handelingen les 6 de joden weerstaan de ......n 6 d t r-e. 1 handelingen les 6 de joden weerstaan de...
TRANSCRIPT
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
1
HANDELINGEN LES 6 DE JODEN WEERSTAAN DE HEILIGE GEEST
HANDELINGEN 6:1-7:6
KERN VAN DE LES
De kinderen zullen de Heilige Geest niet weerstaan wanneer het Evangelie wordt
verkondigd.
DOELSTELLINGEN VAN DE LES
Kinderen zullen in staat zijn om:
Stefanus’ bediening bij zowel gelovigen als niet gelovigen te beschrijven.
De hoofdlijnen, -gebeurtenissen en -thema’s van de boodschap van Stefanus op te sommen.
De reactie van de Joden naar de boodschap van Stefanus na te vertellen.
MEMORIEVERS
Handelingen 2:38 “Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot
vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.”
TOEPASSINGEN
Volg het voorbeeld van Stefanus door een dienaar te zijn voor de andere gelovigen en het Evangelie.
Verheug je erin dat de Zoon des Mensen tot in de eeuwigheid zal heersen over alle dingen.
Bid dat God degenen die Zijn kinderen vervolgen, zal redden.
VOLGENDE WEEK
DE GEMEENTE WORDT VERVOLGD EN HET EVANGELIE VERSPREIDT ZICH
Lees Handelingen 8:1-25
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
2
ACHTERGROND
In Handelingen 6:7 geeft Lukas de laatste van vier samenvattingen van de groei van de gemeente te Jeruzalem weer. Net als bij de voorgaande drie (2:40-47; 4:32-35; 5:12-16) beschrijft Lukas hoe “het Woord van God zich verbreidde en het aantal discipelen in Jeruzalem sterk toenam” (6:7). Een prachtige uitwerking van het Evangelie dat “een grote menigte priesters aan het geloof gehoorzaam werd.” Ook al had het Sanhedrin de apostelen verboden om verder te prediken in de naam van Jezus, toch bleven de apostelen trouw aan God en werden velen, die het Evangelie hoorden, gered. Ook al werden vele Joden bekeerd (mogelijk zelfs 20.000), toch bleef de meerderheid van de Joden Jezus verwerpen en bekeerden zij zich niet. Gedurende ongeveer twee jaren hadden de Joden te Jeruzalem grote achting voor de gelovigen (2:47; 4:33; 5:13), maar weigerden ze hun boodschap aan te nemen. Ze respecteerden het leven van de gelovigen, maar niet hun Heer. Uiteindelijk konden de Joden te Jeruzalem niet langer tegen het horen over Jezus. Hun haat voor het Evangelie werd op een afgrijselijke manier tot uiting gebracht toen ze Stefanus vermoordden. De Joden te Jeruzalem wilden zichzelf rechtvaardig blijven vinden en dus niet erkennen een Redder nodig te hebben. De bediening van Stefanus (Handelingen 6:1-15) Hoewel de apostelen gegeseld waren geweest omdat ze predikten in de naam van Jezus, was de eerste persoon die hierom gedood werd geen apostel, maar een man genaamd Stefanus. Voor zijn dood had Stefanus een invloedrijke bediening onder zowel de gelovigen als niet-gelovigen. Stefanus wordt voor het eerst vermeld in Handelingen, nadat er een protest kwam onder de gelovigen tussen de Hellenisten (Joden die uit de verstrooiing naar Jeruzalem kwamen en wiens eerste taal Grieks was) en de Hebreeërs (Aramees sprekende Joden die in Palestina waren opgegroeid) (Hand.6:1). Het probleem ontstond, omdat de Hellenistische weduwe niet dezelfde voorzieningen kreeg als de Hebreeuwse weduwe. De apostelen wezen zeven mannen aan om zich te bekommeren om deze zaak, zodat zij zich verder konden richten op gebed en prediking (Hand.6:2-4). De apostelen vereisten dat de mannen “een goed getuigenis” gaven “vol van de Heilige Geest en van wijsheid” (Hand.6:3). Een van de zeven gekozen mannen was Stefanus. Stefanus voldeed niet enkel aan de vereisten van de apostelen, Lukas benadrukt ook nog eens extra dat Stefanus “een man vol van geloof en van de Heilige Geest” was (6:5). Het leven van Stefanus werd gekenmerkt door zijn onderdanigheid aan de Geest, door wijsheid en geloof. Na het gebed van de apostelen en nadat bij de zeven de handen werden opgelegd (een manier waarmee de apostelen hun bediening bevestigden), nam Stefanus trouw zijn bediening op in de Gemeente en verzekerde dat beide groepen van weduwen de nodige voorzieningen kregen. De bediening van Stefanus reikte verder van bij de gelovigen tot aan de ongelovige Joodse gemeenschap. Lukas beschrijft Stefanus opnieuw in Handelingen 6:8: “Stefanus, vol geloof en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk.” Aanvullend aan zijn eerdere beschreven eigenschappen, was Stefanus ook de macht gegeven om wonderen te verrichten. In de plaats van het Evangelie te brengen in de tempel (waar de apostelen werkzaam waren), ging Stefanus naar enkele van de vele synagogen waar in het Grieks werd onderwezen. (Synagogen ontwikkelden zich tijdens de Babylonische ballingschap als een plaats waar de Joden samenkwamen om te aanbidden en uit de Schriften te lezen.) Hoewel het Grieks uit Handelingen 6:9 moeilijk is, lijkt het dat Stefanus naar drie synagogen ging te Jeruzalem: de synagoge van de Libertijnen (bestaande uit nakomelingen van Joden die als slaven naar Rome waren gebracht), een synagoge van degenen uit Cyrene en Alexandria (twee Noord-Afrikaanse steden) en de synagoge van Joden afkomstig uit Cilicië