e-marketingadvies hogeschool leiden

23
Student: N.J. Hansen Wagensveld Studentnummer: 4366009 Datum: 26 december 2013 Opleidingsinstituut: NCOI Opleidingsgroep Opleiding: NIMA eMarketing Docent: Dhr. J. Wilde de Ligny VAN INTERNE ORIËNTATIE NAAR KLANTORIËNTATIE E-MARKETINGADVIES HOGESCHOOL LEIDEN

Upload: nick-hansen-wagensveld

Post on 20-Oct-2015

44 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Het e-marketingadvies voor Hogeschool Leiden.

TRANSCRIPT

Page 1: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

Student: N.J. Hansen Wagensveld

Studentnummer: 4366009

Datum: 26 december 2013

Opleidingsinstituut: NCOI Opleidingsgroep

Opleiding: NIMA eMarketing Docent: Dhr. J. Wilde de Ligny

VAN INTERNE ORIËNTATIE NAAR

KLANTORIËNTATIE

E-MARKETINGADVIES

HOGESCHOOL LEIDEN

Page 2: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

1

SAMENVATTING In Hoofdstuk 1 Huidige situatie zijn de uitgangspunten van Hogeschool Leiden

beschreven. De hogeschool investeert in het onderwijs door in te zetten op goede kwaliteit

en sterke klantbinding met studenten en het werkveld. Ook speelt de hogeschool adequaat

in op behoeftes in het werkveld. Zij wil een langdurige en hechte relatie met haar studenten

en het werkveld ontwikkelen.

Talenten van studenten van de hogeschool worden ontwikkeld door kwalitatief en

inspirerend onderwijs. Het talent van de docenten en de continue verbetering van het

onderwijs door samenwerking met het werkveld, zorgen voor een groei in de talenten op

de hogeschool. De hogeschool vindt dat er een uitstekende aansluiting met het werkveld

moet zijn, waarop het werkveld kan zeggen: “Je moet studenten van Hogeschool Leiden

hebben”. Een uitstekende campus voor leren en werken. Dit betekent een goede en veilige

leer- en werkomgeving met een efficiënte dienstverlening aan de student en medewerker.

Om tot een gedegen advies te komen is in Hoofdstuk 2 Omgevings- en situatieanalyse

een omgevings- en situatieanalyse beschreven. In de macro-omgeving zien we een groei

in het gebruik van internet. Studenten zijn altijd ‘connected’ onder andere via sociale media

en hebben een grote behoefte aan communicatie, maar ook aan hechting en erkenning.

Studenten vragen in toenemende mate om kwaliteit, meer ondersteuning, persoonlijke

aandacht en contactmomenten.

Het gedrag van de studenten verandert. Zij zoeken steeds meer via meerdere (online)

kanalen naar informatie. Er is een ontwikkeling van multichannel naar omnichannel. Het

vasthouden aan een customer journey is niet meer realistisch. De studenten bepalen zelf

hun reis, maar vragen in toenemende mate om ondersteuning, persoonlijke aandacht en

contactmomenten.

De hogeschool streeft naar een customer intimacy, maar hanteert nog een interne

oriëntatie. Een klantoriëntatie zou beter passen bij de gewenste waardenstrategie. Om een

klantgerichte organisatie te worden dient een organisatie individuele klantenwensen in

kaart te brengen. Het huidige (crm) systeem is echter niet in staat om deze gegevens bij

te houden.

In Hoofdstuk 3 Strategische keuzen & aanbevelingen is het centrale probleem

genoemd: door het ontbreken van een digitale strategie kan de hogeschool de kansen in

de markt niet optimaal benutten of inspelen op bedreigingen. Een oplossing voor het

centrale probleem is het vastleggen van een e-marketingstrategie waarin naar

klantoriëntatie gestreefd wordt.

Om van een interne oriëntatie naar klantoriëntatie te gaan, is het raadzaam dat Hogeschool

Leiden een crm-systeem aanschaft. Door het gebruik van een crm-systeem kan er een

optimale ondersteuning van de huidige en potentiële student plaatsvinden. Op deze manier

wordt er ook gebouwd aan een duurzame relatie. Het verdient aanbeveling dat de

hogeschool ook rekening houdt met de ondersteuning van haar leveranciers en andere

afnemers (werkveld). Zij beïnvloeden namelijk in grote mate het onderwijs en de potentiele

student, zie hiervoor Bijlage II Krachtenveld analyse. Het implementeren van een crm-

systeem is de eerste stap richting een klantgerichte organisatie.

De huidige website van de hogeschool sluit niet aan bij een klantoriëntatie. Het verdient

aanbeveling om eerst een crm-systeem te implementeren en daarna pas de huidige

website van Hogeschool Leiden aan te passen.

De hogeschool wil persoonlijke contact met studenten. Een groot voordeel van internet en

IT is dat berichten afgestemd kunnen worden op individuen. Hogeschool Leiden past dit

Page 3: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

2

nog niet toe. Het verdient aanbeveling om berichten richting studenten te personaliseren.

Dit sluit aan bij de doelstelling van de hogeschool zoals beschreven in paragraaf 1.4

Kernambities en doelstellingen.

Als de hogeschool een sociale binding met de student wil opbouwen, dan verdient het

aanbeveling om betrokkenheid te creëren via sociale media. Dit omdat de website van

Hogeschool Leiden hierin niet ondersteunt en socialmediakanalen erg populair zijn onder

de doelgroep van de hogeschool. Hogeschool Leiden focust momenteel al op Facebook,

Twitter en LinkedIn, maar zou ook naar andere socialmediakanalen kunnen kijken. De

student laat zich niet langer sturen, maar bepaalt zelf het kanaal. Het is het dus waard om

te investeren in het gebruik van kanalen als Google+ en Pinterest die momenteel

opkomend zijn.

De potentiële student blijkt niet alleen via internet in contact met de hogeschool te komen.

Traditionele media zijn waardevolle instrumenten om de diensten van Hogeschool Leiden

onder de aandacht te brengen. Een doordachte combinatie van online en offline promotie

zorgt voor het maximale rendement uit het beschikbare budget. Het advies is dan ook om

te kiezen voor een verdeling van 25% traditionele media en 75% online media. Online

media zorgt juist voor meer engagement, door personalisatie, interactie en de

ondersteuning van mond-tot-mondreclame. Deze verdeling van media is in lijn met de

marketingstrategie van Hogeschool Leiden zoals beschreven in paragraaf 1.6

Marketingstrategie.

Page 4: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

3

INHOUDSOPGAVE Samenvatting ................................................................................................................... 1

Voorwoord ....................................................................................................................... 4

Inleiding ........................................................................................................................... 5

1 Huidige situatie ......................................................................................................... 6

1.1 Instellingsplan 2012 – 2016 .................................................................................... 6

1.2 Missie ................................................................................................................... 6

1.3 Visie ..................................................................................................................... 6

1.4 Kernambities en doelstellingen ................................................................................ 6

1.5 Kernactiviteiten ..................................................................................................... 7

1.6 Marketingstrategie ................................................................................................. 7

1.7 Businessmodel ...................................................................................................... 7

1.8 Positionering ......................................................................................................... 7

2 Omgevings- en situatieanalyse .................................................................................. 8

2.1 Omgevingsanalyse ................................................................................................. 8

2.1.1 Demografische omgeving ................................................................................. 8

2.1.2 Sociaal-culturele factoren ................................................................................. 8

2.1.3 Technologische omgeving ................................................................................ 8

2.1.4 Politiek-juridische omgeving ............................................................................. 8

2.1.4 Customer journey (klantreis) ............................................................................ 9

2.1.5 Krachtenveldanalyse ....................................................................................... 9

2.2 Situatieanalyse ..................................................................................................... 10

2.2.1 Organisatie analyse ........................................................................................ 10

2.2.2 Financiële analyse .......................................................................................... 10

2.3 Confrontatie analyse ............................................................................................. 10

3 Strategische keuzen & aanbevelingen ..................................................................... 11

3.1 Strategische keuzen .................................................................................................. 11

3.1.1 Gevolgen strategische keuzen ......................................................................... 12

3.2 Aanbevelingen .......................................................................................................... 12

3.2.1 Crm-systeem ................................................................................................. 13

3.2.2 Personalisatie ................................................................................................ 13

3.2.3 Customer engagement ................................................................................... 13

3.2.4 Permissiemarketing ........................................................................................ 14

3.2.5 Zoekmachinemarketing .................................................................................. 14

3.2.6 Overige marketingacties ................................................................................. 14

4 Implementatiekosten en acitiviteiten ...................................................................... 16

Literatuurlijst ................................................................................................................. 17

Bijlage I Customer Journey ............................................................................................ 18

Bijlage II Krachtenveld analyse ..................................................................................... 19

Bijlage III 7S-model van McKinsey ................................................................................ 20

Bijlage IV Confrontatiematrix ......................................................................................... 22

Page 5: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

4

VOORWOORD Het e-marketingadviesrapport ‘Van interne oriëntatie naar klantoriëntatie’ gaat over het e-

marketingadvies dat ik aan Hogeschool Leiden geef. Het e-marketingadvies is de eerste

stap naar het opzetten van een gedegen e-marketingstrategie voor Hogeschool Leiden.

