metaalunie beleidsvisie (mei 2015)

8
Mei 2015 Jaargang 11 · Nummer 1 Ondernemersklimaat juist nu verb?ere n Jos Kleiboer Directeur Beleid Koninklijke Metaalunie In deze editie Eén Europese markt verder weg dan ooit Kwaliteitsdocenten voor de klas! Extra aandacht en inspanningen bevorderen export MKB-metaal Circulaire Metaalketen maakt de cirkel rond Op tijd betalen is mvo Vraag om meer goede samenwerking bedrijven en onderwijsinstellingen Geef kaders aan bij lagere grenswaarden gevaarlijke stoffen Politiek Den Haag blijft de gemoederen bezighouden. De provinciale verkiezingen en de waterschapsverkiezingen zijn weer achter de rug en hebben het regeren door het huidige kabinet niet gemakkelijker ge- maakt. Er is nog meer versplin- tering opgetreden en het wordt steeds lastiger om besluiten om te zetten in wetgeving door de nieuwe samenstelling van de Eerste Kamer. Het leidt tot nog meer oppor- tunistische politiek, waarin partijstandpunten steeds meer gaan overheersen en goede regelgeving, die de economie en het ondernemersklimaat bevordert, verder naar de achtergrond verdwijnt. En dat is jammer, want daar zitten we als MKB-metaal echt niet op te wachten. De ontluikende economische groei vraagt om beleid dat het ondernemerskli- maat bevordert. Een stuk wetgeving, wat op dit moment in het MKB-metaal tot veel discussie leidt, is de Wet werk en zekerheid. Wij merken bij de ondernemers ontzettend veel argwaan over de nieuwe wetgeving. De werkgelegen- heid wordt er absoluut niet door bevorderd en de risico’s van het aannemen van perso- neel worden er, in ieder geval gevoelsmatig, door vergroot. En de risico’s van het heb- ben van personeel zijn toch al groot. Dit belemmert het aan- nemen van personeel en het doorgroeien van werknemers. Daarom steunt Metaalunie het terugdringen van de lasten en risico’s voor mkb-ondernemers door MKB Nederland. Een tweede dossier wat de aandacht trekt is het nieuwe Belastingplan, waar poli- tiek over wordt gesproken. Het moet absoluut gaan om lastenverlichting en niet om lastenverschuiving. En verder moet de mkb-winstvrijstelling en zelfstandigenaftrek behou- den blijven. Onnodig gebruik of zelfs misbruik, bijvoorbeeld door schijnzelfstandigheid, moet worden teruggedrongen, maar het kind moet niet met het badwater worden wegge- gooid. In deze BeleidsVisie komen nog meer onderwerpen aan bod, die tot beter beleid voor het MKB-metaal kunnen leiden. En een beter ondernemerskli- maat kan het zetje zijn, wat de ontluikende economische groei nodig heeft om echt door te zetten. Laten we er vandaag nog mee beginnen!

Upload: koninklijke-metaalunie

Post on 22-Jul-2016

220 views

Category:

Documents


4 download

DESCRIPTION

Beleidsvisie is een opiniërende kwartaaluitgave gericht op beleidmakers in de sector en in politiek Den Haag. In Beleidsvisie worden nijpende zaken en prangende kwesties behandeld.

TRANSCRIPT

Mei 2015Jaargang 11 · Nummer 1

Ondernemersklimaat juist nu verbeteren

Jos KleiboerDirecteur BeleidKoninklijke Metaalunie

In deze editie

Eén Europese markt verder weg dan ooit

Kwaliteitsdocenten voor de klas!

Extra aandacht en inspanningen bevorderen export MKB-metaal

Circulaire Metaalketen maakt de cirkel rond

Op tijd betalen is mvo

Vraag om meer goede samenwerking bedrijven en onderwijsinstellingen

Geef kaders aan bij lagere grenswaarden gevaarlijke stoffen

Politiek Den Haag blijft de gemoederen bezighouden. De provinciale verkiezingen en de waterschapsverkiezingen zijn weer achter de rug en hebben het regeren door het huidige kabinet niet gemakkelijker ge-maakt. Er is nog meer versplin-tering opgetreden en het wordt steeds lastiger om besluiten om te zetten in wetgeving door de nieuwe samenstelling van de Eerste Kamer.

