go!mobility magazine #4 2015

32
GO! MOBILITY # 4 Magazine RAI Vereniging JAARGANG 5 – OKTOBER 2015 – NR 4 THEMA: ZWARE JONGENS IN DE MOBILITEITSWERELD TALKING TRAFFIC ZWAAR HEFFEN EXCENTRIEKE ALLESKUNNER PETER WINNEN FUTURISTISCHE LIVEWIRE

Upload: rai-vereniging

Post on 23-Jul-2016

223 views

Category:

Documents


7 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Page 1: GO!Mobility Magazine #4 2015

GO!MOBILITY #4Magazine RAI Vereniging

JAARGANG 5 – OKTOBER 2015 – NR 4

THEMA: ZWARE JONGENS IN DE MOBILITEITSWERELD

TALKING TRAFFIC • ZWAAR HEFFENEXCENTRIEKE ALLESKUNNER • PETERWINNEN • FUTURISTISCHE LIVEWIRE

Page 2: GO!Mobility Magazine #4 2015

GO!GO!

Dit magazine is gedrukt op duurzaam papier.

GO!Mobility is een uitgave van RAI Vereniging, postbus 74800, 1070 DM Amsterdam, telefoon (020) 504 49 49,www.raivereniging.nl.

GO!Mobility verschijnt 5 keer per jaar enis o.a. bestemd voor politici, overheids -instanties, de media en leden van RAI Vereniging. Verspreiding vindt plaatsop basis van controlled circulation.

GO!Mobility is ook als digitaal magazinete lezen op www.raivereniging.nl

ProductieMarkant Media

RedactieMenno Timmer, hoofdredacteur

RedactieraadHarald Bresser, Cees Boutens, Jeroen van de Braak, Ilse Bartels, Mark van Dansik, Isabel Cloudt

RedactieadresGO!MobilityMarkant MediaGoudenregenstraat 151402 ET BussumE-mail: [email protected]. 06-551 35 559 of 035-69 19 061

COLOFON

MODERNE TRUCKS BIJNA EEN FACTOR TIEN SCHONERMercedes spreekt bij de Actros SLT, de Goliath onder de zwaar transport

trekkers, over ‘een nieuwe dimensie in zwaar transport’. Die nieuwe

dimensie verwijst overigens ook naar de efficiencyslag die de sector als

geheel heeft doorgemaakt. Het gemiddeld brandstofverbruik van trucks is

volgens Jan van Gelderen van Mercedes-Benz Trucks, de laatste dertig jaar

met ongeveer 30 procent gedaald. Er is tevens een enorme progressie

geboekt in de reductie van de uitstoot per kilometer. Per saldo zijn moderne

trucks bijna een factor tien schoner dan hun voorgangers van 25 jaar geleden.

DE HELE MOBILITEITSWERELD WORDT ELEKTRISCHEen ‘American dream’ op twee wielen. Een aardige kwalificatie voor een uit

de V.S overgewaaid fenomeen: de fat bike. Trek Benelux vervulde een

voortrekkersrol om dit specifieke segment in ons land op de kaart te zetten.

Zelf trappen moeten de kopers van dit extravagante stoere paradepaardje

nog wel. Maar Martin Sneeuw van Trek Benelux, ziet goede toekomst -

perspectieven voor fat bikes met elektrische trapondersteuning. “Binnen vijf

jaar zal 45 procent van ons Benelux programma elektrisch zijn.”

RAI SOCIETYHolland High Tech automotive

imponeerde op de IAA Frankfurt

met een collectieve stand met een

omtrek van een halve kilometer.PAGINA 18

MARKTANALYSEDe recyclingprestatie van Auto

Recycling Nederland (ARN) is

het afgelopen jaar opnieuw

toegenomen tot 96 procent.PAGINA 25

GO!FACTORJöran van den Bergh, marketing &

product specialist bij Bosal

Nederland, met zijn Alfa Romeo

Giulia uit 1972.

PAGINA 27

ECO-TRENDSHet aantal elektrisch aangedre-

ven auto’s in ons land is sinds

eind 2014 tot en met juli dit jaar

met ruim 32 procent toegenomen

tot 57.867 exemplaren.PAGINA 21

11

13

MedewerkersSjoerd van der LindenOntwerp: PWAD AmsterdamVormgeving: MB voorheen VMTBFotografie: Ton van Til, Johan Peter van der StouweIllustraties: Onno KortlandDruk: W.C. den OudenISSN: 2212-8182

© 2015 RAI Vereniging - alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere wijze, in elke vorm, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

UITGESPROKENPieter Veldhuizen, directeur van

Veldhuizen Wagenbouw, geeft

zijn mobiliteitsvisie.

PAGINA 23

--------------------

THEMA:

ZWARE JONGENS IN DE

MOBILITEITSWERELD

--------------------

2INhoud

Page 3: GO!Mobility Magazine #4 2015

Nog nooit sprak een staatssecretaris van Financiën zo duidelijk uit dat hij van de BPM afwil. Heel bijzonder daarbij is dat een meerderheidin de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer datook met hem lijkt eens te zijn.

De huidige staatssecretaris van Financiën is, net als een van zijnvoorgangers, een autofanaat. Heerlijk om op het scherpst vande snede de discussie over fiscaliteit en automobiliteit met EricWiebes te (zien) voeren. Met kracht van argumenten en kennisvan zaken is de lobby van RAI Vereniging daardoor vermoedelijkin goede aarde gevallen. De afbouw van de BPM is niet de enigemaatregel in de autobrief van staatssecretaris Wiebes, waar RAIVereniging zich hard voor heeft gemaakt. Het hoogstebijtellingstarief gaat van 25 naar 22 procent en er komt in deMRB een verhoogd tarief voor dieselauto’s zonder roetfilter.

Terug naar de afbouw van de BPM. Hoewel in Europa en aanstudenten belastingrecht niet uit te leggen, was de BPM voorstaatssecretarissen decennialang de meest makkelijke vorm vanbelastingheffing. Dealers en importeurs deden (onbetaald) deadministratieve uitvoering en inning.

Plotseling van zo’n stabiele en betrouwbareinkomstenbron afscheid nemen doet natuurlijkpijn. De BPM wordt daarom niet in een keer,maar geleidelijk verlaagd (met zo’n 12 procent tot2020).Overigens ook omdat het kabinet de MRBvanaf 2017 ook met 2 procent verlaagt. De BPM-verlaging geldt overigens uitsluitend voor perso -nenauto’s en niet voor motorfietsen, dat is nogwel een punt van aandacht want het is merk-waardig dat je de motorfietsen niet direct laatmeeprofiteren, dus daar maken we nog wel eenpunt van.

Ander goed nieuws is dat staatssecretaris Wiebes een ‘nood-verbandje’ gaat aanleggen voor het im- en exportprobleem. Alle administratieve rompslomp en gedoe bij parallelle importen bij de export - sinds er sprake is van BPM-teruggave bijexport - is de branche al jaren een doorn in het oog.

Blijft er verder nog wat te wensen? Uiteraard, want als je zo’nbelangrijk onderdeel als de BPM uit de autobelastingen haalt,dan zijn er altijd ‘ontwenningsverschijnselen’.

Vooral de vervelende ‘bijwerking’ dat kleine, zuinige auto’s dekomende jaren per saldo meer BPM zullen moeten gaanbetalen is niet uit te leggen. Juist deze categorie auto’s diegewild is bij de particuliere autokoper en die goed is voor onzeCO2-ambities in Nederland, behoor je niet te straffen.

Alles overziend luidt mijn conclusie dat de richting die nu is ingeslagen goed is, maar dat er voor kleine en zuinige auto’s in de definitieve wet een betere oplossing moet wordengevonden.

dr. Steven van Eijck,

algemeen voorzitter RAI Vereniging

DR. STEVEN VAN EIJCK

Ontwenningsverschijnselen

3

Page 4: GO!Mobility Magazine #4 2015

4

GO!

BRANCHE NIEUWS

Sinds eind februari rijden steeds meer weggebruikers op de A58 met

één van de Spookfileapps FlowPatrol, SmartCAR of ZOOF. Ruim

3.600 mensen hebben zo’n app gedownload. Zij helpen mee om files

op de A58 te voorkomen en dragen bij aan de ontwikkeling van Talking

Traffic. De partners van het project Spookfiles A58 doen zo in de

praktijk waardevolle ervaringen op met nieuwe technieken. Dit zorgt

voor nieuwe inzichten en ontwikkelingen. En voor plannen om deze

technieken in heel Nederland uit te rollen.

In een coöperatief voertuig-wegkantsysteem staan voertuigen,

verkeerssystemen langs de weg en verkeerscentrales continu met elkaar

in verbinding. Het gaat veel verder dan de file- en omleidingsinforma-

tie die mensen nu via navigatiesystemen, boordcomputers of smart-

phones ontvangen. In een coöperatief systeem is er namelijk ook

contact met de omgeving. Daarom wordt gesproken over Talking

Traffic: het voertuig praat als het ware met andere voertuigen en met de

verkeerssystemen langs de weg, in een straal van een paar honderd

meter. Dit maakt het mogelijk dat weggebruikers écht anticiperen op

wat er voor hen gebeurt. Met het project willen de provincie Noord-

Brabant en het ministerie van Infrastructuur en Milieu de introductie

van coöperatieve systemen in Nederland en Europa versnellen. Zo

wordt ook de leidende positie van Nederland op het gebied van ‘smart

mobility’ verstevigd.

Rijkswaterstaat start dit najaar op de A58 met ‘TalkingTraffic’. Dankzij deze coöperatieve technologie kunnenvoertuigen dan met elkaar en met de verkeersystemenlangs de weg communiceren via een supersnelle verbin-ding. Zo kunnen weggebruikers snel en tijdig anticiperenop wat er voor hen gebeurt. In de toekomst maakt dezetechnologie ook ‘automatisch’ rijden mogelijk.

Spookfiles te lijf met ‘Talking Traffic’

EQUIPVAK, zo luidt de naam van denieuwe nationale beurs rondom hetthema ‘equipment, carwash en tools’die het RAI Equipment Platform vanRAI Vereniging van 31 mei tot en met2 juni 2016 in de Expo Haarlemmer-meer organiseert. Vakbezoekers krijgen daar het meest brede aanbodvan apparatuur en gereedschappengepresenteerd.

Maar niet alleen de nieuwste producten en

ontwikkelingen zijn op EQUIPVAK te zien,

De nieuwe vakbeurs wordt ook een happe-

ning waarbij fabrikanten en importeurs

diverse live demonstraties verzorgen.

Daarnaast wordt EQUIPVAK ondersteund

door meerdere brancheorganisaties en

–verenigingen, die hun achterban tijdens dit

evenement informeren over nieuwe wet- en

regelgeving en andere ontwikkelingen op het

gebied van werkplaats en carwash.

Het RAI Equipment Platform heeft besloten

EQUIPVAK te gaan organiseren na een, in

opdracht van de leden van het platform uitge-

voerd strategisch onder-

zoek naar de wensen van

eindgebruikers. Daarbij

luidde de centrale vraag:

‘hoe wil men in de toe-

komst worden geïnfor-

meerd over equipment, carwash en gereed-

schappen?’

Uit dit onderzoek kwam duidelijk naar voren

dat het publiek algemene vakbeurzen steeds

minder aantrekkelijk vindt. Daarnaast is er

meer behoefte ontstaan naar kleinere, thema-

tische evenementen die zich richten op een

specifiek onderwerp. Ook blijkt dat contact-

momenten tijdens een beurs van groot belang

blijven, met name daar waar het gaat om

oriëntatie op en aanschaf van specialistische

apparatuur en gereedschappen. De vervolg-

stappen die daarop genomen zijn, zijn uniek

te noemen binnen de branche en hebben

geleid tot het opzetten van

een nieuw klantgericht en

specialistisch evenement.

Op dit moment is de

beursoppervlakte al voor

ruim 75 procent gevuld.

