notitie wijkgericht werken-wijkaanpak
DESCRIPTION
Visie wijkgericht werken-wijkaanpak in HarderwijkTRANSCRIPT
JI/12december2011–definitief 1
WIJKAANPAK 2012 – 2015 inrichting en borging van de faciliterende rol van de gemeente
12 december 2011
Opsteller: Job Ike
Versie: definitief
JI/12december2011–definitief 2
Inhoudsopgave
1. Inleiding ..................................................................................................................................3
Vraagstelling ...........................................................................................................................3
Doel notitie .............................................................................................................................4
Begrippen ...............................................................................................................................4
2. Wat hebben we geleerd? .......................................................................................................4
3. Visie op wijkaanpak ................................................................................................................5
Waar gaat bewonersgericht werken over? ............................................................................5
Randvoorwaarden ..................................................................................................................6
Punt op de horizon 2015 ........................................................................................................6
4. Visie op programmatische aanpak wijkaanpak ......................................................................7
5. Rollen en posities bij bewonersgericht werken .....................................................................8
A. Bewoners............................................................................................................................8
Open samenwerkingsverbanden............................................................................................8
Budgetten ...............................................................................................................................9
B. Professionals.......................................................................................................................9
Regiegroep..............................................................................................................................9
Partneroverleg......................................................................................................................10
Gemeentelijke organisatie....................................................................................................10
Doorkijk naar de toekomst ...................................................................................................11
Wijkmanager.........................................................................................................................11
Wijkbeheerders BOR ............................................................................................................12
Financieel consulent .............................................................................................................12
6. Personele gevolgen...............................................................................................................13
7. Financiële paragraaf..............................................................................................................13
Structurele middelen............................................................................................................13
Incidentele middelen............................................................................................................14
Resumé .................................................................................................................................15
8. Implementatie en borging: 10-puntenplan..........................................................................16
Bijlage 1: Verklarende woordenlijst ..............................................................................................18
Bijlage 2: Profielschets Wijkmanager Harderwijk .........................................................................19
Bijlage 3: Historie financiële budgetten ........................................................................................21
Bijlage 4: Plattegrond huidige situatie wijken Harderwijk ............................................................23
Bijlage 5: Bronvermelding .............................................................................................................24
JI/12december2011–definitief 3
1. INLEIDING
Het buurtgericht werken in Harderwijk kent al een lange geschiedenis. Zo gingen er al sinds 1992
vormen van buurtpreventie van start in een beperkt aantal buurten. In 2001 besloot de
gemeente de stap te zetten naar integraal buurtbeheer. Integraal buurtbeheer ging in 2002 van
start in drie buurten die door een combinatie van sociale en fysieke karakteristieken extra
aandacht nodig hadden.
Op 12 juli 2007 is de raad akkoord gegaan met de startnotitie Evaluatie Buurtgericht Werken.
Deze notitie gaf de stand van zaken aan ten aanzien van buurtgericht werken en de afspraken
die hierover gemaakt waren door de raad en het college. Omdat buurtgericht werken onderdeel
uitmaakt van de strategische raadsagenda, is de rol van de raad en de manier waarop zij wilde
participeren in de evaluatie duidelijk vastgesteld. De raad heeft toen besloten om de evaluatie
uit te besteden aan een extern deskundige. Dit heeft in december 2007 geleid tot het
evaluatierapport 'Evaluatie Buurtgericht Werken Harderwijk 2007' van Nico de Boer.
De bestuurlijke basis voor de Harderwijker Wijkaanpak ligt in het besluit dat de vergadering van
de gemeenteraad van 17 april 2008 heeft genomen naar aanleiding van ondermeer het
evaluatierapport. In essentie ging het hier om het omvormen van wijk- en buurtgericht werken
naar een wijkaanpak voor heel Harderwijk, dit op een programmatische wijze aan te pakken en
het inzetten van buurtteams te beschouwen als instrument binnen de wijkaanpak.
Belangrijk was dat de gemeente Harderwijk 3 miljoen euro aan provinciale middelen ontving
(GSO3) om een extra impuls te geven aan het ontwikkelen van een Harderwijker Wijkaanpak.
Deze middelen waren beschikbaar om in de wijken Zeebuurt en Stadsdennen samen met
wijkbewoners en andere partners tal van projecten uit te voeren, en hiermee als het ware
ervaring op te doen.
In het najaar 2008 is gestart met het opbouwen van het programma wijkaanpak. Doelen van dit
programma waren:
- het vergroten van de leefbaarheid van de Harderwijkse wijken.
- als gemeente meer bewonersgericht te werken waardoor de relatie tussen burgers en
overheid beter wordt en de afstand kleiner.
- de zelfredzaamheid van (wijk)gemeenschappen te vergroten.
In de periode 2009 - 2011 is in de Zeebuurt en Stadsdennen ervaring opgedaan met buurt- en
wijkgericht werken. Ook is vanaf 2002 met wijk- en buurtgericht werken een leerzaam pad
bewandeld om te komen waar we met de wijkaanpak momenteel staan: het opgebouwde
netwerk wordt zeer gewaardeerd, vragen vanuit buurt en wijk worden beantwoord, men wordt
gehoord en heeft een ingang bij de gemeente.
Vraagstelling Met het aflopen van GSO3 eind dit jaar, is het vraagstuk dat nu voorligt ten aanzien van de
wijkaanpak tweeledig:
1. Gaan we door met de wijkaanpak?
2. Zo ja, dan ligt er een behoorlijke uitdaging voor de gemeente. De cruciale vraag is dan hoe
een gezamenlijk traject rond wijkgericht werken wordt opgepakt zodat vanuit een heldere
visie de doorontwikkeling invulling krijgt en het gezamenlijk vertrouwen in het welslagen
toeneemt.
JI/12december2011–definitief 4
Doel notitie Deze notitie heeft als doel inzicht geven in de huidige stand van de wijkaanpak op grond van
collegestukken, werkdocumenten, rapportages en mondelinge toelichtingen van direct
betrokkenen in de gemeentelijke organisatie (zie bijlage 5 voor bronvermelding). Dit rapport
geeft ook aan hoe wijkgericht werken in de organisatie geborgd zou kunnen worden. Tenslotte is
de functie van dit document een voorbereiding op besluitvorming in het college en de raad over
de toekomst van de wijkaanpak in Harderwijk.
Begrippen In deze notitie worden verschillende begrippen gebruikt, die niet direct voor elke lezer duidelijk
zijn. Een verklarende begrippenlijst is daarom toegevoegd als bijlage 1.
2. WAT HEBBEN WE GELEERD?
Sinds 2002 is in Wittehagen zuid en noord, Stromenwaard, Dichterkwartier, wijkplatform
Stadsweiden, Pc Boutenslaan , Schrijverswijk en in de Zeebuurt en Stadsdennen ervaring
opgedaan met bewonersgericht werken. Deze leerpunten vormen een belangrijke basis om het
doorontwikkelen van de wijkaanpak vorm te geven. Leerpunten in willekeurige volgorde zijn:
− Bewoners hebben soms weinig vertrouwen in de gemeente. Blijkbaar zijn we de afgelopen jaren (in hun ogen) in gebreke gebleven. Dat vertrouwen moeten we weer verdienen.
− Los zichtbare problemen die eenvoudig te verhelpen zijn ook zo snel mogelijk op. − De eerste problemen liggen vaak op het beheer van de openbare ruimte. De wijkschouwen
zijn een prima middel en worden door de afdeling BOR structureel uitgevoerd. Tip: maak reclame als je een knelpunt snel hebt opgelost.
− Zoek samenwerking met andere partijen. Een initiatief dat bij Politie of Welzijn op Maat (WoM) binnenkomt en wat vervolgens tijdens een integraal overleg met gemeente, corporatie, Politie en WoM wordt besproken, leidt weer tot heldere afspraken en samenwerking.
− Persoonlijke contacten werken beter dan algemene: dus werk aan de relatie met de buurtbewoners. Spreek ze aan op hun kennis van de wijk, luister naar hun verhalen, zeg niet meteen 'dat kan niet', maar neem ze serieus. De kracht vanuit de gemeente moet immers zijn om voortdurend in gesprek te zijn met de bewoners in de wijk.
− Bewoners begrijpen best dat niet overal geld voor is, maar leg het ze wel uit. Als je het dan uitlegt, zoek naar een manier om het iedereen uit te leggen. Dus niet alleen aan de vragensteller.
− Pas op voor het overnemen van verantwoordelijkheden. Bewoners zijn jarenlang gepamperd (u roept, wij draaien – of niet). Vraag ook eigen inzet (civil society of burgerschap) en wees beschikbaar. Neem het niet over, of wijs het niet direct af, maar stimuleer bewoners tot eigen oplossingen. Geef bewoners ruimte voor eigen verantwoordelijkheid.
