d 1 · 2014-05-16 · Þ tweede verblijven aan de kust - deel 1: situatieanalyse aanbod september...
TRANSCRIPT
TWEEDE VERBLIJVEN AAN DE KUST ONDERZOEK NAAR HET PROFIEL, DE EFFECTEN EN EEN TOOLKIT VOOR BELEID DEEL 1: SITUATIEANALYSE
KAP III-PROJECT 2006 - 012
SEPTEMBER 2008
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 1
INHOUDSTAFEL
INLEIDING 3
HOOFSTUK 1: DEFINITIE EN AANTAL TWEEDE VERBLIJVEN 5
1. Werkdefinitie 5
2. De definitie in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen - 2002 6
3. De Kust 7
4. Het aantal tweede verblijven 7
HOOFDSTUK 2: SITUERING VAN DE TWEEDE VERBLIJVEN 11
1. Aantal logiesinrichtingen 11
2. Aantal logieseenheden 11
4. Logiescapaciteit 14
5. Aantal overnachtingen 16
HOOFDSTUK 3: EVOLUTIE VAN DE TWEEDE VERBLIJVEN 21
HOOFDSTUK 4: KENMERKEN VAN DE TWEEDE VERBLIJVEN 23
1. De tweede verblijven op kaart 23 1.1. Kaartenreeks 1 23 1.2. Kaartenreeks 2 23 1.3. Kaartenreeks 3 24
2. De herkomst van de eigenaars van tweede verblijven 26
HOOFDSTUK 5: CONCLUSIE 33
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 2
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 3
INLEIDING Het ‘Kustactieplan’ investeert fors om de kennis inzake tweede verblijven aan de Kust te verruimen en gaf daartoe aan WES Onderzoek en Advies en projectpartner Idea Consult de opdracht om een toolkit voor beleid ten aanzien van de tweede verblijven uit te wer-ken.
Voorliggend rapport is deel 1 van de taakopdracht van WES en omvat een uitgebreide situatieanalyse. We hebben de verslaggeving opgedeeld in het eigenlijke rapport en een afzonderlijk kaartenboek waarin per gemeente het aanbod van tweede verblijven carto-grafisch en gedetailleerd wordt weergegeven.
In dit rapport bekijken we achtereenvolgens in hoofdstuk 1 de definitie en het aantal tweede verblijven. In hoofdstuk 2 situeren we de tweede verblijven als onderdeel van het logiesaanbod in Vlaanderen. Hoofdstuk 3 geeft de evolutie van de tweede verblijven tussen 1989 en nu weer. In hoofdstuk 4 bespreken we de kenmerken van de tweede verblijven zoals we deze kunnen afleiden uit de belastingkohieren.
Andere kenmerken van de tweede verblijven, de economische en toeristische effecten van het tweede verblijfstoerisme en het sociodemografische profiel van de eigenaars volgen in het tweede rapport dat is gebaseerd op een grootschalige enquêtering van de eigenaars van tweede verblijven aan de Kust.
We danken oprecht de betrokken kustgemeenten, alle burgemeesters en hun medewer-kers voor het faciliteren en het deelnemen aan dit grootschalig onderzoek.
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 4
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 5
HOOFSTUK 1: DEFINITIE EN AANTAL TWEEDE VERBLIJVEN De courante werkdefinitie en de variante hiervan in het Provinciaal Ruimtelijk Structuur-plan West-Vlaanderen komen eerst aan bod. Daarna bakenen we ‘de Kust’ af. We slui-ten af met een eerste overzicht van het aantal tweede verblijven per kustgemeente op basis van de belastingkohieren.
1. Werkdefinitie
Onder tweede verblijven verstaan we:
Private woningen (die): opgenomen zijn in het belastingkohier op tweede verblijven van de kustgemeenten
en waar derhalve geen domicilie gevestigd is op dit adres,
waarvan het gebruik bedoeld is voor recreatieve doeleinden,
en exclusief deze woongelegenheden die vallen onder de vergunning van openlucht-recreatief verblijf.
Deze omschrijving die we beschouwen als werkdefinitie vraagt enige duiding.
Private woningen
Dit zijn onroerende goederen die hoofdzakelijk als particuliere woongelegenheid ge-bruikt worden en de vorm aannemen van appartementen, villa’s en bungalows, woon-huizen of studio’s. Onroerende goederen die voor beroepsdoeleinden gebruikt worden behoren niet tot deze categorie.
Belastingkohier op tweede verblijven, waar geen domicilie gevestigd is op het adres in kwestie
Met een belastingkohier bedoelen we een bestand met adressen van woningen waar de eigenaars niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente en derhalve geen aanvullende belasting op de personenbelasting betalen doch wel een tweede ver-blijfbelasting op het betrokken goed. Het betreft in principe woningen die niet dienen als hoofdverblijfplaats.
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 6
Bedoeld voor recreatieve doeleinden
In principe kan iedere gemeente een belastingkohier op tweede verblijven bezitten. In alle omstandigheden gaat het om woningen waar geen domicilie1 gevestigd is doch in de kustgemeenten gaan we ervan uit dat deze woningen bedoeld zijn voor recreatieve doeleinden.
Exclusief de woongelegenheden die vallen onder de vergunning van open-luchtrecreatief verblijf
Met de wetgeving op de openluchtrecreatieve verblijven van 1993 en aanvullende be-sluiten2 regelt de wetgever een aantal zaken met betrekking tot het kamperen en verblij-ven op kampeerterreinen, kampeerverblijfparken, vakantieparken en kampeerautoterrei-nen.
In het kader van deze studie nemen we de recreatieve woongelegenheden die staan op dergelijke terreinen en mogelijks in het belastingkohier van de tweede verblijven in de betrokken gemeenten zijn opgenomen, niet in aanmerking om dubbeltellingen in het logiesaanbod te vermijden.
Deze wooneenheden werden uit het bestand gehaald na vergelijking met de lijst van de openluchtrecreatieve verblijven waarvoor Toerisme Vlaanderen bevoegd is.
2. De definitie in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen - 2002
We verwijzen even naar de terminologie gebruikt in het Provinciaal Ruimtelijk Structuur-plan (PRS). We onthouden vooral volgende zaken:
de begrippen ‘tweede woning’ en ‘tweede verblijf’ worden in het PRS als synoniemen gebruikt. In het kader van de toolkit zullen we echter systematisch de term ‘tweede verblijven’ gebruiken;
het PRS maakt een onderscheid tussen individuele tweede verblijven en individuele huurvakantiewoningen naargelang de termijn waarvoor de woning voor verhuur wordt aangeboden. Individuele tweede verblijven staan doorgaans voor meer dan tien maanden per jaar ter beschikking van de tweede verblijver, eigenaar of huurder. De gebruikers er gedomicilieerd. Individuele huurvakantiewoningen worden in een periode van een jaar, twee maanden of meer te huur gesteld met toeristisch oogmerk. De huurders zijn er niet gedomicilieerd.
1 Domicilie: inschrijving in het bevolkingsregister van de gemeente. 2 Het Decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven en
onder andere het exploitatiebesluit van 1995. Zie www.toerismevlaanderen.be rubriek logies/openlucht-recreatieve verblijven en in het bijzonder de informatiebrochure (/http://www.toerismevlaanderen.be/doc/UPL_2006082314495218132.pdf) die het decreet en de uitvoerings-besluiten toelicht.
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 7
De bovenstaande definitie kan in het kader van de toolkit niet worden gebruikt omdat de termijn van te huurstelling op jaarbasis niet is gekend. Dit heeft te maken met de manier waarop de enquête is georganiseerd. Op basis van de huidige enquête weten we wel in hoeverre de woning effectief verhuurd is;
het onderscheid tussen de nu ontwikkelde werkdefinitie en de definitie van het PRS omhelst vooral de woningen op weekendverblijfparken. In de nu ontwikkelde werkde-finitie is dit inclusief de weekendverblijfparken terwijl dit in de definitie van het PRS ex-clusief de weekendverblijfparken is1. De grootteorde van dit type woningen is beperkt ten opzichte van het volledige bestand tweede verblijven en heeft op Kustniveau wei-nig invloed.
3. De Kust
Tot de Kust rekenen we de hoofd- en deelgemeenten van Knokke-Heist, Brugge (beperkt tot Zeebrugge, Dudzele en Lissewege2), Blankenberge, De Haan , Bredene, Oostende, Middelkerke, Nieuwpoort, Koksijde en De Panne. In alle tabellen die volgen zullen we telkens de naam van de hoofdgemeente aanduiden. Voor Zeebrugge, Lissewege en Dudzele gebruiken we de naam ‘Zeebrugge’.
Figuur 1 geeft hoofd- en deelgemeenten cartografisch weer.
