go!mobility 5 2014
DESCRIPTION
GO!Mobilty Magazine nr 5 2014TRANSCRIPT
GO!MOBILITY #5Magazine RAI Vereniging
JAARGANG 4 – DECEMBER 2014 – NR 5
THEMA: FAMILIEBEDRIJVEN IN DE MOBILITEIT
PASSIE MET DE PAPLEPEL • BOUGIE ALS NAAKTMODEL • HET BELANG VAN FAMILIEBEDRIJVEN • ‘MADE IN HOLLAND’
GO!GO!
Dit magazine is gedrukt op duurzaam papier.
GO!Mobility een uitgave van RAI Vereniging, postbus 74800, 1070 DM Amsterdam, telefoon (020) 504 49 49,www.raivereniging.nl.
GO!Mobility verschijnt 5 keer per jaar en is o.a. bestemd voor politici, overheidsinstanties, de media en ledenvan RAI Vereniging.Verspreiding vindt plaats op basis vancontrolled circulation.
GO!Mobility is ook als digitaal magazine te lezen op www.raivereniging.nl
UitgeverAmsterdam RAI
RedactieMenno Timmer, hoofdredacteur
RedactieraadHarald Bresser, Cees Boutens, Jeroen van de Braak, Ilse Bartels, Mark van Dansik, Isabel Cloudt
RedactieadresGO!MobilityPostbus 777771070 MS AmsterdamBezoekadres:Europaplein1078 GZ AmsterdamTel. 020-549 12 12E-mail: [email protected]
COLOFON
LEVENSVATBAARHEID FAMILIEBEDRIJVEN Familiebedrijven vormen de ruggengraat van de Nederlandse economie.
Bijna tweederde (70%) van alle ondernemingen in ons land valt onder de
noemer familiebedrijf. En ze leveren ook nog eens 49 procent van de werk-
gelegenheid. De maatschappelijke betrokkenheid van dit soort bedrijven is
bovengemiddeld zegt Judith van Helvert-Beugels, kennisvalorisator van
het Nederlands Centrum voor het Familiebedrijf (NCFB). “Begrippen als
authenticiteit, duurzaamheid en vakmanschap, zitten als het ware veran-
kerd in het DNA van een familiebedrijf. En dit vertaalt zich vaak in het zo
duurzaam mogelijk maken van het productieproces.”
DE MEERWAARDE VAN EEN FAMILIEBEDRIJFAl zo’n 145 jaar is Terberg een begrip in Nederland. Het familiebedrijf kent
vele vertakkingen in de automotive sector. De Group telt inmiddels zes
divisies met twintig werkmaatschappijen, waarvan er elf actief zijn in het
buitenland. Toch is de van origine Benschopse onderneming diep veran-
kerd in de Nederlandse samenleving. “Daar waar je wortels liggen, moet je
bereid zijn terug te investeren in de maatschappij”, zegt bestuursvoorzitter
George Terberg.
RAI SOCIETYZaterdag 22 november werd in
velerlei opzichten een memorabele
dag voor de JCG Business Club, die
dit jaar het 35-jarig bestaan vierde.
PAGINA 18
UITGESPROKENLeon Andriessen, directeur van
TBA Nederland, geeft zijn
mobiliteitsvisie.
PAGINA 23
MARKTANALYSEEuropese E-car markt accelereert.
In de eerste zeven maanden van dit
jaar verdubbelde de verkoop van
elektrische auto’s tot 31.206 stuks.PAGINA 24
GO!FACTORMartin Bedorf, oud directeur
van Cartal Rijsbergen, met zijn
Oldsmobile Delmont 88
Convertible uit 1968.
PAGINA 27
ECO-TRENDSLamboo Carrosserie is als eerste
in Nederland gestart met het aan-
bieden van bamboevloeren voor
vrachtwagens, als alternatief voor
hardhouten vloeren. PAGINA 20 9
13
MedewerkersSjoerd van der Linden, Werner BuddingOntwerp: PWAD AmsterdamVormgeving: MB voorheen VMTBFotografie: Ton van Til, Johan Peter vander Stouwe, Jurgen KoopmanschapIllustraties: Onno KortlandDruk: W.C. den OudenISSN: 2212-8182
© 2014 Amsterdam RAI – alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen, of enige andere wijze, in elke vorm, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
--------------------
THEMA:
FAMILIEBEDRIJVEN
IN DE MOBILITEIT
--------------------
2INhoud
,
Nogal wiedes
werner budding3
Het is 2018. De Telegraaf bericht dat de Olympische
Winterspelen in Zuid-Korea een klaterend succes zijn
geweest voor de polderlandse schaatsclan. Het bordes
wordt ijsvrij gemaakt. Iets verderop blikt Telesport
vooruit op de eerste Formule 1 wedstrijd van het jaar: kan
Max Verstappen bij Red Bull, met de ijzersterke hybride
Honda-aandrijflijn, wederom de wereldtitel opeisen?
De grote vierdeurs sedan die Europarlementariër Eric
Wiebes naar Brussel brengt, verlaat Nederland en
verhoogt krachtig de snelheid van 130 naar een lekkere
160 km/h. ‘’Dat heeft die Ecclestone al dementerend een
paar jaar geleden toch handig gedaan hè,’’ bromt Wiebes
naar zijn chauffeur, ‘’door die Formule 1 hybride te
maken, verstomde elk commentaar van welke milieuclub
dan ook. En gelijktijdig was hij van die achterhoede
teams af, die al die technieken amper konden betalen. Zo
stuur je dat. En wat het publiek ervan vond, interesseerde
hem helemaal niks.’’ De snelheid nog wat verhogend,
antwoordt de chauffeur: “die hybriderijders in Neder-
land, dat waren allemaal zwartrijders.’’ Wiebes, vanon-
der zijn te grote leesbril: “klopt, maar wat maakt het uit,
we hebben de afgelopen jaren miljarden euro’s in die
stekkerauto’s gestopt. Als het goed is halen we daardoor
eind volgend jaar precies de vereiste 200.000 elektrische
auto’s in Nederland‘’. En er ontstaat een gemeen lachje op
z’n uitgestreken gezicht. Het hulpje van Wiebes komt
langzaam uit de leren voorstoel: ‘’maar niemand rijdt die
auto’s elektrisch. Het zijn zelfs helemaal geen elektrische
auto’s, iedereen tankt er gewoon brandstof mee.’’ Wiebes
staart uit het raam, en haalt zijn schouders op, “nou en,
pakken we mooi een beetje van de subsidie terug met die
verhoogde accijns. We hebben elke stekkerauto gemid-
deld met tienduizenden euro’s geholpen. We moeten
tenslotte wat om het beoogde aantal auto’s te halen. Zonder
financiële stimulans waren die auto’s onverkoopbaar. Heb je
wel eens in zo’n gesubsidieerde plug-in-hybrid gereden?’’,
Wiebes staart naar zijn bestuurder. “Ik rijd een zes jaar oude
Toyota Aygo. Die doet het nog steeds prima,’’ antwoordt de
man. En de Italiaanse sedan toert voort.
Opnieuw is daar een wat gemeen lachje. “Met die kleine
auto’s hadden we de goegemeente ook mooi te pakken hè.
Eerst trokken we half Nederland uit de compacte midden-
klassers. Moesten ze van ellende hun kilometers gaan
maken in van die beschuittrommels van minder dan tien-
duizend mille. Dat allemaal om de landelijke gemiddelde
CO2-uitstoot rap te laten dalen. En ze deden het en masse,
wat vrijstelling van een beetje motorrijtuigenbelasting al
teweeg brengt bij de Nederlander. Maar ja, het liep wel iets
uit de hand, toen honderden dealers omvielen omdat ze
geen euro meer konden verdienen aan die karretjes. Hebben
we ze met de bpm-verhoging snel een paar duizend euro
duurder gemaakt. Zo stuur je de markt.” De chauffeur
schakelt met de flipper aan het kalfsleren stuur nog een keer
terug door de achtbak, en kijkt z’n baas verbijsterd aan:
“maar waarom?’’. Wiebes schatert het uit, “ja, da’s nogal
wiedes. We hebben zoveel geld in die stekkerorgels
gepompt, om ons doel te bereiken, daar moet wat van terug.
Rechtsom of linksom. Dus pakken we het af van de onder-
laag. De minst mondige partij. En het mooie is, nu we
onlangs zijn gestopt met die bijtellingsidioterie, is iedereen
alsnog blij.” Waarna de chauffeur nog maar een keer lekker
door het toerenbereik van de jankende V8 haalt. Wiebes
kijkt tevreden voor zich uit.
Werner Budding, autojournalist
4
GO!
BRANCHE NIEUWS
Steven van Eijck heeft per 1 december devoorzittershamer overgenomen van de RoelfH. de Boer. Naast algemeen voorzitter vanRAI Vereniging is Van Eijck tevens voorzittervan afdeling Auto’s en zal hij worden voor-gedragen voor een zetel in het DagelijksBestuur van VNO-NCW.
Olaf de Bruijn, directeur RAI Vereniging, zegt zich
gelukkig te prijzen met deze nieuwe algemeen voor-
zitter, waarvan breed bekend is dat hij een groot
netwerk in Den Haag heeft. “Een netwerk dat zich
uitstrekt van politiek tot toezichthoudende instanties
en maatschappelijke organisaties”.
Naast passie voor alles dat beweegt, heeft Van Eijck
veel bestuurlijke ervaring als voorzitter van vereni-
gingen en brancheorganisaties. Bovendien is hij als
oud-staatssecretaris van Financiën en gepromoveerd
fiscaal econoom bij uitstek in staat één van de belang-
rijkste dossiers van de mobiliteitsindustrie, auto -
fiscaliteit, in Nederland gezaghebbend neer te zetten.
Het ondernemerschap is Van Eijck niet vreemd. Al
tijdens zijn studie richtte hij zijn eerste onderneming
op. Thans is Van Eijck binnen verschillende onder -
nemingen betrokken. Naast voorzitter van de
Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie
(SBF) is hij Commissaris (vz) Publiek Belang bij Ernst
& Young accountants.
Roelf H. de Boer was de afgelopen zes jaar
algemeen voorzitter van RAI Vereniging en de
eerste onafhankelijk voorzitter van afdeling
Auto’s binnen RAI Vereniging. Tijdens zijn
afscheid in het Elicium in Amsterdam RAI,
brachten verschillende sprekers zijn bijzondere
verdiensten voor de sector in herinnering.
Olaf de Bruijn, directeur RAI Vereniging, zei
veel waardering te hebben voor de enthou -
siaste, dynamische en gestructureerde wijze
waarop De Boer zijn voorzittersfunctie heeft
ingevuld. “Een vergadering liep zelden een
minuutje uit. Bovendien was je altijd zeer
betrokken en je hebt de branche in moeilijk
economische tijden door de crisis weten te
loodsen.”
Veel lof zei De Bruijn te hebben voor de betrok-
kenheid van De Boer, zowel op het gebied van
beurzen als richting de belangrijkste
stake holders van RAI Vereniging: Amsterdam
RAI en RDC. “Het is mede aan jouw inspan-
ningen te danken dat de AutoRAI en de BedrijfsautoRAI in 2015 weer
op de rails staan.”
Minister Schultz memoreerde aan het feit dat De Boer toen hij 12,5 jaar
geleden aantrad als minister van het toenmalige V&W er nog op het
allerlaatste moment in slaagde de Spoedwet Wegverbreding door de
Eerste Kamer te loodsen. “Mede daardoor hebben we nu het laagste
fileniveau sinds 1998”. De belangrijk-
ste wapenfeiten van De Boer op het
gebied van toekomstbestendige mobi-
liteit zijn dat onder zijn voorzitter-
schap RAI Vereniging is
gepositioneerd als een belangenbehar-
tiger met visie en een missie die op
grote waardering van de stakeholders
kan rekenen. Als één van de founding
fathers van het Formule E-Team heeft
De Boer er aan bijgedragen dat Neder-
land inmiddels koploper is op het
gebied van elektrisch rijden. Verder is
hij een bruggenbouwer gebleken om
mobiliteit in ons land verder te
verduur zamen. Tenslotte heeft De
Boer zich breed ingezet voor de samen-
leving in diverse hoedanigheden:
minister van V&W, havenwethouder
van Rotterdam, voorzitter KNV en als
voorzitter van de NVZ.
