ruben scheps en lisa schniedewind - wordpress.com · 2017-03-27 · ruben scheps en lisa...
TRANSCRIPT
Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
Fioretti College Lisse
6 VWO
14 oktober 2016
Onder begeleiding van: Mevrouw van der Vlugt
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
2
Voorwoord De keuze voor een onderwerp voor profielwerkstuk is best moeilijk. Het moet een
onderwerp zijn wat je aanspreekt, waar je veel over kunt vertellen en waar je je graag
in wilt verdiepen. Voor het profielwerkstuk hadden wij (Lisa Schniedewind en Ruben
Scheps) beiden een eigen onderwerp gekozen. Ruben had het over de invloed van
speeksel op bacteriën en Lisa over welke invloed maag
zuur heeft op bacteriën. Later werd besloten dat we deze onderwerpen goed konden
samenvoegen tot één onderwerp, namelijk: De invloed van maagzuur en speeksel op
bacterie-activiteit. Ook is er voor dit onderwerp gekozen omdat het veel te bieden
heeft. Er is veel informatie te vinden over de afweer van het menselijk lichaam en bij
dit onderwerp was het mogelijk een proef uit te voeren.
Onze interesse ligt bij het vak Biologie. We verdiepen ons graag in het menselijk
lichaam en zouden daarom ook Geneeskunde willen studeren. Vooral het onderwerp
afweer spreekt ons aan. Het afweersysteem bevindt zich in het hele lichaam. Onder
andere je huid, speeksel, darmen en maag maken hier deel van uit. We vinden het
erg fascinerend om te bestuderen hoe het lichaam zich op zo veel verschillende
manieren beschermt tegen indringers.
We willen de volgende personen bedanken voor hun hulp bij het realiseren van ons
profielwerkstuk:
Mevr. van der Vlugt voor de uitstekende begeleiding bij ons profielwerkstuk. Er is
altijd ruimte geweest voor overleg. Ook heeft ze onze stukken altijd met veel
zorgvuldigheid nagekeken.
Mevr. de Vries voor het helpen bij het practicum. Ze heeft al het benodigde materiaal
besteld en ons begeleid bij het reinkweken van de bacteriën en het hoofdonderzoek.
De werknemers in het Medisch Microbiologisch Laboratorium van het Alrijne
ziekenhuis in Leiden samen met Sandra Cozijn, voor het identificeren van de
bacteriën, de gramkleuring en het begeleiden van de proef.
Sandra Cozijn voor het uitlenen van het boek ‘Microbiology - second edition’ van
Cynthia Friend Norton.
Marloes van Klink, student Geneeskunde, voor het uitlenen van het boek ‘Speeksel
en speekselklieren - Betekenis voor de mondgezondheid’ van E.C.I Veerman en A.
