periode economie klas 8.1

169
Periode economie 8.1 Welkom bij economie

Upload: beunder

Post on 11-Apr-2017

1.726 views

Category:

Education


0 download

TRANSCRIPT

Periode economie 8.1

Welkom bij economie

De spelregels van de periode:

1. Telefoons in bakjes aan begin van les

2. Zit klaar zodra de bel gaat

3. Centraal betekent → je luistert, en praat alleen als je bent aangewezen na je vinger op te steken.

4. Overleg → je mag overleggen op zacht volume

5. Stilte → werk in stilte (steek vinger op bij vraag)

6. Verboden te: duwen, slaan, gooien, ook niet voor de grap.

Wie ben ik?

Mr. Beunder (1987)

Economiedocent

Wie zijn jullie?

Noem je naam en iets wat je mooi vindt

(mag van alles zijn: band, film, plaats, computerspel, persoon)

Deze periodeIn lessen:Presentaties van Mr. BeunderKlassikale activiteiten (zoals experimenten, debatten)Werktijd aan opdrachten

Huiswerk:Lees of luister naar uitleg en maak notities voor jezelf in

je periodeschrift.

Beoordeling:50% eindtoets20% SO's30% periodeschrift

En verder: powerpoints op: economieperiode.wordpress.com → klas 8.1

Economie gaat over productie

Economie gaat over consumptie

Economie gaat over prijzen

Economie gaat over welvaart

Economie gaat over ongelijkheid

Economie gaat over crises

Economie gaat over milieuvervuiling

Economie gaat over oplossingen

Economie gaat over verschillende visies

Wat is economie?

Economie gaat over de keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse

goederen en diensten

Schaarse goederen zijn goederen waarvoor iets moet worden opgeofferd om het te verkrijgen.

Economie gaat niet alleen over geld!

Voorbeelden van schaarse en niet-schaarse goederen

Schaars:Rijst, olie, brood, drinkwater,

hout

Niet schaars:Zonlicht, regen, wind, zuurstof

Wat is economie?

Economie gaat over de keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse

goederen en diensten

Waar worden die keuzes meestal gemaakt?

Op de markt

De markt: waar verkopers en kopers met elkaar handelen

Voorbeelden: veiling, supermarkt, vrijmarkt op koninginnedag, koffiemarkt, arbeidsmarkt

Een markt in Bolivia

Experiment: de markt

https://www.youtube.com/watch?v=jN4BpTnajuM

https://docs.google.com/spreadsheets/d/1S_DHwzX5auw3jCqZoqboTHRPCDxaRR_zTZ_SdxzmnnU/edit

Experiment: de markt

5 rondes van 4 minuten.1. onderhandel op de markt

2. Meld je prijs aan de marktmeester3. Vul je opbrengstenformulier in en ga zitten

Zwarte kaarten: verkopersCijfer op je kaart zijn jouw kosten. Je mag niet

lager verkopen.

Rode kaarten: kopersCijfer op je kaart is wat je maximaal wil uitgeven.

Je mag niet hoger kopen.

Reflectie

Waarom ontstaat deze prijs en hoeveelheid transacties?

Wat is de totale opbrengst van de kopers?

Wat is de totale opbrengst van de verkopers?

Video's

http://www.schooltv.nl/video/naar-de-markt-in-de-middeleeuwen-kopen-en-verkopen/ http://www.schooltv.nl/video/economie-in-beeld-prijsvorming-op-de-markt/

Huiswerk:

Ga naar:

Www.economieperiode.wordpress.com

Klik op klas 8.1

Wachtwoord: waalsdorp

Huiswerk:

Ga naar:

Www.economieperiode.wordpress.com

Klik op klas 8.1

Wachtwoord: waalsdorp

Huiswerk:

Ga naar:

Www.economieperiode.wordpress.com

Klik op klas 8.1

Wachtwoord: waalsdorp

De spelregels van de periode:

1. Telefoons in bakjes aan begin van les

2. Zit klaar zodra de bel gaat

3. Centraal betekent → je luistert, en praat alleen als je bent aangewezen na je vinger op te steken.

4. Overleg → je mag overleggen op zacht volume

5. Stilte → werk in stilte (steek vinger op bij vraag)

6. Verboden te: duwen, slaan, gooien, ook niet voor de grap.

6 oktoberLesplan: 1e uur: werken aan opdrachten

� Introductie centraal, 5 minuten� Werken in overleg (op zacht volume) 20 minuten.

