go!mobility magazine #4 2015
DESCRIPTION
ÂTRANSCRIPT
GO!MOBILITY #4Magazine RAI Vereniging
JAARGANG 5 – OKTOBER 2015 – NR 4
THEMA: ZWARE JONGENS IN DE MOBILITEITSWERELD
TALKING TRAFFIC • ZWAAR HEFFENEXCENTRIEKE ALLESKUNNER • PETERWINNEN • FUTURISTISCHE LIVEWIRE
GO!GO!
Dit magazine is gedrukt op duurzaam papier.
GO!Mobility is een uitgave van RAI Vereniging, postbus 74800, 1070 DM Amsterdam, telefoon (020) 504 49 49,www.raivereniging.nl.
GO!Mobility verschijnt 5 keer per jaar enis o.a. bestemd voor politici, overheids -instanties, de media en leden van RAI Vereniging. Verspreiding vindt plaatsop basis van controlled circulation.
GO!Mobility is ook als digitaal magazinete lezen op www.raivereniging.nl
ProductieMarkant Media
RedactieMenno Timmer, hoofdredacteur
RedactieraadHarald Bresser, Cees Boutens, Jeroen van de Braak, Ilse Bartels, Mark van Dansik, Isabel Cloudt
RedactieadresGO!MobilityMarkant MediaGoudenregenstraat 151402 ET BussumE-mail: [email protected]. 06-551 35 559 of 035-69 19 061
COLOFON
MODERNE TRUCKS BIJNA EEN FACTOR TIEN SCHONERMercedes spreekt bij de Actros SLT, de Goliath onder de zwaar transport
trekkers, over ‘een nieuwe dimensie in zwaar transport’. Die nieuwe
dimensie verwijst overigens ook naar de efficiencyslag die de sector als
geheel heeft doorgemaakt. Het gemiddeld brandstofverbruik van trucks is
volgens Jan van Gelderen van Mercedes-Benz Trucks, de laatste dertig jaar
met ongeveer 30 procent gedaald. Er is tevens een enorme progressie
geboekt in de reductie van de uitstoot per kilometer. Per saldo zijn moderne
trucks bijna een factor tien schoner dan hun voorgangers van 25 jaar geleden.
DE HELE MOBILITEITSWERELD WORDT ELEKTRISCHEen ‘American dream’ op twee wielen. Een aardige kwalificatie voor een uit
de V.S overgewaaid fenomeen: de fat bike. Trek Benelux vervulde een
voortrekkersrol om dit specifieke segment in ons land op de kaart te zetten.
Zelf trappen moeten de kopers van dit extravagante stoere paradepaardje
nog wel. Maar Martin Sneeuw van Trek Benelux, ziet goede toekomst -
perspectieven voor fat bikes met elektrische trapondersteuning. “Binnen vijf
jaar zal 45 procent van ons Benelux programma elektrisch zijn.”
RAI SOCIETYHolland High Tech automotive
imponeerde op de IAA Frankfurt
met een collectieve stand met een
omtrek van een halve kilometer.PAGINA 18
MARKTANALYSEDe recyclingprestatie van Auto
Recycling Nederland (ARN) is
het afgelopen jaar opnieuw
toegenomen tot 96 procent.PAGINA 25
GO!FACTORJöran van den Bergh, marketing &
product specialist bij Bosal
Nederland, met zijn Alfa Romeo
Giulia uit 1972.
PAGINA 27
ECO-TRENDSHet aantal elektrisch aangedre-
ven auto’s in ons land is sinds
eind 2014 tot en met juli dit jaar
met ruim 32 procent toegenomen
tot 57.867 exemplaren.PAGINA 21
11
13
MedewerkersSjoerd van der LindenOntwerp: PWAD AmsterdamVormgeving: MB voorheen VMTBFotografie: Ton van Til, Johan Peter van der StouweIllustraties: Onno KortlandDruk: W.C. den OudenISSN: 2212-8182
© 2015 RAI Vereniging - alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere wijze, in elke vorm, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
UITGESPROKENPieter Veldhuizen, directeur van
Veldhuizen Wagenbouw, geeft
zijn mobiliteitsvisie.
PAGINA 23
--------------------
THEMA:
ZWARE JONGENS IN DE
MOBILITEITSWERELD
--------------------
2INhoud
Nog nooit sprak een staatssecretaris van Financiën zo duidelijk uit dat hij van de BPM afwil. Heel bijzonder daarbij is dat een meerderheidin de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer datook met hem lijkt eens te zijn.
De huidige staatssecretaris van Financiën is, net als een van zijnvoorgangers, een autofanaat. Heerlijk om op het scherpst vande snede de discussie over fiscaliteit en automobiliteit met EricWiebes te (zien) voeren. Met kracht van argumenten en kennisvan zaken is de lobby van RAI Vereniging daardoor vermoedelijkin goede aarde gevallen. De afbouw van de BPM is niet de enigemaatregel in de autobrief van staatssecretaris Wiebes, waar RAIVereniging zich hard voor heeft gemaakt. Het hoogstebijtellingstarief gaat van 25 naar 22 procent en er komt in deMRB een verhoogd tarief voor dieselauto’s zonder roetfilter.
Terug naar de afbouw van de BPM. Hoewel in Europa en aanstudenten belastingrecht niet uit te leggen, was de BPM voorstaatssecretarissen decennialang de meest makkelijke vorm vanbelastingheffing. Dealers en importeurs deden (onbetaald) deadministratieve uitvoering en inning.
Plotseling van zo’n stabiele en betrouwbareinkomstenbron afscheid nemen doet natuurlijkpijn. De BPM wordt daarom niet in een keer,maar geleidelijk verlaagd (met zo’n 12 procent tot2020).Overigens ook omdat het kabinet de MRBvanaf 2017 ook met 2 procent verlaagt. De BPM-verlaging geldt overigens uitsluitend voor perso -nenauto’s en niet voor motorfietsen, dat is nogwel een punt van aandacht want het is merk-waardig dat je de motorfietsen niet direct laatmeeprofiteren, dus daar maken we nog wel eenpunt van.
Ander goed nieuws is dat staatssecretaris Wiebes een ‘nood-verbandje’ gaat aanleggen voor het im- en exportprobleem. Alle administratieve rompslomp en gedoe bij parallelle importen bij de export - sinds er sprake is van BPM-teruggave bijexport - is de branche al jaren een doorn in het oog.
Blijft er verder nog wat te wensen? Uiteraard, want als je zo’nbelangrijk onderdeel als de BPM uit de autobelastingen haalt,dan zijn er altijd ‘ontwenningsverschijnselen’.
Vooral de vervelende ‘bijwerking’ dat kleine, zuinige auto’s dekomende jaren per saldo meer BPM zullen moeten gaanbetalen is niet uit te leggen. Juist deze categorie auto’s diegewild is bij de particuliere autokoper en die goed is voor onzeCO2-ambities in Nederland, behoor je niet te straffen.
Alles overziend luidt mijn conclusie dat de richting die nu is ingeslagen goed is, maar dat er voor kleine en zuinige auto’s in de definitieve wet een betere oplossing moet wordengevonden.
dr. Steven van Eijck,
algemeen voorzitter RAI Vereniging
DR. STEVEN VAN EIJCK
Ontwenningsverschijnselen
3
4
GO!
BRANCHE NIEUWS
Sinds eind februari rijden steeds meer weggebruikers op de A58 met
één van de Spookfileapps FlowPatrol, SmartCAR of ZOOF. Ruim
3.600 mensen hebben zo’n app gedownload. Zij helpen mee om files
op de A58 te voorkomen en dragen bij aan de ontwikkeling van Talking
Traffic. De partners van het project Spookfiles A58 doen zo in de
praktijk waardevolle ervaringen op met nieuwe technieken. Dit zorgt
voor nieuwe inzichten en ontwikkelingen. En voor plannen om deze
technieken in heel Nederland uit te rollen.
In een coöperatief voertuig-wegkantsysteem staan voertuigen,
verkeerssystemen langs de weg en verkeerscentrales continu met elkaar
in verbinding. Het gaat veel verder dan de file- en omleidingsinforma-
tie die mensen nu via navigatiesystemen, boordcomputers of smart-
phones ontvangen. In een coöperatief systeem is er namelijk ook
contact met de omgeving. Daarom wordt gesproken over Talking
Traffic: het voertuig praat als het ware met andere voertuigen en met de
verkeerssystemen langs de weg, in een straal van een paar honderd
meter. Dit maakt het mogelijk dat weggebruikers écht anticiperen op
wat er voor hen gebeurt. Met het project willen de provincie Noord-
Brabant en het ministerie van Infrastructuur en Milieu de introductie
van coöperatieve systemen in Nederland en Europa versnellen. Zo
wordt ook de leidende positie van Nederland op het gebied van ‘smart
mobility’ verstevigd.
Rijkswaterstaat start dit najaar op de A58 met ‘TalkingTraffic’. Dankzij deze coöperatieve technologie kunnenvoertuigen dan met elkaar en met de verkeersystemenlangs de weg communiceren via een supersnelle verbin-ding. Zo kunnen weggebruikers snel en tijdig anticiperenop wat er voor hen gebeurt. In de toekomst maakt dezetechnologie ook ‘automatisch’ rijden mogelijk.
Spookfiles te lijf met ‘Talking Traffic’
EQUIPVAK, zo luidt de naam van denieuwe nationale beurs rondom hetthema ‘equipment, carwash en tools’die het RAI Equipment Platform vanRAI Vereniging van 31 mei tot en met2 juni 2016 in de Expo Haarlemmer-meer organiseert. Vakbezoekers krijgen daar het meest brede aanbodvan apparatuur en gereedschappengepresenteerd.
Maar niet alleen de nieuwste producten en
ontwikkelingen zijn op EQUIPVAK te zien,
De nieuwe vakbeurs wordt ook een happe-
ning waarbij fabrikanten en importeurs
diverse live demonstraties verzorgen.
Daarnaast wordt EQUIPVAK ondersteund
door meerdere brancheorganisaties en
–verenigingen, die hun achterban tijdens dit
evenement informeren over nieuwe wet- en
regelgeving en andere ontwikkelingen op het
gebied van werkplaats en carwash.
Het RAI Equipment Platform heeft besloten
EQUIPVAK te gaan organiseren na een, in
opdracht van de leden van het platform uitge-
voerd strategisch onder-
zoek naar de wensen van
eindgebruikers. Daarbij
luidde de centrale vraag:
‘hoe wil men in de toe-
komst worden geïnfor-
meerd over equipment, carwash en gereed-
schappen?’
Uit dit onderzoek kwam duidelijk naar voren
dat het publiek algemene vakbeurzen steeds
minder aantrekkelijk vindt. Daarnaast is er
meer behoefte ontstaan naar kleinere, thema-
tische evenementen die zich richten op een
specifiek onderwerp. Ook blijkt dat contact-
momenten tijdens een beurs van groot belang
blijven, met name daar waar het gaat om
oriëntatie op en aanschaf van specialistische
apparatuur en gereedschappen. De vervolg-
stappen die daarop genomen zijn, zijn uniek
te noemen binnen de branche en hebben
geleid tot het opzetten van
een nieuw klantgericht en
specialistisch evenement.
Op dit moment is de
beursoppervlakte al voor
ruim 75 procent gevuld.
“EQUIPVAK is een evenement georganiseerd
dóór en vóór de leden en is het ideale platform
voor iedereen die geïnteresseerd is in de
laatste trends en ontwikkelingen rondom car-
wash en werkplaats”, aldus
Martijn van Eikenhorst,
adjunct-secretaris afdeling
Autovak van
RAI Vereniging.
Nieuwe nationale beurs EQUIPVAK
Onderlinge communicatie tussen auto’s kan spookfiles voorkomen.