Het leidt tot nog meer oppor-tunistische politiek, waarin partijstandpunten steeds meer gaan overheersen en goede regelgeving, die de economie en het ondernemersklimaat bevordert, verder naar de achtergrond verdwijnt. En dat is jammer, want daar zitten we als MKB-metaal echt niet op te wachten. De ontluikende economische groei vraagt om beleid dat het ondernemerskli-maat bevordert.

Een stuk wetgeving, wat op dit moment in het MKB-metaal tot veel discussie leidt, is de Wet werk en zekerheid. Wij merken bij de ondernemers ontzettend veel argwaan over de nieuwe wetgeving. De werkgelegen-heid wordt er absoluut niet

door bevorderd en de risico’s van het aannemen van perso-neel worden er, in ieder geval gevoelsmatig, door vergroot. En de risico’s van het heb-ben van personeel zijn toch al groot. Dit belemmert het aan-nemen van personeel en het doorgroeien van werknemers. Daarom steunt Metaalunie het terugdringen van de lasten en risico’s voor mkb-ondernemers door MKB Nederland.

Een tweede dossier wat de aandacht trekt is het nieuwe Belastingplan, waar poli-tiek over wordt gesproken. Het moet absoluut gaan om lastenverlichting en niet om lastenverschuiving. En verder moet de mkb-winstvrijstelling en zelfstandigenaftrek behou-den blijven. Onnodig gebruik of zelfs misbruik, bijvoorbeeld door schijnzelfstandigheid, moet worden teruggedrongen, maar het kind moet niet met het badwater worden wegge-gooid. 

In deze BeleidsVisie komen nog meer onderwerpen aan bod, die tot beter beleid voor het MKB-metaal kunnen leiden. En een beter ondernemerskli-maat kan het zetje zijn, wat

de ontluikende economische groei nodig heeft om echt door te zetten. Laten we er vandaag nog mee beginnen!

Ter illustratie: grote delen van een gebouw dat is gerealiseerd in Zuid-Europa zijn bewerkt met een bepaalde stof die in de EU verboden is, maar toch gewoon werd gebruikt. Hier-door kon er goedkoper gewerkt worden dan in Nederland waar men -conform de EU-eisen- uitsluitend met duurdere al-ternatieve stoffen werkt. Daar waar met name het klein-bedrijf last heeft van allerlei Europese detailregelgeving met een onduidelijke noodzaak, is het verbazingwekkend dat EU-landen en banken steeds weg komen met het niet naleven van EU-eisen. Terwijl juist dit gedrag zulke grote economi-

EénEuropese

marktverder

weg dan ooit

Derk Jan MeijerBeleidssecretaris Deregulering

[email protected]

sche gevolgen heeft (gehad) voor de EU.

Daarnaast komen steeds meer EU-landen met nationale eisen die vooral bedoeld lijken te zijn om de eigen markt af te schermen. Zo is er het Duitse tolplan, waar iedereen tol moet gaan betalen maar waarbij al-leen Duitsers via de belasting volledig gecompenseerd wor-den. Daarnaast zijn er doorge-schoten administratieve eisen voor buitenlandse bedrijven die in Duitsland werk verrich-ten en de extreem hoge sanc-ties bij niet naleven.In plaats van door te gaan met steeds nieuwe Europese detail-

regelgeving roept Metaalunie Frans Timmermans en onze vertegenwoordigers in Brussel op de focus te verleggen - naast schrappen van onnodige regel-geving- naar betere naleving en proportionele handhaving van bestaande regelgeving.

