onderzoeksplan leger des heils - marco...

58
2015 Naam: Marco Hendriks Naam opdrachtgever: Leger des Heils, Geert Remigius Onderzoeksplan Leger des Heils

Upload: trinhliem

Post on 01-Feb-2018

232 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Naam: Marco Hendriks

Naam opdrachtgever: Leger des Heils, Geert

Remigius

2015Onderzoeksplan Leger des Heils

2

Naam: Marco Hendriks

Naam opdrachtgever: Leger des Heils, Geert

Remigius

Naam begeleider: Miriam Maëla

Klas: 4C

Opleiding: HBO Sport & Bewegen

Studiejaar: Cohort 2011-2012

Datum en plaats: 16 februari 2015, Haarlem

Document: Onderzoeksplan 2e kans

2015Onderzoeksplan Leger des Heils

Inhoud1. Inleiding.............................................................................................................................4

2. Methode.............................................................................................................................6

2.1 Soort onderzoek.........................................................................................................6

2.1.1 Deelvragen..........................................................................................................6

2.1.2 Probleemstelling..................................................................................................8

2.1.3 Onderzoekspopulatie..........................................................................................8

2.1.4 Steekproef...........................................................................................................8

2.1.5 Onderzoeksgroep en controlegroep....................................................................9

2.2 Procedure.................................................................................................................10

2.3 Meetinstrumenten.....................................................................................................11

2.4 Methode van data-analyse en interpretatie..............................................................13

Literatuurlijst............................................................................................................................15

Bijlagen...................................................................................................................................18

Bijlage I: planning................................................................................................................18

Bijlage II: opdracht...............................................................................................................19

Bijlage III: beroepsproducten...............................................................................................20

Bijlage IV: opdrachtgever....................................................................................................21

Bijlage V: testprotocollen.....................................................................................................22

Bijlage VI: vragenlijst...........................................................................................................32

Bijlage VII: interview vragen................................................................................................35

Bijlage VIII: evidence-based beweegprogramma................................................................36

Bijlage IX: afstudeerovereenkomst......................................................................................38

3

1. Inleiding

Uit onderzoek is gebleken dat sporten een positief effect heeft op de geestelijke gezondheid (Hoogland, 2012) en op het sneller herstellen van psychische stoornissen (“Sport halveert kans op psychische stoornis”, 2010). Uit verschillende onderzoeken is ook naar voren gekomen dat fysieke activiteit positief effect heeft op het omgaan met verslavingen (Weinstock, 2008) en het minder gebruiken van verboden middelen (Kremer, 1995). Uit een Amerikaans onderzoek is naar voren gekomen dat adolescenten die team sporten uitvoeren minder verboden middelen gebruiken als adolescenten die niet een sport uitvoeren (Yvonne, 2012). Uit een ander onderzoek kwam naar voren dat krachttraining graag gedaan wordt ter ontspanning (Abrantes, 2012). Uit de praktijk blijkt dat alle doelgroepen zich kunnen ontspannen en zich emotioneel kunnen uiten tijdens het sporten (Remigius, 2014).

Binnen het Leger des Heils, de opdrachtgever, is er gevraagd onderzoek te doen naar een evidence-based beweegprogramma, dat gebaseerd is op de CLUSK factoren (coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, snelheid en kracht) (Vrijens, 2007), die geïmplementeerd kan worden binnen de regulieren voetbal trainingen voor teams bij het Leger des Heils. Gevraagd is voornamelijk binnen de trainingen te richtingen op kracht en snelheid. Dit is voor het Leger des Heils van belang gezien zij willen professionaliseren in de voetbalsport en betere resultaten willen behalen met de voetbalteams. Naast het evidence-based beweegprogramma is er vraag of het programma samen met de regulieren voetbal training een vergroot effect heeft op motivatie en sociale participatie bij de deelnemers. Binnen het Leger des Heils wordt er met verschillende doelgroepen gewerkt, namelijk; verslaafde (drugs en/of alcohol), mensen met een geestelijk beperking of psychologische beperking, dak- of thuisloze, mensen met financiële problemen en straatjeugd (“Ik zoek hulp”, z.d.). Voor dit onderzoek is er gericht op straatjongeren, met een leeftijd tussen de 18 en 25 jaar, die voetballen bij het Leger des Heils. Dit is ook de grootste doelgroep die voetbalt binnen het Leger des Heils.

Het beweegprogramma is ontwikkeld vanuit wetenschappelijke literatuur door de Inholland student. Een vragenlijst is ontwikkeld om inzicht te krijgen in sociale participatie en motivatie. Enkele interviews zullen afgenomen worden om meer in te gaan op de verkregen informatie uit de vragenlijst. De vragenlijst en interview zijn ontwikkeld door de Inholland student. Het effect van het beweegprogramma is meer van belang en betekenis voor het Leger des Heils dan de gegevens die voortkomen uit de vragenlijst en interviews (Remigius, 2014).

Vanuit wetenschappelijke literatuur gekeken welke huidige beweegprogramma’s en trainingsmethodes, met betrekking tot de CLUSK factoren kracht en snelheid, ontwikkeld zijn voor voetbal. Deze zijn voornamelijk ontwikkeld voor jongeren die al jaren georganiseerd voetbal spelen op amateur niveau (Soehnlein, 2014). Er is nog niet specifiek onderzocht of een evidence-based beweegprogramma, gebaseerd op kracht en snelheid, samen met regulieren voetbal training positief effect heeft op sociale participatie en motivatie.

4

Uit eerder onderzoek is naar voren gekomen dat plyometrisch trainen een goede manier is om kracht en snelheid te verbeteren bij voetballers (Ramirez-Campillo, 2014). Plyometrisch training wordt gekenmerkt door een reeks oefeningen met springen (Beachle, 2008). Hierbij wordt getraind in een zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk kracht te genereren (“Plyometrisch training; meer kracht en explosiviteit!”, z.d.). Plyometrisch trainen heeft aangetoond dat het een goede trainingsmethode is voor de onderste extremiteiten bij zowel volwassenen- als jonge atleten (Siegler, 2003).

De onderzoeken zijn voornamelijk bij jonge mannelijke deelnemers uitgevoerd (C Marques, 2013). In de onderzoeken is gebruik gemaakt van controlegroepen en is er gebruik gemaakt van korte intensieve plyometrisch trainingen binnen de regulieren trainingen (Rubley, 2011).Voor de 0-meting en 1-meting zijn verschillende testen uitgevoerd. In het onderzoek van João Brito is er een 1RM squat meting, plantair flexie en knie-extensie uitgevoerd (João Brito, 2014). Maar in de meeste onderzoeken, zoals in die van Rodrigo Ramírez-Campillo, zijn de 10- of 20 meter sprint test, hoogtesprong, maximale schopkracht en een conditietest als de shuttlerun test uitgevoerd (Ramírez-Campillo, 2014). Enkele testen zullen dan ook opgenomen worden in dit onderzoek.

Vanuit de wetenschappelijke literatuur, wordt 2x per week plyometrisch en explosief getraind, met een duur tussen de 20 en 35 minuten (Soehnlein, 2014). Hierbij was er een verschil in intensiteit en het aantal sprongen per training, wat te maken had met het niveau van de onderzoeksgroep. De grote van de onderzoeksgroepen verschillen. Onderzoeken hadden een onderzoeksgroep tussen de 16 en 166 deelnemers (Faude, 2013). Binnen al onderzoeken is er gebruik gemaakt van een controlegroep en experimentele groep (Váczi, 2013). Binnen elk onderzoek was er een positief resultaat zichtbaar na een periode van plyometrisch trainen, in vergelijking met de controlegroepen, maar niet bij alle significant (Chelly, 2010). De mate van verbetering verschilde door de duur van het onderzoek en de intensiteit van het beweegprogramma.

Aan de hand van de vraag van de opdrachtgever, de wetenschappelijke literatuur en doelgroep is de volgende onderzoeksvraag opgesteld:Wat is de invloed van een 8-weken durend evidence-based beweegprogramma met betrekking tot de CLUSK factoren kracht en snelheid op fysieke gesteldheid, motivatie en sociale participatie bij straatjongeren met een leeftijd tussen de 18 en 25 jaar, die voetballen bij het Leger des Heils?

