handboek leerwerkstage 1
TRANSCRIPT
Handboek Leerwerkstage 1
EN-VO-LWS1
Domein Bewegen en Educatie
Tweedegraads Lerarenopleidingen
2014-2015
Voorwoord
Hierbij ontvang je het handboek van de leerwerkstage 1, ook wel LWS 1 genoemd.
Dit handboek bevat aanwijzingen en suggesties om op een goede manier je
ontwikkeling tijdens de stage vorm en inhoud te geven. Je vindt onder andere
informatie over het doel van de leerwerkstage, de activiteiten die je gaat uitvoeren
voeren, de begeleiding- en de beoordelingsprocedure.
Op de N@Tschoolmodule van LWS 1 vind je belangrijke informatie en formulieren
die je nodig hebt bij je leerwerkstage. Op een aantal scholen wordt in goed overleg
met Windesheim gewerkt met een eigen handboek vanwege het specifieke karakter
van die partnerscholen. Indien je op een dergelijke school LWS1 volgt, geldt voor jou
dus het handboek van die school.
Een aantal scholen vraagt om een Verklaring omtrent het gedrag (VOG). De kosten
hiervan bedragen ca. €30,- en komen meestal voor eigen rekening. Informeer bij je
stageschool of jij een VOG moet overhandigen.
We wensen je een goede een leerzame periode toe.
Jetty Bouma
Anita Buurman
Diana Dekker
Janneke Franssens
Handboek LWS1 2014-2015
3
Inhoud
Inleiding ......................................................................................................................... 5
1. Activiteiten ter voorbereiding op de stage ................................................... 7
2. Activiteiten tijdens de stage .......................................................................... 9
3. Passend Onderwijs ...................................................................................... 12
4. Verplichte activiteiten .................................................................................. 13
4.1 Activiteit 1: Participeren en ervaren ................................................. 13
4.2 Activiteit 2: Observeren vakcoach ................................................... 14
4.3 Activiteit 3: Onderwijsactiviteiten voorbereiden, uitvoeren, evalueren en reflecteren ....................................................................................... 15
4.4 Activiteit 4: Zicht krijgen op het pedagogisch-didactisch klimaat, de identiteit van de school .................................................................................. 17
4.5 Activiteit 5: Observeren van een klas .............................................. 18
4.6 Activiteit 6: Onderzoek ..................................................................... 19
5. Begeleiden .................................................................................................... 27
6. Beoordeling LWS1 ........................................................................................ 29
7. Bijlagen ......................................................................................................... 32
Bijlage 1 Begrippenlijst ............................................................................. 32
Bijlage 2 Voorstelformulier ....................................................................... 34
Bijlage 3 Format weekjournaal LWS1 ...................................................... 35
Bijlage 4 Kijkwijzer lesobservatie 5 rollen van de leraar ........................... 36
Bijlage 5 Observatieformulier Marzano .................................................... 38
Bijlage 6 Voorbereiden uitvoeren en evalueren van onderwijsactiviteiten 40
Bijlage 7 Lesplanformulier ........................................................................ 42
Bijlage 8 Beoordelingsformulier onderzoek .............................................. 44
Bijlage 9 Tussenevaluatie- en eindbeoordelingsformulier LWS1 ............. 47
Handboek LWS1 2014-2015
4
Handboek LWS1 2014-2015
5
Inleiding
Competentiegericht opleiden
De stage vormt een belangrijk onderdeel van de lerarenopleiding. Tijdens de stage
komen kennis, vaardigheden en een passende attitude samen. Om deze onderdelen
van competentiegericht opleiden daadwerkelijk samen te brengen zijn er
onderwijsactiviteiten ontwikkeld die je moet uitvoeren tijdens de stage en die bijdragen
aan de competentieontwikkeling. De competentieontwikkeling voor leraren is
beschreven in de bekwaamheidseisen voor leraren, de zogenaamde SBL competenties.
Het gaat om zeven competenties en elke competentie bevat gedragsindicatoren (zie
competentievenster op de ELO) . Tijdens de stage is het belangrijk dat je werkt aan het
zichtbaar maken van die gedragsindicatoren. Door hierover te spreken met de
begeleider, te evalueren met leerlingen en te reflecteren werk je aan je
competentieontwikkeling. Deze ontwikkeling maak je zichtbaar in een dossier.
Onderwijsactiviteiten
LWS 1 staat in het teken van ‘ik als docent’. Dat betekent dat de onderwijsactiviteiten
die je onderneemt allemaal gericht zijn op jou als docent. In het onderstaande schema
zie je hoe de verschillende onderdelen van de lerarenopleidng terugkomen in de
leerwerkstage.
Handboek LWS1 2014-2015
6
Bij de verschillende onderdelen horen diverse onderwijsactiviteiten zoals bijvoorbeeld
de leerwerktaken. De leerwerktaken die onderdeel uitmaken van het vak worden daar
aangereikt.
Alle activiteiten in de stage zijn er op gericht om te ontdekken of het beroep bij je past.
Studieloopbaanbegeleiding zal tijdens de stageperiode op de stageschool plaats
vinden.
Doelen van LWS1
- De student motiveert schriftelijk waarom het beroep van docent bij hem / haar past.
- De student toont in het LWS 1 dossier aan dat er sprake is van competentie
ontwikkeling op minimaal niveau A van het competentievenster.
In deze tekst komen begrippen aan de orde die veel gebruikt worden in de context van
LWS1. In de bijlage 1 staat een begrippenlijst.
Handboek LWS1 2014-2015
7
1. Activiteiten ter voorbereiding op de stage
In week 1 en 2 werk je aan LWS1 op Windesheim. In de derde week van de periode 3
begin je op de stageschool. De start op de stageschool is op 9 februari 2015.
Activiteiten in week 1 van periode 3
In deze week woon je een bijeenkomst voor de start van de stage bij op Windesheim. In
deze bijeenkomst staan de volgende onderwerpen centraal:
- Professionele houding in de school
- Rollen van de begeleiders en de student
- Verplichte activiteiten tijdens de stage.
Activiteiten in week 2 van periode 3
In deze week werk je in de SLB-bijeenkomst aan de volgende onderwerpen:
- Het schrijven van een POP
- Het schrijven van een weekjournaal
- Observeren van lessen
- Een planning voor de stage maken
- Dossier samenstellen voor de stage
Activiteiten tijdens de stage
Tijdens LWS1 voer je verschillende activiteiten uit. Hieronder zie je welke activiteiten je
gaat uitvoeren:
- Uitvoeren van verplichte activiteiten (zie hoofdstuk 2); - Werken aan de leerpunten uit je POP. Dit kan via de verplichte activiteiten, maar er is
ook ruimte voor eigen invulling. Ga actief op zoek naar eigen leermomenten, zelf inititaief nemen is belangrijk;
- Schoolspecifieke activiteiten. Scholen kunnen vanwege hun identiteit/profiel bepaalde activiteiten voorschrijven. Informatie hierover ontvang je van de opleider in de school en/of je vakcoach;
- Uitvoeren van een onderzoek; - Bijwonen themabijeenkomsten en/ of intervisie; - Schrijven van weekjournaals; - Bijhouden van je dossier; - Werken aan de leerwerktaken vak en beroepsvoorbereidende leerlijn; - Plannen en organiseren van de tussen- en eindevaluatie.
Handboek LWS1 2014-2015
8
Afspraken
1. Studenten van de dagopleiding zijn tussen 9 februari en vrijdag 29 mei 2015 de
hele maandag op school aanwezig en werken dan aan hun leerwerkstage. Op
donderdag ben je ook uitgeroosterd en werk je aan de leerwerktaken. In goed
overleg met je begeleiders kun je afwijkende afspraken maken.
Studenten afstandsleren maken zelf afspraken over welke dagdelen ze aanwezig
zijn.
2. De vakantieregeling van de school is de norm voor je aanwezigheid, tenzij in goed
overleg anders is overeengekomen. In de tentamenweken gaat de stage gewoon
door, tenzij je een tentamen op die dag hebt. Geef dit tijdig aan op je stageschool,
net als mogelijke andere verplichtingen.
3. Je handelt professioneel:
a. Bij ziekte meld je je persoonlijk af bij je vakcoach en/of opleider in de
school. Je spreekt af hoe je de verzuimde dag kunt inhalen. Ook meld je
je afwezigheid bij de leerwerkbegeleider van Windesheim.
b. Je vraagt ruim op tijd of je een les van andere docenten mag bijwonen.
c. Je e-mailcontact is verzorgd, dus met correcte aanhef en afsluiting.
d. Je toont een collegiale en solidaire houding met betrekking tot de
schoolcultuur en de collega’s.
e. Indien je voortijdig met de stage stopt, meld je dat in een persoonlijk
gesprek bij de verschillende begeleiders.
4. Hang je voorstelformulier (zie bijlage 2) op het prikbord in de school, wissel e-
mailadressen en telefoonnummers uit met je begeleiders en medestudenten en
informeer naar de kopieerregeling.
5. Als dagstudent woon je wekelijks op de school een intervisiebijeenkomst bij. Indien
dit onbegeleid is, spreek je onderling tussen medestudenten af wie de bijeenkomst
leidt. Van de intervisiebijeenkomst maak je een verslag.
6. Je reflecteert wekelijks op je activiteiten. Als dagstudent doe je dat in een
weekjournaal ( zie bijlage 3). Het weekjournaal stuur je naar je vakcoach/
schoolopleider en de leerwerkbegeleider van Windesheim. Als student
afstandsleren blog je.
7. Je houdt je ten aanzien van de beoordeling en de afronding van de leerwerkstage
aan de procedures en de afspraken zoals die bij de beoordeling staan beschreven.