Hierbij hoort ook de handha-ving op niet-EU-producten, die niet conform de eisen gemaakt zijn. Verder moet voorkomen worden dat EU-landen via nati-onale wetgeving handelsbarri-ères opwerpen. Voor Nederland is anders een echte interne markt nog ver weg. Gezamen-lijke inzet in Brussel hiervoor is gewenst.

De EU streeft naar één grote economische markt. In de praktijk lijkt dit echter verder weg dan ooit, doordat de verschillende EU-landen lak hebben aan de naleving en handhaving van EU-regels. Er is daardoor een groot gat tussen de politieke werkelijkheid in Brussel en de praktijk in de EU-landen. Hierdoor ervaren Nederlandse bedrij-ven op veel terreinen oneerlijke concurrentie en omzetverlies. Betere naleving en proportionele handhaving van bestaande regelgeving zou dit voorkomen.

EU-regels worden niet nageleefd en gehandhaafd

André van der Leest,Beleidssecretaris [email protected]

In het Techniekpact zijn ook afspraken gemaakt over de kwaliteit van docenten. Docenten moeten stage lopen en technische vakkrachten moeten voor de (mbo)klas staan. Dat alles is hard nodig, maar tot nu komt daar weinig van terecht! Hoog-ste tijd om deze doelstellingen tegen het licht te houden en ze praktisch en realiseerbaar te maken.

Voor het geven van goed techniekonderwijs is het noodzakelijk dat leraren en docenten zich regelmatig laten informeren over nieuwe ont-wikkelingen binnen het vakgebied techniek. In de praktijk gebeurt dat niet of nauwelijks. Op vrijwillige basis gaat hier geen verandering in komen. Een verplichte bijscholing op straffe van verlies van bevoegdheid is kennelijk noodzake-lijk om de massa in beweging te krijgen. Want de afstand tot de beroepspraktijk wordt elke dag groter!

De mogelijkheden voor technische vakkrach-ten uit het bedrijfsleven om zich via een zij-instroomtraject om te scholen tot leerkracht voor het beroepsonderwijs worden niet verbe-

Kwaliteitsdocenten voor de klas!

terd. De MBO Raad neemt niet of nauwelijks actie en vanuit het bedrijfsleven komen de beste vakmensen niet op een lerarenbaantje af. Voor vakmensen is dat niet uitdagend en interessant genoeg. Deze vakmensen beheersen hun vak, zijn best gewend om met jongeren om te gaan, maar de zware pedagogische eis is een drempel en een last. Gastlessen zijn te vrijblijvend en vaak tegen geen of een geringe vergoeding. Nee, het moet echt anders.

Bekwaamheid gaat volgens Metaalunie boven bevoegdheid. Metaalunie wil zich inzetten om de beste vakmensen vanuit de bedrijven voor de klas te krijgen, mits dat goed gestructureerd gebeurd en tegen een redelijke vergoeding. Er is een leerplan dat in overleg met de regionale bedrijven wordt opgesteld waar het gaat over de inzet van vakmensen. Dat kan zijn een dag in de week gedurende een bepaalde periode of een blokperiode van een of enkele weken, al-les in overleg. Daarbij moeten de vakmensen met ‘naam en rugnummer’ bekend zijn bij het ROC en op de juiste tijd en plaats worden inge-roosterd, afgestemd met het bedrijf. Het bedrijf ontvangt hiervoor een reële vergoeding.

Conclusie: maak een definitieve keuze vóór de bekwaamheid van docenten, desnoods ten koste van de bevoegdheid.

Metaalunie pleit voortdurend voor aandacht voor nabije markten, naast de aandacht voor wereld-wijde export. Een MKB-metaalbedrijf dat wil starten met export kijkt vooral naar de kansen in de landen om ons heen. Dat lijkt een platgetreden pad, maar in de praktijk blijken er nog heel veel kansen in de landen om ons heen te liggen.

