punt uit

32
PUNT UIT NEDERLANDS VOETBAL, HET LACHERTJE VAN EU ROPA Zwanger? Een taboe. Oostvaardersplassen, een man-made adventure Prijs 3,95 December 2013

Upload: omnizine

Post on 23-Mar-2016

217 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Opinieblad 3e jrs studenten Tijdschriften opleiding Journalistiek Windesheim (redactie 4)

TRANSCRIPT

PUNT UIT

NEDERLANDS VOETBAL, HET LAcHERTjE VAN EuROpA

Zwanger? Een taboe.Oostvaardersplassen, een man-made adventure

Prijs 3,95 December 2013

Friesland Het beste land ter wereld

2

Een donderslag bij heldere hemel. Een gevleugelde uitspraak. Deze spreuk krijgt pas écht betekenis wanneer je slachtoffer wordt van een knock-out game. Dit idiote fenomeen is over komen waaien vanuit de Verenigde Staten. Onschuldige slachtoffers een flinke vuistslag verkopen en maar zien wat de gevolgen zijn. Alles over dit nieuwe ‘spelletje’ lees je in deze editie van Punt Uit!

Verder staat deze editie bol van de interessante artikelen. Een indrukwekkend verhaal over twee jonge vrouwen die ongewenst zwanger zijn geraakt. Een ervaring met erg veel impact op hun leven. Allebei doen ze hun verhaal. Je maakt kennis met het ware Friesland. Het ‘Fries nationalisme’ wordt tot in detail toegelicht. Punt Uit dook in de wereld van het ‘Hooliganisme’. Wat is nu een supporter en wat een hooligan? Laat je verrassen en geniet van al het moois en bijzonders wat Punt Uit te bieden heeft.

Nieuwe hype, niet altijd leuk

Veel leesplezier!

Erwin WamelinkHoofdredacteur

3

Inhoudsopgave

En verder... 6 Nederlands voetbal stelt niets meer voor

8 Column: Just kidding..

10 Hooligans: wat zijn dat nou precies?

14 Fries nationalisme

19 Bizarre huislijken

22 Nieuwe burgemeester Utrecht. Wie?

25 Column: Unplugged van de social media

26 Kanjers in de sport

28 Interview jonge politicus

30 Column: God, stel orde op zaken!

31 Fact of fabel: Volendam

Knockout-game:realiteit ofmythe?

4

Lustpilvoorvrouwen

12

Toll! Of toch niet?9

De Nieuwe Wildernis

16

HoofdredactieErwin Wamelink

EindredactieFlorien HaverkortEsmee Bakkenes

WebredactieLisa Boonstra

Charlotte DettmersMichiel Gritter

VormgevingAkke Boonstra

Sanne van AlderwegenYvette van Ek

BeeldredactieJolien van Gaalen

RedactiePatrick Kieftenbelt

Akke BoonstraYvette van Ek

Jollien van GaalenSanne van Alderwegen

Florien HaverkortEsmee Bakkenes

Lisa BoonstraMichiel Gritter

Erwin WamelinkCharlotte Dettmers

Begeleidend docentHylke van der Zee

Technische ondersteuningGer BomansJan Eijbrink

20Ongewenst zwanger

Colofon

4

actuEEl

5

Knockout-game:

realiteit of mythe?

Na de lunch loop je rustig terug naar je werk, zoals altijd. Een groepje jongeren loopt je tegemoet en opeens, uit het niets, komt er een vuist op je af. Bewusteloos val je neer. Dit Amerikaanse fenomeen staat bekend als de knock-outgame.

Foto

: MA

AiK

E tiMM

ErM

AN

(viA t

WittEr

)

Jasper Bax, het eerste Nederlandse slachtoffer

Het doel van dit zogenaamde ‘spel’ is om toevallige voorbijgangers met één slag bewusteloos te slaan. De aanvallen zijn gewelddadig en soms overlijdt zelfs het slachtoffer. Desondanks is het een ‘hit’ onder tieners. Waarom? “Just for the fun of it,” zegt één van hen. Een ander vertelt dat ze gewoon willen zien of je genoeg kracht hebt om iemand bewusteloos te slaan. Dat kun je ook toch laten zien door elkaar neer te slaan of geef desnoods jezelf een klap voor de kop. Misschien dat zo’n dreun deze jongeren wakker schudt.

Volgens Kim Varma, professor bij de fa-culteit Criminologie van de Ryerson Uni-versiteit in Toronto, is het moeilijk om te zeggen waarom iemand zoiets doet. “Ze kunnen gewelddadig zijn of het geweld is onderdeel van hun verleden of achter-grond. Misschien begrijpen de jongeren de gevolgen niet en doen ze het om een beetje stoer te doen.” Ook zegt ze tegen Global News dat jongeren het uit verveling doen en denken dat het maar een ‘spelletje’ is.

De slachtoffers lijken willekeurig te wor-den gekozen, maar er zit wel een systeem achter, volgens de Amerikaanse Jeffrey Butts, gespecialiseerd in jeugdstrafrecht. Aan CBS News vertelt hij dat jongeren de slachtoffers van het ‘spel’ zien als ‘een ander’, als iemand die niet bij de groep hoort. Dat kan een raciaal, religieus-, een leeftijds- of klassenverschil zijn. Een nieuwe naamHet fenomeen lijkt inmiddels ons landje bereikt te hebben. In Vandaag de Dag zegt kroegbaas Jasper Bax uit Amsterdam

dat hij het slachtoffer is geworden van de knock-outgame.” Hij en zijn vrouw Clo-dagh denken dat het om een spel gaat om-dat er geen enkele aanleiding was voor het geweld. Ook hebben de daders niets mee-genomen. Zijn vrouw vertelt in het pro-gramma over zijn verwondingen: “Mijn man heeft een gebroken neus, gebroken voortanden en een hersenschudding.” Ondertussen is het nog steeds onduide-lijk of dit ‘spel’ überhaupt wel bestaat. De politie van verschillende Amerikaanse ste-den zegt dat het niet meer is dan een my-the. Het is mogelijk dat dit soort geweld er al langer is, maar dat het nu opeens de ‘knock-outgame’ wordt genoemd.

Door Jolien van Gaalen

Nederlands voetbal stelt niets meer voor

Een wedstrijd in de vaderlandse eredivisie goed voorspellen is dit seizoen bijna on-mogelijk. De kleintjes winnen van de groten en als er Nederlandse clubs op Euro-pees niveau spelen komen de spelers met knikkende knieën het veld op. Daarnaast is de Jupiler League drastisch omgegooid en als competitie niet meer serieus te nemen. Het Nederlands voetbal is gewoon dramatisch.

Aan het einde van het vorige seizoen verkondigt de KNVB trots dat de eerste divisie (Jupiler League) veranderd wordt. Een aantal clubs (SC Veendam en AG-OVV) verdween vanwege schulden en die lege plekken moesten worden opgevuld. De jeugdploegen van de topclubs Ajax, PSV en Twente mogen deelnemen aan Nederlands tweede competitie. Maar voor deze jeugdteams worden andere regels gehanteerd. Ze kunnen niet degraderen zoals alle andere clubs, maar ook niet pro-moveren. En dat allemaal omdat de Jupi-ler league daar aantrekkelijker van moet worden. Bert van Oostveen, directeur bij de KNVB, onderschrijft het standpunt van de clubs die vinden dat het goed is voor de ontwikkeling van jeugdteams als er wedstrijden worden gespeeld met meer weerstand. Dit jaar is een pilot. Daarom kunnen deze jeugdteams niet promoveren of degraderen. In de Jupiler League kun je periodetitels winnen. Er wordt een ranglijst bijgehou-den over acht wedstrijden. De winnaar verdient een periodetitel en daarmee een plek in de nacompetitie. Via de nacom-

Door Patrick Kieftenbelt

petitie kan een club promoveren naar de eredivisie. De regels liggen onder vuur omdat ze dus niet voor alle clubs uit deze divisie gelden. Een paar weken geleden won jong PSV een periodetitel, maar om-dat het team niet kan promoveren mag de ploeg uit Eindhoven niet deelnemen aan de nacompetitie. Jong PSV vierde wel feest, want het werd gezien als een prijs. ‘Een bekroning op een goede periode’, zo noemde coach Darije Kalazic het. De plek in de nacompetitie wordt ingenomen door Sparta. Toch vreemd, Sparta was niet de beste over acht wedstrijden, maar mag wel deelnemen aan de nacompetitie. Met een tweede plaats kun je dus ook winnen. FoxDoor de komst van Fox Sports worden naast alle eredivisie wedstrijden ook veel duels uit de Jupiler League live uitgezon-den. ‘’Goed voor de clubs en hun inkom-sten. Door de live wedstrijden op televisie verdienen clubs veel geld’’, zegt Bert van Oostveen. Traditie club Sparta is er niet blij mee. De clubleiding heeft aangegeven

alle thuiswedstrijden graag te spelen op zondagmiddag om 14.30 uur. Mede door de komst van Fox Sports speelt Sparta nu echter meer dan de helft van zijn thuis-wedstrijden op zaterdag. Komt nog bij dat er om 16.30 uur afgetrapt wordt. Wiljan Vloet, technisch directeur van Sparta is woedend. ‘’Sparta trekt vaak een vol stadi-on, maar op dit tijdstip is dat onmogelijk. Mensen sporten zelf of zijn andere dingen aan het doen rond deze tijd. Om 16.30 uur naar de voetbal is niet wat we gewend zijn. Het kost ons toeschouwers.’’ ToeschouwersHet aantal toeschouwers in de Jupiler League is om te janken. Dat heeft vooral met de aanvangstijdstippen te maken op vrijdag, zaterdag, zondag en maandag. Maar ook het niveau werkt volle stadions tegen. De combinatie aanvangstijdstip en slecht voetbal zijn oorzaken van minder supporters. Sparta is daarvoor het beste voorbeeld. Het Kasteel was dit seizoen gemiddeld gevuld met 5200 toeschou-wers. Dat is 22 procent minder dan vorig seizoen. Jong Ajax trekt op sportcomplex de Toekomst vaak nog geen 1000 toe-schouwers.

CompetitievervalsingNaast het feit dat de jeugdteams van Ajax, PSV en Twente niet kunnen promoveren en degraderen is door de samenstelling van de selectie sprake van een zeke-re competitievervalsing. Als het jeugd-team eerder speelt dan het eerste elftal mogen spelers, die normaal in het eerste team spelen, meedoen met het jeugdteam. Dat betekent dat de ene week het jeugd-team enorm sterk voor de dag kan komen en de andere week volledig door de mand valt omdat het geen beroep kan doen op de eerste elftalspelers. Voor de tegenstan-ders natuurlijk ook enorm frustrerend. De andere ploegen weten dus nooit hoe sterk het jeugdteam is. Ò

6

bEElD van DE wEEk

Nederlands voetbal stelt niets meer voor

Ook de jeugdteams ondervinden hinder van de competitie opzet. Tijdens een interland-periode wordt er in de Jupiler League gevoetbald, terwijl in de eredivisie de competitie dan stil ligt. Ajax trainer Alfons Groenendijk legt uit: ‘’Omdat er veel spelers in vertegenwoordigende na-tionale elftallen spelen zijn wij tijdens de interlandperiode al die spelers kwijt. We moeten dan noodgedwongen terugvallen op jongens uit de A1. Die zijn vaak nog lang niet toe aan dit niveau. Wij hebben door deze opzet niet alleen maar voordeel van het spelen in de Jupiler League.’’ Eredivisie is vooral leukDe Jupiler League mag dan zo af en toe kommer en kwijl zijn, ook de eredivisie is niet meer wat het geweest is. Sommi-gen zeggen dat het leuker is geworden. Dat klopt ook wel. De nummer 18 kan zomaar van de koploper winnen. Dat zorgt ervoor dat het verschil tussen de nummer één (Vitesse) en de nummer acht (PEC Zwolle) slechts zeven punten is. Alle teams hebben weinig punten. Vi-tesse heeft vier punten minder dan vorig seizoen na evenveel speelrondes. RKC, als voorlaatst, doet nog mee om Europees voetbal. Dat het niveau van de eredivisie achteruit is gegaan heeft vooral te maken met de achteruitgang van de Nederlandse top-clubs. Eerder bestond de top drie uit Ajax, Feyenoord en PSV. Één van die drie werd kampioen en de rest voetbalde voor de

FC Utrecht uitgeschakeld door respectie-velijk ploegen uit Liechtenstein, Roeme-nië en Rusland. En dan praten we echt niet over topclubs. Het seizoen 2004-2005 is het laatste jaar geweest waarin twee Nederlandse ploegen boven verwachting presteerden op Europees niveau. PSV haalde dat jaar de halve finale van de Champions League. Daarin moest het de strijd aangaan met AC Milan. Na twee wedstrijden was een doelpunt van Milan in de 89ste minuut genoeg om PSV uit te schakelen. De Eind-hovense formatie onder leiding van Guus Hiddink haalde de finale net niet. Toch wordt het nog steeds gezien als een top-prestatie. Datzelfde jaar deed AZ het goed in de Europa League, destijds nog Uefa Cup genoemd. AZ speelde ook in de halve finale. De ploeg van Co Adriaanse maakte een minuut voor tijd de bevrijdende 3-1. De Alkmaarderhout stond op zijn kop. Maar tien seconden voor het einde wist Sporting Lisabon alsnog te scoren waar-door ook AZ de finale misliep. Ondanks de nederlagen zijn het mooie herinneringen aan prachtige prestaties. De traditionele top drie (Feyenoord, Ajax en PSV) is bezig zijn visie te veranderen. Eigen jeugd krijgt meer kans. Wellicht dat het in de toekomst zijn vruchten afwerpt. Tot die tijd zullen we het vooral moeten doen met de hoop dat onze clubs ooit weer eens mee gaan doen op het hoogste Europese niveau.