Controleer je antwoorden met elkaar.� Vragen centraal, 5 minuten� Werken in overleg, 20 minuten� Vragen centraal, 5 minuten

2e uur: video en debat

Begin met de belangrijkste dingen

Debat: alles te koop op de markt?

“Het is niet vanwege de goedheid van de slager, de brouwer of de bakker dat wij ons eten verwachten, maar vanwege hun eigenbelang. Een mens laat zich slechts door eigenbelang leiden, hij wordt door een onzichtbare hand geleid iets na te streven dat buiten zijn bedoelingen ligt. Door zijn eigenbelang na te streven bevordert hij het algemeen belang vaak meer dan wanneer hij daar bewust naar streeft.” (1776)

http://www.npo.nl/debat-op-2/20-10-2012/NCRV_1553043http://www.npo.nl/hollandse-zaken/06-08-2011/POW_00384713http://www.eenvandaag.nl/gezondheid/32156/nier_te_koop_aangeboden

Bekijk de video en denk na over deze stelling:

De koop en verkoop van organen moet gewoon kunnen

Verdeling:

De helft van de klas is voor, de andere helft tegen, 2 leerlingen zijn jury

5 minuten voorbereidingstijd:

Schrijf je argumenten in duo's op en wees erop voorbereid je argumenten in 1 minuut te kunnen presenteren.

15 minuten debat:

De debatleider (de leraar) wijst duo's aan om te spreken

De jury geeft aan het einde commentaar op beide kampen

8 oktober

1. intro (10 minuutjes)

2. lekker zelf werken in groepjes van 3 of 4

3. afsluiting en filmpje als er tijd is

8 oktober

Schrijf in je agenda: huiswerk voor morgen

1. Maak opdrachten van vandaag thuis afals ze niet af zijn

2. Maak samenvatting van nieuwe stof

(Www.economieperiode.wordpress.com

Klik op klas 8.1 Wachtwoord: waalsdorp)

8 oktober

1. intro (10 minuutjes)

https://www.youtube.com/watch?v=CrySt9Idifw

9:40 – 15 (Mark Rutte)

'We hebben helemaal geen overheid nodig

De markt, vrijwilligheid, is genoeg'

8 oktober

1. intro (10 minuutjes)

2. lekker zelf werken in groepjes van 3 of 4

1.Overleg en vul je antwoorden samen op 1 blad in

2. Kom elke bladzijde opdrachten laten 'aftekenen' bij mij (ook de opdrachten van vorige les!)

3. Ga verder met de volgende pagina ondertussen

4. Verbeter dan met je groep fouten als je die hebt

3. afsluiting en filmpje als er tijd is

9 oktober

1. presentatie met vraag 1

2. zelf werken aan vraag 2

3. afsluiting en filmfragment

Leerdoelen van deze les:

1. Vraag en aanbod op de markt begrijpen

2. Productiekosten begrijpen: constante en variabele kosten, gemiddelde totale kosten...huh?

http://nos.nl/uitzending/9232-uitzending.html

Vraag 1: Vraag en aanbod van jam

Dit toont de vraag & aanbod van een potje jam in een dorp.

(1) neem de tabel over en teken de vraag en aanbodlijn in je periodeschrift. Wat is de evenwichtsprijs en -hoeveelheid?

Nu is er plotseling een hoop immigratie waardoor er bij elke prijs 10 meer kopers zijn

(2) teken de nieuwe vraaglijn in je grafiek erbij. Wat is nu de evenwichtsprijs en -hoeveelheid?

Door de nieuwe immigratie denkt Henk: “ik open ook een jamwinkel in het dorp!” Daardoor ontstaat er bij elke prijs een aanbod dat 10 groter is dan voorheen.

(3) teken de nieuwe aanbodlijn in je grafiek erbij. Wat is nu de ….?