− Een wijkplan is een goed middel om aandachtspunten te formuleren in combinatie met een plan van aanpak om tot een oplossing te komen. Het is een soort afsprakenlijst. Laat de bewoners daar trekker in zijn: als zij het niet belangrijk vinden, verslapt de aandacht vanzelf. Vinden ze het wel belangrijk, dan moeten wij ook in actie komen. Neem ook hier de verantwoordelijkheid niet over.
− Wees ervan bewust dat bewoners vanuit eigen betrokkenheid handelen en geen democratisch gekozen wijkvertegenwoordiging zijn. Wanneer de meningen verdeeld zijn en een besluit genomen moet worden wat veel mensen aangaat, zoek dan naar een vorm van overleg, raadplegen, stemming en dergelijke.
− Punt van aandacht: blijf alert op toegezegde acties; maar al te vaak is het vertrouwen verdwenen omdat toegezegde acties niet of erg laat worden uitgevoerd.
JI/12december2011–definitief 5
3. VISIE OP WIJKAANPAK
Naast de hiervoor genoemde leerpunten is het voor het doorontwikkelen van de wijkaanpak
essentieel dat dit gebeurt op basis van een doordachte visie op de wijkaanpak. In deze paragraaf
wordt dit toegelicht.
In de gemeente Harderwijk is, net als in veel Nederlandse gemeenten in de jaren negentig, wijk-
en buurtgericht werken geïntroduceerd. Centraal daarbij staat het versterken van de
leefbaarheid in de wijken. Dit alles in nauwe samenspraak en samenwerking met de bewoners.
Wijkgericht werken is immers vooral bewonersgericht werken. Voor het college en de
gemeenteraad van Harderwijk, die zeer hechten aan de wijkaanpak, zijn dit belangrijke
uitgangspunten.
Waar gaat bewonersgericht werken over? Aanvankelijk ging de aandacht vooral uit naar beheer van de
openbare ruimte en stadsvernieuwing, naar wat doorgaans de
‘fysieke pijler’ wordt genoemd.
Nu richt het zich ook op terreinen als sociale vernieuwing en
welzijn, economische omstandigheden en veiligheid.
Daarnaast is er het besef dat de wijkaanpak inspiratie moet
oproepen om mee te doen in de wijk. 'Iedereen doet Mee!' Als
gemeente moeten we niet leidend zijn, maar we zetten vanuit de
dialoog bewoners in hun kracht. Gaandeweg wordt zo het
werkveld verbreed, waarbij we steeds voor ogen houden dat de
wijkaanpak in de kern gaat om de volgende zaken:
1. verbeteren van leef- en woonklimaat
2. bewerkstelligen van sociale stijging
3. verbeteren van economische omstandigheden
4. verbeteren van de openbare inrichting
Maatwerk, flexibel en vraaggericht
Harderwijk heeft zich nadrukkelijk verbonden aan GSO3 en is intensief bezig om projecten uit te
voeren om op basis van ervaringen een gefundeerd advies te kunnen geven over de toekomst
van de wijkaanpak. Deze ervaringen van de afgelopen jaren binnen de gemeente Harderwijk
vormen de basis voor verdere invulling van de wijkaanpak vanaf 2012.
Dit werkenderwijs leren heeft tot veel inzichten geleid hoe zaken in Harderwijk werken en op
welke manier dit vormgegeven kan worden. Bij het stimuleren en betrekken van bewoners bij
hun wijk is het niet effectief om procedure- en modelmatig te werk te gaan. Het is juist
belangrijk om afhankelijk van de vraag de beste structuur te kiezen. 'We bedenken het niet voor
u, maar u bedenkt het zelf'. Bewoners in hun kracht zetten en inspiratie oproepen, betekent ook
dat afhankelijk van de problematiek alle betrokkenen een aanpak kiezen die daar het beste bij
past. Belangrijk is hierbij wel dat de bewoners weten waar ze terecht kunnen met hun vraag en
niet van het kastje naar de muur worden gestuurd. Een duidelijk aanspreekpunt is belangrijk.
Vergelijkbaar met het proces van de stadswinkel, de één-loket-aanpak en de functie van de
bedrijfscontactfunctionaris, is eenduidige en herkenbare contactlegging essentieel.
Kernwoorden bij de Harderwijker Wijkaanpak zijn daarom Maatwerk, Flexibele structuur en
Vraaggericht werken.
De pijlers van de Harderwijkse
wijkaanpak
wijkaanpak
sociaal
economisch
fysiek
veiligheid
JI/12december2011–definitief 6
Randvoorwaarden Vier samenhangende thema's zien wij daarbij als randvoorwaardelijk voor de toekomst:
1. Stel de eigen woonomgeving centraal. De vraagstukken die in de wijken spelen en de behoeften die bewoners en gebruikers hebben, zijn het uitgangspunt bij de wijkaanpak.
2. Lever realistisch maatwerk. De ervaring is inmiddels dat er met een realistisch ambitieniveau gewerkt moet worden en dat het gaat om het samen oplossen van aandachtspunten.
3. Cultuur in plaats van structuur. Niet de organisatievorm is de oplossing voor alle vragen maar de houding in de organisatie. Dat kan alleen goed functioneren als de medewerkers in de gehele organisatie een houding ontwikkelen om bewonersgericht te werken. Dat vraagt aandacht voor de cultuur van werken en doorontwikkeling van interactieve beleidsvorming (burgerparticipatie). We zullen bij de bewoners, hun initiatieven en hun energie aan moeten sluiten.
4. Vertrouwen. De wijkaanpak vereist slagvaardigheid en flexibiliteit. Geen dwingende structuur. Dit betekent dat niet alles in procedures is vast te leggen, dat het bestuur zaken durft over te laten aan de organisatie en bewoners en beschikbaarheid van middelen om snel resultaten te boeken.
Punt op de horizon 2015 Om goede keuzes te maken voor de toekomst van wijkgericht werken in Harderwijk is het zinvol
om het verleden, het heden en de toekomst te betrekken. Een punt op de horizon helpt om
afgeleide keuzes te maken.
Het volgende beeld hebben we voor ogen:
JI/12december2011–definitief 7
Als ambitieniveau hebben we het beeld voor ogen dat in 2015 wijkgericht werken is doorontwikkeld
naar een hoger plan: de wijkaanpak is in een open, flexibele vorm uitgerold over de wijken in
Harderwijk. In de wijken waar al wijkgericht wordt gewerkt is de afstand tussen bewoners en
instanties verder verkleind. Om prettiger te wonen zijn vraagstukken in de wijk effectief aangepakt,
zijn de betrokken bewoners in hun kracht gezet en is de politiek dichter bij de wijk gekomen. Ook
tussen instanties is door toedoen van wijkgericht werken de afstand kleiner geworden. De pijlers
sociaal, economisch, fysiek en veiligheid zijn integraal opgepakt en dragen aantoonbaar bij aan een
verbeterd leefklimaat.
Om zaken samen op te lossen komen bewoners zelf met inspirerende en onderbouwde initiatieven
(verantwoordelijkheid ligt bij de bewoners), de gemeente bekijkt hoe dat financieel of anderszins
ondersteund kan worden (werkt vraaggericht). Over deze werkwijze zijn heldere, praktische
spelregels opgesteld. Voor bewoners en ondernemers vormt het vanuit de gemeente beschikbaar
stellen van middelen een belangrijke stimulans voor grote initiatieven. Maar ook voor kleinere
initiatieven die het leven in de wijk aangenamer maken en de sociale samenhang bevorderen: een
bewonersvereniging die een buurtfeest organiseert, speeltoestellen voor kinderen, de inrichting van
een theetuin als ontmoetingsplek voor bewoners of de ondernemersvereniging die kerstverlichting
wil ophangen.
In deze gewenste situatie komt de meerwaarde van de wijkmanager duidelijk tot uitdrukking en is
zichtbaar in de dagelijkse bezigheden. De wijkmanager is in staat een goede inschatting van
bewonersvoorstellen te maken. Hij legt ook verbindingen tussen ideeën waardoor middelen efficiënt
worden besteed. Het is merkbaar dat de cultuur vanuit de gemeente verschoven is van aanbod
gericht werken naar vraag-en bewonersgericht werken. Hierbij is het volstrekt helder hoe de
wijkmanager zich verhoudt tot andere partijen binnen en buiten de gemeente. De gemeente is erop
toegerust adequaat op deze signalen in te spelen.
De raad is kaderstellend en vertrouwt erop dat het college hier voortvarend mee aan de slag gaat. In
dit geschetst wensbeeld ziet de politiek haar ambitie gerealiseerd, waarin zij niet langer wil dat
problemen zich moeten voegen naar de inrichting van de eigen organisatie, maar juist zichzelf rond
specifieke maatschappelijke problemen heeft georganiseerd.
