media.scholieren.net · web view17-12-2018. k. ten berge. profielwerkstuk – 6 vwo thorbecke...
TRANSCRIPT
17-12-2018
De route naar geluk
Een onderzoek naar de verschillende visies op geluk
K. ten BergeProfielwerkstuk – 6 VWO thorbecke scholengemeenschap. Begeleider: B. van meurs
InhoudsopgaveVoorwoord............................................................................................................................................2
Samenvatting.......................................................................................................................................2
Inleiding.................................................................................................................................................2
1.1 Introductie van het onderwerp.................................................................................................2
1.2 Doel van dit onderzoek.............................................................................................................3
1.3 Wetenschappelijke relevantie..................................................................................................3
1.4 Theoretisch kader.....................................................................................................................4
1.4.1 Literatuuronderzoek...............................................................................................................4
1.4.1a De theorie van Baruch Spinoza.....................................................................................4
1.4.1b De theorie van Friedrich Nietzsche...............................................................................5
1.4.1c De theorie van Epicurus..................................................................................................6
1.5 Navigatie door het werkstuk....................................................................................................7
Onderzoeksplan...................................................................................................................................7
2.2.1 Hoofdvraag.........................................................................................................................8
2.2.2 Deelvragen..........................................................................................................................8
2.3.1 Begrippen................................................................................................................................8
2.3.2 Soort onderzoek.................................................................................................................9
2.3.3 Onderzoekspopulatie.........................................................................................................9
2.3.4 Manier van data verzameling.........................................................................................10
2.3.5 Verwerking data...............................................................................................................10
Onderzoeksresultaten.......................................................................................................................11
3.1 Het heersende beeld van geluk onder mijn doelgroep......................................................11
3.2 Het naleven van filosofische theorieën onder mijn doelgroep..........................................11
3.4 Beleidsvisies van mijn doelgroep..........................................................................................13
Conclusie..............................................................................................................................................14
Discussie...............................................................................................................................................15
5.1 Interpretatie resultaten............................................................................................................15
5.2 Validiteit....................................................................................................................................15
5.3 Mogelijk vervolg onderzoek...................................................................................................16
Reflectie...............................................................................................................................................16
6.1 gedane zaken..........................................................................................................................16
6.2 geleerde zaken en verbeterpunten.......................................................................................17
Literatuurlijst........................................................................................................................................17
Bijlagen.................................................................................................................................................18
Tabel aanhang filosofische theorie kinderen.............................................................................19
Antwoorden op stellingen/vragen ouderen ......................................................................20
Antwoorden op stellingen/vragen kinderen................................................................................20
De theorie van Aristoteles............................................................................................................21
De Theorie van Jeremy Bentham................................................................................................21
De filosofie van Lucius Annaeus Seneca...................................................................................21
Enquête Geluk (1: voor de ouderen) ..................................................................................21
Enquête Geluk (2: voor kinderen)................................................................................................22
Logboek..........................................................................................................................................23
VoorwoordIk heb dit PWS met veel plezier geschreven. Ik vond het erg leuk om onderzoek te doen naar het geluk van ouderen en kinderen. Ik ben er zelf niet direct gelukkiger door geworden, maar heb wel een beter begrip van geluk gekregen.
Ik wil graag mijn PWS begeleider, Boris van Meurs, bedanken. Ook ben ik de mensen die mijn enquête ingevuld hebben zeer dankbaar. In het speciaal de geïnterviewden. Bedankt dat jullie wilden meewerken aan mijn onderzoek! Het heeft mij zeer geholpen.
Kars ten Berge – Zwolle, 7-2-2019
Samenvatting‘’Hoe wordt ik gelukkig?’’ is de achterliggende vraag van dit profielwerkstuk. In dit onderzoek is geprobeerd deze algemene vraag te beantwoorden. De hoofdvraag is dan ook: hoe wordt je, volgens mijn doelgroep, gelukkig? Ook is er onderzoek gedaan naar de populariteit van de filosofische theorieën over geluk van Epicurus, Nietzsche en Spinoza. Er is gekeken of er een relatie is tussen geluksniveau en de theorie.
Om een antwoord op deze vraag te kunnen formuleren zijn er enquêtes en diepte-interviews afgenomen. De enquêtes zijn verspreid onder kinderen en ouderen. De interviews zijn alleen met ouderen gehouden. De aanhang van de filosofische theorieën is gemeten aan de hand van stellingen in de enquêtes.
Uit deze experimenten is gebleken dat ouderen denken dat tevredenheid de belangrijkste eis voor geluk is. Kinderen zijn daarentegen van mening dat blijdschap het belangrijkste is. Ouderen stemden het meest voor Nietzsche, de kinderen hadden geen duidelijke voorkeur.
Het advies voor mogelijk vervolg onderzoek is een onderzoek naar een mogelijke manier om deze bevindingen te implementeren in de samenleving.
InleidingDeze inleiding bestaat uit verschillende delen. Allereerst (1.1) begint het met een introductie van het onderwerp. Ik vervolg (1.2) met het doel van dit profielwerkstuk. In paragraaf 1.3
wordt ingegaan op de wetenschappelijke relevantie en in het laatste deel (1.4) van de inleiding vindt u de opbouw van dit verslag.
1.1 Introductie van het onderwerp
In september 2018 zag ik een inspirerende video van Prince EA op Youtube. De video was genaamd ‘’Everybody dies, but not everybody lives’’. In deze video vertelt Richard Williams (Prince EA) over een studie, waarin oudere mensen gevraagd werden wat datgene is, waar ze het meeste spijt van hebben (Project, sd). De antwoorden op deze vraag hadden allemaal dezelfde kern: mensen hebben niet tot nauwelijks spijt van de dingen die ze doen, maar veel vaker spijt van de dingen die ze niet gedaan hebben. De video zette mij ontzettend erg aan het denken. Ik besefte me hoeveel ik wel niet kon leren van oudere mensen met tientallen jaren (levens)ervaring. Zou het niet heel erg mooi zijn als ik deze levenslessen kon delen met de rest van de wereld? Zou het niet mooi zijn als ik de belangrijkste lessen uit een 80 jarig leven kon leren op mijn 17e? Zou het niet mooi zijn om de weg naar geluk te vinden? En, als laatste; is het niet interessant om te onderzoeken wat geluk vandaag de dag betekent?
1.2 Doel van dit onderzoek
De drang om deze vragen te kunnen beantwoorden leidde tot de drang om dit profielwerkstuk te maken. Ik heb namelijk in dit werkstuk geprobeerd uit te vinden wat de meest populaire weg naar geluk is. Dit heb ik gedaan aan de hand van enkele filosofische theorieën. Ik heb gekeken naar die verschillende theorieën over geluk, door ze te vergelijken met de ervaring van oudere mensen. Deze mensen hebben een lang leven achter de rug. Het leek me erg interessant om meer over dit leven te leren en de kennis van deze mensen te gebruiken in een empirisch onderzoek. Deze kennis kan dan leiden tot een beter begrip over wat het begrip ‘Geluk’ vandaag de dag inhoudt. Om een nog beter te kunnen begrijpen hoe je een gelukkig leven bereikt heb ik ook een vergelijking gemaakt tussen oudere mensen en kinderen. Ik heb beide groepen geïnterviewd. Het idee was dat de kinderen aan het begin van hun leven stonden en de ouderen al het grootste deel van hun leven geleefd hebben. Hoe verschillen dan de visies op geluk tussen deze twee groepen? Wat leert een mens door de jaren heen over geluk? Deze vragen hoop ik beantwoord te hebben met dit onderzoek. Over geluk is al honderden jaren nagedacht, dus het leek mij interessant om te testen welk van deze gelukstheorieën vandaag de dag nog echt in de praktijk gebracht worden aangehangen (bewust of onbewust) worden. Dit is een tweede doel van mijn onderzoek. Hoe verschillen die theorieën, die toch al vrij oud zijn, met het beeld over geluk van de hedendaagse samenleving? Ik heb gekeken naar de theorieën van Friedrich Nietzsche, Baruch Spinoza en Epicurus. Mijn data over deze ‘’gelukstheorieën’’ heb ik verworven aan de hand van een enquête. Ik heb deze filosofen gekozen, omdat zij ieder een originele visie op geluk vertegenwoordigen. Zo hoop ik dat iedereen van mijn doelgroep kan aansluiten bij één van deze filosofen. Het hoofddoel van dit onderzoek is dus een beter beeld krijgen van wat mensen tegenwoordig nou gelukkig maakt. Dit probeer ik op verschillende manieren te bereiken. Zo ga ik uitvinden welke filosofische theorie vandaag de dag (bewust of onbewust) het meest wordt aangehangen. Vanuit hier kan ik kijken naar hoe er vandaag de dag gedacht wordt over geluk. Ook heeft mijn onderzoek zeker een filosofische waarde. Mijn data uit de samenleving kan een mooie aanvulling zijn op de theorieën van de filosofische individuen. Een probleem van de samenleving anno 2018 is, in mijn ogen, dat vandaag de dag de kennis van oudere mensen en jonge kinderen niet gezien of onderschat wordt. Ik denk dat de maatschappij daardoor veel nuttige informatie misloopt over geluk. Mijn onderzoek kan bijdragen aan een reflectie op het begrip ‘geluk’ in de hedendaagse samenleving. Ik hoop dat deze reflectie leidt tot een gelukkiger leven of een bewuster leven voor een aantal mensen.
Zo zijn mijn onderzoeksresultaten hopelijk niet alleen filosofischliterair gezien interessant, maar voegen ze ook nog een praktisch aspect toe aan het leven van mensen.