“EQUIPVAK is een evenement georganiseerd

dóór en vóór de leden en is het ideale platform

voor iedereen die geïnteresseerd is in de

laatste trends en ontwikkelingen rondom car-

wash en werkplaats”, aldus

Martijn van Eikenhorst,

adjunct-secretaris afdeling

Autovak van

RAI Vereniging.

Nieuwe nationale beurs EQUIPVAK

Onderlinge communicatie tussen auto’s kan spookfiles voorkomen.

Page 5: GO!Mobility Magazine #4 2015

5

Dit nieuwe inzamelnetwerk,

waarbij consumenten hun afge-

dankte fietsaccu’s bij fietsdealers

kunnen inleveren, werd met

ondersteuning van Stibat

(Stichting Batterijen) opgezet.

Bij dit collectief hebben zich

nagenoeg alle fietsfabrikan-

ten/importeurs aangesloten,

waarmee een volledige markt-

dekking in zicht komt.

Jaarlijks verschijnen ongeveer

220.000 elektrische fietsen op de

markt. Fietsproducenten en –

importeurs hebben een inname-

plicht. Alleen beschikten zij toen

nog niet over een netwerk om

accu’s veilig en verantwoord in te

zamelen en te verwerken. In

samenwerking met Stibat is

daarom een inzamelnetwerk via

de fietsdealers opgezet. Dit bete-

kent dat consumenten hun oude

fietsaccu’s daar eenvoudig kwijt

kunnen. Nederland behoort

overigens volgens Stibat, samen

met België en Duitsland, tot de

kop lopers op het gebied van bat-

terijrecyling. In totaal werden in

ons land vorig jaar meer dan 3

miljoen kilo batterijen van con-

sumenten ingezameld via de

24.000 inleverpunten van Stibat.

Afgezet tegen het aantal op de

markt gebrachte batterijen staat

dit gelijk aan 44,6 procent; bijna

twee maal zo veel als de Europees

vastgestelde inzameldoelstelling

van 25 procent.

Om op het hoogste niveau de dialoogte voeren over de randvoorwaardenmet betrekking tot Intelligente Trans-port Systemen (ITS) en de invoeringof implementatie van smart mobilityzowel nationaal als internationaal teversnellen, kent Nederland zevenzogeheten ‘ITS Ronde Tafels’.

Stichting SIMS is één van de gesprekspartners,

die namens BOVAG en RAI Vereniging aan

drie van de zeven verschillende tafels aan-

schuift om samen met de markt, kennisinstel-

lingen, overheden en belangenorganisaties de

verschillende ITS-ambities te verwezenlijken.

De omarming van ITS neemt internationaal

een grote vlucht. Binnen Europa is het plat-

form C-ITS de plaats waar over de voorwaar-

den voor toepassing van ITS wordt gesproken.

Nederland wil binnen de EU, maar ook wereld-

wijd, een voortrekkersrol vervullen bij de ont-

wikkeling van ITS. Dit betekent dat de ontwik-

kelingen in ons land zullen moeten passen

binnen deze internationale context. Vandaar

dat binnen de landelijke ITS Ronde Tafels zo

ongeveer alle partijen op alle denkbare niveaus

zijn vertegenwoordigd die er toe doen.

SIMS is namens RAI Vereniging en BOVAG de

gesprekspartner aan een drietal tafels: de Juri-

dische Tafel, de Human Behaviour Tafel en de

Standaardisatie Tafel (Dutch Profiles). Hoofd-

thema tijdens de Juridische Tafel is de vraag:

hoe is het allemaal geregeld met de privacy van

de data die auto’s gebruiken? Wie heeft wan-

neer de zeggenschap over de data en hoe zit het

met de aspecten rondom de aansprakelijkheid?

Tijdens de Human Behaviour Tafel staat uiter-

aard de bestuurder centraal. Het gaat er immers

om dat de automobilist ook daadwerkelijk de

aanbevelingen om wegen beter te benutten

gaat uitvoeren. Bij de Standaardisatie Tafel gaat

het er om alle dienstverlenende partijen

rondom ITS met elkaar volgens vaste standaar-

den te laten communiceren. Uiteraard wordt

daarbij rekening gehouden met en aansluiting

gezocht bij internationale standaarden. We

willen tenslotte ook auto kunnen blijven rijden

over de grens.

Meer informatie over de landelijke ITS Ronde

Tafels is te verkrijgen via: www.ditcm.eu/

its-round-tables.

Het collectieve inzamelsysteem voor e-bike accu’s, dat op initiatief van afdeling Fietsenvan RAI Vereniging per 1 januari 2014 in werking is getreden, heeft een vliegende startdoorgemaakt. In datzelfde jaar werd 87.000 kilo aan fietsaccu’s ingezameld. Dat komtovereen met ruim 26.000 accu’s.

Nederlands recyclingsysteem fietsaccu’s komt op toeren

RAI Vereniging via SIMS aangesloten bij landelijke ITS-Tafels

Leo Bingen, directeur SIMS: ‘De ITS-ontwikkelingen in ons land

zullen in een internationale context moeten passen.’

In Nederland werden vorig jaar ruim 26.000

e-bike accu’s ingezameld.

Page 6: GO!Mobility Magazine #4 2015

GO!

6

De overtreffende trap in de bandenwereld

Met vestigingen in meer dan 170 landen, 68 fabrieken in 17 verschil-

lende landen, zo’n 112.300 medewerkers en een productievolume van

ongeveer 178 miljoen banden per jaar, zegt Michelin alles wat op wie-

len staat van banden te kunnen voorzien om zo aan elke mobiliteitsbe-

hoefte te voldoen. De Vries kan zich dan ook niet echt vinden in de

kwalificatie bandenfabrikant als het om Michelin gaat. “Feitelijk zijn

wij een leverancier van mobiliteit. Alles wat een voertuig doet en moet

doen geschiedt via de band. De band bepaalt het gedrag van een auto,

motor of fiets. Michelin is voortdurend bezig om door innovaties en

het toepassen van nieuwe technologieën een voertuig optimaal mobiel

en veilig te houden. En dat gebeurt niet vanuit puur de marketing filo-

sofie, maar door goed te luisteren naar wat de klant wil. Voorop staat

het leveren van oplossingen en niet het aanbieden van producten.”

Analyse rijgedragOm het rijgedrag van automobilisten zo goed mogelijk in kaart te

brengen en te kunnen analyseren welke effecten dit heeft op banden,

heeft Michelin 3.000 personenauto’s in Europa uitgerust met een

meetunit die alle gegevens van het voertuig vastlegt: de positie, de

gereden snelheden, het remgedrag, acceleratie, gedrag in bochten,

weersomstandigheden etc.

De Vries: “al die data leveren waardevolle informatie op om vast te

stellen waar een band aan moet voldoen en daarmee is het vervolgens

mogelijk is om banden te ontwikkelen op basis van de wensen van de

consument.”

CrossClimateEen goed voorbeeld hiervan noemt hij de Michelin CrossClimate, die

vlak voor de zomer is geïntroduceerd voor de automobilist die het hele

jaar door optimale veiligheid wenst, maar dan wel met één set banden.

De Vries wijst er nadrukkelijk op dat de CrossClimate geen compromis

is tussen een zomerband en een winterband zoals 4-seizoenenbanden

dat wel zijn. “De CrossClimate presteert ‘s zomers net zo goed als een

normale zomerband en de tractie en de remprestaties in de sneeuw zijn

vergelijkbaar met een officiële winterband. Wij gaan daarbij wel uit

van normale winterse omstandigheden, zoals in Nederland, dus niet

van extreem winters weer.”

De CrossClimate is voorzien van het ‘3 Peak Mountain Snow Flake’

EU- label en is daarmee geschikt voor gebruik in landen die ’s winters

een aangepaste bandenuitrusting voorschrijven. De Vries rekent voor

dat de remweg van de CrossClimate in de zomer vijf meter korter is

dan de gemiddelde 4-seizoenenband. Op nat wegdek bedraagt dit ver-

schil drie meter ten faveure van de CrossClimate. Daarmee biedt de

band het beste van twee werelden voor de groep die nu nog het hele

jaar op zomerbanden of 4-seizoenenbanden rijdt en voor hen die geen

zin hebben in een jaarlijkse bandenwissel en toch maximale veiligheid

willen.

MegabandVan een geheel andere orde is de eerder genoemde Michelin 59/80 R63

XDR. Deze reuzenband, die een lengte heeft van twee basketballers

Een band met een diameter van 63 inch, een hoogte van 4,03 meter en een draagvermogen van 100 ton. Het lijkt een object uit een futuristische wereld waar buitenaardse proporties en andere

dimensies gelden. Niets is echter minder waar. Met de Michelin 59/80 R63 XDR, de grootste bandooit gebouwd, zet Michelin een nieuwe norm in de bandenwereld. Dat geldt volgens Per de Vries,

Product Marketing Manager van Michelin Nederland, eveneens voor de onlangs gelanceerde Michelin CrossClimate. Een band die de technologieën van zomer- en winterbanden verenigt,

zonder aan kwaliteit, prestaties en veiligheid in te boeten.

Michelin: ‘een bandkan het verkoopsuccesvan een auto bepalen’

Page 7: GO!Mobility Magazine #4 2015

7

Per de Vries: ‘Er ligt voortdurend een uitdaging om de rolweerstand van banden verder te verlagen.’

‘Wij leveren geen banden maar

mobiliteits oplossingen’

Page 8: GO!Mobility Magazine #4 2015

8

GO!

die in een acrobatische houding in elkaar zijn gevlochten, is bestemd

voor de grootste transportmiddelen (dumpers) in de mijnbouw. ‘Het is

niet zomaar een megaband”, zegt De Vries. “Er zit behoorlijk veel

techniek en innovatie in verwerkt. Dit soort banden moeten een maxi-

male bedrijfszekerheid van die dumpers garanderen. Ze mogen niet lek

raken en dienen altijd de juiste bandenspanning te hebben. Want als ze

kapot gaan, dan kost het acht uur om ze te vervangen en dat betekent

een enorme schadepost qua stilstaande uren.”

Groen, groener, groenst...Groene banden, eco-banden, stille banden etc. Alle bandenmerken zijn

er al jaren mee bezig. Zo ook Michelin. Er is zelfs eind 2012 een banden-

label van kracht dat consumenten moet helpen bij het kiezen van de

meest geschikte band. Maar wat kan de gemiddelde consument daar-

van in zijn portemonnee merken? “Veel”, beklemtoont De Vries.

“Wij zijn inmiddels met de vierde generatie ecoband bezig: de

Michelin Energy Saver+. Vergeleken met de eerste generatie uit 1992 is

de rolweerstand met 10 procent verlaagd. Er is enorm veel progressie

geboekt. Toch is een personenautoband nog altijd verantwoordelijk

voor twintig procent van het brandstofverbruik. Met andere woorden:

bij vijf keer tanken heb je één volle tank nodig om de banden rollend te

houden. Bij bedrijfswagens is die verhouding één op drie. Banden

hebben dus een belangrijke invloed op de CO2-emissie. Er ligt dus een

voort durende uitdaging om die rolweerstand te verlagen.”

Banden voor E-voertuigenEn dat geldt naar zijn mening niet alleen voor bestaande maar

eveneens voor nieuwe voertuigconcepten. Te denken valt aan e-cars of

e-bikes en speed pedelecs. “Elektrisch aangedreven voertuigen vragen

om specifieke bandoplossingen. De actieradius van een e-car is

tenslotte redelijk beperkt. Het toepassen van een zogeheten ‘tall and

narrow’ band kan in die gevallen de reikwijdte al gauw met 20 procent

verlengen. Zelfs voor e-bikes zijn aparte banden nodig. Die kun je niet

met gewone fietsbanden uitrusten. Door mee te denken met voertuig-

fabrikanten werkt Michelin aan de toekomst.”

Vooral voor autofabrikanten kunnen banden het verschil maken,

besluit De Vries. “Die worden immers afgerekend op de CO2-emissie

van hun totale productie. Elke band van ons die één gram CO2-reduc-

tie kan opleveren – denk aan de fiscale bijtellingsgrenzen - kan dus

bepalen of een auto wel of niet wordt verkocht.”

