Transcript
Page 1: DeMorgen. DINSDAG 11/08/2020 opinie - Universiteit Gentwduyck/media/DM11aug2020.pdf · 2020. 8. 19. · zoek: daders die zich ver-bouwen tot slachtoffers van andermans geweld. In

23DeMorgen. DINSDAG 11/08/2020

AnnicK scHRAmme

Deze maatregelen zijn dodelijk

e tweede coronagolf is er sneller gekomen dan verwacht,met epicentrum in Antwerpen. De gevolgen bleven niet uit.Gouverneur Cathy Berx heeft krachtdadig opgetreden enhelder gecommuniceerd en wordt hier terecht voor gelau-werd. Maar er is een keerzijde: onder meer de cultuursectordie hard in de klappen moet delen. De rijkdom aan cultuuris in Antwerpen groot en divers, iedereen zal dit beamen. Deschok die nu als een tsunami door de sector gaat, zal danook lang nazinderen, ook in de rest van cultureel Vlaande-ren. En de impact is deze keer veel groter dan de eerste pe-

riode. Toen iedereen geconfronteerd met een nieuw virus, de rangenwerden gesloten. Een lockdown was de enige manier om het virus inte dijken. In zekere zin was het simpel: hoe harder de maatregel, hoeeenvoudiger om hem door te voeren. In juni groeide de hoop op eendoorstart van onder meer horeca, fitnesscentra, retail en cultureleactiviteiten, weliswaar met respect voor de voorzorgsmaatregelen.Samen met Erika Vlieghe en Marc van Ranst is hiervoor met de cul-turele sector een draaiboek opgesteld.

Uit ons onderzoek met UGent en Publiq naar de cultuurparticipatietijdens corona (juni 2020) bleek de grote nood bij de bevolking aancultuurparticipatie, niet alleen digitaal maar vooral ook fysiek. Debeleving van een voorstelling kan immers niet zonder meer vervangenworden door een digitale variant. Ook de nood aan fysieke ontmoetingis heel groot, zo bleek uit ons onderzoek. Het gebrek hieraan delaatste maanden heeft al totveel mentale schade geleid. 

De heropstart van het cul-tuuraanbod van kleinschaligevoorstellingen was dan ook eenverademing, zowel voor pu-bliek als voor acteurs en gezel-schappen. De onverkorte maat-regelen die nu opgelegdworden zijn echter dodelijk.Niet alleen wordt de hoop ende goesting afgenomen, maarer kan ook geen planning op-gemaakt worden voor het na-jaar. Want wat zal het zijn nadie vier weken? 

Vorige week werden er uit-zonderingen gemaakt voor defitnesscentra. Dat is goednieuws voor de fitnesscentra.Maar voor de cultuursector blijven de maatregelen gehandhaafd, zoluidt het. Het argument dat aangehaald wordt houdt geen steek: hetrisico op samenscholing na de voorstelling is groter wanneer meniets gaat drinken. Hebben mensen die gaan sporten dan geen noodaan een drankje nadien? 

En gaan cafés en restaurants een onderscheid maken tussen men-sen die net gesport hebben of net genoten hebben van cultuur? Zulkediscriminerende maatregelen tussen sectoren lijken me onhoudbaar.Bovendien wordt hiermee een klimaat van angst en verwarring gec-reëerd waarbij het publiek – zelfs als de culturele events opnieuwzouden doorgaan – niet komt opdagen. Er wordt anders met zoveelzorg, creativiteit en verantwoordelijkheidszin gehandeld door de cul-turele organisatoren om alles veilig te laten verlopen. 

Bovenal hebben de mensen die niet op vakantie kunnen, juistnood aan dit soort events. Het is een verademing en zalft de ziel. DeWHO heeft vorige maand nog in een rapport geschreven dat de bij-drage van kunst en cultuur aan het algemeen welzijn onmiskenbaaris. Cultuur is met andere woorden geen bedreiging maar juist eenveilige haven en een medicijn tegen al dit coronageweld.

D

opinieopinie

is hoogleraar cultuurmanagement aan de UAntwerpen en de Antwerp management school.

WoUTeR DUycK & Tom coenyeWouter Duyck, is professor cognitieve psychologie (UGent) Tom coenye is professor farmaceutische microbiologie (UGent).

Ja, de scholenkunnen open.Ze móéten zelfs open

ans-Willem Snoeck noemde het in dezekrant ‘onverantwoord’ om straks de scho-len weer te openen. Bij code rood noemthij het zelfs ‘waanzin’ (DM 3/8). Hij steltdat jongeren de motor van de huidige uit-braak zijn, op basis van Koreaanse cijfersen een selectieve lezing van cijfers vanSciensano. Hij presenteert hiermee eenwel een zeer eenzijdige lezing van de epi-demiologische feiten. Minstens even erg

is dat hij volledig voorbijgaat aan alle sociale, emo-tionele en cognitieve kosten die een voortgezetteschoolsluiting met zich meebrengt. Onze scholen,van de kleuterschool tot het hoger onderwijs, moe-ten wel degelijk weer open in september. Dat kanen is hard nodig.