1.3 Wetenschappelijke relevantie
De vraag hoe mensen gelukkig worden is op vele manieren geprobeerd te beantwoorden, zo ook door veel filosofen. Filosofen onderzoeken echter vaak niet of hun theorie in de praktijk ook echt ‘werkt’. Ik denk dus dat het zeer nuttig is om een praktijkonderzoek te verbinden aan een goed doordachte theorie, om te kijken of deze hout snijdt. Mijn onderzoek is op een ander vlak ook nog vernieuwend. Ik onderzoek namelijk niet alleen de populariteit van verschillende theorieën, maar laat ook nog eens ruimte aan mijn doelgroep om van deze theorieën af te wijken. Dit kan in de diepte interviews, die gevolgd hebben op de enquête. Mensen die een, in mijn ogen, interessant antwoord (afwijkend, zeer uitgebreid) gaven, konden zo hun mening over geluk persoonlijk en uitgebreid naar inbrengen. Mijn methodes van dataverzameling zijn dus enquêtes en een diepte interview. Deze afwisseling van methode zorgt ervoor dat ik een empirisch onderzoek heb gedaan, maar dan met een kwantitatief en een kwalitatief deel. Zo heb ik data kunnen verzamelen over de filosofische theorieën, maar ook kunnen nadenken over wat geluk vandaag de dag betekent. Zo is mijn onderzoek empirisch met een filosofische tint. Een onderzoek dat heel erg in het straatje van mijn onderzoek valt is het onderzoek van Mariano RRrojas in 2004 (Rojas, 2004). Hij onderzocht of de mensen in Mexico dezelfde visie hadden op geluk als een aantal verschillende filosofen. Mijn aanpak lijkt deels op zijn aanpak. Ik onderzoek ook filosofische theorieën aan de hand van stellingen. In tegenstelling tot mijn onderzoek ging het onderzoek van Rojas niet specifiek om 1 onderwerp. Mijn onderzoek gaat dat duidelijk wel, over geluk namelijk. Mijn onderzoek is relevant, omdat het nieuwe informatie toevoegt. Relaties tussen geluk en factor X zijn al heel vaak onderzocht. Een voorbeeld hiervan is de samenvattende studie van (onder andere) Maryam Mehri (Maryam Mehria, 2013). Er zijn daar veel correlaties onderzocht, maar er is nog niet gekeken naar de verschillende filosofische theorieën die ik onderzocht heb. Dat is een duidelijk verschil tussen mijn onderzoek en het onderzoek van (onder andere) Mehri. De theorieën van de verschillende filosofen die ik bestudeerd heb zijn verspreid over enkele filosofische werkenliteraire. Spinoza beschrijft zijn ideeën in het boek ‘Ethica’ (Spinoza, 1678). Ik heb voor de theorie van Spinoza gekozen, omdat hij een originele denkwijze had over geluk. Hij is een van Nederlands grootste denkers en heeft wellicht veel invloed gehad op het denken van de Nederlandse bevolking. Het leek mij interessant om dit te onderzoeken. Nietzsche schreef meerdere boeken, maar zijn gelukstheorie zal ik halen uit zijn werk ‘Aldus sprak zarathoestra’ (Nietzsche, 1885 ). Nietzsche is een zeer bijzondere filosoof. Zijn werken zijn op heel veel manieren te interpreteren. Een groot deel van de wereld is beinvloed door Nietzsches werk, mede door zijn invloed op het nazisisme. (Delft, 2003) Epicurus heeft ‘een brief over geluk’ (Epicurus) geschreven. Ik heb voor Epicurus gekozen omdat hij gezien wordt als een van de duidelijkere geluks theorieen; het hedonisme. Dit maakt dat hij een uitgesproken mening had over geluk. Daardoor is deze denker zeer geschikt voor mijn onderzoek.
1.4 Theoretisch kader
In het Theoretische kader verduidelijk ik eerst een aantal centrale begrippen in mijn onderzoek. Ik verduidelijk welke definitie ik hanteer. Daarna beantwoord ik de deelvragen die ik heb beantwoord door middel van een literatuurstudie.
1.4.1 Literatuuronderzoek
1.4.1a De theorie van Baruch Spinoza
Baruch Spinoza was een invloedrijke Nederlandse filosoof uit de Gouden Eeuw. Hij was niet alleen filosoof, maar ook wiskundige, politicus en lenzenslijper. Veel informatie over deze grote filosoof is verloren gegaan, maar gelukkig hebben wij zijn grote werk Ethica geërfd. Ethica gaat over hoe men een goed leven kan leven. Het is een, vaak als ingewikkeld bestempeld, werk vol met proposities en wiskundige stellingen. Spinoza probeerde volgens de geometrische methode te werk te gaan, om zo tot echte waarheid te komen. Ethica is op te delen in 5 hoofdstukken:
1. God2. Over aard en oorsprong van de geest3. Over oorsprong en aard der aandoeningen4. Over de menselijke knechtschap of de macht der aandoeningen5. Over de macht van het verstand of de menselijke vrijheid
Vooral het laatste hoofdstuk was voor mijn onderzoek van belang. Hierin spreekt Spinoza over hoe een mens gelukkig kan worden.
De theorie van Spinoza is eigenlijk om een aantal overtuigingen heen gebouwd. Spinoza gaat er van uit dat God het volledig oneindig zijnde is, bestaande uit oneindig veel, oneindige attributen. Dit houdt in dat God alles is wat bestaat en het principe van dit bestaan is. Daarbij komt dat God (of de natuur) niet gericht handelt, het is dus onzinnig om ervan uit te gaan dat de natuur doelgericht te werk gaat. Spinoza denkt dat geluk komt met de (intellectuele) vrijheid van een mens. ‘’ Deze leer heeft dus, behalve dat zij den geest geheel en al gerust maakt, ook dit voordeel, dat zij ons leert, waarin ons hoogste geluk of onze zaligheid bestaat, namelijk alleen in de kennis van God’ (Spinoza, Ethica, 1678). Als wij deze intellectuele vrijheid bereiken, steigen we eigenlijk uit tot het absolute gezichtspunt van God. Als je dit gezichtspunt hebt bereikt, realiseer je je ook dat goed leven het leven is dat het nuttigst/gunstigst is voor de (menselijke) natuur (=God). Wat is de vrijheid dan precies? Vrijheid is niet de afwezigheid van noodzakelijkheid, maar de aanwezigheid van kennis over noodzakelijkheid. Hieruit kun je concluderen dat met kennis automatisch ook geluk komt. Dit is natuurlijk maar een mogelijke interpretatie van zo’n groot werk als Ethica. Wel denk ik dat dit de kern is van het werk en dus geschikt is voor mijn onderzoek. (Schindler, 2012) (Scruton, 1986)
1.4.1b De theorie van Friedrich Nietzsche
Nietzsche was tegen het onderdrukken van je drangen, tegen het opofferen van jezelf en tegen het nastreven van gelijkheid. Hij dacht namelijk dat deze dingen ervoor zouden zorgen dat je jezelf minder zou ontwikkelen. En persoonlijke ontwikkeling brengt je, volgens hem, geluk in het leven. Ook brengt die ontwikkeling of dat ‘egoïsme’ een betekenisvoller leven. Eigenlijk is geluk voor Nietzsche niet de hoogste waarde. Dat is het presteren van iets goeds, op bijvoorbeeld artistiek gebied. En daarvoor moet je jezelf ontwikkelen. Maar om jezelf te kunnen ontwikkelen, moet je eerst jezelf leren kennen. Vraag jezelf wat jou beïnvloed, welke doelen zijn er voor jou gesteld (door de samenleving of de mensen om je heen). Herken deze doelen en schrap ze vervolgens Zo kom je tot de kern van het bestaan en sta je open voor het geluk (ook al is dat niet het grootste goed, het is een bijproduct van een betekenisvol leven). Je kunt nu namelijk werkelijk je eigen doelen gaan creëren.
