renaissance toets dichtkunst 207 -...

61
RENAISSANCE Schilderkunst Dichtkunst Levensgevoel TOETS 207 BRON I Gravure van de Italiaanse kunstenaar Pollaiuolo. BRON II Fragment uit het gedicht 'Stanze per la Goistra' van de hofdichter Angelo Ambrogini, 1475. "Door zachte Zephir-winden gedreven, komt een maagd van bovenaardse schoonheid over de zee aanvaren; met de rechterhand haar haren bijeenhoudend en met de linkerhand haar tedere borst bedekkend, komt zij uit de schelp tevoorschijn op het strand, dat zich onder haar schreden met geurende bloemen bedekt. Hier wordt zij door de drie Horen ontvangen en zij hullen haar in de met paarlen versierde mantel."

Upload: others

Post on 22-Jun-2020

14 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

RENAISSANCE Schilderkunst

Dichtkunst

Levensgevoel

TOETS

207

BRON I

Gravure van de Italiaanse kunstenaar Pollaiuolo.

BRON II

Fragment uit het gedicht 'Stanze per la Goistra' van de hofdichter Angelo Ambrogini, 1475.

"Door zachte Zephir-winden gedreven,

komt een maagd van bovenaardse schoonheid over de zee aanvaren;

met de rechterhand haar haren bijeenhoudend

en met de linkerhand haar tedere borst bedekkend,

komt zij uit de schelp tevoorschijn op het strand,

dat zich onder haar schreden met geurende bloemen bedekt.

Hier wordt zij door de drie Horen ontvangen

en zij hullen haar in de met paarlen versierde mantel."

BRON III

Fragmenten uit een soort sollicitatiebrief van Leonardo da Vinci aan de hertog van Milaan, Lodovico Sforza,

1482.

"(…) zeer lichte en sterke bruggen te construeren die gemakkelijk gedragen kunnen worden, waarmee men de

vijand kan achtervolgen en soms hem ontvluchten; en andere die tegen vuur of aanval veilig zijn, gemakkelijk en

handig te vervoeren en aan te brengen. Wordt een plaats belegerd, dan weet ik hoe het water voor de grachten

kan worden afgesneden, en hoe men een oneindige verscheidenheid van bruggen, blinderingen en stormladders

moet construeren, en andere werktuigen voor een belegering. Ik heb ook verschillende soorten mortieren die zeer

handig en gemakkelijk te vervoeren zijn (…)

Als het treffen op zee plaats vindt, heb ik machines die zowel offensief als defensief zeer doeltreffend zijn, en

schepen die bestand zijn tegen kanonnen en buskruit (…)

Ik kan ook beeldhouwwerken vervaardigen in marmer, brons of klei, en ook schilderijen; mijn werk kan de

vergelijking met wie dan ook glansrijk doorstaan."

1 Maak aan de hand van een drietal kenmerken duidelijk dat de gravure van Pollaiuolo (I) uit de

Renaissance, niet uit de Middeleeuwen komt.

2 In fragment II beschrijft Ambrogini de geboorte van de godin Venus. Noem alle kenmerken van het

gedicht die tot de conclusie leiden dat dit gedicht uit de Renaissance komt.

3 Het levensgevoel van de mensen uit de Middeleeuwen was anders dan dat uit de Renaissance-tijd. Maak

dat met behulp van de brief van Leonardo da Vinci (III) duidelijk.

RENAISSANCE Kunst

Wetenschap

Leonardo da Vinci

Machiavelli

TOETS

196

BRON I

De Italiaanse Renaissance-kunstenaar en

geleerde Leon Battista Alberti (1406-1472) in

een geschrift over de positie van de vrouw.

"Men zegt dat iemand bij het zoeken van een

vrouw let op schoonheid, afkomst en rijkdom

(...) Een van de belangrijkste maatstaven voor

schoonheid in een vrouw is eerzaamheid. Zelfs

een wilde, verkwistende, sluwe, dronken vrouw

kan er prachtig uitzien, maar niemand zal haar

een mooie vrouw noemen. Een

prijzenswaardige vrouw moet voor alles in haar

gedrag bescheidenheid en zuiverheid laten zien.

Marius, de beroemde Romein, zei in zijn eerste

rede tot het Romeinse volk: 'Van vrouwen

verlangen we zuiverheid, van mannen

inspanning.' En daar ben ik het zeker mee eens.

Er bestaat niets dat walgelijker is dan een

ordinaire en smerige vrouw. Wie is zo dom dat

hij niet duidelijk inziet dat een vrouw helemaal

geen goede manieren heeft wanneer zij niet

zorgt voor zindelijkheid en properheid in haar

verschijning, niet alleen in haar kleding en

lichaam, maar in heel haar gedrag en manier

van spreken? Het is toch overduidelijk dat een

slecht-gemanierde vrouw maar zelden

deugdzaam is? We zullen op een andere plaats

de schade bespreken die een familie treft door

vrouwen wie het aan deugdzaamheid ontbreekt,

want ikzelf weet niet wat het ergste is wat een

familie kan overkomen, volledige seksuele

onthouding of één enkele vrouw die haar

eerzaamheid verloren heeft. Daarom moet een

man in een bruid op de eerste plaats schoonheid

van geest zoeken, dat wil zeggen: goed gedrag

en deugdzaamheid."

BRON II

Fragment uit 'De Vorst' van Niccolò Machiavelli over

hoe een vorst zich het best kan gedragen, 1513.

"Iedereen begrijpt hoe prijzenswaardig het in een vorst is

dat hij zich aan zijn woord houdt en oprecht en niet

doortrapt leeft. Niettemin leren we uit hetgeen in onze

tijd heeft plaatsgevonden, dat vorsten die zich weinig

aan hun gegeven woord gelegen laten liggen, maar

ervaren hebben hoe mensen door hun sluwheid

overwonnen kunnen worden, grote zaken voor elkaar

hebben gekregen, en tenslotte beter af waren dan

degenen die vertrouwden op een eerlijke manier van

handelen.

Weet dan dat er twee manieren zijn om strijd te leveren

– de ene in overeenstemming met de wetten, de andere

door geweld; de eerste behoort bij mensen, de tweede bij

beesten. Maar omdat de eerste methode vaak niet werkt,

wordt het noodzakelijk je toevlucht te nemen tot de

tweede. Een vorst zou daarom moeten begrijpen hoe

zowel de mens als het beest goed gebruikt kunnen

worden (...) Maar omdat een vorst zou moeten weten

hoe het karakter van een beest verstandig gebruikt kan

worden, behoort hij uit de beesten zowel de leeuw als de

vos te kiezen; want de leeuw kan zich niet beschermen

tegen listen, net zo min als de vos wolven kan afweren.

Hij moet daarom een vos zijn om valstrikken te

herkennen en een leeuw om de wolven weg te jagen.

Het is onverstandig om helemaal op de leeuw te

vertrouwen; en daarom kan noch hoeft een voorzichtige

vorst zich aan zijn woord te houden wanneer het voor

hem schadelijk is om dat wel te doen en de oorzaken die

hem er toe brachten de belofte te doen zijn verdwenen.

Als alle mensen goed waren zou dit geen goede raad

zijn, maar omdat ze oneerlijk zijn en hun woord

tegenover u niet houden, hoeft u op uw beurt uw woord

niet tegenover hen te houden."

1 Verklaar waarom we de periode na de Middeleeuwen de naam Renaissance geven. Schrijf daarbij de zin

uit bron I over waaruit dat ook blijkt.

2 Verklaar waarom het beeld dat Alberti (I) van de vrouw schetst niet past bij het Middeleeuwse

mensbeeld, maar juist wel bij dat van de Renaissance.

3 Als je bron I bestudeert is het wenselijk dat je je bewust bent van je standplaatsgebondenheid. Leg dat

uit, waarbij je er voor zorgt dat duidelijk is wat we met standplaatsgebondenheid bedoelen.

4 Machiavelli maakte in zijn boek (II) wel heel duidelijk dat zijn opvatting over de rol van de vorst niet

langer bij de Middeleeuwen, maar juist bij de Renaissancetijd paste. Leg dat aan de hand van bron II uit;

bedenk dat je antwoord uit twee (tegenovergestelde) delen moet bestaan.

5 Waarom kun je bron III goed gebruiken als illustratie van de werkwijze van veel wetenschappers in de

tijd van de Renaissance?

6 Renaissance-kunsteaars pasten een aantal nieuwe technieken toe. Leg heel nauwkeurig uit hoe Leonardo

da Vinci in bron IV laat zien dat hij een van deze nieuwe technieken toepast.

7 In de Middeleeuwen werden waarden en normen heel sterk door de Kerk, het christelijk geloof dus

bepaald. Bepaal nu of bron I (over de rol van de vrouw) of bron II (over de rol van de vorst) zich het

meest van deze christelijke waarden en normen afkeert. Verklaar je keuze door beide bronnen te

bespreken.

BRON III

Schets van Leonardo da Vinci (1452-1519).

BRON IV

Schets van Leonardo da Vinci (1452-1519).

RENAISSANCE Mensbeeld

Leonardo da Vinci

Kunst

Wetenschap

TOETS

2257

BRON I

Giorgio Vasari (1511-1574) was een Italiaanse schilder en architect. Hij werd echter vooral bekend door een

boek, waarin hij de levens van meer dan honderd Italiaanse kunstenaars beschreef. Hieronder volgt een gedeelte

uit zijn biografie van Leonardo da Vinci.

"Enorm zijn de gaven die men van de hemellichamen ziet neerdalen in de lichamen der mensen, vaak op

natuurlijke, soms op bovennatuurlijke wijze; men kan zien hoe in één enkel lichaam een overvloed aan

schoonheid, gratie en talent bijeenkomt, zodat van een dergelijke man alle handelingen, op welk gebied dan ook,

zo goddelijk zijn dat hij alle andere mensen voorbijstreeft en duidelijk laat zien waar het om gaat: om een gave

Gods, niet verworven door menselijke kunst. Dit zagen de mensen in Leonardo da Vinci, die niet alleen een

boven alle lof verheven lichamelijke schoonheid bezat, maar tevens in al zijn handelingen een oneindige gratie

legde; en dan, zo groot en van dien aard was zijn talent dat hij alle moeilijke zaken waaraan hij zich wijdde,

onverschillig welke, met gemak wist op te lossen. Hij was een zeer sterk en behendig man, en daarbij altijd

vorstelijk en grootmoedig van hart en geest; en zijn naam raakte alom zo befaamd dat hij niet alleen in hoog

aanzien stond tijdens zijn leven, maar dat zijn reputatie na zijn dood zelfs nog toenam."

BRON II

Schilderij van Leonardo da Vinci (1452-

1519), getiteld 'Maagd op de rotsen'. Het

toont Maria en Johannes de Doper, die

Christus (vergezeld door een engel)

aanbidden.

BRON III

Tekening van de hersenen en de schedel van een man, die Leonardo da Vinci in 1510 maakte.

1 Leg uit dat de beschrijving die Vasari (I) geeft van Leonardo da Vinci kenmerkend is voor de manier

waarop in de tijd van de Renaissance tegen het leven van de mens werd aangekeken. Neem een

(gedeelte van een) zin uit de bron over om je antwoord te ondersteunen.

2 Je kunt Leonardo da Vinci als kunstenaar en als geleerde als voorbeeld nemen om de stroming van de

Renaissance toe te lichten. Maak dat duidelijk door

- eerst met twee argumenten aan te tonen dat het schilderij 'Maagd op de rotsen' (II) kenmerkend

is voor de Renaissance-kunst en

- vervolgens uit te leggen dat de tekening (II) past bij de manier waarop in de tijd van de

Renaissance naar wetenschappelijke kennis gezocht werd.

RENAISSANCE Mensbeeld

Vergelijking Middeleeuwen

TOETS

67

BRON

In 1528 publiceerde de Italiaanse diplomaat en schrijver Baldassare Castiglione het 'Libro del Cortegiano',

waarin hij een beeld schetste van de ideale edelman-hoveling.

"Ik acht het zijn eerste plicht te weten hoe om te gaan met ieder soort wapen, zowel te voet als te paard, en de

voordelen van elk soort te kennen (…) Naast het gebruik in de oorlog, rijzen er vaak geschillen tussen de ene heer

en de andere, die uitlopen op duels en heel vaak worden die wapens gebruikt die toevallig bij de hand zijn. Daarom

is kennis daarvan een kwestie van veiligheid (…) Hij moet in alle opzichten moed tonen. Hij moet niet snel met

een gevecht beginnen, behalve als zijn eer het van hem vraagt (…)

[De jacht] is een echt tijdverdrijf voor grote heren (…) hij dient ook te weten hoe je moet zwemmen, springen,

rennen en stenen gooien; want behalve hun nut in de oorlog, is het regelmatig nodig je bekwaamheid in zulke

zaken te laten zien, waarmee een goede naam valt te winnen, vooral bij de kroon (met wie men immers rekening

moet houden).