Handboek LWS1 2014-2015
9
2. Activiteiten tijdens de stage
Eerst geven we een globaal overzicht van de verschillende activiteiten en in welke
periode je deze het beste kunt uitvoeren. Hierna vind je een aantal algemene richtlijnen
met betrekking tot het uitvoeren van de verschillende activiteiten en in hoofdstuk 4 staat
een uitgebreide beschrijving van elke afzonderlijke activiteit.
Naast de verplichte activiteiten is er ruimte om eigen activiteiten te ontplooien,
afhankelijk van je eigen leervragen en de context van de school. Overleg altijd met je
vakcoach of de opleider in de school als je extra activiteiten gaat doen.
Verplichte activiteiten periode
Activiteit 1: Participeren en ervaren 3 en 4
Activiteit 2: Observeren vakcoach 3
Activiteit 3: Onderwijsactiviteiten voorbereiden, uitvoeren, evalueren
en reflecteren
3 en 4
Activiteit 4: Zicht krijgen op het pedagogisch-didactisch klimaat, de
identiteit van de school
3 en 4
Activiteit 5: Observeren van een klas 3
Activiteit 6: Onderzoek 3
Activiteiten speciaal in het kader van de beoordeling periode
Tussenevaluatie
Uitwerking van de tot dan toe uitgevoerde activiteiten en planning
voor periode 4
3
Eindevaluatie
Samenstellen dossier LWS1, plan je eindgesprek tijdig met je
vakcoach en/of schoolopleider en de leerwerkbegeleider. Op
N@tschool vind je een overzicht van belangrijke data, waaronder
een aantal deadlines waarop bepaalde opdrachten, afspraken en
taken moeten zijn voldaan.
4
Voor elke onderwijsactiviteit geldt dat je reflecteert op hoe het resultaat bijdraagt aan
jouw ontwikkeling tot docent.
Handboek LWS1 2014-2015
10
2.1 Richtlijnen bij het uitvoeren van de activiteiten
Observatieopdrachten
Het observeren gebeurt bij voorkeur in tweetallen. Je bereidt samen de observatie voor:
waar moet je op letten (wat in de opdracht staat), waar wil je op letten (leerpunten uit je
POP) en je observeert elk dezelfde les/onderwijsactiviteit. Tijdens het observeren zit je
niet naast elkaar, zodat je elk een eigen observatie maakt. Na afloop van de observatie
vergelijk je elkaars bevindingen, bespreek je de verschillen en overeenkomsten die je
zorgvuldig noteert. Tevens leg je een relatie naar jou rol als docent..
Interview
Als je docenten of andere medewerkers van je school gaat interviewen, neem je de
algemene regels over het aanspreken van collega’s in acht. Je vraagt de
desbetreffende docent / medewerker ruim van te voren om medewerking. Vraag daarbij
ook hoeveel tijd voor het interview beschikbaar is. Als je met meerdere studenten op
dezelfde school stage loopt, bespreek je wie de verschillende betrokkenen gaat
interviewen om te voorkomen dat bijvoorbeeld een docent overbelast wordt.
Bereid je interview voor door vooraf vragen te formuleren. Vraag toestemming om het
gesprek op te nemen. Laat het verslag van het interview nalezen en vraag een akkoord
wanner het juist verwerkt is. In het LWS 1 dossier geef je aan waarom het interview
belangrijk is en wat je er mee wilt bereiken. Ook hier geef je aan hoe de inhoud van het
interview heeft bijgedragen aan je rol als docent.
Verwerking
Je mag je bevindingen meestal op een eigen manier verwerken. Schriftelijk via een kort
verslag, maar ook visueel bijvoorbeeld via een digitale poster, wordle, mindmap, prezi
of glogster. Kies een manier die bij jou en de aard van de opdracht past. Doe dat direct
nadat je de activiteit hebt uitgevoerd.
Overlap tussen onderwijsactiviteiten en leerwerktaken vak
Indien er sprake is van overlap tussen de verplichte activiteiten van LWS1 en de
leerwerktaken vak, overleg je met je begeleider(s) hoe je hier mee om kunt gaan.
Misschien zijn er mogelijkheden om ze in elkaar te schuiven. Als de leerwerktaak vak
de voorgeschreven activiteit in voldoende mate “dekt”, kun je de verplichte activiteit
laten vervallen. In je dossier dien je dan de uitwerking van de leerwerktaak op te
nemen.
Koppeling praktijk-theorie
In je dossier maak je een koppeling tussen de praktijk en de theorie. Bij de koppeling
tussen praktijk en theorie kun je gebruik maken van de onderstaande literatuur die
Handboek LWS1 2014-2015
11
tijdens het eerste studiejaar aan de orde is (geweest). De literatuur verwerk je volgens
APA-richtlijnen.
Literatuur
Ebbens, S., Ettekoven, S., & Rooijen J. van (2010). Effectief leren in de les. Groningen: Wolters Noordhoff.
Geerts, G. & Kralingen, van, R. (2011). Handboek voor Leraren. Coutinho: Bussum.
Groen, M. (2006/2011). Reflecteren: de basis. Op weg naar bewust en bekwaam handelen. Groningen: Wolters Noordhoff.
Marzano, R., & Miedema, W. (2005). Leren in 5 dimensies. Moderne didactiek voor het voortgezet onderwijs. Assen: Koninklijke Van Gorcum.
Slooter, M. (2010). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS Uitgeverij.
Teitler, P. (2009/2012). Lessen in orde. Handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum: Coutinho.
Artikelen in de verschillende readers.
Vakdidactische boeken die op je opleiding worden gebruikt.
Aanbevolen literatuur
Korthagen, F., & Lagerwerf, B. (2006). Een leraar van klasse. Een goede docent worden en blijven. Soest: Nelissen.
Handboek LWS1 2014-2015
12
3. Passend Onderwijs
Alle stages vinden plaats binnen het kader van passend onderwijs, zoals dat in de wet
is vastgelegd.
Onder passend onderwijs wordt verstaan dat je recht doet aan verschillen tussen
leerlingen. Je speelt in op de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen. Daarmee
wordt bedoeld dat je kijkt naar wat een leerling nodig heeft om een optimale (onderwijs)
ontwikkeling door kunnen maken. En dat geldt voor alle leerlingen; hoogbegaafde
leerlingen, leerlingen met beperkingen, leerlingen in bijzondere omstandigheden en
leerlingen zonder specifieke behoeften.
Door goed naar leerlingen te kijken (bijv. door te observeren) en de gegevens te
gebruiken die je hebt verzameld over de leerlingen (bijv. in het leerlingvolgsysteem)
bepaal je als leraar welke interventies een leerling, groepjes leerlingen of de hele groep
nodig hebben om de volgende stap in hun ontwikkeling te kunnen zetten. Het gaat
hierbij zowel om hun cognitieve ontwikkeling (leren) als om de sociaal emotionele
ontwikkeling (bijv. gedrag).
Er kan op diverse niveaus ingespeeld worden op de verschillende onderwijsbehoeften
van leerlingen:
In de klas waarbij de leraar een centrale rol speelt. Om de klas waarbij mentoren, zorgcoördinatoren, remedial teachers en ouders
in beeld komen; In de omgeving van de school waarbij je alle organisatie die met zorg en vrije
tijd te maken hebben een rol kunnen spelen.
Tijdens LWS 1 ligt het accent op ‘in de klas’ en de centrale rol die jij hebt als leraar.
Handboek LWS1 2014-2015
13
4. Verplichte activiteiten
4.1 Activiteit 1: Participeren en ervaren
Inleiding
Bij het beroep van docent komt veel kijken. Om te kunnen bepalen of het beroep bij je
past is het van belang om zoveel mogelijk verschillende ervaringen op te doen. Je
eigen leerdoelen en leervragen zijn daarbij uitgangspunt.
Doelen
- De student beschrijft de werkzaamheden die onderdeel uitmaken van het beroep
van docent.
- De student toont in het LWS 1 dossier aan dat er sprake is van competentie
ontwikkeling op minimaal niveau A van het competentievenster. Daarbij is er
specifiek aandacht voor de onderstaande competenties;
C1: Interpersoonlijk competent
C2: Pedagogisch competent
C3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent
C4: Organisatorisch competent,
C5: Competent in het samenwerken met collega’s
C7: Competent in reflectie en ontwikkeling
Activiteit
In overleg met de begeleider voer je (kleine) taken uit. De inhoud van deze taken sluiten aan bij je eigen leerdoelen, leervragen de eisen van de compententies op niveau A.
Te denken valt aan de volgende onderwijsactiviteiten:
- Leerlingen begeleiden bij het zelfstandig werken; - Leerlingen extra ondersteuning bieden (binnen of buiten de klas); - Gesprek voeren met leerlingen; - Assisteren bij de huiswerkklas; - Een deelles geven; - Helpen bij practicum, talendorp, open leercentrum, praktijkexamen.
Verwerking
Verwerk je ervaringen in het weekjournaal, tijdens intervisie of op een andere wijze.
Door aan te geven hoe deze ervaringen hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van
de competenties, sluit je aan bij het doel van LWS1.
Handboek LWS1 2014-2015
14
4.2 Activiteit 2: Observeren vakcoach
Inleiding
Van ervaren docenten kun je veel leren door gericht te observeren.
Doelen
- De student analyseert met behulp van theorie de interactie tussen docent en student
- De student herkent en analyseert de didactiek en onderbouwd deze met behulp van
theorie
- De student toont in het LWS 1 dossier aan dat er sprake is van competentie
ontwikkeling op minimaal niveau A van het competentievenster. Daarbij is er specifiek
aandacht voor de onderstaande competenties;
C1: Interpersoonlijk competent
C2: Pedagogisch competent
C3: vak didactisch competent
Activiteit
Je observeert minimaal twee lessen van je vakcoach. Je doet de observaties aan de
hand van de kijkwijzer Rollen van de leraar (zie bijlage 4) of de kijkwijzer Dimensies van
Marzano (zie bijlage 5). Noteer concreet waarneembaar gedrag, voorkom interpretaties
en oordeelsvorming.