en Asia (twee Romeinse provincies uit Klein-Azië, het hedendaags Turkije) (Hand.6:9). Hoewel het niet mogelijk is om hier leerstellig in te zijn, suggereert de Griekse naam van Stefanus en het feit dat hij gekozen werd om de problemen tussen de Hellenisten en de Hebreeërs op te lossen, dat hijzelf een Hellenist was. Indien Stefanus een Hellenist was, was het voor hem vanzelfsprekend om naar de Griessprekende synagogen te gaan, omdat dat dan zijn moedertaal zou zijn geweest. De Joden in de synagoge werden boos omwille van Stefanus’ bediening en beraamden iets tegen hem. Toen Stefanus met hen in de synagoge discussieerde over de dood en opstanding van Jezus Christus en hun erop wees dat ze berouw en inkeer moesten hebben, waren de Joden “echter niet in staat de wijsheid en de Geest, door Wie hij sprak, te weerstaan” (Hand.6:10). Niet in staat om hem ongelijk te geven, gingen de Joden op zoek
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
3
naar mensen die leugens over hem wilden vertellen om hem in discredit te brengen. Deze mensen moesten dan valselijk getuigen: “Wij hebben hem lasterlijke woorden tegen Mozes en God horen spreken” (Hand.6:11). Nadat hun leugens verspreid waren brachten de jaloerse Joden “het volk, de oudsten en de schriftgeleerden in opschudding; en zij kwamen op hem af, grepen hem en brachten hem voor de Raad” (6:12). Voor de eerste keer sinds de kruisiging van Jezus werd het volk, de Sadduceeërs (“de oudsten”) en de Farizeeërs (“de schriftgeleerden) weer verenigd in hun oppositie tegen de dienaren van God. Net als bij het verhoor van Jezus kwamen ook nu valse getuigen naar voren om tegen Stefanus te getuigen (6:13). Ze herhaalden de leugens dat Stefanus godslasterlijke woorden had gesproken en voegden er zelfs nog nieuwe leugens, “dat die Jezus de Nazarener deze plaats (de tempel) zal afbreken en de gebruiken zal veranderen die Mozes ons overgeleverd heeft”, aan toe (6:14). De valse getuigen logen niet enkel over Stefanus, maar ook over de Here Jezus. Voordat hij de verdediging van Stefanus weergeeft, beschrijft Lukas de vertoning van Stefanus voor het Sanhedrin: “Allen die in de Raad zaten, hielden hun ogen op hem gericht en zagen zijn gezicht als het gezicht van een engel” (6:15). Het gelaat van Stefanus straalde. God liet zijn goedkeuring over Stefanus zien door zijn gelaat te transformeren. Stefanus weerspiegelde de glorie van God en getuigde hiermee het belang van de boodschap die hij zou brengen en dat hij onschuldig was. De boodschap van Stefanus (Handelingen 7:1-53) In zijn boodschap voor het Sanhedrin antwoordde Stefanus op de aantijgingen van de valse getuigen. In de plaats van ieder argument te weerleggen, toonde Stefanus aan dat hij niet schuldig was aan godslastering door samen te vatten wat de Schriften weergeven over Gods werk met Israël. De boodschap van Stefanus gaf niet enkel weer dat hij orthodox was in zijn geloof, maar ook dat de boodschap die hij bracht bedoeld was om de aanwezigen te overtuigen van hun rebellie en afgoderij. Stefanus begon zijn boodschap met zich te richten op de beloften van God naar Abraham (Hand.7:2-8). Hij somde op hoe God Abraham riep uit Mesopotamië en “dat Hij dat land aan hem en na hem aan zijn nageslacht in bezit geven zou” (7:5). Daar aan toegevoegd zei God tegen Abraham dat zijn nageslacht gedurende vierhonderd jaar verdrukt en tot slaaf gemaakt zou worden. Hij beloofde ook aan Abraham dat zijn nakomelingen zou “uittrekken en (Hem) dienen op deze plaats” (7:7). Na de belofte van God dat de nakomelingen van Abraham Hem zouden aanbidden in het beloofde land te hebben weergegeven, begon Stefanus met het aantonen hoe deze belofte vervuld werden door God. Eerst door hem een zoon, Isaak, te geven, dan door Isaak een zoon genaamd Jakob te geven en door Jakob twaalf zonen te schenken, “de twaalf aartsvaders” (7:8). Stefanus verheugde zich in Gods plan met Abraham en in de bevoorrechte positie van Israël voor God. Gods plan voor Israël om Hem te aanbidden in het beloofde land, zou alleen maar vervuld kunnen worden wanneer God Israël in stand zou houden tot ze het land zouden betreden (Hand.7:7). Daarna vertelde Stefanus hoe God de familie van Jakob beschermde van uithongering door Jozef verkocht te laten worden als slaaf (7:9-16). God liet de tot slaaf gemaakte Jozef niet in de steek, maar verhoogde hem zodat Jozef zijn familie kon redden. De opsomming van Stefanus toonde het geloof van hem in de profetieën van God aan. De opsomming werd mogelijk ook gegeven om de Joden te doen nadenken over hun zonden. Net als hun voorouders die een plan beraamden tegen Jozef, beraamden ze ook een plan tegen Degene die God had aangewezen om hen te bevrijden. Na het plan van God met het volk Israël te hebben naverteld, richtte Stefanus zich op Mozes (7:7-17-34). Na weer opnieuw te hebben verwezen naar Gods belofte om Abrahams nakomelingen te bevrijden uit de slavernij, vertelde Stefanus hoe Israël verdrukt werd in Egypte en hoe God een bevrijder voorbereidde om hen te bevrijden (vv.17-22). Vergeleken met alle andere gebeurtenissen in het