Via de portal Internationaal Ondernemen, een product van publiek private samenwerking waar ook Metaalunie nauw bij is betrokken, kan een goede start gemaakt worden om kansen in-zichtelijk te maken. Maar bij het ontsluiten van kansen horen ook hele praktische matchmaking programma’s. En met een beetje meer hulp van de overheid kunnen we als MKB-metaal deze kansen gaan benutten.

De overheid kan ook helpen door de bestaande voucherregeling voor MKB-metaalbedrijven die willen (door)starten met export, vriendelijker en beter toepasbaar te maken. Deze voucher, die € 1.500,- waard is, is een handig zetje in de rug van de ondernemer die structureel werk wil ma-ken van de export. Het lastige van deze regeling is dat je niet meer dan 3% van je omzet naar het doelland mag exporteren als de totale export-omzet meer dan 25% bedraagt. Omdat juist de structurele aanpak van de export moet worden bevorderd, bereik je met de huidige criteria nog steeds een heel aantal bedrijven niet, die je met deze regeling juist wel zou willen bereiken. Voor veel ondernemers is de voucherregeling bijvoorbeeld een mooie kans om deel te nemen aan handelsmissies die speciaal zijn ontwikkeld voor het mkb. En daar kunnen we er niet genoeg van organiseren.

Naast de voorzichtig aantrekkende Nederlandse markt liggen er nog steeds veel onbenutte kan-sen in het buitenland. Met extra aandacht en in-spanningen van de overheid én van Metaalunie kunnen we samen deze kansen benutten.

Veel onbenutte kansen in het buitenland

Extra aandacht en inspanningen bevorderen export MKB-metaal

Paul VerlindenBeleidssecretaris Internationaal [email protected]

Nu is recycling van metalen al zo oud als Methusalem. Inderdaad zijn metalen als geen ander materiaal oneindig recyclebaar zonder merkbaar kwaliteitsverlies. Nog afgezien van het feit dat we daar ook nog verbeterslagen kunnen maken, we scoren daar immers nog geen volle 100%, is echt circulair produceren meer dan dat.

TNO geeft in haar rapport: ‘Kansen voor de circulaire economie in Nederland’ uit 2013 aan dat in de metaalsec-tor jaarlijks zo’n € 575 miljoen extra zijn te verdienen door een steviger sturing op circu-lariteit. Het zou volgens dit rapport tevens leiden tot een versterking van onze maakin-dustrie en tot structureel ruim 10.000 nieuwe banen (o.a. in de onderhoud- en reparatiesector, in logistiek etc.).

De cirkel rond

maken

Er is dus een behoorlijke po-tentie. Maar ook belemmerin-gen in wet- en regelgeving die circulariteit in de weg staan. Metaalunie wil dit verder uit-zoeken en is trekker van het project Circulaire Metaalketen, waarin samen met ketenpart-ners, kennisinstellingen en overheden naar verbeteropties op dit gebied wordt gezocht. Wij zien kansen voor een ver-beterd hoogwaardig hergebruik van producten, componenten en materialen. Want waarom zou je helemaal terug keren tot de scheikundige elementen om vandaar af met nieuw in te kopen grondstoffen, nieuwe investeringen in arbeid en nieuwe toevoeging van ener-gie weer op te bouwen tot een nieuw product, als je de cir-kel ook kleiner kunt houden? Daarmee behoud je een groot deel van de eerder gedane in-vesteringen in arbeid en ener-gie. De toegevoegde waarde in het opnieuw op de markt te brengen product zou wel eens veel hoger kunnen zijn. En ook het milieu vaart er wel bij. De cirkel is rond.

Er wordt de laatste tijd veel gesproken over de voordelen van een meer circulaire productieke-ten. Beweerd wordt dat er ook binnen de metaal op dat vlak nog veel te winnen is. Is circu-lariteit het nieuwe antwoord op een toenemende schaarste en bijkomende prijsstijging van grondstoffen en is circulariteit de basis voor nieuwe business- modellen?