Voorbeeld 1Door een grote economische crisis is er minder vraagnaar werknemers in Griekenland en zijn de lonenEnorm gedaald. Welke grafiek toont de ontwikkelingop de arbeidsmarkt?

p

q

p

q

p

q

p

q

Voorbeeld 2In 1994 sloot Mexico een handelsverdrag met de VSHierdoor stroomde er een hoop goedkoop graan uit de VS binnen in Mexico, waardoor de prijzen vangraan daalden (en mexicaanse boeren failliet gingen)Welke grafiek toont de ontwikkeling op de graanmarkt?

p

q

p

q

p

q

p

q

Voorbeeld 3Door klimaatverandering, droogte en mislukte oogstenis de productie van voedsel in 2011 een stuk lager dan normaal. Het gevolg: hogere voedselprijzen en Maatschappelijke onrust (de arabische lente bijvoorbeeld)Welke grafiek toont de ontwikkeling op de voedselmarkt?

p

q

p

q

p

q

p

q

Voorbeeld 4

Welke grafiek toont de ontwikkeling op de oliemarkt?

p

q

p

q

p

q

p

q

Leerdoelen van deze les:

1. Vraag en aanbod op de markt begrijpen

2. Productiekosten begrijpen: constante en variabele kosten, gemiddelde totale kosten...huh?

constante kosten

Maak opdracht 2

12 oktober

Tassen van tafel, telefoons in bakjes

Sla je periodeschrift open op de eerste bladzijde

Zit klaar zodra de bel gaat

12 oktober

1. centraal: terugblik op de stof en de opdrachten

2. in overleg: zelf werken aan opdracht 'marktevenwicht'

3. centraal: vooruitblik op nieuwe stof

Aan het eind van deze les...

Kunnen we de vraag en aanbodlijn tekenen, en het marktevenwicht uitrekenen

Snappen we waarom grote bedrijven het vaak winnen van kleine bedrijven

Omdat ze goedkoper kunnen produceren, omdat ze hun constante kosten over meer producten verdelen

Maar eerst...een terugblik

Wat is economie?

Economie gaat over de keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie en verdeling van schaarse

goederen en diensten

Schaarse goederen zijn goederen waarvoor iets moet worden opgeofferd om het te verkrijgen.

Extra aanvulling: Mensen hebben het met hun arbeid (werk) en/of kapitaal (machines) geproduceerd. Er is

dus arbeid of kapitaal voor opgeofferd.

Schaars of niet schaars?

wind

Kraanwater

asfalt

zonlicht

brood

diamantenringen

regen

windmolens

Schaars of niet schaars?

wind

Kraanwater

asfalt

zonlicht

brood

diamantenringen

regen

windmolens

Niet schaars,(niet door mensengeproduceerd)dus hier gaateconomie nietOver

Hier hoeven we geen keuzes over te maken

Hoe wordt bepaald welke schaarse goederen we wel en niet produceren? (vraag 2a)

Hoe wordt bepaald welke schaarse goederen we wel en niet produceren? (vraag 2a)

Mogelijk antwoord: Producenten produceren producten omdat ze het kunnen verkopen op de markt. Ze kunnen het verkopen omdat er vraag naar is vanuit klanten. Die vraag is er omdat klanten behoefte hebben aan het product. Dus de markt zorgt ervoor dat er schaarse goederen worden geproduceerd waar behoefte aan is onder mensen.

https://www.youtube.com/watch?v=jN4BpTnajuM

https://docs.google.com/spreadsheets/d/1S_DHwzX5auw3jCqZoqboTHRPCDxaRR_zTZ_SdxzmnnU/edit

Adam Smith (vraag 2b)

“Het is niet vanwege de goedheid van de slager, de brouwer of de bakker dat wij ons eten verwachten, maar vanwege hun eigenbelang”. (1776)

Primaire en secundaire behoeften

Voedsel.

Kleding.

Vakantie.

Smartphone.

Medicijnen.

Alcohol.

Onderwijs

Primaire en secundaire behoeften

Voedsel. primair

Kleding. primair

Vakantie. secundair

Smartphone. secundair

Medicijnen. primair

Alcohol. secundair

Onderwijs secundair

Marktexperiment: hoe komt een prijs tot stand?