Steven van Eijck nieuwe voorzitter RAI Vereniging
Koninklijke onderscheiding voor Roelf H. de Boer
Bij zijn afscheid wordt Roelf H. de Boer namens minister Schultz benoemd
tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
Roelf H. de Boer is tijdens de RAI Verenigingsdag op 12november jl. benoemd tot Officier in de Orde van OranjeNassau. Hij ontving de onderscheiding uit handen vanminister Schultz van I&M voor zijn bijzondere verdienstenvoor de mobiliteit in Nederland.
5
Van Zetten: 60 jaar in hefbruggen
Nederlanders leggen binnen de eigenlandsgrenzen een kleine 11.000 kilo-meter per persoon af. Dit komt neer opeen totaal jaarkilometrage van 184miljard. Dit getal is de laatste jarenmin of meer stabiel. Er is één uitzon-dering: het fietsgebruik. Dat is sinds2004 met 7 procent toegenomen, zoblijkt uit het Mobiliteitsbeeld 2014van het Kennisinstituut voor Mobili-teitsbeleid (KiM).
Volgens het KiM leggen Nederlanders bijna
40 procent van alle verplaatsingen en ruim de
helft van de afgelegde kilometers af als auto -
bestuurder. Dat is de belangrijkste wijze van
verplaatsen. In de jaren na 2004 vlakte de toe-
name van het aantal als autobestuurder afge-
legde reizigerskilometers af. Als belangrijkste
oorzaken noemt het kennisinstituut onder
andere de economische crisis en het afnemend
autogebruik onder jongvolwassenen (tot 40
jaar). Na de auto is de fiets het meest populaire
vervoermiddel in ons land. Een kwart van alle
verplaatsingen en bijna een tiende van de
afgelegde kilometers gaat per fiets. Nederlan-
ders pakken vooral voor korte ritten de fiets.
Uit Mobiliteitsbeeld 2014 valt af te lezen dat
de toename van het fietsgebruik met name is
toe te schrijven aan woon-werkverkeer en
verplaatsingen van en naar onderwijsinstel-
lingen. Van alle fietskilometers wordt inmid-
dels ruim 12 procent per e-bike afgelegd. De
gemiddelde afstand die daarbij wordt over-
brugd bedraagt 6,3 kilometer. Dat is ruim
tweemaal zoveel als de afstand die een
Nederlander gemiddeld per ‘gewone’ fiets
aflegt (3,6 km).
Deze maand is het precies 60 jaar geleden dat Van ZettenHefbruggen in Zuid Beijerland werd opgericht. Hetbedrijf is nog altijd toonaangevend in revisie en verkoopvan hefbruggen. “Hefbruggen van Stertil-KONI gaangeneraties lang mee”, zegt directeur Nettie van Zetten.
Het bedrijf in Zuid Beijerland is uniek in zijn soort. Al tientallen jaren
lang is Van Zetten Hefbruggen actief met de inkoop, revisie en verkoop
van hefbruggen. Daarbij gaat het maar om één merk: Stertil-KONI.
Van Zetten koopt gebruikte Stertil-KONI bruggen op in heel Neder-
land en België. “Tot de jaren ’80 had KONI in Nederland een markt -
aandeel van wel 75 procent”, vertelt Van Zetten. “Er
staan daardoor nog altijd veel bruggen van dit merk in
Nederlandse en Belgische werkplaatsen.” Bruggen die
worden ingekocht, worden niet meteen gereviseerd.
Dat gebeurt pas als er een koper voor is gevonden. “We
hebben alle soorten bruggen van Stertil-KONI in voor-
raad, van 1,5 tot 24 ton, niet alleen vierkolommers maar
ook tweekoloms bruggen. De revisie wordt uitgevoerd
als een brug verkocht is. We kunnen dan de brug revise-
ren volgens de wens van de klant. Soms wil een klant de
brug ongespoten hebben, of hij wil hem in de RAL-
kleuren van zijn eigen keuze.” Naast revisie en verkoop
is Van Zetten Hefbruggen ook actief met onderhoud en
keuring van hefbruggen. “Toen in 2007 het RAI Keur-
merk Hefbruggen van start ging, hebben we ons meteen
aangesloten”, legt Van Zetten uit. “We hebben nu een
serviceploeg op de weg in heel Nederland en België.”
Totale mobiliteit in Nederland stabiliseert, fietsgebruik groeit
Van Zetten levert alle soorten bruggen van Stertil-KONI.
Een kwart van alle verplaatsingen gaat per fiets.
GO!
6
ABUSverbindende schakel
binnen de fietsbranche
Een familiebedrijf binnen een familiebedrijf
7
Al ruim 90 jaar lang levert ABUS kwaliteits -producten die klanten een gevoel van veiligheidmoeten bieden. In Nederland vormt ABUS Tweewieler Service als onderdeel van de DuitseABUS Group, een familiebedrijf met wereldwijdmeer dan 3.000 medewerkers, een verbindendeschakel in de tweewielerbranche. De onderne-ming zorgt er namelijk voor dat fietsen, motorenen brom/snorfietsen dankzij het gebruik vannagenoeg onkraakbare ABUS sloten stevig aan devaste wereld verankerd blijven en niet ten prooivallen aan het dievengilde. Saillant detail: ABUSTweewieler Service is zelf ook een familiebedrijf.
Dat de slogan ‘Sicherheit is Markenqualität’, ooit nog eens de hele
wereld rond zou gaan, daar hadden de ABUS oprichters August
Bremicker en zijn zonen nauwelijks op durven rekenen toen zij in 1924
in het kleine dorp Volmarstein an der Ruhr begonnen met de productie
van de eerste hangsloten. De toenmalige vestiging in de kelder van het
familiehuis is inmiddels uitgegroeid tot een mondiale speler met
fabrieken in Duitsland en het Verre Oosten en partners, verkoop -
kantoren en distributeurs in nagenoeg alle landen in de wereld.
Het merk ABUS staat inmiddels synoniem voor kwaliteit, vertelt Jan
Spanjaart, die verantwoordelijk is voor het volledige programma van
ABUS Mobile Security in Nederland. Dit omvat sloten(voor fietsen,
scooters en motoren), fietshelmen en fietstassen.
Security levelHij laat niet na erop te wijzen dat alle producten voldoen aan de
kwaliteitseisen van een A-merk. “Kijk”, zegt hij, terwijl hij een wille-
keurig fietsslot met ‘security level 9’ uit het rek pakt, “dat staat voor
extra veiligheid en betekent dat het slot moeilijk te kraken is. Bij fiets-
sloten kan dit niveau oplopen tot 15, oftewel maximale veiligheid en bij
motorfietssloten zelfs tot 20. Dan kun je als potentiële dief beter een
blokje om lopen en je heil elders gaan zoeken.”
‘Kwaliteit van beveiliginghangt niet alleen af van
het product’
8
GO!
Spanjaart, die samen met zijn zoon Maarten en zijn vrouw als Neder-
lands familiebedrijf in feite een integraal onderdeel uitmaken van het
Duitse familiebedrijf, vertegenwoordigt het merk ABUS al sinds 1992.
In die periode is ABUS volgens hem in ons land stevig op de kaart gezet
en het programma fors uitgebreid. “Wij doen zaken met bijna alle
grossiers in de tweewielerbranche, zoals AGU, Juncker, Kruitbosch en
Verwimp en uiteraard met veel fietsfabrikanten.”
Traditionele waardenAls direct verkoopkantoor zijn alle medewerkers van ABUS Twee -
wieler Service (vijf in totaal) in dienst van het Duitse moederbedrijf.
“En daarmee dragen wij de traditionele waarden die kenmerkend zijn
voor ABUS Duitsland, zoals eerlijkheid, openheid, betrouwbaarheid en
fatsoen, ook in Nederland uit.” Spanjaart zegt de cultuur van familie -
bedrijven goed te begrijpen. Zelf heeft hij ooit gewerkt bij AGU, ook al
een familiebedrijf. “Bij dit soort ondernemingen staat continuïteit
voorop en medewerkers vormen een onderdeel van de familie.”
Vader en zoon Spanjaart vormen inmiddels een hecht duo. “Maarten is
in april 2010 in dienst gekomen en is zo langzamerhand allround. Mijn
vrouw is verantwoordelijk voor de ABUS Sleutelservice. Bij haar kun-
nen klanten originele reservesleutels voor de ABUS-sloten bestellen.
Zij maakt die zelf na op basis van codelijsten.”
Digitale academieDe kwaliteit van beveiliging hangt in de filosofie van ABUS niet alleen
af van de producten zelf. Daarom heeft de fabrikant zogeheten ABUS-
academies in het leven geroepen om partners een omvangrijk oplei-
dingstraject aan te bieden op het gebied van mechanische en
elektronische veiligheid onderweg. Spanjaart: “Voor Nederland zullen
wij dit op een iets andere manier gaan invullen, namelijk met een digi-
tale academie. Dit houdt in dat ABUS Tweewieler Service alle dealers,
inkopers en vertegenwoordigers permanent online instrueert, traint en
op de hoogte houdt van actuele ontwikkelingen. Daarnaast nodigen
wij dealers, fietsdetaillisten en grossiers regelmatig uit om een bezoek
te brengen aan het R&D centrum van ABUS in Duitsland. Daar kun-
nen zij met eigen ogen aanschouwen hoe sloten worden ontwikkeld,
getekend en vervaardigd. En alle deelnemers krijgen bij die gelegenheid
van ons speciale verkoop presentaties.”
ABUS ExperienceEen geheel andere vorm van relatiebeheer noemt Spanjaart de dit jaar in
het leven geroepen ‘ABUS Experience’. Een uniek initiatief dat klanten
in de gelegenheid stelt een bezoek te brengen aan bijzondere evene-
menten. Zoals bijvoorbeeld het TT Circuit in Assen. “Onze partners
konden hier als echte VIPS live meemaken hoe het er op een wedstrijd-
dag aan toegaat en wat er allemaal komt kijken bij een race in de
Superbike Klasse van het Open Nederlands Kampioenschap van de
KNMV. Inclusief een rondleiding door het rennerskwartier, de pad-
dock. Voor 2015 staan vergelijkbare uitstapjes in de planning, in samen-
werking met diverse wielerteams, waarvan ABUS een van de
materiaalsponsors is.”
Volle kracht vooruitCijfers over marktaandelen in de verschillende segmenten zijn volgens
Spanjaart niet bekend. Wat hij wel kwijt wil, is dat er qua omzetont-
wikkeling voorlopig geen enkele spreekwoordelijke kink in de kabel
zichtbaar is. Het is wat hem betreft ‘met volle kracht vooruit’. De
distributie van fietshelmen verloopt voorspoedig sinds begin dit jaar
een extra partner is aangesteld. Verder is bij Abus Tweewieler Service
onlangs een derde sales promotor in dienst getreden om de verkopen
via het dealerkanaal te versterken en worden de activiteiten op OEM-
gebied uitgebreid. “Qua omzet is sinds 2012 sprake van een ‘double
digit’ groei. Die lijn willen wij de komende jaren blijven voortzetten.”
Jan (links) en Maarten Spanjaart: ‘Bij dit soort sloten kunnen potentiële tweewielerdieven beter
een blokje om lopen’
9
NCFB: ‘Familiebedrijven staan qualevensvatbaarheid bovenaan’
Het belang van familiebedrijven
Familiebedrijven vormen de ruggengraat van de Nederlandse economie. Bijna tweederde (70%) vanalle ondernemingen in ons land valt onder de noemer familiebedrijf. En ze leveren ook nog eens 49procent van de werkgelegenheid. De maatschappelijke betrokkenheid van dit soort bedrijven isbovengemiddeld zegt Judith van Helvert-Beugels, kennisvalorisator van het Nederlands Centrumvoor het Familiebedrijf (NCFB). “Begrippen als authenticiteit, duurzaamheid en vakmanschap, zit-ten als het ware verankerd in het DNA van een familiebedrijf. En dit vertaalt zich vaak in het zo duur-zaam mogelijk maken van het productieproces.”