4. Het aantal tweede verblijven
Uit de belastingkohieren 2007 blijkt dat er dat jaar 82.700 tweede verblijven waren geregistreerd aan de Kust. Knokke-Heist, Middelkerke en Koksijde bezitten het grootste aantal tweede verblijven met respectievelijk 17.772 (22%), 14.272 (17%) en 13.906 (quasi 17%) eenheden. Daarna volgt Nieuwpoort met 8.315 eenheden (10%). Blanken-berge, De Haan, Oostende en De Panne hebben 6.300 tot 6.700 eenheden (ongeveer 8%). Bredene en Zeebrugge zijn de kleinste gemeenten qua tweede verblijven met res-pectievelijk 1.205 (1,5%) en 677 (0,8%) tweede verblijven.
1 De weekendverblijfparken werden respectievelijk als ‘verblijfsvakantiecentra’ of ‘verblijfsvakantiedorpen’ geïdenti-
ficeerd, cf. project ‘Hervorming van de Toeristische Statistiek van België (1990). 2 Brugge, Dudzele en Lissewege werden geselecteerd uit het kohier van tweede verblijven van Brugge op basis van
hun gelijkaardig postnummer (8380).
8
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 9
Tabel 1 Het aantal tweede verblijven per kustgemeente, belastingkohieren 2007
Tweede verblijven volgens belastingkohier (exclusief
vakantieparken) (in aantal)
Tweede verblijven volgens belastingkohier (exclusief
vakantieparken) (in %) Knokke-Heist 17.772 21,5 Zeebrugge 677 0,8 Blankenberge 6.747 8,2 De Haan 6.732 8,1 Bredene 1.205 1,5 Oostende 6.717 8,1 Middelkerke 14.272 17,3 Nieuwpoort 8.315 10,1 Koksijde 13.906 16,8 De Panne 6.357 7,7 Totaal 82.700 100,0
Figuur 2 Het aantal tweede verblijven per kustgemeente, belastingkohieren 2007 (in aantal)
0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 14.000 16.000 18.000 20.000
Knokke-Heist
Zeebrugge
Blankenberge De Haan
Bredene
Oostende
Middelkerke
Nieuwpoort Koksijde
De Panne
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 10
Figuur 3 De verdeling van het aantal tweede verblijven per kustgemeente, belastingkohieren 2007 (in %)
22%
1%
8%
8%1%
8%17%
10%
17%
8%
Knokke-Heist Zeebrugge Blankenberge De Haan Bredene Oostende Middelkerke Nieuwpoort Koksijde De Panne
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 11
HOOFDSTUK 2: SITUERING VAN DE TWEEDE VERBLIJVEN Om het belang van de tweede verblijven te kunnen situeren, gaan we na wat hun aan-deel is in het totale logiesaanbod en in de toeristische vraag. We bekijken achtereenvol-gens het aantal logiesinrichtingen, het aantal logieseenheden, de logiescapaciteit en het aantal overnachtingen.
Voor een goed begrip maken we enkele afspraken:
we houden alleen rekening met het aantal vergunde inrichtingen;
we doen een beroep op zeer verscheiden bronnenmateriaal. Onderaan de tabellen vermelden we telkens de herkomst van de gegevens;
de definiëring van de logiesvormen en de begrippen toeristische standplaatsen en residentiële standplaatsen zijn opgenomen als bijlage 1;
de gegevens worden vermeld per kustgemeente. Daarnaast is er samenvattende in-formatie voor de Kust en Vlaanderen;
de gegevens van de individuele kustgemeentes worden slechts besproken in zoverre ze afwijken van de algemene trend;
de tabellen bevatten vooral absolute gegevens doch voor het totaal van de kust geven we eveneens procentuele informatie;
een aantal figuren ondersteunen de analyse. Zij worden gemaakt voor het niveau Kust.
1. Aantal logiesinrichtingen
Uit tabel 2 blijkt dat het belang van de tweede verblijven uitgedrukt in aantal inrichtingen uiteraard zeer groot is. 99,3% van de inrichtingen aan de Kust zijn tweede verblijven.
Zeebrugge beschikt behalve over tweede verblijven, enkel nog over een aantal hotels. Blankenberge, Knokke-Heist en Oostende beschikken over de meeste hotels. De Haan, Bredene en Middelkerke hebben het grootste aantal kampeerterreinen en kampeerver-blijfparken.
2. Aantal logieseenheden
Tabel 3 geeft per type logiesvorm het bijhorende aantal logieseenheden. Voor de open-luchtrecreatieve verblijven maken we een onderscheid tussen toeristische en residentiële standplaatsen. We houden deze indeling ook aan in de volgende tabellen omdat dit een impact heeft bij het meten en inschatten van de overnachtinggegevens. Inzake tweede verblijven stellen we het aantal wooneenheden gelijk aan het aantal inrichtingen.
Uit tabel 3 leiden we af dat de tweede verblijven 69,4% van het aantal logieseenheden aan de Kust beslaan. Op de tweede plaats vinden we de residentiële standplaatsen op kampeerterreinen en kampeerverblijfparken terug (16,8% of 20.058 logieseenheden). Het aantal hotelkamers bedraagt 5,9% of 6.995 logieseenheden.
12
Tabe
l 2
Het
aan
tal i
nric
htin
gen
per
logi
esvo
rm n
aar
kust
gem
eent
e en
reg
io, S
teun
punt
bui
tenl
ands
bel
eid,
toer
ism
e en
recr
eatie
en
WES
, 200
7
KLA
SSIE
K LO
GIE
SAA
NBO
D
O
PEN
LUC
HTR
ECRE
ATI
EVE
VERB
LIJV
EN
Hot
els
Kam
peer
terr
eine
n en
kam
peer
-ve
rblij
fpar
ken
Vaka
ntie
park
enLo
gies
voo
r do
elgr
oepe
nKa
mer
s bi
j pa
rticu
liere
n
Subt
otaa
lTw
eede
ver
blijv
en
volg
ens
bela
stin
g-ko
hier
(exc
lusi
ef
vaka
ntie
park
en)
Alg
emee
n
tota
al
1 2
34
56=
1+2+
3+4+
57
8=
6+
7Kn
okke
-Hei
st
42
40
18
5517
.772
17
.827
Zeeb
rugg
e 4
00
00
467
76
81
Blan
kenb
erge
60
5
07
375
6.74
76
.82
2D
e H
aan
36
212
834
101
6.73
26
.83
3Br
eden
e 7
251
41
381.
205
1.2
43
Oos
tend
e 53
0
09
971
6.71
76
.78
8M
idde
lker
ke
26
170
63
5214
.272
14
.324
Nie
uwpo
ort
14
30
118
368.
315
8.3
51
Koks
ijde
26
92
1924
8013
.906
13
.986
De
Pann
e 30
5
07
1456
6.35
76
.41
3To
taal K
ust
2
98
8
95
72
10
45
68
82
.700
83
.268
Kust
(%)
0,4
0,1
0,0
0,1
0,1
0,7
99,3
100,
0To
taal V
laan
der
en
1.1
60
2
39
85
10
78
42
.70
1
BRO
N:
In
vent
aris
atie
van
hot
els,
ope
nluc
htre
crea
tieve
ver
blijv
en (k
ampe
erte
rrei
nen,
kam
peer
verb
lijfp
arke
n, v
akan
tiepa
rken
), lo
gies
voo
r do
elgr
oepe
n, k
amer
s bi
j par
ticul
iere
n, S
teun
punt
bui
tenl
ands
bel
eid,
to
eris
me
en r
ecre
atie
. In
vent
aris
atie
van
twee
de v
erbl
ijven
op
basi
s va
n de
bel
astin
gkoh
iere
n, v
erw
erki
ng W
ES.
13
Tabe
l 3
Het
aan
tal l
ogie
seen
hede
n pe
r ty
pe lo
gies
vorm
naa
r ku
stge
mee
nte
en r
egio
, Ste
unpu
nt b
uite
nlan
ds b
elei
d, to
eris
me
en r
ecre
atie
en
WES
, 200
7
KLA
SSIE
K LO
GIE
SAA
NBO
D
OPE
NLU
CH
TREC
REA
TIEV
E VE
RBLI
JVEN
H
otel
s Ka
mpe
erte
rrei
nen
en
kam
peer
verb
lijfp
arke
n Va
kant
iepa
rken
Lo
gies
voo
r do
elgr
oepe
nKa
mer
s bi
j pa
rticu
liere
n
Subt
otaa
lTw
eede
ver
blijv
en
volg
ens
bela
stin
gsko
hier
(e
xclu
sief
vak
antie
park
en
Alg
emee
n
Tota
al
Aant
al k
amer
s Aa
ntal
to
eris
tisch
e st
andp
laat
sen
Aant
al
resi
dent
iële
st
andp
laat
sen
Aant
al
toer
istis
che
stan
dpla
atse
n
Aant
al
resi
dent
iële
st
andp
laat
sen
Aant
al z
alen
of
kam
ers
Aant
al k
amer
sAa
ntal
lo
gies
eenh
eden
Aant
al w
onin
gen
Aan
tal
een
hed
en
1
23
45
67
8=1+
2+3+
4+5+
69
10
=8
+9
Kn
okke
-Hei
st
1.02
0 72
998
00
416
2.11
017
.772
1
9.8
82
Ze
ebru
gge
110
00
00
00
110
677
78
7
Blan
kenb
erge
1.
