de laatste wijzigingen inzake de kaaimantaks laatste... · 1. inleidende bespreking evolutie in de...
TRANSCRIPT
Brussels • London - www.liedekerke.com
De laatste wijzigingen inzake de Kaaimantaks
An Weyn en Félix Teichmann 24 januari 2019
2
Agenda
Inleidende bespreking van het huidig regime
Juridische constructies binnen de EER: het koninklijk
besluit van 21 november 2018
Kaaimantaks en de verenigbaarheid met
dubbelbelastingverdragen en het Europees recht?
3
1. Inleidende bespreking
Evolutie in de wetgeving
Wet van 30 juli 2013: verplichting tot aangifte van juridische constructies
Programmawet van 10 augustus 2015: belastingregime van juridische
constructies
‘tax-shift’ wet van 26 december 2015: wijziging van het regime
Programmawet van 25 december 2017: nieuwe wijziging van het regime
Koninklijke besluiten: 23 augstus 2015 (x2), 18 december 2015… en 21
november 2018
4
Fiscale transparantie
De inkomsten van de juridische constructie zijn belastbaar
in hoofde van de oprichter (belastingplichtige onderworpen
aan personenbelasting of rechtspersonenbelasting) ten
belope van zijn aandeel zelfs indien de inkomsten niet zijn
uitgekeerd
De roerende inkomsten toegekend door een juridische
constructie zijn vrijgesteld indien zij reeds in België hun
belastingregime hebben ondergaan (art. 21, 12° WIB92)
5
Definitie juridische constructies
Categorieën Bepalingen (WIB92)
A. rechtsverhoudingen (trusts en aanverwanten) 2, 13°, a) WIB92 (type a)
B. entiteiten met rechtspersoonlijkheid indien:
- niet onderworpen aan een inkomstenbelasting in het buitenland;
- onderworpen aan een inkomstenbelasting die minder dan 15%
van het belastbaar inkomen van de entiteit bedraagt zoals
vastgesteld overeenkomstig de regels toepasbaar voor het
vaststellen van het Belgisch belastbaar inkomen
2, 13°, b) WIB92 (type b)
C. contracten 2, 13°, c) WIB92
D. ketenconstructies 2, 13°/2, 3 en 4 WIB92
6
Uitzonderingen
Uitzonderingen Bepalingen (WIB 92)
Entiteiten van type B gevestigd in de EER vallen er niet onder,
behalve in de door de Koning bepaalde gevallen 2, 13°, al. 2 WIB92 en KB
Openbare of institutionele (alternatieve) ICB’s, instellingen voor
beleggingen in schuldvorderingen, pensioenfondsen/
werknemersparticipatiefondsen en genoteerde vennootschappen
behalve indien gehouden door ‘verbonden personen’
2, 13°/1 WIB92
Substance uitzondering
- Entiteit gevestigd in een EER-lidstaat, in een staat waarmee
België een DBV of een overeenkomst tot uitwisseling van
informatie heeft gesloten
- Entiteit moet een effectieve economische activiteit uitoefenen
(niet het beheer van het privé-patrimonium van de oprichter) en
het geheel van de gebouwen, personeel en uitrusting waarover
de entiteit beschikt, staat in verhouding tot de economische
activiteit die de entiteit uitoefent
5/1, §3 WIB92
7
Definitie oprichters
Categorieën Art. WIB 92
A. Oprichters 2, 14°, 1e streepje
B. Overdragers 2, 14°, 2e streepje
C. Erfgenamen van de oprichters (A en B) 2, 14°, 3e streepje
D. Houders van juridische of economische rechten in een
juridische constructie type 2 2, 14°, 4e streepje
E. Contractanten 2, 14°, 5e streepje
8
Uitkeringen door juridische constructies
Uitkeringen door constructies van type a) (trusts) zijn
dividenden behalve (art. 18, 3° WIB92): indien de uitkering het vermogen van de juridische constructie doen
dalen beneden het door de oprichter ingebrachte vermogen
indien de uitgekeerde inkomsten reeds in België hun belastingregime
hebben ondergaan (transparant zijn belast in hoofde van de oprichter)
(art. 21, 12° WIB)
Uitkeringen door constructies van type b) (entiteiten met
rechtspersoonlijkheid) zijn dividenden behalve (art. 18,
1°, 2°, 2°bis en 2°ter WIB92): indien de uitgekeerde inkomsten reeds in België hun belastingregime
hebben ondergaan (transparant zijn belast in hoofde van de oprichter)
(art. 21, 12° WIB)
9
2. Juridische constructies type b) binnen de
EER Achtergrond
De entiteiten met rechtspersoonlijkheid gevestigd binnen de EER zijn
slechts juridische constructies in de ‘gevallen’ vastgesteld door de
Koning
Juridische constructies op grond van het KB van 18 december 2015:
SPF (Lu), fondation patrimoniale (Lu), Stiftung (Li), Anstalt (Li)
Hybride vennootschappen (rechtspersonen en dus géén
transparante behandeling in België maar wel in hun Staat van
vestiging) in de mate dat zij inkomsten van Belgische oorsprong
ontvangen
« De instellingen, entiteiten en vennootschappen, zoals bedoeld in
artikel 2, § 1, 13° /1, al. 2, WIB 92 » - Quid ‘private’ ICB’s?