16 kopers

2 waren bereid € 10 te betalen

2 waren bereid € 8 te betalen

….enzovoort

2 waren bereid € 3 te betalen

16 verkopers

2 waren bereid voor € 3 te verkopen

2 waren bereid voor € 4 te verkopen

...enzovoort

2 waren bereid voor € 10 te verkopen

Net als in het echt..Er zijn kopers die bereid

zijn veel te betalen voor een product en andere kopers die minder willen betalen

Er zijn verkopers die een product goedkoop produceren en verkopen en andere verkopers die hogere productiekosten hebben en het dus duurder moeten verkopen

Tostifabriek: tosti's voor 25 euro!

MichaelJacksonaan hetwinkelen

Vul de tabel in en maak de grafiek

Vul de tabel in en maak de grafiek

Vul de tabel in en maak de grafiekp

rijs

hoeveelheid

Vul de tabel in en maak de grafiekp

rijs

hoeveelheid

Evenwichtsprijs: € 6,50Evenwichtshoeveelheid: 9

Waarom worden niet gewoon 16 deals gesloten met 16 verschillende prijzen?

Kopers die 10 willen betalen kopen van verkopers die voor 10 willen verkopen

Kopers die 9 willen betalen kopen van verkopers die voor 9 willen verkopen....etcetera

Vraag 1 a en b: Wie – de koper of verkoper – kan een betere deal

krijgen?

Vraag 1 a en b: Wie – de koper of verkoper – kan een betere deal

krijgen?De koper(kan een lagere prijs krijgen bij andere verkopers→ een Hogereopbrengst)

De verkoper(kan een hogere prijskrijgen bij anderekopers → een hogereopbrengst)

Evenwichtsprijs: € 1,10Evenwichtshoeveelheid: 4

Wat als de prijs € 1,30 is?De Twixfabriek heeft overschotten die ze niet kunnen

verkopen → ze verlagen het aanbod & de prijs

4 miljoen meer aanbod dan vraag(aanbodoverschot)

Wat als de prijs € 0,90 is?De Twixfabriek ziet dat ze meer kunnen verkopen

→ ze verhogen het aanbod en de prijs

4 miljoen meer vraag dan aanbod(vraagoverschot)

Vraag 5: olieprijs

Vraag 5: olieprijs

a. Door daling van het aanbod ten gevolge van onrust in de olieproducerende landen

b. Vrees voor wereldwijde economische teruggang, geen productiebeperking door OPEC

c. Door zowel vraag als aanbod.

Vraag 4 a en b: de vraag naar kroketten

Vraag 4 a en b: de vraag naar kroketten

Vraag 4 c

Qv = - 3 P + 18P = de prijs per kroket, in euroQv = de gevraagde hoeveelheid kroketten, stuks.

Vraag 4 c

Qv = - 3 P + 18P = de prijs per kroket, in euroQv = de gevraagde hoeveelheid kroketten, stuks.

Wat is de Qv als de prijs 0 is?

Vraag 4 c

Qv = - 3 P + 18P = de prijs per kroket, in euroQv = de gevraagde hoeveelheid kroketten, stuks.

Wat is de Qv als de prijs 0 is?→ Qv = - 3 x 0 + 18 = 18

Vraag 4 c

Qv = - 3 P + 18P = de prijs per kroket, in euroQv = de gevraagde hoeveelheid kroketten, stuks.

Wat is de Qv als de prijs 0 is?→ Qv = - 3 x 0 + 18 = 18Wat als de prijs 1 is, of 2?

Vraag 4 c

Qv = - 3 P + 18P = de prijs per kroket, in euroQv = de gevraagde hoeveelheid kroketten, stuks.

Wat is de Qv als de prijs 0 is?→ Qv = - 3 x 0 + 18 = 18Wat als de prijs 1 is, of 2?→ Qv = -3 x 1 + 18 = 15→ Qv = -3 x 2 + 18 = 12

Vraag 4 c

Qv = - 3 P + 18P = de prijs per kroket, in euroQv = de gevraagde hoeveelheid kroketten, stuks.

