new provinciaal omgevingsplan limburg · 2016. 10. 18. · provinciaal omgevingsplan limburg 22...

332
Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10 de tranche (14-12-07) Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08), Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-‘09), Klavertje 4 (01-04-‘09), Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09) en PMV 11 de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09), Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas Provinciaal Omgevingsplan Limburg Plan en kaarten Vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg op 22 september 2006 Actualisatie januari 2008 van enkele pagina’s en kaarten op basis van: o POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld Mook (PS: 28-9-2007) o Provinciale Milieuverordening tiende tranche (PS: 14-12-2007) Actualisatie januari 2009 van enkele pagina’s en kaarten op basis van: o POL-aanvulling Bedrijfslocatie De Meer (Roermond) (PS: 4-7-2008) o POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (PS: 18-12-2008). Actualisatie januari 2010 van pagina’s en kaarten op basis van: POL-aanvulling Beëindiging Kalksteenwinning St.Pietersberg (PS: 6-3-2009) POL-aanvulling Gebiedsontwikkeling Klavertje 4 (PS:-1-4-2009) POL-aanvulling Bedrijventerrein Holtum Noord III (PS: 10-7-2009) Provinciale Milieuverordening elfde tranche en wijziging par. 5.10 van POL (PS: 10-7-2009) POL-aanvulling Waterplan Limburg 2010-2015 (PS: 20-11-2009) POL-aanvulling Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering (PS: 18-12-09) Actualisatie oktober 2010 van pagina’s en kaarten op basis van: Intrekking POL-aanvulling Bedrijfslocatie De Meer (PS: 26 maart 2010) Partiële herziening POL-aanvulling Grensmaas (PS: 8 oktober 2010) Partiële herziening POL-aanvulling Zandmaas (PS: 8 oktober 2010)

Upload: others

Post on 23-Oct-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006,

    Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08),

    Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-‘09), Klavertje 4 (01-04-‘09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09) en PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Provinciaal Omgevingsplan Limburg

    Plan en kaarten

    Vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg op 22 september 2006

    Actualisatie januari 2008 van enkele pagina’s en ka arten op basis van:

    o POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld Mook ( PS: 28-9-2007)

    o Provinciale Milieuverordening tiende tranche (PS: 1 4-12-2007)

    Actualisatie januari 2009 van enkele pagina’s en ka arten op basis van:

    o POL-aanvulling Bedrijfslocatie De Meer (Roermond) ( PS: 4-7-2008)

    o POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (PS: 18-12-2008).

    Actualisatie januari 2010 van pagina’s en kaarten o p basis van:

    • POL-aanvulling Beëindiging Kalksteenwinning St.Piet ersberg (PS: 6-3-2009)

    • POL-aanvulling Gebiedsontwikkeling Klavertje 4 (PS: -1-4-2009)

    • POL-aanvulling Bedrijventerrein Holtum Noord III (P S: 10-7-2009)

    • Provinciale Milieuverordening elfde tranche en wijz iging par. 5.10 van POL (PS: 10-7-2009)

    • POL-aanvulling Waterplan Limburg 2010-2015 (PS: 20- 11-2009)

    • POL-aanvulling Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering (PS: 18-12-09)

    Actualisatie oktober 2010 van pagina’s en kaarten o p basis van:

    • Intrekking POL-aanvulling Bedrijfslocatie De Meer ( PS: 26 maart 2010)

    • Partiële herziening POL-aanvulling Grensmaas (PS: 8 oktober 2010)

    • Partiële herziening POL-aanvulling Zandmaas (PS: 8 oktober 2010)

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006,

    Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvullingen Bedrijfslocatie De Meer (04-07-’08) en Nieuwe Wet Ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), waterplan Limburg (20-11-’09), Veratedelijking etc. (18-12-’09), en PMV 11de tranche + par.5.10 POL (10-07-’09).

    Colofon

    Uitgave:

    Provincie Limburg

    Postbus 5700

    6202 MA Maastricht

    Tel.: +31 (0)43 389 99 99

    Fax: +31 (0)43 361 80 99

    E-mail: [email protected]

    Internet: www.limburg.nl

    Limburglaan 10

    6229 GA Maastricht

    Tekst :

    Provincie Limburg

    Grafische vormgeving en druk :

    Provincie Limburg

    Schrijen, Lippertz Huntjens

    Roto Smeets

    Fotografie :

    Provincie Limburg

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006,

    Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08),

    Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-‘09), Klavertje 4 (01-04-‘09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09) en PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Inhoud (versie 22 sept.2006, actualisatie oktober 2010) 0. Voorwoord

    1. Kwaliteitsregio Limburg ............................ ........................................................................ 1–1 1.1. AMBITIE ............................................................................................................................ 1.1–1 1.2. ONTWIKKELINGEN EN UITDAGINGEN ......................................................................... 1.2–1

    2. Limburg in ruimer verband .......................... ..................................................................... 2–1 2.1. POSITIE VAN LIMBURG .................................................................................................. 2.1–1 2.2. RELATIE MET HET RIJKSBELEID .................................................................................. 2.2–1 2.3. GRENSOVERSCHRIJDENDE AMBITIES........................................................................ 2.3–1

    3. Variatie in kwaliteit .............................. ............................................................................... 3–1 3.1. INLEIDING ........................................................................................................................ 3.1–1 3.2. STEDELIJK EN LANDELIJK GEBIED .............................................................................. 3.2–1

    3.2.1. Landelijk gebied ...................................................................................................... 3.2–4 3.2.2. Stedelijke gebieden ................................................................................................. 3.2-8 3.2.3. Stedelijk netwerken ................................................................................................ 3.2-10

    3.3. PERSPECTIEVEN ............................................................................................................ 3.3–1 3.3.1. Algemeen ................................................................................................................ 3.3–1 3.3.2. Negen perspectieven .............................................................................................. 3.3–3

    3.4. VISIE OP DE BELEIDSREGIO’S...................................................................................... 3.4–1 3.5. PROVINCIALE HOOFDSTRUCTUUR ............................................................................. 3.5–1

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006,

    Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvullingen Bedrijfslocatie De Meer (04-07-’08) en Nieuwe Wet Ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), waterplan Limburg (20-11-’09), Veratedelijking etc. (18-12-’09), en PMV 11de tranche + par.5.10 POL (10-07-’09).

    4. Natuurlijke waarden: robuust en veerkrachtig...... ......................................................... 4–1 4.1. INLEIDING ........................................................................................................................ 4.1–1 4.2. MILIEU .............................................................................................................................. 4.2–1

    4.2.1. Hoofdlijnen .............................................................................................................. 4.2–1 4.2.2. Lucht........................................................................................................................ 4.2–4 4.2.3. Geluid ...................................................................................................................... 4.2–8 4.2.4. Geur ...................................................................................................................... 4.2–10 4.2.5. Externe veiligheid.................................................................................................. 4.2–12 4.2.6. Bodem................................................................................................................... 4.2–14

    4.3. NATUUR ........................................................................................................................... 4.3–1 4.3.1. Hoofdlijnen .............................................................................................................. 4.3–1 4.3.2. Een robuuste ecologische structuur van EHS en POG .......................................... 4.3–3 4.3.3. Groene kwaliteit in het platteland buiten EHS en POG ........................................ 4.3–10

    4.4. WATER ............................................................................................................................. 4.4–1 4.4.1. Hoofdlijnen .............................................................................................................. 4.4–1 4.4.2. Herstel sponswerking.............................................................................................. 4.4–7 4.4.3. Herstel van de natte natuur................................................................................... 4.4–12 4.4.4. Schoon water ........................................................................................................ 4.4–16 4.4.5. Duurzame watervoorziening ................................................................................. 4.4–21 4.4.6. Een veilige Maas................................................................................................... 4.4–29

    4.5. AARDKUNDE, CULTUURHISTORIE EN LANDSCHAP (DE BRONZEN WAARDEN) ... 4.5–1 4.5.1. Hoofdlijnen .............................................................................................................. 4.5–1 4.5.2. Aardkunde............................................................................................................... 4.5–2 4.5.3. Cultuurhistorie: archeologie, historische bouwkunst en historische geografie ....... 4.5–4 4.5.4. Landschap............................................................................................................... 4.5–8

