opdringen (21-11-2012). De boodschap van 28 januari 2013 geeft aan hoe de Atheïsten via dit soort wetten hun eigen zienswijze willen opdringen: “De toename van het Atheïsme brengt met zich mee dat alleen maar het noemen van God of de wetten die Hij heeft voorgeschreven, verontwaardiging oproept. Het is nu zover geko-

Page 13: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 13 -

men alsof het een godslastering zou zijn om Gods rol in jullie leven naar voren te brengen. Spoedig zullen ze een wet aannemen die het begrip van ‘godslastering’ zal uitbannen om op die manier iedere openlijke trouwbetuiging aan God uit te roeien.” De boodschap van 27 oktober 2012 geeft aan dat ze middels de invoering van een nieuwe wereldreligie het Christendom voorgoed willen wegvagen, maar God zal niet laten begaan:

«« Mijn zeer geliefde dochter, er bestaat een plan om met een enorme wereld-wijde prediking te beginnen. Deze prediking komt niet van God en zal in plaats daarvan een leugen verkondigen die stelt dat God niet bestaat en niet kan bestaan. Men zal met behulp van menselijke redenering en wetenschappelijke evaluatie beweren dat God slechts een product is van de menselijke verbeelding. Deze prediking is geen toeval want zij is een goed geplande en gecoördineerde campagne, die door de Atheïsten is beraamd die de Boze zijn toegewijd. Hun hart, geest en ziel zijn door Satan gestolen die hun trots op het menselijk intellect misbruikt om op arrogante wijze leugens te verkopen die de Waarheid blokkeren. Dit is een plan om ieders hart in steen te veranderen net als hun eigen harten die koud en liefdeloos zijn. Op zeker moment zal er een aankondiging zijn dat bij wet een vervangingsgodsdienst wordt geïntroduceerd. De een-wereldreligie zal eer bewijzen aan het Beest, want deze gruweldaad wordt verricht door toedoen van hen die slaaf zijn van de vorst der duisternis. De Atheïsten, die het brein zijn achter dit plan, zijn toegewijde volgelingen van Satan. (…) Velen beseffen de ernst van hun daden niet. Vele anderen echter weten exact waar ze mee bezig zijn omdat het leugenaars zijn. Zij geloven in God want zij hebben zijn wraaknemer, de Duivel, als hun god verkozen en wel uit eigen vrije wil. Het enige wat ze willen is zielen wegroven. »»

Lucifer en zijn demonische legers trachten op subtiele maar hardnekkige wijze ervoor te zorgen dat zielen het pad niet begaan dat door de Vader en de Zoon is aangegeven en door de Geest wordt verlicht. Zij wenden al hun charmes en verleidingskunsten aan om de mensheid van God los te weken, tot het God ontkennen en God vervloeken. Een vloekende Atheïst zou eigenlijk niet kunnen, maar toch gebeurt het. Het mondt uit in de ergste godslastering en dat is de aanbidding die alleen God toekomt aan schepselen of aan Lucifer zelf te geven. Dat verklaart waarom juist in deze tijd, die voor de poort van het Vrederijk staat, het Satanisme in opkomst is. Hij schijnt vrij spel te hebben. Maar zijn dagen zijn geteld, en dat weet hij maar al te goed.

Atheïsme is de verdrijving van God uit elk aspect van het menselijk bestaan. De grote overwinning van de vijanden van God ligt niet in het onderdrukken van ons leven of het beperken van onze fysieke vrijheden, maar eerder in het verwij-deren van het idee van God uit onze geest en ons hart. Alle menselijke redenerin-gen en filosofische, historische en politieke speculaties waarin God niet de eerste plaats inneemt, zijn vals en illusoir. Jacques-Bénigne Bossuet zegt: “Toutes nos pensées qui n’ont pas Dieu pour objet sont du domaine de la mort.” (Al onze gedachten die God niet tot object hebben behoren tot het domein van de dood.)

Dr. Roberto De Mattei in “The Judgement of God in History” 21 mei 2020 tijdens de online Rome Life Forum

Is het u opgevallen hoe de mensen strijdensmoe zijn? Men laat het op een ontstellende manier gebeuren. Onze Christenheid is ingeslapen, heeft een asgrauwe mentaliteit. Het herderinnetje van La Salette (1846) zegt het pregnant, waarbij de boodschap van de Allerheiligste Maagd voor onze tijd was: “De priesters zijn riolen van onzuiverheid

Page 14: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 14 -

geworden. (…) Wraak staat nu voor de deur, want er is niemand meer om voor het volk mededogen en vergeving af te smeken. Er zijn geen edelmoedige zielen meer. Er is niemand meer die waardig is om ten voordele van de wereld het onbevlekte Slachtoffer aan de Allerhoogste aan te bieden.” Helaas is deze houding geenszins een Katholieke. Het lijkt alsof het brood van de Blijde Boodschap is opgenomen en verteerd, tot voe-ding heeft gestrekt en nu, ontdaan van al zijn vitaliteit, als ontlasting over onze kerk-torens wordt uitgestort! God zoekt, maar er is niemand die op de bressen staat! Laten wij troost putten uit het volgende citaat: “Er zijn gelukkig nog drieduizend welke de knie voor Baäl niet hebben gebogen en wier mond hem heeft gekust! Ja, er zijn ook in onze oorden nog ware aanbidders van God en de Heere Jezus; en laat ons daarbij bedenken door hoe weinigen de stad Sodom gespaard had kunnen worden!”