Met een hoogte van 4,03 meter en een draagvermogen van 100 ton is de Michelin 59/80 R63 XDR de grootste band ter wereld.

Page 9: GO!Mobility Magazine #4 2015

9

Palfinger Nederland:

Hij wijst op zijn nieuwste paradepaardje: de

Palfinger PK 200002L-SH. “Deze radio -

grafisch bestuurbare autolaadkraan met een

reikwijdte van 45 meter en een maximaal

hefvermogen van 200 tonmeter is in staat om

zo’n 40 personenauto’s tegelijk te tillen.”

Palfinger Nederland is in de wereld van laad-

en lossystemen een gevestigde naam. De

geschiedenis van de onderneming voert terug

naar 1983 toen Gerard van den Aarsen in

Pijnacker de VDA Konstruktie bv oprichtte, dat

gespecialiseerd was in het opbouwen van voer-

tuigen met een zelf ontwikkeld beladings -

systeem voor minicontainers, alsmede een

aantal andere specifieke producten voor de

reinigings- en recyclingbranche. Nadat VDA

zich vervolgens ontwikkelde tot de grootste

Palfinger-dealer in ons land, werd in 1994 het

importeurschap voor Palfinger kranen verwor-

ven. Op jaarbasis verkoopt het bedrijf tussen

de 400 en 500 Palfinger producten, waaronder

autolaadkranen, hout-, schroot en kipperkra-

nen, haakarm- en portaalsystemen en mee-

neemheftrucks. De bulk van de afzet, namelijk

zo’n 60 procent, betreft autolaadkranen.

Exceptioneel transportOp bijna een op de drie autolaadkranen die in

Nederland worden verkocht prijkt volgens

Van Aarsen inmiddels het logo van Palfinger.

Nog hoger is het marktaandeel van de zogehe-

ten Z-kranen. Die hebben, in vergelijking met

de conventionele kranen, het voordeel dat het

complete systeem, inclusief de grijper,

Veiligheid, comfort, betrouwbaarheid en duurzaamheid zijn zaken die bij de aanschaf van laad- enlossystemen een doorslaggevende rol spelen. “Was een autolaadkraan vroeger een berg staal meteen paar cilinders, tegenwoordig is het een hightech product waarbij een geavanceerd elektronischsysteem, in combinatie met tal van sensoren, per situatie berekent hoeveel een kraan mag en kan tillen”, vertelt Wouter van den Aarsen, algemeen directeur van Palfinger Nederland.

Zwaar heffen op het hoogste niveau

Van den Aarsen: ‘Met 200 tonmeter hefvermogen is de grens van wat in de praktijk maximaal haalbaar voor de “conventionele”

autolaadkraan wel bereikt.’

Page 10: GO!Mobility Magazine #4 2015

GO!

10

opvouwbaar is. Bovendien zijn de Z-kranen

van Palfinger voorzien van een zogeheten B4-

classificatie. Dat wil zeggen dat ze heel veel

laad- en loscycli aankunnen en dus een langere

levensduur hebben.

Van den Aarsen schat dat Palfinger Nederland

de helft van deze opvouwbare kranen levert.

“Onze Epsilon hout-, schroot en kipperkranen

worden vooral ingezet in bulk-

transport, de bosbouw, bij

houttransport en ten behoeve van

recycling, bijvoorbeeld bij overslag

van schroot en afval. Wij zijn

vooral gespecialiseerd in het bie-

den van laad- en losoplossingen

voor zwaar en exceptioneel trans-

port. Vandaar dat tweederde van

onze klanten is te vinden in de

aannemerij, de bouwwereld en de

wegenbouw. En ongeveer 20

procent vindt zijn weg naar over-

heden en gemeenten.”

Zware jongenDe nieuwste sterke schakel in het

Palfinger-programma noemt Van

den Aarsen de eerder genoemde

PK 200002L-SH. Met deze ‘zware

jongen’ wil Palfinger een nieuwe

maatstaf zetten op het gebied van

zwaar heffen met precisie. “Het

hefvermogen is met 200 tonmeter

ongeveer het hoogst haalbare, terwijl dankzij

de opvouwbaarheid van deze kraan de afme-

tingen van het voertuig compact blijven en

gebruikers relatief makkelijk in de stad kunnen

manoeuvreren. Deze kraan, die het gat tussen

de autolaadkraan en de traditionele telekraan

verkleint, is speciaal ontwikkeld voor heavy

duty werkzaamheden op grote hoogten en

waar veel bereik wordt gevraagd.”

Van den Aarsen verwacht dat met 200 tonme-

ter hefvermogen de grens van wat in de prak-

tijk maximaal haalbaar voor de ‘conventionele’

autolaadkraan wel is bereikt. “Althans volgens

de criteria die Palfinger hanteert. Hun filosofie

luidt dat je het gewicht dat je wilt tillen ook

moet kunnen vervoeren, een filosofie die met

de 200 tonmeter overigens wel losgelaten

wordt. Aangezien een 200 tonmeter kraan al

gauw 20 ton weegt, is er voor die opbouw een

4- of 5-assige vrachtwagen nodig.”

Verboden werkpositiesVan Aarsen constateert dat de complexiteit, het

comfort en de veiligheid van autolaadkranen

de laatste jaren een enorme progressie hebben

doorgemaakt. Zo is, vervolgt hij, de EN 12999

norm, waar autolaadkranen onder vallen, het

laatste decennium fors aangescherpt. “Dit

heeft er toe geleid dat de verantwoordelijkheid

voor de veiligheid tijdens het gebruik niet

langer bij de gebruiker maar bij de fabrikant is

komen te liggen. De norm bepaalt dat de

fabrikant ervoor moet zorgen dat de kraan

altijd stabiel is. En de norm dicteert dat

‘verboden werkposities’ – dus de posities die

een kraan vanwege zijn constructie niet mag

bereiken om omvallen te voorkomen - niet

mogelijk zijn.”

Daarmee is een autolaadkraan een soort

mobiele computer geworden. Met behulp van

zaken als High performance Stability Control

berekent het systeem auto -

matisch hoeveel de kraan in alle

voorkomende situaties mag

tillen. Voeg daarbij het Active

Oscillation Suppression (AOS),

het automatisch

dempingssysteem voor de

arm bewegingen van de kraan

én radiografische afstandsbe-

diening, en het is duidelijk dat

werkelijk alle registers zijn

opengetrokken om eventuele

ongevallen te voor komen en

het gebruiksgemak te optimali-

seren.

Hufterproof“Toch is het een illusie om te

denken dat het mogelijk is om

een kraan volledig ‘hufter-

proof’ te maken”, meent Van

Aarsen. “Wat de norm ook voorschrijft, de

gebruiker dient zelf vakbekwaam en kundig te

zijn. Daarom dienen kranenchauffeurs te

beschikken over een ‘hijsbewijs’. Ook daar

tillen wij als branche, om in de kranen -

terminologie te blijven, zwaar aan.”

‘Het systeem berekent automatisch hoeveel de kraan in alle voorkomende situaties mag tillen.’

‘Een kraan volledighufterproof maken is

een illusie’

Page 11: GO!Mobility Magazine #4 2015

11

Volgens Jan van Gelderen, PR-

manager van Mercedes-Benz

Trucks, is de Actros SLT welis-

waar bijzonder, maar niet een

voertuig dat specifiek is voor

waar Mercedes voor staat. “Het is

natuurlijk wel een icoon en een

imagodrager binnen ons gamma,

maar eigenlijk hebben alle truck-

fabrikanten wel zo’n ‘dikke

jongen’ in hun portefeuille.”

De kopers zijn transporteurs met

zeer specifieke klantwensen ten

aanzien van het motorvermogen

en het benodigde koppel. “Met de

nadruk op koppel”, vervolgt hij,

“want pk’s zeggen lang niet alles.

Het extreem hoge koppel van

maar liefst 3.000 Newtonmeter

maakt de truck geschikt voor het

vervoer van zeer zware ladingen.

Zonder dat dit overigens een aan-

slag doet op de portemonnee van

de transporteur, want dit hoge

koppel zorgt ervoor dat de SLT

snel de kruissnelheid bereikt en

daarom, ondanks het gewicht en

het motorvermogen, een matige

drinker is.”

Custom madeMercedes produceert de SLT in

het Duitse Wörth, waarna het

voertuig honderd kilometer ver-

derop in Molsheim (Frankrijk) bij

Custom Tailered Trucks (CTT)

volledig op klantspecificatie

wordt afgebouwd. Tot de moge-

lijke modificaties behoren extra

assen, het verlengen of inkorten

van het chassis, het plaatsen van

crew-cabs, etc.

Dat de Actros SLT een buiten-

beentje is dat een beperkt aantal

afnemers kent, blijkt al snel als

het productievolume ter sprake

komt. Mercedes vervaardigt er

per jaar niet meer dan honderd,

waarvan er ongeveer tien exem-

plaren in Nederland een nieuwe

eigenaar vinden.

“Dat de markt beperkt is, is niet

verwonderlijk”, zegt Van Gelde-

ren. “De meeste vervoerders

hebben niet zo’n krachtpatser

nodig. Die kunnen prima toe met

een truck van rond de 400 pk. De

bandbreedte van ons progamma

loopt overigens van 156 tot 625

pk. In de Nederlandse truck-

markt, die dit jaar naar verwach-

ting op ongeveer 12.000 een -

heden (+ 20%) zal uitkomen,

heeft Mercedes een aandeel van

18 procent, waarvan er in de

klasse van ‘heavy’s’ boven de 16

ton zo’n 1.600 exemplaren wor-

den verkocht. En van dat volume

is de Actros SLT het vlaggen-

schip.”

‘Moderne trucks bijna een factor tien schoner’

Krachtpatser voor zwaar transportBij een truck die tot 250 ton en in sommige uitvoeringen tot 400 ton kan trekken, die voorzien is vaneen 625 pk zescilinder motor met een inhoud van 16 liter en die tegelijkertijd probleemloos voldoetaan de Euro-VI norm, kun je gerust spreken van de Goliath onder de zwaar transport trekkers. Zelfspreekt Mercedes bij de Actros SLT over ‘een nieuwe dimensie in zwaar transport’. Maar wat waseigenlijk de reden om een dergelijke mastodont op de markt te brengen?

Jan van Gelderen: ‘Er is een enorme progressie geboekt in de reductie van de uitstoot per kilometer.’

Page 12: GO!Mobility Magazine #4 2015

GO!

12

Business partnerAls het gaat om zowel het natio-

nale als het internationale distri-

butievervoer vervult Mercedes

volgens Van Gelderen een

belangrijke schakel in de totale

distributieketen. “Het gaat er

daarbij vooral om de Total Cost of

Ownership (TCO) zo laag moge-

lijk te houden en een totaaloplos-

sing voor meer rendement te bie-

den. Truckfabrikanten treden

tegenwoordig veel meer op als

business partner dan als garagist.

Zo denken we mee over de kos-

tenstructuur (TCO), het brand-

stofverbruik, de veiligheid en

logistieke oplossingen. Transpor-

teurs willen veel meer worden

ontzorgd, zich uitsluitend bezig-

houden met warehousing en

logistiek, terwijl de truck -

fabrikant moet zorgen dat het

voertuig blijft rijden.”

