bndr december 2010 + onderwijsbijlage

40
‘Inspiratie opdoen in het buitenland’ Thema: mineralenbeleid December 2010 Diversiteit nodig in de grond EXTRA: katern agrarische opleidingen

Upload: ellen-van-den-manacker

Post on 25-Mar-2016

218 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

Hét blad voor jonge boeren en tuinders! | Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt | NAJK | Diversiteit nodig in de grond | BNDR | December 2010 | Onderwijsbijlage

TRANSCRIPT

‘Inspiratie opdoen in het buitenland’Thema: mineralenbeleidDecember 2010 „ Diversiteit nodig in de grond

Extra:katern agrarische

opleidingen

Omdat ook uw melkeiwit-gehalte omhoog gaatonze kennis > advies op maat > beter voer > optimale bedrijfsvoering > meer melkeiwit

Uw melkeiwitgehalte gaat

omhoog als u voert van de

nummer 1 in melkeiwit. Dat

belooft Cehave Landbouwbelang.

We zijn niet de enige die meer

melkeiwit belooft. Maar wij zijn

wel de enige die het voor haar

klanten waarmaakt. Melkvee -

houders die al naar ons

overstapten, leveren het bewijs.

Het afgelopen jaar gingen vele

collega’s u voor. Bij hen steeg het

melkeiwit-gehalte in vier maanden

tijd met gemiddeld 0,07 procent.

Bij een jaarleverantie van 750.000

kilogram betekent dat extra

inkomsten van ongeveer € 3.700,-.

Wilt u ook meer inkomen door

een hoger melkeiwitgehalte?

Bel dan 0900 560 60 60.

www.nr1inmelkeiwit.nl

> beter voeren

Nr1 Melkeiwit_adv 215x285 29-11-10 14:23 Pagina 1

ÍMineralen: probleem of oplossing?Dat we een beroep hebben waarbij we afhan-kelijk zijn van de omstandigheden, is deze herfst wel duidelijk geworden. De oogst-werkzaamheden gingen niet vanzelf. Hoe frustrerend ook, het hoort er bij. Acceptatie hiervoor zit in onze genen. Volgend jaar begin-nen gewoon opnieuw. Dat opnieuw beginnen betekent secuur berekenen hoeveel, wat en wanneer er komend seizoen bemest kan wor-den. Nieuwe normen geven steeds minder ruimte voor het aanwenden van (kunst)mest. Na een jaar als dit, merken we volgend seizoen dat de ruimte voor reparatie van de bodem er niet meer is. Daarmee structuur- en bodembe-derf steeds duidelijker zichtbaar worden.Wat opvalt is de imagoverandering in het mestbeleid: het is namelijk nu mineralenbeleid geworden. Heel subtiel, maar wel wezenlijk voor de benadering van oplossingen. We zien dat fos-faatvoorraden niet eeuwig zijn en dat bodems verarmen. Aan de andere kant worden er hogere gewasopbrengsten gehaald en gevraagd.Stikstof en fosfaat komen in veel productvarian-ten voor. Beleidshalve is N en P uit rundveemest anders dan die uit varkens- of kippenmest en ook digistaat. N uit kunstmest is weer anders dan die uit drijfmest. Wat ons betreft gaat deze benade-ring van tafel en moet er meer ruimte komen als we in staat zijn duidelijk aan te tonen wat we nog specifieker toepassen aan mineralen.Variatie is daarom funest voor de afzet en toepassing van dierlijke mest in een vorm die gaat lijken op kunstmest. Binnen het mine-ralenbeleid kunnen alle sectoren verdienen aan systemen als mestraffinage, vergisting en scheiding als de uitkomst van deze mineralen aangemerkt kunnen worden als kunstmest. Gebruik NAJK en ons discussiestuk om samen vraag en aanbod beter in beeld te brengen. We moeten met elkaar laten zien dat we gaan voor oplossingen. Des te minder zal er vanuit de overheid ingegrepen worden met beleids-maatregelen die kaders bepalen, maar geen oplossingen bieden.

Wilco de Jong, voorzitter NAJK

BNDR december 2010 „3

„In dIt dEcEmbErnummEr

Congres NAJK 10

Mineralenbeleid 4

Bioboer Krispijn van den Dries over mineralenbeleid 25

Í

ÍRemmen met gassen bij CAH „ 7NAJK in het nieuws „ 8Foto impressie NAJK congres „ 12In het hooi met… Goof Lukken „ 13Gerts passie voor eigen teelt, reportage „ 14Bedrijfsovername „ 17NAJK internationaal, GLB „ 18Oud & Nieuw, Familie ten Hove uit Mariënheem „ 20NK Veebeoordelen „ 22Alfa accountants over mineralenbeleid „ 26Eindejaartips „ 27 Strip en Sudokoe „ 29Uit alle hoeken met voorzitter Tuinbouw Jongeren „ 30

colofon BNDR wordt uitgegeven onder verantwoordelijkheid van Nederlands Agrarisch Jon-

geren Kontakt en verschijnt vijf keer per jaar. Abonnementen op BNDR kosten 18 euro en lopen

per kalenderjaar. Opzegging voor 1 december. Het blad is gratis voor NAJK-leden. Losse nummers

zijn verkrijgbaar door storting van 5 euro op bankrekening 36.92.01.353 t.n.v. PJS te Utrecht,

onder vermelding van het gewenste nummer van BNDR. Artikelen of illustraties kunnen alleen

na overleg met de redactie worden overgenomen. Vragen of opmerkingen over de adressering?

Neem contact op met één van de onderstaande organisaties: Provinciale aJK’s: Friesland

0512-305280, Groningen 0512-305283, Drenthe 0512-305281, Flevoland 0512-305282, Overijssel

026-4421942, Utrecht 026-4421942, Gelderland 026-3846233, Hollanden 088-888 6666 (nakies

3811), Zeeland 0113-247729, Brabant 013-5821891, Limburg 0475-381777 of naJK: 030-2769869.

redactie: Alice Leijten, NAJK, 030-2769830, [email protected] Eindredactie: “Citaat”, 026-3241130

advertenties: Jeugd en Werk, Masja Pit, 036-5359470, [email protected] Vormgeving:

www.duo-ontwerp.nl druk: Drukmotief bv, Apeldoorn op de cover: Bas ten Hove, foto Ingrid

Zieverink

Í

naJKwenst je fijne feestdagen

4 „BNDR december 2010

M

„tHEma mInEralEnbElEId

Mestbeleid remt ontwikkeling veehouderijsector

De mineralen stikstof en fosfaat komen voor in de kringloop van elk agrarisch bedrijf. Met de mest-

wetgeving heeft de overheid eisen gesteld aan het gebruik van deze mineralen. Blijft het bij deze

wetgeving, of worden de milieueisen over enkele jaren verder aangescherpt? Wat betekent dit

voor de ontwikkelingsruimte van agrarische bedrijven? En hoe kan de sector inspelen op deze situ-

atie? Reden voor NAJK om de komende periode aan de slag te gaan met dit sectorbrede thema.

Mest is een waardevolle voedingsstof voor de gewassen, zolang je het kwijt kunt op je eigen grond. Met het Neder-landse mestbeleid stuurt de overheid de hoeveelheid mest die je op je eigen bedrijf mag gebruiken. Volgens de mest-normen van 2009 produceert 60 procent van de sterk gespe-cialiseerde melkveebedrijven meer dierlijke mest dan op de eigen grond mag worden aangewend. Van de hokdierbe-drijven heeft zelfs 99 procent een overproductie. In 2015 zal waarschijnlijk tweederde van de intensieve melkveehouders een mestoverschot hebben.Dit mestoverschot moet buiten het bedrijf worden afgezet. De afzet is afhankelijk van de marktwerking van de mest-markt. Het is voor de ontvanger een opbrengst, terwijl dege-ne die mest afzet, hiervoor betaalt. Een deel wordt afgezet naar veehouders met grasland die nog mestruimte hebben. Veel mest wordt afgenomen door akkerbouwers. Voor hen is mest een goedkoop alternatief voor kunstmest. Wel spelen voor de akkerbouwers zaken als benutting van de mest en toegestane uitrijperiode een belangrijke rol in de acceptatie ervan. Export is een andere manier om het teveel aan mest in Nederland te doen slenken. Op dit moment wordt vooral pluimveemest geëxporteerd.

drinkwaterHet Nederlandse mestbeleid is gebaseerd op de Europese nitraatrichtlijn. Hiermee wil de EU de waterverontreiniging door agrarische bronnen verminderen. In het jaar 2015 moet Neder-land aan de eis voldoen dat er niet meer dan 50 mg nitraat in een liter grondwater zit. Met deze waarde is het water nog net geschikt voor menselijke consumptie. Om het Europese doel te halen schrijft Nederland eens in de vier jaar een actieprogram-ma dat moet worden goedgekeurd door Brussel. In het jaar 2010 is het vierde actieprogramma van start gegaan, waarin het mestbeleid tot en met het jaar 2013 staat weergegeven. Een belangrijk doel van het vierde actieprogramma was ver-

lenging van de derogatie. Met deze uitzondering op de Brus-selse regels, kunnen rundveehouders meer graasdiermest op een hectare gras brengen. De redenatie voor deze verruimde stikstofgebruiksnorm is, dat Nederland een lang groeiseizoen heeft en veel gras van een hectare wordt gehaald. Dit recht-vaardigt een hogere bemesting. Zonder deze derogatie zou in Nederland een groot overschot ontstaan aan rundveemest. In het mestbeleid wordt ook nog een totale stikstofgebruiks-norm gehanteerd voor dierlijke mest en kunstmest. Omdat vooral op zand- en lossgronden de hoeveelheid nitraat in het grondwater te hoog is, zijn in 2010 op deze gronden de stikstofgebruiksnormen aangescherpt. Dit betekent dat op de zand- en lossgronden minder kunstmest mag worden gestrooid. Op klei- en veengronden lijkt de situatie beter. Daar-om zijn de stikstofgebruiksnormen hier gelijk gebleven en voor sommige gewassen zoals wintertarwe zelfs iets verhoogd.

fosfaatOmdat het fosfaatgehalte in het oppervlaktewater te hoog is wordt met het mestbeleid ook de hoeveelheid te gebruiken fosfaat aan banden gelegd. Dit jaar zijn de fosfaatgebruiks-normen aangescherpt, al wordt wel rekening gehouden met de aangetoonde fosfaatreserves in de grond. Verder worden in 2012 de uitrijperioden verder aangescherpt en daarmee samenhangend moet de mestopslagcapaciteit dan minimaal zeven maanden bedragen.

KlimaatMineralen hebben ook raakvlakken met het klimaatpro-bleem. De landbouw wordt verantwoordelijk gehouden voor 13 procent van de totale broeikasgasuitstoot in Nederland. De melkveehouderij heeft hierbinnen het grootste aandeel, met de nadruk op methaan en lachgas. Het gebruik van vee-voer en kunstmest draagt bij aan deze CO2-uitstoot. Op dit moment heeft vooral de methaanuitstoot de aandacht. Lach-

Door Tom de Jong

BNDR december 2010 „5

illu

stra

tie

hen

k va

n r

uite

nbee

k

gas is echter een nog sterker broeikasgas, dat ontstaat bij de omzetting van ammonium in nitraat. Door hier met stikstof te sturen, kun je klimaatwinst boeken.De uitstoot van ammoniak is al jaren een ander punt van dis-cussie in Nederland door het verzurende effect op de bodem. Oplossingen kunnen worden gezocht in de techniek, waar-mee de nodige ammoniakwinst kan worden gehaald. Ande-ren zoeken de oplossing in het zogenoemde alternatieve spoor, wat is gebaseerd op de oude MINAS. Minder stikstof op het bedrijf aanvoeren via kunstmest en voer moet leiden tot een betere stikstofbenutting en lagere ammoniakverlie-zen. Mocht de overheid op een bepaald moment vinden dat de genomen maatregelen niet voldoende zijn, dan zouden luchtwassers in beeld komen bij rundveestallen, net zoals bij varkens- en pluimveestallen.

toekomstIs de huidige aangescherpte mestwet voldoende om de milieudoelen te halen? De verwachting is dat de nitraatnorm op sommige zand- en lossgronden niet wordt gehaald. Voor de klei- en veengronden speelt met name de te hoge belas-ting van het oppervlaktewater met fosfaat. Verder zal een andere Brusselse regel, de Kaderrichtlijn Water, nog voor de nodige hoofdbrekens zorgen.

nederland op slot!Omdat de fosfaatnormen steeds verder worden aangescherpt, stevent Nederland over enkele jaren af op een mestoverschot van enkele tientallen miljoen kilo fosfaat. Dit overschot zal weggewerkt moeten worden. Een manier hiervoor is het zoge-

noemde veevoerspoor. Hierbij wordt geprobeerd om de hoe-veelheid fosfaat in het voer te verminderen: wat niet in het dier komt, gaat er ook niet uit. Een andere manier is de afzet van mest te bevorderen in Nederland, maar ook buiten onze lands-grenzen. Om dit echt te laten slagen, zullen mestbewerking en mestverwerking moeten worden opgepakt. Om een groei van het aantal stuks varkens en pluimvee in Nederland te voorkomen zijn dierrechten ingevoerd. In het jaar 2015 wordt de melkquotering afgeschaft, wat de melk-veehouders in principe de ruimte geeft om meer te produce-ren. De Europese Unie heeft echter besloten dat Nederland niet meer stikstof en fosfaat mag produceren dan in het jaar 2002. Ook krijgen de melkveehouders nog huiswerk om bij te dragen aan de klimaatverbetering. Wat er staat te gebeuren is nog onduidelijk, maar de milieubelasting van het bedrijf wordt over een aantal jaren bepalend voor het aantal koeien dat een melkveehouder kan melken. Met het verlagen van de mestnormen groeit de vrees dat de gewasopbrengsten in het geding komen. LTO Nederland, de Nederlandse Akkerbouwvakbond en Productschap Akkerbouw hebben daarom de handen ineengeslagen met het Masterplan Mineralenmanagement (MMM). Hun streven is een emis-sieneutrale akkerbouw in 2030. De mineralenverliezen door akkerbouwteelten mogen dan niet hoger zijn dan verliezen op onbemeste gronden. Het behoud van rendement en bio-diversiteit staat hierbij voorop. In het Masterplan wordt naar managementinstrumenten gezocht, die het de agrariër moge-lijk maken om de juiste hoeveelheid mineralen op het juiste moment op de juiste plaats toe te voegen aan de bodem. Het streven hierbij is dat er flexibele gebruiksnormen komen. Í

DeLaval BV - Steenwijk - 0521 537 500 - [email protected] - www.delaval.nl

DeLaval VrijwilligMelkSysteem VMS en Herd Navigator

DeLaval VMS:

automatisch

de beste!

VMS nu voorbereid voor

Hoge melkcapaciteit met de multifunctionele hydraulische aansluitarm. Optimale individuele voorbehandeling en drogen van de spenen. Extreem zware uitvoering van het station. Gebruikersvriendelijk touch-screen. Koemonitor met het gepatenteerde MDi (Mastitis Detectie index) systeem. Als eerste met individuele goedgekeurde ICAR-kwartiermeting. Optionele online celgetalmeter voor directe en betrouw-bare celgetalinformatie over elke koe.

VMS geeft u de vrijheid om zelf uw tijd in te delen en de kwaliteit van uw dagelijks leven te verbeteren. Verantwoorde, duurzame melkveehouderij vraagt om een weloverwogen en minimaal gebruik van energie en water. DeLaval is zich hier al jaren van bewust. Elk jaar opnieuw wordt de VMS zuiniger in z’n verbruik waarbij aan het totale functioneren van de VMS geen concessies gedaan worden.

Herd Navigator is een revolutionair nieuw concept dat voortgekomen is uit een uniek samenwerkingsverband tussen de partners DeLaval en FOSS. Herd Navigator kan automatisch melk-monsters nemen en de inhoud hiervan analyseren. Op basis van het biomodel krijgt de veehouder behandeladviezen.

Meer over DeLaval VMS en Herd Navigator op www.delaval.nl

VMS+HN_215x285_fc.indd 1 25-11-2010 12:36:04

BNDR december 2010 „7

„naJK ProJEct

Remmen met Gassen daagt studenten uit!

Kennis testenOp 21 oktober waren de studenten van de CAH in Dronten aan de beurt voor een workshop: Remmen met Gassen. De workshop is voor de studenten de afsluiting van de lesperiode over klimaatverandering en de rol van de landbouw hierin. De workshop begint met het testen van de kennis door mid-del van een interactieve quiz. Hoeveel weten ze nou écht van broeikasgassen, kilogrammen lachgas, de hoeveelheid uitstoot en waar leidt klimaatveran-dering toe? Heel veel, zo bleek, de antwoordbordjes gaan met veel ver-trouwen omhoog. De eerste punten zijn binnen.