Het verslag is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk twee zal bestaan uit de methode waarin soort onderzoek, procedure, meetinstrumenten en de methode van data-analyse worden besproken. Vervolgens is er een literatuurlijst. In de bijlagen zijn de planning, opdracht, beroepsproducten, gegevens van de opdrachtgever en afstudeerovereenkomst te vinden. Ook zijn de testprotocollen, vragenlijst, interview vragen en evidence-based beweegprogramma te vinden in de bijlagen.

5

2. Methode

2.1 Soort onderzoekVanuit het Leger des Heils is er vraag naar het onderzoeken wat voor evidence-based beweegprogramma de CLUSK factoren kracht en snelheid van voetballende straatjongeren, tussen de 18 en 25 jaar, kan vergroten. Daarbij is er vraag of er onderzocht kan worden of het programma een vergroot effect heeft op motivatie en sociale participatie.

Het onderzoek dat uitgevoerd wordt is zowel een kwalitatief- als kwantitatief onderzoek. Het is een kwalitatief onderzoek om er met enkele deelnemers interviews gehouden zullen worden. De interviews zullen uitgevoerd worden om naast het kwantitatieve deel meer diepte informatie te verkrijgen van de vragen uit de vragenlijst.

Het is een kwantitatief onderzoek omdat door middel van een 0-meting, een 8-weken durend evidence-based beweegprogramma en een 1-meting meerdere kwantitatieve gegevens worden verkregen van 30 deelnemers. Ook zal er tijdens de 0-meting en 1-meting een vragenlijst ingevuld worden, die kwantitatieve gegevens zal geven met betrekking tot motivatie, sociale participatie en reden van sporten.

2.1.1 DeelvragenVooraf aan het onderzoek zijn de volgende deelvragen opgesteld en beantwoord:

1. Welke doelgroepen zijn er binnen de voetbalteams?Binnen het Leger des Heils wordt er met verschillende doelgroepen gewerkt (“Ik zoek hulp”, z.d.):

- Verslaafde (drugs en/of alcohol)- Mensen met een geestelijk beperking of psychologische beperking - Dak- of thuisloze- Mensen met financiële problemen- Straatjongeren

Voor dit onderzoek zal er gewerkt worden met de straatjongeren, gezien deze doelgroep de grootste is binnen de voetbal.

2. Welk CLUSK factoren zijn van belang voor het beweegprogramma?Binnen de CLUSK zijn de volgende factoren van toepassing: coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, snelheid en kracht. Binnen de regulieren voetbaltrainingen van het Leger des Heils wordt er getraind op coördinatie (voeten, draaien, schieten), uithoudingsvermogen en op lenigheid van de sporters (Remigius, 2014). Trainers zijn minder bezig met specifiek kracht en snelheid trainingen, gezien hier niet de kennis over is. Voor dit programma is het dan van belang dat er gericht wordt op kracht en snelheid, specifiek gericht op voetbal.

6

3. Welke effecten kunnen er ontstaan naast verbeterde fysieke gesteldheid?Uit onderzoek is gebleken dat fysieke activiteit goed is voor de geestelijke gezondheid (Hoogland, 2012). Ook geeft sporten en bewegen een sneller herstel op psychische stoornissen (“Sport halveert kans op psychische stoornis”, 2010). Bij onderzoek door Abrantes kwam naar voren dat krachttraining ontspanning gaf (Abrantes, 2012). Uit praktijk bij het Leger des Heils blijkt dat jongeren zich beter emotioneel kunnen uiten tijdens het sporten en meer leren samen te werken (Remigius, 2014).

4. Welke aanbod is er al voor de doelgroepen aan sport in de omgeving?Voor de doelgroepen bij het Leger des Heils is op dit moment nog een opstart bezig met het brengen van de doelgroepen naar de breedtesport in Amsterdam (Remigius, 2014). Sporten die gegeven worden in de omgeving Amsterdam zijn te zien in tabel 1: sportaanbod Amsterdam.

Aangepaste sproten Aerobics AikidoAmerican football Atletiek BadmintonBasketbal Biljarten BoksenBowling Bridge CapoeiraConditietraining Cricket DammenDans Darts FloorballFrisbee Go GolfGymnastiek Handbal HandboogschietenHapkido Hardlopen HockeyHonkbal/softbal IJshockey Jeu de boulesJiu jitsu Judo KaatsenKarate Kickboksen KlimmuurKorfbal Krachtsport KunstschaatsenLacrosse Omnisportvereniging OnderwatersportOrienteringsloop Paardensport Pencak silatPickleball Roeien RugbySchaatsen Schaken SchermenSkeeler/skate Sportschieten SportschoolSquash Taekwondo TafeltennisTennis Thaiboksen TriatlonVechtsport Voetbal VolleybalWandelsport Waterpolo WatersportWielrennen Zaalvoetbal ZwemmenTabel 1: sportaanbod Amsterdam

7

5. Welk trainingsprincipe is een goede manier om kracht en snelheid te verbeteren tijdens voetballen?

Uit wetenschappelijke literatuur is naar voren gekomen dat plyometrisch trainen een goed principe is om explosieve kracht en snelheid te vergroten bij voetballers (Ramirez-Campillo, 2014). Bij dit principe wordt er gebruik gemaakt van een reeks oefeningen met springen en sprinten (Beachle, 2008). Dit type training heeft aangetoond dat het een goede trainingsmethode is voor de onderste extremiteiten bij jonge- als volwassen atleten die al voor langere tijd voetballen (Siegler, 2013).

2.1.2 ProbleemstellingHet Leger des Heils heeft het probleem dat er weinig kennis is bij de trainers over het trainen van kracht en snelheid bij de doelgroep voetballers tussen de 18 en 25 jaar. Daarom is als onderzoek gevraagd te kijken welk trainingsprincipe goed is om deze factoren te trainen. Door van te voren te enkele deelvragen te beantwoorden is een hoofdvraag opgesteld voor het onderzoek.

De probleemstelling voor het onderzoek is als volgt opgesteld:Wat is de invloed van een 8-weken durend evidence-based beweegprogramma met betrekking tot de CLUSK factoren kracht en snelheid op fysieke gesteldheid, motivatie en sociale participatie bij straatjongeren met een leeftijd tussen de 18 en 25 jaar, die voetballen bij het Leger des Heils?

2.1.3 OnderzoekspopulatieDe onderzoekspopulatie bestaat uit drie voetbal teams, bestaande uit totaal 52 mensen, waarvan 30 mensen elke training aanwezig zijn. De andere 20 zijn niet altijd aanwezig en zijn dan ook moeilijk te gebruiken binnen het onderzoek. Hierbij wordt een verdeling gemaakt van 20 mannen en 10 vrouwen.

De doelgroep bestaat uit mannen en vrouwen tussen de 18 en 25 jaar, die gecategoriseerd zijn bij het Leger des Heils onder straatjongeren.

2.1.4 SteekproefEr wordt geen gebruik van gemaakt van de gehele populatie gezien niet iedereen altijd aanwezig is. Daarom wordt er gebruik gemaakt van 30 mensen die altijd op de training zijn. Hierdoor is er meer zekerheid voor het onderzoek en meer betrouwbaarheid.

8

2.1.5 Onderzoeksgroep en controlegroepEr zal een onderscheid gemaakt worden bij elk team tussen een experimentele groep en een controlegroep. Dit zal gedaan worden om goed het effect van het beweegprogramma in beeld te krijgen. De drie teams trainen elk op een andere locatie. In tabel 2: indeling experimentele groep en controlegroep is de indeling te vinden binnen de teams. In tabel 3: uitvoerende onderdelen groepen is te zien welke onderdelen de experimentele groep en controlegroep zullen uitvoeren. De planning van de meetmomenten zijn aangegeven in bijlage I: planning.