Goed leven en gelukkig leven zijn in Nietzsches filosofie andere dingen. Om gelukkig te zijn, moet je datgene waar je jezelf aan vastklampt loslaten. Zo ga je openstaan voor alles om je heen (en daarmee zal je mooie dingen produceren) en zal je vanzelf gelukkig worden. Om dan ook nog eens een goed leven te leiden, zal je jezelf moeten ontwikkelen. Dit eerste stuk klinkt wellicht enigszins zweverig, maar het is het niet. Nietzsche keert zich af van alle geloven. Je moet leven om het leven zelf en geen waarde hechten aan een god of aan een hogere macht. Wanneer je leeft om het leven zelf, maak je sneller de ‘egoïstische’ keuzes die met een goed/juist leven verbonden zijn. Nietzsche wenst zijn grootste vrienden het grootste lijden toe. Waarom? Omdat hij denkt dat met groot lijden groot geluk komt. Hij vergelijkt het leven met het beklimmen van een berg. Hoe lastiger de tocht is, hoe hoger je moet klimmen en hoe meer je moet doorstaan om tot de top te komen, hoe beter het uitzicht is. Volgens Nietzsche moet je dus juist niet voor de makkelijke weg kiezen. Kies voor de weg die je tot het uiterste drijft, dan behaal je de mooiste toppen. Nietzsche legt zijn theorie uit met drie metaforen. Deze metaforen komen terug in zijn boek ‘Aldus sprak Zarathoestra’ (Nietzsche, 1885 ). Volgens Nietzsche zijn de meeste mensen hun hele leven lang kamelen. Zij dragen de lasten van de maatschappij, zonder het te weten, op hun rug. Een persoon wat zijn dromen niet achterna gaat, omdat zijn ouders hem anders opdrachten, is een kameel. Hij/zij is slachtoffer van de verwachtingen van zijn ouders en draagt dit op zijn schouders. Maar enkelen herkennen in zichzelf de kameel zegt Nietzsche. Als je tot één van de enkelingen hoort die geen kameel meer is, ben je zeer waarschijnlijk een leeuw. De leeuw herkent de lasten die hij als kameel droeg. Hij slaat deze lasten met zijn klauwen weg en baant zou de weg voor het nastreven van zijn dromen vrij. Een ultieme leeuw is een mens die op geen enkele manier meer verbonden is met verwachtingen van anderen. Hij heeft geen enkele centrale waarde in zijn leven meer. Velen stoppen hier. Om deze reden wordt Nietzsche vaak als een nihilist gezien. Maar Nietzsche doet meer. Nietzsche stelt dat na deze grote leegte van waarden de leeuw een kind wordt. Hij creëert zijn eigen waarden en verwachten. Hij beslist zelf hoe hij in het leven wil staan en leeft zijn dromen na. Nietzsche neemt dus het nihilisme als basis voor zijn vorm van het beste leven. Maar zelf is hij geen nihilist. Een bekend gedachte experiment van Nietzsche is ‘De banaliteit van de eeuwige wederkeer’ (Dijkstra, 2012). Beeld jezelf in dat je dit leven wat je nu leeft tot in de oneindigheid opnieuw zou moeten leven. Je zou dus elk ding wat je in dit leven doet, oneindig over moeten doen. Nietzsche zegt dat als je volgens dit gedachte experiment leeft, je wel keuzes moet maken die je gelukkig maken. Je zult het namelijk tot in de oneindigheid over moeten doen. Concluderend; Friedrich Nietschze raad je aan om je zelf te onderzoeken. Aan welke (onuitgesproken) verwachtingen van de samenleving probeer jij te voldoen? Schrap vervolgens alle verwachtingen, zodat je met een schone lei kan beginnen. Vanuit hier kan jij je eigen verwachtingen voor jezelf creëren en zal je gelukkig worden (Nietzsche, 1885 ) (West, Episode 91 – Nietzsche pt. 2 – The Will to Power, 2016)
1.4.1c De theorie van Epicurus
Epicurus wordt vaak gezien als de grondlegger van het hedonisme. Zijn definitie van geluk was erg duidelijk:
"Pleasure is our first and kindred good. It is the starting point of every choice and of every aversion, and to it we always come back, inasmuch as we make feeling the rule by which to judge of every good thing." (Epicurus)In het Nederlands:Genoegen/genot is ons hoogste goed. Het is het startpunt van iedere keuze en iedere vorm van afkeer. We zullen altijd naar het genot terugkeren, deze drang naar genot is
zo groot dat we er een regel van maken om aan de hand hiervan te kijken naar het goede.Dit betekent, dat wij mensen genot moeten en kunnen nastreven als we gelukkig willen worden. Genot is de afwezigheid van pijn. Volgens Epicurus worden we dus vanzelf gelukkig als we alle vormen van pijn uit ons leven kunnen verbannen. Dit lijkt ons misschien aan te zetten om te zuipen en drugs te gebruiken. Dat brengt ons immers vaak veel genot toch? Zo bedoelde Epicurus het totaal niet. Er zijn namelijk meerdere vormen van genot. Soms moet een mens wat genot laten gaan om uiteindelijk tot een hogere vorm van genot te komen. Het is vaak dus goed om een avondje drinken uit te stellen als je daardoor je diploma kan halen. Een diploma zorgt vaak namelijk voor meer genot dan dat ene avondje. (Epicurus)
1.5 Navigatie door het werkstuk
Dit werkstuk zal beginnen met de methode/onderzoeksplan. Hierin wordt uitgelegd hoe mijn onderzoek is verlopen. De resultaten van dit onderzoek volgen hierop. Deze resultaten zijn kort en bondig weergegeven in de conclusie. In de discussie is er een aanvullende interpretatie te vinden op deze resultaten. Helemaal achteraan vind de lezer de bijlagen, waarin de enquête en de losse resultaten te vinden zijn.
Onderzoeksplan2.1 Probleem oriëntatie
In de volgende alinea’s geef ik antwoord op de volgende vragen: waarom doe je dit onderzoek ? Wat ga ik onderzoeken en wat is er al bekend over dit onderwerp?
2.1.1 Aanleiding onderzoek
Zoals ik in mijn inleiding al genoemd heb, kwam ik op het idee voor dit onderzoek door een video van een YouTuber. Dat was voor mij persoonlijk de aanleiding. Maar het niet-gelukkig zijnHet ongeluk is al heel lang een probleem van de mensheid. Er zijn ontzettend veeltalloze onderzoeken gedaan en misschien nog wel meer boeken geschreven over geluk. Toch zijn er een hoop mensen nog ongelukkig in de wereld. ‘’In Nederland zijn we relatief gelukkig, 3% van de mensen noemt zichzelf ongelukkig’’ (Statline, 2018). Toch zijn dat nog ruim 500 duizend mensen die ongelukkig door het leven gaan. Dat vind ik een probleem. Ik gun het iedereen om gelukkige gevoelens te hebben. Dat is de reden dat ik dit onderzoek ben gestart. Ik hoop dat mijn onderzoek helpt om een beter begrip te krijgen over wat geluk nou voor veel mensen is. Dit begrip kunnen we dan wellicht gebruiken om die 3% ongelukkige mensen gelukkig te maken.
2.1.2 Achtergrond
Er zijn, zoals ik eerder al zei, verschrikkelijk veel onderzoeken naar geluk gedaan. De meeste onderzoeken die gedaan zijn, proberen de factoren te ontdekken die de ongelukkigen ongelukkig maken. Of ze denken net andersom en proberen de factoren die tot geluk leiden te ontdekken. Bijvoorbeeld: ‘’Een gevonden factor is geld. Geld speelt een rol bij het ervaren van geluk: hoe hoger het inkomen, hoe hoger het ervaren geluksgevoel. Zo zegt 6 procent van de ondervraagden met de laagste inkomens ongelukkig te zijn, en 16 procent ‘niet gelukkig en niet ongelukkig’. Bij de hoogste inkomens is dat 1 en 6 procent.’’ (Statline, 2018). Maar geld is niet het belangrijkste. Uit onderzoek is gebleken dat er een sterkere correlatie is met
gezondheid. ‘’95 procent van de mensen die hun eigen gezondheid als zeer goed bestempelen zegt gelukkig te zijn.’’ (Statline, 2018).
Dit zijn de cijfers, maar er zijn ook heel veel theorieën ontwikkeld om meer mensen gelukkig te maken. De theorieën die in mijn onderzoek centraal staan, zijn de theorieën van de filosofen Epicurus, Spinoza en Nietzsche. In het theoretische kader zal ik daar dieper op in gaan. Een boek wat mij erg aan het denken heeft gezet en diep ingaat op de vraag ‘’Hoe word ik gelukkig?’’ is de ‘De logica van geluk’ van Mo Gawdat (Gawdat, 2017). In dit erg positieve boek verteltd Gawdat, een topman van Google, hoe hij denkt over geluk. Volgens hem is geluk de standaard instelling van een mens. Alles wat je dus hoeft te doen als mens om gelukkig te worden is voor hem; niets. Laat het los. Probeer in harmonie met het leven te zijn zoals het werkelijk is. En zorg dat je niet afgeleid wordt door negatieve gedachten. ‘De logica van geluk’ is een goed voorbeeld van een mogelijke opvatting over het begrip geluk. Zo’n opvatting zou ook in mijn doelgroep kunnen voorkomen. Het is goed om te weten welke mogelijke opvattingen er over geluk zijn, dit maakt dat ik de data makkelijker kan interpreteren en ik in mijn diepte interviews gerichtere vragen kan stellen. Mo Gawdat haalt er in zijn boek hoop wetenschappelijke onderzoeken over geluk bij. Veel van deze theorieën staan in ‘The world book of happiness’ . Dit boek is een soort verzamel boek van allerlei ‘geluksproffesoren’ over heel de wereld. In het boek wordt de kern van al die theorieën behandeld en wordt het onderzoek samengevat. Wat de kern is die ik uit dit boek heb gehaald, is dat geluk vaak een keuze is. Gelukkig zijn of niet hangt met ontzettend veel factoren samen (gezondheid, familie, geld, enzovoort), maar is vaak toch een kwestie van een keuze. Als een mens er bewust voor kiest om alles te gaan doen om gelukkig te zijn en ditzelfde mens probeert positief/gelukkig te denken, wordt dezeat persoon vaak ook daadwerkelijk gelukkig. (Bormans, 2011)
2.1.3 Afbakening en relevantie
Het doel van dit onderzoek is een bijdrage leveren aan de maatschappij. Ik wil graag voor meer geluk zorgen. Ook probeer ik de filosofische theorieën te testen en wil ik weten of deze theorieën vandaag de dag nog hout snijden. Op deze manier krijgen we meer inzicht in de denkwijze van de maatschappij, wat wellicht weer kan helpen met vervolg onderzoek. Ik realiseer me dat de resultaten van dit onderzoek niet direct bijdragen aan een gelukkiger leven voor mensen. Het draagt alleen bij aan een beter begrip over geluk. Ik denk echter dat dit betere begrip over geluk wel kan helpen bij bijvoorbeeld het opstellen van beleid van de regering. Als onze regering als doel heeft haar burgers gelukkig maken, kan het helpen als ze ook weet wat haar burgers gelukkig maakt. Wat ik dus niet ga doen, is het adviseren over beleid. Ik geef alleen een opzetje naar (bijvoorbeeld) beter beleid. Het vervolg kan in een ander onderzoek plaatsvinden.
2.2 Onderzoeksvragen
De onderzoeksvragen van mijn onderzoek kunt u hier vinden. U vind mijn hoofd- en deelvragen.
2.2.1 Hoofdvraag
Mijn hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Hoe wordt men volgens ouderen (tussen de 65 en 100 jaar oud) en kinderen (tussen de 9 en 13 jaar) gelukkig?
De exacte reden waarom ik voor deze vraag gekozen hebt, is ook te vinden in de probleem oriëntatie.
2.2.2 Deelvragen
Wat is het heersende beeld van het begrip ‘geluk’ onder de ouderen (die wonen in centrum Rivierhof, Zwolle) en kinderen (zitten opleerlingen van de Werkschuit, Zwolle)?
Hoe dachten Nietzsche, Spinoza, Epicurus, Aristoteles en Senaca over geluk?Welke filosofische theorieën zijn er over geluk
Welk van de theorieën van de filosofen Nietzsche, Spinoza en Epicurus leveren het hoogste geluksniveau op in de hedendaagse samenleving?