Simulatiespel, aan de knoppen draaien… Na het opwarmertje en een korte pre-sentatie over klimaatverandering, gaan de studenten zelf aan de slag met het simulatiespel. Het spel speelt zich af op een melkveebedrijf, waar de spelers als ondernemer maatregelen nemen om de uitstoot van CO2, methaan en lach-gas op het bedrijf te verlagen. Natuur-lijk moeten deze maatregelen wel economisch haalbaar zijn. De vraag:

hoe kun je met jouw onderneming het klimaat helpen zonder er zelf slechter van te worden, staat centraal. Met een rekenprogramma van het CLM wordt de klimaatwinst van iedere groep bepaald. Daarnaast worden de groe-pen beoordeeld op de economische haalbaarheid van de genomen maatre-gelen. Over dat laatste discussiëren de studenten en bepalen ze welk groepje het beste is. Vol enthousiasme storten de studenten zich op het vraagstuk en draaien ze aan de knoppen op het spel-bord. De veestapel wordt verkleind, de melkproductie per koe gaat omhoog, en er wordt kritisch nagedacht over het rantsoen. In groepjes breekt de discus-sie los over maatregelen. Waar de een kiest voor diesel als brandstof, wil de ander liever gas. Maar doen ze dat in de praktijk ook?

“Goed dat er aandacht aan wordt besteed”Veel van de studenten hebben thuis een bedrijf. Echter, actief bezig met klimaat-verbeterende maatregelen zijn ze maar nauwelijks. “Ik heb het er wel eens over gehad thuis, maar niemand is er echt mee bezig. Het economische aspect is

voor ons nog steeds het belangrijkste en daar kijken we naar”, vertelt student Mart. Zijn klasgenoot Martijn valt hem bij. “Bij ons thuis zijn we er niet direct mee bezig, maar ik vind het wel een interessant onderwerp om meer over te weten. Daarom is het goed dat er op school aandacht aan wordt besteed. Het zet me aan het denken over hoe wij thuis het bedrijf voeren en waar verbe-terpunten liggen.” Annemieke is het daar mee eens: “Ook al is het een verplichting hier te zijn, het is echt leerzaam en veel leuker dan een normaal college.” Paul is al wel bezig geweest met maatregelen. “Bij de bouw van onze nieuwe koeienstal hebben we verschillende maatregelen genomen op het gebied van duur-zaamheid.”

de landbouwsector doet het goed!De Nederlandse overheid wil in 2020 30 procent minder broeikasgassen uit-stoten. De landbouwsector is al goed bezig op dit gebied. Ten opzichte van 1990 is er een reductie van 15 procent, het gemiddelde van heel Nederland is slechts 3 procent.

remmen met Gassen ook bij jouw aJK of opleiding?Wil je meer weten over het project of lijkt het je leuk een workshop te krij-gen, mail Sander over de mogelijkhe-den: [email protected] Í

foto

’s a

lice

leijt

en

Het NAJK project Remmen met Gassen gaat over broeikasgassen op melkveebedrijven en de maat-regelen die een veehouder kan nemen om de emissie op zijn bedrijf af te laten nemen. Een actueel thema in een tijd waar steeds meer aandacht is voor klimaatproblemen en de oorzaken daarvan. De jonge veehouder staat centraal in het project. Waar past dit project beter dan bij de studenten veehouderij van een agrarische school?

Door Alice Leijten

Studenten aan de slag met het simulatiespelDiscussie over te nemen maatregelen

„naJK In HEt nIEuWS

8 „BNDR december 2010

Uitbetalen investeringssteun vertraagdIn 2010 zijn er 595 aanmeldingen binnengekomen voor de investeringssteunmaat-regel 2010. Helaas verloopt de toekenning hiervan vertraging op. Dat heeft meer-dere oorzaken. De minister heeft toegezegd alle correcte aanvragen te voldoen, maar had niet gerekend op zo’n groot aantal aanmeldingen. Daarbij komt de druk-te bij Dienst Regelingen (DR) rondom de perceelsregistratie. NAJK heeft tijdens de lobby voor uitbreiding van de steunmaatregel al aangegeven bij de minister dat het aantal aanvragen in 2010 zou stijgen. De minister dacht dat dit mee zou vallen en heeft niet gezorgd voor extra bezetting bij DR. NAJK heeft afgelopen tijd het con-tact met DR aangehaald. Zo hoopt het NAJK dat alle aanvragen zijn gecontroleerd op het moment dat deze BNDR uitkomt.

Het Netwerkcafé!Door een samenwerking met Evenementenhal staat NAJK op alle zeven agrarische beurzen dit seizoen, in het kader van ‘Boer op Toer’. Nu dit wordt geschreven heb-ben we twee succesvolle beurzen achter de rug. En als deze BNDR op jouw mat ligt, alweer vier. NAJK staat er met een heus café, Het Netwerkcafé! Dit café staat in het teken van netwerken, want dat is ons jaarthema. In het café is er van alles te beleven. Zoals een Meet en Greet met ‘Mooi Wark’ óf het kans maken op een privé Boerderij-concert van deze rockband bij jou thuis! Veel bezoekers maken al kans op deze prijs. Tot op de laatste beurs kun je hier aan meedoen. Op 3 maart is de trekking door Evenementenhal. NAJK heeft er weer heel wat nieuwe enthousiaste jonge leden bij!

Wellicht zie je hen voor het eerst bij jouw AJK. Komende beurzen zal NAJK samen met CAH Dronten in dezelfde stand staan. Dus kom vooral gezellig buurten in het Netwerkcafé! op de agrarische beurzen van Evenementenhal. Je herkent ons onder andere aan de steigerhouten meubelen... Kijk op de website voor nog meer info!

Samenwerking met InterpolisArbeidsongeschiktheid, vooral langdurige, kan grote financiële gevolgen hebben. Zonder een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering kun je bij ziekte of een ongeval in financiële problemen komen. Daarom heeft NAJK in samenwerking met

Interpolis een overeenkomst gesloten voor het InkomensZe-kerplan, een arbeidsongeschiktheidsverzekering die wordt afgestemd op jouw wensen. Arbeidsongeschiktheid komt altijd ongelegen. De zaak kan niet lang zonder jou. En jij kunt waarschijnlijk niet lang zonder de zaak. Als je kiest voor het InkomensZekerPlan, krijg je een vaste contactpersoon die jou begeleidt en helpt zoeken naar oplossingen tot je weer aan de slag kunt. De con-tactpersoon kan ook zorgen voor hulp van bijvoorbeeld een arbeidsdeskundige of psycholoog. Dankzij regelmatig overleg weet jij als ondernemer precies waar je aan toe bent. Voor meer informatie kun je terecht bij jouw lokale Rabobank of op de site: www.interpolis.nl/zakelijk/producten De arbeidson-geschiktheidswijzer op de site geeft inzicht in je eigen situatie. Ook vindt je op de website de tien grootste misvattingen over arbeidsongeschiktheid.

NAJK bij DR in AssenEen afvaardiging van het NAJK heeft in oktober DR in Assen bezocht. Belangrijkste onderwerp van gesprek waren de acties rond bedrijfsovername. Het gaat hier om de prakti-sche uitvoering, elkaar informeren en de benadering door DR-medewerkers. Het NAJK-bestuur streeft ernaar om in de toekomst vaker dit soort contact te hebben. Zo kan NAJK geluiden vanuit de praktijk goed en duidelijk doorgeven. Natuurlijk is de perceelregistratie ook kort aan bod gekomen. We hebben aangegeven dat de aanpak hiervan veel frustratie en ergernis heeft opgeleverd bij leden. NAJK pleit voor een duidelijkere communicatie en verwerking.

Rondje politiek NAJKBinnenkort gaat NAJK weer op bezoek bij de verschillende politieke partijen. De verschuiving van het politieke landschap biedt voor NAJK weer nieuwe ingangen. NAJK vindt het heel belangrijk dat nieuwe Kamerleden kennismaken met jonge boeren en tuinders in Nederland. Heb je suggesties voor onderwerpen, laat ze dan weten via de mail: [email protected]

NAJK in gesprek met staatssecretaris BlekerOp uitnodiging van de staatssecretaris heeft het dagelijks bestuur van NAJK op 23 november een ontmoeting gehad met Henk Bleker, staatssecretaris van Economie Landbouw en Innovatie. Aanvankelijk stond het bezoek in het teken van kennismaking, maar al gauw werd de diepte opgezocht. Ble-ker was met name erg geïnteresseerd in de mening van NAJK over het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid na 2013. NAJK heeft richtlijnen aangegeven waar het nieuwe GLB aan zou

BNDR december 2010 „9

moeten voldoen. NAJK pleit voor o.a. voor een basispremie per hectare voor actieve ondernemers. Betalingen op basis van historische referentie behoren wat NAJK betreft tot de verleden tijd. Daarnaast heeft NAJK gepleit dat Nederland zich in Europa sterk maakt voor een ‘zachte landing’ van het melkquotum en behoud van het suikerquotum. NAJK heeft haar zorgen geuit over het geringe budget wat volgend jaar beschikbaar is voor de jonge-boerenregeling. Het budget is vorig jaar al overvraagd, een verlaging van het budget zal enkel leiden tot meer afwijzingen. Ook de Tante Agaath Regeling (TAR) kwam aan bod, NAJK zou deze het liefst zien worden opgehoogd maar in de huidige praktijk zal deze hele-maal verdwijnen. De staatssecretaris zag begrotingtechnisch weinig mogelijkheden om de TAR terug te laten keren.

NAJK-bestuur krijgt versterkingRamon Klaasens (22) versterkt sinds september het NAJK-bestuur. Hij gaat zich bezighouden met Bedrijfsovername en Klimaat&milieu. Ramon heeft in juni 2010 zijn studie Agrarische Bedrijfskunde aan de HAS in Leeuwarden afge-rond. Hij woont in Noordbroek, een dorp in het oosten van de provincie Groningen. Op dit moment is hij druk bezig met de opstart van zijn eigen bedrijf. “Met dit bedrijf richt ik me hoofdzakelijk op de bedrijfseconomische kant van de landbouw. Zo ben ik momenteel bezig voor Valacon-Dairy om economische berekeningen te maken en bedrijven door te rekenen. Ik ben dan ook blij dat de mogelijkheid zich voor-deed om voor mezelf te beginnen. Op deze manier kan ik

zelf een bedrijf opbouwen naar mijn eigen idee. Ik was al twee jaar met veel plezier actief in het dagelijks bestuur van het GrAJK en afgevaardigde voor Utrecht. Toen ik gevraagd werd voor een functie in het bestuur van het NAJK hoefde ik niet lang na te denken.” De portefeuille Bedrijfsovername vervult hij het eerste jaar nog samen met Dirk Anco. “Ik ga me richten op bedrijfsovername, omdat dit een belangrijk speerpunt is van het NAJK.”

Stop op natuuraankoop Ongeveer twee jaar geleden heeft NAJK een persbericht uitgedaan waarin zij pleit dat de nieuwe natuur een misdaad is tegen de menselijkheid. Het ministerie van EL&I (Nieuwe LNV ) heeft onder druk van bezuinigen en weerstand uit de achterban natuuraankoop stopgezet. Vele hectares blijven nu gespaard en blijven zo beschikbaar voor de landbouw. Dit is natuurlijk goed nieuws. Nu moet er ook duidelijkheid komen over de gevolgen. NAJK ziet het besluit van de stopzetting als zeer goed en zal dit ook richting de nieuwe staatssecretaris aangeven.

Optimaliseren?, begin bij jezelf! Na vier jaar is het project Opti-malisatie in de Landbouw afge-lopen. 171 jonge ondernemers uit de vier noordelijke provincies hebben deelgenomen aan dit project. Zij hebben verschillende avonden gevolgd waarbij werd ingegaan op de bedrijfsvoering en mogelijke verbeterpunten. Ook is aandacht besteed aan het optimaliseren van jezelf als agrarische ondernemer. Aan het begin van het traject hebben alle deelnemers hun bedrijfsgegevens ingevuld in een benchmarktool. Zodat zij aan het eind konden bepalen in hoeverre hun bedrijf verbeterd is. Tevens zijn er 13 verdie-pingscafés georganiseerd. Deze cafés hadden verschillende thema’s, zoals: de val-kuilen van schaalvergroting, graslandbeheer, met OPA de boer op. Dinsdagmiddag 31 augustus vond de slotbijeenkomst plaats van het project. Tijdens de middag zijn alle uitkomsten van het project gepresenteerd. Jan Van Beekhuizen, sectormanager food&agri van Rabobank Nederland heeft tijdens de bijeenkomst gereageerd op de uitkomsten met een blik van de bank. De slotbijeenkomst vond plaats op Melkvee-houderijbedrijf familie Dijkstra in Tolbert.

NAJK trekt aan de bel over VAMIL Enige tijd geleden heeft NAJK bij het ministerie van – toen nog – LNV opnieuw aan de bel getrokken over de VAMIL-regeling. Via een versnelde afschrijving van de zogenoemde verruimde VAMIL-regeling kunnen ondernemers hun investeringen milieuvriendelijke middelen snel laten afschrijven. Nu blijkt echter dat ondernemers die in 2007 of 2008 hebben geïnvesteerd in duurzame kassen en stallen, niet voor versnelde afschrijving in aanmerking zijn gekomen. Ook hebben we via de VVD en SGP hierover vragen laten stellen aan de minister. Als resultaat hiervan ontvangen gedupeerde ondernemers begin 2011 de overeenkomst VAMIL-compensatie ter teke-ning. Nadat de Dienst Regelingen de ondertekende overeenkomst heeft ontvangen, kan de ondernemer een verzoek indienen voor het ontvangen van een voorschot op de berekende compensatie. Op het moment dat de investeringen zijn afgeschreven, kan de ondernemer een verzoek tot vaststelling van de compensatie indienen.

10 „BNDR december 2010

A

„naJK conGrES

‘Zonder jongeren geen landbouw!’

Eurocommissaris Ciolos spreekt jonge boeren op NAJK-congresDe Europese landbouw redt het niet zonder jonge boeren en tuinders. Blijf je daarom ontwik-

kelen en probeer moeilijkheden om te buigen naar mogelijkheden. Zo luidde de boodschap

van Eurocommissaris dacian ciolos op het NAJK-congres Concurrentiekracht, Slagkracht op 19

november in Utrecht. Ciolos ging daar in gesprek met jonge boeren en tuinders.

Door Alice Leijten Als een rode draad lopen de verhalen over de keuzes van enkele jonge boeren en tuinders door het NAJK-congres. Zij vertegenwoordigen op de bijeenkomst in Utrecht een thema en krijgen daarover vragen van dagvoorzitter Marcel Henst. Voor het thema emigratie is Anton Smits (23) aanwezig. Hij is een bedrijf begonnen in de Oekraïne. Op de vraag van de dagvoorzitter waarom, antwoordt hij: “Waarom niet? Ik denk graag groot en dat kan in Oekraïne. Wat mij drijft is het opbouwen.” Anton is heel duidelijk in zijn toekomstbeeld. “We blijven niet in Oekraine, over 5 jaar zijn we terug in Nederland waarvan uit we het dan bedrijf aansturen.”Alette van der Velden (24) vertelt over haar keus om bewust vraaggericht te produceren. “Mijn doel is het bereiken van een ‘goed gevoel’ bij de eindconsument. Ik wil kwaliteit leve-ren en alles zelf in de hand hebben.” Wakker ligt Alette niet van haar eigen onderneming. “Alleen bij een storing.” Haar droom is het lanceren van een eigen concept.Dirk van de Bunt (28) kiest voor schaalvergroting. Hij begon

met 25 koeien, die heeft hij ingeruild voor 430 melkgeiten. “Mijn familie gaf mij het vertrouwen dat ik het kon. Voor mij heel belangrijk.” Of hij er wel eens wakker van ligt, “nee nooit.”Jasper Sierings (30) wordt geïntroduceerd als Boer Spierings, zoals hij zichzelf graag noemt. Hij vertolkt het thema verbre-ding. “Ik wil de cirkel rond maken, ik haal de keten naar me toe. Ik bemest het land, met gras maak ik melk, dan kaas wat ik vervolgens verkoop.”Twan Claessens (35) staat voor semigratie en innovatie. Hij runt onder de rook van Venray en vlak over de grens, een var-kensbedrijf. “Innovatie is voor mij relevant om een scherpe kostprijs te behouden, met Semigratie kan ik de markt bedie-nen. Duitsers willen Duits vlees.”

Europa aan het woordVervolgens neemt Eurocommissaris Ciolos het woord. In zijn speech staat de jonge boer centraal. “Het is mijn ideaalbeeld om de landbouw te verjongen. Daarom moet het landbouw-

BNDR december 2010 „11

‘Zonder jongeren geen landbouw!’