Beantwoord de onderstaande vragen nadat je minimaal 2 lessen geobserveerd hebt.
Verwerking
Verwerk je observaties in een verslag. Geef daarbij een antwoord op de volgende
vragen:
- Wat vind je opvallend en waarom?
- Welke lijn/patroon herken je?
- In welke mate sluit de didactiek aan bij de theorie? Onderbouw vanuit die theorie.
- Welke concreet waarneembaar gedrag neem je over en waarom?
- Welke conreet waarneembaar gedrag neem je zeker niet over en waarom niet?
- Welke vragen roept de observatie bij je op?
Neem de observatie en de uitwerking van de vragen mee in een gesprek met jouw
vakcoach.
Handboek LWS1 2014-2015
15
4.3 Activiteit 3: Onderwijsactiviteiten voorbereiden, uitvoeren, evalueren
en reflecteren
Inleiding
Een belangrijke taak van docenten is het uitvoeren van onderwijsactiviteiten. Je kunt
daarbij denken aan vaklessen, begeleiden van onderwijsactiviteiten binnen
leergebieden of binnen het competentiegericht leren op het mbo.Tijdens LWS 1 ga je
ervaringen opdoen met het uitvoeren van onderwijsactiviteiten. Neem minstens één
onderwijsactiviteit op.
Door het maken van een video-opname kun je achteraf je les nog eens bekijken en
analyseren. Ook non verbaal gedrag wordt nu zichtbaar.
Doelen
- De student analyseert schriftelijk op de stappen voorbereiden, uitvoeren, evalueren
en reflecteren als onderdeel van de onderwijsactiviteit
- De student verantwoordt schriftelijk vanuit de theorie de gekozen didactiek
- De student toont in het LWS 1 dossier aan dat er sprake is van competentie
ontwikkeling op minimaal niveau A van het competentievenster. Daarbij is er
specifiek aandacht voor de onderstaande competenties;
C1: Interpersoonlijk competent
C2: Pedagogisch competent
C3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent
C4: Organisatorisch competent,
C5: Competent in het samenwerken met collega’s
C7: Competent in reflectie en ontwikkeling
Activiteit
Je bereidt minimaal vijf onderwijsactiviteiten voor. Je bespreekt de voorbereiding met de
vakcoach.
Je voert de onderwijsactiviteit uit en neemt minstens één onderwijsactiviteit op.
Je evalueert de lesdoelen met de leerlingen.
Je bespreekt de uitvoering van de onderwijsactiviteiten met je vakcoach en
medestudent. Hierbij maak je gebruik van de instructies in bijlage 6.
Verwerking
Uitwerking van alle lesvoorbereidingen en de evaluatie van de gegeven
lessen/onderwijsactiviteiten op een lesplanformulier.
Uitwerking van eigen lesmateriaal.
Handboek LWS1 2014-2015
16
Van een van je onderwijsactiviteiten maak je een video-opname. Maak vervolgens van
de opname een videomontage van 5-7 min, waarin je aspecten van competentie 1 tot
en met 4 laat zien. Deze montage voorzie je van een reflectie, waarbij je aangeeft wat al
goed gaat (op niveau A) en waar je nog aan wilt werken.
Een video-opname maken
Voor het maken van de lesopname kun je op je stageschool vaak gebruikmaken van de
daar aanwezige camera. Vraag hiernaar bij je opleider in de school of je
vakcoach. Mocht je op school geen camera tot je beschikking hebben dan kun je er op
Windesheim één lenen. Meer informatie hierover bij je leerwerkbegeleider.
Let bij het maken van de video-opname op de volgende punten:
- Zorg dat je niet te veel tegenlicht hebt
- Gebruik een statief
- Laat niet alleen jezelf in het beeld komen, maar ook de leerlingen. Hun reacties op
jouw handelen geven jou nuttige informatie
Een video-opname monteren
Er zijn verschillende programma’s om video-opnames te bewerken. Op N@Tschool
staat een handleiding voor Moviemaker, maar je mag ook een ander programma
gebruiken.Bij het multimedia practcum in de mediatheek kun je ondersteuning krijgen bij
het bewerken van de video-opnames. Bespreek met je begeleiders hoe je de video
inlevert en op welk formaat (mpg, mp4, avi).
Handboek LWS1 2014-2015
17
4.4 Activiteit 4: Zicht krijgen op het pedagogisch-didactisch klimaat, de
identiteit van de school
Inleiding
Elke school heeft een eigen pedagogisch-didactisch klimaat, een eigen identiteit, een
eigen visie en missie van waaruit zij het onderwijs aan leerlingen vorm en inhoud geeft.
Docenten en niet-onderwijzend personeel geven daaraan invulling in de dagelijkse
praktijk van het onderwijs.
Doelen
- De student beschrijft in termen van concreet waarneembaar gedrag hoe de missie
en visie van de school zichtbaar is in de klas.
- De student beschrijft en onderbouwd vanuit de theorie wat aanspreekt in de missie
en visie
- De student formuleert een persoonlijke visie op onderwijs
- De student toont in het LWS 1 dossier aan dat er sprake is van competentie
ontwikkeling op minimaal niveau A van het competentievenster. Daarbij is er
specifiek aandacht voor de onderstaande competenties;
C1: Interpersoonlijk competent
C2: Pedagogisch competent
C7: Competent in reflectie en ontwikkeling
Activiteit
Je onderzoekt samen met je medestudenten het pedagogisch en didactisch klimaat en
de identiteit van de school. Raadpleeg verschillende informatiebronnen (schoolgids,
website, docenten, leerlingen, ….) over:
Wat staat er in de missie en visie van de school?
Welke invulling wordt gegeven aan de levensbeschouwelijke identiteit van de
school? Zijn er bezinningsmomenten, vieringen of dagopeningen? Hoe wordt de
levensbeschouwelijke identiteit zichtbaar in de lessen?
Welke schoolregels gelden er, wat gebeurt er als leerlingen te laat komen, wat
als leerlingen er uitgestuurd worden?
Vanuit welke onderwijskundige visie of theorie wordt er in de klas gewerkt?
Op welke wijze wordt ondersteuning gegeven aan leerlingen met leer- en
gedragsproblemen?
Verwerking
Verwerk je bevindingen op je eigen manier.
Handboek LWS1 2014-2015
18
4.5 Activiteit 5: Observeren van een klas
Inleiding
Door een aantal uren met een klas mee te lopen zie je niet alleen dat docenten
verschillend omgaan met dezelfde klas, maar ook dat leerlingen verschillend gedrag
vertonen. Je krijgt beter zicht op het gedrag van leerlingen. Deze activiteit kun je
gebruiken bij de leerwerktaak van onderwijskunde, waar je een klassenportret moet
maken.
Doelen
- De student analyseert met behulp van theorie de interactie tussen docent en
leerling
- De student toont in het LWS 1 dossier aan dat er sprake is van competentie
ontwikkeling op minimaal niveau A van het competentievenster. Daarbij is er
specifiek aandacht voor de onderstaande competenties;
C 1: Interpersoonlijk competent
C 2: Pedagogisch competent
C 3: Vakdidactisch competent
Activiteit
Je observeert minimaal vier lessen van één klas. Bij voorkeur theorie- en praktijklessen
(denk daarbij aan beeldende vorming, muziek, lichamelijke opvoeding, techniek,
verzorging etc.) Tijdens de observatie geef je aan welk concreet waarneembaar gedrag
van de docent en van de leerlingen je ziet. Je maakt daarvoor een eigen
observatieformulier. Hierbij kun je gebruik maken van de kijkwijzer bij de
observatieopdracht vakcoach (activiteit 2/bijlage 4). Vul deze aan met vragen over
leerling gedrag. Noteer concreet waarneembaar gedrag, voorkom interpretaties en
oordeelsvorming
Verwerking
Verwerk je observatie in een verslag en geef daarbij antwoord op de volgende vragen. -
- Wat vind je opvallend en waarom ?
- Welke lijn/patroon herken je?
- Welke didactische uitgangspunten zie je in de lessen?
- Welke verschillen zie je tussen docenten?
- Welke verschillen zie je tussen de vakken?
- Welke verschillen tussen leerlingen zie je bij de verschillende docenten?
- Welke vragen roept de observatie bij je op?
Bespreek je observaties en de conclusie met jouw vakcoach.
Handboek LWS1 2014-2015
19
4.6 Activiteit 6: Onderzoek
Inleiding
In de vier jaar die de opleiding duurt is in de leerwerkstages een leerlijn onderzoek geplaatst die je voorbereidt op het afstudeeronderzoek dat je tijdens je afstudeerstage uitvoert. Met het afstudeeronderzoek en de rapportage daarvan toon jij aan dat je het HBO-Bachelor niveau bereikt hebt. De onderstaande leerlijn voert daar naar toe. - LWS1 start met het kiezen en beargumenteren van een keuze voor een
onderzoeksvraag en het daarbij identificeren of maken van één onderzoeksinstrument waarmee deze beantwoord kan worden.
- LWS2 richt zich op het opstellen van een onderzoeksplan, het kiezen van een onderzoeksmethode en het daarbij kiezen van de juiste onderzoeksinstrumenten.
- LWS3 bouwt op LWS2 voort, met extra nadruk op verslaglegging: de weergave en analyse van onderzoeksresultaten, het trekken van conclusies en het doen van suggesties voor vervolgonderzoek.
- Tijdens deze drie stages is nu dus het hele onderzoeksproces aan bod geweest ter voorbereiding op het afstudeeronderzoek waarin al de bovengenoemde aspecten samenkomen.