4. VISIE OP EEN PROGRAMMATISCHE AANPAK
Wij zien programmamanagement als een sturingsvorm die naast de lijnsturing plaatsvindt om
hiermee de slagkracht op complexe problematieken te vergroten. In een programma worden
projecten en lijnactiviteiten gebundeld en ingericht als een samenhangend geheel, gericht op
het halen van een maatschappelijk- of organisatiedoel. De invoering van wijkgericht werken
wordt momenteel op onderdelen als GSO-programma uitgevoerd. Onlangs heeft het college
besloten dat ter invoering van programmatisch werken in de gehele organisatie in 2012 ten
minste twee programma's starten en dat hiervoor programmamanagers worden aangesteld.
Het ligt daarom voor de hand om in 2012 wijkgericht werken onder te brengen in een van deze
programma's onder sturing van een programmamanager. Hiermee wordt bevorderd dat er :
- meer samenhang komt in beleid en integraler werken door de afdelingen heen;
- meer slagkracht is door het samenbrengen van gemeenschappelijke doelen en activiteiten;
- grotere externe gerichtheid ontstaat door meer focus op het maatschappelijk resultaat.
2015
JI/12december2011–definitief 8
5. ROLLEN EN POSITIES BIJ BEWONERSGERICHT WERKEN Als organisatie zullen we keuzes moeten maken hoe we inspelen op de hiervoor geschetste leerpunten, ons punt op de horizon 2015 en de randvoorwaarden. Belangrijk gegeven is hierbij ons uitgangspunt dat we bij de wijkaanpak realistisch maatwerk voorstaan. Ook leert de ervaring dat er met een realistisch ambitieniveau gewerkt moet worden en dat het gaat om het samen oplossen van aandachtspunten. Voor bewoners geldt dat ze een vraag hebben of een oplossing nodig hebben die ze alleen niet kunnen verwezenlijken en daar dus steun voor nodig hebben. Daarvoor is een toegankelijke en herkenbare gemeente nodig die gezamenlijk met de bewoners meedenkt over hun eigen leefomgeving. Voor de professionals is een vorm van organisatie nodig om communicatie, middelen en samenwerking te regelen. Onderlinge afstemming (integraal werken) moet voorkomen dat doublures, contraproductieve maatregelen en dergelijke door verschillende instanties in dezelfde buurt voorkomen. Via de volgende aanpak willen we inspelen op de toekomst van een wijkaanpak met een onderverdeling naar respectievelijk Bewoners (A) en Professionals (B). A. BEWONERS Op verschillende schaalniveaus zijn sinds 2002 bewoners bij elkaar gekomen vanwege hun betrokkenheid bij hun wijk of buurt. Deze bijeenkomsten hebben diverse vormen aangenomen. In Stadsweiden, Stadsdennen en Zeebuurt zijn wijkplatforms actief. In Stromenwaard functioneert een buurtteam. In het Dichterskwartier (voormalig California) werken bewoners zonder de gemeente in een zelfstandige samenwerkingsvorm. De Zeebuurt is omgevormd tot een wijkplatform. De buurtteams Wittehagen Noord en -Zuid waren eerst buurteams en zijn doorgegroeid naar een wijkteam. In Frankrijk is samenwerking onder bewoners in voorbereiding. Kortom, er zijn de afgelopen periode diverse samenwerkingsvormen tussen bewoners onderling ontstaan, al dan niet met stevige contacten met de gemeente. Open samenwerkingsverbanden De wijkaanpak vereist slagvaardigheid en flexibiliteit. Het doel is immers om op een georganiseerde maar flexibele wijze samen te werken aan het versterken van de leefbaarheid in de wijk. Uitgangspunt is de bewoner: wat vinden de bewoners? Hoe denken de bewoners de leefbaarheid in hun buurt of wijk te verhogen? Op grond van de opgedane ervaringen met buurt- en wijkgericht werken in de afgelopen periode stellen we het volgende voor: − Het doorontwikkelen van een bewonersgerichte aanpak houdt in dat de samenwerkings-
vormen vanuit de bewoners zelf worden gestimuleerd. Geen dwingende structuur door de gemeente. Niet alles wordt in procedures vastgelegd. De gemeente laat de organisatie over aan de bewoners en stelt middelen beschikbaarheid om snel resultaten te boeken.
− Zorg voor één herkenbaar loket bij de gemeente: aanspreekpunt is de wijkmanager. − Een wijkplatform wordt niet dwingend opgelegd aan een wijk. Indien gewenst kan ook
gewerkt worden met bestaande wijkverenigingen, buurtteams, wijkteams, straat- of buurtclubs of andere georganiseerde vormen van samenwerking onder bewoners.
− Als er initiatieven zijn vanuit de wijk kunnen er op basis van een onderbouwd verhaal middelen bij de gemeente worden aangevraagd. Dit kan zijn ondersteuning in de vorm van een financiële bijdrage, menskracht, advies, enzovoort.
− Een buurt-, straat- of misschien wel een wijkbewonersplan kan een goed middel zijn om aandachtspunten te formuleren in combinatie met een plan van aanpak om tot een oplossing te komen. Het is een soort afsprakenlijst. De bewoners zijn daarin de trekker. Vinden zij het belangrijk, dan moet de gemeente ook in actie komen (de gemeente neemt de verantwoordelijkheid voor de trekkersrol dus niet over).
JI/12december2011–definitief 9
− De cultuur vanuit de gemeente verschuift van aanbod gericht werken naar vraag- en bewonersgericht werken. Het gaat erom wat goed is voor de wijk, en niet voor de individuele bewoner.
− De ervaring leert dat actieve bewoners niet altijd mandaat hebben in de straat, buurt of wijk om initiatieven te realiseren. Daarom zijn goede organisatie, goede communicatie en schriftelijke afspraken belangrijk.
Budgetten Nu werkt het zo dat ieder buurtteam de mogelijkheid heeft jaarlijks € 3800,- te besteden. Budgethouder is de wijkcoördinator afdeling BOR. De ervaring leert dat geld overblijft omdat buurtbewoners er zeer zorgvuldig mee omgaan. Ook houdt dit bedrag geen rekening met het aantal inwoners in de buurt. De afgelopen periode leert ook dat specifieke budgetten zaken kunnen versnellen. Een wijkbudget helpt dan wel.
Het voorstel voor financiering van een wijkaanpak-op-maat ziet er als volgt uit:
− Bewoners komen zelf met onderbouwde initiatieven. De gemeente d.w.z. de wijkmanager bekijkt hoe dat financieel of anderszins ondersteund kan worden.
− Er zijn dus middelen voor bewoners beschikbaar, mits het op een goede manier wordt onderbouwd en georganiseerd. Op een andere manier is ook prima, maar er is dan geen ondersteuning vanuit de gemeente. Een buurt-, straat- of wijkbewonersplan of zelfs een meerjarenplan helpt om afwegingen te kunnen maken.
− Dekking kan plaatsvinden uit een structureel budget, maar ook uit lopende of andere werkzaamheden/projecten. Per plan wordt bekeken of dat uit bestaande budgetten kan of anderszins. Uiteindelijk neemt de wijkmanager de beslissing op basis van ingediende voorstellen.
− Om voldoende dekking te hebben voor het financieren van initiatieven stellen we als norm voor een bandbreedte van € 4,- tot € 6,- per inwoner, dat jaarlijks beschikbaar komt voor de wijken. Uitgaande van een start met € 4,- per inwoner per jaar betekent dit voor 2012 een budget van € 180.000,-.
B. PROFESSIONALS Regiegroep In 2009 is binnen de programmaorganisatie van de wijkaanpak een stuurgroep ingericht, waarin naast de twee portefeuillehouders ook bestuurlijke vertegenwoordigers uit het maatschappelijk veld deelnemen (voorheen het Beleidsteam). De belangrijkste taak van de stuurgroep is het volgen van de wijkaanpak op hoofdlijnen, de bestuurlijke consequenties van de uitvoering in de gaten houden en het oplossen van knelpunten bij de implementatie van de wijkaanpak. De stuurgroep is slechts enkele keren bijeen geweest. Niettemin zijn wij van mening dat strategische/bestuurlijke betrokkenheid cruciaal is voor het doorontwikkelen van de wijkaanpak. Wijkaanpak kan pas succesvol zijn wanneer er vitale coalities op bestuurlijk, strategisch niveau plaatsvinden. Het voorstel is daarom als volgt: - De meerwaarde van een overlegvorm op strategisch/bestuurlijk niveau is om samen met
partners te kijken naar de hoofddoelen en naar de effecten van de wijkaanpak op de vier pijlers (sociaal, fysiek, economisch, veiligheid) en om regie te kunnen voeren op het proces van doorontwikkeling van de wijkaanpak.