Deze e-marketingstrategie is belangrijk voor Hogeschool Leiden omdat dit de door de

hogeschool gekozen koers is waarmee zij haar geformuleerde doelstellingen wil

verwezenlijken.

Raessens (2012) geeft doormiddel van een passage uit Alice’s Adventures in Wonderland

(1865) een goed voorbeeld waarom het belangrijk is om een koers voor een organisatie

vast te leggen. Deze passage deel ik graag met u.

“Alice ontmoet in Wonderland de kat en vraagt welke weg ze moet volgen. Het antwoord

van de kat is dat dit afhankelijk is van waar ze naartoe wil. Waarop Alice vervolgens zegt

dat het haar niet zoveel uitmaakt waar ze heen gaat, antwoordt de kat: ‘Dan maakt het

ook niet zoveel uit welke weg je kiest.’ (Lewis Caroll, Alice in Wonderland)”

Graag bedank ik mijn collega’s voor de bijdrage die zij hebben geleverd aan dit e-

marketingadvies. Daarnaast bedank ik mevr. A. Opstraat, Manager BOOSA Hogeschool

Leiden, voor de tijd die zij heeft vrijgemaakt en voor het verstrekken van de opdracht.

Graag bedank ik ook dhr. M. Noordzij voor zijn kritische noten en docent, dhr. J. Wilde de

Ligny, voor zijn steun en inspirerende colleges.

Ik wens u veel plezier met lezen.

Leiden, 7 december 2013

Nick Hansen Wagensveld

Page 6: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

5

INLEIDING Hogeschool Leiden is een regionaal georiënteerde kennisinstelling in het hart van de

Randstad.

De laatste decennia is het aantal hbo-studenten enorm toegenomen: van 259.00 in 1992

naar 417.000 in 2010. De toename van het aantal studenten bij hbo-instellingen was

gemiddeld 30%. Bij Hogeschool Leiden is het aantal studenten in nog geen tien jaar tijd

ruim 100% gestegen (Hogeschool Leiden, 2012). Van een kleine hogeschool is ze

uitgegroeid tot een hogeschool met 8000 studenten. De hogeschool is met haar 8000

studenten een relatief kleine hogeschool.

Deze enorme groei kende ook een keerzijde: in hoog tempo moest de hogeschool zich

ontwikkelen tot een professionele organisatie. In dat kader ging de hogeschool zich dan

ook online begeven met haar eigen website1, met het doel om informatie te verstrekken

aan potentiële studenten.

Als professionele organisatie wilde hogeschool de komende jaren de focus leggen op

kwalitatieve groei. Deze kwalitatieve groei vraagt om een duidelijk strategie. Een strategie

die hogeschoolbreed reeds is geformuleerd, maar waarbij de e-marketingstrategie nog

ontbreekt.

DOELSTELLING

De doelstelling van dit rapport luidt als volgt:

Het kunnen geven van een e-marketingadvies aan Hogeschool Leiden op basis van eerder

geformuleerde uitgangspunten van de hogeschool, als mede de behoeften van potentiële

studenten.

PROBLEEMSTELLINGEN

Ter ondersteuning van de doelstelling is ook een probleemstelling geformuleerd:

In opdracht van mevr. A. Opstraat, Manager BOOSA Hogeschool Leiden, zal een

aanbeveling worden gedaan over de e-marketingstrategie van Hogeschool Leiden,

waardoor de gehanteerde e-marketingstrategie in lijn komt met de hogeschoolbrede

strategie.

OPBOUW

In dit e-marketingadvies is de online-omgeving met betrekking tot Hogeschool Leiden in

kaart gebracht. Hiervoor is eerst het strategisch profiel van de hogeschool en de huidige

situatie beschreven. Om tot een gedegen aanbeveling te komen, is na de beschrijving van

de huidige situatie een omgevings- en situatieanalyse gedaan. Voor deze omgevings- en

situatieanalyse zijn verschillende modellen gebruikt waarvan de uitkomsten zich bevinden

in de bijlagen van dit rapport. Deze modellen ondersteunen mijn aanbevelingen.

Nadat de online-omgeving in kaart is gebracht, is in het opvolgende hoofdstuk de

strategische keuze beschreven en wordt een aanbeveling gedaan. Het e-marketingadvies

is afgesloten met het beschrijven van de implementatiekosten en van de aan te bevelen

activiteiten.

1 De website van Hogeschool Leiden is te bezoeken via http://www.hsleiden.nl/

Page 7: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

6

1 HUIDIGE SITUATIE In dit hoofdstuk van het e-marketingadvies zijn de uitgangspunten van Hogeschool Leiden

beschreven. Deze uitgangspunten geven de gekozen koers van de hogeschool weer.

1.1 INSTELLINGSPLAN 2012 – 2016

Eén keer per vier jaar wordt er een hogeschoolbreed instellingsplan (strategie) geschreven.

Het instellingsplan beschrijft de gekozen koers van Hogeschool Leiden voor de komende

vier jaar.

De komende vier jaar staat de hogeschool voor een dubbele opdracht: stabilisatie in

combinatie met groei. Enerzijds wil Hogeschool Leiden klein blijven en geen verdere groei

van het aantal studenten hebben. Anderzijds wil de hogeschool wel groeien in kwaliteit

(goed en toegepast onderwijs). De maatschappelijke opdracht van de hogeschool doet

ertoe: gezamenlijk goed onderwijs en het verzorgen en ondersteunen van toegepast

onderzoek (Hogeschool Leiden, 2012).

1.2 MISSIE

In het instellingsplan staat de volgende missie beschreven:

Ons onderwijs daagt studenten uit het beste uit zichzelf te halen en zich maximaal te

ontplooien. Wij leveren de beste beroepsbeoefenaren aan het werkveld. Wij dragen bij aan

kennisontwikkeling en innovatie van de beroepspraktijk door uitstekend toegepast

onderzoek en kennisvalorisatie.

1.3 VISIE

De visie van Hogeschool Leiden wordt verkort weergegeven2:

Hogeschool Leiden is een regionaal georiënteerde en op enkele onderdelen een landelijk

unieke kennisinstelling in het hart van de Randstad. Hogeschool Leiden richt zich vooral op

het verzorgen van een beperkt aantal voltijdse bachelor opleidingen waarbinnen toegepast

onderzoek een belangrijke plaats inneemt. Drie gebieden zijn kenmerkend voor de

thematische profilering: Jeugd, Life Sciences en Gezondheidszorg. Wij staan voor kwaliteit.

Wij kiezen ervoor de huidige omvang van het aantal studenten te stabiliseren.

1.4 KERNAMBITIES EN DOELSTELLINGEN

In het instellingsplan worden de volgende vier kernambities genoemd waaruit de

hogeschoolbrede doelstellingen zijn afgeleid3.

1. Talent ontwikkelen;

2. Talent voor talent;

3. “Je moet studenten van Hogeschool Leiden hebben”;

4. Uitstekende campus voor leren en werken.

Talenten van onze studenten worden ontwikkeld door kwalitatief en inspirerend onderwijs.

Het talent van de docenten en de continue verbetering van het onderwijs door

samenwerking met het werkveld zorgt voor een groei in de talenten op de hogeschool. Er

moet een uitstekende aansluiting met het werkveld zijn, waarop het werkveld kan zeggen:

“Je moet studenten van Hogeschool Leiden hebben”. Een uitstekende campus voor leren

en werken. Dit betekent een goede en veilige leer- en werkomgeving met een efficiënte

dienstverlening aan de student en medewerker.

2 De volledige visie van Hogeschool Leiden is te vinden via http://instellingsplan.hsleiden.nl/#9 3 Een volledige lijst van hogeschoolbrede doelstellingen is te vinden via http://instellingsplan.hsleiden.nl/#25.