leven van Mozes, besteedde Stefanus verrassend veel tijd aan het feit dat Mozes in Egypte niet aanvaard werd als bevrijder (vv.23-28). Omdat de Israëlieten niet begrepen dat God hun door Mozes zou bevrijden, werd hij gedwongen om te vluchten uit Egypte. Stefanus bevestigde hoe God zichzelf openbaarde aan Mozes en hem stuurde om Israël te bevrijden. Hoewel Stefanus beschuldigd werd van het lasteren van Mozes (6:11) en de Wet (6:13), liet hij zien dat hij enorm veel ontzag had voor Mozes. Stefanus gebruikte zijn omschrijving van Mozes als een gelegenheid om de Joden te vermanen om hun zondigheid. Stefanus bevestigde dat Mozes degene was die God als “leider en verlosser” gezonden had (Hand.7:35). Stefanus had Israëls verwerping van Mozes als bevrijder al besproken (vv.23-29) en haalde het nu
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
4
weer aan. Het punt dat Stefanus wou benadrukken lijkt duidelijk: net als de Israëlieten in Egypte waren de Joden schuldig aan het verwerpen van Gods uitverkoren Bevrijder. Hoewel Stefanus beschuldigd werd van het verwerpen van Mozes, bevestigde Stefanus de profetie van Mozes: “De Heere, uw God, zal voor u een Profeet laten opstaan uit uw broeders” (v.37). De Joden begrepen dat deze profetie verwees naar de Messias. Terwijl Stefanus gehoor had gegeven aan het gebod van Mozes om te luisteren naar de Profeet, had het merendeel van de Joden dit echter niet gedaan. Stefanus verklaarde niet enkel dat Mozes “de levende woorden ontving”, maar herinnerde de Joden er ook aan dat hun vaders hem niet wilden gehoorzamen maar verwierpen (vv.38-39). De vaders van Israël verwierpen Gods wet en maakten “in die dagen een kalf en brachten een offer aan die afgod, en zij waren verblijd over de werken van hun handen” (v.41). Stefanus benadrukte onrechtstreeks dat hij Mozes had erkend als gever van de Wet in tegenstelling tot de Israëlieten. Na een beschrijving van de afgoderij van Israël, keerde Stefanus terug naar de discussie over de tempel. Stefanus werd ervan beschuldigd “lasterlijke woorden te spreken tegen deze heilige plaats” (6:13). Opnieuw getuigde Stefanus van zijn orthodox geloof dat God had opgegeven hoe de tabernakel er moest uitzien, dat Mozes de richtlijnen van God had gevolgd, dat Jozua de tabernakel naar het beloofde land had gebracht, dat David een tempel wilde bouwen, maar dat Salomo door God was uitverkoren om deze te bouwen (Hand.7:44-47). Stefanus had geen godslasterlijk beeld van de tempel… de Joden echter wel! Stefanus corrigeerde de Joden: “De Allerhoogste woont echter niet in tempels die met handen gemaakt zijn” (v.48). Het zinsgedeelte “met handen gemaakt” werd gewoonlijk gebruikt om te verwijzen naar afgoden (zoals in Handelingen 7:41). Omdat de tempel voor de Joden belangrijker was geworden dan God zelf, hadden ze de tempel omgevormd tot een afgod. In de plaats van de tempel te zien als een plaats waar God aanbeden kon worden, aanbeden ze de tempel en de religie die ze vertegenwoordigde. Tot hiertoe had Stefanus de Joden indirect erop gewezen dat ze net als hun voorouders waren, maar in vers 51 benadrukt Stefanus dit punt overduidelijk: “Zoals uw vaderen deden, zo doet u ook.” Stefanus vermaande de Joden als “hardnekkigen” (eigenwijs en niet bereid tot berouw en inkeer) en “onbesnedenen van hart en oren” (7:51). (Hoewel hun lichamen het teken van het verbond met Abraham droegen, waren hun harten en oren net als die van de heidenen. Gezegend worden door God had de Joodse harten niet veranderd.) Stefanus beschreef hun onbereidwilligheid om zich te onderwerpen aan Gods boodschappers: “U verzet u altijd tegen de Heilige Geest” (7:51). Net als hun vaders wilden ze niets luisteren naar de Heilige Geest, wanneer deze doorheen de profeten “de komst van de Rechtvaardige aankondigde” (7:52). Hun vaderen hadden de boodschappers gedood, maar zijzelf hadden de Messias gedood. Niet Stefanus was schuldig aan godslastering, maar de Joden waren schuldig aan het niet houden aan de wet (7:53). De dood van Stefanus (Handelingen 7:54-60) De Joden waren razend toen Stefanus’ weerlegging veranderde in een vermaning. Ze knarsten hun tanden in woede. De waarheid was als een mes dat hun uiterlijk voorkomen wegsneed en hun inwendige zonden liet zien (v.54). Ze werden zelfs nog bozer toen Stefanus een glimp van “de heerlijkheid van God, en Jezus, staande aan de rechterhand van God” mocht opvangen (v.55). Hij getuigde standvastig wat hij zag: “Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande aan de rechterhand van God” (v.56). Het moeten horen dat de Jezus die zij hadden gekruisigd nu bij God was, was voor de Joden een stap te ver. De “Zoon des Mensen” werd in het boek Daniël gebruikt om te verwijzen naar de Messias. In een visioen had Daniël de Zoon des Mensen gezien die “heerschappij, eer en koningschap” werd gegeven “en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren” (Daniël 7:13-14). Als de Joden werkelijk de Zoon des Mensen hadden gedood, zouden ze zeker en vast veroordeeld worden, tenzij ze zich bekeerden. Maar in de plaats van zich te bekeren “riepen (ze) met luide stem en stopten hun oren dicht” (Hand.7:57), zodat ze niet langer moesten horen naar de woorden van Stefanus. Ze stormden op hem af, slepen hem naar buiten en stenigden hem (v.58). Degenen die tegen Stefanus hadden getuigd “legden hun kleren af aan de voeten van een jongeman, die Saulus heette” (v.58). Saulus was ongetwijfeld betrokken bij hetgeen gebeurde met Stefanus. Mogelijk was hij zelfs een van de mannen die anderen aanspoorden om te liegen over Stefanus en valse getuigenissen af te leggen (6:11-13). (Saulus was van Tarsus, gelegen in Cilicië. Mogelijk was ook hij in de synagoge “van hen die uit Cilicië en Asia afkomstig waren” waarin Stefanus had gepredikt (Hand.6:8-9)). Hoewel de Joden dachten dat Stefanus de dood verdiende, ging Stefanus in de aanwezigheid van de Heer met een zuiver geweten. Hij zag ernaar uit om in de aanwezigheid van Jezus te zijn en bad vol vertrouwen tot Jezus, “Heere Jezus, ontvang mijn geest” (7:59). Jezus’ gebed aan het kruis was gelijkaardig: “Vader, in Uw handen
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
5
beveel Ik Mijn geest” (Luk.23:46). De Zoon des Mensen die voor de Vader stond, was klaar om Zijn dienaar te ontvangen en belonen. In de plaats van te bidden om Gods oordeel over de menigte, viel Stefanus op de knieën en riep met luide stem: “Heere, reken hun deze zonde niet toe!” (Hand.7:60). Terwijl hij gedood werd, verlangde Stefanus nog steeds dat God het volk deze wreedheid zou vergeven. Jezus bad een gelijkaardig gebed voor Hij stierf: “Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen” (Luk.23:34). Beiden baden ze voor degenen die in “onwetend in ongeloof” handelden, zoals de menigte die er eigenlijk van overtuigd was dat Stefanus God lasterde (1 Tim.1:13). Saulus was een van degenen die uit ongeloof handelde en aan welke God later koos om barmhartig te zijn. De Heer hoorde beide gebeden van Stefanus. Conclusie Na de dood van Stefanus brak er een vervolging uit tegen de Gemeente en werd de Gemeente verstrooid over geheel Judea en Samaria. In Handelingen 8 zien we hoe God deze verstrooiing gebruikte om nog meer uitverkorenen Gods te redden. Maar Jeruzalem had haar rug gekeerd tegen de Here Jezus en trachtte degenen die van Hem getuigden te doden. De Joden in Jeruzalem hadden ervoor gekozen om de Hg te weerstaan en zich verder in rebellie te verzetten.
MOEILIJKE WOORDEN
Aantijging Kwaadwillige beschuldiging. Diskrediet Iemand in ~ brengen = Verdacht maken, van achting of vertrouwen beroven. Orthodox Zich stipt houdend aan de (religieuze) bepalingen en voorschriften; rechtzinnig. Valselijk Vals, ten onrechte: iemand valselijk beschuldigen.
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
6
BIJBELLES
INLEIDING
Heb jij wel eens geprobeerd om een springveer of een elastiek zo ver mogelijk uit te rekken? Wat gebeurde er?
Op het moment dat jij de veer of het elastiek los liet, schoot het terug in zijn oorspronkelijke vorm. Eender hoe
hard jij ook trok, ze zullen zich altijd verzetten als ze uitgestrekt worden. Zulk een verzet kan gemakkelijk gezien
worden in het leven van de Israëlieten. De geschiedenis van het Joodse volk is gevuld met voorbeelden waar zij
zich verzetten tegen God. Telkens opnieuw was God geduldig met Zijn volk, enkel gingen ze telkens terug naar
hun oorspronkelijke staat – rebellie. In hun opstand doodden ze de profeten van God, Gods Zoon en zoals we in
de les vandaag zullen zien, zelfs degene die Zijn Zoon Jezus Christus volgden. Vandaag is weer een voorbeeld
van Israëls rebellie tegen God. Wanneer de dienaar van God, Stefanus, het evangelie predikte aan Israël,
verzette het Joodse volk zich tegen het werk van de Heilige Geest. Laten we eens kijken naar het verzet van de
Joden en wat ze gingen doen met Stefanus.
LEZEN VAN HET BIJBELGEDEELTE
De bediening van Sefanus (Hand.6:1-15)
De boodschap van Stefanus (Hand.7:1-53)
De moord op Stefanus (Hand.7:54-60)
BEGELEIDENDE VRAGEN
Waar begonnen de gelovigen over te klagen?
Er ontstond gemor tussen twee groepen gelovigen, de Griekssprekenden en de Hebreeën, aangaande
de zorg voor hun weduwen. Een weduwe is een vrouw waarvan de man gestorven is, haar
achterlatende met de verantwoordelijkheid om voor haar gezin te zorgen. Een van de
verantwoordelijkheden van de kerk was te voorzien en te zorgen voor alle weduwen. In de les vandaag
waren de Griekssprekenden ontdaan, omdat ze vonden dat hun weduwen niet zo goed verzorgd
werden als de Hebreeuwse weduwen.
Wat was de oplossing van de apostelen voor het probleem?
Vanwege hun verantwoordelijkheid om te bidden en het Woord te prediken, hadden de apostelen geen
tijd of mankracht om het probleem tussen de Griekssprekenden en de Hebreeën te behandelen. Dus
kwamen de apostelen samen en wezen zeven mannen aan om het probleem te behandelen. Deze
zeven mannen zouden ervoor zorgen dat de kerk getrouw was om voor elke weduwe hetzelfde te
zorgen. De apostelen kozen deze mannen waarvan ze wisten dat ze een goede reputatie hadden,
vervuld met de Heilige Geest en wijsheid.
Welke van de zeven mannen zien we in het verhaal?