Wat zijn de verschillende definities van een gelukkig levende verschillen in denkwijzen over geluk als je kijkt naar verschillende leeftijden (65+ en jonger dan 13)?
Wat is de beleidsvisie van de ouderen (tussen de 65 en 100 jaar oud) en kinderen (tussen de 9 en 13 jaar) wat betreft geluk? Hoe denken zij dat er een gelukkigere samenleving kan komen?
2.3 De Methode
2.3.1 Begrippen
Ouderen: Personen die ouder zijn dan 65 jaar en jonger dan 100 jaar. Ik heb gekozen voor deze grenzen, omdat 65 jaar de pensioenleeftijd is. Ik wilde geen ouderen ondervragen die ouder dan 100 jaar waren, omdat deze groep ouderen kwetsbaar is en moeilijk te bereiken is. Ouderen van deze leeftijd zitten vaak in een tehuis waar bezoekers vaak niet welkom zijn, dit in verband met de geestelijke gesteldheid van hun bewoners (verbeek-Oudijk, 2017). Dit maakt interviewen lastig en daarmee deze groep ongeschikt voor mijn onderzoek. Als ik senioren of bejaarden noem in dit verslag, bedoel ik daar dezelfde groep mee als de ouderen.
Kinderen: De kinderen of jongeren waar ik in dit verslag over spreek zijn ouder dan 9 jaar en jonger dan 13 jaar. Dit betreft de gehele groep geïnterviewde jongeren, die zaten namelijk in groep 6. Voor kinderen gebruik ik ook wel het synoniem jongeren.
Beleidsvisie: dit is hoe mijn ondervraagden denken over het beleid van de regering. Hoe zouden zij willen zien dat Nederland geleid zou worden? Hoe ziet volgens hun de goede samenleving eruit? Kortom; wat is de beste manier van beleid in hun ogen?
In de methode vind u de manier waarop ik mijn onderzoek heb gedaan. Ik beschrijf mijn soort onderzoek en vertel ik hoe ik aan mijn data ben gekomen .
2.3.2 Soort onderzoek
Ik heb om mijn hoofdvraag te beantwoorden een mixed-methods onderzoek uitgevoerd.Het kwantitatieve deel bestaat uit een enquêtenamelijk , deze enquête is beantwoord door mijn doelgroep. De data die ik hiermee gegenereerd heb, heb ik weergegeven in verschillende grafieken. Dat maakt het zeer inzichtelijk. Zie voor de gebruikte grafieken de bijlage.
Na de kwantitatieve vragenlijsten hebben er ook nog kwalitatieve interviews plaatsgevonden. Deze aanpak heb ik gekozen, omdat de enquêtes makkelijk en duidelijk verwerkbare informatie opleveren. Deze makkelijk verwerkbare data maakt het ook weer makkelijker om de conclusie van mijn onderzoek in een oogopslag weer te geven. Het is door deze manier van onderzoeken makkelijk om te zien welke filosofische theorie vandaag de dag (bewust of onbewust) het populairste is. Het beter begrijpen van het begrip ‘geluk’ is vooral gebeurd aan de hand van de diepte interviews.
2.3.3 Onderzoekspopulatie
De groep mensen die ik geïnterviewd heb zijn 2 groepen mensen. Groep 1 bestond uit ouderen wonende in het Driezorg verzorgingstehuis in de Aa-landen, ouderen die lid waren van een Wijz-praatgroep en ouderen die online een enquête invulden die verspreid werd via filosofische cafés door heel Nederland. Deze groep bestond uit ongeveer 30 mensen. Deze mensen waren allemaal tussen de 65 en 100 jaar oud. Ik heb voor deze redelijk oude doelgroep gekozen, omdat ik een eventuele relatie tussen leeftijd en geluk wilde onderzoeken. Ook denk ik dat dit een geschikte doelgroep is geweest, omdat veel mensen uit deze doelgroep aan het einde van hun leven staan, ze hebben het grootste deel van hun leven al geleefd hebben. Dit maakt dat zij goed in staat zijn om terug te kijken op hun leven. Zo genereren zij dus betrouwbare informatie voor mijn onderzoek.
Mijn onderzoek is ook betrouwbaar aangezien het herhaalbaar is. Omdat mijn doelgroepen representatief zijn voor de ‘normale’ samenstelling van deze doelgroepen, zal het onderzoek bij herhaling zeer waarschijnlijk dezelfde resultaten opleveren.
Groep 2 bestond uit jongere kinderen. Deze kinderen zaten in de klassen 6/7/8 van basisschool De Werkschuit in Zwolle. Hun leeftijd was van 9 tot 13 jaar. Ik heb voor deze groep gekozen omdat deze kinderen juist aan het begin van hun leven staan en misschien wel hele interessante ideeën hebben over geluk. De leeftijd is niet jongerniet lager dan dit, omdat de kinderen wel goed moeten kunnen lezen om mee te kunnen doen aan dit
onderzoek. 2.3.4 Manier van data verzameling
In de enquête is geprobeerd om de theorieën van de filosofen Epicurus, Friedrich Nietzsche en Baruch Spinoza in een aantal versimpelde kernzinnen/vragen te vatten. De zinnen die ik gekozen zijn te vinden in de bijlage.
Deze aanpak is gekozen, omdat kinderen en ouderen vaak niet alle theorieën van de filosofen kennen. Op deze manier zijn de theorieën van deze filosofen in een begrijpbare zin/vraag samen te vatten. De kern van de theorie is dus wel aanwezig in deze vragen, maar de details ontbreken.
De aanhang tot deze zinnen (en daarmee de filosofische theorie) is met elkaar vergeleken aan de hand van het geluksniveau van de proefpersonen. Dit niveau moest ieder persoon aan het begin van de enquête aangeven door een cijfer op een schaal van 1 - 10, waarbij 1 zeer ongelukkig is en 10 zeer gelukkig. Mensen mochten
Leeftijd? Waar?Groep 1 (ouderen) 65 – 100 jaar Driezorg, Wijz, filosofische
cafés Groep 2 (kinderen) 9 -13 jaar Basisschool de Werkschuit
dus zelf hun vorm van geluk bepalen. Deze keuzevrijheid heeft ertoe geleid dat informatie over hoe mijn doelgroep over geluk denkt beschikbaar is gekomen.
Om de deelvragen te beantwoorden zijn er ook nog enkele vragen opgenomen in de vragenlijst. Ook deze vragen kunt u vinden in de bijlage.
Voor een aantal vragen is gebruik gemaakt van meerkeuze antwoorden, omdat dat gesloten vragen waren. Bijvoorbeeld bij de vraag over sport. Verder zijn er enkele open vragen, waar bij het verwerken van de resultaten de kern uit gehaald is.Het onderzoek is afgenomen in de weken 47 tot en met 50 in 2018. De enquête is deels schriftelijk afgenomen, omdat veel oudere mensen niet heel actief zijn op social media en niet veelzelden hun mail gebruiken. Ik heb de enquêtes met behulp van het personeel in het bejaardentehuis aan de man gebracht. Het kleine aantal enquêtes wat ik online heb binnengehaald heb ik verkregen door filosofische cafés in Nederland te mailen met de vraag of zij de vragenlijst wilden invullen. Bij de kinderen op basisscholen ben ik in de klas langsgekomen.
2.3. 5 Verwerking data
In het verwerken van mijn data ga ik naar overeenkomstige antwoorden kijken en probeer ik een trend te ontdekken. Dit doe ik voor elke doelgroep apart en daarna vergelijk ik deze gevonden trends. Ook zal ik de filosofische theorieën punten toekennen voor hoe vaak deze theorieën gekozen worden, zodat ik kan bepalen welk van deze theorieën het meest van toepassing is. Ik zelf interpreteer de diepte interviews en de open vragen en probeer de kern van het antwoord er uit te pikken.
Ik vergelijk dus de antwoorden van ouderen en kinderen onderling, maar vergelijk ook de beide groepen met elkaar.
OnderzoeksresultatenIn dit hoofdstuk bespreek ik verschillende resultaten op de vragen. De onderzoeksvragen vindt u in 2.2 – onderzoeksvragen. De resultaten werk in verder uit in het hoofdstuk ‘Conclusie’.
3.1 Het heersende beeld van geluk onder mijn doelgroep
Dit heb ik onderzocht aan de hand van mijn enquêtes en aan de hand van diepte interviews. Allereest zal ik de resultaten uit de enquêtes bespreken.
De meeste kinderen die de vragenlijst ingevuld hebben worden gelukkig van blij zijn (12 van de 24 ondervraagden). De groep die daarop volgt is de groep die gelukkig wordt van bezit (4 van de 24). Deze groep antwoorde op de vraag: Wat is volgens jou geluk? Bijvoorbeeld: ‘Als je de loterij wint’. De laatste groep kinderen zijn de kinderen die blij worden van andere mensen. Zij vinden hun geluk vaak in familie (4 van de 24). De overige 4 kinderen wisten geen antwoord.
De antwoorden die de senioren formuleerden op deze vraag luidden als volgt: tevreden zijn(15 van de 30), gezond zijn (3 van de 30) , familie of vrienden/kinderen (8 van de 30). Er zijn er ook nog 4 mensen die geen antwoord op deze vraag hadden. Ook zijn er nog een aantal mensen die een antwoord hadden wat niet in de drie eerder genoemde categorieën viel. Deze antwoorden kwamen neer op het volgende: God, verbonden zijn met de wereld om me heen, optimaal profiteren van de situatie, begrepen worden en dat het een momentopname is. Wie alle genoemde aantallen van de antwoorden bij elkaar opmerkt,
merkt op dat dit boven de 30 uitkomt. Dit komt doordat sommige mensen op de vraag meerdere antwoorden gaven.
