demorgen. dinsdag 11/08/2020 opinie - universiteit gentwduyck/media/dm11aug2020.pdf · 2020. 8....

1
23 DeMorgen. DINSDAG 11/08/2020 ANNICK SCHRAMME Deze maatregelen zijn dodelijk e tweede coronagolf is er sneller gekomen dan verwacht, met epicentrum in Antwerpen. De gevolgen bleven niet uit. Gouverneur Cathy Berx heeft krachtdadig opgetreden en helder gecommuniceerd en wordt hier terecht voor gelau- werd. Maar er is een keerzijde: onder meer de cultuursector die hard in de klappen moet delen. De rijkdom aan cultuur is in Antwerpen groot en divers, iedereen zal dit beamen. De schok die nu als een tsunami door de sector gaat, zal dan ook lang nazinderen, ook in de rest van cultureel Vlaande- ren. En de impact is deze keer veel groter dan de eerste pe- riode. Toen iedereen geconfronteerd met een nieuw virus, de rangen werden gesloten. Een lockdown was de enige manier om het virus in te dijken. In zekere zin was het simpel: hoe harder de maatregel, hoe eenvoudiger om hem door te voeren. In juni groeide de hoop op een doorstart van onder meer horeca, fitnesscentra, retail en culturele activiteiten, weliswaar met respect voor de voorzorgsmaatregelen. Samen met Erika Vlieghe en Marc van Ranst is hiervoor met de cul- turele sector een draaiboek opgesteld. Uit ons onderzoek met UGent en Publiq naar de cultuurparticipatie tijdens corona (juni 2020) bleek de grote nood bij de bevolking aan cultuurparticipatie, niet alleen digitaal maar vooral ook fysiek. De beleving van een voorstelling kan immers niet zonder meer vervangen worden door een digitale variant. Ook de nood aan fysieke ontmoeting is heel groot, zo bleek uit ons onderzoek. Het gebrek hieraan de laatste maanden heeft al tot veel mentale schade geleid. De heropstart van het cul- tuuraanbod van kleinschalige voorstellingen was dan ook een verademing, zowel voor pu- bliek als voor acteurs en gezel- schappen. De onverkorte maat- regelen die nu opgelegd worden zijn echter dodelijk. Niet alleen wordt de hoop en de goesting afgenomen, maar er kan ook geen planning op- gemaakt worden voor het na- jaar. Want wat zal het zijn na die vier weken? Vorige week werden er uit- zonderingen gemaakt voor de fitnesscentra. Dat is goed nieuws voor de fitnesscentra. Maar voor de cultuursector blijven de maatregelen gehandhaafd, zo luidt het. Het argument dat aangehaald wordt houdt geen steek: het risico op samenscholing na de voorstelling is groter wanneer men iets gaat drinken. Hebben mensen die gaan sporten dan geen nood aan een drankje nadien? En gaan cafés en restaurants een onderscheid maken tussen men- sen die net gesport hebben of net genoten hebben van cultuur? Zulke discriminerende maatregelen tussen sectoren lijken me onhoudbaar. Bovendien wordt hiermee een klimaat van angst en verwarring gec- reëerd waarbij het publiek – zelfs als de culturele events opnieuw zouden doorgaan – niet komt opdagen. Er wordt anders met zoveel zorg, creativiteit en verantwoordelijkheidszin gehandeld door de cul- turele organisatoren om alles veilig te laten verlopen. Bovenal hebben de mensen die niet op vakantie kunnen, juist nood aan dit soort events. Het is een verademing en zalft de ziel. De WHO heeft vorige maand nog in een rapport geschreven dat de bij- drage van kunst en cultuur aan het algemeen welzijn onmiskenbaar is. Cultuur is met andere woorden geen bedreiging maar juist een veilige haven en een medicijn tegen al dit coronageweld. D opinie opinie is hoogleraar cultuurmanagement aan de UAntwerpen en de Antwerp Management School. WOUTER DUYCK & TOM COENYE Wouter Duyck, is professor cognitieve psychologie (UGent) Tom Coenye is professor farmaceutische microbiologie (UGent). Ja, de scholen kunnen open. Ze móéten zelfs open ans-Willem Snoeck noemde het in deze krant ‘onverantwoord’ om straks de scho- len weer te openen. Bij code rood noemt hij het zelfs ‘waanzin’ (DM 3/8). Hij stelt dat jongeren de motor van de huidige uit- braak zijn, op basis van Koreaanse cijfers en een selectieve lezing van cijfers van Sciensano. Hij presenteert hiermee een wel een zeer eenzijdige lezing van de epi- demiologische feiten. Minstens even erg is dat hij volledig voorbijgaat aan alle sociale, emo- tionele en cognitieve kosten die een voortgezette schoolsluiting met zich meebrengt. Onze scholen, van de kleuterschool tot het hoger onderwijs, moe- ten wel degelijk weer open in september. Dat kan en is hard nodig. Ten eerste is het gevaarlijk de epidemiologische impact van