- De stuurgroep krijgt hiermee meer het karakter van een regiegroep dan een stuurgroep. - De voorzitter van deze regiegroep is de eindverantwoordelijke wethouder voor het proces
van de wijkaanpak. - Daarnaast hebben zitting in de regiegroep de portefeuillewethouder Welzijn, de
wijkmanager(s) en vertegenwoordigers van bewoners, welzijnsinstellingen en corporaties. - De voorzitter zal de definitieve samenstelling en vergaderfrequentie in het eerste kwartaal
van 2012 nader invullen.
JI/12december2011–definitief 10
- De ervaring met GSO leert dat een specifiek meetinstrument noodzakelijk is. De wijkmonitor is een instrument dat de Regiegroep kan gebruiken om de beoogde effecten op wijkniveau te monitoren. Ook de leefbaarheidsmonitor of bijvoorbeeld een te ontwikkelen wijkinternetpanel kan het leefbaarheidsgevoel weergeven.
Partneroverleg Professionele partners binnen de wijkaanpak zijn naast de gemeente, de welzijns- en zorginstellingen, woningcorporaties, maatschappelijk werk en politie. Met het management van deze participerende organisaties wordt tot nu toe periodiek overleg gevoerd over uitvoerende zaken in de wijken (schoon, heel, veilig, sociaal). Voorstel: - Gevolg van het uitgangspunt dat de samenwerkingsvormen vanuit de bewoners zelf worden
georganiseerd, met een faciliteren gemeente die ombuigt van aanbod gericht werken naar vraaggericht werken, is dat er een flexibelere overlegvorm van de partnerorganisaties komt. Kernvraag hierbij is: hoe ondersteunen wij de bewoners bij het vergroten van de leefbaarheid in hun omgeving? Dit wordt in 2012 georganiseerd.
GEMEENTELIJKE ORGANISATIE Zoals gezegd hebben we voor ogen dat eind 2015 de wijkaanpak is doorontwikkeld naar een hoger plan: de nieuwe aanpak is in een open, flexibele vorm uitgerold over alle wijken in Harderwijk. Het is daarbij merkbaar dat de cultuur vanuit de gemeente verschoven is van aanbod gericht werken naar vraag- en bewonersgericht werken. Gezien de schaal van Harderwijk en de overzichtelijke problematiek in de wijken is het niet nodig om over te gaan tot een ingrijpende aanpassing van de gemeentelijke organisatie. Wel is het nodig dat, om de hiervoor geschetste rollen en posities van de bewoners en partners te realiseren, de gemeentelijke organisatie nadenkt hoe zij bijdraagt aan de uitgangspunten van het wijkgericht werken in Harderwijk. De kunst zal daarbij steeds zijn om betrokken te blijven bij de netwerken en samenwerkingsvormen in de wijken, verbinding te houden met de bewoners, de bereikbaarheid te organiseren en open te blijven staan voor bewonersinitiatieven. Lessen uit de afgelopen jaren: Wijkcoördinator BOR
In 2008 heeft het college formatie beschikbaar gesteld voor Projectleiding en -coördinatie van buurt- en wijkgericht werken. Deze formatie van 1,5 fte is ondergebracht bij de afdeling BOR (adviseur C en administratieve ondersteuning). Vanuit deze wijkcoördinatie is een lang pad bewandeld om te zijn waar we met de wijkaanpak momenteel staan: het opgebouwde netwerk wordt zeer gewaardeerd, vragen vanuit buurt en wijk worden beantwoord, men wordt gehoord en heeft met de wijkcoördinator een ingang bij de gemeente. Het is onverstandig om de geleverde inspanningen van de wijkcoördinatie 'met het badwater weg te gooien'. We hebben het volgende spoor voor ogen: - De rol van de wijkcoördinator is destijds bij BOR gebleven vanwege de ervaring en expertise
van deze afdeling op het gebied van buurtteams en fysiek beheer. De insteek was daarbij om vanuit BOR de beheerstaken uit te breiden met ruimtelijke, economische en sociale aspecten. Dit is mede onder regie van de afdeling WOS moeilijk van de grond gekomen.
- Het wijkmanager wordt straks de verbinding tussen de gemeentelijke organisatie en de wijk. Twee werelden met een andersoortige logica en een geheel eigen dynamiek. Voor het doorontwikkelen van de wijkaanpak wordt dit een kernfunctie binnen de wijkaanpak.
- De destijds toegewezen formatie voor Projectleiding, projectcoördinatie en administratieve ondersteuning van buurt- en wijkgericht werken wordt vanaf 2012 wederom ingezet voor de wijkaanpak, maar nu ten behoeve van het wijkmanagerschap. We kennen dus straks geen functie van wijkcoördinator meer. De concrete invulling wordt door de programmamanager geregeld, in nauw overleg met MT en betrokkenen.
JI/12december2011–definitief 11
Projectleiders Zeebuurt en Stadsdennen In de GSO3-periode zijn twee projectleiders aangesteld voor respectievelijk de Zeebuurt en Stadsdennen. De wijkaanpak heeft geleerd dat de inspanningen van de projectleiders aantoonbaar hebben geleid tot betere contacten, betere samenwerking en beter begrip tussen de gemeente en de beide wijken. Dit waren geen functies maar een taakopdracht, projectmatig uitgevoerd. Als GSO3 dit jaar wordt afgerond vervallen de extra financiële middelen. We denken daarom aan het volgende: - De twee projectleiders, een procesmanager van de afdeling R&E en Inhuur van bureau
Seinpost, hebben met hun inzet in de wijk het pad gebaand voor het doorontwikkelen van wijkgericht werken in alle wijken in Harderwijk. Vooral het openzetten van de gemeentelijke deur naar de wijk kost tijd, de jaarlijkse ureninzet van deze projectleiders nam dan ook af. Wanneer eenmaal het contact tussen bewoners en wijkmanager is gelegd, vraagt de taakinvulling 400-600 uur per jaar, afhankelijk van de hoeveelheid projecten in de wijk.
- Om budgetneutraal een verbeterslag te kunnen maken in coördinatie, planning en uitvoering van een brede wijkaanpak in Harderwijk worden de taken van de beide projectleiders vóór 1 juli 2012
1 overgenomen door de wijkmanagers.
Doorkijk naar de toekomst Integraliteit Aanvankelijk ging de aandacht vooral uit naar beheer van de openbare ruimte en stads-vernieuwing, naar wat doorgaans als de ‘fysieke pijler’ wordt benoemd. De evaluatie en verantwoording van GSO3 zal uitwijzen of de gewenste prestaties op deze twee gebieden zijn gehaald. Niettemin willen we meer dan voorheen inzetten op de terreinen welzijn en sociale vernieuwing, openbare orde en veiligheid en zorgen voor een duidelijk aanspreekpunt voor bewoners. Hiervoor zal ondermeer verbinding worden gezocht met het sociale beleid van de gemeente Harderwijk, zoals opgenomen in de Structuurvisie 2031 die momenteel wordt ontwikkeld en met de beleidsdoelstellingen van de afdeling WOS, BOR en Ruimte. Wijkmanager De uitdaging voor de nieuwe wijkmanager(s) zal zijn om de verwachtingen over wijkgericht werken en de bijpassende cultuur, werkwijze en doelstellingen te realiseren binnen een periode van vier jaar. Om verbinding te leggen tussen de wijk en de ambtelijke organisatie is enige vrijheid en speelruimte in de taakvervulling nodig en zal de wijkmanager indien nodig gepaste afstand tot de gemeentelijke organisatie moeten en kunnen nemen. Voor de bewoners is één aanspreekpunt essentieel. Het antwoord is de wijkmanager. Kern ervan is dat de wijkmanager gevoed wordt vanuit meerdere disciplines (fysiek, sociaal, economisch en veiligheid), met als doel integraliteit, samenwerking, flexibiliteit en kennisdeling te bevorderen. Deze nieuwe taak wordt in de loop van 2012 geïntroduceerd. In bijlage 2 is de profielschets van de Wijkmanager opgenomen. De voorkeur gaat uit naar meerdere wijkmanagers. Integraliteit en 'voeding' worden gerealiseerd door wijkmanagers te positioneren bij de afdelingen die de pijlers van de wijkaanpak grotendeels vertegen-woordigen: Samenleving, Beheer Openbare Ruimte (BOR) en Ruimte.