319
233
1.23
60
058
59
3.38
26.
747
10
.129
D
e H
aan-
Wen
duin
e 50
0 37
45.
486
504
308
263
767.
511
6.73
2 1
4.2
43
Br
eden
e 13
1 74
05.
558
4160
911
52
7.19
61.
205
8.4
01
O
oste
nde
2.17
0 0
00
062
920
2.81
96.
717
9.5
36
M
idde
lker
ke
363
810
4.33
20
018
47
5.69
614
.272
1
9.9
68
N
ieuw
poor
t 48
3 19
790
20
056
523
2.17
08.
315
10
.485
Ko
ksijd
e 36
2 17
494
028
838
282
458
3.02
813
.906
1
6.9
34
D
e Pa
nne
537
1.10
060
60
023
732
2.51
26.
357
8.8
69
To
taal K
ust
6
.99
5
3.7
00
20
.058
83
31
.29
93
.40
62
43
36
.534
82
.700
1
19
.23
4
Kust
(%)
5,9
3,1
16,8
0,7
1,1
2,9
0,2
30,6
69,4
10
0,0
Tota
al V
laan
der
en
28
.480
1
1.8
30
34
.562
2.7
57
1.2
99
7.8
39
1.7
86
88
.553
BRO
N:
Inve
ntar
isat
ie v
an h
otel
s, o
penl
ucht
recr
eatie
ve v
erbl
ijven
(kam
peer
terr
eine
n, k
ampe
erve
rblij
fpar
ken,
vak
antie
park
en),
logi
es v
oor
doel
groe
pen,
kam
ers
bij p
artic
ulie
ren,
Ste
unpu
nt b
uite
nlan
ds b
elei
d,
toer
ism
e en
rec
reat
ie.
Inve
ntar
isat
ie v
an tw
eede
ver
blijv
en o
p ba
sis
van
de b
elas
tingk
ohie
ren,
ver
wer
king
WES
.
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 14
De kustgemeentes hebben een verschillend patroon afhankelijk van het soort inrichtin-gen dat aanwezig is in de gemeente.
Quasi drie kwart van alle residentiële standplaatsen aan de Kust zijn vertegenwoordigd in drie gemeentes namelijk De Haan, Bredene en Middelkerke. Knokke-Heist, Blanken-berge en Oostende hebben de meeste hotelkamers.
4. Logiescapaciteit
De meest exacte analyse gebeurt op basis van de logiescapaciteit omdat alle logiesvor-men dezelfde meeteenheid krijgen. Met logiescapaciteit bedoelen we het aantal perso-nen dat per nacht kan overnachten. De meeteenheid is het aantal personen of het aan-tal bedden.
De logiescapaciteit voor de klassieke logiesvormen, dit wil zeggen hotels, openluchtre-creatieve verblijven, logies voor doelgroepen en kamers bij particulieren betrekken we uit analyses van het Steunpunt. Voor wat de tweede verblijven betreft houden we reke-ning met de nieuwe gegevens die afkomstig zijn uit de enquêtering van de eigenaars. Hieruit blijkt dat het gemiddelde aantal personen dat kan overnachten in een tweede verblijf gemiddeld 4,9 personen bedraagt. De capaciteit wordt berekend door het aantal tweede verblijven te vermenigvuldigen met 4,9 personen.
De totale logiescapaciteit aan de Vlaamse Kust bedraagt ongeveer 540.000 bedden. 25% van deze capaciteit wordt geleverd door de klassieke logiesvormen1, terwijl 75% afkomstig is van de tweede verblijven. Binnen de klassieke logiesvormen levert de resi-dentiële capaciteit op kampeerterreinen en kampeerverblijfparken het grootste aandeel. Deze 82.000 bedden vertegenwoordigen 61% van het klassieke logiesaanbod.
De nuances per gemeente, zoals beschreven bij de verdeling volgens aantal logieseen-heden, worden ook weerspiegeld in de logiescapaciteit. We wijzen bijvoorbeeld op de grote capaciteit in hotels in Blankenberge en Oostende, het belang van de kampeerter-reinen en kampeerverblijfparken in De Haan, Bredene en Middelkerke.
1 De term klassieke logiesvormen is een terminologie die ontwikkeld werd naar aanleiding van het project ‘Her-
vorming van de toeristische statistiek’ in 1990 en slaat in principe op hotels, openluchtrecreatieve verblijven en logies voor doelgroepen. Om diverse redenen voegen we hier nu de kamers bij particulieren aan toe.
15
Tabe
l 4
Logi
esca
paci
teit
per
type
logi
esvo
rm n
aar
kust
gem
eent
e en
reg
io, S
teun
punt
bui
tenl
ands
bel
eid,
toer
ism
e en
rec
reat
ie e
n W
ES, 2
007
KLAS
SIEK
LO
GIE
SAAN
BOD
OPE
NLU
CH
TREC
REAT
IEVE
VER
BLIJ
VEN
H
otel
s Ka
mpe
erte
rrei
nen
en
kam
peer
verb
lijfp
arke
n Va
kant
iepa
rken
Lo
gies
voo
r
doel
groe
pen
Kam
ers
bij
parti
culie
ren
Subt
otaa
l Tw
eede
ver
blijv
en v
olge
ns
bela
stin
gkoh
ier
(exc
lusi
ef
vaka
ntie
park
en)
Tota
le
cap
aci
teit
Toer
istis
che
ca
paci
teit
Toer
istis
che
capa
cite
itRe
side
ntië
le
capa
cite
itTo
eris
tisch
e ca
paci
teit
Resi
dent
iële
ca
paci
teit
Toer
istis
che
capa
cite
itTo
eris
tisch
e ca
paci
teit
Toer
istis
che
capa
cite
itRe
side
ntië
le
capa
cite
itTo
tale
ca
paci
teit
Toer
istis
che
+
resi
dent
iële
ca
paci
teit
1
23
45
67
8=1+
2+4+
6+7
9=3+
510
=8+
911
12=
10+
11
Knok
ke-H
eist
2.
205
278
3.99
20
060
322.
575
3.99
26.
567
87.0
839
3.6
50
Ze
ebru
gge
278
00
00
00
278
027
83.
317
3.5
95
Bl
anke
nber
ge
2.99
5 69
04.
960
00
1.72
824
5.43
74.
960
10.3
9733
.060
43
.457
D
e H
aan-
Wen
duin
e 1.
061
1.23
222
.863
2.52
01.
540
766
168
5.74
724
.403
30.1
5032
.987
63
.137
Br
eden
e 34
0 2.
805
23.2
1320
53.
045
512
43.
866
26.2
5830
.124
5.90
53
6.0
29
O
oste
nde
4.58
8 0
00
02.
079
446.
711
06.
711
32.9
133
9.6
24
M
idde
lker
ke
935
3.06
917
.653
00
924
174.
945
17.6
5322
.598
69.9
339
2.5
31
N
ieuw
poor
t 1.
242
796
3.60
80
01.
910
564.
004
3.60
87.
612
40.7
444
8.3
56
Ko
ksijd
e 89
1 60
03.
768
1.44
01.
910
3.01
513
16.
077
5.67
811
.755
68.1
397
9.8
94
D
e Pa
nne
1.34
9 3.
980
2.42
40
01.
039
696.
437
2.42
48.
861
31.1
494
0.0
10
To
taal K
ust
1
5.8
44
1
3.4
50
82
.481
4.1
65
6.4
95
12
.033
545
46
.037
88
.976
135
.01
34
05
.23
05
40
.24
3
Kust
(%)
2,9
2,5
15,3
0,8
1,2
2,2
0,1
8,5
16,5
25,0
75,0
100,
0 To
taal V
laan
der
en
62
.785
4
4.4
21
141
.57
91
3.7
85
6.4
95
45
.695
4.0
36
170
.72
21
48
.07
43
18
.79
6
BRO
N:
Inve
ntar
isat
ie v
an h
otel
s, o
penl
ucht
recr
eatie
ve v
erbl
ijven
(kam
peer
terr
eine
n, k
ampe
erve
rblij
fpar
ken,
vak
antie
park
en),
logi
es v
oor
doel
groe
pen,
kam
ers
bij p
artic
ulie
ren,
Ste
unpu
nt b
uite
nlan
ds b
elei
d, to
eris
me
en r
ecre
atie
. In
vent
aris
atie
van
twee
de v
erbl
ijven
op
basi
s va
n de
bel
astin
gkoh
iere
n en
info
rmat
ie u
it de
enq
uête
bij
de e
igen
aars
200
7-20
08, W
ES.