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006,

    Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08),

    Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-‘09), Klavertje 4 (01-04-‘09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09) en PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    5. Economie en mobiliteit ............................. ......................................................................... 5–1 5.1. INLEIDING ........................................................................................................................ 5.1–1 5.2. EEN INNOVATIEVE ECONOMIE..................................................................................... 5.2–1 5.3. WERKLOCATIES.............................................................................................................. 5.3–1

    5.3.1. Zorgen voor voldoende werklocaties van de juiste kwaliteit ................................... 5.3–1 5.3.2. Het juiste bedrijf op de juiste plaats ...................................................................... 5.3–13

    5.3.3. Duurzaam ondernemen ........................................................................................ 5.3–18 5.3.4. Militaire voorzieningen .......................................................................................... 5.3–22

    5.4. MOBILITEIT: BETROUWBAAR, VLOT, VEILIG EN DUURZAAM ................................... 5.4–1 5.5. INFRASTRUCTUUR ......................................................................................................... 5.5–1

    5.5.1. (Inter)nationale infrastructuur .................................................................................. 5.5–1 5.5.2. Het regionaal verbindend wegennet ....................................................................... 5.5–4 5.5.3. Regionale en kleine luchthavens ............................................................................ 5.5–8 5.5.4. Technische infrastructuur...................................................................................... 5.5–10

    5.6. GOEDERENVERVOER .................................................................................................... 5.6–1 5.7. VRIJETIJDSECONOMIE EN TOERISME ........................................................................ 5.7–1 5.8. LANDBOUW...................................................................................................................... 5.8–1 5.9. GRONDSTOFFEN EN ONTGRONDINGEN .................................................................... 5.9–1 5.10. ENERGIE ........................................................................................................................ 5.10–1

    6. Leefomgeving ....................................... .............................................................................. 6–1 6.1. INLEIDING ........................................................................................................................ 6.1–1 6.2. MILIEU IN DE LEEFOMGEVING...................................................................................... 6.2–1 6.3. WONEN............................................................................................................................. 6.3–1 6.4. SOCIALE KWALITEIT VAN DE LEEFOMGEVING .......................................................... 6.4–1 6.5. CULTURELE VOORZIENINGEN...................................................................................... 6.5–1 6.6. GROEN EN WATER IN EN OM DE GEBOUWDE OMGEVING ...................................... 6.6–1 6.7. REGIONAAL OPENBAAR VERVOER ............................................................................. 6.7–1 6.8. VERKEERSVEILIGHEID .................................................................................................. 6.8–1 6.9. AFVAL ............................................................................................................................... 6.9–1

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006,

    Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van POL-aanvullingen Bedrijfslocatie De Meer (04-07-’08) en Nieuwe Wet Ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), waterplan Limburg (20-11-’09), Veratedelijking etc. (18-12-’09), en PMV 11de tranche + par.5.10 POL (10-07-’09).

    7. Een dynamisch POL-Stelsel.......................... .................................................................... 7–1 7.1. VAN POL2001, NAAR POL2006 ...................................................................................... 7.1–1 7.2. HET POL-STELSEL.......................................................................................................... 7.2–1 7.3. HET POL-STELSEL IN RUIMER VERBAND ................................................................... 7.3–1

    8. Lijst van afkortingen (versie 22 sept. 2006 / 3 pagina’s)

    Begrippenlijst (versie 22 sept. 2006 / 8 pagina’s)

    9. Kaarten POL2006 (actualisatie 2008, 2009, 2010)

    10. Toelichting bij de kaarten POL2006

    11. Verantwoording en toelichting bij POL2006

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006 1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvullingen Bedrijfslocatie De Meer (04-07-’09) en Nieuw Wet ruimtelijke ordening (18-12-’09)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09).

    Voorwoord

    Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg, versie 22 september 2006 (POL2006), dat nu voor u ligt is de

    opvolger van het POL uit 2001, en, net als het eerste POL, een integraal plan.

    Status

    Het POL2006 is een streekplan, het provinciaal waterhuishoudingplan, het provinciaal milieubeleidsplan

    en bevat de hoofdlijnen van het provinciaal verkeers- en vervoersplan. Tevens vormt POL2006 een

    economisch beleidskader op hoofdlijnen, voorzover het de fysieke elementen daarvan betreft. En een

    welzijnsplan op hoofdlijnen, voorzover het de fysieke aspecten van zorg, cultuur en sociale ontwikkeling

    betreft.

    POL2006 zelf kan ook al beschouwd worden als de structuurvisie die op grond van de wetsvoorstellen

    voor nieuwe ruimtelijke wetgeving (en mogelijk ook op grond van nieuwe milieu en waterwetgeving) in de

    toekomst door provincies opgesteld moet worden.

    Proces

    Na een korte voorbereidingperiode, waarin gebruik is gemaakt van de vele lopende werkprocessen, en

    diverse vooroverleggen is het ontwerp-POL2006 op 7 februari 2006 door Gedeputeerde Staten

    vastgesteld en vrijgegeven voor inspraak. In de periode 1 maart tot en met 11 april 2006 kon eenieder

    reageren op het ontwerp-POL2006. In mei hebben Gedeputeerde Staten een bestuurlijk standpunt

    ingenomen ten aanzien van de binnengekomen zienswijzen en adviezen. Het ontwerp-POL2006 is mét

    deze voorgestelde wijzigingen aan Provinciale Staten toegezonden. Op 23 mei 2006 heeft de

    Statencommissie Ruimte en Groen (SCRG) een hoorzitting georganiseerd. Vervolgens is in drie

    bijeenkomsten van de SCRG discussie gevoerd over POL2006. Een en ander heeft geleid tot aanvullende

    wijzigingsvoorstellen. Op basis van alle binnengekomen informatie heeft Provinciale Staten op 22

    september 2006, met inbegrip van de wijzigingsvoorstellen en aangenomen amendementen, het

    POL2006 vastgesteld.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Het plan

    De tekst van het plan is waar nodig geactualiseerd, de hoofdlijnen van alle tussentijds verschenen

    aanvullingen en herzieningen zijn opgenomen en in de kaartbeelden verwerkt en er wordt invulling

    gegeven aan opdrachten die vanuit rijksbeleid (o.a. Nota Ruimte, Nota Mobiliteit) bij de Provincie zijn

    neergelegd. Er zijn geen (voornemens tot) nieuwe beleidsinitiatieven opgenomen die aanleiding vormen

    voor het opstellen van een strategische milieubeoordeling en/of een beoordeling van mogelijke negatieve

    effecten op beschermde gebieden volgens de Natuurbeschermingswet. Voorzover er voor dergelijke

    beleidsinitiatieven aanleiding is op grond van nieuwe inzichten of maatschappelijke ontwikkelingen worden

    daartoe aparte planprocedures in gang gebracht. Met POL2006 beoogt de Provincie Limburg een eerste

    Plan op Hoofdlijnen te presenteren. Alle vigerende POL-aanvullingen blijven gehandhaafd. In hoofdstuk 7

    wordt dit nader uiteengezet. Op enkele onderdelen is het beleid vernieuwd, zoals de introductie van de

    Provinciale Hoofdstructuur (par. 3.5). Op grond van de ervaringen en beleidsontwikkelingen in de

    afgelopen 5 jaar zijn de omschrijvingen van de POL-perspectieven en de POL-beleidsregio’s aangepast.

    Hierbij worden geen nieuwe beperkingen of concrete voorgestane ontwikkelingen opgenomen. POL2006

    bevat geen nieuwe juridisch direct bindende besluiten.

    In de Toelichting en verantwoording worden de veranderingen ten opzichte van POL, 2001 én de

    sindsdien verschenen POL-aanvullingen langs gelopen.

    Bij POL2006 behoren een 30-tal kaarten . Kaart 1 (Perspectieven) en kaart 2 (Provinciale hoofdstructuur)

    hebben de status van Plankaart. De overige kaarten zijn themakaarten, die deels zijn afgeleid van

    plankaarten behorende bij eerder vastgestelde POL-aanvullingen of kaarten behorende bij een

    verordening zoals de Provinciale Milieuverordening. Dit wordt in de tekst van POL2006 steeds

    aangegeven.

    POL2006 markeert tevens de start van een nieuwe benadering van planvorming. Het is namelijk een

    eerste plan op hoofdlijnen. Het bevat de provinciale visie op de ontwikkeling van de kwaliteitsregio

    Limburg en beschrijft voor die onderwerpen waar de Provincie een duidelijke rol heeft de ambities

    (uitdagingen, lange termijn doelstellingen), de context (ontwikkelingen, Europees en nationaal beleid en

    regelgeving) en de hoofdlijnen van de aanpak.