Page 8: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

7

1.5 KERNACTIVITEITEN

De kernactiviteiten van Hogeschool Leiden zijn: het bieden van kwalitatief onderwijs, het

realiseren van een sterke binding met de studenten en het verrichten van praktijkgericht

onderzoek en innovatie. Ook wil de hogeschool de samenwerking met partners,

stakeholders in het onderwijs, het werkveld en de samenleving versterken.

1.6 MARKETINGSTRATEGIE

De hogeschool investeert in het onderwijs door in te zetten op goede kwaliteit en sterke

klantbinding met studenten en het werkveld. Ook speelt de hogeschool adequaat in op

behoeften in het werkveld. Ze wil een langdurige en hechte relatie met haar studenten en

het werkveld ontwikkelen. Volgens Tracy en Wiersema (1993 ) kiest de hogeschool hiermee

als waardestrategie voor customer intimacy. De relatie met de regio en de student wordt

als de belangrijkste propositie gezien.

1.7 BUSINESSMODEL

In onderstaande tabel wordt doormiddel van het Model van Osterwalder (2010) het

businessmodel van Hogeschool Leiden weergegeven. Het business model geeft

schematisch het werkterrein van Hogeschool Leiden weer.

Key Partners Toeleverende scholen (scholieren) Bedrijven (stages), Organisaties (bijdrage onderzoek), Regelgevende en controlerende instanties.

Key activities Aanleren competenties Certificeren competenties Creëren, waarborgen en overdragen van kennis

Value Proposition Leveren van kennis bijdragen aan kennis-ontwikkeling van de maatschappij.

Customer Relationships Persoonlijke ondersteuning bij het studeren.

Customer Segments Consumenten (Consumenten die geïnteresseerd zijn in scholing) Organisaties (organisaties die medewerkers willen bijscholen)

Key Resources Onderwijsmateriaal Docenten Onderzoekers

Channels Website, evenementen, voorlichting en

servicebalie.

Cost Structure Medewerkers (vast) Gebouwen en onderzoeksfaciliteiten (vast) Functionering IT-systems (vast)

Revenue Streams Collegegelden Overheidbekostiging Contractonderwijs Crowdfunding

Figuur 1.7.1: businessmodel Hogeschool Leiden

1.8 POSITIONERING

Hogeschool Leiden positioneert zichzelf als hogeschool die meerwaarde biedt in de richting

van de samenleving en die nadruk legt op wat onderwijs betekent: waarde creëren. De

positionering van Hogeschool Leiden luidt als volgt: Hogeschool Leiden draagt bij aan een

waarde(n)volle samenleving. Hiermee legt de hogeschool de nadruk op de betekenis die

zij heeft voor de samenleving (Buit, 2012).

Page 9: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

8

2 OMGEVINGS- EN SITUATIEANALYSE 2.1 OMGEVINGSANALYSE

In dit hoofdstuk is de macro-omgeving van Hogeschool Leiden beschreven. De macro-

omgeving betreft de factoren waar Hogeschool Leiden als organisatie mee te maken heeft.

De omgeving bestaat uit kansen en bedreigingen voor de hogeschool.

2.1.1 DEMOGRAFISCHE OMGEVING

De hogeschool is een regionale kennisinstelling die zich richt op zowel vrouwen als mannen

in de leeftijdscategorie 16-25 jaar. Het totaal aantal regionaal ingeschreven studenten in

het hoger onderwijs is 86.068 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2013). Hogeschool

Leiden heeft hierin een marktaandeel van 10%.

2.1.2 SOCIAAL-CULTURELE FACTOREN

De student is opgegroeid in een omgeving waarin het gebruik van een smartphone en het

internet intensief is. Molenaar (2010) omschrijft in zijn boek dat de omgeving waarin een

persoon is opgegroeid, bepalend is voor de mate van het gebruik van internet. Deze

doelgroep heeft een grote sociale behoefte en gaat op zoek naar sociale binding. Deze

studenten zijn altijd ‘connected’ onder andere online via sociale media en ze hebben een

grote behoefte aan communicatie, maar ook aan hechting en erkenning. “Internetgebruik

is uitgegroeid tot een eerste levensbehoefte” (Oosterveer, Koster, van Willigenburg, &

Jacobsen, 2013).

Internet is ver doorgedrongen in onze maatschappij, het is haast niet meer weg te denken4.

De penetratie onder jongeren is nagenoeg 100% en ook onder 25 jarigen is het

internetgebruik vrijwel volledig. Een aantal jaren geleden maakte de potentiële student

nog weinig gebruik van het internet bij het zoeken naar een opleiding of opleider. In deze

tijd zal deze “digitale” student vooral internet gebruiken om tot zijn keuze te komen.

De verwachtingen die studenten van het onderwijs hebben veranderen. Studenten vragen

in toenemende mate om kwaliteit. We hebben het hier dan niet alleen over de kwaliteit

van het onderwijs, maar ook over het aantal contactmomenten en de persoonlijke

aandacht die de hogeschool aan hen schenkt.

2.1.3 TECHNOLOGISCHE OMGEVING

Op technologisch gebied volgen ontwikkelingen elkaar snel op. Bedrijven moeten hier

voortdurend op letten, aldus Gert-Jan Scheers (2012, p. 319). Door de snelle ontwikkeling

van technologieën verschuift ook het verwachtingspatroon van een student. Studenten

verwachten steeds meer van technische applicaties5. Applicaties moeten onder andere

gebruiksvriendelijk en vooral vrij zijn van programmafouten. Er ontstaat hierdoor een

demand pull6. Applicaties die niet voldoen aan dit verwachtingspatroon zijn onacceptabel.

Ook zal Hogeschool Leiden rekening moeten houden met de wet van Negroponte (1995):

‘Alles wat digitaal kan worden, zal dat ook worden’. Er bestaat dus een grote kans dat de

fysieke diensten die de hogeschool nu aanbiedt op termijn ook digitaal aangeboden zouden

kunnen worden.

2.1.4 POLITIEK-JURIDISCHE OMGEVING

Nederlanders hechten waarde aan privacy. Deze privacy wordt door de wet beschermd.

Hierbij worden de volgende principes in acht genomen: het kenbaarheidsprincipe, het

4 In Nederland maakt anno 2013 88,9% van de Nederlandse bevolking gebruik van internet (Oosterveer, Koster, van Willigenburg, & Jacobsen, 2013) 5 Hogeschool Leiden maakt gebruik van diverse technische applicaties: Elektronische Leeromgeving (ELO), Studievoortgangssysteem (OSIRIS) en het Sociaal Platform en Intern Netwerk voor studenten en medewerkers (SPIN). 6 Technologische ontwikkeling als reactie op de behoefte van de klant (Scheers, 2012).

Page 10: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

9

zorgvuldigheidsprincipe en het bindingsprincipe7. Deze principes hebben gevolgen voor de

wijze van het gebruiken van persoonsgegevens door Hogeschool Leiden. Van meet af aan

moet bijvoorbeeld duidelijk zijn vastgelegd wat het doel is waarvoor de gegevens worden

verzameld en gebruikt. Op dit moment wordt dit nog weinig gedaan.

2.1.4 CUSTOMER JOURNEY (KLANTREIS)

Het gedrag op digitale media verschuift. Volgens Oosterveer, Koster, van Willigenburg, &

Jacobsen (2013, p. 32) worden klantcontacten bijna 100 % procent digitaal en zoeken en

kiezen consumenten via meerdere (online) kanalen. We zien dan ook een ontwikkeling van

multichannel naar omnichannel8. Het vasthouden aan een customer journey is niet meer

realistisch. De klant, in ons geval de student, bepaalt zelf zijn reis. De customer journey

van een potentiële student is dynamisch.

Hoewel deze reis dynamisch is, kunnen we wel de contactmomenten in kaart brengen. Uit

onderzoek blijkt dat potentiële studenten allereerst bekend raken met Hogeschool Leiden

door: (1) vrienden/familie, (2) zoekmachines op internet en (3) vakgerichte

loopbaanorientatie. Deze contactmomenten kunnen in veel gevallen niet worden gemeten.

Dit komt doordat de hogeschool niet de systemen heeft om dit bij te houden. De

hogeschool kan hierdoor geen customer journey van haar klanten bijhouden.