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 16
Figuur 4 De logiescapaciteit per type logiesvorm aan de Kust, inventarisatie 2007, Steunpunt buitenlands beleid, toerisme en recreatie en WES (in %)
3%2%
15%
1%1%2%0%
75 %
Hotels
Kampeerterreinen enkampeerverblijfparken, optrekkersstandplaatsenKampeerterreinen enkampeerverblijfparken, instacaravans en chaletsVakantieparken, toeristischecapaciteit
Vakantieparken, residentiëlecapaciteit
Logies voor doelgroepen
Kamers bij particulieren
Tweede verblijven
5. Aantal overnachtingen
De overnachtingen zijn net als de capaciteit de graadmeter bij uitstek om het belang van tweede verblijven te duiden.
We doen hiervoor deels beroep op informatie van het FOD Economie, KMO, Midden-stand en Energie, beter bekend als het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS), deels op eigen bronnen en op de resultaten van de enquête bij de eigenaars van tweede ver-blijven.
Het NIS registreert de toeristische overnachtingen in hotels, op kampeerterreinen en kampeerverblijfparken, in vakantieparken en logies voor doelgroepen, kamers bij parti-culieren en de verhuur van vakantiewoningen via immobiliënkantoren. Deze informatie is opgesplitst in twee verschillende statistieken. Enerzijds is er de klassieke statistiek met informatie over hotels, openluchtrecreatieve verblijven en logies voor doelgroepen. An-derzijds worden kamers bij particulieren en verhuurkantoren gebundeld. Detailinformatie wordt slechts vrijgegeven in zoverre er minstens drie inrichtingen zijn in de betrokken gemeente. Informatie over kamers bij particulieren kregen we niet ter beschikking maar is in het kader van dit onderzoek niet belangrijk rekening houdend met de beperkte grootte van deze groep.
Ondanks de hoeveelheid informatie die ter beschikking is bij het NIS, houdt dit in dat verschillende rubrieken niet geregistreerd worden. Daardoor wordt het toeristisch be-lang van de gemeente onderschat. Het betreft:
de residentiële overnachtingen in de openluchtrecreatieve verblijven;
de toeristische overnachtingen in de tweede verblijven die tegen betaling aangeboden worden door de eigenaar zelf of andere derden, in het bijzonder conciërges;
de residentiële overnachtingen in de tweede verblijven door de eigenaar zelf;
de residentiële overnachtingen in de tweede verblijven die door de eigenaar gratis aangeboden worden aan derden, in het bijzonder aan vrienden, familie en kennissen (VFK).
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 17
Voorts kunnen we aannemen dat de officiële overnachtingsstatistieken de realiteit onder-schatten1.
De residentiële overnachtingen in de openluchtrecreatieve verblijven worden geschat rekening houdend met het aantal residentiële standplaatsen, de gemiddelde bezetting (70 nachten op jaarbasis) en de gemiddelde grootte van het reisgezelschap (2,5 perso-nen)2.
De overnachtingen die gegenereerd worden door de tweede verblijven halen we uit de grootschalige enquêtering bij de eigenaars. Het berekenen van de overnachtingen vormt een van de hoofddoelen van het onderzoek. We maken een onderscheid naar de bezet-ting door de eigenaar, het gratis gebruik van de woning door vrienden, familie en ken-nissen van de eigenaar en de verhuur van de woning tegen betaling.
Niet minder dan 27 miljoen overnachtingen worden gegenereerd door deze 82.700 woningen. 12,3 miljoen nachten of 46% van het totaal van de tweede verblijfnachten zijn afkomstig van de eigenaar zelf. 3,9 miljoen nachten (14%) worden gratis gebruikt door vrienden en familie en 10,9 miljoen overnachtingen (40%) zijn afkomstig van de verhuur van de woning tegen betaling.
Deze 27 miljoen overnachtingen zijn dus een veelvoud van de overnachtingen in het klassieke logiesaanbod. Het klassieke logiesaanbod telt in totaal 8,9 miljoen nachten. De tweede verblijfnachten zijn ongeveer drie keer meer dan de overnachtingen in het klassieke logiesaanbod. In totaal nemen de tweede verblijven 75% van alle overnach-tingen aan de Kust voor hun rekening tegenover 25% voor het klassieke logiesaanbod.
Voor wat de overnachtingen in de individuele gemeenten betreft is het belangrijk om te onthouden dat hoe groter het aandeel van residentiële kampeerplaatsen maar vooral hoe groter het aantal tweede verblijven, des te meer het toeristisch belang van de be-trokken gemeente of stad onderschat wordt in de NIS-statistieken.
De drie topgemeenten gemeten in totaal aantal overnachtingen (zie kolom 15) zijn Kok-sijde met 6,5 miljoen overnachtingen, Knokke-Heist met 6,3 miljoen overnachtingen en Middelkerke met 5,7 miljoen overnachtingen.
Wanneer we enkel de tweede verblijven in aanmerking nemen, staat Knokke-Heist met 5,8 miljoen overnachtingen net iets hoger dan Koksijde met 5,5 miljoen nachten. Mid-delkerke bekleedt de derde plaats met 4,4 miljoen overnachtingen. Blankenberge, De-Haan-Wenduine, Oostende, Nieuwpoort en De Panne hebben 2 tot 2,5 miljoen over-nachtingen in tweede verblijven terwijl Zeebrugge en Bredene de kleinste gemeenten zijn met minder dan een half miljoen nachten.
1 In het kader van het KITS-project schat Westtoer het reële aantal overnachtingen in de hotels aan de Kust op
2.596.708 overnachtingen (info 2007). Dit zijn ongeveer 468.000 overnachtingen meer dan de officiële NIS-cijfers waar we 2.128.449 overnachtingen noteren in hetzelfde jaar.
2 BRON: de gemiddelde plaatsbezetting van residentiële plaatsen - 70 dagen: gesprekken met de sector. Gemid-delde grootte van het reisgezelschap - 2,5 personen, WES-onderzoek naar het reisgedrag van de Belgen 2006.
18
Tabe
l 5
Het
aan
tal o
vern
acht
inge
n pe
r lo
gies
vorm
naa
r ku
stge
mee
nte
en r
egio
, FO
D E
cono
mie
, KM
O, M
idde
nsta
nd e
n En
ergi
e (N
IS) e
n W
ES, 2
007
en 2
008
K
LASS
IEK
LO
GIE
SAA
NBO
D
TWEE
DE
VER
BLIJ
VEN
A
LLE
LOG
IES-
VO
RMEN
O
PEN
LUC
HTR
ECRE
ATIE
VE V
ERBL
IJVE
N
Hot
els
Kam
peer
terr
eine
n en
ka
mpe
erve
rblij
fpar
ken
Vaka
ntie
park
en
Logi
es v
oor
doel
groe
pen
Kam
ers
bij
parti
culie
ren
Sub
tota
al k
lass
iek
log
iesa
anb
od
Re
side
ntië
le
over
nach
tinge
n do
or d
e ei
gena
ar z
elf
Resi
dent
iële
ov
erna
chtin
gen,
gr
atis
geb
ruik
do
or fa
mili
e,
vrie
nden
van
de
eige
naar
Toer
istis
che
over
nach
tinge
n,
verh
uur
van
de
won
ing
Sub
tota
al
twee
de
verb
lijve
n
Alg
emee
n
tota
al
toer
istis
che
over
nach
tinge
n (a
)
toer
istis
che
over
nach
tin-
gen
(op
de
trekk
erss
tand
-pl
aats
en)
resi
dent
iële
ov
erna
chtin
-ge
n (in
st
acar
avan
s,
…)
toer
istis
che
over
nach
tin-
gen
(in d
eze
vaka
ntie
-w
onin
gen)
resi
dent
iële
ov
erna
chtin
gen
(vak
antie
-w
onin
gen
voor
ei
gen
gebr
uik)
toer
istis
che
over
nach
tinge
n to
eris
tisch
e ov
erna
chtin
gen
toer
istis
che
over
nach
tinge
n re
side
ntië
le
over
nach
tinge
n (b
)
tota
le
ove
rnach
tingen
Tota
le
ove
rnach
tingen
A
lle
ove
rnach
tingen
1
2 3
4 5
6 7
8=1+
2+4+
6+7
9=3+
(5)
10=
8+
9
11
12
13
14=
11+
12+
13
15 =
10+
14
Knok
ke-H
eist
27
4.96
2 nb
17
4.65
0 nb
nb
nb
nb
29
1.03
4 17
4.65
0 465.6
84
2.74
9.00
0 82
6.00
0 2.
228.
000
5.8
03.0
00
6.2
68.6
84
Zeeb
rugg
e 44
.667
nb
0
nb
nb
nb
nb
44.6
67
0 44.6
67
91.0
00
28.0
00
94.0
00
212.0
00
256.6
67
Blan
kenb
erge
27
8.59
7 nb
21
6.30
0 nb
nb
nb
nb
58
1.41
9 21
6.30
0 797.7
19
1.06
9.00
0 26
0.00
0 72
6.00
0 2.0
55.0
00
2.8
52.7
19
De
Haa
n-W
endu
ine
159.
199
nb
960.
050
nb
nb
nb
nb
808.
749
960.