Vissink. Wij hebben erg veel informatie verkregen uit dit boek.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
3
Ruben Scheps 6V2
Lisa Schniedewind 6V3
Biologie
14 oktober 2016
Mevrouw van der Vlugt
Mevrouw de Vries
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
4
Inhoudsopgave Inleiding ……………………………………………………………………………….........p.7-8
Hoofdstuk 1: Wat zijn de functies van speeksel en maagzuur?..........................p.9-15
1.1: Inleiding………………………………………………………………………………...p.9
1.2: Welke functies heeft de maag?...........................................................................p.9-11
1.3: Welke functies heeft speeksel?...........................................................................p.12-15
Hoofdstuk 2: Wat zijn de actieve stoffen in speeksel tegen bacteriën?.............p.16-26
2.1: Inleiding……………………………………………………………....…………..……p.16
2.2: Bacterie dodende eiwitten in speeksel……………………………………....……..p.17-20
2.2.1: Lysozym…………………………………………………………………….….p.17-18
2.2.2: Lactoperoxidase…………………………………………………………….…p.18-19
2.2.3: Chitinase…………………………………………………………………..…...p.19
2.2.4: Lactoferrine………………………………………………………………….....p.20
2.3: Bacterie dodende peptiden in speeksel……………………………………....……..p.21-23
2.3.1: Histatinen…………………………………………………………………..……p.21
2.3.2: Defensinen…………………………………………………………………..….p.21
2.3.3: LL-37, cathelicidine………………………………………………………..…...p.21-23
2.4: Bacterie dodende mucinen in speeksel……………………………………....……..p.24-26
2.4.1: Inleiding……………………………………………………………………...…..p.24
2.4.2: MUC5B………………………………………………………………………......p.24-25
2.4.3: MUC7…………………………………………………………………………….p.25
2.4.4: Bestrijding van micro-organismen………………………………………..…...p.26
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
5
Hoofdstuk 3: Hoe ontstaan bacterie-infecties in de mond en het maag-
darmkanaal……………………………………………………..………………..………….p.27-35
3.1: Inleiding………………………………………………………………..………………...p.27
3.2: Mondinfecties…………………………………………………………………………....p.27-29
3.2.1: Normale flora van de mond…………………………………………………...p.27-28
3.2.2: Mondinfecties door endogene bacteriën………………………………...…..p.28
3.2.3: Mondinfecties door exogene bacteriën……………………………………....p.28-29
3.2.4: Bestrijden van mondinfecties…………………………………………….…....p.29
3.2.5: Voorkomen van mondinfecties…………………………………………..…….p. 29
3.3: Infecties van het maag-darmkanaal………………………………………….……….p.30-35
3.3.1: Normale flora van het maag-darmkanaal……………………………….…….p.30-31
3.3.2: Infecties van het maag-darmkanaal door bacteriën………………….………p.31-33
➢ Salmonella…………………………………………………………………….……...p.31-32
➢ Bacillaire dysenterie………………………………………………………..………..p.32
➢ Cholera………………………………………………………………………………..p.32
➢ Escherichia coli……………………………………………………………………….p.33
3.3.3: Werking van maagzuur op bacteriën………………………………...………...p.34
3.3.4: Andere verdedigingen van het maag-darmkanaal……………………..……..p.34-35
3.3.5: Bestrijding van bacteriële maag-darminfecties……………………….……….p.35
Hoofdstuk 4: Hoe lang duurt het voordat speeksel en maagzuur de bacterie
Staphylococcus xylosus doodt?................................................................................p.36-56
4.1: Inleiding……………………………………………………………………………..........p.36
4.2: Het practicum……………………………………………………………………..……...p.37-50
4.2.1: Hoofdvraag/hypothesen………………………………………………...……….p.37
4.2.2: Materiaal en methode…………………………………………………...……….p.38-50
➢ Voorbereiding…………………………………………………………….…………...p.38
➢ Onderzoek Alrijne ziekenhuis Leiden………………………………...…….…...….p.39
➢ Gramkleuring……………………………………………………………………….….p.39
➢ Bruker MALDI-TOF microflex…………………………………………….………….p.43-44
➢ Staphylococcus xylosus……………………………………………………….……..p.44-45
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
6
➢ Proef 1: invloed van speeksel en maagzuur op bacteriën…………….………….p.46-47
➢ Proef 2: invloed van kippeneiwit op bacteriën…………………………………......p.47-48
➢ Materiaal proef 1 ………………………………………………………………………p.49
➢ Materiaal proef 2……………………………………………………………………….p.50
4.3: De resultaten……………………………………………………………………………...p.51-56
4.3.1: Resultaten gramkleuring…………………………………………………………...p.51
4.3.2: Resultaten bacterie-identificatie………………………………………...……….p. 51
4.3.3: Resultaten proef 1 (Maagzuur en Speeksel)…………………………….……..p.52-54
4.3.4: Resultaten proef 2 (Kippeneiwit)……………………………………………..…..p.55-56
Conclusie…………………………………………………………………………..………..….p.57-58
➢ Deelvraag 1: Wat zijn de functies van speeksel en maagzuur?..........................p.57
➢ Deelvraag 2: Wat zijn de actieve stoffen in speeksel tegen bacteriën?...............p.57
➢ Deelvraag 3: Hoe ontstaan bacterie-infecties in de mond en maag?...................p.57
➢ Deelvraag 4: Hoe lang doen speeksel en maagzuur erover om bacteriën te
doden?..................................................................................................................p.58
➢ Conclusie proef 2: Zorgt lysozym, verkregen uit kippeneiwit, daadwerkelijk voor
afname van kolonie-vormende bacteriën bij de bacterie Staphylococcus epidermis?