Door middel van marktbewerking komt de potentiële student onder andere via de volgende

bronnen in verdere aanraking met Hogeschool Leiden: website Hogeschool Leiden (27%),

vrienden/familie (23%), Bezoek open dag / voorlichtingsdag hogeschool (21%),

proefstuderen / meelopen (21%) en andersoortige internetpagina’s (19%)9 (Markteffect,

2013). Zie Bijlage I Customer Journey voor de volledig customer journey van de student.

2.1.5 KRACHTENVELDANALYSE

Aan de hand van de krachtenveldanalyse (Porter, 1979) kunnen veranderingen waarmee

Hogeschool Leiden wordt geconfronteerd in kaart worden gebracht. De volgende vijf

krachten zijn van invloed op de concurrentiepositie van Hogeschool Leiden: afnemers

(studenten en het werkveld), leveranciers (middelbare scholen en ouders), concurrenten

(andere hogescholen), nieuwe toetreders (andere erkende hbo-instellingen) en

substituten10. De grootste kracht ligt bij de afnemers, de studenten en het werkveld.

Studenten zijn tegenwoordig beter geïnformeerd en maken hierdoor een bewuste keuze.

Als hogeschool heb je daarnaast steeds minder controle over de communicatie omtrent je

merk en daarmee ook omtrent je imago. Er vindt een verschuiving van machtposities

plaats; van hogeschool naar student (Petersen, 2010). Studenten zijn immers onze

ambassadeurs en zorgen mede voor een goed of slecht imago. Het werkveld neemt deel

in samenwerkingsverbanden en werkveldcommissies en heeft hierdoor een grote invloed

op de kwaliteit van het onderwijs.

In de analyse van de technologische omgeving werd de kans op een substituut al genoemd;

er bestaat een grote kans dat de fysieke dienst, die de hogeschool nu levert, kan worden

vervangen door een digitaal substituut zoals een zelfstudie. Zolang werkgevers echter

waarde toekennen aan een erkend hbo-diploma kan deze dienst nog niet geheel worden

vervangen door een digitaal substituut. Een complete krachtenveldanalyse is te vinden in

Bijlage II Krachtenveld analyse.

7 Bekijk voor een uitgebreide omschrijving van de drie principes; Raessens, B. (2012). Handboek e-business (p.

150). Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

8 Een kanaalstrategie waarbij de klantervaring centraal staat. 9 Een potentiële student komt ook in aanmerking met Hogeschool Leiden door andere internetpagina’s: studiekeuze123.nl, qompas.nl en schoolweb.nl. 10 Een substituut is een plaatsvervanger of alternatief. Een substituutproduct neemt de functionaliteiten van een ander product over.

Page 11: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

10

2.2 SITUATIEANALYSE

In dit hoofdstuk wordt een situatieanalyse van Hogeschool Leiden beschreven. Deze

interne analyse betreft factoren die binnen Hogeschool Leiden spelen. De situatieanalyse

bestaat uit sterkten en zwakten.

2.2.1 ORGANISATIE ANALYSE

Om de organisatie te analyseren is gebruik gemaakt van het 7S-model van McKinsey

(Scheers, 2012). Het volledige model wordt in Bijlage III 7S-model van McKinsey toegepast

op de huidige situatie van Hogeschool Leiden.

2.2.1.1 STRUCTUUR

De organisatie is opgebouwd als een lijn-staforganisatie waarbij verantwoordelijkheden en

bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd. Beslissingen kunnen op

deze manier snel worden genomen.

2.2.1.2 STRATEGIE

De hogeschool kiest als huidige waardestrategie voor customer intimacy. Molenaar (2010,

p. 243) geeft aan dat een passende marketingoriëntatie hier een klantoriëntatie is, waarbij

de focus vooral op de klant ligt. Dit is echter niet de realiteit. De hogeschool heeft geen e-

marketingstrategie geformuleerd en hanteert op dit moment nog een interne oriëntatie.

Een interne oriëntatie kenmerkt zichzelf als operational excellence, waarbij de focus sterk

intern gericht is. Dit is één van de drie waarde disciplines van een organisatie die Tracy en

Wiersema (1993) behandelen in hun boek The Discipline of Market Leaders.

2.2.1.3 SYSTEMEN

Het belangrijkste ICT-system waar de hogeschool gebruik van maakt, is een

databasesoftwarepakket genaamd FileMaker Pro. Hierin worden relatiebestanden en

persoonsgegevens van medewerkers en studenten opgeslagen. Omdat de hogeschool geen

customer relationship managementsysteem (crm) tot haar beschikking heeft, is een

omgeving binnen FileMaker Pro gemaakt die functioneert als crm-systeem. Het crm dat

gebruikt wordt voor klantcontact is echter niet optimaal: (1) klantcontact wordt niet

automatisch bijgehouden, (2) er is geen workflow system aanwezig en (3)

studentgegevens kunnen niet in het crm-systeem worden geïmporteerd en bijgehouden.

Chaffey (2012, p. 323) geeft aan dat er drie types van customer data zijn die een database

voor CRM moeten bevatten: personal and profile data, transaction data en communication

data. Hij geeft hierbij aan dat transaction data en communication data het belangrijkst zijn

om te voldoen aan de behoeftes van een student. Beide data kunnen in deze omgeving

niet worden bijgehouden.

2.2.2 FINANCIËLE ANALYSE

Om inzicht te krijgen in de financiële positie van Hogeschool Leiden is een financiële

analyse gedaan. Op deze manier kan bepaald worden in hoeverre Hogeschool Leiden in

staat is om plannen die zij heeft ook waar te kunnen maken. Uit de jaarstukken van

Hogeschool Leiden is op te maken dat de financiële positie solide is. De helft van het totale

vermogen is opgebouwd uit eigen vermogen en de liquiditeitspositie is ruimschoots

voldoende (Hogeschool Leiden, 2013). De hogeschool is in staat om op korte termijn aan

haar betalingsverplichtingen te voldoen.

2.3 CONFRONTATIE ANALYSE

Uit de marktanalyse en situatieanalyse zijn kansen, bedreigingen, sterkten en zwakten

gekomen. Hiertoe is een confrontatiematrix gebruikt. In een confrontatiematrix worden

de interne sterkten en zwakten in verband gebracht met de externe kansen en

bedreigingen. Door gebruik te maken van een confrontatiematrix wordt geen enkele

mogelijkheid over het hoofd gezien.

Page 12: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

11

Wanneer de zwakten en sterkten van Hogeschool Leiden tegenover de kansen en

bedreigingen worden gelegd, valt op dat door het ontbreken van een gedegen e-

marketingstrategie en crm-systeem, de hogeschool niet kan inspelen op kansen en

bedreigingen in de externe omgeving. Om haar marktpositie te behouden, verdient het

aanbeveling dat Hogeschool Leiden deze zwakten ombuigt naar sterkten. Zie Bijlage IV

Confrontatiematrix voor de toepassing van de confrontatiematrix.

3 STRATEGISCHE KEUZEN & AANBEVELINGEN In dit hoofdstuk is een strategische keuze beschreven. Kijkend naar de huidige situatie,

de interne en externe omgeving, zijn aan de hand van deze strategische keuze

aanbevelingen gedaan.

3.1 STRATEGISCHE KEUZEN

Kijkend naar de huidige situatie van Hogeschool Leiden, de interne en externe omgeving,

valt het ontbreken van een digitale strategie op als kernprobleem. Doordat deze ontbreekt

kan de hogeschool de kansen in de markt niet optimaal benutten of inspelen op

bedreigingen. Het ontbreken van een digitale strategie zorgt tevens voor een onduidelijke

koers op digitaal vlak.

De hogeschool kiest voor customer intimacy: een duurzame relatie met studenten.

Persoonlijk contact is hierbij de basis (Projectgroep Onderwijsvisie, 2012). De hogeschool

hanteert als marktingoriëntatie echter een interne oriëntatie. Deze oriëntatie is niet in lijn

met de hogeschoolbrede strategie. De nadruk ligt op interne processen. Terwijl de nadruk

zou moeten liggen op het gericht zijn op de klantrelatie.

Deze tegenstrijdige oriëntatie is waarschijnlijk ontstaan door de enorme groei van

Hogeschool Leiden, zoals beschreven in de Inleiding op pg 4. De huidige e-

marketingstrategie is hoogstwaarschijnlijk een emergent strategy11 geweest die in een

korte periode tot stand is gekomen.

Het verdient aanbeveling om van een productgerichte organisatie naar een klantgerichte

organisatie te gaan. Dit begint bij het in kaart brengen van de wensen van de individuele

student. Op het moment is de hogeschool niet in staat om deze kennis te vergaren. Een

crm-systeem zou hierin kunnen voorzien.