5
Dit nieuwe inzamelnetwerk,
waarbij consumenten hun afge-
dankte fietsaccu’s bij fietsdealers
kunnen inleveren, werd met
ondersteuning van Stibat
(Stichting Batterijen) opgezet.
Bij dit collectief hebben zich
nagenoeg alle fietsfabrikan-
ten/importeurs aangesloten,
waarmee een volledige markt-
dekking in zicht komt.
Jaarlijks verschijnen ongeveer
220.000 elektrische fietsen op de
markt. Fietsproducenten en –
importeurs hebben een inname-
plicht. Alleen beschikten zij toen
nog niet over een netwerk om
accu’s veilig en verantwoord in te
zamelen en te verwerken. In
samenwerking met Stibat is
daarom een inzamelnetwerk via
de fietsdealers opgezet. Dit bete-
kent dat consumenten hun oude
fietsaccu’s daar eenvoudig kwijt
kunnen. Nederland behoort
overigens volgens Stibat, samen
met België en Duitsland, tot de
kop lopers op het gebied van bat-
terijrecyling. In totaal werden in
ons land vorig jaar meer dan 3
miljoen kilo batterijen van con-
sumenten ingezameld via de
24.000 inleverpunten van Stibat.
Afgezet tegen het aantal op de
markt gebrachte batterijen staat
dit gelijk aan 44,6 procent; bijna
twee maal zo veel als de Europees
vastgestelde inzameldoelstelling
van 25 procent.
Om op het hoogste niveau de dialoogte voeren over de randvoorwaardenmet betrekking tot Intelligente Trans-port Systemen (ITS) en de invoeringof implementatie van smart mobilityzowel nationaal als internationaal teversnellen, kent Nederland zevenzogeheten ‘ITS Ronde Tafels’.
Stichting SIMS is één van de gesprekspartners,
die namens BOVAG en RAI Vereniging aan
drie van de zeven verschillende tafels aan-
schuift om samen met de markt, kennisinstel-
lingen, overheden en belangenorganisaties de
verschillende ITS-ambities te verwezenlijken.
De omarming van ITS neemt internationaal
een grote vlucht. Binnen Europa is het plat-
form C-ITS de plaats waar over de voorwaar-
den voor toepassing van ITS wordt gesproken.
Nederland wil binnen de EU, maar ook wereld-
wijd, een voortrekkersrol vervullen bij de ont-
wikkeling van ITS. Dit betekent dat de ontwik-
kelingen in ons land zullen moeten passen
binnen deze internationale context. Vandaar
dat binnen de landelijke ITS Ronde Tafels zo
ongeveer alle partijen op alle denkbare niveaus
zijn vertegenwoordigd die er toe doen.
SIMS is namens RAI Vereniging en BOVAG de
gesprekspartner aan een drietal tafels: de Juri-
dische Tafel, de Human Behaviour Tafel en de
Standaardisatie Tafel (Dutch Profiles). Hoofd-
thema tijdens de Juridische Tafel is de vraag:
hoe is het allemaal geregeld met de privacy van
de data die auto’s gebruiken? Wie heeft wan-
neer de zeggenschap over de data en hoe zit het
met de aspecten rondom de aansprakelijkheid?
Tijdens de Human Behaviour Tafel staat uiter-
aard de bestuurder centraal. Het gaat er immers
om dat de automobilist ook daadwerkelijk de
aanbevelingen om wegen beter te benutten
gaat uitvoeren. Bij de Standaardisatie Tafel gaat
het er om alle dienstverlenende partijen
rondom ITS met elkaar volgens vaste standaar-
den te laten communiceren. Uiteraard wordt
daarbij rekening gehouden met en aansluiting
gezocht bij internationale standaarden. We
willen tenslotte ook auto kunnen blijven rijden
over de grens.
Meer informatie over de landelijke ITS Ronde
Tafels is te verkrijgen via: www.ditcm.eu/
its-round-tables.
Het collectieve inzamelsysteem voor e-bike accu’s, dat op initiatief van afdeling Fietsenvan RAI Vereniging per 1 januari 2014 in werking is getreden, heeft een vliegende startdoorgemaakt. In datzelfde jaar werd 87.000 kilo aan fietsaccu’s ingezameld. Dat komtovereen met ruim 26.000 accu’s.
Nederlands recyclingsysteem fietsaccu’s komt op toeren
RAI Vereniging via SIMS aangesloten bij landelijke ITS-Tafels
Leo Bingen, directeur SIMS: ‘De ITS-ontwikkelingen in ons land
zullen in een internationale context moeten passen.’
In Nederland werden vorig jaar ruim 26.000
e-bike accu’s ingezameld.
GO!
6
De overtreffende trap in de bandenwereld
Met vestigingen in meer dan 170 landen, 68 fabrieken in 17 verschil-
lende landen, zo’n 112.300 medewerkers en een productievolume van
ongeveer 178 miljoen banden per jaar, zegt Michelin alles wat op wie-
len staat van banden te kunnen voorzien om zo aan elke mobiliteitsbe-
hoefte te voldoen. De Vries kan zich dan ook niet echt vinden in de
kwalificatie bandenfabrikant als het om Michelin gaat. “Feitelijk zijn
wij een leverancier van mobiliteit. Alles wat een voertuig doet en moet
doen geschiedt via de band. De band bepaalt het gedrag van een auto,
motor of fiets. Michelin is voortdurend bezig om door innovaties en
het toepassen van nieuwe technologieën een voertuig optimaal mobiel
en veilig te houden. En dat gebeurt niet vanuit puur de marketing filo-
sofie, maar door goed te luisteren naar wat de klant wil. Voorop staat
het leveren van oplossingen en niet het aanbieden van producten.”
Analyse rijgedragOm het rijgedrag van automobilisten zo goed mogelijk in kaart te
brengen en te kunnen analyseren welke effecten dit heeft op banden,
heeft Michelin 3.000 personenauto’s in Europa uitgerust met een
meetunit die alle gegevens van het voertuig vastlegt: de positie, de
gereden snelheden, het remgedrag, acceleratie, gedrag in bochten,
weersomstandigheden etc.
De Vries: “al die data leveren waardevolle informatie op om vast te
stellen waar een band aan moet voldoen en daarmee is het vervolgens
mogelijk is om banden te ontwikkelen op basis van de wensen van de
consument.”
CrossClimateEen goed voorbeeld hiervan noemt hij de Michelin CrossClimate, die
vlak voor de zomer is geïntroduceerd voor de automobilist die het hele
jaar door optimale veiligheid wenst, maar dan wel met één set banden.
De Vries wijst er nadrukkelijk op dat de CrossClimate geen compromis
is tussen een zomerband en een winterband zoals 4-seizoenenbanden
dat wel zijn. “De CrossClimate presteert ‘s zomers net zo goed als een
normale zomerband en de tractie en de remprestaties in de sneeuw zijn
vergelijkbaar met een officiële winterband. Wij gaan daarbij wel uit
van normale winterse omstandigheden, zoals in Nederland, dus niet
van extreem winters weer.”
De CrossClimate is voorzien van het ‘3 Peak Mountain Snow Flake’
EU- label en is daarmee geschikt voor gebruik in landen die ’s winters
een aangepaste bandenuitrusting voorschrijven. De Vries rekent voor
dat de remweg van de CrossClimate in de zomer vijf meter korter is
dan de gemiddelde 4-seizoenenband. Op nat wegdek bedraagt dit ver-
schil drie meter ten faveure van de CrossClimate. Daarmee biedt de
band het beste van twee werelden voor de groep die nu nog het hele
jaar op zomerbanden of 4-seizoenenbanden rijdt en voor hen die geen
zin hebben in een jaarlijkse bandenwissel en toch maximale veiligheid
willen.
MegabandVan een geheel andere orde is de eerder genoemde Michelin 59/80 R63
XDR. Deze reuzenband, die een lengte heeft van twee basketballers
Een band met een diameter van 63 inch, een hoogte van 4,03 meter en een draagvermogen van 100 ton. Het lijkt een object uit een futuristische wereld waar buitenaardse proporties en andere
dimensies gelden. Niets is echter minder waar. Met de Michelin 59/80 R63 XDR, de grootste bandooit gebouwd, zet Michelin een nieuwe norm in de bandenwereld. Dat geldt volgens Per de Vries,
Product Marketing Manager van Michelin Nederland, eveneens voor de onlangs gelanceerde Michelin CrossClimate. Een band die de technologieën van zomer- en winterbanden verenigt,
zonder aan kwaliteit, prestaties en veiligheid in te boeten.
Michelin: ‘een bandkan het verkoopsuccesvan een auto bepalen’
7
Per de Vries: ‘Er ligt voortdurend een uitdaging om de rolweerstand van banden verder te verlagen.’
‘Wij leveren geen banden maar
mobiliteits oplossingen’
8
GO!
die in een acrobatische houding in elkaar zijn gevlochten, is bestemd
voor de grootste transportmiddelen (dumpers) in de mijnbouw. ‘Het is
niet zomaar een megaband”, zegt De Vries. “Er zit behoorlijk veel
techniek en innovatie in verwerkt. Dit soort banden moeten een maxi-
male bedrijfszekerheid van die dumpers garanderen. Ze mogen niet lek
raken en dienen altijd de juiste bandenspanning te hebben. Want als ze
kapot gaan, dan kost het acht uur om ze te vervangen en dat betekent
een enorme schadepost qua stilstaande uren.”
Groen, groener, groenst...Groene banden, eco-banden, stille banden etc. Alle bandenmerken zijn
er al jaren mee bezig. Zo ook Michelin. Er is zelfs eind 2012 een banden-
label van kracht dat consumenten moet helpen bij het kiezen van de
meest geschikte band. Maar wat kan de gemiddelde consument daar-
van in zijn portemonnee merken? “Veel”, beklemtoont De Vries.
“Wij zijn inmiddels met de vierde generatie ecoband bezig: de
Michelin Energy Saver+. Vergeleken met de eerste generatie uit 1992 is
de rolweerstand met 10 procent verlaagd. Er is enorm veel progressie
geboekt. Toch is een personenautoband nog altijd verantwoordelijk
voor twintig procent van het brandstofverbruik. Met andere woorden:
bij vijf keer tanken heb je één volle tank nodig om de banden rollend te
houden. Bij bedrijfswagens is die verhouding één op drie. Banden
hebben dus een belangrijke invloed op de CO2-emissie. Er ligt dus een
voort durende uitdaging om die rolweerstand te verlagen.”
Banden voor E-voertuigenEn dat geldt naar zijn mening niet alleen voor bestaande maar
eveneens voor nieuwe voertuigconcepten. Te denken valt aan e-cars of
e-bikes en speed pedelecs. “Elektrisch aangedreven voertuigen vragen
om specifieke bandoplossingen. De actieradius van een e-car is
tenslotte redelijk beperkt. Het toepassen van een zogeheten ‘tall and
narrow’ band kan in die gevallen de reikwijdte al gauw met 20 procent
verlengen. Zelfs voor e-bikes zijn aparte banden nodig. Die kun je niet
met gewone fietsbanden uitrusten. Door mee te denken met voertuig-
fabrikanten werkt Michelin aan de toekomst.”
Vooral voor autofabrikanten kunnen banden het verschil maken,
besluit De Vries. “Die worden immers afgerekend op de CO2-emissie
van hun totale productie. Elke band van ons die één gram CO2-reduc-
tie kan opleveren – denk aan de fiscale bijtellingsgrenzen - kan dus
bepalen of een auto wel of niet wordt verkocht.”
Met een hoogte van 4,03 meter en een draagvermogen van 100 ton is de Michelin 59/80 R63 XDR de grootste band ter wereld.