……………………………………………………………………………………………p.58
Discussie……………………………………………………………………………….……....p.59-61
➢ Proef 1: Speeksel………………………………………………………………….….p.59
➢ Proef 1: Maagzuur………………………………………………………………..…...p.60
➢ Beide proeven………………………………………………………………….….…..p.60
➢ Proef 2: Kippeneiwit………………………………………………………………..….p.61
Nawoord…………………………………………………………………………….…………...p.62
Literatuurlijst……..……………………………………………………………………….…….p.63-66
Logboek………………………………………………………………………..……………….p.67-70
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
7
Inleiding Speeksel, het slijmerige spul in de mond waar de mens meer van gaat produceren
wanneer het lekker eten ruikt. Men staat er eigenlijk niet bij stil dat het voor veel
micro-organismen, zoals bacteriën, het eerste obstakel is dat zij moeten zien te
overwinnen om het menselijk lichaam binnen te dringen. Zonder speeksel zou onze
mond een paradijs zijn voor bacteriën en schimmels: heerlijk warme, vochtige lucht
en drie keer op een dag nieuwe voedingsstoffen. Speeksel houdt deze indringers op
afstand met een aantal elementen, deze worden onder andere in dit profielwerkstuk
behandeld.
Brandend maagzuur is een zeer bekend fenomeen. Het is een aandoening waar
minstens 1 op de 5 Nederlanders wekelijks last van heeft 1. De televisie staat vol met
reclames over producten als Zantac en Gaviscon, producten die het brandend
maagzuur tegengaan. Maagzuur wordt door de mens vaak als negatief gezien. Dit is
een veelvoorkomend misverstand. Het hebben van teveel maagzuur zorgt vrijwel
nooit voor klachten. Het omhoog stromen van het maagsap in de slokdarm zorgt voor
de klachten. Ook veel mensen weten niet wat voor belangrijke functies maagsap voor
het lichaam heeft, zoals: het verteren van voedsel en het bestrijden van micro-
organismen. Naar dit laatste heeft een uitgebreid literatuuronderzoek
plaatsgevonden, bijvoorbeeld over hoe bacteriële infecties in de mond en het maag-
darmkanaal worden voorkomen. Ook werd met behulp van een practicum de tijd
onderzocht die maagzuur en speeksel nodig hebben om bacteriën te vernietigen.
Speeksel en maagzuur zijn dus twee belangrijke vloeistoffen voor het lichaam.
Beiden vervullen hun taak in het afweersysteem bij het bestrijden van bacteriën en
andere micro-organismen. In dit onderzoek is een van de doelen: te onderzoeken
welke actieve stoffen speeksel bevat. Met behulp van het onderzoek worden de
volgende vragen beantwoordt.
Wat zijn de functies van speeksel en maagzuur?
Wat zijn de actieve stoffen in speeksel tegen bacteriën?
Hoe ontstaan bacterie-infecties in de mond en het maag-darmkanaal?
Hoelang duurt het voordat speeksel of maagzuur de bacterie Staphylococcus xylosus doodt?
De vraag die al deze vragen samenvoegt, leidde tot de onderzoeksvraag: Hoe
werken speeksel en maagzuur afwerend tegen bacteriën?