Het NCFB, dat in Zwolle op de campus van de
Hogeschool Windesheim is gevestigd,
fungeert als kenniscentrum voor familiebe-
drijven. Dit houdt in dat het NCFB onderzoek
uitvoert, bestaande wetenschappelijke kennis
toegankelijk maakt voor ondernemers en
adviseurs en zich dus opwerpt als vraagbaak
en bindmiddel voor familiebedrijven. “Er
bestaat”, vertelt Judith van Helvert-Beugels,
“een sterke koppeling tussen het lectoraat
familiebedrijven op de Hogeschool Windes-
heim en het NCFB. Eigenlijk ontwikkelen we
hier de kennis die via het NCFB naar buiten
wordt gebracht.” De twee andere partners die
de activiteiten van het NCFB financieren zijn
de Rabobank Groep en de adviesgroep familie-
bedrijven van het accountants- en advies -
bureau BDO.
Raden van Advies“In principe kan ieder familiebedrijf bij ons
aankloppen voor kennis en informatie”,
beklemtoont Van Helvert-Beugels. Veel infor-
‘Familiebedrijven zijn leuker en sympathieker’
Judith van Helvert-Beugels: ‘Het NCFB werpt zich opals vraagbaak en bindmiddel voor familiebedrijven’.
GO!
10
matie is te vinden op de website
www.ncfb.nl of komt beschikbaar mid-
dels de tweemaandelijkse nieuwsbrief.
Daarnaast organiseert het NCFB regel-
matig bijeenkomsten en neemt deel aan
congressen. “En we zijn nauw betrokken
bij onderzoeksprojecten die op Windes-
heim worden gedaan. Een concreet en
actueel voorbeeld betreft het onderzoek
naar het instellen van Raden van Advies
bij familiebedrijven als tegenhanger van
de Raad van Commissarissen. Zo’n advi-
serend governance mechanisme op
strategisch niveau ontbreekt veelal bij
familiebedrijven en kan het noodzake-
lijke gezonde kritische vermogen ver-
sterken.”
Andere recente NCFB-studies betreffen:
onderzoek naar de internationalisatie
van familiebedrijven en onderzoek naar
het familiestatuut. In het laatste geval
gaat het om het officieel vastleggen van
afspraken tussen familieleden ten aan-
zien van het bedrijf, bijvoorbeeld wie de
eigena(ar(en) van de onderneming
mogen zijn, wat de criteria zijn om in het
bedrijf te mogen komen werken en zaken die
betrekking hebben op naamsverandering of
opvolgingsvraagstukken.
260.000 familiebedrijvenMaar hoeveel familiebedrijven telt Nederland
nu eigenlijk? Het antwoord hangt af van de
definitie die je hanteert, vervolgt Van Helvert-
Beugels. “Nyenrode Business Universiteit
heeft hierover in opdracht van het Ministerie
van EZ een rapport geschreven. Dat gaat uit
van de EU-definitie, waarbij een familiebedrijf
aan tenminste twee criteria moet voldoen: de
familie moet voor meer dan 50 procent eigen-
aar zijn en familie moet in de leiding zitten.
Op basis van deze randvoorwaarden telt
Nederland circa 260.000 familiebedrijven en
komt het aandeel van familiebedrijven in ons
land uit op bijna 70 procent.”
Ambivalente kenmerkenToch vindt zij dat het succes van familiebedrij-
ven in de juiste proporties moet worden
geplaatst. Want familiebedrijven mogen dan
per saldo winstgevender zijn dan andere
ondernemingen en vaak een langer leven zijn
beschoren, de specifieke kenmerken die fami-
liebedrijven tot een succes maken, kunnen
tegelijkertijd kwetsbare punten zijn. “Binnen
het onderzoeksveld van familiebedrijven
spreken we in dit kader over ‘ambivalente
kenmerken’. Daarvan kan sprake zijn als de
directeur-eigenaar als dominante stuwende
kracht en het gezicht van de onderneming
plotseling wegvalt.” Ook de relatief grote
betrokkenheid van het personeel kan volgens
haar een keerzijde hebben, omdat dit kan
resulteren in een cultuur waarbij ‘alles
kan’. Met gevolgen voor de professiona-
liteit en onvoldoende kritisch besef ten
aanzien van de toegevoegde waarde van
het personeel. En last but not least
brengt Van Helvert-Beugels het onder-
werp financiering ter sprake. “Dat
geschiedt meestal met eigen vermogen.
Een familiebedrijf kan, als het ergens in
gelooft, een bepaalde investering langer
de kans geven. Maar het mag natuurlijk
geen (persoonlijke) hobby worden. Het
gaat tenslotte wel om bedrijfskapitaal.”
Sympathieker imagoDat familiebedrijven een grotere
toegevoegde waarde creëren dan con-
ventionele ondernemingen is voor haar
geen onderwerp van discussie. Zij staat
in dit verband volledig achter de uit-
spraak van de Amerikaanse hoogleraar
Randel Carlock, dé internationale
autoriteit in ondernemerschap en
familie bedrijven. “Carlock stelt dat
familiebedrijven absoluut leuker zijn en
maatschappelijk ondernemen werkelijk hoog
in het vaandel hebben staan.
Als ik zie hoeveel kritische feedback ten tijde
van de bankencrisis over het bedrijfsleven is
uitgestort als gevolg van de jacht op korte
termijnresultaten en persoonlijk gewin, dan
denk ik: dat zal bij familiebedrijven niet snel
gebeuren. Die zijn gewoon, vanwege hun
langere termijnvisie en hun minder primair op
financiële resultaten gerichte bedrijfscultuur,
levensvatbaarder. En ze hebben over het
algemeen ook een veel sympathieker imago.
Kijkend naar de toekomst gaat het er volgens
Van Helvert-Beugels vooral om dat familie -
bedrijven hun unieke karakteristieken zo
inzetten dat ze zich daarmee maximaal in de
markt onderscheiden. Een Raad van Advies,
die ik al eerder aankaartte,
zou een interessant
instrument kunnen zijn
om hen in dit proces te
ondersteunen.”
‘Een Raad van Advies kan het kritisch vermogen bij familiebedrijven versterken’.
Facts & figuresAantal familiebedrijven in Nederland 260.000Aandeel Nederlandse familiebedrijven 70%Bijdrage familiebedrijven aan Nederlandse werkgelegenheid 49%
11
Martine van Eck: ‘Passie met de paplepel’Vrouwen binnen het familiebedrijf
“De economische crisis heeft de generatieverschillen versterkt en ver-
sneld. De economische onzekerheden in de afgelopen vijf jaar hebben
een enorm effect gehad op de vaardigheden en kwaliteiten binnen onze
organisatie. Wij zijn een ander bedrijf geworden. Vroeger was het vol-
doende om een goed product te leveren. Tegenwoordig moet alles goed
zijn: het product, de prijs, de service, de garantie, het advies, etc. De klant
wenst een hoogwaardig totaalconcept.”
Martine van Eck vormt, samen met haar broer Joost de vierde generatie
van het in 1912 door haar overgrootvader en zijn vrouw opgerichte fami-
liebedrijf. Zelf is zij binnen de organisatie verantwoordelijk voor H.R.,
Marketing en New Business, terwijl haar broer Joost zich bezig houdt
met International Sales. De dagelijkse leiding is in handen van haar vader
Hans van Eck. Van Eck constateert dat de afgelopen eeuw een enorme
ontwikkeling is doorgemaakt. “Na de start door mijn overgrootouders
met de bouw van boerenwagens en melkblokken maakten hun vier
zonen al snel de slag van kleine wagenmakerij naar een onderneming
met meerdere werknemers. Vervolgens heeft mijn vader als derde gene-
ratie het bedrijf internationaal op de kaart gezet. Hij is altijd een enorme
innovator geweest die voortdurend samen met de klant bezig is produc-
ten te ontwikkelen die hen een concurrentievoorsprong in hun dienst-
verlening opleveren.”
Andere koersHet heeft Van Eck vijf jaar geleden onder andere de Jan Huygen van
Linschoten prijs voor bijzonder innovatief internationaal zaken doen
opgeleverd. Dankzij het innovatief vermogen, een grote mate van
creativiteit en flexibiliteit én maatwerk, of beter gezegd ‘trailer made’
producten, beschikt Van Eck over zowel een sterke thuismarkt als een
groeiende exportportefeuille. Van de gemiddeld 350 custom made voer-
tuigen die in Beesd worden ontwikkeld en geproduceerd verdwijnt
ongeveer 60 procent naar het buitenland. “Voor ons is de wereld de
laatste jaren groter geworden”, vertelt Martine van Eck. “Wij leggen
steeds vaker contacten met klanten buiten Europa”. Zij wijst in dit ver-
band op de ontwikkeling van twee bijzondere voertuigen voor een klant
Martine van Eck is inmiddels al tien jaar actief binnen de Van Eck Group. In de door mannen gedomineerde wereld van trailerbouwers is zij een van de weinige vrouwen. In de praktijk maakt datvolgens haar niets uit. Zij ziet wel grote verschillen in de bedrijfsvoering per generatie.
Martine van Eck: ‘Het is belangrijk om het goede van de vorige generaties te behouden’.
‘Onderneem niet alleenmet je hoofd, maar ook
met je hart’
GO!
12
in Japan. Naast de productielocatie in Beesd beschikt de onderneming
over vestigingen in Lexmond en Schiphol waar onderhoud, reparatie en
schadeherstel plaatsvindt.
Dat een nieuwe generatie zaken anders aanpakt en op bepaalde aspecten
een andere koers gaat varen heeft volgens van Eck slechts ten dele met
verschil in leeftijd te maken. “Ook de tijdgeest speelt een belangrijke rol.
Mijn generatie heeft de economische crisis volop meegemaakt en heeft
dus niet alleen voorspoed gekend. De klant wil tegenwoordig niet alleen
een goed product, het moet bovendien goedkoop en bij voorkeur duur-
zaam worden geproduceerd. Dat vraagt om totaal andere efficiency eisen
en heeft zijn weerslag op alle geledingen in de organisatie.”
Ark van NoachZij zegt zich nog goed te herinneren dat haar vader voertuigen zonder
handtekening verkocht volgens het principe ‘een man een man, een
woord een woord’. “Als je vroeg om een handtekening, dan was de klant
beledigd in zijn gevoel van vertrouwen. Nu starten wij niet met het
productieproces zonder getekend contract.”
Die verzakelijking met de nadruk op efficiency en prijs heeft naar haar
mening wel een keerzijde. Martine van Eck geeft aan dat je niet alleen
met je hoofd, maar met name met je hart en met passie moet blijven
ondernemen. “Dat heb ik van jongs af aan van mijn vader meegekregen.
Kijk naar de ark van Noach. Die is gewoon door amateurs gebouwd. En
de Titanic door professionals. We kennen de afloop. Mijn vader is altijd
met zijn hart en veel passie blijven ondernemen. Hij is altijd onbewan-
delde paden en nieuwe wegen ingeslagen. Voor mij blijft hij hierin een
geweldig goed voorbeeld”.
Worstelen met pettenDe vraag hoe vanzelfsprekend het voor Van Eck was om toe te treden tot
het familiebedrijf beantwoordt zij ontkennend. “Mijn vader heeft altijd
de deur open gehouden, maar zijn accountant had daar destijds wel
bedenkingen bij. Na de Hogere Hotelschool en mijn studie Bedrijfs-
kunde besloot ik daarom eerst maar eens 1,5 jaar ervaring op te doen bij
een ander bedrijf voordat ik in 2004 in dienst trad. Merkwaardig genoeg
bleek het werken in een door mannen gedomineerde sector totaal geen
issue. Daarentegen bleek de uitdaging en het contrast om als dochter in
ons familiebedrijf te gaan werken een stuk groter. Alles wordt namelijk
onder een vergrootglas gelegd en met een factor 10 vermenigvuldigd.
Daar heb ik mij ernstig in vergist.”
Een ander onderwerp waar zij de aandacht op wil vestigen is het zoge-
naamde ‘pettenprobleem’. Familiebedrijven hebben een bijzondere
dynamiek, omdat de belangen van het bedrijf, het eigendom en de
familie vaak in elkaar overlopen. Je hebt dus als familielid in het bedrijf
meerdere petten op. Het is een uitdaging om je daar bewust van te zijn
en privé en zakelijk goed te scheiden. In welke hoedanigheid zit je nu
eigenlijk ergens aan tafel? Handel je als aandeelhouder, als medewerker,
als vader, broer, zus, neef etc? Met dat probleem worstelen veel familie-
bedrijven.”
Sleutel naar de toekomstHet belang om een familiebedrijf te blijven is volgens Van Eck nauwelijks
uit te leggen. “De kracht en waarde van Van Eck is ongrijpbaar. Het zit in
de cultuur en wordt overgedragen van generatie op generatie. Ik noem
het ook wel passie met de paplepel! En dat is niet te koop.”