    Waar nodig vindt verdere detaillering plaats in uitwerkingen en beleidsnota’s.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006 3 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvullingen Bedrijfslocatie De Meer (04-07-’09) en Nieuw Wet ruimtelijke ordening (18-12-’09)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09).

    De grootste dynamiek zit in de programmering en het in gang zetten van projecten of initiatieven daartoe,

    ondermeer aangestuurd vanuit coalitieakkoord en jaarlijkse programmabegrotingen. Waar een meer

    juridische doorwerking nodig is, wordt dit vastgelegd in verordeningen, regels en besluiten.

    Samen met al deze uitwerkingen, programma’s, beleidsregels en besluiten vormt POL2006 een flexibel,

    modulair samengesteld geheel: het POL-stelsel.

    Hét motief voor deze scheiding is het bereiken van goede randvoorwaarden voor een aansturing op

    hoofdlijnen en binnen die hoofdlijnen het bereiken van flexibiliteit in de concrete uitvoeringssituatie.

    Zo kunnen we optimaal inspelen op impulsen vanuit coalitieakkoorden, voorjaarsdebatten of anderszins

    uit de strategisch alerte werkwijze, verankerd in de provinciale planning- en controlecyclus.

    Besluitvorming over concrete projecten en/of de inzet van financiële middelen wordt dus losgekoppeld van

    POL2006. Om die reden is er geen financiële paragraaf aan de orde.

    We zullen het POL aanpassen als daar een goede reden voor bestaat. Als het moet elk jaar. We

    verwachten echter dat enkele dergelijk hoge aanpassingsfrequenties niet nodig zal zijn, juist omdat het

    een plan op hoofdlijnen is. Indien er in een kalenderjaar aanpassingen aan de orde zijn geweest wordt dit

    in het volgende voorjaar ook fysiek geactualiseerd door van het losbladige POL2006 voor de

    desbetreffende pagina’s of kaarten vervangende exemplaren aan te bieden.

    Via Poldigitaal wordt op de provinciale website steeds de actuele versie van POL én de actuele

    samenstelling van het Spoelstelsel weergegeven.

    Beroep

    POL2006 is een afgewogen en integraal plan op hoofdlijnen. Het komt voort uit bestaande en in stand

    blijvende Polaanvullingen en het POL uit 2001, maar is ontdaan van gedetailleerde regelingen. POL2006

    bevat geen nieuwe onderdelen met rechtsgevolg, dat wil zeggen er zijn geen nieuwe planonderdelen die

    in het kader van POL2006 volledig zijn afgewogen en bovendien voldoende concreet en hard zijn.

    Er zijn zodoende geen onderdelen in POL2006 die in aanmerking komen voor beroep.

    De vigerende Polaanvullingen en de daarin vastgelegde onderdelen met rechtsgevolgen blijven in stand

    en zijn niet in heroverweging genomen bij het opstellen en de procedure van POL2006.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 4 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State d.d. 19 oktober 2007 is op 8 november 2007

    via een publicatie in de media melding gemaakt van deze uitspraak en is gewezen op de mogelijkheid

    beroep aan te tekenen tegen POL2006 met betrekking tot de daarin opgesomde en in juridische zin

    opnieuw vastgestelde concrete beleidsbeslissingen uit eerder vastgestelde POL-aanvullingen.

    Leeswijzer

    In hoofdstuk 1 wordt aangegeven welke ambitie we hebben en hoe we onze rol zien bij de duurzame

    ontwikkeling van de kwaliteitsregio Limburg en worden een aantal ontwikkelingen en uitdagingen

    beschreven.

    In hoofdstuk 2 wordt uiteengezet dat wij gebruik willen maken van onze positie in Europa en de Europese

    Unie en grensoverschrijdend willen samenwerken aan een aantal uitdagingen.

    In hoofdstuk 3 concentreren we ons meer op de wijze waarop (hoe en waar) binnen Limburg duurzaam en

    efficiënt kan worden ingespeeld op ontwikkelingen van de verschillende ruimtegebruikende functies. Dat

    doen we in de vorm van een visie op de voorgestane ontwikkeling en kwaliteiten van stad en landelijk

    gebied, de verschillende stadsregio’s en landelijk gebied regio’s en op het niveau van de POL-

    Perspectieven. Dit mondt uit in een Perspectievenkaart.

    Er zijn een aantal specifieke gebieden of zones waar de provincie voor zichzelf of als vertegenwoordiger

    van de rijksoverheid extra aandacht en/of middelen wil inzetten om de maatschappelijk gewenste

    ontwikkeling(en) vanwege hun bovenregionale belang of complexiteit te ondersteunen. Deze gebieden

    vormen tezamen de provinciale hoofdstructuur.

    In de hoofdstukken 4 t/m 6 wordt voor onderwerpen waar wij een specifieke ambitie en rol hebben

    aangegeven wat daarbij de lange termijndoelstellingen, de context en de aanpak is.

    Hoofdstuk 7 geeft een overzicht van POL2006 in relatie tot het dynamisch POL-stelsel.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1–1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    1. Kwaliteitsregio Limburg

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.1–1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    1.1. AMBITIE

    Wij willen actief bijdragen aan de duurzame ontwikk eling van de kwaliteitsregio Limburg.

    Kwaliteitsregio

    Onder de kwaliteitsregio Limburg verstaan wij een regio waar het goed en gezond leven, wonen, leren,

    werken en recreëren is. Een regio die zich bewust is van de unieke kwaliteit van de leefomgeving en de

    eigen identiteit. En een regio die stevig is ingebed in internationaal verband. Het besef van sociale

    verbanden, natuur, landschap, rijke historie en eigen cultuur schept verplichtingen voor onszelf en de

    generaties na ons. De kwaliteitsregio vraagt dus om goed rentmeesterschap en sociale cohesie. Tegelijk

    is de kwaliteitsregio zich bewust van zijn gunstige ligging midden tussen belangrijke economische

    kerngebieden van Europa. Die ligging schept kansen voor een voorspoedige economische groei en

    culturele vernieuwing. De kwaliteitsregio vraagt dus ook om goed ondernemerschap. Uiteindelijk gaat het

    er om rentmeesterschap, sociale cohesie en ondernemerschap te verenigen en, uitgaand van de eigen

    kracht, Limburg een sterke positie te laten verwerven in het ‘Europa van de Regio’s’.

    Duurzame ontwikkeling

    Ten behoeve van de kwaliteitsregio Limburg zetten wij in op duurzame ontwikkeling. Dat is een

    ontwikkeling die tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van

    toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hún behoeften te voorzien. Wij sluiten hiermee

    aan bij mondiale en Europese strategieën voor duurzame ontwikkeling. Met name willen wij duiden op de

    Lissabon en Göteborg strategie, die moeten leiden tot aanhoudende economische vooruitgang die

    samengaat met verbetering van milieu en natuur, en een sociaal beleid dat de economische prestaties

    ondersteunt.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.1–2 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Bij duurzame ontwikkeling gaat het dus om het vinden van een evenwichtige samenhang tussen de

    sociaal-culturele -, natuurlijke - en economische ‘voorraden’ in de samenleving (oftewel: people, planet,

    profit), resulterend in meerwaarde en kwaliteitsverbetering. Dit is symbolisch weergegeven in de

    navolgende figuur met de POL-driehoek. Wij onderscheiden in elk domein 6 voorraden, die een

    dynamisch karakter hebben en elkaar beïnvloeden, in positieve of negatieve zin. Bij duurzame

    ontwikkeling hoort creativiteit en inspelen op respectievelijk het benutten van nieuwe mogelijkheden.

    Immers, de eisen die de samenleving stelt aan deze voorraden veranderen: wat vroeger acceptabel was,

    kan in de toekomst als een probleem worden ervaren. De prioriteiten in onze aanpak van duurzame

    ontwikkeling hebben we aangegeven in het Programma Duurzaam Limburg. Dit programma richt zich op

    projecten inzake ruimtelijke ontwikkeling, mobiliteit en infrastructuur, energie en technologische innovatie,

    landbouw, waterbeheer en educatie en communicatie.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.1–3 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Dit omgevingsplan richt zich vooral op de ontwikkeling van fysieke en ruimtelijke kenmerken van deze

    voorraden. Vanwege de interactie en samenhang besteden we waar nodig ook aandacht aan de niet

    fysieke aspecten. Immers, veranderingen in de sociale structuur, bevolkingsopbouw of de economie zijn

    mede bepalend voor de wijze waarop bijvoorbeeld toekomstige woonwijken, de woningvoorraad of

    bedrijventerreinen vorm gegeven moeten worden.