1 Maagzuur.nl, http://www.maagzuur.nl/
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
8
De laatste deelvraag wordt beantwoord met behulp van het onderzoek. Waarbij een
bacteriesuspensie in aanraking kwam met maagzuur (HCl) of speeksel, elk met een
verschillende tijdsduur van blootstelling aan speeksel of HCl.
Voor het onderzoek werd verwacht dat speeksel en maagzuur binnen een tijdsbestek
van 3 tot 5 uur de meeste bacteriën doden.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
9
Hoofdstuk 1: Wat zijn de functies van speeksel en maagzuur? 1.1 Inleiding
Als er aan de maag of speeksel gedacht wordt, wordt er vaak een verband gelegd
met eten. De maag staat dan ook bekend om zijn functie: verteren van voedsel. De
maag ligt hoog in de buikholte, vlak onder het middenrif ook wel diafragma. De
maagwand bestaat uit drie lagen: de spierlaag, hiermee kan de maag het voedsel
fijnkneden, de bindweefsellaag, hierin bevinden zich bloedvaten die de maag van
bloed en voedingsstoffen voorziet en de slijmvlieslaag, deze laag produceert
maagsap en beschermt de maag tegen het zure maagsap. De dikte van de
spierlaag, bindweefsellaag en slijmvlieslaag bij elkaar is ongeveer een halve
centimeter.
Speeksel is een stof die veel mensen onderschatten. Het lichaam heeft deze
vloeistof hard nodig, we komen hier eigenlijk pas achter als de speeksel uitscheiding
tijdelijk even stopt. In een spannende situatie bijvoorbeeld, als de mens zenuwachtig
is merkt hij dat aan zijn of haar droge keel.
1.2 Welke functies heeft de maag?
Wanneer de mens eten proeft, op eten kauwt of het ziet of ruikt, wordt de
maagsapsecretie via de 10e hersenzenuw op gang gebracht. Deze zenuwfase is de
aanzet voor klier uitscheidingen. Dit wordt vervolgens voortgezet door hormonale
fase, er wordt gastrine geproduceerd. Gastrine is een hormoon die de
maagzuurproductie aanzet. Gastrine wordt afgegeven door G-cellen in het antrum,
onderste deel van de maag, het portiergedeelte (zie figuur 1) 2. G-cellen zijn
gespecialiseerde cellen die zich bevinden in de maagwand. De maag is bedekt met
maagsapklieren. Deze klieren hebben de vorm van holten, deze holten zijn bedekt
met verschillende soorten celtypen. Elk celtype scheidt zijn eigen stof uit. G-cellen
scheiden gastrine af, hoofdcellen pepsinogeen, nekcellen slijm en wandcellen
vormen het maagzuur 3.
2 Prof. Dr. A.J.P.M. Smout. (2008). Bouw en werking van het maagdarmkanaal.
http://www.spreekuurthuis.nl/themas/maagklachten/informatie/bouw_en_werking_van_het_maagdarmkanaal 3 Medicinfo. (2010). G-cellen - gastrine. http://www.medicinfo.nl/%7B68C82A96-883B-4369-A92E-
B10AFE12F66D%7D
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
10
Figuur 1 Anatomie van de maag
Gastrine wordt afgegeven als reactie op bepaalde prikkels:
1. Het uitrekken van de maag bij het nuttigen van een maaltijd
2. Eiwitten en aminozuren die de maag in komen
3. Stijging van de pH
Gastrine is een stof die via de bloedsomloop wordt vervoerd naar de klieren van de
maagkoepel en van het maagcorpus, de stof zet deze klieren aan tot het afscheiden
van maagsap.
Na smaakprikkels in de mond wordt er door de maagwand ook al voorbereidend
werk verricht. Terwijl de kliercellen maagsap produceren ontstaat er in de binnenste
maagwandlaag een sterkere doorbloeding door verwijding van de bloedvaten. De
hoofdcellen van de maagwand, de wandcellen in de kliertjes scheiden zoals gezegd
de stof; pepsinogeen uit. Pepsinogeen, een pro-enzym, kan worden omgezet tot
actieve peptase door middel van zoutzuur (product van de maagwandklieren).