9
Palfinger Nederland:
Hij wijst op zijn nieuwste paradepaardje: de
Palfinger PK 200002L-SH. “Deze radio -
grafisch bestuurbare autolaadkraan met een
reikwijdte van 45 meter en een maximaal
hefvermogen van 200 tonmeter is in staat om
zo’n 40 personenauto’s tegelijk te tillen.”
Palfinger Nederland is in de wereld van laad-
en lossystemen een gevestigde naam. De
geschiedenis van de onderneming voert terug
naar 1983 toen Gerard van den Aarsen in
Pijnacker de VDA Konstruktie bv oprichtte, dat
gespecialiseerd was in het opbouwen van voer-
tuigen met een zelf ontwikkeld beladings -
systeem voor minicontainers, alsmede een
aantal andere specifieke producten voor de
reinigings- en recyclingbranche. Nadat VDA
zich vervolgens ontwikkelde tot de grootste
Palfinger-dealer in ons land, werd in 1994 het
importeurschap voor Palfinger kranen verwor-
ven. Op jaarbasis verkoopt het bedrijf tussen
de 400 en 500 Palfinger producten, waaronder
autolaadkranen, hout-, schroot en kipperkra-
nen, haakarm- en portaalsystemen en mee-
neemheftrucks. De bulk van de afzet, namelijk
zo’n 60 procent, betreft autolaadkranen.
Exceptioneel transportOp bijna een op de drie autolaadkranen die in
Nederland worden verkocht prijkt volgens
Van Aarsen inmiddels het logo van Palfinger.
Nog hoger is het marktaandeel van de zogehe-
ten Z-kranen. Die hebben, in vergelijking met
de conventionele kranen, het voordeel dat het
complete systeem, inclusief de grijper,
Veiligheid, comfort, betrouwbaarheid en duurzaamheid zijn zaken die bij de aanschaf van laad- enlossystemen een doorslaggevende rol spelen. “Was een autolaadkraan vroeger een berg staal meteen paar cilinders, tegenwoordig is het een hightech product waarbij een geavanceerd elektronischsysteem, in combinatie met tal van sensoren, per situatie berekent hoeveel een kraan mag en kan tillen”, vertelt Wouter van den Aarsen, algemeen directeur van Palfinger Nederland.
Zwaar heffen op het hoogste niveau
Van den Aarsen: ‘Met 200 tonmeter hefvermogen is de grens van wat in de praktijk maximaal haalbaar voor de “conventionele”
autolaadkraan wel bereikt.’
GO!
10
opvouwbaar is. Bovendien zijn de Z-kranen
van Palfinger voorzien van een zogeheten B4-
classificatie. Dat wil zeggen dat ze heel veel
laad- en loscycli aankunnen en dus een langere
levensduur hebben.
Van den Aarsen schat dat Palfinger Nederland
de helft van deze opvouwbare kranen levert.
“Onze Epsilon hout-, schroot en kipperkranen
worden vooral ingezet in bulk-
transport, de bosbouw, bij
houttransport en ten behoeve van
recycling, bijvoorbeeld bij overslag
van schroot en afval. Wij zijn
vooral gespecialiseerd in het bie-
den van laad- en losoplossingen
voor zwaar en exceptioneel trans-
port. Vandaar dat tweederde van
onze klanten is te vinden in de
aannemerij, de bouwwereld en de
wegenbouw. En ongeveer 20
procent vindt zijn weg naar over-
heden en gemeenten.”
Zware jongenDe nieuwste sterke schakel in het
Palfinger-programma noemt Van
den Aarsen de eerder genoemde
PK 200002L-SH. Met deze ‘zware
jongen’ wil Palfinger een nieuwe
maatstaf zetten op het gebied van
zwaar heffen met precisie. “Het
hefvermogen is met 200 tonmeter
ongeveer het hoogst haalbare, terwijl dankzij
de opvouwbaarheid van deze kraan de afme-
tingen van het voertuig compact blijven en
gebruikers relatief makkelijk in de stad kunnen
manoeuvreren. Deze kraan, die het gat tussen
de autolaadkraan en de traditionele telekraan
verkleint, is speciaal ontwikkeld voor heavy
duty werkzaamheden op grote hoogten en
waar veel bereik wordt gevraagd.”
Van den Aarsen verwacht dat met 200 tonme-
ter hefvermogen de grens van wat in de prak-
tijk maximaal haalbaar voor de ‘conventionele’
autolaadkraan wel is bereikt. “Althans volgens
de criteria die Palfinger hanteert. Hun filosofie
luidt dat je het gewicht dat je wilt tillen ook
moet kunnen vervoeren, een filosofie die met
de 200 tonmeter overigens wel losgelaten
wordt. Aangezien een 200 tonmeter kraan al
gauw 20 ton weegt, is er voor die opbouw een
4- of 5-assige vrachtwagen nodig.”
Verboden werkpositiesVan Aarsen constateert dat de complexiteit, het
comfort en de veiligheid van autolaadkranen
de laatste jaren een enorme progressie hebben
doorgemaakt. Zo is, vervolgt hij, de EN 12999
norm, waar autolaadkranen onder vallen, het
laatste decennium fors aangescherpt. “Dit
heeft er toe geleid dat de verantwoordelijkheid
voor de veiligheid tijdens het gebruik niet
langer bij de gebruiker maar bij de fabrikant is
komen te liggen. De norm bepaalt dat de
fabrikant ervoor moet zorgen dat de kraan
altijd stabiel is. En de norm dicteert dat
‘verboden werkposities’ – dus de posities die
een kraan vanwege zijn constructie niet mag
bereiken om omvallen te voorkomen - niet
mogelijk zijn.”
Daarmee is een autolaadkraan een soort
mobiele computer geworden. Met behulp van
zaken als High performance Stability Control
berekent het systeem auto -
matisch hoeveel de kraan in alle
voorkomende situaties mag
tillen. Voeg daarbij het Active
Oscillation Suppression (AOS),
het automatisch
dempingssysteem voor de
arm bewegingen van de kraan
én radiografische afstandsbe-
diening, en het is duidelijk dat
werkelijk alle registers zijn
opengetrokken om eventuele
ongevallen te voor komen en
het gebruiksgemak te optimali-
seren.
Hufterproof“Toch is het een illusie om te
denken dat het mogelijk is om
een kraan volledig ‘hufter-
proof’ te maken”, meent Van
Aarsen. “Wat de norm ook voorschrijft, de
gebruiker dient zelf vakbekwaam en kundig te
zijn. Daarom dienen kranenchauffeurs te
beschikken over een ‘hijsbewijs’. Ook daar
tillen wij als branche, om in de kranen -
terminologie te blijven, zwaar aan.”
‘Het systeem berekent automatisch hoeveel de kraan in alle voorkomende situaties mag tillen.’
‘Een kraan volledighufterproof maken is
een illusie’
11
Volgens Jan van Gelderen, PR-
manager van Mercedes-Benz
Trucks, is de Actros SLT welis-
waar bijzonder, maar niet een
voertuig dat specifiek is voor
waar Mercedes voor staat. “Het is
natuurlijk wel een icoon en een
imagodrager binnen ons gamma,
maar eigenlijk hebben alle truck-
fabrikanten wel zo’n ‘dikke
jongen’ in hun portefeuille.”
De kopers zijn transporteurs met
zeer specifieke klantwensen ten
aanzien van het motorvermogen
en het benodigde koppel. “Met de
nadruk op koppel”, vervolgt hij,
“want pk’s zeggen lang niet alles.
Het extreem hoge koppel van
maar liefst 3.000 Newtonmeter
maakt de truck geschikt voor het
vervoer van zeer zware ladingen.
Zonder dat dit overigens een aan-
slag doet op de portemonnee van
de transporteur, want dit hoge
koppel zorgt ervoor dat de SLT
snel de kruissnelheid bereikt en
daarom, ondanks het gewicht en
het motorvermogen, een matige
drinker is.”
Custom madeMercedes produceert de SLT in
het Duitse Wörth, waarna het
voertuig honderd kilometer ver-
derop in Molsheim (Frankrijk) bij
Custom Tailered Trucks (CTT)
volledig op klantspecificatie
wordt afgebouwd. Tot de moge-
lijke modificaties behoren extra
assen, het verlengen of inkorten
van het chassis, het plaatsen van
crew-cabs, etc.
Dat de Actros SLT een buiten-
beentje is dat een beperkt aantal
afnemers kent, blijkt al snel als
het productievolume ter sprake
komt. Mercedes vervaardigt er
per jaar niet meer dan honderd,
waarvan er ongeveer tien exem-
plaren in Nederland een nieuwe
eigenaar vinden.
“Dat de markt beperkt is, is niet
verwonderlijk”, zegt Van Gelde-
ren. “De meeste vervoerders
hebben niet zo’n krachtpatser
nodig. Die kunnen prima toe met
een truck van rond de 400 pk. De
bandbreedte van ons progamma
loopt overigens van 156 tot 625
pk. In de Nederlandse truck-
markt, die dit jaar naar verwach-
ting op ongeveer 12.000 een -
heden (+ 20%) zal uitkomen,
heeft Mercedes een aandeel van
18 procent, waarvan er in de
klasse van ‘heavy’s’ boven de 16
ton zo’n 1.600 exemplaren wor-
den verkocht. En van dat volume
is de Actros SLT het vlaggen-
schip.”
‘Moderne trucks bijna een factor tien schoner’
Krachtpatser voor zwaar transportBij een truck die tot 250 ton en in sommige uitvoeringen tot 400 ton kan trekken, die voorzien is vaneen 625 pk zescilinder motor met een inhoud van 16 liter en die tegelijkertijd probleemloos voldoetaan de Euro-VI norm, kun je gerust spreken van de Goliath onder de zwaar transport trekkers. Zelfspreekt Mercedes bij de Actros SLT over ‘een nieuwe dimensie in zwaar transport’. Maar wat waseigenlijk de reden om een dergelijke mastodont op de markt te brengen?
Jan van Gelderen: ‘Er is een enorme progressie geboekt in de reductie van de uitstoot per kilometer.’
GO!
12
Business partnerAls het gaat om zowel het natio-
nale als het internationale distri-
butievervoer vervult Mercedes
volgens Van Gelderen een
belangrijke schakel in de totale
distributieketen. “Het gaat er
daarbij vooral om de Total Cost of
Ownership (TCO) zo laag moge-
lijk te houden en een totaaloplos-
sing voor meer rendement te bie-
den. Truckfabrikanten treden
tegenwoordig veel meer op als
business partner dan als garagist.
Zo denken we mee over de kos-
tenstructuur (TCO), het brand-
stofverbruik, de veiligheid en
logistieke oplossingen. Transpor-
teurs willen veel meer worden
ontzorgd, zich uitsluitend bezig-
houden met warehousing en
logistiek, terwijl de truck -
fabrikant moet zorgen dat het
voertuig blijft rijden.”
Active Brake Assist 3Als voorbeeld van ontzorgen
noemt hij Fleet Board, een voer-
tuigmanagementsysteem dat
ongeveer alles controleert: de rij-
stijl van de chauffeur, het brand-
stofverbruik in relatie tot de
lading en dat de transporteur
bovendien in staat stelt om op
afstand zijn truck te monitoren
en (route) planningen te kunnen
maken. Daarnaast biedt de lease-
maatschappij Charterway van
Mercedes sinds enige tijd een
universeel reparatie onderhouds-
pakket aan. “Dit betekent dat een
transporteur met een bij ons ge -
leasde truck voortaan bij iedere
Mercedes dealer terecht kan, zelfs
in Europa. En dan is er natuurlijk
nog het onderwerp verkeersvei-
ligheid en de wijze waarop een
truck optimaal in alle verkeers -
situaties kan acteren. Active
Brake Assist 3 is bijvoorbeeld
zo’n proactief veiligheidssysteem
dat leverbaar is op al onze huidige
generatie trucks. Dit systeem
anticipeert op wegsituaties. Als er
plotseling een file opdoemt dan
grijpt het systeem automatisch in
en zorgt dat het voertuig veilig
tot stilstand komt.”