Ten eerste is het gevaarlijk de epidemiologischeimpact van schoolopening te dramatiseren op basisvan een eenzijdige interpretatie van de beschikbaredata. De medische wetenschappelijke toptijdschrif-ten vertellen immers samen een heel ander verhaal.In The Lancet werden 16 relevante studies over scho-len en de bestrijding van Covid-19 samengevat. Menbesloot dat de evidentie voor het nut van school-sluitingen “zeer zwak” was en riep beleidsmakersop om zich bewust te zijn van de hoge kosten vanschoolsluitingen, en om eerst andere afstandsmaat-regelen te nemen, gezien die veel effectiever zijn. 

In Acta Paediatrica werd een bredere collectievan 47 studies bestudeerd. Er werd geconcludeerddat kinderen zelf heel zelden ziek worden, maarook dat ze bijna nooit de bron van verdere besmet-ting waren, ook niet bij besmettingen in de gezins-situatie. Men besloot: “het is zeer onwaarschijnlijkdat kinderen de motor van de pandemie zijn, enhet is onwaarschijnlijk dat schoolopening een effectzal hebben op de mortaliteit van ouderen”. Een an-dere studie in Nature Medicine kwam tot dezelfdeconclusie, en ook analyse van 31 familieclusters vanCovid-19 in The Journal of Pediatrics and Child Health,toonde dat kinderen bijna nooit de bron waren vanverspreiding. 

In Zweden bleven de scholen open en werdenbij de 1,8 miljoen schoolkinderen nul doden geteld.Na een directe vergelijking met Finland, waar descholen dicht gingen, besloot men dat schoolsluiting“geen meetbare impact” had op de epidemie. Ar-chives of Disease in Childhood, een tijdschrift van hetBritse Royal College of Paediatrics and Child Health,titelde een artikel zelfs: “Kinderen zijn geen covid-superverspreiders: tijd om terug naar school tegaan”. 

Er is heel veel wat we nog niet weten over dit co-ronavirus, en over veel zaken is nog discussie. Maarover één ding lijkt er in coronatijden een grote me-

dische consensus: de epidemiologische baten vanschoolsluitingen zijn zeer klein.

Een tweede probleem met het advies van Snoeckis dat de medische blik niet enkel vertroebeld is,maar dat dit ook de enige blik is. Er wordt zeer ge-makkelijk gesuggereerd om scholen te sluiten, lou-ter op basis van twijfelachtige epidemiologischeoverwegingen. Er wordt zelfs geen melding gemaaktvan de zeer grote kosten op socio-emotioneel ofcognitief vlak, laat staan dat deze ernstig en even-wichtig afgewogen worden ten opzichte van de twij-felachtige epidemiologische baten, zoals het Maat-schappelijk Relancecomité van de Vlaamse regeringadviseerde.

Dit is een terugkerende probleem in deze coro-nacrisis – men moet ophouden met de situatie enkelte bekijken met een medische bril. Maatregelen metkleine epidemiologische winsten zijn niet verant-woord als men daar sociale rampen mee veroor-zaakt. Wie enkel naar cijfers van de epidemie kijkt,ziet maar een fractie van de wereld. Scholen sluitmen niet zomaar. Alle bovenstaande medische stu-dies en de volledige psychologische en pedagogi-sche literatuur wijzen immers op de zeer grote ne-faste gevolgen.

Op cognitief vlak weten we dat lange periodeszonder regulier onderwijs leiden tot een cognitievevertraging die gemiddeld de helft van de schoollozeperiode bedraagt, maar die voor kwetsbare kinde-

ren met de helft overschrijdt. Een kwetsbaar kinddat zes maanden geen onderwijs geniet gaat dusnegen maanden cognitief achteruit. De schoolslui-ting werd weliswaar deels gecompenseerd met af-standsonderwijs, maar de variatie tussen scholenwas groot. Als de Antwerpse schepen van onderwijsmeldt dat men met een derde van de kinderen zelfsniet meer communiceert, moeten we ons weinig il-lusies koesteren over de leer- en taalachterstandvan deze kinderen. Laat staan als we de scholennog eens een jaar op flikkerlicht zetten. Dit lost menniet ook zomaar op nadien. Een lange periode vanschoolsluiting in Wallonië na een staking leidde eer-der tot negatieve effecten die ook op lange termijnniet meer geremedieerd konden worden: meer zit-tenblijven, lagere participatie hoger onderwijs enslechter studierendement.

Daarnaast hebben schoolsluitingen even belang-rijke negatieve effecten voor de socio-emotioneleontwikkeling. Ons onderwijs is de natuurlijke habi-tat van onze jongeren, en vormt een cruciale socialebuffer voor jongeren waar de thuissituatie proble-matisch is. Jonge respondenten rapporteerden inde Covid-19-gezondheidsenquête meer angstige endepressieve gevoelens dan oudere leeftijdsgroepen,terwijl dit normaliter omgekeerd is. We zien ook bijde Centra voor Leerlingenbegeleiding en bij aller-hande welzijnsorganisaties dat het aantal meldingenvan problematische opvoedingssituaties explodeertals de school wegvalt.