Peptase kan door middel van hydrolyse eiwitten splitsen. Dit zorgt voor kleinere
eiwitten. Reactieproducten die hierbij ontstaan zijn ketens van tientallen aminozuren
groot. Hiermee vervult de maag zijn taak in het stelsel van vertering. De functie waar
men de maag meestal voor aan ziet.
De maag is een orgaan met veel meer belangrijke functies. De maag scheidt
verschillende stoffen af. Naast pepsinogeen levert de maag nog drie producten.
Water, slijm en zoutzuur (HCl).
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
11
Het slijm in de maag wordt voor het grootste gedeelte gemaakt door nekcellen, deze
bevinden zich in holten van maagklieren, in de maagwand. Het slijm werkt als een
bescherming tegen de inwerking van het maagzuur en verteringsenzymen.
Het maagsap. Het maagsap wordt onder andere gebruikt voor de afweer van
schadelijke chemische stoffen, veel chemische stoffen kunnen geneutraliseerd
worden door het maagsap. Maagsap bestaat uit maagzuur, spijsverteringsenzymen,
slijm en een intrinsieke factor. Dit is de stof die noodzakelijk is voor de opname van
vitamine B12 uit het voedsel in de dunne darm 4. Het maagsap bestaat voor het
grootste gedeelte uit maagzuur. Het maagzuur bestaat uit zoutzuur (HCl). Maagzuur
wordt geproduceerd door de maagwandklieren, cellen in het slijmvlies van de
maagwand. Net als de maag zelf heeft het maagzuur ook verschillende functies. Het
denatureert eiwitten en nucleïnezuren, waardoor deze hun ruimtelijke structuur
verliezen. Zo breekt het maagzuur voedingsdelen af tot kleinere delen. Eiwitten
worden in aminozuren gesplitst (gehydrolyseerd).
Als laatst zorgt het voor het vernietigen van veel soorten bacteriën. Een functie die
erg belangrijk is voor de gezondheid van de mens. Het zoutzuur in de maag kan
micro-organismen doden. Veel micro-organismen kunnen slecht leven in het zure
milieu van de maag.
4 Maagkanker.info. Maag. http://www.maagkanker.info/over-maagkanker/wat-is-maagkanker/de-
spijsvertering/maag/
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
12
1.3 Welke functies heeft speeksel?
‘Speeksel is een van de meest onderschatte lichaamsvloeistoffen. Het smeert de
keel, het breekt zetmeel af maar het bevat ook eiwitten die zijn betrokken bij de
bescherming van tanden, kiezen en zachte weefsels in de mond.’ 5
Speeksel wordt geproduceerd door speekselklieren. Het lichaam heeft drie
verschillende speekselklieren: de oorspeekselklier, deze ligt vlak voor het oor
(glandula parotis). De onderkaakspeekselklier, deze ligt aan de binnenkant van de
onderkaak (glandula submandibularis) en als laatst de ondertongspeekselklier, deze
ligt onder de tong en wordt toch wel als de bekendste speekselklier gezien (glandula
sublingualis)(zie figuur 2) 6.
Figuur 2 De drie speekselklieren
5 A. van Nieuw Amerongen en E.C.I. Veerman. (2004). Kennislink, Speeksel.
http://www.kennislink.nl/publicaties/speeksel
6 VUmc. Wat zijn speekselklieren? https://www.vumc.nl/afdelingen-themas/29879/6045690/7868408
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
13
Er bestaat dus niet één soort speeksel. Parotisspeeksel en tongspeeksel,
geproduceerd door de parotis en de glandula sublingualis, verschillen bijvoorbeeld
veel van elkaar. Toch zijn er bepaalde stoffen en eiwitten waaruit alle soorten
speeksel zijn opgebouwd (zie figuur 3ab) 7.