30 procent minder brandstofverbruikEen cruciaal element in het redu-
ceren van de transportkosten
betreft uiteraard het brandstofver-
bruik. Iets waar Mercedes sterk op
zegt te focussen. Niet minder dan
een derde (30%) van de Total Cost
of Ownership heeft namelijk
betrekking op het brandstofver-
bruik. De afgelopen decennia
heeft de hele sector op dat gebied
een behoorlijke slag gemaakt.
Van Gelderen rekent voor dat het
gemiddelde brandstofverbruik
van de trucks de laatste dertig jaar
met ongeveer 30 procent is
gedaald. “Als je nu met een truck
uit pakweg 1975 zou rijden, dan
zou een transporteur die 150.000
kilometer per jaar aflegt al gauw
25.000 liter diesel per jaar meer
nodig hebben. Dan heb je het
zomaar over een bedrag van ruim
30.000 euro!”
Factor tien schonerMaar een lager brandstofverbruik
impliceert automatisch ook min-
der emissie van schadelijke stof-
fen. “Er is tevens een enorme
progressie geboekt in de reductie
van de uitstoot per kilometer”,
besluit Van Gelderen. “Euro-VI
vrachtauto’s stoten in de praktijk
tot 90 procent minder fijnstof en
stikstofoxiden (NOx) uit dan
trucks die in 1992 met euro 1 op
de markt kwamen. Per saldo zijn
moderne trucks bijna een factor
tien schoner dan hun voorgan-
gers van 25 jaar geleden.”
‘Eenderde van de Total Cost of Ownership heeft betrekking op het brandstofverbruik.’
‘Transporteurs willen veelmeer worden ontzorgd’
13
Trek Benelux vervulde een voortrekkersrol
om dit specifieke segment in ons land op de
kaart te zetten. Zelf trappen moeten de kopers
van dit extravagante stoere paradepaardje nog
wel. Maar Martin Sneeuw, Media Specialist bij
Trek Benelux, ziet goede toekomstperspectie-
ven voor fat bikes met elektrische traponder-
steuning. “Binnen vijf jaar zal 45 procent van
ons Benelux programma elektrisch zijn.”
Trek Benelux is in Nederland sinds 1991 actief
als volle dochter van het Amerikaanse Trek
Corp. Vanuit de Benelux vestiging in Harder-
wijk verkoopt het merk via ruim 400 dealers
jaarlijks zo’n 70.000 fietsen en accessoires in
Nederland, België en Luxemburg. Trek is één
van de marktleiders op het gebied van moun-
tainbikes en racefietsen. Die worden ontwik-
keld en ontworpen in de V.S., terwijl ongeveer
70 procent van de productie geschiedt in Azië
en Duitsland. In Wijchen beschikt Trek over
een centraal distributie magazijn. Op het
hoofdkantoor in Harderwijk bevindt zich
eveneens een afdeling die zich bezig houdt
Trek Benelux: ‘de hele mobiliteitswereld wordt elektrisch’
Een ‘American dream’ op tweewielen. Een aardige kwalificatievoor een uit de V.S overgewaaidfenomeen: de fat bike. In Nederland is deze flink uit dekluiten gewassen mountainbikemet extreem dikke banden eenvreemde eend in de fietsbijt.Kopers zijn vooral fanatiekefietsers die door het rijden langsde kust en over stranden graageen extra dimensie aan hunsport willen toevoegen.
Fat bike: excentrieke alleskunnervoor de ‘Dutch mountains’
Martin Sneeuw: ‘Een fat bike biedt, als compromis tussen een cross country en een full suspension fiets het beste uit twee werelden.’
GO!
14
met productontwikkeling voor de Europese
markt.
FietsloipesHet grootste deel van de omzet, zo’n 55 pro-
cent, heeft betrekking op de conventionele
fietsen en met name de e-bike, vertelt
Sneeuw. Hij erkent dat de fat bike een relatief
jonge loot aan de stam is. “Het is een typisch
Amerikaans verschijnsel dat twee jaar geleden
is doorgesijpeld naar Europa. In Noord-
Amerika en Canada met relatief korte zomers
en lange winters, biedt de fat bike de mogelijk-
heid om langer te kunnen blijven fietsen. Een
verlenging van het fietsseizoen dus. De
(lokale) overheid trekt namelijk met sneeuw-
scooters speciale sporen, zogeheten fiets -
loipes, zodat berijders met zo’n fat bike pro-
bleemloos door de sneeuw kunnen rijden.”
Beste van twee wereldenVoor Nederland zijn de toepassingsmogelijk-
heden van een fat bike in principe beperkt.
Feitelijk is een fat bike niet veel meer dan een
mountainbike met extreem dikke banden.
Martin Sneeuw legt uit dat banden van een fat
bike 5 inch breed zijn. Dat is 2,5 maal zo dik als
die van een reguliere mountainbike band.
Inmiddels is er, mede dankzij de inspanningen
van Trek, sprake van een trend naar fat bikes
met een groter wielmaat (29+) die voorzien
zijn van 3 inch banden. Trek levert die onder
de naam Stache. “De grotere wielen, in com-
binatie met iets minder brede banden en een
starre achtervork, bieden per saldo het beste
van twee werelden: een compromis tussen
een cross country fiets en een full suspension
fiets.”
Met als grote voordeel dat de fiets veel tractie
heeft en gebruikers er prima mee door het
rulle zand en over stranden kunnen ploegen.
Want bergen of veel sneeuwval heeft Neder-
land immers niet en crossen door de
Hollandse duingebieden is verboden.
Sneeuw: “van een hype of rage kun je niet
echt spreken, maar fat bikes genieten, met
name bij bewoners langs de kust, een redelijke
populariteit. Voor ons als totaalleverancier is
het in ieder geval belangrijk om een fat bike in
het programma te hebben.”
Helmplicht snelle e-bikesOp de vraag of de komst van eventuele
elektrische trapondersteuning bij fat bikes niet
vloeken in de kerk is, reageert Sneeuw laco-
niek. “Waarom zou dat minder cool zijn?”
“In de Alpen zijn elektrisch ondersteunde
mountainbikes al razend populair. Er zijn zelfs
al speciale routes voor uitgezet. Op termijn
wordt de hele mobiliteitswereld elektrisch.
Je ziet nu al dat de verschillende branches –
auto’s, gemotoriseerde tweewielers en nu ook
fietsen – naar elkaar toe groeien. Op dit
moment is 10 procent van onze modellen
elektrisch. Ik verwacht dat dit percentage
binnen vijf jaar zal groeien tot 45 procent.
Vergeet daarbij ook niet dat steeds meer
jongeren overstappen op een e-bike.”
Ondertussen laait, met het drukker worden
op de fietspaden en het toenemend aantal
snelle e-bikes en speed pedelecs, in Nederland
de discussie over het eventueel invoeren van
een helmplicht op. Trek zegt het begrijpelijk te
vinden dat zo’n helmplicht, die in een aantal
andere EU-landen al geldt voor speed
pedelecs, ook in ons land wordt ingevoerd.
Sneeuw: “racefietsers rijden gemiddeld als
gauw 28 tot 30 kilometer per uur en die dra-
gen vrijwel allemaal een fietshelm. Waarom
zou dat dan niet zo zijn voor fietsen die top-
snelheden van 40 tot 45 kilometer per uur
kunnen bereiken? Wij gaan ervan uit dat dit
zowel de veiligheid van de berijder als het
product zelf ten goede zal komen.”
‘Binnen vijf jaar zal 45 procent van ons programma elektrisch zijn.’
‘De hele mobiliteits -wereld wordt elektrisch’
15
Aan de look and feel van deze legendarische
mastodont is volgens Country Manager
Martin Mulder sinds de introductie in 1979
amper iets verandert. “Want, zegt hij, “bij
Harley-Davidson is alles evolutie.” Een
opmerkelijke uitzondering op deze regel
betreft het futuristische elektrische prototype
LiveWire die vóór 2020 op de markt moet
komen.
Samen met de Fat Boy behoort de Road King
tot de meest aansprekende en iconische
machines binnen de verschillende ‘motoren-
families’ van Harley-Davidson. Sinds de
marktintroductie bijna veertig jaar geleden
zijn er van deze uitgeklede Electra Glide
Harley wereldwijd enkele tienduizenden
exemplaren verkocht. Kopers zijn over het
algemeen van middelbare leeftijd. Mulder
omschrijft hen als een reislustig publiek dat
graag grotere afstanden aflegt en dat hun Road
King beschouwt als een toermotor pur sang.
De bijzondere aantrekkingskracht van Harley-
Davidson is naar zijn mening toe te schrijven
Tijdloos, nostalgisch, een klassieke touring machine me tallure. De zware roffel die hetstoere stampende V-twinmotorblok ten beste geeft, iszelfs voor een niet motorrijdervan grote afstand herkenbaar.We hebben het over de RoadKing, het vlaggenschip vanHarley-Davidson.
Harley-Davidson stand-by voorelektrische revolutie
Legendarische Road King bijna veertig jaar vlaggenschip
Martin Mulder: ‘Kopers van een Harley willen deel uitmaken van
de inmiddels 112-jarige legende van het merk.’
GO!
16
aan het karakteristieke stoere design, de uitstraling en de beleving van
het merk. “Het zijn mensen die puur willen genieten van het motor -
rijden en die deel willen uitmaken van deze inmiddels 112-jarige
legende.”
Passing powerHoewel de Road King de afgelopen decennia ogenschijnlijk nauwelijks
een gedaanteverwisseling heeft ondergaan, waarbij de nieuwste
modellen optisch een grote overeenkomst vertonen met hun ‘voor -
ouders’, bedriegt ook hier de schijn. Harley-Davidson houdt namelijk
regelmatig klanttevredenheidsonderzoeken. Die klantenfeedback heeft
er, vertelt Mulder, onder andere toe geleid dat medio 2013 alle tour -
modellen uitgebreid onder de loep zijn genomen en op het gebied van
ergonomie en techniek op vele honderden punten zijn aangepast. Geen
cosmetische, maar een onderhuidse ingreep dus.
“Zo kwam naar voren dat veel Harley-rijders meer ‘passing power’
wensten. Meer acceleratie en snelheid tijdens inhaalmanoeuvres. Dat
hebben we weten te realiseren door voortaan de speciaal voor de politie
getunede motorblokken ook in de reguliere productiemodellen toe te
passen.”
‘Het is van belang jongeren tijdig met het motorvirus te besmetten’.
17
Jonge instroomMaar welke trends ziet Mulder eigenlijk in de motorfietsbranche? In
hoeverre speelt het fenomeen ‘downsizing’ - kleinere modellen met
lichtere en zuiniger motoren – een rol bij Harley-Davidson en hoe kijkt
hij aan tegen de vergrijzing in de sector?
De Country Manager is er van overtuigd dat de toenemende verstede-
lijking en de groeiende behoefte aan gemotoriseerde tweewielers die
binnen die urbanisatie passen de sector in de kaart speelt en kansen
biedt. “Dat is precies de reden waarom wij onlangs de ‘Street’ hebben
geïntroduceerd, een lichtgewicht en uiterst wendbare stadsmotor.”
Dat minder jongeren voor een motor zouden kiezen, nuanceert hij.