Eurocommissaris Ciolos spreekt jonge boeren op NAJK-congres

foto

iren

e vi

jfvi

nkel

beleid hervormd worden. Dat doe ik niet zonder dat ik de mening van jongeren weet. Zonder hen geen landbouw. Jonge boeren moeten vertrouwen hebben in de toekomst. Heb vertrouwen in jullie vak en blijf ontwikkelen. Buig de crisis om naar mogelijkheden. Wat wij kunnen doen in Brus-sel hangt af van jullie ideeën en bijdrage. Ik kijk er naar uit om met jullie samen te werken.” Ciolos wil dat Europa ook in de toekomst de grootste expor-teur van levensmiddelen blijft. “Ik zie een grote toekomst voor de landbouw in Europa. Ik wil de sector perspectief bieden, ook in een crisistijd als deze. De instrumenten die de markt moeten beschermen werken niet meer. We moeten nu op een andere manier de concurrentiekracht verbeteren.” Ciolos benadrukt in zijn speech dat het milieu steeds belangrijker wordt. “Met het Gemeenschappelijke Landbouw Beleid moe-ten we een groene concurrentiekracht vormen. We moeten het groene denken integreren in het economische denken.”Ciolos gaat ook in gesprek met jonge boeren en tuinders. Een veehouder vraagt Ciolos wat hij er aan gaat doen om de zach-te landing (melkquotum elk jaar iets verruimen) te realiseren. Hierop heeft hij geen concreet antwoord. Wel staat vast dat er vanaf 2015 geen melkquotum meer bestaat. De vraag of ook de superheffing wordt afgeschaft, kan Ciolos niet beantwoorden. “Ik ga daar niet over, ik wil het best voor-stellen. Alleen, ik constateer dat er nu geen meerderheid is voor afschaffing van de superheffing. Ik doe pas een voorstel als er kans is op een meerderheid.” Ook wordt gevraagd of hij

met speciaal beleid komt voor de jonge boeren. Dat komt er niet, maar hij werkt wel aan een pakket van maatregelen om de jonge bedrijfsopvolgers te helpen.

“Veel oog voor de jonge boer”In de pauze wordt nagepraat over de speech van Ciolos. De jonge boeren zijn blij met toegankelijkheid richting de jonge agrariër. “Hij ziet ons staan.” Wel wordt het jammer gevonden dat hij zo weinig concreet is. “Hij schuift veel af op het parlement, dat neemt de beslissingen, Ciolos kan maar weinig beloven.” Ook de aanwezige deskundigen verschillen van mening over de boodschap van Ciolos. Dick Veerman, directeur Foodlog.nl: “Ik had steeds het gevoel, wat bedoel je nou. We verstaan hem nog niet in Nederland.” Tammo Beishuizen, LTO Nederland: “Heel positief dat er specifieke aandacht is voor jongeren. Hij is benaderbaar en luistert graag. Theo Koekkoek, Agrifirm : “Verwacht weinig van Brussel, verwacht niets van Den Haag, verwacht het van jezelf. En dat is precies wat de jonge ondernemers vanmorgen lieten zien!” Dick Duijzer, Rabobank Nederland: “ Ik proef dat hij behoefte heeft om de praktijk te zien. Dat hij graag ondernemers als vanmorgen hoort, liever dan een lobby in Brussel. Dus laat zien die praktijk, dat werkt!”

de P van PromotieTijdens de middag staan de bewuste keuzes van de jonge ondernemers centraal. Maar hoe bewust zijn die keuzes eigenlijk? Jasper: “Voor mij erg bewust, ik heb goed nage-dacht over wat er bij me past.” Alette is er ingerold en langzaam tot deze keuze gekomen. Voor Dirk is het wel een keuze waar hij over nadacht. “Toen ik de kans kreeg heb ik die gepakt.” Anton: “Er zat duidelijk toekomst in mijn plan. Daarom was de keus snel gemaakt.” Twan: “Ik doe alles op gevoel, als daarbij de cijfers goed zijn moet je er voor gaan. Precies wat ik heb gedaan!”Volgens Koekkoek is het belangrijk die keuzes bewust te maken. “Je begint vol enthousiasme, dat brengt je verder. Daarbij is het belangrijk je bewust te zijn van je onderschei-dende vermogen. Doe iets wat de ander niet doet. Veerman vult hierbij aan: “Meneer de Boer heeft vooral verstand van de P Product uit de vier P’s uit de marketing mix. In de P van promotie kan hij nog veel leren. Marketing wordt belangrijk.” Supermarkten zien ook dat consumenten willen weten waar hun voedsel vandaan komt. Steeds vaker verkoopt de super-markt streekproducten. Aan Jasper wordt gevraagd hoe hij dat ziet. “Ik ben daar niet bang voor, als je bij mij op het erf komt zie je de koeien staan. Je bent zeker dat daar de kaas vandaan komt.” Veerman: “We moeten de producten een meerwaarde meegeven. Aan een melkrobot heeft de consument geen boodschap. Maar wel aan ‘blij vlees’, bijvoorbeeld een varken dat buiten komt. Daar heeft men geld voor over.” Beishuizen vult aan dat het de Nederlander weinig wil betalen voor zijn producten. “Daarom is het zo belangrijk dat de boer ziet wat er in de winkel staat.” Duijzer: “Bij een financiering kijken we niet alleen of jij goed bent in boeren, maar ook naar jouw business-plan. Wat maakt jouw onderneming winstgevend.”

‘Pracht ondernemers’NAJK kijkt terug op een succesvol en geslaagd congres. Wilco: “voor ons een bijzondere eer om Ciolos te ontvangen. Bij het verlaten zei hij onder de indruk te zijn van de vijf jonge ‘pracht ondernemers’. Hun verhalen neemt hij mee naar Brussel.” Í

“Ik denk graag groot en

dat kan in Oekraïne.”

Dirk Duijzer aan

het woord

12 „BNDR december 2010

Foto impressieNAJK Congres

Concurrentiekracht,

Slagkracht / Bewust

kiezen voor de toekomst!

19 november 2010

Rabobank Auditorium

Utrecht

foto

graf

ie ir

ene

vijf

vink

el, p

enta

gram

ch

erry

fot

ogra

fie

Goof Lukken van vrijetijdskennis.nl

‘Zorg dat de klant fan wordt van jouw onderneming’

Waarom plattelandstoerisme, wat trekt je daarin? “Binnen de tak Plattelandstoerisme heb je te maken met échte onderne-mers. Ze zijn gewend om te onderne-men en een zaak te runnen. Wat moei-lijk blijkt voor hen is het verkopen van een weinig concreet product, namelijk dienstverlening. Normaal verkopen zij fysieke producten, dan is de stap naar dienstverlening lastig.”

En dan kom jij om de hoek kijken? “Ik geef trainingen en coach onderne-mers die hun bedrijf (willen) verbreden met plattelandstoerisme. Zo bied ik ondersteuning in zowel het planmatige als operationele aspect van een onder-neming. Een voorbeeld is een website, hét visitekaartje van de onderneming.

Een website is snel verouderd en ziet er soms amateuris-

tisch uit. Een website wordt als eerst weer

vergeten. In deze tijd met veel

ZZP’ers, kun je een taak als website-beheer heel eenvoudig uitbesteden. Ik help de ondernemer hierbij en geef praktische tips. Ik help hem de onder-neming zo in te richten dat hij als gast-heer zijn klanten kan ontvangen.”

Help je de ondernemer ook in het werven van klanten?“Niet direct, trouwens klanten werven is geen probleem, maar ze vasthouden wel. Bij veel bedrijven ligt de focus op het werven van nieuwe klanten. Terwijl juist de vaste klant belangrijk is. Ik geef altijd het advies: zorg dat een klant fan wordt, zodat hij jouw onderneming aanprijst bij bekenden. Als onderne-mer moet je de klant wel helpen fan te worden. Bijvoorbeeld door speciale kortingen, een vip-dag voor de klant en één introducé, recepten van klanten aanprijzen

Goof Lukken (38) is docent aan de NHTV (internationaal Hoger onderwijs

Breda) en is eigenaar van www.vrijetijdskennis.nl. Hij heeft van zijn passie

zijn werk gemaakt: vrije tijd. Met zijn achtergrond in de marketing en toerisme,

staat hij boeren bij die graag willen verbreden en helpt hen verder te kijken...

in de winkel. Kleine middelen maar grote effecten. Zorg dat ze iets leuks over je bedrijf kunnen vertellen. Hierbij kunnen sociale media helpen.”

Vertel…“Neem Facebook, waar gebruikers heel eenvoudig aan hun netwerk kenbaar kunnen maken wat zij leuk vinden, dat kan ook jouw onderneming zijn. Ook Twitter is een krachtig middel. Neem het voorbeeld van een boer die op Twitter zette: zaterdag gratis aard-beien op de Dam. Binnen no time ver-spreidde dit bericht zich. Die zaterdag was het zo druk dat de ondernemer binnen een uur al zijn aardbeien kwijt was. Maar belangrijker, iedereen was erg enthousiast over zijn aardbeien en kocht er een doosje van. Kortom, zorg dat er over je gepraat wordt!”

Heb je nog meer voorbeelden?“Tijdens mijn trainingen maak ik altijd een foto van de groep deelnemers. Ik geef ze dan het adres van mijn website en vertel hen dat ze ’s avonds de foto daar kunnen vinden. Een eyeopener, zo makkelijk is het om mensen naar je website te krijgen.”

Wat is de gouden tip aan een onder-nemer die wil verbreden?“Zorg dat je onderscheidend bent, wees niet de zoveelste boerderijcamping

omdat het bij de buurman zo goed gaat maar doe iets nieuws! Een fan-

tastisch voorbeeld vind ik een boer met een kalverhouderij. Hij heeft

zijn bedrijf uitgebreid met een koeiensurvival. Boven de stal heeft hij een survivalbaan gemaakt, hiermee biedt hij de bezoeker de unieke kans om boven de koeien te survi-

vallen. Het Betere Boerenbed is een ander topvoorbeeld

(slapen bij de boer) Het onder-scheidt zich doordat het con-cept als exclusief in de markt is gezet. Deze voorbeelden verkopen zichzelf.” Í

foto

mar

cel b

ekke

Hoofdredacteur Alice Leijten stelt prik-kelende vragen. Aan boeren en burgers. In het hooi. Gedreven-heid, passie, boude beweringen. Het komt allemaal aan bod. In het hooi met…

In het hooi met...BNDR december 2010 „13

14 „BNDR december 2010

H

Gert Seubring zijn passie is de teelt van leliebollen

‘Eigen leliebollenteelt het spannendst’

Gert Seubring (27) is sinds zes jaar in maatschap met zijn ouders. Daarvoor

werkte hij in loondienst en volgde hij een opleiding. Bij het in maatschap gaan kreeg hij

zijn eigen taak. Gert is verantwoordelijk voor de eigen lelieteelt op het bedrijf. “Maar ik

bemoei me met alles op het bedrijf, hoor…”

Door Alice Leijten

foto

ali

ce le

ijten

Het bedrijf van de familie Seubring heeft zowel akkerbouw als leliebollen. Ze hebben 100 hectare aan graan, maïs, kool-zaad, suikerbieten en Parijse wortels. Daarnaast hebben ze 50 hectare leliebollen. Gerts passie is de teelt van leliebollen. Dat is voor de familie Seubring de belangrijkste tak van het bedrijf. Gert heeft in Dronten aan de CAH zijn studie gevolgd. Voor hem stond al vast dat hij graag op het bedrijf kwam. Op het bedrijf zijn naast Gert en zijn vader ook twee andere medewerkers werkzaam.

Sinds 12 jaar op de huidige locatie in beilenIn 1998 is Gert samen met zijn ouders verhuisd naar de hui-dige locatie in Beilen. Destijds had het bedrijf nog aardap-pelteelt. Daar zijn ze in 2004 mee gestopt. Het rendement van de aardappels was niet hoog genoeg, maar ook het AM (aardappelmoeheid)-beleid speelde een rol bij de keus om te stoppen. Bollenteelt moet op AM-vrije grond. Bij de teelt van aardappels kan AM-besmetting optreden. “Om te mogen exporteren hebben we AM-vrije grond nodig. Elke keer na een aardappelteelt bemonsteren we voor de lelieteelt de grond om aan te tonen dat de grond AM-vrij is*. Als dit niet het geval is moeten er maatregelen worden genomen om deze weer AM-vrij te krijgen.”

Gert Seubring27 jaar / Akkerbouwer en bollenteler in BeilenLid van het DAJK en tevens vice-voorzitter

Nieuwe wetgeving aardappelmoeheidPer 1 juli 2010 geldt nieuwe regelgeving voor aardappelmoeheid. Dit heeft gevolgen voor telers

van teeltmateriaal, zoals pootgoed, bloembollen en boomkwekerijgewassen. De afbakening

van besmettingen is nu groter, de wachttijd voor bemonstering is langer en het standaardni-

veau voor onderzoek is verhoogd naar 1500 cc per hectare. Voor veel percelen blijft echter de

mogelijkheid om met 600 cc per hectare te bemonsteren, dit kan alleen als de grond nooit

eerder besmet is geweest. Ook zijn de methoden van grondonderzoek en termijnen aange-

past. Wat onveranderd blijft, is dat voor de teelt van pootgoed een AM-onderzoeksverklaring

verplicht is. Het is de taak van de NAK deze af te geven. Í

“We hadden nog nooit een bol gezien”Van oudsher bestaat de familie Seubring niet uit bollenboe-ren. In 1993 heeft Gerts vader de teelt van leliebollen opge-zet. “We zijn begonnen met vijf hectare lelies. Toen hadden we nog nooit een bol gezien. Toch heeft mijn vader de stap durven nemen en dat is goed uitgepakt.” 1998 was een slecht jaar door de aanhoudende regen. “In dat jaar heeft de koningin ons bedrijf bezocht om met eigen ogen te zien hoe erg de schade was.” Een jaar later volgden nieuwe contracten. Het bedrijf is groeiende.

Eigen teelt een uitdagingSeubring teelt de bollen zowel op contract als voor de vrije markt. “Het grootste deel van onze teelt is op contract. Dat houdt in dat we een vast bedrag per hectare voor onze bol-len krijgen. Bij de eigen teelt ben je meer afhankelijk van de markt. Dat maakt het spannend vind ik.” Gert is verantwoordelijk voor de eigen teelt. Daar hoort ook het bezoeken van klanten en exportbedrijven bij en natuurlijk moet hij met handelaren om tafel. “Deze tijd word ik veel gebeld, de handel is goed op dit moment. Maar het is ook wel eens anders en dan moet je er meer voor doen om ze kwijt te raken. ” Om bollen te telen heb je licenties nodig. Gemiddeld betaal je 40.000 euro per licentie, afhankelijk van het ras. 90 Pro-cent van alle leliebollen is voor de export. “Nederlanders heb-ben weinig geld over voor bloemen. De zware takken kom je niet tegen in een gewone bloemenzaak. In het buitenland is dat wel anders. Kijk maar eens op een kerkhof in Italië, waar het altijd een bloemenzee is. 10 Procent van de bollen gaat naar een broeierij, waar ze er een bloem van snijden die ver-volgens naar de veiling gaat.”

al bezig met grond voor 2012De familie Seubring heeft 80 hectare grond in eigendom, de rest van het benodigde land huren ze bij. Hierdoor telen ze op grond in de hele regio. “Dat we overal grond hebben is soms lastig en soms heel handig. Wij ruilen heel veel land, voor de bollenteelt gebruiken we elk jaar een ander stuk land.

BNDR december 2010 „15

Zo zijn wij elke keer bij collegaboeren aan het “shoppen” voor grond.” Kwaliteit van de grond speelt een grote factor bij die teelt. “Het maakt niet uit wat je verbouwt, als het gewas er maar goed voor staat.” In Drenthe zijn zowel lichte percelen land met een laag organi-sche stof gehalte, als zware grond met een hoog gehalte aan organische stof. “Bij het huren houden we natuurlijk rekening met de grondkeus. Voor de lelieteelt ben ik al met grond bezig voor 2012. We kijken zover vooruit met de grondkeus omdat we daar dan eerst een andere teelt op kunnen zetten. Graan is bijvoorbeeld een goede voorvrucht voor lelies. Ook is er dan nog tijd voor grondontsmetting of drainage. Vaak weet ik wel wat voor grond het is, toch ga ik altijd even kijken.” Lelieteelt kan zowel op lichte als zware grond. Lichte grond is meer oogstzeker, het rooien gaat over het algemeen makke-lijker. Maar een lelie groeit gemiddeld het best op zwaardere percelen grond.

onderzoek naar sporen van am-besmettingBij het zoeken naar goede grond houdt Gert natuurlijk ook rekening met de AM-wetgeving. “Ik vind dat de regelgeving rondom aardappelmoeheid achterhaald is. Toen werden bollen niet gespoeld. De grond werd er enkel afgeborsteld en gezeefd. Nu worden alle bollen gespoeld , waardoor de

grond los komt van de bol. En als er geen grond aan de bol zit, kan er vol-gens mij ook geen AM-besmetting aanzitten. Of dit ook echt klopt is nog niet bewezen, daarom zijn we met een onderzoek bezig naar de hoeveelheid sporen van AM na het spoelen. Ik verwacht dat dit nihil is. Op deze manier kun je het product toch AM-vrij afleveren, helaas zijn de wetgever en de internationale handel nog niet zover.”