Figuur 3 a. Globale samenstelling van speeksel b. Eiwit samenstelling
parotisspeeksel
Veel mensen vergeten wat voor belangrijke functies speeksel heeft voor het lichaam.
Speeksel dient niet alleen voor het smeren van de keel. Speeksel speelt een rol bij
de spijsvertering, de afweer van indringers en het heeft een belangrijke
beschermende functie.
Allereerst de vertering van voedsel. Speeksel is de tweede stap in het
spijsverteringsysteem. Nadat het voedsel vermalen is, wordt het vermengd met
speeksel. Speeksel bevat een aantal verterings-enzymen, met als bekendste
amylase. Amylase is een enzym die de afbraak van zetmeel bevordert. Hiernaast
zorgt het speeksel er nog voor dat het voedsel gemakkelijk door de slokdarm glijdt.
Dit komt omdat speeksel beschikt over mucinen.
Een mucinemolecuul is als het ware een lange draad. Deze draad is opgebouwd uit
meerderde eiwitketens van elk meer dan 600 aminozuren lang, deze eiwitketens
gaan bindingen aan met koolhydraatketens.
7 E.C.I, Veerman & A, Vissink. (2008). Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid,
variatie in speeksel en klierspeeksel (p.27)
a. b.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
14
Koolhydraatketens zijn in staat water vast te houden en nemen veel ruimte in beslag
door hun brede vorm. Hierdoor heeft speeksel een hoge viscositeit en is het
slijmerig5.
Een andere belangrijke functie van speeksel is het bestrijden van micro-organismen.
Speeksel bevat veel eiwitten en peptiden die de mond beschermen tegen infecties.
Deze eiwitten binden aan bacteriën en voorkomen zo dat deze zich hechten aan
tanden of weefsels. Daarnaast bevat speeksel lysozym dat de celwand van bacteriën
aantast. Het celmembraan is kwetsbaar voor lysis, de bacterie kan dan opzwellen en
openbarsten. De pH van speeksel heeft ook invloed op een aantal soorten bacteriën.
De normale pH van het speeksel is 6.8, hierdoor worden acidogene bacteriën
(zuurproducerende) belemmerd en hebben zij meer moeite om zich te vermeerderen.
Speeksel heeft nog een beschermende functie. Je kunt deze beschermende functie
van speeksel onderscheiden in 5 processen. Allereerst heeft speeksel een
bufferende werking, want er zitten bicarbonaten (HCO3-), fosfaten en eiwitten in.
Speeksel buffert veranderingen in de zuurgraad in de mondholte. In deze zuurgraad
kunnen namelijk veranderingen optreden door bijvoorbeeld het eten van zuur
voedsel. Wanneer het zuurgehalte stijgt, stijgt de concentratie aan waterstofionen. Dit
zorgt ervoor dat de pH weer daalt. Het enzym koolzuuranhydrase zorgt voor een
reactie tussen bicarbonaat en waterstof. Om speeksel weer zijn normale pH waarde
te laten behalen reageren nog meer waterstofatomen en stijgt de pH. Fosfaten zijn
vooral belangrijk als bouwstof van het glazuur, maar hebben ook net als
bicarbonaten een bufferende werking door te reageren met waterstof. In speeksel
vindt ook mechanische reiniging plaats. Het speeksel voorkomt dat orale micro-
organismen de gelegenheid krijgen zich in de mondholte te vestigen en zich
vervolgens te binden aan de tand of kies. Dit doet speeksel doormiddel van zijn
spoelwerking. Nog een functie van speeksel is de bescherming tegen slijtage. Het
beschermt de mond tegen uitdroging en mechanische beschadiging door spreken en
kauwen.
Speeksel bevat belangrijke eiwitten die voor deze bescherming zorgen, mucinen.
Deze eiwitten voorkomen daarnaast dat speeksel wegstroomt uit de mond of dat we
ons voortdurend verslikken.