Het resultaat van de diepte interviews was het volgende:
Meneer Gruppen was van mening dat men geluk kan vinden in een kabbelend leven. Hij had geen behoefte aan hoge pieken en dalen. Geluk is voor hem dus een vorm van durende tevredenheid. Je kunt deze tevredenheid pas bereiken als je de grootste problemen uit je leven heb opgelost. Eerst zal je dus voor je persoonlijke omgeving moeten zorgen.
Mevrouw Gruppen vind dat geluk heel erg te maken heeft met acceptatie en tolerantie. Geluk is voor haar het accepteren van de moeilijke dingen in het leven en het tolereren van dingen om je heen.
De mensen die ik interviewde hebben de tweede wereldoorlog allemaal (gedeeltelijk) meegemaakt. In de tijd na de tweede wereldoorlog was er, volgens mijn ondervraagden, veel verdriet. Dit zorgde er voor dat men vooral hun leven gewoon leefde en niet al te druk was met een gelukkig leven. Mevrouw Gruppen denkt dat het verschil in bezit grote gevolgen heeft gehad op de mate van geluk van verschillende generaties. Mensen die de oorlog meegemaakt hebben, waren minder bezit gewend en waren (materialistisch) gezien dan ook sneller tevreden. De generatie van nu is veel meer gewend en verwacht dan ook veel meer. Mevrouw Gruppen denkt dat dit bij sommigen tot ongeluk leidt. Meneer en mevrouw Gruppen waren beide van mening dat geluk niet al te maakbaar is. Het verschilt te veel per persoon en zit in te veel toevalligheden.
3.2 Het naleven van filosofische theorieën onder mijn doelgroep
Welk van de theorieën van de filosofen Nietzsche, Spinoza en Epicurus leveren het hoogste geluksniveau op in de hedendaagse samenleving?
Om deze tweede deelvraag te kunnen beantwoorden heb ik het geluksniveau van de kinderen/ouderen vergeleken met de vragen die betrekking hadden op de filosofische theorieën van Nietzsche, Epicurus of Spinoza. In de tabel staat E voor Epicurus, S voor Spinoza en N voor Nietzsche. Het getal ervoor geeft aan hoe vaak de ondervraagde het eens was met deze filosoof. 0x E is dus 0 keer eens, 2x S 2 keer eens enzovoort.
Filosoof 0x E: 1x E: 2x E 3x E 0x S 1x S 2x S 3x S 0x N 1x N 2x N 3x N 4x N
Geluksniveau onder ouderen
7,6 7,7 7,8 6 7,7 7,5 7,9 7,8 7,3 7,7 7,8 7,4 8
Aantal keer gekozen 10 9 10 1 3 15 7 5 3 3 12 9 3
In bovenstaande tabel is te zien dat het geluksniveau bij 2x Spinoza het hoogste was. Verder valt het op dat mensen vaak 1 keer voor Spinoza kiezen.
Filosoof 0x E: 1x E 2x E 3x E 0x S 1x S 2x S 3x S 0x N 1x N 2x N 3x N: 4x N
Geluksniveau onder
kinderen3 8 7,3 8,2 - 6,5 7,7 8,33 - 7,5 7,44 7,4 -
Aantal keer gekozen
1 5 13 5 0 8 10 6 0 10 9 5 0
In bovenstaande tabel zijn de resultaten van de kinderen te zien. Het hoogste geluksniveau is bij het 3 keer kiezen van Spinoza.
Hieronder is een grafiek te zien die de relatie tussen de favoriete filosoof en het gelukniveau laat zien. Voor favoriete filosoof wordt de grens van 3 keer eens gehanteerd. Mensen die het 3 keer eens zijn met Nietzsche, hebben dus Nietzsche als favoriete filosoof. Ondervraagden konden ook meerdere favoriete filosofen hebben.
Spinoza Epicurus Nietzsche5
5.5
6
6.5
7
7.5
8
Geluk in relatie tot filosoof (ouderen)
Favoriete filosoof
Gelu
ksni
veau
Spinoza is in beide groepen de (favoriete) filosoof met het hoogste geluksniveau.
3.3 – Het verschil in visies op geluk onder mijn doelgroep
Wat zijn de verschillende definities van een gelukkig levende verschillen in denkwijzen over geluk als je kijkt naar verschillende leeftijden (65+ en jonger dan 13)?
Het antwoord op deze vraag hangt sterk samen met het antwoord wat beschreven is in 4.1. Er zijn een aantal bijzondere verschillen tussen de visies op geluk van ouderen en kinderen. Allereerst het verschil in de definitie van geluk. Kinderen vullen hier vaak in ‘blij zijn’. Voor ouderen is dit veranderd in ‘tevreden zijn’. Voor ouderen is gezond zijn vaak belangrijk, kinderen hebben dat geen een keer geantwoord. Wat wel opvalt is dat kinderen meer belang hechten aan het hebben/mogen (van iets wat een ander niet heeft/mag). Bijvoorbeeld een loterij winnen of friet eten.
Gemiddeld zijn de ouderen net iets gelukkiger dan de kinderen (7,63 voor ouderen, 7,46 voor kinderen). Kinderen geven hun antwoord meer in extremen. Bij de kinderen hebben 8 van de 24 aangegeven dat hun geluksniveau 10 is, maar zijn er ook 4 onvoldoendes gevallen (2 keer een 1, een 3 en een 5). Bij de ouderen is er slechts één iemand 10 gelukkig. Ook geeft er maar één iemand een onvoldoende voor zijn/haar geluksniveau, een 5.
In het diagram ‘procentuele aanhang theorie’ is te zien hoe vaak er eens is gekozen door mijn ondervraagden. Ouderen waren het relatief minder vaak eens met de stellingen dan kinderen (114 t.o.v. 135). Het lijkt erop dat ouderen het vaak eens zijn met Nietzsche. Deze theorie komt dus misschien ook wel overeen met het beeld van de ouderen over geluk.
Spinoza Epicurus Nietzsche5
5.5
6
6.5
7
7.5
8
8.5
9
Geluk in relatie tot filosoof (kinderen)
Favoriete filosoof
Gelu
ksni
veau
De kinderen hingen niet duidelijk 1 theorie meer aan. Met elke filosoof waren zij het ongeveer even vaak eens.
Als er wordt gekeken naar de stellingen op zichzelf, valt het op dat veel ouderen en kinderen het eens zijn met de laatste stelling (gelukkig wordt je vanzelf). Zie voor de stellingen de bijlage
Veel meer kinderen denken dat het nastreven van plezier je gelukkig maakt. Dit is namelijk stelling 5. Ouderen vinden dit juist niet zo vaak.
3.4 Beleidsvisies van mijn doelgroep
Het eerste wat opvalt als men de ingevulde enquêtes bekijkt is dat veel ouderen geen antwoord geven op deze vraag (wat zou u adviseren als u de regering van Nederland advies mocht geven (met als doel iedereen gelukkig te maken)). Ze weten het niet of zijn van mening dat het niet mogelijk is. 15 van de 30 ondervraagden vindt dit. De mensen die wel een standpunt innemen verschillen sterk van mening. De grootste groep (6 van de 30) wil de kloof tussen rijk en arm verkleinen – zij streven dus naar gelijkheid. De rest van de mensen hebben ieder een aparte mening. Dat zijn de volgende: geloven in God, criminaliteit stoppen, ieder zijn kwaliteiten laten benutten, luisteren naar het volk (2x) , niet te veel zeuren, streven naar meer vrijheid en het welbevinden van de bevolking verbeteren.
Beleidsvisie van ouderen:
Categorie antwoord
Geen antwoord
gelijkheid Luisteren naar volk
Geloof in God
Criminaliteit stoppen
Kwaliteiten laten benutten
Niet zeuren
Meer vrijheden
Welbevinden verbeteren
Aantal keer geantwoord
15 6 2 1 1 1 1 1 1
Kinderen geven heel andere antwoorden. 6 kinderen weten geen antwoord. 6 anderen willen onaardigheid of oorlog verbieden en iedereen lief tegen elkaar laten doen. 3 kinderen willen iedereen meer geld geven of het beter verdelen. 2 kinderen willen iedereen beter helpen, 2 anderen willen meer leuke dingen bouwen. Dan zijn er nog 4 mensen die heel iets anders zouden willen. Zij willen: het dierenleed verminderen, ongelukken verminderen/iedereen liefde geven, alle boeven vangen of meer boeken laten lezen op scholen.
Beleidsvisie van kinderen:
Categorie antwoord
Geen antwoord
Onaardigheid verbieden
Geld verdelen
Iedereen helpen
Meer leuke gebouwen
Dierenleed verminderen
Ongelukken verminderen
Boeven vangen
Meer boeken
Aantal keer geantwoord
6 6 3 2 2 1 1 1 1
Nietzsche Spinoza Epicurus05
101520253035404550
Procentuele aanhang theorie
Ouderen Kinderen
Filosoof
Aant
al k
eer g
ekoz
en (%
)
ConclusieIn dit onderzoek is gezocht naar een antwoord op de vraag: ‘Hoe wordt men volgens ouderen (tussen de 65 en 100 jaar oud) en kinderen (tussen de 9 en 13 jaar) gelukkig?’. Het antwoord is gevonden door een mixed-methods (kwantitatief en kwalitatief) onderzoek te doen.
Uit de enquête bleek dat ouderen vooral van ‘tevreden zijn’ gelukkig worden. Kinderen worden juist gelukkig van ‘blij zijn’.
Filosofisch gezien zijn ouderen het vaker eens met Nietzsche eens waren, zij denken dus waarschijnlijk dat je gelukkig wordt door deze theorie te volgen. Kinderen hadden geen duidelijke voorkeur. Als je, bij beide groepen, Spinoza als favoriete filosoof had hangt dit samen met het hoogste geluksniveau. Mensen uit mijn doelgroep die Spinoza aanhangen zijn gemiddeld dus gelukkiger dan mensen die Epicurus/Nietzsche aanhangen.
Ouderen waren gemiddeld gezien net iets gelukkiger dan kinderen.