Locatie Aantal personen Experimentele groep ControlegroepTeam Zaandam 10 5 5

Team Amsterdam De Pijp

10 5 5

Team Amsterdam Zuidoost

10 5 5

TOTAAL 30 15 15

Tabel 2: indeling experimentele groep en controlegroep

Groep 0-meting 1-meting Beweegprogramma Vragenlijst InterviewExperimentele groep

X X X x x

Controle groep

X X x x

Tabel 3: uitvoerende onderdelen groepen

9

2.2 ProcedureOm binnen het onderzoek stappen te ondernemen zijn enkele vast procedures van toepassing. De gehele planning van het onderzoek is te vinden in bijlage I: planning.

Kennis maken en observerenIn week kalenderweek 4 en 5 zal er samen met Geert Remigius kennis gemaakt worden met de trainers, begeleiders en voetballers van het Leger des Heils. Tijdens de eerste kennismaking zal er 10 minuten uitlegt worden wat het onderzoek inhoud en zal er aangeven worden dat er een experimentele groep en een controlegroep is. Na de uitleg zal de regulieren training starten en zal de Inholland student observeren hoe de groep met elkaar omgaat. Dit wordt gedaan om te kijken of het een sociale groep is of dat er veel individuen binnen de groep zijn. Hier kan dan rekening mee gehouden worden tijdens het benaderen van de doelgroep en het geven van de trainingen. Samen met de begeleider zal een afspraak gemaakt worden wie mee zullen doen met het onderzoek.

0-meting, 1-meting en vragenlijstDe 0-meting zal uitgevoerd worden in kalenderweek 11 en de 1-meting in kalenderweek 18. Het programma is ingekort in verband met een herkansing, waardoor het onderzoek pas later van start mag gaan.De vragenlijst zal op dezelfde momenten uitgevoerd worden als de 0-meting en 1-meting. Tijdens deze bijeenkomst zullen 15 minuten voor de training begint alle testen klaar gezet worden. Vervolgens zal er een warming up gegeven worden van 10 minuten en zal de Inholland student de testen afnemen met de experimentele groep en controlegroep. Na alle testen zal een korte uitslag gegeven worden aan de deelnemers en zal de regulieren training van start gaan. In bijlage V: testprotocollen zijn de fysieke testen te vinden voor de 0-meting en 1-meting. In bijlage VI: vragenlijst is de vragenlijst te vinden die is opgesteld door de Inholland student.

8-weken durend evidence-based beweegprogrammaHet beweegprogramma zal in het begin van de regulieren training uitgevoerd worden in de kalenderweken 11 tot en met 18. Het programma is ingekort in verband met een herkansing, waardoor het onderzoek nog niet van start mag gaan. De controlegroep en overige voetballers zullen de volledige regulieren voetbal training volgen. Er zal een gezamenlijke warming up uitgevoerd worden, waarna de experimentele groep het beweegprogramma za uitvoeren. Materiaal zal voor de training klaar gezet worden zodat er gelijk begonnen kan worden. Het evidence-based beweegprogramma is te vinden in bijlage VIII: evidence-based beweegprogramma.

InterviewsDe interviews zullen gehouden worden in de kalenderweken 13 tot en met 17. Er zal aan de trainer en begeleider gevraagd worden welke deelnemers goed op vragen kunnen antwoorden. Daarna zal er met de deelnemer na de training een interview gehouden worden, waarbij de begeleider erbij blijft zitten. Het interview zal de volgende dag uitgeschreven worden. Het doel van de interviews is om dieper in te gaan op de vragen uit de vragenlijst om zo meer informatie te verkrijgen van de deelnemers. De interviews zullen maximaal 15 minuten duren in verband met de deelnemer. De vragen voor het interview zijn te vinden in bijlage VII: interview vragen.

10

2.3 MeetinstrumentenBinnen het onderzoek worden meerdere meetinstrumenten gebruikt om gegevens te verkrijgen.

TestprotocollenDe testprotocollen zijn de fysieke testen voor de 0-meting en 1-meting. De protocollen zijn te vinden in bijlage V: testprotocollen. De volgende testen worden uitgevoerd om de fysieke gesteldheid van de deelnemers te meten:

- BMI- 10 x 5 meter sprint test- 1-min push up test- Verticale sprong- Standing long jump

De BMI zal gemeten worden om te kijken of de verhouding gewicht en lichaamslengte goed of minder goed is (“Bereken van het Body Mass Index”, z.d.). De 10 x 5 meter sprint test is een test waarbij het acceleratievermogen van de deelnemer getest wordt (Geijsel, 1996), wat belangrijk is bij straatvoetbal, gezien het gespeeld wordt op een klein veld. Om de kracht in de schouders en borstspieren te meten wordt de 1-min push up test uitgevoerd (“Referents 1-min push up test”, z.d.). Dit is belangrijk om te meten gezien armen, schouders en borstspieren gebruikt worden tijdens het maken van sprints.

De verticale sprong wordt gebruikt om de explosieve kracht in de benen te testen (“Vertical jump test”, 2014). De standing long jump is een goede test om de sprongkracht in de benen te meten, waarbij de armen en schouder gebruikt mogen worden om snelheid te maken (“Standing long jump”, 2014). Er zal geen aerobe of anaerobe test uitgevoerd worden gezien er niet de middelen voor zijn om dit uit te voeren en gezien er binnen het beweegprogramma enkel op snelheid en kracht gericht wordt.

De betrouwbaarheid en validiteit wordt gewaarborgd door de testen op dezelfde dag en tijdstip uit te voeren voor de 0-meting en 1-meting. Ook zal het in dezelfde omgeving uitgevoerd worden. De testen zijn valide getest, de testen zijn ook in vele wetenschappelijke onderzoeken gebruikt en hebben een referentietabel gebaseerd op leeftijd en geslacht.

De materialen die nodig zijn om het beweegprogramma uit te voeren zijn: - Weegschaal - Meetlint 5 meter- 6 pionnen- Stopwatch - Stoel - Testprotocollen- Scoreformulier

11

8-weken durend evidence-based beweegprogrammaHet beweegprogramma is opgesteld aan de hand van wetenschappelijke literatuur, waarbij naar voren is gekomen dat plyometrisch trainen de beste manier was om kracht en snelheid bij voetballers te verhogen (Ramírez-Campillo, 2014). Om een zo groot mogelijk effect te krijgen moest er 2x per week plyometrisch getraind worden (Soehnlein, 2014). Dit is helaas niet mogelijk doordat de teams slechts 1x per week trainen. Dit kan ervoor zorgen dat het beweegprogramma minder effect zal geven als uit eerdere onderzoeken naar voren is gekomen. Het beweegprogramma is te vinden in bijlage VIII: evidence-based beweegprogramma.

Om validiteit en betrouwbaarheid te behouden zal het programma door de Inholland student uitgevoerd worden, zodat het juiste aantal herhalingen, sets, rust en intensiteit behouden blijft. De oefeningen zijn in eerdere onderzoeken uitgevoerd, waaruit gebleken is dat deze verbetering aanbrengen in kracht en snelheid. De materialen die nodig zijn om het beweegprogramma uit te voeren zijn pionnen of hoedjes, hordes (40/60 cm), stopwatch, pen en papier en een accommodatie

VragenlijstEr is een vragenlijst opgesteld waarbij vragen gesteld worden over motivatie en sociale participatie. De vragenlijst is opgesteld gezien er geen bestaande vragenlijst was die de inhoud had die nodig was voor het onderzoek. Om de validiteit en betrouwbaarheid te verhogen van de vragenlijst, is hij nagekeken door Daphne Heemskerk, methodologie docent Hogeschool Inholland.

Aan de hand van de vragenlijst kan er gekeken worden of evidence-based beweegprogramma meer effect heeft op motivatie en sociale participatie als het regulieren sportprogramma. Er kan een vergelijking gemaakt worden tussen de experimentele groep en controlegroep, waaruit gevonden kan worden of de experimentele groep positiever scoort op motivatie en sociale participatie aan het eind van het programma als dat de controlegroep dat doet. De vragenlijst is te vinden in bijlage VI: vragenlijst.