schoolopening te dramatiseren op basis van een eenzijdige interpretatie van de beschikbare data. De medische wetenschappelijke toptijdschrif- ten vertellen immers samen een heel ander verhaal. In The Lancet werden 16 relevante studies over scho- len en de bestrijding van Covid-19 samengevat. Men besloot dat de evidentie voor het nut van school- sluitingen “zeer zwak” was en riep beleidsmakers op om zich bewust te zijn van de hoge kosten van schoolsluitingen, en om eerst andere afstandsmaat- regelen te nemen, gezien die veel effectiever zijn. In Acta Paediatrica werd een bredere collectie van 47 studies bestudeerd. Er werd geconcludeerd dat kinderen zelf heel zelden ziek worden, maar ook dat ze bijna nooit de bron van verdere besmet- ting waren, ook niet bij besmettingen in de gezins- situatie. Men besloot: “het is zeer onwaarschijnlijk dat kinderen de motor van de pandemie zijn, en het is onwaarschijnlijk dat schoolopening een effect zal hebben op de mortaliteit van ouderen”. Een an- dere studie in Nature Medicine kwam tot dezelfde conclusie, en ook analyse van 31 familieclusters van Covid-19 in The Journal of Pediatrics and Child Health, toonde dat kinderen bijna nooit de bron waren van verspreiding. In Zweden bleven de scholen open en werden bij de 1,8 miljoen schoolkinderen nul doden geteld. Na een directe vergelijking met Finland, waar de scholen dicht gingen, besloot men dat schoolsluiting “geen meetbare impact” had op de epidemie. Ar- chives of Disease in Childhood, een tijdschrift van het Britse Royal College of Paediatrics and Child Health, titelde een artikel zelfs: “Kinderen zijn geen covid- superverspreiders: tijd om terug naar school te gaan”. Er is heel veel wat we nog niet weten over dit co- ronavirus, en over veel zaken is nog discussie. Maar over één ding lijkt er in coronatijden een grote me- dische consensus: de epidemiologische baten van schoolsluitingen zijn zeer klein. Een tweede probleem met het advies van Snoeck is dat de medische blik niet enkel vertroebeld is, maar dat dit ook de enige blik is. Er wordt zeer ge- makkelijk gesuggereerd om scholen te sluiten, lou- ter op basis van twijfelachtige epidemiologische overwegingen. Er wordt zelfs geen melding gemaakt van de zeer grote kosten op socio-emotioneel of cognitief vlak, laat staan dat deze ernstig en even- wichtig afgewogen worden ten opzichte van de twij- felachtige epidemiologische baten, zoals het Maat- schappelijk Relancecomité van de Vlaamse regering adviseerde. Dit is een terugkerende probleem in deze coro- nacrisis – men moet ophouden met de situatie enkel te bekijken met een medische bril. Maatregelen met kleine epidemiologische winsten zijn niet verant- woord als men daar sociale rampen mee veroor- zaakt. Wie enkel naar cijfers van de epidemie kijkt, ziet maar een fractie van de wereld. Scholen sluit men niet zomaar. Alle bovenstaande medische stu- dies en de volledige psychologische en pedagogi- sche literatuur wijzen immers op de zeer grote ne- faste gevolgen. Op cognitief vlak weten we dat lange periodes zonder regulier onderwijs leiden tot een cognitieve vertraging die gemiddeld de helft van de schoolloze periode bedraagt, maar die voor kwetsbare kinde- ren met de helft overschrijdt. Een kwetsbaar kind dat zes maanden geen onderwijs geniet gaat dus negen maanden cognitief achteruit. De schoolslui- ting werd weliswaar deels gecompenseerd met af- standsonderwijs, maar de variatie tussen scholen was groot. Als de Antwerpse schepen van onderwijs meldt dat men met een derde van de kinderen zelfs niet meer communiceert, moeten we ons weinig il- lusies koesteren over de leer- en taalachterstand van deze kinderen. Laat staan als we de scholen nog eens een jaar op flikkerlicht zetten. Dit lost men niet ook zomaar op nadien. Een lange periode van schoolsluiting in Wallonië na een staking leidde eer- der tot negatieve effecten die ook op lange termijn niet meer geremedieerd konden worden: meer zit- tenblijven, lagere participatie hoger onderwijs en slechter studierendement. Daarnaast hebben schoolsluitingen even belang- rijke negatieve effecten voor de socio-emotionele ontwikkeling. Ons onderwijs is de natuurlijke habi- tat van onze jongeren, en vormt een cruciale sociale buffer voor jongeren waar de thuissituatie proble- matisch is. Jonge respondenten rapporteerden in de Covid-19-gezondheidsenquête meer angstige en depressieve gevoelens dan oudere leeftijdsgroepen, terwijl dit normaliter omgekeerd