Ik zou hem meer dan een beetje geleerd in de letteren willen hebben, in ieder geval in die studies die we de

geesteswetenschappen noemen. Laat hem bedreven zijn in de dichters, evenals in de redenaars en de

geschiedschrijvers en laat hem ook het schrijven van verzen en proza in praktijk gebracht hebben (…) op deze

manier zal hij nooit gebrek hebben aan aangename gesprekken met de dames, die gewoonlijk dol op zulke zaken

zijn."

1 Leg aan de hand van de tekst van de bron uit dat de door Castiglione geschetste hoveling enerzijds nog

herinnerde aan de Middeleeuwen, anderzijds volop beantwoordde aan het mensbeeld van de Renaissance-

tijd. Twee antwoorden dus.

RENAISSANCE Kunst

Vergelijking met Middeleeuwen

TOETS

228

BRON I

De aartsengel Michaël vertrapt de draak.

BRON II

De aartsengel Michaël in gevecht met de draak.

1 De twee afbeeldingen (bronnen I en II) gaan over hetzelfde thema, maar komen uit verschillende periodes.

Noem van elk van beide de periode en geef steeds twee argumenten voor je antwoord.

RENAISSANCE Architectuur

Grieks-Romeinse cultuur

Carpe diem

Elite-cultuur

TOETS

1823

BRON

Omstreeks 1565werd in de Veneto, in het noordoosten van Italië, deze 'Villa Barbaro' gebouwd door de architect

Andrea Palladio. Opdrachtgever was Daniele Barbaro, een bekende intellectueel, die ook hoge kerkelijke en

politieke ambten bekleedde.

1 Leg met twee argumenten uit dat bovenstaande Villa Barbaro een goed voorbeeld is van de bouwkunst

uit de Renaissancetijd.

2 Waarom kun je zeggen dat Daniele Barbaro met deze villa liet zien dat hij het levensgevoel van het 'carpe

diem' bezat?

3 Je kunt stellen dat Daniele Barbaro deze villa ook liet bouwen vanwege zijn plaats in de samenleving.

Geef daar een verklaring voor.

RENAISSANCE Schilderkunst

Grieks-Romeinse cultuur

Verschil met Middeleeuwse kunst

TOETS

1808

BRON

Schilderij uit 1497 van de Italiaanse schilder Andrea Mantegna, in opdracht van Isabella d'Este. Het zou de

Griekse berg Parnassus voorstellen, met daarop de goden Venus en Mars. Deze zouden dan weer symbool staan

voor Isabella en haar man Francesco II Gonzaga, heersers over het Noord-Italiaanse stadstaatje Mantua.

1 Wat vormde de belangrijkste inspiratiebron voor de Renaissance-kunstenaars?

2 Leg uit dat je die inspiratiebron zowel wat betreft het onderwerp van het schilderij als wat betreft de stijl

van schilderen in bovenstaand schilderij van Mantegna kunt herkennen. Twee antwoorden dus.

3 De Renaissance-kunst vormde een duidelijke breuk met de Middeleeuwse kunst. Toon met twee

argumenten aan dat je de juistheid van deze bewering duidelijk kunt maken met behulp van bovenstaand

schilderij van Mantegna.

RENAISSANCE Wereldbeeld

Verschil met Middeleeuwen

Portugese-Spaanse ontdekkingen

TOETS

1696

BRON I

Hieronder staat een afbeelding met bijbehorende tekst uit de 'Atles Català', de belangrijkste Catalaanse kaart

van de wereld uit de Middeleeuwen, getekend en geschreven rond 1375. Catay is de Middeleeuwse naam voor

China.

"Deze karavaan is vertrokken uit het rijk van Sarra om naar Catay te gaan. Weet dat zij die de woestijn willen

oversteken halt houden en een hele week rusten in een stad genaamd Lop, waarin zij en hun dieren zich opfrissen

en zich voorzien van alles wat voor zeven maanden nodig is; want in de woestijn kan een man een nacht en een

dag lopen voor hij water vindt dat goed is om te drinken. Maar als deze dag en deze nacht voorbij zijn, vindt men

zoveel als voldoende is voor vijftig, honderd personen, of meer. En als het gebeurt dat gedurende de nacht een

reiziger op zijn paard gezeten in slap valt, zij het door ziekte of om een andere reden en dat hij zo losraakt van

zijn kameraden, dan gebeurt het vaak dat hij in de lucht talrijke stemmen van duivels hoort, lijkend op de

stemmen van zijn reisgenoten; nog noemen ze hem bij zijn eigen naam; ten slotte leiden de duivels hem zo dan

weer hierlangs, dan weer daarlangs door de woestijn, net zo als zijn metgezellen gedaan zouden hebben, dat hij

hen niet meer terug kan vinden. En van deze woestijn zijn duizend berichten bekend."

BRON II

Jan van Stobnica (1470-1530) was een Poolse filosoof en geograaf. Zijn bekendste werk is de 'Introductio in

Ptholomei Cosmographiam' (1512); uit dit boek komt onderstaande wereldkaart.

1 Met behulp van de bronnen I en II kun je toelichten dat rond het jaar 1500 het wereldbeeld ingrijpend

veranderde. Schrijf die toelichting door:

- eerst met telkens één argument duidelijk te maken dat zowel de afbeelding als de

begeleidende tekst uit de 'Atlas Català' (I) kenmerkend zijn voor de Middeleeuwen;

- daarna uit te leggen waardoor rond 1500 het Middeleeuwse wereldbeeld ingrijpend

veranderde en

- ten slotte aan te geven dat je dit veranderende wereldbeeld in de kaart van Jan van Stobnica

(II) terug kunt vinden.

2 Stel dat iemand jou vraagt of Jan van Stobnica voor zijn kaart (II) vooral Portugese of juist vooral

Spaanse bronnen gebruikt heeft, welk antwoord zou jij dan geven? Leg je antwoord uit.

RENAISSANCE Bouwkunst

Gotiek

TOETS

534

BRON I

Foto van Canterbury Cathedral (Engeland).

BRON II

Foto van het door Andrea Palladio gebouwde Palazzo Chiericati

in Vicenza (Italië).

1 Maak met verwijzingen

naar zowel de stijl als de

functie van de afgebeelde

gebouwen (I, II) duidelijk

voor welke periode deze

kenmerkend zijn.

2 Van Canterbury Cathedral

is geen architect bekend,

van het Palazzo Chiericati

wel. Hoe moet je dat

verklaren?

RENAISSANCE Bouwkunst

Verschil Middeleeuwen-Renaissance

Macht van vorsten

TOETS

1995

BRON

Foto van het Tempietto del San Pietro in Rome. Het tempeltje, ontworpen door de architect Donato Bramante en

voltooid in 1502, is gebouwd op de plek waar de apostel Petrus, de eerste paus, gekruisigd zou zijn.

1 Leg met twee verwijzingen naar de bron uit dat het Tempietto del San Pietro kenmerkend is voor de

bouwkunst in de tijd van de Renaissance.

2 Bramante kreeg de opdracht tot het bouwen van het Tempietto del San Pietro van het Spaanse

koningspaar Ferdinand van Aragon en Isabella van Castilië. Beredeneer dat zij voor deze opdracht

- aan de ene kant een motief gehad kunnen hebben dat kenmerkend is voor de Middeleeuwen en

- anderzijds ook een motief dat typisch bij de Renaissancetijd past.

RENAISSANCE Schilderkunst

Vergelijking met Middeleeuwen

Mens – God

Anatomie

Perspectief

TOETS

1983

BRON I

Afbeelding van het Laatste Avondmaal dat Jezus hield met zijn

discipelen, in een manuscript dat in de 12de eeuw in het

noorden van Engeland vervaardigd is.

BRON II

Schilderij 'Het Laatste Avondmaal' (1528) van de Vlaamse

kunstenaar Pieter Coecke van Aelst (1502-1550).

1 Leg uit wat we bedoelen als we zeggen

dat de mensen in de Middeleeuwen

veelal leefden vanuit het 'memento mori'

en de mensen in de tijd van de

Renaissance vanuit het 'carpe diem'.

2 In de tijd van de Renaissance komt de

mens in plaats van God centraal te

staan. Leg met twee verschillen tussen

bron I en bron II uit dat je deze stelling

kunt illustreren met deze twee

afbeeldingen van hetzelfde Bijbelse

thema.

3 Beredeneer hoe je moet verklaren dat

we de maker van bron I niet kennen en

die van bron II wel.

4 Leg uit dat uit bron II blijkt dat Pieter

Coecke van Aelst kennis had van

anatomie en van perspectief.

5 Beredeneer waarom het juist voor een

Renaissanceschilder als Coecke van

Aelst belangrijk was dat hij over kennis

van anatomie en perspectief beschikte.

RENAISSANCE Schilderkunst

Grieks-Romeinse cultuur

Verschil met Middeleeuwse kunst

TOETS

1811

BRON

Actaeon was in de Griekse mythologie een jager, die heimelijk de godin Artemis bespiedde toen zij een bad nam.

Artemis was zo kwaad dat Actaeon haar naakt gezien had, dat zij hem veranderde in een hert, dat door zijn eigen

jachthonden verscheurd werd. De Venetiaanse schilder Titiaan (1487-1576) schilderde in 1559 het moment

waarop Artemis ontdekt dat ze door Actaeon bespied wordt.

1 Wat vormde de belangrijkste inspiratiebron voor de Renaissance-kunstenaars?

2 Leg uit dat je die inspiratiebron zowel wat betreft het onderwerp van het schilderij als wat betreft de stijl

van schilderen in bovenstaand schilderij van Titiaan kunt herkennen. Twee antwoorden dus.

3 De Renaissance-kunst vormde een duidelijke breuk met de Middeleeuwse kunst. Toon met twee

argumenten aan dat je de juistheid van deze bewering duidelijk kunt maken met behulp van bovenstaand

schilderij van Titiaan.

RENAISSANCE Architectuur

Carpe diem

Grieks-Romeinse cultuur

TOETS

1820

BRON

In 1485 liet de heerser van de stad Florence, Lorenzo de Medici, in het stadje Poggio a Caiano deze villa

bouwen.

1 Leg met twee argumenten uit dat bovenstaande Villa Medici een goed voorbeeld is van de bouwkunst uit

de Renaissancetijd.

2 Waarom kun je zeggen dat Lorenzo de Medici met deze villa liet zien dat hij het levensgevoel van het

'carpe diem' bezat?

3 Lorenzo de Medici was de heerser over de republiek Florence, waar het stadje Poggio a Caiano toe

behoorde. Waarom paste het bouwen van de Villa Medici bij zijn macht?

RENAISSANCE Middeleeuwse t.o. Renaissance

Rol van de godsdienst

Anatomie

Perspectief

TOETS

2136

BRON I

Aan het einde van de dertiende en het begin van de

veertiende eeuw werkte in de Italiaanse steden

Lucca en Pisa de schilder Deodato Orlandi. Op een

van zijn werken zijn Maria en Jezus afgebeeld.

BRON II

Schilderij van Leonardo da Vinci (1452-1519), dat hij

in 1501 schilderde en de naam 'Madonna met de

spindel' gaf. In de kunst en de godsdienst wordt Maria

vaak met de naam 'Madonna' aangegeven. Op een

spindel kan garen (bijvoorbeeld van vlas) gewonden

worden.

1 Leg met drie aanwijzingen uit bron I uit dat het schilderij van Orlandi kenmerkend is voor de kunst uit

de Middeleeuwen.

2 Waarom is het opvallend dat we de naam van de schilder van bron I kennen?

3 Maak met twee aanwijzingen uit bron II duidelijk dat Leonardo da Vinci schildertechnieken toepaste

die kenmerkend zijn voor de Renaissancekunst. Zorg er voor dat je bij elke genoemde techniek het

verband met de Renaissance uitlegt.

4 Het onderwerp van het schilderij van Leonardo da Vinci (II) past eigenlijk niet zo bij de Renaissance.

Geef een argument ter ondersteuning van deze stelling.

5 Op welke manier heeft Leonardo da Vinci er voor gezorgd dat de door hem geschilderde Madonna en

Jezus toch kenmerkend voor de Renaissance zijn?

RENAISSANCE Carpe diem

Schilderkunst

Rol van de vrouw

TOETS

2113

BRON I

Alessandra Macinghi Strozzi (1406-1471) was een vrouw uit een rijke familie van kooplieden en bestuurders in

Florence. Zij is vooral bekend geworden door haar brieven; hieronder staan fragmenten uit enige daarvan. Zij is

op zoek naar een vrouw voor haar zoon Filippo. Marco (Parenti) is een schoonzoon van haar, Caterina een

dochter.