    Het POL-driehoeksmodel met de sociaal-culturele -, natuurlijke - en economische voorraden.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.1–4 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Rolopvatting

    Maatschappelijke vraagstukken kenmerken zich door een steeds wisselend en meervoudig karakter. Voor

    een effectieve aanpak is samenwerking nodig tussen de verschillende beleidsvelden (inhoud) en de

    diverse spelers daarop (proces). Voor de Provincie kunnen daar verschillende rollen uit voortvloeien. Van

    een stimulerende en selectieve rol ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen en borgen van de kwaliteit van

    de leefomgeving, tot richting geven, toezicht houden en ondersteunen. De Provincie is meer en meer

    begeleider en partner, gericht op kwaliteit door ontwikkeling en nodigt ook andere overheden en partijen

    uit hiertoe kansen op te pakken. Behalve deregulering en subsidiariteit is daarbij van belang, dat partijen,

    (bedrijven, instellingen, gemeenten, burgers) in verschillende vormen van samenwerking zelf hun

    strategische agenda ontwikkelen en onderhouden en prioriteiten stellen. Op basis daarvan kan in (steeds

    wisselende) strategische allianties de uitvoering ter hand worden genomen, waarbij dan ook de Provincie

    bereid is te participeren met kennis, menskracht, faciliteiten en geld. De provinciale strategische agenda

    wordt afgeleid van vastgestelde beleidsdocumenten, zoals POL2006, en coalitieakkoord en

    programmabegrotingen. Daarbij zijn de volgende aandachtspunten van belang.

    Ontwikkelingsgericht

    Ontwikkeling is een basale drijfveer van mensen. Dit geldt voor zowel de economische. sociaal-culturele

    en natuurlijke aspecten van de maatschappij. Dit vraagt van de Provincie een flexibele, innovatieve en

    samenhangende aanpak. Via coalitieakkoorden en programmabegrotingen onderhouden we de

    provinciale agenda, stemmen af met de partners en sturen in de gewenste richtingen. Bijzondere

    aandacht schenken wij hierbij aan de Provinciale Hoofdstructuur (zie hoofdstuk 3). Om onze doelen te

    bereiken werken wij samen met relevante partijen en sluiten allianties met onze partners over concrete

    initiatieven. Ook zetten we ons instrumentarium klantgericht in en snijden het toe op het kunnen

    stimuleren en waarmaken van onze ontwikkelingsgerichte rol. Hierbij gaat het ondermeer om grondbeleid,

    ontwikkelingsplanologie, een actieve regierol in het kader van de inrichting van het landelijk gebied

    (WILG) en de stadsvernieuwing (ISV).

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.1–5 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Resultaatgericht

    We benaderen de zich aandienende ontwikkelingen vanuit een gebiedsgerichte toekomstvisie. We

    anticiperen daarbij op de verschillen in kwaliteiten en potenties van gebieden. We hechten belang aan het

    probleemgericht coördineren en programmeren van projecten, teneinde tot optimale resultaten te kunnen

    komen en meerdere doelen te bereiken. Een programmatische aanpak gericht op uitvoering en oplossen

    van het probleem staan centraal, evenals draagvlak en intentie bij de partners. Dat betekent dat we

    steeds wisselende strategische allianties kunnen vormen. Het betekent ook dat onze betrokkenheid van

    gebied tot gebied kan verschillen. Voor de stedelijke gebieden is onze rol anders dan voor bepaalde

    gebieden in het landelijk gebied.

    Meerwaarde

    Iedere overheidslaag heeft zijn verantwoordelijkheden. De verdeling van taken en bevoegdheden tussen

    de verschillende lagen is op gezette tijden onderwerp van discussie. Dit leidt geleidelijk tot verschuivingen,

    ondermeer door de verdere ontwikkeling van de Europese regelgeving, decentralisatie van Rijkstaken en

    de vorming van grotere en/of samenwerkende gemeenten. De Provincie manifesteert zich meer en meer

    op euregionaal niveau en daarnaast als bovenregionaal regisseur van uitvoeringsprogramma’s op het

    gebied van infrastructuur, openbaar vervoer, inrichting landelijk gebied, milieu, water, natuur, (jeugd)zorg

    en verstedelijking.

    We willen ons met dié zaken en gebieden bezig houden waar dit meerwaarde heeft. Daar hoort bij dat ook

    de inzet van middelen en de gehanteerde provinciale ambities periodiek worden herijkt. Daar waar partijen

    zelf aan de slag kunnen, zal de Provincie zo veel mogelijk terugtreden.

    (Inter)nationaal

    Onze insteek van samenwerken zullen wij ook toepassen in grensoverschrijdend verband. Naast de

    internationalisering van de economie en toename van de mobiliteit, is ook de realisatie van doelen op het

    gebied van natuur, milieu en water niet meer los te zien van de (inter)nationale context. De opgaven waar

    we in Limburg mee te maken hebben kunnen in veel gevallen enkel adequaat worden aangepakt indien

    wij ook met onze buitenlandse partners samenwerken en leren van hun ervaringen. Om onze

    samenwerkingsmogelijkheden te verruimen lobbyen we niet alleen actief in Brussel en Den Haag, maar

    leggen we contacten met relevante (buitenlandse) partijen om onze ambities en mogelijkheden waar te

    maken. Het is voor Limburg van cruciaal belang om het samen te werken met omliggende regio’s.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.1–6 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Koersvast

    Partners moeten weten, waar ze met de provincie aan toe zijn. Uitgangspunt is “afspraak is afspraak”. Dat

    laat onverlet, dat we strategisch alert zullen blijven op ontwikkelingen in de samenleving, die aanleiding

    voor beleidswijzigingen kunnen zijn.

    Ten aanzien van sociaal-culturele ontwikkelingen en natuur en milieu wordt van oudsher verwacht dat de

    overheid zich daar sterk voor maakt. Dit rentmeesterschap blijft een belangrijk onderdeel van het

    provinciaal handelen. Tegen die achtergrond zal de Provincie duidelijke kaders stellen waarmee de

    natuurlijke omgevingskwaliteiten en de leefomgeving worden versterkt en zo nodig beschermd. Ook in de

    verinnerlijking van zulke kaders in de samenleving, onder meer via voorlichting, educatie en als sluitstuk

    handhaving, investeren wij. De basishouding bij dit alles is, dat we problemen niet moeten afwentelen

    naar andere sectoren of naar de toekomst of naar andere -gebieden.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    1.2. ONTWIKKELINGEN EN UITDAGINGEN

    Monitoringrapportages en opiniepeilingen geven ons periodiek een beeld van hoe de kwaliteit van

    Limburg er voor staat. Om te bepalen waar voor ons de beleidsuitdagingen liggen, kijken we niet alleen

    naar de problemen en kansen van vandaag. We willen ook weten wat er in de toekomst op ons af komt.

    Regeren is immers vooruitzien. Dit kijken naar de toekomst en de kansen die daar liggen doen we

    continu. Het maakt deel uit van onze strategische alertheid. We laten ons daarbij inspireren door

    toekomstverkenningen (trendstudies, prognoses, scenariostudies) van nationale planbureaus,

    maatschappelijke organisaties, bedrijven en onafhankelijke trendwatchers. Om ons een beeld te vormen

    van wat de gevolgen kunnen zijn als diverse - met elkaar samenhangende - ontwikkelingen een bepaalde

    kant opgaan, hebben wij een doorvertaling naar de Limburgse situatie gemaakt van de vier lange termijn

    toekomstscenario’s (zie onderstaand schema) die zijn opgesteld door de gezamenlijke nationale

    planbureaus (CPB, MNP, SCP, RPB).

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–2 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Mondialisering

    Efficiëntie Solidariteit

    Regionalisering

    Schets op hoofdlijnen van de vier lange termijn toekomstscenario’s.