1 In verband met de afrekenperiode GSO3
afb: Voeding voor groei van de wijkaanpak
vanuit 4 disciplines
JI/12december2011–definitief 12
Programmamanager Zoals eerder toegelicht is het logisch om het doorontwikkelen van de wijkaanpak de komende jaren onder te brengen bij de nieuwe programmasturing van de gemeentelijke organisatie. De programmamanager zorgt ervoor dat de doelen binnen het programma gerealiseerd worden. Dit doet hij op basis van een door hem opgesteld programmaplan, waarin hij de benodigde inspanningen structureert en faseert. De programmamanager geeft leiding aan zijn programma, stuurt op resultaat en stimuleert, enthousiasmeert en motiveert de mensen die binnen het programma werken. De programmamanager zoekt binnen de organisatie naar geschikte mensen die bepaalde taken kunnen invullen ( competenties en uren). Gezien de visie op programmatisch werken ligt het voor de hand dat de wijkmanager wordt aangestuurd door de Programmamanager. Hiërarchisch blijft de wijkmanager vallen onder het afdelingshoofd. De rol van de programmamanager in relatie tot de wijkmanager wordt belangrijk, omdat enerzijds de uitdaging is de beoogde kennisdeling, afstemming en ervaring van de wijkmanagers te bundelen, terwijl anderzijds de kans op verkokering en tunnelvisie vanuit het eigen vakgebied, afdelingsbelang en zorg voor de eigen wijk op de loer ligt. Vanuit deze visie is de conclusie getrokken dat de taak van wijkmanager geen fulltime aanstelling hoeft te zijn. Juist de combinatie van werkzaamheden uit het eigen vakgebied en een integrale benadering van vragen uit de wijk, vormen de meerwaarde voor de taak van een wijkmanager. Deze taak-gerichte invulling van het wijkmanagerschap biedt de kans om talenten van medewerkers aan te boren en verder te ontwikkelen. De aanstelling van een programmamanager is een zaak van het MT en valt daarmee buiten het bestek van dit rapport. Wijkbeheerders BOR De wijkbeheerders bij BOR vervullen een belangrijke taak in de wijk ten aanzien van openbaar beheer. Zij staan dagelijks in contact met bewoners. De leefbaarheid in de wijk wordt voor een belangrijk deel bepaald door de inrichting en beheer van de openbare ruimte. De wijk-beheerders dragen hier met hun mensen veel aan bij. - De wijkbeheerders BOR hebben een uitvoerende en adviserende rol in onderwerpen die de
wijkaanpak aangaan. Dit zal zo blijven. - Voor een integrale aanpak en daarmee een goede interne afstemming worden er concrete
afspraken gemaakt hoe vaak, op welke wijze en waarover de wijkbeheerders terugkoppelen aan de wijkmanager, en vice versa.
Financieel consulent Hier gelden de normale interne spelregels: De financieel consulent van de afdeling Financiën zal in overleg met de wijkmanagers financiële oplossingen zoeken voor budgettaire vraagstukken/ problemen bij wijkgericht werken. De financieel consulent is voor de wijkmanagers het eerste aanspreekpunt in de organisatie voor financiële vraagstukken en deskundig advies. Wijkindeling Afhankelijk van de invulling van de taak van Wijkmanager in de organisatie (bij welke afdeling, hoeveel wijkmanagers) zal bekeken worden wat een geschikte wijkindeling is. De indeling staat dus nog niet vast. Te denken valt aan de huidige wijkindeling van het Beheer Openbare Ruimte en de wijkindeling van de wijkagent. Maar ook een nieuwe indeling behoort tot de mogelijk-heden. In 2012 zal bij de implementatie van het doorontwikkelen van de wijkaanpak worden bekeken welke wijken onder welke wijkmanagers worden verdeeld.
JI/12december2011–definitief 13
6. PERSONELE GEVOLGEN Het onderbrengen van de wijkaanpak bij een programma en het invoeren van talentmanagement zoals beschreven in het Directieplan, betekenen een andere kijk en houding op onze personele inzet. Waar het om gaat is dat medewerkers met hun talenten een bijdrage leveren aan het realiseren van de afgesproken doelstellingen. Een adequate concern-planning en integrale afstemming binnen het MT (en met de Programmamanagers) is een belangrijke voorwaarde. Om het wijkmanagerschap te kunnen uitvoeren en het uitrollen van de wijkaanpak over de stad te kunnen realiseren is herschikking van bestaande uren en taken noodzakelijk. Hierbij past het niet om medewerkers boven de formatie te plaatsen om uren anders te kunnen inzetten, maar om in onderlinge afstemming de reeds aanwezige competenties en talenten in onze organisatie zo goed mogelijk in te zetten. Lopende het jaar 2012 wordt de wijkmanagerstaak toegevoegd aan bestaande functies binnen de ambtelijke organisatie. Voor dit wijkmanagerschap wordt met ingang van 2012 jaarlijks 2300 uur (1,5 fte) in de concernplanning aangewend. Het ligt voor de hand om uren die al voor de wijkaanpak worden ingezet, hiervoor te gebruiken. Om het in dit stuk beschreven ambitieniveau van de wijkaanpak te realiseren wordt daarnaast tot en met 2015, 1550 uur in de concern-planning aangewend voor de implementatie van het uitrollen van de wijkaanpak over de stad. Dit vraagt van het MT een goede afweging binnen de bestaande middelen, maar doet recht aan de nieuwe werkwijze van programmamanagement en –sturing zoals we beogen.
7. FINANCIËLE PARAGRAAF Om ook na afloop van het GSO-2 stadscontract met de provincie Gelderland vorm en inhoud te kunnen geven aan het wijk- en buurtgericht werken in de gemeente, zijn in 2007 en 2008 substantiële middelen voor dit doel vrijgemaakt. De binnen de Programmabegroting 2012-2015 beschikbare middelen die kunnen worden ingezet voor de beoogde meer programmatische aanpak (wijkaanpak-op-maat) van het huidige wijk- en buurtbeheer, kunnen wij onderverdelen in structurele en incidentele middelen. Hieronder worden deze middelen toegelicht. In bijlage 3 van deze notitie wordt daarnaast meer aanvullende informatie verstrekt over de historie van een aantal budgetten.
Structurele middelen De programmatische aanpak richting de wijk biedt voordelen voor het integraal inzetten van reguliere budgetten. Door het combineren van bewonerswensen via een plan en doelen, worden combinaties gelegd met algemene werkzaamheden. Het voordeel is dat geen extra middelen nodig zijn. Een paar voorbeelden: - Afdeling BOR beheert de speelplekken. In de Zeebuurt zijn meerdere speelplekken die
echter niet allemaal benut worden. Door het opheffen van een speelplek en de overgebleven speelplekken te versterken, wordt het beheer goedkoper, de wens van de bewoners ingevuld, zonder extra investeringen.
- Welzijn op Maat verzorgt activiteiten voor de Jeugd. Vanuit Welzijn, Onderwijs en Sport wordt sporten en beweging gepromoot. Door de jeugdactiviteiten van WoM en het basisonderwijs met elkaar in contact te brengen ontstaat synergie en meer betrokkenheid van ouders bij gezond bewegen. Een win-win situatie die geen extra geld kost.
Budgetten die structureel kunnen worden betrokken bij de beoogde nieuwe programmatische aanpak zijn de huidige budgetten wijk- en buurtbeheer en stelpost GSO gemeentelijk aandeel: Wijk- en buurtbeheer
In 2008 werd voor het continueren van het wijk- en buurtgericht werken structureel een budget van € 208.000,- beschikbaar gesteld. Daarvan is naar de huidige situatie € 112.250,- reeds gelabeld aan formatie voor projectleiding c.q. coördinatie, administratieve ondersteuning en een wijkbeheerder. Het overige budget is gekoppeld aan het verder doorontwikkelen van de wijkaanpak en wordt voor een gering deel aangewend als werkbudget voor een zevental
JI/12december2011–definitief 14
buurtteams. Op basis van de Programmabegroting 2012-2015, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2011, is jaarlijks beschikbaar € 97.875,-. Stelpost GSO gemeentelijk aandeel
Binnen de begroting is daarnaast nog beschikbaar de stelpost GSO gemeentelijk aandeel. Belangrijkste doel van dit budget, het afdekken van GSO gerelateerde activiteiten waarvoor geen provinciale GSO middelen meer beschikbaar zijn en voortzetting van activiteiten die een nadrukkelijk bestuurlijk belang hebben. Voor een aantal voorbeelden uit afgelopen jaren wordt verwezen naar bijlage 3. De structurele ruimte binnen deze stelpost bedraagt op basis van de nieuwe Programma-begroting 2012-2015 voor de komende jaren € 82.886,-. Belangrijke kanttekening: door de financiële ruimte op deze stelpost nadrukkelijk te koppelen aan de beoogde wijkaanpak-op-maat is er dan geen ruimte meer voor de oorspronkelijke doelstelling van het budget; namelijk, activiteiten waarvoor geen provinciale GSO-middelen meer beschikbaar zijn, en waarvan de continuering bestuurlijk wel wordt gewenst, af te kunnen dekken. Voor een transparante en correcte inbedding in de begroting zal de raad bij begrotingswijziging worden voorgesteld de beoogde middelen, in totaal € 180.761,-, overeenkomstig dit advies beschikbaar te stellen. Uitgaande van het inwonertal naar de situatie van 1 januari 2012 komt het totale budget overeen met een bedrag van € 4,- per inwoner
2.