InterviewInterviews zullen uitgevoerd worden om meer de diepte in te gaan met betrekking tot de aspecten motivatie en sociale participatie. Dit wordt behandeld in de vragenlijst, maar daar wordt oppervlakkig op ingegaan. Om meer informatie van de deelnemers te verkrijgen kan er goed gekeken worden wat de achterliggende informatie is en waarom de geïnterviewde de vragenlijst heeft ingevuld zoals hij/zij heeft gedaan. Er zullen 5 interviews gehouden worden.

Voordelen van een interview zijn dat er dieper op vragen ingegaan kan worden en je krijgt een spontaan antwoord op vragen (“Voor- en nadelen van kwalitatief onderzoek”, z.d.). Het nadeel is dat de interviewer de geïnterviewde kan beïnvloeden naar een antwoord (“Voor- en nadelen van kwalitatief onderzoek”, z.d.). Om dit te vermijden zal de vragenlijst, die ingevuld is door de geïnterviewde erbij houden en aan de hand van de vragenlijst dieper in te gaan op de vragen. Naast de ingevulde vragenlijst zullen enkele vragen op papier staan die beantwoord moeten worden en de leidraad zullen zijn in het interview samen met de vragenlijst. De interviewvragen zijn te vinden in bijlage VII: interview vragen.

12

2.4 Methode van data-analyse en interpretatie

De gegevens van de meetinstrumenten testprotocollen 0-meting en 1-meting en de vragenlijst zullen verwerkt worden in SPSS. Per meetinstrumenten zijn meetniveau, groep en testen uitgelicht die gebruikt zullen worden tijdens het onderzoek om de juiste gegevens te verkrijgen.

Testprotocollen 0-meting en 1-metingDe uitkomsten van de 0-meting en 1-meting zullen verwerkt worden in SPSS. Om inzicht te krijgen of er een significant verschil is tussen de experimentele groep en controlegroep zullen er verschillende methodische testen uitgevoerd worden.

Er zal een vergelijking gemaakt worden bij de experimentele groep tussen de 0-meting en 1-meting en zo ook bij de controlegroep. Daarnaast zal er ook een vergelijking gemaakt worden tussen experimentele groep en controlegroep bij de 0-meting en 1-meting om te kijken of het beweegprogramma een positief significant verschil geeft bij de experimentele groep in vergelijking met de controlegroep.

De experimentele- en controlegroep bestaan beide uit 15 deelnemers, 30 deelnemers totaal. 5 van de 6 fysieke, zie tabel 4, testen zijn op continu meetniveau, gezien er met de gegevens gerekend kan worden (Field, 2009). Omdat de groepen kleiner dan zijn 30 deelnemers wordt er niet met de Independent-samples T test gemeten, maar met de Mann-Whitney Test, wat te maken heeft dat het een niet-parametrische groep is (Field, 2009).

In tabel 4: meetniveau, groepen en testen is zichtbaar op welk niveau een fysieke test is gerekend en welke testen uitgevoerd worden.

FYSIEKE TEST MEETNIVEAU GROEPEN TEST TEST

BMI BEREKEN Continu Onafhankelijk Independent-samples T test / Mann-Whitney Test

Lineaire regressie

10 X 5 METER SPRINT

Continu Onafhankelijk Independent-samples T test / Mann-Whitney Test

Lineaire regressie

1-MIN PUSH UP TEST

Continu Onafhankelijk Independent-samples T test / Mann-Whitney Test

Lineaire regressie

VERTICALE SPRONG

Continu Onafhankelijk Independent-samples T test / Mann-Whitney Test

Lineaire regressie

STANDING LONG JUMP

Continu Onafhankelijk Independent-samples T test / Mann-Whitney Test

Lineaire regressie

Tabel 4: meetniveau, groepen en testen

13

Vragenlijst De vragenlijst bestaat uit vragen op nominaal, ordinaal en continu meetniveau. De uitkomsten van de 0-meting en 1-meting zullen verwerkt worden in SPSS. Om inzicht te krijgen of er een significant verschil is tussen de experimentele groep en controlegroep zullen er verschillende methodische testen uitgevoerd worden. Door deze methodische testen uit te voeren is er zichtbaar of het beweegprogramma meer positief effect heeft op motivatie en sociale participatie als de controlegroep die het beweegprogramma niet gevolgd heeft.

Er zal een vergelijking gemaakt worden bij de experimentele groep tussen de 0-meting en 1-meting en zo ook bij de controlegroep. Daarnaast zal er ook een vergelijking gemaakt worden tussen experimentele groep en controlegroep bij de 0-meting en 1-meting om te kijken of het beweegprogramma een positief significant verschil geeft bij de experimentele groep in vergelijking met de controlegroep.

Er zal zowel gebruik gemaakt worden van verklarende statistiek als van beschrijvende statistiek. Dit gezien de onderzoeksgroep niet groter is dan 30 mensen (Field, 2009).

Nominaal zijn categorische variabelen zoals geslacht (Field, 2009). Hierbij worden getallen toegekend aan verschillende categorieën, die dienen om de categorieën te onderscheiden van elkaar (Field, 2009). Ordinaal houdt in dat dat er een ordening is aangegeven, bijvoorbeeld leeftijdsgroepen. Continu zijn gegevens waarmee gerekend kan worden (Field, 2009).

In tabel 5: meetniveau, groepen en testen vragenlijst is te vinden welke testen uitgevoerd worden bij elk niveau. In bijlage VI: vragenlijst is de vragenlijst te vinden. De vragen 2 en 20 zijn open vragen.

MEETNIVEAU GROEPEN TEST TEST VRAGENNominaal Onafhankelijk Chi-Square Logistische

regressie1, 3, 4, 10, 14, 15, 16, 19, 21

Ordinaal Onafhankelijk Chi-Square Logistische regressie

5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 17, 18

Continu Onafhankelijk Independent-samples T test / Mann-Whitney Test

Lineaire regressie

Leeftijd en aantal speeljaren

Tabel 5: meetniveau, groepen en testen vragenlijst

Interviews Het interview is een kwalitatief meetinstrument en getranscribeerd worden. Vervolgens zal er op de open vragen vooral gekeken worden welke informatie relevant is. Irrelevante informatie wordt niet gebruikt. De relevante informatie wordt ingedeeld in fragmenten en zal ondersteuning bieden aan de gegevens die verkregen zijn uit de uitkomsten van de vragenlijsten.

14

Literatuurlijst

Abrantes. Ana M, Cynthia L. Battle, David R. Strong (e.a.) (2012). Exercise preferences of patients in substance abuse treatment. Geraadpleegd op 13 december 2014, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3224086/

American Psychological Association style (z.d.). How do you reference a web page that lists no author? Geraadpleegd op 8 februari 2015, van http://apastyle.org/learn/faqs/web-page-no-author.aspx

ASCM (z.d.). Referents 1-min push up test. Geraadpleegd op 28 december 2014, van http://www.acsm.org/

C Marques. Mário, Pereira. Ana, van den Tillaar, Roland (2013). Does and in-season 6-weeks combined sprint and jump training program improve strength-speed abilities and kicking performance in young soccer players? Geraadpleegd op 3 januari 2015, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3916921/

Chelly. Mohamed Soulhaiel, Ghenem. Mohamed Ali, Abid. Khalil (e.a.) (2010). Effects on in-season short-term plyometric training program on leg power, jump- and sprint performance of soccer players. Geraadpleegd op 3 januari 2015, van http://ovidsp.tx.ovid.com.proxy.uba.uva.nl:2048/sp-3.13.1a/ovidweb.cgi?QS2=

Chu, DA (1992). Jumping Into Plyometric. Geraadpleegd op 5 januari 2015.