En dat is, benadrukt zij, maar goed ook. “Want dankzij het feit dat Van
Eck als familiebedrijf altijd een conservatief beleid heeft gevoerd en
investeringen met eigen vermogen heeft gefinancierd, hebben wij de
klappen van de economische crisis kunnen opvangen.”
En om dat ook voor de lange termijn te kunnen blijven doen, is Van Eck
bezig een strategie voor de komende 25 jaar uit te stippelen. Een van de
uitgangspunten daarbij is dat de onderneming zich wereldwijd nog meer
gaat focussen op innovatie, vernieuwende op maat gesneden producten
voor transporteurs. “Onze klanten zijn in toenemende mate bereid om
mee te betalen aan de ontwikkelingskosten, omdat zij zien welke bespa-
ringen hen dit uiteindelijk oplevert. Je zou dus kunnen zeggen dat inno-
vatie de basis vormt van ons verleden, maar vooral ook de sleutel naar de
toekomst.”
‘De nadruk ligt vaak te veel op het kostenaspect en te weinig op wat een investering oplevert.
13
Terberg Group wil belangrijk bindmiddel in de smenleving zijn
De meerwaarde van een familiebedrijf
Sinds de start als dorpssmid in 1869 in Ben-
schop heeft Terberg een complete transforma-
tie ondergaan. Met een omzet van 450 miljoen
euro in 2013, 1.200 werknemers (waarvan
ongeveer de helft buiten Nederland werkt) en
een sterke internationale ambitie, is de Terberg
Group in feite een global player geworden.
Terberg Benschop verwacht nog dit jaar het
25.000ste Terberg voertuig in haar geschie -
denis te kunnen bouwen, een mijlpaal.
Hoewel er veel is veranderd, is door de jaren
heen altijd één element hetzelfde gebleven,
benadrukt George Terberg: “Onze bedrijfs -
cultuur.” “De band met het personeel is hecht.
Zij vormen als het ware een onderdeel van de
familie. Ons uitgangspunt luidt dat je met
elkaar het verschil kunt maken. Dan komt het
succes uiteindelijk vanzelf. Verder hanteren
wij de adagia: afspraak is afspraak, luister goed
naar de klant en zorg dat je een betrouwbare
Al zo’n 145 jaar is Terberg een begrip in Nederland. Het familiebedrijf kent vele vertakkingen in deautomotive sector. De Group telt inmiddels zes divisies met twintig werkmaatschappijen, waarvan erelf actief zijn in het buitenland. Toch is de van origine Benschopse onderneming diep verankerd in deNederlandse samenleving. “Daar waar je wortels liggen, moet je bereid zijn terug te investeren in demaatschappij”, zegt bestuursvoorzitter George Terberg.
George (vooraan), Godfried (linksachter) en Bert Terberg: ‘Met elkaar kun je het verschil maken’.
‘Daar waarmogelijkhedenin de wereldzijn, willen we
erbij zijn.’
GO!
14
partner bent. Dat gedachtegoed geldt eveneens
voor onze buitenlandse vestigingen.”
Wereldspeler terminal trekkersDe bestuursvoorzitter zegt er trots op te zijn
de onderneming in de geest van zijn over-
grootvader Johannes Bernardus Terberg als
vierde generatie te kunnen voortzetten en
uitbreiden. Dat doet hij samen met zijn neef
Godfried Terberg, die als lid van de raad van
bestuur verantwoordelijk is voor de Environ-
mental divisie en zijn neef Bert Terberg, die de
leiding heeft over de modificatiebedrijven.
George Terberg, die zelf de divisie Speciale
Voertuigen onder zijn hoede heeft, legt uit dat
zijn vader en zijn broers in de jaren 30 ook als
smid zijn begonnen. “Na de Tweede Wereld-
oorlog begonnen zij met het opkopen van
Amerikaanse legervoertuigen, die vervolgens
werden omgebouwd voor het grondverzet en
het bouwtransport. Zo zijn wij in de tran -
sportwereld terechtgekomen. In 1966 werd de
eerste Terberg 6 x 6 truck gebouwd en in 1973
de eerste Terberg terminal trekker.”
Met deze trekkers, die worden gebruikt in
havens voor het verplaatsen van transpor -
tlading, in de distributiesector en in de
staal- en aluminiumindustrie, is Terberg uit-
gegroeid tot een wereldwijde speler. Terberg:
“In Nederland bouwen wij ongeveer 1.200
van deze voertuigen, waarbij de ordergrootte
kan oplopen van 70.000 tot 225.000 euro per
trekker. En in Maleisië, in een joint-venture
met een locale partner, nog eens 300 à 400
eenheden. Daarmee is Terberg goed voor circa
20 procent van de totale wereldmarkt.”
JustleaseHoewel Terberg sinds de jaren zestig nog
beschikte over verschillende dealerschappen
(o.a. Opel, Mercedes-Benz, Nissan, Ford,
Peugeot) en een aantal pompstations, zijn
deze activiteiten in 2007 afgestoten teneinde
meer het accent te kunnen leggen op de kern-
activiteiten. Het bedrijf is beter in staat om
rendabel te kunnen opereren in nichemark-
ten, zoals het gespecialiseerde segment van de
RoRo en terminal trekkers die Terberg in 90
landen verkoopt. “Die sector vraagt om veel
maatwerk waarmee wij ons als relatief kleine
speler goed kunnen onderscheiden. Boven-
dien is die markt, vanwege de lage volumes en
het feit dat er nauwelijks sprake is van stan-
daardisatie, weinig aantrekkelijk voor grote
fabrikanten.” Daarnaast is Terberg een
belangrijke speler in de niche beladings -
systemen die achter op de vuilnis opbouwen
zijn geplaatst voor het legen van de huisvuil-
containers.
Een andere opmerkelijke ontwikkeling die
Terberg de afgelopen jaren heeft doorgemaakt
betreft de sterke groei van de Modificatie -
divisie. Het gaat hierbij om het ombouwen
van standaard vrachtwagens naar specials in
samenwerking met Volvo en Renault. Deze
activiteit kwam in de plaats van het zelf
ontwikkelen en bouwen van vrachtwagens,
waarmee in 2013 werd gestopt. Terberg: “Dat
was een prima besluit dat volledig aansluit bij
onze visie: laat anderen vooral het werk doen
dat zij beter kunnen en zoek zelf naar niches
waarin je wel kunt excelleren. Wij werden te
klein om zelf trucks te bouwen maar kunnen
Terberg voorziet een vijfde van de wereldmarkt van terminaltrekkers.
15
onze knowhow goed toepassen bij het
ombouwen van bestaande vrachtwagens.”
Verder behoort Terberg Leasing, met een vloot
van 20.000 auto’s, tot een van de grootste
onafhankelijke leasemaatschappijen in
Nederland. “Ook hier is”, vervolgt Terberg,
“het van belang om met maatwerk optimaal te
kunnen inspelen op de individuele behoeften
van klanten. Dat doen wij door bijvoorbeeld
rechtstreeks zaken te doen met de consument
via het online aanbieden van private lease
constructies onder het label ‘Justlease’.
Maatschappelijke betrokkenheidDe bestuursvoorzitter acht het van groot
belang om de waarden van Terberg als familie-
bedrijf te kunnen blijven uitdragen en te
continueren. Die waarden weerspiegelen zich,
naast een hechte relatie met het personeel en
klanten, in een grote maatschappelijke betrok-
kenheid. “Wij zijn een bindmiddel voor de
locale omgeving. Bijvoorbeeld door, waar dat
nodig is, te investeren op het gebied van
cultuur, sport of religie.” Zo is Terberg hoofd-
sponsor van de voetbalvereniging Benschop
en draagt bij aan de restauratie van de kerk in
Benschop. Verder vindt hij dat een familiebe-
drijf zoals Terberg in het algemeen een betere
garantie op continuïteit kan bieden dan vaak
bij niet-familiebedrijven of beursgenoteerde
ondernemingen het geval is. “Bij ons is sprake
van een gezonde financiële huishouding,
wordt een lange termijnvisie gehanteerd en
zijn de besluitvormingstrajecten korter.”
Vijfde generatieDat Terberg in de toekomst een familiebedrijf
blijft, staat voor hem vast. “Het is de bedoeling
om de aandelen Terberg over te dragen aan de
vijfde generatie. De eerste leden van die gene-
ratie zullen waarschijnlijk binnen vijf jaar hun
entree maken.” Een automatisme is dat zeker
niet, benadrukt hij. “In het familiestatuut is
vastgelegd dat om in aanmerking te komen
voor een job bij Terberg minimaal een oplei-
ding op HBO of WO niveau is vereist, evenals
werkervaring bij een ander bedrijf. Bij voor-
keur ook in het buitenland.”
Voor het zover is, concentreert Terberg zich op
zijn volgende missie: het verder uitbreiden van
de kernactiviteiten, met name in het buiten-
land. Hij ziet vooral expansiekansen voor de
divisies Speciale Voertuigen, Environmental
en Leasing. Zelf formuleert hij het zo: “Daar
waar mogelijkheden in de wereld zijn, willen
we erbij zijn.” Dat vereist”, zo besluit hij,
“flexibiliteit en het constant aanpassen van de
bedrijfsvoering aan veranderende omstandig-
heden. Want wat vandaag een trend is, kan
morgen weer voorbij zijn. Mijn devies luidt
daarom: follow the business!”
‘Een familie -bedrijf biedt
vaak een beteregarantie op continuïteit’
GO!
16
KAWE: ‘Made in Holland kwaliteit’ als internationaal handelsmerk
Familiebedrijven over de grens
De geschiedenis van KAWE gaat
terug naar 1938 toen de groot -
vader van Alvin de Weerd samen
met zijn neef Kruitbosch (KAWE
is een samentrekking van Kruit-
bosch en De Weerd) in Deventer
een grossiersbedrijf voor perso-
nenauto’s, trucks en tractors start-
ten. “Het grossiersbedrijf in
Deventer, dat inmiddels wordt
gerund door mijn neef Michel de
Weerd, bestaat nog steeds”, ver-
telt Alvin de Weerd. “Daarnaast
besloot mijn vader Bert in de jaren
zestig tevens een grossiersbedrijf
in Raalte op te zetten. In een later
stadium werd daar een nieuwe
activiteit aan toegevoegd, name-
lijk het reviseren en repareren van
rem- en koppelingsdelen.”
Ideale mixIn de jaren zeventig heeft KAWE
zich losgemaakt van de grossiers-
divisie. KAWE Raalte kon zich
daarna volledig concentreren op
de revisie van koppelingen en is
zich in de jaren tachtig en negentig
bovendien gaan toeleggen op het
zelf produceren van frictiedelen
voor de aftermarket. De Weerd
schat dat op jaarbasis circa 80.000
frictiedelen de fabriek verlaten. De
bulk vindt, vanwege de in het
buitenland geprezen ‘made in
Holland kwaliteit’ zijn weg over
de grens. Behalve fabrikant van
frictiedelen is KAWE exclusief
distributeur voor een aantal Euro-
pese remdelenfabrikanten. De
Weerd: “Wij zijn actief in een
drietal marktsegmenten: perso-
nenwagens, trucks en tractoren
(agri). Een ideale mix, aangezien
ieder segment een andere con-
juncturele cyclus heeft en er op
die manier een goede risicosprei-
ding ontstaat. KAWE bedient de
binnenlandse markt via grossiers
en werkt in het buitenland met
importeurs.”
Volwaardig alternatiefDat KAWE als zelfstandig Neder-
lands onderdelenfabrikant binnen
de automotive markt, met name
over de grens, zo’n goede reputa-
tie heeft weten op te bouwen, is
op zich redelijk uniek te noemen.
De Weerd heeft daar zelf wel een
duidelijke verklaring voor. “Als
familiebedrijf hebben wij, dankzij
KAWE is al decennia lang toonaangevend in de ontwikkeling, productie en handel van rem- en frictiedelen. Het Hollandse familiebedrijf exporteert de in eigen huis vervaardigde frictiedelen volgens algemeen directeur Alvin de Weerd naar zo’n zestig landen in de wereld. Ongeveer tweederdevan de totale omzet wordt in het buitenland behaald. Het exportaandeel van uitsluitend koppelings-delen bedraagt zelfs 90 procent. “Onze naamsbekendheid is over de grens veel groter dan in eigenland”, aldus De Weerd.