050
1.7
68.7
99
1.02
7.00
0 31
1.00
0 1.
176.
000
2.5
13.0
00
4.2
81.7
99
Bred
ene
32.0
64
nb
972.
650
nb
nb
nb
nb
246.
763
972.
650
1.2
19.4
13
204.
000
41.0
00
107.
000
351.0
00
1.5
70.4
13
Oos
tend
e 78
4.35
8 nb
0
nb
nb
nb
nb
1.04
3.14
8 0
1.0
43.1
48
898.
000
243.
000
658.
000
1.8
00.0
00
2.8
43.1
48
Mid
delk
erke
11
0.26
4 nb
75
8.10
0 nb
nb
nb
nb
48
7.86
8 75
8.10
0 1.2
45.9
68
1.95
0.00
0 58
6.00
0 1.
898.
000
4.4
33.0
00
5.6
78.9
68
Nie
uwpo
ort
185.
227
nb
157.
850
nb
nb
nb
nb
704.
418
157.
850
862.2
68
1.15
6.00
0 35
8.00
0 81
1.00
0 2.3
25.0
00
3.1
87.2
68
Koks
ijde
92.5
59
nb
164.
500
nb
nb
nb
nb
819.
173
164.
500
983.6
73
2.20
8.00
0 93
0.00
0 2.
396.
000
5.5
34.0
00
6.5
17.6
73
De
Pann
e 16
6.55
2 nb
10
6.05
0 nb
nb
nb
nb
33
6.74
7 10
6.05
0 442.7
97
930.
000
318.
000
768.
000
2.0
16.0
00
2.4
58.7
97
Tota
al K
ust
2.1
28.4
49
707.9
48
3.5
10.1
50
1.1
01.5
81
nb
1.4
26.0
08
nb
5.3
63.9
86
3.5
10.1
50
8.8
74.1
36
12.2
82.0
00
3.9
01.0
00
10.8
60.0
00
27.0
42.0
00
35.9
16.1
36
Kust
( %
) 5,
9 2,
0 9,
8 3,
1
4,0
14
,9
9,8
24,7
34
,2
10,9
30
,2
75,3
100,0
To
taal V
laan
der
en
8.6
39.0
42
1.8
19.7
78
6.0
48.3
50
3.5
11.1
15
nb
3.9
95.6
03
nb
17.9
65.5
38
6.0
48.3
50
24.0
13.8
88
BRO
NN
EN
Hot
els,
toer
istis
che
over
nach
tinge
n op
ope
nluc
htre
crea
tieve
ver
blijv
en, l
ogie
s vo
or d
oelg
roep
en, F
OD
Eco
nom
ie, K
MO
, Mid
dens
tand
en
Ener
gie
(NIS
), 20
07.
Resi
dent
iële
ove
rnac
htin
gen
op k
ampe
erte
rrei
nen
en k
ampe
erve
rblij
fpar
ken,
sch
attin
g W
ES o
p ba
sis
van
cont
acte
n m
et d
e se
ctor
. Ka
mer
s bi
j par
ticul
iere
n en
res
iden
tiële
ove
rnac
htin
gen
vaka
ntie
park
en, n
iet b
esch
ikba
ar.
Twee
de v
erbl
ijven
, WES
op
basi
s va
n de
enq
uête
twee
de v
erbl
ijven
200
7-20
08.
Bem
erki
ngen
(a
) : h
otel
over
nach
tinge
n: in
het
kad
er v
an h
et K
ITS-
proj
ect s
chat
Wes
ttoer
het
reël
e aa
ntal
ove
rnac
htin
gen
in d
e ho
tels
aan
de
Kust
in o
p 2.
596.
708
over
nach
tinge
n, in
fo 2
007.
(b) :
exc
lusi
ef d
e re
side
ntië
le o
vern
acht
inge
n in
de
vaka
ntie
park
en.
nb :
niet
bes
chik
baar
om
will
e va
n ve
rtrou
wel
ijkhe
id v
an in
form
atie
of n
iet g
eken
d.
Kolo
mm
en 1
1, 1
2, 1
3, 1
4 zi
jn a
fger
onde
get
alle
n.
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 19
Figuur 5 De verdeling van de overnachtingen per logiesvorm aan de Kust in 2007, diverse bronnen, WES (in %)
6% 2%
10%
3%
4%
34%
11%
30%
Hotels
Kampeerterreinen enkampeerverblijfparken, trekkers
Kampeerterreinen enkampeerverblijfparken,stacaravansVakantieparken, toeristischeverhuur
Logies voor doelgroepen
Tweede verblijven, door deeigenaar gebruikt
Tweede verblijven, gratis doorderden gebruikt
Tweede verblijven, verhuurd tegenbetaling
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 20
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 21
HOOFDSTUK 3: EVOLUTIE VAN DE TWEEDE VERBLIJVEN We maken de vergelijking over de jaren 1989, 1997 en 2007 op basis van vroeger WES-onderzoek1. Om diverse redenen gebeurt deze vergelijking op basis van alle kohierartikels, dit wil zeggen inclusief de vakantieparken.
We merken in tabel 6 en figuur 9 dat het aantal tweede verblijven in een tijdsspanne van circa 10 en 20 jaar duidelijk toegenomen is. Tussen 1989 en nu is het aantal tweede verblijven gestegen met ongeveer 25.000 eenheden of met 43%. Tussen 1989 en 1997 bedroeg de toename 23%, de laatste tien jaar is de groei lichtjes afgezwakt maar be-draagt toch nog 16%.
Tabel 6 Evolutie van het aantal tweede verblijven op basis van alle belastingkohierartikels, WES
Omschrijving 1989 1997 2007 Verschil 2007/1989
Index 1997/1989
Index 2007/1997
Index 2007/1989
Knokke-Heist 12.559 15.300 17.772 5.213 122 116 142 Zeebrugge (a) 333 677 203 Blankenberge 4.275 5.451 6.747 2.472 128 124 158 De Haan-Wenduine 4.395 5.553 7.015 2.620 126 126 160 Bredene 304 465 1.627 1.323 153 350 535 Oostende 5.661 6.650 6.717 1.056 117 101 119 Middelkerke-Westende 11.522 13.238 14.272 2.750 115 108 124 Nieuwpoort 4.752 6.133 8.315 3.563 129 136 175 Koksijde-Oostduinkerke 11.000 13.400 13.906 2.906 122 104 126 De Panne 3.794 5.162 6.357 2.563 136 123 168 Totaal 58.262 71.685 83.405 25.143 123 116 143
BRON: Onderzoek van de tweede woningen in de kustgemeenten, WES Onderzoek & Advies, juni 1998 en belastingkohieren 2007. (a) Zeebrugge/Brugge had in 1989 nog geen belastingkohier op tweede verblijven.
Figuur 9 Evolutie van het totale aantal tweede verblijven aan de Kust, op basis van alle kohierartikels, belastingkohieren, WES 2008 (aantal)
0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
60.000
70.000
80.000
90.000
1989 1997 2007
1 Onderzoek van de tweede woningen in de kustgemeenten, WES Onderzoek & Advies, juni 1998 en belastingko-
hieren 2007.
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 22
De algemene trend voor de Kust en voor de individuele kustgemeenten is stijgend. We noteren volgende aandachtspunten:
Knokke-Heist heeft de grootste toename van het aantal tweede verblijven. We merken een toename van 5.200 tweede verblijven tussen 1989 en 2007;
Bredene kent tussen 1989 en 2007 de grootste procentuele stijging, in absolute aan-tallen gaat het om een 1.000-tal tweede verblijven;
Nieuwpoort groeit na Bredene het sterkst procentueel tussen 1989 en 2007 met niet minder dan 75% en bijna 3.600 tweede verblijven in meer;
De Haan, Blankenberge en De Panne liggen qua groei tussen 1989 en heden boven het kustgemiddelde. De toename van het aantal tweede verblijven bedraagt er onge-veer 2.500 à 2600 eenheden;
In Oostende, Middelkerke en Koksijde stabiliseert de groei of ligt de groei onder het gemiddelde van de Kust voor de jaren 1997 tot 2007.
Figuur 10 De evolutie van het aantal tweede verblijven per kustgemeente, 1989, 1997 en 2007, op basis van alle kohierartikels, WES 2008 (aantal)
0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
14.000
16.000
18.000
20.000
1989 1997 2007
Knokke-HeistZeebrugge*BlankenbergeDe Haan-WenduineBredeneOostendeMiddelkerke-Westende NieuwpoortKoksijde-OostduinkerkeDe Panne
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 23
HOOFDSTUK 4: KENMERKEN VAN DE TWEEDE VERBLIJVEN In dit hoofdstuk maken we een detailanalyse van een aantal kenmerken die we terugvin-den in de belastingkohieren. In eerste instantie brengen we de tweede verblijven carto-grafisch in beeld zodat we op een visuele manier greep op dit aanbod krijgen. In tweede instantie bekijken we land en regio van herkomst van de eigenaars.