De- en remineralisatie, calcium en fosfaat ionen voorkomen dat glazuur oplost als het
zich in een zuur milieu bevindt en zorgen voor de regulatie van orale microflora.
5 A. van Nieuw Amerongen en E.C.I. Veerman. (2004). Kennislink, Speeksel.
http://www.kennislink.nl/publicaties/speeksel
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
15
Door omstandigheden in de mond, bijvoorbeeld temperatuur, aanvoer van
voedingsstoffen en vochtige oppervlakken kunnen bacteriën zich makkelijk
vermeerderen. Antimicrobiële eiwitsystemen in speeksel
kunnen infecties van micro-organismen voorkomen. Ze zorgen dat bacteriën in het
milieu van de mondholte moeizamer overleven.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
16
Hoofdstuk 2: Wat zijn de actieve stoffen in speeksel tegen bacteriën? 2.1 Inleiding
Een van de functies van speeksel is het bestrijden van indringers. Voor het afweerproces gebruikt speeksel verschillende actieve stoffen om micro-organismen als bacteriën te bestrijden (zie figuur 4) 8. Deze actieve stoffen worden afgegeven door de verschillende speekselklieren. Deze stoffen: eiwitten, peptiden en mucinen hebben allemaal hun eigen manier van werking. Antimicrobiële peptiden doden rechtstreeks vele bacteriën. Ze vormen samen met antimicrobiële eiwitten de eerstelijns verdediging van het mondweefsel. Eiwitten binden zich aan bacteriën, dit voorkomt dat de bacterie zich bindt aan tanden of weefsel. Mucinen kunnen zelfstandig als molecuul of in samenwerking met andere speekseleiwitten hechten aan vele soorten orale micro-organismen. Door de vorming van grote aggregaten, ophoping van verbonden stoffen, wordt het voor micro-organismen moeilijker zich te hechten aan weefseloppervlakken.
Figuur 4 Antimicrobiële eiwitten in speeksel
2.2 Bacterie dodende eiwitten in speeksel
8 Rijkers, G.T. (2014). Immunologie.
https://books.google.nl/books?id=YDiLNBtSxgEC&pg=PA187&lpg=PA187&dq=histatinen&source=bl&ots=4z2rgZS_og&sig=1tUMEYwccpcdbvshwFb3IUG_q-U&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwinwvOD4vjOAhWLPxoKHbXRDf0Q6AEIMzAE#v=onepage&q=histatinen&f=false
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
17
2.2.1: Lysozym
Lysozym is een eiwit met een bacterie verminderende werking die niet alleen in
speeksel te vinden is. Het wordt onder andere teruggevonden in traanvocht, bloed en
kippeneiwit. Uit dit laatste wordt vaak lysozym gewonnen, dit is bijvoorbeeld handig
bij het produceren van veel alcoholische dranken (het remt de groei van
melkzuurbacteriën in bijvoorbeeld bier).
Lysozym is een eiwit die zich, in de humane speekselklieren, vooral bevindt in de
intercalated duct cellen. Dit zijn cellen die een schakel vormen tussen een
afvoerkanaal en een acinus, dit is een cluster van cellen met een framboosachtige
structuur. Daarnaast zijn er nog kleine hoeveelheden lysozym te vinden in de
halvemaancellen. De absolute hoeveelheid van lysozym in de mond verschilt.
Zo zit in de creviculaire vloeistof (vloeistof tussen de tanden en de lip) 300 tot 400 µg
ml-1,in plaquevloeistof (tandplak) zit 110 tot 380 µg ml-1, in cervicaal slijm (het slijm uit
de keel) zit 166 µg ml-1 en in het totaal speeksel 20 tot 100 µg ml-1. Op de plekken
waar bacteriën zich graag nestelen zit meer lysozym dan in het totaalspeeksel en
hals (ongeveer 200 µg ml-1 meer).