Meneer en mevrouw Gruppen hadden beide advies voor de jongeren. Mevrouw Gruppen vond dat jongeren meer moeten accepteren en niet zouden moeten zoeken naar het geluk. Leef je leven, maar wees wel tolerant naar andere bevolkingsgroepen. Meneer Gruppen stelde dat jongeren eerst moeten proberen hun persoonlijke cirkel (familie en vrienden) te beïnvloeden en daarna de ‘’onbekende’ buitenwereld. Als dat allemaal in orde is volgt daar geluk uit.
Concluderend: de beste manier om gelukkig te worden is volgens de ouderen uit mijn doelgroep tevreden zijn en Nietzsche aanhangen. Kinderen hebben niet een filosofische voorkeur maar vinden wel dat je blij moet zijn om gelukkig te worden.
Discussie5.1 Interpretatie resultaten
De resultaten komen overeen met mijn verwachtingen. Ik had al wel gedacht dat de meeste mensen gelukkig zouden worden van blij/tevreden zijn. Deze verwachting had ik uit het onderzoek van Leo Bormans over Geluk (Bormans, 2011). Ook in het boek van Mo Gawdat kwam iets soortgelijks naar voren (Gawdat, 2017). Naar de aanhang van verschillende filosofische theorieën met betrekking tot geluk was nog niet eerder onderzoek gedaan. Dat ouderen het dus vaak eens zijn met de theorie van Nietzsche heb ik aangetoond. Ook heb ik aangetoond dat mensen die het eens zijn met Spinoza gemiddeld een hoger geluksniveau hebben dan aanhangers van Epicurus of Nietzsche.
De resultaten lijken te suggereren dat je gelukkig kan worden van tevreden zijn. Ik vind het interessant dat de ouderen een ander antwoord hebben gegeven dan de kinderen. Wellicht leert men dus door de jaren heen dat blijheid alleen niet genoeg is voor een gelukkig leven. Ook valt uit de resultaten op te maken dat veel mensen het lastig vinden om kritiek te hebben op het politieke beleid in Nederland. De mensen die wel kritiek leveren vinden dat er minder onrechtvaardigheid moet komen (kinderen) of meer gelijkheid (ouderen). Deze twee dingen liggen natuurlijk dicht bij elkaar. Misschien zijn dit ook grote voorwaarden om geluk te realiseren op maatschappelijk niveau. De politiek kan hier misschien eens naar kijken.
Uit de interviews bleek dat het wereldbeeld van de generatie van de oudere doelgroep zeer verschilde van het mijne. Dit komt grotendeels door de oorlog denk ik. De oorlog overkwam de mensen. Dit maakte duidelijk dat de wereld helemaal niet zo maakbaar is. De generatie van nu is veel actiever opzoek naar de ‘juiste manier’ van leven, ze willen zelf de controle hebben over hun leven.
Ik denk dat we van het wereldbeeld van oudere mensen een hoop kunnen leren. We kunnen geduld, acceptatie en tolerantie leren. De ouderen die ik geïnterviewd (en de vragenlijsten gegeven) heb toonden allemaal heel veel geduld. Veel mensen hadden heel wat heftigs meegemaakt, maar ze probeerden dit allemaal te accepteren. Ook leken ze toleranter te zijn (dan mijn leeftijdsgenoten en de ondervraagde kinderen). Ik denk dat dit komt doordat ouderen veel meegemaakt hebben. Hierdoor zien ze vaak meerdere kanten van een situatie en kunnen ze zich beter verplaatsen in de ander. Deze lessen zijn belangrijk in het leven, ik denk dan ook zeker dat mijn generatie dit mee kan nemen in hun leven.
5.2 Validiteit
Mijn ondervraagden kinderen en ouderen waren redelijk representatief voor mijn doelgroep. Ik heb helaas wat minder oudere mannen kunnen vragen, omdat deze lastig te vinden waren in mijn omgeving. Dit zorgt ervoor dat een eventueel herhalend onderzoek misschien iets andere resultaten krijgt. Van beide doelgroep is het aantal ondervraagden redelijk laag. Een hoger aantal had tot meer validiteit kunnen leiden.
De stellingen die ik in mijn vragenlijst heb gebruikt proberen de kern van de filosofische theorie van de desbetreffende filosoof samen te vatten. Deze theorieën zijn echter zeer complex. Daarom is het lastig om zo’n dergelijke theorie samen te vatten in een korte zin. Aangezien ik dit, met het oog op een niet te lastige vraagstelling, wel heb gedaan heb ik misschien niet de gehele kern van een theorie te pakken gekregen. Het eens of oneens zijn met een stelling hoeft dus niet direct te betekenen dat het persoon het ook eens is met de filosofische theorie.
De resultaten zijn grotendeels gebaseerd op de antwoorden van mensen op een enquête. Deze enquête heb ik ter plekke en online afgenomen. De mensen die ter plekke hun antwoorden moesten formuleren ervoeren (zoals ik het zag) vaak enige druk en hadden moeite met direct een antwoord geven. Deze tijdsdruk heeft er misschien voor gezorgd dat de antwoorden van de mensen niet, voor hun visie, volledig representatief waren.
5.3 Mogelijk vervolg onderzoek
Het advies voor vervolg onderzoek is onderzoek naar de manieren om de dingen te bereiken die mensen tevreden/blij maken. Dit zijn natuurlijk nog redelijk algemene begrippen, de vraag bruist dan op: hoe wordt je dan tevreden en/of blij? Ook is het interessant om te onderzoeken hoe men de maatschappij gelukkiger kan maken. Met deze twee mogelijke vervolg onderzoeken kan er wellicht meer geluk bereikt worden. Als laatste kan men wellicht onderzoeken waarom sommige filosofische theorieën wel aansluiten bij de doelgroep en andere niet.
Verder ben ik van mening dat de eenzaamheid van ouderen in Nederland (Cretien van Campen, 15 juni 2018) een slechte zaak is. Dit zou verminderd moeten worden, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met de eenzamen. Zoals uit dit onderzoek gebleken is, kunnen we erg veel leren van ouderen. Zij zijn een bron van waardevolle kennis die we moeten koesteren. Een mogelijk vervolg zou dus het opzetten van een gespreksgroep van ouderen en jongeren kunnen zijn.
Reflectie6.1 gedane zaken
Ik heb besloten om mijn PWS in mijn eentje te doen, omdat ik ervan hou om het te doen op een manier die ik fijn vind. Ik kan wel samenwerken, maar vind het niet fijn als anderen zich niet aan hun opdracht houden. Vaak was dat met eerdere projecten wel zo. Het eindigde dan, vaker wel dan niet, erin dat we alles op het einde moesten doen en het werk ongelijk verdeeld was. Door deze eerdere ervaringen en door het feit dat niemand anders echt geïnteresseerd was in het onderwerp dat ik graag wilde onderzoeken heb ik toen besloten om het alleen te doen. Ik begon met een onderzoek naar (lucide) dromen. Dit vond ik, toen we het onderwerp moesten kiezen, erg interessant, maar toen de tijd van onderzoeken echt aangebroken was had ik er nog maar weinig interesse in. Na een tijdje heb ik daarom besloten om toch nog over te stappen naar een onderzoek over geluk onder ouderen en kinderen.
Voor dit onderzoek heb ik veel gelezen, wat ik wel leuk vond. Ik vind filosofische boeken (over geluk) leuk. Na veel vooronderzoek gedaan te hebben ben ik begonnen met het opzetten van het daadwerkelijke onderzoek. Hiervoor wilde ik graag enquêtes afnemen bij kinderen en ouderen. Het afnemen van de vragenlijsten onder kinderen was erg leuk, ik heb dit gewoon in een basisschoolklas gedaan. De kinderen vonden wel sommige vragen wat lastig. Het afnemen van enquêtes onder ouderen was een heel ander verhaal. Ik heb dit zeer onderschat. Mijn originele plan was om naar het bejaardentehuis waar ik in de buurt woon te gaan. Hier mocht ik echter niet naar binnen, omdat deze ouderen vaak geestelijke problemen hebben. Om deze reden heb ik mijn enquêtes overal en nergens vandaan gehaald. Ik ben bij verschillende tehuizen geweest, een praatgroep, familie en heb online vragenlijsten gemaakt. Uiteindelijk heb ik, na veel pijn en moeite, de benodigde gegevens bemachtigd. Hiermee heb ik het PWS gemaakt. Het typen van mijn PWS heb ik opgedeeld in veel kleine stukjes. Dit was voor mij zelf erg fijn omdat ik het zo leuk bleef vinden, maar het heeft er wel voor gezorgd dat het misschien ook voelt alsof het allemaal losse stukjes zijn als je het leest.
6.2 geleerde zaken en verbeterpunten
Ik heb veel geleerd bij het maken van dit PWS. Ik weet nu beter hoe ik moet plannen en hoe belangrijk het is om een goed onderwerp te kiezen. Ook zal ik vervolg onderzoek minder onderschatten en heb ik leren inzien hoe moeilijk het soms is om data te verzamelen. Deze moeilijkheden hebben mij gedwongen om mezelf te trainen in mijn zelfdiscipline.
Ik zou zeker langer nadenken over mijn onderwerp in het vervolg. Dat is een groot verbeterpunt. Ook ga ik dus meer tijd uittrekken voor het verzamelen van de resultaten. Wat ook een groot verbeterpunt is, is de manier van wetenschappelijk schrijven. Ik merkte dat ik tijdens het schrijven van dit PWS nog erg in de mentaliteit zat van ‘meer woorden is altijd beter’. Dit was in eerdere klassen en bij eerdere verslagen vaak het geval. Nu weet ik dat je PWS daar niet beter van wordt. Je kunt beter wat wetenschappelijker schrijven, dus alleen opschrijven wat je daadwerkelijk wil zeggen. Dat ga ik de volgende keer zeker doen.
Literatuurlijst
Bentham, J. (1789). an Introduction to the Principles of Morals and Legislation . In J. Bentham, an Introduction to the Principles of Morals and Legislation (pp. 1-9).
Bormans, L. (2011). GELUk - The world book of happiness. Nederland: Lannoo.