1. De tweede verblijven op kaart1
Voor elk van de 10 kustgemeenten werd een set van vier kaarten gemaakt die in een apart kaartenboek zijn opgenomen:
kaart 1 geeft de ligging en het aantal tweede verblijven in kustgemeente X;
kaart 2 geeft het totale aantal tweede verblijven per statistische sector in kustgemeente X;
kaart 3 geeft per statistische sector in kustgemeente X de verhouding van het aantal tweede verblijven ten opzichte van het aantal wooneenheden van de lokale bevolking;
kaart 4 is een lijst van de statistische sectoren in kustgemeente X.
Deze kaarten worden per kustgemeente besproken en kunnen teruggevonden worden in het bijhorende kaartenboek. We beperken ons nu tot algemene trends en observaties.
1.1. Kaartenreeks 1
In alle kustgemeenten zijn de tweede verblijven sterk geconcentreerd dicht aan de water-lijn en in de hierop aansluitende straten. In sommige kustgemeenten, zoals bijvoorbeeld Koksijde en Nieuwpoort, zijn de tweede verblijven verder in de gemeente doorgedron-gen.
Aan de dijk vindt men vooral appartementen of studio’s, terwijl het verder landinwaarts vaker gaat over villa’s, bungalows of rijhuizen2.
Elke gemeente heeft uiteraard een eigen type bebouwing. Dit zal verder bevestigd wor-den op basis van de enquête bij de eigenaars.
1.2. Kaartenreeks 2
Het is vrij logisch dat we hier dezelfde patronen terugvinden als bij de eerste kaarten-reeks maar deze set biedt als voordeel dat de gegevens per zone gedetailleerd worden. Het totale aantal tweede verblijven moet altijd in relatie gebracht worden met de grootte van de sector. Kleine sectoren met hoge aantallen wijzen op een grote concentratie aan tweede verblijven.
1 Hier werd uitzonderlijk gewerkt met het bestand inclusief de vakantieparken vergund door Toerisme Vlaanderen. 2 Analyse met behulp van Google Maps.
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 24
1.3. Kaartenreeks 3
De derde kaartenreeks toont de verhouding tussen het aantal tweede verblijven en het aantal wooneenheden van de lokale bevolking per statistische sector. Deze moeten altijd geïnterpreteerd worden in relatie met de absolute aantallen die het belang van een be-paalde sector aangeven.
Vooral dicht bij de waterlijn zijn de tweede verblijven in de meerderheid. Het aandeel van de tweede verblijven neemt af naarmate men verder landinwaarts gaat.
In tabel 7 en figuren 11 en 12 geven we een samenvatting van de resultaten. Opmerke-lijk is dat in zes van de tien kustgemeenten, met name in Knokke-Heist, De Haan, Mid-delkerke, Nieuwpoort, Koksijde en De Panne, het aantal tweede verblijven hoger is dan het aantal wooneenheden van de lokale bevolking. In het algemeen telt de Kust iets meer tweede verblijven (53,1%) dan wooneenheden voor de lokale bevolking (46,9%).
We komen hier later, in het bijzonder in het onderdeel ‘toeristische effecten van de tweede verblijven’, op terug.
Tabel 7 Het aantal en aandeel van tweede verblijven en wooneenheden van de lokale bevolking, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie en belastingkohieren 2007
Gemeente Aantal tweede verblijven
Aantal wooneenheden
lokale bevolking
Totaal aantal eenheden
Aandeel tweede verblijven (%)
Aandeel wooneenheden
lokale bevolking (%)
Knokke-Heist 17.772 15.229 33.001 53,9 46,1 Zeebrugge 677 3.764 4.441 15,2 84,8 Blankenberge 6.747 8.368 15.115 44,6 55,4 De Haan-Wenduine 6.732 4.972 11.714 57,6 42,4 Bredene 1.205 5.366 6.558 18,2 81,8 Oostende 6.717 32.446 39.164 17,2 82,8 Middelkerke 14.272 7.806 23.844 67,3 32,7 Nieuwpoort 8.315 4.524 12.214 63,0 37,0 Koksijde 13.906 8.991 23.523 61,8 38,2 De Panne 6.357 4.208 10.565 60,2 39,8 Totaal Kust 82.700 95.674 180.139 46,9 53,1
BRON: aantal wooneenheden, lokale bevolking FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, 2001, tweede verblijven: belastingkohieren 2007, verwerking van de resultaten WES.
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 25
Figuur 11 De procentuele verdeling van het aantal tweede verblijven ten opzichte van het aantal woon-eenheden van de lokale bevolking, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, 2001 en belastingkohieren 2007, verwerking WES (in %)
53
,9
15
,2
44
,6 57
,6
18
,2
17
,2
67
,3
63
,0
61
,8
60
,2
46
,9
46
,1
84
,8
55
,4 42
,4
81
,8
82
,8
32
,7
37
,0
38
,2
39
,8
53
,1
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Knokke-Heist
Zeebrugge
Blankenberge
De Haan-Wenduine
Bredene
Oostende
Middelkerke
Nieuwpoort
Koksijde
De Panne
Totaal Kust
Aandeel Tweede Verblijven (%) Aandeel wooneenheden lokale bevolking (%)
Figuur 12 Het aantal tweede verblijven en het aantal wooneenheden van de lokale bevolking, FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, 2001 en belastingkohieren 2007, verwerking WES (in aantal)
17.772
6776.747 6.732
1.2056.717
14.2728.315
13.906
6.357
15.229
3.764
8.3684.972
5.366
32.446
7.806
4.524
8.991
4.208
0
5000
10000
15000
20000
25000
30000
35000
40000
Knokke-Heist
Zeebrugge
Blankenberge
De Haan-Wenduine
Bredene
Oostende
Middelkerke
Nieuwpoort
Koksijde
De Panne
Aantal tweede Verblijven Aantal wooneenheden lokale bevolking
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 26
2. De herkomst van de eigenaars van tweede verblijven
De belastingkohieren laten toe om ook de herkomst van de eigenaars na te gaan.
Tabel 8 en figuur 13 geven de verdeling naar nationaliteit. We merken op kustniveau dat het publiek voor ongeveer 92% uit Belgische eigenaars bestaat tegenover 8% buiten-landse eigenaars.
De Haan, Bredene en De Panne hebben iets meer buitenlandse eigenaars. Blankenber-ge, Middelkerke en Nieuwpoort hebben een relatief groter aandeel Belgische eigenaars.
In tabel 8 merken we eveneens dat het buitenlandse publiek verschilt per kustgemeente. In De Haan en Bredene treffen we een grote Duitse aanwezigheid. De gemeenten van de Oostkust (Nieuwpoort, Koksijde en De Panne) hebben meer Franse eigenaars en Knokke-Heist heeft iets meer Nederlandse eigenaars. In deze gevallen speelt de geogra-fische ligging duidelijk een rol.
In het algemeen zijn de buurlanden het sterkst vertegenwoordigd. Knokke-Heist en Oostende hebben met respectievelijk 0,9% en 0,7% een bredere internationale waaier van eigenaars.
De Belgische eigenaars zijn voor wat de Kust in zijn totaliteit betreft voor drie kwart af-komstig uit Vlaanderen, 17,8% is afkomstig uit Wallonië en 9,1% uit Brussel (zie tabel 9 en figuur 14). De regionale spreiding verschilt echter per kustgemeente. Koksijde en De Panne hebben relatief meer eigenaars afkomstig uit het Waalse landsgedeelte (respec-tievelijk 29,8% en 43,1%). Blankenberge, Bredene, Zeebrugge en De Haan hebben een overwegend Vlaams publiek. Knokke-Heist, Koksijde en Oostende hebben het meest Brusselse eigenaars (respectievelijk 12,9%, 10,4% en 10,3%).
Tabel 10 en figuur 15 ten slotte geeft de verdeling weer van de Belgische eigenaars naar provincie. De top vier van belangrijkste herkomstregio’s zijn West-Vlaanderen (21%), Oost-Vlaanderen (18%), Vlaams-Brabant (15,2%) en Antwerpen (14,9%). Deze top vier geldt voor alle kustgemeenten met uitzondering van Koksijde en De Panne die een relatief groot publiek uit Henegouwen aantrekken.