Wat is de Qv als de prijs 0 is?→ Qv = - 3 x 0 + 18 = 18Wat als de prijs 1 is, of 2?→ Qv = -3 x 1 + 18 = 15→ Qv = -3 x 2 + 18 = 12

Oftewel, vul gewoon elkeKeer de prijs in, in de plaats van de P

Markten & productiekosten

Henk maakt vis enverkoopt ze voor 2 euro aan Peter

Peter plukt bananenen verkoopt ze aan Henk

Markten & productiekosten

Markten & productiekosten

Aantal vissen die Peter moet eten = 5 + 1/20 per banaan

Markten & productiekosten

Aantal vissen die Peter moet eten = 5 + 1/20 per banaan

Bij 10 bananen: 5 + (1/20 x 10 = 0,5) = 5,5Bij 20 bananen: 5 + (1/20 x 20 = 1) = 6enzovoorts

Markten & productiekosten

Aantal vissen die Peter moet eten = 5 + 1/20 per banaan

Bij 10 bananen: 5 + (1/20 x 10 = 0,5) = 5,5Bij 20 bananen: 5 + (1/20 x 20 = 1) = 6enzovoorts

Markten & productiekosten

Totale kosten van Peter = aantal vissen x 2 euro

Markten & productiekosten

Totale kosten van Peter = aantal vissen x 2 euro

Markten & productiekosten

Gemiddelde kost per banaan = Totale kostenaantal bananen

Markten & productiekosten

Gemiddelde kost per banaan = Totale kostenaantal bananen

Markten & productiekosten

Constante kosten: kosten die ook betaald moeten worden als er niets geproduceerd wordt: 5 vissen = € 10

Markten & productiekosten

Constante kosten: kosten die ook betaald moeten worden als er niets geproduceerd wordt: 5 vissen = € 10

Variabele kosten: kosten per geproduceerd product= 1/20 vis = 0,05 vis = 0,05 x € 2 = € 0,10

Wie produceert goedkoper?Wie kan een lagere prijs vragen?

Peter produceert10 bananen per week

Pieter produceert40 bananen per week

Wie produceert goedkoper?Wie kan een lagere prijs vragen?

Peter produceert10 bananen per week

Pieter produceert40 bananen per week

voor 0,35 per banaanin plaats van 1,10

Grote bedrijven winnen het vaak van kleine bedrijven

Omdat ze meer produceren, kunnen ze hun constante kosten over meer producten verdelen, waardoorze lagere gemiddelde kosten per product hebben en lagere prijzen kunnen vragen

12 oktober

1. Bespreken opgave marktevenwicht (15 minuten)

2. Werken aan nieuwe opgave (20 minuten)

3. Klassikaal vragen bespreken (10 minuten)

4. wat context: monopolies vroeger en nu (10 minuten)

- korte pauze (5 minuten)

5. mindmap opdracht

marktevenwichtVraag 2

Qa = 10p – 200 | Qv = - 5p + 25015p = 450 → p = 450/15 = 30 → Q = 10x30 – 200 = 100

Vraag 3

(a) dezelfde als vraag 2

(b) 5p = 70 → p=70/5=14 → Q = 3x14 – 20 = 22

(c) -3p = -9 → p = -9/-3=3 → Q= -3 + 7 = 4

(d) -2,67p = - 46,67 → p= -46,67/-2,67 = 17,48 → Q = 5,04

(e) -3p = -15 → p = -15/-3 =5 → Q = -2x5 + 13 = 3

(f) – 1p = -600 → p = 600 → Q = -0,5x600 + 500 = 200

(g) -2p = -2 → p = 1 → Q = -2x1 + 22 = 20

12 oktober

1. Bespreken opgave marktevenwicht (15 minuten)

2. Werken aan nieuwe opgave (20 minuten)

3. Klassikaal vragen bespreken (10 minuten)

4. wat context: monopolies vroeger en nu (10 minuten)

- korte pauze (5 minuten)