Active Brake Assist 3Als voorbeeld van ontzorgen

noemt hij Fleet Board, een voer-

tuigmanagementsysteem dat

ongeveer alles controleert: de rij-

stijl van de chauffeur, het brand-

stofverbruik in relatie tot de

lading en dat de transporteur

bovendien in staat stelt om op

afstand zijn truck te monitoren

en (route) planningen te kunnen

maken. Daarnaast biedt de lease-

maatschappij Charterway van

Mercedes sinds enige tijd een

universeel reparatie onderhouds-

pakket aan. “Dit betekent dat een

transporteur met een bij ons ge -

leasde truck voortaan bij iedere

Mercedes dealer terecht kan, zelfs

in Europa. En dan is er natuurlijk

nog het onderwerp verkeersvei-

ligheid en de wijze waarop een

truck optimaal in alle verkeers -

situaties kan acteren. Active

Brake Assist 3 is bijvoorbeeld

zo’n proactief veiligheidssysteem

dat leverbaar is op al onze huidige

generatie trucks. Dit systeem

anticipeert op wegsituaties. Als er

plotseling een file opdoemt dan

grijpt het systeem automatisch in

en zorgt dat het voertuig veilig

tot stilstand komt.”

30 procent minder brandstofverbruikEen cruciaal element in het redu-

ceren van de transportkosten

betreft uiteraard het brandstofver-

bruik. Iets waar Mercedes sterk op

zegt te focussen. Niet minder dan

een derde (30%) van de Total Cost

of Ownership heeft namelijk

betrekking op het brandstofver-

bruik. De afgelopen decennia

heeft de hele sector op dat gebied

een behoorlijke slag gemaakt.

Van Gelderen rekent voor dat het

gemiddelde brandstofverbruik

van de trucks de laatste dertig jaar

met ongeveer 30 procent is

gedaald. “Als je nu met een truck

uit pakweg 1975 zou rijden, dan

zou een transporteur die 150.000

kilometer per jaar aflegt al gauw

25.000 liter diesel per jaar meer

nodig hebben. Dan heb je het

zomaar over een bedrag van ruim

30.000 euro!”

Factor tien schonerMaar een lager brandstofverbruik

impliceert automatisch ook min-

der emissie van schadelijke stof-

fen. “Er is tevens een enorme

progressie geboekt in de reductie

van de uitstoot per kilometer”,

besluit Van Gelderen. “Euro-VI

vrachtauto’s stoten in de praktijk

tot 90 procent minder fijnstof en

stikstofoxiden (NOx) uit dan

trucks die in 1992 met euro 1 op

de markt kwamen. Per saldo zijn

moderne trucks bijna een factor

tien schoner dan hun voorgan-

gers van 25 jaar geleden.”

‘Eenderde van de Total Cost of Ownership heeft betrekking op het brandstofverbruik.’

‘Transporteurs willen veelmeer worden ontzorgd’

Page 13: GO!Mobility Magazine #4 2015

13

Trek Benelux vervulde een voortrekkersrol

om dit specifieke segment in ons land op de

kaart te zetten. Zelf trappen moeten de kopers

van dit extravagante stoere paradepaardje nog

wel. Maar Martin Sneeuw, Media Specialist bij

Trek Benelux, ziet goede toekomstperspectie-

ven voor fat bikes met elektrische traponder-

steuning. “Binnen vijf jaar zal 45 procent van

ons Benelux programma elektrisch zijn.”

Trek Benelux is in Nederland sinds 1991 actief

als volle dochter van het Amerikaanse Trek

Corp. Vanuit de Benelux vestiging in Harder-

wijk verkoopt het merk via ruim 400 dealers

jaarlijks zo’n 70.000 fietsen en accessoires in

Nederland, België en Luxemburg. Trek is één

van de marktleiders op het gebied van moun-

tainbikes en racefietsen. Die worden ontwik-

keld en ontworpen in de V.S., terwijl ongeveer

70 procent van de productie geschiedt in Azië

en Duitsland. In Wijchen beschikt Trek over

een centraal distributie magazijn. Op het

hoofdkantoor in Harderwijk bevindt zich

eveneens een afdeling die zich bezig houdt

Trek Benelux: ‘de hele mobiliteitswereld wordt elektrisch’

Een ‘American dream’ op tweewielen. Een aardige kwalificatievoor een uit de V.S overgewaaidfenomeen: de fat bike. In Nederland is deze flink uit dekluiten gewassen mountainbikemet extreem dikke banden eenvreemde eend in de fietsbijt.Kopers zijn vooral fanatiekefietsers die door het rijden langsde kust en over stranden graageen extra dimensie aan hunsport willen toevoegen.

Fat bike: excentrieke alleskunnervoor de ‘Dutch mountains’

Martin Sneeuw: ‘Een fat bike biedt, als compromis tussen een cross country en een full suspension fiets het beste uit twee werelden.’

Page 14: GO!Mobility Magazine #4 2015

GO!

14

met productontwikkeling voor de Europese

markt.

FietsloipesHet grootste deel van de omzet, zo’n 55 pro-

cent, heeft betrekking op de conventionele

fietsen en met name de e-bike, vertelt

Sneeuw. Hij erkent dat de fat bike een relatief

jonge loot aan de stam is. “Het is een typisch

Amerikaans verschijnsel dat twee jaar geleden

is doorgesijpeld naar Europa. In Noord-

Amerika en Canada met relatief korte zomers

en lange winters, biedt de fat bike de mogelijk-

heid om langer te kunnen blijven fietsen. Een

verlenging van het fietsseizoen dus. De

(lokale) overheid trekt namelijk met sneeuw-

scooters speciale sporen, zogeheten fiets -

loipes, zodat berijders met zo’n fat bike pro-

bleemloos door de sneeuw kunnen rijden.”

Beste van twee wereldenVoor Nederland zijn de toepassingsmogelijk-

heden van een fat bike in principe beperkt.

Feitelijk is een fat bike niet veel meer dan een

mountainbike met extreem dikke banden.

Martin Sneeuw legt uit dat banden van een fat

bike 5 inch breed zijn. Dat is 2,5 maal zo dik als

die van een reguliere mountainbike band.

Inmiddels is er, mede dankzij de inspanningen

van Trek, sprake van een trend naar fat bikes

met een groter wielmaat (29+) die voorzien

zijn van 3 inch banden. Trek levert die onder

de naam Stache. “De grotere wielen, in com-

binatie met iets minder brede banden en een

starre achtervork, bieden per saldo het beste

van twee werelden: een compromis tussen

een cross country fiets en een full suspension

fiets.”

Met als grote voordeel dat de fiets veel tractie

heeft en gebruikers er prima mee door het

rulle zand en over stranden kunnen ploegen.

Want bergen of veel sneeuwval heeft Neder-

land immers niet en crossen door de

Hollandse duingebieden is verboden.

Sneeuw: “van een hype of rage kun je niet

echt spreken, maar fat bikes genieten, met

name bij bewoners langs de kust, een redelijke

populariteit. Voor ons als totaalleverancier is

het in ieder geval belangrijk om een fat bike in

het programma te hebben.”

Helmplicht snelle e-bikesOp de vraag of de komst van eventuele

elektrische trapondersteuning bij fat bikes niet

vloeken in de kerk is, reageert Sneeuw laco-

niek. “Waarom zou dat minder cool zijn?”

“In de Alpen zijn elektrisch ondersteunde

mountainbikes al razend populair. Er zijn zelfs

al speciale routes voor uitgezet. Op termijn

wordt de hele mobiliteitswereld elektrisch.

Je ziet nu al dat de verschillende branches –

auto’s, gemotoriseerde tweewielers en nu ook

fietsen – naar elkaar toe groeien. Op dit

moment is 10 procent van onze modellen

elektrisch. Ik verwacht dat dit percentage

binnen vijf jaar zal groeien tot 45 procent.

Vergeet daarbij ook niet dat steeds meer

jongeren overstappen op een e-bike.”

Ondertussen laait, met het drukker worden

op de fietspaden en het toenemend aantal

snelle e-bikes en speed pedelecs, in Nederland

de discussie over het eventueel invoeren van

een helmplicht op. Trek zegt het begrijpelijk te

vinden dat zo’n helmplicht, die in een aantal

andere EU-landen al geldt voor speed

pedelecs, ook in ons land wordt ingevoerd.

Sneeuw: “racefietsers rijden gemiddeld als

gauw 28 tot 30 kilometer per uur en die dra-

gen vrijwel allemaal een fietshelm. Waarom

zou dat dan niet zo zijn voor fietsen die top-

snelheden van 40 tot 45 kilometer per uur

kunnen bereiken? Wij gaan ervan uit dat dit

zowel de veiligheid van de berijder als het

product zelf ten goede zal komen.”

‘Binnen vijf jaar zal 45 procent van ons programma elektrisch zijn.’

‘De hele mobiliteits -wereld wordt elektrisch’

Page 15: GO!Mobility Magazine #4 2015

15

Aan de look and feel van deze legendarische

mastodont is volgens Country Manager

Martin Mulder sinds de introductie in 1979

amper iets verandert. “Want, zegt hij, “bij

Harley-Davidson is alles evolutie.” Een

opmerkelijke uitzondering op deze regel

betreft het futuristische elektrische prototype

LiveWire die vóór 2020 op de markt moet

komen.

Samen met de Fat Boy behoort de Road King

tot de meest aansprekende en iconische

machines binnen de verschillende ‘motoren-

families’ van Harley-Davidson. Sinds de

marktintroductie bijna veertig jaar geleden

zijn er van deze uitgeklede Electra Glide

Harley wereldwijd enkele tienduizenden

exemplaren verkocht. Kopers zijn over het

algemeen van middelbare leeftijd. Mulder

omschrijft hen als een reislustig publiek dat

graag grotere afstanden aflegt en dat hun Road

King beschouwt als een toermotor pur sang.

De bijzondere aantrekkingskracht van Harley-

Davidson is naar zijn mening toe te schrijven

Tijdloos, nostalgisch, een klassieke touring machine me tallure. De zware roffel die hetstoere stampende V-twinmotorblok ten beste geeft, iszelfs voor een niet motorrijdervan grote afstand herkenbaar.We hebben het over de RoadKing, het vlaggenschip vanHarley-Davidson.

Harley-Davidson stand-by voorelektrische revolutie

Legendarische Road King bijna veertig jaar vlaggenschip

Martin Mulder: ‘Kopers van een Harley willen deel uitmaken van

de inmiddels 112-jarige legende van het merk.’

Page 16: GO!Mobility Magazine #4 2015

GO!

16

aan het karakteristieke stoere design, de uitstraling en de beleving van

het merk. “Het zijn mensen die puur willen genieten van het motor -

rijden en die deel willen uitmaken van deze inmiddels 112-jarige

legende.”

Passing powerHoewel de Road King de afgelopen decennia ogenschijnlijk nauwelijks

een gedaanteverwisseling heeft ondergaan, waarbij de nieuwste

modellen optisch een grote overeenkomst vertonen met hun ‘voor -

ouders’, bedriegt ook hier de schijn. Harley-Davidson houdt namelijk

regelmatig klanttevredenheidsonderzoeken. Die klantenfeedback heeft

er, vertelt Mulder, onder andere toe geleid dat medio 2013 alle tour -

modellen uitgebreid onder de loep zijn genomen en op het gebied van

ergonomie en techniek op vele honderden punten zijn aangepast. Geen

cosmetische, maar een onderhuidse ingreep dus.

“Zo kwam naar voren dat veel Harley-rijders meer ‘passing power’

wensten. Meer acceleratie en snelheid tijdens inhaalmanoeuvres. Dat

hebben we weten te realiseren door voortaan de speciaal voor de politie

getunede motorblokken ook in de reguliere productiemodellen toe te

passen.”

‘Het is van belang jongeren tijdig met het motorvirus te besmetten’.

Page 17: GO!Mobility Magazine #4 2015

17

Jonge instroomMaar welke trends ziet Mulder eigenlijk in de motorfietsbranche? In

hoeverre speelt het fenomeen ‘downsizing’ - kleinere modellen met

lichtere en zuiniger motoren – een rol bij Harley-Davidson en hoe kijkt

hij aan tegen de vergrijzing in de sector?

De Country Manager is er van overtuigd dat de toenemende verstede-

lijking en de groeiende behoefte aan gemotoriseerde tweewielers die

binnen die urbanisatie passen de sector in de kaart speelt en kansen

biedt. “Dat is precies de reden waarom wij onlangs de ‘Street’ hebben

geïntroduceerd, een lichtgewicht en uiterst wendbare stadsmotor.”