Een van de gekozen mannen was Stefanus. Het boek Handelingen benadrukt dat Stefanus een man vol
van geloof was en vervuld van de Geest. Stefanus’ leven werd gekarakteriseerd door zijn
onderdanigheid aan de Geest, door zijn wijsheid en door zijn geloof. Eens de apostelen goedkeuring
gaven aan de zeven, diende Stefanus trouw de kerk, en zorgde ervoor dat beide groepen weduwen god
voorzien werden.
Hoe diende Stefanus de gelovigen als zowel de ongelovigen?
Naast het vol zijn van geloof en vervuld met de Heilige Geest, was Stefanus ook de kracht gegeven om
wonderen te doen. Lucas schrijft dat Stefanus grote wonderen en tekenen deed onder de ongelovigen
van Jeruzalem. Na het verkrijgen van deze macht, ging Stefanus van synagoge tot synagoge, om het
evangelie daar te verkondigen.
Waarvan beschuldigden de Joden Stefanus van?
De synagoge werd erg boos op Stefanus’ bediening, dus beraamden ze een plan tegen hem. Lucas
schrijft dat toen Stefanus met hen in discussie ging over de dood en opstanding van Christus en hun
nood aan bekering, dat ze niet opgewassen waren tegen de wijsheid die Stefanus gegeven was door de
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
7
Heilige Geest. Niet in staat om hem vals te beschuldigen, overtuigden de Joden anderen om te liegen
over Stefanus, en te zeggen dat hij scherpe woorden had gesproken over Mozes en God. Om scherpe
woorden tegen deze beide individuen te hebben gesproken, zou een serieuze belediging aan de Joden
geweest zijn.
Wat doen de Joden daarna met Stefanus?
Nadat ze leugens over Stefanus verspreid hadden, kwamen de Joden samen, arresteerden hem en
brachten hem voor het Sanhedrin om ondervraagd te worden. Lijkend op het proces van Jezus,
kwamen er valse getuigen om tegen Stefanus te getuigen. Ze herhaalden hun eerdere leugens, dat
Stefanus God en Mozes gelasterd had en vertelden nieuwe leugens dat Stefanus predikte dat Jezus de
tempel zou verwoesten. De valse getuigen logen niet alleen over Stefanus, maar ook de Heer Jezus.
Wat zag de raad toen zij hun blik richten naar het gezicht van Stefanus?
Lucas schrijft dat toen Stefanus de raad naderde, zijn gezicht was als van een engel. Zijn gezicht
scheen. God liet Zijn goedkeuring van Stefanus zien door zijn gezicht te verheerlijken. De Stefanus’
reflectie van Gods glorie was bewijs dat hij niet schuldig was aan godslastering, zoals de Joden
beweerden. Stefanus was onschuldig.
Hoe reageert Stefanus op de aanklachten tegen hem?
Velen zouden verwacht hebben dat hij het Sanhedrin zou tegenspreken en proberen om zijn onschuld te
bewijzen. Maar in plaats van een harde weerlegging, laat Stefanus zien dat hij niet schuldig was aan
godslastering door op te sommen wat de Schrift vermeld over hoe God werkte met Israël. Terwijl
Stefanus’ boodschap bewees dat hij onschuldig was, was het ook bedoeld om degene die nu
rebelleerde en aan afgoderij deed, te overtuigen.
Wat zegt Stefanus over Abraham?
Stefanus begint zijn boodschap door zich te richten op Gods belofte aan Abraham. Na het vermelden
van Gods beloften dat Abrahams nakomelingen Hem in het beloofde land zouden aanbidden, liet
Stefanus zien hoe God deze beloften vervulde, door als eerste Abraham een zoon te geven genaamd
Isaac, door Isaac een zoon te geven genaamd Jakob en dan Jakob twaalf zonen te geven (welke
uiteindelijk de twaalf stammen van Israël werden). Stefanus verheugde zich in Gods plan voor
Abraham en in Israëls speciale plaats voor God.
Wat zegt Stefanus over Jozef?
Stefanus vertelde daarna hoe God Jakobs familie had beschermd van uithongering naar het feit dat
Jozef in de slavernij verkocht was. God had de tot slaafgemaakte Jozef niet verlaten, maar verhoogde
hem zodat Jozef zijn familie kon redden. Stefanus’ opsomming van Gods bevrijding doorheen Jozef, liet
Stefanus’ geloof in Gods beloften zien. De opsomming zou de Joden ook aangespoord kunnen hebben
om over hun eigen zonden na te denken. Zoals hun voorouders die samen een plan beraamden tegen
Jozef, beraamden de Joden tegen de Een die God bestemd had voor hun bevrijding – Jezus Christus.
Waarom besteed Stefanus zoveel tijd om over Mozes te spreken?
Na verwezen te hebben naar Gods beloften aan Abraham, gaat Stefanus door te vertellen hoe Israël
verdrukt werd in Egypte en hoe God een bevrijding voorbereid had om hen te bevrijden. Hier besteed
Stefanus heel veel tijd aan Mozes die afgewezen werd als bevrijder van Israël. Hoewel Stefanus
beschuldigd werd van het verkeerd spreken aangaande Mozes en de Wet, onthuld Stefanus dat hij
grootste respect had voor Mozes. Stefanus herinnerde de Joden dat het hun vaderen waren die de wet,
die door Mozes gegeven was, niet wilden gehoorzamen. Uiteindelijk wezen ze Gods dienaar Mozes af.
Hij gebruikte deze beschrijving van Mozes als een gelegenheid om nu de Joden te berispen voor hun
zondigheid. Zoals de Israëlieten in Egypte, waren de Joden nu schuldig voor het afwijzen van Gods
gekozen bevrijder – Jezus Christus. In plaats van Hem en Zijn boodschap te ontvangen, wezen de Joden
Gods Zoon af door Hem aan het kruis te nagelen.
Waarvoor berispt Stefanus de Joden?