Gert vraagt zich weleens af of de invloed van de mens op de bodem wel het gewenste effect heeft. “Onze bodem is al zoveel miljoenen jaren oud. Daar heeft al zo veel mineralisatie en vertering plaats gevonden. Nu wegen wij vandaag er de dag per gewas tot op de vijf kilogram nauwkeurig het aantal kilo-grammen stikstof af. We willen het allemaal zo fine tunen, ter-wijl de bodem zich al vele jaren redt. Ik vind het belangrijk met beide benen op grond te blijven staan, ook met beperkende maatregelen. Bij lelieteelt mag je mijn inziens te weinig stikstof toedienen per jaar, ik vind het een uitdaging om hier toch mee om te gaan. En dat lukt aardig, al blijf ik er bij dat voor een gezonde vitale lelieteelt de toewijzing te krap is!” Í

“Bij lelieteelt mag je mijn inziens

te weinig stikstof toedienen per

jaar, ik vind het een uitdaging om

hier toch mee om te gaan.”

Evenementen

HALHARDENBERG

GORINCHEM VENRAY

AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2010 „1

aG r ar ISc HEOPLEIDINGEN„„„„

„GroEnHorSt collEGE barnEVEld

Voor veel boeren en tuinders zijn goede loonwerkers goud waard. Ze maaien, bemesten, oogsten en draaien ook voor grotere klussen hun hand niet om. Wie denkt aan een loopbaan in loonwerk kan in Barneveld een opleiding Grond/Groen/Infra volgen bij het Groenhorst College. Dat kan op vier niveaus: assistent, medewerker, vakbekwaam medewerker en bedrijfsleider/manager. Uiteraard leer je naast grondbewerking veel over het repareren en onderhou-den van machines, aangevuld met algemene vakken als Nederlands en Engels. Volg je het hoogste niveau (4), voor een loopbaan als manager of bedrijfsleider van een loonbedrijf, dan komen er vakken bij als management en economie.

Jan van dijk (18), boudewijn Goed (20) en ruben den bekker (20) zitten in het vierde jaar van niveau 4. Ze zijn begonnen met de opleiding omdat ze interesse hebben in loonwerk en daar al voor de opleiding ervaring mee

Mooie opstap voor loopbaan in loonbedrijf

Dit katern is mogelijk

gemaakt door bijdragen

van de agrarische

opleidingen.

Over de opleiding Groen/Grond/Infra of andere opleidingen van

het Groenhorst College Barneveld kom je meer te weten op de site

www.groenhorstbarneveld.nl. Of ga eens kijken in Barneveld op

een van de open dagen van de opleiding voor de beste indruk. Die

worden gehouden op zaterdag 29 januari 2011 (van 9.30 tot 15.00

uur), op vrijdag 11 maart (van 14.00 tot 16.00 uur), op zaterdag 12

maart 2011 (van 9.30 tot 15 uur) en op dinsdagavond 31 mei (van

18.00 – 21.00 uur).

Ben jij zo iemand die altijd op de trekker is te vinden en het leuk vindt om daaraan te sleutelen? Dan ben je bij de loonwerkopleiding van het Groenhorst College Barneveld aan het juiste adres. Je kunt ermee aan de slag als assistent of (vakbekwaam) medewerker bij een loonbedrijf. Maar ook als je hogerop wilt als bedrijfsleider of manager, kun je hier terecht.

hadden. Nu werken ze drie dagen per week bij een loonbedrijf en gaan ze één dag per week naar school. Jan werkt bij het loonbedrijf van zijn vader in het Gelderse Wekerom, Boudewijn is vier dagen te vinden bij een loonbedrijf in Maarsbergen en Ruben verricht loon-werk via een bedrijf in Elst (Gld). Hoe verder ze komen in de opleiding, hoe leuker het wordt, vinden ze. “De eerste twee jaar leer je veel over de werking van machines en dergelijke. Ook leuk, maar veel daarvan wist ik al”, zegt Boudewijn. “In het derde jaar wordt het inhoudelij-ker, bijvoorbeeld met offertes maken. En nu in het vierde jaar leer je veel over het managen van een bedrijf.” Ook Jan en Ruben vinden dat het boeiendst. “Vakken als management en boekhouden spreken mij het meeste aan”, zegt Ruben. Jan: “De cijfermatige kant, het boekhouden, vind ik het allerleukst.”

Praktijkvakken zijn in de opleiding belangrijk. Boudewijn: “In het begin leer je veel over het sleutelen aan machines. In het derde jaar krijg je een opdracht bij agrarische bedrijven. Dat is heel leerzaam. Je werkt in groepjes waarbij je steeds een andere taak krijgt, bijvoor-beeld als uitvoerder, calculator, enzo-voort. Zo hebben wij op een pluimvee-bedrijf bekeken en berekend hoe een kippenschuur kan worden verlengd.” Met hun opleiding kunnen ze uiteinde-lijk leiding geven binnen een loonbe-drijf. Jan wil zijn vader opvolgen in het

ouderlijk bedrijf, waar zeven mensen werkzaam zijn. Ook Boudewijn wil leidinggeven. “Nu ik jong ben vind ik het leuk om op de trekker te zitten, maar uiteindelijk wil ik wel op kantoor terechtkomen”, zegt hij. Ruben wil een andere kant op. “Het agrarische werk trekt mij eigenlijk niet, ik wil een baan als uitvoerder in de wegenbouw.”Alledrie zijn ze enthousiast over het Groenhorst College. “De sfeer op school is erg goed.. Naast de opleiding hebben we ook gezellige schoolfeesten”, vertelt Ruben. “De docenten zijn ook goed”, vindt Boudewijn. Op de loonwerkoplei-ding zitten vooral jongens, maar met klassen van andere opleidingen worden gezamenlijk lessen gevolgd en daar zijn meer meiden te vinden. Ruben: “En bij andere opleidingen als dierverzorging en paardenhouderij lopen veel meiden rond, dus uiteindelijk is het allemaal wel in evenwicht.” Í

Ruben

Boudewijn

Jan

2 „AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2010

aG r a r I S c H EOPLEIDINGEN„„„„„„„„Van Hall larEnStEIn

Deeltijdopleiding AD Ondernemerschap

‘Koffieleuten kan thuis ook’

frank rooker en cees ruijter vinden het ideaal: leren

in deeltijd. Eén dag in de week naar school, de rest van

de week thuis aan het werk. Zo leren ze in theorie en

praktijk om een betere ondernemer te worden.

Je bent een jaar of twintig en hebt de middelbare agrarische school afgerond. De keus dient zich aan: verder leren of aan het werk. De boerderij thuis trekt. Daar kun je je pas echt nut-tig maken en die school heb je wel een keer gezien. Maar na een paar jaar werken op het ouderlijk agrarisch bedrijf, merk je dat je van bepaalde dingen toch nog meer wilt weten. Wat doe je dan? Weer fulltime de schoolbanken in is wel een heel drastische verandering. Bovendien wordt er thuis op je hulp gerekend. Frank Rooker en Cees Ruyter kwamen voor deze beslissing te staan. Zij kozen ervoor om de korte deeltijd HBO-opleiding AD Ondernemerschap te gaan volgen aan Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden.“Ik miste iets”, legt Frank zijn beslissing uit om toch weer in de schoolbanken plaats te nemen. “Op het gebied van organi-seren, werkzaamheden plannen en ideeën voor je bedrijf uit-werken, wil ik me graag verder ontwikkelen.” Het scheelt dat de duur van de opleiding goed is te overzien: twee jaar. Boven-dien is er maar één dag in de week les. Frank: “Dat is goed rond te breien met mijn werk thuis. Bovendien wilde mijn jongere broer in het bedrijf. Daardoor ontstond voor mij de mogelijk-heid om er wat bij te gaan doen. Leren, in dit geval.”

Verschillende sectorenOok Cees kwam er na een tijdje werken op het melkveebe-drijf thuis achter dat hij best nog wat meer kennis kon gebrui-ken als melkveehouder. Drie jaar geleden volgde hij daarom de Management Training Melkveehouderij in Oenkerk. Daar stak hij heel wat van op, toch bleef het kriebelen. “In Oenkerk

foto

mar

ije w

enne

ke

leerde ik veel van de gesprekken onderling. De jongens kwa-men overal vandaan en iedereen ging op een andere manier met uitdagingen en problemen om. In de opleiding AD Ondernemerschap hoop ik ook dingen van andere sectoren op te pakken. Daar kun je veel van leren, denk maar aan de automatisering in de tuinbouw.”Hoewel Cees en Frank beiden van een melkveehouderijbe-drijf afkomstig zijn, is de herkomst van de studenten AD Ondernemerschap erg gevarieerd. Iets waar Van Hall Laren-stein groot belang aan hecht. Van de negen studenten die afgelopen februari met de tweejarige opleiding zijn begon-nen, zijn er vijf melkveehouder. De rest van de klas bestaat uit een akkerbouwer, bloembollenteler, pluimveehouder en een ZZP’er. Vier van de jongens (er zitten op dit moment geen meisjes op de opleiding, al zijn die natuurlijk van harte welkom) komen uit Noord-Holland, de rest woont verspreid over heel Nederland.

communicerenOp de opleiding worden thema’s als ondernemerschap, bedrijfsbeoordeling, marketing, personeelsmanagement, buitenlandse markt (people, planet, profit) en financieel management behandeld. “De eerste periode was vooral gericht op het eigen bedrijf. Daarbij kwamen bijvoorbeeld strategie en vergadertechnieken aan bod. Dat hebben we op de MAS ook enigszins gehad, maar moest wel even opgefrist worden”, lacht Frank, die communicatie heel belangrijk vindt. “Als dat niet goed gaat, kun je niet verder met je bedrijf. Wij hebben 150 koeien, maar het bedrijf moet doorontwikkelen in de toekomst. Groter groeien, vernieu-wingen doorvoeren; je bedrijf up-to-date houden. Dat moet in samenspraak gebeuren. Als iemand een remmende factor vormt, moet je diegene kunnen overtuigen van jouw gelijk.”Marketing spreekt Frank minder aan. “Daar ben je niet zo mee bezig op je melkveebedrijf.” Toch merkte hij dat ook dat thema best nuttig kan zijn voor boeren. “Het is goed om te weten of en waarom de consument jouw product koopt.”

AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2010 „3

aG r a r I S c H EOPLEIDINGEN„„„„„„„

niet voor nietsIn de ondernemerstest die aan het begin van de opleiding wordt gedaan, blijkt wat voor soort type je bent, wat je ster-ke en zwakke punten zijn en waarin je jezelf kunt ontwikke-len en verbeteren. Cees weet van zichzelf best welk type hij is, maar toch blijft hij eraan werken om zijn zwakkere kan-ten te verbeteren. “Ik kan op zich best goed plannen, maar wil vaak te veel. De dag duurt maar 24 uur, dus dan heb je wel een probleem”, lacht hij.Toch lukt het hem aardig goed om de studie in zijn dagelijk-se werk op de boerderij in te plannen. Een voordeel vinden beide jongens dat het meeste groepswerk op die ene dag in de week dat ze allemaal in Leeuwarden zijn, wordt gedaan. Er wordt volop gebruik gemaakt van internet en mail en er is een blackboard-site waarop gewerkt kan worden aan de schoolopdrachten.“Het is best intensief, zo’n hele dag op school. Toch wil ik ook dat het intensief is, koffieleuten kan ik thuis ook. Ik zit hier niet voor niets en wil wat leren”, zegt Frank, die vindt dat iedereen heel gemotiveerd is. Cees: “Soms denk ik wel: heb ik zo’n opleiding echt nodig? Maar dan blijkt even later dat je op het bedrijf echt wat hebt aan wat je op school hebt geleerd.”Kennis opdoen, mensen uit verschillende sectoren spreken,

Frank Rooker (links) en

Cees Ruijter kunnen hun

studie goed combineren

met hun werk.

leren van elkaar en een bredere blik ontwikkelen, dat vin-den zowel Cees als Frank erg belangrijk. Daarom zitten ze in allerlei besturen en jongerencommissies en kozen ze ervoor om AD Ondernemerschap te gaan doen. “Ach, dan spreek je weer eens andere mensen dan je vader”, lacht Frank. Í

Frank RookerLeeftijd: 26 jaarWoonplaats: Aartswoud (NH)Bedrijf: MelkveehouderijVooropleiding: MASNevenfuncties: Bestuurslid AJK West-Friesland / Jongeren-raad Friesland-CampinaKermiscomité

Cees RuijterLeeftijd: 24 jaar

Woonplaats: Warmenhuizen (NH)

Bedrijf: Melkveehouderij

Vooropleiding: MAS en

Management Training

Melkveehouder (MTM)

Nevenfuncties: Vicevoorzitter AJK

de Noord / Cono jongerencollege

Stap in de wereld van Hogeschool Van Hall Larenstein!Is de tweejarige deeltijdopleiding AD Ondernemerschap ook echt wat voor jou? Kijk dan snel

op www.vanhall-larenstein.nl. Ook kun je voor meer info bellen of mailen met Cor Kwakernaak

(058-2846125, [email protected]). Liever sfeer proeven tijdens een open dag of lessen

volgen tijdens een meeloopdag? Dat kan natuurlijk ook!

open dag: 19 maart 2011 (10.00-15.00 uur)

meeloopdag: 31 maart 2011

Informatiemarkt: 10 juni 2011 (15.00- 18.00 uur)

last minute Informatiemarkt: 25 augustus 2011 (11.00-14.00 uur)

Naast AD Ondernemerschap heeft Hogeschool Van Hall Larenstein tal van andere interessante

opleidingen op het gebied van landbouw en management: Dier- en veehouderij, Bedrijfskun-

de en agribusiness, Tuin- en akkerbouw of de één- of tweejarige AD Melkveehouderij.

4 „AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2010

aG r a r I S c H EOPLEIDINGEN„„„„„„„

Animal SciencesAls zoon van een melkveehouder heeft Jeroen Krijnen (23) uit het Brabantse Oosteind altijd al speciale interesse gehad in het voeren van de koeien op het bedrijf. Het was voor hem dus een logische stap om op de HAS Den Bosch te kiezen voor de afstudeerrichting Veevoeding. Vervolgens maakte hij de overstap naar Wageningen University voor de masteropleiding Animal Sciences, waar hij nu bezig is met zijn afstudeeronderzoek. “Bij de HAS krijg je vooral met de praktische kant te maken. Dat is heel leerzaam, maar ik wilde graag meer theoretische bagage”, verklaart Jeroen zijn keuze voor Wageningen. De studie Animal Sciences, die in het Engels wordt gegeven, leidt studenten op tot dierwetenschapper. Jeroen heeft ook hier gekozen voor de specialisatie Veevoeding, waar hij onder meer leert hoe de vertering van voeding bij dieren exact verloopt maar ook hoe je mengvoeders maakt die precies voldoen aan de behoefte van het dier. In zijn huidige studie wordt meer dan op de HAS verwacht dat je jezelf kunt redden, zegt Jeroen. “Je hebt geen vast pro-gramma en moet alles zelf inplannen. Ik vind dat wel prettig. Je loopt het risico dat je uitloopt met je opleiding als je het niet goed hebt geregeld, maar daar leer je van.”

Dat hij een agrarische achtergrond heeft, ziet Jeroen als voor-deel. “Je weet veel sneller hoe theoretische onderwerpen in de praktijk werken.” Hij wil nog niet aan de slag als opvolger in het ouderlijk bedrijf. “Ik heb lang getwijfeld of ik direct zou kiezen voor opvolging, voor een combinatie tussen werk thuis en buitenshuis of voor een baan volledig buitenshuis. Ik vind het boerenvak wel heel mooi, maar de komende jaren ga ik voor een voltijd baan buitenshuis voor werkervaring en om mezelf verder te ontwikkelen. Het liefst in een technisch-commerciële functie bij een mengvoerbedrijf.”

AgrotechnologieEigenlijk was Henja besuijen niet van plan de opleiding Agrotechnologie te gaan doen, toen ze een paar jaar geleden een open dag bezocht van Wageningen University. “Ik ging er naartoe om informatie te krijgen over de studie Dierwe-tenschappen”, vertelt ze. “Maar wat ik hoorde over Agro-technologie, vond ik heel interessant en daarom werd het dat uiteindelijk.”Inmiddels volgt de twintigjarige Henja het tweede jaar van de bacheloropleiding Agrotechnologie en heeft ze nog geen spijt van haar keuze. “Het is een heel brede studie, waarin je allerlei kanten van de landbouw leert kennen.” Bij Agro-

„WaGEnInGEn unIVErSIty

Boeiende vakken in gemoedelijke sfeerWaarom kiezen voor Wageningen University? Studenten Jeroen, Henja en Elise hoeven er niet

lang over na te denken. Hun opleidingen Animal Sciences, Agrotechnologie en Plantenweten-

schappen zijn boeiende, brede studies. De universiteit heeft een gemoedelijke sfeer en Wage-

ningen is een studentenstad waar je bijna iedereen kent en alles dichtbij is.

AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2010 „5

aG r a r I S c H EOPLEIDINGEN„„„„„„„

Boeiende vakken in gemoedelijke sfeerfoto’s voermans van bree

Landbouw in WageningenBij Wageningen University kun je kiezen uit 20 bacheloropleidingen en 32 masteropleidingen.