is. We zien ook bij de Centra voor Leerlingenbegeleiding en bij aller- hande welzijnsorganisaties dat het aantal meldingen van problematische opvoedingssituaties explodeert als de school wegvalt. Scholen openen na deze eenzame vakantie is dan ook nodig voor zowel het hoofd als het hart van onze kinderen. De epidemiologische baten van schoolsluiting zijn klein, maar de kosten zeer groot. Onderwijs is een van de sterkste voorwaarden en voorlopers van de welvaart én gezondheid van onze samenleving. Laat ons maximaal inzetten op effi- ciënt testen en tracen, maar laat ons daarnaast vooral ook maximaal inzetten op het zo breed mo- gelijk openen van het onderwijs, op alle niveaus. H Leerlingen van deze school in Berlijn gingen gisteren opnieuw naar de les. © GETTY IMAGES De epidemiologische baten van schoolsluiting zijn klein, maar de kosten zeer groot. Scholen openen is nodig voor het hoofd en hart van onze kinderen Cultuur is geen bedreiging maar juist een veilige haven en een medicijn tegen al dit coronageweld HH Hij is overal gaan vertellen dat ik een goede minister was en een fantastische burgemeester, maar dat ik minder geschikt was als voorzitter BART TOMMELEIN OPEN VLD OVER VINCENT VAN QUICKENBORNE, IN ‘DE STANDAARD’ LUC HUYSE opinie is socioloog en emeritus hoogleraar aan de KU Leuven. Veel publicaties van de auteur zijn te lezen op luchuyse.be. elf-victimization heet het in het criminologisch onder- zoek: daders die zich ver- bouwen tot slachtoffers van andermans geweld. In het Vlaanderen van na 1945 is deze extreme vorm van zelfmedelij- den met succes bekroond. Tien- duizenden aanhangers van de Duitse bezetter zijn er in ge- slaagd zich de geschiedenis in te wringen als de prooien van een ongenadige repressie door het Belgische gerecht. Deze om- kering van de rollen is mogelijk gemaakt door de inzet van tal- loze vormen van misleiding. Dagboeken, memoires, schots- chriften hebben de naoorlogse berechting van de collaboratie herdoopt tot een wraakoefe- ning zonder maat of einde. Minimalisering, met dank aan tientallen bevriende advocaten, van wat de collaborateurs heb- ben aangericht, ondersteunde een langlopende doofpotopera- tie. Voortdurende beschadiging van de rechters, de ‘echte’ da- ders, was een tweede route. Er is daar rond een geheel eigen wereld ontstaan, van zelf- hulpgroepen over uitgeverijen tot een eigen politieke partij, waarin die framing verankerd is. Het resultaat was vergeving zonder maat of einde. In de vo- rige weekendkrant (DM 8/8) schrijft Didier Pollefeyt dat een te snelle en goedkope vergeving het kwaad onvoldoende ernstig neemt en de wonde blijvend doet etteren. Het verhaal van de collaboratie en de bestraf- fing ervan levert een overtui- gende demonstratie van zijn stelling. Pas in 2015, zeventig jaar na datum, heeft een sleu- telfiguur in de Vlaamse Bewe- ging, de voorzitter van N-VA, de noodlottige vrijage met nazi- Duitsland plechtig uitgeroepen als een inktzwarte bladzijde in de geschiedenis van het Vlaams-nationalisme. Al die tijd kon de wonde niet vergroeien tot een aanvaard litteken. (Re- centelijk nog vond minister-pre- sident Jan Janbon het zelfs nog nodig om te zeggen dat vele col- laborateurs toch hun eigen re- denen hadden.) Maar daarover had Pollefeyt het niet. Zijn krachtig pleidooi voor een duurzame vergeving ging over het Reuzegom-drama. Oké, het is van mijn kant vergezocht om deze tragedie te vergelijken met wat in de jaren 40 is gebeurd. Maar ik kan het niet laten om te wijzen op familietrekken. De daders, zegt Pollefeyt, hebben er alles aan gedaan om de spo- ren van hun misdaad uit te wis- sen. Een doofpotoperatie dus. Er is een batterij straffe advo- caten – net zoals toen – aan het werk gezet. En vanuit bepaalde hoeken wordt gepleit voor me- dedogen voor de beklaagden, die in de woorden van rector Luc Sels “nabij blijven als men- sen die kunnen groeien en ver- geving waard zijn”. Dat is nog te verantwoorden. Maar de rec- tor zei ook: “Ik ben zeker dat ik niet iedereen zal kunnen over- tuigen. Ik hoop wel dat ik ieder- een kan overtuigen om niet het proces in de media te voeren en iemand het recht op verde- diging niet te ontzeggen.” Was het echt nodig om te wij- zen op het mogelijk toekom- stige slachtofferschap van de beklaagden, met in dit geval de media als de daders van on- recht? S ‘Daders worden opeens slachtoffers. Alweer’ Vanuit bepaalde hoeken wordt gepleit voor mededogen voor de beklaagden in de Reuzegom- zaak

