claude lorrain

16
Claude Lorrain 110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 1

Upload: wbooks

Post on 24-Jul-2016

224 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Page 1: Claude Lorrain

Claude Lorrain

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 1

Page 2: Claude Lorrain

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 2

Page 3: Claude Lorrain

Claude LorrainCarel van Tuyll van Serooskerken en Michiel C. Plomp

bijgestaan door Federica Mancini

Teylers Museum, Haarlem

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 3

Page 4: Claude Lorrain

1 Claude LorrainZelfportret (RD 179)Londen, British Museum

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 4

Page 5: Claude Lorrain

Inhoud

6 VoorwoordMarjan Scharloo, Henri Loyrette

8-9 Bruikleengevers – Dank

10 InleidingCarel van Tuyll van Serooskerken, Michiel C. Plomp

13 Claude Lorrain: overzicht in jaartallen

Essays

16 Claude Lorrain: de tekenaar in de natuurCarel van Tuyll van Serooskerken

30 Leermeesters uit alle windrichtingen. De wording van de tekenaar Claude LorrainMichiel C. Plomp

54 Claude Lorrain: een karakterisering van zijn tekeningenCarel van Tuyll van Serooskerken

64 De herkomst van de tekeningen in Haarlem en ParijsCarel van Tuyll van Serooskerken

70 Getekend door de tijd? De tekentechnieken van Claude Lorrain nader bekekenAriane de La Chapelle en Robien van Gulik

Catalogus

82 Claude Lorrain; zijn leermeesters en tijdgenoten

103 Het begin: topografie van Rome

116 Eerste studies naar de natuur; eerste compositie -tekeningen

140 Het Campagna Boek

170 Het Tivoli Boek

180 Verhalen uit de Bijbel en de Antieke Oudheid

223 Het heroïsche landschap

248 De laatste jaren

281 Bibliografie

297 Register

302 Foto credits

303 Colofon

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 5

Page 6: Claude Lorrain

Voorwoord

Hoewel hij is geboren in Lotharingen en Italië als zijntweede vaderland beschouwde, wordt de schilderClaude Gellée, genaamd Le Lorrain, traditioneel totde Franse school gerekend. Daarom vinden we in hetLouvre zijn doeken in de zalen die aan de Franse ze-ventiende-eeuwse schilderkunst zijn gewijd en begintde catalogus van tekeningen van de Franse, Duitse enHollandse school in Teylers Museum met zijn werk.Toch weet iedereen dat deze traditie nergens op ge-stoeld is. Lotharingen, waar Claude rond 1600 werdgeboren, was een onafhankelijk hertogdom, en nietzonder trots zal de kunstenaar tot het eind van zijn leven zijn werk blijven signeren met Claudio Lore -nese. Claude Lorrain zal nooit naar Parijs gaan. Het is Rome, waar hij omstreeks 1615 als jongeman aan-komt, waar hij zich in het contact met andere kunste-naars van allerlei nationaliteiten ontwikkelt. Meernog dan Lotharinger, Fransman of Romein is Claudekosmopoliet.

In het begin van de zeventiende eeuw beleeft deEeuwige Stad een tweede renaissance, een periodevan intense uitwisselingen en debatten tussen kun-stenaars van diverse pluimage; uitwisselingen die toteen nieuwe stijl, de barok zullen leiden. Claude weetdit vruchtbare klimaat volop te benutten. De omgangmet Italiaanse, Duitse, Vlaamse, Hollandse, Lotha-ringse en Franse schilders brengt hem de grondbe-ginselen, van waaruit hij zijn eigen stijl ontwikkelt.Was zijn vorming Europees, ook het enorme succesdat zijn schilderijen opleveren was van Europese proporties. Vanuit zijn atelier in Rome neemt hij op-drachten aan uit Parijs, Antwerpen, Madrid en Praag.

En al is in zijn eerste werken de invloed van de Hol-landse landschapsschilders Poelenburch en Breen-bergh zichtbaar, Claude Lorrain zal op zijn beurt alsnel een intens bewonderd voorbeeld worden voorveel schilders uit de Lage Landen, die het weergalozegouden licht in zijn landschappen zullen proberen teimiteren. Zij zullen niet de laatsten zijn die zich doorClaudes werk laten inspireren: zijn invloed op delandschapsschilderkunst zal blijvend zijn, en zijn in-getogen, poëtische blik bepaalt de norm voor de ko-mende eeuwen.