Cretien van Campen, F. V. (15 juni 2018). Kwetsbaar en eenzaam? SCP.
Delft, D. v. (2003, juni 7). Een schimmel op Nietzsche. NRC nieuws, p. 1.
Dijkstra, S. B. (2012, September). Ik, Nietzsche, jij…. Filosofie Magazine. Opgehaald van FilosofieMagazine: https://www.filosofie.nl/nl/artikel/29322/ik-nietzsche-jij.html
Epicurus. (sd). A letter to menoeceus. Opgehaald van Philosophy & Philosophers - Thoughts & Quotes from the smartest philosophers: https://www.the-philosophy.com/epicurus-letter-menoeceus-summary
Frank Meester, M. M. (2013). Durf te denken. Boom uitgevers Amsterdam.
Gawdat, M. (2017). De logica van Geluk. Uitgeverij brand.
Geluk voor Beginners. (2017, maart 16). Het geluk volgens de verrassend actuele Aristoteles. Opgehaald van Geluk voor Beginners: http://www.gelukvoorbeginners.nl/2017/03/16/het-geluk-volgens-de-verrassend-actuele-aristoteles/
Maryam Mehria, F. R. (2013, April 18). Recent advances on happiness . Opgehaald van Management Science Letters: https://core.ac.uk/download/pdf/27184445.pdf
Nietzsche, F. (1885 ). Aldus sprak Zarathoestra. In F. Nietzsche, Aldus sprak Zarathoestra (p. 252). Wereld bibliotheek.
Project, L. (sd). Legacy Project. Opgehaald van Legacy Project: http://www.legacyproject.org/about/index.html
Rojas, M. (2004, Oktober 6). A Conceptual-Referent Theory of Happiness: Heterogeneity and its Consequences. Opgehaald van SpringerLink: https://link.springer.com/article/10.1007/s11205-004-4643-8
Schindler, B. S. (2012). Spinoza and Virtue: The Significance of Habituation to a Virtuous. PSU McNair Scholars Online Journal, 14.
Scruton, R. (1986). Spinoza. In R. Scruton, Spinoza (p. 143). Rotterdam: Trouw.
Seneca. (1900). Of a Happy life. Londen: George Bells and sons.
Spinoza, B. (1678). Ethica. In B. Spinoza, Ethica (p. 460). Ambo / Anthos.
Spinoza, B. (1678). Ethica. In Spinoza, Ethica (p. 167).
Statline. (2018, maart 20). negen op de tien noemen zichzelf gelukkig. Opgehaald van Centraal bureau voor statestiek: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2018/12/negen-op-de-tien-noemen-zichzelf-gelukkig
verbeek-Oudijk, D. C. (2017). Ouderen in verpleeghuizen en verzorgingstehuizen.
West, S. (2016, September 25). Episode 90 – Nietzsche pt. 1 – God is Dead And So Is Captain Morgan.
West, S. (2016). Episode 91 – Nietzsche pt. 2 – The Will to Power. groot brittannië.
BijlagenTabel van ouderen
Tabel aanhang filosofische theorie kinderen
nummer enquete geluksniveau
Spinoza Epicurus Nietzsche
1 1 2 2 22 6 2 1 23 9 2 2 3
Nnummer enqueteenquête
geluksniveau Spinoza Epicurus Nietzsche
1 7 1 1 32 7 2 1 13 9 0 0 24 8 1 0 45 9 2 2 26 8 2 0 47 8 2 0 38 8 1 1 29 8 3 0 4
10 6 3 3 311 7 2 2 212 6 0 0 013 5 1 2 314 8 0 2 215 8 2 2 316 8 1 1 217 7 1 2 218 6 1 0 219 10 3 2 320 9 1 2 021 7 1 1 322 8 1 0 123 8 2 2 324 7 3 2 025 7 1 0 226 8 1 1 127 8 1 1 228 8 1 1 229 8 3 0 330 8 1 1 2
4 7 1 2 25 10 3 2 26 9 3 3 27 6 2 2 18 7 1 1 29 10 2 2 1
10 1 3 2 111 3 1 0 112 8 2 2 213 10 3 2 214 10 3 1 115 5 1 3 316 10 2 3 317 7 2 3 318 6 1 2 319 8 1 1 120 9 1 1 221 7 1 2 122 10 2 3 123 10 3 2 124 10 2 2 1
Antwoorden op stellingen/vragen ouderen (1=eens/ja geantwoord)
Antwoorden op stellingen/vragen kinderen
Stelling 1 Stelling 2 Stelling 3 Stelling 4 Stelling 5 Stelling 6 Stelling 7 Stelling 8 Stelling 9 Vraag 10 Vraag 111 0 0 1 1 1 0 0 1 1 0 0
2 1 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0
3 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 0
4 0 0 1 1 0 0 1 1 1 0 0
5 1 1 1 1 1 0 0 0 1 0 0
6 1 0 1 1 0 0 1 1 1 0 0
7 0 0 1 1 0 0 0 1 1 1 0
8 0 0 1 0 0 1 0 1 1 0 0
9 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 010 0 1 1 0 1 0 0 0 0 0 011 1 1 1 0 0 0 0 0 0 1 112 0 1 1 0 0 013 1 0 114 1 1 1 1 1 1 1 1 115 1 1 1 1 1 116 1 1 1 1 1 117 1 1 1 118 1 1 1 1 1 1 1 119 1 1 1 120 1 1 1 1 1 121 1 1 122 1 1 1 1 1 1 1 123 1 1 1 1 124 1 125 1 1 1 1 1 126 1 1 1 1 1 1 127 1 1 128 1 1 1 129 1 1 1 1 1 130 1 1 1 1
(1=eens/ja geantwoord)
De theorie van Aristoteles
Volgens Aristoteles is geluk het optimaal functioneren van de ziel (Frank Meester, 2013). Maar hoe laat je je ziel optimaal functioneren? Volgens Aristoteles doe je dat door altijd de ‘gulden middenweg’ te kiezen. Tussen 2 uitersten is altijd een goed midden. Als je volgens dit midden leeft, zal je het geluk je vanzelf toe komen. Je ziel zal dan optimaal functioneren. (Geluk voor Beginners, 2017)
De Theorie van Jeremy Bentham
Jeremy Bentham wordt gezien als de grondlegger van het utilisme – de filosofische theorie die het geluk van het grootste aantal mensen nastreeft. Bentham hanteert voor de definitie van geluk dezelfde als Epicurus: ‘Geluk is de aanwezigheid van zoveel mogelijk genot en zo min mogelijk pijn’. Het principe Utilisme is volgens Bentham het volgende: ‘’The principle of utility is the foundation of the present work, so I should start by giving an explicit and determinate account of what it is. By ‘the principle of utility’ is meant the principle that approves or disapproves of every action according to the tendency it appears to have to increase or lessen—i.e. to promote or oppose—the happiness of the person or group whose interest is in question.’’ (Bentham, 1789).
Vertaald: Het principe van utilisme is de basis van dit werk, dus ik moet starten met een duidelijke uitleg van wat het is. Met het principe van utilisme bedoel ik het principe dat elke actie die je doet wordt beoordeeld naar de mate waarin het bijdraagt aan het vergroten/verkleinen van het geluk van het persoon/de groep waar het over gaat.
Stelling 1 Stelling 2 Stelling 3 Stelling 4 Stelling 5 Stelling 6 Stelling 7 Stelling 8 Stelling 9 Vraag 10 Vraag 111 1 1 1 11 1 1 1 1 1 1 11 1 1 1 11 1 1 1 1 1
1 1 1 1 11 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 11 1 1 1 1 1
1 1 1 11 1 1 1 1
1 1 1 11 1 1 1 1 11 1 1 1 1
1 1 11 1 1 11 1 1 1
1 1 1 1 11 1 1
1 1 1 1 1 11 1 1 1
1 1 1 1 11 1 1 1 1 11 1 1 1 1 1 11 1 1 1 1 1 1
Bentham beoordeelt dus je acties op hoeveel geluk/ongeluk het voortbrengt. Volgens hem moet elke actie die je doet het algemene geluk vergroten. Het is dus prima om jezelf (soms) op te offeren, als dat tenminste groter geluk aan de groep brengt dan dat het jou geluk ‘kost’. (Bentham, 1789)
De filosofie van Lucius Annaeus Seneca
Seneca is een oudgriekse filosoof en een aanhanger van het stoïcisme. Volgens Seneca is het geluks niveau van de mens als een golf rondom een lijn. Op het ene moment bevinden we ons op een top en voelen we ons erg gelukkig, het andere moment zijn we op een dal en voelen we ons zeer ongelukkig. Het gemiddelde niveau blijft echter gelijk en is niet afhankelijk van dingen in de buitenwereld. Hieruit concludeert Seneca dat mensen zich niet zouden moeten leiden door emoties, maar door de rede. Als wij ons beseffen dat ons geluksniveau rondom zo’n standaard heen beweegt, kan de mens zich realiseren dat we ons niet zo druk zouden moeten maken over de toekomst, maar zouden moeten leven in het heden. Zo worden we echt gelukkig.
Volgens Seneca is bezit niet per se iets slechts. Wel is het streven naar altijd maar meer bezit slecht. Je moet je volgens Seneca niet laten leiden door zulke emoties als jaloezie en hebberigheid, omdat die je op lange termijn toch niet gelukkig zullen maken. (Seneca, 1900)
Enquête Geluk (1: voor de ouderen)
Deze enquête is gemaakt door Kars ten Berge, ik ben een leerling uit 6 atheneum. Dit jaar moet ik een profielwerkstuk maken. Mijn onderwerp voor dit werkstuk is Geluk. Ik probeer uit te vinden welke waardes centraal staan in een gelukkig leven. Want geluk, dat willen we natuurlijk allemaal. Alvast bij voorbaat heel veel dank voor het helpen in de zoektocht naar het antwoord op deze vraag!