Alvin de Weerd: ‘Onze naamsbekendheid is over de grens veel groter dan in eigen land’.
17
het aanbieden van een compleet
palet voor de aftermarket, een
evolutie doorgemaakt. Bovendien
is het programma van KAWE
prijstechnisch en kwalitatief inte-
ressant omdat wij dezelfde garan-
tie en levensduur kunnen bieden
als OE-leveranciers. Een vergelijk-
baar bedrijf zoals het onze bestaat
niet meer in Europa. Behalve
KAWE en de grote OE-spelers,
zoals ZF, Valeo en Schaeffler, zijn
er geen andere concurrenten die
een volwaardig alternatief voor
eerste montagefabrikanten kun-
nen bieden.”
Out of the blueEen andere belangrijke en wellicht
nog te vaak onderschatte factor
van het succes van familiebedrijf
KAWE noemt De Weerd de
mens. “Zonder de vijftig loyale en
zeer betrokken medewerkers,
vaak met een lang dienstverband,
zou beslist niet zoveel zijn bereikt.
Die maken ook het grote verschil
vergeleken met grote multinatio-
nale onderdelenfabrikanten. Bij
KAWE werken nog mensen die
een hart hebben voor hun busi-
ness, echte specialisten die over
veel vakkennis beschikken. Dat
maakt het mogelijk om veel snel-
ler en flexibeler in te spelen op
ontwikkelingen dan die interna-
tionale megagroepen waartegen
wij moeten concurreren.”
Alvin de Weerd staat inmiddels
als derde generatie aan het roer
van KAWE. Echt vanzelfsprekend
was dat niet, legt hij uit. “Na mijn
studie Bedrijfskunde aan de Eras-
mus Universiteit, ben ik 8 jaar
werkzaam geweest in de olie- en
chemiesector, onder andere in de
V.S. Tot mijn vader mij ruim 6 jaar
geleden ‘out of the blue’ vroeg of
ik bereid was om toe te treden tot
het familiebedrijf. Veel bedenktijd
gaf hij mij niet, het was ‘nu of
nooit’. De uitkomst is bekend.”
Omdat hij als nieuweling in de
automotive sector een min of
meer ‘branchevreemde eend in de
bijt’ was, zegt hij veel baat te heb-
ben gehad bij het JCG-netwerk
van afdeling Autovak van RAI
Vereniging. “Dit netwerk waar
mensen uit de branche elkaar
kunnen treffen en leren kennen,
heeft mij erg geholpen.”
Promotie exportproductDe Weerd oordeelt optimistisch
over de kansen en ontwikkelingen
op de langere termijn. “De econo-
mische crisis die in 2009 even
voor een omzetdip zorgde, zijn
wij in 2010 alweer te boven geko-
men. Sinds 2011 is zelfs sprake van
dubbele groeicijfers.” Wel zegt hij
het teleurstellend te vinden dat de
Nederlandse maakindustrie zo
weinig support krijgt van de
Nederlandse overheid, terwijl
andere automotive spelers in het
buitenland die steun wel ontvan-
gen. Hij wijst in dit verband naar
Automechnika in Frankfurt, de
meest toonaangevende vakbeurs
op automotive gebied. “Autome-
chanika kent een aantal zuster-
beurzen in o.a. Dubai, Istanbul,
Kuala Lumpur en Sao Paolo. Mij
valt dan op dat Duitsland nadruk-
kelijk de eigen automotive bedrij-
ven een platform biedt door ze
bijna kosteloos op een Duits
paviljoen te laten staan om zo het
eigen exportproduct te promoten.
Spanje doet iets vergelijkbaars,
evenals Zuid-Afrika.”
Wat hem betreft zou de Neder-
landse overheid best meer mogen
doen om ‘made in Holland’ op
buitenlandse fora te propageren.
“Ik vind dat als je er als Neder-
lands bedrijf voor kiest om te
blijven produceren in een hoge
lonenland, daar van overheids-
wege best iets tegenover mag
staan. Aan de arbeidskosten kun-
nen we immers niets veranderen.
Maar probeer de Nederlandse
maakindustrie dan tenminste op
een andere manier een duwtje in
de rug te geven. Dat is goed voor
de werkgelegenheid, goed voor de
economie, goed voor de onder -
nemers. Kortom, goed voor ieder-
een!”
‘KAWE biedt dezelfde garantie en levensduur als OE-leveranciers’.
‘De Nederlandse overheidmoet ‘made in Holland’
meer propageren’
RAI SOCIETY18
GO!
‘Is there life on Mars?’, schalt de stem van David
Bowie ter aankondiging van gastspreker Bas
Lansdorp, oprichter en CEO van MarsOne
tijdens de RAI Verenigingsdag. Op dit moment
waarschijnlijk niet, maar als in 2025 de eerste
mensen op de rode planeet landen in ieder
geval wel. Lansdorp is er van overtuigd dat het
de Stichting MarsOne lukt om deze missie van
‘permanente vestiging’ naar Mars te laten sla-
gen. Daarbij bedoelt hij een enkele reis naar
Mars, want terugkeren naar aarde is voorals-
nog niet mogelijk. Technisch en financieel is de
Marsmissie volgens hem haalbaar. De kosten
bedragen zo’n 6 miljard Amerikaanse dollars.
Te financieren door sponsor- en partnerships
én uitzendrechten. Want, rekende hij voor, een
event als de Olympische Spelen levert circa 4
miljard dollar op. Naar schatting ligt dit bedrag
voor de Marsreis een factor 5 tot 10 hoger. De
grootste uitdaging is vooral het vinden van de bemanning voor dit risicovolle
‘one way ticket’. Toch hebben zich al 200.000 potentiële kandidaten aange-
meld, in een verhouding 80 procent man en 20 procent vrouw.
Hans de Boer, die als tweede gastspreker het woord voerde, wist wel een
verklaring voor deze scheve verhouding: ‘waarschijnlijk hebben veel vrouwen
hun man voor deze missie naar Mars opge-
geven’. De Boer deed Lansdorp ook nog
een idee aan de hand om meer kandidaten
te rekruteren: ‘ik zou zeker gaan werken
met cadeaubonnen’.
Olaf de Bruijn, directeur van RAI
Vereniging, belichtte tijdens de RAI
Verenigingsdag uitgebreid de ontwikkelin-
gen in de mobiliteitswereld en de toege-
voegde waarde van RAI Vereniging voor de
leden. Hij benadrukte dat de techno -
logische ontwikkelingen razendsnel gaan.
Denk aan Speed Pedelecs, allerlei rij-onder-
steunende systemen en zelfrijdende auto’s.
Tegelijkertijd groeit de beschikbaarheid van
data. “Over een paar jaar zal elke nieuwe
auto permanent online zijn. Dit leidt tot
allerlei nieuwe mobiliteitsdiensten. In die
ontwikkelingen zal RAI Vereniging de leden
ondersteunen, via een daadkrachtige, actieve en sterke lobby.”
Een belangrijk moment betrof het afscheid van Roelf H. de Boer als alge-
meen voorzitter van RAI Vereniging. Hij werd voor zijn verdiensten door
minister Schultz van Haegen, bij Koninklijk Besluit, benoemd tot Officier
in de orde van Oranje Nassau.
DAF Museum ontvangt RAI Industrie PlatformDe leden van het RAI Industrie Platform, het plat-
form dat binnen afdeling Autovak van RAI Vereni-
ging de in Nederland gevestigde internationaal
opererende toeleveranciers verenigt, waren afge-
lopen oktober voor de halfjaarlijkse vergadering te
gast bij het DAF Museum in Eindhoven. Een uitste-
kende locatie om het nut-
tige – het bespreken van
actuele thema’s van stra-
tegisch belang en het
delen van ervaringen –
met het aangename te
verenigen. Voorafgaand
aan de bijeenkomst vond,
eveneens in het DAF
Museum, het traditionele
netwerkdiner van het RAI
Industrie Platform plaats.
Bij die gelegenheid gaf
Geert Vermeer (l) als
bestuurslid van het DAF Museum een uitgebreide
toelichting op de unieke voertuigen die het
museum zoal herbergt. Zoals bijvoorbeeld de DAF
Siluro, een op basis van de DAF 55 gebouwd
showmodel. En wat te denken van de indrukwek-
kende collectie vrachtwagens, bussen en speciale
voertuigen, zoals: historische legertrucks, brand-
weerwagens, een betonmixer en een takelwagen.
De deelnemers konden overigens de rijke historie
van het merk DAF zelf ervaren, want het vervoer
tussen de verschillende locaties geschiedde in een
klassieke DAF touringcar. Als dank voor de gastvrije
ontvangst ontving Geert Vermeer uit handen van
Eddy van der Vorst (r), voorzitter van het RAI
Industrie Platform, een gevelschild van RAI
Vereniging dat inmiddels een speciale plek in het
museum heeft gekregen.
Enkeltje Mars
19
Even leek de IAA in Hannover geen Duits, maar een
Hollands feestje, toen de afdelingen Speciale Voertuigen en
Autovak van RAI Vereniging tijdens deze beurs voor alle
deelnemende leden en relaties de traditionele Holland
Borrel organiseerden. Op de drukbezochte collectieve stand
waar de Hollandse driekleur vrolijk wapperde was het oran-
jegevoel volop aanwezig. Dat werd bovendien nog eens
extra versterkt door de aanwezige haringkar. Vanzelfspre-
kend ontbraken ook de bitterballen niet. De collectieve
stand was dit jaar op de IAA vertegenwoordigd met acht
deelnemende bedrijven, namelijk: Estepe, Jolada, Netcap
International, Pacton, Imbema, NWE Network Engineering,
E-Traction en NRF. Volgens Ilse Bartels, beleidsmedewer-
ker van afdeling SV, vormde de Holland Borrel een uitste-
kend netwerkmoment. Vooral omdat voor deze bijeenkomst
eveneens enkele Duitse relaties waren uitgenodigd, zoals de
Duitse zusterorganisatie VDA en vertegenwoordigers van de
Nederlandse ambassade en het Nederlandse consulaat.
Jubilerende JCG Business Club laat champagne knallenZaterdag 22 november werd in velerlei opzichten een memorabele dag voor
de JCG Business Club die dit jaar het 35-jarig bestaan vierde. Het werd een
gedenkwaardige avond, waarbij de champagne rijkelijk vloeide, tijdens een
geanimeerd diner herinneringen werden opgehaald en veel feestgangers,
mede dankzij een spetterend optreden van een tienkoppige band en Idols-
finaliste (2008) Nathalie Makoma, de verleiding niet konden weerstaan
de dansvloer te betreden.
De historische Ernst Sillem Hoeve in Den Dolder vormde het fraaie decor
voor de 110 feestvierende JCG-leden. Dit netwerk voor jonge managers van
Autovak leden dat in 1979 werd opgericht, geldt als een dynamisch vliegwiel
en vervult een brugfunctie tussen de verschillende leden en bloedgroepen
van afdeling Autovak. Vergelijkbare initiatieven zijn inmiddels ook binnen de
afdelingen Auto’s (JMA) en Speciale Voer -
tuigen (JSV) tot stand gekomen.
Een speciaal moment betrof het afscheid van
JCG-voorzitter Arnand van Huut (mid-
den), die de voorzittershamer overdroeg
aan Patrick Andriessen (rechts). De JCG
is volgens Martijn van Eikenhorst,
adjunct-secretaris afdeling Autovak, aan Van
Huut veel dank verschuldigd voor zijn tome-
loze inzet en het organise-
ren van de vele activiteiten
voor de club. Na afloop van
de avond konden de JCG-
ers voldaan huiswaarts
keren. Maar niet zonder dat
zij de herinneringen aan 35
jaar JCG geboekstaafd in
een speciale jubileumspecial
ontvingen. Het eerste exemplaar van deze editie werd door Arnand van
Huut uitgereikt aan John Kat (links), de eerste JCG-voorzitter.