Een doelstelling van internet bij een klantoriëntatie, is om dichter bij de klant te komen.

Klantoriëntatie maakt tevens een direct communicatie mogelijk. De huidige website van

Hogeschool Leiden past niet bij deze oriëntatie. Op deze website wordt alleen informatie

gegeven over de diensten die de hogeschool biedt. Internet is voor de hogeschool een

elektronische brochure om snel een beeld van de diensten van de hogeschool te krijgen.

Terwijl de website ook een regiefunctie in de communicatie met bezoekers zou moeten

hebben. De website dient dusdanig te worden aangepast dat deze functionaliteit wordt

ondersteund.

Het is raadzaam om pas na de implementatie van een dergelijk crm-systeem te beginnen

met het aanpassen van de huidige website van Hogeschool Leiden. De invoering van een

crm-systeem is een project op zich. De implementatie van een crm-systeem vraagt om

ingrijpende veranderingen op organisatorisch en IT-vlak en wat betreft cultuur van de

hogeschool. Het tegelijkertijd starten van beide projecten wordt om deze reden ontraden.

11 Mintzberg (1988) spreekt van een emergent strategy ofwel spontane strategie: de tevoorschijn komende

strategie

Page 13: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

12

3.1.1 GEVOLGEN STRATEGISCHE KEUZEN

Een klantoriëntatie kenmerkt zichzelf als een marketingoriëntatie waarin persoonlijk

contact met de klant centraal staat. Er ontstaat een toenemende focus op de relatie tussen

hogeschool en student. Bij een klantoriëntatie is dan ook gedetailleerde klantinformatie

van de individuele student en directe communicatie van belang. Dit vraagt om een crm-

systeem dat deze informatie kan bijhouden. Om een crm-systeem succesvol te

implementeren moet een klantgerichte werkwijze door de hele organisatie gedragen

worden.

Deze strategische keuze heeft als gevolg dat er meer nadruk wordt gelegd op de individuele

klantrelatie, klanttevredenheid, loyaliteit en interactie. Dit zullen ook de Key Performance

Indicators12 worden waarmee resultaat gemeten kan worden. De focus van marketing

verandert hierdoor naar identificeerbare relaties. Een klantgerichte hogeschool zal haar

marketinginstrumenten en activiteiten hierop moeten afstemmen. Dit betekent dat

Hogeschool Leiden moet inspelen op de wensen van de individuele student.

De inzet van IT en internet zal hierdoor veranderen. Internet zal een integraal onderdeel

worden van de marketing en verkoop. Internet ondersteunt het koopproces van de student,

de communicatie zal het middel zijn om duurzame relaties te bouwen en te onderhouden.

Informatietechnologie zal moeten zorgen voor een integratie van informatiesystemen

binnen de organisatie. Door een integratie van de informatiesystemen in een crm-system

kan er bij ieder contactmoment met de student gedetailleerde klantinformatie worden

opgevraagd.

Een klantgerichte organisatie is gebaseerd op klantwensen en interactie met de klant. Deze

interactie is essentieel voor het verkrijgen van informatie ten behoeve van

marketingactiviteiten en het bouwen van een duurzame relatie. Dit impliceert dat de

hogeschool contactmomenten moet stimuleren en de interactie met de student moet

aangaan.

3.2 AANBEVELINGEN

Zoals genoemd in paragraaf 3.1 Strategische keuzen, is het aanbevelingswaardig voor

Hogeschool Leiden om een klantoriëntatie te gaan voeren. Dit betekent een

marktingoriëntatie die in lijn is met de gewenste marketingstrategie ‘customer intimacy’.

Om tot een klantoriëntatie te komen, worden de volgende aanbevelingen gedaan:

Het implementeren van een crm-systeem;

Personaliseren van communicatie;

Sociale binding opbouwen (customer engagement);

Permissiemarketing;

Zoekmachinemarketing;

Aanpassen verdeling traditionele media en online media.

12 Key Performance Indicators zijn variabelen om presentaties van een organisatie te analyseren en te meten.

Page 14: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

13

3.2.1 CRM-SYSTEEM

Om een klantgerichte organisatie te worden zal de hogeschool haar studenten moeten

kennen. Er is kennis nodig van de klant, kennis over het aankoop- en contactgedrag. Een

Customer Relationship Managementsysteem (crm-systeem) biedt hiertoe mogelijkheden.

In een crm-systeem kunnen deze klantgegevens aan elkaar gekoppeld worden. Dit geeft

inzicht in de individuele wensen van studenten. Op deze manier kent de hogeschool de

student zodanig dat er ingespeeld kan worden op individuele contacten en de relatie met

student. Er wordt gebouwd aan een duurzame relatie en het versterken van een sociale

binding met de studenten, één van de kernactiviteiten van Hogeschool Leiden. Op basis

van de informatie die gegeven wordt door individuele studenten, kan proactief met hen

gecommuniceerd worden. Dit kan worden gedaan via de telefoon, brief, e-mail of sociale

media. De communicatie is hierdoor toegespitst en dus persoonlijker.

Door het gebruik van een crm-systeem kan er ook een optimale ondersteuning van de

huidige en potentiële student plaatsvinden. Deze ondersteuning is juist een

hogeschoolbrede doelstelling13. Tijdens contactmomenten kunnen relevante klantgegevens

worden opgevraagd waardoor de medewerkers altijd volledig geïnformeerd zijn.

De machtposities van de afnemers en leveranciers zijn groot, zie hiervoor de uitkomsten

van Bijlage I Customer Journey. De doelgroep bestaat niet alleen uit studenten, maar ook

het werkveld, ouders en middelbare scholen. Zij beïnvloeden in grote mate het onderwijs

en de potentiële student. De hogeschool kan met een crm-systeem niet alleen studenten

beter ondersteunen en de klantwensen in kaart brengen, maar ook het werkveld, ouders

en middelbare scholen. Het verdient aanbeveling dat Hogeschool Leiden ook rekening

houdt met deze stakeholders. Zie Bijlage II Krachtenveld analyse voor de machtposities

van de stakeholders van Hogeschool Leiden.

Het implementeren van een crm-systeem is de eerste stap in het worden van een

klantgerichte organisatie. Het crm-systeem is het hart van alle communicatie richting

studenten en is essentieel voor een klantgerichte organisatie.

3.2.2 PERSONALISATIE

Een groot voordeel van internet en IT is dat berichten afgestemd kunnen worden op

individuen. Het gaat om de verwachting die de klant van ons heeft. Op het moment worden

identieke e-mails naar alle studenten gestuurd, een erg traditionele manier van

communiceren. Hogeschool Leiden wil persoonlijke contact met studenten (Hogeschool

Leiden, 2012). Het personaliseren van haar berichten zorgt voor binding en sluit beter aan

bij de doelstellingen van de hogeschool zoals beschreven in paragraaf 1.4

Kernambities en doelstellingen.

3.2.3 CUSTOMER ENGAGEMENT

Om een sociale binding met de student op te bouwen, is het raadzaam om betrokkenheid

te creëren met de studenten. Deze betrokkenheid ontstaat via het creëren van interactie

met de student van interactie met de student. De huidige website van Hogeschool Leiden

leent zich hier niet voor. De mogelijkheid tot interactie beperkt zich tot e-mail, waardoor

de huidige website niet een optimaal kanaal is om betrokkenheid te creëren. Er kan worden

geïnvesteerd in een aanpassen van de huidige website, maar het verdient niet de

aanbeveling om dit samen met het implementeren van het crm-systeem te doen. De

hogeschool zou na het implementeren van een crm-systeem kunnen overwegen om de

website ook aan te passen, zodat ook deze zich leent voor het creëren van betrokkenheid.

Deze aanpassing vergt echter een grotere investering.

Het verdient aanbeveling om betrokkenheid via diverse kanalen van sociale media te

creëren. Deze kanalen zijn erg populair bij de doelgroep van Hogeschool Leiden. Social

13 Zie paragraaf 1.4 Kernambities en doelstellingen: ‘een uitstekende campus voor leren en werken’.

Page 15: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

14

media kanalen worden ook door steeds meer bedrijven gebruikt om online betrokkenheid

te genereren (Chaffey & Ellis-Chadwick, 2012). Online betrokkenheid kan worden bereikt

door zich te richten op relevante content en interactie met de student.