5. mindmap opdracht

http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/323766

Eerst even dit

12 oktober

1. Bespreken opgave marktevenwicht (15 minuten)

2. Werken aan nieuwe opgave (20 minuten)

3. Klassikaal vragen bespreken (10 minuten)

4. wat context: monopolies vroeger en nu (10 minuten)

- korte pauze (5 minuten)

5. mindmap opdracht

Vraag 1 a en b: Wie – de koper of verkoper – kan een betere deal

krijgen?De koper(kan een lagere prijs krijgen bij andere verkopers→ een Hogereopbrengst)

De verkoper(kan een hogere prijskrijgen bij anderekopers → een hogereopbrengst)

Vraag 1 a en b: Wie – de koper of verkoper – kan een betere deal

krijgen?De koper(kan een lagere prijs krijgen bij andere verkopers→ een Hogereopbrengst)

De verkoper(kan een hogere prijskrijgen bij anderekopers → een hogereopbrengst)

Niet als ik de enigeverkoper ben

als monopolist!Haha!

12 oktober

1. Bespreken opgave marktevenwicht (15 minuten)

2. Werken aan nieuwe opgave (20 minuten)

3. Klassikaal vragen bespreken (10 minuten)

4. wat context: monopolies vroeger en nu (10 minuten)

- korte pauze (5 minuten)

5. mindmap opdracht

http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/323766

Eerst even dit

Monopolies; vroeger en nu

http://www.npo.nl/zembla/04-03-2015/VARA_101372907

De hongi tochten van de VOCDe hongi tochten van de VOC vroeger

De patenten van Monsanto van nu

12 oktober

1. Bespreken opgave marktevenwicht (15 minuten)

2. Werken aan nieuwe opgave (20 minuten)

3. Klassikaal vragen bespreken (10 minuten)

4. wat context: monopolies vroeger en nu (10 minuten)

- korte pauze (5 minuten)

5. mindmap opdracht

12 oktober

1. Bespreken opgave marktevenwicht (15 minuten)

2. Werken aan nieuwe opgave (20 minuten)

3. Klassikaal vragen bespreken (10 minuten)

4. wat context: monopolies vroeger en nu (10 minuten)

- korte pauze (5 minuten)

5. mindmap opdracht

1. Schrijf in het midden van een tekenvel in je periodeschrift het woord economie2. Schrijf er omheen zoveel mogelijk woorden die bij je opkomenbij het woord economie3. Versier je mindmap met tekeningen

Huiswerk

Opdracht van vandaag afmaken indien niet af

Nieuwe samenvatting maken van nieuwe stof

15 oktober

1. Uitleg voor opdracht

2. zelf werken aan opdracht

3. context rond opdracht en koppeling vraag en aanbod

Je kan op verschillende manieren geld verdienen.

Arbeid leveren in ruil voor een loon

Kapitaalgoederen verhuren voor huur of geldkapitaal uitlenen voor rente

Natuur verhuren voor pacht.

Ondernemen voor winst

ondernemer

Je kan op verschillende manieren geld verdienen.

ondernemer

Kapitaal, arbeid, natuur of ondernemerschap?

ondernemer

Kapitaal, arbeid, natuur of ondernemerschap?

Mijn familie bezit een grote fabriek van kussens en

dekbedden

Kapitaal, arbeid, natuur of ondernemerschap?

Bruto Binnenlands Product

= het totale inkomen van een land

totaal aan lonen

totaal aan rente/huur

totaal aan pacht

totaal aan winsten

___________________ +

Bruto Binnenlands Product

Wat is het BBP?

?

Wat is het BBP?In een land zijn een aantal arbeiders, kapitaalbezitters, natuurbezitters en ondernemers

Loonquote en overig inkomenquote

Percentage

Procent (van het Latijn: pro centum = per honderd)

Bijvoorbeeld: 55 procent = 55 van elke 100

Berekening percentage:

Bijvoorbeeld: Hoeveel procent is 89 van 210?

deelgeheel

×100

89210

×100=42,38

Is dit te vergelijken?

In Nederland zijn er 5,8 miljoen christenen

In de VS zijn er 234 miljoen christenen

Is dit te vergelijken?