Stefanus beschuldigd de Joden ervan dat zij hetzelfde doen als hun voorvaderen. Voor Stefanus waren
zij een “halsstarrig” volk, dat “onbesneden van hart en oren” waren (v.51). Hoewel zij de fysieke
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
8
kenmerken droegen dat ze deel waren van Gods uitverkoren volk; waren hun harten ver van Hem. Door
hen te beschrijven als halsstarrig, doelde Stefanus op hun onwilligheid om zich te onderwerpen aan
Christus en te bekeren van hun zonden. Stefanus karakteriseert hun onwilligheid om aan God te
onderwerpen, door te zeggen dat zij altijd de Heilige Geest afwijzen. Omdat zij de Heilige Geest
afwezen, waren het de joden die schuldig stonden voor God, niet Zijn dienaar Stefanus.
Wat zag Stefanus toen?
Op dat moment, stond God toe dat Stefanus een visioen zag. In dit visioen zag Stefanus Jezus naast
God staan. Stefanus spreekt tegen de Joden uit dat de een die zij gedood hadden, in de aanwezigheid
van God nu verhoogd was.
Wat was de reactie van de Joden op Stefanus’ visioen en berisping?
Lucas schrijft dat de Joden woedend waren op Stefanus en ze knarsten hun tanden van boosheid. Ze
konden het niet uitstaan dat Stefanus hun zonden blootlegde. Als de Joden de Zoon van God gedood
hadden, zouden ze zeker geoordeeld worden, tenzij ze zich bekeerden. Maar in plaats van te bekeren,
“begonnen (zij) luid te schreeuwen, stopten hun oren dicht” (7:57), zodat ze niet langer konden horen
wat Stefanus te zeggen had.
Wat deden de boze Joden met Stefanus?
Toen ze hoorden dat Jezus, die zij gekruisigd hadden, nu in Gods aanwezigheid was, werd het hen
teveel. Ze stormden op Stefanus af, sleepten hem buiten de stad en stenigden hem. (Stenigen was een
doodstraf die verschilde van de kruisiging. Dit betekende dat de persoon voor een grote menigte stond
en alle mensen stenen gooiden naar het individu in kwestie. De persoon zou sterven nadat hij vele
slagen van de stenen tegen zich had gekregen.)
Wat doet Stefanus bijna aan het einde van zijn leven?
Stefanus keek uit naar het moment om in Jezus’ aanwezigheid te zijn en voordat hij stierf, bad hij tot de
Heer. Lucas schrijft dat Stefanus twee dingen bad: 1. “Heer Jezus, ontvang mijn geest” (7:59) en “Heer,
reken hun deze misdaad niet aan” (7:60). Zelfs toen hij vermoord werd, verlangde Stefanus dat God de
zonden van de mensen wilde vergeven.
SAMENVATTING
Na gekozen te zijn door de apostelen om de kerk te dienen, begint Stefanus getrouw met het vervullen van zijn
roeping. Terwijl hij grote tekenen en wonderen doet onder de mensen in Jeruzalem, reisden Stefanus van
synagoge tot synagoge en predikte het goede nieuws van Jezus Christus. De Joden echter wilden het nieuws,
dat ze ondergeschikt moesten zijn aan Christus en van hun zonden moesten bekeren, niet ontvangen.
Woedend op Stefanus en zijn boodschap, brachten ze hem voor het Sanhedrin om hem te ondervragen. Voor
het Sanhedrin werd Stefanus zowel een visioen als wijsheid gegeven om de leugens te weerleggen, die zij tegen
hem inbrachten. De Heilige Geest verlangde om de Joden van hun zonden te overtuigen en hen te zien
onderwerpen aan de heerschappij van de een die zij hadden gekruisigd. Echter, net als zij die hen voorgegaan
waren, verwierpen de joden de Heilige Geest. Zij wilden niet ondergeschikt zijn, noch zich van hun zonden
bekeren. Om de schuld, die de Geest op hen bracht, te kunnen ontkomen, lieten de Joden Zijn dienaar Stefanus
stenigen. Net voor zijn sterven, bad de onschuldige Stefanus tot de Heer. Verlangend om in Zijn aanwezigheid
te zijn, vroeg Stefanus of God degene, die hem ter dood brachten, wilde vergeven.
Stefanus geeft ons een uitstekend voorbeeld van wat het is om zowel de gemeente, als het evangelie te
dienen. Jammer genoeg zijn er die kiezen om de boodschap van het evangelie, dat ze zichzelf moeten
onderwerpen aan Christus en zich moeten bekeren van hun zonden, niet te ontvangen. Degene die de Geest
afwijzen, zal Christus een dag oordelen. Terwijl er nog tijd is, zal een ieder van ons zijn eigen hart moeten
doorzoeken om te zien of we zijn als de Joden dei de Geest verwierpen. Degene die de Geest niet afgewezen
hebben, kunnen zich verheugen dat de Mensenzoon zal heersen over alle dingen in alle eeuwigheid.
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
9
CRÈCHELES
(Een interessant boek met kleurrijke prenten om te gebruiken om het verhaal van Stefanus te vertellen is: “Stefanus, een man vol van geloof en kracht”, Cheryl Odden, uitgegeven door Grace Publishing House.)
Er kwamen zoveel gelovigen in Jeruzalem dat de apostelen teveel werk kregen.
Zeven mannen werden uitgekozen die God liefhadden en een goed voorbeeld waren voor de anderen.
Een van die mannen was Stefanus.
Hij deed veel wonderen, genas veel mensen en vertelde heel veel mensen over de Here Jezus.
Maar een aantal mannen kwam tegen hem in verzet.
Ze begonnen te zeggen dat Stefanus slechte woorden zei over Mozes en God.
Daarom werd Stefanus uiteindelijk gevangen genomen en voor de Joodse Raad gedaagd.
Hij luisterde rustig naar de leugens die de mensen over hem vertelden.