Gerard WyfkerBeleidssecretaris Milieu en [email protected]

Op tijd betalen is mvo

Bert JaarsmaDirecteur Organisatie Koninklijke Metaalunie

45 tot 75 dagen in de praktijk

moeilijk over iets later betalen. Dat zouden we nu maatschap-pelijk verantwoord onderne-men noemen. Datzelfde zou je ook in de huidige tijd van de grote bedrijven verwachten. Dat zij vanuit hun maatschap-pelijke verantwoordelijkheid zouden besluiten om gewoon binnen 30 dagen hun rekenin-gen te betalen. En als iedereen dit zou doen, gaat het geld sneller de toeleveranciersketen door en verlagen we daarmee de financieringsbehoefte in de gehele keten.

Natuurlijk is dat de beste optie: iedereen betaalt gewoon op tijd. Maar als het echt niet anders kan en een bedrijf wil in zijn financieringsbehoefte voorzien door zijn leveranciers later te betalen, dan zou het ook normaal zijn dat daarvoor een marktconforme vergoeding wordt betaald.

Vroeger was dat de gewoon-ste zaak van de wereld dat de kruidenier ‘op rekening betalen’ accepteerde. In feite financierde de plaatselijke middenstand zo het hele dorp. Tegenwoordig heeft de toeleverancier diezelfde functie gekregen in de industrie. Dit omdat betalingstermijnen van 60 dagen eerder regel dan uitzondering zijn.

Een Metaalunielid kreeg een brief van een grote bouwmaat-schappij met de mededeling dat de algemene inkoopvoor-waarden eenzijdig waren gewijzigd. De betalingstermijn werd namelijk nog verder opgerekt. Niet meer standaard 60 dagen na ontvangst van de factuur, maar 45 dagen na de laatste dag van de maand vol-gend op de ontvangst van de factuur! Toeleverancier schrijft u het even op?

Op het eerste gezicht lijkt het misschien niet zo’n verschil met de vorige, ook al onredelij-ke, termijn. Maar in plaats van 60 dagen wordt het nu tussen de 45 en 75 dagen. Gemiddeld nog steeds 60 dagen schreven ze opgewekt, zoals te doen gebruikelijk in de sector, durf-den ze daar aan toe te voegen. Maar reken maar dat ze in de praktijk wel vaker op 75 dan op 45 uit zullen komen! De kruidenier verkocht zijn waren vroeger op de pof in verband met zijn positie in het dorp en omdat hij de situatie bij het gezin kende. Dan doe je niet

De afgelopen jaren is er een gestage groei van het aantal leerlingen dat kiest voor een middelbare beroepsopleiding in de metaal. Dat is bijzonder verheugend en ook nodig. Koninklijke Metaalunie moet, samen met de opleidingsinstellingen, er echter steeds harder aan trekken om voor alle leer-lingen een stageplek of leerwerkplek te vinden. Dit vraagt om goede verhoudingen tussen bedrijven en scholen om verwachtingen goed te managen.

Vorig jaar zijn er daarom al bijna honderd leer-lingen boven de sterkte (dus zonder leerbedrijf) opgeleid bij OBM’s, bedrijfstakscholen en scho-lingspools. Na jarenlang hard werken, groeit de instroom in het metaalonderwijs stevig. Het imago van de maakindustrie is beter en het feit dat wij als sector ook in moeilijke tijden leerlin-gen opleiden en blijven investeren in instroom, levert resultaat op. Toch moeten we reëel blijven en goed kijken naar de benodigde instroom. Een beetje harder lopen dan strikt noodzakelijk is heel gezond en zorgt voor een goede aanwas, ook als er tussentijds nog leerlingen afhaken of andere keuzes maken. Maar we kunnen als sec-tor geen marathon op sprintsnelheid lopen.