Claude Lorrain was niet alleen een zeer groot schil-der, hij was ook een fenomenaal tekenaar. Al beperkthij zich in zijn onderwerp in essentie tot het land-schap, hij weet dat te behandelen met een onuitputte-lijke verscheidenheid in benadering en techniek, vrij-wel zonder zichzelf te herhalen. De e^ecten die hijbereikt met een penseel met een beetje verdunde inkt,of met alleen de tekenpen, getuigen vaak van lef envan een bijzondere ‘moderne’ aanpak. Het is daaromniet verwonderlijk dat in onze eenentwintigste-eeuw-se ogen zijn tekeningen soms toegankelijker en aan-trekkelijker kunnen lijken dan zijn schilderijen, dievan nature meer geconstrueerd en inhoudelijk meercomplex zijn. Het Louvre en Teylers Museum hebbenhet geluk beide een grote verzameling tekeningenvan Claude in bezit te hebben, verzamelingen die el-kaar prachtig aanvullen, zoals in deze catalogus is tezien. In de collectie van Teylers Museum bevindenzich uitzonderlijk veel direct naar de natuur gemaak-te studies, vrucht van de regelmatige uitstapjes in deCampagna tijdens de eerste decennia die de kunste-

6

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 6

Page 7: Claude Lorrain

naar in Rome werkte. Het Département des Arts Graphiques van het Louvre bezit daarentegen eengroot aantal van zijn meer uitgewerkte composities,waarvan er vele uit zijn latere jaren dateren. De sa -menstellers van deze expositie hebben uit deze tweecollecties een keuze gemaakt die ons, zowel wat be-treft hun thematische en technische diversiteit alshun opmerkelijke schoonheid, volkomen representa-tief lijkt voor Lorrains getekende werk. Door toevoe-ging van een aantal schilderijen en etsen kan de plaatsvan de tekeningen in het oeuvre van Claude Lorrainverduidelijkt worden. De particuliere verzamelaarsen de musea die ons deze meesterwerken voor deduur van de expositie hebben willen toevertrouwen,zijn wij daarvoor zeer erkentelijk.

Het werk van Claude Lorrain wordt in deze expositievoor het eerst in Nederland zó breed getoond. Tijdenszijn leven was zijn reputatie hier groot: verscheidenevan zijn schilderijen waren bestemd voor Hollandseopdrachtgevers en zijn tekeningen werden hier alheel vroeg verzameld. Nederlandse kunstliefhebbersin de negentiende eeuw waardeerden Claude nog zozeer, dat ze hun grote landschapsschilder AndreasSchelfhout de ‘Claude Lorrain van de wintertafere-len’ noemden. We moeten nu constateren, dat de be-langstelling voor de kunstenaar is getaand. Zijn werkis in Nederlandse collecties, uitgezonderd de rijkeverzameling tekeningen van Teylers Museum, be-scheiden vertegenwoordigd.

De laatste keer dat er in Parijs een expositie aanhem werd gewijd, was in 1983, toen de Galeries natio-nales van het Grand Palais de kunstenaar herdachten

met een groot, schitterend retrospectief van zijnschilderijen, tekeningen en etsen. Sindsdien is er bijna dertig jaar verstreken en het werd tijd om Claude bij een nieuwe generatie te introduceren.

Wij zijn dus bijzonder verheugd, onze bezoekers tekunnen uitnodigen om in een zorgvuldige selectie tekeningen, etsen en schilderijen een van de grootsteEuropese meesters van het landschap te komen ont-dekken. Dit zou niet mogelijk zijn geweest zonder de generositeit van de verschillende bruikleengevers,zonder de energie en toewijding van de samenstellersvan de expositie, en zonder de medewerking van devele mensen in onze twee musea die de tentoonstel-ling en deze publicatie hebben ontwikkeld en onder-steund.

De uitgave van de Haarlemse catalogus werd mo gelijk gemaakt door de Stichting Dorodarte, de M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting en de J.E. Jurriaanse Stichting. De tentoonstelling in Haarlem zou niet mogelijk geweest zijn zonder de gulle steun van de Mondriaan Stichting, het Prins Bernard Cultuurfonds, de BankGiro Loterij,SNS Reaal Fonds, de Gemeente Haarlem en de Stichting Zabawas.