27
Tabe
l 8
Land
van
her
kom
st v
an d
e ei
gena
ar, p
er k
ustg
emee
nte,
bel
astin
gkoh
iere
n 20
07 (i
n %
)
Land
van
her
kom
st
Knok
ke-H
eist
Zeeb
rugg
eBl
anke
nber
geD
e H
aan-
Wen
duin
eBr
eden
eO
oste
nde
Mid
delk
erke
Nie
uwpo
ort
Koks
ijde
De
Pann
eTo
taal K
ust
Belg
ië
92,6
93,6
95,7
85,6
78,3
91,7
96,1
95,8
92,3
82,5
92
,2
Buite
nlan
d 7,
56,
34,
314
,321
,68,
33,
94,
37,
817
,47
,9
D
uits
land
1,
31,
61,
19,
818
,42,
71,
80,
71,
57,
12
,8
Fr
ankr
ijk
0,6
0,9
0,2
0,5
0,2
0,9
0,4
2,1
4,4
5,1
1,7
Ned
erla
nd
2,6
2,2
1,6
2,0
1,1
1,7
0,6
0,8
0,8
2,2
1,5
Luxe
mbu
rg
1,9
0,6
1,1
1,6
1,8
1,9
0,9
0,3
0,6
2,5
1,3
Gro
ot-B
ritta
nnië
0,
20,
40,
00,
00,
00,
40,
00,
10,
10,
10
,1
O
verig
e la
nden
0,
90,
60,
30,
40,
10,
70,
20,
30,
40,
40
,5
Tota
al
100,
010
0,0
100,
010
0,0
100,
010
0,0
100,
010
0,0
100,
010
0,0
10
0,0
Aa
ntal
won
inge
n in
de
stee
kpro
ef
17.7
7267
76.
747
6.73
21.
205
6.71
714
.272
8.31
513
.906
6.35
78
2.7
00
BRO
N: b
elas
tingk
ohie
ren
2007
, ver
wer
king
van
de
resu
ltate
n W
ES.
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 28
Figuur 13 Land van herkomst van de eigenaar, naar België en het buitenland, belastingkohieren 2007 (in %)
92,6
93,6
95,7
85,6
78,3
91,7
96,1
95,8
92,3
82,5
92,2
7,5
6,3
4,3
14,3
21,6
8,3
3,9
4,3
7,8
17,4
7,9
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Knokke-Heist
Zeebrugge
Blankenberge
De Haan-Wenduine
Bredene
Oostende
Middelkerke
Nieuwpoort
Koksijde
De Panne
Totaal Kust
België Buitenland
29
Tabe
l 9
Her
kom
st v
an d
e Be
lgis
che
eige
naar
s na
ar la
ndsd
eel,
per
kust
gem
eent
e, b
elas
tingk
ohie
ren
2007
(in
%)
Kust
gem
eent
e va
n he
t tw
eede
ver
blijf
Knok
ke-H
eist
Zeeb
rugg
eBl
anke
nber
geD
e H
aan-
Wen
duin
eBr
eden
e O
oste
nde
Mid
delk
erke
Nie
uwpo
ort
Koks
ijde
De
Pann
eTo
taal K
ust
Land
sdee
l Vl
aand
eren
74
,485
,684
,683
,286
,4
73,0
79,0
78,1
59,7
47,7
73,1
Brus
sel
12,9
5,8
4,9
7,9
4,0
10,3
6,9
7,4
10,4
9,2
9,1
Wal
loni
ë 12
,78,
510
,69,
09,
5 16
,714
,014
,529
,843
,117,8
To
taal
100,
010
0,0
100,
010
0,0
100,
0 10
0,0
100,
010
0,0
100,
010
0,0
100,0
A
anta
l won
inge
n in
de
stee
kpro
ef
16.4
5763
46.
457
5.76
394
4 6.
159
13.7
157.
966
12.8
355.
245
76.2
49
BRO
N: b
elas
tingk
ohie
ren
2007
, ver
wer
king
van
de
resu
ltate
n W
ES.
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 30
Figuur 14 Herkomst van de Belgische eigenaars naar regio, per kustgemeente, belastingkohieren 2007 (in %)
74,4
85,6
84,6
83,2
86,4
73,0
79,0
78,1
59,7 47,7
73,1
12,9
5,8
4,9
7,9
4,0
10,3
6,9
7,4
10,4
9,2
9,1
12,7 8,5
10,6
9,0 9,5
16,7 14,0
14,5 29,8
43,1
17,8 0% 20% 40% 60% 80% 100%
Knokke-Heist
Zeebrugge
Blankenberge De Haan-Wenduine
Bredene
Oostende
Middelkerke
Nieuwpoort Koksijde
De Panne
Totaal Kust
Vlaanderen Brussel Wallonië
31
Tabe
l 10
Prov
inci
e va
n he
rkom
st v
an d
e Be
lgis
che
eige
naar
, per
kus
tgem
eent
e, b
elas
tingk
ohie
ren
2007
(in
%)
Kust
gem
eent
e va
n he
t tw
eede
ver
blijf
Knok
ke-H
eist
Zeeb
rugg
eBl
anke
nber
geD
e H
aan-
Wen
duin
eBr
eden
e O
oste
nde
Mid
delk
erke
Nie
uwpo
ort
Koks
ijde
De
Pann
eTo
taal
Ku
st
Prov
inci
e W
est-V
laan
dere
n 15
,934
,517
,821
,011
,5
17,1
25,5
24,7
25,5
15,6
21
,0
Oos
t-Vl
aand
eren
22
,222
,121
,621
,027
,2
21,0
18,4
17,1
10,5
10,7
18
,0
Antw
erpe
n 19
,617
,224
,721
,821
,5
13,3
12,1
13,7
8,4
7,7
14
,9
Lim
burg
4,
61,
76,
83,
14,
3 5,
74,
24,
01,
62,
64
,0
Vlaa
ms-
Brab
ant
12,1
10,1
13,8
16,4
21,8
15
,918
,818
,613
,811
,21
5,2
Br
usse
l 12
,95,
84,
97,
94,
0 10
,36,
97,
410
,49,
29
,1
Waa
ls-B
raba
nt
5,1
2,2
1,8
2,9
2,3
4,1
3,3
4,0
6,3
5,5
4,3
H
eneg
ouw
en
2,9
3,8
4,5
3,1
5,1
5,9
5,9
6,5
17,3
22,6
8,0
Lu
ik
3,0
1,3
2,5
1,6
0,8
3,7
2,2
2,0
3,0
9,0
3,0
N
amen
1,
30,
91,
10,
90,
8 1,
72,
01,
52,
54,
61
,9
Luxe
mbu
rg
0,4
0,3
0,7
0,4
0,4
1,3
0,6
0,5
0,7
1,4
0,7
To
taal
10
0,0
100,
010
0,0
100,
010
0,0
100,
010
0,0
100,
010
0,0
100,
01
00
,0
Aant
al w
onin
gen
in d
e st
eekp
roef
16
.457
634
6.45
75.
763
944
6.15
913
.715
7.96
612
.835
5.24
57
6.2
49
BRO
N: b
elas
tingk
ohie
ren
2007
, ver
wer
king
van
de
resu
ltate
n W
ES.
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 32
Figuur 15 Herkomst van de Belgische eigenaars naar regio, Kust, naar provincie, belastingkohieren 2007 (in %)
21%
18%
15%4%
15%
9%
4%
8% 3% 2%1% West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
Antwerpen
Limburg
Vlaams-Brabant
Brussel
Waals-Brabant
Henegouwen
Luik
Namen
Luxemburg
Þ Tweede verblijven aan de Kust - Deel 1: Situatieanalyse aanbod September 2008 33
HOOFDSTUK 5: CONCLUSIE De nagenoeg 83.000 tweede verblijven aan de Kust vertegenwoordigen een enorm potentieel voor het verblijftoerisme. Zij vertegenwoordigen drie kwart van de logiescapa-citeit en drie kwart van alle overnachtingen aan de Kust.
Belangrijk om te onthouden is dat slechts een gedeelte van de overnachtingen in tweede verblijven op regelmatige basis geteld wordt door officiële instanties met als resultaat dat het toeristisch belang van een gemeente met veel tweede verblijven onderschat wordt. Met behulp van dit onderzoek wordt een belangrijke lacune opgevuld.
De diverse kustgemeenten hebben elk een eigen profiel inzake het aantal tweede verblij-ven, de evolutie die zij doormaakten in de voorbije twintig jaar, de geografische ligging en de herkomst van de eigenaars.
Het aantal tweede verblijven per kustgemeente is uiteraard een interessant kennisgege-ven, doch de verhouding ten opzichte van het aantal wooneenheden voor de lokale bevolking is minstens zo belangrijk. Op Kustniveau tellen we 53% tweede verblijven te-genover 47% wooneenheden voor de lokale bevolking. In zes van de tien kustgemeen-ten tellen we meer tweede verblijven dan wooneenheden voor de lokale bevolking. Op termijn kan deze verhouding mogelijks een belangrijke graadmeter worden bij de be-oordeling van de recreatieve draagkracht aan de Kust. Op het aspect recreatieve draag-kracht komen we verder terug in het luik ‘toeristische effecten’ van het onderzoek.
Tussen 1989 en 2007 zijn er 25.000 tweede verblijven bijgekomen. Dit betekent een gemiddelde groei van ongeveer 2% per jaar. Dit komt deels uit nieuwbouw, deels uit vervanging van logiesvormen, deels uit vervanging van wooneenheden van de lokale bevolking door tweede verblijven. Dit laatste is belangrijk inzake duurzaamheid en vormt een aandachtspunt voor betrokken gemeenten.