Om aan een bacheloropleiding te beginnen, zoals Agrotechnologie, Plantenwetenschappen en

Dierwetenschappen, moet je een vwo-diploma hebben. Na het behalen van de bachelortitel of

met een hbo-diploma kun je doorstuderen voor je master, bijvoorbeeld voor de studie Animal

Sciences, Plant Sciences of Agricultural and Bioresource Engineering. Meer informatie vind je

op www.wageningenuniversity.nl. Je kunt ook een kijkje nemen op de Bachelor Open Dag op 9

april of de Master Open Dag op 18 maart.

technologie wordt gekeken hoe je innovatieve en duurzame technologie kunt gebruiken in de land- en tuinbouw. Die ken-nis is nuttig voor projecten als diervriendelijke huisvesting en energieleverende kassen. Henja is opgegroeid op een Zeeuws bloemkoolbedrijf. Ze vindt dat handig omdat ze snel begrijpt hoe boeren in de praktijk tegen zaken uit de studie aankijken. “Maar het is niet per se een groot voordeel dat je van een boerenbedrijf komt. Je hebt geen achterstand als je een andere achtergrond hebt.”De vakken die te maken hebben met veehouderij, spreken Henja het meest aan. “Je leert bijvoorbeeld hoe de uitstoot van methaan kan worden verminderd, en welke rol bepaalde stallen of soorten dieren daarbij spelen.”De opleiding duurt drie jaar, waarna Henja waarschijnlijk de tweejarige masteropleiding volgt. Met dat diploma zou ze aan de slag kunnen als adviseur, productontwikkelaar of ICT-specialist. Maar zover is het nog niet, voorlopig heeft Henja het prima naar haar zin in Wageningen. “Alles is lekker dichtbij en je komt elkaar makkelijk tegen in de stad en op de universiteit. De sfeer op de universiteit is echt ons kent ons en dat spreekt me aan.”

PlantenwetenschappenPlanten zijn van levensbelang voor de aarde. Voor ontwik-kelingslanden is plantenkennis voor voedselvoorziening heel belangrijk. Dat waren voor Elise bressers uit Oirschot belangrijke feiten om aan de studie Plantenwetenschappen te beginnen.Wat voor de twintigjarige Brabantse ook meespeelde, is dat je met het diploma van de opleiding alle kanten op kunt. “Je wordt niet opgeleid voor één bepaald vak”, legt Elise uit. “Je kunt onderzoeker worden, maar ook de politiek ingaan, je

met economie bezighouden of kiezen voor een functie bij de veiling.” Elise zit in het tweede jaar van de bachelorstudie. Ze volgt basisvakken als statistiek en wiskunde en daarnaast theorievakken met onderwerpen als biotechnologie, gezonde voeding en toepassing van plantenkennis in de akkerbouw. Hoewel Elise dus na haar studie veel richtingen kan kiezen, heeft ze al een aardig idee welke kant ze op wil. “Akkerbouw vind ik interessant en daarbij spreekt de richting teelt en eco-logie me het meest aan. Ik zou daarin bijvoorbeeld wel een baan als adviseur willen.”Dat voor haar studie de keuze op de Wageningen University viel, lag voor de hand. “Het is de enige plek in Nederland waar je dit kunt studeren”, zegt Elise. “We hebben een klas met 24 studenten, die bijna allemaal uit de land- en tuinbouw komen.” Zelf komt ze van een boomkwekerij. De opleiding en de stad Wageningen bevalt de studente uitstekend. “We hebben een leuke, kleine groep op de uni-versiteit. Wageningen is als studentenstad veel rustiger dan Utrecht of Amsterdam, maar ook veel gemoedelijker. En alles is goed bereikbaar.” Í

6 „AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2010

aG r a r I S c H EOPLEIDINGEN„„„„„„„Drie jonge agrariërs van begin dertig kijken terug. De juiste opleiding gevolgd, voldoende

opgestoken? Of hadden ze achteraf, met de kennis van nu, toch een andere keus gemaakt?

Door Aart van Cooten

illu

stra

tie

hen

k va

n r

uite

nbee

k

Pluimveehouder Roy Tomesen (32)

Scholing is cruciaal“Na de havo heb ik even getwijfeld. Naar de has of via een omweg naar Wageningen Uni-versiteit? Ik was er snel uit, want ik ben toch meer een man van de praktijk dan iemand die graag studeert. Bovendien, het stond toen al vast dat ik hier thuis in Doetinchem ons leg-pluimveebedrijf zou overnemen.Ik ben blij dat ik de has in Den Bosch heb gedaan. Voor een deel heb ik me daar echt kunnen verdiepen in onze eigen sector. Mijn afstudeeropdracht was bijvoorbeeld gericht op behandelmethoden tegen leververvetting bij leghennen. Dat was erg leerzaam. Is ook echt wat uitgekomen.Anno 2010 heeft een agrarisch ondernemer

meer aan de has dan aan de mas. Het gaat tegenwoordig echt om ondernemerskwali-teiten en op dat vlak schiet volgens mij een middelbare beroepsopleiding te kort. Ik kan nu zelf een kostprijsberekening maken, analyseren en vervolgens keuzes maken. Ik gebruik de adviseur van ons veevoerbedrijf als klankbord. Niet meer, niet minder. Collega’s met een mas-diploma zijn afhankelijker van adviseurs rond hun bedrijf en dan moet je drommels goed uitkijken. Want adviseurs heb-ben allemaal hun eigen belang, hun bedrijf eet mee van jouw bedrijf. Het is handig als je dat kunt doorzien.Vijftien jaar geleden was ik voor honderd

procent overtuigd van mijn keus voor de has. Daarover begin ik nu toch een beetje te twijfelen. Het zou me niet verbazen dat over tien jaar de helft van de jonge agrariërs naar Wageningen gaat. De bedrijven worden gro-ter, intensiever. Scholing is cruciaal. Vroeger was de mas voldoende, nu kom je er wel met de has, maar straks is Wageningen misschien wel noodzakelijk.Ik heb hard gewerkt op de has, in vier jaar was ik klaar. Daar ben ik best trots op. Achteraf vraag ik me af, waarom heb ik er eigenlijk niet een jaartje langer over gedaan? Die tijd in Den Bosch was de mooiste tijd van mijn leven. Ik had daar wel wat langer van mogen genieten.” Í

“Je kunt de tijd niet terugdraaien. Maar als dat wel kon, dan zou ik op school beter mijn best hebben gedaan. Afgelopen jaren ben ik er vaak tegenaan gelopen. Ik moet alles zelf ontdek-ken. Dat kost tijd en energie. Uiteindelijk lukt het allemaal wel, en daar ben ik best trots op. Maar gebrek aan scholing heeft me zeker geld gekost.Halverwege de mavo ben ik naar de lagere landbouwschool gegaan. Vervolgens een paar jaar naar de mas. Die heb ik niet afgemaakt, omdat ik thuis op ons bedrijf in Doornspijk nodig was. Ik ben nog een tijdje een dag per week naar school gegaan, maar ik was er vaker niet dan wel. Mijn vader vond school niet zo

belangrijk en ik ook niet. Stoppen kwam me wel goed uit.Als je dan aan het werk bent, kom je er snel achter. Een gemengd bedrijf zoals wij dat hier hebben met melkkoeien, geiten en vleeseen-den, dat vraagt om visie, om strategisch den-ken. Kortom, om ondernemerskwaliteiten. Ik liep maar een beetje achter mijn vader aan. Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen. Samen met mijn vrouw heb ik de melkgeitentak op ons bedrijf opgezet. Dat zegt wel wat. Ik heb cursussen bij het AJK gedaan, studiedagen bezocht, in besturen gezeten. En af en toe in de studieboeken van mijn broer gekeken. Uiteinde-lijk kan ik wel een kostprijsberekening maken,

maar dat kost mij wel erg veel tijd en energie. Als ik vroeger op school beter mijn best had gedaan, had ik het vast makkelijker gehad. Ik heb nog even overwogen om in de avond-uren naar de has te gaan. Maar ja, ik was toen inmiddels getrouwd en mijn vrouw wilde mij ook wel eens in huis zien. Zo gaan die dingen. Ik hoop dat ik mijn kinderen straks kan sti-muleren om door te leren. Koeien melken en eenden voeren kun je thuis wel leren, maar om een doordacht investeringsplan te maken, moet je kennis in huis hebben. Zelf rekenen, zelf bepalen wat je wilt. Dat kun je tegenwoor-dig echt niet meer aan de vertegenwoordiger van de bank overlaten.” Í

Veehouder Teunis Beltman (30):

Te snel thuis gaan werken

AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2010 „7

aG r a r I S c H EOPLEIDINGEN„„„„„„„

“Net zoals vrijwel alle jongens heb ik er een tijdje van gedroomd om straaljagerpiloot te worden, maar zo rond mijn veertiende wist ik zeker dat ik hier thuis aan de slag wilde gaan. Ik heb bewust voor Wagenin-gen Universiteit gekozen. Ik had op het vwo al het idee dat ik met een studie in Wageningen een goede basis kon leggen voor onze orchideeënkwekerij in Berkel en Rodenrijs. Natuurlijk, ik had ook naar de has kunnen gaan, is op zich niks mis mee, maar ik had prima cijfers op het vwo en dan kies je toch het hoogst haalbare. In Wageningen kun je zelf je leerroute kiezen. Vanwege mijn toekomst in de

glastuinbouw heb ik veel vakken gedaan op het gebied van bedrijfseconomie en bedrijfskunde. Zo heb ik onderzoek gedaan naar de kritische succesfactoren bij innovatie in de glastuinbouw. Bij het Landbouw Economisch Instituut in Den Haag ben ik afgestudeerd op een onder-zoek naar de rentabiliteit van kwaliteits-systemen. Van die onderzoeken heb ik echt veel opgestoken, daar heb ik nu nog profijt van. Ik ben blij dat ik voor Wageningen heb gekozen. Je moet daar zelf je plan trek-ken. Daar word je zelfstandig van, je leert verantwoordelijkheid te nemen. En je

ontwikkelt een andere manier van denken. Het is goed om van een afstand naar de ontwikkelingen in je eigen bedrijf te kijken en vervolgens doordachte beslissingen te nemen, waarbij je ook naar de lange ter-mijn kijkt. Wie glastuinder wil worden, hoeft niet per se naar Wageningen te gaan. Met een has-diploma kom je ook een eind. Maar ik denk toch dat je dan vaker een beroep moet doen op allerlei adviseurs. Dan hoef ik niet, en dat scheelt een hoop geld.” Í

Orchideeënkweker Lennert Pannekoek (30)

Kies het hoogst haalbare

8 „AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2010

Betteke Pauw doet op

de CAH Dronten veel

nieuwe ervaringen op.

„caH drontEn

‘Super ervaring!’

De tulpenbroeierij thuis in het West-Friese

Hem: dat was het helemaal voor betteke

Pauw (21). Totdat ze op CAH Dronten de

hbo-opleiding Tuinbouw en Akkerbouw

ging doen. “Dan kom je erachter dat er

nog veel meer is op de wereld. Je wordt

gestimuleerd om breder te kijken.”

CAH Dronten: iets voor jou? Dier- en veehouderij, Tuinbouw en Akkerbouw, Agrotechniek en management, International Foodbusiness, Hippische

bedrijfskunde, Makelaardij & Landelijk vastgoed, Dier & gezondheidszorg, Financiële dienstverlening agrarisch, Bedrijfs-

kunde en agribusiness, Voeding & gezondheid of toch (AD) Agrarisch ondernemerschap? CAH Dronten heeft veel oplei-

dingen, dus voor ieder wat wils! Meer weten? Kom dan eens naar een voorlichtingsdag!

Vrijdag 11 februari 2011 12:30 – 16:30 uur (tevens activiteitenmiddag)

Zaterdag 12 maart 2011 10:00 – 15:00 uur

Vrijdag 17 juni 2011 13:30 – 16:30 uur

Ook een dagje meelopen bij één van de opleidingen is mogelijk. Geef je op via de website www.cahdronten.nl. Hier vind

je nog veel meer informatie over de hogeschool en haar opleidingen.

Nog steeds steekt Betteke met veel plezier de handen uit de mouwen op het ouderlijk bedrijf. Vooral in de win-ter, als de tulpenbroei volop in gang is. Maar in de tijd dat derdejaars Bet-teke nu op CAH Dronten zit, heeft ze veel nieuwe ervaringen opgedaan. Ze ontdekte dat de commerciële kant van de tuinbouw haar boeit. Dat ze meer wil leren over veredeling en dat andere vakgebieden dan de tuinbouw ook hartstikke interessant zijn. Een hoog-tepunt was de stage van zeven weken naar Ecuador vorig jaar zomer. “Op een bloembollenteeltbedrijf van 350 hec-

tare. Ik zat er op het laboratorium van de veredelingsafdeling. Een supererva-ring!”, kijkt Betteke terug.

Jezelf ontwikkelenMaar ook op school zijn er – buiten de lessen – genoeg mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen. Iets wat Betteke belangrijk vindt. Ze zit in het PR-team van de school, staat met hen op beur-zen en geeft voorlichting over CAH Dronten op scholen. “Ik wil graag actief zijn op en om school”, zegt ze. “Boven-dien is het ook gewoon heel gezellig. Ik zit niet op kamers, maar dan nog is

er genoeg te doen. Er zijn ik weet niet hoeveel besturen. Voor koeien, var-kens, kippen, trekkertrek, akkerbouw; noem maar op. Bovendien heb je ook nog studentenverenigingen. Je hoeft je in Dronten niet te vervelen.”Hartstikke leuk natuurlijk, maar uitein-delijk gaat het toch om de opleiding. En die bevalt Betteke prima. Ze had niet verwacht dat er zoveel aandacht voor haar persoonlijke ontwikkeling zou zijn. “Er wordt echt gekeken naar wie je bent en wat je kunt. Dat vind ik erg goed van de school.” Het scheelt daarbij dat ze, zoals ze zelf zegt, een gezellige mentor heeft waarmee ze makkelijk kan praten.

aan het werkVolgend schooljaar wordt Betteke’s laatste aan de CAH. Waarschijnlijk kiest ze de afstudeerspecialisaties verede-ling en im- en export. Ook staat haar nog een stage te wachten, al gaat die waarschijnlijk niet naar het buitenland. “Veel klasgenootjes willen dat wel, maar ik hoop bij een Nederlands bedrijf terecht te komen waar ik, na mijn afstuderen, kan blijven werken”, doet Betteke haar plannen uit de doeken.

foto

car

olie

n t

iern

ego

aG r a r I S c H EOPLEIDINGENÍÍÍÍ

Í

Alette van der Velden (24) heeft met haar ouders een glastuinbouwbedrijf met komkom-mers en potplanten in het Drentse Klaziena-veen. In deze column schrijft ze wat haar bezig-houdt op haar bedrijf.

Onafhankelijke landbouw?NAJK, dat staat voor Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt. Onder ’agrarisch’ vallen o.a. tuinbouw, landbouw, melkveehouderij, intensieve veeteelt. Die zijn allemaal netjes in groepjes verdeeld met elk een eigen voorzitter die verstand heeft van zijn sector. Toch is het is volgens mij af en toe ook wel eens heel goed als iemand uit een andere agrari-sche sector eens een licht laat schijnen op de situ-atie bij de collega-ondernemers. We kunnen nog zoveel van elkaar leren. Tussen ondernemers zitten meestal niet zulke grote verschillen.Maar…tussen boeren en tuinders zit wel verschil! Voor boeren lijkt wel alles te draaien om Brussel, quotum en subsidies. Het kan toch niet zo zijn dat je toekomst als boer afhankelijk is van een paar -voor de meesten onverstaanbare- mensen met dure pakken? Of ze nu wel of geen subsidie geven of regels maken, je moet het toch zelf doen! Niemand komt voor jou uit Brussel om de koeien te melken, te zaaien, beregenen als het droog is, putjes scheppen als het nat is! Jij moet zorgen dat alles in de praktijk loopt. De regels zullen heus niet zo verschrikkelijk worden dat ondernemen onmo-gelijk wordt. Het is mij echt opgevallen dat hier een kloof is tussen land- en tuinbouw. De landbouw is heel erg gefixeerd op en afhankelijk van regels uit Brussel. Het kan toch niet zo zijn dat er sectoren in elkaar storten als een kaartenhuis als er subsidie wegvalt of er regels veranderen? Het gaat sowieso erg ver met al die betutteling. Laten de mensen in Brussel zich eens druk maken om de regels minder ingewikkeld te krijgen. Laten we dat met z’n allen voorstellen, want iedereen is bezig het bedrijf te optimaliseren en duurzaam bezig te zijn. Als je dat niet doet, gooi je onverantwoord geld over de balk en ook dat wordt in de praktijk vanzelf gestraft! Dat geldt dan weer wel voor heel agrarisch Nederland. We moeten kunnen ondernemen en niet alleen maar luisteren.