In Nederland zijn er 5,8 miljoen christenen

In de VS zijn er 234 miljoen christenen

Dit is interessanter:

In Nederland is 34 % christelijk

In de VS is 73 % christelijk

Loonquote

Percentage van BBP dat naar lonen gaat

totaal aan lonenBruto Binnenlands Product

×100

Wat is de loonquote?

Wat is de loonquote?

loonquote=50miljard90miljard

×100=55,56

Wat is de loonquote?

Van elke 100 euro BBP gaat er 55,56 euro naar arbeid in de vorm van loon

Overige inkomensquote

Percentage van BBP dat naar de andere 3 productiefactoren gaat

overige inkomens(winst , rente , huur , pacht )Bruto Binnenlands Product

×100

Wat is de overige inkomensquote?

overige inkomensquote= 40miljard90miljard

×100=44,44

Wat is de overige inkomensquote?

Van elke 100 euro BBP gaat er 44,44 euro naar kapitaal,natuur en ondernemerschap in de vorm van rente/huur,pacht en winst

Samengevat

overige inkomensquote=overige inkomens(winst , rente , huur , pacht )

Bruto Binnenlands Product×100

loonquote= totaal aan lonenBruto Binnenlands Product

×100

percentage= deelgeheel

×100

DiscussieopdrachtDit zijn de hoofdrolsepelers in de economie. Wie heeft de

meeste 'macht' over de economie? Bespreek deze vraag 5 minuten in duo's en schrijf je notulen op. Dat mag een simpele mindmap zijn of een mindmap met versieringen erbij of simpelweg notities in tekst

Bedrijven

ConsuMenten(huishoudens)

Banken

Overheid

In het echtHet BBP groeide flink door

Maar de lonen niet

1950 2010

Wat gebeurt er met de loonquote

Als het BBP (onder de streep) meer groeit dan de lonen (boven de streep)

Stijgt of daalt de loonquote?

totaal aan lonenBruto Binnenlands Product

×100

Wat gebeurt er met de loonquote

Als het BBP (onder de streep) meer groeit dan de lonen (boven de streep)

Stijgt of daalt de loonquote? → Daalt!

totaal aan lonenBruto Binnenlands Product

×100

Wat gebeurt er met de loonquote

Als het BBP (onder de streep) meer groeit dan de lonen (boven de streep)

Stijgt of daalt de loonquote? → Daalt!

410

×100=kleiner dan 515

×100

bijvoorbeeld

Wereldwijd is de loonquote gedaald

In zowel de rijkere landen

Wereldwijd is de loonquote gedaald

Als de armere landen

Waar komt dat door?

Waar komt dat door?

Waar komt dat door?

Ook in Nederland daalt de machtvan vakbonden

Ook in Nederland daalt de machtvan vakbonden

Globalisering en concurrentie

Globalisering en concurrentie

Globalisering en concurrentie

Uit extra artikel: verklaring voor dalende loonquote:

Voor de rijke landen wordt dit goeddeels veroorzaakt door concurrentie met de lage lonenlanden.

Globalisering en concurrentie

Uit extra artikel: verklaring voor dalende loonquote:

Voor de rijke landen wordt dit goeddeels veroorzaakt door concurrentie met de lage lonenlanden. Maar voor de lage lonen landen is dit niet de verklaring. De meest waarschijnlijke schuldige is, volgens de OESO, de technologische ontwikkeling die 80% van de daling van het arbeidsaandeel veroorzaakt. Goedkopere en krachtige apparatuur in de vorm van robots en computers nemen veel arbeidsplaatsen over.

p

q

p

q

p

q

p

q

Even terug naar vraag en aanbod

Voorbeeld 1Een gezond bedrijf werd leeggehaald en

verplaatst naar het buitenland. De mannen van de metaalfabriek uit Dokkum stonden op straat, soms na 40 jaar. Werk is er niet voor ze.

Eens was metaalfabriek Prins Dokkum de grootste werkgever van de stad met 520 werknemers

Welke grafiektoont de veranderingop de arbeidsmarkt?(prijs van arbeid = loon)

p

q

p

q

p

q

p

q

Voorbeeld 2Door goedkopere en krachtige apparatuur in de

vorm van robots en computers worden veel arbeidsplaatsen overgenomen.