resterende prijzen. Dat was nog in de tijd dat deze grote clubs ook in Europa wel eens succes boekten. Maar AZ is recent kampioen geweest en ook FC Twente heeft de schaal al eens in ont-vangst mogen nemen. De laatste jaren was alleen Ajax kampioen en ging de strijd om plek twee soms wel tussen vier of vijf clubs. Afgelopen seizoen nestelde PSV zich net boven Feyenoord, Heeren-veen en Vitesse. Dat maakt de eredivisie wel veel spannender. Maar over de grens lachen ze ons uit. In Europa presteren de Nederlandse clubs immers niet of nauwelijks Lachertje van EuropaDe kampioen van de eredivisie komt uit op het hoogste Europeese podium, namelijk de Champions League. De ploeg die als tweede eindigt speelt in de voorronde van de Champions League en de nummers drie, vier en vijf spelen op het tweede Europese niveau, de Europa League. De nummers zes tot en met negen spelen onderling voor de laatst beschikbare plek in de Europa League. De laatste jaren is herhaaldelijk gebleken dat Nederlandse teams het hoofdtoernooi niet eens halen. Afgelo-pen zomer werd PSV in de voorronde van de Champions League uitgescha-keld, waardoor de Eindhovense club veroordeeld is tot Europa League voetbal. In de voorronde van de Europa League werden Vitesse, Feyenoord en

sPort

7

8

just kidding…Je hebt mensen die nadenken voordat ze iets zeggen en je hebt flapuiten. Zanger Gordon behoort tot de laatste categorie en dat wordt niet altijd gewaardeerd. Tijdens de show Holland’s Got Ta-lent maakte Gordon een grap tegenover een Aziaat. Maar die grap valt niet goed in de smaak, zowel nationaal als internationaal. En dus ligt onze Gordon weer eens onder vuur. ‘’Welk nummer ga je zingen? Nummertje 39 met rijst?’’, vroeg Gordon lachend aan de kandidaat Xia Wang. De man kon er wel om lachen, maar ja wat moet je anders? Je staat op een podium met drie juryleden en een volle zaal voor je. Mensen in de zaal lachen er ook om, want die kennen Gordon. Zij weten dat zijn opmerking niet racistisch bedoeld is, want met Goor is het toch altijd lachen, gieren, brullen?

Maar zo denkt niet iedereen er over. Via Twitter krijgt onze grap-penmaker de meest vervelende woorden naar zijn hoofd geslin-gerd. Hij zou een racistische eikel zijn. Ook op Reddit verschijnen er uitgesproken meningen. Reddit is een internationaal forum waar video’s worden geplaatst en reacties gegeven kunnen wor-den. Maar Gordon slaapt hier niet minder om. Hij stuurt hooguit een Twitter berichtje vanuit zijn vakantieoord naar een stand- up comedian die commentaar had:’’@howardkomproe: wil je anders wat grappen van me lenen zodat er eindelijk iemand lacht tijdens je optredens?’’

Het waait wel weer over zou je denken. Dit is immers niet de eerste keer dat Gordon grappen maakt over anderen. Maar de situatie verandert als er dertien klachten komen bij het Meldpunt Dis-criminatie. Volgens dit Meldpunt heeft Gordon als jurylid en be-kende Nederlander veel invloed op grote groepen in Nederland. Zijn opmerking ‘op grond van uiterlijke kenmerken die bedoeld is als humor’ is volgens het Meldpunt beledigend voor de Chine-zen in Nederland. En daar valt natuurlijk ook wel wat voor te zeggen. Maar aan de andere kant, het was een grap. Een opmerking die gemaakt werd door een persoon van wie we het gedrag kennen, hij is een entertainer. Als ze in Engeland of Amerika al schrikken van deze opmerking, laat ze dan alsjeblieft niet het programma ‘Geer en Goor effe geen cent te makken’ zien. Daar wordt in elke aflevering een bejaarde opa of oma te kakken gezet en daar hebben ze vooral zelf ontzettend veel lol om.

Dat is denk ik ook wat Nederlanders kenmerkt. De meeste Neder-landers zijn open mensen en zijn niet bang om hun mond open te doen. Dat is ook wat wij gewend zijn van tv-personages als Gor-don. Daarbij komt het feit dat Nederland een vrij land is, je bent vrij om te zeggen wat je denkt. Dat betekent niet dat discriminatie geaccepteerd is, integendeel. We leven in een multiculturele sa-menleving waarin iedereen elkaar hoort te respecteren. Maar de opmerking van Gordon verdient niet meer dan een schouderophaal en het is het niet waard om zo groot op te bla-zen. Zoals Gordon zelf zegt in de radioshow van Giel Beelen: ‘’Die aanklacht gaat toch nergens over. Ik ben verre van racistisch. Er worden honderd grappen gemaakt tijdens de show. En buiten dat, iedereen kan hier vrij zeggen wat hij wil en het was niet mijn bedoeling om die man te kwetsen.’’

Cha

rlott

e D

ettm

ers

column

9

Duitsland is eruit. Eindelijk zijn de CDU/CSU en de SPD tot een regeerakkoord geko-men, waar ze beide mee uit de voeten kunnen. Dat kostte wel zeventien uur vergaderen. Maar de vraag is of ze er wel écht uit zijn.

Een eerste, erg omstreden punt van het re-geerakkoord is het invoeren van tol op de Duitse autobahn. Het idee van de tolin-voering komt van de CSU, de Beierse ver-sie van de moederpartij CDU. Deze partij vindt het oneerlijk dat Duitsers vaak tol moeten betalen in het buitenland, terwijl buitenlanders in Duitsland gratis over de snelwegen kunnen scheuren.

Om de Duitse automobilisten niet met die extra kosten op te zadelen is de partij van plan om de wegenbelasting in het land te verlagen. Zo hebben de Duitsers zelf geen last van de regel.

De CDU, onder leiding van bondskan-selier Angela Merkel, voelt niets voor de

plannen van de CSU. De partij stelt dat het invoeren van tol helemaal niet zomaar kan. Het plan zou in strijd zijn met de Europese regelgeving. De voorspelling is dat Brussel het plan niet zou steunen, vooral omdat het betalen voor een stukje snelweg alleen voor buitenlanders gaat gelden.

Een opmerkelijk feit is het akkoord in zekere zin weer wel. Merkel heeft namelijk eerder aangegeven dat ze niks ziet in een invoering van tol. Eerder heeft ze beloofd dat er onder haar leiding geen tolheffing komt.

Nederland is niet blij met de tol-plannen. Premier Rutte zegt: “Zolang wij het kun-nen beïnvloeden, zullen we erop aandrin-gen dit niet te doen.” Minister Melanie Schultz van Infrastructuur en Milieu sprak zelfs al van discriminatie, omdat de tolregeling alleen gaat gelden voor de buitenlanders in Duitsland.

Overigens zal de tolheffing alleen gaan gelden voor de snelwegen: de Duitse au-tobahn. De overige andere wegen blijven gratis. Het gevolg zal zijn dat veel voer-tuigen, vooral vrachtwagens, sluiproutes gaan kiezen. Voor vrachtwagens moest al tol betaald worden, mits zij zwaarder zijn dan twaalf ton. Met de invoering van

de tolregeling zal het bedrag dat vracht-wagenchauffeurs moeten betalen fors omhoog gaan.

MinimumloonEen ander discussiepunt in het akkoord was het invoeren van het minimumloon. Na fors aandringen van de SPD is het er toch van gekomen. Duitsland is één van de weinige landen in de EU waar nog geen minimumloon geldt. Dit wordt als een groot probleem gezien. In het oosten van het land werken sommige mensen voor maar 3 a 4 euro per uur. Door dit soort lage lonen werden mensen gedwongen om meerdere banen te nemen.

De invoering van het minimumloon is een grote overwinning voor de mensen die nu nog voor minder dan het mini-mumloon werken. In Nederland is het minimumloon voor mensen van 23 jaar en ouder tussen de 28,53 bij een 40-urige werkweek en 29,47 bij een werkweek van 36 uur. Het laagste loon in Duitsland is nu vastgesteld op 28,50 per uur. Dit minimale loon moet in 2015 worden ingevoerd.

Of alle plannen uit het nieuwe regeerak-koord kunnen worden gerealiseerd is nog spannend. In december gaan de leden van de SPD stemmen over het regeerakkoord. Wanneer deze 450.000 leden niet akkoord gaan met de plannen kan het zijn dat de onderhandelingen weer van voor af aan moeten beginnen. De toezegging van de sociaaldemocraten is dus alles behalve zeker. Eigenlijk zien ze niets in een sa-menwerking met Merkel maar voelen zich daartoe gedwongen door de verkiezings-uitslag. Waarschijnlijk zullen de sociaal-democraten van de SPD akkoord gaan, maar mét grote tegenzin.Angela Merkel te midden van de lvoorzitterd van de SPD (L) en CSU (R).

SPD’erAndrea Nahles na de besprekingen

Door Yvette van Ek

Toll! Of toch niet..?actuEEl

10

Hooligans: wat zijn dat nou precies?tijdens de wedstrijd Ajax-Barcelona viel een Ajaxhooligan uit vak 126, hét vak met de fanatieke aanhangers van Ajax. Hij ligt momenteel zwaargewond in het ziekenhuis. vooral hooligans krijgen te maken met verwondingen door geweld of vandalisme. Maar de grote vraag is: wanneer ben je een hooligan en wanneer een voetbalvandaal? onze redactrice zocht het uit.

Het hooliganisme is al zo oud als de weg naar Rome. Zo werd er in de Middeleeu-wen al aardig op elkaar in geramd tijdens een wedstrijdje ‘wie schiet de koeienblaas zo snel mogelijk door de stadspoort’. Dat gebeurt nu nog steeds en zeker niet op kleine schaal. Alleen gebeurt het dan tus-sen de supporters van voetbalclubs.

DodenJaarlijks vallen er gemiddeld tien doden doordat supporters van verschillende voetbalclubs de handen niet thuis kun-nen houden. Er wordt maar in het wilde weg op elkaar ingeslagen, meestal zonder echte aanleiding. Wel wordt het aantal doden volgens de kenners minder, omdat het voetbalgeweld en voetbalvandalisme af zou nemen. Maar, het voetbalvanda-lisme is wat anders dan het hooliganisme zijn.

VoetbalvandalismeWat is dan het verschil tussen beide begrippen? Volgens een woordvoerder van de CIV, het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme is dat er wel. “Een voetbalvandaal verstoort de openbare orde tijdens of na een wedstrijd uit het betaalde voetbal. Ook kan het zijn dat iemand een strafbaar feit pleegt door het plegen van geweld of het aanrichten van vernielingen.” Als iemand een beker bier op het (kunst)grasveld gooit of de scheidsrechter uitscheldt, is hij in feite al een voetbalvandaal.

HooliganismeMaar wat is dan precies een hooligan? Daar is het CIV niet duidelijk over. “Een hooligan is eigenlijk een voetbalvandaal, maar dan met georganiseerd geweld erbij”, vertelt de woordvoerder. “En dan ook nog tijdens georganiseerde bijeen-komsten.” Een voetbalvandaal kan dus een hooligan worden. Als je hooligan bent, ga je dus verder dan wanneer je een voetbalvandaal bent. Het verschil is nog steeds onduidelijk.

VerschilHet verschil moet dus nader onderzocht worden. Ten eerste moet er duidelijk gemaakt worden wanneer een hooligan een hooligan is. Dat is ongeveer bekend, want het is dus een voetbalvandaal die ge-weld gebruikt, tijdens een georganiseerde bijeenkomst. Een voetbalvandaal pleegt dus in z’n uppie strafbare feiten en een hooligan doet dat in een georganiseerde vorm.

Een hooligan is bij voorbaat ook uit op geweld. Dat is een voetbalvandaal niet. Een voetbalvandaal is tijdens of na een wedstrijd vreselijk kwaad om de regelgeving. Een doelpunt dat eigenlijk buitenspel was en niet wordt afgekeurd, dat soort dingen. Een vandaal gaat dan dus lopen smijten met bier, of hooguit een agent uitschelden. Hij gebruikt geen fysiek geweld.

Dan nu de hooligan. Die wordt zo ontzet-tend kwaad, samen met de mensen uit zijn hooligangroep dat het uitloopt op geweld. Een hooligan gaat nooit alleen, hij is altijd samen met een of meerdere groepsgenoten. Ook hebben de hooli-gans georganiseerde bijeenkomsten. Die bijeenkomsten worden vaak gehouden in het clubgebouw.

FC Twente heeft bijvoorbeeld zo’n club-gebouw, VAK P. De ‘supporters’ komen daar samen om gezellig een biertje te drinken, maar er gebeuren ook andere dingen. “Ik moet toegeven dat we wel eens samenkomen om te overleggen hoe we gaan rellen bij een uitwedstrijd”, vertelt de voorzitter die uit veiligheidsoverwegingen zijn naam niet wil noemen. “Dat doen we eigenlijk alleen bij de wedstrijden tegen de grotere clubs, zoals Ajax, Feyenoord, FC Utrecht en PSV.” De ‘hooligans’ van FC Twente zijn niet alleen bezig met rellen en vervelende dingen. Ze maken tijdens die bijeenkomsten ook plannen voor span-doeken. “En we brainstormen ook over

ideeën voor spandoeken, of nieuwe liedjes die we tijdens wedstrijden kunnen zingen. Het spandoek van Hasj, Coke en pillen is bijvoorbeeld zo ontstaan. We hadden het lied dat daarbij hoort al langer en we vonden het nu tijd om daar ook een spandoek van te gaan maken.”