Marjan Scharloo

Directeur Teylers Museum

Henri Loyrette

Algemeen directeur van het Musée du Louvre

7

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 7

Page 8: Claude Lorrain

Bruikleengevers

Duitsland

Hamburg, KunsthalleParticuliere verzameling

Frankrijk

Grenoble, musée de GrenobleParijs, musée du Louvre, département des ArtsgraphiquesParijs, musée du Louvre, department des Peintures

Nederland

Amsterdam, RijksmuseumHaarlem, Teylers MuseumRotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen

Oostenrijk

Wenen, Gemäldegalerie, Akademie der bildendenKünste Wien

Verenigd Koninkrijk

Edinburgh, National Gallery of ScotlandNorfolk, Holkham Hall, Viscount Coke and Trusteesof the Holkham Estate

Verenigde Staten

Boston, Museum of Fine ArtsToledo (Ohio), Toledo Museum of Art

8

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 8

Page 9: Claude Lorrain

Dank

Het boek en de tentoonstelling Claude Lorrainzijn mede tot stand gekomen dankzij bijzondere hulp en adviezen van: Sébastien Allard, Laura Aldovini, Sylvie Aubenas,Ronni Baer, Holm Bevers, Arnauld Brejon deLavergnée, Duncan Bull, Enrico Ciancarini, Michael Clarke, Dominique Cordellier, Alexandre Dab, Alexander Dencher, MartinaFleischer, Giulia Franceschini, Sébastien Fumaroli,Giulia Fusconi, Anouk Gérard, Jeroen Giltaij,Véronique Goarin, Peter Hecht, Holger Jacob-Friesen, Michael Kwakkelstein, Huigen Leeflang,Idelette van Leeuwen, John Leighton, SéverineLepape, Laurence Lhinares, Andrea M. Mall, RégisMichel, Catherine Monbeig Goguel, LawrenceNichols, Sara van Ooteghem, Luuk Pijl, VincentPomarède, Louis-Antoine Prat, Denis Ribouillault,Robert-Jan te Rijdt, Pierre Rosenberg, EddySchavemaker, Martin Sonnabend, Guy Tosatto,Aidan Weston-Lewis, Jon Whiteley, Anna Winter en de medewerkers van de studiezalen van hetRijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie.

Collega’s in het Louvre zonder wie dit project nietmogelijk was geweest: Juliette Armand, Violaine Bouvet-Lanselle, Cécile Breffeil-Ducrot, Ariane de la Chapelle, Valérie Corvino, Fabrice Douar, Max Dujardin, Aline François, Clarine Guillou, Soraya Karkache,Chrystel Martin, Vincent Pomarède, André Le Prat,Bernadette Py, Sixtine de Saint-Léger en de mede -werkers van de Studiezaal Cabinet de Dessins, vanhet papier-restauratieatelier en van het inlijstatelier.

In Teylers Museum is met groot enthousiasme en toewijding gewerkt aan boek en tentoonstelling door: Froukje Budding, Terry van Druten, Erik Fens,Robien van Gulik, Michel Hommel, Nadia Kersten-Pampiglione, Fieke Kroon, Celeste Langedijk, FredPelt, Nico Vennik, Bram Vries, Mattie Wiemer,Martijn Zegel.

Gebruikte afkortingen

L.: Frits Lugt, Les Marques de collections de dessins et d’estampes, Amsterdam 1921; Supplément, Den Haag 1956

LV: Liber VeritatisRD: Marcel Roethlisberger, Claude Lorrain.

The Drawings, 2 vol., Berkeley 1968RP: Marcel Roethlisberger, Claude Lorrain.