“Het tij is langzaam aan het keren. Recente cijfers van het CBS tonen
duidelijk aan dat meer jongeren het A-rijbewijs halen, waaronder ook
veel vrouwen. Er is dus wel degelijk een jonge instroom. Het probleem
is alleen dat vanaf de leeftijd 30 tot 35 jaar, als er kinderen komen, de
motorhobby weer aan de spreek-
woordelijke wilgen wordt gehangen.
Het is dus van belang om ze vóór die
tijd met het motorvirus te
besmetten.”
LiveWireOver het verschijnsel downsizing is
Mulder helder. “Voor het conven tionele programma van Harley-
Davidson speelt dat niet direct een rol. Wij bewandelen tenslotte de
Darwinistische evolutionaire weg en gaan niet plotseling een totaal
andere koers varen.”
In dat licht bezien is de ontwikkeling van de fluisterstille volledig
elektrisch aangedreven LiveWire, die nu al de Tesla op twee wielen
wordt genoemd, wel degelijk een revolutionaire koersverandering. Van
dit prototype zijn er in totaal dertig exemplaren gebouwd met als doel
deze geluid- en emissieloze Harley door het publiek aan de tand te laten
voelen. Wereldwijd hebben inmiddels 17.000 motorrijders met de
LiveWire kunnen rijden en hun oordeel gegeven. “Het resultaat was
zeer bemoedigend en verrassend”, vervolgt Mulder. “Niet minder dan
83 procent van de testrijders vond het een fantastisch product, waarvan
76 procent zelfs aangaf de LiveWire direct te willen aanschaffen als
deze te koop zou zijn.”
Jaloersmakende prestatiesVoor wie de specificaties van deze futuristische e-motor bekijkt, is dat
niet verwonderlijk. De 70 pk motor met een zeer hoog koppel zorgt
ervoor dat de machine in 4 seconden van 0 tot 100 km/u wordt
gekatapulteerd. Dat is een tijd waar menig sportwagenbouwer jaloers
op zou zijn. Alleen de actieradius is met 85 kilometer nog beperkt,
erkent Mulder. “Die moet zeker omhoog naar circa 200 kilometer. En
de laadtijd, nu 3,5 uur, moet omlaag. Daar wordt hard aan gewerkt,
want vóór 2020 wil Harley-Davidson een echte straatversie van de
elektrische LiveWire lanceren.”
Eén Nederlandse koper is er in ieder geval al. Europarlementariër Wim
van de Camp (CDA) en motoradept, maakte namelijk als een van de
eersten in ons land kennis met de LiveWire.
Dat gebeurde afgelopen augustus in Lelystad waar Harley-Davidson
Benelux klanten had uitgenodigd om op een van de vier beschikbare
elektrische prototypes te kunnen rijden. Daar reageerde Van de Camp
dolenthousiast met de mededeling: “Pak hem maar in!”
’83 procent van de test -rijders vond de LiveWireeen fantastisch product’
RAI SOCIETY18
GO!
In de aanloop naar de BedrijfsAutoRAI 2015 werden de leden van afdeling
Speciale Voertuigen van RAI Vereniging tijdens hun bedrijfsbezoek bij Terberg in
Benschop uitvoerig over de vorderingen van de beurs bijge-
praat. Roelant Groen, beursmanager BedrijfsautoRAI, gaf
bij het sectiebezoek aan dit familiebedrijf,
waaraan ruim 40 leden van de afdeling deel-
namen, de feitelijke kick-off van de beurs
door met hen de stand indelingen door te
nemen. Dit tot grote tevredenheid van de
aanwezigen. De SV-leden kregen overigens
niet alleen een update over de Bedrijfsauto-
RAI, maar werden tevens over tal van actuele zaken binnen
de branche op de hoogte gesteld. Zo vertelde Jan Hart-
man die namens het bedrijf STP zitting heeft in het Technical
Commitee van het CLCCR, de Europese koepelorganisatie
van trailer- en carrosseriefabrikanten, over het grote belang
om als SV-lid nauw bij technische ontwikkelingen betrokken te zijn. Uiteraard
maakte een uitgebreid bedrijfs bezoek aan Terberg deel uit van het programma.
Op de foto is nog de bejaarde rode Terberg trekker te zien die ooit nog werd
gebouwd door de smederij waarmee Terberg is begonnen. Inmiddels telt het in
1869 opgerichte familie bedrijf zes divisies met twintig werkmaatschappijen en
is stevig verankerd in alle geledingen van de automotive sector. Tijdens de rond-
leiding lieten George en Bert Terberg weten de ‘relatieve rust’ die de eco-
nomische crisis in de bedrijfsvoering veroorzaakte te heb-
ben aangewend om alle bedrijfsprocessen nog eens goed
onder de loep te nemen. Daarmee slaagden zij er in om de
positie van Terberg in het algemeen, en in het bijzonder die
op het gebied van terminal trekkers, verder te verstevigen.
Netwerken per segwayEen kijkje in de keuken van het complete productie-
proces bij BMW en Robert Bosch is niet voor
iedereen weggelegd. En juist dat maakte de vakreis
van de jonge managersnetwerken
van RAI Vereniging naar de Bosch-
fabriek in Bamberg en de BMW-
fabriek in Regensburg zo bijzonder.
Niet minder dan 25 leden van de
JCG (afdeling Autovak), JSV (afde-
ling Speciale Voertuigen) en de
JMA (afdeling Auto’s) reisden eind
mei af naar Duitsland om met
eigen ogen te kunnen aanschou-
wen hoe BMW er in slaagt om in
Regenburg dagelijks meer dan
1.100 auto’s te produceren. “BMW
vervaardigt in deze fabriek zowel
de 1,2, 3 en 4-serie, alsmede de
Z4”, vertelt Martijn van Eiken-
horst, adjunct-secretaris afdeling
Autovak. “Het was vooral bijzonder om te zien dat
er niet ‘telkens één model van één bepaalde pro-
ductieband loopt, maar dat de modellen van de ver-
schillende series door elkaar heen op dezelfde band
worden geproduceerd.” In Bamberg bezocht het
gezelschap vervolgens de Bosch fabriek waar zowel
de productie van bougies als
onderdelen voor dieselinjectie-
systemen plaatsvindt. Van
Eikenhorst benadrukt dat bij
dit soort vakreizen het infor-
mele karakter, naast het functi-
onele element, eveneens een
belangrijke rol speelt. Zo was
er voor de jonge managers
veel ruimte in het programma
om in een ontspannen sfeer
met elkaar van gedachten te
wisselen. Dat ‘netwerken’
gebeurde onder andere tijdens
een tocht van twee uur per
segway door Bamberg onder
begeleiding van een gids.
In de startblokken voor BedrijfsautoRAI 2015
19
Een karakteristieke haven, een wereldberoemde dijk, een fraai panoramisch
vergezicht aan het IJsselmeer en een smakelijke portie mosselen vormden de
belangrijkste ingrediënten van de traditionele mosselavond die afdeling Auto-
vak in september organiseerde. Uitvalsbasis van dit sfeervolle samenzijn met
een groot aantal leden van het RAI Equipment Platform vormde Grand Café
De Dijk in Volendam. Een unieke locatie waar de verschillende vertegen-
woordigers van fabrikanten, importeurs en leveranciers van garage-uitrusting
in een informele ambiance met elkaar van
gedachten konden wisselen en het laatste
(zakelijke) nieuws met elkaar konden bespre-
ken.
Om het voor de deelnemers allemaal zo effi-
ciënt mogelijk te maken en er voor te zorgen
dat zij het nuttige met het aangename kon-
den verenigen konden leden van het RAI
Equipment Platform deelnemen aan een speciale informatiebijeenkomst
over de nationale beurs EquipVAK in de Expo Haarlemmermeer. Hier
werden zij bijgepraat en op de hoogte gebracht van de actuele stand van
zaken rondom dit nieuwe initiatief. “Want”, zegt Martijn
van Eikenhorst, adjunct-secretaris van afdeling Autovak,
“het is nadrukkelijk de bedoeling om EquipVAK samen met
alle exposanten tot een groot succes te maken. Op locatie konden de deel-
nemers zich dus prima laten inspireren en ideeën opdoen die uiteindelijk
moeten leiden tot een nieuwe inrichting van het beursconcept.”
Volendamse mosselavond
Op een collectieve stand met een omtrek van een halve kilometer was de
Nederlandse automotive industrie de afgelopen IAA in Frankfurt dominant
aanwezig. Tijdens de twee persdagen op 15 en 16 september en de daarop
volgende vakdagen (17 en 18 september) presenteerden veertien kop -
lopers in de hightech automotive industrie van afdeling Autovak zich samen
met de TU’s van Eindhoven en
Delft op deze Duitse vakbeurs die
tot de meest toonaangevende in
de wereld behoort. Tot de klin-
kende namen behoorden NRF,
DSM, AWL, SPG, Punch, MTEE,
Akzo-Nobel, Prodrive, TASS Inter-
national, PSS, VIBA, V-tron,
AXXOR en Thomas Regout.
Daarnaast waren verschillende
Autovak-leden, waaronder Apollo
Vredestein, TomTom, NXP, Polytech en Bosal op de IAA met eigen
stands aanwezig. De Nederlandse automotive sector presenteerde zich
tijdens de IAA op de Holland High Tech Automotive Suppliers stand.
Dit nieuwe initiatief is ontstaan vanuit de samenwerking tussen het RAI
Industry Platform van afdeling Autovak en AutomotiveNL. Het RAI
Industry Platform vertegenwoordigt alle in Nederland gevestigde interna-
tionaal opererende automotive toeleveranciers. Het gaat om bedrijven die
op het gebied van voertuigtechnologie en innovatief vermogen een voor-
trekkersrol in de wereld vervullen en baanbrekend bezig zijn. Op jaarbasis
zijn deze ondernemingen volgens Jeroen van de Braak, secretaris afdeling
Autovak goed voor een mondiale omzet van zo’n 80 miljard euro. Dat de
IAA een belangrijke katalysator vormde om contacten te kunnen leggen op
het hoogste niveau bewees ook de afsluitende Hol-
land netwerkborrel dat het ‘Generalkonsulat der
Niederlande’ in München op de collectieve Holland
stand organiseerde. Tijdens de opening van deze
Holland borrel ontvingen Peter Vermeij (r), Con-
sul Generaal München en Eddy van der Vorst (l),
voorzitter RAI Industry Platform, namens het Solar
Team Eindhoven (TU-Eindhoven) een naslagwerk
over hun winnende ‘rit’ met
de Stella in Australië. Bij die
gelegenheid kon natuurlijk
een oerhollandse haringkar
niet ontbreken. Steven van
Eijck (fotoinzetje), algemeen
voorzitter van RAI Vereniging
‘beet’ bij deze proeverij het
spits af en ontving de eerste
Hollandse haring.
Holland High Tech imponeert op IAA Frankfurt
20
GO!
eco-trends
HIAB heeft tijdens de Reinigings -DemoDagen die begin juni op hetRDW Testcentrum in Lelystad plaatvonden, de HIAB Z-PRO 171autolaadkraan gepresenteerd. Samenmet de HIAB Z-HiPro 191 maaktdeze kraan deel uit van de nieuweHIAB Z-serie.
Het bijzondere aan deze autolaad -
kranen is dat ze gevouwen in een
Z-stand achter de bestuurderscabine
kunnen worden geparkeerd zonder
de grijper te hoeven demonteren. Met
deze unieke functie zijn het volgens
HIAB de enige modellen op de markt
die volledig zijn geoptimaliseerd voor
vervoer en tegelijkertijd voldoen aan
de laatste wet- en regelgeving.