"(20 april 1464) Wat betreft de zaak van een vrouw, lijkt het mij toe dat het een mooi huwelijk zou worden als

Francesco di Messer Guglielmino Tanagli zijn dochter wil schenken (…) Ik zal nu spreken met Marco om te

bekijken of er andere gegadigden zijn die beter lijken (…) Francesco Tanagli heeft een goede reputatie en hij heeft

een bestuursambt vervuld, niet het hoogste, maar hij is wel lid van het stadsbestuur geweest. Jij zou kunnen

vragen: 'Waarom zou hij haar schenken aan iemand die verbannen is?' Er zijn drie redenen. Ten eerste, er zijn niet

veel jonge mannen uit een goede familie die over zowel deugdzaamheid als bezit beschikken. Ten tweede heeft zij

maar een kleine bruidsschat, 1.000 florijnen, wat de bruidsschat van een handwerksman is (…) Ten derde geloof

ik dat hij haar weg zal geven, omdat hij een grote familie heeft en hij hulp nodig heeft om iets voor hen te regelen.

(17 augustus 1465) Zondagmorgen ging ik naar de vroegmis in de S. Reparata-kerk (…) om het meisje Adimari te

zien, die gewoonlijk naar die mis gaat, en ik merkte dat het meisje Tanagli daar was. Niet wetende wie zij was,

stond ik naast haar (…) Zij ziet er heel mooi uit, goed geproportioneerd, even groot of groter dan Caterina (…) Ze

heeft een lang gezicht en haar gelaatstrekken zijn niet erg fijn, maar ze zijn niet die van een boer. Wat haar gedrag

betreft lijkt ze mij niet traag te zijn (…) Ik liep achter haar toen we de kerk verlieten en dus besefte ik dat ze er een

van de Tanagli was.

(13 september 1465) Marco kwam bij me en zij dat hij Francesco Tanagli had ontmoet, die met zeer kille stem had

gesproken, zodat ik begreep dat hij van mening veranderd was (…) Ik geloof dat dit het gevolg is van dat we het

lang uitgesteld hebben om hem te antwoorden, zowel jij als Marco. Nu dit uitstel hem boos gemaakt heeft en hij

een gegadigde heeft die aantrekkelijker is (…) ergert mij deze zaak hevig."

BRON II

Omstreeks 1470 schilderde de Italiaanse kunstenaar Sandro

Botticelli dit 'Portret van een dame, bekend als Smeralda

Brandini'.

1 In de tijd van de Renaissance gaan veel mensen op een

andere manier tegen het leven aankijken. Leg uit dat uit

de inhoud van haar brieven (I) blijkt dat Alessandra

Strozzi daar een goed voorbeeld van is.

2 Leg uit dat het schilderij van Botticelli (II) zowel wat

betreft motief als wat betreft stijl kenmerkend voor de

Renaissance is.

3 Beredeneer of de door Botticelli geschilderde Smeralda

Brandini (I) op dezelfde manier in het leven stond als

Alessandra Strozzi (II).

RENAISSANCE Kunst

Vergelijking Middeleeuwse kunst

TOETS

1390

BRON I

Schilderij van Luca Signorelli, 'Kruisiging'.

BRON II

Schilderij van Fra Carnevale, Christus aan het Kruis.

BRON III

Afbeelding van de kruisiging in een geïllustreerd manuscript.

1 Zet de drie bronnen in de juiste

volgorde van tijd. Leg je antwoord

uit.

RENAISSANCE Middeleeuwse kunst

Renaissance-kunst

TOETS

11

BRON I

Beeld van eikenhout van de Maagd

Maria en het Kind Jezus. In de periode

1150-1200 gemaakt in

Auvergne (Frankrijk).

BRON II

Schilderij 'Madonna met Kind' van de

Italiaanse schilder Raphael, 1508.

1 Beide kunstwerken (bronnen I en II) beelden hetzelfde onderwerp uit. Maak duidelijk waarom het

beeld (bron I) kenmerkend is voor de Middeleeuwen, het schilderij (bron II) voor de Renaissance.

Zorg er voor dat je de kunstwerken in je antwoord goed beschrijft.

RENAISSANCE Bouwkunst

Vergelijking Gotiek

TOETS

142

BRON I

Eglise Notre-Dame au Sablon/Kerk Onze-Lieve-

Vrouw ten Zavel,Brussel, begin 14de eeuw.

BRON II

Palazzo Farnese, Rome 16de eeuw.

1 Leg met één argument uit waarom het gebouw in bron I kenmerkend is voor de Middeleeuwse

(Gotische) bouwkunst en het gebouw in bron II voor de bouwkunst in de tijd van de Renaissance.

RENAISSANCE Bouwkunst

Vergelijking met Middeleeuwen

Mens- en wereldbeeld

TOETS

261

BRON I

Notre Dame Kathedraal in Reims (Frankrijk).

BRON II

Het Palazzo del Senatore in Rome.

1 Leg uit dat je de Notre Dame in Reims (I) zowel door zijn functie als door zijn bouwstijl kenmerkend voor

de (Late) Middeleeuwen kunt noemen.

2 Leg uit dat je het Palazzo del Senatore (II) zowel door zijn functie als door zijn bouwstijl kenmerkend

voor de Renaissance kunt noemen.

3 Hoe mensen in een bepaalde tijd tegen hun leven aankijken, kan weerspiegeld zijn in de kunst van die tijd.

Ga na of dat voor de Notre Dame (I) en het Palazzo del Senatore (II) opgaat. Leg je antwoord in beide

gevallen uit.

RENAISSANCE Kunst

Vergelijking met Middeleeuwen

Mens- en wereldbeeld

TOETS

246

BRON I

Anonieme miniatuur uit de twaalfde eeuw, waarin is afgebeeld

dat de gestorven Christus afdaalt van het kruis.

1 Maak met telkens twee

verschillende

argumenten duidelijk dat

bron I een voor de

Middeleeuwen

kenmerkend kunstwerk

is en bron II een voor de

Renaissance kenmerkend

kunstwerk.

2 In de Middeleeuwen was

het heersende mens- en

wereldbeeld anders dan

in de tijd van de

Renaissance. Geef nu

a eerst kort aan wat in

dit opzicht het

belangrijkste

verschil tussen de

Middeleeuwen en de

Renaissance was en

b en vervolgens dat je

in de bronnen I en II

dit verschil terug

kunt zien.

BRON II

Schilderij van de Venetiaanse schilder Paolo Veronese uit 1573, getiteld: 'Christus in het huis van Levi'.

RENAISSANCE Vergelijking klassieke kunst

Vergelijking Middeleeuwse kunst

TOETS

129

BRON I

De Diadumenos (atleet die de overwinningsband

om zijn hoofd bindt) van Polykleitos (ca. 430

v.Chr.).

BRON II

Anselmo da Campione (12de eeuw), De Voetwassing

door Christus, kathedraal van Modena (Italië).

BRON III

De 'David' van Michelangelo (1475-1564).

1 De Renaissance zocht haar inspiratie in de

Grieks-Romeinse cultuur. Maak dat

duidelijk met behulp van de bronnen I en

III.

2 De kunst in de Renaissance vormt een

duidelijke reactie op de kunst in de

Middeleeuwen, zowel wat betreft

onderwerp (thema) als wat betreft

vormgeving (stijl). Maak dat voor beide

duidelijk met behulp van de bronnen II en

III.

RENAISSANCE Middeleeuwse kunst

Barok

TOETS

45

BRON I

Schilderij van Anthony van Dyck, 'De bewening van

Christus'.

BRON II

Fresco van Giotto di Bondone, 'Bewening van

Christus'.

BRON III

Schilderij van Andrea Solario, 'Bewening van de

gestorven Christus'.

1 Op deze bladzijde zie je drie keer hetzelfde

Bijbelse tafereel geschilderd. De

schilderingen komen echter uit

verschillende tijdvakken. Geef de juiste

volgorde van tijd aan, waarin ze

geschilderd zijn (alleen de nummers

noteren); leg je antwoord uit.

RENAISSANCE Vergelijking M.E. kunst

Vergelijking Barok

Contra-Reformatie

TOETS

1068

BRON II

De Kruisafneming, schilderij van de

Antwerpse schilder Peter Paul Rubens

(1577-1640) uit 1602.

BRON I

Kruisafneming, schilderstuk van de Florentijnse schilder Fra Angelico

(1387-1455), tussen 1432 en 1434 gemaakt voor het klooster San Marco.

1 Leg uit dat je in het schilderij van Fra

Angelico (I) zowel elementen uit de

Middeleeuwse als uit de Renaissance-

kunst kunt onderscheiden.

2 Noem – met verwijzingen naar de

bronnen I en II – een overeenkomst en

een verschil tussen de Renaissance en de

Barok.

3 Leg uit waarom de schilderkunst van de

Barok goed paste bij de Contra-

Reformatie. Verwijs in je antwoord naar

bron II.

RENAISSANCE Overeenkomsten/verschillen Barok

Mensbeeld

Contra-Reformatie

TOETS

738

BRON I

'Kruisiging' door Raphael, 1502-1503.

BRON II

'Kruisiging' door Peter Paul Rubens, 1611-1612.

1 Maak aan de hand van de werken van Raphael (I) en Rubens (II) duidelijk dat de Barok enerzijds een

voortzetting van de Renaissance was, anderzijds een nieuwe weg insloeg.

2 Leg uit dat de Renaisasancestijl in de kunst in staat was het nieuwe mensbeeld uit de Renaissancetijd te laten

zien. Gebruik bron I voor je antwoord.

3 Leg uit dat de Barokstijl in de kunst een ondersteuning vormde voor de Contra-Reformatie. Gebruik bron II

voor je antwoord.

RENAISSANCE Renaissance – Barok

Noord-Italië

Contra-Reformatie

TOETS

204

BRON I

Schilderij van Bellini: 'Pietà'.

BRON II

Schilderij van Rubens: 'De kruisiging

van Christus'.

1 Leg uit dat het schilderij van Bellini (I)

kenmerkend voor de Renaissancekunst is.

2 Leg uit dat het schilderij van Rubens (II)

kenmerkend is voor de schilderkunst uit de

Barok.

3 Leg uit dat de sociaal-economische situatie in

Noord-Italië op het eind van de Middel-

eeuwen gunstig was voor het ontstaan van de

Renaissance.

4 Leg uit dat de godsdienstige situatie in

Noord-Italië op het eind van de

Middeleeuwen gunstig was voor het ontstaan

van de Renaissance.

5 De stijl van de Barok beleefde zijn

hoogtepunt ten tijde van de Contra-

Reformatie vanaf circa 1550). Leg uit dat dat

niet toevallig is.

RENAISSANCE Humanisme

Middeleeuwse wetenschap

Gods- en mensbeeld

TOETS

417

BRON I

Fragment uit een geschrift over dieren ('Bestiarium'), begin twaalfde eeuw.

"De pelikaan is een vogel die op de kraanvogel lijkt, en hij komt voor in

Egypte (...) Zijn aard is zodanig dat als hij bij zijn jongen komt, en deze

groot en mooi zijn, hij hen wil liefkozen en met zijn vleugels wil bedekken.

Maar de jongen zijn wreed; zij pakken hem vast om hem te pikken en

willen hem verslinden en zijn twee ogen uitpikken. Dan pakt hij hen en

slaat hen na veel kwellingen dood en daarop laat hij hen achter - laat hen

achter terwijl ze daar dood neerliggen. Op de derde dag komt hij terug en is

bedroefd hen dood te vinden en maakt rauwe jammerklachten als hij ziet

dat zijn jongen dood zijn; met zijn bek slaat hij op zijn lijf dat het bloed er

uitgutst: het bloed druppelt omlaag en valt op de jonge vogels: het bloed

heeft de kracht hen weer tot leven te wekken (...)

Deze vogel staat voor de zoon van Maria en wij zijn de jonge vogels in de

vorm van mensen. Wij worden op dezelfde manier opgewekt en hersteld uit

de dood door het kostbare bloed dat God voor ons vergoot, als de jonge

vogels die drie dagen lang dood waren. Luister nu hoe de wetenschap dit

duidt - waarom de jonge vogels naar het oog van hun vader pikken en

waarom de vader boos is als hij hen aldus doodt: degene die de waarheid

ontkent, steekt het oog van God uit en God zal wraak nemen op die

mensen. Onthoudt dat dit de betekenis is."

BRON II

Galileo Galilei snijdt in zijn 'Dialogo sopra i due massimi sistemi del

mondo, tolemaico e copernicano' (1632) bij monde van een zekere Sagredo

het probleem aan in hoeverre de wetenschap op het gezag van de klassiek-

Griekse wijsgeer Aristoteles dient te berusten.