The Paintings, 2 vol., Londen 1961

9

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 9

Page 10: Claude Lorrain

Inleiding

De onvergetelijke overzichtstentoonstelling die deNational Gallery of Art in Washington en de Réu-nion des musées nationaux in Parijs in 1982 geza-menlijk organiseerden om de driehonderdste sterf-dag van Claude Lorrain te herdenken, werd, zoalsmen kon verwachten, gevolgd door een periode vanreflectie, waarin zijn werk relatief weinig is getoond.Sinds enkele jaren echter neemt het wetenschappelijkonderzoek naar de kunstenaar een nieuwe vlucht, netals de tentoonstellingen van zijn oeuvre. De prach ti -ge selectie tekeningen en schilderijen, samengestelddoor Richard Rand, die in 2006-2007 in San Francis-co en Williamstown werd getoond, is een belangrijkeinspiratiebron geweest voor andere initiatieven,waaronder het onze. Want de huidige expositie, latenwe daar helder over zijn, heeft veel te danken aan dievan vijf jaar geleden in de Verenigde Staten. ClaudeLorrain – The Painter as Draftsman presenteerde eenselectie tekeningen van Claude uit de weergaloze ver-zameling van het British Museum, met een beperktaantal schilderijen teneinde de rol van de tekening in het oeuvre van de schilder te verduidelijken. Wijmeenden dat een vergelijkbare tentoonstelling, vaneven hoge kwaliteit, het Europese publiek zou kun-nen interesseren, en dat deze verwezenlijkt zou kun-nen worden op basis van de twee verzamelingen diewij ons gelukkig prijzen te mogen beheren, die vanTeylers Museum en die van het Louvre. Twee collec-ties die wat betreft geschiedenis, herkomst en samen-stelling heel verschillend zijn, maar die tezamen eenredelijk compleet beeld van Claude Lorrain als teke-naar kunnen bieden. De enige categorie tekeningendie geen van beide musea bezit, vormen de bladen uit

het beroemde Liber Veritatis, dat zich in zijn geheel in Londen bevindt. Niettemin zal de bezoeker van deexpositie een aantal uitgewerkte tekeningen ontdek-ken die ons inziens in staat zijn dat gemis goeddeelste compenseren.

De tentoonstelling is bedoeld als lofzang op de teken-kunst, en dan vooral de landschapstekening. Het gete-kende oeuvre dat Claude Lorrain ons heeft nagelatenis van een grote diversiteit en welhaast oneindige rijk-dom. Zijn tekeningen gaan van in de natuur gemaak-te snelle, gedreven studies tot meer evenwichtige, be-dachtzame compositieschetsen ter voorbereidingvan zijn schilderijen, van grote, op zichzelf staandebladen tot uiterst gedetailleerde tekeningen die wel‘schilderijtjes’ op papier lijken. Bij onze keuze voordit overzicht, dat de hele loopbaan van de kunstenaarbestrijkt, wilden we het accent leggen op zijn ontwik-keling als tekenaar en op zijn diep gevoelde liefdevoor de natuur. Het Rome dat hij als jonge, uit Lotha-ringen afkomstige kunstenaar kende, leek in de jaren1630 op een kookketel, of liever gezegd een snelkook-pan, waarin de landschapsschilderkunst borrelde enbruiste, en vorm en smaak kreeg volgens de verschil-lende recepten die kunstenaars uit alle windstrekenmet zich meebrachten. Claude heeft deze periode vanuitwisselingen en snelle ontwikkelingen intens be-leefd, waarbij hij de meest verschillende invloedenonderging en zelf op zijn beurt impulsen gaf aan zijnvakbroeders. De proloog van de tentoonstelling, diestudies van Claude Lorrain naast tekeningen van zijnmeesters en tijdgenoten plaatst, wil een beeld schet-sen van die vruchtbare artistieke dialogen. De belang-

10

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 10

Page 11: Claude Lorrain

kunstenaar heeft laten volgen, zou geen enkel serieusonderzoek mogelijk zijn. Kitson heeft op zijn beurteen interpretatie van Claudes werk voorgesteld dieheel vruchtbaar is gebleken. Voortbouwend op dezehechte grondslag hebben andere kunsthistorici – wedenken aan publicaties van H. Diane Russell, HelenLangdon, Jon Whiteley en Richard Rand – ons begripvan de kunstenaar en zijn oeuvre aanzienlijk verrijkt.Wij zijn hen allen bijzonder dankbaar.