4 – Ideaal van de Atheïsten: een ‘Nieuwe Aarde’ Ideaal? Ideaal, waar denken we dan aan? Aan de Griekse wijsgeer Plato. Onze wereld zou haar uitdrukkingsvorm vanuit een hogere wereld van idealen afleiden in een voort-durende poging tot nabootsing. En omdat volgens Plato de zintuiglijke wereld van on-volmaakt materiaal is gemaakt, leidt iedere poging tot nabootsing tot een benaderende en minderwaardige wereld van verschijnselen indien vergeleken met de volmaakte wereld van idealen. Het is deze schizofrene benadering die in onze politiek de toon heeft gezet. Volgens de Platoniaanse wereldvisie leven we in een maakbare wereld waar alles verbeterd kan worden tot zelfs het maaksel Gods. Onze wereld als onvol-maakte afbeelding van het ware zou nauwelijks respect verdienen. In zijn boek “De Wetten” heeft Plato dit idee van de perfecte wereld van vormen om-gezet in de wereld van politieke ideeën. In “De Republiek”, dat samen met de ander moet worden gelezen, laat hij zien dat er een discrepantie bestaat tussen de ideale wereld van politieke ideeën, zoals onze mensenrechten, en de wetspraktijk en -handha-ving. Het conflict kan worden opgelost door middel van de nobele leugen die de Fran-sen ‘raison d’État’ (motief van de staat) noemen. Dit is acceptabel voor de beleids-makers omdat de ‘echte’ wereld in het Platonische systeem de wereld van idealen is en de wereld waarin we leven ersatz, wat een inversie van waarden is. De gewone burger, echter, wordt met ijzeren hand geregeerd. Het verschil van taal in beide boeken is zo groot dat de lezer moeite heeft te aanvaarden dat ze van dezelfde auteur zijn. Novus Ordo Seclorum is een spreuk op het 1-dollar biljet dat naar die ideale door ons te maken wereld wijst, los van God, en is ontleend aan de vierde pastorale van Vergi-lius. Het wijst op een machtige tijdscyclus die opnieuw geboren wordt, …dat de profe-tische Vergiliaanse en Saturniaanse koninkrijken nu terugkomen, dat nu een nieuw mensenras uit de hoge hemelen wordt neergelaten. “Begunstig toch de jongen, O reine Lucina, die spoedig zal worden geboren in wien de ijzeren eeuw ten einde komt als over de gehele aarde de gouden eeuw opnieuw herrijst.” Vergilius’ vierde pastorale vervolgt: “…en die met zijn vaders kundigheid over’n wereld in vree zal heersen. Wat ook mag resten van het oude kwaad, eenmaal verwijderd zal de wereld van de altijd-durende angst zijn bevrijd. Hij zal het leven van goden krijgen en helden in het gezel-schap der goden zien en als een van hen worden beschouwd.” Het heimwee naar het verloren paradijs, het uitzien naar een gouden eeuw waar vrede heerst, is van alle tijden en culturen maar nog nooit heeft het zo sterk geleefd als tegen-woordig. Dat verlangend uitzien, vaak onbewust, geeft tevens een handvat voor de grote verleider om ons een betoverende luchtspiegeling voor te houden. In alle tijden is dat trucje gebruikt. Onder het nobele motief worden de meest verschrikkelijke dingen gedaan, zoals de nobele moederrechten om de boreling in spe het recht op leven te ontnemen. Wacht u voor het nobele motief!

Page 15: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 15 -

5 – Over semi-Atheïsten, de Godhaters Een alom geprezen werk uit de Engelse literatuur is het epische gedicht “Paradise Lost” (het verloren paradijs) van John Milton, voor het eerst in 1667 gepubliceerd. Miltons schier eindeloze gedicht is geënt op Vergilius’ Aeneïs en gaat over het Bijbelse verhaal van de val van de mens: de verleiding van Adam en Eva door de gevallen engel Satan en hun verdrijving uit het aards paradijs. Het doel van Miltons geschrift, zoals in het eerste boek staat, is om “de wegen van God tegenover de mensen te rechtvaardigen”, maar juist het tegendeel wordt beoogd: om de wegen van de mensen tegenover God te rechtvaardigen. De essentieel Atheïstische Milton was natuurlijk bang om dat in die tijd te zeggen. In zijn “De doctrina christiana”, die men pas voor het eerst in 1823 durfde publiceren, verdedigt hij een schepping ex-Deo, dus zonder God. Hij spreekt in Paradise Lost ook verschillende keren denigrerend over de Zoon (Jezus Christus), die door de verheven Lucifer wordt geminacht. En er komt daarop geen weerwoord van bijvoorbeeld de Aartsengel Michaël, die Satan terechtwijst. Hij wijst niet alleen de Zoon af maar ook zijn volgelingen. Van kerkleiders schrijft hij in zijn inleiding van “Of Reformation in Engeland”: “Ze zijn niet beter dan een tiranniek gezelschap en een onderneming van oplichters die de wereld onder die Naam (van God) hebben verblind en misbruikt.” Miltons rebelse geest openbaart zich in zijn verwrongen beeld van de vrije wil, in zijn eerste boek beschreven (regels 221-270): “De geest heeft zijn eigen plaats en kan op zichzelf een hemel of hel creëren, en kan een hel van de hemel maken. (…) Hier kunnen we veilig heersen, en mijns inziens is het waard te heersen, zelfs in de Hel: het is beter in de Hel te heersen dan in de Hemel te dienen!” Hier herformuleert hij Lucifers strijdkreet: NON SERVIAM. Percy Bysshe Shelley (1792-1822) was de echtgenoot van Mary, die bekend staat om haar roman “Frankenstein” dat naar Paradise Lost is gemodelleerd, en een fundamen-teel godslasterlijk werk is. Zij was besmet met het familievirus. Inderdaad wordt haar vader William Godwin de eerste moderne anarchistische voorvechter genoemd. Mary Shelley-Godwin (1797-1851) begon aan Frankenstein toen zij slechts 18 jaar oud was. Zij verzorgde en bevorderde ook de werken van haar echtgenoot die jong stierf. Hier ontmoeten we een fraai gezelschap van godhaters. In zijn “Verdediging van Poëzie” verwijst Percy naar Paradise Lost, waar hij God als een pure sadist afschildert:

«« Niets kan de energie en grootsheid van Satans karakter overtreffen zoals in Paradise Lost tentoongespreid. Men mag er niet van uitgaan dat hij ooit kan zijn bedoeld om de populaire personificatie van het kwaad in het licht te stellen. (…) Miltons Duivel als een moreel wezen is verre verheven boven zijn God, als Iemand die zich voor een in zijn ogen lofwaardig streven inzet en daarin ondanks tegenspoed en kwelling volhardt, [in tegenstelling] tot Iemand [God] die in de koude veiligheid van ontwijfelbare triomf zijn vijand [Satan] de vreselijkste wraak toebrengt, niet vanuit de verkeerde veronderstelling hem ertoe te brengen zich van een volhardende vijandschap af te wenden, maar met de onderliggende opzet hem met nieuwe en verdiende uitputtende kwellingen te bezoeken. »»

Er is een serie van de Amerikaanse mediagigant Netflix, genaamd “Lucifer”. Net als in Paradise Lost wordt Lucifer afgebeeld als charmant, charismatisch en van duivelse schoonheid. Hij wordt beschreven als de zoon van God en klaagt over God als een tiran: “Jij wreedaard, manipulator! Hoorde dit alles bij je plan? Het is slechts een spel voor jou, nietwaar? Het maakt niet uit of je een zondaar bent! Het maakt niet uit of je een heilige bent! Niemand kan winnen, dus waar dient het toe?” Lucifer gaat verder: “Denk je dat ik de duivel ben omdat ik inherent slecht ben of gewoon omdat mijn lieve oude pappa besloot dat ik dat moest zijn? Is dit een klassiek voorbeeld van een etiket opplakken? Wat vind je zelf?”