„bedrijfsovername

BNDR december 2010 „17

Brabant en Friesland blijven jonge boer steunenZowel de provincie Brabant als Friesland hebben eerder een bijdrage aan de steunmaatregel jonge boeren

2011 uit de begroting geschrapt. Echter, door goede lobby van BAJK en AJF is er in beide provincies een motie

ingediend om alsnog een bedrag te reserveren voor de steunmaatregel. En tot volle tevredenheid van alle

betrokkenen zijn ook beide moties aangenomen. NAJK hoopt dat het de andere provinciale besturen ook lukt

om hun provincies ervan te overtuigen om een bedrag beschikbaar te stellen voor de steunmaatregel. Í

Alles weten over bedrijfsovername? www.bedrijfsovernameportal.nl , dé site over agrarische bedrijfsovername van NAJK.

ag r a r i s c h eOpLEiDiNgENÍÍÍÍ

Minister maaktbedrijfsovername voor pachters makkelijkerBedrijfsovername is nooit eenvoudig. Er zijn vaak discussies over hoe het geregeld moet worden met de familie, wat de minimale overnamesom moet zijn en hoe de overname fiscaal gezien zo voordelig mogelijk kan plaatsvinden. De huidige minister van Financiën heeft geprobeerd de overname voor pachters te versoepelen.

Minister van Financiën Jan Kees de Jager heeft besloten dat de Belastingdienst pachters later of voor minder aanslaat als er sprake is van een zogeheten pachtersvoordeel op landbouwgrond. Met deze maatregel hoopt de minister de belemmeringen bij de bedrijfsopvolging van pachters weg te nemen.

PachtersvoordeelVan een pachtersvoordeel is sprake als een pachter door hem gepachte grond in eigendom verkrijgt voor een prijs onder de vrije marktwaarde. Over dit voordeel moet in beginsel inkomstenbelasting worden betaald. Er zijn twee vormen van pachtersvoordeel, namelijk: “het eerste pach-tersvoordeel” en “het tweede pachtersvoordeel”.“Het eerste pachtersvoordeel” houdt in dat de pachter geen familie is van de verpachter. Met de nieuwe maatregel kan in dit geval de heffing worden door-geschoven naar de bedrijfsopvolger. Dat heeft als voordeel dat de bedrijfsoverdrager meer middelen overhoudt om zijn opvolger bij te staan.

Het “tweede pachtersvoordeel” houdt in dat de pachter wel familie is van de verkopende ver-pachter. De nieuwe maatregel houdt in dat in dit geval het voordeel deels kan worden vrijge-steld van inkomstenbelasting, namelijk voor zover bij de overdrager door de landbouwvrijstel-ling geen sprake was van een belastbaar voordeel. Bovengenoemde maatregel moet de bedrijfsoverdracht verpachters dus versoepelen. Een mooie regeling die komt vanuit de nieuwe regering. Het NAJK hoopt dan ook dat er meer maatregelen komen die bedrijfsopvolging in de landbouw vergemakkelijken en stimuleren. Binnenkort gaat het NAJK bij enkele politieke partijen op bezoek. Dus hebben jullie nog ideeën of opmerkingen die het NAJK mee kan nemen naar Den Haag, geef die dan door.Voor meer informatie over bedrijfsovername, kijk op: www.bedrijfsovernameportal.nl. Í

Minister Jan Kees de Jager

18 „BNDR december 2010

D

„naJK IntErnatIonaal

Geeft Europa jongeren de toekomst?“Zonder jonge boeren heeft de Europese landbouw

geen toekomst.” Dat zei Eurocommissaris Ciolos

eind september tijdens een congres van de Europese

jonge boeren en tuinders (CEJA) in België. NAJK vindt

het belangrijk te weten wat jonge agrariërs kunnen

verwachten van Europa.

Door Sander

Kerkhoffs

De uitspraak van Ciolos is natuurlijk een waarheid als een koe. Volgens de laatste statistieken is in Europa een derde van de boeren en tuinders ouder dan 65 en is slechts 7 procent jon-ger dan 35. Joris Baecke, de voorzitter van CEJA, benadrukt dat het laat zien hoe belangrijk het is dat het Gemeenschap-pelijke Landbouw Beleid (GLB), het ‘nieuwe’ Europese land-bouwbeleid, rekening houdt met jonge boeren en tuinders. Tijdens het congres in België legde CEJA de nadruk op het belang van de verjonging van de sector.

NAJK en haar Europese collega’s vinden het belangrijk dat ze weten wat ze van Europa kunnen verwachten. Baecke: “Daar hoort een stabiel en voorspelbaar budget bij zodat we genoeg, hoogwaardig en veilig voedsel op een duurzame

wijze kunnen produceren.” Het nieuwe beleid moet de forse lange-termijninvesteringen van jonge ondernemers erken-nen en waarderen. Bedrijfstoeslagen die aan actieve boeren en tuinders betaald worden en niet gebaseerd zijn op het verleden, passen daar goed bij. CEJA ondersteunt in principe het idee dat een gedeelte van de toeslagen gebruikt wordt voor publieke diensten. Op dit moment bestaan echter nog grote meningsverschillen over de betekenis van een publieke dienst.

SamenwerkenOm ervoor te zorgen dat de sector inderdaad gaat verjongen, wil Eurocommissaris Ciolos graag nauwer met de jonge boe-ren en tuinders samenwerken. Volgens Baecke kan een sterk Europees bedrijfsovernamebeleid zorgen voor voldoende perspectieven voor jonge agrariërs en wanneer het in alle lid-staten uitgevoerd wordt, voor een gelijk speelveld. Een voorstel van CEJA is het Young Farmers Package. Ver-schillende voorbeelden om in het pakket op te nemen zijn aangedragen. Een garantiefonds, voordeligere rentetarieven, belastingvoordelen, kortingen op verzekeringspremies, bedrijfsovernamecursussen, middelen om de land- en tuin-bouw aantrekkelijker te maken voor jongeren, maar ook investeringen in kennisuitwisseling en een betere overdracht van kennis van onderzoekscentra naar de boerderij. Ciolos heeft CEJA uitgenodigd om tot en met 2012 regelmatig met zijn ambtenaren om de tafel te gaan.

BNDR december 2010 „19

Geeft Europa jongeren de toekomst?

foto

iren

e vi

jfvi

nkel

foto

’s n

ajk

VoorstelOnlangs heeft de Europese Commissie haar voorstel ‘Het GLB richting 2020’ naar buiten gebracht. Wilco de Jong, Dirk-Anco Albada en andere belanghebbenden hebben tijdens een bijeenkomst in Den Haag van twee Brusselse topambtenaren uitleg over het voorstel gekregen. Op 19 november, tijdens het NAJK-congres, heeft Ciolos natuurlijk nog zelf verteld wat erin staat. Het voorstel gaat over drie hoofddoelen: een levensvatbare voedselproductie, duur-zaam beheer van natuurlijke hulpbronnen en een evenwich-tige ontwikkeling in de verschillende Europese regio’s.

Het systeem bestaat nu uit twee pijlers. Dat zal ook na 2014 zo blijven. De eerste pijler bestaat uit jaarlijkse betalingen aan alle actieve Europese boeren. Daaronder vallen bijvoor-beeld bedrijfstoeslagen. Het principe van cross compliance (inkomenssteun onder bepaalde voorwaarden) blijft behou-den. Lidstaten houden de mogelijkheid toeslagen te kop-pelen om te voorkomen dat hele sectoren of gebieden op de schop gaan.

De tweede pijler geeft lidstaten de mogelijkheid om Euro-pese doelen op hun eigen manier in te vullen. Net als nu, moeten de Europese landen daaraan zelf meebetalen. Milieu, klimaatverandering en innovatie krijgen meer aandacht. Maar ook zullen de zogenoemde handicapgebieden vanuit de tweede pijler betaald worden. Een positief teken is dat de specifieke behoeften van de jonge boeren prioriteit krijgen.

De gedetailleerde invulling en het bijbehorende budget moeten de komende tijd duidelijk worden. NAJK zal bij de

Kom ook!Is de agrariër de zwakste schakel in de keten?

ontdek samen met binnen- en buitenlandse collega’s of er

mogelijkheden zijn om onze positie in de keten te verbeteren.

Wat: Congres “De positie van de jonge agrariër in de voedselketen”

Wanneer: 23 februari 2011

Waar: Amsterdam

tijd: 9:00 – 18:00 uur

Kosten: €10 voor leden, €15 voor niet-leden

contact: [email protected]

Alle NAJK-leden zijn van harte welkom! Aanmelden kan via www.najk.nl of door een mailtje te

sturen naar [email protected]. Op de website vind je meer informatie over het programma, over de

sprekers en allerlei praktische dingen.

Dit congres is georganiseerd met financiële steun van de Europese Commissie,

Directoraat Generaal voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling.

beleidsmakers haar ideeën en voorstellen sterk onder de aandacht blijven brengen. Wilco de Jong: “Er staat nog erg weinig vast, maar piketpaaltjes worden gezet. Het komt er voor ons op aan hoe we zowel op nationaal als internatio-naal niveau inzetten om onze wensen vervuld te krijgen.”

Even wat anders…Het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid biedt niet voor alle problemen van boeren en tuinders een oplossing. De zwakke marktpositie en de ongelijke verdeling van de mar-ges over partijen in de keten zijn bijvoorbeeld geen zaken die door invoering van het GLB kunnen worden opgelost.

In het voorstel van Ciolos wordt hier wel aandacht aan geschonken, maar NAJK en CEJA zijn benieuwd welke moge-lijkheden jonge boeren en tuinders naast het GLB hebben om een fat-soenlijk inkomen te realiseren. Hoe zit het bijvoorbeeld met de Europese mededingingsregels? In februari organiseert NAJK samen met CEJA in Amsterdam een congres voor haar leden en de Europese collega’s. Daarbij zal de nadruk liggen op de hervorming van het landbouwbe-leid in relatie tot de positie van de jonge agrariër in de voedselketen. Verdeeld over drie panels geven gerenommeerde nationale en internationale spre-kers opheldering. Ze zetten ons aan het denken over hoe we onze positie in de keten kunnen verbeteren. Denk aan markten, prijzen en transparantie in de keten, samenwer-kingsmogelijkheden en de link tussen boeren en consumen-ten. Í

op de site van cEJa is de gehele verklaring van de bijeenkomst in

belgië te vinden. www.ceja.eu. Wil je meer weten over het Glb,

het congres in februari of andere Europese zaken? Stuur een mail-

tje naar [email protected].

“Zonder jonge boeren heeft de Euro-

pese landbouw geen toekomst.”

20 „BNDR december 2010

T &oud

‘Veel meer structuur op het bedrijf’

Í

„oud & nIEuW

De familie ten Hove runt in het Overijsselse Mariënheem een melkveebedrijf. Bas (28) is samen

met zijn ouders Herman (63) en Tonny (61) sinds zeven jaar in maatschap. De opa van Bas is in de

jaren dertig gestart met het bedrijf. Op een afstand van 600 meter en vijf kilometer liggen twee

natuurgebieden. Dit brengt voor het bedrijf beperkende maatregelen met zich mee.

tonny: “Bas helpt van kleins af aan al mee op het bedrijf. We hebben nog twee kinderen, maar het was al snel duidelijk dat zij geen interesse hadden om het bedrijf over te nemen. Voor Bas was het al sinds zijn kleutertijd duidelijk: ik word koeienboer.”Herman: “Ten opzichte van vroeger is er veel meer struc-tuur in het bedrijf. Veel werkzaamheden gebeuren op een vast tijdstip. Waar ik vroeger wel zag hoe het kwam, is voor veel werkzaamheden nu een planning. Ook de veearts komt vaker langs. Vroeger belde ik hem bij een zieke koe, nu komt hij eens per maand een kijkje nemen. Onze veestapel is flink gegroeid in de loop der jaren. In 1992 hebben we een stuk bij de stal aangebouwd. Toen Bas thuis kwam werken, heb-ben we onze veestapel vergroot naar 125 melkkoeien. Dan is structuur heel prettig en nodig. We melken nog in de melk-stal, maar sluiten een melkrobot in de toekomst niet uit. ”

buitenland Herman: “Wij vinden het belangrijk dat Bas ook buiten het bedrijf kijkt. Hij is voor stages veel in andere landen geweest. Zijn ervaringen daar zijn heel waardevol. tonny: “Het is leuk dat Bas altijd met nieuwe ideeën terug-komt. Wij staan er open voor om dingen te proberen op het bedrijf. Hij overlegt met ons zijn ideeën, die proberen we dan met elkaar uit.” Herman: “In onze tijd ging je niet naar het buitenland. Zelfs stages heb ik niet gelopen. Stage was alleen nodig als je niet

op een boerenbedrijf woonde. Vroeger was je veel meer gebonden. Ik vind het heel goed om je benen eens onder een andere tafel te steken.”tonny: “Omdat we het bedrijf samen doen is er ook de mogelijkheid voor Bas om een tijdje weg te gaan. Ik kan ook melken, dus als het nodig is, spring ik bij.”

toekomsttonny: “Ik baal soms van alle beperkende maatregelen die hier opgelegd worden in verband met de twee natuurgebie-den. Laatst hadden ze bedacht om alle sloten onder water te zetten, dit is goed voor een plantje dat zich in het natuurge-bied bevindt. Gelukkig lijken die plannen van tafel te gaan. Bas is jong en wil graag meer, ik snap dat heel goed. Het is jammer dat er zoveel onduidelijkheid is over wat wel en niet kan. Ik ben voor natuur, maar soms slaan ze een beetje door. Natuurbeheer heeft een dikke vinger in de pap. Al sinds 2007 is ons niet duidelijk of we wel of niet mogen uitbreiden.” Herman: “Gelukkig ziet Bas de maatregelen als uitdaging, daarom heb ik veel vertrouwen in de toekomst. Ik vind het mooi dat Bas mij achterna gaat. Het geeft je ook veel voldoe-ning, dat waar een gedeelte van de landbouwgrond in Neder-land alleen maar geschikt is voor de productie van gras, er via melkvee een eiwitrijk product van wordt gemaakt. Via melk-poederproducten kunnen er over de hele wereld mensen mee gevoed worden. Ik hoop dat Bas dat nog lang blijft doen en het plezier behoudt in zijn werk. Maar dat komt wel goed!”

Door Alice Leijten

BNDR december 2010 „21

&bedrijfsgegevens

Bas is sinds 7 jaar met zijn

ouders in maatschap. Ze

melken 125 koeien. Bas

neemt het grootste deel

van het ‘buitenwerk’ voor

zijn rekening. Zijn vader

melkt regelmatig nog op

de zondag ochtend en als

Bas druk is met het land-

werk. Het bedrijf is zelf-

voorzienend in het voer.

Bas teelt 45 ha gras en 23

ha mais. De koeien staan

het hele jaar op stal.

ÍnIEuW

‘Als ik het morgen over-neem, verander ik niets!’

foto

’s in

grid

zie

veri

nk

bas: “Ik woon nog in het ‘hotel’, bij mijn ouders thuis dus. Dat gaat heel goed, ik denk omdat we altijd open zijn. Alles wordt eerlijk besproken en ook mijn zus en broer worden bij beslissingen betrokken. We kunnen goed discussiëren met elkaar om zo de beste keuze te maken. Als ik het morgen over zou nemen, zou ik niets veranderen. Volgens mij is het heel belangrijk dat je de kans krijgt je eigen ideeën uit te proberen en vertrouwen hebt in elkaar.”

uitbreiding bas: “Eigenlijk had de nieuwe stal er al moeten staan. We willen graag uitbreiden. Maar helaas krijgen we geen vergun-ning van de provincie. We hebben hier te maken met een ammoniakplafond. Per koe is de uitstoot van ammoniak bepaald. Omdat hier in de buurt twee natuurgebieden zijn is dit plafond voor ons laag. Om die reden mogen we voorlopig niet uitbreiden, totdat de provincie Overijssel duidelijkheid verschaft over de toepassing van de regels.”

Ideeën opdoenbas: “Ik heb stage gelopen bij boeren in Duitsland, Canada en Australië. Ik ben blij dat ik die kans kreeg van mijn ouders. Ik doe in het buitenland veel ideeën op, en wissel ze ook uit met hun. Zo heb ik in Nieuw-Zeeland en Amerika bedrijven bezocht, waarbij ik die soms later weer gebruik op het bedrijf thuis. Ook zie je hoe het niet moet. Ik vind het leuk om in andere landen te zien hoe het ‘boeren’ eraan toe gaat. Daarom ben ik afgelopen voorjaar

meegeweest met de NAJK-reis naar Argentinië. Voorheen ben ik actief geweest in het AJK-bestuur. Nu komt dat er niet meer van. Wel bezoek ik veel vergaderingen en studiedagen. Het is ook goed om zo nu en dan uit je agrarische kringetje te stappen.”

Zware werk bas: “De dagelijkse werkzaamheden, als voeren en melken, neem ik voor mijn rekening. Meestal melkt mijn vader op zon-dagochtend en als ik druk ben met het landwerk. De boekhou-ding doet hij helemaal. We hebben verschillende kavels in de buurt. Het hakselen en mest rijden besteden we uit. We komen goed uit met ons mineralenbeleid, het streven is een kringloop. We zitten hier op zandgrond, waardoor mineralen makkelijk wegspoelen. Daarom zijn we verplicht na mais een groenbe-mester te zetten, in ons geval is dat rogge. Dit deden we al voordat het verplicht was. Je merkt echt verschil in je gewas.”