Hogeschool Leiden focust zich op het moment al op Facebook, LinkedIn en Twitter, maar

zou ook naar andere social media kanalen kunnen kijken. In paragraaf 2.1.4 Customer

journey (klantreis) is betoogddat de student meerdere (online) kanalen gebruikt. De

student laat zich niet langer sturen, maar bepaalt zelf het kanaal. Het is het dus waard om

te investeren in het gebruik van kanalen als Google+ en Pinterest die momenteel

opkomend zijn. Deze socialmediakanalen bieden extra contactmomenten met

mogelijkheden tot interactie.

Interactie betekent wederzijdse communicatie. De hogeschool biedt op deze manier ook

een kanaal voor online-dienstverlening. Naar verwachting zullen steeds meer mensen het

bellen naar de klantenservice inruilen voor een tweet of facebookbericht naar de

hogeschool (Oosterveer, Koster, van Willigenburg, & Jacobsen, 2013). Het belang van

webcare neemt dus ook toe. Studenten kunnen tijdens de customer journey contact zoeken

via sociale media. Het is raadzaam dat de hogeschool hier open voor staat. Dit leidt

namelijk tot meer betrokkenheid bij de klant (customer engagement).

3.2.4 PERMISSIEMARKETING

Al tijdens het eerste contactmoment met de student kan er worden gebouwd aan een

langdurige relatie. In het koopproces van een potentiële student zal dit betekenen dat -

wanneer deze interesse toont in Hogeschool Leiden - er door middel van

permissiemarketing klantgegevens kunnen worden vergaard. Dit gebeurt door de

potentiële student een mogelijkheid tot opt-in14 te geven, via de website of een

inschrijfformulier voor een voorlichtingsdag. Zo worden gegevens verzameld. Aan de hand

van deze gegevens kan er proactief met de student worden gecommuniceerd om hem te

ondersteunen tijdens het koopproces. Indien verzamelde gegevens worden gekoppeld aan

een crm-systeem, ontstaat er bij elk nieuw contactmoment een mogelijkheid tot interactie,

een mogelijkheid om te werken aan customer engagement.

3.2.5 ZOEKMACHINEMARKETING

Er wordt steeds meer gezocht via internet. Uit onderzoek blijkt dat potentiële studenten

hun zoektocht online beginnen. Een goede vindbaarheid van de website van Hogeschool

Leiden is daarom essentieel. Zoekmachinemarketing bestaat uit twee elementen:

onbetaalde en betaalde resultaten. Hogeschool Leiden zet op het moment al betaalde

zoekmachinemarketing in om meer studenten binnen te halen voor voorlichtingsdagen.

Het is raadzaam om ook te investeren in onbetaalde zoekresultaten. Dit kan gedaan

worden door gebruik te maken van zoekmachineoptimalisatie15. Betaalde zoekresultaten

worden minder vaak gezien en zijn hierdoor minder effectief. De conversie van een

internetgebruiker die via onbetaalde zoekresultaten op de website komt, is gemiddeld

hoger dan van een bezoeker die via betaalde resultaten op de website komt (Raessens,

2012).

3.2.6 OVERIGE MARKETINGACTIES

Uit de customer journey blijkt dat de potentiële student niet alleen via internet in contact

komt met de hogeschool. Traditionele media zijn waardevolle instrumenten om de

diensten van Hogeschool Leiden onder de aandacht te brengen. Via traditionele media

kunnen potentiële studenten doorverwezen worden naar de website van Hogeschool

Leiden voor meer informatie. Ook kan op deze wijze een opleiding gekozen worden. Op

14 Een opt-in geeft de mogelijkheid om vooraf in te stemmen dat er commerciële berichten naar de ontvanger

gestuurd mogen worden. 15 Zoekmachineoptimalisatie is het geheel aan activiteiten dat moet worden verricht om een webpagina hoog te laten scoren in de reguliere zoekresultaten van een zoekmachine (Raessens, 2012).

Page 16: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

15

het moment gebruikt Hogeschool Leiden al traditionele media, zoals tijdschriften,

kranten, abri’s en pers in haar marktbewerking. Het is aanbevelenswaardig om dit te

blijven doen. Een doordachte combinatie van online en offline promotie zorgt voor het

beste promotieresultaat en haalt het maximale rendement uit het beschikbare budget.

Het advies is om te kiezen voor een verdeling van 25% traditionele media en 75% online

media. Traditionele media zorgt voor het genereren van aandacht en vertrouwen. Online

media zorgt juist voor meer betrokkenheid door personalisatie, interactie en de

ondersteuning door mond-tot-mondreclame. De inzet van online media betekent voor

Hogeschool Leiden onder andere het gebruik van social media, haar huidige website en

direct mails. Dit is in lijn met de marketingstrategie van Hogeschool Leiden, zoals

beschreven in paragraaf 1.6 Marketingstrategie.

Page 17: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

16

4 IMPLEMENTATIEKOSTEN EN ACITIVITEITEN Dit hoofdstuk van het e-marketingadvies geeft een overzicht van de activiteiten ten

aanzien van de aanbevelingen. In Tabel 5.1: Actieplan ten behoeve van de aanbevelingen

wordt duidelijk welke acties ondernomen moeten worden, wie verantwoordelijk is voor de

uitvoering, wanneer deze gestart dient te worden en de geschatte kosten.

Baten Actie Wanneer Verantwoordelijke Kosten

Customer

Relationship Management

Geschikt crm-systeem

zoeken

Q1 MarCom, ICT € 60

Implementeren crm-systeem

Q1 ICT, Financiën € 600

Koppelen databases FileMaker aan crm-systeem

Q1 ICT € 150

Opleiden medewerkers om crm-systeem te kunnen gebruiken

Q1 Salesforce € 3575,-

Evaluatie crm-systeem Q3 € 30

(Permissiemarketing) Aanpassing inschrijfformulier voorlichtingsdagen

2 april CapitalICT € 15

Koppeling inschrijfformulier voorlichtingsdagen aan CRM-systeem

2 april ICT en CapitalICT € 45

Evaluatie gebruik van permissiemarketing

Q4 MarCom € 30

(Personalisatie)

Aanpassing huidige communicatiebeleid

23 februari MarCom € 75

Aanpassing e-mail template zodat personalisatie mogelijk is

24 februari ICT € 15

Evaluatie personalisatie Q4 MarCom € 30

Customer Engagement

Formuleren Social Media contentplan

10 maart MarCom € 300

Formuleren webcarebeleid

17 maart MarCom € 150

Aanmaken Google+ en Pinterest

21 maart MarCom € 15

Vormgeving Google+ en Pinterest

10 maart MarCom en UW!MERKWAARDIG

€ 300,-

Implementeren contentplan

24 maart MarCom € 45

Implementeren webcarebeleid

24 maart MarCom € 150

Evaluatie customer engagement

Q4 € 30

Vindbaarheid hsleiden.nl

Zoekmachineoptimalisatie 7 april MarCom en CapitalICT

€ 540

Evaluatie zoekmachineoptimalisatie

Q4 MarCom en CapitalICT

€ 30

Awareness & Customer engagement opbouwen

Aanpassen mediastrategie

23 februari Marcom en Mediabureau Stroom

€ 45

Evaluatie aanpassing mediastrategie

Q4 MarCom en Mediabureau Stroom

€ 30

Tabel 5.1: Actieplan ten behoeve van de aanbevelingen

De totale kosten bedragen € 6260,- Uit de jaarstukken (Hogeschool Leiden, 2013) blijkt

dat de financiële situatie solide is. Voor Hogeschool Leiden is de liquiditeit ruim voldoende;

het blijkt dat de hogeschool voldoende in staat is om schulden op korte termijn te betalen.

Page 18: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

17

LITERATUURLIJST Buit, P. (2012). Strategisch Marketingplan Hogeschool Leiden 2012 - 2016. Leiden: Paula

Buit Strategie & Communicatie.

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2013, augustus 21). Leerlingen en studenten;

onderwijssoorten, herkomst, woongemeente. Opgehaald van Centraal Bureau voor

Statistiek:

http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=71450ned&LA=

NL

Chaffey, D., & Ellis-Chadwick, F. (2012). Digital Marketing. Harlow, England: Pearson

Education Limited.

Hogeschool Leiden. (2012). Instellingsplan Hogeschool Leiden 2012-2016. Leiden:

Hogeschool Leiden.

Hogeschool Leiden. (2013). Jaarstukken 2012. Leiden: Hogeschool Leiden.