    We zien in de ontwikkelingen een aantal drijvende krachten die op veel terreinen doorwerken. Het gaat

    met name om bevolkingsontwikkeling, veranderingen in lifestyle, economische ontwikkeling en

    klimaatverandering. Hieronder geven we de belangrijkste ontwikkelingen en (mogelijke) gevolgen voor

    Limburg aan en formuleren daarbij beleidsvragen waarop we in de navolgende hoofdstukken terugkomen.

    Mondiale Markt Wereldmarkt: EU en VS als hoofdrolspelers Individualistische maatschappij Grote welvaartsverschillen (ook binnen regio’s) Prestatiemaatschappij Hoge economische en technologie ontwikkeling Weinig aandacht voor milieu en natuur

    Mondiale Solidariteit Bestuur en beleid richten zich op duurzaamheid Overheidsbeleid gericht op sociale zekerheid Verdeling van welvaart op alle niveaus Het gaat om wie je bent, niet om wat je hebt Vrije overdracht van kennis en technologie Veel aandacht voor milieu en natuur

    Veilige Regio Handelsblokken: EU en VS versus rest van de

    wereld Streven naar zelfvoorziening Trots op eigen cultuur – Wel grote

    cultuurverschillen (autochtoon – allochtoon) Hoge economische en technologie ontwikkeling Eigen leefomgeving is belangrijk (mondiale

    problemen niet)

    Zorgzame Regio Overheid is verantwoordelijk voor sociale cohesie,

    milieu, normen en waarden Economisch protectionistisch beleid gericht op

    zelfvoorziening Weinig mobiliteit van mensen, kapitaal en kennis;

    regionale verschillen in ontwikkeling Lage economische ontwikkeling Natuur in eigen regio is van groot belang

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–3 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    0

    200.000

    400.000

    600.000

    800.000

    1.000.000

    1.200.000

    2005 2010 2020 2030 2040 2050

    aant

    al in

    won

    ers

    Mondiale Markt

    Mondiale Solidariteit

    Veilige Regio

    Zorgzame Regio

    Bevolkingsontwikkeling

    Sinds 2002 daalt het aantal inwoners in Limburg. Deze daling zal de komende decennia doorzetten.

    Limburg loopt daarmee duidelijk vóór op de andere provincies in Nederland en kan in dit opzicht een echt

    Europese provincie worden genoemd. Immers, de omliggende regio’s in het buitenland hebben net als wij

    met een krimpende bevolkingsomvang te maken.

    Regionaal zijn de verschillen groot. De bevolkingsontwikkeling in Noord Limburg lijkt nog het meest op die

    in de rest van Nederland. We verwachten dat de bevolkingsomvang dáár nog geruime tijd op hetzelfde

    niveau blijft. In Zuid Limburg is de bevolkingsdaling al in 1997 ingezet, in Midden Limburg gebeurt dat

    rond 2005.

    In 2035 zal Limburg naar verwachting onder de 1 miljoen inwoners tellen. Dan is het aantal inwoners weer

    op het niveau van 1970. Meest onzekere factor in deze voorspelling is de toevloed van buitenlandse

    arbeidskrachten. In het verleden is de (netto) migratie altijd heel beperkt geweest en zonder gewijzigde

    bevolkingspolitiek is er geen aanleiding om een andere trend te verwachten.

    Bevolkingsontwikkeling in Limburg volgens de 4 scenario’s.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–4 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Limburg zal over dertig jaar niet alleen minder inwoners hebben, zij zullen gemiddeld ook ouder zijn

    (vergrijzing). Was in 1995 24% van de Limburgers 55 jaar of ouder; in 2035 behoort 42% van onze

    inwoners tot de categorie van de senioren. In dat jaar zal tegenover iedere twee personen uit de

    potentiële beroepsbevolking één gepensioneerde staan. In onze provincie zullen in 2035 circa 275.000

    ouderen van 55-74 jaar wonen, van wie de overgrote meerderheid naar verwachting geen of slechts lichte

    lichamelijke beperkingen zal hebben. Daarnaast telt Limburg dan circa 135.000 hoogbejaarden van 75

    jaar en ouder van wie mogelijk ruim de helft min of meer serieuze lichamelijke beperkingen zal hebben.

    Het aandeel jongeren (t/m 14 jaar) neemt gestaag af (ontgroening). In 1970 maakte deze groep 28% uit

    van de Limburgse bevolking, in 2005 nog maar 17%. En dit aandeel zal verder dalen.

    Ondanks dat het aantal inwoners afneemt in Limburg, zal het aantal huishoudens tot 2015 niet dalen.

    Door de gezinsverdunning (eerder en langer zelfstandig wonen van jongeren resp. ouderen, meer

    gescheiden mensen) zal vooral het aantal 1-persoonshuishoudens toenemen. Deze ontwikkeling wordt

    ingehaald door de bevolkingsafname, waardoor de vraag naar woningen na 2015 afneemt. Een

    ontwikkeling die nu al wel speelt is de veranderende vraag naar het type woningen. Zowel door vergrijzing

    als ontgroening neemt de vraag naar kleinere woningen met comfort toe. Bij de herstructurering van het

    woningenbestand moeten daarom naast kwantitatieve ook kwalitatieve aspecten in ogenschouw worden

    genomen. De herstructurering biedt tevens kansen om slim om te gaan met mobiliteit (aansluiting op

    openbaar vervoer), met energiebesparing in de gebouwde omgeving, bereikbaarheid van

    (zorg)voorzieningen etc.

    Een heel ander aspect is de relatie met de economie. Limburg moet zich klaarmaken voor de

    veranderingen in de economische structuur. De omslag naar een kenniseconomie is de grootste uitdaging

    voor het behoud van welvaart en werkgelegenheid in Limburg. Dit mede in relatie tot de vergrijzing en de

    gevolgen voor de beroepsbevolking. Het maken van verbindingen tussen ondernemers, onderzoek,

    onderwijs en overheid is een absolute voorwaarde. Uiteindelijk zal het Limburgse bedrijfsleven

    innovatiever moeten zijn in brede zin en meer marktgericht moeten gaan opereren (ondernemerschap) om

    de internationale concurrentieslag het hoofd te bieden. De demografische ontwikkeling versterkt de

    noodzaak van een economische transitie naar een hoogwaardige innovatieve economie.

    Als gevolg van ontgroening en vergrijzing zal de potentiële beroepsbevolking in dertig jaar tijd met meer

    dan 200.000 personen afnemen. Aan het personeel zullen hogere eisen gesteld worden.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–5 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Dit betekent dat voor de arbeidsmarkt de nodige maatregelen zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin

    genomen moeten worden.

    Er zijn nog meer voordelen van de vergrijzing, mits we ze weten te benutten. Zo ontstaat er behoefte aan

    nieuwe producten en diensten voor senioren op tal van gebieden (zorg, wonen, welzijn, vervoer, toerisme

    en recreatie). Als vraag en aanbod zich houden aan normale economische spelregels ontstaat vanzelf

    een nieuwe markt en werkgelegenheid. Kortom kansen voor de Limburgse economie. Hierbij zou ook

    gebruik gemaakt moeten worden van de enorme schat aan kennis en ervaring van de senioren. Enerzijds

    kunnen ouderen met kennisoverdracht jongeren van dienst zijn bij hun aantreden op de arbeidsmarkt,

    anderzijds dragen ontmoetingen tussen jong en oud bij aan een versterking van de sociale cohesie. Het

    zou zonde zijn om dit onbenut te laten.

    De consequenties van de verwachte bevolkingsontwikkeling worden met name in de hoofdstukken 5 en 6

    verder uitgewerkt.

    Veranderingen in lifestyle

    Door het wegvallen van de zuilen, door individualisering en democratisering van de samenleving hebben

    individuele normen en waarden als basis voor het handelen van mensen aan betekenis gewonnen. Ook is

    in de afgelopen decennia het welvaarts- en opleidingsniveau aanzienlijk gestegen. Mensen zijn door al

    deze ontwikkelingen veel vrijer en onafhankelijker geworden in het bepalen van de wijze waarop zij willen

    leven.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–6 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Mede door vergrijzing en ontgroening, en de schaalvergroting van de voorzieningen loopt de sociale

    cohesie gevaar. Het culturele – en verenigingsleven in Limburg is in vergelijking met de andere provincies

    nog goed en daar zijn we terecht trots op. De trend van individualisering kan hier afbreuk aan doen en er

    zijn inspanningen vereist om deze waarden zo goed ontwikkeld te houden.