Het belangrijkste voordeel van deze
zogeheten Z-kraan, met een werk -
bereik van 8,4 meter, is dat de bedie-
ning van de kraan kan plaatsvinden terwijl de
dieselmotor is uitgeschakeld. Dit zorgt vol-
gens Hans van der Heijden, account manager
bij HIAB uiteraard voor geluidsvermindering,
CO2-reductie en brandstofbesparing. Het
opladen van het accupakket geschiedt via het
stopcontact. Naast deze ‘plug-in’ uitvoering is
de kraan eveneens als ‘gewoon’ hybride voer-
tuig verkrijgbaar. Kranen uit de Z-serie zijn
ontworpen voor toepassingen waarvoor in
het algemeen snelheid, efficiëntie en een groot
aantal laadcycli zijn vereist.
“Kranen uit de Z-serie zijn universeel inzet-
baar en geschikt voor elke klus”, zegt Carl
Gustaf Göransson, senior vice president Sales
and Markets van HIAB. “Je zou ze het
‘Zwitserse zakmes’ onder de
kranen kunnen noemen. Bij de
ontwikkeling lag de nadruk op
de snelle en nauwkeurige
besturing die onze klanten
nodig hebben. Met een
robuust ontwerp dat de legen-
darische HIAB-kwaliteit
onderstreept, staan ze garant
voor consistente en betrouw-
bare productiviteit,”
Een wereldprimeur. Zo noemt VDL Bus & coach dezeCitea SLFA Electric, een volledig elektrisch gelede bus meteen lengte van 18,1 meter. VDL presenteerde de busonlangs tijdens de UITP Mobility & City Transport tentoonstelling in Milaan.
De VDL Citea SLFA Electric rijdt zonder hulpmiddelen, dus zonder
ondersteuning van bijvoorbeeld een dieselmotor zoals bij hybride
bussen het geval is. De bus is alleen voorzien van een zogeheten panto-
graaf, die uitsluitend wordt gebruikt om het accupakket aan het einde
van iedere lijnrit kortstondig op te laden. De laadtijd bedraagt circa 5 tot
10 minuten. ’s Nachts worden de batterijen volledig opgeladen.
De eerste elektrische Citea bussen zijn bestemd voor de Kölner
Verkehrs-Betriebe AG (KVB), dat als vierde grootste gemeentelijk per-
sonenvervoersbedrijf in Duitsland het openbaar vervoer in Keulen en
omgeving verzorgt. KVB, dat medio vorig jaar in totaal acht elektrisch
gelede VDL-bussen heeft besteld, is het eerste bedrijf in Duitsland dat
een gehele buslijn omzet naar volledig elektrische tractie.
Elektrische mobiliteit is een belangrijke ontwikkeling in het openbaar
vervoer. Grootstedelijk elektrisch busvervoer levert een bijdrage aan
een schoner milieu, een lager energieverbruik en een stillere en
schonere leefomgeving. KVB ziet volop mogelijkheden voor de toe-
komst van elektrische mobiliteit en richt zich met name op zero emissie
openbaar vervoer met een grote personencapaciteit.
Emissieloze bus van VDL Bus & Coach
Zwitsers zakmes onder de kranen
VDL Citea SLFA Electric.
HIAB Z Pro 171.
21
De DAF CF Silent heeft de Fleet Transport Truck Innovation Award 2016 gewonnen. Het is voor hettweede jaar op rij dat DAF Trucks deze gerenommeerdeprijs in ontvangst neemt. Vorig jaar werd de Award toegekend aan de zeer efficiënte PACCAR MX-11-motor.
Dit jaar prijst de jury de effectieve en slimme manier waarop de ‘Silent
Mode’ in de DAF Silent bijdraagt aan het verbeteren van de transport
efficiency. De DAF CF Silent is onderdeel van het DAF Transport
Efficiency programma, dat tot doel heeft het rendement per kilometer te
optimaliseren, onder meer door de inzetbaarheid van voertuigen te
maximaliseren. Dankzij de praktische ‘Silent Mode’ van
de DAF CF Silent, is het nu ook mogelijk om goederen
’s avonds, ’s nachts of ’s morgens vroeg te laden en te
lossen in gebieden waar geluidsrestricties gelden.
Na het activeren van de ‘Silent Mode’ via een knop op het
dashboard, zorgt de software van de aandrijflijn ervoor
dat het koppel wordt beperkt, de motor minder toeren
maakt en er eerder wordt opgeschakeld. Bovendien is de
transmissie extra geïsoleerd. Hierdoor blijft het geluids-
niveau van de DAF CF Silent onder de 72 dB(A).
De technologie draagt volgens de jury van de Fleet
Transport Inovation Award bij aan het vergroten van de
inzetbaarheid van trucks en verhoogt dus de transport
efficiency.
Het aantal elektrisch aan-gedreven auto’s in ons land(volledig elektrisch enplug-in-hybrids) is sindseind 2014 tot en met julidit jaar met ruim 32 pro-cent toegenomen tot57.867 exemplaren, zoblijkt uit de jongste cijfersvan de Rijksdienst voorOndernemend Nederland.
In totaal bedraagt het elektrische
wagenpark (inclusief bedrijfs-
voertuigen en gemotoriseerde
tweewielers) inmiddels 91.046
eenheden. Dat zijn er 71 procent
meer dan per ultimo 2013. Daar-
mee lijkt de ambitie van de rijks-
overheid om in 2020 zo’n
200.000 elektrische voertuigen
op de weg te hebben snel dichter-
bij te komen. Voor 2025 ligt dit
streefcijfer op één miljoen EV’s.
Vooral de laatste maanden was
sprake van een groeispurt, met
juni als absolute recordhouder. In
die maand was niet minder dan
7,2 procent een auto met een stek-
ker. Tot de top vijf van de in
Nederland meest verkochte plug-
in-hybrids tot en met juli
behoren achtereenvolgens de
Mitsubishi Outlander, de Volvo
V60, de Opel Ampera, de Toyota
Prius en de VW Golf. De ranglijst
voor de meest populaire volledig
elektrisch aangedreven auto’s in
diezelfde periode bestaat uit de
Tesla Model S, de Nissan Leaf, de
Renault Zoe, de Smart ForTwo en
de BMW I3.
Voor iedere E-car is er op dit
moment bijna een laadpaal
beschikbaar, er van uitgaande dat
het aantal private laadpalen dat
op 31 december 2014 bekend was,
sinds die tijd nog flink is
gegroeid. Het aantal publieke
laadpalen bedroeg eind juli dit
jaar 15.609 stuks, dat is bijna een
verdrievoudiging ten opzichte
van de 5.876 laadunits eind 2013.
Daarnaast telde ons land op 1
januari dit jaar nog eens een
kleine 30.000 private laadpun-
ten.
DAF Silent mode vergroot efficiency
Nederland gestaag ‘aan de stekker’
In de eerste 7 maanden groeide het aantal e-cars in ons land met 32 procent tot 57.867 eenheden.
DAF CF Silent.
22
GO!
RAI vintage
AutoRAIjaren ’50
In de jaren vijftig werd
de AutoRAI nog in april
gehouden, terwijl de latere
autotentoonstellingen
(vrijwel) altijd in februari
plaatsvonden. Op het affiche
is nog ‘de Oude RAI’ aan de
Ferdinand Bolstraat te zien.
Dit was eigenlijk een nood-
gebouw dat in 1922 in
gebruik werd genomen. Een
tijdelijke oplossing, omdat
het Paleis voor Volksvlijt, dat
in 1929 afbrandde, te duur
was geworden. Lancia
presenteerde op de beurs in
april 1950 een nieuwe
zescilinder motor in V-vorm,
destijds zeer revolutionair.
Het zijn de jaren dat de auto
begon aan zijn onstuitbare
opmars. Zo waren op de
AutoRAI legendarische
merken te zien als de
spectaculair gestroomlijnde
Hudson. En wat te denken
van inmiddels lang
verdwenen Franse
topmerken als Delage en
Delahaye. In het begin van
de jaren vijftig wordt het
Nederlandse wagenpark nog
gekenmerkt door de grote
sedans van directeuren, gezagsdragers en notabelen. Maar in de loop van het decennium komen er steeds meer kleine auto’s en zogeheten
‘scootmobiles’ of ‘kleinstwagen’ van particulieren en verwisselt de handelsreiziger de trein voor een Ford, Opel of Volkswagen.
23
In deze rubriek laten we personen aan het woord diebetrokken zijn bij of werkzaam in de mobiliteitswereld.Dit keer Pieter Veldhuizen, directeur van VeldhuizenWagenbouw.
uitgesproken
Wat is uw favoriete vervoermiddel?
Mijn motorfiets: een BMW 1100 RT. Een ideaal vervoermiddel. Vooral
als het waait, dan kun je lekker “in de wind hangen”.
Wat vindt u van het mobiliteitsbeleid in Nederland?
Daar ben ik goed over te spreken. De wegen zijn schoon en hebben
weinig spoorvorming. En zolang er ieder jaar weer wat nieuwe
rijstroken en spitsstroken bijkomen is het best te doen.
Wat zou u als eerste veranderen als u het voor het zeggen had?
Het controle- en handhavingsbeleid. Er worden op dit moment in
Nederland jaarlijks zo’n vijf miljoen snelheidsovertredingen
geconstateerd en slechts 5.000 aslast controles en technische controle
uitgevoerd. Dit werkt het overbeladen van aanhangers en bestelwagens
in de hand.
Vindt u dat het kabinet voldoende aandacht
schenkt aan vervoersalternatieven, zoals de bus,
de fiets of gemotoriseerde tweewielers?
Ja, dat vind ik wel. De overheid is naar mijn mening
echter zeer onbetrouwbaar in het aanpassen van wet-
geving. Zo is er bijvoorbeeld enige tijd geleden een wet
van kracht geworden die toestond dat elektrische of
hybride bestelwagens meer mochten wegen dan 3.500kg en dat voor
het besturen van deze voertuigen een B-rijbewijs voldoende zou zijn.
Vervolgens komt er opeens een einde aan die wetgeving, omdat het om
een proef zou gaan. Met als consequentie dat fabrikanten dit soort
hybride voertuigen na twee jaar weer uit de productie kunnen nemen,
aangezien klanten anders een groot rijbewijs moeten halen om met
deze hybride bestelwagens te mogen rijden!! Ondernemers moeten
kunnen rekenen op een consistent overheidsbeleid.
Zou u zelf bereid zijn tenminste 1 keer per week de auto voor het
werk te laten staan?
Absoluut. Dat doe ik trouwens al. Vier keer per week ga ik lopend naar
mijn werk.
Met welke politicus zou u wel eens van gedachten willen
wisselen?
Met Melanie Schultz van Haegen. Ik waardeer het fanatisme van deze
minister van I&M in haar werk en de grote betrokkenheid bij nieuwe
projecten. Wat ze vooral goed doet, is nieuwe initiatieven ontplooien.
Alleen in het vervolgtraject laat zij de zaken naar mijn idee teveel op
zijn beloop. Dat is jammer. Ze zou zich meer als een ondernemer
moeten gedragen. Dus niet alleen een klap op nieuwe projecten geven,
maar die ook afmaken. Want pas dan is het mogelijk om het beoogde
rendement te behalen.
Hoe ziet het Nederlandse verkeersbeeld er over tien jaar uit?
Dat zal beslist nog veiliger zijn en nog beter op elkaar afgestemd. Met
dank aan de techniek en slimme al dan niet gedeeltelijk of volledig
autonoom rijdende voertuigsystemen. Op dit moment hebben
verschillende voertuigen verschillende remvertragingen. Dit betekent
dat, als bijvoorbeeld een personenauto en een vrachtauto, met min of
meer gelijke snelheid achter elkaar rijden en plotseling moeten
remmen, ze al gauw op elkaar botsen. Alleen al met zoiets als adaptive
cruise control is dat goed te voorkomen.