Scholen openen na deze eenzame vakantie isdan ook nodig voor zowel het hoofd als het hartvan onze kinderen. De epidemiologische baten vanschoolsluiting zijn klein, maar de kosten zeer groot.Onderwijs is een van de sterkste voorwaarden envoorlopers van de welvaart én gezondheid van onzesamenleving. Laat ons maximaal inzetten op effi-ciënt testen en tracen, maar laat ons daarnaastvooral ook maximaal inzetten op het zo breed mo-gelijk openen van het onderwijs, op alle niveaus.

HLeerlingenvan dezeschool inBerlijngingengisterenopnieuwnaar de les. © GETTY

IMAGES

De epidemiologische batenvan schoolsluiting zijn klein,maar de kosten zeer groot.scholen openen is nodigvoor het hoofd en hart van onze kinderen

cultuur is geenbedreigingmaar juist eenveilige havenen een medicijntegen al ditcoronageweld

HH

Hij is overal gaan vertellen dat ik een goede minister was en een fantastische burgemeester, maar dat ik minder geschikt was als voorzitter

BART TOMMELEIN (OPEN VLD) OVER VINCENT VAN QUICKENBORNE, IN ‘DE STANDAARD’

LUc HUyse

opinie

is socioloog en emeritus hoogleraar aan de KU Leuven. Veel publicaties van de auteur zijn te lezen op luchuyse.be.

elf-victimization heet het inhet criminologisch onder-zoek: daders die zich ver-bouwen tot slachtoffers

van andermans geweld. In hetVlaanderen van na 1945 is dezeextreme vorm van zelfmedelij-den met succes bekroond. Tien-duizenden aanhangers van deDuitse bezetter zijn er in ge-slaagd zich de geschiedenis in

te wringen als de prooien vaneen ongenadige repressie doorhet Belgische gerecht. Deze om-kering van de rollen is mogelijkgemaakt door de inzet van tal-loze vormen van misleiding.Dagboeken, memoires, schots-chriften hebben de naoorlogseberechting van de collaboratieherdoopt tot een wraakoefe-ning zonder maat of einde.

Minimalisering, met dank aantientallen bevriende advocaten,van wat de collaborateurs heb-ben aangericht, ondersteundeeen langlopende doofpotopera-tie. Voortdurende beschadigingvan de rechters, de ‘echte’ da-ders, was een tweede route.

Er is daar rond een geheeleigen wereld ontstaan, van zelf-hulpgroepen over uitgeverijentot een eigen politieke partij,waarin die framing verankerdis. Het resultaat was vergevingzonder maat of einde. In de vo-rige weekendkrant (DM 8/8)schrijft Didier Pollefeyt dat eente snelle en goedkope vergevinghet kwaad onvoldoende ernstigneemt en de wonde blijvenddoet etteren. Het verhaal vande collaboratie en de bestraf-

fing ervan levert een overtui-gende demonstratie van zijnstelling. Pas in 2015, zeventigjaar na datum, heeft een sleu-telfiguur in de Vlaamse Bewe-ging, de voorzitter van N-VA, denoodlottige vrijage met nazi-Duitsland plechtig uitgeroepenals een inktzwarte bladzijde inde geschiedenis van hetVlaams-nationalisme. Al die tijdkon de wonde niet vergroeientot een aanvaard litteken. (Re-centelijk nog vond minister-pre-sident Jan Janbon het zelfs nognodig om te zeggen dat vele col-laborateurs toch hun eigen re-denen hadden.) Maar daaroverhad Pollefeyt het niet. Zijnkrachtig pleidooi voor eenduurzame vergeving ging overhet Reuzegom-drama. Oké, het

is van mijn kant vergezocht omdeze tragedie te vergelijken metwat in de jaren 40 is gebeurd.Maar ik kan het niet laten omte wijzen op familietrekken. Dedaders, zegt Pollefeyt, hebbener alles aan gedaan om de spo-ren van hun misdaad uit te wis-sen. Een doofpotoperatie dus.Er is een batterij straffe advo-

caten – net zoals toen – aan hetwerk gezet. En vanuit bepaaldehoeken wordt gepleit voor me-dedogen voor de beklaagden,die in de woorden van rectorLuc Sels “nabij blijven als men-sen die kunnen groeien en ver-geving waard zijn”. Dat is nogte verantwoorden. Maar de rec-tor zei ook: “Ik ben zeker dat ikniet iedereen zal kunnen over-tuigen. Ik hoop wel dat ik ieder-een kan overtuigen om niet hetproces in de media te voerenen iemand het recht op verde-diging niet te ontzeggen.”

Was het echt nodig om te wij-zen op het mogelijk toekom-stige slachtofferschap van debeklaagden, met in dit geval demedia als de daders van on-recht?

S‘Daders worden opeensslachtoffers. Alweer’

Vanuit bepaaldehoeken wordtgepleit voor

mededogen voorde beklaagden

in de Reuzegom-zaak

Top Related