    Aandacht moet er ook zijn voor de leefbaarheid in dorpen. Een aantal toekomstscenario’s (m.n. ‘Mondiale

    Markt’ en ‘Mondiale Solidariteit’) voorziet een trek naar de steden. Van de ene kant is dit gunstig voor

    ontwikkelingen voor ruimte en natuur omdat door concentratie van woonfuncties minder ruimtedruk in het

    landelijk gebied ontstaat. Van de andere kant kan dit een risico betekenen voor de leefbaarheid in de

    dorpen. Kan in verband hiermee op de middellange termijn worden vastgehouden aan het huidige

    bundelingsbeleid (verdeling tussen stad en platteland)? In paragraaf 3.2 en in hoofdstuk 6 wordt hier op

    ingegaan.

    Ofschoon de scenario’s een wisselend beeld laten zien, verwachten wij niet dat het ritme van de

    dagindeling in de toekomst sterk zal veranderen. Een echte 24-uurs economie zit er dus niet in. Toch zal

    de hoeveelheid vrije tijd in de toekomst wat kleiner worden: deze tijd wordt wel veel intensiever gebruikt

    en beleefd. Er wordt ook meer geld uitgegeven aan vrijetijdsbesteding. De vrijetijdsmarkt ontwikkelt zich

    snel en commercialiseert. Ook de ouderen dragen hier aan bij. De leefwijze van ouderen in 2030 zal meer

    dan nu in het teken staan van de wens om eigen keuzes te maken en om actief, gezond, krachtig en

    beweeglijk in het leven te staan.

    De autoverkeerprestatie van de Limburgse bevolking zal, ondanks de afnemende bevolkingsomvang,

    tussen 2003 en 2015 nog met zo’n 14% groeien. Dit wordt o.a. veroorzaakt door een stijgende

    maatschappelijke participatie. Daarna zal de autoverkeerprestatie langzaam dalen. Gebruik van openbaar

    vervoer krijgt vooral groeikansen in de op solidariteit gerichte scenario’s.

    Door de individualisering en de ontwikkelingen op het gebied van ICT veranderen traditionele

    organisatiestructuren in netwerken. Persoonlijke kenmerken, belangen en interesses worden bepalend

    voor het lidmaatschap, niet achtergrond of geboorte. Limburg zal zich ontwikkelen naar een meer

    heterogene samenleving, met nieuwe bindingen tussen culturen en leeftijden.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–7 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    De betekenis van de veranderende lifestyle voor de beleidsopgave op tal van terreinen komt vooral in

    hoofdstuk 6 aan bod.

    Economische ontwikkeling

    Aan het begin van de 21ste eeuw staat de vitaliteit van de economie onder grote druk. Door de

    globalisering van de economie hebben Limburgse bedrijven, veel meer dan in het verleden, met een

    wereldmarkt te maken. Vooral de concurrentie uit lage lonen landen leidt ertoe dat veel bedrijven uit de

    maakindustrie hun activiteiten verplaatsen naar Oost Europa of Azië, of soms zelfs hun bedrijf definitief

    moeten sluiten. Dit heeft ook voor de grote groep toeleveranciers directe consequenties. Vooral bedrijven

    die een hoge loonkostencomponent in de kostprijs kennen, hebben het moeilijk.

    Dit leidt er toe dat de economische structuur in Limburg verandert en dit zal in alle lange termijn scenario’s

    in meer of mindere mate doorgaan. De toegevoegde waarde in de industrie neemt weliswaar toe (per

    arbeidsplaats wordt straks een hogere toegevoegde waarde gegenereerd), maar de handel- en

    dienstensectoren groeien relatief harder. De werkgelegenheid in de industrie neemt snel af. Perspectiefrijk

    zijn vooral sectoren die veel investeren, nieuwe producten en diensten ontwikkelen en exporteren. Voor

    Limburg worden de kansen van de voeding- en genotmiddelenindustrie, de sector energie en chemie

    hoog ingeschat, in iets mindere mate ook de metaalproducten- en machine-industrie,

    transportmiddelenindustrie en metaalelectro industrie.

    De dienstensectoren (denk vooral aan de logistieke sector, de zorg, zakelijke dienstverlening en toerisme

    en recreatie) maken het verlies aan banen in de industrie goed. De sector toerisme en recreatie ontwikkelt

    zich tot een volwaardige vrijetijdseconomie. Binnen deze economie ontstaat een grote dynamiek waarbij

    ondernemers snel op marktkansen zullen inspelen. Daarbij gaat het zowel om stedelijke vormen van

    vrijetijdsbesteding als om recreatie op het platteland. Er worden nieuwe allianties gesloten, o.a. tussen

    toerisme en landbouw en toerisme en zorgsectoren. Hiervoor zal een deel van de traditionele toeristische

    ondernemers moeten vernieuwen en een kwaliteitsslag moeten maken om zich binnen de dynamiek van

    de vrijetijdseconomie te kunnen handhaven.

    Afhankelijk van het toekomstig EU-landbouwbeleid, de wereldmarkt, technologische ontwikkeling en de

    aandacht voor duurzame productie en agrarisch natuurbeheer, laten de sectoren uit de land- en tuinbouw

    heel verschillende ontwikkelingen zien.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–8 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Mondiale Solidariteit

    0

    10000

    20000

    30000

    40000

    50000

    60000

    2000 2010 2020 2030 2040milj

    oen

    euro

    (pr

    ijspe

    il 20

    00)

    Zorgzame Regio

    0

    10000

    20000

    30000

    40000

    50000

    60000

    2000 2010 2020 2030 2040milj

    oen

    euro

    (pr

    ijspe

    il 20

    00)

    Mondiale Markt

    0

    10000

    20000

    30000

    40000

    50000

    60000

    2000 2010 2020 2030 2040milj

    oen

    euro

    (pr

    ijspe

    il 20

    00)

    Veilige Regio

    0

    10000

    20000

    30000

    40000

    50000

    60000

    2000 2010 2020 2030 2040milj

    oen

    euro

    (pr

    ijspe

    il 20

    00)

    De totale productie- en toegevoegde waarde van de landbouw blijft in de meeste scenario’s op hetzelfde

    niveau; het scenario dat uitgaat van sterke schaalvergroting en industrialisatie van de landbouw laat

    echter juist een forse stijging zien. In alle scenario’s neemt de werkgelegenheid in en de ruimteclaim door

    de landbouw af.

    █ overheid █ bouw █ industrie

    █ handel en diensten █ openbaar nut █ landbouw

    Economische structuur en toegevoegde waarde per sector; volgens de 4 scenario’s.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–9 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    De toegevoegde waarde van de dienstensector laat een verdere stijging zien. Vervoer, communicatie en

    handel groeien fors, vooral in de marktgerichte scenario’s. Ook de zorgsector zal een sterke groei

    doormaken, mede door de toenemende vergrijzing van de bevolking. Tot 2030 zal de werkgelegenheid in

    de zgn. quartaire sector tussen de 20 en 65% groeien.

    Het karakter van de werkgelegenheid verandert ook. Er komen meer hooggekwalificeerde banen, in de

    sfeer van technologie en ICT, maar ook banen in de communicatieve, sociale en creatieve sfeer. Aan de

    onderkant van de arbeidsmarkt zal de vraag naar persoonlijke dienstverlening door relatief

    laaggeschoolden sterk toenemen. De uitstoot van werkgelegenheid uit de industrie (een traditioneel sterk

    vertegenwoordigde sector in Limburg) zal substantieel hoger zijn dan gemiddeld in Nederland. Er wordt

    een groeiende mobiliteit van het arbeidsaanbod tussen werkgevers en functies verwacht. De flexibiliteit op

    de arbeidsmarkt neemt toe.