Ook al vertelden ze veel leugens over hem, toch straalde zijn gezicht en was hij niet boos.
Toen hij zich mocht verdedigen zei hij: “Broeders, God heeft Israël lief. Zelfs zo lief dat Hij telkens wanneer
Israël in moeilijkheden was, hun bevrijdde. Denk maar aan Jozef en Mozes. Zij werden door God gebruikt om
jullie te bevrijden. Maar jullie waren altijd heel koppig en wilden nooit luisteren. Net als jullie papa’s en mama’s
luisterden jullie ook niet naar Jezus, toen Hij kwam om jullie te bevrijden. Jullie hebben Hem zelfs gedood. Als
jullie nu niet eerlijk voor God vertellen wat jullie hebben gedaan en om vergeving vragen, zal God jullie gaan
straffen!”
Toen de mannen dit hoorden stormden ze schreeuwend en roepend op Stefanus af. Ze sleurden hem buiten de
stad en begonnen daar met harde stenen op hem te gooien.
“Hij moet dood”, zeiden de mannen, “hij spreekt slechte dingen over God!”
De mannen wilden niet horen dat ze om vergeving moesten vragen bij God en wilden daarom Stefanus zo snel
mogelijk weg hebben.
Stefanus keek omhoog en bad tot God: “Here God, neem mijn geest.”
Hij was klaar om te sterven voor God en verlangde ernaar om Jezus weer terug te zien.
Ook al had hij heel veel pijn, toch bad hij ook nog tot God: “Here God, straf deze mensen niet om deze zonde
die ze doen, wilt U hen vergeven?!”
Toen stierf hij.
Nadat Stefanus was gestorven, konden de mensen die in Jezus geloofden niet meer zo gemakkelijk samen
blijven.
Ze werden vervolgd en moesten gaan lopen.
Toch bleven ze op God vertrouwen en vertelden ze het goede nieuws, dat Jezus stierf voor onze zonden, verder
aan vele mensen.
God bleef voor Zijn kinderen zorgen, ook wanneer ze pijn hadden.
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
10
MEMORIEVERS
Hand.2:38 Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot
vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Laat enkele kinderen proberen het vers op te zeggen. Weten ze nog wat het vers betekent (zie voor uitleg memorievers Handelingen Les 1). Verdeel het vers op in verschillende gedeelten. Schrijf dit op vellen papier, zoveel als dat het vers is opgedeeld. Hang dit op de juiste volgorde op het bord. Herhaal met de kinderen het vers. Haal alle vellen papier van het bord en hang ze daarna in willekeurige volgorde op het bord. Laat de kinderen een voor een proberen om het vers weer in de juiste volgorde te hangen. Wanneer dit gelukt is, herhaal je het vers weer door dit samen op te zeggen. Als variatie kun je ook bepaalde vellen papier weglaten en de kinderen het vers zonder deze gedeelten te laten opzeggen.
IJSBREKERTJES
Moeilijke begrippen
Halsstarrig: Halsstarrig betekent koppig. Laat de kinderen zich inbeelden dat ze proberen om een ezel
te leiden die niet voort wil gaan. Wanneer ze aan het touw trekken die rond de nek zit, zou de ezel zijn
poten schrap zetten en zijn nek stijf houden, omdat hij koppig is.
Weerstand bieden tegen de Heilige Geest: Weerstand bieden of je verzetten tegen de Heilige Geest is
hetzelfde als weerstand bieden tegen Gods Woord. Laat de kinderen hun oren bedekken met de
handen, terwijl jij tegen hen probeert te spreken. Leg daarna uit dat als we het Woord van God niet
kunnen horen, dat de Geest niet tot ons kan spreken.
Synagoge vs. Tempel: Synagogen waren ontmoetingsplaatsen voor het Joodse volk. Ze zouden elke
week op zaterdag naar de synagoge gaan om het onderwijs vanuit het Oude Testament te horen en te
bidden. Er waren overal vele synagogen. De tempel was specialer dan een synagoge, omdat er maar
een tempel was. In de tempel werden er dieren geofferd. De priesters werkten in de tempel, maar niet
in de synagogen.
Barsten hun harten, knarsetanden: De Joden waren erg boos door de prediking van Stefanus. Het was
alsof een dokter hen geopereerd had en hen een open hart operatie gegeven had. Ze hadden het idee
dat Stefanus in hun binnenste kon kijken en dat het pijn deed alsof iemand hen met een mes stak. Ze
waren zo boos dat ze knarsten met hun tanden. Laat de kinderen boze gezichten maken en laat een
kind knarsetanden.
Stenigen: In sommige landen krijgen hele slechte misdadigers de doodstraf, soms door de elektrische
stoel of ophanging. In de tijd van de Bijbel echter, werden misdadigers gestenigd met stenen. Ze
gebruikten geen kleine stenen, maar grote zware stenen.
Sterven
Spreek met de kinderen over wat zij zouden zeggen als zij wisten dat ze voor het einde van de les zouden
sterven. Vraag hen wat ze zouden zeggen tegen hun familie, hoe ze tegen sterven aankijken en wat ze wensten
te doen voordat ze zouden sterven.
Zou jij schuldig zijn?
Spreek met de kinderen wat zij zouden zeggen als iemand hen beschuldigde dat ze Christen waren. Laat hen
een voorstelling maken van een rechtszaal. Zij staan in de getuigenbank en moeten bewijzen dat zij Christen
zijn of niet.
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
11
Visuele hulpmiddelen
Terwijl je lesgeeft kun je materiaal gebruiken, zoals de mantel van Jozef, de staf van Mozes en het gouden kalf,
om enige belangrijke punten uit Stefanus’ boodschap te illustreren. Oude kleurplaten kunnen ook een nuttige
bron zijn.