BijeenkomstenBijeenkomsten om te overleggen hoe je wilt gaan rellen dus. Hoe gaat dat in z’n werk? “We gaan gewoon bij elkaar zitten en overleggen wat kan en wat niet. WeÒ

Door Florien Haverkort

11

Hooligans: wat zijn dat nou precies?

gaan niet bedenken dat we willen knok-ken, maar een beetje opstandig zijn en iets over de schreef gaan vinden we wel kun-nen. Dat hebben we bijvoorbeeld tijdens een uitwedstrijd tegen FC Utrecht gedaan. We hadden vuurwerk meegenomen, maar dat liep helaas uit de hand. Dat was eigenlijk niet de bedoeling, maar achteraf hebben we er geen spijt van gehad.”

“Knokken willen we eigenlijk nooit. We zijn wel hooligans, maar we staan achter onze club en we willen nooit dat onze

club in een slecht daglicht komt te staan. We willen meer sfeer, daar gaat het ons om”, vertelt de voorzitten van VAK P.

Ook andere Nederlandse clubs hebben ‘supportersverenigingen’ met hooligans. Ook zij gaan niet verder dan het organi-seren van bijeenkomsten en het bedenken van relletjes. De voorzitter vertelt: “Ik sta voor mijn club en ik weet zeker dat hooligans van andere clubs dat net zo doen. Natuurlijk hebben we wel eens on-enigheid met groepen van andere clubs. Dat willen we dan natuurlijk het liefst uitvechten, we zijn wel mannen. Maar daar komt een bromsnor dan tussen, dus dat lukt eigenlijk nooit. Misschien is dat maar goed ook.”

RuslandAls je in Rusland kijkt, gaat het er heel anders aan toe dan in Nederland. In Nederland worden wedstrijden in het be-taalde voetbal altijd voorzien van politie. Als het een so-called risicowedstrijd is, komen zelfs de bereden politie en de ME eraan te pas.

Rusland laat daarentegen de hooligans de vrije loop. In het tv-programma ‘voetbalhooligans’ is duidelijk te zien dat supporters van verschillende clubs elkaar opzoeken en gaan vechten. Ze doen dat om te laten zien wie de sterkste club is. Vooraf worden regels gemaakt en de club die de meeste mensen over houdt aan het einde van het gevecht is de sterkste.

“Gelukkig is dat in Nederland niet het geval”, vertelt de woordvoerder van het CIV. “Rusland is wat dat betreft ook wel een echte uitzondering, als je kijkt naar het geweld dat komt kijken bij het voet-bal. Wat me wel opvalt, is dat het daar om sterk georganiseerde bijeenkomsten gaat. En dat is kenmerkend voor hooliganisme. Die lijn is in Nederland veel moeilijker te trekken, aangezien geweld ook op een andere manier kan worden uitgelegd dan

het fysiek mensen in elkaar slaan.”

ConclusiesVolgens het CIV is er dus eigenlijk geen duidelijke definitie voor het begrip hoo-ligan. Als je kijkt naar wat de supporters die zichzelf hooligan noemen zeggen, zou je kunnen stellen dat iedere supporter die meedoet met het maken van spandoeken en liedjes verzinnen een hooligan is. Mis-schien is het ook wel zo simpel als ze het zelf schetsen. Je bent een hooligan als je alles over hebt voor je club en je er alles voor wilt geven om de sfeer in optima forma naar voren te laten komen. Dat kan dus door het verzinnen van liedjes en teksten voor spandoeken. Ook de bijeen-komsten geven al aan dat de clubliefde diep geworteld zit.

Wat verder te zeggen valt is dat een voetbalvandaal een hooligan in opleiding is. Zo gauw hij of zij, zich aansluit bij sup-porters, dan wel hooliganvereniging, is hij een hooligan. Daar valt geen speld tussen te krijgen, als je het aan de hooligans zelf vraagt.

Ook de tradities in Rusland staan hier los van. Die zijn op een andere manier met hooliganisme bezig dan de Nederlanders. En dat is maar goed ook. Er is geweld genoeg en als je jezelf een hooligan kunt noemen, ben je toch eigenlijk wel stoer. Ook al hoef je daar alleen maar een span-doek voor te maken of een liedje voor te verzinnen.

StraffenIn ieder land vind je hooligans. Of je

nu in Engeland, Rusland, Nederland of Tsjaksjiestan bent, ze zijn er. Maar de

straffen die ze voor hun gedrag krijgen, zijn in ieder land weer anders.

Rusland: Rechtstreeks de bak in.Engeland: Zware geldboete of de

gevangenis in.Nederland: Stadionverbod en een

geldboete.

samEnlEving

12

13

“Geen zin schat? Slik even een pil”Mannen aan de viagra en vrouwen aan de lustpil. Zo lijkt onze toekomst eruit te gaan zien. Wanneer je even geen zin hebt in seks, slik je gewoon een pilletje waar-door je weer als een beest tekeer gaat in bed. De vraag luidt: de lustpil voor vrou-wen, een verrijking of juist niet?

In mei van dit jaar kwam de uitvinder van de lustpil voor vrouwen bij het tv-pro-gramma De Wereld Draait Door aan het woord. De Nederlander Adriaan Tuiten heeft de pil samengesteld. Hij wacht nog op toestemming van enkele instanties voordat de pil op de markt gebracht kan worden. Volgens Tuiten is het vrij logisch dat er na de viagra ook zo’n pil voor de vrouw is. “Een op de vijf vrouwen worstelt met te weinig lustgevoelens. Waarom zouden we daar geen pil voor maken?”, liet hij eerder weten in het actualiteiten-programma.

Seksuoloog en tv-presentatrice Goedele Liekens is razend enthousiast over de uit-vinding van Tuiten. In haar ogen kan de lustpil zelfs relaties redden. “Ik vind het geweldig dat er een tool komt die je kunt aanwenden voor puur seksueel genot. Ik verwacht ook een groot placebo-effect bij de vrouwen die de pil gaan gebruiken. De vrouw denkt na het slikken van de pil: ‘o ja, nu heb ik weer zin’. Vaak is het een kwestie van concentratie. De pil helpt hierbij”, meldde zij eerder aan het AD.

Maar er zijn ook kritische geluiden te horen. Veel van de collega-seksuologen van Liekens zijn het totaal niet met haar eens. Zo staat Astrid Kremers, seksuoloog bij het UMC ziekenhuis in Utrecht uitge-sproken negatief tegenover de pil. Volgens haar is in de meeste gevallen het probleem dat het hebben van gemeenschap pijn doet bij de vrouw, waardoor zij automa-tisch ook minder zin heeft om te vrijen. “De stellen die bij mij in de praktijk komen vertellen vaak dat ze in het begin van hun relatie veel meer zin hadden in een potje rollebollen. Veel aandacht voor elkaar, leuk en speels contact, er werd tijd genomen voor de relatie enzovoort. Daar-door was het ook heel fijn om seks met el-kaar te hebben. Er waren immers genoeg seksuele prikkels en volop stimulerende omstandigheden”, legt Kremers uit.

En hoe los je het probleem van vermin-derde lustgevoelen dan uiteindelijk op? Volgens Kremers doe je dat niet door mid-del van een pilletje. “De stellen kunnen beter met elkaar in gesprek gaan. Het

is belangrijk dat je aandacht aan elkaar blijft besteden, ook al ben je misschien al wat langere tijd bij elkaar. Blijf elkaar ver-rassen en verleiden en bespreek met elkaar de punten waar je tegen aanloopt tijdens de seks. Ook moet de vrouw aangeven dat ze pijn heeft, in plaats van door te gaan omdat ze denkt dat ze daar de man ‘tevreden’ mee stelt. Een seksuoloog kan er ook bij helpen om hierover te praten. In mijn praktijk heb ik heel wat vrouwen weer zien stralen terwijl ze het plezier in seks al langere tijd kwijt waren. Puur door gesprekken en doordat het stel hun eigen gedrag is gaan veranderen. Daar is geen pil aan te pas gekomen”, aldus Kremers.

Kremers heeft helemaal gelijk. Tegen-woordig is er overal maar een pilletje voor. Een pilletje voor vrolijkheid, een pilletje voor energie en nu ook een pilletje om opgewonden te raken. Begrijp me niet verkeerd, er zullen wel degelijk mensen zijn die baat hebben bij andere pillen. Zo is antidepressiva wel degelijk belangrijk voor sommige gebruikers. Maar niet alles is op te lossen met een pilletje. Zo zitten er vaak diepere oorzaken achter de reden waarom vrouwen niet opgewonden raken van seks. Ga dus eerst met je partner pra-ten. Mocht dat niet het gewenste resultaat hebben, dan kun je altijd nog proberen of de lustpil een oplossing is.

De lustpil: Hoe en wat? Adriaan Tuiten is niet de eerst die met het idee kwam van de lustpil. Alleen waren eerdere probeersels niet succesvol. Tuiten heeft al enkele onderzoeken bij vrouwen gedaan en die waren wel succesvol, van-daar dat deze pil na goedkeuring wel op de markt zou komen. Volgens hem gaat eigenlijk om twee pillen, Lybrido en Lybri-dos. De ene pil is bestemd voor vrouwen die te kampen hebben met gebrek aan zin in seks, omdat hun brein simpelweg ongevoelig is voor seks. De andere pil is voor vrouwen die een remsysteem heb-ben ontwikkeld. Dat kan bijvoorbeeld om vrouwen gaan die een moralistische opvoeding hebben gehad of die slechte ervaringen hebben met mannen. De pil zou namelijk bepaalde remmingen in gedachtes kunnen weg nemen.

Door Esmee Bakkenes

samEnlEving

14

pier, Douwe en Fedde: de bûter, het brea en de griene tsiis van het Fries nationalismeZo trots als een Fries, luidt het gezegde. En dat komt niet zomaar uit de lucht vallen. Waarom kent iedereen de rode ‘pompeblêden’ van de Friese vlag? Waarom kwinkeleren Friezen in hun volkslied dat ze ‘it bêste lân fan d’ierde’ zijn, ‘het beste land ter wereld?’ Een drieluik over Friese hoofdrolspelers die de ontwikkeling van het nationalisme – narcisme, bijna – in Friesland verklaren. En laten we er ook eens een nuchtere, ‘Friese’ blik op werpen: wat zijn de feiten en wat zijn de fabels?

Door Akke Boonstra (een Friezin)

“Bûter, brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries.” De verta-ling: boter, brood en groene kaas, wie dat niet kan zeggen is geen echte Fries. Friesland slingert haar oeverloze trots met deze koelkastproducten de wereld in. Het Fries is de tweede officiële taal in Nederland. In 2004 spraken van de ruim 600.000 inwoners van Friesland 440.000 mensen Fries.

Maar de Friese taal verandert. ’t Hùske is allang niet meer de veelgebruikte term voor toilet. Het aantal mensen dat foutloos Fries kan schrijven ligt nog lager: hoewel veel jongeren Fries spreken, schrij-ven slechts weinig in hun moedertaal.Friese nationalisten geven globalisering de schuld en vertalen Engelse begrippen zo letterlijk mogelijk. 7-up wordt ‘sân-

omheech’, Twitter noemt men ‘Tweltsje’. Maar intussen moeten ook deze zwart-kijkers beamen dat vandaag de dag meer mensen Fries spreken dan ooit. Dat is te danken aan het hoge inwonertal, in combinatie met de ‘propaganda’ van het Fries door de provincie.

Fascisme is in Friesland echter nihil, hoe-wel dat niet altijd het geval is geweest. De Friese Nationale Partij, de enige nationale politieke partij voor Friese belangen, streeft niet naar zelfstandigheid van Fries-land, maar wil dat Friesland binnen de Nederlandse politiek meer macht krijgt.Het Friese nationalisme kreeg vorm in de negentiende eeuw, toen nationalisme in heel Europa de kop op stak. Voorstanders van het Fries blikten terug op de Friese geschiedenis en hengelden naar verhalen waarmee ze hun trots, ‘grutsk’ zoals ze het zelf noemen, konden verantwoor-

den. Met de ‘Fryske mythe’ bijvoorbeeld. Friezen zouden volgens dit verhaal direct afstammen van de Frisii, het volk dat ten tijde van de Romeinen in het hele wad-dengebied leefde. Een volk dat al zo lang op dezelfde plaats woonde was uniek. Tegenwoordig denken historici echter dat Frisii slechts een verzamelnaam was voor Angelen, Saksen en andere stammen die tijdens de Romeinse tijd achter de Maas woonden.

In in de Friese geschiedschrijving barst het van de mythen. Drie personen uit de Friese historie maken duidelijk hoe het Fries nationalisme leunt op mythen en hoe de strijd tussen ‘Friezen’ en ‘Hol-landers’ door de eeuwen heen is gevoerd. Pier, Douwe en Fedde: drie mannen die de pompeblêden tot ver buiten de Neder-landse grenzen verspreidden.