In het Techniekpact heeft Metaalunie afgespro-ken in 2020, als gezamenlijke technieksectoren, alle leerlingen die willen kiezen voor techniek, een plek te geven. Zover zijn we nog niet, maar samen met de installatiesector, de bouw en de chemie moet de metaalsector de uitdaging aan-gaan om alle leerlingen een plek te geven. Als we in de toekomst voldoende vakmensen willen hebben, moeten we nu leerlingen blijven oplei-den en geen gaten laten vallen. Bij het opleiden moeten we de technologische ontwikkelingen in maakindustrie natuurlijk wel goed blijven vol-gen. Er worden andere vaardigheden gevraagd, ook op een ander, hoger niveau. Hiermee moe-ten we bij de instroom nu al rekening houden.

André van der LeestBeleidssecretaris [email protected]

Toegenomen instroom metaalopleidingen

Vraag om meer goede samenwerking bedrijven en onderwijsinstellingen

Om de toegenomen instroom in de metaaloplei-dingen te kunnen opnemen, moet het bedrijfs-leven goed in gesprek blijven met het onderwijs over de maximale opnamecapaciteit van het aantal leerlingen. Want niets is vervelender dan het moeten teleurstellen van leerlingen, die graag voor de metaal willen kiezen. Die ver-wachtingen moet de metaalsector, samen met het scholenveld, van tevoren goed managen. Dat zorgt voor voldoende goed gemotiveerde én vak-bekwame leerlingen, die in de beroepspraktijk bij bedrijven zijn opgeleid. Zo is de toekomst van het vakmanschap verzekerd!

Postbus 26003430 GA NieuwegeinEinsteinbaan 13439 NJ Nieuwegein

[email protected] 030 - 605 33 44Fax 030 - 605 31 22

De Ondernemersorganisatie voor het MKB-metaal

Op het gebied van arbo en veiligheid loopt de Nederlandse industrie voorop in Europa. In het algemeen kun je stel-len dat Nederlandse bedrijven ruim voldoen aan alle wettelijke voorschriften die er zijn op de eerder genoemde gebieden. Dat het level playing field daardoor af en toe in zijn voegen kraakt, is iets waar Metaalunie al enige tijd voor waarschuwt.

Wat betreft de grenswaarden voor gevaarlijke stoffen drei-gen we nu tegen een ander probleem aan te lopen. Door het steeds lager stellen van die waarden zakken we namelijk door de ondergrens van wat nog meetbaar is. En voldoen aan iets dat niet meer te meten is, levert een schijnzekerheid op. En dat willen we zeker niet.

In december 2013 heeft de SER een unaniem advies gegeven over gezond en veilig werken in algemene zin. Eén van de

Jos van de WerkenBeleidssecretaris Arbo en Techniek [email protected]

Lagere grenswaarden gevaarlijke stoffen:

Voorkom schijnwerkelijkheid: geef kaders aan

adviezen was dat er in de wet-geving een Plan van Aanpak opgenomen zou worden om te kijken hoe de lagere waar-den gemeten zouden moeten worden. We zijn nu twee jaar later en het plan zit nog steeds niet in de wet. Ondanks de vele overleggen tussen SZW en branches, lijkt er niet snel een acceptabele oplossing te komen. Metaalunie roept het ministerie dan ook op: ‘zorg dat het geregeld gaat worden!’ We zitten nu vooraan als het beste jongetje van de klas als het gaat om grenswaarden van gevaarlijke stoffen, maar daar waar het onmogelijk is om din-gen nog goed te kunnen meten, moet er een escape ingebouwd worden. Het betekent dat een bedrijf dat met een gefun-deerde plan van aanpak komt waar in staat wanneer ze het wel denkt te realiseren en met welke technische middelen, dat gerealiseerd zou moeten wor-den. Dan heb je een plan van

aanpak dat getoetst zou kun-nen worden. Daardoor kan een groot deel van de bedrijven, dat nu in een overtredingssituatie zit, wel binnen een wettelijk kader opereren. Daarmee zijn ze ook weg van schijnwerke-lijkheid. Vandaar de oproep aan politiek en ministerie: denk hier positief over na, werkge-vers zijn nog steeds bereid om lagere grenswaarden af te spre-ken maar wel binnen haalbare en reële kaders.