Upload: others

Post on 04-Aug-2021

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: DeMorgen. DINSDAG 11/08/2020 opinie - Universiteit Gentwduyck/media/DM11aug2020.pdf · 2020. 8. 19. · zoek: daders die zich ver-bouwen tot slachtoffers van andermans geweld. In

23DeMorgen. DINSDAG 11/08/2020

AnnicK scHRAmme

Deze maatregelen zijn dodelijk

e tweede coronagolf is er sneller gekomen dan verwacht,met epicentrum in Antwerpen. De gevolgen bleven niet uit.Gouverneur Cathy Berx heeft krachtdadig opgetreden enhelder gecommuniceerd en wordt hier terecht voor gelau-werd. Maar er is een keerzijde: onder meer de cultuursectordie hard in de klappen moet delen. De rijkdom aan cultuuris in Antwerpen groot en divers, iedereen zal dit beamen. Deschok die nu als een tsunami door de sector gaat, zal danook lang nazinderen, ook in de rest van cultureel Vlaande-ren. En de impact is deze keer veel groter dan de eerste pe-

riode. Toen iedereen geconfronteerd met een nieuw virus, de rangenwerden gesloten. Een lockdown was de enige manier om het virus inte dijken. In zekere zin was het simpel: hoe harder de maatregel, hoeeenvoudiger om hem door te voeren. In juni groeide de hoop op eendoorstart van onder meer horeca, fitnesscentra, retail en cultureleactiviteiten, weliswaar met respect voor de voorzorgsmaatregelen.Samen met Erika Vlieghe en Marc van Ranst is hiervoor met de cul-turele sector een draaiboek opgesteld.

Uit ons onderzoek met UGent en Publiq naar de cultuurparticipatietijdens corona (juni 2020) bleek de grote nood bij de bevolking aancultuurparticipatie, niet alleen digitaal maar vooral ook fysiek. Debeleving van een voorstelling kan immers niet zonder meer vervangenworden door een digitale variant. Ook de nood aan fysieke ontmoetingis heel groot, zo bleek uit ons onderzoek. Het gebrek hieraan delaatste maanden heeft al totveel mentale schade geleid. 