"Op een dag was ik in huis bij een zeer beroemde arts in Venetië, waar veel

mensen kwamen op grond van hun studies, en anderen af en toe uit

nieuwsgierigheid, teneinde een anatomische sectie te zien verrichten door

iemand die niet zozeer geleerd als wel een zorgvuldig en uitgelezen

anatomist was. Op deze dag gebeurde het dat hij onderzoek verrichtte naar

de bron en de oorsprong van de zenuwen, waarover een beruchte

controverse bestaat tussen de Galenisten en de Peripatetici. De anatomist

liet zien dat de grote bundel zenuwen zich, na de hersenen verlaten te

hebben en de nek gepasseerd te zijn, naar beneden over de ruggengraat

uitstrekt en zich dan vertakt door het gehele lichaam, en dat slechts één

enkele streng, zo dun als een draad, bij het hart komt. Zich wendend tot een

heer, van wie hij wist dat hij een filosoof van de stroming der Peripatetici

was en ter wille van wie hij alles met buitengewone zorg had getoond en

gedemonstreerd, vroeg hij deze man of hij eindelijk tevredengesteld was en

er van overtuigd dat de zenuwen vanuit de hersenen en niet vanuit het hart

komen. Na even nagedacht te hebben antwoordde de filosoof: 'U hebt me

deze zaak zo duidelijk en tastbaar laten zien, dat als het geschrift van

Aristoteles er niet tegengesteld aan was door duidelijk te stellen dat de

zenuwen vanuit het hart komen, ik me gedwongen zou zien toe te geven dat

het waar is.'"

1 Leg uit dat bron I typerend is

voor de manier waarop in de

Middeleeuwen de wetenschap

beoefend werd.

2 Aristoteles werd in de

Middeleeuwen beschouwd als

de meest gezaghebbende

wetenschapper op het gebied

van vraagstukken betreffende

de natuur. Ontleen nu aan bron

II welke kritiek Galilei op dit

ontzag voor Aristoteles

uitoefende.

3 Welk Gods- en mensbeeld

komt naar voren uit de

Middeleeuwse verhandeling

over de pelikaan (I)? Formuleer

je antwoord in eigen woorden.

4 In welk opzicht kun je de

zelfbewuste houding van de

moderne mens al in de

woorden van Galilei (II)

terugvinden?

RENAISSANCE Humanisme

Thomas More

Godsdienst

Reformatie

TOETS

2009

BRON

Het bekendste werk van de Engelse humanist Thomas More (1478-1535) is zijn 'Utopia'. More schreef zelf de

volgende samenvatting van dit boek.

"Het eiland kent een verscheidenheid van godsdiensten. Niet alleen van streek tot streek lopen die uiteen, maar

zelfs binnen het bestek van één stad: er zijn Utopiërs die de Zon, anderen die de Maan of een der planeten als

godheid aanbidden. Er zijn er ook die een mens uit oude tijden, iemand die uitzonderlijk goed of uitzonderlijk

beroemd is geweest, als een godheid vereren, zelfs wel als de hoogste god. Maar de grote meerderheid is daar

veel te verstandig voor, en gelooft aan geen van deze goden, maar aan één goddelijk Wezen, verborgen, eeuwig,

onmetelijk, ondoorgrondelijk, dat op een wijze die boven het menselijk begrip gaat, overal in de wereld te vinden

is (…)

Trouwens ook alle anderen, hoezeer uiteenlopend van geloof, stemmen toch op dit punt met hen overeen, dat zij

één godheid als de hoogste beschouwen, de Werkmeester en Bestierder van het Heelal; Hem duiden zij allen

gelijkelijk in hun landstaal aan als Mythra. Het verschil is, dat de ene deze, de andere die godheid voor Mythra

houdt. Maar welke godheid het ook zij die men als de hoogste beschouwt, hierin stemmen allen weer overeen, dat

het in wezen zijn kracht en majesteit zijn, waaraan overal, waar ook ter wereld, de Schepping wordt

toegeschreven."

1 De humanistische geleerden uit de tijd van de Renaissance legden in hun denken hun focus op iets anders

dan die uit de Middeleeuwen. Leg uit wat dat verschil is en toon vervolgens je antwoord aan met een

verwijzing naar de bron.

2 Waarom kun je stellen dat de ideeën van More met betrekking tot het geloof (zoals deze blijken uit de

bron) in de eerste helft van de zestiende eeuw zeer opvallend (en ook omstreden) waren?

3 Ondanks zijn kritiek bleef More de Rooms-Katholieke Kerk trouw, wat hem in conflict bracht met de

Engelse koning Hendrik VIII. Leg uit dat hij juist vanuit zijn in 'Utopia' (bron) verkondigde opvattingen

over God de Rooms-Katholieke Kerk trouw kon blijven.

RENAISSANCE Elite-cultuur

Onderwijs/opvoeding

Christelijk geloof

TOETS

1985

BRON

Pier Paolo Vergerio (1370-1444), een geleerde en politicus uit Venetië, schreef een werk over opvoeding en het

onderwijs in wat in die tijd de 'vrije studies' heette. Na zijn dood verscheen dit werk in 1472 in druk (tijdens het

leven van Vergerio bestond de boekdrukkunst nog niet). Hieronder volgen twee fragmenten.

"Wat de zedelijke discipline van de jongeren betreft moeten we ons ten eerste herinneren dat elke leeftijd zijn

bijzondere gevaren kent en vervolgens dat deze ten dele te wijten zijn aan natuurlijke aanleg, maar voor een deel

ook aan gebrekkige training of aan het ontbreken van levenservaring (…) Bovenal is respect voor de Goddelijke

verordeningen van het grootste belang (…) moet evenwel niet op zo’n manier opgedrongen worden dat het

overgaat in dwaas bijgeloof (…) Godslasterlijke taal moet beschouwd worden als een verschrikkelijke zonde; en

gebrek aan eerbied met betrekking tot de ceremonies van de Kerk of grof gevloek moeten ernstig onderdrukt

worden. Eerbied tegenover ouderen en de eigen ouders is een verplichting.

Wij noemen die studies vrij die passen bij de waardigheid van een vrije man; die studies waardoor we deugd en

wijsheid bereiken en in praktijk brengen; dat onderwijs dat die hoogste gaven van lichaam en geest tevoorschijn

roept, traint en ontwikkelt, die van mannen edelen maken (…) Want ik zou met de meeste overtuiging willen

vaststellen dat wij in onze latere jaren niet tot wijsheid zullen komen, tenzij wij in onze vroegste jaren daar

oprecht naar op zoek zijn gegaan."

1 De Renaissance-cultuur was een cultuur van de bovenlaag van de Noord-Italiaanse samenleving.

Beredeneer dat je voor deze bewering twee aanwijzingen in het werk van Vergerio terug kunt vinden.

2 Je kunt je afvragen of de denkbeelden van Vergerio ook aansloegen bij de mensen in Noord-Italië. Wat

kun je wat dit betreft afleiden uit het gegeven dat het werk van Vergerio na diens dood in druk

verscheen?

3 Je kunt niet stellen dat Vergerio het christelijk geloof had losgelaten; maar hij was duidelijk wel van

mening dat de rol van de Kerk in de samenleving minder moest worden. Deze conclusie kun je trekken

uit bovenstaand fragment uit zijn werk. Zoek voor beide delen van deze conclusie een argument ter

ondersteuning in de bron.

RENAISSANCE Leonardo da Vinci

Machiavelli

TOETS

189

BRON I

Leon Battista Alberti (1404-1474) was de onwettige zoon van een uit Florence verbannen familie. Hij heeft zelf zijn

leven beschreven; uit deze autobiografie het volgende fragment, waarin hij in de derde persoon ("hij") over

zichzelf schrijft.

"Hij kon pijn en koude en hitte verdragen. Toen hij, nog geen vijftien jaar oud, een ernstige wond in zijn voet kreeg

en de dokter, naar zijn gewoonte en ervaring, de gebroken delen van de voet tegen elkaar drukte en ze met een

naald dwars door de huid aan elkaar naaide, liet hij nauwelijks een kreet van pijn horen. Hoe pijnlijk het ook was,

toch hielp hij met zijn eigen handen de behandelende dokter en verzorgde hij zijn eigen wond, ook al gloeide hij

van de koorts (…) Door een gebrek in zijn gesteldheid walgde hij van knoflook en ook van honing, en alleen al bij

het zien, als het hem toevallig werd aangeboden, moest hij overgeven. Maar hij overwon zichzelf door zichzelf te

dwingen naar deze onaangename dingen te kijken en ze aan te pakken, zodat ze voor hem minder kwalijk werden;

met dit voorbeeld liet hij dus zien dat de mensen alles met zichzelf kunnen doen, als ze maar willen."

BRON II

Leonardo da Vinci (1452-1519) heeft een groot aantal aantekenboeken nagelaten. In een daarvan beschrijft hij de

verhouding tussen het menselijk lichaam en verschillende onderdelen daarvan.

"Als je je benen over een lengte van een veertiende deel van je lichaamshoogte opzij zet, en je je armen opent en

omhoog doet tot je de lijn van de kroon van het hoofd raakt met je middelvingers, moet je weten dat het

middelpunt van de cirkel, die gevormd wordt door de uiteinden van de uitgestrekte lichaamsdelen, de navel is en

dat de ruimte tussen de benen een evenwijdige driehoek vormt.

De wijdte van de uitgestrekte armen van een man is gelijk aan zijn hoogte.

Van het begin van het haar tot het eind van de onderkant van de kin is het tiende deel van de hoogte van een man;

van de onderkant van de kin tot de kroon van het hoofd is het achtste deel van de hoogte van een man; van de

bovenkant van de borst tot de kroon van het hoofd is het zesde deel van de man; van de bovenkant van de borst tot

waar het haar begint is het zevende deel van de gehele man; van de tepels tot de kroon van het hoofd is een vierde

deel van de man. De maximale wijdte van de schouders is op zichzelf het vierde deel van een man; van de elleboog

tot het topje van de middelvinger is het vijfde deel; van deze elleboog tot het eind van de schouder is het achtste

deel. De hele hand is het tiende deel. De penis begint in het middelpunt van de man. De voet is het zevende deel

van de man. Van de voetzool tot net onder de knie is het vierde deel van de man. Van net onder de knie tot waar de

penis begint is het vierde deel van de man."

BRON III

De tekening die Leonardo da Vinci maakte bij zijn

aantekeningen over de verhoudingen tussen de

verschillende delen van het menselijk lichaam (bron II).

BRON IV

Machiavelli, een staatsman en geleerde uit

Florence (1469-1527), schreef een boek over de

beste manier waarop een vorst kan regeren: Il

Principe. Uit dit boek komt onderstaand

fragment.

"Ik beweer dat iedere vorst het wenselijk moet

vinden dat de mensen hem barmhartig en niet

wreed vinden. Hij moet er echter voor oppassen

deze barmhartigheid niet te misbruiken. Cesare

Borgia werd als wreed beschouwd, maar zijn

wreedheid heeft voor orde in de Romagna

gezorgd, dit gebied verenigd en het vrede en

gehoorzaamheid opgelegd. Als dit als een goede

zaak beschouwd wordt, dan zal blijken dat hij

werkelijk veel barmhartiger was dan het volk van

Florence, dat uit vrees voor wreed uitgemaakt te

worden toeliet dat Pistoia vernietigd werd.

Daarom moet een vorst niet bang zijn om van

wreedheid beschuldigd te worden als het zijn doel

is zijn onderdanen verenigd en trouw te houden;

want als hij maar een paar voorbeelden geeft, zal

hij barmhartiger zijn dan degenen die, uit een

overmaat aan zachtmoedigheid, toelaten dat er

allerlei vormen van onrust ontstaan, met

bloedvergieten en plundering als gevolg; want dit

brengt in de regel schade toe aan de gehele

gemeenschap, terwijl de door de vorst

uitgevoerde doodvonnissen slechts individuen

treffen."

1 Verklaar waarom we de periode na de Middeleeuwen de naam Renaissance geven.

2 Verklaar waarom het beeld dat Alberti (I) van zichzelf schetst niet past bij het Middeleeuwse mensbeeld,

maar juist wel bij dat van de Renaissance. Twee antwoorden dus.

3 In de Middeleeuwen werden waarden en normen heel sterk door de Kerk, door het christelijk geloof dus,

bepaald. Met welke opmerking van Alberti (I) zal de Kerk het dan ook zeker niet eens geweest zijn?

Verklaar je antwoord.

4 Leonardo da Vinci was zowel wetenschapper als kunstenaar. Leg uit dat hij in bron II het menselijk lichaam

als een wiskundige benaderde.

5 De schets (III) die Leonardo bij zijn aantekeningen (II) maakte, wordt als een van de hoogtepunten uit zijn

werk als kunstenaar beschouwd. Leg nu uit dat hij van twee wetenschappen gebruik maakte om de ideale

mens/man, zoals hij die zag, uit te kunnen beelden. Verwijs bij elke wetenschap die je noemt naar bron III.

6 Met welk argument verdedigde Machiavelli (IV) het optreden van strenge, wrede vorsten?

7 Leg aan de hand van bron IV uit dat de denkbeelden van Machiavelli over de taak en de rol van de vorst niet

bij de Middeleeuwen pasten, maar juist wel bij de Renaissance. Denk er aan dat je antwoord uit twee

(tegenovergestelde) delen moet bestaan.