Dat minder jongeren voor een motor zouden kiezen, nuanceert hij.

“Het tij is langzaam aan het keren. Recente cijfers van het CBS tonen

duidelijk aan dat meer jongeren het A-rijbewijs halen, waaronder ook

veel vrouwen. Er is dus wel degelijk een jonge instroom. Het probleem

is alleen dat vanaf de leeftijd 30 tot 35 jaar, als er kinderen komen, de

motorhobby weer aan de spreek-

woordelijke wilgen wordt gehangen.

Het is dus van belang om ze vóór die

tijd met het motorvirus te

besmetten.”

LiveWireOver het verschijnsel downsizing is

Mulder helder. “Voor het conven tionele programma van Harley-

Davidson speelt dat niet direct een rol. Wij bewandelen tenslotte de

Darwinistische evolutionaire weg en gaan niet plotseling een totaal

andere koers varen.”

In dat licht bezien is de ontwikkeling van de fluisterstille volledig

elektrisch aangedreven LiveWire, die nu al de Tesla op twee wielen

wordt genoemd, wel degelijk een revolutionaire koersverandering. Van

dit prototype zijn er in totaal dertig exemplaren gebouwd met als doel

deze geluid- en emissieloze Harley door het publiek aan de tand te laten

voelen. Wereldwijd hebben inmiddels 17.000 motorrijders met de

LiveWire kunnen rijden en hun oordeel gegeven. “Het resultaat was

zeer bemoedigend en verrassend”, vervolgt Mulder. “Niet minder dan

83 procent van de testrijders vond het een fantastisch product, waarvan

76 procent zelfs aangaf de LiveWire direct te willen aanschaffen als

deze te koop zou zijn.”

Jaloersmakende prestatiesVoor wie de specificaties van deze futuristische e-motor bekijkt, is dat

niet verwonderlijk. De 70 pk motor met een zeer hoog koppel zorgt

ervoor dat de machine in 4 seconden van 0 tot 100 km/u wordt

gekatapulteerd. Dat is een tijd waar menig sportwagenbouwer jaloers

op zou zijn. Alleen de actieradius is met 85 kilometer nog beperkt,

erkent Mulder. “Die moet zeker omhoog naar circa 200 kilometer. En

de laadtijd, nu 3,5 uur, moet omlaag. Daar wordt hard aan gewerkt,

want vóór 2020 wil Harley-Davidson een echte straatversie van de

elektrische LiveWire lanceren.”

Eén Nederlandse koper is er in ieder geval al. Europarlementariër Wim

van de Camp (CDA) en motoradept, maakte namelijk als een van de

eersten in ons land kennis met de LiveWire.

Dat gebeurde afgelopen augustus in Lelystad waar Harley-Davidson

Benelux klanten had uitgenodigd om op een van de vier beschikbare

elektrische prototypes te kunnen rijden. Daar reageerde Van de Camp

dolenthousiast met de mededeling: “Pak hem maar in!”

’83 procent van de test -rijders vond de LiveWireeen fantastisch product’

Page 18: GO!Mobility Magazine #4 2015

RAI SOCIETY18

GO!

In de aanloop naar de BedrijfsAutoRAI 2015 werden de leden van afdeling

Speciale Voertuigen van RAI Vereniging tijdens hun bedrijfsbezoek bij Terberg in

Benschop uitvoerig over de vorderingen van de beurs bijge-

praat. Roelant Groen, beursmanager BedrijfsautoRAI, gaf

bij het sectiebezoek aan dit familiebedrijf,

waaraan ruim 40 leden van de afdeling deel-

namen, de feitelijke kick-off van de beurs

door met hen de stand indelingen door te

nemen. Dit tot grote tevredenheid van de

aanwezigen. De SV-leden kregen overigens

niet alleen een update over de Bedrijfsauto-

RAI, maar werden tevens over tal van actuele zaken binnen

de branche op de hoogte gesteld. Zo vertelde Jan Hart-

man die namens het bedrijf STP zitting heeft in het Technical

Commitee van het CLCCR, de Europese koepelorganisatie

van trailer- en carrosseriefabrikanten, over het grote belang

om als SV-lid nauw bij technische ontwikkelingen betrokken te zijn. Uiteraard

maakte een uitgebreid bedrijfs bezoek aan Terberg deel uit van het programma.

Op de foto is nog de bejaarde rode Terberg trekker te zien die ooit nog werd

gebouwd door de smederij waarmee Terberg is begonnen. Inmiddels telt het in

1869 opgerichte familie bedrijf zes divisies met twintig werkmaatschappijen en

is stevig verankerd in alle geledingen van de automotive sector. Tijdens de rond-

leiding lieten George en Bert Terberg weten de ‘relatieve rust’ die de eco-

nomische crisis in de bedrijfsvoering veroorzaakte te heb-

ben aangewend om alle bedrijfsprocessen nog eens goed

onder de loep te nemen. Daarmee slaagden zij er in om de

positie van Terberg in het algemeen, en in het bijzonder die

op het gebied van terminal trekkers, verder te verstevigen.

Netwerken per segwayEen kijkje in de keuken van het complete productie-

proces bij BMW en Robert Bosch is niet voor

iedereen weggelegd. En juist dat maakte de vakreis

van de jonge managersnetwerken

van RAI Vereniging naar de Bosch-

fabriek in Bamberg en de BMW-

fabriek in Regensburg zo bijzonder.

Niet minder dan 25 leden van de

JCG (afdeling Autovak), JSV (afde-

ling Speciale Voertuigen) en de

JMA (afdeling Auto’s) reisden eind

mei af naar Duitsland om met

eigen ogen te kunnen aanschou-

wen hoe BMW er in slaagt om in

Regenburg dagelijks meer dan

1.100 auto’s te produceren. “BMW

vervaardigt in deze fabriek zowel

de 1,2, 3 en 4-serie, alsmede de

Z4”, vertelt Martijn van Eiken-

horst, adjunct-secretaris afdeling

Autovak. “Het was vooral bijzonder om te zien dat

er niet ‘telkens één model van één bepaalde pro-

ductieband loopt, maar dat de modellen van de ver-

schillende series door elkaar heen op dezelfde band

worden geproduceerd.” In Bamberg bezocht het

gezelschap vervolgens de Bosch fabriek waar zowel

de productie van bougies als

onderdelen voor dieselinjectie-

systemen plaatsvindt. Van

Eikenhorst benadrukt dat bij

dit soort vakreizen het infor-

mele karakter, naast het functi-

onele element, eveneens een

belangrijke rol speelt. Zo was

er voor de jonge managers

veel ruimte in het programma

om in een ontspannen sfeer

met elkaar van gedachten te

wisselen. Dat ‘netwerken’

gebeurde onder andere tijdens

een tocht van twee uur per

segway door Bamberg onder

begeleiding van een gids.

In de startblokken voor BedrijfsautoRAI 2015

Page 19: GO!Mobility Magazine #4 2015

19

Een karakteristieke haven, een wereldberoemde dijk, een fraai panoramisch

vergezicht aan het IJsselmeer en een smakelijke portie mosselen vormden de

belangrijkste ingrediënten van de traditionele mosselavond die afdeling Auto-

vak in september organiseerde. Uitvalsbasis van dit sfeervolle samenzijn met

een groot aantal leden van het RAI Equipment Platform vormde Grand Café

De Dijk in Volendam. Een unieke locatie waar de verschillende vertegen-

woordigers van fabrikanten, importeurs en leveranciers van garage-uitrusting

in een informele ambiance met elkaar van

gedachten konden wisselen en het laatste

(zakelijke) nieuws met elkaar konden bespre-

ken.

Om het voor de deelnemers allemaal zo effi-

ciënt mogelijk te maken en er voor te zorgen

dat zij het nuttige met het aangename kon-

den verenigen konden leden van het RAI

Equipment Platform deelnemen aan een speciale informatiebijeenkomst

over de nationale beurs EquipVAK in de Expo Haarlemmermeer. Hier

werden zij bijgepraat en op de hoogte gebracht van de actuele stand van

zaken rondom dit nieuwe initiatief. “Want”, zegt Martijn

van Eikenhorst, adjunct-secretaris van afdeling Autovak,

“het is nadrukkelijk de bedoeling om EquipVAK samen met

alle exposanten tot een groot succes te maken. Op locatie konden de deel-

nemers zich dus prima laten inspireren en ideeën opdoen die uiteindelijk

moeten leiden tot een nieuwe inrichting van het beursconcept.”

Volendamse mosselavond

Op een collectieve stand met een omtrek van een halve kilometer was de

Nederlandse automotive industrie de afgelopen IAA in Frankfurt dominant

aanwezig. Tijdens de twee persdagen op 15 en 16 september en de daarop

volgende vakdagen (17 en 18 september) presenteerden veertien kop -

lopers in de hightech automotive industrie van afdeling Autovak zich samen

met de TU’s van Eindhoven en

Delft op deze Duitse vakbeurs die

tot de meest toonaangevende in

de wereld behoort. Tot de klin-

kende namen behoorden NRF,

DSM, AWL, SPG, Punch, MTEE,

Akzo-Nobel, Prodrive, TASS Inter-

national, PSS, VIBA, V-tron,

AXXOR en Thomas Regout.

Daarnaast waren verschillende

Autovak-leden, waaronder Apollo

Vredestein, TomTom, NXP, Polytech en Bosal op de IAA met eigen

stands aanwezig. De Nederlandse automotive sector presenteerde zich

tijdens de IAA op de Holland High Tech Automotive Suppliers stand.

Dit nieuwe initiatief is ontstaan vanuit de samenwerking tussen het RAI

Industry Platform van afdeling Autovak en AutomotiveNL. Het RAI

Industry Platform vertegenwoordigt alle in Nederland gevestigde interna-

tionaal opererende automotive toeleveranciers. Het gaat om bedrijven die

op het gebied van voertuigtechnologie en innovatief vermogen een voor-

trekkersrol in de wereld vervullen en baanbrekend bezig zijn. Op jaarbasis

zijn deze ondernemingen volgens Jeroen van de Braak, secretaris afdeling

Autovak goed voor een mondiale omzet van zo’n 80 miljard euro. Dat de

IAA een belangrijke katalysator vormde om contacten te kunnen leggen op

het hoogste niveau bewees ook de afsluitende Hol-

land netwerkborrel dat het ‘Generalkonsulat der

Niederlande’ in München op de collectieve Holland

stand organiseerde. Tijdens de opening van deze

Holland borrel ontvingen Peter Vermeij (r), Con-

sul Generaal München en Eddy van der Vorst (l),

voorzitter RAI Industry Platform, namens het Solar

Team Eindhoven (TU-Eindhoven) een naslagwerk

over hun winnende ‘rit’ met

de Stella in Australië. Bij die

gelegenheid kon natuurlijk

een oerhollandse haringkar

niet ontbreken. Steven van

Eijck (fotoinzetje), algemeen

voorzitter van RAI Vereniging

‘beet’ bij deze proeverij het

spits af en ontving de eerste

Hollandse haring.

Holland High Tech imponeert op IAA Frankfurt

Page 20: GO!Mobility Magazine #4 2015

20

GO!

eco-trends

HIAB heeft tijdens de Reinigings -DemoDagen die begin juni op hetRDW Testcentrum in Lelystad plaatvonden, de HIAB Z-PRO 171autolaadkraan gepresenteerd. Samenmet de HIAB Z-HiPro 191 maaktdeze kraan deel uit van de nieuweHIAB Z-serie.

Het bijzondere aan deze autolaad -

kranen is dat ze gevouwen in een

Z-stand achter de bestuurderscabine

kunnen worden geparkeerd zonder

de grijper te hoeven demonteren. Met

deze unieke functie zijn het volgens

HIAB de enige modellen op de markt

die volledig zijn geoptimaliseerd voor

vervoer en tegelijkertijd voldoen aan

de laatste wet- en regelgeving.