Eenmansbedrijfbas: “Hoe het hier over tien jaar uitziet? Ik hoop dat het een goed, gezond en rendabel bedrijf is met meer koeien. Mijn wens is om te groeien naar 200 koeien. Ik wil graag een eenmansbe-drijf blijven, al is 200 koeien dan wel een beetje veel. Met een robot kom ik al heel ver. In 2015 stopt het melkquotum, ik ben heel benieuwd hoe het melkquotumloze tijdperk eruit ziet. Ze zeggen dat er 20 procent meer melk zal zijn. Ik vind het span-nend maar ook een uitdaging. Boeren is een vrij beroep waarin je je eigen baas bent, ik zou niet willen ruilen.” Í

Bas ten HoveMelkveehouder in

Marienheem

28 jaar / Lid van

AJK Heino & Raalte

22 „BNDR december 2010

J

„nK VEEbEoordElEn

Afgevaardigde jonge koeienkenners uit alle provincies van Nederland reisden op zaterdag

11 september af naar Zeeland, waar het jaarlijkse NK Veebeoordelen werd gehouden. De wedstrijd

vond plaats in het hart van Goes op de Grote Markt. NAJK, CRV Holding BV en Christiaan Francke,

mede-organisator vanuit Zeeland, kijken terug op een mooi dag: het weer was fantastisch,

de koeien zagen er goed uit en alles verliep lekker vlot.

foto

’s n

ajk

Jarenlang deed Christiaan mee aan de wedstrijd als veebe-oordelaar, dit keer bekeek hij de dag door de ogen van een organisator. “Ik vond het heel leuk om mee te helpen met de organisatie. Soms was het wel spannend om alles op tijd klaar te hebben, maar het ging goed.”

‘topdag!’De eerste plek ging naar Jacobus Eppinga (28). In het Friese Sondel runt hij een melkveehouderij met 85 koeien. Hij doet al zes jaar mee aan het NK Veebeoordelen. “In Gorinchem, vier jaar terug, behaalde ik de derde plek. Dit jaar werd ik voor het eerst eerste en daar ben ik maar wat blij om!” Dank-zij Jacobus is er sinds twaalf jaar weer een Friese kampioen. De ochtendronde verliep voor Jacobus heel goed. “Ik zag gelijk dat het ‘mijn’ koeien waren; mooie beesten. Dan gaat het beoordelen een stuk makkelijker.” Jacobus bleef de hele ochtend geconcentreerd en schreef fanatiek mee. “Aan ’t einde van de ochtend dacht ik; dit is best!”. ’s Middags ging het nog beter, Jacobus zette de koeien in dezelfde volgorde als de jury. “Dat was al bijzonder. Toen ik

voor mijn mondelinge toelichting een 9,7 kreeg, wist ik dat ik met ruim 300 punten binnen was. Wat een topdag!”

Smaakt naar meer…Beste debutant was dit jaar Derk van Arkel uit Gelderland (22). Thuis heeft hij een veehouderij. Pas twee keer eerder deed Derk mee aan een veebeoordelingswedstrijd. “Ik was in Goes voor het eerst op een NK. Ik moest wel even wennen, zoveel publiek had ik niet verwacht. Maar het was een goede dag. Met een grote pluim voor de organisatie. Alles verliep vlot en de sfeer was opperbest.” Derk was niet zeker van plaatsing na de ochtendronde. “Ik grapte al; ik zit zo op het terras aan een biertje. Ik had niets bijgehouden, dus ik vond het keispannend. Toen mijn naam na het eten genoemd werd, schrok ik ervan. Ik was toch door!” De middagronde verliep voor Derk heel goed. Als zesde was hij aan de beurt, zijn mondelinge toelichting te houden. “Toen ik naar de microfoon liep, ging mijn hartslag omhoog, maar eenmaal aan het praten, kon ik rustig mijn verhaal doen.” Derk hoopt dat NAJK hem volgend jaar opnieuw kan

‘Allemaal goede koeien-kenners bij elkaar’

Door Alice Leijten

BNDR december 2010 „23

verwelkomen op de wedstrijd. “Het was hartstikke leuk, dit smaakt naar meer!”

Volgend jaar weerPlek twee en drie waren voor Peter Honingh (21) en Rutger Prins (22). Beiden wisten zich te plaatsen in Enschede. Peter studeert in Dronten, maar is opgegroeid op een melkveebe-drijf in Zuiderwoude . Hij debuteerde op dit NK. “We waren met een groep vanuit Noord-Holland naar Zeeland gekomen. In de auto zeiden we tegen elkaar; als er één van ons de mid-dagronde haalt, mogen we blij zijn. Toch was ik na de ochtend-ronde bijna zeker van mijn plaatsing in de volgende ronde.” ’s Middags was de beurt aan het roodbond om gekeurd te worden. “Normaal ben ik niet zo van rode koeien, maar deze stonden me wel aan. Ik had goed in mijn hoofd wat ik er van vond, hierdoor ging ook de mondelinge toelichting prima.” Rutger is veehouder in Hasselt. Ook hij heeft het NK als een mooie dag beleefd. “Ik was de avond van tevoren vroeg gaan slapen, dus ik was er helemaal klaar voor. Ik werd als één van de laatsten opgenoemd voor het middagprogramma, dat was wel

even spannend. Er zijn zoveel goede koeienkenners bij elkaar.” De koeien op volgorde zetten ging niet zo goed, maar hij wist dat goed te maken met de mondelinge toelichting. Hiervoor kreeg hij een 8,7. Voor Rutger was het de eerste keer dat hij in de prijzen viel. “Ik hoop er volgend jaar weer bij te zijn, dan ga ik voor de eerste plek!” Í

Nationaal Kampioenschap VeebeoordelenIeder jaar organiseert NAJK het Nationaal Kampioenschap Veebeoordelen. Het NK wordt geor-

ganiseerd in samenwerking met CRV Holding BV. Het evenement vindt elk jaar in een andere

provincie plaats. Tijdens het evenement strijden 64 jonge deelnemers uit heel Nederland mee

voor de eerst plek. Zij hebben zich voor het NK gekwalificeerd door deelname aan lokale en

provinciale veebeoordelingswedstrijden.

De deelnemers beoordelen tijdens het NK vijftien rood- en zwartbonte koeien op exterieur. Dit

gebeurt in twee ochtendrondes en één middagronde, de finaleronde met mondelinge toelich-

ting. De jury is bepalend voor de uitslag. Diegene die over de gehele dag de meeste punten

heeft verzameld mag zich dat jaar Nationaal Kampioen Veebeoordelen noemen. Í

Alfa is stersponsor van het NJAK. We zijn vooral

actief in de agrarische sector en in het midden- en

kleinbedrijf. Met ruim 800 professionals en 32 vesti-

gingen zijn we thuis in elke regio van Nederland.De ondernemende mens centraal

Aan het eind van het jaar kun je nog nèt even de

puntjes op de i zetten. Alfa helpt!

Op www.alfa-accountants.nl vind je onze eindejaars-

tips, speciaal voor agrarische ondernemers. Tips om

belasting te besparen, subsidies aan te vragen,

te voldoen aan wettelijke regels en nog veel meer.

Onze tips hebben we voor het laatst bewaard

Van Alfa kun je wijzer worden. We wensen je een

voordelig uiteinde!

Bel voor meer informatie naar 0800 BELALFA (0800 2352532)

of kijk op www.alfa-accountants.nl.

Binder november 215x140 fc.indd 1 25-11-2010 16:25:41

Jouw ontwikkeling als ondernemer staat centraal bij de CAH Dronten. Je studeert samen met 200 ondernemers. Je leert dus enorm veel van elkaar. De CAH Dronten heeft twee ondernemers­programma’s: Kort HBO,de Associate DegreeIn 1 of 2 jaar ontwikkel je jezelf tot een volwaardige ondernemer. Major AgrarischondernemerschapIn 3 of 4 jaar ben je als topondernemer klaar voorhet bedrijfsleven.

Meer weten?Kom langs op 11 februari of 12 maart 2011 of kijk op www.cahdronten.nl

www.cahdronten.nll

Agrarisch Ondernemerschap

BNDR december 2010 „25

„tHEma mInEralEnbElEId

Waarom biologisch?“In de biologische landbouw gaan we beter en bewuster om met de grond en het bodemleven. Op die manier telen we gezonder voedsel en dragen we bij aan onze leefomgeving. Ik vind dat belangrijk. Het is voor mij een uitda-ging om met zo min mogelijk input van buitenaf toch goed te produceren. Het streven is een kringloop creëren, maar zover zijn we nog niet.”

Kies je bewust voor biologische geschikte rassen? “Elk ras kun je biologisch telen, al is dat bij sommige rassen een grotere uitdaging dan bij andere. Wel ga ik heel bewust om met de groenbemesting. Ik maak veel gebruik van vlinderbloe-migen, bijvoorbeeld de luzerne. Deze planten verbeteren de structuur van de grond en halen stikstof uit de lucht. Gratis en voor niets. Ook hou ik er reke-ning mee hoe diep planten wortelen en of ze veel of weinig stikstof opnemen. Daarin wissel ik met gewassen af. Op de zorgboerderij werken we met cliën-ten, zij zijn nauw betrokken bij de teelt. Daarom kiezen we voor gewassen die tegen een stootje kunnen en waar we ook in de winter werk aan hebben. Ter voorkoming van ziekten en plagen en ter bevordering van de biodiversiteit heb ik gekozen voor een ruime vrucht-wisseling. “

maak je gebruik van dierlijke mest? “Sinds dit jaar is de regelgeving veran-derd en zijn we verplicht een (hoger) aandeel biologische mest te gebruiken. Eerder maakte ik alleen gebruik van groencompost, wat (nog) niet biologi-sche gecertificeerd is. In de biologische

Steeds meer ondernemers kiezen voor biologische teelt. Ook zij hebben te maken met mineralen-beleid. Krispijn van den dries (26) is een biologische boer. Hij is manager van zorgboerderij ‘De Boerderij’ in Emmeloord. Krispijn is verantwoordelijk voor de tuin- en akkerbouw op het bedrijf. Alle teelt is biologisch en vindt plaats op kleigrond. Het bedrijf verbouwt consumptieaardappels, luzerne, kool, zomergraan, wortels en pompoenen. Een bouwplan van één op acht.

Door Alice Leijten

‘Je hebt diversiteit nodig in je grond’

logische rundveemest is mag ik bij-voorbeeld ook gangbare potstalmest gebruiken. Biologische veehouders hebben ook te maken met de aan-scherping van de regels. Een veehou-der is nu verplicht om 75 procent van zijn mest te verspreiden op biologische grond. In 2012 moet hij 100 procent van zijn mest op biologische grond afvoeren.”

Welk element is voor jou het belangrijkste?“Ik vind stikstof, fosfaat en kalium alle drie even belangrijk. En daarbij niet te vergeten de sporenelementen. De juiste combinatie van deze elementen zorgt voor een mooi en gezond gewas. Je hebt diversiteit nodig in je grond.”

Hoe ziet de toekomst eruit? “De biologisch sector groeit enorm, het is de snelst groeiende sector van dit moment in de aardappel-, groente- en fruitsector. Op het platteland wordt nog weinig gevraagd naar biologische producten, dit in tegenstelling tot de steden. Het streven is om met onze sector koploper te zijn op het gebied van duurzaamheid. Ik kijk heel positief naar de toekomst.” Í

landbouw wordt mest in drie categorie-en verdeeld. Er zijn A-meststoffen, dat is mest van biologische veebedrijven en biologische compost. B-meststoffen zijn niet- biologische dierlijke mest en compost die voor een gedeelte nog wel zijn toegestaan in de biologische landbouw. C-meststoffen zijn alle gang-bare meststoffen als dierlijke mest en kunstmest. Ik mag 170 kilo per hectare stikstof aanvoeren. Hiervan moet 50 procent uit categorie A komen, het overige mag uit categorie B komen. In 2012 moet 60 procent A-meststoffen zijn. In 2020 mag ik alleen nog maar A-meststoffen gebruiken.”

Is er voldoende biologische dierlijke mest? “Wat betreft kippen en varkensmest wel, rundveemest is er te weinig. Zolang er voldoende is, ben ik verplicht om biologische mest te gebruiken. Omdat er nog niet voldoende bio-

26 „BNDR december 2010

W

„tHEma mInEralEnbElEId

Alfa over mineralenbeleid

Mineralenbeleid: be good and tell itAls boer of tuinder word je steeds vaker aangesproken op duurzaam pro-

duceren. De overheid richt zich daarop met maatregelen zoals het mine-

ralenbeleid, waarmee mestgebruik wordt teruggebracht. Regels kunnen

belemmerend werken, maar je kunt ze ook als uitdaging zien, zegt Karel

remmelink, bedrijfsadviseur bij Alfa Accountants en Adviseurs. Zorg

dat je transparant werkt en alles op orde hebt. Be good and tell it!

Door Karel

Remmelink

Waar koeien, varkens of andere dieren zijn, is mest. Neder-land heeft een grote veestapel. De mestproductie van het vee zorgt voor een milieuprobleem. Te veel mest kan slecht zijn voor de bodem, het grondwater en het oppervlaktewa-ter. Om dat tegen te gaan voert de Nederlandse overheid al sinds de jaren tachtig een vooruitstrevend beleid. Het richt zich op inkrimping van het mestgebruik door bijvoor-beeld het opleggen van boetes bij een overschrijding van milieunormen. Veehouders hebben te maken met dit beleid en gaan hier op verschillende manieren mee om. Sommi-gen zoeken collega-landbouwers die mest willen gebruiken. Zo is de veehouder zijn mest kwijt. Anderen proberen met zo min mogelijk input van mineralen zo veel mogelijk pro-duceren. Weer anderen zoeken het in verbranding van de mest of export ervan.

KringloopMineralen zitten in een kringloop. Voor de groei van een gewas zijn mineralen nodig. Die worden geleverd door het dier dat het gras vreet. De mest die het dier produceert sluit de kringloop. De kringloop wordt groter als een dier op stal staat, of bij een gemengd bedrijf, maar het blijft een kring-loop. Door krachtvoer en kunstmest worden mineralen van buiten de kringloop toegevoegd. Met melk en vlees worden mineralen uit de kringloop genomen.

Verliezen van mineralenDe overheid vindt dat de mest die je voor je bedrijf nodig hebt, moet kunnen gebruiken. Mestverlies is in sommige gevallen niet erg, maar de kringloop moet wel zoveel moge-lijk gesloten zijn. De aanvoer mag hooguit gelijk zijn aan de afvoer. Het lijkt erop dat voor fosfaat kan gelden dat aan- en afvoer aan elkaar gelijk kunnen zijn. Voor stikstof is de situ-atie anders. Stikstof die via mest op het land terechtkomt, spoelt vaak al uit voordat een plant het kan opnemen. Door

het uitspoelen of verdampen van mest komt stikstof in de lucht, het grondwater of het oppervlaktewater terecht. Op dit moment lopen er proeven met mestscheiding en mest-bewerking. Hiermee wordt onderzocht hoe stikstof beter kan worden vastgehouden.

Kostenpost? of brengt het iets op…Mest is niet alleen maar een milieuprobleem. Als onder-nemer kun je een te hoge mestproductie ook terugzien in je portemonnee. Voor een vleesvarkenshouder is na de voerkosten de mestafzet de hoogste kostenpost. Twintig procent van de voerwinst geven ze uit aan mestafzet. Voor de akkerbouwer is het een opbrengst. Veel maisland wordt niet meer met kunstmest bemest, maar alleen met organische mest. Het bespaart enkele honderden euro’s aan kunstmest en levert daarnaast ook organische stof op. Kortom de belangen zijn groot en meestal tegengesteld.

maximale hoeveelhedenDe overheid schrijft voor hoeveel mest en kunstmest je mag gebruiken. Als agrarische ondernemer heb je daaraan te voldoen. Organisaties die zich sterk maken voor de belan-gen van boeren en tuinders, proberen de normen op zo’n peil te houden, waarbij je als ondernemer nog goed uit de voeten kunt met bemesten.

Voor dieren die aangewezen zijn als ‘staldieren’ geldt dat alle mineralen die worden aangevoerd ook weer afgevoerd moeten worden. Daarbij wordt een uitzondering gemaakt voor verdampte stikstof, de zogenoemde stikstofcorrectie. Voor dieren die zijn aangemerkt als ‘graasdieren’ geldt voor het vaststellen van de mestproductie een forfait per dier. De gebruiksruimte wordt bepaald door een norm per hectare. De meer geproduceerde mest moet, net als op pluimvee- en varkensbedrijven, worden afgevoerd. In alle

BNDR december 2010 „27

Voordelig uiteinde met eindejaarstips van Alfa

optimaal sturen met baS-ScorE

Op twee A4’tjes een actueel overzicht van opbrengsten en kosten

en uw kasstroom in de afgelopen maand of kwartaal? Met BAS-

SCORE kun je op korte termijn bijsturen.

meld quotumoverdrachten op tijd

Je melkquotum nog in 2010/2011 overdragen? Een permanente

overdracht kun je tot 16 januari melden met het daarvoor bestem-

de formulier. Tijdelijke overdrachten (leasing) moet je voor 16

februari doorgeven.

aanmelden derogatie

De voorwaarden om 250 kilogram stikstof uit graasdiermest te

mogen gebruiken zijn gelijk gebleven. Je moet je aanmelden voor

derogatie. Dit kan van 1 januari tot 1 februari via internet.