De heropstart van het cul-tuuraanbod van kleinschaligevoorstellingen was dan ook eenverademing, zowel voor pu-bliek als voor acteurs en gezel-schappen. De onverkorte maat-regelen die nu opgelegdworden zijn echter dodelijk.Niet alleen wordt de hoop ende goesting afgenomen, maarer kan ook geen planning op-gemaakt worden voor het na-jaar. Want wat zal het zijn nadie vier weken? 

Vorige week werden er uit-zonderingen gemaakt voor defitnesscentra. Dat is goednieuws voor de fitnesscentra.Maar voor de cultuursector blijven de maatregelen gehandhaafd, zoluidt het. Het argument dat aangehaald wordt houdt geen steek: hetrisico op samenscholing na de voorstelling is groter wanneer meniets gaat drinken. Hebben mensen die gaan sporten dan geen noodaan een drankje nadien? 

En gaan cafés en restaurants een onderscheid maken tussen men-sen die net gesport hebben of net genoten hebben van cultuur? Zulkediscriminerende maatregelen tussen sectoren lijken me onhoudbaar.Bovendien wordt hiermee een klimaat van angst en verwarring gec-reëerd waarbij het publiek – zelfs als de culturele events opnieuwzouden doorgaan – niet komt opdagen. Er wordt anders met zoveelzorg, creativiteit en verantwoordelijkheidszin gehandeld door de cul-turele organisatoren om alles veilig te laten verlopen. 

Bovenal hebben de mensen die niet op vakantie kunnen, juistnood aan dit soort events. Het is een verademing en zalft de ziel. DeWHO heeft vorige maand nog in een rapport geschreven dat de bij-drage van kunst en cultuur aan het algemeen welzijn onmiskenbaaris. Cultuur is met andere woorden geen bedreiging maar juist eenveilige haven en een medicijn tegen al dit coronageweld.

D

opinieopinie

is hoogleraar cultuurmanagement aan de UAntwerpen en de Antwerp management school.

WoUTeR DUycK & Tom coenyeWouter Duyck, is professor cognitieve psychologie (UGent) Tom coenye is professor farmaceutische microbiologie (UGent).

Ja, de scholenkunnen open.Ze móéten zelfs open

ans-Willem Snoeck noemde het in dezekrant ‘onverantwoord’ om straks de scho-len weer te openen. Bij code rood noemthij het zelfs ‘waanzin’ (DM 3/8). Hij steltdat jongeren de motor van de huidige uit-braak zijn, op basis van Koreaanse cijfersen een selectieve lezing van cijfers vanSciensano. Hij presenteert hiermee eenwel een zeer eenzijdige lezing van de epi-demiologische feiten. Minstens even erg

is dat hij volledig voorbijgaat aan alle sociale, emo-tionele en cognitieve kosten die een voortgezetteschoolsluiting met zich meebrengt. Onze scholen,van de kleuterschool tot het hoger onderwijs, moe-ten wel degelijk weer open in september. Dat kanen is hard nodig.

Ten eerste is het gevaarlijk de epidemiologischeimpact van schoolopening te dramatiseren op basisvan een eenzijdige interpretatie van de beschikbaredata. De medische wetenschappelijke toptijdschrif-ten vertellen immers samen een heel ander verhaal.In The Lancet werden 16 relevante studies over scho-len en de bestrijding van Covid-19 samengevat. Menbesloot dat de evidentie voor het nut van school-sluitingen “zeer zwak” was en riep beleidsmakersop om zich bewust te zijn van de hoge kosten vanschoolsluitingen, en om eerst andere afstandsmaat-regelen te nemen, gezien die veel effectiever zijn. 

In Acta Paediatrica werd een bredere collectievan 47 studies bestudeerd. Er werd geconcludeerddat kinderen zelf heel zelden ziek worden, maarook dat ze bijna nooit de bron van verdere besmet-ting waren, ook niet bij besmettingen in de gezins-situatie. Men besloot: “het is zeer onwaarschijnlijkdat kinderen de motor van de pandemie zijn, enhet is onwaarschijnlijk dat schoolopening een effectzal hebben op de mortaliteit van ouderen”. Een an-dere studie in Nature Medicine kwam tot dezelfdeconclusie, en ook analyse van 31 familieclusters vanCovid-19 in The Journal of Pediatrics and Child Health,toonde dat kinderen bijna nooit de bron waren vanverspreiding. 