1. Op schaal van 1 tot 10, hoe gelukkig bent u met uw leven? (1 = zeer ongelukkig, 10 = zeer gelukkig) Zet een kruisje in het hokje wat voor u van toepassing is.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2. Bent u het eens met de volgende stellingen: Een vrij mens is zo goed als altijd gelukkig. Genot leidt meestal tot geluk Ik word gelukkig als ik anderen gelukkig maak De snelste route naar geluk is het ontwikkelen van jezelf (op het gebied van
kunst of kennis) Het nastreven van dingen die plezier opbrengen is de snelste weg naar
een gelukkig leven. Als we alle soorten pijn uit ons leven zouden kunnen verbannen, worden
we vanzelf gelukkig. Mensen die veel kennis hebben (veel weten) zijn vrijer dan mensen die niet
veel kennis bezitten. Het opofferen van jezelf zorgt misschien voor algemeen geluk, maar niet voor
een hoger niveau van persoonlijk geluk. Het zoeken naar geluk helpt je niet om gelukkig te worden. Pas als je het
geluk niet meer zoekt, maar het op je af laat komen, word je echt gelukkig.
1. Is vrijheid voor u de belangrijkste voorwaarde voor geluk?
2. Stel: U zou een pil kunnen slikken die al het lijden uit uw leven zou verwijderen, zou u dit doen?
3. Denkt u dat goed leven vanzelf tot een gelukkig leven leidt? Met goed leven bedoelen we hier het ontwikkelen van jezelf en het presteren van iets groots (bijvoorbeeld op het gebied van kunst)
4. Hoe zou u geluk definiëren/omschrijven?5. Als u de regering van Nederland advies mocht geven, met als doel iedereen van
Nederland gelukkig te maken, wat zou u dan adviseren?6. Heeft u in uw leven gewerkt (vrijwillig of betaald)? Zo ja, welk(e) beroep(en)?
Enquête Geluk (2: voor kinderen)
Hoi! Ik heet Kars en ik heb net als jullie op de Werkschuit gezeten. Ik zit nu op de Thorbecke. Ik zit nu in mijn laatste jaar en dit jaar mogen we allemaal een onderzoek doen. Ik doe mijn onderzoek over geluk en zou het heel fijn vinden als jij me daarbij zou kunnen helpen. Zou je misschien deze vragen kunnen invullen? Alvast bedankt!
1. Hoe gelukkig ben jij? 10 is altijd super gelukkig, 1 is vaak erg ongelukkig.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2. Ben jij het eens met deze zinnen: Mensen die vrij zijn (dus nooit iets moeten doen en zelf mogen kiezen wat ze
willen), worden vanzelf gelukkig. Als je geniet van dingen (bv: ijsje eten, voetbal kijken, (veel) te veel friet eten)
word je sowieso gelukkig. Als je andere mensen helpt om gelukkiger te worden, wordt je zelf ook
gelukkiger. Als je bezig ben met slimmer worden (het ontwikkelen van jezelf) word je
vanzelf gelukkig. Als ik plezier heb en geniet van iets, ben ik altijd gelukkig. Mensen die geen pijn hebben zijn altijd gelukkig. Als je veel weet en slim bent, heb je meer vrijheid en mag je dus meer dingen. Anderen helpen om gelukkig te worden maakt jezelf niet gelukkig. Het heeft geen zin om gelukkig te proberen te worden, je wordt het vanzelf
wel.
Dankjewel dat je me al zoveel geholpen hebt! Ik heb ook nog een paar vragen, zou je daar je eigen antwoord op willen geven? Dat zou helemaal geweldig zijn!
3. Denk je dat je als je vrij bent om te doen wat je wil altijd gelukkig bent?4. Als er een pil zou bestaan die ervoor zou zorgen dat je nooit meer verdriet voelt, zou jij die dan slikken?5. Denk jij dat mensen die iets nuttigs doen en belangrijk werk doen vaker gelukkig zijn dan mensen die dat niet doen?6. Wat is volgens jou geluk?7. Als jij de leider van Nederland zou zijn en je zou iedereen gelukkig willen maken, wat zou je dan veranderen?
Logboek
Week
Activiteit Vragen/knelpunten
Oplossing/advies
Inschatting tijd
36 Dromenverzamelen, lezen - - 50 min
37 Dromenverzamelen, lezen Ik vind het onderwerp niet zo leuk (meer)
doorzetten 50 min
38 Onderwerp switch, voorlopige enquête gemaakt, gesproken met begeleider
Ik heb een stuk minder tijd nu, hoe ga ik dit ooit afkrijgen?
Hard doorwerken en nu echt starten
100 minuten
39 Planning gemaakt 50 minuten
39 Referent theory of happiness gelezen, Searching for the secret of happiness gezien
60 minuten
39 Inleiding Ethica van Spinoza gelezen
Best complexe stof, hoe ga ik de kern hieruit halen?
40 minuten
40 30 pagina’s ethica gelezen, Iirs.Ai gebruikt om meer bronnen te zoeken,https://core.ac.uk/download/pdf/37767991.pdf gevonden
Moeilijk engels Aandachtig lezen, wellicht met een woordenboek, zoeken naar kernwoorden
40 minuten
40 Artikel van Bobbie Sue Schindler verder gelezen, kernzinnen er uit gehaald
Ik wil graag 1/2/3 kernzin(nen) over Spinoza’s theorie, zodat ik aan de hand daarvan een enquête kan maken.
Hulp PWS begeleider, verder lezen in Ethica en Artikel
25 minuten
40 Begonnen in Spinoza van Roger Scruton, hoofdstuk vrijheid gelezen, Email aan Tim Fransen geschreven
40 minuten
41 Lezen en verwerken mail Tim Fransen
Misschien Kant laten gaan als ‘onderzoeksfilosoof?’
Overleggen PWS begeleider + onderzoeken Epicurus
10 minuten
41 Roger Scruton uitgelezen 180 minuten
42 Informatie epicurus opgezocht en feedback verwerkt
20 minuten
42 Begonnen inleiding Is mijn relevantie op deze manier oke?
Vragen PWS begeleider
40 minuten
42 Aldus sprak zarathoestra gelezen 180 minuten
42 Zoeken relevante wetenschappelijke artikelen
Niet veel gevonden, hoe vind ik deze?
Vragen PWS begeleider
30 minuten
42 Mailen meneer van Meurs 10 minuten
42 Nietzsche informatie opgezocht en stukje getypt
Klopt mijn interpretatie van de theorie van Nietzsche
Meer bronnen opzoeken en vergelijken
60 minuten
43 Verbeteren inleiding en beginnen met vragen opstellen
Hoeveel deelvragen moet ik hebben? Wat moet er allemaal in mijn PWS
Rondzoeken op internet en vergelijken met andere onderzoeken. Ook zoeken in het PWS mapje
40 minuten
43 Template voor PWS gevonden, opzet geschreven
20 minuten
43 Aldus sprak zarathoestra gelezen 200 minuten
43 inleiding verbeterd, vragen verder opgesteld, begonnen met enquête
60 minuten
44 Mailcontact gehad met Driezorg 20 minuten
44 Enquête afgemaakt Waar ga ik de enquêtes uitprinten?
Gevraagd aan PWS begeleider en ouders
20 minuten
45 Toetsweek leren
46 Enquête uitgeprint, meer mailcontact gehad
20 minuten
47 Enquête bij basisschool afgenomen 60 minuten
47 Data van kinder enquête in excel gezet
Wat is een mooie manier om mijn data visueel te maken?
Experimenteren in Excel en mijn vader vragen, die veel van excel weet
60 minuten
47 Enquête van ouderen in word gezet en geperfectioneerd
20 minuten
48 Enquête uitprinten & feedback ouders
50 minuten
48 Enquêtes afnemen Driezorg zelfstandige ouderen + vragen bij Driezorg
Dit duurt veel te lang per enquête (3 enquêtes in 2 uur)
Ik ga op zoek naar groepjes/clubjes waarin ik interviews kan afnemen
150 minuten
48 Buren enquête laten invullen en bij breiclub vragenlijst afgenomen
120 minuten
49 Verschillende filosofische cafés gemaild, enquête gedigitaliseerd, met Wijz gebeld
120 minuten
49 Begonnen met het verslag 60 minuten
49 Inhoud gemaakt 40 minuten
49 Inleiding verbeterd 30 minuten
49 Onderzoeksplan verbeterd 60 minuten
49 Theoretisch kader verbeterd 60 minuten
49 Data verwerkt van kinderen 30 minuten
49 Bronnen in APA gezet 60 minuten
50 Of a Happy life van Seneca gelezen, stuk over zijn werken geschreven
90 minuten
50 Vragenlijsten afgenomen bij Wijz, data verwerkt in het beantwoorden van de eerste deelvraag
150 minuten
51 Gesprek PWS begeleider gehad 30 minuten
52 Resultaten verwerkt in grafieken Dit is erg lastig om alle gegevens duidelijk te maken in 1 diagram
Meerdere diagrammen, hulp vader, hulp PWS begeleider
120 minuten
52 Verder aan grafieken gezeten 30 minuten
4 Tips PWS begeleider verwerkt 60 minuten
5 Overlegd met PWS begeleider over eerste beoordeling
Resultaten moeten verbeterd worden
60 minuten
5 resultaten aangepast in goede grafieken, begin conclusie gemaakt
Wat moet er in een conclusie?
Op scribbr gekeken.
80 minuten
5 Samenvatting, voorwoord, conclusie en begin discussie gemaakt
Op zoek naar mensen voor diepte interview
Buurvrouw en andere buren
120 minuten
6 Buren interview, gewerkt aan discussie en conclusie
150 minuten
6 Gesprek gehad over verdere werk en nieuwe resultaten met PWS begeleider
20 minuten
6 Gewerkt aan hoe de opbouw er uit moet zien, bijlagen toegevoegd, literatuurlijst toegevoegd, puntjes op de i
200 minuten
7 Presentatie begonnen, verder gegaan met verbeteren
100 minuten
8 Presentatie af en inleveren 60 minuten