    Of al deze ontwikkelingen per saldo leiden tot een toe- of afname van de totale werkgelegenheid is niet te

    voorspellen. Belangrijk is in elk geval wel dat in alle scenario’s de vraag naar arbeid groter wordt dan het

    aanbod (dat daalt door ontgroening en vergrijzing). Op de middellange termijn vraagt dit om een

    ommezwaai in het beleid: in plaats van werkloosheid te bestrijden dient met beleidstrategieën het

    arbeidsaanbod te worden verruimd. Een primaire oplossing is het verhogen van de arbeidsparticipatie

    (thans in Limburg nog lager dan landelijk gemiddeld), waarbij scholing en opleiding extra aandacht

    behoeven, alsmede het blijven betrekken van ouderen in het arbeidsproces en flexibilisering van de

    economie. Een tweede oplossing is het blijven inzetten op hightech systemen en stimulering van

    automatisering en innovatie met het oog op het verhogen van de arbeidsproductiviteit. Een derde

    oplossing is meer arbeidskrachten naar Limburg trekken. Hiervoor is mede van belang het bevorderen

    van een aantrekkelijk woon- en leefklimaat, goede scholingsfaciliteiten en een hoog voorzieningenniveau.

    De veranderende economie heeft ook gevolgen voor de behoefte aan bedrijventerreinen. Aan het begin

    van de 21e eeuw is het areaal bedrijventerreinen jaarlijks met zo’n 65 ha uitgebreid. Aan deze

    voortdurende groei komt een eind. Drie van de vier lange termijn scenario’s laten van 2010 naar 2020 nog

    een lichte groei van de bedrijventerreinenbehoefte zien, daarna daalt de behoefte aan areaal. Kwaliteit

    blijft van belang. De nieuwe kennisintensieve bedrijvigheid vraagt minder ruimte, maar wel van hoge

    kwaliteit. Voor belangrijke sectoren als de logistiek blijft ruimte wel wezenlijk.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–10 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    0

    5

    10

    15

    20

    2000 2010 2020 2030 2040

    Mto

    n C

    O2

    Mondiale Markt

    Mondiale Solidariteit

    Veilige Regio

    Zorgzame Regio

    Doel 2010 (t.o.v. 1990)

    De milieubelasting neemt op veel fronten verder af. De marktgerichte scenario’s laten een kleinere

    afname zien dan de meer op solidariteit gerichte scenario’s. Voor sommige stoffen (m.n. zwaveldioxide en

    ammoniak) kan zelfs een toename van de milieubelasting optreden. In de marktgerichte scenario’s is er

    ook een toename van het energieverbruik. De emissie van kooldioxide (CO2) wordt beperkt door de inzet

    van instrumenten die energiebesparing en duurzame energieopwekking bevorderen. In de meer op

    solidariteit gerichte scenario’s nemen energieverbruik en CO2-uitstoot wel af, vooral omdat hiertoe een

    beleidsintensivering plaatsvindt vanwege de sterke aandacht voor het beperken van het klimaatprobleem.

    Ontwikkeling van de CO2-emissie in de 4 scenario’s.

    Door de mondiale verschuiving van grootschalige productie zullen de goederenstromen verder toenemen.

    Europa is een interessante afzetmarkt voor producten die in lagelonenlanden in grote series worden

    geproduceerd. In de nabijheid van de grote afzetgebieden worden de producten bewerkt, klantspecifiek

    gemaakt en gedistribueerd. De Nota Mobiliteit voorziet tot 2020 een groei van het goederenvervoer van

    15 tot 80% (dit laatste percentage bij hoge economische groei in het Mondiale Markt scenario). Zeker het

    transitoverkeer via het hoofdwegennet door Limburg zal hierdoor stevig groeien.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–11 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    In combinatie met de ontwikkeling van het personenautobezit en –gebruik (zie hiervoor), resulteert dit in

    een totale groei van de mobiliteit tussen 2003 en 2020 van 35 tot 55%. Mede vanwege de effecten op

    ruimtegebruik, milieu en leefomgeving, vraagt het accommoderen van de mobiliteit om duurzame

    oplossingen.

    De ontwikkelingen rond economie en mobiliteit staan centraal in hoofdstuk 5.

    Klimaatverandering

    In de loop van de 20ste eeuw is de wereldgemiddelde temperatuur met 0,6°C toegenomen. Dat is een

    gevolg van natuurlijke oorzaken zoals vulkaanuitbarstingen en zonneactiviteit, en van het door de mens

    versterkte broeikaseffect als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen. De prognose voor de

    temperatuurstijging in de 21ste eeuw varieert van 1,4°C tot 5,8°C, ook voor Nederland. Deze variatie h eeft

    te maken met onzekerheden in de werking van het klimaatsysteem en de ontwikkelingen van emissies.

    De ambitie van de Europese Unie is om de temperatuurstijging tot 2°C te beperken. Aangenomen wordt

    dat dan het proces van klimaatverandering nog beïnvloedbaar is. Om dit te realiseren is een

    verdergaande beperking van de uitstoot van broeikasgassen nodig. We zouden dus veel minder energie

    moeten gebruiken en de energie die we gebruiken moeten we duurzaam opwekken. Met name in de

    marktgerichte toekomstscenario’s is deze ambitie roeien tegen de stroom in. Zelfs als we erin slagen de

    uitstoot van de broeikasgassen de komende decennia ver terug te dringen (met minstens 50%), dan nog

    treden allerlei gevolgen op. Onontkoombaar is dat we ons hieraan moeten aanpassen.

    De temperatuurstijging heeft grote gevolgen voor de waterkringloop. De bedekking van de aarde met

    sneeuw en ijs zal afnemen. Minder direct voor Limburg van belang, maar wel voor Nederland, is de

    zeespiegelstijging (zo’n 2 cm per 10 jaar) waardoor de kustverdediging versterkt moet worden. Op de

    langere termijn (na 2100) zou de zeespiegel tot 88 cm hoger kunnen worden.

    Het zal in Nederland meer en extremer (meer regen in korte periodes) gaan regenen met wateroverlast in

    de winter. Om deze wateroverlast tegen te gaan zou de ontwerpafvoer voor de Maas en zijrivieren

    verhoogd moeten worden met 10% per graad temperatuurstijging. Hierbij moet bedacht worden welk

    risico op overstromingen we willen lopen, welke ruimte we voor de rivier en beken zullen moeten

    reserveren en hoe we deze ruimte nuttig voor diverse functies kunnen gebruiken.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 1.2–12 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Ook zal ons rioleringsstelsel op piekneerslag moeten worden aangepast. De verandering in neerslag heeft

    dus gevolgen voor bouwen en landgebruik.

    Er zal vaker zomerdroogte optreden. Dit heeft weer gevolgen voor de natuur en de landbouw.

    De effecten van klimaatverandering op de natuur zijn reeds merkbaar: het groeiseizoen wordt steeds

    langer en soorten uit zuidelijker streken breiden zich uit over heel Nederland. Andere soorten verdwijnen

    juist. Of soorten zich tijdig kunnen aanpassen aan de veranderende leefomstandigheden hangt af van de

    snelheid van de klimaatverandering en beperkende factoren zoals versnippering van natuurgebieden. Dit

    stelt eisen aan ligging van de ecologische structuur.

    Doordat het groeiseizoen langer wordt, neemt ook de plantengroei toe, waardoor meer CO2 uit de

    atmosfeer wordt vastgelegd (dit remt het broeikaseffect). Enerzijds biedt de klimaatverandering dus een

    toename van de productiviteit (langer groeiseizoen) en kansen voor nieuwe gewassen, anderzijds zal de

    water- en droogteschade toenemen. Ook het risico van plagen en ziektes wordt groter, vooral in de

    biologische landbouw. We moeten ons afvragen of we kunnen doorgaan met beregenen en

    grondwateronttrekking of dat we op de lange termijn zouden moeten overgaan naar andere teelten.

    Klimaatverandering beïnvloedt ook de volksgezondheid. Hogere temperaturen in combinatie met een

    slechte luchtkwaliteit hebben tot gevolg dat meer zieke en oudere mensen eerder kunnen overlijden. Ook

    de verandering in soort en verspreiding van insecten, parasieten en infectieziekten brengt gevaren voor

    de volksgezondheid met zich mee.

    Met name hoofdstuk 4 gaat verder in op de betekenis van mogelijke klimaatverandering voor Limburg,

    bijvoorbeeld voor het waterbeleid.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2–1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    2. Limburg in ruimer verband

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2.1–1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    2.1. POSITIE VAN LIMBURG

    Limburg als onderdeel van de Europese Unie

    Kansen en uitdagingen voor Limburg liggen meer dan ooit in Europa. De Europese Unie biedt de

    mogelijkheden om onze belangrijkste potenties te ontwikkelen. Wij willen daar actief op inspelen en gaan

    daarbij allianties aan met alle relevante regio’s en partners. Daarnaast werken we met Belgische en

    Duitse partners aan gezamenlijke uitdagingen op Euregionale schaal. Dit doen we via de Euregio’s Maas-

    Rijn, Rijnmaas-noord, Benelux Middengebied en Rijn-Waal. Zie hiervoor kaart 2a Limburg binnen

    euregio’s. Ook werken we samen met Noordrijn-Westfalen, Vlaanderen en Wallonië, al dan niet samen

    met andere provincies.