Van een leraar wordt verwacht dat hij/zij nadenkt over zijn/haar werk en daar vragen over stelt: wat gaat er goed en wat zou anders, leuker of beter kunnen? Antwoorden op dit soort vragen kun je vinden in de onderwijskundige en vakdidactische literatuur én op school in de praktijk. Door je kennis uit de literatuur en je ervaringen op school systematisch te vergelijken krijg je steeds meer inzicht in hoe iets in elkaar steekt. Kortom, je doet onderzoek. De onderstaande activiteit heeft betrekking op onderzoek doen. Dit onderzoek maakt deel uit van je LWS-dossier en wordt apart beoordeeld.
Opdracht
Tijdens je LWS1 doe je onderzoek naar je eigen onderwijspraktijk rond het thema ‘de leerling en mijn vak’. Er zijn een aantal onderzoeksvragen opgesteld waaruit je kunt kiezen. Je keuze voor het onderwerp moet je vanuit meerdere perspectieven toelichten en onderbouwen. Aan de hand van deze onderzoeksvraag ga je zowel in je studieboeken en artikelen als in de praktijk op school op zoek naar een antwoord op die vraag. Naar aanleiding van dit onderzoek schrijf je een kort verslag. In het format aan het einde van dit hoofdstuk kun je terugvinden hoe het verslag opgebouwd moet worden en wat er per onderdeel beschreven moet worden. Houd deze indeling aan. Voor je met je stage en het onderzoek begint, is er eerst een startbijeenkomst voor alle studenten. Hierin worden de opdracht en de onderzoeksmethodologieën toegelicht. In periode 4 volgt een tweede bijeenkomst, waarin de uitvoering en verslaglegging van het onderzoek worden besproken.
Handboek LWS1 2014-2015
20
Titel De leerlingen en mijn schoolvak
Studielasturen: Deeltaken:
15 uur (ca. 0,5 EC) Twee bijeenkomsten op Windesheim. 1e voor de start van de stage gericht op methodologieen en keuze. 2e verwerking gegevens en verslaglegging Oriënteren, d.w.z. keuze maken uit een van de onderwerpen en de keuze onderbouwen. Literatuurverdieping Onderzoek in de praktijk (voorbereiden, uitvoeren, analyseren): Rapportage onderzoek Reflectie op inhoud en kwaliteit van het uitgevoerde onderzoek Bespreken voortgang opdracht tijdens SLB en intervisie
2 uur 2 uur 3 uur 4 uur 3 uur 1 uur
Niveau: basis
Soort taak: beroepsondersteunend
Leerdoelen De student: - Kan een weloverwogen keuze maken voor een
onderzoeksonderwerp en kan de keuze onderbouwen; - Kent de stappen in een onderzoek en kan deze – in eenvoudige
vorm – uitvoeren; - Kan aan de hand van een observatieschema, interviewschema
of eenvoudige vragenlijst gegevens in de praktijk verzamelen;
- Kan een verband leggen tussen theoretische kennis uit studieboeken, artikelen en eigen waarnemingen in de praktijk;
- Kan reflecteren op de resultaten en kwaliteit van zijn onderzoek;
- Kan op systematische en overzichtelijke manier verslag doen van de stappen in zijn onderzoek.
Handboek LWS1 2014-2015
21
Competenties (welke competenties staan hier centraal)
SBL 1t/m4:
- De student doet onderzoek naar een aspect van de SBL-competenties 1 t/m 4 en krijgt daar meer inzicht in.
Onderzoekende houding:
- De student verzamelt informatie uit verschillende bronnen, doet hier verslag van en integreert de informatie.
Presentatievaardigheden (schriftelijk)
- De student doet op een overzichtelijke, systematische manier verslag van zijn activiteiten en bevindingen
- De student schrijft in correct Nederlands.
Product/resultaat Onderzoeksrapportage (1500 - 2000 woorden)
Werkwijze Het opzetten en uitvoeren van een onderzoek loopt volgens een vaste structuur. Hieronder vind je de stappen voor het onderzoek tijdens LWS1. Bij elke stap vind je (a) wat je moet doen en (b) welke onderzoekstechnische literatuur je kunt raadplegen (de bronnen voor en over je onderzoek moet je natuurlijk zelf zoeken). Als je vastloopt tijdens een van de onderstaande stappen, vraag dan je begeleider om hulp! Deze handleiding bestaat uit twee delen. Deel I beslaat de ontwerpfase. In dit deel oriënteer jij je op het onderwerp en plan je jouw onderzoek. Deel II beslaat de uitvoering en verslaglegging van het onderzoek. Tevens vind je in aan het einde van het hoofdstuk een format volgens welke je het verslag kunt schrijven.
Deel I: Ontwerpfase
Stap 1. Wat heb je nodig? - Dit generieke handboek LWS1 met de stappen voor het onderzoek. - Baarda, B. (2009). Dit is onderzoek. Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief
onderzoek. Groningen / Houten: Noordhoff uitgevers. In dit boek richt je je meer specifiek op die delen die gaan over het kwalitatief onderzoek. Dat soort onderzoek wordt namelijk van jou nu verwacht. De relevante delen zijn gemarkeerd met een groene streep in de kantlijn. Vanaf nu wordt aan dit werk gerefereerd met ‘Baarda’.
Stap 2. Interessesvraag Bekijk de verschillende onderzoekonderwerpen. Waar wil je iets meer over weten? Waar verbaas je je over? Wat begrijp je niet goed? Maak een keuze uit een van de onderstaande ideeën/vragen. Welke vraag sluit goed aan op je eigen interesse? Je past de vraag indien nodig in overleg met je begeleiders aan, zodat het goed aansluit op jouw situatie.
Handboek LWS1 2014-2015
22
Onderwerpen:
- Hoe kan ik digiborden didactisch verantwoord inzetten bij… (zelf invullen). - Op welke wijze kan ik mijn uitleg visueel ondersteunen? - Hoe bepaal ik mijn rol in de klas tijdens….. (zelf invullen) (Theorie Slooter) - Hoe geef ik de instructies zodanig, dat de leerling weet wat er van hem/haar
verwacht wordt. - Welke werkvormen zijn geschikt voor mijn vak/mijn eigen lespraktijk? - Hoe vind ik een balans tussen aardig gevonden worden en leiding geven?
(Theorie Teitler) - Op welke wijze kan ik de kernreflectie van Korthagen inzetten, om mijn onderwijs
te verbeteren? - Welke waarden en normen van het docentschap passen bij mijn lespraktijk? - Eigen keuze
Licht je keuze nu toe. Koppel de vraag van je onderzoek aan één van je leervragen (bijvoorbeeld uit DID1 of SLB) en leg indien mogelijk een link met je eigen vak. Stap 3. Brainstorm Je gaat nu zelf vast nadenken over wat je over dit onderwerp al weet en wat nog niet. Hierdoor kun je straks een keuze maken in wat je wilt onderzoeken. Pak een leeg vel papier en: - maak een woordweb met alles wat je over het onderzoeksonderwerp weet. - welke vragen binnen dit onderwerp heb je nog? Wat zou je willen weten? Ben je nog steeds in dit onderwerp geïnteresseerd? Zo niet, doorloop stap 2 en 3 opnieuw. Stap 4. Onderzoeksvraag In stap 2 heb je al een onderwerp gekozen en in stap 3 heb je nagedacht over wat je wilt onderzoeken. Maak nu de onderzoeksvraag af voor je eigen onderzoek. Stap 5.Literatuuronderzoek Lees in Baarda (2009) paragraaf 1.4: Wat is er al bekend over het onderwerp van onderzoek. Ga na wat er in je basisboeken van de opleiding is geschreven over je onderwerp van onderzoek. Kun je daarin geen informatie vinden, ga dan op zoek naar minstens één andere bron. Vat de informatie kort samen. Geef aan wat jou aanspreekt in wat je hebt gelezen. Welk inzicht geeft het je?
Handboek LWS1 2014-2015
23
Hier vind je goede literatuur: - Digitale catalogus van het mediacentrum en specifieke databanken voor jouw
vakgebied. - De databanken op de site van het Medicacentrum, bijvoorbeeld: Picarta, ERIC.
Google Scholar - Kijk naar de referenties / annotatie in relevante vakliteratuur die je al bezit,
bijvoorbeeld een handboek didactiek. Als in een werk als dit een stuk staat geschreven dat relevant is voor jouw onderzoeksthema, dan is dat gebaseerd op specifieke literatuur. Deze vind je via de verwijzingen in de literatuur- of notenlijst.
Stap 6. Onderzoeksopzet Goed onderzoek vraag om een goede planning en een goede voorbereiding. Daarom wordt er eerst een plan opgesteld. Lees de volgende informatie door. Voer een onderzoek in de praktijk uit. Bedenk vooraf goed wat je wilt gaan onderzoeken en hoe je dat gaat doen. Je houdt één of twee interviews, observaties, vraagt een groep leerlingen een korte vragenlijst (met heel concrete vragen) in te vullen of voert een eenvoudige meting uit. Het is belangrijk dat je je waarnemingen zo precies en objectief mogelijk registreert. Maak daarom een leidraad voor je interview of observatie. De literatuur kan je aanwijzingen geven waar je op wilt gaan letten of wat je wilt gaan vragen. Lees in Baarda (2009) paragraaf 3.2 t/m 3.4 door. Hier vind je informatie over verschillende meetinstrumenten. Bedenk nu hoe jij gegevens gaat verzamelen om antwoord te geven op de onderzoeksvraag.
a. Hoe ziet je onderzoek in de praktijk eruit? b. Wie ga je vragen en waarom? c. Welke instrument(en) heb je nodig? Waarom past dit bij jouw onderzoek? d. Ontwikkel je instrument en leg deze voor aan je begeleider.
Stap 7. Onderzoeksplan Stap 1 t/m 6 ga je nu verwerken in een onderzoeksplan. Hiervoor maak je gebruik van het format aan het einde van dit hoofdstuk.Tot en met het deel onderzoeksopzet werk je alles uit. Sla het document onder de volgende bestandsnaam op: LWS1onderzoeksplan_jjjjmmdd_achternaam/studentnummer Controleer de titel en stuur het onderzoeksplan ter controle naar je begeleider.