10
Juridische constructies type b) binnen de
EER
Koninklijk besluit van 21 november 2018
Inwerkingtreding 1 januari 2018 (of 13 december 2018 voor wat betreft
de roerende voorheffing en de bedrijfsvoorheffing)
Voortaan zijn de entiteiten (i) met rechtspersoonlijkheid en (ii) gevestigd
in de EU in de volgende drie gevallen juridische constructies:
1. ‘beleggingsinstellingen’ waarvan de rechten worden aangehouden
door verbonden personen
2. hybride vennootschappen (geen transparante behandeling in
België maar transparant in hun staat van vestiging)
3. andere vennootschappen die niet onderworpen zijn aan een IB/
onderworpen zijn aan een IB lager dan 1% van het Belgisch
‘belastbaar inkomen’
11
Juridische constructies type b) binnen de
EER
1e geval – de ICB’s: 2 voorwaarden
(i) “Een ‘beleggingsinstelling’…
ICB gevestigd in de EER en die voldoet aan de voorwaarden van de
ICBE richtlijn of ABI gevestigd in de EER vallend onder de richtlijn ABI
(of die het zou zijn geweest indien gevestigd in de EU)
Verslag aan de Koning: private ABI’s worden nu geviseerd
Verslag aan de Koning: begrip dat conform de richtlijnen moet worden geïnterpreteerd,
ongeacht enige andere betekenis die aan deze termen in een andere Staat wordt
gegeven
Met inbegrip van de beleggingsinstelling die slechts één deelnemer telt
en die in het toepassingsgebied zou zijn begrepen indien de
beleggingsinstelling meer dan één deelnemer had gehad
12
Juridische constructies type b) binnen de
EER
1e geval – de ICB’s: 2 voorwaarden (vervolg)
(ii) … waarvan de rechten door één persoon, of meerdere met elkaar
verbonden personen, worden aangehouden (in voorkomend geval per
afzonderlijk compartiment beschouwd)”
Controle als bedoeld in artikel 5 Wetboek van Vennootschappen
Bloed- of aanverwanten tot in de vierde graad
Gehuwden en samenwonenden
13
Juridische constructies type b) binnen de
EER 2e geval – de hybride vennootschappen: 2 voorwaarden
(i) “Een vennootschap die niet valt onder het toepassingsgebied van
artikel 29, §2 WIB…
Verslag aan de Koning: KB viseert dus vennootschappen met rechtspersoonlijkheid
conform de lex societatis
(ii) … en waarvan de inkomsten worden belast in hoofde van de
aandeelhouders / vennoten krachtens de fiscale wetgeving van de Staat of
het rechtsgebied waar deze vennootschap is gevestigd»
Verslag aan de Koning: Luxemburgse SCS en Franse SCI
Verslag aan de Koning: viseert voortaan àlle inkomsten van de hybride entiteit
ongeacht de oorsprong
14
Juridische constructies type b) binnen de
EER 2e geval – de hybride vennootschappen: beperkingen
(i) het hoofddoel is het verkrijgen van inkomsten die vrijgesteld zouden zijn
van de Belgische IB krachtens een DBV indien deze zouden zijn behaald /
verkregen door een rijksinwoner / ‘rechtspersoon’ Verslag aan de Koning: de transparantie toepassen op deze entiteiten zou niet zinvol
zijn (bv. Franse SCI’s)
(ii) inkomsten van de hybride vennootschap zijn onderworpen aan een IB
in hoofde van een rijksinwoner / ‘rechtspersoon’ krachtens de fiscale
wetgeving van de Staat waarin de vennootschap gevestigd is en deze
inkomstenbelasting bedraagt minstens 1% van het aan deze
aandeelhouder of vennoot toebehorend deel van het ‘Belgisch belastbaar
inkomen’ Verslag aan de Koning: 3 stappen: (i) vaststellen van het ‘Belgische belastbaar
inkomen’, (ii) het ‘Belgische belastbaar inkomen’ toebedelen en (iii) de buitenlandse IB
vaststellen
Verslag aan de Koning: IB strikt te interpreteren (excl. forfaitaire belastingen,
abonnementstaks of andere diverse taksen)
15
Juridische constructies type b)binnen de
EER
3e geval – de vrijgestelde en en daarmee gelijkgestelde
vennootschappen: 2 voorwaarden
(i) “iedere vennootschap (…) met rechtspersoonlijkheid die geen
beleggingsinstelling is of een vennootschap zoals bedoeld in 2°…