Marcus, J., & van Dam, N. (2005). Een praktijkgerichte benadering van Organisatie en

Management. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Markteffect. (2013). Rapportage Hogeschool Leiden HBO Imagemonitor 2012/2013.

Eindhoven: Markteffect, effectief marktonderzoek.

Mintzberg, H., Ahlstrand, B., & Lampel, J. (1998). Strategy Safari: A Guided Tour through

the Wilds of Strategic Management. Free Press.

Molenaar, C. (2010). (e) marketing. Groningen: Noordhoff Uitgevers.

Negroponte, N. (1995). Being digital. New York: Random House.

Oosterveer, D., Koster, B., van Willigenburg, M., & Jacobsen, A. (2013). Marketingfacts

Jaarboek 2013/2014. Arnhem: Marco Derksen.

Osterwalder, A., & Pigneur, Y. (2010). Business Model Generatie. Deventer: Kluwer.

Petersen, P. (2010). Handboek Online Marketing. Amsterdam: Kluwer.

Porter, M. (1979). How Competitive Forces Shape Strategy. Harvard Business Review, vol.

57, nr. 2, 137-145.

Projectgroep Onderwijsvisie. (2012). Onderwijsvisie Hogeschool Leiden. Leiden:

Hogeschool Leiden.

Raessens, B. (2012). Handboek e-business. Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

Scheers, G.-J. (2012). Modern Marketingmanagement. Hilversum: Educatieve Uitgeverij

Nederland.

Tracy, M., & Wiersema, F. (1993). Customer Intimacy and other value disciplines. Harvard

Business Review, vol 71, nr 1, 84-93.

Tracy, M., & Wiersema, F. (1997). The Discipline of Market Leader. New York: The Perseus

Books Group.

Page 19: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

18

BIJLAGE I CUSTOMER JOURNEY Hoewel de customer journey dynamisch is en de student zelf het kanaal kiest, kan het

koopproces wel voor een groot deel in kaart worden gebracht door middel van het ORCA-

model (Molenaar, 2010). Ook worden hierdoor de contactmomenten met de student

zichtbaar. Deze contactmomenten bieden weer mogelijkheden om met om met de student

interactie aan te gaan en betrokkenheid te creëren. Studenten vragen in toenemende mate

om ondersteuning, persoonlijke aandacht en contactmomenten tijdens hun customer

journey. Hogeschool Leiden zou tijdens de customer journey hier op kunnen inspelen en

proactief met de student kunnen communiceren.

De customer journey wordt onderverdeeld in vier fasen: oriëntatie, research,

communicatie en actie. Het koopproces is dynamisch; studenten kunnen in diverse fase

weer terug naar een vorige fase of direct overgaan tot koop.

Een student kan zich in zijn researchfase bijvoorbeeld al inschrijven voor een open dag,

waardoor hij al vroeg overgaat tot actie. Het koopproces herhaalt zich hierna. De student

overweegt zijn keuze en neemt hierna opnieuw een beslissing om zich wel of niet in te

schrijven voor een studie aan Hogeschool Leiden.

Tijdens de customer journey vindt ook een herhaalde evaluatie plaats. De student is

tegenwoordig goed geïnformeerd en is bewust van zijn keuze.

CUSTOMER JOURNEY STUDENT: Oriëntatie; er is een behoefte herkenning bij de student. De student begint zijn koopproces.

Research; de student gaat op zoek naar informatie om tot een beslissing/koop over te gaan.

Communicatie; er wordt overgegaan tot communicatie. De student zoekt contact.

Actie; de student gaat over tot actie.

Informatie over de hogeschool, twitter, social media informatie over producten, vrienden/familie, loopbaanoriëntatie.

Informatie over de opleidingen. Vrienden/familie en internet worden gebruikt om bewust op zoek naar informatie te gaan.

FAQ, Social Media, E-mail, telefoon, aanvragen brochure (actie), bezoek aan Hogeschool Leiden.

Bezoek open dag, proefstuderen, meelopen, opvragen brochure, inschrijven opleidingen.

Opmerking: student kan in deze fase al overgaan tot actie door zich bijvoorbeeld in te schrijven voor een open dag.

Opmerking: student zal in deze fase ook steeds zijn keuze evalueren met familie/vrienden.

Opmerking: het opvragen van een brochure of het bezoeken van een open dag, proefstuderen of meelopen is een transactie (actie)

Anoniem Meestal anoniem Meestal geïdentificeerd Altijd geïdentificeerd

Herhaalde evaluatie Figuur 1: customer journey studenten Hogeschool Leiden

PERSONA STUDENT

De doelgroep bestaat uit jongeren tussen 16 en 25 jaar. Deze doelgroep is net begonnen

of staat op het punt om te gaan studeren. Vrienden zijn belangrijk, maar ‘connected’ zijn

via social media is minstens zo belangrijk. Ze maken intensief gebruik van een smartphone

en internet. Hun leven is plezier en sociaal. Ze zijn actief, altijd iets aan het ondernemen

en hebben een drukke agenda. Ze zijn nieuwsgierig en initiatiefrijk.

Scholieren die zich oriënteren aan Hogeschool Leiden zijn vooral levensgenieters en

intellectuelen (Markteffect, 2013). De ‘intellectuelen’ houden meer van culturele en

artistieke zaken. De ‘levensgenieters’ gaan naar de hogeschool met als enig doel hun

diploma te halen.

Page 20: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

19

BIJLAGE II KRACHTENVELD ANALYSE AFNEMERS: STUDENTEN EN HET WERKVELD

De onderhandelingsmacht van de studenten is groot. Studenten bepalen voor een groot

deel de concurrentiepositie van Hogeschool Leiden. Studenten zijn ook beter geïnformeerd

en maken hierdoor een bewuste keuze. Studenten hebben de controle over communicatie

omtrent Hogeschool Leiden en daarmee ook over het imago van de hogeschool. Studenten

kunnen worden beschouwd als onze ambassadeurs en zij zorgen mede voor een goed of

slecht imago.

De onderhandelingsmacht van het werkveld is zo mogelijk nog groter dan die van de

studenten. Het werkveld zorgt in hoge mate voor stageplekken en afstudeerlocaties.

Daarnaast is het cruciaal voor het onderwijs dat studenten op deze locaties praktijkervaring

kunnen opdoen. Het werkveld heeft tevens invloed op de kernactiviteiten van Hogeschool

Leiden. Deze kernactiviteiten bestaan uit het bieden van kwalitatief onderwijs, het

verrichten van praktijkgericht onderzoek en innovatie en het versterken van de

samenwerking met partners en stakeholders in het onderwijs, het werkveld en de

samenleving. Zie paragraaf 1.5 Kernactiviteiten.

LEVERANCIERS: MIDDELBARE SCHOLEN EN OUDERS

De onderhandelingsmacht van de middelbare scholen en van ouders is groot. Zij

beïnvloeden potentiële studenten tijdens hun customer journey. Zie Bijlage I Customer

Journey. De student evalueert tijdens het koopproces voortdurend zijn beslissing bij deze

leveranciers. Gedurende het hele koopproces wordt deze student dus beïnvloed.

CONCURRENTEN: ANDERE HOGESCHOLEN

Er is sprake van een hoge concentratiegraad van hogescholen. De vier grootste spelers

(Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Utrecht, Hogeschool InHolland en De Haagsche

Hogeschool) hebben samen meer dan 80% (C4-index) van de markt in handen. De markt

wordt als oligopolie beschouwd. De marktvorm oligopolie kenmerkt zich door een beperkt

aantal aanbieders met een relatief groot marktaandeel. De onderlinge rivaliteit tussen

hogescholen is laag.

POTENTIËLE TOETREDERS: ALTERNATIEVE OPLEIDINGSINSTITUTEN

Door een hoge toetredingsdrempel vanuit de overheid zijn er weinig potentiële toetreders

op het gebied van voltijd hbo-opleidingen. Nieuwe toetreders spelen wel in op het

onderwijsaanbod voor werkenden en volwassen door het aanbieden van flexibele trajecten

op hbo-niveau voor opleidingen, nascholingen en cursussen.

SUBSTITUTEN

Er bestaat een grote kans dat de fysieke dienst, die de hogeschool nu levert, kan worden

vervangen door een digitaal substituut zoals een zelfstudie. Werkgevers kennen echter

waarde toe aan een erkend hbo-diploma. Zolang een dergelijk diploma nog niet geheel

door werkgevers wordt erkend, kan deze dienst nog niet worden vervangen door een

digitaal substituut. Zie paragraaf 2.1.3 Technologische omgeving.