Kadernota
Indien (op termijn) geopteerd wordt voor een hoger budget per inwoner met een doorgroei naar bijvoorbeeld € 6,-, wordt geadviseerd eerst een beroep te doen op bestaande budgetten (herallocatie van bestaande middelen). Het blijft uiteraard mogelijk om binnen de bestaande beleids- en begrotingscyclus extra budget voor de beoogde nieuwe wijkaanpak-op-maat te betrekken bij de eerstvolgende Kadernota 2013-2016 (aanmelding voorjaar 2012). Een dergelijk verzoek om aanvullende middelen wordt op de gebruikelijke wijze dan integraal betrokken bij overige bestuurlijke beleidswensen. Incidentele middelen Naast de twee genoemde structurele budgetten is het mogelijk, overeenkomstig de huidige werkwijze, een beroep te doen op incidentele middelen. Deze middelen worden gevormd door de ‘bestemmingsreserve gemeentelijk aandeel GSO’. Op basis van de Programmarekening 2010 kent deze reserve op de balansdatum 31 december 2010 een stand van ruim € 410.000,-. Het volledige bedrag is echter inmiddels geclaimd, waardoor deze optie naar de situatie van eind oktober 2011 niet meer reëel is. Uit vorige jaren bedragen de claims namelijk € 260.250,- plus een claim van circa € 150.000,- in 2011 voor de financiering van overlopende projecten / activiteiten GSO-3 (o.a. Communities that Care, diverse Jongerenvoorzieningen en project KansrijkWonen/2
e woning). Over de over-
lopende activiteiten is inmiddels met de provincie Gelderland overeenstemming bereikt, mits de (financiële) verplichting voor eind 2011 is aangegaan en de betalingen uiterlijk 1 juli 2012 zijn verricht
3.
Indien wij ervan uit gaan, dat ultimo 2011 alle claims volledig zijn / worden gerealiseerd, dan is de reserve waarschijnlijk tot nul gereduceerd. Eerst bij de afsluiting van het boekjaar kan met enige zekerheid worden beoordeeld of de lopende claims naar aard en omvang nog reëel zijn en of een restantbedrag beschikbaar is voor incidentele inzet.
2 Voor de raming van het aantal inwoners per 1 januari 2012 is als leidraad gehanteerd de gegevens voor de berekening van de
algemene uitkering Gemeentefonds 2012 (45.216 inwoners). 3 Over de afwikkeling van de naar 2012 overlopende GSO-3 projecten / activiteiten is afzonderlijk geadviseerd (geplande B&W
vergadering van 22 november 2011).
JI/12december2011–definitief 15
Resumé Samengevat zijn op basis van de situatie eind oktober 2011 de volgende middelen beschikbaar voor het verder doorontwikkelen en vormgeven van de wijkaanpak-op-maat:
� Structureel: de huidige budgetten voor het wijk- en buurtbeheer € 97.875,- (exclusief
beklemde formatie € 112.250,-) en de stelpost GSO gemeentelijk aandeel € 82.886,-;
totaal € 180.761,-. In de basis komt dit overeen met een bedrag van € 4,- per inwoner
per jaar. Indien vanuit bestuurlijk oogpunt aanvullende middelen gewenst zijn, is de 1e
optie (voorkeursvariant) een beroep te doen op bestaande budgetten (via een
herallocatie van middelen). Een volgende 2e optie is het onderwerp wijkaanpak–op–
maat integraal te betrekken bij de eerstvolgende Kadernota (periode 2013-2016).
� Incidenteel: de huidige bestemmingsreserve gemeentelijk aandeel GSO, voor zover naar
de stand van ultimo 2011 onder aftrek van alle claims nog middelen beschikbaar zijn,
waarschijnlijk € 0,00,-. De Programmarekening 2011 is uiteindelijk bepalend voor de
omvang van het werkelijk beschikbare bedrag op balansdatum 31 december 2011.
JI/12december2011–definitief 16
8. IMPLEMENTATIE EN BORGING: 10-PUNTENPLAN
De hiervoor besproken onderwerpen over het gemeentelijk functioneren binnen de wijkaanpak
hebben consequenties voor de inrichting van de ambtelijke organisatie en de borging ervan.
Daarnaast is het belangrijk om acties te nemen die bijdragen aan het realiseren van de
besproken ambities en die de haalbaarheid van de plannen vergroten. Concreet stellen we de
volgende verbeteracties voor:
1. Onderbrengen van de wijkaanpak bij het 'Programma Betrokken en Leefbare Stad'. Het doorontwikkelen van de wijkaanpak wordt in 2012 ondergebracht bij het Programma
Leefbare Stad. Hiermee wordt bevorderd dat er meer samenhang komt in beleid en het
integraal werken door de afdelingen heen, er meer slagkracht is door het samenbrengen van
gemeenschappelijke doelen en activiteiten en er grotere externe gerichtheid ontstaat door
meer focus op het maatschappelijk resultaat. Actie: MT.
2. De Programmamanager wordt verantwoordelijk voor implementatie doorontwikkeling. De programmamanager krijgt van het MT de opdracht de uitvoering van dit implementatie-
plan in 2012 te realiseren. In het eerste kwartaal van 2012 moet in ieder geval de
wijkindeling duidelijk zijn, evenals de wijze waarop bewoners, welzijnswerkers en
partnerinstellingen bij het doorontwikkelen betrokken worden. Actie: MT.
3. De wijkmanagerstaak wordt in 2012 toegevoegd aan bestaande functies. In 2012 wordt de wijkmanagerstaak toegevoegd aan bestaande functies binnen de
ambtelijke organisatie. De wijkmanager is hét aanspreekpunt bij wie bewoners kunnen
aankloppen. De Wijkmanagerstaak wordt gezocht bij de afdelingen die de aandachtvelden
(pijlers) van de wijkaanpak grotendeels vertegenwoordigen: Samenleving, Beheer Openbare
Ruimte (BOR) en Ruimte. Voor dit 'wijkmanagersschap' wordt in 2012 binnen de bestaande
formatie jaarlijks 2300 uur (1,5 fte) in de concernplanning aangewend. Het ligt voor de hand
om capaciteit die in de organisatie al voor de wijkaanpak wordt ingezet hiervoor te
gebruiken. Om het ambitieniveau van de wijkaanpak te realiseren wordt bovendien tot en
met 2015, 1550 uur in de concernplanning aangewend voor de implementatie van het
uitrollen van de wijkaanpak over de stad. Dit alles vraagt een goede afweging binnen de
bestaande middelen en de concernplanning, maar doet recht aan de nieuwe werkwijze van
programmamanagement en -sturing. Actie: Programmamanager, in nauw overleg met MT,
portefeuillehouder Concernplanning en betrokken leidinggevende(n).
4. Er start in 2012 een ontwikkel- en opleidingstraject voor de wijkmanagers. Om de wijkmanagers te ondersteunen bij hun taakuitvoering wordt een ontwikkeltraject
aangeboden. Doel ervan is om de wijkmanagers te ondersteunen bij het zich eigen maken
van de kennis, vaardigheden en houding die nodig zijn voor het effectief werken als
wijkmanager. De kosten van het brede ontwikkeltraject komen ten laste van de stelpost
GSO. Specifieke individuele ontwikkelpunten komen uit het opleidingsbudget (VTO) van de
afdeling waar de wijkmanager onder valt. Actie: programmamanager
5. Projectleiders Zeebuurt en Stadsdennen dragen hun taken over aan de wijkmanagers. De twee projectleiders voor respectievelijk de Zeebuurt (procesmanager R&E) en
Stadsdennen (Inhuur Seinpost) dragen hun werkzaamheden voor de wijkaanpak vóór 1 juli
2012 over aan de wijkmanagers. Actie: afdelingshoofden Ruimte en Samenleving.
JI/12december2011–definitief 17
6. De programmamanager krijgt opdracht de aanstelling van de wijkmanagers te effectueren. Om alle betrokkenen op de nieuwe situatie voor te bereiden (formatie, taken, opleiding,
aansturing) zal de effectuering van de wijkmanager voor 1 juli 2012 plaatsvinden. Het MT zal
hiertoe de nieuw aan te stellen programmamanager de opdracht geven hiervoor een plan
van aanpak op te stellen dat in overleg met betrokken afdelingshoofden en medewerkers tot
stand zal komen. Actie: MT.