Page 16: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 16 -

In Paradise Lost maar ook in Frankenstein, ondertiteld “De Moderne Prometheus”, komt het thema aan bod van een wrede wispelturige God. Prometheus wijst op de mythische figuur die de scheppergod overtroefde door vuur te stelen waarmee de mens een intelligent schepsel werd, zeer tot ongenoegen van de scheppergod. Een soortgelijk argument komt naar voren in een ander essay van Shelley: “Over de Duivel, en Duivels”, waarin hij Satan verdedigt, een argument dat terugkeert in zijn voorwoord van “Prometheus Ontketend”. Shelley vond in Miltons Satan een nobele karakteristiek van de grote weldoener van de onderdrukten, strijdend tegen God, de almachtige vorst, zoals zijn eigen Prometheus, strijdend tegen de scheppergod. We komen nu bij een belangrijk punt in onze discussie. Wat ik wil accentueren is dat dit soort mensen semi-Atheïst zijn; ze zijn eigenlijk nihilist. Eigenlijk is het nihilisme een vorm van Atheïsme. Percy Shelley noemt zichzelf een Atheïst in zijn vlugschrift over de noodzaak van het Atheïsme. Hij ontkent niet, zegt dat het niet anders kan, dat God en zijn schepping co-existent zijn, dus zonder schepping geen God. Het bestaan van een scheppergod wordt dus niet ontkend, maar de Bijbelse God wordt wegge-veegd, bevochten en vervloekt (in het Hebreeuws wijst niet willen knielen op vervloe-ken – Job 1:5). Het Marxisme is een Atheïstische filosofie, maar Marx zelf was een gedreven Satanist. Zoals reeds opgemerkt had hij in zijn jonge jaren besloten zijn ziel aan Satan te verkopen, maar natuurlijk heeft hij dat niet luide verkondigd want we mogen overal in geloven behalve in het bestaan van de duivel zelf. Typisch is dat veel Atheïsten Christenen haten. Hoe kan men iets haten waarin men niet gelooft? Dat kan alleen als het niet geloven in feite een afwijzing vertegenwoordigt. Er bestaan echte Atheïsten en agnosten, ongetwijfeld, maar ik heb het duistere vermoeden dat velen hierin een comfortabel excuus vinden voor hun rebelse en ultra-opportunistische levenswijze in een alsmaar verhardend standpunt, want een weg die van God afwijkt zal steeds verder van God komen af te staan. Hoe kan iemand Satanist zijn en Atheïst tegelijk? Iemand kan Satanist zijn zonder ooit, zoals Marx, een handeltje met Satan te hebben gedreven. Het gaat niet om een geloof in Satan, of zelfs in God, maar om een manier van denken en levenshouding op een pad waarmee men zich steeds meer vereenzelvigt met het karakter van de omverwerper, aangedreven door de vier vectoren van woede, haat, jaloezie en angst, in een proces dat er tenslotte toe leidt dat men vol razernij verkeert ten opzichte van zijn naaste maar vooral de Bijbelse God, met aan het eind duivelse bezetenheid soms zonder dat het slachtoffer dat beseft. Indien niet bezeten in de klassieke term van het woord gaat het altijd gepaard met een uiterste vatbaarheid voor demonische aansturing. Omdat het hart zich moedwillig voor iedere vorm van liefde heeft afgesloten, is er geen remedie voor deze toestand, want het komt voort uit een een slecht ‘willen’ zijn. Compassie is uitgebannen, de medemens wordt in de woorden van Ann Barnhardt als een driedimen-sionele stripfiguur gezien, niet als iemand van vlees en bloed. Percy Shelley was zowel in zijn poëzie als in zijn sociale gezichtspunten radicaal. Hij heeft tijdens zijn leven geen roem geoogst, maar de erkenning nam na zijn overlijden gestaag toe. Alhoewel hij tijdens zijn leven een stroom poësie en proza produceerde, weigerden de meeste uitgevers en kranten zijn werk uit angst te worden gearresteerd op grond van godslastering en opruiing. Shelleys ideeën over de economie en moraliteit waren een voorloper van de maatschappijleer van Karl Marx en Friedrich Engels. Om-trent de invloed van Shelley op Marx is een uitstekend artikel verschenen van de hand van Kenneth Neill Cameron in The Wordsworth Circle (Vol. 10:2, 1979), getiteld “Shelley and Marx”. Shelleys godslasterlijke overtuiging komt naar voren in zijn “Lof-zang van Apollo” met de versregel: “Ik ben het oog waarmee het heelal zichzelf aan-schouwt en zich goddelijk kent.” Hier betekent goddelijk iets anders dan wat Christe-nen daaronder verstaan. Deze versregel krijgt veel lof toegezwaaid, maar of het die lof verdient is zeer de vraag. Pas negentien jaar oud werd Shelley door Oxford Universiteit

Page 17: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 17 -

geroyeerd nadat een door hem en zijn vriend geschreven vlugschrift wijd en zijd op de campus was verspreid waarin de noodzaak van het Atheïsme werd verkondigd. Atheïs-me is vanuit Shelleys standpunt niet slechts een comfortabele opvatting, het is de recht-vaardiging van de ratio tegenover het zogenaamde naïeve geloof. Shelley was de drij-vende kracht achter een hechte groep radicalen waaronder Mary’s vader William God-win. Godwin had een diepgaande invloed op Shelley, die zijn “Politieke Rechtvaardig-heid” vele malen gelezen heeft, een werk dat een prominente plaats inneemt als anar-chistisch en libertijns document. Frankenstein is het verhaal van een jonge wetenschapper die een grotesk intelligent wezen creëert via een wetenschappelijk experiment. Met het schepsel verwijst Mary naar de eerste mens in de Tuin van Eden, zoals uit haar schandalige openingszin blijkt op de omslag: “Heb ik U, Maker, gevraagd om van mij een mens te kneden? Heb ik U verzocht mij uit de duisternis te trekken?” Marys oorspronkelijke roman geeft geen precieze naam aan het monster. Als hij met zijn schepper Victor Frankenstein spreekt, zegt het monster: “Ik ben uw schepsel: ik zou uw Adam moeten zijn, maar ben eerder de gevallen engel die u zonder begane misdaad vreugde onthoudt.” Dit komt overeen met Lucifer in Paradise Lost. John Milton verwijst dikwijls naar God als ‘de Victor’ (overwinnaar), en Mary portretteert Victor als een beeld van God wiens kenmerk is dat Hij leven creëert. Opmerkelijk is dat Percys pseudoniem in zijn jeugd Victor was. Wat de naam Frankenstein betreft bestaan er een aantal precedenten alhoewel Mary zei dat zij die naam in een droom kreeg. Mary verhaalt dat Frankenstein zijn schepsel op zolder (de Hemel) construeert. Edoch, de schepper verafschuwt zijn creatie en vlucht er in ontzetting van weg. Beangstigd en onbekend met zijn eigen identiteit dwaalt het monster door de wildernis. Hij vindt een heenkomen naast een verafgelegen woninkje dat door een familie van vriendelijke boeren wordt bewoond. Als anderen naar het woninkje terugkeren zijn ze beangstigd en jagen hem weg. Op zijn daaropvolgende ronddwalingen wordt het schepsel door iedereen afgewezen. Op een gegeven moment ontdekt hij het dagboek van Frankenstein en na er kennis van te hebben genomen zweert hij wraak op zijn schepper die hem alleen heeft gelaten in een wereld waar iede-reen hem haat. Vanuit mijn perspectief volgt het verhaal de Darwiniaanse thematiek dat Gods schepping onvolmaakt is en dat, indien er een schepper is, Hij daarvoor moet worden gehaat. Het is het verhaal van de opstand van de mens tegen God, het is de boze opgeheven vuist tegen God. En wie was de eerste die zijn vuist hief ? Lucifer ! In een bijdrage uit 2017 van Ann M. N. Lande aan de Universiteit van Oslo, geeft zij een interpretatie van Paradise Lost door de ogen van Mary Shelley (A Reading of Paradise Lost through the eyes of Mary Shelley). Zij zegt:

«« Frankenstein vertelt dat het gelaat van het schepsel “bittere angst, samen met minachting en kwaadaardigheid” opriep, en hij noemt hem een duivel en een verachtelijk insect, en schreeuwt hem toe te vertrekken, waarbij hij vertelt dat hij weet dat het monster de moordenaar is [van zijn kleine broer William, beeld van Abel]. Het monster verwacht deze ontvangst omdat hij overal waar hij heengaat een dergelijke bejegening krijgt. (…) Het schepsel is [in de ogen van Victor] een moordenaar, en ongeacht de omstandigheden is het doden van een kind iets gruwelijks. Als zodanig is het vanzelfsprekend enige wrok jegens het monster te koestern, maar het lezen van de reactie en het gedrag van Victor Frankenstein ten aanzien van zijn eigen creatie maakt het moeilijk iemand anders dan Frankenstein [die God vertegenwoordigt] te haten. Hij is trots, hatelijk, ellendig en vertoont geen spijt voor [de creatie van] het monster; hij voelt zich eerder benadeeld door zijn schepsel en neemt geen verantwoordelijkheid voor wat zich heeft afgespeeld. (…) Mary’s Frankenstein is geen sympathiek personage, en misschien wordt hij ook niet verondersteld dat te zijn. Laten we nu de context in herinnering brengen en ons afvragen: wat vertelt ons het verhaal over Miltons God als Frankenstein zijn creatie mishandelt? Newlyn suggereert dat in vergelijking met Miltons God,

Page 18: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 18 -

Frankenstein een onverantwoordelijke schepper is en zijn overtredingen zijn zelfs nog erger. Toch hebben de gebeurtenissen waar Frankenstein zijn monster mishandelt impliciet een weerslag op Miltons God. De acties van Frankenstein als schepper getuigen dus tegen God in zijn behandeling van Satan, aangezien we Frankenstein lezen als een reactie op Paradise Lost. (…) Butler zegt dat het verhaal van het schepsel de essentie van het verhaal vormt en Joyce Carol Oates is het ermee eens dat de meeste lezers zich met het schepsel identificeren. Het verhaal van het schepsel begint in de nacht van het experiment als hij tot leven wordt gebracht, en Newlyn suggereert dat zo bezien dit Frankenstein tot “een verwarde, deels onsympathieke en volledig tirannieke God maakt”. Mary ziet Miltons God als een schepper die niet om zijn schepsels geeft, zolang ze zich maar aan zijn regels houden. Als ze dat niet doen, zoals Satan, zullen ze worden gestraft, net als het schepsel dat simpelweg wordt gestraft door ‘levend’ te zijn. »»

6 – Nietzsche, Heidegger en Sartre Friedrich Nietzsche had een voorvoelend inzicht. Hij onderstreepte dat het Christelijke geloofssysteem de morele fundering van de Westerse wereld was en dat de vernieti-ging daarvan als vrucht van het rationalistische denken, wat hij de dood van God noemde, als vanzelf tot de opkomst van het nihilisme zou leiden of immoralisme, c.q. het gebrek aan reële waarden. In de tijd dat hij het Christendom nog goed genegen was, was hij bezorgd over de negatieve gevolgen van het Atheïsme op onze samenleving. Kenmerkend is Nietzsches alsmaar groeiende verzet tegen het Christendom. Dat ging gepaard met een toenemende geestelijke zwakte, neurotische problemen en op latere leeftijd de totale krankzinnigheid als gevolg, zoals nu door Nietzsche-kenners erkend, van een zich langzaam ontwikkelende hersentumor. Nietzsches Übermensch was wel-beschouwd een transcendente grootheid, een surrogaatgod. Ook verraden zijn geschrif-ten een sterke hang naar extase, wat we als een vorm van occulte bezetenheid mogen zien, hetgeen door drugsgebruik bevorderd werd. De voortdurende roes waarin hij verkeerde verklaart ook zijn aanvankelijk enthousiasme voor de weltfremde muziek-drama’s van Wagner alhoewel hij tegen de ascetische tendenzen in diens latere werken verzet aantekende. In 2019 kwam Uitgeverij Maatkamp met een vertaling van het boek van Professor Richard Weikart: “De Dood van de Mensheid en een Pleidooi voor het Leven”. In het hoofdstuk over het existentialisme en postmodernisme wordt het nihilistisch denken van Friedrich Nietzsche (1844-1900) en Martin Heidegger (1889-1976) tentoon-gespreid alsook van Jean-Paul Sartre (1905-1980). Hun abjecte filosofieën zijn thans gemeengoed geworden en vormen een voortzetting van het godslasterlijke denken van een John Milton, en Mary Shelley-Godwin en kompanen. Deze mens- en godhatende opstelling mogen we terecht Satanisch noemen volgens de zojuist omschreven definitie (de hiaten in de tekst zijn niet weergegeven, noch literatuurverwijzingen) :

«« Toen Nietzsche de doodsklok voor God luidde, kondigde hij ook het einde aan van het Christelijke mensbeeld. Hij verachtte het Christelijk geloof dat mensen een ziel hebben en riep zijn tijdgenoten op om “trouw te blijven aan de aarde, en hen niet te geloven die spreken over de hoop op een andere wereld!” Ondanks zijn tegenstrijdige gedachten over de wetenschap in het algemeen en Darwins theorie van natuurlijke selectie in het bijzonder, geloofde hij in de dierlijke afstamming van de mens. Dat betekende dat mensen geen wezens waren die speciaal geschapen zijn naar Gods beeld. Veeleer dragen wij nog steeds het stempel van onze dierlijke voorouders. Nietzsche legde uit: “U hebt de weg van worm naar mens afgelegd, en veel in u is nog steeds worm. Eens was u een aap en zelfs nú is de mens nog steeds meer aap dan andere [echte] apen.” Volgens Nietzsche bewees Darwin dat mensen slechts “natuurlijke wezens” zijn die hun

Page 19: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 19 -

huidige niveau niet bereikten door anderen als gelijken te behandelen maar door het principe van het “recht van de sterkste” te gebruiken. Als mensen biologisch ongelijk zijn, zo redeneerde Nietzsche, moeten sommige mensen waardevoller zijn dan anderen.

Nietzsche stond er niet alleen op dat sommige superieure wezens [elders de Übermensch genoemd] waardevoller zijn dan het gepeupel, maar hij keurde zelfs slavernij en andere vormen van onderdrukking goed. Nietzsche had niets dan minachting voor sentimentele wereldverbeteraars die menselijke gelijkwaardig-heid predikten en naar de afschaffing van slavernij streefden. Nietzscheaanse aristocraten moesten genieten van hun vermogen anderen uit te buiten. Hij legde uit: “Het essentiële kenmerk van een goede en gezonde aristocratie is echter dat zij met een goed geweten het opofferen van ontelbare mensen accepteert die ten behoeve van de aristocratie zelf in aantal teruggebracht moeten worden en verlaagd tot incomplete mensen, tot slaven, tot instrumenten.”