Handboek LWS1 2014-2015
24
Deel II: Uitvoering onderzoek en verslaglegging Stap 8. Dataverzameling Met deze stap ga je de school in en zorg je dat je het instrument afneemt. Dat houdt in dat je afhankelijk van de keuze van je instrument: de enquête uitzet, interviews afneemt, observaties uitvoert en/of documenten verzamelt. Stap 9. Resultaten
- De verzamelde gegevens ga je ordenen tot een helder overzicht. Cijfermatige gegevens kun je in een tabel zetten. Interviews kun je samenvatten. Observaties kun je categoriseren.
- Verbinden van praktijk en theorie: Vervolgens ga je je bevindingen uit de literatuur en de praktijk met elkaar vergelijken: in hoeverre komen de verkregen inzichten overeen? Welke verschillen zijn er? Leidt je analyse wellicht tot nieuwe vragen? En natuurlijk het belangrijkste: welk antwoord kun je geven op je onderzoeksvraag? Baseer je antwoord op je waarnemingen.
Stap 10. Conclusie en discussie Lees conclusie en discussie in Baarda (2009) 4.3: Hoe worden onderzoeksgegevens gerapporteerd. Schrijf nu de conclusie en discussie voor je eigen onderzoek. Geef een passend
antwoord op de onderzoeksvraag en interpreteer de betekenis van het gevonden
resultaat. Vergelijk de uitkomsten van jouw onderzoek met het theoretisch kader. Ga
kort in op de kwaliteit van je onderzoek, hoe was je onderzoek, welke dingen hadden
anders gekund.
Stap 11. Reflectie op het onderzoek Aan het eind van het onderzoek kijk je kritisch terug op het proces: wat heeft het onderzoek je opgeleverd? Hoe goed heb je een antwoord kunnen vinden op je vraag? Hoe was de kwaliteit van het onderzoek? Hoe zou je het een volgende keer aanpakken? Wat neem je mee voor je toekomstige beroepspraktijk? Stap 12. Rapporteren Je rapporteert over je onderzoek in de vorm van een verslag. De opbouw van het verslag kun je terugvinden in het format. Het onderzoeksplan maakt deel uit van het verslag. Aan het einde van het hoofdstuk vind je een format voor het schrijven van het onderzoek en in bijlage 8 het bijbehorende beoordelingsformulier.
Handboek LWS1 2014-2015
25
Sla het document onder de volgende bestandsnaam op: LWS1onderzoeksverslag_jjjjmmdd_achternaam/studentnummer Controleer de titel en stuur het onderzoeksplan ter beoordeling naar je begeleider. Stuur ook een door jou ingevuld beoordelingsformulier mee. Zo controleer je jezelf of je aan
Format onderzoek LWS1 (ontleend aan Baarda, 152)
Titelblad Met: Heldere titel, naam student, studentnummer, namen begeleiders, naam van de school en het instituut, publicatiedatum.
Inleiding en onderzoeksvraag Schrijf hier een introductie op je onderzoek. Schrijf het thema en de onderzoeksvraag van je onderzoek op en licht toe waarom je hier meer over wilt weten en hoe je je keuze hebt gemaakt. De thema’s waaruit je kunt kiezen staan in het handboek. Omvang: ca. 150 - 200 woorden
Theorie Hier vat je de belangrijkste inzichten uit je bron samen. Dit moet wel duidelijk bij het onderwerp van je onderzoek passen. Licht dan ook toe, hoe de theorie het kader schetst van dat wat je onderzoekt, dus waarom je voor deze bron hebt gekozen. Verwijs naar je bronnen bij direct en indirect citeren (volgens APA richtlijnen). Omvang: ca. 300 - 400 woorden
Onderzoeksopzet Beschrijf hier hoe je het onderzoek gaat uitvoeren, welke instrument je gebruikt en bij welke onderzoeksgroep. Beschrijf ook hoe je dit instrument in de praktijk gaat inzetten en beschrijf waarom je voor deze opzet hebt gekozen. Omvang: ca. 300 - 400 woorden
Resultaten Geef de resultaten overzichtelijk weer en illustreer dit aan de hand van tabellen en/of figuren, etc.. Schrijf een tekst die ook los te lezen is van de tabellen en figuren. Bespreek daarin de resultaten. Hou je onderzoeksgroep anoniem. Omvang: ca. 300 - 400 woorden
Handboek LWS1 2014-2015
26
Conclusie en discussie Geef een passend antwoord op de onderzoeksvraag en interpreteer de betekenis van het gevonden resultaat. Vergelijk de uitkomsten van jouw onderzoek met het theoretisch kader. Ga kort in op de kwaliteit van je onderzoek, hoe was je onderzoek, welke dingen hadden anders gekund. Omvang: ca. 200 - 300 woorden
Reflectie Beschrijf tot welke nieuwe inzichten je bent gekomen voor je beroepspraktijk. Vertel hoe dit onderzoek je heeft geholpen om een betere docent te worden. Zijn er bijvoorbeeld dingen die je nu in je lespraktijk anders zou gaan doen? Omvang: ca. 200 - 300 woorden
Literatuurlijst Neem hier de bronnen op die je voor je onderzoek hebt gebruikt. Dit doe je volgens APA.
Bijlagen Beschrijf in ieder geval je meetinstrumenten, vul dat zo nodig aan met andere zaken (documenten) die de lezer nodig heeft om te kunnen begrijpen wát je precies hebt gedaan of hebt gehandeld.
Je onderzoek beslaat exclusief bijlagen en literatuurlijst 1500 – 2000 woorden.
Handboek LWS1 2014-2015
27
5. Begeleiden
Begeleiding
Er zijn verschillende begeleiders die je ondersteunen bij je ontwikkeling. Ieder heeft
daarbij zijn eigen rol. Je krijgt zowel vanuit de opleiding als vanuit de stageschool
begeleiding. We geven je hier een overzicht. Op een aantal scholen is er een andere
taakverdeling. Daarover word je geïnformeerd op de betreffende scholen zelf.
Schoolopleider
Op je werkplek krijg je in veel gevallen in de eerste plaats te maken met de opleider in
de school. Hij of zij coördineert de diverse stage-activiteiten op de school en onderhoudt
contacten met het stagebureau van bewegen en educatie. De themabijeenkomsten
worden veelal door de opleider in de school geleid.
Vakcoach
Je wordt op de school dagelijks begeleid door een docent uit je eigen vak- of
leergebied, je vakcoach. Met je vakcoach bespreek je op welke wijze je invulling kan
geven aan de verschillende activiteiten. Je vakcoach helpt je bij het organiseren
daarvan en geeft je hierop feedback. Zo zal je vakcoach bijvoorbeeld lessen van je
bijwonen en deze met je nabespreken. Je coach is samen met je begeleider vanuit de
opleiding aanwezig bij formele evaluatie- en beoordelingsgesprekken.
Leerwerkbegeleider (LWB’er)
De leerwerkbegeleider (LWB’er) is een docent die verbonden is aan Windesheim en die
je begeleidt op afstand en tijdens een (of meerdere) lesbezoek(-en). Bij aanvang van je
leerwerkstage neem je contact op met je LWB’er en maak je afspraken over de
begeleiding. Een belangrijk middel bij de begeleiding is het weekjournaal. In een
weekjournaal reflecteer je op je belangrijkste leerervaringen van die week. Het
weekjournaal stuur je wekelijks naar je begeleiders (je vakcoach én je
leerwerkbegeleider). Op deze manier kan je begeleider je ontwikkeling volgen en je
feedback geven. Het format voor het weekjournaal vind je in bijlage 3.
Studieloopbaanbegeleider (SLB’er) van Windesheim
De SLB’er van Windesheim begeleidt je niet direct op je werkplek, maar is wel degene
die je vanuit de opleiding begeleidt bij je persoonlijke en professionele ontwikkeling.
Vakdocenten en docenten van de onderwijsondersteunende vakken
Ook docenten die niet direct bij je leerwerkstage betrokken zijn, kunnen je uiteraard
helpen met specifieke vragen die liggen op hun expertisegebied. Deze docenten zijn
veelal bereikbaar tijdens contactmomenten of via de mail.
Handboek LWS1 2014-2015
28
Medestudenten
Ook medestudenten kunnen je feedback geven en je ondersteunen. Je hebt regelmatig
intervisie met studenten die op dezelfde school zitten.
Stagegroep
De stagegroep bestaat uit 4 à 5 studenten. Deze groep werkt samen op het gebied van
reflecteren, maar ook bij de tussenevaluatie van de stage. Een belangrijk middel voor
deze groep is het blog. In het blog reflecteer je op je belangrijkste leerervaringen van
die week. In de groep geef je feedback op elkaars blog. Dit doe je op N@Tschool. Je
leerwerkbegeleider neemt vooral op metaniveau deel aan de groepsdiscussies.
Handboek LWS1 2014-2015
29
6. Beoordeling LWS1
De beoordelingsprocedure
Aan het eind van de derde periode vindt een tussenevaluatie plaats. Maak tijdig een
afspraak met je begeleiders. Een week voor deze tussenevaluatie lever je de
verwerking van de verplichte activiteiten, die je tot dan toe gemaakt hebt, in bij je
leerwerkbegeleider en vakcoach. Je levert ook de planning van de verschillende
activiteiten voor periode 4 in. Je bekijkt het competentievenster en geeft bij competentie
1 tot en met 4 aan, aan welke onderdelen je specifiek aandacht wilt besteden en hoe je
gaat aantonen dat je dat gedaan hebt. Op basis van deze stukken vindt de
tussenevaluatie plaats. Je krijgt schriftelijke feedback op de uitvoering van je activiteiten
en op je competentieontwikkeling.