Douwe KalmaEen andere man waar we niet om heen kunnen: Douwe Kalma. Zijn liefde voor het Fries zorgde ervoor dat de Friese taal en cultuur aan een opmars binnen de provinciegrenzen begonnen. Liefde waarvan we gerust kunnen zeggen dat het nationalisme was. Kalma, die in 1896 als boerenzoon ter wereld kwam, was een charismatisch man die streefde naar een eentalig Friesland binnen Europa.Rond 1900 verscheen een nationalistische Friese beweging op het toneel. De roep om meer Fries klonk binnen de provin-ciegrenzen. Opgeleide Friezen, waaronder journalisten en onderwijzers, pleitten voor verspreiding van het Fries. Ze ver-enigden zich in It Frysk Selskip.Kalma voegde zich bij deze Friese bewe-ging, maar waar de eerdere leden van it Frysk Selskip het volk vooral de les wilden lezen, schreef Douwe Kalma persoonlijke gedichten. Dat onderscheid maakte hem tot een idool. Kalma wist vele Friezen achter zich te krijgen. Hij richtte in 1915 het Jongfryske Mienskip op, waarmee hij

grote groepen Friese jongeren achter zich kreeg. Die jongeren organiseerden zich in zomerkampen, wat in het begin van de 20e eeuw geen ongewoon verschijn-sel was. Douwe Kalma schreef hiervoor onder andere toneelstukken en Friese liederen. Intussen droomde Kalma van de ‘Noordzeecultuur’: Friesland als verbin-ding tussen de Engelse en Scandinavische culturen. In diezelfde jaren lanceerde Kalma een Friestalig literair tijdschrift: Frisia. Daarnaast richtte hij de Afûk op, die nog steeds bestaat. Hij vertaalde Shakespeare naar het Fries en schreef de eerste Friese literatuurgeschiedenis.Douwe Kalma was een charismatische man, die zo temperamentvol voor het Fries opkwam dat hij voortdurend ruzie maakte. Kalma was iemand van de plan-nen, maar kon weinig realiseren. Velen in Friesland namen zijn anti-Nederlandse houding over. In de oorlog sloot Douwe Kalma zich steeds weer aan bij andere partijen, maar in 1940 eindigde hij bij de fascistische Fryske Folkspartij, die echter na de oorlog weer werd opgeheven. Zijn

nationalisme zou hem na de oorlog de kop kosten: Douwe Kalma werd wegens collaboratie veroordeeld.

samEnlEving

15

pier, Douwe en Fedde: de bûter, het brea en de griene tsiis van het Fries nationalisme

Grutte Pier “Dy smoarge hûnen.” Toen de ochtend eindelijk aanbrak en de hemel een grijs en vlekkig licht kwam brengen, stroomde het meest pijnlijke bewustzijn waar-aan een mens kan lijden door de vezels van Pier Gerlofs Donia. Van zijn erf in Kimswerd was niets meer over, het was die nacht in vlammen opgegaan. Nu stond Pier voor zijn erf, waar eens kippen en koeien de stal uitstroomden, maar nu een brij van as en herinneringen lag. Een balk lag nog onnozel tegen een oude wilg,

maar de overgebleven vlammen zouden ook op deze laatste genadeloos dansen. Pier’s boerderij was in brand gestoken door Saksische huurlingen.498 dagen later kent niet alleen Kims-werd, maar heel Friesland het verhaal van ‘Grutte Pier’. Uit woede stichtte hij een roversbende. Hij vocht tegen ‘de Hollanders’. “Hij was een reus,” vertellen heiten, vaders, terwijl ze in de buurt van Kimswerd met hun kinderen de zeedijk beklimmen. “Hij was een verstandeloze malloot,” menen de memmen: de moe-ders.

Grutte Pier liet in de 16e eeuw de ‘Hol-landse’ hoofden die hij tegenkwam over de Friese klei rollen. Hoe wist Grutte Pier of hij met ‘Hollanders’ of met ‘Friezen’ te maken had? Volgens een overlevering analyseerde hij dat door zijn slachtoffers een zin te laten uitspreken: ‘Bûter brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries’. Boter, brood en groene kaas: wie dat niet kan zeggen is geen echte Fries. Klonk de ‘R’ niet scherp genoeg, dan was je een ‘Hollander’. En een minuut later een hoofdeloze Hollander.Grote Pier werd een mythe die veel Friese

nationalisten in de loop der eeuwen dank-baar gebruikten om de kracht en de strijd tegen overheersers een gezicht te geven. Fryske nationalisten vormden Grote Pier om tot een held. Alsof Pier tegen de Ne-derlanders vocht. Maar van Nederlanders was in die tijd geen sprake en of Grutte Pier uit nationalistisch besef handelde is al evenmin vast te stellen. Sprak hij Fries? Zelfs dat is onwaarschijnlijk, omdat dat in die tijd ongewoon was. Grutte Pier’s boerderij was in brand gesto-ken door Saksische huurlingen: ingehuur-de soldaten van de graven van Holland. De graven van Holland meenden recht te hebben op Friesland, dat echter sinds de twaalfde eeuw ‘De Friese Vrijheid’ heette, en waar stammen in relatieve vrijheid leefden. Met de inval van de Graven van Holland, een strijd waartoe het verhaal van Grutte Pier behoort, kwam in de vijf-tiende eeuw ‘De Friese Vrijheid’ ten einde.Grutte Pier is het voorbeeld bij uitstek hoe geschiedenis sterk geromantiseerd wordt. Hoe een geplunderde man tot reus vervormd werd en uit liefde voor zijn ‘hei-telân’, vaderland, ten strijde trok tegen de ‘Nederlanders’.

Fedde Schurer 16 november 1951 laaide de strijd tussen Friezen en ‘Hollanders’ opnieuw op, alsof Grutte Pier nooit was weggeweest. Op het Saailân, het plein in Leeuwarden voor het gerechtsgebouw, verzamelde zich een woede menigte. Waarom? Omdat binnenin het gerechtsgebouw twee heren berecht werden vanwege kritiek op de slechte positie van het Fries: de journalist Fedde Schurer en Provinciale Statenlid Tjebbe de Jong. Zij bekritiseerden rechter Wolthers, die aangaf een Friessprekende veearts niet ‘te willen verstaan.’ Hiermee haalde de rechter de woede van veel Frie-zen op de hals. Eerder al had Wolthers twee boeren veroordeeld, omdat ze op hun bussen ‘molke’ en ‘sûpe’, melk en karnemelk, geschreven hadden. Het was duidelijk: Wolthers verachtte het Fries.Met het proces tegen Schurer en De Jong leek het gerechtshof in Leeuwarden zich voor de derde maal? tegen het Fries te ke-ren. Dat zorgde voor veel oproer. Op het plein voor de rechtbank ontstond een de-monstratie van Friessprekende jongeren,

die zich al eerder tegen de Nederlands-sprekende elite gekeerd hadden. Maar de politie zette brandspuiten en knuppels in tegen deze verontwaardigde menigte. Er ontstond paniek op het Saailân. De dag ging de geschiedenisboeken in als knup-pelvrijdag: ‘kneppelfreed’.Schurer en de Jong kregen beide een geld-boete van 150 gulden. Schurer werd tot veertien dagen voorwaardelijke gevange-nisstraf veroordeeld en De Jong kwam er door zijn spijtbetuiging vanaf met zeven dagen voorwaardelijk. Maar Schurer en de Jong hadden veel bereikt voor het Fries. Demonstranten droegen Schurer dan ook op de schouders toen hij het gerechtsge-bouw verliet.Over Kneppelfreed klonk het tot in Den Haag verontwaardiging. Dat zorgde er-voor dat de Nederlandse regering in 1955 het Fries toestond op de basisschool. In 1956 werd het officieel toegestaan Fries te spreken in de rechtszaal. Nu is het Fries de tweede officiële taal van Nederland.

Fries nationalisme leunt op mythen

De Nieuwe Wildernis is inmiddels een begrip in Nederland. Het is de ‘nieuwe’ naam voor de oostvaardersplassen in de Flevopolder. Door de gelijknamige film kent een groot publiek de plassen nu. Er komen nu 3 á 4 keer zoveel bezoekers als voorheen. Staatsbosbeheer organiseert er zelfs speciale excursies en safari’s.

Door Lisa Boonstra Ò

Op safari in de Nieuwe Wildernis

16

Het uitzicht vanaf de krottenwijken van São Paulo op het financiële hart van de stad

buitEnlanD

De Nieuwe Wildernis is inmiddels een begrip in Nederland. Het is de ‘nieuwe’ naam voor de oostvaardersplassen in de Flevopolder. Door de gelijknamige film kent een groot publiek de plassen nu. Er komen nu 3 á 4 keer zoveel bezoekers als voorheen. Staatsbosbeheer organiseert er zelfs speciale excursies en safari’s.

Door Lisa Boonstra Ò

Op safari in de Nieuwe Wildernis

17

Op de website van USA today worden de Oostvaardersplassen nog voor de enorme skihal in Dubai genoemd. Eerder dit jaar verscheen op deze site een lijst met twaalf meest bijzondere ‘man-made adventures’. “We krijgen bezoekers uit Singapore, Amerika, Engeland. Ze komen echt overal vandaan”, vertelt boswachter van het gebied Hans Breeveld. “Het beheer is uniek en dat trekt naast dagjesmensen ook studenten en docenten van universiteiten aan.”

De Oostvaardersplassen zijn door mensen gemaakt. In 1968 hebben de Nederlanders het stukje Zuiderzee drooggelegd en daaruit verscheen Flevoland. Het natuurgebied zou eerst een industrieterrein worden. Maar nadat het stuk grond een aantal jaar was ‘vergeten’ is er een ander doel bedacht. Waarom laten we de natuur hier niet z’n gang gaan? “Het is een uniek stukje land. Bij natuur wordt in Nederland vaak aan bos of duinen gedacht, niet aan moerasland”, legt Breeveld uit. “We doen hier ook niets aan de natuur, alles gaat z’n gang en wij houden een oogje in het zeil. Als er echt iets ernstigs gebeurt of een beest is bijna aan het eind van z’n latijn dan grijpen we in, anders niet.”

Omdat er steeds meer mensen naar deze wildernis komen is er een landelijke campagne bedacht. Er zijn inmiddels negen wildernisgebieden aangewezen in Nederland. Maar de meeste mensen willen toch naar de Oostvaardersplassen nadat ze de film hebben gezien. En dat zijn er al 600.000. “Ik verwacht alleen nog maar meer bezoekers als de film op tv komt”, voorspelt Bree-veld. “Nu staat in het weekend de parkeerplaats al vol, tot buiten de hekken. Dat wordt dus alleen nog maar erger.”

En dat het druk is klopt, zelfs op een donderdagmiddag is de parkeerplaats bij het buitencentrum net buiten Lelystad goed gevuld. Er lopen veel spotters rond met verrekijkers en grote camera’s. Maar ook kinderen en veel dagjesmensen die gewoon even willen kijken. Els vertelt dat ze nu voor de tweede keer bij de plassen is. “Ik ben hier eerder geweest, voordat de film uit was. Maar daarna wilde ik ook nog een keer komen kijken.” En daarmee is Els niet de enige.

Het meest opvallende aan het gebied is dat het lijkt alsof er geen hekken zijn. Toch is er wel het een en ander in elkaar gebouwd voor de bezoekers. Er zijn bruggetjes en veel uitzichtpunten. Als je door de wildernis loopt kun je zomaar een paar paarden te-genkomen of een vos. Twee vogelspotters laten me vol trots hun foto’s zien. “Er zat een vos op nog geen vier meter afstand van ons”, zegt een van de mannen. “Ja hij ging daar gewoon z’n gang, opmerkelijk dat hij dat zo dicht bij de mensen deed”, vertelt zijn compagnon.

Er is dus heel wat te beleven in de Nieuwe Wildernis, maar de safari’s en excursies stoppen binnenkort. Vanwege de winterstop die van januari tot april/mei duurt. In die periode kan de natuur aansterken en kunnen de beesten even tot rust komen zonder bemoeienis van mensen en safari auto’s.

18

19

‘Huislijk’ rotterdam voegt zich in duister rijtje

Als je hoort dat je buurvrouw al tien jaar dood in bed ligt, sta je toch wel even raar te kijken. Het lijkt een sterk verhaal dat na een flinke hoeveelheid alcohol wordt verteld in de kroeg. Het is echter de pijnlijke waarheid. En niet in een eng ver land, maar gewoon in rotterdam. Het bizarre verhaal krijgt een plaats in een bijzonder rijtje. Punt Uit duikt in de geschiedenis van de huislijken op zoek naar vergelijkbare verhalen.