Kremer. D, Marjorie. J malkin, John. J Benshoff (1995). Physical activity programs offers in substance abuse treatment facilities. Geraadpleegd op 13 december 2014, van http://www.sciencedirect.com.proxy.uba.uva.nl:2048/science/article/pii/0740547295020083

Faude. Oliver, Roth. Ralf, Di Giovine (e.a.) (2013). Combined strength and power training in high-level amateur football during the competitive season: a randomised-controlled trial. Geraadpleegd op 3 januari 2015, van http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/02640414.2013.796065?url_ver=Z39.88-2003&rfr_id=ori%3Arid%3Acrossref.org&rfr_dat=cr_pub%3Dpubmed&#.VKlV9fl5OUI

Hoogland, A. (2012),Sporten goed voor geestelijke gezondheid. Geraadpleegd op 13 december 2014, van http://www.gezondheidsnet.nl/pak-je-depressie-aan/sporten-goed-voor-geestelijke-gezondheid.

João Brito, Fabrício Vasconcellos, António Rebelo (2014). Short-Term performance effects of three different low-volume strength-Training programmes in college male soccer players. Geraadpleegd op 28 december 2014, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4096099/

15

Leger des Heils (z.d.) Ik zoek hulp. Geraadpleegd op 13 december 2014, van http://www.legerdesheils.nl/Care

PT-Nijmegen (z.d.). Plyometrisch training; meer kracht en explosiviteit!. Geraadpleegd op 5 januari 2015, http://www.pt-nijmegen.nl/training_plyo.htm /

Ramirez-Campillo. Rodrigo, C Andrade, David, Izquierdo, Mikel (2014). The effects of interset rest on adaptation to 7 weeks of explosive training in soccer players. Geraadpleegd op 28 december 2014, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3990881/

Ramirez-Campillo. Rodrige, Meylan. César, Álverez. Cristian (e.a.) (2014). Effects of in-season low-volume high-intensity plyometric training on explosive actions and endurance of young soccer players. Geraadpleegd op 28 december 2014, van http://ovidsp.tx.ovid.com.proxy.uba.uva.nl:2048/sp-3.13.1a/ovidweb.cgi?QS2=

Ramírez-Campillo. Rodrigo, Meylan. César, Ãlvarez-Lepín, Cristian (e.a.) (2014). The effects of interday rest on adaptation to 6-weeks of plyometric training in young soccer players. Geraadpleegd op 29 december 2014 van http://ovidsp.tx.ovid.com.proxy.uba.uva.nl:2048/sp-3.13.1a/ovidweb.cgi?WebLinkFrameset=

Right Marktonderzoek (z.d.) Voor- en nadelen van kwalitatief onderzoek. Geraadpleegd op 6 februari 2015, van http://www.rightmarktonderzoek.nl/kwalitatief-onderzoek/voor-en-nadelen-kwalitatief-onderzoek

Right Marktonderzoek (z.d.) Voor- en nadelen van kwantitatief onderzoek. Geraadpleegd op 6 februari 2015, van http://www.rightmarktonderzoek.nl/kwantitatief-onderzoek/voor-en-nadelen-kwantitatief-onderzoek

Skipr (20 januari 2010). Sport halveert kans op psychische stoornis. Geraadpleegd op 13 december 2014, van http://www.skipr.nl/actueel/id3208-sport-halveert-kans-op-psychische-stoornis.html

Soehnlein. Quirin, Mueller. Erich, Stöggl. Thomas L (2014). The effect of 16-week plyometric training on explosive actions in early to mid-puberty elite soccer players. Geraadpleegd op 28 december 2014, van http://ovidsp.tx.ovid.com.proxy.uba.uva.nl:2048/sp-3.13.1a/ovidweb.cgi?QS2=

Topendsports (2014). Standing long jump test. Geraadpleegd op 28 december 2014, van http://www.topendsports.com/testing/tests/longjump.htm

Topendsports (2014). Vertical jump test. Geraadpleegd op 28 december 2014, van http://www.topendsports.com/testing/tests/vertjump.htm

Váczi. Márk, Tollár József, karsai. István (2013). Short-term high intensity plyometric training program improves strength, power and agility in male soccer players. Geraadpleegd op 3 januari 2015, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3661889/

16

Voedingscentrum (z.d.). Bereken van het Body Mass Index. Geraadpleegd op 28 december 2014, van http://www.voedingscentrum.nl/bmi.aspx

Weinstock. J, Barry. D, Petry, NM (2008). Exercise-related activities are associated with positive outcome in contingency management for substance use disorders. Geraadpleegd op 13 december 2014, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/18486352

Yvonne. M Teryy-Mcelrath, Patrick. M O’Mally, Lloyd D. Johnston (2012). Exercise and substance use among American youth. Geraadpleegd op 13 december 2014, van http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3167387/

Persoonlijke mededelingen:G. Remigius (2014). Effect van sporten bij de doelgroepen. Uit een gesprek op 16 oktober 2014.

Boeken:Field. A (2009). Discovering statistics using SPSS (pp 7-10). Londen: Sage. Geraadpleegd op 6 februari 2015.

Geijsel. J, Hlobil. H, van Mechelen. W. (1996). Conditietesten (pp. 89-90). Haarlem: Kosmos. Geraadpleegd op 5 februari 2015.

Reinout Hogeweg (2010). Een goed rapport (pp. 2-62). Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Gent: Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding. Geraadpleegd op 15 december 2014.

Vrijens. J, Bourgois. J, Lenoir. M (2007). Basis voor verantwoord trainen (pp. 82-266). Geraadpleegd op 13 december 2014.

17

Bijlagen

Bijlage I: planningOnderstaand de tijdsplanning voor het onderzoek.

TAKEN WEEK (KALENDER) 4 5 6 7 8 9 10 11 12

13 14 15 16

17 18 19 20

21 22 23 24

Kennis maken doelgroep en trainersObserveren van de doelgroep en trainingBijeenkomst begeleider Leger des Heils**Fysieke testen uitvoerenVragenlijst afnemenInvoeren gegevens testenUitvoeren evidence-based beweegprogrammaSLB bijeenkomstInterviews afnemen + transcriberenGegevens vergelijken testen en vragenlijstConclusie en discussie schrijvenOnderzoeksverslag afmakenVerslag inleverenAfstudeerkring*Lunchgesprek jaar 3 /4VoortgangsrapportageEvaluatiegesprek afstudeerbegeleiderInleveren/ontvangen herkansing O.P.

*: bijeenkomsten na week 15 zijn nog niet bekend.**: bijeenkomsten met de begeleider zullen tijdens trainingen, face-to-face, telefonisch of via de mail gehouden worden.

18

Bijlage II: opdracht

Binnen Leger des Heils is er gevraagd om te een beweegprogramma te ontwikkelen en uit te voeren dat de prestaties van de voetballers bij het Leger des Heils kan verbeteren met betrekking tot de CLUSK factoren (coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, snelheid, kracht). Vanuit observaties en gesprekken is naar voren gekomen dat er binnen de trainingen weinig gericht wordt op kracht en snelheid. Dit is omdat de trainers en begeleiders hier weinig kennis en ervaring mee hebben. Naast het ontwikkelen en uitvoeren van een evidence-based beweegprogramma is gevraagd of het programma positief effect heeft op sociale participatie, motivatie en mentaal functioneren bij de deelnemers, in vergelijking met de deelnemers die niet het evidence-based beweegprogramma uitvoeren (controlegroep). Dit zal gemeten worden aan de hand van een vragenlijst. Om meer gedetailleerde informatie te verkrijgen van de deelnemers over hoe zij in het leven staan en wat hun voordelen zijn van sporten en bewegen, worden enkele interviews gehouden om meer diepgang te geven aan de vragenlijsten.

Voor het onderzoek is de volgende hoofdvraag opgesteld:Wat is de invloed van een 8-weken durend evidence-based beweegprogramma met betrekking tot de CLUSK factoren kracht en snelheid op fysieke gesteldheid, motivatie en sociale participatie bij straatjongeren met een leeftijd tussen de 18 en 25 jaar, die voetballen bij het Leger des Heils?