Het belangrijkste voordeel van deze

zogeheten Z-kraan, met een werk -

bereik van 8,4 meter, is dat de bedie-

ning van de kraan kan plaatsvinden terwijl de

dieselmotor is uitgeschakeld. Dit zorgt vol-

gens Hans van der Heijden, account manager

bij HIAB uiteraard voor geluidsvermindering,

CO2-reductie en brandstofbesparing. Het

opladen van het accupakket geschiedt via het

stopcontact. Naast deze ‘plug-in’ uitvoering is

de kraan eveneens als ‘gewoon’ hybride voer-

tuig verkrijgbaar. Kranen uit de Z-serie zijn

ontworpen voor toepassingen waarvoor in

het algemeen snelheid, efficiëntie en een groot

aantal laadcycli zijn vereist.

“Kranen uit de Z-serie zijn universeel inzet-

baar en geschikt voor elke klus”, zegt Carl

Gustaf Göransson, senior vice president Sales

and Markets van HIAB. “Je zou ze het

‘Zwitserse zakmes’ onder de

kranen kunnen noemen. Bij de

ontwikkeling lag de nadruk op

de snelle en nauwkeurige

besturing die onze klanten

nodig hebben. Met een

robuust ontwerp dat de legen-

darische HIAB-kwaliteit

onderstreept, staan ze garant

voor consistente en betrouw-

bare productiviteit,”

Een wereldprimeur. Zo noemt VDL Bus & coach dezeCitea SLFA Electric, een volledig elektrisch gelede bus meteen lengte van 18,1 meter. VDL presenteerde de busonlangs tijdens de UITP Mobility & City Transport tentoonstelling in Milaan.

De VDL Citea SLFA Electric rijdt zonder hulpmiddelen, dus zonder

ondersteuning van bijvoorbeeld een dieselmotor zoals bij hybride

bussen het geval is. De bus is alleen voorzien van een zogeheten panto-

graaf, die uitsluitend wordt gebruikt om het accupakket aan het einde

van iedere lijnrit kortstondig op te laden. De laadtijd bedraagt circa 5 tot

10 minuten. ’s Nachts worden de batterijen volledig opgeladen.

De eerste elektrische Citea bussen zijn bestemd voor de Kölner

Verkehrs-Betriebe AG (KVB), dat als vierde grootste gemeentelijk per-

sonenvervoersbedrijf in Duitsland het openbaar vervoer in Keulen en

omgeving verzorgt. KVB, dat medio vorig jaar in totaal acht elektrisch

gelede VDL-bussen heeft besteld, is het eerste bedrijf in Duitsland dat

een gehele buslijn omzet naar volledig elektrische tractie.

Elektrische mobiliteit is een belangrijke ontwikkeling in het openbaar

vervoer. Grootstedelijk elektrisch busvervoer levert een bijdrage aan

een schoner milieu, een lager energieverbruik en een stillere en

schonere leefomgeving. KVB ziet volop mogelijkheden voor de toe-

komst van elektrische mobiliteit en richt zich met name op zero emissie

openbaar vervoer met een grote personencapaciteit.

Emissieloze bus van VDL Bus & Coach

Zwitsers zakmes onder de kranen

VDL Citea SLFA Electric.

HIAB Z Pro 171.

Page 21: GO!Mobility Magazine #4 2015

21

De DAF CF Silent heeft de Fleet Transport Truck Innovation Award 2016 gewonnen. Het is voor hettweede jaar op rij dat DAF Trucks deze gerenommeerdeprijs in ontvangst neemt. Vorig jaar werd de Award toegekend aan de zeer efficiënte PACCAR MX-11-motor.

Dit jaar prijst de jury de effectieve en slimme manier waarop de ‘Silent

Mode’ in de DAF Silent bijdraagt aan het verbeteren van de transport

efficiency. De DAF CF Silent is onderdeel van het DAF Transport

Efficiency programma, dat tot doel heeft het rendement per kilometer te

optimaliseren, onder meer door de inzetbaarheid van voertuigen te

maximaliseren. Dankzij de praktische ‘Silent Mode’ van

de DAF CF Silent, is het nu ook mogelijk om goederen

’s avonds, ’s nachts of ’s morgens vroeg te laden en te

lossen in gebieden waar geluidsrestricties gelden.

Na het activeren van de ‘Silent Mode’ via een knop op het

dashboard, zorgt de software van de aandrijflijn ervoor

dat het koppel wordt beperkt, de motor minder toeren

maakt en er eerder wordt opgeschakeld. Bovendien is de

transmissie extra geïsoleerd. Hierdoor blijft het geluids-

niveau van de DAF CF Silent onder de 72 dB(A).

De technologie draagt volgens de jury van de Fleet

Transport Inovation Award bij aan het vergroten van de

inzetbaarheid van trucks en verhoogt dus de transport

efficiency.

Het aantal elektrisch aan-gedreven auto’s in ons land(volledig elektrisch enplug-in-hybrids) is sindseind 2014 tot en met julidit jaar met ruim 32 pro-cent toegenomen tot57.867 exemplaren, zoblijkt uit de jongste cijfersvan de Rijksdienst voorOndernemend Nederland.

In totaal bedraagt het elektrische

wagenpark (inclusief bedrijfs-

voertuigen en gemotoriseerde

tweewielers) inmiddels 91.046

eenheden. Dat zijn er 71 procent

meer dan per ultimo 2013. Daar-

mee lijkt de ambitie van de rijks-

overheid om in 2020 zo’n

200.000 elektrische voertuigen

op de weg te hebben snel dichter-

bij te komen. Voor 2025 ligt dit

streefcijfer op één miljoen EV’s.

Vooral de laatste maanden was

sprake van een groeispurt, met

juni als absolute recordhouder. In

die maand was niet minder dan

7,2 procent een auto met een stek-

ker. Tot de top vijf van de in

Nederland meest verkochte plug-

in-hybrids tot en met juli

behoren achtereenvolgens de

Mitsubishi Outlander, de Volvo

V60, de Opel Ampera, de Toyota

Prius en de VW Golf. De ranglijst

voor de meest populaire volledig

elektrisch aangedreven auto’s in

diezelfde periode bestaat uit de

Tesla Model S, de Nissan Leaf, de

Renault Zoe, de Smart ForTwo en

de BMW I3.

Voor iedere E-car is er op dit

moment bijna een laadpaal

beschikbaar, er van uitgaande dat

het aantal private laadpalen dat

op 31 december 2014 bekend was,

sinds die tijd nog flink is

gegroeid. Het aantal publieke

laadpalen bedroeg eind juli dit

jaar 15.609 stuks, dat is bijna een

verdrievoudiging ten opzichte

van de 5.876 laadunits eind 2013.

Daarnaast telde ons land op 1

januari dit jaar nog eens een

kleine 30.000 private laadpun-

ten.

DAF Silent mode vergroot efficiency

Nederland gestaag ‘aan de stekker’

In de eerste 7 maanden groeide het aantal e-cars in ons land met 32 procent tot 57.867 eenheden.

DAF CF Silent.

Page 22: GO!Mobility Magazine #4 2015

22

GO!

RAI vintage

AutoRAIjaren ’50

In de jaren vijftig werd

de AutoRAI nog in april

gehouden, terwijl de latere

autotentoonstellingen

(vrijwel) altijd in februari

plaatsvonden. Op het affiche

is nog ‘de Oude RAI’ aan de

Ferdinand Bolstraat te zien.

Dit was eigenlijk een nood-

gebouw dat in 1922 in

gebruik werd genomen. Een

tijdelijke oplossing, omdat

het Paleis voor Volksvlijt, dat

in 1929 afbrandde, te duur

was geworden. Lancia

presenteerde op de beurs in

april 1950 een nieuwe

zescilinder motor in V-vorm,

destijds zeer revolutionair.

Het zijn de jaren dat de auto

begon aan zijn onstuitbare

opmars. Zo waren op de

AutoRAI legendarische

merken te zien als de

spectaculair gestroomlijnde

Hudson. En wat te denken

van inmiddels lang

verdwenen Franse

topmerken als Delage en

Delahaye. In het begin van

de jaren vijftig wordt het

Nederlandse wagenpark nog

gekenmerkt door de grote

sedans van directeuren, gezagsdragers en notabelen. Maar in de loop van het decennium komen er steeds meer kleine auto’s en zogeheten

‘scootmobiles’ of ‘kleinstwagen’ van particulieren en verwisselt de handelsreiziger de trein voor een Ford, Opel of Volkswagen.

Page 23: GO!Mobility Magazine #4 2015

23

In deze rubriek laten we personen aan het woord diebetrokken zijn bij of werkzaam in de mobiliteitswereld.Dit keer Pieter Veldhuizen, directeur van VeldhuizenWagenbouw.

uitgesproken

Wat is uw favoriete vervoermiddel?

Mijn motorfiets: een BMW 1100 RT. Een ideaal vervoermiddel. Vooral

als het waait, dan kun je lekker “in de wind hangen”.

Wat vindt u van het mobiliteitsbeleid in Nederland?

Daar ben ik goed over te spreken. De wegen zijn schoon en hebben

weinig spoorvorming. En zolang er ieder jaar weer wat nieuwe

rijstroken en spitsstroken bijkomen is het best te doen.

Wat zou u als eerste veranderen als u het voor het zeggen had?

Het controle- en handhavingsbeleid. Er worden op dit moment in

Nederland jaarlijks zo’n vijf miljoen snelheidsovertredingen

geconstateerd en slechts 5.000 aslast controles en technische controle

uitgevoerd. Dit werkt het overbeladen van aanhangers en bestelwagens

in de hand.

Vindt u dat het kabinet voldoende aandacht

schenkt aan vervoersalternatieven, zoals de bus,

de fiets of gemotoriseerde tweewielers?

Ja, dat vind ik wel. De overheid is naar mijn mening

echter zeer onbetrouwbaar in het aanpassen van wet-

geving. Zo is er bijvoorbeeld enige tijd geleden een wet

van kracht geworden die toestond dat elektrische of

hybride bestelwagens meer mochten wegen dan 3.500kg en dat voor

het besturen van deze voertuigen een B-rijbewijs voldoende zou zijn.

Vervolgens komt er opeens een einde aan die wetgeving, omdat het om

een proef zou gaan. Met als consequentie dat fabrikanten dit soort

hybride voertuigen na twee jaar weer uit de productie kunnen nemen,

aangezien klanten anders een groot rijbewijs moeten halen om met

deze hybride bestelwagens te mogen rijden!! Ondernemers moeten

kunnen rekenen op een consistent overheidsbeleid.

Zou u zelf bereid zijn tenminste 1 keer per week de auto voor het

werk te laten staan?

Absoluut. Dat doe ik trouwens al. Vier keer per week ga ik lopend naar

mijn werk.

Met welke politicus zou u wel eens van gedachten willen

wisselen?

Met Melanie Schultz van Haegen. Ik waardeer het fanatisme van deze

minister van I&M in haar werk en de grote betrokkenheid bij nieuwe

projecten. Wat ze vooral goed doet, is nieuwe initiatieven ontplooien.

Alleen in het vervolgtraject laat zij de zaken naar mijn idee teveel op

zijn beloop. Dat is jammer. Ze zou zich meer als een ondernemer

moeten gedragen. Dus niet alleen een klap op nieuwe projecten geven,

maar die ook afmaken. Want pas dan is het mogelijk om het beoogde

rendement te behalen.

Hoe ziet het Nederlandse verkeersbeeld er over tien jaar uit?

Dat zal beslist nog veiliger zijn en nog beter op elkaar afgestemd. Met

dank aan de techniek en slimme al dan niet gedeeltelijk of volledig

autonoom rijdende voertuigsystemen. Op dit moment hebben

verschillende voertuigen verschillende remvertragingen. Dit betekent

dat, als bijvoorbeeld een personenauto en een vrachtauto, met min of

meer gelijke snelheid achter elkaar rijden en plotseling moeten

remmen, ze al gauw op elkaar botsen. Alleen al met zoiets als adaptive

cruise control is dat goed te voorkomen.