Illustraties vol weerstand
Gebruik twee magneten (een hoefijzervormig of enig ander dubbelzijdige magneet verdient de
voorkeur), breng de magneten dicht bij elkaar en laat zien hoe deze elkaar weerstaan. Leg een
magneet op de tafel en duw het van de tafel af met de andere magneet. Laat daarna zien hoe de
magneten aaneen blijven kleven, wanneer deze correct tegen elkaar komen.
Vul een kleine pan met water. Besprenkel peper aan een kant. Als je spreekt over weerstaan, dompel
je een vinger in een sopje en plaats je daarna je vinger in de pan met de peper. De peper zou zich
moeten uitspreiden, weg van de vinger met het sop eraan.
Verspreid het evangelie
Neem een pot of een plastieken bak. Begin dit te vullen met knikkers, wat illustreert dat gelovigen tot bekering
komen en de gemeente groter wordt. Schud daarna de pot om te illustreren dat de gemeente vervolgd wordt.
Stort de knikkers op de vloer om te illustreren dat het evangelie zich verspreid.
KNUTSELWERKJES
Stefanus’ steen
Geef ieder kind een steen van gelijke grootte. Laat de kinderen hier de naam van Stefanus op verven als een
herinnering aan zijn martelaarschap. Instrueer de kinderen om de steen ergens op een plaats thuis neer te
leggen, zodat het als een bemoediging kan dienen om Stefanus’ voorbeeld als dienaar, ondanks de vervolging,
te volgen.
KNUTSELACTIVITEITJES
Verzetten
Illustreer het begrip van wat het betekend om te verzetten, door gebruik te maken van een poppenspel. Een
pop verteld de ander wat er gedaan moet worden en de eerste verzet zich door niet te gehoorzamen of te
luisteren. Er kunnen verschillende scenario’s gebruikt worden, zoals een moeder en kind, onderwijzer en
leerling, twee vrienden, etc.
Werp de steen
Maak stenen van verfrommelde kranten en stop deze in panty’s of in materiaal dat eruit zal zien als een steen.
Maak een schietschijf van schilders tape, met aanwijzingen voor elk onderdeel. Instrueer de kinderen om
stenen te werpen naar de schietschijf. Het kind met de hoogste punten wint. Vertel de kinderen dat ze vandaag
in de les zullen leren over mensen die stenen wierpen naar een man, genaamd Stefanus.
Verzetten tegen de Heilige Geest
Om de kinderen te leren wat het betekend om zich te verzetten, kun je het spel touwtrekken spelen. Leg uit dat
het doel van het spel niet is om over de lijn in het midden van het lokaal getrokken te worden. Ze moeten zich
verzetten tegen het andere team. In de les vandaag zullen er mensen zijn die zich verzetten tegen het werk van
de Heilige Geest.
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
12
Sketch
Sketch 1. Laat een van de lesgevers zich verkleden als Stefanus en hoofdstuk 7 uitbeelden.
Sketch 2. Laat een van de lesgevers zich als weduwe verkleden (geheel in het zwart) en uitleggen wat er vanuit
haar perspectief gebeurde.
Vendiagram: Laatste woorden
Kopieer de versie van de kaart voor de kinderen op een overhead projector en geef elk kind een kopie. Lees
Lucas 23:34, 47 en Handelingen 7:59-60. Leid de kinderen in de vergelijking van en het contrast van de laatste
woorden van Jezus en Stefanus. Schrijf overeenkomsten in de ruimte waar de twee cirkels elkaar doorkruisen.
Schrijf de verschillen in de aparte delen van de cirkel, gelabeld Jezus of Stefanus. Gebruik de lesgevers versie als
leidraad.
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
G
ener
ati
on
s of
Gra
ce, ©
201
1 G
race
Co
mm
un
ity
Ch
urc
h.
Alle
rec
hte
n v
oo
rbeh
ou
de
n.
13
LAATSTE WOORDEN
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
G
ener
ati
on
s of
Gra
ce, ©
201
1 G
race
Co
mm
un
ity
Ch
urc
h.
Alle
rec
hte
n v
oo
rbeh
ou
de
n.
14
LAATSTE WOORDEN
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
15
DE JODEN WEERSTAAN D E HEILIGE GEEST
(HANDREIKING KINDEREN)
HANDELINGEN 6:1-7:60
MEMORIEVERS
Handelingen 2:38 “Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de
Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de
Heilige Geest ontvangen.”
Sssst… MIJN EIGEN STILLE TIJD
Waarvan werd Stefanus beschuldigd in Handelingen 6:11?
___________________________________________________________
Welke voorbeelden uit het Oude Testament gebruikte Stefanus tijdens
zijn boodschap?
MOZES JOZEF ABRAHAM ALLEDRIE
Juist of fout: Stefanus liet zien dat Israël Mozes had verworpen als haar
verlosser. ___________________________________________________
Stefanus toonde ook aan dat Israël rebelleerde tegen _______________ .
Stefanus zei hun dat ze de _______________ hebben verraden en
vermoord.
Hoe reageerde het volk nadat ze de boodschap van Stefanus had
gehoord? ___________________________________________________
Toen de mensen hem stenigden riep Stefanus uit to God:
“_______________, reken hun deze _______________ niet toe!”
(Handelingen 7:60).
(Vraag aan je papa en/of mama of jouw antwoorden juist zijn!)
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
16
KLEURPLAAT 1
HA
ND
ELIN
GEN
LES
6
DE
JOD
EN W
EER
STA
AN
DE
HEI
LIG
E G
EEST
©
20
13
Kin
der
- en
jeu
gdw
erk
Eben
ho
ut.
Me
t to
este
mm
ing
vert
aald
en
aan
gep
ast
uit
Gen
era
tio
ns
of G
race
, © 2
011
Gra
ce C
om
mu
nit
y C
hu
rch
. A
lle r
ech
ten
vo
orb
eho
ud
en
.
17
KLEURPLAAT 2