In Zweden bleven de scholen open en werdenbij de 1,8 miljoen schoolkinderen nul doden geteld.Na een directe vergelijking met Finland, waar descholen dicht gingen, besloot men dat schoolsluiting“geen meetbare impact” had op de epidemie. Ar-chives of Disease in Childhood, een tijdschrift van hetBritse Royal College of Paediatrics and Child Health,titelde een artikel zelfs: “Kinderen zijn geen covid-superverspreiders: tijd om terug naar school tegaan”. 

Er is heel veel wat we nog niet weten over dit co-ronavirus, en over veel zaken is nog discussie. Maarover één ding lijkt er in coronatijden een grote me-

dische consensus: de epidemiologische baten vanschoolsluitingen zijn zeer klein.

Een tweede probleem met het advies van Snoeckis dat de medische blik niet enkel vertroebeld is,maar dat dit ook de enige blik is. Er wordt zeer ge-makkelijk gesuggereerd om scholen te sluiten, lou-ter op basis van twijfelachtige epidemiologischeoverwegingen. Er wordt zelfs geen melding gemaaktvan de zeer grote kosten op socio-emotioneel ofcognitief vlak, laat staan dat deze ernstig en even-wichtig afgewogen worden ten opzichte van de twij-felachtige epidemiologische baten, zoals het Maat-schappelijk Relancecomité van de Vlaamse regeringadviseerde.

Dit is een terugkerende probleem in deze coro-nacrisis – men moet ophouden met de situatie enkelte bekijken met een medische bril. Maatregelen metkleine epidemiologische winsten zijn niet verant-woord als men daar sociale rampen mee veroor-zaakt. Wie enkel naar cijfers van de epidemie kijkt,ziet maar een fractie van de wereld. Scholen sluitmen niet zomaar. Alle bovenstaande medische stu-dies en de volledige psychologische en pedagogi-sche literatuur wijzen immers op de zeer grote ne-faste gevolgen.

Op cognitief vlak weten we dat lange periodeszonder regulier onderwijs leiden tot een cognitievevertraging die gemiddeld de helft van de schoollozeperiode bedraagt, maar die voor kwetsbare kinde-

ren met de helft overschrijdt. Een kwetsbaar kinddat zes maanden geen onderwijs geniet gaat dusnegen maanden cognitief achteruit. De schoolslui-ting werd weliswaar deels gecompenseerd met af-standsonderwijs, maar de variatie tussen scholenwas groot. Als de Antwerpse schepen van onderwijsmeldt dat men met een derde van de kinderen zelfsniet meer communiceert, moeten we ons weinig il-lusies koesteren over de leer- en taalachterstandvan deze kinderen. Laat staan als we de scholennog eens een jaar op flikkerlicht zetten. Dit lost menniet ook zomaar op nadien. Een lange periode vanschoolsluiting in Wallonië na een staking leidde eer-der tot negatieve effecten die ook op lange termijnniet meer geremedieerd konden worden: meer zit-tenblijven, lagere participatie hoger onderwijs enslechter studierendement.

Daarnaast hebben schoolsluitingen even belang-rijke negatieve effecten voor de socio-emotioneleontwikkeling. Ons onderwijs is de natuurlijke habi-tat van onze jongeren, en vormt een cruciale socialebuffer voor jongeren waar de thuissituatie proble-matisch is. Jonge respondenten rapporteerden inde Covid-19-gezondheidsenquête meer angstige endepressieve gevoelens dan oudere leeftijdsgroepen,terwijl dit normaliter omgekeerd is. We zien ook bijde Centra voor Leerlingenbegeleiding en bij aller-hande welzijnsorganisaties dat het aantal meldingenvan problematische opvoedingssituaties explodeertals de school wegvalt.

Scholen openen na deze eenzame vakantie isdan ook nodig voor zowel het hoofd als het hartvan onze kinderen. De epidemiologische baten vanschoolsluiting zijn klein, maar de kosten zeer groot.Onderwijs is een van de sterkste voorwaarden envoorlopers van de welvaart én gezondheid van onzesamenleving. Laat ons maximaal inzetten op effi-ciënt testen en tracen, maar laat ons daarnaastvooral ook maximaal inzetten op het zo breed mo-gelijk openen van het onderwijs, op alle niveaus.