Het 8- weken durend evidence-based beweegprogramma is te vinden in bijlage VIII: evidence-based beweegprogramma. De fysieke testen die afgenomen zullen worden voor de 0-meting en 1-meting zijn te vinden in bijlage V: testprotocollen. In bijlage VI: vragenlijst is de vragenlijst te vinden.

Bijlage III: beroepsproducten

Tussenproducten:- Testprotocollen

Er zal besproken worden welke fysieke testen afgenomen zullen worden. Hierbij zal gekeken worden welke materialen nodig zijn en hoeveel tijd het in beslag zou nemen. Na de fysieke testen zal aan de hand van de referentie tabellen gekeken worden of de deelnemers slecht, gemiddeld of goed scoren op de testen.

- 8- weken durend evidence-based beweegprogramma Het programma zal nadat het ontwikkeld is besproken worden met de trainers en begeleiders. Tijdens de besprekingen zal het programma uitgelegd worden en zal verteld worden wat uit wetenschappelijke literatuur naar voren is gekomen en wat daarvan de resultaten waren.

- Vragenlijst Het programma is na het ontwikkelen en valideren door Inholland besproken met de trainers en begeleiders. Hierbij wordt een uitleg gegeven over de inhoud van de vragenlijst.

- Interview opzet Er zal een interview opzet gemaakt worden die dezelfde inhoud zullen hebben als de vragenlijst, alleen zal bij het interview meer doorgevraagd kunnen worden om meer informatie te verkrijgen. De inhoud van het interview zal uitgelegd worden aan de trainers en begeleiders. Hun zal ook gevraagd worden welke deelnemers goed zijn in het verwoorden van deze vragen.

Eindproducten:- Uitkomsten testprotocollen 0-meting en 1-meting- Uitkomsten 8-weken durende evidence-based beweegprogramma- Uitkomsten vragenlijst 0-meting en 1-meting- Uitkomsten interviews- Onderzoeksverslag

o Samenvatting o Inleiding, met onderzoeksvraago Methodeo Resultaten, uitkomsten beweegprogramma, vragenlijst en interviewso Conclusieo Discussie o Literatuurlijsto Bijlagen o Eindpresentatie onderzoek

Het onderzoek levert resultaten op wat betreft de werking van het beweegprogramma bij de onderzochte doelgroep. Het wordt een overzichtelijk en duidelijk rapport, waarbij de trainers en begeleiders later kunnen terugkijken welke effecten het beweegprogramma had of fysieke

20

gesteldheid, motivatie en sociale participatie. In het verslag zullen aanbevelingen opgenomen worden die na het onderzoek zelfstandig uitgevoerd kunnen worden.

21

Bijlage IV: opdrachtgever

Contactgegevens opdrachtgever

Naam: Geert RemigiusOrganisatie: Leger des HeilsAfdeling: Sport en bewegenAdres: Rode Kruisstraat 24-B, 1025 KN Plaats: Amsterdam NoordTel.: 020-630 11 11E-mail: [email protected]

Afspraken rondom begeleiding

- Contact via face-to-face, telefonisch of email.- Wekelijks contact met betrekking tot de voorderingen.- Er is afgesproken om thuis te werken aan het onderzoek.- Drie keer per week wordt het beweegprogramma uitgevoerd bij de drie verschillende

teams door de Inholland student zelf.- Interviews en vragenlijsten worden afgenomen maar namen worden niet in het

verslag opgenomen maar anoniem beschreven om privacy van de cliënten te behouden.

- De student Inholland zal aanwezig zijn bij de KEDO bijeenkomst (een systeem waarin factoren als verslavingen, schulden, opleiding en verder achtergrond informatie van cliënten verwerkt kan worden en inzicht verkregen worden om zo gedrag positief te beïnvloeden)

- De week voor de officiële start van het onderzoek zal de student kennis maken met de cliënten van de teams.

- De week voor de officiële start zal nog een bijeenkomst komen waarin alle begeleiders en de student samen komen om de laatste punten door te nemen.

- Halverwege het onderzoekstraject zal er een evaluatie plaatsvinden en zullen tussentijdse producten besproken worden.

22

Bijlage V: testprotocollen

TestprotocollenLeger des Heils

Naam:Marco Hendriks

Opdrachtgever:Leger des Heils

Datum: 12-02-2015

23

Inhoudsopgave

1. BMI berekenen2. 10 x 5 meter sprint test3. 1-min push up test4. Verticale sprong5. Standing long jump6. Score formulier

24

1. BMI berekenen

Lengte:………………………..Gewicht:………………………Leeftijd:……………………….

Formule om BMI uit te rekenen:

BMI= gewicht : lengte2 KG =……….. CM=…………… BMI=…………………

25

2. 10 x 5 meter sprint test

Beschrijving doel/functieDe 10 x 5 meter sprint test is een test die het acceleratievermogen van de deelnemer meet. Het doel van de test is om een indicatie te krijgen hoe snel de deelnemer kan draaien en snelheid kan maken op korte afstand.

Beschrijving validiteit en betrouwbaarheidDe 10 x 5 meter sprint test is een betrouwbare test om het acceleratievermogen van de deelnemer testen. Wel is de test pas betrouwbaar als de oefening telkens correct wordt uitgevoerd. Deze test zal geen totaalbeeld kunnen geven van de totale kracht van het lichaam en daardoor zullen er meerdere testen uitgevoerd worden om de validiteit te verhogen.

Beschrijving benodigd materiaal en ruimte(s)De test zal uitgevoerd worden in een sportruimte. Het materiaal dat gebruikt zal worden zijn twee pionnen en 1 stopwatch.

Testprotocol en referentiekadersHet is de bedoeling dat de deelnemer zo snel mogelijk van de ene naar de andere pion rent. Hierbij moet er minstens 1 voet achter de pion komen om weer terug te mogen. In totaal wordt er 5 keer heen en weer gesprint (totaal 10 x).

Uitvoering 10 x 5 meter sprint test:1. Neem met beide voeten plaats achter de startlijn. 2. Op commando zo snel mogelijk vertrekken.3. Rem binnen de 5 meter weer af en zet tenminste 1 voet achter de pion, draai weer

om en sprint terug.4. Ga bij de laatste keer zo snel mogelijk over de finish lijn zonder af te remmen5. Elke keer dat de voet niet langs de pion wordt gezet wordt er 0,1 seconden bij de

eindtijd opgeteld.

26

Referentiekader:Normtabel 10 x 5 meter sprinttest in seconden voor junioren en mannen 

Leeftijd  laag matig gemiddeld  goed hoog

12 jaar > 20.8 20.7-20.0 19.9-19.4 19.3-18.7 < 18.6

14 jaar > 20.4 20.3-19.6 19.5-19.0 18.9-18.2 < 18.1

16 jaar > 19.4 19.3-18.6 18.5-18.1 18.0-17.5 < 17.4

18 jaar > 18.7 18.6-17.9 17.8-17.5 17.4-17.0 < 16.9

senioren > 19.3 19.2-17.9 17.8-17.1 17.0-16.1 < 16.0

 

 

Normtabel 10 x 5 meter sprinttest in seconden voor junioren en vrouwen 

Leeftijd  laag matig gemiddeld  goed hoog

12 jaar > 21.7 21.6-20.8 20.7-20.1 20.0-19.5 < 19.4

14 jaar > 21.7 21.6-20.7 20.6-20.0 19.9-19.2 < 19.1

16 jaar > 21.1 21.0-20.3 20.2-19.5 19.4-19.1 < 19.0

18 jaar > 20.3 20.2-19.6 19.5-19.1 19.0-18.4 < 18.3

senioren > 20.9 20.8-19.6 19.5-18.5 18.4-17.6 < 17.5

 

27

3. 1-min push up test

Beschrijving doel/functieDe 1-min push up test meet de spierkracht van de schouders, borst en armen. Het doel is om een indicatie te geven van het krachtniveau van de benoemde spiergroepen.