Welke grafiek toont de verandering op de arbeidsmarkt? (prijs van arbeid = loon)

p

q

p

q

p

q

p

q

Voorbeeld 3Het is 1846. Engeland schaft de graanwetten af,

waardoor er voortaan goedkopere import mag worden geïmporteerd uit het buitenland

Welke grafiek toont de verandering op de graanmarkt? (prijs van arbeid = loon)

p

q

p

q

p

q

p

q

De graanwetten beperkten de import van goedkoper graan tussen 1815 en 1846.

Welke productiefactor had daar profijt van?

Kapitaal?Ondernemers?

Arbeiders?

Natuurbezitters?

De graanwetten beperkten de import van goedkoper graan tussen 1815 en 1846.

Welke productiefactor had daar profijt van?

Kapitaal?Ondernemers?

Arbeiders?

Natuurbezitters!

27 oktoberControleer je periodeschrift:

1. Schaarste, markten en prijzen

2. Vraag & aanbod op de markt

3. Markten & productiekosten

4. Marktevenwicht

5. Volkomen concurrentie en monopolie

6. Productiefactoren

7. BBP, loonquote & overige inkomensquote

8. Minimum- en maximumprijzen

Minimum en maximumprijzen

P

Q0

Willen we dit wel?

https://nl.wikipedia.org/wiki/Melkplas

Met de melkplas wordt de situatie beschreven waarin boeren door landbouwsubsidies gestimuleerd, veel meer koemelk produceren, zonder dat hier een marktvraag tegenover stond. Naast de melkplas kan er ook een boterberg ontstaan.

De oorzaak van de melkplas was aan het eind van de twintigste eeuw de landbouwsubsidie van de Europese Unie. Boeren ontvingen een gegarandeerde minimumprijs voor hun melk. Daardoor wordt de normale marktwerking, die zou voorkomen dat er een al te groot melkoverschot ontstaat, verstoord. Ook leidde deze vorm van subsidiëring tot hogere prijzen voor consumenten.

Delen van de melkplas werden met behulp van exportsubsidies in de vorm van melkpoeder naar de Derde Wereld geëxporteerd. Een andere poging om de melkplas te bedwingen is de invoering van melkquota, waardoor boeren slechts een gemaximeerde hoeveelheid melk mogen produceren. Te veel geproduceerde melk wordt beboet.

RTL https://www.youtube.com/watch?v=e_RLmARFcmE

https://nl.wikipedia.org/wiki/Minimumloon Het minimumloon is het laagste bedrag dat een werkgever wettelijk verplicht is aan een werknemer als loon te betalen.

Over de economische effecten van het minimumloon bestaat geen wetenschappelijke consensus onder economen.

Tegenstanders van het minimumloon wijzen erop dat het minimumloon werkloosheid veroorzaakt, omdat werkgevers

geen werknemers zullen aannemen tegen het minimumloon als de arbeidsproductiviteit van die mensen dat loon niet

rechtvaardigt.

Voorstanders stellen juist dat een minimumloon niet altijd tot werkloosheid hoeft te leiden. Sommige arbeid kan niet of maar

moeilijk geautomatiseerd of aan het buitenland uitbesteed worden. Voorbeelden zijn werkterreinen als de dienstensector in het algemeen (waaronder de horeca) en de agrarische sector.

Ook zou een minimumloon bijdragen tot een algehele verhoging van de arbeidsproductiviteit van een land.

Mcdonalds protest: https://www.youtube.com/watch?v=t6OwMVTMU8Y

Puntensysteem huurwoning

Het puntensysteem bepaalt wat de maximale huurprijs van uw sociale huurwoning mag zijn. Is uw huur hoger? U kunt dan de verhuurder vragen om de huur te verlagen. Het puntensysteem geldt

niet bij geliberaliseerde huurwoningen.

Huisjesmelker van het jaar: https://www.youtube.com/watch?v=qNbqXnv51Zg

Stelling

“Nederland zou de import van producten die gemaakt zijn met kinderarbeid moeten verbieden”.

https://www.youtube.com/watch?v=EE7tJuQWiaU