7. De Stuurgroep wordt omgevormd naar een Regiegroep.
Om op strategisch/bestuurlijk niveau samen met partners de hoofddoelen en effecten van
de wijkaanpak te monitoren en bij te sturen op de vier pijlers sociaal, fysiek, economisch,
veiligheid èn om regie te kunnen voeren op het proces van doorontwikkeling van de
wijkaanpak, wordt de huidige Stuurgroep omgevormd naar een Regiegroep. Voorzitter is de
portefeuillehouder van het proces wijkaanpak. Daarnaast hebben in deze regiegroep zitting
de portefeuillewethouder Welzijn, de wijkmanager(s) en vertegenwoordigers van bewoners
en corporaties. De voorzitter zal de definitieve samenstelling en vergaderfrequentie in het
eerste kwartaal 2012 nader invullen. Actie: Wethouder proces wijkaanpak.
8. Beschikbaar stellen financiële middelen Om voldoende dekking te hebben voor het financieren van initiatieven vanuit de wijken
wordt als rekennorm een bandbreedte voorgesteld van € 4,- tot € 6,- per inwoner, dat
jaarlijks als totaalbedrag beschikbaar komt. Uitgaande van een start met € 4,- per inwoner
betekent dit voor 2012 een budget van ruim € 180.000,-. De raad zal bij begrotingswijziging
worden voorgesteld dit budget beschikbaar te stellen ten laste van de huidige budgetten
voor wijk- en buurtbeheer en de stelpost GSO gemeentelijk aandeel. Actie: Financieel
adviseur Concernondersteuning.
9. Integraal benutten van bestaande middelen Door de wijkaanpak onder te brengen bij het programma 'Programma Betrokken en
Leefbare Stad' wordt meer dan voorheen een appel op de organisatie gedaan de inzet van
middelen integraal te benutten. Dit betekent dat het MT in samenwerking met de
programmamanagers tot een gedegen invulling van de concernplanning moet komen.
Indien vanuit de wijk middelen gewenst zijn voor ingrijpende verbeteringen, zal als eerste
mogelijkheid onderzocht worden of in goed gezamenlijk overleg andere bestaande
budgetten omgebogen kunnen worden naar een inzet voor wijkaanpak (een herallocatie van
bestaande middelen). Een andere mogelijkheid is een aanvraag te doen bij de volgende
Kadernota 2013-2016 (aanmeldingen voorjaar 2012). Actie: Programmamanager.
10. Jaarlijkse evaluatie Het doorontwikkelen van de wijkaanpak is in meerdere opzichten maatwerk: maatwerk om
de bewoners te ondersteunen, maatwerk in overlegvormen en maatwerk in dooront-
wikkeling. Dit proces van doorontwikkeling is daarmee een groeimodel. Onderweg zullen
nieuwe inzichten en ervaringen leiden tot een bijgestelde werkwijze. Daarom is het goed om
jaarlijks de werkwijze van de wijkaanpak te evalueren. Mocht tijdens de evaluatie blijken dat
de capaciteit ontoereikend blijkt om de doelstellingen van de wijkaanpak te realiseren, zal
hiervoor een oplossing worden gezocht. Ook zal in de evaluatie het vraagstuk van een of
meerdere wijkwethouders worden betrokken. De programmamanager is verantwoordelijk
voor de jaarlijkse evaluatie. Actie: Programmamanager.
JI/12december2011–definitief 18
Bijlage 1: Verklarende woordenlijst
Buurtteam Groep betrokken buurtbewoners die regelmatig overleg hebben met afdeling
Wijkbeheer. Corporatie(s) Woningbouwverenigingen Uwoon en Omnia, verantwoordelijk voor de sociale
huursector.
GSO-budget Provinciale subsidie, meerjarig, gekoppeld aan een contract tussen gemeente
en provincie. Bedoeld om stedelijke ontwikkeling een stimulans te geven.
Verantwoording en toekenning vindt plaats op basis van realisatie vooraf
afgesproken doelen.
Wijkplatform Groep wijkbewoners die aandachtspunten uit de wijk bespreken met andere
instanties. Wijkteam Klein team van gemeentelijke wijkcoördinator met wijkbeheerders,
corporatie, opbouwwerker Welzijn op Maat en evt. SWO. Wijkbeheerder Persoon die vanuit afdeling BOR of woningcorporatie verantwoordelijk is voor
fysiek beheer (bij de woningcorporatie krijgt hij/zij ook te maken met sociale
aspecten) Wijkcoördinator Functie binnen BOR, om wijkgericht werken vorm te geven.
Wijkmanager Contactpersoon voor iedereen (bewoners en professionals) in een wijk. Daar
komen alle wensen en inzichten (plannen) samen. De wijkmanager is
verantwoordelijk voor communicatie en nakomen van afspraken. Nieuwe
gemeentelijke taak vanaf 2012
Wijkbudget Een geldbedrag, door de gemeente beschikbaar gesteld, waar een wijk (buurt)
zelf over kan beschikken en beslissen
Stuurgroep wijkaanpak Een groep waarin naast de twee portefeuillehouders ook bestuurlijke
vertegenwoordigers uit het maatschappelijk veld deelnemen (voordien
kenden we het Beleidsteam.
Wijkvereniging Vereniging op wijkniveau die activiteiten organiseert. Leden van de
wijkvereniging zijn vrijwilligers
Wijkaanpak Programmatische werkwijze om vanuit de gemeente meer naar de bewoners
gericht te acteren (wijkgericht werken).
Wijkgericht werken Beleidsmatige acties in de wijken in te steken vanuit de wensen van
bewoners. 'Doen wat zij graag willen, niet omdat de gemeente dat zo graag
wil'.
WOM Welzijn op Maat, welzijnsorganisatie in Harderwijk, gemeentelijk gefinancierd.
Organiseert wijkactiviteiten voor jeugd en ouders.
JI/12december2011–definitief 19
Bijlage 2: Profielschets Wijkmanager Harderwijk
Bij de taakinvulling van Wijkmanager passen de volgende kernwoorden: samen doen, positieve
kijk op mensen, onafhankelijk, verbinding leggen, tact en souplesse.
Als Wijkmanager ben je de verbinding tussen gemeentelijke organisatie en de wijk. Twee
werelden met een andersoortige logica en een geheel eigen dynamiek. In je dagelijks werk leg je
daarmee voortdurend verbindingen die niet vanzelfsprekend tot stand komen binnen de
gemeentelijke organisatie, of tussen de gemeentelijke organisatie en de buitenwereld. Het
zorgen voor samenwerking tussen gemeentelijke diensten, of het bewegen van diensten tot een
andere kijk op problemen in hun wijk, vraagt om het vermogen deze verbindingen te realiseren
en ui te bouwen. Je organiseert daartoe samenwerking met bewoners, gemeentelijke
afdelingen, projectleiders, welzijnsorganisaties, onderwijsinstellingen, politie, ondernemers en
woningcorporaties rondom wijkspecifieke vraagstukken. Je opdracht is de vraagstukken die
spelen in de wijk op te lossen, te helpen bij de uitvoering van beleid, aanspreekpunt voor
bewoners te zijn, maar ook om beleidstrajecten bij te sturen en de programmamanagers en wet-
houders te informeren over de risico’s van bepaalde ambtelijke initiatieven als dat, gegeven de
stemming in de wijk, nodig is.
Je hebt een HBO werk- en denkniveau en aantoonbare ervaring in een vergelijkbare functie. Als
wijkmanager ben je in staat binnen een complexe omgeving de diverse partijen en actoren te
identificeren en de verschillende belangen, processen en krachtenvelden te doorgronden. Op
deze processen ben je in staat proactief te handelen. Je hebt visie op wijkgericht werken en
weet gemakkelijk verbinding te maken met andere disciplines. Je bent nieuwsgierig naar mens
en organisatie en naar wat hen beweegt. Je bent stimulator van een open en directe cultuur
waarin draagvlak wordt gezocht voor de uitwerking van de gestelde doelen rondom wijkaanpak.
Je bent in staat mensen in de wijkaanpak te binden, te coachen en te faciliteren. Kortom, je
zorgt ervoor dat zij een bijdrage leveren aan het groter geheel (je stimuleert, enthousiasmeert
en motiveert mensen). Binnen je werkzaamheden zorg je ervoor dat je geaccepteerd wordt door
de betrokken partijen en erkenning krijgt door je professionele houding en de wijze waarop je je
gedraagt. Dat vraagt kennis van je eigen zwakheden en tekortkomingen. Je werkt hieraan en
zorgt voor afdoende compensatie hiervan.