Beschrijving validiteit en betrouwbaarheidDe 1-min push up test is een betrouwbare test om de spiergroepen van de borst, schouders en armen te testen. Hierbij wordt er voornamelijk gekeken naar het krachtuithoudingsvermogen van de benoemde spiergroepen. De test is enkel betrouwbaar als de oefening correct word uitgevoerd en ook op hetzelfde tijdstip en plaats wordt uitgevoerd. Enkel deze test geeft geen volledig beeld over de kracht van het lichaam. Hierom worden meerdere oefeningen uitgevoerd om een totaalbeeld te kunnen geven.

Beschrijving benodigd materiaal en ruimte(s)De test zal uitgevoerd worden in een sportruimte, waar de sporters bekend mee zijn. Er is geen materiaal nodig om bescherming te bieden voor de persoon. Wel is er assistentie nodig voor de uitleg en een voorbeeld.

Testprotocol en referentiekadersHet is de bedoeling dat de deelnemers zoveel mogelijk correcte herhalingen maakt binnen 1 minuut. Mannelijke deelnemers mogen niet de knieën tijdens de test op de grond plaatsen. Vrouwelijke deelnemers mogen de push up op de knieën uitvoeren. Als de uitvoering niet meer goed is worden deze niet meegerekend, om de validiteit en betrouwbaarheid van de test te behouden.

Uitvoering 1-min push up:1. Plaats de handen iets breder dan schouderbreedte op de

grond, met de vingers naar voren gericht.2. Strek dan de benen naar achter en zorg ervoor dat de

voeten naast elkaar staan.3. Houd het lichaam in een rechte lijn4. Span de benen, billen en romp spieren aan tijdens het

uitvoeren.5. Ga naar beneden tot de borst bijna de grond aanraakt.

Kom dan weer omhoog waarbij de armen gestrekt zijn.6. Herhaal de oefening.

Referentiekader:

28

4. Verticale sprong

Beschrijving doel/functieDe verticale sprong meet de sprongkracht in de benen, waarbij de armen en schouder gebruikt kunnen worden om snelheid omhoog te maken. Het is geen intensieve test. De test wordt drie keer uitgevoerd, waarbij het gemiddelde van de sprongen als uiteindelijke test waarde gebruikt word.

Beschrijving validiteit en betrouwbaarheidDe verticale sprong is een betrouwbare test om de spiergroepen in de benen te testen op gebied van sprongkracht. De test is enkel betrouwbaar als hij correct word uitgevoerd en als er een assistent is voor begeleiding. De test alleen is niet valide genoeg om te kunnen zeggen wat de kracht in het gehele lichaam is. Daarom worden er meerdere testen afgenomen om dit in kaart te brengen.

Beschrijving benodigd materiaal en ruimte(s)De test wordt uitgevoerd in de sportzaal. De deelnemer gaat naast een muur staan waarbij er allereerst een meting uitgevoerd waarbij de deelnemers met gestrekte arm tegen de muur staat. Het punt van de vingers word als beginpunt gebruikt. Nu wordt er uit stilstand gesprongen waarbij de vingers het hoogste punt aangeven. De sprong wordt drie maal uitgevoerd waarvan het gemiddelde genomen word als score.

Testprotocol en referentiekadersHet is de bedoeling dat de deelnemer zo hoog mogelijk springt vanuit stilstand. Dit wordt zonder oefenen gedaan. Het gemiddelde van drie sprongen word als score gerekend. Tussen de sprongen word een korte pauze van 20 seconden gehouden voor de benen.

Uitvoering verticale sprong:1. Sta met de linkerzij van het lichaam richting de muur.2. Buig de knieën en breng de armen naar achteren.3. Spring verticaal omhoog en strek daarbij de armen omhoog.4. Tik op het hoogste punt met de je vinger tegen de muur.5. Land met beide voeten weer op de grond.6. Herhaal de oefening

Referentiekader:

Gender Excellent Above Average Average Below Average Poor

Male >70cm 56 - 70cm 41 - 55cm 31 - 40cm <30cm

Female >60cm 46 - 60cm 31 - 45cm 21 - 30cm <20cm

29

5. Standing long jump

Beschrijving doel/functieDe standing long jump test meet de sprongkracht in de benen, waarbij de armen en schouders gebruikt worden om snelheid te maken. Het is geen intensieve test. De test wordt vijf keer uitgevoerd waarvan twee keer oefenen en drie keer test. Van de drie sprongen wordt een gemiddelde genomen.

Beschrijving validiteit en betrouwbaarheidDe standing long jump test is een betrouwbare test om de spiergroepen in de benen te testen op gebied van sprongkracht. De test is enkel betrouwbaar als hij correct word uitgevoerd en als er een assistent is voor begeleiding. De test alleen is niet valide genoeg om te kunnen zeggen wat de kracht in het gehele lichaam is. Daarom worden er meerdere testen afgenomen om dit in kaart te brengen.

Beschrijving benodigd materiaal en ruimte(s)De test wordt uitgevoerd in de sportzaal. De deelnemers gaan naast een pion staan die de startplaats aangeeft. Verder is er een meetlint nodig van 3 meter lang en is er pen en papiernodig om de gegevens op te schrijven.

Testprotocol en referentiekadersHet is de bedoeling dat de deelnemer zover mogelijk springt vanuit stilstand. Dit mag eerst twee keer geoefend worden en daarna word hij drie keer uitgevoerd voor de test. Het gemiddelde van de drie laatste sprongen worden als eindpunt genomen. Tussen de drie sprongen word een korte pauze van 20 seconden gehouden voor de benen.

Uitvoering standing long jump:1. Sta met beide voeten op de lijn van de pion. 2. Buig de knieën en breng tegelijkertijd de armen naar

voren.3. Bij het afzetten van de benen breng je de armen

naar voren met een zwaai.4. Land met beide voeten op de grond en blijf op de

plaats staan om de plek te kunnen markeren.5. Herhaal de oefening.

Referentiekader:

30

6. Scoreformulier

Zaandam experimentele groepNaam Cm Kg 10x5 m 1-min

pushVerticale sprong

SLJ

12345

Zaandam controlegroepNaam Cm Kg 10x5 m 1-min

pushVerticale sprong

SLJ

12345

Amsterdam De Pijp experimentele groepNaam Cm Kg 10x5 m 1-min

pushVerticale sprong

SLJ

12345

Amsterdam De Pijp controle groepNaam Cm Kg 10x5 m 1-min

pushVerticale sprong

SLJ

12345

31

Amsterdam Zuid-Oost experimentele groepNaam Cm Kg 10x5 m 1-min

pushVerticale sprong

SLJ

12345

Amsterdam Zuid-Oost controlegroepNaam Cm Kg 10x5 m 1-min

pushVerticale sprong

SLJ

12345

32

Bijlage VI: vragenlijstVragenlijst

De vragenlijst heeft betrekking tot de sport en wat sport voor u betekent. Daarnaast wordt er gevraagd over uw eventuele beperking*. De gegevens worden enkel intern gebruikt en zullen anoniem worden verwerkt. Hartelijk bedankt alvast dat u deze vragenlijst wilt invullen.

*Verslaving (drugs, gokken, alcohol), mentale stoornis, psychologische stoornis, financiële problemen, moeite met emotioneel uiten.

ALGEMENE INFORMATIEUw naam is nodig voor de 0-meting en 1-meting. Uw naam zal in het onderzoek anoniem verwerkt worden.

Naam :…………………………………………………………………………………Leeftijd :……………………………..Geslacht :……………………………..