Pieter Veldhuizen‘Ondernemers moeten kunnen rekenenop een consistent overheidsbeleid’

Page 24: GO!Mobility Magazine #4 2015

GO!

MARKTANALYsE

Het totaal aantal fietsen, motoren en brom/snorfietsen dat in Nederland rond rijdt bedraagt inmiddels 24,4 miljoen exemplaren. Sinds 2008 zijn er bijna

5 miljoen tweewielers bijgekomen, een toename met 25 procent. Een en ander valt te lezen in de editie Kerncijfers Tweewielers, een gezamenlijke uitgave van

RAI Vereniging en BOVAG. Het Nederlandse tweewielerpark omvat

22,5 miljoen fietsen, 714.000 motoren

en 1,15 m iljoen brom/

snorfietsen. Die zijn gezamenlijk

goed voor een

vervoers -

prestatie

van zo’n

18,1 miljard

reizigers kilometers. Het grootste deel komt voor rekening van

de fiets: 14,5 miljard kilometers. Gevolgd door de motorfiets,

die op jaarbasis naar schatting 2,5 miljard reizigerskilometers

voor zijn rekening neemt. Met brom/snorfietsen wordt jaarlijks

ongeveer 1,1 miljard kilometer afgelegd.

De omzet van de transportsector is in 2014 met 2 procent gestegen en

bereikte daarmee het hoogste peil sinds de economische crisis, zo blijkt

uit de Kwartaalmonitor Transport en Logistiek van het CBS. Alle

branches leverden een positieve bijdrage aan dit resultaat.

Uitschieters waren de post- en koeriersdiensten die de omzet over het

hele jaar met bijna 5 procent zagen groeien. Met name de toenemende

vraag naar koeriersdiensten door online aankopen zorgden voor flink

hogere opbrengsten in deze sector.

In de dienstverlening voor het

vervoer hebben alle onder -

liggende branches een goed jaar

achter de rug met omzet -

stijgingen die schommelen tussen

een krappe half procent

(dienstverlening over water) tot

9 procent voor de laad-, los- en

overslagbedrijven. Luchtvaart -

bedrijven noteerden het

afgelopen jaar dezelfde

omzet als in 2013.

Het vervoer over land eindigde vorig jaar als een van

de best presterende deelmarkten, waarbij

het goederenvervoer

over de weg de groot-

ste bijdrage leverde

door in alle kwartalen

een plus te noteren.

Transport goed op wegOmzet -ontwikkelingtransportsector(in % in 2014)

Transport totaal +2,3Post en koeriers +4,9Vervoer over land +2,8Dienstverlening vervoer +2,7Vervoer over water +1,3Vervoer door de lucht 0,0

Park tweewielers2014 2008

Totaal 24.362.000 19.531.000w.v.Fietsen 22.500.000 18.000.000Motoren 714.000 650.000Brom/snorfietsen 1.148.000 881.000

24

Bron

: CBS

Bron

: Kern

cijfer

s Twe

ewielers

Nederlands tweewielerpark piekt

2014 - totaal 24.362.000 2008 - totaal 19.531.000

Page 25: GO!Mobility Magazine #4 2015

25

In het eerste kwartaal is de spanning op de

Europese markt van elektrische auto’s flink

opgelopen. Tot en met maart werden namelijk

19.951 e-cars verkocht, een plus van 56 procent. Of

dit resultaat een voorbode is van een definitieve

doorbraak van elektrisch rijden valt echter te

betwijfelen. Het zal bij de auto-industrie hooguit

een glimlach teweeg brengen, maar het nieuws is

geen reden voor een

jubelstemming. De

reden voor de

plotselinge groei-

versnelling in

de verkopen

is namelijk de

bovenge-

middelde vraag naar

e-cars in de maand maart in de zwaar

gesubsidieerde Noorse automarkt. In die maand

verkocht Noorwegen 3.391 e-cars (+20,5%) en

kwam het Europese markt aandeel van dit land uit

op 24 procent. Ter vergelijking: in Frankrijk werden

in maart 1.174 elektrische auto’s verkocht, in Duits-

land 1.383 en in het Verenigd Koninkrijk 1.905.

In de periode tot en met maart kregen in Neder-

land overigens 1.106 e-cars een nieuw kenteken,

bijna tweemaal zoveel als in de vergelijkbare

periode van 2014. Daarmee is ons land goed voor

een vierde plaats in de Europese verkoopranglijst.

Uit cijfers van het Britse onderzoeksbureau

Automotive Industry Data blijkt verder dat de Nis-

san Leaf in het eerste kwartaal van 2015 de best

verkochte elektrische auto was met een marktaan-

deel van 25,7 procent. Gevolgd door de VW e-Golf

(16,4%), de Tesla model S (16,2%), de Renault ZOE

(14,7%) en de BMW i3 (11,2%).

Europees marktaandeel elektrische auto’s (top 5)

2015eerste kwartaal marktaandeel

Nissan Leaf 5.137 25,7%VW e-Golf 3.279 16,4%Tesla model S 3.231 16,2%Renault ZOE 2.939 14,7%BMW I3 2.243 11,2%Br

on: A

utomo

tive Ind

ustry

Data

Spanning E-car markt stijgt

De recyclingprestatie van Auto Recycling Neder-

land (ARN) is het afgelopen jaar opnieuw toege-

nomen tot 96 procent. Daarmee voldeed ARN al

in 2014 aan de wettelijke norm die voor dit jaar

is vastgesteld op 95 procent. ARN meldt in het

duurzaamheidsverslag dat 86,1 procent van

het behaalde resultaat werd bereikt via

product- en materiaalterugwinning en

9,9 procent via energieterugwinning.

In de Europese koppositie die ARN op

het gebied van auto-

recycling inneemt

speelt de PST-

fabriek in Tiel

een cruciale rol.

In die fabriek

stond in 2014 het

verhogen van de

efficiëntie centraal.

Zo verbeterde de totale

productie van de fabriek met

44 procent tot 36.000 ton.

Dit jaar wil ARN het totale

Nederlandse autoshredderafval

verwerken: zo’n 42.500 ton. Dit is

inclusief de 15 procent afgedankte

auto’s die nog niet via het ARN-netwerk gaan.

Vorig jaar heeft ARN 40 procent van het

aangevoerde shredderafval omgezet in herbruik-

bare materialen.

Ontwikkeling Nederlandse wagenpark en recyclingprestatie

2014 2013Park 8,9 mln 8,9 mlnw.v.personenauto’s 8,1 mln 8,1 mlnlichte bedrijfswagens 0,84 mln 0,85 mlnGemiddelde leeftijd 9,4 jaar 9,2 jaarTotaal aantal auto’s demontage 226.103 232.720w.v.via ARN bedrijven 188.279 192.433Marktaandeel ARN 83,3% 82,7%Gemiddelde leeftijd autowrak 18,1 jaar 17,6 jaarGemiddeld gewicht autowrak 1.041 kg 1.031 kg

Recyclingprestatie ARN naar 96 procent

Bron

: ARN

Page 26: GO!Mobility Magazine #4 2015

26

GO!

DE Stelling

Ik fiets naar mijnwerk, mijn chauffeur heeftweinig te doen.

Frans Lueb, fietsdocent

Het is niet de snelheid, maar de zwaarte

van de fiets en de onzekerheid in het

verkeer die tot meer ongevallen leiden

bij oudere e-bikers, blijkt ook uit onder-

zoek van VeiligheidNL. Zorg dus dat

ogen en oren in orde zijn. Er staan veel

onzinnige paaltjes voor fietsers, maar

blijf erop letten. En kies vooral een fiets

die bij u past. Zo geven ballonbanden

meer grip op de weg, kan een lagere

instap omvallen voorkomen, geven ruwe

tappers meer houvast en heus, een ach-

teruitkijkspiegel is echt geen ouwemen-

sending!

Bron: De Telegraaf

Autodemontagebedrijf Klaas Boer

Veel autobedrijven deden het demonteren van scooters er weleens

bij, maar sinds kort is het wettelijk geregeld dat dit mag. ‘Loempia -

scooters’, de goedkopere Chinese exemplaren, liggen met twee klap-

pen uit elkaar. In het algemeen neemt het demonteren van een oude

gemotoriseerde tweewieler een kwartier tot een half uur in beslag.

Bron: Dagblad van het Noorden

Jeannette Baljeu, vice-voorzitter VVD

Over veel zaken is nog niet nagedacht. Wie controleert straks bijvoor-

beeld wie wel én wie niet de stad in mag? Wat ons betreft komt er voor

zo veel mogelijk automobilisten een vrijstelling, zeker nu blijkt dat

Rotterdamse autobezitters al heel schoon bezig zijn.

Bron: AD/Rotterdams Dagblad

Maarten Steinbuch, hoogleraar systeemtechnnologie TU Eindhoven

In een traditionele auto kan een groene rijder het best tussen de 80 tot

90 kilometer per uur rijden. De motor werkt dan het efficiëntst. Bij

stekkerauto’s is er een vergelijkbaar mechanisme als bij traditionele

auto’s, maar veel minder sterk. Een verbrandingsmotor gebruikt rela-

tief veel brandstof per kilometer wanneer hij langzaam rijdt en wordt

boven de 90 kilometer per uur heel snel inefficiënt. Bij elektrische

auto’s is het rendement veel minder gevoelig voor het vermogen dat de

motor levert. Het optimum ligt ergens rond de 50 tot 60 kilometer per

uur. Wanneer je harder rijdt, gaat de motor amper slechter presteren.

Bron: De Volkskrant

Eric Wiebes, staatssecretaris Financiën

Ik kan het me veroorloven me op de

missie en het doel te concentreren en niet

op de baan. Ik ben ook niet hebberig -

geen nieuwe auto’s en zo. Ik heb veel

fietsen.

Bron: De Volkskrant

Koos Spee, oud landelijk verkeersofficier

van Justitie

Optreden tegen het gebruik van smart-

phones in de auto is lastig. De boete is

hoog, maar de pakkans buitengewoon

gering, dat is de crux. Het is een psychi-

sche kwestie. Mensen raken in paniek,

denken dat ze iets moeten doen als dat

ding piept. Pleur dat ding in de kofferbak.

Bron: Eindhovens Dagblad

Page 27: GO!Mobility Magazine #4 2015

27GO!factorJÖRAN VAN DEN BERGHAlfa adepten, er zijn er veel. Het enthousiasme waarmee Jöran van den Bergh over zijn verzameling Italiaanse klassiekers (vijf in totaal) spreekt is

echter onovertroffen. “Kijk”, zegt hij, wijzend op zijn meest recente aankoop, een Alfa Giulia uit 1972: “je zou zeggen dat dit relatief hoekige ontwerp

een echte windvanger is. Niets is echter minder waar. Het was de eerste Alfa die in een windtunnel was ontworpen. De cw-waarde was gunstiger

dan die van een Porsche 911. De Giulia stond destijds bekend als de ‘volksferrari’.”

Van den Bergh, die werkzaam is als marketing & product specialist bij Bosal Nederland, vooral bekend om de productie van uitlaten en trekhaken en

sinds kort ook actief op het gebied van fietsendragers en warmtewisselaars, noemt zichzelf een echte Alfa freak. Zijn passie voor Alfa Romeo voert

volgens hem terug naar zijn jeugd. “Als klein jochie stond dit flamboyante merk symbool voor de ideale auto. Het geluid, het design en zelfs de geur

van Alfa is voor mij onvergelijkbaar met dat van andere merken. Alfa paart sportiviteit aan technische innovatie. Na de introductie van de Giulia in

1962 kreeg de wagen enkele jaren later al schijfremmen rondom en zelfs een 5-versnellingsbak. Dat was in die tijd iets revolutionairs. Ik kocht dit

exemplaar begin dit jaar. De vorige eigenaar heeft het originele 1.300 Super blok vervangen voor een 2 liter Alfetta motor met 130pk. De wagen is

weliswaar aangepast, maar qua looks volledig origineel. Het is wel aardig om te vermelden dat Alfa Romeo met de recente introductie van de

nieuwe Giulia weer teruggrijpt naar het verleden. Ook dit nieuwe model is voorzien van achterwielaandrijving. En daarmee is het Alfa DNA weer

helemaal teruggekeerd om zo de concurrentie met BMW en Porsche aan te gaan.”