RENAISSANCE Humanisme

Petrarca

Christelijke waarden

TOETS

1652

BRON

De Italiaanse dichter en prozaschrijver Francesco Petrarca (1304-1374) schreef als oude man een 'Brief aan het

Nageslacht'. Hieronder staan fragmenten uit deze brief.

"Ik heb altijd buitengewone minachting gekoesterd voor weelde; niet dat rijkdommen op zichzelf niet wenselijk

zijn, maar omdat ik de angst en de bezorgdheid haatte die daar steeds mee verbonden zijn (...) Ik heb, integendeel,

een gelukkiger bestaan geleid met eenvoudig leven en gewoon doen (...)

Het genoegen om met je vrienden te dineren is zo groot dat niets mij ooit meer plezier heeft gegeven dan hun

onverwachte komst, evenmin heb ik ooit graag zonder een metgezel aan tafel gezeten (...)

De grootste koningen van deze tijd hebben van mij gehouden en mij het hof gemaakt (...) Ik ben echter van velen

weggevlucht (...) naar degene tot wie ik mij het meest aangetrokken voelde; en mijn aangeboren verlangen naar

vrijheid was zodanig, dat ik angstvallig hen ontweek, wier naam alleen al onverenigbaar scheen met de vrijheid

die ik liefhad.

Ik beschik over een eerder afgewogen dan scherp verstand – een die gespitst is op goede en heilzame studie, maar

in het bijzonder op moraalfilosofie en de kunst van de poëzie (...) Van de vele onderwerpen die mij interesseerden,

richtte ik mij in het bijzonder op de Oudheid, want mijn eigen tijd heeft mij altijd zo tegengestaan, dat ik, ware het

niet uit liefde voor degenen die mij dierbaar zijn, liever in een ander tijdperk geboren zou zijn dan ons eigen. Om

mijn eigen tijd te vergeten heb ik er steeds naar gestreefd mijzelf geestelijk in andere tijden te verplaatsen en als

gevolg daarvan schiep ik behagen in geschiedenis (...)

Als ik maar goed geleefd heb, maakt het mij weinig uit hoe ik gesproken heb. Alleen maar een elegant taalgebruik

kan op zijn best een nietszeggende roem opleveren."

1 Maak met twee aan de bron ontleende argumenten duidelijk dat Petrarca het humanisme van de

Renaissance-tijd belichaamde.

2 Ga na of Petrarca in zijn brief ook bepaalde christelijke waarden vertegenwoordigde. Leg je antwoord uit.

3 Je kunt stellen dat Petrarca al in het begin van de Renaissance-tijd een scherp oog had voor mogelijk

negatieve gevolgen op politiek en sociaal-economisch gebied van het levensgevoel van de Renaissance-

tijd. Toon beide aan met behulp van de bron.

RENAISSANCE Humanisme

Erasmus

Maatschappijkritiek

Verhouding man-vrouw

TOETS

1391

BRON

In zijn 'Lof der Zotheid' schreef Desiderius Erasmus (1469-1536) het volgende over vrouwen.

"Allereerst door hun charmante uiterlijk, dat ze terecht belangrijker vinden dan al het andere, het wapen waarmee

ze zelfs tirannen tiranniseren. Want het onverzorgde uiterlijk dat zo typisch voor mannen is, hun ruwe huid, dat

oerwoud aan hun kin, oud zijn voor hun tijd, dat kan toch alleen te wijten zijn aan wijsheid. Terwijl vrouwen, die

hun hele leven gladde wangen hebben, een hoge stem en een zacht huidje, als het ware een soort eeuwige

puberteit vertonen. Ten tweede, hun liefste wens in dit leven is toch mannen behagen? Daar is toch al dat optutten

voor bedoeld, al die make-up, baden, kappersbezoekjes, smeerseltjes, parfums? Al die trucjes om gezicht, ogen,

huid te verbergen, verven en bewerken? Met andere woorden, uiteindelijk is het dwaasheid en niets anders

waarmee ze de mannen voor zich innemen. Want is er iets dat zij vrouwen niet toestaan? En alleen maar om

betaald te worden met wat seks."

1 Beredeneer dat je met bovenstaande bron kunt laten zien dat Erasmus een vertegenwoordiger van het

humanisme was.

2 Welke plaats kende Erasmus (op basis van de bron) in de samenleving toe aan de vrouw? Zorg er voor

dat je in je uitleg ook zijn argumentatie verwerkt.

3 De 'Lof der Zotheid' was door Erasmus als een satire geschreven, maar er zat ook wel degelijk een

boodschap in. Toon dat aan de hand van de bron aan.

RENAISSANCE Noord-Italië

Kooplieden

Zwarte Dood

Relatie economie-kunst

TOETS

1984

BRON I

Benedetto Dei (1418-1492) was een koopman uit Florence, die ook gedichten en een kroniek over Florence in de

vijftiende eeuw schreef. Het volgende fragment komt uit een brief die hij aan een kennis uit Venetië schreef.

"Ons mooie Florence beschikt binnen de stad in het huidige jaar over tweehonderdzeventig werkplaatsen die

toebehoren aan het gilde van de wol-kooplieden (…) drie-en-tachtig rijk versierde en schitterende magazijnen

van het gilde van de handelaars in zijde (…) Het aantal banken bedraagt drie-en-dertig; het aantal werkplaatsen

van de bouwers van kabinetten, wier werk bestaat uit snijden en inleggen van hout, bedraagt vier-en-tachtig (…)

er zijn vier-en-veertig werkplaatsen van goudsmeden en juweliers."

BRON II

Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal steden in Italië tussen 1300 en 1600, gerangschikt naar

aantal inwoners.

aantal steden

> 5.000 inwoners

aantal steden > 10.000 inwoners

aantal steden > 20.000 inwoners

1300 193 79 26 1400 94 26 15 1500 146 51 18 1600 208 75 25

1 Halverwege de 14de eeuw werd Europa (en dus ook Italië) getroffen door een grote pestepidemie. Leg uit

dat je de gevolgen van deze epidemie in de gegevens in bron II terug kunt vinden.

2 Het beeld dat Benedetto Dei in zijn brief (I) schetste van Florence gold in de 15de eeuw voor veel meer

Italiaanse steden. Beredeneer of dit beeld bevestigd wordt door de gegevens in bron II.

3 Benedetto Dei geeft in zijn brief (I) een beeld van de economische situatie in Florence in de 15de eeuw.

Leg uit dat deze economische situatie een goed uitgangspunt vormde voor de bloei van de

Renaissancekunst in die stad.

RENAISSANCE Memento mori

Carpe diem

Zelfbewustzijn

TOETS

1993

BRON

Leon Battista Alberti (1404-1472) was een Italiaanse dichter, schilder, filosoof, architect en musicus. Hij is in

Genua geboren, maar heeft in verschillende steden in Noord-Italië gewerkt. Alberti heeft zelf zijn leven

beschreven, hieronder staat een stukje uit dat boekje. Alberti schrijft over zichzelf in de derde persoon, hij schrijft

dus 'hij', als hij 'ik' bedoelt.

"IJverig in de wetenschap en de vaardigheid om met wapens en paarden en muziekinstrumenten om te gaan,

evenals in het leren kennen van talen en de schone kunsten, deed hij zijn best om de vreemdste en moeilijkste

dingen te leren (…) Hij speelde balspelen, deed aan speerwerpen, hardlopen, hoogspringen, worstelen (…) Hij

leerde muziek maken zonder leraren (…) en ging zich daarna bezighouden met natuurkunde en wiskunde (…)

Eerzucht was hem vreemd (…) Toen zijn lievelingshond stierf, schreef hij voor hem een begrafenistoespraak."

1 De mensen in de tijd van de Renaissance gingen niet meer uit van het 'memento mori', maar van het

'carpe diem'. Leg uit wat het verschil tussen deze twee levenshoudingen is.

2 Leon Battista Alberti geldt als een van de mooiste voorbeelden van mensen die het levensgevoel van het

'carpe diem' uitstralen. Leg uit dat je dit in de bron terug kunt vinden.

3 Kenmerkend voor mensen in de Renaissance was hun zelfbewustzijn. Kun je dat zelfbewustzijn ook in

het leven van Alberti herkennen? Leg je antwoord uit met behulp van de bron.

RENAISSANCE Humanisme

Carpe diem

Zelfbewustzijn

Rol van de Kerk

Positie van de vrouw

TOETS

1812

BRON I

De Italiaanse geleerde en dichter Francesco Petrarca (1304-1374) schreef onder meer het boek 'Secretum',

waarin hij een denkbeeldig gesprek voert met een van de belangrijkste geleerden uit de geschiedenis van de

christelijke kerk, Augustinus (354-430). Hieronder volgt een fragment uit dit boek.

"Het is mijn uitgangspunt dat als het gaat om de roem waarop wij hier beneden op aarde mogen hopen, het goed is

dat wij die nastreven als wij hier op aarde zijn. Je mag verwachten dat je die andere meer schitterende glorie in de

hemel zult genieten, wanneer we daar zullen zijn aangekomen en je geen zorg of verlangen meer zult hebben naar

roem op aarde. Daarom denk ik dat het de juiste manier is dat sterfelijke mensen op de eerste plaats geven om

sterfelijke zaken."

BRON II

Christine de Pisan (1364-1430), een Italiaans-Franse schrijfster, moest door het vroegtijdige overlijden van haar

man zelf haar gezin onderhouden; dat deed zij door boeken te schrijven. Hieronder staat een fragment uit haar

belangrijkste werk 'Livre de la Cité des Dames' (1405).

"Ik ben verbijsterd door de opvatting van sommige mannen die beweren dat ze niet willen dat hun dochters,

echtgenoten of vrouwelijke verwanten onderwijs krijgen, omdat als gevolg daarvan hun zeden in verval zouden

raken (…) Hier kun je duidelijk zien dat niet alle opvattingen van mannen op verstandig nadenken zijn gebaseerd

en dat deze mannen ongelijk hebben."

1 Je kunt het levensgevoel van de mensen in de Renaissance omschrijven met de term 'zelfbewustzijn'. Leg

uit dat je dit zelfbewustzijn zowel in de woorden van Petrarca als in die van Christine de Pisan

tegenkomt.

2 Je zou ook kunnen stellen dat iemand een zelfbewuste levenshouding ontwikkeld als gevolg van de

omstandigheden, waarin hij of zij terechtkomt. Bij wie, Petrarca (I) of De Pisan (II), is dat wellicht het

geval? Leg je antwoord uit.

3 Het levensmotto van de mensen in de Renaissance was: 'carpe diem'. Bij wie, De Pisan (II) of Petrarca

(I), komt dat het duidelijkst naar voren? Leg je antwoord uit.

4 Petrarca (I) beschreef zijn opvattingen in een denkbeeldige dialoog met Augustinus, een van de

belangrijkste geleerden van de christelijke kerk, die ook na zijn dood een enorme invloed had op de leer

van de kerk. Waarom koos Petrarca juist een kerkgeleerde uit om mee in een (denkbeeldige) discussie te

gaan?

5 Christine de Pisan wordt wel een van de eerste voorvechters van de emancipatie van de vrouw genoemd.

Leg aan de hand van haar woorden (II) uit waarom.

RENAISSANCE Humanisme

Positie van de vrouw

Betrouwbaarheid bron

Representativiteit

TOETS

1763

BRON

Omstreeks 1450 schreef de Venetiaanse edelman en humanist Lauro Quirini een brief aan de Italiaanse schrijfster

en intellectueel Isotta Nogarola. Hieronder volgen fragmenten uit deze brief.

"Deze brief vraagt van u niets anders dan dat u, tot uw dood, op de meest schitterende wijze een vervolg geeft aan

die juiste levensloop die u vanaf uw kindertijd heeft gevolgd (…) Daarom behoort u ook, beroemde Isotta,

rechtmatig de hoogste lofprijzingen te ontvangen, aangezien u, als ik dat zo mag zeggen, uw eigen natuur hebt

overwonnen. Want die ware deugd, die eigen is aan mannen, heeft u met opmerkelijke ijver nagestreefd – niet de

middelmatige deugd die vele mannen zoeken, maar die welke een man van de meest onberispelijke en volmaakte

wijsheid zou betamen (…) Daarom hebt u, teleurgesteld in de lagere wetenschappen, uw edele geest gericht op die

hoogste disciplines, waarvoor scherpheid van verstand en geest noodzakelijk is. Want u houdt zich bezig met de

kunst van de dialectiek, die de weg toont om de waarheid te leren. Als u dat eenmaal beheerst, zou u zich kunnen

gaan bezighouden met een nog schitterender en vruchtbaarder terrein van de filosofie (…)

Pas op uzelf, zodat het u goed gaat, en studeer, zodat u wijs mag worden (…) Want niets is heerlijker dan

filosofie, niets mooier, niets beminnelijker, zoals onze Cicero zei, waaraan ik toevoeg, wellicht meer naar

waarheid, dat er onder menselijke aangelegenheden niets goddelijker is dan filosofie."

1 Toon met drie verschillende, aan de bron ontleende argumenten aan dat je Quirini als een

vertegenwoordiger van het humanisme uit de tijd van de Renaissance kunt beschouwen.