Aan het einde van je leerwerkstage vindt een beoordelingsgesprek plaats met de
leerwerkbegeleider en de vakcoach/opleider in de school. De basis voor het
beoordelingsgesprek is het LWS-dossier. In dit dossier laat je zien op welke manier je
gewerkt hebt aan je activiteiten en toon je aan dat je alle SBL-competenties op het
gevraagde niveau A beheerst. Dit dossier moet uiterlijk een week voor het eindgesprek
aan je begeleiders zijn toegestuurd. Het toesturen doe je in ieder geval digitaal en in
overleg met je begeleiders kan worden besloten dat het dossier ook op papier
ingeleverd moet worden. Overleg hierover met je begeleiders.
Het LWS-dossier
Aan het einde van de leerwerkstage maak je de balans op en toon je aan wat je hebt
geleerd. Je doet dit aan de hand van een dossier. Je start vanaf het begin van je stage
met het verzamelen van producten en bewijzen (bijv. observaties, lesevaluaties,
leerwerktaken, weekjournaals). Het stagedossier is onderdeel van het SLB-portfolio,
maar wordt apart beoordeeld door de leerwerkbegeleider en de vakcoach. Het dossier
gebruik je om jezelf en je begeleiders zicht te geven op je professionele competenties.
Het LWS-dossier bestaat uit:
1. Titelpagina (naam, student nummer, opleiding, naam school, namen van
begeleiders, inleverdatum)
2. Inhoudsopgave met verwijzing naar paginanummers
3. Inleiding
- korte presentatie van jezelf en de stageschool
- Stageplan: je ontwikkelpunten voor de competenties
- uitleg over de volgorde in dit dossier
Handboek LWS1 2014-2015
30
4. Beschouwing
Dit deel is de kern van je dossier: het is de reflectie op je ontwikkeling in de stage
met verwijzingen naar bewijsmaterialen. Per competentie beschrijf je de
volgende punten:
a. jouw sterke en zwakke punten in de betreffende competentie (zie hiervoor de
beschrijvingen per competentie in het beoordelingsformulier)
b. je ontwikkeling, geef voorbeelden en verwijs naar bewijsmaterialen (twee
verschillende bewijzen per competentie)
c. je (nieuwe) leerdoelen en aandachtspunten in deze competentie (voor LWS2)
5. Bewijsmaterialen
In de beschouwing verwijs je duidelijk je naar de bewijzen. Licht ook toe wat je
met de bewijzen wilt aantonen.
6. Het onderzoeksverslag
Het onderzoek wordt apart beoordeeld en dient voldoende te zijn om LWS af te
kunnen sluiten.
7. Literatuurlijst
Gesprek
Je voert een tussenevalautie gesprek en een eindevaluatie / beoordelingsgesprek met
je begeleider en je vakcoach. De structuur van een gesprek kan er als volgt uitzien;
1. Opening
2. Terugblik op LWS 1: wat ging goed, welke ontwikkeling heb je doorgemaakt, past
het beroep van docent bij je?
3. Vergelijken van de beoordelingsformulieren: student, coach en leerwrkbegeleider.
Overeenkomsten en verschillen worden benoemd.
4. Bespreken van competenties: de student wordt gevraagd toe te lichten in welke
mate hij/zij een bepaalde competentie beheerst. Over het algemeen zal een keuze
moeten worden gemaakt uit de competenties. De in het dossier opgenomen
verwerkingen van activiteiten zijn hierbij belangrijke bewijzen.
5. De conclusies van het gesprek en de afspraken voor de volgende leerwerkstage
worden door de LWB’er samengevat op het beoordelingsformulier en ondertekend
door de gespreksdeelnemers.
Studiepunten
Je krijgt de studiepunten voor EN-VO-LWS1 als naar het oordeel van je
leerwerkbegeleider, in overleg met je vakcoach, de uitvoering van de activiteiten
voldoende is en als je de competenties op het vereiste niveau beheerst. Je geeft een
onderbouwd antwoord op de twee vragen van LWS1: heb ik niveau A van het
competentie niveau behaald en past het beroep van docent bij mij?
Handboek LWS1 2014-2015
31
Verder is voorwaarde voor een positieve beoordeling dat je je tijdens deze
leerwerkstage hebt gehouden aan de algemene regels en afspraken zoals deze zijn
beschreven in het handboek.
Tot slot is het van belang dat zowel de coach als jijzelf het beoordelingsformulier (zie
bijlage 9) voorafgaande aan het eindgesprek invult.
Handboek LWS1 2014-2015
32
7. Bijlagen
Bijlage 1 Begrippenlijst
Competenties Beroepsbekwaamheden die zijn gebaseerd op een
samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en
houding. Competenties worden geoperationaliseerd
d.m.v. gedragsbeschrijvingen die te vinden zijn in het
competentievenster
Dossier LWS Onderbouwing van de SBL competenties met behulp
van bewijsmateriaal, bestaande uit
lesvoorbereidingsformulieren, observatieverslagen,
zelfgemaakt lesmateriaal, video’s, reflectieverslagen,
weekjournaals etc.
Intervisie Een vorm van leren waarbij gebruik wordt gemaakt
van de professionaliteit van collega’s c.q.
medestudenten.
Kijkkader Een schema waarin staat aangegeven over welke
competenties een startbekwame leraar moet
beschikken.
Het schema is ontwikkeld door de gezamenlijke
docentenopleidingen.
Leerwerkbegeleider (LWB) De begeleider van Windesheim
Leerwerktaak Opdracht die je uitvoert op de stageschool en die
gekoppeld is aan een module van Windesheim.
LWS Leerwerkstage, de periode waarin je ook op een
school aan je bekwaamheden werkt. De
praktijkcomponent van de opleiding.
Persoonlijk Ontwikkelingsplan
(POP)
Plan waarin wordt aangegeven aan welke
competenties je wilt gaan werken, hoe je dat gaat
doen en op welke termijn je dat gaat doen
Handboek LWS1 2014-2015
33
SBL Samenwerkingsverband Beroepskwaliteit Leraren
Schoolopleider Degene die vanuit de stageschool de stage-activiteiten
op de school coördineert en contacten onderhoudt met
het stagebureau. De themabijeenkomsten worden
veelal door de opleider in de school geleid.
SLB Studieloopbaanbegeleiding
Stagebureau Het bureau, binnen het domein Bewegen en Educatie,
dat stageplekken zoekt en koppelt aan studenten
Vakcoach Begeleider op de stageschool
Weekjournaal Wekelijks verslag van je voortgang voor jezelf/ LWB/
vakcoach
Handboek LWS1 2014-2015
34
Bijlage 2 Voorstelformulier
Domein Bewegen en Educatie
Hogeschool Windesheim te Zwolle
Tweede graads lerarenopleidingen
Ruimte voor foto
Naam student: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Studiejaar: : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Adres: : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Plaats: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Telefoon: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Vak: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De student voert de leerwerkstage uit bij:
Vaksectie: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Vakcoach: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Begin- en einddatum leerwerkstage . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Naam en telefoonnummer van de leerwerkbegeleider van Hogeschool Windesheim:
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Stagebureau: 088-4699446 / 088 4699443
Handboek LWS1 2014-2015
35
Bijlage 3 Format weekjournaal LWS1
Reflecteren is een vaardigheid die je helpt in de ontwikkeling van de competenties. In
het competentievenster staat bij competentie 7 aan welke eisen je moet voldoen aan
het eind van LWS1. Meer informatie over hoe je reflecteert, vind je in het boek over
reflecteren van Mirjam Groen.
Onderstaand format kan je helpen om aan de eisen van LWS1 met betrekking tot
reflecteren te voldoen.
Maak voor elke week afzonderlijk een weekjournaal (tenzij je op een school stage loopt
waar je reflecteert door middel van een blog). Stuur het weekjournaal wekelijks naar je
LWB’er en vakcoach. Alle weekjournaals schrijf je steeds in hetzelfde bestand waarin
ook de feedback van de begeleiders is opgenomen. Op deze manier wordt een
doorgaande lijn zichtbaar.
Naam: Stageweek: Datum:
Betekenisvolle situatie
Beschrijf op een heldere manier één betekenisvolle situatie die te maken heeft met
het thema van LWS1: Ik als docent.
Reflectie op de betekenisvolle situatie
Beschrijf wat je aandeel is geweest in die situatie. Wat is het effect van jouw
handelen (of het nalaten daarvan) geweest?
Wat ging in deze situatie al goed en wat vond je nog moeilijk?
Welke vaardigheid heb je hiermee laten zien? Bij welke competentie(s) zou je deze
onderbrengen?
Waarom is deze situatie voor jou belangrijk?
Welke conclusie trek je hieruit voor je toekomstig handelen? Tot welke leervraag
leidt dit?
Voortgang
Wat was je leervraag? Hoe heb je daaraan gewerkt? Wat was het resultaat?
Wat is je leervraag voor de komende week? Op welke wijze ga je het aanpakken?
Welke verplichte activiteiten heb je uitgevoerd?
Welke verplichte activiteiten ga je de komende week uitvoeren?
Handboek LWS1 2014-2015
36
Bijlage 4 Kijkwijzer lesobservatie 5 rollen van de leraar
Werkwijze
Tijdens de les noteer je wat je gezien hebt. Na de les noteer je wat je opgevallen is,
welke voorzichtige conclusie je trekt.
Voor de les Wat heb je gezien?
Rol van gastheer:
Op welke wijze worden leerlingen begroet?
Mogelijke handelingen: leerlingen bij naam
noemen, persoonlijke opmerkingen, korte
gesprekjes, ….
Bij de start van de les Wat heb je gezien?
Rol van presentator:
Op welke wijze start de docent de les
Mogelijke handelingen: centrale positie
innemen, gewenst gedrag benoemen,
contact zoeken met alle leerlingen, correctie
ongewenst gedrag, noemen van namen, ….
Tijdens de instructie Wat heb je gezien?
Rol van didacticus:
Wat valt je op tijdens de instructie?