IAA kleurt Oranje
20
GO!
eco-trends
Mercedes-Benz heeft op de afgelopen Ecomobiel beurs in Ahoy een
drietal opmerkelijke primeurs getoond. Zo is de onlangs vernieuwde
B-klasse sinds november ook in een volledig elektrisch aangedreven
uitvoering beschikbaar met slechts 4 procent bijtelling en een actie -
radius van 230 kilometer. Een tweede noviteit betrof de nieuwe C 300
BlueTEC HYBRID. Deze wagen, die een gemiddeld verbruik heeft van
3,6 liter per 100 kilometer, is leverbaar als Limousine en Estate en valt
in de bijtellingscategorie van 20 procent. Verder beleefde de S 500 Plug
in Hybrid zijn nationale debuut in Rotterdam. Deze nieuweling
behoort, met een gemiddeld verbruik van 2,8 liter per 100 kilometer en
een CO2-uitstoot van 65 gram per/km, tot de zuinigste auto’s in het
topsegment en bij zakelijk gebruik is de bijtelling 14 procent.
Volgens Casper Haen, directeur verkoop personenwagens van Merce-
des-Benz Nederland, is het de bedoeling om met het groeiende aantal
hightech aandrijflijnen in te spelen op de hybridisering van de zakelijke
markt. Hij rekende voor dat er tot en met augustus dit jaar al een kleine
13.000 hybride personenauto’s in ons land zijn verkocht. Mercedes-
Benz Nederland zegt te verwachten tot 2017 nog tien extra hybrids aan
het programma te kunnen toevoegen.
Dat er de komende jaren nog het een en ander in het vat zit, moest het
bijzondere studiemodel Ener-G-Force op Ecomobiel bewijzen. Dit op
de G-klasse gebaseerde project werd ontwikkeld om te laten zien wat
er in de wereld van morgen technisch allemaal mogelijk is. De tanks op
het dak van de Ener-G-Force zijn gevuld met gerecycled water dat door
een zogeheten ‘hydro-tech’ converter wordt omgezet in waterstof voor
het voeden van de brandstofcel. De Ener-G-Force stoot uitsluitend
water uit en heeft een actieradius van ca. 800 kilometer. Het voertuig is
dus geladen met (schone) energie.
Goodyear produceert sinds kort brandstof -
zuinige banden op basis van kaf dat vrijkomt
tijdens de rijstoogst en dat voorheen werd
afgevoerd naar stortplaatsen. De verbranding
van rijstvliezen wordt gebruikt om elektrici-
teit op te wekken. Met de as die daarbij vrij
komt maakt Goodyear vervolgens op milieu-
vriendelijke wijze silica dat weer wordt ver-
werkt in banden.
De afgelopen twee jaar werden in het Innova-
tion Center al tests uitgevoerd met silica dat
werd gewonnen uit de as van verbrande rijst-
vliezen. Daaruit bleek dat de prestaties niet
onderdoen voor die van traditionele bronnen.
Goodyear onderhandelt nu met potentiële
leveranciers om silica uit rijstvliesas te kopen,
zodat het in grotere hoeveelheden kan wor-
den verwerkt in banden.
"Al het kaf dat vrijkomt tijdens de rijstoogst
biedt Goodyear een alternatieve silicabron en
helpt bovendien om de hoeveelheid resterend
kaf te reduceren," zegt Joseph Zekoski,
Interim Chief Technical Officer. “Goodyear
wil vooral innoveren op het gebied van
milieuvriendelijker banden. Daarom kijken
wij kritisch naar de bandenmaterialen en
prestaties en naar het productieproces.”
Silica wordt vermengd met rubber en in de
loopvlakken toegepast om de sterkte van het
rubber te verhogen en de rolweerstand te
verlagen, zodat de banden zuiniger worden.
De stof kan ook een positief effect hebben op
de tractie van banden op natte oppervlakken.
Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie
van de Verenigde Naties wordt jaarlijks
wereldwijd meer dan 700 miljoen ton rijst
geoogst. Het afvoeren van de rijstvliezen heeft
grote gevolgen voor het milieu. Daarom wor-
den de rijstvliezen vaak verbrand om elektri-
citeit op te wekken om zo de hoeveelheid die
naar stortplaatsen moet worden afgevoerd te
verminderen.
Fiscaal- en milieuvriendelijke primeurs van Mercedes-Benz
Banden van rijstafval
De lithium-ion accu van de S 500 Plug-in Hybrid kan inductief (draadloos) worden geladen.
21
Een emissieloze bus met een ultralaag
gewicht en een actieradius die vol-
doende is voor de inzet in binnenste-
den. Op basis van deze uitgangspunten
ontwikkelde de Partisol Group in
Wanroij een volledig nieuw buscon-
cept: de EMOSS bus. Het chassis van
deze lagevloerbus, die leverbaar is in
lengtes van 7, 8 en 12 meter, bestaat
volledig uit composiet. Daarmee is de
bus 30 procent lichter dan een verge-
lijkbaar conventioneel voertuig, onder-
houdsvrij en geheel ongevoelig voor
roest. De bus werd, vertelt Erik Berg-
boer, sales director van Composite
Mobility, door Plastisol ontwikkeld in
nauwe samenwerking met twee doch-
terbedrijven: EMOSS in Oosterhout
en Composite Mobility in Wanroij. Hij
legt uit dat Plastisol al ruim 40 jaar
ervaring heeft met de productie van
opbouwen voor crashtenders en
brandweerwagens bestaande uit Glass
fibre Reinforced Polyester (G.R.P.). Het
was dus een kleine stap om deze
discipline ook toe te gaan passen bij
stadsbussen. Daarbij was EMOSS ver-
antwoordelijk voor het ontwikkelen
van de elektrische tractie en verzorgde
Composite Mobility de opbouw van de
e-bus. De EMOSS bus heeft een actie -
radius van circa 200 kilometer, maar is
verkrijgbaar in een dieseluitvoering als
dagelijks langere afstanden zouden
moeten worden afgelegd. De EMOSS
bus rijdt inmiddels in Duitsland,
Nieuw Zeeland, Canada, Zweden en
Dubai.
Lamboo Carrosserie is als eerste in Nederland
gestart met het aanbieden van BambooTeq®
bamboevloeren voor vrachtwagens, als alter-
natief voor hardhouten vloeren. “De kwali-
teit van bamboe halffabricaten is ronduit
fraai”, zegt Bert van Haaren, manager Repair
en Onderhoud van Lamboo.
“De positieve milieuaspecten bij de keus
voor bamboe zijn natuurlijk doorslaggevend.
Maar de belangrijkste reden voor ons om met
BambooTeq® in zee te gaan is dat wij de
klanten ook een duurzame oplossing willen
aanbieden.”
Volgens Hyuk Brands van BambooTeq kun-
nen baboevloeren, juist binnen de specialisa-
tie van Lamboo op het gebied van maatwerk,
een belangrijke toegevoegde waarde bieden.
“Innoveren en daardoor in beweging blijven
is immers een kenmerk van deze onderne-
ming. De BambooTeq vrachtwagenvloerde-
len zijn in lange lengtes met constante
kwaliteit leverbaar. Wij kunnen met bamboe
een gewichtsbesparing van meer dan 300
kilo per m3 behalen. Behalve het leveren van
bamboemateriaal onderzoeken wij samen
met Lamboo ook de mogelijkheden om het
materiaal af-fabriek gefreesd en gezaagd aan
te leveren”.
Bamboe trailervloeren voor stukgoedvervoer
Trailervloer van BambooTeq®.
EMOSS stadsbus
Elektrische composiet bus van EMOSS
22
GO!
RAI vintage
Een bougie als naakt -model‘Het zijn de toe -schouwers die de kunst werken maken’,zo luidt een uitspraakvan Marcel Duchamp inde uitgave ‘Voertuigenvan de verbeelding’, datin 1992 ter gelegenheidvan het honderd jarigbestaan van RAI Vereniging werd uitge-bracht. Duchamp hadeen vriend en geest -verwant, Francis Picabia.Beiden waren bevriendmet de Amerikaanseschilder en fotograaf ManRay. In zijn memoires vertelt Ray dat hij her-haaldelijk portretfoto’svan Picabia heeftgemaakt en dat deze zichbij voorkeur achter hetstuur van zijn auto lietfotograferen. Hiermeescheurde hij geregeld vanParijs naar Monte Carlo,waar het casino werdgefrequenteerd. Picabiahad geld geërfd enbeschikte over het talentom het er snel en mon-ter doorheen te jagen.De schilderijen uit zijn dadaïstische periode wekken de indruk dat hij alleen maar onder de motorkap van zijn auto hoefde te kijken om geïnspireerd te raken. Zijn schilderijen van ‘ironische machines’, tonen althans vormen die sterk aan bestaande motoronderdelen herinneren. Hij schilderde ook woorden boven de afbeeldingen van zijn fantasiemachines, zoals L’Enfant Carburateur. Kind carburateur dus. Reële motor -onderdelen heeft hij ook wel vereeuwigd. Zo maakte Picabia eens een litho van een doodgewone bougie die hij de titel Portret van een jonge Amerikaanse in naakte staat meegaf.
23
In deze rubriek laten we personen aan het woord diebetrokken zijn bij of werkzaam in de mobiliteitswereld.Dit keer Leon Andriessen, directeur van TBA Nederland,leverancier van TEN uitlaatgas emissie apparatuur en rollen- en platen remmentestbanken.
uitgesproken
Wat is uw favoriete vervoermiddel?
Hoe kan men het vragen aan een autofreak? Uiteraard een auto van
klassieker tot modern maar met voldoende PK’s. Privé rijd ik in een
BMW X5. Daarnaast bezit ik verschillende klassiekers, zoals een Jaguar
XJS en een paar Triumph’s TR3 en TR4.
Wat vindt u van het mobiliteitsbeleid in Nederland?
Er wordt vaak tegenstrijdig gehandeld vanuit de politiek. Men ontwik-
kelt woongebieden buiten de Randstad en vult later de mobiliteit in.
Alles wat een verbrandingsmotor heeft, wordt voor vervuiler aan -
gezien, terwijl het opwekken van elektrische energie niet echt schoon
genoemd kan worden. Het wegverkeer wordt hier qua luchtvervuiling
op aangekeken. Maar een controle op maritieme emissies of die van het
railverkeer is kennelijk uit den boze.
Wat zou u als eerste veranderen als u het voor het zeggen had?
Het Nederlandse bedrijfsleven op het gebied van mobiliteit en milieu
in de ruimste zin ondersteunen en de controlerende functies, waar het
de emissies van schadelijke stoffen betreft, uitbreiden.
Vindt u dat het kabinet voldoende aandacht schenkt aan vervoersal-
ternatieven, zoals de bus, de fiets of gemotoriseerde tweewielers?
Ten dele ja. Maar, zoals ik al eerder stelde, zou het beter zijn als de over-
heid eerst eens goed over die vervoersalternatieven nadacht, voordat
men met het ontwikkelen en bouwen van nieuwe woonkernen start.
Nu blijft het een beetje het paard achter de wagen spannen.
Zou u zelf bereid zijn tenminste een keer per week de auto voor het
werk te laten staan?
Zolang ik niet het land in moet en uitsluitend afspraken heb op
kantoor, pak ik de fiets.
Met welke politicus zou u wel eens van gedachten willen wisselen?
Met Melanie Schultz-van Haegen. Het lijkt mij een interessante vrouw
om het verkeersbeleid in het algemeen mee te bespreken en met haar te
filosoferen over wat zou er nog anders en beter zou kunnen.
Hoe ziet het Nederlandse verkeersbeeld er over tien jaar uit?
Er zal meer automatisering in het wegverkeer zijn, maar de komst van
zogenaamde automatisch sturende auto’s, via een magneet/sensor
systeem, zie ik nog niet gebeuren. Uiteraard zullen de alternatieve
brandstoffen zich verder ontwikkelen, maar indien de fiscale voordelen
uitblijven zal dit tegenvallen. Ik denk dat het algemene beeld weinig
verandert...
Leon AndriessenWaarom is er geen controle opmaritieme emissies?
24
GO!