Je houding hierbij:
− positieve kijk op mensen;
− constructief ten opzichte van de spanning tussen betrokken instanties;
− enthousiasme voor de doelen van wijkaanpak;
− motiverend naar de medewerkers in de wijkaanpak;
− respect voor de verantwoordelijkheid van de participanten;
− visie op aanpak en koers
− durf, lef en leiderschap.
Je hebt vaardigheden in:
− analyseren van en kunnen omgaan met de relevante omgeving (actoren en factoren);
− oog hebben voor de verschillende belangen en tegenstrijdigheden van en tussen partijen;
− communiceren en presenteren van je eigen standpunten en argumenten;
JI/12december2011–definitief 20
− bijeen houden van alle participanten;
− communiceren (doorvragen, verdedigen, beschermen, motiveren);
− bewaken van plannen en voortgang van wijkgericht werken.
Je hebt kennis van:
− de finesses van wijkgericht werken en de programma-aanpak;
− je eigen talenten;
− de wetmatigheden van de eigen en de participerende organisaties;
− de actoren en factoren in de omgeving en je weet hoe ermee om te gaan;
− de consequenties van de wijkaanpak voor de eigen en participerende organisaties;
− politieke, maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen en andere
omgevingsfactoren.
JI/12december2011–definitief 21
Bijlage 3: Historie financiële budgetten
Investeringen in wijk- en buurtbeheer
Gebaseerd op een totaal beschikbaar krediet van € 425.000,- zijn de afgelopen jaren in een
zestal wijken kunstgrasspeelveldjes gerealiseerd (raadsbesluit 22 november 2007, € 297.000,- bij
108e begrotingswijziging) en werd de uitvoering van het hondenbeleid opgestart, waaronder de
aanleg van hondenuitlaatrennen (raadsbesluit 20 december 2007, € 80.000,- bij 119e
begrotingswijziging). De structurele kapitaallasten van deze investeringen zijn verwerkt in de
gemeentebegroting.
De geringe bestedingsruimte op het restantkrediet (€ 14.880,- aan geraamde kapitaallasten) is
inmiddels ingezet bij de Kadernota 2012 als onderdeel van de ruimtescheppende maatregelen
voor de nieuwe begroting 2012-2015. In feite maakt dit bedrag nu deel uit van het
begrotingssaldo. Op dit punt zijn er dus geen mogelijkheden meer in relatie tot dit advies over
wijkaanpak – op – maat.
Exploitatiebudgetten
Voor het kunnen continueren van het wijk- en buurtgericht werken is naast het genoemde
investeringsbudget met ingang van 2008 een structureel budget in de begroting opgenomen van
€ 208.000,-. Dit budget is destijds gebaseerd op de middelen die hiervoor in de periode 2005 t/m
2007 beschikbaar waren. Van dit budget is toen € 112.250,- gelabeld aan de structurele dekking
van formatie voor projectleiding / coördinatie, administratieve ondersteuning en een
wijkbeheerder.
Het overige deel van dit budget, afgerond op meerjarig (inmiddels geïndexeerd) € 97.875,- is
jaarlijks beschikbaar als werkbudget voor een zevental buurtteams (naar de situatie van ultimo
2011) en het verder doorontwikkelen van de wijkaanpak. Opgemerkt wordt, dat in de context
van de toen genomen besluitvorming (college van B&W 4 maart 2008) dit budget niet aan
formatie wordt besteed, maar direct ten goede moet komen aan de wijkbewoners. Voor de
organisatorische inbedding is toen voorgesteld de afdeling WOS als primaathoudende afdeling
aan te merken; in de huidige praktijk is momenteel de afdeling BOR budgetverantwoordelijk.
Aan vrije bestedingsruimte op de wijkbudgetten is nog beschikbaar € 78.840,- (peildatum ultimo
oktober 2011).
Binnen de begroting is daarnaast nog beschikbaar een structureel budget van € 82.886,- in de
vorm van de ‘stelpost GSO gemeentelijk aandeel’. Oorspronkelijk was de omvang van dit budget
ruim € 238.000,-. Uit dit budget worden in de regel projecten c.q. activiteiten gedekt (zowel
incidenteel als structureel) die ooit zijn opgestart vanuit de GSO-programma’s uit afgelopen
jaren, maar waarvoor geen provinciale GSO-middelen meer beschikbaar zijn of worden gesteld.
Primair zijn dit onderwerpen waar een nadrukkelijk bestuurlijk belang aan de orde is, dan wel is
geweest om de betreffende activiteiten (tijdelijk) te continueren. Voorbeelden uit de periode
2005 tot heden zijn o.a. 24-uurs opvang dak- en thuislozen, woonbegeleiding ex-verslaafden
CAD, buurtbemiddeling jongerentoezicht, Marokkaans vaderproject, buurtsportwerk, pilots
brede school, project mission impossibel en invulling jeugdinterventie werk. Compensabele of verrekenbare omzetbelasting (BTW) Een afzonderlijk punt van aandacht is nog de BTW, waarbij de volgende regels als leidraad
kunnen worden gehanteerd. De verschillende wijk-/buurtbudgetten worden aangewend voor
uiteenlopende maatschappelijke activiteiten, variërend van maatregelen in de fysieke
infrastructuur (o.a. gericht op het bevorderen van een veilige woon- en leefomgeving) tot het
organiseren van een buurtfeest, barbecue, vergaderkosten, en dergelijke.
JI/12december2011–definitief 22
In deze laatste situatie is de BTW niet compensabel en vormt dus een kostenpost voor de
gemeente. Dit kan gevolgen hebben voor de omvang van het uiteindelijk netto te besteden
bedrag aan dergelijke activiteiten; dat is dan namelijk kleiner door het BTW-deel dat op het
budget drukt.
Bij fysieke, wijkgerichte maatregelen in de openbare ruimte is de BTW voor de gemeente wel
compensabel. Daarbij moet worden gedacht aan bijvoorbeeld de aanleg van parkeervakken,
speelvoorzieningen, beplanting, en openbare verlichting.
JI/12december2011–definitief 23
Bijlage 4: Plattegrond huidige situatie wijken Harderwijk
In 2012 zal bij de implementatie van het doorontwikkelen van de wijkaanpak worden
bekeken welke wijken onder welke wijkmanagers worden verdeeld.
JI/12december2011–definitief 24
Bijlage 5: Bronvermelding
Met de volgende personen zijn gesprekken gevoerd:
• Reina Roskam Hoofd afdeling WOS, opdrachtgever
• Laurens de Kleine Wethouder, portefeuillehouder proces wijkaanpak
• Marcel van den Ende Wijkcoördinator, afdeling BOR
• Jan Karssen Afdelingshoofd BOR
• PauL Lohmeijer Projectleider Zeebuurt, afdeling R&E
• Alieke Borsboom Adviseur afdeling BBO
• Sybil van Oijen Projectleider Stadsdennen, Bureau Seinpost
• Klaas Jan Bakema Beleidsmedewerker, afdeling BOR
• Joyce Tekke Personeelsadviseur, afdeling P&O
• Johan de Lange Financieel adviseur, afdeling Financiën
• Annemarie Rijntjes Adviseur programmatisch werken, bureau De Baak
• Kees Hulskes Adviseur afdeling BBO
• Rob van de Hazel Medewerker wijkgericht werken, Bureau Seinpost
De volgende documenten zijn geraadpleegd:
• Collegevoorstel Formatie-uitbreiding BOR. nr 08.657, 19 september 2008
• Collegevoorstel Stads- en regiocontract. Nr 08.209, 17 maart 2008
• Collegevoorstel Evaluatie buurt- en wijkgericht werken. Nr 08.151, 22 februari 2008
• Projectplan wijkaanpak Harderwijk. Opdrachtgever R. Roskam. Projectleider
W. Scholten. 30 augustus 2009
• Rapport Verbindingen scheppen vanuit verbondenheid, creëren van kansen in
wijken. Spithoven en Wiegers. Burau Alertief, 28 mei 2010
• Onderzoek sociale contacten en samenhang in de wijken Frankrijk en Drielanden.
Stichting Welzijn Op Maat, 2010
• Buurtgericht werken in Harderwijk. Evaluatie en advies. Nico de Boer, 2007
• Harderwijker Wijkaanpak. Bespreeknotitie voor wethouders De Kleine en Den
Besten, 18 april 2011
• Hoofdlijn van de Harderwijker Wijkaanpak, januari 2011
• Memo Commissie Samenleving: wijkaanpak/GSO3
• De logica van het ongepaste, over professionalisering van wijkmanagers in de
onvolkomen organisatie. Peters, Steen en Twist. NSOB, 2010
• Maatschappelijke effecten wijkaanpak Zeebuurt en Stadsdennen. Harderwijk,
februari 2011