Subsidiaire categorie
(ii) … en die, krachtens de wettelijke bepalingen van de Staat of het
rechtsgebied waarin zij is gevestigd ofwel daar niet onderworpen is aan
een IB; ofwel daar onderworpen is aan een IB die minder bedraagt dan
1% van het belastbaar inkomen van die JC vastgesteld overeenkomstig de
toepasselijke regels om de Belgische belasting op de overeenkomstige
inkomsten vast te stellen”
16
Juridische constructies type b) binnen de
EER
3e geval – de vrijgestelde en daarmee gelijkgestelde
vennootschappen: 1 beperking
(i) hoofddoel bestaat uit het verkrijgen van inkomsten die vrijgesteld
zouden zijn van de Belgische IB krachtens een DBV indien die zouden zijn
behaald / verkregen door een Rijksinwoner / ‘rechtspersoon’
17
Praktijkvoorbeelden
Luxemburgse entiteiten: SICAV-FIS en SICAR
Société en commandité (spéciale)
SOPARFI
Franse entiteiten: Société de libre partenariat
Société civile (immobilière)
Nederlandse entiteiten: Vrijgestelde beleggingsinstelling
Stichting-Administratiekantoor
18
3. Kaaimantaks en de DBV’s
Standpunt België
CFC-regels • Artikel 344 §2 WIB92
• Kaaimantaks (2015)
• Nieuwe CFC regels van toepassing op vennootschappen (ATAD) (2019)
Recente evoluties: • Geen voorbehoud meer geformuleerd door België in de OESO-commentaren wat
betreft de toepassing van de CFC-regels in een verdragscontext
• Geen voorbehoud geformuleerd door België wat betreft de toepassing van artikel 11
MLI
– MAAR veel staten hebben wel een voorbehoud geformuleerd (Frankrijk,
Nederland, Luxemburg)
19
Kaaimantaks en de DBV’s
Standpunt België
Voorbereidende werken CFC ATAD
Indien er toch een conflict zou zijn met een door België gesloten overeenkomst tot vermijding van dubbele belasting, is de
regering van mening dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen twee verschillende gevallen. Ofwel betreft het een
overeenkomst tot vermijding van dubbele belasting die werd gesloten met een andere lidstaat van de Europese Unie, ofwel betreft
het een overeenkomst tot vermijding van dubbele belasting die werd gesloten met een staat die geen deel uitmaakt van de
Europese Unie.
In het geval dat een overeenkomst tot vermijding van dubbele belasting gesloten met een lidstaat van de Europese Unie de
toepassing van de CFC-bepaling zou verhinderen, is de regering van mening dat richtlijn 2016/1164 die unaniem door alle
lidstaten werd aangenomen, en daaruit volgend ook de omzettingsbepalingen, primeert op het toepasselijke verdrag.
In het geval dat een overeenkomst tot vermijding van dubbele belasting gesloten met een andere staat dan lidstaat van de
Europese Unie de toepassing van de CFC-bepaling zou verhinderen, primeert dit verdrag waardoor de toepassing van de CFC-
bepaling in dit geval niet mogelijk zal zijn. In dergelijk geval zal België in toepassing van artikel 351 van het Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie deze overeenkomsten tot vermijding van dubbele belasting dienen te heronderhandelen
teneinde strijdigheid met de binnen de Raad overeengekomen CFC-bepaling op te heffen.
Rechtspraak
20
4. Kaaimantaks en het Europees recht
Vrijheid van vestiging of vrij verkeer van kapitaal
Participatie die toelaat om een invloed uit te oefenen op
het beheer of een belegging zonder intentie om het beheer
te beïnvloeden (Olsen, EFTA Hof, 9 juli 2014)
Vrijheid van vestiging
Uitoefening van een effectieve economische activiteit
vereist
• Actief beheer van een vermogen versus passief beheer
• Louter aanhouden van participaties door een holding versus actieve
holding
Zuiver kunstmatige constructies die bedoeld zijn om
nationale belastingen te ontwijken zijn niet beschermd
(Cadburry Schweppes, HvJ 12 september 2006; Olsen,
EFTA Hof, 9 juli 2014)
Vrij verkeer van kapitaal
Brussels • London - www.liedekerke.com
Bedankt voor uw aandacht