Welk dag traint volgt u voetbaltraining(en)?o Dinsdag (16.00-18.00 uur)o Donderdag (16.00-18.00 uur)o Donderdag (18.00-19.30 uur)

Hoelang speelt u al voetbal bij het Leger des Heils? (bij korter dan 1 maand, schrijft u 1 maand)

………….. Jaar …………Maanden

GEZONDHEID

1. Gebruikt u medicatie?o Ja, ga verder naar vraag 2o Nee, ga door naar vraag 3

2. Wat voor medicatie gebruikt u?

……………………………………………………………………………………………………………

3. Hebt u hartproblemen gehad in de laatste 5 jaar? (hartritmestoornis, hartfalen, hartinfarct, hoge bloeddruk, angina pectoris)

o Jao Nee

4. Hebt u een longaandoening? (astma, COPD, longkanker)o Jao Nee

33

34

ONTSPANNING EN MOTIVATIE

5. Hoe gespannen voelt u zich gemiddeld over de dag? (1 is ontspannen, 10 is gespannen). Omcirkel uw antwoord.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

6. Hoe gespannen voelt u zich na het sporten? (1 is ontspannen, 10 is gespannen). Omcirkel uw antwoord.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

7. Hoeveel minuten per dag denkt u te bewegen**? ..…….min8. Hoeveel minuten denkt u per dag te moeten bewegen**? ….......min9. Hoeveel minuten denkt u per dag te moeten sporten*** ………min

**Onder bewegen wordt matige intensieve inspanning verstaan als fietsen (15 km/uur), wandelen/ lopen (5 km/uur).

***Onder sporten wordt intensieve inspanning verstaan, waarbij je hartslag omhoog gaat en gaat zweten.

10. Wat motiveert u om te gaan sporten? (Vul max. 2 antwoorden)o Ontspanningo Lichamelijke trainingo Sociale omgeving ( het zien van vrienden, kennissen, familie bij het sporten)o Sociale omgeving (gemotiveerd worden door vrienden, kennissen, familie)o Beter omgang met beperking*o Anders, namelijk………………………………………………………………………………

11. Hoe gemotiveerd bent u tijdens het sporten om alle energie te geven? (1 is niet gemotiveerd en 10 is zeer gemotiveerd). Omcirkel uw antwoord.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

12. In hoeverre zijn onderstaande voordelen van bewegen en sporten voor u belangrijk. (1 is zeer onbelangrijk, 5 is zeer belangrijk) Omcirkel uw antwoord.

Beter fysieke gesteldheid 1 2 3 4 5Zien van vrienden 1 2 3 4 5Ontspanning 1 2 3 4 5Meer energie krijgen 1 2 3 4 5Beter slapen 1 2 3 4 5

13. In hoeverre zijn onderstaande nadelen van bewegen en sporten voor u belangrijk. (1 is zeer onbelangrijk, 5 is zeer belangrijk) Omcirkel uw antwoord.

Krijgen van blessures 1 2 3 4 5Te duur 1 2 3 4 5Te ver weg 1 2 3 4 5Spierpijn 1 2 3 4 5Moe worden 1 2 3 4 5

35

SOCIALE PARTICIPATIE

14. Wat is uw woonsituatie?o Alleenstaando Alleenstaand met kind(eren)o Met partnero Met partner en kind(eren)o Met andere huisgenoteno Bij ouderso Anders, namelijk………………………………………………………………………………..

15. Wat voor soort inkomen heeft u?o Salaris betaald werk, ga verder naar vraag 17o Uitkering (WAO, AWV, WAZ, WAJONG), ga verder naar vraag 16o Bijstandsuitkering, ga verder naar vraag 16o Studiefinanciering en/of lening, ga verder naar vraag 17o Bijbaan, ga verder naar vraag 17o Anders, namelijk:……………………………………………………………………………..

16. Hebt u de afgelopen maand een sollicitatiebrief verstuurd?o Jao Nee

17. Hoe belangrijk vindt u betaald werk, vrijwilligerswerk en/ of het volgen van een opleiding? (1 is zeer onbelangrijk, 5 is zeer belangrijk) Omcirkel uw antwoord.

Verrichten betaald werk 1 2 3 4 5 nvt.Verrichten vrijwilligerswerk 1 2 3 4 5 nvt.Volgen opleiding 1 2 3 4 5 nvt.

18. In hoeverre wordt u door uw sociale omgeving (familie, vrienden, kennissen) gemotiveerd te sporten? (1 is niet gemotiveerd en 10 is zeer gemotiveerd). Omcirkel uw antwoord.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

19. Zorgt sporten ervoor dat u zich beter kunt uiten (sociaal/emotioneel) in het dagelijks leven?

o Ja, ga door naar vraag 20o Nee, ga door naar vraag 21

20. Kunt u hier een voorbeeld van geven?

……………………………………………………………………………………………………………

21. Zorgt sporten ervoor dat u beter met uw beperking* kan omgaan? (indien van toepassing)

o Ja

36

o Nee

Bijlage VII: interview vragen

Voor het interviewVoor dat het interview gehouden wordt, moet allereerst gevraagd worden of de geïnterviewde het niet erg vind dat het gesprek opgenomen word. Dit is nodig om het gesprek te transcriberen. Daarnaast moet vermeld worden wat de inhoud is van het interview, zodat de geïnterviewde weet welke onderwerpen besproken worden.

Naast onderstaande vragen zal de ingevulde vragenlijst van de 0-meting ondersteuning geven tijdens het interview. Daarnaast zullen onderstaande vragen binnen het interview beantwoordt worden:

Achtergrond:1. Hoe bent u bij het Leger des Heils gekomen?

Sport:1. Wat voor sporten heeft u allemaal gedaan?2. Doet u momenteel nog een andere sport naast voetballen?3. Wat vindt u zo fijn aan sporten/voetballen? En waarom?4. Wat vindt u leuker om te doen, een individuele sport of een team sport? En waarom?

Fysiek1. Voelt u zich fysiek fit? En waarom?2. Hebt u altijd zin om te sporten?3. Ben je altijd gemotiveerd om alles te geven tijdens het sporten? En waarom?

37

Bijlage VIII: evidence-based beweegprogramma

WEEK TRAININGWEEK EN TIJD

OEFENINGEN SETS HERH. RUST (SEC.)

WEEK 1

TIJD: 20 MIN

Squat sprong 2 10 60Verticale sprong (knie intrekken) 2 10 60Horizontale sprong 2 10 6010m sprint 3 1 60Horde sprong 40cm 2 10 60Push up 2 10 60

WEEK 2

TIJD: 22 MIN

Squat sprong 2 12 60Verticale sprong (knie intrekken) 2 12 60Horizontale sprong 2 12 6010m sprint 4 1 60Horde sprong 40cm 2 12 60Push up 2 12 60

WEEK 3

TIJD: 24 MIN

Squat sprong 2 14 60Verticale sprong (knie intrekken) 2 14 60Horizontale sprong 2 14 6010m sprint 5 1 60Horde sprong 40cm 2 14 60Push up 2 14 60

WEEK 4

TIJD: 25 MIN

Squat sprong 2 15 60Verticale sprong (knie intrekken) 2 15 60Horizontale sprong 2 15 6010m sprint 2 2 60Horde sprong 40cm 2 15 60Push up 2 15 60

WEEK 5

TIJD: 27 MIN

Squat sprong 3 13 60Verticale sprong (knie intrekken) 3 13 60Horizontale sprong 3 13 6010m sprint 4 2 60Horde sprong 60cm 3 13 60Push up 3 13 60

WEEK 6

TIJD: 26 MIN

Squat sprong 3 15 45Verticale sprong (knie intrekken) 3 15 45Horizontale sprong 3 15 4510m sprint 5 2 45Horde sprong 60cm 3 15 45Push up 3 15 45

38

WEEK EN TIJD

OEFENINGEN SETS HERH. RUST (SEC.)

WEEK 7

TIJD: 29 MIN

1 been verticale sprong (L+R=1) 2 13 601 been horizontale sprong (L+R=1) 2 13 601 been laterale sprong (L+R=1) 2 13 60Squat sprong 2 13 60Zigzag sprongen (8x) + 10m sprint 2 10 60Push up 3 15 45

WEEK 8

TIJD: 31 MIN

1 been verticale sprong (L+R=1) 2 15 601 been horizontale sprong (L+R=1) 2 15 601 been laterale sprong (L+R=1) 2 15 60Squat sprong 2 15 60Zigzag sprongen (8x) + 10m sprint 2 15 60Push up 3 17 45

39

Bijlage IX: afstudeerovereenkomst

De afstudeerovereenkomst is aanwezig bij Eline de Vries en zal ondertekend worden als het verslag met een voldoende beoordeeld is.

40