MARKTANALYsE
Aanpak autodiefstal werktHet aantal autodiefstallen is tot en met augustus met 6,2 procent gedaald tot 7.180 eenheden. De geïnten-
siveerde samenwerking in de strijd tegen autodieven lijkt daarmee volgens de Stichting Aanpak Voertuig-
criminaliteit (AVc) succesvol. “Gestolen auto’s worden sneller internationaal gesignaleerd, de
beveiligingsmogelijkheden van auto’s verbeteren en ook importeurs nemen maatregelen om diefstal van
hun merk tegen te gaan”, aldus Titus Visser,
directeur van AVc. Visser is enthousiast over de
samenwerking met autofabrikanten. Zo heeft de
importeur van Volkswagen een speciale folder ont-
wikkeld met preventietips en extra beveiligingsmogelijk-
heden voor eigenaren. Volkswagen is ook de motor achter
de recent geïntroduceerde uitwisseling van informatie tussen
de Nederlandse politie en de fabrikant. Bij de aangifte van diefstal van
een auto gaat er niet alleen een signaal naar het kentekenregister en naar Interpol, maar ook naar de
fabriek. Wordt die auto ergens ter wereld bij een garage aan het diagnose-apparaat gekoppeld dan gaat er
automatisch een bericht naar de Nederlandse politie met informatie waar de auto zich op dat moment
bevindt. Ook het bestellen van onderdelen op gestolen gesignaleerde auto’s is onmogelijk. Auto fabrikan-
ten zijn volgens Visser een onmisbare schakel in de keten om ervoor te zorgen dat gestolen auto’s
onbruikbaar worden en dat de handel in gestolen onderdelen opdroogt. “Zij leveren uitstekende infor -
matie voor de opsporing. We vragen fabrikanten van andere merken, zich bij dit initiatief aan te sluiten.”
In de eerste zeven maanden van dit jaar zijn 31.206 elektrische auto’s in
Europa verkocht, bijna tweemaal zoveel als in de vergelijk-
bare periode van 2013. Het minder goede
nieuws is dat de
afzet nogal een-
zijdig is verdeeld.
Noorwegen neemt
ongeveer een derde van het totale Euro-
pese volume voor zijn rekening. Daarmee is
dit land vrijwel volledig verantwoordelijk voor
de groeiende vraag naar E-cars. Volgens het Britse onderzoeksbureau Auto-
motive Industry Data (A.I.D.) betekent dit positieve verkoopresultaat nog
geenszins dat sprake is van een grootschalige acceptatie van elektrisch rijden
bij Europese consumenten. Weliswaar zagen alle individuele lidstaten, met uit-
zondering van Italië en Spanje, de vraag naar E-cars groeien, Noorwegen blijft
echter met afstand de motor achter deze ontwikkeling. Alleen al in de maand
juli steeg de vraag naar batterij-aangedreven auto’s met 88 procent tot 4.381
eenheden, waarvan er 1.364 op het conto van Noorwegen kon worden
geschreven. Het groeipercentage voor de periode tot en met juli kwam uit op
80,3 procent. Behalve Noorwegen scoorde ook Duitsland in de eerste zeven
maanden, met een plus van 75,8 procent tot 5.530 E-cars, bovengemiddeld.
Andere landen die verhoudingsgewijs meer E-car kopers over de streep wis-
ten te trekken waren
Denemarken (701;
+ 265,1%), Zwitserland
(998; + 119,3%), België
(774; + 241,0%), Oos-
tenrijk (799; + 188,4%)
en het Verenigd Koninkrijk (3.058; +62,2%). In Nederland werden tot en met
juli 1.396 E-cars verkocht, 1,8 procent meer dan een jaar geleden. Nissan bleef
de afgelopen zes maanden met 7.832 verkochte eenheden en een marktaan-
deel van 25,1 procent het meest populaire E-car merk in Europa. Daarna volg-
den de Tesla (5.648; marktaandeel 18,1%), de BMW i3 (5.211; marktaandeel
16,7%) en de Nissan ZOE (4.213; marktaandeel 13,5%).
Nederland: ontwikkelingvoertuigdiefstal
2014 2013jan-aug jan-aug
Totaal 20.652 20.828w.v.personenauto’s 7.180 7.653Bestelwagens 1.501 1.656Vrachtwagens 108 135aanhangwagens 578 558caravans 84 74opleggers 139 100motorfietsen 1.183 1.277brom- en snorfietsen 9.879 9.375
Europese E-car markt accelereert Europese verkoop -ontwikkeling E-cars
2014 2013jan-juli jan-juli
Totaal 31.206 17.312w.v.Noorwegen 10.713 2.506Duitsland 5.530 3.145Frankrijk 5.100 5.271Ver. Koninkrijk 3.058 1.885Nederland 1.396 1.371Zwitserland 998 455België 774 227Oostenrijk 799 277Denemarken 701 192Italië 659 487Zweden 725 916Spanje 373 374
Bron
: A.I.D
.
Bron
: Stic
hting
AVc
25
Auto’s afkomstig uit Duitsland waren altijd al bovengemiddeld populair.
Inmiddels prijkt op bijna een op de vier in ons land verkochte auto’s het
predicaat ‘made in Germany’. Toch doet ook het ‘joie de vivre’ dat Franse
voitures uitstralen het bij Nederlanders behoorlijk goed. Een op de vijf
kopers prefereert een Frans merk. Het aandeel van de Japanse merken is al
enkele jaren min of meer stabiel. Ongeveer een op de zes kopers geeft de
voorkeur aan een auto die
afkomstig is uit het land
van de rijzende zon.
Opmerkelijk is de
groeiende belangstelling
voor Zweedse bolides,
waarvan het aandeel sinds
2010 is verdubbeld tot
bijna 6 procent. Bijna het
omgekeerde is het geval
voor Italiaans mobiel
design, dat op dit moment
nog slechts 3,9 procent
van de autokopers kan
bekoren.
Nederlandse automobilist kiest voor Duitse degelijkheid
dat rijdt op alternatieve brandstof-
fen of voorzien is van een alterna-
tieve aandrijving sterk in opmars is.
Sinds 2011 is het aantal voertuigen
met een elektrische of hybride aan-
drijving met meer dan een factor
2 toegenomen tot 135.489 een -
heden. Het aantal auto’s op CNG
(samengeperst aardgas) is de afge-
lopen 3 jaar zelfs verdrievoudigd en
ook het aandeel van biobrandstof-
fen verdubbelde.
Autoverkopen in Nederland naar land van herkomst (in %)
2013 2012 2010Duitsland 37,1 36,6 34,7Frankrijk 20,9 21,9 20,4Japan 15,9 14,6 19,0Korea 8,6 11,4 8,4Zweden 5,9 3,4 2,9Italië 3,9 4,7 6,3Tsjechië 3,0 3,1 3,4Spanje 2,2 2,5 2,6Engeland 1,3 1,2 0,9Roemenië 0,7 0,4 1,1V.S. 0,5 0,2 0,2
Totale wagenpark hybride en elektrische auto’s meer dan verdubbeldNederland telt inmiddels 8,2 mil-
joen personenauto’s. Dit betekent
dat ongeveer de helft van de bevol-
king een auto bezit. Bijna een kwart
van alle auto’s is in het bezit van
eigenaars in de leeftijdscategorie
tussen de 46 en 55 jaar (23,2%), zo
valt te lezen in Mobiliteit in Cijfers
2014, een gezamenlijke uitgave van
RAI Vereniging en BOVAG. Ook in
de groep van 36 tot 45 jaar is het
autobezit met 22,1 procent ver-
houdingsgewijs hoog. Bij ouderen
in de leeftijd van 56 tot 65 jaar en
daarboven is het autobezit respec-
tievelijk 17,9 en 12,5 procent.
Minder populair is het eigen auto-
bezit bij jongeren. Onder de 25 jaar
ligt het aandeel op slechts 7,6 pro-
cent en tussen de 26 en 35 jaar
gaat het om 16,8 procent.
Opvallend is dat het aantal auto’s
Nederlands personenautopark naar brandstof
2014 2013 2012 2011Totaal 8.153.897 8.142.387 8.126.222 8.002.579w.v.Benzine 6.444.434 6.446.825 6.458.005 6.370.781Diesel 1.376.467 1.392.211 1.381.873 1.353.899LPG 190.940 204.315 209.117 218.041Hybride 131.348 91.196 71.714 56.902Elektrisch 4.141 1.904 1.105 238CNG 3.716 3.109 1.966 1.191LNG 8 – – –Biobrandstof 2.785 2.768 2.382 1.467Waterstof 4 1 1 1
Bron
: Mob
iliteit
in Cijfe
rs Au
to’s
Bron
: Mob
iliteit
in C
ijfers
Auto’
s
26
GO!
DE Stelling
Wij werken aan eenplan om gestolenspullen uit de marktte krijgen.
John Spies, CEO Alphabet Nederland
Jongeren willen zoveel mogelijk genie-
ten van het leven, doen veel dingen
tegelijk. Daar past uren in de file staan
niet bij. Of problemen met parkeren. Ze
willen zo snel mogelijk van A naar B.
Bron: De Telegraaf
Mitsuhisa Kata, CEO Toyota
Waterstof kan een nieuwe ontwikkeling stimuleren, waardoor onze
samenleving verandert, banen worden gecreëerd en onze inter -
nationale concurrentiepositie wordt verbeterd.
Bron: FD
Tom Huyskens, BOVAG
Je kunt er vergif op innemen dat staatssecretaris Van Rijn met een
plan komt om mensen meer te laten bewegen. Wij zeggen dan: dat
plan is er al en heeft zich reeds bewezen: het Nationale Fietsplan.
Houd het in stand.
Bron: AD
Melanie Schultz van Haegen, minister I&M
Ik verwacht dat er de komende twintig jaar meer verandert dan de afge-
lopen honderd jaar. De zelfsturende auto stelt ons in staat het aantal files
te verminderen. Met minder ongevallen. Het wordt ook schoner, maar ik
beschouw de zelfsturende auto niet als panacee voor al onze problemen.
Bron: FD
Bas Filippini, Stichting Privacy First
Er is een directe koppeling tussen mij
en mijn kenteken. Ik wil anoniem
kunnen reizen.
Bron: Trouw
Adviesbureau Roland Berger
Nergens ter wereld worden relatief zo
veel elektrische auto’s verkocht als in
Nederland: 4,3 procent van de ver-
kochte modellen is ‘elektrisch’. In het
eerstvolgende land, Frankrijk, is dat net
één procent. Dat komt vooral door de
tot nu toe gunstige fiscale regels en het
relatief grote aantal oplaadpunten voor
elektrische auto’s.
Bron: Parool
André Bouwman, Stichting AVc
Criminelen verkopen gestolen auto-onder -
delen zowel in Nederland als in het buiten-
land. Daar hebben ook bonafide sloperijen en
handelaren last van. Die dieven verkopen de
waar ver onder de normale prijs.
Bron: AD
27GO!factorMARTIN BEDORFIn een Amerikaanse politieserie zou hij beslist niet misstaan, deze Oldsmobile Delmont 88 Convertible uit 1968. Eigenaar is Martin Bedorf, oud
directeur van Cartal Rijsbergen, totaalleverancier voor het autobedrijf. Met een lengte van 5,45 meter is de majestueuze mastodont, die symbool
lijkt te staan voor grenzeloze mobiliteit, niet bepaald een boodschappenwagentje voor schuchtere huisvrouwen. Op grote afstand lonkt de sonoor
roffelende 8 cilinder als een wenkend perspectief voor ‘the American dream’.
“Ik kocht deze wagen begin 2012 na enig zoeken bij een garagebedrijf in Limburg. Mijn voorkeur gaat uit naar Amerikaanse cabrio’s, aangezien die
gewoon afwijkend en onconventioneel zijn. Dus werd het deze. Het chassis, de motor en de versnellingsbak zijn volledig gereviseerd. Nee, niet door
mij, want dan gaat hij wel uit elkaar maar niet meer in elkaar. In principe is alles nog origineel, met uitzondering van de hoofdsteunen en de trom-
melremmen. Die laatste heb ik laten vervangen door remschijven. Leek mij wel zo verstandig bij een auto die 2.100 kilo weegt. Zo’n Delmont is
nog best zeldzaam. Er zijn er 2.100 van gebouwd, waarvan een beperkt aantal als convertible. Ik rijd er gemiddeld een paar duizend kilometer per
jaar mee. Bij een verbruik van 1 liter op 5 tot 6 kilometer vind ik dat wel genoeg. Er mee rijden is wel een bijzondere ervaring, want je zweeft bijna
over de weg. Alleen is het niet aan te bevelen om zonder kap harder dan 100 km/u mee te rijden. Dan waai je namelijk weg.”
Gertjan Sluijter nieuwevoorzitter afdelingAutovakTijdens de jaarlijkse ledendag van afdelingAutovak van RAI Vereniging is Gertjan Sluijterbenoemd tot voorzitter van de afdeling Auto-vak. Hij volgt Dinno van Breugel op, die na heteinde van zijn zittingstermijn (twee periodesvan drie jaar) afscheid neemt.