Nietzsche verwierp met grote minachting het Christelijk geloof met haar benadrukking van liefde, barmhartigheid en nederigheid. Met klem veroordeelde hij “haar bespottelijke slavenmoraal of zelfs kuddemoraal”. Hij wees Christenen af als ziekelijke zwakkelingen die hun levensafwijzende en decadente principes aan alle anderen willen opleggen. “Uitbuiting of exploitatie is simpelweg wat het leven is, wat het betekent om te leven. Het heeft geen zin daarover te moraliseren. Het is een gevolg van de wil tot macht die immers de wil tot leven is.”

In “De Genealogie van de Moraal” verwierp Nietzsche alle moraal: “Spreken over goed en kwaad per se, is volkomen zinloos.” Terwijl hij beweerde dat hij moraal als iets belachelijks afwees keerde hij de moraal vaak om en noemde hij het goede kwaad en het kwade goed. “Het mededogen houdt in stand wat rijp is voor de vernietiging en is de verschoppelingen en veroordeelden gunstig gezind.”

Nietzsche gaf niet slechts een klein deel van de mensheid prijs aan de dood en de vernietiging. In zijn ogen was het overgrote deel van de mensheid waardeloos. Hij bevestigde dit in “De Genealogie van de Moraal” waarin hij schreef: “Het opofferen van het merendeel der mensheid ten gunste van [het ontstaan van] een enkel sterker mensenras zou je zeker vooruitgang kunnen noemen.” Rond die tijd schreef hij ook: “De grote meerderheid van de mensen heeft geen recht op bestaan; zij vormt het onheil voor de hogere mensen.” De grote massa van de mensheid was in zijn ogen niets meer dan afval, rijp voor de vuilnisbelt.

In “De Wil tot Macht” schreef Nietzsche dat het in de toekomst belangrijk zou zijn om “die immense energie van grootsheid te verkrijgen om de mens van de toekomst te vormen door verwekking / voortplanting en ook door miljoenen mislukkelingen te vernietigen zonder te gronde te gaan aan het lijden dat men daardoor veroorzaakt; niets van dien aard heeft ooit bestaan!” Nietzsche was nog duidelijker in “Afgodenschemering” waarin hij de geprezen vrijheid definieerde als het vermogen anderen te vernietigen.

In overeenstemming met zijn ‘leven voor de weinigen van de aristocratie’ en zijn ‘dood aan de massa’, verheerlijkte Nietzsche zelfmoord en infanticide als nobele daden. In “Aldus sprak Zarathoestra” moedigde hij zijn lezers aan om zelfmoord te plegen op een zelfgekozen moment in plaats van te sterven wanneer zij door de dood zelf bezocht worden. Hij klaagde dat er veel te veel mensen zijn die te lang aan het leven hechten en zag dat als “een verkeerd besluit”, en hij adviseerde artsen om de zieken te ontmoedigen verder te leven. De nieuwe verantwoordelijkheid van de Nietzscheaanse arts “eist van hem dat hij op de meest onattente wijze het degenererende leven verdrukt en terzijde schuift – bijvoorbeeld met betrekking tot het recht op voortplanting, het recht om geboren te worden, het recht om te leven.”

Door het ontkennen van de menselijke gelijkwaardigheid en mensenrechten, en door zijn onderwaardering, ja zelfs de denigratie van het leven van het

Page 20: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 20 -

overgrote deel der mensheid, is Nietzsches filosofie in werkelijkheid een liefdeloze, wanhopige filosofie van dood, wreedheid en onderdrukking. »»

Zarathoestra of Zoroaster was de stichter van de oudste thans gepraktiseerde gods-dienst ter wereld, het Zoroasterianisme genoemd, dat veel elementen heeft geïncor-poreerd die ontleend zijn aan de latere wereldgodsdiensten. Zoroaster heeft de functie van de Bijbelse Mozes op wie wordt neergekeken met zijn ‘kleingeestige’ Tien Gebo-den. We mogen stellen dat hij de Mozes van het heidendom is. Goed en kwaad zijn in het Zoroasterianisme door God gecreëerd. Hierin is zowel het kwade als het goede ‘goed’. Het Christelijke begrip van ‘zonde’ heeft hiermee afgedaan. Het is louter een kwestie voorkeur. “Voor elk wat wils” kan men zeggen voor het Zoroasterianisme. Zarathoestra was eindelijk iemand die iets van de moraal begreep!, zo vond Nietzsche. Heel wat Duitse soldaten hadden het door het leger gegeven “Also Sprach Zarathustra” bij zich toen ze als kanonvoer het leven lieten. De Indiase goeroe Bhagwan, die in de 1970er jaren in het Westen furore maakte, was vol lof over dit vreselijke boek en heeft er twee lijvige commentaren over geschreven. In een uitstekend artikel in The New Yorker over Nietzsche van de hand van Claudia Pierpont, luiden de eerste zinnen: 17)

«« Tijdens de herfst van 1888 liet een trotse Friedrich Nietzsche een bewonderaar weten dat hij “een meedogenloze aanval op de gekruisigde Christus” had voltooid. Zijn lange ervaring als soldaat en psycholoog hadden hem geleerd, zo zei hij, dat nu de tijd was gekomen voor het zware geschut. “Ik bezweer je”, voegde hij toe: “we zullen de hele wereld laten stuiptrekken. Mij is het lot [dit te doen].” De fragiele auteur van deze verschrikkelijke voorspelling stortte enkele weken later op straat in toen hij in Turijn verbleef, nadat hij zijn armen om een koetspaard had geworpen om te voorkomen dat het arme beest geslagen werd. Hij werd naar zijn hotel teruggebracht waar hij zinloos begon te schreeuwen en zingen; hij is nooit meer bij zinnen gekomen. Van de elf boeken, die Nietzsche voor dit abrupte einde had uitgegeven, toen hij op de leeftijd van 44 was, waren nauwelijks meer dan totaal 500 exemplaren verkocht. Hij bleef nog meer dan tien jaar leven, met een lege blik in zijn ogen en zwijgend, totaal onbewust van het lezerspubliek dat zich begon uit te spreiden als vuur langs het kruitpad dat hij van boek tot boek had uitgelegd. Toen de wereldstuiptrekkingen zich in 1914 begonnen te manifesteren werden zijn boeken als de impuls gezien voor wat een Engelse boekverkoper de “Euro-Nietzscheaanse oorlog” noemde, wat niet alleen op het uitbreken van de oorlog sloeg maar ook op de schokkende brutaliteit waarmee het bedreven werd. De Oostenrijkse aartshertog werd door jonge Servische militanten vermoord die Nietzscheaanse slogans uitkraamden ter ondersteuning van hun nationale ‘Wille zur Macht’. Kopieën van “Also Sprach Zarathustra”, Nietzsches beroemdste werk, werden in een robuste militaire uitgave aan de Duitse troepen verstrekt en naast de Bijbel in hun rugzakken vervoerd, die het had moeten vervangen. »»

Twee van Nietzsches bekendste volgelingen illustreren de afdaling in de onmenselijk-heid: Heidegger en diens volgeling Sartre:

«« Heidegger was een van de invloedrijkste filosofen van de twintigste eeuw, en was een enthousiaste aanhanger van Hitler, vooral in de beginjaren van zijn regime. Sartre stuurde het existentialisme in een andere politieke richting: absoluut anti-nazistisch en anti-fascistisch. Maar terwijl hij de wereldbeschouwing van de nazi’s en Hitlers wreedheden hard aanviel, werd hij een verdediger van Stalin, Mao en andere communistische leiders, die collectief zelfs nog meer mensen hebben vermoord dan het aantal dat onder Hitlers bewind werd vermoord.