De essays die aan de eigenlijke catalogus voorafgaan,schetsen de ontwikkeling van de kunstenaar, zijn vor-ming als tekenaar, de typologie en de geschiedenisvan zijn tekeningen en de veranderingen die dezedoor de tijd hebben ondergaan. Tot ons grote genoe-gen hebben Ariane de La Chapelle en Robien vanGulik een bijdrage willen leveren met een studie naarde soorten papier en inkt die Claude Lorrain gebruik-te, op grond van een nauwgezet wetenschappelijkonderzoek van de voor de tentoonstelling gekozen te-keningen. De volgorde van de werken in de catalogusis slechts bij benadering chronologisch: zoals bekendkunnen veel tekeningen van de kunstenaar nietnauwkeurig gedateerd worden, tenzij ze rechtstreeksmet een gedateerd schilderij verbonden zijn. Af entoe hebben we er de voorkeur aan gegeven, werkenmet eenzelfde thematiek bij elkaar te tonen, ondankschronologische tegenstrijdigheden, om de onderlig-gende continuïteit in benadering en visie in Claudesoeuvre beter naar voren te brengen.

Wij hopen dat deze tentoonstelling, die eerst in Parijste zien was en nu in Haarlem wordt gehouden, de be-zoekers in staat zal stellen een van Europa’s grootstekunstenaars uit de zeventiende eeuw te (her)ontdek-ken, en dat zij evenveel bewondering zullen voelenvoor, en plezier zullen beleven aan de geweldige teke-naar, die Claude Lorrain was, als wij ervoeren bij devoorbereiding van de tentoonstelling.

Michiel C. Plomp

Carel van Tuyll van serooskerken

rijkste verworvenheden die Claude aan deze vormen-de periode heeft overgehouden, zijn zijn voorkeurvoor het werken sur le motif en zijn fascinatie voor hetlicht: kenmerken die hij vanaf dat moment zal ont-wikkelen en die een stempel op zijn hele oeuvre zul-len drukken. Want ook al gaan zijn geschilderde land-schappen er in de loop der tijd complexer en verheve-ner, soms bijna bovennatuurlijk uitzien, in zijn teke-ningen blijft hij waar mogelijk het directe contactmet de natuur zoeken. Een contact dat voor hem purenoodzaak was.

Het was ons doel om uit de collecties van de twee mu-sea een selectie te maken van de mooiste tekeningen,die in staat is de tekenaar in de rijke diversiteit vanzijn oeuvre te tonen, op het hoogst mogelijke kwalita-tieve niveau. In de tentoonstelling wilden we een –noodzakelijkerwijs beperkt – aantal schilderijen enprenten opnemen, om de context van Claudes gete-kende werk aan te geven en waar mogelijk de over-gang van de voorbereidende studie naar het voltooideschilderij te laten zien. Alleen een directe vergelijkingvan de verschillende vormen waarin de kunstenaarzich uitdrukte, doet begrijpen hoe uniek Claude Lorrain als tekenaar was en wat de contrasten en desamenhang in de totaliteit van zijn oeuvre waren. Wijzijn de verschillende bruikleengevers bijzonder er-kentelijk voor hun genereuze steun om deze vergelij-king mogelijk te maken, een vergelijking die naar wijhopen verhelderend zal zijn.

Elk onderzoek naar en elke expositie over ClaudeLorrain is schatplichtig aan de wetenschappelijke pu-blicaties van de kunsthistorici die zich vooral sedertde tweede helft van de twintigste eeuw met de kunste-naar hebben beziggehouden, in de eerste plaats dievan Marcel Roethlisberger en van Michael Kitson.Het is geen toeval dat hun namen op vrijwel iederebladzijde van deze publicatie terugkomen. Zonder deuitmuntende oeuvrecatalogi die Roethlisberger aanhet geschilderde en getekende werk van Claude heeftgewijd, en die hij door vele andere publicaties over de

11

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 11

Page 12: Claude Lorrain

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 12

Page 13: Claude Lorrain

1600 of 1604/1605 – Claude Gellée (bekend onder denaam ‘Claude Lorrain’) wordt geboren in Chamagne in Lotharingen, als derde van vijf zonen van Jean Gellée en Anne Padore. Volgens de inscriptie op zijn tombe wasde kunstenaar 82 jaar, toen hij in 1682 stierf. Archief -stukken in Lotharingen suggereren echter een latergeboortejaar: 1604 of 1605.