Pieter Veldhuizen‘Ondernemers moeten kunnen rekenenop een consistent overheidsbeleid’
GO!
MARKTANALYsE
Het totaal aantal fietsen, motoren en brom/snorfietsen dat in Nederland rond rijdt bedraagt inmiddels 24,4 miljoen exemplaren. Sinds 2008 zijn er bijna
5 miljoen tweewielers bijgekomen, een toename met 25 procent. Een en ander valt te lezen in de editie Kerncijfers Tweewielers, een gezamenlijke uitgave van
RAI Vereniging en BOVAG. Het Nederlandse tweewielerpark omvat
22,5 miljoen fietsen, 714.000 motoren
en 1,15 m iljoen brom/
snorfietsen. Die zijn gezamenlijk
goed voor een
vervoers -
prestatie
van zo’n
18,1 miljard
reizigers kilometers. Het grootste deel komt voor rekening van
de fiets: 14,5 miljard kilometers. Gevolgd door de motorfiets,
die op jaarbasis naar schatting 2,5 miljard reizigerskilometers
voor zijn rekening neemt. Met brom/snorfietsen wordt jaarlijks
ongeveer 1,1 miljard kilometer afgelegd.
De omzet van de transportsector is in 2014 met 2 procent gestegen en
bereikte daarmee het hoogste peil sinds de economische crisis, zo blijkt
uit de Kwartaalmonitor Transport en Logistiek van het CBS. Alle
branches leverden een positieve bijdrage aan dit resultaat.
Uitschieters waren de post- en koeriersdiensten die de omzet over het
hele jaar met bijna 5 procent zagen groeien. Met name de toenemende
vraag naar koeriersdiensten door online aankopen zorgden voor flink
hogere opbrengsten in deze sector.
In de dienstverlening voor het
vervoer hebben alle onder -
liggende branches een goed jaar
achter de rug met omzet -
stijgingen die schommelen tussen
een krappe half procent
(dienstverlening over water) tot
9 procent voor de laad-, los- en
overslagbedrijven. Luchtvaart -
bedrijven noteerden het
afgelopen jaar dezelfde
omzet als in 2013.
Het vervoer over land eindigde vorig jaar als een van
de best presterende deelmarkten, waarbij
het goederenvervoer
over de weg de groot-
ste bijdrage leverde
door in alle kwartalen
een plus te noteren.
Transport goed op wegOmzet -ontwikkelingtransportsector(in % in 2014)
Transport totaal +2,3Post en koeriers +4,9Vervoer over land +2,8Dienstverlening vervoer +2,7Vervoer over water +1,3Vervoer door de lucht 0,0
Park tweewielers2014 2008
Totaal 24.362.000 19.531.000w.v.Fietsen 22.500.000 18.000.000Motoren 714.000 650.000Brom/snorfietsen 1.148.000 881.000
24
Bron
: CBS
Bron
: Kern
cijfer
s Twe
ewielers
Nederlands tweewielerpark piekt
2014 - totaal 24.362.000 2008 - totaal 19.531.000
25
In het eerste kwartaal is de spanning op de
Europese markt van elektrische auto’s flink
opgelopen. Tot en met maart werden namelijk
19.951 e-cars verkocht, een plus van 56 procent. Of
dit resultaat een voorbode is van een definitieve
doorbraak van elektrisch rijden valt echter te
betwijfelen. Het zal bij de auto-industrie hooguit
een glimlach teweeg brengen, maar het nieuws is
geen reden voor een
jubelstemming. De
reden voor de
plotselinge groei-
versnelling in
de verkopen
is namelijk de
bovenge-
middelde vraag naar
e-cars in de maand maart in de zwaar
gesubsidieerde Noorse automarkt. In die maand
verkocht Noorwegen 3.391 e-cars (+20,5%) en
kwam het Europese markt aandeel van dit land uit
op 24 procent. Ter vergelijking: in Frankrijk werden
in maart 1.174 elektrische auto’s verkocht, in Duits-
land 1.383 en in het Verenigd Koninkrijk 1.905.
In de periode tot en met maart kregen in Neder-
land overigens 1.106 e-cars een nieuw kenteken,
bijna tweemaal zoveel als in de vergelijkbare
periode van 2014. Daarmee is ons land goed voor
een vierde plaats in de Europese verkoopranglijst.
Uit cijfers van het Britse onderzoeksbureau
Automotive Industry Data blijkt verder dat de Nis-
san Leaf in het eerste kwartaal van 2015 de best
verkochte elektrische auto was met een marktaan-
deel van 25,7 procent. Gevolgd door de VW e-Golf
(16,4%), de Tesla model S (16,2%), de Renault ZOE
(14,7%) en de BMW i3 (11,2%).
Europees marktaandeel elektrische auto’s (top 5)
2015eerste kwartaal marktaandeel
Nissan Leaf 5.137 25,7%VW e-Golf 3.279 16,4%Tesla model S 3.231 16,2%Renault ZOE 2.939 14,7%BMW I3 2.243 11,2%Br
on: A
utomo
tive Ind
ustry
Data
Spanning E-car markt stijgt
De recyclingprestatie van Auto Recycling Neder-
land (ARN) is het afgelopen jaar opnieuw toege-
nomen tot 96 procent. Daarmee voldeed ARN al
in 2014 aan de wettelijke norm die voor dit jaar
is vastgesteld op 95 procent. ARN meldt in het
duurzaamheidsverslag dat 86,1 procent van
het behaalde resultaat werd bereikt via
product- en materiaalterugwinning en
9,9 procent via energieterugwinning.
In de Europese koppositie die ARN op
het gebied van auto-
recycling inneemt
speelt de PST-
fabriek in Tiel
een cruciale rol.
In die fabriek
stond in 2014 het
verhogen van de
efficiëntie centraal.
Zo verbeterde de totale
productie van de fabriek met
44 procent tot 36.000 ton.
Dit jaar wil ARN het totale
Nederlandse autoshredderafval
verwerken: zo’n 42.500 ton. Dit is
inclusief de 15 procent afgedankte
auto’s die nog niet via het ARN-netwerk gaan.
Vorig jaar heeft ARN 40 procent van het
aangevoerde shredderafval omgezet in herbruik-
bare materialen.
Ontwikkeling Nederlandse wagenpark en recyclingprestatie
2014 2013Park 8,9 mln 8,9 mlnw.v.personenauto’s 8,1 mln 8,1 mlnlichte bedrijfswagens 0,84 mln 0,85 mlnGemiddelde leeftijd 9,4 jaar 9,2 jaarTotaal aantal auto’s demontage 226.103 232.720w.v.via ARN bedrijven 188.279 192.433Marktaandeel ARN 83,3% 82,7%Gemiddelde leeftijd autowrak 18,1 jaar 17,6 jaarGemiddeld gewicht autowrak 1.041 kg 1.031 kg
Recyclingprestatie ARN naar 96 procent
Bron
: ARN
26
GO!
DE Stelling
Ik fiets naar mijnwerk, mijn chauffeur heeftweinig te doen.
Frans Lueb, fietsdocent
Het is niet de snelheid, maar de zwaarte
van de fiets en de onzekerheid in het
verkeer die tot meer ongevallen leiden
bij oudere e-bikers, blijkt ook uit onder-
zoek van VeiligheidNL. Zorg dus dat
ogen en oren in orde zijn. Er staan veel
onzinnige paaltjes voor fietsers, maar
blijf erop letten. En kies vooral een fiets
die bij u past. Zo geven ballonbanden
meer grip op de weg, kan een lagere
instap omvallen voorkomen, geven ruwe
tappers meer houvast en heus, een ach-
teruitkijkspiegel is echt geen ouwemen-
sending!
Bron: De Telegraaf
Autodemontagebedrijf Klaas Boer
Veel autobedrijven deden het demonteren van scooters er weleens
bij, maar sinds kort is het wettelijk geregeld dat dit mag. ‘Loempia -
scooters’, de goedkopere Chinese exemplaren, liggen met twee klap-
pen uit elkaar. In het algemeen neemt het demonteren van een oude
gemotoriseerde tweewieler een kwartier tot een half uur in beslag.
Bron: Dagblad van het Noorden
Jeannette Baljeu, vice-voorzitter VVD
Over veel zaken is nog niet nagedacht. Wie controleert straks bijvoor-
beeld wie wel én wie niet de stad in mag? Wat ons betreft komt er voor
zo veel mogelijk automobilisten een vrijstelling, zeker nu blijkt dat
Rotterdamse autobezitters al heel schoon bezig zijn.
Bron: AD/Rotterdams Dagblad
Maarten Steinbuch, hoogleraar systeemtechnnologie TU Eindhoven
In een traditionele auto kan een groene rijder het best tussen de 80 tot
90 kilometer per uur rijden. De motor werkt dan het efficiëntst. Bij
stekkerauto’s is er een vergelijkbaar mechanisme als bij traditionele
auto’s, maar veel minder sterk. Een verbrandingsmotor gebruikt rela-
tief veel brandstof per kilometer wanneer hij langzaam rijdt en wordt
boven de 90 kilometer per uur heel snel inefficiënt. Bij elektrische
auto’s is het rendement veel minder gevoelig voor het vermogen dat de
motor levert. Het optimum ligt ergens rond de 50 tot 60 kilometer per
uur. Wanneer je harder rijdt, gaat de motor amper slechter presteren.
Bron: De Volkskrant
Eric Wiebes, staatssecretaris Financiën
Ik kan het me veroorloven me op de
missie en het doel te concentreren en niet
op de baan. Ik ben ook niet hebberig -
geen nieuwe auto’s en zo. Ik heb veel
fietsen.
Bron: De Volkskrant
Koos Spee, oud landelijk verkeersofficier
van Justitie
Optreden tegen het gebruik van smart-
phones in de auto is lastig. De boete is
hoog, maar de pakkans buitengewoon
gering, dat is de crux. Het is een psychi-
sche kwestie. Mensen raken in paniek,
denken dat ze iets moeten doen als dat
ding piept. Pleur dat ding in de kofferbak.
Bron: Eindhovens Dagblad
27GO!factorJÖRAN VAN DEN BERGHAlfa adepten, er zijn er veel. Het enthousiasme waarmee Jöran van den Bergh over zijn verzameling Italiaanse klassiekers (vijf in totaal) spreekt is
echter onovertroffen. “Kijk”, zegt hij, wijzend op zijn meest recente aankoop, een Alfa Giulia uit 1972: “je zou zeggen dat dit relatief hoekige ontwerp
een echte windvanger is. Niets is echter minder waar. Het was de eerste Alfa die in een windtunnel was ontworpen. De cw-waarde was gunstiger
dan die van een Porsche 911. De Giulia stond destijds bekend als de ‘volksferrari’.”
Van den Bergh, die werkzaam is als marketing & product specialist bij Bosal Nederland, vooral bekend om de productie van uitlaten en trekhaken en
sinds kort ook actief op het gebied van fietsendragers en warmtewisselaars, noemt zichzelf een echte Alfa freak. Zijn passie voor Alfa Romeo voert
volgens hem terug naar zijn jeugd. “Als klein jochie stond dit flamboyante merk symbool voor de ideale auto. Het geluid, het design en zelfs de geur
van Alfa is voor mij onvergelijkbaar met dat van andere merken. Alfa paart sportiviteit aan technische innovatie. Na de introductie van de Giulia in
1962 kreeg de wagen enkele jaren later al schijfremmen rondom en zelfs een 5-versnellingsbak. Dat was in die tijd iets revolutionairs. Ik kocht dit
exemplaar begin dit jaar. De vorige eigenaar heeft het originele 1.300 Super blok vervangen voor een 2 liter Alfetta motor met 130pk. De wagen is
weliswaar aangepast, maar qua looks volledig origineel. Het is wel aardig om te vermelden dat Alfa Romeo met de recente introductie van de
nieuwe Giulia weer teruggrijpt naar het verleden. Ook dit nieuwe model is voorzien van achterwielaandrijving. En daarmee is het Alfa DNA weer
helemaal teruggekeerd om zo de concurrentie met BMW en Porsche aan te gaan.”