Gertjan Sluijter is als directeur van Hella Benelux al vele
jaren bestuurlijk actief voor afdeling Autovak. Tot voor
kort nog als voorzitter van de Sectie Distributie en vice-
voorzitter van afdeling Autovak. Daarvoor was hij onder
meer lange tijd betrokken bij de JCG Business Club en
voorzitter van het tentoonstellingscomité van
AutovakRAI.
Toekomsbestendige structuur Tijdens de ledendag presenteerde Autovak tevens officieel
de nieuwe afdelingsstructuur. Die vervangt de bekende
indeling in secties en is gebaseerd op drie platforms: RAI
Industry Platform (voorheen sectie Industrie), RAI
Aftermarket Platform (voorheen de secties Accessoires,
Bedrijfswagenonderdelen en Distributie) en RAI Equip-
ment Platform (voorheen sectie Garage-uitrusting). Met
deze vernieuwde organisatiestructuur verwacht afdeling
Autovak de gebundelde kennis en capaciteit nog optimaler
te kunnen inzetten voor een toekomstbestendige markt
voor reparatie en onderhoud.
Enerverende jaren
Zes jaar aan het roer van RAI Vereniging staan is een allerminst saaie klus geweest. Ik breng het nog maar even in herinnering: Drie kabinetten en tweemaal verkiezingenvoor de Tweede Kamer; RAI-evenementen die wel en soms ook niet doorgingen; erwerd een breed maatschappelijk akkoord gesloten over de toekomst van mobiliteitonder leiding van de Sociaal Economische Raad; er kwamen ingrijpende belasting -maatregelen voor auto’s en de automarkt veranderde radicaal én er werden geheelnieuwe soorten voertuigen op de weg geïntroduceerd, denk aan de speed e-bike, dieheel veel nieuwe vragen oproept over de positie op de weg, wel of geen helmplicht etc.Daarnaast kregen we als RAI Vereniging te maken met de enorme invloed die media ophet politieke debat hebben gekregen. Media-aandacht lijkt regelmatig het enige criteriumvoor kamerleden te zijn. En dan was er ook nog de economische crisis die ons over -kwam, gevolgd door het voorzichtige herstel op dit moment. Het vooral groen ingevulde begrip ‘duurzaamheid’ heeft inmiddels plaatsgemaakt voor ‘toekomst-bestendigheid’. Tenslotte werd RAI Vereniging geconfronteerd met het vertrek van grote aantallen medewerkers bij de ministeries, waardoor regelmatig moest wordengeconstateerd dat daarmee tevens de kennis over ingewikkelde dossiers wegvloeit.Kort samengevat: het waren zes enerverende jaren. Tegelijkertijd stel ik vast dat er voorRAI Vereniging nog veel mooie en interessante jaren aan zitten te komen. Het is duidelijk dat om ons heen organisaties op zoek zijn naar een nieuw profiel. Delandelijke overheid laat steeds meer over aan de markt en stelt zich op het standpuntdat een aantal zaken beter decentraal kan worden opgepakt. In zo’n sterk veranderend landschap is het goed om bij de oude, gewaardeerde kernwaarden van je eigen vereniging te blijven, die de unieke representant van demobiliteitsindustrie vormt. Natuurlijk is veranderen spannend(er), maar jezelf blijven isvaak nog veel lastiger. Hoeft er dan niets te veranderen? Natuurlijk wel. Eén van de meest gehoordeopmerkingen in de achterliggende zes jaar waren opmerkingen van ongeloof over debetrokkenheid van RAI Vereniging bij (duurzame) branche initiatieven. Ik denk bijvoor-beeld aan de recycling van auto’s, scooters en het inzamelen van batterijen van elek-trische auto’s en e-bikes. Kennelijk heeft ‘be good’ meer aandacht gekregen dan ‘tell it’,terwijl ‘tell it’ juist nu van eminent belang is. Wat blijft, is de noodzaak tot samenwerkenmet andere krachtige partijen. De effectiviteit daarvan bewijst zich steeds weer opnieuw. Waar voor moet worden gewaakt is de gedachte die soms postvat, dat het mogelijk isom in partnership met de overheid samen te werken. Het is mooi als dat lukt, maar hetis goed om te beseffen dat politieke processen uiteindelijk op het allerlaatste momentkunnen zorgen voor radicaal andere uitkomsten. Bij de gesprekken rond de autobrief 2bleek dat weer eens pijnlijk. De staatssecretaris vroeg ons om commitment voor derichting van zijn autobrief. Dat commitment gaven we en vervolgens voltrok zich de‘soap’ die uiteindelijk leidde naar een noodreparatie door een brede maatschappelijkecoalitie. Met de leden als achterban van RAI Vereniging, met de kennis in het secretariaat en methet sterke imago van het merk RAI Vereniging heb ik er alle vertrouwen in dat er eenmooie toekomst in het verschiet ligt. Voor 2015 staat de terugkeer van de AutoRAI enBedrijfsautoRAI, al op de agenda en natuurlijk de verhuizing van het secretariaat van RAI Vereniging naar het gloednieuwe Atrium van dochter Amsterdam RAI. Dit nieuwekantoor en vergadergebouw staat op exact dezelfde locatie waar al eerder van 1961 toten met 1994 door RAI Vereniging kantoor werd gehouden. Zoals gezegd: het is goed omoude waarden te behouden en toekomstgericht te denken en handelen.
Roelf H. de Boer, algemeen voorzitter RAI Vereniging
28
GO!
roelf de boer
Gertjan Sluijter.
29
Het jaar 2014 gaat bij de leden van RAI Vereniging onge-twijfeld de boeken in als goed en slecht tegelijk, voorspeltCees Boutens, manager Strategie en Public Affairs.
Hij brengt een aantal recente gebeurtenissen in herinnering: “de soap die
we hebben gezien rond de Autobrief 2, die er niet kwam; het trieste einde
van de bedrijfsfietsregeling die vervolgens zorgde voor een run op de
tweewielerwinkels om nog even te profiteren van de oude regeling; de
bizarre situatie rond de 25 km auto’s, aangezwen-
geld door PowNews, die gelukkig dankzij een
gerichte lobby en nu strakker toezicht bij de RDW
tot rust is gekomen; de trieste soap rond de snorfiet-
sen in Amsterdam die men naar de rijbaan wil ver-
bannen en het steeds maar weer uitgestelde debat in
de Tweede Kamer over dit onderwerp.”
“Het is lastig om nu al te zeggen of 2014 een goed
jaar of een heel slecht jaar was”, vervolgt zijn collega
Quirijn Teunissen. “Eén ding is wel duidelijk: nog meer dan in het verle-
den regeren de media. Een bepaalde opening in het journaal of vette kop-
pen in ’s lands grootste ochtendblad gooien zo maar de koers om. Soms is
dat goed, om te voorkomen dat er verkeerde keuzes worden gemaakt.
Soms worden zorgvuldig uitgewerkte plannen er ook linea recta door
naar de prullenbak verwezen.”
“Maar wat ook duidelijk is geworden”, benadrukt Boutens, “is dat het
aloude Nederlandse concept van consensus en samenwerking en brede,
verrassende coalities uiterst effectief kunnen zijn als Den Haag er even
niet meer uit komt.
In het weekeinde van 1 en 2 november jl. voltrok zich volgens hem,
tussen verjaardagen, boswandelingen, boodschappen
en verbouwingen, een boeiend proces, waarbij aan
het einde van het weekeinde een brede coalitie van
consumentenbelangen, natuur- en milieu -
organisaties, werkgevers en de autobranche een
voorstel presenteerde dat snel door het Kabinet en
de Tweede Kamer werd omhelst.
In 2015 ligt, besluit hij, een bijzonder uitdagende
opdracht voor het Kabinet te wachten: “de brede
herziening van de belastingen. In die ingewikkelde, vrijwel alle terreinen
van de fiscaliteit rakende, discussie gaat RAI Vereniging zich hard maken
om de belangen van de Nederlandse mobiliteitsindustrie te verdedigen.”
Haagse wandelgangEN
Cees Boutens:‘opnieuw is het aloudeconcept van consensusuiterst effectief gebleken’
30
GO!
Nieuwjaarsreceptie RAI Vereniging15 januari
Café Amsterdam, Amsterdam RAI
Nationale (E-)bike testdagen/FietsVAK dag28 februari t/m 2 maart
Expo Haarlemmermeer
Motorsymposium16 maart
BOVAGhuis Bunnik
Symposium voor bestuurders, politici
en beleidsmakers over de rol van de
motor(scooter) in de toekomstige
mobiliteit
Commercial Vehicle Show14 april
Birmingham
Internationale beurs voor trucks, trai -
lers, bestelwagens en componenten
AutoRAI17 t/m 26 april
Amsterdam RAI
EVS28: Electric Vehicle Symposium & Exhibition3 t/m 6 mei
Kintex, Goyang, Zuid-Korea
Grootste wereldwijde conferentie en
vakbeurs voor elektrische mobiliteit
Mobiliteitskalender 2015
Het ziet er goed uit voorAutoRAI 2015. Een aantalgrote automerken dat in aprildit jaar nog geen uitsluitselkon geven over hun aanwe-zigheid, heeft zich inmiddelsaangemeld. Daarmee ziet heter naar uit dat de AutoRAIeen vrijwel volledig aanbodzal laten zien van in Neder-land verkrijgbare auto -merken.
Naast de grote merken is er veel
aandacht voor innovaties, concept
cars, droomauto’s en klassiekers.
AutoRAI 2015 wordt gehouden van
vrijdag 17 tot en met zondag 26 april
in Amsterdam RAI.
In april dit jaar besloot het gros van
de grote automerken hun aanwezig-
heid op AutoRAI 2015 te bevestigen.
Daarmee was een zeer solide basis
gelegd. Inmiddels heeft een aantal
merken dat toen nog geen uitsluitsel kon geven, hun deelname
eveneens aan de organisatie bevestigd. Daarnaast zijn ook al veel niche-
merken aan boord, waardoor AutoRAI 2015 nu al completer genoemd
kan worden dan eerdere edities.
In een speciaal ontwikkeld Innovation Lab zullen innovaties op
autogebied een dynamische plek krijgen. En veel
van deze nieuwe technieken kunnen in het
Buitenpark aan de tand gevoeld worden op het
Verkeersplein van de toekomst en middels test -
ritten met innovatieve auto’s op de openbare weg.
EYE CATCHER
Nagenoeg alle grote merken aanwezig op AutoRAI 2015
AutoRAI 2015 is nu al completer dan eerdere edities.
31
EQUIP AUTO13 t/m 17 oktober
Parijs
Internationale vakbeurs voor de
aftermarket
BedrijfsautoRAI20 t/m 23 oktober
Amsterdam RAI
ReinigingsDemoDagen3 en 4 juni
RDW Testterrein, Lelystad
Tweejaarlijkse beurs voor de afval-
en reinigingsbranche
4 decemberEr zit nog ruimte in de motorfietsmarkt, want er zijn 1,3miljoen A-rijbewijsbezitters in NL en ‘slechts’ 700.000motorfietsen
13 novemberGertjan Sluijter nieuwe voorzitter afdeling Autovak vanRAI Vereniging
13 novemberSectorakkoord autobelastingen ongeschonden doorTweede Kamer
3 novemberMonsterverbond helpt Wiebes uit knoop bijtelling, meldt Telegraaf
30 oktoberBreed gedragen sectorplan als serieus alternatief voor plan autobelastingen Wiebes
28 oktoberVeel aandacht fiscale positie bedrijfsfiets bij behandeling Belastingplan 2015
14 oktoberStriktere emissie-eisen EU voor ‘non-road machinery’ op komst.
13 oktoberEerste aflevering ‘documagazine’ mototv te zien.
Tweets RAI Vereniging
@raivereniging
28 februari t/m 2 maart: Nationale (E-)bike testdagen/FietsVAK dag.
GO!ROUND
Op 12 november vond voor het eerst de
RAI Verenigingsdag plaats, waarbij alle v
ijf afdelingen
– Auto’s, Autovak, Fietsen, Speciale Voe
rtuigen en
Gemotoriseerde Tweewielers – hun ledenver
gadering
hielden in het Elicium van Amsterdam RAI. Daarna
werd voor alle leden een gezamenlijke plenaire
bijeenkomst georganiseerd, waarbij ook afscheid
genomen werd van algemeen voorzitter
Roelf H. de Boer.