Het kaartenboek geeft de visuele voorstelling van het aanbod. Op die manier worden theoretische cijfers veel concreter. Bovendien heeft men een beter inzicht in de concen-tratiegebieden van tweede verblijven per kustgemeente.
Ten slotte zijn er cijfers beschikbaar over de herkomst van de eigenaars. De grote meer-derheid zijn Belgische eigenaars, ongeveer 10% zijn eigenaars die afkomstig zijn uit het buitenland waaronder voornamelijk de buurlanden. Onder het Belgische publiek treffen we driekwart Vlaamse eigenaars.
Inzicht in de herkomstgegevens zijn interessant omwille van hun impact op bezoekfre-quentie en dienstverlening. Ook aan deze aspecten schenken we aandacht in verdere delen van het onderzoek. Zij komen zeker aan bod in de overlegmomenten met de op-drachtgever en betrokken gemeenten.
BIJLAGE
BIJLAGE 1: DEFINITIES
1. Definities Steunpunt buitenlands beleid, toerisme en recreatie
1.1. Hotelinrichtingen
De categorie ‘hotelinrichtingen’ bevat alle instellingen die moeten voldoen aan de gel-dende regelgeving van de Vlaamse Gemeenschap betreffende logiesverstrekkende be-drijven. Het betreft instellingen met ten minste vier kamers of met accommodatie voor ten minste tien personen. Er wordt een hotelservice aangeboden en er wordt voor min-stens één nacht logies verstrekt. De regelgeving van de Vlaamse Gemeenschap bepaalt de indeling in categorieën en de mogelijke benamingen (Decreet 20 maart 1984). Hier-naast behoren ook de niet-vergunningplichtige logiesverstrekkende bedrijven die op vrijwillige basis een exploitatievergunning hebben aangevraagd.
1.2. Terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven
Vlaanderen (Decreet van 3 maart 1993) gebruikt de overkoepelende term ‘terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven’. Daaronder vallen zowel de campings als de va-kantieparken. De Vlaamse regelgeving verstaat onder terreinen voor openluchtrecrea-tieve verblijven ieder terrein waarop ten minste drie mobiele en/of vaste verblijfvormen staan die niet ontworpen zijn om permanent te verblijven, maar om recreatief te verblij-ven.
Een vakantiepark is een terrein voor openluchtrecreatieve verblijven waarop uitsluitend vaste constructies voorkomen.
De campingsector wordt ingedeeld in twee types: kampeerterreinen en kampeer-verblijfparken. Een kampeerterrein is een terrein waar ten minste 15% van de kam-peerplaatsen is voorbehouden voor toeristische kampeerplaatsen en ten hoogste 50% van de openluchtrecreatieve verblijven bestaat uit vaste constructies. Een kampeerver-blijfpark daarentegen is een terrein waar men gebruik kan maken van ten minste één toeristische kampeerplaats en waar het overige wordt verbleven in vaste constructies.
Een toeristische kampeerplaats is hoofdzakelijk bedoeld voor verhuur voor korte termijn (= minder dan 30 dagen). Een residentiële standplaats is hoofdzakelijk be-doeld voor verhuur voor lange termijn, dus meer dan 30 dagen.
1.3. Logiesvormen voor doelgroepen
In Europa (beschikking van 9 december 1998) hanteert men de volgende definities van logiesvormen voor doelgroepen: logiesvormen voor doelgroepen zijn bedrijven die on-der gemeenschappelijk beheer staan en die een minimum aan gemeenschappelijke diensten aanbieden (exclusief het dagelijks opmaken van de bedden).
Logies voor doelgroepen kan in twee grote groepen verdeeld worden: enerzijds is er logies dat voornamelijk gebruikt wordt door volwassenen, anderzijds is er logies dat voornamelijk gebruikt wordt door jongeren1. Men spreekt over jeugdtoerisme vanaf het moment dat de doelgroep jeugd meer dan 75% van hun gasten uitmaakt.
Volgende detailcategorieën zijn beschikbaar:
1.3.1. Jeugdverblijfcentrum
Een aan de doelgroep aangepaste en veilige verblijfaccommodatie met overnachtings-mogelijkheid, bestaande uit een of meer gebouwen die een eenheid vormen en die hoofdzakelijk ter beschikking gesteld wordt van de jeugd voor het ontplooien van vor-mende en ontspannende activiteiten in groepsverband.
Type A (centrum met eenvoudig basiscomfort, zonder bedden) Type B (centrum met eenvoudig basiscomfort, met bedden) Type C (centrum met degelijk comfort, met mogelijkheden voor vormingsinitiatieven)
1.3.2. Jongerenherberg
Collectieve verblijfinfrastructuur die ontvangst-, animatie-, restaurant- en onderhouds-diensten aanbiedt aan een publiek dat hoofdzakelijk bestaat uit jongeren die individueel, eventueel in gezinsverband, in informele of gestructureerde groepen verblijven.
1.3.3. Ander jeugdtoerisme
Niet in groepsverband en geen jongerenherberg.
1.3.4. Andere logiesvorm voor doelgroepen
1 Aanvulling van de tekst door WES Onderzoek en Advies.
1.4. Verhuringen
Deze worden in Vlaanderen verder opgedeeld in: individuele huurvakantiewoningen; huurvakantiewoningen via verhuurkantoren; kamers bij particulieren1.
1.4.1. Huurvakantiewoningen
Huurvakantiewoningen zijn accommodatievormen van uiteenlopende aard: studio’s, appartementen, villa’s, huizen, bungalows, … die op de verhuurmarkt worden aange-boden. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen wat zelf wordt verhuurd en huurvakan-tiewoningen die via een verhuurkantoor op de verhuurmarkt worden aangeboden. Het STeR inventariseert enkel de huurvakantiewoningen die zelf worden verhuurd.
1.4.2. Kamers bij particulieren
Zoals het begrip het zelf zegt, zijn dit kamers die behoren tot de woning van de aanbie-der. Het onderscheid met de huurvakantiewoningen steunt op het al dan niet aanwezig zijn van kookfaciliteiten op de kamer. Hebben uw kamers een kitchenette, dan behoren zij dus tot de huurvakantiewoningen (in dat geval spreken we van studio’s). Van zodra een gastenkamer drie kamers of meer aanbiedt, wordt deze geclassificeerd onder de hotelinrichtingen al dan niet met vergunning. Niet-vergunningplichtige gastenkamers die op vrijwillige basis een exploitatievergunning als logiesverstrekkend verblijf hebben aan-gevraagd, worden eveneens onder de hotelinrichtingen geclassificeerd.
2. Definities WES Onderzoek en Advies
2.1. Tweede verblijven
Dit zijn private woningen (die): opgenomen zijn in het belastingkohier op tweede verblijven van de kustgemeenten
en waar derhalve geen domicilie gevestigd is op dit adres; waarvan het gebruik bedoeld is voor recreatieve doeleinden; en exclusief deze woongelegenheden die vallen onder de vergunning van openlucht-
recreatief verblijf.
1 In het kader van deze studie over tweede verblijven, weerhouden we enkel de rubriek kamers bij particulieren doch
volledigheidshalve is het nuttig om inzicht te hebben in deze definities.
2.2. Klassieke logiesvormen
De term ‘klassieke logiesvormen’ is een terminologie die ontwikkeld werd naar aanlei-ding van het project ‘Hervorming van de toeristische statistiek’ in 1990 en slaat in prin-cipe op hotels, openluchtrecreatieve verblijven en logies voor doelgroepen. Om diverse redenen voegen we in het kader van deze studie nu de kamers bij particulieren hieraan toe. Voor wat de openluchtrecreatieve verblijven betreft, bestaat dit gedeeltelijk uit toeris-tische standplaatsen en gedeeltelijk uit residentiële standplaatsen.
2.3. Capaciteit
Betreft het aantal personen dat per nacht kan overnachten in een betrokken logiesvorm. Deze capaciteit wordt uitgedrukt in aantal personen of aantal bedden.
2.4. Toeristische versus residentiële overnachtingen
De toeristische overnachtingen worden gevormd door de overnachtingen in deze logiesvormen die voor een korte termijn door de gebruiker kunnen gehuurd worden. Het gaat dus om overnachtingen in hotels, op de toeristische standplaatsen van kampeerter-reinen, kampeerverblijfparken en vakantieparken, in logies voor doelgroepen, in kamers bij particulieren én om de overnachtingen in tweede verblijven die op de verhuurmarkt aangeboden worden hetzij via verhuurkantoren of via de eigenaar of via andere derden zoals bijvoorbeeld conciërges.
De residentiële overnachtingen bestaan uit de overnachtingen op de vaste stand-plaatsen van de openluchtrecreatieve verblijven én uit de overnachtingen in tweede verblijven door de eigenaar of deze overnachtingen die door de eigenaar gratis ter be-schikking gesteld worden aan vrienden, familie of kennissen.
WES vzw • Baron Ruzettelaan 33 BE-8310 Assebroek-Brugge • Tel. +32 50 36 71 36 • Fax +32 50 36 31 86 [email protected] • www.wes.be