    Samenwerking met andere Europese en Nederlandse regio’s maakt het bovendien mogelijk om in een

    vroeg stadium invloed uit te oefenen op rijks- en EU niveau. De Provincie Limburg participeert daartoe

    ondermeer in het Comité van de regio’s, één van de adviesorganen van de Europese Commissie en in

    diverse lobbystructuren, zoals het Huis der Nederlandse Provincies (HNP) en de Raad van Europese

    Gemeenten en Regio’s (CEMR).

    De regelgeving van de EU heeft grote invloed op Limburg. Enerzijds in de vorm van richtlijnen en

    verordeningen (wetgeving) en anderzijds door middel van subsidiestromen. Op diverse terreinen werken

    de EU-lidstaten toe naar een gemeenschappelijk beleid, met name voor regionale economie, landbouw,

    transport, milieu en water. Voorbeelden zijn het loslaten van handelsbelemmeringen, het afbouwen

    exportsubsidies, hogere kwaliteitseisen aan productieprocessen, vrij verkeer van personen en de

    ontwikkeling van Trans-Europese netwerken. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft belangrijke

    gevolgen voor de positie van Nederlandse (en dus ook Limburgse) agrariërs. De subsidiëring en

    handelsbescherming van de landbouwsector wordt afgebouwd.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2.1–2 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Vanuit de EU worden impulsen gegeven om de sector naar een nieuwe zelfstandige marktpositie te

    helpen, uitgaande van een hoogwaardige, duurzame en kennisintensieve bedrijfsvoering.

    De strategische EU-agenda’s “Lissabon” (EU mondiaal sterkste kenniseconomie) en “Göteborg”

    (duurzaamheid en energie) hebben ook voor Limburg belangrijke gevolgen.

    Het oppakken van grensoverschrijdende ambities is tevens een vertaling van wat het Rijk van de provincie

    verwacht, op grond van onder meer de Nota Ruimte, de nota Pieken in de delta en de Nota Mobiliteit.

    Limburg: strategisch in het hart van Noordwest-Euro pa

    Limburg ligt in het hart van het belangrijkste metropolitane gebied in Europa. Dit gebied concurreert met

    andere kerngebieden in de EU en op wereldschaal. Kenmerkend voor dit gebied is de aanwezigheid van

    dicht bij elkaar gelegen sterk verstedelijkte regio’s, zoals Londen, Parijs, Randstad, Vlaamse Ruit, het

    Duitse Rijn/Ruhrgebied en Frankfort. Hier ligt een groot economisch, sociaal, cultureel en

    kennispotentieel. Limburg maakt deel uit van een “tussengebied” tussen deze verstedelijkte regio’s. Er is

    een dicht en intensief (ten dele door Limburg lopend) infrastructuurnetwerk dat de mainports Schiphol,

    Rotterdam en Antwerpen verbindt met het Europese achterland.

    Als gevolg van de dynamiek en verstedelijking heeft noordwest Europa te maken met een hoge

    milieubelasting. Het noordwest Europese kerngebied omvat ook belangrijke en hoogwaardige kwaliteit op

    het gebied van natuur en landschap.

    Bekijken we het tussengebied wat nader dan zijn daar ook stedelijke gebieden van nationale betekenis te

    vinden. Zuid-Limburg maakt daarbij deel uit van het in de Nota Ruimte aangegeven grensoverschrijdende

    stedelijk netwerk Maastricht-Aken-Hasselt-Heerlen-Luik (MAHHL), dat op zich zelf ook een duidelijk eigen

    marktgebied vormt. Buiten het MAHHL-gebied is er het zich ontwikkelende netwerk Brabantstad – Venlo –

    Rijn/Ruhrgebied, eveneens aangegeven in de Nota Ruimte. Dit verschaft Limburg een strategisch sterke

    positie. Zuid-Oost Nederland is door het Rijk aangemerkt als de kennisregio bij uitstek van Nederland, een

    Technologische Top Regio met daarin gelegen de brainport Eindhoven. De grote stedelijke concentraties

    op relatief korte afstand vormen een belangrijk “afzetgebied” voor innovatieve, logistieke en

    agrotechnische functies. De gunstige ligging biedt Limburg bovendien mogelijkheden te profiteren van

    grootstedelijke voorzieningen. Tegelijkertijd kunnen de voordelen worden benut van een relatief rustig en

    ten dele nog open gebied met grensoverschrijdende omgevingskwaliteiten (natuur, landschap, recreatie

    en toerisme) en een aantrekkelijk woon en werkklimaat. Zie kaart 2b Limburg in Noordwest-Europa.

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2.1–3 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    Relaties met Noord-Brabant en Gelderland

    Grensoverschrijdende relaties zijn er met name met Noord-Brabant en Gelderland. Samenwerking vindt

    bijvoorbeeld plaats ten aanzien van de realisering ecologische structuren, de aanpak van de problematiek

    van de Maas, economie en infrastructuur. Hiervoor is reeds gewezen op de betekenis van het netwerk -

    Brabantstad – Venlo – Rijn/Ruhrgebied. De noordelijke punt van Limburg ligt in de invloedssfeer van het

    stedelijke knooppunt Arnhem-Nijmegen (KAN).

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2.1–4 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2.2–1 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinnning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09),

    Holtum Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09)

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van POL-aanvullingen Grensmaas en Zandmaas

    2.2. RELATIE MET HET RIJKSBELEID

    Het voor POL relevante rijksbeleid is in de inleidende paragrafen voor de diverse beleidsonderdelen (H4

    t/m 6) en waar nodig in de subparagrafen aangegeven.

    Voor het provinciale ruimtelijk-economische beleid behoeft de afstemming met en doorwerking van het

    rijksbeleid in Limburg een nadere toelichting. Het rijksbeleid hiervoor is verwoord in de Nota Ruimte met

    uitwerkingen in ondermeer de Nota Mobiliteit en de Nota Gebiedsgerichte economische perspectieven.

    Nota Ruimte

    In de Nota Ruimte wordt beschreven hoe het rijk aankijkt tegen de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland.

    Ruimte scheppen voor verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak van ons land is

    daarbij aangegeven als hoofddoel. Specifiek richt het rijk zich daarbij op: versterking van de internationale

    concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en

    ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. De visie van

    het rijk komt in het bijzonder tot uitdrukking in de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Kaart 2d geeft een

    overzicht van de belangrijkste elementen uit de Nota Ruimte. Deze elementen zullen samen met onder

    meer provincies en gemeenten gerealiseerd worden en worden als zodanig ook in dit POL2006 opgepakt.

    De belangrijkste voor Limburg relevante elementen (met de status van Planologische kernbeslissing) zijn:

    ■ de robuuste (ook grensoverschrijdende) ecologische verbindingen; ■ het Nationaal Landschap Zuid-Limburg; ■ de rijksbufferzones tussen Maastricht en Sittard-Geleen en tussen Parkstad Limburg en Sittard-

    Geleen;

    ■ het nationaal stedelijk netwerk Zuid-Limburg (onderdeel van het grensoverschrijdende stedelijk netwerk MAHHL);

  • Provinciaal Omgevingsplan Limburg 22 sept. 2006, 2.2–2 Actualisatie 2008 op basis vastgestelde POL-aanvulling Robuuste verbinding Schinveld-Mook (28-09-07) en PMV 10de tranche (14-12-07)

    Actualisatie 2009 op basis van de POL-aanvulling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (18-12-’08)

    Actualisatie 2010 op basis van de POL-aanvullingen Beëindiging kalksteenwinning St.Pietersberg (06-03-’09), Klavertje 4 (03-04-’09), Holtum

    Noord III (10-07-’09), Waterplan Limburg (20-11-’09), Verstedelijking etc. (18-12-’09), PMV 11de tranche + par. 5.10 POL (10-07-’09),

    Actualisatie in 2010: Intrekken POL-aanvulling De Meer uit 2008, Partiële herzieningen van