2 Als je voor een onderzoek naar de positie van de vrouw in de tijd van de Renaissance de brief van

Quirini zou gebruiken, tot welke conclusie zou je dan komen? Licht je antwoord toe.

3 Voor de bruikbaarheid van een bron is het belangrijk dat je – uitgaande van de gestelde historische vraag

– de betrouwbaarheid en de representativiteit ervan bepaalt. Ga dat na voor deze bron met betrekking tot

de vraag naar de positie van de vrouw in de tijd van de Renaissance. Leg steeds je antwoord uit.

RENAISSANCE Humanisme

Positie van de vrouw

TOETS

2137

BRON I

Francesco Barbaro (1390-1454) was

een politicus en geleerde uit Venetië.

In 1415 publiceerde hij een boek over

de plichten van gehuwde vrouwen.

Hieronder staat een fragment uit dit

boek. Sophocles was een

tragediedichter uit de Griekse

Oudheid.

"Op deze manier lijkt het steeds dat zij

ertoe aangezet worden om aan het

gesprek deel te nemen in plaats van

dat zij daar zelf mee beginnen. Zij

zouden er ook moeite voor moeten

doen om eerder geprezen te worden

voor de waardige beknoptheid dan

voor de charmes van hun spreken (…)

Het is dan ook juist dat niet alleen de

armen, maar ook de gesprekken van

vrouwen nooit aan de buitenwereld

getoond worden; want het spreken van

een edele vrouw kan niet minder

gevaarlijk zijn dan de naaktheid van

hun ledematen. Om deze reden

behoren vrouwen gesprekken met

vreemdelingen te vermijden,

aangezien in deze situaties manieren

en gevoelens gemakkelijk de aandacht

trekken (…) Sophocles, die zeker niet

erger is dan de Venetiaan waar ik het

over heb – en de meeste mensen

beschouwen hem als beter – heeft

stilte het voortreffelijkste sieraad van

vrouwen genoemd. Daarom moeten

vrouwen geloven dat zij de roem van

welsprekendheid hebben verworven

als zij zichzelf eren met het

voortreffelijkste sieraad van het

zwijgen."

BRON II

Door historisch onderzoek weten we heel precies op welke leeftijd

vrouwen in Toscane, een landstreek in Italië, tussen 1427 en 1430 in

het huwelijk traden. In onderstaande tabel is, onderscheiden voor het

platteland en de steden, aangegeven hoe groot het percentage van de

vrouwen is dat op een bepaalde leeftijd gehuwd is.

Leeftijd Platteland Steden Hele bevolking

10 jaar en minder 0,1 0,5 0,2

11 0,1 0,0 0,1

12 0,5 0,3 0,4

13 1,2 0,5 0,9

14 3,5 4,1 3,7

15 12,0 14,5 12,7

16 26,0 31,1 27,5

17 38,1 43,3 40,0

18 65,0 71,1 66,8

19 68,2 72,4 70,1

20 89,3 87,7 89,2

25 96,1 91,6 94,8

Gemiddelde leeftijd op het moment van trouwen (in jaren)

18,1 17,5 17,9

1 Als geleerde behoorde Francesco Barbaro tot de stroming van

het humanisme. Beredeneer dat aan de hand van bron I.

2 Welk gegeven in bron I is een aanwijzing dat Francesco

Barbaro beïnvloed was door de Renaissance? Leg je

antwoord uit.

3 Hoe dacht Francesco Barbaro over de rol van vrouwen in de

samenleving? Leg je antwoord uit aan de hand van bron I.

4 De gegevens over de huwelijksdatum van vrouwen in

Toscane (II) komen uit dezelfde tijd als de geschriften van

Francesco Barbaro (I). Het is de vraag of deze gegevens het

beeld bevestigen dat Francesco Barbaro van de vrouw geeft.

Beantwoord deze vraag door

- eerst uit bron II een beredeneerde conclusie te trekken

over de leeftijd waarop vrouwen in Italië in de vijftiende

eeuw in het huwelijk traden;

- vervolgens een hypothese op te stellen over de vraag wat

deze gegevens kennelijk zeggen over de positie van de

vrouw ten opzichte van de man en

- ten slotte te beredeneren of de gegevens in bron II het

door Francesco Barbaro geschetste beeld van de vrouw

wel of niet ondersteunen.

RENAISSANCE Carpe diem

Onderwijs

Elitecultuur

TOETS

2138

BRON

De geleerde en onderwijzer Battista Guarino (1434-1513), afkomstig uit de Noord-Italiaanse stad Ferrara,

volgde in 1460 zijn vader op als leraar aan de school van die stad. Een jaar eerder had hij het boek 'De ordine

docendi et studendi' geschreven over de idealen en methoden van zijn vader met betrekking tot het geven van

onderwijs. Uit dit boek volgt hieronder een fragment. Ovidius was een dichter in het Romeinse Rijk.

"Laat me meteen beginnen met een waarschuwing. Geen enkele meester kan er voor zorgen dat een zorgeloos en

onverschillig karakter de ware hartstocht om te leren krijgt. Daar moet een jonge man zelf voor zorgen. Maar als

de smaak zich eenmaal begint te ontwikkelen, dan gelden de woorden van Ovidius dat 'hoe meer wij drinken, des

te meer dorst wij krijgen'. Want wanneer de geest de genoegens van het leren is begonnen te smaken, zal de

hartstocht naar vollediger en diepzinniger kennis van dag tot dag groeien. Maar er kan geen bekwaamheid in

verschillende studies zijn, als er niet eerst het verlangen is om uit te blinken. Laat een jonge man daarom

geestdriftig op pad gaan op zoek naar die ware, eervolle en duurzame schatten van de geest, die noch ziekte noch

dood bij machte zijn te vernietigen. Rijkdommen, die avonturiers zowel op het land als op de zee zoeken,

brengen mannen te vaak naar plezier maken in plaats van naar leren, want genotzucht is een valstrik en het is de

dure plicht van ouders om hun kinderen te bevrijden uit de verlokkingen daarvan, met vriendelijke woorden, of

met strengheid als dat nodig blijkt te zijn. Misschien moge dan in latere jaren de echo van vaders wijze woorden

blijven hangen en van pas komen in het uur van de verleiding."

1 Wat bedoelen we als de mensen in de Renaissance streefden naar het levensgevoel van het 'carpe diem'?

2 Leg uit waarom in de tijd van de Renaissance het volgen van onderwijs gezien werd als een

noodzakelijke voorwaarde voor het levensgevoel van het 'carpe diem'.

3 Battista Guarino was zich er heel goed van bewust dat het streven naar kennis vooral bij jonge mannen

bedreigd werd door een ander streven. Geef eerst aan welke verleiding volgens Guarino jonge mannen

kon afhouden van het streven naar kennis en maak vervolgens duidelijk dat deze verleiding in de tijd

van de Renaissance juist in Noord-Italië heel sterk was.

RENAISSANCE Wetenschap

Verschil met Middeleeuwen

Rol van de Kerk

TOETS

2161

BRON I

Omstreeks 1380 schreef de in 1336

in Florence geboren Marchione di

Coppa Stefani een kroniek van de

geschiedenis van zijn stad, de

'Cronaca fiorentina'. Onderstaand

fragment gaat over de uitbraak van

de pest in 1348.

"In het jaar van de Heer 1348 was

er een zeer grote pestuitbraak in de

stad en de omgeving van Florence.

Deze ging met zoveel geweld en zo

stormachtig dat in huizen waar de

pest heerste bedienden die daarvoor

nog gezond waren en de zieken

verzorgden, stierven aan dezelfde

ziekte. Bijna geen enkele van de

zieken leefde na vier dagen nog.

Zowel artsen als medicijnen

konden niets uitrichten. Of omdat

deze ziekten voorheen onbekend

waren of omdat artsen deze voor

die tijd niet bestudeerd hadden,

scheen er geen middel tegen te zijn.

Er bestond zo'n grote angst dat

niemand wist wat te doen. En het

waren niet alleen mannen en

vrouwen die stierven, maar zelfs

bezielde dieren stierven. Honden,

katten, kippen, runderen, ezels,

schapen vertoonden dezelfde

verschijnselen en stierven aan

dezelfde ziekte (…) Artsen konden

niet gevonden worden, omdat zij

net als de anderen waren gestorven.

En degenen die gevonden konden

worden, wilden een groot bedrag

aan geld ontvangen voor zij het

huis binnengingen. En wanneer ze

binnenkwamen, contro-leerden zij

de pols met afgewend hoofd. Zij

inspecteerden de urine van een

afstand en met iets wat zeer scherp

rook onder hun neus."

BRON II

Bartolomeo Eustachi, een Italiaanse arts uit de zestiende eeuw, heeft

door de ontleding van menselijke kadavers onze kennis van de bouw

van het menselijk lichaam enorm vergroot. Hij schreef over zijn

bevindingen het boek 'Tabulae anatomicae', maar durfde het niet te

publiceren. Hieronder staat een van de gravures die Eustachi voor zijn

boek liet maken.

1 Een arts kan zijn werk alleen goed verrichten op basis van de

kennis die hij heeft verworven. Hiervan uitgaande geven de

bronnen I en II mooi de overgang weer tussen de Middeleeuwen

en de Renaissance. Licht dit toe door

- eerst met verwijzingen naar beide bronnen het verschil aan te

geven tussen de Florentijnse artsen tijdens de pestepidemie (I)

en Eustachi (II) op het punt van het verwerven van kennis en

- daarna te beredeneren dat dit verschil de overgang van

Middeleeuwen naar Renaissance op het gebied van de

wetenschap mooi weergeeft.

2 Eustachi durfde in de zestiende eeuw zijn boek 'Tabulae

anatomicae' (II) niet te publiceren. Beredeneer dat de Kerk een rol

gespeeld kan hebben in zijn overwegingen om niet tot publicatie

over te gaan.

RENAISSANCE Positie van de vrouw

Humanisme

Renaissance-kunst

Gelaagde samenleving

TOETS

2189

BRON I

Laura Cereta (1469-1499) was een van de meest toonaangevende vrouwelijke schrijvers uit de tijd van de

Renaissance. Haar ideeën komen vooral tot uiting in de brieven, die zij aan andere intellectuelen schreef.

Hieronder volgt een fragment uit een van haar brieven.

"Ik zou mij stil gehouden hebben, geloof me, als die woeste oude vijandigheid van u alleen mij had aangevallen

(…) Maar ik kan het niet verdragen dat u mijn hele geslacht hebt aangevallen. Daarom zoekt mijn dorstige ziel

naar wraak, mijn slapende pen is wakker geschud om met woorden de strijd aan te gaan, razende toorn wekt

geestelijke hartstochten op die lange tijd door stilte geketend waren. Met reden voel ik mij er toe aangezet om

aan te tonen welk een grote reputatie om te leren en voor deugdzaamheid vrouwen hebben verworven door hun

aangeboren voortreffelijkheid, die zich in elk tijdperk gemanifesteerd heeft in de vorm van kennis, de verschaffer

van eer. Het is inderdaad zeker en wettig dat wij deze erfenis bezitten, tot ons gekomen vanuit een lang verleden

van voorbije tijden."

BRON II

Portret van Lucrezia Panciatichi, de vrouw van een

politicus uit Florence. Het schilderij is rond 1541

gemaakt door de Italiaanse kunstenaar Angelo

Bronzino.

1 In de tijd van de Renaissance nemen mensen een

nieuwe houding ten aanzien van het leven en de

mensen om hen heen aan; Laura Cereta (bron I) is

daar een goed voorbeeld van. Maak dat duidelijk

door

- eerst kort die nieuwe houding te omschrijven;

- vervolgens met een citaat uit bron I aan te tonen

dat de woorden van Laura Cereta goed als

illustratie van die nieuwe levenshouding kunnen

dienen en

- ten slotte te beredeneren waarom Laura Cereta

die nieuwe levenshouding in voor die tijd zulke

ongebruikelijk felle bewoordingen laat zien.

2 Toon met verwijzingen naar bron II aan dat

Bronzino met zijn portret laat zien

- of hij een Renaissance-schilder was;

- of Lucrezia Panciatichi tot de maatschappelijke

elite van Florence behoorde en

- of Lucrezia Panciatichi van een zelfde houding

ten opzichte van het leven getuigt als Laura

Cereta (bron I).

RENAISSANCE Wetenschap

Rol van de Kerk

Middeleeuwen – Renaissance

Anatomie

TOETS

1994

BRON I

In de 15de eeuw werd in Duitsland het 'Handschrift

Augustea' vervaardigd, met daarin een afbeelding van

de zogenaamde 'Aderlaβmann'. Op de man zijn de

plaatsen aangegeven, waar een aderlating plaats kan

vinden. Deze plekken worden in de teksten eromheen

verbonden met sterrenbeelden en de stand van de

maan; aan de stand van de sterren in een bepaalde

periode van het jaar dacht men voorspellingen af te

kunnen leiden, dus ook of in een bepaalde maand een

bepaalde plek op het lichaam wel of niet gunstig was

voor een aderlating. Op de tekening zijn de longen

direct met de darmen verbonden.