Blije rijders...
peter winnen
Zo, ik ben vrijgepleit. Beter kan ik zeggen: wij zijn
vrijgepleit. Wie zijn wij dan? Wij zijn de fietsers die
zich voor de lol, of gewoon om fit te blijven, op
racefietsen verplaatsen. Tot deze groep blije rijders
reken ik me sinds ik stopte met de beroepswielersport.
Het staat nu zwart op wit: wij zijn minder gevaarlijk
dan we eruit zien.
Voor me ligt een onderzoeksrapport uit 2014, compleet
met conclusies en aanbevelingen, zoals dat werd
uitgegeven door VeiligheidNL. Waarom moest dat
rapport er komen? Welnu, in de sociale media was het
beeld ontstaan dat “hele hordes wielrenners de rest van
fietsend Nederland de stuipen op het lijf jagen en
valpartijen veroorzaken”. Het eerste mag misschien
kloppen - dat is subjectief - het tweede blijkt dus niet te
kloppen. Het is “de rest van Nederland” die zichzelf in
gevaar brengt. De ongevallencijfers liegen niet.
Interessant zou het zijn een keer te onderzoeken hoe
drogbeelden gefabriceerd worden in de sociale media.
Dat het drukker en gevaarlijker is geworden op de
fietspaden staat buiten kijf. Het is ook waar dat af en toe
een “botsing” plaats vindt tussen een wielrenner en
een gewone fietser. Maar wielrenners die op de
spoedeisende hulp terechtkomen hebben dat vooral
aan zichzelf te danken. Ze tuimelen over elkaar heen,
of ze vallen in hun eentje. Het maakt hen nog niet tot
wegpiraten.
Wat vinden de wielrenners eigenlijk van hun
weggedrag? Ten behoeve van het onderzoek werd hen
een lijstje stellingen voorgelegd. Sommige uitkomsten
spreken de eindconclusie grappig genoeg tegen.
Ongeveer de helft vindt dat ze onvoldoende hun snel-
28
heid aanpassen, te hard rijden op fietspaden, zich niet
goed aan de verkeersregels houden, vaak in te grote
groepen fietsen en een te groot deel van weg of fietspad
innemen, en dat ze vaak voorrang nemen. Ruim een derde
vindt dat ze te weinig rekening houden met andere
weggebruikers.
Herken ik me hierin? Ja en nee. Als ik met een groep op
pad ga volg ik de kudde; aan bovenstaand lijstje kan ik zo
nog een paar ondeugden toevoegen. Maar als ik alleen fiets
kwalificeer ik me als een zeer bedaagd rijder; ik ben,
kortom, een heer in het verkeer. Sinds kort zit er zelfs een
belletje op mijn racefiets me een ontwapenende tingel-
tangel.
Goed, de cijfers zijn nu bekend. De gewone fietser heeft
weinig te vrezen van de wielrenner. Maar wat als het toch
tot een aanvaring komt? Nu komt het. Zonder blikken of
blozen geeft 74 procent van de wielrenners de schuld aan
de ander: de gewone fietser houdt gewoon te weinig
rekening met hen. Foei, zo lust ik er nog wel een paar. In de
45 jaar dat ik op een racefiets de fietspaden bewoonde
hield ik er veiligheidshalve rekening mee dat anderen wel
eens geen rekening zouden kunnen houden met een
zoevende, fluisterstille wielrenner.
Met het stijgen der leeftijd is mijn kruissnelheid overigens
drastisch gedaald. Onlangs werd ik gepasseerd door een
bejaarde man op een elektrische fiets. Ik schrok me lam.
Met die mogelijkheid voortaan ook maar rekening
houden.
Peter Winnen,
oud-wielrenner en schrijver
29
Op de vroegst mogelijke datum werd dit jaar de openingvan het parlementair jaar geopend. Het werd in bepaaldeopzichten een andere Prinsjesdag dan de voorgaande jaren,maar in veel opzichten niet. Natuurlijk was er na een langeperiode van economische tegenwind enig licht aan heteinde van de tunnel te ontwaren, iets wat de laatste jarenafwezig leek.
Een beperkte lastenverlichting (na vele verzwaringen) deed sommige
media zelfs reppen over een ‘feestbegroting’. Toch was er voor de
mobiliteitssector niet veel feestelijks aan, noch was er sprake van (grote)
wijzigingen in beleid, constateren Cees
Boutens en Quirijn Teunissen van afdeling
Public Affairs van RAI Vereniging.
Voor de zomer werd al duidelijk dat het kabinet
geen ambitie heeft om iets extra voor de tiental-
len miljoenen tweewielers of de toekomstige,
innovatieve voertuigen in ons land te doen, merkt Teunissen op. “Voor-
uit kijken naar een slimmere inrichting van infrastructuur en wetgeving,
zodat (innovatieve) kleine en lichte voertuigen optimaal benut kunnen
worden, is iets dat de minister van I&M reeds geparkeerd had. Dat het
Rijk hier geen rol voor zichzelf weggelegd ziet, bevestigde zij middels
een begroting die de woorden ‘fiets’, ‘bromfiets’, ‘snorfiets’ of ‘motor-
fiets’ niet lijkt te kennen.”
Gelukkig is er iets meer aandacht voor de toeleveranciers van de auto -
motive-sector. “Het ‘cluster Helmond’ en de verschillende innovatieve
Nederlandse bedrijven (waarvan het merendeel lid is van afdeling Auto-
vak van RAI Vereniging) kunnen op redelijk wat belangstelling van het
kabinet rekenen”, zegt Boutens. “Niet in de laatste plaats omdat minister
Schultz ambities heeft op het gebied van de zelfrijdende auto én slimme
mobiliteitsoplossingen via het programma ‘Beter benutten’. Toch zijn er
ook op deze vlakken geen grote beleidswijzigingen aangekondigd.”
De topsector ‘Logistiek’ en de maakindustrie hierachter (in de vorm van
de opbouwindustrie) blijft aandacht krijgen, maar niet meer dan vorig
jaar of het jaar daarvoor. De personenautomarkt blijft politieke belang-
stelling houden, maar de daar aangekondigde fiscale
veranderingen gaan pas in 2017 in.
Al met al een voor RAI Vereniging weinig verras-
sende en weinig veranderingsgerichte begroting.
Enerzijds positief, omdat de sector dan weet waar
we ze aan toe is. “Anderzijds ook zonde omdat de
potentie van de mobiliteitssector zo veel beter benut kan worden”,
reageert Teunissen. RAI Vereniging zal zich daarom ook in 2016 hard
maken voor het optimaal benutten van deze potentie. “Door te pleiten
voor realistisch beleid dat bijdraagt aan een gezonde automarkt. Door te
benadrukken hoe belangrijk het is om aan alle modaliteiten, van truck tot
snorfiets, ruimte te bieden op de weg – we hebben ze immers allemaal
nodig”, aldus Boutens.
Haagse wandelgangEN
‘Begroting daagt uit totmeer inzet op potentievan mobiliteitssector’
30
GO!
BedrijfsautoRAI
20 t/m 24 oktober
RAI Amsterdam
Solutrans
19 t/m 23 november
Beurs voor carrosserieën, trailers,
bestelwagens en componenten
Eurexpo Lyon, Frankrijk
RAI Verenigingsdag
25 november
Amtrium, RAI Amsterdam
2016
Nieuwjaarsreceptie
RAI Vereniging
14 januari
Café Amsterdam, RAI Amsterdam
BAUMA
11 t/m 17 april
Collectieve stand op Bauma voor
leden afdeling Speciale Voertuigen en
Autovak
München, Duitsland
Mobiliteitskalender 2015/2016
Dit valt op te maken uit de
nieuwe editie Mobiliteit in Cijfers
Auto’s van RAI Vereniging en
BOVAG. Blijkens deze uitgave
was Nederland in 2014, voor het
tweede jaar op rij, sowieso Euro-
pees koploper voor wat betreft de
verkoop van zuinige auto’s, met
een gemiddelde CO2-uitstoot van
slechts 108 gram per kilometer.
In België stoot een nieuwe auto
gemiddeld 121 gram CO2 uit en in
Duitsland 132 gram.
SUV in, MPV uit Qua voorkeuren van het Neder-
landse koperspubliek valt vooral
de opmars van de SUV op. Begin
deze eeuw was nog geen 2 procent
van de nieuwe auto’s een ‘off-
road’-model, inmiddels is dit aan-
deel gestegen tot 10 procent.
Het populairst blijft de ‘hatch-
back’ met een aandeel van 56,8
procent, gevolgd door de station-
wagon met 20,4 procent. MPV’s
waren tien jaar geleden nog flink
in trek met aandelen rond de 20
procent, maar inmiddels is nog
maar 6,3 procent een ruimte -
wagen. Ook de sedan, begin deze
eeuw goed voor 15 procent markt-
aandeel, is op z’n retour: vorig jaar
was 4,4 procent van de nieuwe
auto’s een model met aparte
kofferbak.
Cabrio’s vormden ooit 2 procent
van het nieuwe wagenpark, maar
in 2014 reed nog maar 0,5 procent
van de nieuwe
auto’s dakloos
de showroom
uit.
EYE CATCHER
Het brandstofverbruik van nieuwe auto’s in ons landbevindt zich op het laagste niveau ooit. De top-50 populairste benzineauto’s verbruikten met 4,5 liter per100 kilometer nog maar de helft ten opzichte van 1980,terwijl het gemiddelde gewicht in diezelfde periode ruim 10 procent toenam van bijna 900 tot ongeveer 1.000 kilo.
Brandstofverbruik nieuwe auto’s historisch laag
31
RAI Klassieker Rit
21 mei
EquipVAK
31 mei t/m 2 juni
Expo Haarlemmermeer
24 septemberEuropese auto-industrie spreekt zich bij monde vanACEA uit over emissietests.
22 septemberBedrijfsautoRAI krijgt breder logistiek karakter.
17 septemberOlaf de Bruijn, directeur RAI Vereniging, in nieuwe editieVM, Vakmagazine voor Verenigingsmanagement.
17 septemberOok alle cijfers over marktaandelen brandstoffen innieuwe ‘Mobiliteit in cijfers’ van RAI Vereniging enBOVAG.
17 septemberSUV’s steeds populairder. Brandstofverbruiknieuwe auto’s historisch laag. Dat leert ‘Mobiliteitin cijfers Auto’s’.
16 septemberVier nominaties SV Innovation Award 2015: K napenTrailers, Kraker Trailers, Van der Peet en Nooteboom.
10 septemberWiebes: BPM-praktijk niet meer uitvoerbaar.
14 septemberAixam, Ligier en Microcar belichten op 50Plusbeursvoordelen brommobiel.
14 septemberVereniging Aanpak Tellerfraude versterkt met toetredingANWB.
Tweets RAI Vereniging
@raivereniging
RAI Verenigingsdag
25 november, Amtrium,
RAI Amsterdam
GO!ROUND
De Nederlandse automotive sector present
eerde zich
tijdens de afgelopen IAA in Frankfurt m
et een
collectieve Holland High Tech Automotive Suppliers
stand. Dit nieuwe initiatief is ontstaan
vanuit de
samenwerking tussen het RAI Industry Platf
orm van
afdeling Autovak van RAI Vereniging en
AutomotiveNL.
Het RAI Industry Platform vertegenwoordigt a
lle in
Nederland gevestigde internationaal ope
rerende
a utomotive toeleveranciers.