1612 of 1616/1617 – Volgens Baldinucci (1681) overlijden de ouders van Claude Gellée, als deze 12 jaar oud is. Hijgaat voor een jaar naar Freiburg im Breisgau, waar zijnbroer werkt als houtsnijder en inlegwerker.

1613 of 1618 – Vertrek naar Rome. Volgens Sandrart (1675)werkt Claude daar als pasteibakker.

1617-1625/1627 – Cornelis Poelenburch verblijft in Rome.ca. 1619-1629 – Bartholomeus Breenbergh verblijft in

Rome.1620-1622 – Claude is in Napels en leert gedurende twee

jaar bij de Duitse schilder Goffredo Wals.1622-1625 – Terug in Rome werkt Claude in het atelier van

Agostino Tassi.1624 – Nicolas Poussin vestigt zich in Rome.1625 – Reis naar Nancy via Loreto, Venetië, en door Beie-

ren. Als assistent van Claude Déruet schildert Lorraineen architecturaal decor in het gewelf van de kerk van de Karmelieten in Nancy (verwoest).

1626 – Komt aan het eind van het jaar terug naar Rome, reizend langs Lyon en Marseille. Paul Bril sterft in Rome.

1627 – Lorrain wordt op zondag van Palmpasen 1627vermeld in Rome in de Stati d’anime. Hij woont in eenhuis in de Via Margutta.

1628 – Joachim von Sandrart komt aan in Rome, waar hijtot in 1635 zal blijven.

1629 – Het eerste gedateerde schilderij van Claude(Philadelphia, Philadelphia Museum of Art).

1629-1641 – Herman van Swanevelt verblijft in Rome.1630 – De eerste gedateerde tekening en ets.1633 – Claude gekozen tot lid van de Accademia di San

Luca. Gian Domenico Desiderii wordt zijn huisknecht,en vanaf 1638 assistent. Hij zal tot 1657 in Lorrainsatelier werken.

1634/1635 – Een opdracht aan verscheidene Romeinse

kunstenaars voor 24 grote landschappen met kluize -naars voor de decoratie van het Palacio del Buen Retiroin Madrid, voor Philips IV van Spanje. Claude zaltussen 1636 en 1638 drie of vier doeken leveren.

ca. 1635 – Claude begint zijn schilderijen te documenterenin het Liber Veritatis.

ca. 1635-1638 – Opdrachten voor verscheidene schilderijenvoor paus Urbanus VIII Barberini.

1636 – Mogelijk een kort verblijf in Napels.1637 – Publicatie van de ‘Vuurwerk’ etsen.ca. 1640 – Lorrain maakt vier schilderijen, bestemd voor

het Palacio del Buen Retiro, voor Philips IV van Spanje.1643 – Claude gekozen tot lid van de Congregazione dei

Virtuosi.1650 – De kunstenaar vestigt zich in een huis in de Via

Paolina (tegenwoordig de Via del Babuino), waarin hijtot zijn dood zal wonen.

1654 – Claude wordt de functie van primo rettore van deAccademia di San Luca aangeboden. Hij weigert die.

1655 – Opdracht voor twee schilderijen van de zojuistverkozen paus Alexander VII Chigi. Herman vanSwanevelt overlijdt in Parijs.

1658 – De wees Agnese, geboren in 1653, komt inwonen bijLorrain. Volgens sommigen zou zij zijn buitenechtelijkkind zijn.

1662 – Een neef van Claude, Jean Gellée, zoon van zijnbroer Denis, komt inwonen.

1663 – Claude maakt, ernstig ziek, op 28 februari zijntestament. Eerste opdracht van prins Altieri.

1665 – Nicolas Poussin overlijdt in Rome.1669 – Claude wordt benoemd tot beheerder van aange -

legen heden betreffende de buitenlandse schilders in deAccademia di San Luca.

1675 – Te Neurenberg verschijnt de Teutsche Akademie vanJoachim von Sandrart, die de eerste biografische notitie,gewijd aan Claude Lorrain, bevat.

1680 – Verblijf van Joseph, zoon van Melchior Gellée, bijzijn oom in Rome.

1682 – Op 23 november sterft Claude Lorrain in Rome; hijwordt ter aarde besteld in de Trinitá dei Monti. In 1840zouden zijn stoffelijke resten worden herbegraven in deS. Luigi dei Francesi.