Mogelijke aspecten: stemgebruik, positie,
oogcontact, benoemt gedrag, duidelijkheid
wat er in de les gaat gebeuren, duur van de
instructie, gebruik hulpmiddelen ……
Klas: Docent
Datum: Lesuur
Handboek LWS1 2014-2015
37
Tijdens het werken Wat heb je gezien?
Rol van pedagoog:
Wat valt je op tijdens het werken?
Mogelijke aspecten: de docent stapt op
leerlingen af die niet direct aan het werk
gaan, de docent is bereikbaar voor
leerlingen die vragen hebben, de docent
benadert leerlingen positief, geeft
complimenten, er is een rustige werksfeer,
de regels worden nageleefd,……
Bij de afsluiting Wat heb je gezien?
Rol van afsluiter:
Op welke wijze wordt de les afgesloten
Mogelijke handelingen: de docent evalueert
de les met de leerlingen, positieve afsluiting,
leerlingen blijven zitten tot de bel gaat, er
wordt gedag gezegd, …
Wat is je opgevallen,
Welke voorzichtige conclusie trek je?
Handboek LWS1 2014-2015
38
Bijlage 5 Observatieformulier Marzano
Dimensie Aandachtspunten Hulpvragen
Dimensie 1: Motiveren
Klassenklimaat Leertaken - Houding van lln - Helderheid/duidelijkheid
Op welke wijze zorgt de docent voor een positief klassenklimaat? Op welke wijze motiveert de docent de leerlingen? Hoe wordt het belang van de leertaak aan leerlingen duidelijk gemaakt? Hoe wordt de leertaak ervaren (moeilijk, gemakkelijk, uitdagend, saai etc.)? Zijn er veel vragen over de leertaak of kunnen de leerlingen er snel mee aan de slag?
Dimensie 2: Nieuwe kennis verwerven en integreren
Inhoudelijke kennis - Betekenis opbouwen - Schematiseren/structureren - Onthouden procedurele kennis(vaardigheden) - Stappenplan - Inoefenen - Automatiseren
Is er sprake van inhoudelijke kennis (details, feiten, begrippen, principes. Oorzaak-gevolg relaties etc.? - Welke stappen van betekenis opbouwen herken
je? /Hoe wordt de voorkennis van de leerlingen gebruikt om hen te laten ervaren dat de nieuwe kennis relevant is?
- Hoe worden leerlingen geholpen bij het schematiseren/structureren van de lesstof? Is daarbij sprake van visualisatie?
- Hoe worden de leerlingen geholpen bij het opslaan/memoriseren van de lesstof
Is er sprake van procedurele kennis (vaardigheden)?
- Op welke wijze wordt omgegaan met het stappenplan, ontdekken de leerlingen het zelf, wordt het voorgedaan , ….?
- Op welke wijze worden leerlingen begeleid bij het inoefenen van de vaardigheid?
- Hoe worden leerlingen geholpen bij het automatiseren van deze vaardigheid?
Dimensie 3: Bestaande kennis/ vaardigheden verbreden en verdiepen
Welke denkvaardigheden 1. vergelijken 2. classificeren 3. abstraheren 4. inductief redeneren 5. deductief redeneren 6. stellingen onderbouwen 7. fouten analyseren 8. denken over waarden en normen
1. Wat wordt er vergeleken en op basis van welke criteria?
2. Op basis van welke kenmerken worden er gegroepeerd?
3. Op welke wijze wordt het onderliggend thema of patroon in informatie ontdekt?
4. Op welke wijze worden er algemene conclusies getrokken op basis van observatie en analyse?
5. Op welke wijze worden algemene regels toegepast of specifieke situaties?
6. Welke stellingen moeten onderbouwd worden en hoe wordt er omgegaan met de eisen aan de redenering?
7. Hoe worden fouten in het eigen of andermans denkproces opgespoord?
8. Op welke wijze wordt er nagedacht over de eigen meningen, normen en waarden van de leerling zelf en die van anderen?
Handboek LWS1 2014-2015
39
Klas Lesuur Docent Vak
Dimensie Marzano
Observatie Wat komt voor en op welke wijze?
Dimensie 1: Motiveren
Dimensie 2: Nieuwe kennis verwerven en integreren
Dimensie 3: Bestaande kennis/ vaardigheden verbreden en verdiepen
Eigen conclusie Koppeling met de theorie Eigen toekomstig handelen
Conclusie uit nabespreking
Handboek LWS1 2014-2015
40
Bijlage 6 Voorbereiden uitvoeren en evalueren van
onderwijsactiviteiten
Voorbereiden
Je bereidt je onderwijsactiviteiten schriftelijk voor. Als het om lessen (in je eigen of in
een aanverwant vak) gaat gebruik je hierbij in eerste instantie het lesplanformulier
dat je bij (vak)didactiek hebt behandeld. Daarna kun je op zoek gaan naar andere
voorbereidingsformulieren en daar ervaring mee opdoen. In bijlage 7 vind je een
voorbeeld van een lesplanformulier, op N@Tschool staan ook andere voorbeelden.
Werk vanuit de theorie die je op de opleiding hebt bestudeerd en ervaar hoe dit in de
praktijk werkt. Denk daarbij aan het directe instructiemodel van Ebbens, de vijf
dimensies van Marzano en vakdidactische principes.
Geef bij de voorbereiding antwoord op de volgende vragen:
1. Wat zijn de leerdoelen voor de leerlingen en voor mezelf? 2. Hoe houd ik rekening met het niveau en de leeftijd van de leerlingen? 3. Hoe ontvang ik de leerlingen? 4. Hoe bouw ik mijn les op, uit welke onderdelen en werkvormen bestaat mijn les? 5. Waar en hoe kan ik gebruik maken van concrete voorbeelden, proefjes,
beeldmateriaal en het (digitale) schoolbord? 6. Hoe zorg ik ervoor dat de overgangen tussen de verschillende lesfasen soepel
verlopen? 7. Hoe zorg ik ervoor dat leerlingen actief meedoen? 8. Op welke wijze begeleid ik de leerlingen bij de uitvoering van hun taken? 9. Als er in groepjes gewerkt wordt, hoe groot zijn de groepjes en hoe stel ik ze
samen? 10. Welke (audiovisuele) materialen heb ik nodig en waar zijn die (moet ik ze
reserveren)?
Uitvoeren
Bespreek met je vakcoach/begeleider wanneer hij/zij de lesvoorbereiding wil
ontvangen. Verwerk de feedback voordat je daadwerkelijke de onderwijsactiviteit
gaat uitvoeren.
Bij het uitvoeren werk je aan hoe je op een goede manier (bege)leiding kunt geven
aan (kleine) groepen leerlingen. Bij de voorbereiding denk je ook daar over na en leg
je een link naar de theorie die je op Windesheim hebt besproken.
Belangrijke aspecten daarbij zijn:
- Aandacht van een groep vragen en krijgen; - (Oog)contact met leerlingen maken; - Letten op je lichaamshouding en non verbaal gedrag; - Goed verstaanbaar en op gevarieerde toon spreken;
Handboek LWS1 2014-2015
41
- Op een vriendelijke en respectvolle manier met leerlingen omgaan en dat ook van leerlingen vragen;
- Complimenten geven; - Regels en afspraken met leerlingen maken (en je daar ook aan houden); - Leerlingen aanspreken op ongewenst taalgebruik en gedrag; - Praten over gewenst gedrag.
Evalueren
Aan het einde van de les bekijk je samen met je leerlingen of je de lesdoelen hebt
behaald (fase 7 van model directe instructie).
Reflecteren
Met je vakcoach bespreek je de onderwijsactiviteiten na: wat ging goed en wat
minder?
Op basis van het nagesprek formuleer je nieuwe leerpunten voor jezelf en bij de
voorbereiding van de volgende onderwijsactiviteit houd je rekening met hetgeen
besproken is.
Handboek LWS1 2014-2015
42
Bijlage 7 Lesplanformulier
Dit is een voorbeeldformulier. Op N@Tschool staan ook andere voorbeelden. Hanteer in eerste instantie het
lesplanformulier dat je bij (vak)didactiek hebt gebruikt.
Student: Coach: Lesnummer: Datum: Klas : Aantal lln:
Voor de les
Onderwerp v.d. les: Korte beschrijving van de vorige les met deze klas:
Vaardigheden/kennis die lln. nodig hebben voor deze les:
Lesdoel(en) – wat kunnen/kennen lln. aan het eind van
de les:
Te verwachten problemen bij het leren en onderwijzen:
Te verwachten problemen bij deze klas:
Eigen leerdoelen voor deze les:
Na de les
Eigen evaluatie:
In hoeverre zijn je eigen leerdoelen gerealiseerd:
Handboek LWS1 2014-2015
43
Punten voor intervisie:
Aanscherping van je eigen leerdoelen:
De les
Tijd Subdoelen Activiteiten van de
leraar
Activiteiten van de
leerlingen
Organisatie van de les:
- groeperingsvormen;
- gebruik leer- en hulpmiddelen;
- speciale omstandigheden
Handboek LWS1 2014-2015
44
Bijlage 8 Beoordelingsformulier onderzoek
Dit formulier moet ondertekend zijn en in het dossier van de student bij het bedrijfsbureau gevoegd
worden, gelijktijdig met het beoordelingsformulier leerwerkstage 1.