HLeerlingenvan dezeschool inBerlijngingengisterenopnieuwnaar de les. © GETTY

IMAGES

De epidemiologische batenvan schoolsluiting zijn klein,maar de kosten zeer groot.scholen openen is nodigvoor het hoofd en hart van onze kinderen

cultuur is geenbedreigingmaar juist eenveilige havenen een medicijntegen al ditcoronageweld

HH

Hij is overal gaan vertellen dat ik een goede minister was en een fantastische burgemeester, maar dat ik minder geschikt was als voorzitter

BART TOMMELEIN (OPEN VLD) OVER VINCENT VAN QUICKENBORNE, IN ‘DE STANDAARD’

LUc HUyse

opinie

is socioloog en emeritus hoogleraar aan de KU Leuven. Veel publicaties van de auteur zijn te lezen op luchuyse.be.

elf-victimization heet het inhet criminologisch onder-zoek: daders die zich ver-bouwen tot slachtoffers

van andermans geweld. In hetVlaanderen van na 1945 is dezeextreme vorm van zelfmedelij-den met succes bekroond. Tien-duizenden aanhangers van deDuitse bezetter zijn er in ge-slaagd zich de geschiedenis in

te wringen als de prooien vaneen ongenadige repressie doorhet Belgische gerecht. Deze om-kering van de rollen is mogelijkgemaakt door de inzet van tal-loze vormen van misleiding.Dagboeken, memoires, schots-chriften hebben de naoorlogseberechting van de collaboratieherdoopt tot een wraakoefe-ning zonder maat of einde.

Minimalisering, met dank aantientallen bevriende advocaten,van wat de collaborateurs heb-ben aangericht, ondersteundeeen langlopende doofpotopera-tie. Voortdurende beschadigingvan de rechters, de ‘echte’ da-ders, was een tweede route.

Er is daar rond een geheeleigen wereld ontstaan, van zelf-hulpgroepen over uitgeverijentot een eigen politieke partij,waarin die framing verankerdis. Het resultaat was vergevingzonder maat of einde. In de vo-rige weekendkrant (DM 8/8)schrijft Didier Pollefeyt dat eente snelle en goedkope vergevinghet kwaad onvoldoende ernstigneemt en de wonde blijvenddoet etteren. Het verhaal vande collaboratie en de bestraf-

fing ervan levert een overtui-gende demonstratie van zijnstelling. Pas in 2015, zeventigjaar na datum, heeft een sleu-telfiguur in de Vlaamse Bewe-ging, de voorzitter van N-VA, denoodlottige vrijage met nazi-Duitsland plechtig uitgeroepenals een inktzwarte bladzijde inde geschiedenis van hetVlaams-nationalisme. Al die tijdkon de wonde niet vergroeientot een aanvaard litteken. (Re-centelijk nog vond minister-pre-sident Jan Janbon het zelfs nognodig om te zeggen dat vele col-laborateurs toch hun eigen re-denen hadden.) Maar daaroverhad Pollefeyt het niet. Zijnkrachtig pleidooi voor eenduurzame vergeving ging overhet Reuzegom-drama. Oké, het

is van mijn kant vergezocht omdeze tragedie te vergelijken metwat in de jaren 40 is gebeurd.Maar ik kan het niet laten omte wijzen op familietrekken. Dedaders, zegt Pollefeyt, hebbener alles aan gedaan om de spo-ren van hun misdaad uit te wis-sen. Een doofpotoperatie dus.Er is een batterij straffe advo-

caten – net zoals toen – aan hetwerk gezet. En vanuit bepaaldehoeken wordt gepleit voor me-dedogen voor de beklaagden,die in de woorden van rectorLuc Sels “nabij blijven als men-sen die kunnen groeien en ver-geving waard zijn”. Dat is nogte verantwoorden. Maar de rec-tor zei ook: “Ik ben zeker dat ikniet iedereen zal kunnen over-tuigen. Ik hoop wel dat ik ieder-een kan overtuigen om niet hetproces in de media te voerenen iemand het recht op verde-diging niet te ontzeggen.”

Was het echt nodig om te wij-zen op het mogelijk toekom-stige slachtofferschap van debeklaagden, met in dit geval demedia als de daders van on-recht?

S‘Daders worden opeensslachtoffers. Alweer’

Vanuit bepaaldehoeken wordtgepleit voor

mededogen voorde beklaagden

in de Reuzegom-zaak