Als er iemand tien jaar lang wordt vermist gaat er toch een belletje rinkelen? Je zult denken van wel, maar het is en blijft een raadsel hoe iemand jaren lang niet wordt opgemerkt. Een aantal bouwvakkers moest in het huis zijn voor werkzaam-heden. Toen de mannen geen gehoor kregen schakelden zij de politie in. De agenten vertrouwden het zaakje niet en betraden het huis. Daar troffen zij het lijk aan. De dochter meldde zich een dag na de opmerkelijke vondst bij de politie. De vrouw vertelde dat de relatie tussen moeder en dochter slecht was. Al jaren voor haar moeders dood hadden ze geen contact meer. Bij de verschillende instan-ties gingen ook geen alarmbellen af. De woningbouwcoöperatie had in tien jaar tijd geen enkele reden om bij de vrouw achter de deur te kijken. De maandelijkse kosten werden via automatische incasso geïnd en de vrouw ontving tien jaar lang AOW. De 120.000 euro die in de tien jaar werd uitgekeerd, wordt nu door de belas-tingdienst teruggevorderd. Amsterdam (2012) Dat het ‘idiote’ verhaal van de Rotter-damse vrouw niet op zich zelf staat, bleek vorig jaar wel. Een Amsterdammer van 63-jaar werd dood aangetroffen in zijn woning. De man lag gemummificeerd op zijn bed. Een buurtregisseur trof de man daar aan. Pijnlijk detail: de buurtregis-seur wilde de man net vertellen dat zijn moeder op sterven lag. De man blijkt op

natuurlijke wijze om het leven gekomen te zijn. Minnertsga (2010) Het meest opmerkelijke verhaal komt uit Friesland. In 2010 werden de Friezen opgeschikt door het verhaal van een man die na vier jaar dood werd aangetroffen in zijn woning. Het ongelooflijke verhaal had net zo goed een script kunnen zijn uit een goedkope Amerikaanse B-film. Niet alleen de man woonde in het huis, maar ook zijn twee broers en zussen. En al die tijd hebben zij niets gemerkt! De overle-den man wilde met rust gelaten worden. Dit hebben zijn familieleden wel erg letterlijk genomen. In vier jaar tijd hebben ze dus niet één keer contact met de man gezocht, die nota bene onder hetzelfde dak woonde. Het levenloze lichaam werd aangetroffen door de woningstichting,

omdat er onderhoud moest worden ge-pleegd aan het huis. Er is ook nog onder-zocht of er sprake was van een misdrijf, maar de broers en zussen gingen vrijuit. De man bleek op natuurlijke wijze om het leven te zijn gekomen. Rotterdam (2006) Dat je als deurwaarder vaak te maken krijgt met ellende en verdriet is algemeen bekend. Maar zo erg als in 2006 is het niet vaak. Samen met politiebegeleiding ging een deurwaarder naar een huis in Rotterdam. De bewoonster had een flinke huurachterstand. De achterstal-lige betalingen waren zo hoog opgelopen dat er reden genoeg was om de woning te ontruimen. Toen ze bij de woning arriveerde troffen ze een lijk aan. Vijftien maanden eerder was de vrouw al overle-den.

Door Erwin Wamelink

De Rotterdamse woning waar een vrouw tien jaar na overlijden werd aangetroffen.

samEnlEving

20

Ongewenst versus ongeplandWat doe je a ls je onbedoeld zwanger bl i jkt te z i jn?

in Nederland krijgen jaar-lijks ongeveer dertigdui-zend vrouwen er mee te maken: een ongewilde zwangerschap. En wat doe je dan? Hou je het, of niet? Hoe kom je tot dat besluit en waar loop je tegen aan als jonge twintiger?

Door Sanne van Alderwegen

Het is een grijze woensdagmiddag in november als ik na een kilometers lange fietstocht aanbel bij Priscilla. Zij en ik hebben één jaar bij elkaar in de klas gezeten, 5 vwo, zes jaar geleden. Zij woont nu in een kleine bovenwoning die ver-rassend ruim oogt als ik binnenstap. Ik woon in een piepkleine studentenkamer, honderd kilometer hier vandaan. In mijn kamer past niet meer dan een bed, een kast en een tafel. Bij haar staan in de ene hoek een leren driezitter en een riante televisie, in de andere hoek staat een lange eettafel. Net als bij mij thuis liggen er studieboeken op en haar laptop staat nog aan. Ze heeft net nog haar huiswerk zitten maken. Maar waar bij mij naast de televisie een lading dvd’s staat, staan er hier een stapel boxen vol speelgoed. Waar aan mijn kleine eettafeltje vier krakkemik-kige stoeltjes staan, staat hier een houten triptrap-stoeltje. Want waar ik alleen voor twee goudvissen hoef te zorgen, zorgt Priscilla voor haar tweejarige dochtertje.

Pas eenentwintig is ze, als ze bevalt van haar kleine meid. Ongepland, maar zeker niet ongewenst. Priscilla heeft net haar mirenaspiraal (hormonaal anticoncep-tiemiddel red.) laten verwijderen en staat op de lijst voor een koperspiraal. Als een vrouw na het verwijderen van een hormoonspiraal zwanger wil worden, kan ze er op rekenen dat het een tijdje duurt voordat ze weer vruchtbaar is. Dus, be-denkt Priscilla zich, hoe groot is de kans dat ik binnen een maand zwanger raak? Twee keer hebben zij en haar toenma-

lige partner, in die eerste maand na het verwijderen, onbeschermde seks. En ja hoor, raak. Bij hormoonspiraaltjes is het gebruikelijk dat je menstruatie uit blijft. Daarom is Priscilla al drie jaar amper on-gesteld geweest, dus dat ze het die maand ook niet wordt valt dan niet op. Pas als ze plotseling ziek wordt, koorts krijgt en steeds moet overgeven, komt ze er achter dat ze zwanger is. “Ik denk dat ik wel vier of vijf tests heb gedaan, ik geloofde het gewoon niet.” De keuze om het kindje te houden is snel gemaakt. Alleen Priscilla’s leeftijd maakt dat ze even twijfelt of het wel de juiste keus is. Beiden hebben ze een goede baan, ze hebben een leuk huisje en zijn gek op elkaar. Ze kunnen het kindje alles bieden wat het nodig heeft.Ik schrik als Priscilla over het koperspi-raaltje begint. Dit is een hormoonloze anticonceptiemethode, ideaal voor vrou-wen die slecht reageren op hormonale anticonceptie, zoals ‘de pil’. Ruim twee jaar geleden liet ik zelf zo’n spiraal zetten. Ik had me goed laten informeren en me gronding ingelezen. De kans om zwanger te raken zou tussen de 0,1 en 1% liggen. Veiliger dan ‘de pil’ dus. Boven-dien is de spiraal veel goedko-per. Alleen het laten zetten en de menstruaties zouden pijnlijk zijn. Daar kan ik prima mee leven, dacht ik. In april 2010 laat ik het spiraaltje zetten. In het eerste jaar durf ik geen seks te hebben zonder extra bescher-ming. Ik loop niet graag risico’s, je zult net zien dat ik bij die kleine groep hoor die wel zwan-ger wordt. Uiteindelijk vertrouw ik er toch maar op dat het zijn werk wel zal doen. En dat doet het, tot februari 2013. Omdat ik een koperspiraal heb, hou ik mijn eigen stipte menstruatie-cyclus. Daardoor kom ik er al binnen drie weken achter dat ik zwanger ben. Net als Priscilla heb ik mijn keuze snel gemaakt, maar die is niet dezelfde. Ik woon op een kamertje, zit mid-denin een studie en heb een torenhoge studieschuld. Ik kan het kindje op dit moment niet bieden wat het nodig heeft.

Hoe verder je zwangerschap gevorderd is, hoe moeilijker de keus voor abortus wordt. Daarover zijn Priscilla en ik het eens. Het groeit namelijk als kool daar in je buik. Bij mij was het, na amper 21 dagen, niet meer dan een vruchtzakje. Een klompje cellen ter grote van een euromunt. Was ik een paar weken later geweest, dan had het al de vorm van een wezentje gehad. Dan moet je er bewust voor kiezen om zichtbaar leven te beëin-digen.

Dat onze keuzes snel gemaakt zijn, wil niet zeggen dat het makkelijk is. Niet alleen omdat het je leven onherroepelijk verandert. Ook omdat, welke keuze je ook maakt, je te maken krijgt met een taboe. Bij mijn keuze voor abortus merk ik dat er vooral niet over gesproken mag wor-den, terwijl één op de acht zwangerschap-pen voortijdig door medisch ingrijpen wordt afgebroken. Één op de acht. Je kunt er dus donder op zeggen dat ook jij een (jonge) vrouw kent (of bent) die abortus heeft laten plegen. Priscilla, aan de andere kant, moet haar keuze voor het Ò

samEnlEving

21

moederschap op jonge leeftijd, steeds verantwoorden. Ze vertelt: “De meeste reacties zijn: ‘Oh, wat jong’, ‘wat zonde’ en ‘hoe ga je dat doen met dit en dat?’. Terwijl ik op dat moment een blije zwan-gere vrouw was. Het leek wel alsof ze het me het moederschap niet gunden.” Des-ondanks heeft ze nooit spijt gehad van haar keus om het kindje te houden. “Er zullen momenten zijn waarop je denkt: ik had beter twee jaar kunnen wachten. Maar dat staat los van het feit, dat als het er eenmaal is, het dan niet meer uitmaakt hoe het loopt. Dan ben je alleen nog maar de trotse mamma van het liefste kindje. Je vindt altijd en overal je weg wel weer in”.

Net als Priscilla heb ik er altijd in geloofd dat ik het wel zou redden, want natuur-lijk heb ik overwogen het kindje wel te houden. Als ik al moeder wilde worden, wilde ik jong zijn. Bovendien leek me een zwangerschap plannen niet leuk, het zou me moeten overkomen. Maar je keuze ver-andert op het moment dat er onverwacht aan al die voorwaarden wordt voldaan. Niet alleen ik had niet de financiële middelen om een kind te onderhouden, de vader van het kindje zat in de zelfde situatie: een torenhoge studieschuld en een opleiding die nog afgemaakt moest worden. Waar ik erg mee geholpen ben, is de reactie van mijn ouders. Die lieten me weten er voor me te zullen zijn, welke keuze ik ook zou maken. Hierdoor kreeg ik de ruimte en het vertrouwen om daad-werkelijk mijn eigen verantwoordelijkheid te nemen. Mijn vriend heeft het altijd moeilijker gehad met de abortus. Ik denk wel eens dat hij nooit heeft toegegeven aan zijn eigen diepste wil. Dat hij vanuit zijn eigen omgeving nooit de ruimte en het vertrouwen heeft gekregen om zijn eigen keuze te kunnen maken.

Hoezeer je ook achter je keuze staat als vrouw, reken er maar op dat je lichaam reageert op een dergelijke ingreep. De hormonen gieren door je lijf. Je lichaam rouwt om het verlies. En mentaal ben je in de war, want: ik was toch veilig? Mij kon niets overkomen! Ik heb mijn biologieles-sen gehad, ik weet wanneer ik met vuur speel. Toch ben ik blijkbaar onverant-woordelijk geweest. En tegelijkertijd

oEPS, ZWANGErUit onderzoek van het kenniscentrum voor seksualiteit Rutgers WPF blijkt dat twintig procent van de Nederland-se vrouwen ooit ongepland zwanger is geweest. Een respectievelijk klein deel van deze ‘ongelukjes’ wordt door medisch ingrijpen ongedaan gemaakt. Daarmee behoort Nederland al decen-nia tot de laagste wereldwijd, aldus de Inspectie van de Gezondheidszorg, 2011. Voor Rutgers WPF zijn dit indicatoren dat er in ons land relatief weinig ongewenste zwangerschappen voorkomen. Relatief.

Twintig en zwangerWat als je wel ongewenst zwanger bent? 28,4% van de vrouwen tussen de 20 en 24 jaar, die in 2011 zwanger raakten, kozen voor een abortus. Van de vrouwen onder de 19 jaar ligt dit percentage met 62% veel hoger. Bij de vrouwen tussen de 25 en 35 daalt het aantal abortussen, daarna neemt het percentage weer toe.

Overtijdbehandeling of abortus?Er wordt onderscheid gemaakt tus-sen een overtijdbehandeling en een abortus. Een overtijdbehandeling is het afdrijven van de vrucht tot zes weken na de laatste menstruatie. Als de zwangerschap verder gevorderd is, dan wordt er over abortus (arte) provo-catus gesproken. In dit artikel is er dus eigenlijk sprake van een overtijdbehan-deling.

AnticonceptieIn 2011 gebruikte een aanzienlijk deel (70,8%) van de abortuscliënten een half jaar voorafgaand aan de abortus een anticonceptiemethode. Bijna een derde (31,7%) van de abortuscliënten is zwanger geworden terwijl zij de pil gebruikten en 25,4% gebruikte condooms.

Bron: Factsheet Landelijke abortusregistratie

2011 (Rutgers WPF, 2013)

moet je ook nog eens opboksen tegen het vooroordeel dat van je bestaat, want lang niet voor elke abortus geldt: lang leve de lol en we doen het lekker onveilig en elke keer dat we zwanger raken, laten we het weg halen. Verre van dat. Nu, negen maanden later, lijkt het erop dat ik het verlies heb verwerkt. Het gekke idee blijft, dat ik nu ook met een paar weken oude baby in mijn handen had kunnen zitten. Dan had ik dit artikel nooit geschreven, had ik niet meer in mijn studentenkamer gewoond en wie weet wat er nog meer zou zijn veranderd. Hoe zou het zijn als ik een andere keus had gemaakt?

Een jaar na de geboorte van hun dochter, gaan Priscilla en haar partner uit elkaar. Pas dan valt ze in een gat. Ze heeft geen werk, geen dak boven haar hoofd en is al-leenstaande moeder. “Als je zo jong bent, heb je nog vrijwel geen werkervaring, dus je hebt weinig om op terug te vallen. Maar waar de ene deur sluit, opent zich een andere. Er is altijd een weg te vinden, afhankelijk van je inzet. Ik had ervoor kunnen kiezen om bijstandsmoeder te worden. Dat zou aanzienlijk makkelijker zijn dan studerende moeder. Maar je moet beseffen: wat wil ik over tien jaar?” Priscilla volgt nu een thuisstudie psycho-logie en daarbij krijgt ze extra motivatie van haar dochtertje. Daarin onderscheidt ze zichzelf van haar kinderloze leeftijdsge-noten. Ze volgt haar studie namelijk niet alleen voor zichzelf, ze doet het om haar dochter een toekomst te kunnen bieden.