SAMENVATTING KRACHTENVELD ANALYSE

De machtposities van de afnemers en leveranciers zijn groot. Studenten bepalen voor een

groot deel de concurrentiepositie van de hogeschool en het werkveld heeft invloed op

kernactiviteiten (zie 1.5 Kernactiviteiten). De onderhandelingsmacht van de

middelbare scholen en van ouders is ook groot. Zij beïnvloeden potentiële studenten

tijdens hun customer journey en zijn hierdoor een belangrijke doelgroep die niet over het

hoofd gezien mogen worden.

Page 21: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

20

BIJLAGE III 7S-MODEL VAN MCKINSEY Het 7S-model is ontworpen om de kwaliteit te meten van de prestaties die een organisatie

levert. Als het 7S-model wordt toegepast op de huidige situatie van Hogeschool Leiden,

leidt dat tot de volgende uitkomst. Het 7S-model bestaat uit vier zachte factoren (Shared

values, Stijl, Sleutelvaardigheden, Skills en Staf) en drie harde factoren (Systeem,

Strategie en structuur).

STRATEGIE

In het instellingsplan 2012-2016 (Hogeschool Leiden, 2012) is duidelijk beschreven welke

koers de hogeschool op wil gaan. De hogeschool kiest als waardestrategie voor customer

intimacy, maar laat dit nog niet duidelijk zien. Er is geen e-marketingstrategie

geformuleerd, waardoor de digitale strategie vooral een interne marketingoriëntatie is.

Deze kenmerkt zichzelf als de waarde discipline: operational excellence, waarbij de focus

sterk intern gericht is.

STRUCTUUR

De organisatie is opgebouwd als een lijn-staforganisatie waarbij verantwoordelijkheden en

bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd. Beslissingen kunnen op

deze manier snel worden genomen.

SYSTEMEN

Hogeschool Leiden maakt gebruikt van het databasesoftwarepakket genaamd FileMaker

Pro. Hierin worden relatiebestanden en persoonsgegevens van medewerkers en studenten

opgeslagen. Omdat de hogeschool geen customer relationship managementsystem (crm-

systeem) tot haar beschikking heeft, is een omgeving binnen FileMaker Pro gemaakt die

functioneert als crm-systeem. Het crm-systeem dat gebruikt wordt voor klantcontact is

echter niet optimaal; (1) klantcontact wordt niet automatisch bijgehouden, (2) er is geen

workflow system aanwezig en (3) studentgegevens kunnen niet in het crm-systeem

worden geïmporteerd en bijgehouden.

STIJL

De stijl van het management is top-down. Er is sprake van hiërarchie en participerend

leiderschap (Marcus & van Dam, 2005). De leidinggevenden behouden de

verantwoordelijkheden voor de wijze waarop de taken op zijn afdeling worden uitgevoerd.

Er kan beroep worden gedaan op organisatieleden om te participeren in een overleg. De

uiteindelijke beslissingen worden door het management genomen waarbij men zich laat

adviseren en beïnvloeden door de medewerkers.

SLEUTELVAARDIGHEDEN

Een sleutelvaardigheid van Hogeschool Leiden is het verzorgen van kwalitatief goed

onderwijs en toegepast onderzoek. Gedurende het hele koopproces wordt deze student

dus beïnvloed. Daarbij hoort ook een efficiënte dienstverlening aan de student (Hogeschool

Leiden, 2012).

Page 22: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

21

STAF

Binnen Hogeschool Leiden spelen de volgende elementen een rol: gedrevenheid,

betrokkenheid, enthousiasme, persoonlijke drang naar ontwikkeling, resultaatgerichtheid,

vakbekwaamheid, persoonlijk contact. Deze kenmerken zijn cruciaal voor het onderwijs

aan de hogeschool.

Het onderwijs is vormgegeven conform de hogeschoolbrede onderwijsvisie: “leren begint

met persoonlijk contact”.

Medewerkers zijn tevreden over Hogeschool Leiden en geven de hogeschool als werkgever

een 7,1 (Hogeschool Leiden, 2013).

SHARED VALUES

Vanuit Hogeschool Leiden wordt gewerkt vanuit passie, talent en menselijke maat.

SAMENVATTING 7S-MODEL VAN MCKINSEY

De hogeschool kiest als waardestrategie voor customer intimacy. De zachte factoren van

het 7S-model (Shared values, Stijl, Sleutelvaardigheden en Staff) lenen zich goed voor

deze gekozen koers.

Harde factoren zijn makkelijker om te identificeren en te veranderen dan zachte factoren.

De harde factoren (Systeem, Strategie en Structuur) zijn alleen niet alle geschikt voor deze

waardestrategie. Het systeem leent zich niet voor customer intimacy. Relatiebestanden en

persoonsgegevens van medewerkers en studenten kunnen wel worden opgeslagen, maar

klantcontact wordt niet automatisch bijgehouden, er is geen workflow systeem aanwezig

en studentgegevens kunnen niet in het crm-systeem worden geïmporteerd en

bijgehouden.

Er is geen e-marketingstrategie geformuleerd, waardoor de digitale strategie vooral een

interne marktingoriëntatie is. Kiest de hogeschool voor customer intimacy, dan zou een

klantoriëntatie geschikter zijn. De structuur leent zicht wel voor customer intimacy:

verantwoordelijkheden en bevoegdheden liggen immers zo laag mogelijk in de organisatie.

Beslissingen kunnen hierdoor snel worden genomen.

Page 23: E-marketingadvies Hogeschool Leiden

22

BIJLAGE IV CONFRONTATIEMATRIX KANSEN:

Het internetgebruik onder studenten is intensief. Studenten hebben daarnaast ook een

grote behoefte aan sociale binding.

BEDREIGING:

Technologische ontwikkelen volgen elkaar snel op. De snelle technologische ontwikkelingen

hebben tot gevolg dat er een hoog verwachtingspatroon is bij de student. Deze verwacht

snel en goed geholpen te worden. De wet van Negroponte (1995) zegt ‘Alles wat digitaal

kan worden, zal dat ook worden’. Er bestaat een grote kans dat de fysieke dienst die de

hogeschool nu aanbiedt, op termijn ook digitaal aangeboden zou kunnen worden. De

klantreis volgt geen vaste route meer, maar een dynamische. Studenten kiezen meerdere

(online) kanalen tijdens hun customer journey.

STERKTEN:

De financiële positie van Hogeschool Leiden is solide. De hogeschool is in staat om op korte

termijn aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. Een duidelijk visie voor de toekomst

is vastgelegd. Hogeschool Leiden kiest voor customer intimacy.

ZWAKTEN:

Hogeschool Leiden heeft nog geen e-marketingstrategie vastgelegd. De huidige

waardestrategie ‘Customer Intimacy’ is digitaal nog niet gerealiseerd. De huidige

toepassing van internet past binnen een klassieke manier van marketing. Er is binnen

Hogeschool Leiden geen optimaal CRM waarmee klantcontact gestimuleerd en bijgehouden

kan worden.

Figuur 2: confrontatiematrix Hogeschool Leiden

SAMENVATTING CONFRONTATIEMATRIX

In de confrontatiematrix kunnen we de interne sterkten en zwakten vergelijken met de

externe kansen en bedreigingen. Het niet hebben van een e-marketingstrategie en crm-

systeem levert dan de volgende probleemvelden op: intensief gebruik van internet door

de student, behoefte aan sociale binding, snelle technologische ontwikkelingen, hoog

verwachtingspatroon van de student, dynamische klantenreis, substituut.

Inte

rngebru

ik is

inte

nsie

f

Behoeft

e a

an s

ocia

le

bin

din

g

Snelle t

echnolo

gis

che

ontw

ikkelingen

Hoge

verw

achtingspatr

oon

afn

em

er

Kla

nte

nre

is is

dynam

isch

Substitu

ut

´Zelfstu

die

´

Aanta

l 'J

'

Aanta

l 'N

"

Tota

al

Financiele positie is solideJ J JJ J JJ JJ 9 0 9

Klantgerichte

medewerkersJ JJ JJ JJ JJ J 10 0 10

Geen E-

marketingstrategieNN NN NN NN NN NN 0 12 -12

Geen (optimaal) CRMN NN NN NN NN NN 0 11 -11

Aantal 'J' 3 3 3 3 3 3 37Aantal 'N' 3 4 4 4 4 4 46

Totaal 0 -1 -1 -1 -1 -1 -9

Kansen Bedreigingen

Ste

rkte

nZw

akte

n