BRON II

De Italiaanse wetenschapper Bartolomeo Eustachi

(begin 16de eeuw-1574) stelde een boek ('Opuscula

Anatomica') samen van zijn studies van het

menselijk lichaam, met daarbij door hemzelf

gemaakte illustraties. Bij onderstaande illustratie

stond een uitleg over de rompholte.

1 In de tijd van de Renaissance gingen wetenschappers op een andere manier wetenschappelijk onderzoek

doen dan in de Middeleeuwen. Leg het verschil uit.

2 Met behulp van bron I kun je aantonen dat veel medische kennis in de Middeleeuwen niet gebaseerd was

op goed wetenschappelijk onderzoek. Toon dat aan met twee voorbeelden uit deze bron, één uit de

toelichting en één uit de afbeelding.

3 Leg met behulp van bron II uit dat Eustachi een voorbeeld is van hoe de wetenschappers in de

Renaissance-tijd te werk gingen.

RENAISSANCE Carpe diem

Anatomie

Wetenschap

TOETS

2004

BRON

Schilderij (circa 1569) van de Italiaanse kunstenaar Bartolomeo Passerotti, met als titel: 'Anatomische les,

onderwezen door Michelangelo aan de kunstenaars van zijn tijd'.

1 Het levensgevoel van de mensen in de Renaissance-tijd wordt wel aangegeven met de uitdrukking 'carpe

diem'. Leg uit wat we met deze uitdrukking bedoelen.

2 Michelangelo (midden op het schilderij, in zwarte kleding) was een van de beroemdste kunstenaars uit

zijn tijd. Leg nu uit dat je de door Passerotti afgebeelde scène in verband kunt brengen met het

levensgevoel van 'carpe diem'.

3 Waarom wilden de kunstenaars in de tijd van de Renaissance kennis hebben van anatomie?

4 Leg uit dat kunstenaars uit de Middeleeuwen geen anatomische kennis konden opdoen op de manier

waarop Renaissance-schilders die kennis (getuige het schilderij van Passerotti) verwierven. Verwijs in je

antwoord naar het schilderij.

RENAISSANCE Machiavelli

Humanisme

TOETS

218

BRON

In 1513 schreef Niccoló Machiavelli, politicus en filosoof uit Florence, het boek 'Il Principe', waarin hij

bespreekt aan welke eisen een goede vorst/heerser moet voldoen.

"Is het beter meer geliefd dan gevreesd te zijn of meer gevreesd dan geliefd? U zou kunnen antwoorden dat men

zou moeten wensen beide te zijn, maar het is veel veiliger om meer gevreesd dan geliefd te zijn als één van deze

twee gekozen moeten worden (…) In het algemeen zijn de mensen ondankbaar, wispelturig, vals, laf,

hebzuchtig. Zolang als u succes heeft, behoren ze u volledig toe (…) De mensen hebben minder scrupules om

iemand te krenken die geliefd is dan iemand die gevreesd is, want genegenheid wordt in stand gehouden door

een band van verplichting die (…) bij elke gelegenheid verbroken wordt, maar vrees behoedt je door een angst

voor bestraffing die nooit faalt.

U moet dan weten dat er twee methodes zijn om te vechten, de ene volgens de wet, de andere met geweld: de

eerste is die van mensen, de tweede van beesten; maar naarmate de eerste methode vaak onvoldoende is, moet

men zijn toevlucht nemen tot geweld. Het is daarom voor een vorst noodzakelijk om goed te weten hoe zowel

het beest als de mens gebruikt moet worden (…) Een verstandige heerser behoort niet zijn woord te houden, als

het zo doende tegen zijn belangen zou zijn en wanneer de redenen, waardoor hij zichzelf verplicht heeft, niet

langer bestaan. Als alle mensen goed zouden zijn, zou dit voorschrift niet goed zijn; maar omdat zij slecht zijn en

zich tegenover u niet aan hun woord houden, bent u niet gehouden uw woord jegens hen te houden."

1 In welk opzicht vormde het beeld dat Machiavelli gaf van de ideale vorst een breuk met het denken in

de Middeleeuwen over de plaats van de vorst? Leg je antwoord uit.

2 Beoordeel aan de hand van de bron of Machiavelli in de traditie staat van andere humanistische

geleerden in de tijd van de Renaissance, zoals bijvoorbeeld Erasmus. Leg je antwoord uit.

RENAISSANCE Wetenschap

Anatomie

TOETS

143

BRON

Pagina uit een medische publicatie van de Engelse chirurg John of Arderne, 1412. Midden onder op de bladzijde

staat een drietal chirurgische instrumenten, in de marge aan de linkerkant zijn verschillende huidziektes afgebeeld.

1 Maak duidelijk je het kenmerkende van de wetenschap in de tijd van de Renaissance kunt aantonen met

bovenstaande publicatie van John of Arderne .

2 De publicaties van geneeskundigen als Arderne zijn van grote betekenis geweest voor de beeldende kunst

in de Renaissancetijd. Leg dat met behulp van bovenstaande bron uit.

RENAISSANCE Wetenschap

Anatomie

Boekdrukkunst

Verschil met Middeleeuwen

TOETS

1810

BRON I

In het midden van de veertiende eeuw werd in Londen de zogenaamde

'Holkham Bible' gemaakt. Daarin wordt het Bijbelverhaal vooral met behulp

van afbeeldingen verteld, de hoeveelheid tekst is beperkt. Op onderstaande

bladzijden staat het Bijbelverhaal van Adam en Eva in het paradijs afgebeeld.

BRON II

Afbeelding uit het boek 'De

humani corporis fabrica'

(1543) van de Brabantse arts

Andreas Vesalius (1514-

1564), op basis van

onderzoek dat hij in de

Italiaanse stad Padua

verrichtte.

1 Je kunt beide bronnen (I en II) goed gebruiken als je het

verschil wilt aantonen tussen de Middeleeuwen en de

Renaissance als het gaat om de aandacht voor de menselijke

anatomie. Leg dat verschil uit door beide bronnen te

bespreken.

2 Als je kijkt naar het doel waarmee elk van beide afbeeldingen

(I, II) is gemaakt, kun je ook verklaren waarom dat verschil in

aandacht voor de menselijke anatomie tussen Middeleeuwen

en Renaissance bestaat. Leg dat uit.

3 Tussen de verschijning van de 'Holkham Bible' (14de eeuw) en

het boek van Vesalius (16de eeuw) werd in de 15de eeuw de

boekdrukkunst uitgevonden. Daarna nam het aantal mensen dat

kon lezen en schrijven snel toe. Leg nu uit waarom de

'Holkham Bible' (I) past bij de tijd dat de meeste mensen nog

analfabeet waren en 'De humani corporis fabrica' bij de tijd dat

het analfabetisme afnam.

RENAISSANCE Wetenschap

Anatomie

Elite

TOETS

1813

BRON

Voorpagina van het boek 'De humani corporis fabrica' (1543), het eerste

complete boek over de menselijke anatomie. De schrijver, de Brabantse

arts-anatoom Andreas Vesalius (1514-1564) deed daarin verslag van zijn

onderzoekingen in de Italiaanse stad Padua.

1 Vesalius kan je

beschouwen als een

vertegenwoordiger van hoe

in de tijd van de

Renaissance op een nieuwe

manier geprobeerd werd

(wetenschappelijke) kennis

te verwerven. Leg uit wat

daar nieuw aan was en

maak vervolgens duidelijk

dat je deze nieuwe manier

ook in de bron kunt zien.

2 Ook in een ander opzicht

dan de wetenschap laat de

afbeelding op de

voorpagina van het boek

van Vesalius zien dat we

midden in de Renaissance-

tijd zitten. Waaraan kan je

dat zien? Leg je antwoord

uit.

3 Het levensgevoel van de

Renaissance werd vooral

overgenomen door de

bovenlaag van de (Noord-

Italiaanse) samenleving.

Beoordeel of je dat in de

bron kunt terugvinden. Leg

je antwoord uit.

RENAISSANCE Wetenschap

Wetenschappelijke Revolutie

TOETS

1038

BRON

Afbeelding van een anatomische les door de Engelse arts en onderwijzer John Banister, circa 1580.

1 De houding van veel geleerden in de tijd van de Renaissance was heel anders dan in de Middeleeuwen.

Leg het verschil uit met behulp van het optreden van John Banister.

2 Wat zijn de twee belangrijkste kenmerken van de Wetenschappelijke Revolutie?

3 De Wetenschappelijke Revolutie wordt gekoppeld aan de zeventiende eeuw. Ga nu met behulp van de

bron na of je John Banister in zekere zin al een voorloper van de Wetenschappelijke Revolutie kunt

noemen. Leg je antwoord uit.

RENAISSANCE Gelaagde samenleving

TOETS

208

BRON I

Da Porto, een gezant van

Venetië, over de bevolking

van de stad Padova, 1528.

"Men kan niet over straat

lopen of stilstaan op een plein

of in een kerk, zonder dat een

menigte u omringt en bedelt

om een aalmoes. Men ziet de

honger op hun gezichten

afgetekend, hun ogen zijn als

doffe ringen; hun lichamen

zijn wrakkig: huiden die door

beenderen overeind gehouden

worden."

BRON II

Jaarinkomens van verschillende beroepen in Venetië, in de periode 1450-1500.

beroep jaarinkomen in lires

grote koopman 77.000

bisschop 73.000

stadsbestuurder 21.000

ambassadeur 12.500

professor 2.500

secretaris 900

scheepsbouwmeester 900

genie-officier 700

soldaat 150

arbeider 75

huisknecht 50

leerjongen scheepstimmerman 50

BRON III

Belastingtabel uit Florence, circa 1500.

De belasting bedroeg 0.5 % van het jaarinkomen van ieder gezin; de armsten hoefden geen belasting te

betalen

percentage huishoudingen hoogte van de jaarlijkse belasting

2% 10 of meer florijnen

16% 2 - 10 florijnen

54% ½ - 2 florijnen

28% geen belasting (te arm)

1 Welke conclusie kun je trekken uit bovenstaande bronnen (I, II, III) gezamenlijk met betrekking tot de

gelaagdheid in de Italiaanse steden tussen 1450 en 1550? Verwijs in je antwoord naar elk van de drie

bronnen.

2 Waarom kun je met bovenstaand bronnenmateriaal (I, II, III) aantonen dat de Renaissance-cultuur maar

een beperkte verspreiding had?

RENAISSANCE Beeld van de vrouw

Onderwijs

Middeleeuwse-Renaissance kunst

TOETS

288

BRON I

Leonardo Bruni (ca. 1369-1444), een Italiaanse politicus en geschiedschrijver, schreef circa 1405 een brief aan

Baptista Malatesta, een Renaissance-dichteres. Hieronder staat een fragment, volgend op een betoog dat

onderwerpen als wiskunde, sterrenkunde en redeneerkunst niet voor een vrouw geschikt zijn.

"Welke vakken dan zijn juist geschikt voor haar? In de eerste plaats heeft zij, als een onderwerp haar in het

bijzonder eigen, het hele gebied van de godsdienst en de ethiek. De geschriften van de Kerk zullen dus haar

ijverige bestudering opeisen. Een schrijver als bijvoorbeeld de Heilige Augustinus verschaft haar alle ruimte voor

eerbiedig maar ook geleerd onderzoek. Haar godsdienstige instinct kan er toe leiden dat ze de hulp en troost van de

nu levende geestelijken op waarde weet te schatten; maar laat haar in dit geval geen moment zwichten voor de

aandrang om hun geschriften in te zien, die, vergeleken met die van Augustinus, volslagen verstoken zijn van een

verstandige en welluidende stijl en mij geen enkele aantrekkingskracht schijnen te hebben.

Voorts hoeft de ontwikkelde christelijke dame zich in de studie van dit gewichtige onderwerp niet te beperken tot

kerkelijke schrijvers. Ethische kwesties voorwaar zijn behandeld door de nobelste geleerden van Griekenland en

Rome. Wat zij ons hebben nagelaten wat betreft Zelfbeheersing, Gematigdheid, Bescheidenheid, Moed,

Rechtvaardigheid, Grootsheid van de Ziel, vereist uw oprechte respect."

BRON II

De Kamerijk-madonna, geschilderd circa 1340.

BRON III

Portret van een jonge Venetiaanse vrouw door

Albrecht Dürer, 1505.

1 Leg met twee aan de brief van Bruni (I) ontleende argumenten uit dat zijn denkbeelden passen in het

tijdperk van de Renaissance.

2 Je kunt de Kamerijk-madonna (II) kenmerkend voor de Middeleeuwse kunst noemen en het Dürers

portret van de Venetiaanse vrouw (III) kenmerkend voor de Renaissancekunst. Leg met behulp van

deze twee bronnen de belangrijkste verschillen in thematiek en stijl tussen Middeleeuwse en

Renaissancekunst uit.