Naam student: Studentnummer:
Naam LWBer: Naam vakcoach:
Voorwaarde voor beoordeling
De rapportage bevat een voorblad met titel, naam, studentnummer. Voldaan / niet voldaan
Het verslag heeft 1500 – 2000 woorden (exclusief literatuurlijst en bijlagen). Voldaan / niet voldaan
De bronvermelding is gedaan volgens APA-richtlijnen. Voldaan / niet voldaan
Het verslag is in correct Nederlands geschreven. Voldaan / niet voldaan
Onderdeel Maximaal aantal te behalen punten
Criteria Aantal
punten
Inleiding en
onderzoeksvraag
15 - de vraag is eenduidig geformuleerd (5)
- De vraag sluit aan bij het thema ‘de leerling en mijn
schoolvak’ (5)
- De onderzoeksvraag sluit aan bij een interessevraag
van de student (5)
Theorie 20
- De gekozen literatuur sluit aan op de
onderzoeksvraag (10)
- De relevante bevindingen uit de literatuur zijn
samengevat (10)
Handboek LWS1 2014-2015
45
Onderzoeksopzet
15 - In het onderzoeksplan is de opzet van het
onderzoek en het gebruikte onderzoeksinstrument
duidelijk beschreven (7)
- Het instrument sluit goed aan op de literatuur en
past bij de onderzoeksvraag (5)
- De onderzoeksgroep is adequaat beschreven (3)
Resultaten
15
- Er is zorgvuldig omgegaan met de
onderzoeksgegevens (anonimiteit) (3)
- De verzamelde onderzoeksgegevens uit het
onderzoek in de praktijk zijn objectief beschreven en
overzichtelijk geordend (12)
Conclusie en
discussie
15 - De onderzoeksvraag wordt beantwoord en het
antwoord komt logisch voort uit de resultaten van
het onderzoek (5)
- Er is een relatie gelegd tussen de resultaten van het
onderzoek in de praktijk en de bevindingen in de
literatuur (5)
- in de discussie wordt ingegaan op de kwaliteit van
het onderzoek (5)
Reflectie
10
De student geeft blijk van een kritische houding met
betrekking tot
- het doen van onderzoek en (5)
- de betekenis van de resultaten van het onderzoek
voor het eigen handelen (5)
Verzorging/
presentatie
10 - de lay-out ondersteunt de leesbaarheid van het
onderzoeksverslag (5)
- het taalgebruik is correct en zakelijk (3)
- alle relevante bijlage zijn opgenomen en hier is op
een juiste manier naar verwezen (2)
Totaalscore 100 100 : 10 = 10
Cijfer
Handboek LWS1 2014-2015
46
Toelichting bij de beoordeling
Handboek LWS1 2014-2015
47
Bijlage 9 Tussenevaluatie- en eindbeoordelingsformulier LWS1
Beoordelingsformulier EN-VO-LWS1
Naam student:
Studentnummer:
Naam school /
onderwijsinstelling:
Naam vakcoach:
Naam leerwerkbegeleider:
Datum:
Beoordeling
De beoordeling van de competenties vindt plaats op niveau A. Zie voor de uitwerking
van dit niveau “het competentievenster 2013”. Indien de student aan de eisen voldoet
wordt een voldoende toegekend, een goed mag worden gegeven als de student op
onderdelen op niveau B functioneert.
Cesuur: Alle competenties (met uitzondering van competentie 6) zijn
voldoende.
De uitwerking van de verplichte activiteiten is aanwezig en
voldoende
Het onderzoek is voldoende.
Handboek LWS1 2014-2015
48
CHECKLIST DOSSIER ONDERDEEL Afwezig Aanwezig
Titelpagina
Minimaal je naam, opleiding, studentnummer, namen van de
begeleiders, naam van de school en inleverdatum
Inhoudsopgave
Er is een overzichtelijke indeling en de pagina’s zijn genummerd
Inleiding
Korte presentatie van jezelf en de stageschool
Stageplan: ontwikkelpunten voor de competenties
Uitleg over de volgorde in dit dossier
Ingevuld formulier tussenevaluatie LWS1
Beschouwing per competentie
Analyse van de ontwikkeling en beheersing van de
competenties
Heldere verwijzing naar bewijsmaterialen
Bewijsmateriaal:
Bewijsstukken van de verplichte activiteiten
Bewijsmateriaal:
Overige bewijzen
Literatuur vermelding volgen APA regels
Correct taalgebruik (spelling, grammatica, interpunctie)
Handboek LWS1 2014-2015
49
C1 INTERPERSOONLIJK COMPETENT BEOORDELING
Een goede leraar is interpersoonlijk competent. Hij kan op een goede, professionele manier
met leerlingen omgaan.
On
vo
ldo
en
de
Vo
ldo
en
de
Go
ed
O O O
Beheersingsniveau A
De student maakt contact met leerlingen.
De student kent en hanteert hierbij
elementaire communicatievaardigheden
en is zich bewust van het effect van zijn
verbale en non-verbale technieken.
De student toont initiatief om leiding te
nemen.
De student herkent en benoemt diversiteit
onder leerlingen.
Licht de beoordeling toe aan de hand van de beschouwing en het
bewijsmateriaal in het dossier
Handboek LWS1 2014-2015
50
C2 PEDAGOGISCH COMPETENT BEOORDELING
Een goede leraar is pedagogisch competent. Hij kan de leerlingen in een veilige
werkomgeving houvast en structuur bieden om zich cognitief, sociaal-emotioneel en moreel te
kunnen ontwikkelen.
On
vo
ldo
en
de
Vo
ldo
en
de
Go
ed
O O O
Beheersingsniveau A
De student is zich bewust van eigen
waarden en normen in relatie tot die van
de school. Hij is in staat ongewenst
gedrag op te merken en hierover te
spreken met leerlingen.
De student verdiept zich in interesses en
ambities van leerlingen en is zich bewust
van sociale, emotionele en/of culturele
verschillen tussen leerlingen.
De student kent op hoofdlijnen de
zorgstructuur in de school.
Licht de beoordeling toe aan de hand van de beschouwing en het
bewijsmateriaal in het dossier
Handboek LWS1 2014-2015
51
C3 VAKINHOUDELIJK EN VAKDIDACTISCH COMPETENT BEOORDELING
Een goede leraar is vakinhoudelijk en didactisch competent. Hij creëert een krachtige
leeromgeving door het leren in verband te brengen met realistische en voor leerlingen
relevante toepassingen van kennis in vak, beroep en maatschappij.
On
vo
ldo
en
de
Vo
ldo
en
de
Go
ed
O O O
Beheersingsniveau A
De student bereidt eenvoudige
onderwijsactiviteiten systematisch voor en
voert deze uit.
De student oriënteert zich op verschillende werkvormen en maakt gebruik van leermiddelen.
De student oriënteert zich op onderwijsbehoeften van leerlingen.
De student verkent
beoordelingsinstrumenten.
De student herkent in onderwijs een
didactisch model en kan deze
expliciteren.
Licht de beoordeling toe aan de hand van de beschouwing en het
bewijsmateriaal in het dossier
Handboek LWS1 2014-2015
52
C4 ORGANISATORISCH COMPETENT BEOORDELING
Een goede leraar is organisatorisch competent. Hij kan zorgen voor een overzichtelijke, en
ordelijke leeromgeving.
On
vo
ldo
en
de
Vo
ldo
en
de
Go
ed
O O O
Beheersingsniveau A
De student kan een eenvoudige
onderwijsactiviteit systematisch
voorbereiden en uitvoeren.
De student maakt gebruik van eenvoudige
organisatievormen en leermiddelen.
De student oriënteert zich op de regels
en afspraken binnen de school en kan het
belang hiervan expliciteren.
Licht de beoordeling toe aan de hand van de beschouwing en het
bewijsmateriaal in het dossier
Handboek LWS1 2014-2015
53
C5 COMPETENT IN HET SAMENWERKEN MET COLLEGA’S BEOORDELING
Een goede leraar is competent in het samenwerken met collega's. Hij kan een professionele
bijdrage leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op de school, aan een
goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie.
On
vo
ldo
en
de
Vo
ldo
en
de
Go
ed
O O O
Beheersingsniveau A
De student is zich bewust van het belang
van een goede samenwerking. Hij is in
staat zich aan afspraken te houden en
effectief te communiceren met
begeleiders.
De student participeert in intervisie,
ontvangt en geeft feedback.
Licht de beoordeling toe aan de hand van de beschouwing en het
bewijsmateriaal in het dossier
Handboek LWS1 2014-2015
54
C6 COMPETENT IN HET SAMENWERKEN MET DE OMGEVING BEOORDELING
Een goede leraar is competent in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij kan
op een professionele manier communiceren met ouders en andere betrokkenen bij de vorming
en opleiding van zijn leerlingen.
On
vo
ldo
en
de
Vo
ldo
en
de
Go
ed
O O O
Beheersingsniveau A
De student onderkent het belang van
goede contacten met ouder(s) en/of
verzorger(s) en instellingen buiten de
school.
Licht de beoordeling toe aan de hand van de beschouwing en het
bewijsmateriaal in het dossier
Handboek LWS1 2014-2015
55
C7 COMPETENT IN REFLECTIE EN ONTWIKKELING BEOORDELING
Een goede leraar is competent in reflectie en ontwikkeling. Hij kan op een professionele
manier over zijn bekwaamheid en beroepsopvattingen nadenken. Hij kan zijn professionaliteit
ontwikkelen en bij de tijd houden.
On
vo
ldo
en
de
Vo
ldo
en
de
Go
ed
O O O
Beheersingsniveau A
De student probeert nieuwe handelingen
uit op basis van elementaire kennis en
feedback.
De student beschrijft betekenisvolle
situaties en expliciteert het effect van zijn
handelen daarin. Op basis hiervan
benoemt hij sterke en zwakke punten
benoemen en formuleert hij leervragen.
Licht de beoordeling toe aan de hand van de beschouwing en het
bewijsmateriaal in het dossier
Handboek LWS1 2014-2015
56
De genoemde SBL competenties (met uitzondering van competentie 6 ) zijn voldoende
De uitwerking van de verplichten activiteiten is aanwezig en voldoende
Het onderzoek is voldoende
Ja Nee
Ja Nee
Ja Nee
Algemene Eindconclusie
Handtekeningen
Vakcoach Student Leerwerkbegeleider