Zorg tijdig voor een bemestingsplan

Vóór 1 februari moet het bemestingsplan aan de eisen voldoen.

Laat tijdig nieuwe grondmonsters nemen, indien de geldigheids-

duur van bestaande monsternames afloopt.

opgave eindvoorraden mest

In januari moeten veehouders informatie aanleveren bij DR, onder

meer over de mestvoorraden. Wil je inzicht in je mestsituatie, dan

maakt Alfa de balans op met het doorrekenen van de gebruiks-

normen.

bepaal fosfaattoestand met grondmonster

Sinds 2010 gelden hogere fosfaatnormen voor percelen met een

lage of neutrale fosfaattoestand van de bodem. Een lage of neu-

trale fosfaattoestand moet je aantonen door de percelen te laten

bemonsteren en analyseren.

meld einde huur toeslagrechten

Heb je toeslagrechten gehuurd of verhuurd? Meld deze dan op tijd

af. Dienst Regelingen houdt geen toezicht op de einddatum van

de verhuurperiode van de toeslagrechten.

Investeringssubsidie voor jonge landbouwers in 2011

Ben je jonger dan 40 jaar en heb je minder dan drie jaar geleden

een bedrijf overgenomen, dan kom je in aanmerking voor subsidie

op bedrijfsinvesteringen. De aanvraagperiode loopt van 1 juni tot

en met 15 juli.

Kijk voor meer tips over subsidies, belastingen, lijfrentes en

dergelijke op www.alfa-accountants.nl.

illu

stra

tie

hen

k ru

iten

beek

gevallen geldt, dat als je kunt aantonen dat je efficiënter omgaat met mineralen, je daarvoor beloond wordt met minder afvoer. In de melkveehouderij heet dat BEX: bedrijfsspecifieke excretie.

uitdagingStel, je doet je uiterste best om efficiënt met mineralen om te gaan, maar overheid en burgers vinden het onvoldoende. De omgeving zal landbouwers blijven aanspreken op duurzaam produceren. Neem van ons aan, dat dat de komende jaren een belangrijke factor is bij de ‘licence tot produce’. Alfa Accoun-tants en Adviseurs gaat uit van de stelling: ‘Be good en tell it’ Wij dagen je uit, maar ondersteunen je ook, om die stelling waar te maken. Wat moet je daarvoor doen? Je bent transparant bezig. Dat betekent dat je vanzelfsprekend een deugdelijke milieu-vergunning hebt. Qua ruimtelijke ordening voldoe je aan alle voorschriften. Vervolgens heb je een goede administratie, waar-mee je kunt aangeven hoe groot het mineralenverlies is. Je bent actief bezig om optimaal te voeren en te bemesten. Je zult zien dat dat een uitdaging is die bevredigt. Bovendien zul je de inspanningen terugzien in harde euro’s. Naarmate je ‘boeren met mineralen’ beter in de vingers hebt, draait het financieel ook beter. Daarbij ben je in staat om maat-schappelijke instanties te overtuigen dat je inspanning de maxi-male is; dan sta je sterk!

coachMineralenbeleid is breed en heeft veel raakvlakken. Je hebt een bedrijf dat veel van je vraagt, ook op allerlei terreinen. Alfa heeft expertise om je bij te staan op het gebied van administratie, maar meer nog bij de analyse en het advisering. Ook is ze op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en kennen we het beleid van de overheid. Ook wij zien het als een uitdaging om samen met jonge boeren die ‘licence tot produce’ waar te maken. We heb-ben als slogan dat de ondernemende mens centraal staat, dat ben jij en daar gaan we voor! Í

28 „BNDR december 2010

langrijke verbreding van mijn horizon, want ik kijk mee in 300 verschillende agrarische keukens. Zo zie ik precies wat er wel en wat er niet werkt. Op termijn neem ik het bedrijf thuis over, reken maar dat ik dan van mijn studie- én werkervaring zal profiteren.”

Jan Zeinstra,Afgestudeerd Melkveehouderij

Open dag: Zaterdag 19 maart, 10.00 – 15.00 uur, Agora 1, Leeuwarden.Check onze site voor data van onze open dagen in Velp en Wageningen.

www.vanhall-larenstein.nl

Profiteren van studie- én werkervaringSinds twee jaar ben ik aan het werk: fulltime als accountmanager bij de Rabobank en daarnaast nog in het melkveebedrijf thuis. Die combinatie is minder vreemd dan het lijkt, want ik werk bij de Rabobank op de agra-rische afdeling. Al tijdens mijn studie kon ik instromen in een traject bij die bank, en na mijn afstuderen kon ik er gewoon blijven werken. Een heel be-

OPEN DAGENBachelor zaterdag 9 april 2011Master vrijdag 18 maart 2011

MEER WETEN OVER ONZE OPLEIDINGEN? Bezoek een open dag

www.wageningenuniversity.nl/opendag

BNDR december 2010 „29

„StrIP

Vul de puzzel zo in dat in elke rij, in elke kolom en in elk blok van zes vakjes nooit dezelfde koeien staan. de oplossing is de naam van de koe in het gekleurde vakje. Stuur of mail je oplossing vóór 1 november naar [email protected] of naar:

redactie bndrPostbus 8163500 AV Utrecht

Vergeet niet je adres te vermelden, want wie weet win jij de heerlijke slagroomtaart die wordt verloot onder de juiste inzendingen! renske nynke Hoekstra uit Scherpenzeel puzzelde uit dat koe Rudy de oplossing was van de vorige Sudokoe. Zij heeft daarmee de taart gewonnen.

Bernadette Machiel Matilde

Sander Liesbeth Ina

„SudoKoE

30 „BNDR december 2010

„uIt allE HoEKEn

Samenwerking AJK’s en ForFarmersDe AJK’s in de vier noordelijke provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Flevo-land, proberen elkaar zo veel mogelijk te helpen. Sponsoring is daar een goed voorbeeld van. Gezamenlijk hebben de vier provincies veel te bieden, zoals een groot gebied, veel leden en een mooie afwisseling van veehouders en akkerbouwers. Kortom een perfecte samenwerking. Dat deze samenwerking goed is blijkt uit het feit dat het eerste sponsorcontract is afgesloten met ForFarmers. ForFarmers is een bedrijf dat zich richt op verschillende markten, zoals mengvoeders, zaaizaden, meststoffen en kennisuitwisseling met de klanten. Dat laatste is interessant voor de organisatie van cursussen en bijeenkom-sten voor de provincies met ForFarmers. Al met al zijn de vier noordelijke provincies blij met het eerste samen behaalde resultaat en hebben het volste vertrouwen in een goede samenwerking met ForFarmers.

Succesvolle start LAJK-seizoenHet nieuwe LAJK-seizoen is op 14 oktober op succesvolle wijze ingeluid met een startavond op het gemengd bedrijf van de familie Houben in Dieteren. Opvallend aan dit bedrijf is de unieke boogstal, waarover Harrie Houben enthousiast vertelde. Mathee Kamp van communicatiebureau Imagro gaf een presentatie over het imago van de land- en tuinbouw. Hij vertelde waarom een goed imago van je bedrijf en sector belangrijk is en hoe je daaraan kunt werken. Individuele ondernemers kun-nen samen het imago van de land- en tuinbouw positief versterken, was zijn bood-schap. Als je goed inspeelt op de kennis van burgers kun je hun gedrag beïnvloeden en daarmee bereiken dat zij positiever tegen de sector aankijken, zei Mathee. Tot slot van de avond presenteerde het dagelijks bestuur van het LAJK het jaarverslag 2009/2010.

Afscheid van OAJK-voorzitter Arjan SchrijverTijdens de provinciaal bestuursvergadering van september 2010 heeft het OAJK afscheid genomen van zijn voorzitter Arjan Schrijver. Door Jan Kuks werd Arjan hartelijk bedankt. Daarbij werd benadrukt dat hij een goed voorbeeld was hoe

je als bestuurder je inzet voor de vereniging. Jan kreeg van Arjan de voorzittershamer uitgereikt. Om op sommige momenten nog beter door te kunnen hameren kreeg hij ook een grote sloophamer. Daarop staan alle namen van de voorzitters van het OAJK. Jan Kuks wordt de vice-voorzitter van het OAJK en zal zolang de voorzitterstaken waarnemen. Er is nog geen nieuwe voorzitter gevon-den. Het OAJK hoopt voor eind 2010 de nieuwe voorzitter aan iedereen voor te kunnen stellen. Als afscheid kreeg Arjan een kalf met een verhaal aangeboden door www.kinderenen-kansen.nl

LAJK op de HilthoLAJK en AJK Noord-Limburg waren aanwezig bij de Hiltho in Horst. Dit is een consumenten- en bedrijvenbeurs die van 1 tot en met 6 oktober werd gehouden. In zes dagen tijd zijn zo’n 50.000 bezoekers op de beurs afgekomen. Regionale bedrijven presenteerden zich in stands. Het LAJK en AJK Noord-Limburg promootten de agrarische sector onder het grote publiek. In de stand konden de bezoekers zich laten informeren over het LAJK en was er de mogelijkheid om een kunstkoe te melken, een stukje vlees te eten en werd er een promotiefilm gedraaid over de kalver,- en varkenshouderij. De aandacht van de bezoekers werd extra getrokken door de aanwezigheid van jonge kuikentjes. Een beurs waar je niet snel een agrarische jongerenorganisatie verwacht, maar waar het LAJK over vier jaar zeker weer aanwezig is!

Gedeputeerde bezoekt Gr-AJK Om de contacten te verbeteren en actualiteiten uit de sector te bespreken, bezocht Gronings gedeputeerde Hollenga op vrijdag 5 november het Gr-AJK. Het bezoek vond plaats op het bedrijf van de familie Hamminga in Pieterburen. Hier werd gesproken over het provinciale beleid voor de lichtemis-

sie uit stallen. Ook de financiële gevolgen voor boeren van het beperken van aankoop van grond voor natuur kwamen aan de orde. Daarnaast heeft het Gr-AJK geïnformeerd naar de mogelijkheden voor educatieboerderijen in Groningen. Dat idee wordt positief ontvangen. Tot slot is de investerings-steun maatregel voor jonge boeren aan de orde geweest. De gedeputeerde laat duidelijk weten dat er geen financiële tegemoetkoming kan komen uit de algemene middelen. Het Gr-AJK betreurt dit, en geeft aan dat zij het wel degelijk nodig vindt om de jonge boeren tegemoet te komen in deze finan-cieel zware tijden. Na de discussie was er een rondleiding over het bedrijf van de familie Hamminga. Een zeer geslaag-de bijeenkomst met constructieve samenwerking.

Trotse boeren zijn Goed BezigDe Markt in Den Bosch, de Hoofdstad van de Smaak, was woensdag 4 november het domein van jonge agrariërs uit Noord-Brabant. Melk, kaas, worst, appels, rode kool en nog veel meer mooie producten werden uitgedeeld door BAJK-leden. Dankzij koe Leentje waren er vele voorbijgangers die naar de jonge ondernemers toekwamen. De uitdeelactie is onderdeel van het project Goed Bezig. De boodschap aan collega-agrariërs is: het is heel leuk en vooral heel simpel om aan je imago te werken. In het kader van deze actie verraste BAJK journalisten met een mysterieus pakketje: een knapzak met mooie producten vers van het boerenland. Er zat een brief bij met de boodschap dat ze met de inhoud van de knapzak genoeg energie zouden hebben voor hun reis naar de Hoofdstad van de Smaak.

GAJK-debat met Statenleden Het GAJK organiseert op maandag 7 februari een debat tussen Statenleden en agrari-sche jongeren. Dit debat vindt plaats in de verkiezingscampagne voor de Provinciale Statenverkiezingen in maart 2011. Al zeven van de tien huidige partijen in de Staten heb-ben toegezegd mee te doen aan het debat, namelijk: CDA, ChristenUnie, Groep van Ber-gen, PvdA, SGP, SP en VVD. Het belooft dus een succes te worden. Begin 2011 ontvangen alle Gelderse leden een uitnodiging met meer informatie in bus. Jij komt toch ook?

Geslaagde eerste Alleskunnerdag De bekende boerin Martine Kruider opende vrijdag 12 november de eerste provinciale Alleskunner(vrouwen)dag in Joure. Tachtig agrarische vrouwen waren hier op afgeko-men. Mede door het NAJK-project ‘Alleskunner’ werd deze dag in samenwerking met de AJF en AB Fryslân georganiseerd. Martine vertelde in haar inleiding dat ze zichzelf boerin noemt, maar alleen in de stal komt om de koeien te aaien. “Mijn man doet het boerenwerk en ik doe de praatjes”, lachte ze . Na de opening volgden vijf workshops waarin werd gepraat over zaken als geld, ondernemen en gezondheid. Na de tweede workshopronde kwam Martine Kruider tot de conclusie dat de agrarische vrouwen agra-rische alleskunners zijn. Omdat vol te houden hebben ze balans nodig in de diverse rollen die ze vervullen. Ook kwam duidelijk naar voren dat de vrouwen zichzelf niet moeten vergeten, want zij zijn een belangrijke spil in het draaiend houden van gezin en bedrijf. Tot slot werd na het winnen van de prijsvraag één dame in een damesoverall van Riannes Fashion gestoken. Echt een vrouw van deze tijd, een agrarische alleskunner! www.alles-kunner.com

Tuinbouw Jonge-ren Westlandtom Zwinkels (25) uit het Westland is voor-zitter van tuinbouw Jongeren Westland (tJW), onderdeel van het HaJK. Samen met zijn vader, oom en twee neven runt hij een trostomatenbedrijf verdeeld over drie loca-ties in het Westland.

Waarom zit je in het bestuur van tJW?“Ik zit nu vijf jaar in het bestuur. Sinds een klein halfjaar ben ik voorzitter. Een bestuursfunctie biedt de kans om met andere jonge tuinders in contact te komen, ken-nis uit te wisselen en de toekomst te bepalen. We hebben op dit moment ruim 250 leden.”

Wat doet tJW precies?“In januari hebben we altijd een Nieuwjaarsborrel bij een lid op het bedrijf. Voordat we gaan borrelen, doen we eerst een rond-leiding over het bedrijf: ff tuinen. Daarnaast organi-seren we verschillende excursies en ledenavonden over actuele thema’s. Laatst zijn we bijvoorbeeld naar een fabrikant van schermdoeken geweest. Zowel de ledenavonden als de excursies zijn tuin-bouwgerelateerd, maar wel zo breed mogelijk ingezet. Binnenkort bijvoorbeeld, hebben we een avond met Mercedes Nederland over hun marke-tingstrategie. Vervolgens maakt de lokale Mer-cedes-dealer een knipoog naar de tuinbouw: wat kunnen wij leren van hun marketingstrategie?”

Wat hoop je te bereiken?“In de eerste plaats wil ik een positieve bijdrage leveren aan de tuinbouw en de interesse van jon-geren wekken en vasthouden. Ook hoop ik veel mensen te ontmoeten om zo een sterk netwerk te krijgen.”

Kun je het andere jongeren aanraden om in het bestuur van tJW te gaan?“Jazeker! Ik krijg vaak de vraag hoeveel tijd het kost. Volgens mij moet je daar niet naar kijken. Wat het oplevert is ondergeschikt aan de tijd die je er mee kwijt bent. Bovendien leer je er heel veel van.”

Voel je je verbonden met naJK?“Nee, eigenlijk niet. Wij willen als tuinbouw-jongeren meer van ons laten horen. Nu komen we maar weinig aanbod. Daarom hebben we Tuinbouw Jongeren Nederland opgericht om zo directer contact te hebben met het NAJK en andere Tuinbouw Jongeren.”

BNDR december 2010 „31

HEt bEStuur Van...

Kijk op rabobank.nl/agrarisch

Rabobank. Een bank met ideeën.

Ontwikkel je eigen strategie met hetRabo Opvolgers Perspectief.

Het wordt helemaal jouwbedrijf. Dat is het idee.Als je het bedrijf van je ouders gaat overnemen, wordt het steeds meer jouw bedrijf. Met ruimte voor je

eigen ideëen en aanpak. Dat is soms lastig. Het Rabo Opvolgers Perspectief brengt je een stap vooruit. Je

ontdekt waar je eigen kracht ligt en wat je financiële mogelijkheden zijn. Ontwikkel net als varkenshouder

Tom Derikx een strategie die past bij jou en je bedrijf. En bepaal je eigen koers.