Ook mijn vriend en ik maakten onze keuze in het belang van het kindje. Wij konden hem of haar op dit moment geen stabiel en geborgen thuis bieden. Het was net te vroeg. Ik leef niet in de illusie dat er een ‘goed moment’ bestaat waarop je voor kinderen kiest. Het leven heeft altijd het onverwachte met je voor. Je zult bij jezelf moeten nagaan: In wat voor situatie breng ik dit kindje ter wereld? Heb ik het gevoel dat ik hem of haar, met de midde-len, de ervaring en de liefde die ik nu heb, zou kunnen opvoeden tot een evenwich-tig mens? Welke keuze je ook maakt, ont-houdt daarbij Priscilla’s woorden, waarin ook ik heilig geloof: “Er valt altijd wel een mouw aan te passen.”

Allemansvriend met disciplineAllemansvriend met discipline

22

PolitiEk

23

Allemansvriend met disciplineNa zesentwintig sollicitaties, acht gesprekken en vier tweede gesprekken is bekend wie Aleid Wolfsen opvolgt als nieuwe leider van Utrecht. Een profiel van Jan van Zanen: landelijk wat minder in de spotlight, maar in Amstelveen en Utrecht zeker geen onbekende.

Door Jolien van Gaalen

De nieuwe burgervader van Utrecht is op 4 september 1961 geboren in Purme-rend, maar groeit op in Edam-Volendam. Tot 1979 gaat hij naar het gymnasium in Hoorn en daarna kiest hij voor een rechtenstudie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. In 1985 rondt hij de studie af. De interesse voor de politiek zit er al vroeg in: in 1981 is hij vicevoorzitter van de JOVD, de jongerenafdeling van de VVD.

Die politieke belangstelling zet zich door. In 1990 is Jan van Zanen kandidaat voor de Utrechtse gemeenteraad voor de VVD. Op dat moment doet ook Robert Giesberts voor GroenLinks mee aan de verkiezingscampagne. Hij herinnert zich Van Zanen nog wel. “Een echte karakte-ristieke VVD’er in zijn kledingkeuze en in de manier waarop hij zich uitte. Hij was gewoon een soort Wiegeliaans VVD-lid, in allerlei opzichten.” (Hans Wiegel was de leider van de VVD in de jaren 70, red.)

“Geen geld, geen Zwitsers”In april 1998 wordt Van Zanen wethou-der van Utrecht. Onder zijn hoede heeft hij onder andere financiën, openbare ruimte en economische zaken. Vincent Oldenborg van Leefbaar Utrecht leert Van Zanen kennen bij de coalitieonderhande-lingen in december 2000. “Hij viel mij op als een hartelijke man, maar tegelijkertijd ook als een keiharde onderhandelaar. Zo hoort het ook, vooral als je een coali-tieprogramma maakt met elkaar, dan heb je allemaal je eigen belangen. Hij is zeer nadrukkelijk aanwezig met heldere standpunten en laat zich niet gemakkelijk wegzetten.”

Oldenborg noemt de toekomstig bur-gemeester van Utrecht een gedreven en enthousiaste politicus, iemand die erg zijn best heeft gedaan om de Utrechtse financiën op peil te houden. “Zodra de raad weer eens wat wilde, gebruikte Jan zijn bekende uitspraak: ‘Geen geld, geen Zwitsers.’ “ Het betekent: geen geld, geen koopwaar. Zwitserse soldaten traden bij elke Europese vorst in dienst, zolang zij maar betaald kregen. Gebeurde dat niet, dan nam de soldaat aan dat hij ontslagen was. Nu heeft de paus de Zwitserse Garde, die hem nog steeds beschermt. Volgens Oldenborg kan Van Zanen met iedereen makkelijk communiceren. “Het maakt niet uit met wie hij spreekt, hij kan met iedereen omgaan en is makkelijk benaderbaar. De stadswerkers liepen weg met hem. Dan bedoel ik niet alleen de directeur, maar ook de man die de straat stond te vegen.”

CrisisAls wethouder is Van Zanen ook ver-antwoordelijk voor de Reinigings- en Havendienst (RHD), een dienst die in 2002 in opspraak raakt. Volgens een on-derzoeksrapport van Ernst & Young is het personeel van deze dienst slecht behan-deld. De directie/het management heeft

een sfeer van angst en wantrouwen ge-creëerd. Daarnaast hebben medewerkers zich schuldig gemaakt aan fraude. Dit alles zonder dat Van Zanen het doorheeft. Robert Giesberts van GroenLinks Utrecht had destijds twijfels over de rol van de wethouder in de RHD-crisis. “Hij heeft te lang geaarzeld om daar in te grijpen.”

Giesberts vindt dat een hoog ziektever-zuim en het grote verloop onder leiding-gevenden een ervaren bestuurder als Van Zanen moeten alarmeren. Van Zanen heeft dan al vier jaar te maken met de RHD. Volgens Giesberts had Van Zanen eerder moeten signaleren dat er dingen niet klopten. “Dat het iets is wat je als bestuurder niet meteen op de eerste dag merkt. Maar als je een tijdlang met zo’n dienst samenwerkt, dan krijg je daar echt wel wat van mee,” zegt Giesberts. In de nachtelijke gemeenteraadsverga-dering van 24 juni 2004 verandert de politieke discussie in een bestuurscrisis. Aanvankelijk geeft Van Zanen niet toe dat hij als wethouder verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen van een dienst. “For-meel klopt dat ook,” zegt Giesberts, “maar goed, je hebt er wel mee te maken, dus uiteindelijk kan je wel wat verant-woordelijkheid worden aangerekend.” Volgens Giesberts heeft dit de wethouder geraakt in zijn integriteit. “Hij heeft toen gezegd dat hij wel heel zuiver heeft gehan-deld. “Volgens Vincent Oldenborg van Leefbaar Utrecht draait op dat moment de discussie vooral over de vraag of Van Zanen het had kunnen en moeten weten. Leefbaar Utrecht vindt van wel en dient daarom een motie van afkeuring in tegen Van Zanen. Na een debat van zeven uur krijgt de motie evenveel voor- als tegen-stemmers. De oplossing komt van de vorige bur-gemeester Brouwer die niet wil dat de coalitie sneuvelt. Op 29 juni 2004 gaat de burgemeester in gesprek met de hoofd-rolspelers in het conflict: partijvoorzitter Broos Schnetz, fractievoorzitter Vincent Oldenborg van Leefbaar Utrecht, wethou-der Van Zanen en fractievoorzitter Halbe

Ò

“Hij heeft te lang geaarzeld om daar

in te grijpen”

Allemansvriend met discipline

“Hij is hartelijk, maar ook een keiharde onderhandelaar”

Zijlstra. “Die nodigt de kemphanen bij haar thuis uit,” vertelt Oldenborg. “Ze heeft ons aan een tafel gezet met z’n allen, aan een hele grote keukentafel en je komt dan gewoon de deur niet uit voordat er een oplossing is.” En die is er gekomen. Van Zanen neemt de verantwoordelijk-heid op zich voor de problemen bij de Reinigings- en Havendienst en geeft toe dat hij daarvan op de hoogte had moeten zijn. Vervolgens trekt Leefbaar Utrecht de motie in en dient een nieuwe motie in waarin zij het vertrouwen uitspreekt in de wethouder. “Hij heeft nog een periode prima gefunctioneerd en is vervolgens burgemeester van Amstelveen geworden,” zegt Oldenborg.

Woelige tijdenMaar voordat hij burgemeester van Am-stelveen wordt, schopt Van Zanen het in november 2003 tot partijvoorzitter van de VVD. Rustig was deze periode allerminst. Het meest opmerkelijk is de strijd om het leiderschap van de partij. Als Jozias van Aartsen op 8 maart 2006 bekendmaakt dat hij opstapt als fractievoorzitter, barst

de strijd om het lijsttrekkerschap los. Naast Rutte maakt Verdonk op 5 april 2006 bekend zich ook kandidaat te stel-len voor die positie met de bekende zin: “Ik ben niet links, niet rechts, maar recht door zee.” Vanaf dat moment begint het moddergooien tussen deze twee kandida-ten. Rutte verlaat uiteindelijk als winnaar van de lijsttrekkersstrijd de arena.

Op zo’n strijd is het bestuur van de partij dan niet voorbereid. De strijd verdeelt de VVD tot op het bot, stelt Sybilla Dekker in het rapport Kiezen voor een nieuwe liberaal elan. Uit angst kiezers en leden te verliezen en om een scheuring in de partij te voorkomen, is niet ingegrepen door de

fractievoorzitter, het partij-bestuur of de vicepremier, destijds minister van Finan-ciën, Gerrit Zalm. Volgens het rapport heeft vooral partijvoorzitter Van Zanen heeft de strijd tussen Rutte en Verdonk niet in goede banen weten te leiden.

Net onder de gordel In 2005 krijgt Van Zanen er nog een baan bij: burge-meester van Amstelveen. Kees Noomen van de VVD Amstelveen vindt Van Zanen een echte burge-meester, iemand die boven de partijen staat en zo neutraal mogelijk is. “Hij is van VVD-huize, maar onze partij vond dat hij vaak aar-diger was voor de oppositie van andere partijen. Hij trok niemand voor en zeker niet de VVD.” Noomen omschrijft de VVD-burgemeester als een allemansvriend. “Iedereen loopt met hem weg. Soms is hij wat ongedurig, maar hij kent zijn dossiers goed.” Onder leiding van Van

Zanen verlopen de vergaderingen heel strak, maar wel met humor. “Humor was het belangrijkste,” zegt Noomen, “altijd wel even een kwinkslag die net even onder gordel is, maar door zijn charme wist het altijd weer met de mantel der liefde te be-dekken, waardoor het toch geaccepteerd werd.” Dat strak leiden van vergaderingen herkent Ben Jonkers van de Amstelveense CDA ook. “Jan zorgt ervoor dat iedereen zijn zegje kan doen, maar het moet niet verwateren in allerlei prietpraat. Hij leidt het heel strak en toch heb je niet het idee dat je de mond gesnoerd wordt.”

Terug naar de DomstadOp 1 januari 2014 gaat Van Zanen aan de slag als de burgervader van Utrecht: de stad waar zijn twee kinderen zijn geboren en waar hij en zijn vrouw met veel plezier gewoond en gewerkt hebben. “Jan is voorzitter geweest van de landelijke VVD

en dat is voor Utrecht ook heel goed: als je een burgemeester hebt die ook in Den Haag zijn weg weet te vinden,” zegt Ben Jonkers van CDA Amstelveen. Volgens Kees Noomen (VVD Amstelveen) zal het wel even wennen zijn voor Van Zanen, omdat Utrecht een overwegend links bolwerk is, terwijl de VVD rechts is. “Maar hij heeft een enorm aanpas-singsvermogen, hij kent Utrecht, dus hij weet hoe het daar is.” Wel denkt Noomen dat het moeilijker zal zijn dan in Amstel-veen. “Hij zal daar best eens harde noten moeten kraken. Amstelveen is een beetje een slaapstad, de enige echte problemen die wij hebben zijn inbraken,” vertelt Noomen. Dat is in Utrecht ook zo.“Maar daar komt veel meer bij kijken, zoals prostitutie en daar moet je dan een standpunt over innemen.” Noomen denkt dat dit meer souplesse van de nieuwe bur-gemeester van de Domstad vraagt. Ook Ronald Giesberts van GroenLinks Utrecht denkt Van Zanen het goed zal doen. “Maar hij moet zich natuurlijk ge-woon bewijzen op die positie, maar ik heb er alle vertrouwen in dat het gewoon goed gaan. Hij heeft het in zich een burgemees-ter te zijn voor alle inwoners van de stad.”

“Hij trok niemand voor en zeker niet

de VVD”

“Hij moet zich natuurlijk ook

gewoon bewijzen”

24

25

unplugged van de sociale mediaHet is zeven uur ‘s ochtends als de wekker van mijn smartphone gaat. Lichtelijk slaapdronken pak ik mijn telefoon en zet ik mijn alarm uit. vervolgens gaat mijn vinger direct door naar het Facebookicoon: even kijken wat er ‘s nachts allemaal is gepost. Een nieuwe dag aan het sociale-mediainfuus is begonnen.

Mic

hiel

Gri

tter

Ik stap uit mijn bed en begin aan mijn ochtendrituelen. Vlak voordat ik richting het station vertrek gaat mijn smartphone nog even uit mijn broek en check ik de nieuwskoppen. Eenmaal in de trein ga ik zo snel mogelijk naar mijn browser om verbinding te maken met de gratis wifi. Het gaat allemaal ontzettend traag, maar gelukkig: de verbinding is tot stand gebracht. *Ploink*: ik krijg meteen een WhatsAppbericht binnen. Gelijk even checken natuurlijk. Bijna de hele treinreis van zo’n dertig minuten gaat mijn hoofd niet meer van het schermpje af.

Na ruim een kwartier lopen kom ik op school aan. Zodra ik een stap op de cam-pus zet, glijden mijn vingers mijn broek-zak binnen om mijn telefoon te pakken. Ik probeer herhaaldelijk verbinding te maken. Na tien keer op ‘scannen’ te heb-ben gedrukt pakt mijn telefoon eindelijk de campuswifi. Gelukkig, ik ben weer verbonden met de wereld. En vervolgens druk ik op het Twittericoon om te zien wat voor updates er zijn.