3 Bepaal met welk van beide portretten (II of III) het beeld van de vrouw dat Bruni (I) schetst het

meest overeenkomt. Leg je antwoord uit.

RENAISSANCE Koningschap

Absolutisme

TOETS

157

BRON

Baldassare Castiglione (1478-1529) beschreef in zijn 'Libro del Cortegiano' de indruk die de Spaanse koningin

Isabella van Castilië op haar tijdgenoten maakte.

"Alles wat we van haar weten bevestigt dat ze zo’n goddelijke manier van regeren had dat louter haar wens genoeg

leek om elke man te laten doen wat hij verondersteld werd te doen; zodat mannen, in hun eigen huizen en in het

verborgene, nauwelijks iets durfden doen waarvan zij dachten dat het haar zou kunnen ontstemmen; en dit was in

hoge mate het gevolg van het bewonderenswaardige oordeel dat zij aan de dag legde bij het herkennen en kiezen

van bekwame ministers voor die ambten, waarvoor ze hen van plan was in te zetten; en zo goed wist ze de

strengheid van de rechtspraak te combineren met de tederheid van genade en vrijgevigheid, dat er in haar tijd geen

enkele goede man was die klaagde dat hij door haar te weinig beloond was en evenmin een slechte man dat hij te

streng gestraft was. Onder de mensen ontstond dus een grote verering voor haar, die zowel uit liefde als uit angst

bestond, en een verering die zich zo in de hoofden van allen had vastgezet, dat het net leek dat zij allen

verwachtten dat zij vanuit de hemel op hen neerkeek en dat zij dachten dat zij hen vanaf daarboven zou prijzen of

berispen."

1 Waarom kun je uit bovenstaande beschrijving afleiden dat de stijl van regeren van koningin Isabella van

Castilië kenmerkend voor de tijd van de Renaissance was?

2 Leg uit wat we onder het absolute koningschap verstaan en ga vervolgens na of Isabella van Castilië

volgens de bron al aan het beeld van een absoluut vorst beantwoordde. Verklaar je antwoord.

RENAISSANCE Humanisme

Beeld van de Middeleeuwen

TOETS

1561

BRON

De vroege humanist Leonardo Bruni (circa 1370-1444) schreef in 1424 voor Baptista di Montefeltro, dochter van

de graaf van Urbino, een tractaat over de bestudering van literatuur. Hieronder staat de inleiding van dit werk.

"Ik ben er toe gebracht om dit tractaat aan u, doorluchtige vrouwe, te sturen door de grote reputatie waarmee uw

naam verbonden is op het gebied van de wetenschap; en ik bied het aan, deels als een uiting van eerbetoon voor

reeds verworven aanzien, deels als een aanmoediging voor verdere inspanning. Indien nodig zou ik u kunnen

aansporen met behulp van briljante voorbeelden uit de Oudheid: Cornelia, de dochter van Scipio, wier Brieven

eeuwenlang model stonden om hun stijl; Sappho, de dichteres, in hoge ere gehouden voor de weelderigheid van

haar dichtkunst; Aspasia, die door haar geleerdheid en welsprekendheid het waard was de levensgezellin van

Socrates te zijn. Op deze, de onderscheidenste van een lange reeks van grote namen, zou ik uw geest willen richten;

want een intelligentie als de uwe kan met niets minder dan het beste tevredengesteld worden. Uzelf mag trouwens

hopen een roem te verwerven, nog hoger dan die van hen. Want zij leefden in tijden, waarin geleerdheid geen

zeldzame verworvenheid was en daarom genoten zij geen bijzondere roem. Terwijl wij, helaas, in zulke tijden

terecht zijn gekomen dat een geleerde man nagenoeg een wonder schijnt en geleerdheid bij een vrouw iets

volslagen onbekends is. Want ware geleerdheid is onder ons bijna verdwenen. Ware geleerdheid, ik bedoel: niet

louter bekendheid met dat vulgaire, afgezaagde gekwetter dat diegenen die zich aan de theologie wijden tevreden

stelt; maar degelijke kennis in haar echte en erkende betekenis, dat wil zeggen, de kennis van echte zaken – Feiten

en Beginselen – verenigd tot een volmaakte vertrouwdheid met de Letteren en de kunst om je uit te drukken. Deze

combinatie nu vinden we bij Lactantius, bij Augustinus, of bij Hiëronymus; ieder van hen zowel een groot theoloog

als diepgaand bedreven in de letterkunde. Maar wend je van hen naar hun opvolgers van vandaag; hoe moeten we

ons schamen voor hun onkunde op het hele gebied van de Letteren!"

1 Stel dat je met een zin uit bovenstaande bron duidelijk wilt maken wat het humanisme uit de 15de en 16de

eeuw inhield, welke zou je dan kiezen? Leg je keuze uit.

2 Leg – met een verwijzing naar de bron – uit welk beeld van de Middeleeuwen in de tijd van de

Renaissance algemeen aanvaard was.

3 Welke kritiek kun je uitoefenen op het Renaissance-beeld van de Middeleeuwen dat uit bovenstaande bron

naar voren komt? Neem een concreet voorbeeld ter ondersteuning in je antwoord op.

RENAISSANCE Levensgevoel

Verschil met Middeleeuwen

Bouwkunst

Grieks-Romeinse cultuur

TOETS

1676

BRON I

De Notre Dame in Parijs, gebouwd tussen

1163 en 1345.

BRON II

Het Casa di Santa Brigida in Rome, gebouwd in de eerste helft

van de vijftiende eeuw.

1 Het levensgevoel van veel mensen in de tijd van de Renaissance verschilde nogal van dat van de mensen

in de Middeleeuwen. Leg uit welk verschil dat was.

2 Toon aan dat je dat verschil in levensgevoel van de Middeleeuwen en de Renaissancetijd terugvindt in de

architectuur van respectievelijk de Notre Dame (I) en het Casa di Santa Brigida (II).

3 Waarom kun je het Casa di Santa Brigida (II) gebruiken om aan te tonen dat de Renaissance een

'wedergeboorte van de Grieks-Romeinse cultuur' was?

RENAISSANCE Humanisme

Zelfbewustzijn

Carpe diem

Rol van de Kerk

TOETS

1809

BRON

Leonardo Bruni (1374-1444), een Italiaanse geleerde, schreef onder meer het werk 'De Studiis et Litteris';

hieronder staat een fragment.

"Maar we moeten niet vergeten dat het ware aanzien verworven kan worden door een brede en gevarieerde serie

studies die kunnen bijdragen aan een nuttig genieten van het leven, waarbij we echter de juiste verhouding in acht

moeten nemen wat betreft de aandacht en de tijd die we aan hen besteden. Als eerste onder zulke studies plaats ik

Geschiedenis: een onderwerp dat in geen geval verwaarloosd moet worden door iemand die naar ware beschaving

streeft. Want het is onze taak om de oorsprong van onze eigen geschiedenis en haar ontwikkeling te begrijpen; en

de roemvolle daden van Volkeren en van Koningen. Want de zorgvuldige bestudering van het verleden vergroot

ons inzicht in de aangelegenheden van onze eigen tijd en verschaft aan burgers en aan vorsten aansporende en

waarschuwende lessen over de manier waarop het bestuur geregeld wordt. Ook ontlenen wij aan de Geschiedenis

onze voorraad aan voorbeelden van zedelijke gedragsregels (…) De grote redenaars uit de Oudheid moeten er in

ieder geval ook bij horen. Nergens vinden we de deugden zo gloedvol opgehemeld, de ondeugden zo heftig

afgekeurd (...) Verder ontlenen wij aan de welsprekendheid onze voorraad van die elegante of treffende manieren

om ons uit te drukken, die met zoveel effect gebruikt worden in literaire verhandelingen. Ten slotte vinden we in

de welsprekendheid die rijke woordenschat, die heldere vloeiende stijl, die geestdrift en kracht, die voor ons van

onschatbare waarde zijn zowel bij het schrijven als in het gesprek."

1 Je kunt het levensgevoel van de mensen in de Renaissance omschrijven met de term 'zelfbewustzijn'.

Leg uit dat je dit zelfbewustzijn in de woorden van Leonardo Bruni tegenkomt.

2 Het levensmotto van de Renaissance was: 'carpe diem'. Leg uit dat je uit de woorden van Leonardo

Bruni de conclusie kunt trekken dat dit vooral gold voor de bovenlaag van de samenleving.

3 Als het gaat om de vraag hoe je je in de samenleving fatsoenlijk gedraagt, volgens wat Bruni "zedelijke

gedragsregels" noemt, zal de kerk niet blij zijn geweest met diens opvattingen. Leg uit:

- welke opvatting Bruni over "zedelijke gedragsregels" had;

- waarom de kerk deze opvatting afgewezen zal hebben.

4 De term 'Middeleeuwen' als periode tussen de Oudheid (tot in de 5de eeuw) en de Moderne Tijd (vanaf

de 15de eeuw) is ontstaan in de tijd van de Renaissance; de term was heel duidelijk negatief, afkeurend

bedoeld. Hoe laat Leonardo Bruni in zekere zin blijken dat ook hij de Middeleeuwen niet zo belangrijk

vond?

RENAISSANCE Schilderkunst

Grieks-Romeinse cultuur

Verschil met Middeleeuwen

TOETS

1873

BRON I

Schilderij van de Italiaanse schilder Paolo da San

Leocadio (1447-1520), getiteld 'Madonna met kind en

Johannes de Doper'.

BRON II

Schilderij van de Italiaanse schilder Cesare da Sesto

(1477-1523), getiteld 'Madonna met kind en

Johannes de Doper'.

1 De Renaissance-kunstenaars lieten zich inspireren door de cultuur van de Grieken en de

Romeinen. Hoe vind je deze inspiratiebron in de schilderijen van Da San Leocadio (I) en Da

Sesto (II) terug? Je kunt met één antwoord voor beide werken volstaan.

2 Beide schilderijen (I, II) laten zien dat het verschil tussen de kunst uit de Middeleeuwen en de

Renaissance niet verabsoluteerd moet worden. Toon dat aan.

3 Beredeneer welk van beide schilderijen (I of II) het best gebruikt kan worden om het verschil

tussen de Middeleeuwse en de Renaissance-kunst te verduidelijken.

RENAISSANCE Vergelijking Middeleeuwse kunst

Boekdrukkunst

Contra-Reformatie

TOETS

1925

BRON I

Schilderij, tussen 1300 en 1305 gemaakt door

een anonieme schilder, die in de

kunstgeschiedenis de naam Meester van Forlì

gekregen heeft. Het schilderij beeldt de

kruisafname ('descendimiento') van Jezus uit.

BRON II

Schildering uit omstreeks 1545 door de Italiaanse

kunstenaar Daniele da Volterre (1509-1566) in een kerk

in Rome, de 'Trinità dei Monti'. Het beeldt de

kruisafname van Jezus uit.

1 Beide kunstwerken (I en II) beelden hetzelfde religieuze thema uit. Beredeneer dat het werk van de

Meester van Forlì kenmerkend is voor de Middeleeuwen en dat van Da Volterra voor de zestiende eeuw.

Verwijs in je antwoord steeds naar de bronnen.

2 Kunstwerken hebben vaak ook een maatschappelijke functie. Toon dat aan door

a eerst uit te leggen dat je die functie voor het werk van de Meester van Forlì (I) kunt verbinden

met het gegeven dat de boekdrukkunst nog niet is uitgevonden en

b vervolgens te beredeneren dat de schildering van Da Volterra (II) goed paste bij de destijds

beginnende Contra-Reformatie.

RENAISSANCE Schilderkunst

Perspectief

Anatomie

God t.o. mens

TOETS

1992

BRON I

Afbeelding uit een Middeleeuws manuscript

(handschrift) van Maria en Kind (Jezus).

1 Het begrip 'Renaissance' heeft twee betekenissen. Schrijf ze alle twee op.

2 Middeleeuwse kunstenaars hadden geen aandacht voor anatomie, Renaissance-kunstenaars juist wel.

Maak duidelijk dat je de twee bronnen (I, II) kunt gebruiken om dat aan te tonen; gebruik uit elk van

beide bronnen één voorbeeld.

3 Middeleeuwse kunstenaars kenden de techniek niet om perspectief in hun schilderijen aan te brengen,

Renaissance-kunstenaars kenden die techniek wel. Maak duidelijk dat je dat kunt aantonen met behulp

van de twee bronnen (I, II).

4 In de Middeleeuwen stond God in het middelpunt van de belangstelling, in de Renaissance was dat de

mens. Dat kun je heel goed zien aan de manier waarop Jezus in de twee bronnen (I, II) is afgebeeld. Leg

dat uit.

BRON II

Schilderij uit 1502 van de Italiaanse kunstenaar

Raphael (1483-1520), getiteld 'Madonna (Maria) en

Kind (Jezus) met Boek'.