17) “After God”, van Claudia Pierpont, 31 maart/8 april 2002 # The New Yorker.

Page 21: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 21 -

In 1937 schreef Heidegger dat wij geen toegang hebben tot een “objectieve, universeel verbindende kennis of kracht”. Zoals filosofe Yvonne Sherratt zei over Heideggers standpunt: “Moraliteit, mensenrechten, medelijden, dat waren afgedane ideeën. Zij moeten uit de filosofie gebannen worden opdat Duitsland niet verzwakt wordt.”

Sartre vertoonde dezelfde soort ongevoeligheid als Heidegger voor de slachtoffers van zijn politieke bondgenoten, de communisten. Het is ironisch dat zijn radicale politieke overtuigingen bewezen dat hij begaan was met de verdrukten en kansarmen, maar alleen zij die verdrukt werden door de ‘bourgeois’ Westerse samenlevingen, vooral de Verenigde Staten. Hij bekritiseerde de Verenigde Staten en zijn bondgenoten openlijk voor de oorlog in Vietnam omdat hij ervan overtuigd was dat zij daar genocide pleegden. Maar hij werd in 1952 lid van de Franse communistische partij toen Stalin nog aan de macht was in de Sovjetunie. Hij was op de hoogte van Stalins terreur maar in plaats van die te veroordelen, was hij er eigenlijk wel blij mee en beweerde dat het doel de middelen heiligt. Hij gaf wel aan dat hij twijfels had over Mao’s culturele revolutie omdat hij die niet begreep, maar voegde eraan toe: “Niet dat ik er ook maar enigszins op tegen ben.” De ontelbare slachtoffers van het communisme konden niet op zijn sympathie rekenen.

Het is alom bekend dat Sartre het leven absurd vond. Dat blijkt zowel uit zijn filosofische als literaire werken. Voor hem was “existentialisme niet meer dan een poging om alle gevolgen van een samenhangend Atheïstisch standpunt te accepteren.” Zonder God is er geen leidend principe of iets dat zin geeft aan het leven, dus we moeten maar gewoon de realiteit onder ogen zien en zonder transcendent doel leren leven. Sartre vond dat heel bevrijdend omdat dit een geweldige kans bood ons eigen doel te creëren in een uiteindelijk doelloze wereld. Hij stelde de belangrijke vraag: “Iedereen moet zelf zijn eigen betekenis creëren, maar als wijzelf betekenisloos zijn hoe kunnen wij dan betekenis creëren?”

Sartre debiteerde: “Dostojevski schreef eens dat als God niet bestaat alles geoorloofd is. Dit nu is voor het existentialisme het uitgangspunt. Alles is inderdaad geoorloofd als God niet bestaat, en als gevolg daarvan voelt de mens zich verloren want hij kan niets in of buiten zichzelf vinden waarop hij kan steunen.” Sartre schreef ook: “Ik vind het vreselijk dat het is zoals het is, maar als we God de Vader terzijde geschoven hebben moet er iemand zijn die onze waarden bedenkt. Je moet de dingen nemen zoals ze zijn. Bovendien is het zo dat als we zeggen dat we waarden uitvinden, dit niets anders betekent dan dit: het leven is a priori betekenisloos.” »»

Het is door deze perverse manier van denken, waarmee de mens van zijn uniciteit en waardigheid wordt ontdaan, dat ik voor het existentialisme eerder de term nihilisme wil gebruiken, want dan vertegenwoordigt het ook het nefaste denken van zulke kwalijke lieden als John Milton en consorten. Mijn verhandeling tracht een dieper inzicht te geven in de ontwikkelingen die tot onze huidige maatschappij heb geleid met uit-wassen zoals abortus, genetische manipulatie (waarbij men er niet voor terugsdeinst om een hagedisgen in het menselijk genoom in te brengen), de LGBT beweging, de vroegseksualisering, transgenderisme, de euthanasiebeweging, het willen creëren van een superrobot die de mens overtreft, het farmaceutische complex, en ten slotte de steeds sterker wordende dictatoriale tendens om alles te controleren en censureren, waarmee mensen tot automata worden gedegradeerd,18) en dat alles ten dienste van de zo hoog bezongen heilstaat.

18) Het steeds verder inpalmen van onze rechten en vrijheden evolueert met kleine stapjes totdat een mens haast onmerkbaar ertoe wordt gebracht zijn ziel aan het rijk van Satan af te staan, waarmede Christus’ Kruisoffer voorgoed wordt afgewezen.

Page 22: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 22 -

.APPENDIX 1.

Hij die het Heelal schiep, deed dat Volmaakt Dat Charles Darwin de natuur in bepaalde gevallen als wreed opvatte 19) en niet passend bij een scheppergod is niet geheel zonder grond, maar in het begin van de schepping was dat anders, want toen was goed. Hoe deze discrepantie te verklaren? De schepping, het totale universum, blijkt één familie te zijn en van hetzelfde maaksel. Als wij goed doen voor onze omgeving doen wij goed voor onszelf en als wij kwaad doen zal het in de mate van het kwaad terugslaan. Ik geloof dat wat wij, die aan het hoofd van de Schepping staan, ten aanzien van onze eigen soort doen ook elders effect sorteert en het gehele maaksel beïnvloedt. Dit zou de ontluistering van de natuur kunnen verklaren als afspiegeling van de ontluistering van de mense-lijke conditie. Het zou een trieste affaire zijn als de fout bij ons mensen ligt, als wij de eerste verantwoordelijken zijn. De natuur is dikwijls wreed en vijandig, een gegeven waar wij zo aan gewend zijn geraakt dat het onafwendbaar en logisch lijkt. De natuur is zelfs wreed voor zijn eigen soort. Om een voorbeeld te noemen: brute aanranding vormt voor wilde eenden zo’n vanzelfsprekend paringsgedrag dat een onbewaakt vrouwtje net zo lang door een bende kan worden verkracht tot zij verdrinkt. Professor George Williams schijnt gezegd te hebben dat de natuur heel duidelijk grof immoreel is. Reeds in 1893 suggereerde Thomas Huxley tijdens een lezing op Oxford Universiteit dat de kosmos voor het tribunaal der ethiek waar-schijnlijk veroordeeld zou worden. In feite klaagt Huxley hier God aan in de traditie van het monster van Frankenstein dat met gebalde vuist zijn Schepper ver-vloekt. Een veel betere benadering vinden we bij van Laurens van der Post die in het kader van de menselijke geschiedenis schreef dat voor hem een van de meest zinvolle en indrukwekkendste uitingen van pure religie in de waarneming gelegen ligt dat “God de Schepper iets van zijn autoriteit in de scheppingsdaad zelf heeft overgedragen en zich daarbij niet boven maar vrijelijk ondergeschikt heeft ge-maakt aan zijn eigen verordeningen”.20) Het zij vermeld dat in het Duizendjarig Vrederijk óók de natuur helemaal zal zijn hersteld volgens het beeld van de Profeet Jesaja:

«« Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; de koe en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen zich tezamen nederleggen, en de leeuw zal gras eten als het rund; dan zal een zuigeling bij het hol van een adder spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind zijn hand uitstrekken. Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des Heren, zoals de wateren de bodem der zee bedekken. En het zal te dien dage geschieden, dat de volken ‘de wortel van Isaï’ (Jezus de Messias) zullen zoeken, die zal staan als een banier der natiën, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn. »» (Jes. 11:6-10)

19) Darwins voorbeeld van de ichneumonidæ, in zijn brief aan Asa Gray, die zichzelf binnenin het lichaam van de rups voeden, vind ik niet getuigen van de ‘wreedheid’ van Gods schepping net zomin als een lintworm die zich in de darmen van een mens voedt. 20) “Jung and the Story of our Time” by Laurens van der Post - Pantheon Books # 1975. Quote: “God, the Creator, has surrendered some of his authority in the very act of creation, and had set Himself not above, but freely subject to his own ordinances.”

Page 23: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 23 -

.APPENDIX 2.

Darwin krijgt eigenlijk dan toch gelijk… Michaël Dekee, 5 juni 2018 op het Katholiekforum.net

Wat velen niet weten, is dat Darwin in zijn boek “On the Origin of Species” (Over het onstaan der soorten) enkele hoofdstukken heeft gewijd aan mogelijke fouten en elementen die zijn theorie zouden kunnen doen wankelen. Op een gegeven moment suggereert Darwin (in hfst. V) zelfs het bestaan van een Schepper die evolutie zou sturen, omdat bepaalde organen zoals het oog zo complex zijn dat er meer nodig is dan gewoon ‘natuurlijke selectie’ om zo’n complexiteit te bereiken. Het is dan ook aan weinigen bekend dat Darwin ooit Christen was en vervolgens een agnost werd, en geen Atheïst. Darwin schrijft in hoofdstuk X over het probleem van het ontbrekend fossiel bewijs:

«« In het zesde hoofdstuk gaf ik een opsomming van de voornaamste tegenwerpingen, die men ten opzichte van de leer welke in dit boek wordt verkondigd, met recht zou kunnen maken. De meesten daarvan zijn nu besproken. Er is nog een grote moeilijkheid, namelijk het onderscheid der soortvormen en het niet bestaan van schakels, die die vormen als het ware met elkander verbinden. Ik gaf de reden op waarom zulke schakels heden ten dage gewoonlijk niet voorkomen, onder omstandigheden die evenwel schijnbaar hoogst gunstig zijn voor hun bestaan, namelijk binnen een samenhangend groot habitat met trapsgewijs in elkaar overgaande bestaanscondities. Ik probeerde te bewijzen dat het leven van elke soort eerder afhangt van de aanwezigheid van andere reeds bepaalde bewerktuigde vormen, dan van het klimaat; en derhalve dat de wezenlijk regerende levensvoorwaarden niet trapsgewijs en onmerkbaar in elkaar overgaan, zoals de warmte of de vochtigheid. Ik probeerde ook te bewijzen dat tussenrassen, terwijl zij kleiner in getal zijn dan de vormen die zij verbinden, over het algemeen verdrukt zullen worden in de strijd om het bestaan en worden uitgeroeid tijdens de evolutie van steeds verdere wijzigingen en verbeteringen. De hoofdoorzaak evenwel waarom er tegenwoordig niet overal in de natuur tussenvormen worden aangetroffen, ligt in de werking van de natuurlijke selectie, die telkens nieuwe rassen op de plaatsen van hun uitgestorven moederrassen doet innemen. Maar juist omdat die uitroeiing van vormen op zo’n ontzaglijk grote schaal heeft plaatsgevonden, moet het getal der tussenvormen die in vorige tijden op aarde bestaan hebben, inderdaad onuitsprekelijk groot zijn. Waarom is elke geologische vorming, waarom is elke laag van een vorming dan niet opgevuld met zulke tussenvormen? Waarlijk, de geologie vertoont ons geenszins zulk een onafgebroken aaneengeschakelde keten van bewerktuigde wezens, en dit is misschien de belangrijkste en ernstigste tegenwerping die er ten opzichte van mijn leer gemaakt kan worden. De verklaring hiervan ligt, naar ik meen, in de grote onvolledigheid in de geologische geschiedenis. Volgens de leer van de natuurlijke selectie zijn alle levende soorten met de oudersoorten van elk geslacht verbonden geweest door verschillen, niet groter dan die wij in onze tegenwoordige tijd zien tussen rassen van dezelfde soort. Die oudersoorten, die tegenwoordig meestal zijn uitgestorven, waren op hun beurt verbonden met nog oudere soorten, en zo steeds verder terug, altijd terugvoerend naar de algemene stamvader van elke grote klasse. Derhalve moet het getal van tussen- en overgangsvormen tussen alle levende en uitgestorven soorten onvoorstelbaar groot zijn geweest, en dienen ze zeker, als mijn leer waar is, op deze aarde te hebben geleefd. »»

Page 24: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 24 -

Darwin voorspelde dat deze tussenvormen in de [toen] nabije toekomst wel gevonden zouden worden. Het probleem is dat ze tot op de dag van vandaag nog steeds niet gevonden zijn. Er zijn voor vleermuizen meer dan duizend fossielen bekend, maar geen enkele mogelijke voorouder. Hetzelfde geldt voor tal van andere diergroepen: trilobieten, dinosauriërs, pterosauriërs, zeeroofdieren (vinpotigen), etc, etc… Er worden trapsgewijze evolutieschema’s getekend, maar tussen die trappen is geen enkele mogelijke ‘voorouder’ bekend. En bij de groepen waar ze wel voorouders hebben gevonden zijn er heel wat onoverkomelijke problemen met die zogenaamde ‘voorouders’. Verder schrijft Darwin:

«« De plotselinge wijze waarop gehele groepen van wezens soms opeens in zekere vorming verschijnen is door verschillende paleontologen – door Agassiz, door Pictet, en door niemand met meer kracht dan door Professor Sedgwick – gebruikt als een noodlottige tegenwerping voor het geloof in de veranderlijkheid en het in elkaar overgaan van de soorten. Als het waar is dat een aantal soorten, die tot hetzelfde geslacht of dezelfde familie behoren, ineens [op bepaalde punten in onze lange voorgeschiedenis] als het ware een inval in de wereld gedaan hebben, zou dat feit waarlijk noodlottig zijn voor de leer van afkomst met graduele wijzigingen dankzij de natuurlijke selectie. (…) Het feit dat de paleontologen gewoonlijk het meest benadrukken in de verdediging van het plotseling verschijnen van een grote groep soorten, is de ontdekking in zeer laag in de krijtgroep voorkomende benige vissen, de teleostei. Die groep bevat veruit de meeste van onze hedendaagse soorten. In de laatste tijd heeft professor Pictet bewezen dat ze zelfs nog iets eerder reeds bestonden, en enige paleontologen geloven dat zekere veel oudere vissen, die tot heden nog onvolkomen bekend zijn, werkelijk benige vissen waren. Aannemend evenwel, zoals Agassiz meent, dat de benige vissen in het begin van de krijtperiode verschenen zijn, zou dat feit wellicht hoogst merkwaardig zijn; doch ik kan niet inzien dat zoiets een onoverkomelijk bezwaar voor mijn leer betekent, tenzij het tevens bewezen kan worden dat de soorten van deze groep plotseling en terzelfder tijd over de gehele wereld in dat tijdperk verschenen zijn. »»

En dan wordt het almaar straffer:

«« Er is nog één en wel een veel groter bezwaar. Ik bedoel de wijze waarop vele soorten van dezelfde groep plotseling in de oudste bekende fossielenvoerende lagen tevoorschijn komen. De meeste redenen, die mij overtuigd hebben dat alle bestaande soorten van dezelfde groep afkomstig zijn van één stamvader, zijn met bijna dezelfde kracht op de oudste soorten van toepassing. Zo kan ik bijvoorbeeld er niet aan twijfelen dat alle silurische trilobieten afstammen van een schaaldier dat lang voor het silurische tijdperk geleefd moet hebben, en dat waarschijnlijk grotendeels van enig bekend dier verschilde. Enkele der oudste silurische dieren, zoals de nautilus, de lingula en andere, verschillen niet veel van de levende soorten. Volgens mijn leer kan niet verondersteld worden dat die oude soorten de stamsoorten waren van alle soorten van de orde waartoe zij behoren, want zij vertonen geen kenmerken die min of meer het midden houden tussen de bestaande en de oudere. Bovendien is het zo dat als ze de stamouders van die orden waren geweest, ze bijna zeker reeds lang geleden door haar talrijke en verbeterde afstammelingen verdrongen en uitgeroeid zouden zijn. »»

Het probleem is dat ze tot op de dag van vandaag nog altijd bestaan, en geen millimeter verschil tonen met ‘honderden miljoenen jaren oude’ fossielen. En gaat hij verder:

«« Bijgevolg kan als mijn leer waar is niet worden betwist dat er, voordat de oudste silurische laag werd afgezet, lange perioden verlopen zijn, zo lang als, of misschien nog veel langer dan de gehele tijd van het silurische tijdvak tot op de

Page 25: Atheïsme - Teken.v21...Het Atheïsme - Teken van deze Tijd Het unieke van onze tijd is het alomtegenwoordige Atheïsme of in zijn mildere vorm, het agnosticisme. In dat laatste wordt

- 25 -

huidige dag; en dat gedurende die ontzaglijk lange, maar volkomen onbekende perioden de wereld van levende schepselen krioelde. Op de vraag waarom wij geen overblijfselen van die grote lang vervlogen perioden vinden, kan ik geen afdoend antwoord geven. »»

Hij kan het niet uitleggen! Waarna Darwins meest frappante opmerking volgt: «« Tot op heden moet dus deze vraag onopgelost blijven, en mag ze inderdaad gebruikt worden als een krachtig bezwaar tegen de leer die in dit boek wordt verkondigd. »»

Deze vraag is tot op heden nog altijd onopgelost! Zelfs de ‘voorouders’ van de fos-sielen uit de “Cambrische Explosie” zijn tot op heden nog niet gevonden! Dus Darwin krijgt dan toch gelijk: zijn leer valt letterlijk in elkaar, juist omdat deze problemen na 160 jaar nog steeds niet van de baan zijn! Maar uiteraard niet alleen daarom…

Een speculatieve oplossing voor de problemen waarmee Darwin worstelde, daartoe geïnspireerd door M. Villagrassa (2004), wil Hubert Luns aanreiken:

Darwin wijst op de plotselinge wijze waarop gehele groepen van nieuwe levens-vormen tevoorschijn komen. Een dergelijk ontstaan, zoals bij de Cambrische explo-sie, hoe anders dan via een vooraf bepaald traject? We kunnen in de geologische strata – die nog steeds niet correct zijn afgebakend – een opgaande complexiteit van levensvormen waarnemen. Dit vooraf bepaalde traject impliceert dat organis-men zich aan hun omgeving aanpassen middels een pre-organisatievorm. Een gewaagde theorie is dat dit gebeurt via intragenomische controle (het ge-noom bepaalt de overdracht van erfelijke eigenschappen), waarvan de tot dusver onontdekte commando- en informatiecentra zich aan de uiteinden van een aantal chromosomen bevinden. Deze centra, die worden gelezen door de ziel (die de grote organisator van het leven is), hebben de informatie die overeenkomt met elk soort biotoop, bestaand of nog niet bestaand. Reagerend op een nieuwe biotoop bieden deze centra de selectiecriteria aan waarmee de potentiële ontwikkeling van het organisme wordt verkend – niet via evolutie maar met grote stappen. Het is duidelijk dat een vlieg geen olifant kan voortbrengen alhoewel het de blauwdruk daartoe bezit. Onder druk van steeds wijzigende biotopen ontstaan al-dus steeds hoger voortschreidende organismen die ‘uit voorraad’ leverbaar zijn, zodanig dat uit een beperkt scala van mogelijkheden gekozen wordt. Als die voor de soort een grote stap vertegenwoordigt is een nieuwe soort ontstaan (daar zijn wel een mannetje en een vrouwtje voor nodig), die genetisch incompatibel zal zijn geworden met zijn voorganger. Het voorgaande betekent dat de aanpassingen zelf niet aan toeval worden overgelaten, slechts de keuze van de soort is willekeurig vanuit een beperkt aantal geboden mogelijkheden. Quantummechanische voorprogrammering in de elektronische banen zou de code-ring voor een onvoorstelbaar aantal levensvormen kunnen geven. Dat programma-boek is altijd al gedragen door elk leven in elke cel. Opgemerkt moet worden dat de baansnelheid van het elektron zo snel is dat in minder dan twee seconden een on-voorstelbaar aantal soorten kan worden geprogrammeerd, echt onvoorstelbaar om-dat reeds het menselijke genoom uit een aantal data bestaat gelijk aan 35 miljoen uur high-definition film, en dan gaat het slechts om één genoom. Als we elk kwartiel van de omgang van het elektron (het springt, geen continue beweging) definiëren als een van de vier letters die de genetische code schrijven, dan zou dit een mechanisme zijn dat alle beschikbare levensvormen omvat vanaf het scheppingsmoment toen alle voorbije en toekomstige momenten, of universa, in een oogwenk in het aanschijn werden geroepen.