Tijdens de colleges gaat mijn smartphone niet meer mijn broekzak in. Het is nu de uitdaging om een college te volgen en tegelijk mijn socialemediaupdatehonger te stillen. Gelukkig valt het mee: hoe vaak ik ook alles ververs, er rolt weinig nieuwe informatie binnen. Dan toch maar even de smartphone weer de broekzak in en de ogen omhoog richting het bord.

Na de colleges loop ik vanaf de campus richting het station. Ik check nog even Facebook totdat ik mijn verbinding met de campuswifi verlies. Ach, even een kwartiertje ‘volhouden’ en ik heb weer wifi in de trein. De treinreis terug verloopt weinig anders dan de heenreis. Als ik een-maal thuis ben krijgt mijn smartphone alles behalve rust. De rest van de dag blijf ik aan het Facebook-, Twitter- en nieuws-infuus liggen.

Dit is het gedrag van de gemiddelde student. Uiteraard, de ene is wat meer socialemediaverslaafd dan de andere en in mijn geval is het wel wat overmatig. Maar reken maar dat de formule ‘student + smartphone = geregeld sociale media checken’ juist is. Toch doe ik dit niet 365

dagen per jaar. Een paar keer per maand ben ik namelijk ‘unplugged’ van de sociale media. Sterker nog: dan staat mijn telefoon gewoon de hele dag uit. Geen Facebookupdates, geen Twitterupdates, geen WhatsAppberichtjes, geen sms’jes en geen telefoontjes. Pure rust. En wat is het heerlijk.

Zoals duidelijk is gebleken, ben ik be-hoorlijk verslaafd aan sociale media. Toch ben ik zonder moeite af en toe helemaal unplugged. Iedere dag probeer ik zoveel mogelijk updates te lezen en heb ik het gevoel dat ik iets heel belangrijks mis als ik niet alles check. Maar als ik eenmaal een dag achter de rug heb waarop ik niet aan het socialemediainfuus heb gelegen, voel ik me alles behalve slecht. Ik heb dan helemaal niet het gevoel dat ik iets belangrijks heb gemist.

Op zo’n ‘asocialemediadag’ voelt alles veel rustiger. Er is geen druk om con-stant updates te controleren. Ik leef dan niet meer in een bubbel samen met mijn smartphone. Toegegeven, ik ga op zo’n dag niet opeens een grote boswandeling maken of spontaan met oudjes op straat praten. Maar er is wel veel meer rust en ik heb gewoon meer tijd en aandacht voor andere dingen.

Ik zou iedereen die net als ik behoorlijk vaak met zijn neus op zijn smartphone is te vinden, het aanraden om jezelf af en toe eens te unpluggen van de sociale media. Dat hoeft niet zo drastisch als ik: begin gewoon een keer met een of twee keer per uur op updates te checken, in plaats van tien of twintig keer. Je merkt al gauw dat je echt niets belangrijks mist door het iets rustiger aan te doen. Als het je bevalt kun je je altijd verder unpluggen. Het geeft enorm veel rust en doet de accu van je smartphone bovendien ook nog eens goed.

Mocht je trouwens denken dat mensen in het openbaar vervoer door al die smart-phones asociaal zijn geworden en alleen nog maar met zichzelf bezig zijn: scan de QR-code hiernaast en je komt erachter dat dit gedrag alles behalve van de laatste tijd is…

column

26

Kanjer in de sport kan iedereen zijn

Binnen het onderwijs wordt de Kanjertechniek al jaren toegepast. voor sportverenigingen is er een nieuwe variant op bedacht. Kanjers in de sport. Een methode die trainers en leiders kunnen toe-passen op hun groep, maar ook op mensen die ‘nodig’ zijn binnen een vereniging.

Kinderen die een sport beoefenen doen dat graag. Ze kunnen hun energie kwijt en beleven plezier aan het trainen bij hun sportvereniging. Iedere keer als ze iets beter worden geeft dat een gevoel van trots. Toch wordt sport niet alleen maar ervaren als plezierig. Het sportveld is namelijk ook een terrein waar het gaat om winnen, waar teleurstellingen plaatsvinden en waar conflicten en agressie voorkomen. Plezier en winnen staan met elkaar op gespannen voet. Wat zorgt voor conflicten en agressie. Om die combinatie zo goed mogelijk te begeleiden is het project Kanjers in de sport bedacht. De methode is er voor trainers, coaches en leiders in de jeugdsport. Als een trainer met deze methode leert werken, zal dat de teamspirit van zijn ploeg vergroten. Daarmee wordt het vertrouwen van de teamleden vergroot. Kanjers in de sport leert begeleiders verschillend gedrag te herkennen en iedereen op zijn gemak te stellen. Dat gaat aan de hand van een aantal afspraken: We helpen elkaar. We vertrouwen elkaar. We lachen elkaar niet uit. Niemand speelt de baas. Niemand doet zielig. We respecte-ren elkaar en anderen. ToepassenHet project ‘Kanjers in de sport’ wordt ondersteund door infor-matieavonden. Op zo’n avond komt er iemand in het clubhuis vertellen over het toepassen van de techniek en de gedachten erachter. Het mag duidelijk zijn dat iedereen zich veilig moet voelen in de omgeving waarin hij of zij een sport uitoefent. Maar men ziet ook steeds vaker dat een trainer een opvoedkun-dige taak heeft. Normen en waarden zijn belangrijk, ook bij de sportvereniging. Die normen en waarden worden kinderen bijgebracht door de zes afspraken die centraal staan. Naast de begeleiders leren de kinderen er veel van. Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten of je nou goed kan sporten of niet. Dat hoor je te respecteren. Daarnaast moeten kinderen leren dat ze oudere mensen moeten respecteren. Ouderen doen namelijk veel voor een club en het is volgens het project Kanjers in de sport belang-rijk dat kinderen wordt geleerd respect voor die werkzaamheden te hebben. VoorbeeldenPunt Uit verslaggever Patrick Kieftenbelt volgde zo’n informa-tieavond bij voetbalvereniging DVV Go Ahead in Deventer. Hij ontmoette veel kanjers van de club. Kanjers die je binnen alle verenigingen nodig hebt.

Door Patrick Kieftenbelt

Herman Schaper clubicoon Go AheadDe leeftijdsgrens van 80 is hij al gepas-seerd, maar nog bijna iedere dag is hij bij ‘zijn’ club te vinden. Het gaat hier over Herman Schaper. De man die op zaterdag alle teams voorziet van limonade. De man die je nodig hebt als je sleutels wilt hebben. De meneer die de troep op het complex opruimt en de man die zonder pardon zijn mening over het vertoonde spel geeft. Dat is Herman Schaper.Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend dat een man van 80 dit allemaal doet. Maar wat als je zulke mensen niet bij je club hebt? Menig vereniging zou in de proble-men komen. Bij Go Ahead hoort Herman Schaper bij de inboedel. Kom je bij Go Ahead, dan krijg je zeker met hem te ma-ken. Niks mis mee, het is iemand die nog ‘verliefd’ is op zijn club. Dat blijkt wel uit zijn werkzaamheden. Midden in de week het terrein schoonmaken en schoon houden. Helpen met klusjes in de kantine en na afloop altijd een lekker ijsje. Op zaterdag is hij als één van de eerste bij de club en als het even kan is hij degene die als laatste de deur achter zich dichttrekt. Om vervolgens op zondag het eerste aan te moedigen. Herman Schaper, lid van verdienste en erelid bij Go Ahead. Inmiddels gehuldigd voor 70 jaar lidmaatschap. Toen stond hij even in de schijnwerpers. Schijnwerpers waar hij liever niet in staat, maar die hij wel verdient.

sPort

27

Bas de Groot terug in Go Ahead 1Aan het einde van het vorige seizoen speelde Bas de Groot zijn 250ste wedstrijd voor het eer-ste elftal van Go Ahead. Het was de laatste wed-strijd van de competitie en nadat V en L met 3-2 was verslagen, vond De Groot het tijd om te stoppen met selectievoetbal. Komende zondag maakt De Groot desondanks zijn rentree.De comeback van de Groot heeft te maken met de matige prestaties van het eerste elftal. De jonge ploeg heeft behoefte aan een leider. Dat blijkt uit de resultaten. Go Ahead staat name-lijk met vier punten op de voorlaatste plaats van de vijfde klasse. Vooral het doelsaldo van min 24 is schrikbarend.Bas de Groot stopte vanwege zijn gezin. Hij wilde andere dingen gaan doen op zondag. Meer tijd doormaken met zijn vrouw Mandy en zoontje Danae. Toen coach Ben Hulshoff vroeg of De Groot zijn oude teammaten wilde helpen haalde hij de voetbalschoenen weer snel uit de wilgen. Uiteraard met de goedkeuring van zijn vrouw.

Go Ahead D1 samen sterkGo Ahead D1 is een voetbalteam van jongens tussen de 10 en 12 jaar. Het team bestaat uit een mix van Nederlandse en Turkse jongens. De één kan enorm goed voetballen, de ander werkt keihard. Het team bestaat uit een prachtige groep spelers en persoonlijkheden. Alle spelers hebben een verhaal. Maar dat van Jessie is wel speciaal. Trots draagt hij iedere wedstrijd de aanvoerdersband. Jessie is er altijd, of hij nu ziek is of niet. Jessie staat altijd klaar voor zijn team. En als hij gewonnen heeft dan belt hij snel met oma om dat te vertellen. Jessie is een jongen die enorm veel plezier beleeft in zijn sport en er alles voor doet. Een kanjer dus! Net zoals de anderen. Want kampioenen zijn samen kanjers!

Willem Ellenbroek motor van Go AheadHij is jaren jeugdvoorzitter geweest, gevolgd door een termijn van 15 jaar voorzitterschap en nog steeds bekleedt hij allerlei functies binnen de club. Het gaat over Willem Ellenbroek. Hij gaat met Go Ahead naar bed en staat er mee op. Een echte clubman. Soms komt hij wat nors over. Als je hem niet kent denk je al gauw: wat een zeur is die man zeg. Maar hij bedoelt het allemaal enorm goed. Na zijn voorzitterschap is hij zich weer gaan be-moeien met de jeugd. Door de werving van vele mini’s heeft Go Ahead weer veel jonge pupillen. Daarnaast doet Wim de sponsoring en PR voor de club. Hij verkoopt reclameborden, adver-tenties en schrijft voor het clubblad. Daarnaast probeert hij zijn ervaringen over te brengen op de trainers. Wim is enorm belangrijk voor de club en dus een Kanjer voor Go Ahead en een kanjer in de sport.

28

Interview Tim Smit

“Als je echt iets wilt verbeteren moet je in de politiek”

in maart volgend jaar worden de gemeenteraadverkiezingen weer gehouden. in Em-men is de voorlopige kandidatenlijst van de PvdA bekend gemaakt met als opval-lende nieuwkomer op nummer acht, de 24-jarige tim Smit. over het vooroordeel dat politiek saai is kan hij kort zijn: “Je kunt politiek zo leuk maken als je zelf wilt.” Maar wat vindt hij zelf zo leuk aan politiek?

Door Lisa Boonstra

Het is typisch herfstweer deze middag. Ik ontmoet Tim in café Markant in Emmen. Terwijl het buiten regent en al donker wordt gaan we voor in het cafe zitten en bestellen wat te drinken. De 24-jarige masterstudent Sociologie is geboren en getogen in Emmen, op dit moment woont hij in Parc Sandur. De PvdA-kan-didaat is ook lid van de Jonge Socialisten (JS). “Er zijn hier heel weinig jongeren politiek actief, terwijl ze dit wel interes-sant vinden”, aldus Tim.

Hoe ben je geinteresseerd geraakt in de politiek? “Dat is eigenlijk best een leuk verhaal. Mijn broertje heeft, toen hij nog op de basisschool zat, een actie opgezet tegen de steun van Nederland bij de oorlog in Irak vanwege massavernietigingswa-pens. Met die actie heb ik hem geholpen. We verzamelden handtekeningen en verspreidden pamfletten in Emmen.

Uiteindelijk wilden we de handtekenin-gen aanbieden aan Balkenende (toen nog minister-president), maar die voelde daar niet zo veel voor. We zijn toen naar Femke Halsema (toen nog fractievoorzit-ter van GroenLinks) gegaan en hebben haar de handtekeningen aangeboden, zij heeft ze meegenomen naar de Tweede Kamer. Ze heeft mij en mijn broertje ook uitgenodigd om een keer naar de Tweede Kamer te komen, ik was toen ongeveer 14. Toen ik dat allemaal zag dacht ik: ‘Als je echt wat wilt verbeteren in een land moet je in de politiek.’ Zo is mijn interesse eigenlijk echt begonnen. Ik ging toen ook bij DWARS, de jongerenorganisatie van GroenLinks en was daar veruit de jongste met mijn 14 jaar.”

Inmiddels zit je bij de Jonge Socia-listen en de PvdA, waarom ben je overgestapt?“Ik heb eigenlijk altijd al sympathie gehad

voor de Partij van de Arbeid. Mijn opa was wethou-der namens deze partij. Hij was ook dominee, een rode dominee dus en deed veel voor de minder bedeelden. Mijn vader is ook lid van de PvdA. Op 16-jarige leeftijd ben ik tijdens ver-kiezingstijd naar een bijeenkomst geweest van deze partij en heb

een gesprek gehad met Wouter Bos. Dat was nog best lastig tussen alle camera’s door. Na dat gesprek heb ik de partij-programma’s van PvdA en GroenLinks (GL) eens naast elkaar gelegd en heb toen gekozen voor PvdA. Dat kwam voorname-lijk omdat GL meer een one-issue partij is gericht op mileu en natuur. Ik kan mij goed vinden in de uitgangspunten van de sociaaldemocratie. Iedereen heeft namelijk recht op een normaal bestaan en we moeten mensen helpen als het even te-genzit. Iedereen moet de kans krijgen zijn of haar talenten te benutten. De nadruk van de PvdA op de werkgelegenheid, dat vind ik belangrijk. De tweede reden voor de overstap was dat de organisatie een rommeltje was bij DWARS. Ik herinner me een congres van DWARS in een kraak-pand. Toen de stroom uitviel begon er iets te roken en moesten we op straat verder vergaderen.”