Page 28: GO!Mobility Magazine #4 2015

Blije rijders...

peter winnen

Zo, ik ben vrijgepleit. Beter kan ik zeggen: wij zijn

vrijgepleit. Wie zijn wij dan? Wij zijn de fietsers die

zich voor de lol, of gewoon om fit te blijven, op

racefietsen verplaatsen. Tot deze groep blije rijders

reken ik me sinds ik stopte met de beroepswielersport.

Het staat nu zwart op wit: wij zijn minder gevaarlijk

dan we eruit zien.

Voor me ligt een onderzoeksrapport uit 2014, compleet

met conclusies en aanbevelingen, zoals dat werd

uitgegeven door VeiligheidNL. Waarom moest dat

rapport er komen? Welnu, in de sociale media was het

beeld ontstaan dat “hele hordes wielrenners de rest van

fietsend Nederland de stuipen op het lijf jagen en

valpartijen veroorzaken”. Het eerste mag misschien

kloppen - dat is subjectief - het tweede blijkt dus niet te

kloppen. Het is “de rest van Nederland” die zichzelf in

gevaar brengt. De ongevallencijfers liegen niet.

Interessant zou het zijn een keer te onderzoeken hoe

drogbeelden gefabriceerd worden in de sociale media.

Dat het drukker en gevaarlijker is geworden op de

fietspaden staat buiten kijf. Het is ook waar dat af en toe

een “botsing” plaats vindt tussen een wielrenner en

een gewone fietser. Maar wielrenners die op de

spoedeisende hulp terechtkomen hebben dat vooral

aan zichzelf te danken. Ze tuimelen over elkaar heen,

of ze vallen in hun eentje. Het maakt hen nog niet tot

wegpiraten.

Wat vinden de wielrenners eigenlijk van hun

weggedrag? Ten behoeve van het onderzoek werd hen

een lijstje stellingen voorgelegd. Sommige uitkomsten

spreken de eindconclusie grappig genoeg tegen.

Ongeveer de helft vindt dat ze onvoldoende hun snel-

28

heid aanpassen, te hard rijden op fietspaden, zich niet

goed aan de verkeersregels houden, vaak in te grote

groepen fietsen en een te groot deel van weg of fietspad

innemen, en dat ze vaak voorrang nemen. Ruim een derde

vindt dat ze te weinig rekening houden met andere

weggebruikers.

Herken ik me hierin? Ja en nee. Als ik met een groep op

pad ga volg ik de kudde; aan bovenstaand lijstje kan ik zo

nog een paar ondeugden toevoegen. Maar als ik alleen fiets

kwalificeer ik me als een zeer bedaagd rijder; ik ben,

kortom, een heer in het verkeer. Sinds kort zit er zelfs een

belletje op mijn racefiets me een ontwapenende tingel-

tangel.

Goed, de cijfers zijn nu bekend. De gewone fietser heeft

weinig te vrezen van de wielrenner. Maar wat als het toch

tot een aanvaring komt? Nu komt het. Zonder blikken of

blozen geeft 74 procent van de wielrenners de schuld aan

de ander: de gewone fietser houdt gewoon te weinig

rekening met hen. Foei, zo lust ik er nog wel een paar. In de

45 jaar dat ik op een racefiets de fietspaden bewoonde

hield ik er veiligheidshalve rekening mee dat anderen wel

eens geen rekening zouden kunnen houden met een

zoevende, fluisterstille wielrenner.

Met het stijgen der leeftijd is mijn kruissnelheid overigens

drastisch gedaald. Onlangs werd ik gepasseerd door een

bejaarde man op een elektrische fiets. Ik schrok me lam.

Met die mogelijkheid voortaan ook maar rekening

houden.

Peter Winnen,

oud-wielrenner en schrijver

Page 29: GO!Mobility Magazine #4 2015

29

Op de vroegst mogelijke datum werd dit jaar de openingvan het parlementair jaar geopend. Het werd in bepaaldeopzichten een andere Prinsjesdag dan de voorgaande jaren,maar in veel opzichten niet. Natuurlijk was er na een langeperiode van economische tegenwind enig licht aan heteinde van de tunnel te ontwaren, iets wat de laatste jarenafwezig leek.

Een beperkte lastenverlichting (na vele verzwaringen) deed sommige

media zelfs reppen over een ‘feestbegroting’. Toch was er voor de

mobiliteitssector niet veel feestelijks aan, noch was er sprake van (grote)

wijzigingen in beleid, constateren Cees

Boutens en Quirijn Teunissen van afdeling

Public Affairs van RAI Vereniging.

Voor de zomer werd al duidelijk dat het kabinet

geen ambitie heeft om iets extra voor de tiental-

len miljoenen tweewielers of de toekomstige,

innovatieve voertuigen in ons land te doen, merkt Teunissen op. “Voor-

uit kijken naar een slimmere inrichting van infrastructuur en wetgeving,

zodat (innovatieve) kleine en lichte voertuigen optimaal benut kunnen

worden, is iets dat de minister van I&M reeds geparkeerd had. Dat het

Rijk hier geen rol voor zichzelf weggelegd ziet, bevestigde zij middels

een begroting die de woorden ‘fiets’, ‘bromfiets’, ‘snorfiets’ of ‘motor-

fiets’ niet lijkt te kennen.”

Gelukkig is er iets meer aandacht voor de toeleveranciers van de auto -

motive-sector. “Het ‘cluster Helmond’ en de verschillende innovatieve

Nederlandse bedrijven (waarvan het merendeel lid is van afdeling Auto-

vak van RAI Vereniging) kunnen op redelijk wat belangstelling van het

kabinet rekenen”, zegt Boutens. “Niet in de laatste plaats omdat minister

Schultz ambities heeft op het gebied van de zelfrijdende auto én slimme

mobiliteitsoplossingen via het programma ‘Beter benutten’. Toch zijn er

ook op deze vlakken geen grote beleidswijzigingen aangekondigd.”

De topsector ‘Logistiek’ en de maakindustrie hierachter (in de vorm van

de opbouwindustrie) blijft aandacht krijgen, maar niet meer dan vorig

jaar of het jaar daarvoor. De personenautomarkt blijft politieke belang-

stelling houden, maar de daar aangekondigde fiscale

veranderingen gaan pas in 2017 in.

Al met al een voor RAI Vereniging weinig verras-

sende en weinig veranderingsgerichte begroting.

Enerzijds positief, omdat de sector dan weet waar

we ze aan toe is. “Anderzijds ook zonde omdat de

potentie van de mobiliteitssector zo veel beter benut kan worden”,

reageert Teunissen. RAI Vereniging zal zich daarom ook in 2016 hard

maken voor het optimaal benutten van deze potentie. “Door te pleiten

voor realistisch beleid dat bijdraagt aan een gezonde automarkt. Door te

benadrukken hoe belangrijk het is om aan alle modaliteiten, van truck tot

snorfiets, ruimte te bieden op de weg – we hebben ze immers allemaal

nodig”, aldus Boutens.

Haagse wandelgangEN

‘Begroting daagt uit totmeer inzet op potentievan mobiliteitssector’

Page 30: GO!Mobility Magazine #4 2015

30

GO!

BedrijfsautoRAI

20 t/m 24 oktober

RAI Amsterdam

Solutrans

19 t/m 23 november

Beurs voor carrosserieën, trailers,

bestelwagens en componenten

Eurexpo Lyon, Frankrijk

RAI Verenigingsdag

25 november

Amtrium, RAI Amsterdam

2016

Nieuwjaarsreceptie

RAI Vereniging

14 januari

Café Amsterdam, RAI Amsterdam

BAUMA

11 t/m 17 april

Collectieve stand op Bauma voor

leden afdeling Speciale Voertuigen en

Autovak

München, Duitsland

Mobiliteitskalender 2015/2016

Dit valt op te maken uit de

nieuwe editie Mobiliteit in Cijfers

Auto’s van RAI Vereniging en

BOVAG. Blijkens deze uitgave

was Nederland in 2014, voor het

tweede jaar op rij, sowieso Euro-

pees koploper voor wat betreft de

verkoop van zuinige auto’s, met

een gemiddelde CO2-uitstoot van

slechts 108 gram per kilometer.

In België stoot een nieuwe auto

gemiddeld 121 gram CO2 uit en in

Duitsland 132 gram.

SUV in, MPV uit Qua voorkeuren van het Neder-

landse koperspubliek valt vooral

de opmars van de SUV op. Begin

deze eeuw was nog geen 2 procent

van de nieuwe auto’s een ‘off-

road’-model, inmiddels is dit aan-

deel gestegen tot 10 procent.

Het populairst blijft de ‘hatch-

back’ met een aandeel van 56,8

procent, gevolgd door de station-

wagon met 20,4 procent. MPV’s

waren tien jaar geleden nog flink

in trek met aandelen rond de 20

procent, maar inmiddels is nog

maar 6,3 procent een ruimte -

wagen. Ook de sedan, begin deze

eeuw goed voor 15 procent markt-

aandeel, is op z’n retour: vorig jaar

was 4,4 procent van de nieuwe

auto’s een model met aparte

kofferbak.

Cabrio’s vormden ooit 2 procent

van het nieuwe wagenpark, maar

in 2014 reed nog maar 0,5 procent

van de nieuwe

auto’s dakloos

de showroom

uit.

EYE CATCHER

Het brandstofverbruik van nieuwe auto’s in ons landbevindt zich op het laagste niveau ooit. De top-50 populairste benzineauto’s verbruikten met 4,5 liter per100 kilometer nog maar de helft ten opzichte van 1980,terwijl het gemiddelde gewicht in diezelfde periode ruim 10 procent toenam van bijna 900 tot ongeveer 1.000 kilo.

Brandstofverbruik nieuwe auto’s historisch laag

Page 31: GO!Mobility Magazine #4 2015

31

RAI Klassieker Rit

21 mei

EquipVAK

31 mei t/m 2 juni

Expo Haarlemmermeer

24 septemberEuropese auto-industrie spreekt zich bij monde vanACEA uit over emissietests.

22 septemberBedrijfsautoRAI krijgt breder logistiek karakter.

17 septemberOlaf de Bruijn, directeur RAI Vereniging, in nieuwe editieVM, Vakmagazine voor Verenigingsmanagement.

17 septemberOok alle cijfers over marktaandelen brandstoffen innieuwe ‘Mobiliteit in cijfers’ van RAI Vereniging enBOVAG.

17 septemberSUV’s steeds populairder. Brandstofverbruiknieuwe auto’s historisch laag. Dat leert ‘Mobiliteitin cijfers Auto’s’.

16 septemberVier nominaties SV Innovation Award 2015: K napenTrailers, Kraker Trailers, Van der Peet en Nooteboom.

10 septemberWiebes: BPM-praktijk niet meer uitvoerbaar.

14 septemberAixam, Ligier en Microcar belichten op 50Plusbeursvoordelen brommobiel.

14 septemberVereniging Aanpak Tellerfraude versterkt met toetredingANWB.

Tweets RAI Vereniging

@raivereniging

RAI Verenigingsdag

25 november, Amtrium,

RAI Amsterdam

Page 32: GO!Mobility Magazine #4 2015

GO!ROUND

De Nederlandse automotive sector present

eerde zich

tijdens de afgelopen IAA in Frankfurt m

et een

collectieve Holland High Tech Automotive Suppliers

stand. Dit nieuwe initiatief is ontstaan

vanuit de

samenwerking tussen het RAI Industry Platf

orm van

afdeling Autovak van RAI Vereniging en

AutomotiveNL.

Het RAI Industry Platform vertegenwoordigt a

lle in

Nederland gevestigde internationaal ope

rerende

a utomotive toeleveranciers.