13

Claude Lorrain: overzicht in jaartallen

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 13

Page 14: Claude Lorrain

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 14

Page 15: Claude Lorrain

Claude Lorrain: de tekenaar in de natuur

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 15

Page 16: Claude Lorrain

Een aanzienlijk aantal tekeningen van Claude Lor-rain, vooral uit zijn vroege jaren, laat een landschapzien waarin een kunstenaar zit te tekenen of schet-sen; zulke figuurtjes komen we ook een enkele maaltegen in zijn schilderijen en in een unieke ets. Geze-ten op een rotsblok, een boomstronk of een andereverhoging in het terrein schetst de fictieve kunstenaarhet landschap dat zich voor zijn ogen ontvouwt. Totde mooiste behoort een tekening die rond 1635 geda-teerd wordt (cat. 7), maar er zijn veel meer voorbeel-den te noemen.1 Zulke tekenende figuurtjes lenenzich tot verschillende, elkaar deels overlappendeinterpretaties. Het eenvoudigst en meest voor dehand liggend is het om een dergelijke voorstelling tezien als een directe weergave van wat Claude op hetmoment dat hij de tekening maakte met eigen ogenzag. Zo kan de jongeman die, een breedgerande hoedop het hoofd en een rode mantel om de schouders,aan de oever van een bergbeek zit te tekenen, heelgoed een collega-kunstenaar zijn geweest met wieClaude buiten Rome was gaan schetsen. Dank zij hetooggetuigenverslag van Joachim von Sandrart wetenwe dat Claude en hij uitstapjes maakten in de omge-ving van Rome om daar samen naar de natuur te gaanschilderen of tekenen; soms gingen Nicolas Poussin,Pieter van Laer of andere kunstenaars met hen mee.Tekenen in de open lucht was strikt genomen nietsnieuws: tal van kunstenaars hadden in de Renaissan-ce af en toe plein air-schetsen gemaakt, maar in devroege jaren van de zeventiende eeuw nam deze acti-viteit een grote vlucht, vooral onder de vele kunste-naars van benoorden de Alpen die zich toentertijd inRome ophielden.2 Er moeten in de jaren 1630-1640

dozijnen uitheemse tekenaars geweest zijn die allenijverig de pauselijke stad en haar eerbiedwaardigemonumenten op papier in beeld brachten. Wie zalzeggen of de jongeman in Claudes tekening niet eenportret is van Sandrart, kort voor hij in 1635 Italië ver-liet, of misschien wel van Poussin?

Het befaamde blad met een Tekenaar voor de grotvan Neptunus in Tivoli (cat. 46) moet tijdens zo’n zelf-de schetstocht gemaakt zijn. De manier waarop de opde rug geziene kunstenaar in het landschap is geïnte-greerd toont aan dat de tekening ter plekke moet zijnontstaan, zoals ook de realistische behandeling vanhet licht dat van links op de figuur valt, zijn nek enlinkerschouder doet oplichten om vervolgens hetrotsblok rechts van hem te raken. Het blad draagt dekenmerken van een spontane en vlotte uitvoering surle motif. In dergelijke vroege tekeningen van Claudelijkt de weergave van een in het landschap opgeno-men kunstenaar inderdaad een werkelijke situatieweer te geven. Zulke voorbeelden van directe waarne-ming kennen we ook uit vroeger tijden: bijvoorbeeldeen blad van Federico Zuccaro (omstr. 1540-1609),die in augustus 1576 een kunstenaar weergaf die, keu-rig gekleed, in het pijnbomenbos bij het ToscaanseVallombrosa zit te tekenen, terwijl zijn reisgenoot depicknick klaarmaakt (afb. 2).3 De voorstelling lijkt tepreluderen op Claudes jonge tekenaar bij de beek.Toch hebben Zuccaro noch Claude Lorrain de teke-nende figuur in het landschap uitgevonden; zij maak-ten gebruik van een beeldmotief dat een lange her-komst heeft in de – hoofdzakelijk topografische – traditie van tekeningen en prenten van zestiende-eeuwse kunstenaars van benoorden de Alpen.4

16

Claude Lorrain: de tekenaar in de natuur

carel van tuyll van serooskerken

110257_p001_081 07-09-11 12:13 Seite 16