Ben je altijd even actief geweest bij deze partijen?“Ik heb altijd veel gedaan, maar mijn stu-die ging voor. Toen ik net bij JS zat, was ik heel actief en reisde ik het hele land door om mee te doen aan verschillende activi-teiten. Daarna werd ik al snel geselecteerd voor de Masterclass Jong Politiek Talent. Er was met mij nog één iemand uit het noorden, we waren met vijftien mensen in totaal. Tijdens deze masterclasses heb ik colleges gevolgd van en ontmoetingen ge-had met onder andere toemalig minister van financiën Wouter Bos, Job Cohen die toen nog burgemeester van Amsterdam was en Agnes Jongerius van de FNV. Ook heb ik workshops debatteren gegeven op verschillende middelbare scholenÒ In 2014 zit Tim misschien in deze gemeenteraadzaal.

PolitiEk

29

en ben ik enkele keren jurylid geweest bij debatten. Verder heb ik verschil-lende cursussen gevolgd, waaronder twee raadslidmaatschap cursussen. Dit jaar heb ik meegedaan aan de Rotary Youth Leadership Award die in Emmen werd georganiseerd. Daar ben ik toen tweede geworden. (RYLA richt zich op de ontwik-keling van leiderschapscapaciteiten van jonge mensen tussen de 18 en 30 jaar.) Het afgelopen jaar heb ik veel meegelopen met een oud-minister, leider van Europar-lementdelegatie, Statenlid en wethouders in Groningen en Emmen. Ik liep veel mee bij de gemeente en de raad om te zien hoe alles nu eigenlijk in het echt werkt. Ik heb gezien dat je als gemeenteraadslid eigenlijk elke avond wel bezig kunt zijn, maar dat hoeft niet. Toch is het best wel druk en gaat er veel tijd in zitten.”

Hoe ben je bij de PvdA Emmen op de kandidatenlijst beland? “Ik ben een aantal keer gevraagd in Em-men, ook in Groningen. Maar ik had geen tijd want mijn opleiding ging voor. Nu ga ik het laatste half jaar van mijn oplei-ding in en als de verkiezingen zijn ben ik bijna klaar. Nu kon het dus wel. Ik moest kiezen tussen Emmen en Groningen, door beide werd ik gevraagd om mee te doen. Ik heb de verkiezingsprogramma’s naast elkaar gelegd en vond dat er meer uitdaging is in Emmen. In Groningen is ook veel te doen, maar de uitdagingen in Emmen zijn net iets dringender in mijn beleving. Ook ben ik blij dat ik het boeg-beeld voor jongeren kan zijn voor deze partij in Emmen. Er zijn niet veel jonge-ren die hier in de gemeenteraad zitten. Ik heb inmiddels veel ervaring, maar de

huidige leden ook. Ik zeg altijd: Ouderen zijn er voor de ervaring, jongeren om hen scherp te houden”.

Wat zijn de belangrijkste punten waar je je voor in gaat zetten in Em-men? “Werkgelegenheid en dan voornamelijk het bestrijden van jeugdwerkloosheid in deze regio. De werkloosheid groeit en de gemeente wil graag de werkgelegenheid behouden en versterken. Daarvoor moet de jeugd meer kansen krijgen. Iets wat mij opvalt is dat er veel technici gezocht worden en er veel jonge technici klaar zijn met school en werkloos zijn. Daar gaat dus iets mis. De aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt is iets waar ik me hard voor wil maken. Dat doen we met de PvdA Emmen nu ook al met een speciaal potje. Ook vind ik dat we Emmen aantrekkelijk moeten voor ondernemers. Veel mensen vinden Emmen een mooie omgeving om te wonen en een gezin te beginnen. Daarom moeten we de werkgelegenheid behouden en versterken. Naast dit punt vind ik ook jeugdzorg erg belangrijk. Want nu loopt het daar vaak mis, mensen zijn achttien en komen ineens in de volwassen zorg terecht. Dan raken ze begeleiders kwijt, soms zijn dat de enige mensen waarmee ze praten. Dat moet dus beter bij elkaar aansluiten. Ik wil ook graag met de jongeren uit Emmen in gesprek en op bezoek gaan bij scholen. Op die manier kunnen wij als partij iets voor hen betekenen. Dat doen we niet hypocriet twee weken voor de verkiezingen, maar het hele jaar door. Je moet als partij zichtbaar zijn en uitleggen wat je doet en hoe je dingen probeert te

regelen voor mensen. Dit doet de PvdA het hele jaar door met ‘PvdA on tour’.”

Je staat nu op de (voorlopige) kandi-datenlijst, heb je de ambitie om later in de nationale politiek te werken? Tim valt even stil, maar na een korte aar-zeling: “Ja, dat zou ik wel willen, maar een carrière in de politiek kun je niet plannen. Je moet gekozen worden en dat is altijd afwachten. Ik zou het op dit moment wel erg leuk vinden, maar als mijn persoon-lijke situatie verandert in de toekomst kan mijn carrièreperspectief ook mee ver-anderen. Maar ik heb wel de ambitie om van Nederland een beter land te maken, je moet je idealisme zo breed mogelijk houden. Tijdens het meelopen met de wethouders in Emmen en Groningen af-gelopen jaar, maar ook tijdens masterclas-ses van Wouter (Bos red.) heb ik gezien dat het erg druk is om in de politiek te werken. Je bent er overdag én ’s avonds erg druk mee. Ik ben erg blij dat de moge-lijkheid bestaat dat ik in de gemeenteraad kom, want de raad is het hoogste orgaan in de gemeente. Je kunt daar zorgen dat dingen veranderen. Ik vind het een eer om op de kandidatenlijst te staan, maar het is natuurlijk afhankelijk van de kiezers of ik ook echt in de raad zit straks.”

Het is inmiddels helemaal donker buiten. De thee is op, de lichten gedimd en het begint druk te worden in de Markant. Tijd om naar huis te gaan. Helaas is de regen niet gestopt. Tim gaat door naar zijn volgende afspraak. Na 19 maart volgend jaar zal hij weten of hij een plekje in de gemeenteraad van Emmen heeft bemachtigd of niet.

“Ik moest kiezen tussen Emmen en

Groningen”

Vergrijzing in de raadzaal? Als het aan Tim ligt niet.

God, stel orde op zaken! Dood door schuld! Ik kan het niet anders noemen. Maar wie is de schuldige? God? De ouders? De dominee? Zeg het maar! Het is moord, maar de dader ligt op het kerkhof. Als er een 17-jarig meisje sterft aan de gevolgen van de maze-len, denk je aan een verhaal uit de middeleeuwen. Niets is min-der waar. Ook in 2013 sterven er in Nederland nog mensen aan deze ‘kinderziekte’. Hoe is dat nu mogelijk? Heel simpel, zij of hun ouders verreken het om een behandeling toe te laten. Steeds vaker hoor je de verhalen van jonge mensen die zich niet laten behandelen uit godsdienstig oogpunt. Wat voor een nor-male sterveling een routineklusje is, blijkt voor zwaar religieu-zen niet zo vanzelfsprekend. Met een klein beetje bloed van een ander, of een lullige injectie, kunnen simpele ziektes worden bestreden. Maar de streng gelovigen, met name uit de ‘bijbel-beld’, hebben hier hele ander ideeën over. Iedereen heeft recht op zijn eigen opvattingen, maar ik kan het gewoon niet begrijpen. Ik heb niks met het geloof. Wat anderen doen maakt mij niet uit, ik respecteer het in de meeste gevallen wel. Maar als ik lees dat er een jonge vrouw sterft door de mazelen omdat ze zich niet wil laten inenten, draait mijn maag spontaan om.

Hoe is het mogelijk dat er in 2013 nog mensen met zulke prehis-torische opvattingen rondlopen in Nederland? Zij geloven dat al-leen god beslist over leven en dood. Met een inenting neem je dus een taak van god uit handen. In het oude testament staat dat de geest van mens en dier in het bloed zit. Een bloedtransfusie haalt de ziel uit iemands lichaam. Maar als het om het leven van een jong iemand gaat, kan God toch wel even een oogje dicht knijpen!

Als volwassenen deze flauwekul nou geloven en naleven is nog tot daar aan toe. Maar dat kinderen hier in mee worden getrok-ken, maakt me razend. Na jarenlange indoctrinatie gaan die arme kinderen er zelf ook nog in geloven. Hier moet toch ver-andering in komen? Een jong iemand hoort niet te sterven als dat voorkomen had kunnen worden. Daar zou God het toch wel mee eens moeten zijn! Immers, als God zo almachtig is heeft hij toch zeker ook de hand in de ontwikkeling van de wetenschap. Maar wat je er ook van vindt, het is niet verboden! In Nederland sta je met deze religieuze kletskoek volledig in je recht! Eutha-nasie is amper bespreekbaar, maar vrijwillig doodgaan door dit soort middeleeuwse principes is geen probleem. Het staat immers in de bijbel beschreven, dus dan is het zo. Het verple-gend personeel staat er bij en kijkt er naar. Machteloos. Onder hun ogen sterven mensen die met een simpele ingreep nog een heel mooi leven voor zich hadden. Maar omdat volgens de uit-leg van deze orthodoxe groepen de bijbel het verbiedt, gaan ze wel de pijp uit. God is de enige die beslist over leven en dood is hun verklaring. Afschuwelijk! Waarom grijpt God niet in bij een overstroming op de Filippijnen? Waar is God als er miljoenen kinderen moeten vluchten uit Syrië? Heeft God een hekel aan deze mensen? Had hij gewoon een minder dagje? Of bestaat hij misschien gewoon niet? Ik houd het vooralsnog op het laatste. Als God daadwerkelijk bestaat lijkt het mij een mooi moment om een keer de handen uit de mouwen te steken. Help die on-schuldige vluchtelingen! Help die Arme Filippijnen! Versoepel dat middeleeuwse bijbelregelement. God, stel orde op zaken!

Erw

in W

amel

ink

column

30

FABEL

samEnlEving

31

Door Florien Haverkort

Fact of fabel: Volendamiedere Nederlander heeft vooroordelen over inwoners van verschillende steden, dorpen of gebieden. in ‘t Gooi wonen kakkers met corduroy broeken, in Scheveningen wonen aso’s en in twente wonen boeren. Deze week behandelen we de vooroordelen over volendam. Wat is een fact en wat is een fabel? onze redactrice zocht het uit.

Alle Volendammers gebruiken drugsDit is niet echt hard te maken. Niet ieder-een in Volendam gebruikt drugs. Er zijn altijd uitzonderingen op de regel, maar wel is het zo dat er volgens metingen in het rioolwater van Volendam de concen-tratie verdovende middelen groter is dan

het landelijk gemiddelde. Dat wil nog niet zeggen dat elke Volendammer zich

volstouwt met pillen en poedertjes.

FAC

t Alle Volendammers heten Smit, Keizer of Schilder.

Dit klopt. Deze drie achternamen komen verreweg het meeste voor in

Volendam. Aangezien alle Volen-dammers afstammen van slechts

zeven oerfamilies, is de kans groot dat een nieuw stel een van deze

drie achternamen draagt.

FABE

L

Volendammers lopen altijd in kle-derdracht.

Natuurlijk is dit een fabel. Een aantal inwoners van Volendam loopt nog dagelijks in klederdracht, maar dat

aantal is op de vingers van één hand te tellen. Voor speciale gelegenheden hijsen sommige Volendammers zich nog wel in het originele tenue. Met Koningsdag of als er een bus met

Japanners op de dijk is gesignaleerd bijvoorbeeld.

FACt

Er heerst een ziekte in Volendam.Veel inwoners van het vissersdorp

hebben de ziekte ‘pontocerebellaire hypoplasie’. Dit is een aandoening aan de kleine hersenen. Omdat deze ziekte veel voorkomt in Volendam en erfelijk is, wordt het ook wel de Volendamse

ziekte genoemd. Er is zelfs een speciaal spreekuur in het Amsterdamse AMC

voor zwangere vrouwen uit Volendam, in de hoop dat de ziekte weer wordt

teruggedrongen

FABEL

Volendammers eten alleen maar vis.

Dit is natuurlijk maar deels waar. Niet één Volendammer eet alleen maar vis. Volendammers eten echter wel meer vis dan de gemiddelde Nederlander. Dat komt omdat vis de grootste

inkomstenbron van het vissers-dorp is.

FACt

Volendam staat bekend om zijn mu-ziek.

De ‘palingsound’ is typerend voor Volendam. Er komen ontzettend veel zangers, zangeressen en bands uit het vissersdorp. In de jaren ‘60 waren de

Cats ‘wereldberoemd’ en noem BZN en iedereen weet wie je bedoelt. Ook Nick en Simon, de 3JS, Jan Smit en zijn zusje Monique zijn geboren en getogen in het dorp dat net iets boven Amsterdam ligt.

1973-2013Paul William Walker