Het omlijnde gedeelte, intercalated duct cellen (ID) bevat een hoge concentratie
lysozym en de stippen, sereuze acinus (SD) geven een lage concentratie aan. (zie
figuur 5) 9.
Figuur 5 Acinus van een speekselklier
9 E.C.I, Veerman & A, Vissink. (2008). Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid, antimicrobiële
eiwitten in speeksel (p.46)
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
18
Lysozym is een stof bestaande uit 123 aminozuren, waarvan de meest voorkomende
arginine en lysine zijn. Lysozym bevat een eigenschap die noodzakelijk is voor haar
antibacteriële werking. Lysozym is namelijk positief geladen, hierdoor bindt het zich
makkelijk aan de celwand van bacteriën, die negatief geladen is. Bacteriën bevatten
een celwand, deze zorgt voor stevigheid. De celwand voorkomt dat bacteriën, in
hypotone milieus als speeksel, opzwellen en openbarsten. De celwand van bacteriën
bevat lipoteichonzuur (LTA). LTA-moleculen zijn negatief geladen moleculen die aan
het celmembraan vast zitten. Als het positief geladen lysozym zich bindt aan het
negatief geladen lipoteichonzuur, gaat de celwand stuk. Dit geldt echter alleen voor
gram-positieve bacteriën. Deze bacteriën hebben namelijk maar 1 celwand, deze
celwand wordt compleet stuk gemaakt door lysozym. Gram-negatieve bacteriën
hebben meerdere lagen in hun celwand, hierdoor zijn ze sterker waardoor lysozym
de celwand alleen zwakker maakt. 10
Zonder de mechanische bescherming van de celwand verliest een bacterie zijn
stevigheid en is de bacterie kwetsbaar voor bijvoorbeeld lysis en andere bacterie
dodende stoffen in speeksel. Wanneer het membraan van de bacterie stuk gaat,
lekken er ATP-moleculen en co-enzymen naar buiten. Zo worden processen als
celdeling en eiwitsynthese bemoeilijkt en kan de bacterie sterven.
2.2.2: Lactoperoxidase
Lactoperoxidase is een eiwit dat samen met de de stoffen thiocyanaat en waterstof
peroxide de groei van bacteriën laat remmen. Lactoperoxidase heeft zijn naam te
danken aan melk “lacto”. Een van de enzymen werd namelijk voor het eerst
aangetoond in melk. Speeksellactoperoxidase komt uit de sereuze acinaire cellen
van de oorspeekselklier, glandula parotis (PAR) en de onderkaakspeekselklier,
glandula submandibularus (SM). ‘Sereuze’ is het karaktertype aan de cel. (zie figuur
6) 11
. ‘Sereuze’ betekent dat de klier dun, waterig slijm afscheid. Mukeuze klieren
scheiden namelijk dik slijm af.
10 Norton, C.F. (1986). Microbiology, Second Edition, Procaryotic Cell Structure (p. 84) 11 E.C.I, Veerman & A, Vissink. (2008). Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid. Vorming en
secretie van speeksel. (p.9)
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
19
Figuur 6 Indeling van speekselklieren naar celtypen
Lactoperoxidase is zoals gezegd een stof die met behulp van de stoffen thiocyanaat
en waterstofperoxide de groei van bacteriën kan remmen, voorbeelden hiervan zijn
Lactobacillus spec., Staphylococcus aureus, Streptococcus mutans en Escherichia
coli.
2.2.3: Chitinase
Chitinase is een eiwit die zijn taak vooral uitoefent in de mondholte. Het beschermt
de mondholte tegen kolonisatie van gisten en schimmels. Chitinase is een eiwit dat
door alle speekselklieren wordt afgescheiden. Het kan de celwand van schimmels en
bacteriën afbreken.
Een bekende aandoening is paradontitis. Paradontitis is een tandvleesontsteking.
Tandplak van de tanden en kiezen hebben een ontsteking gecreëerd in de rand van
het tandvlees. De ruimte die ontstaat wordt de ‘pocket’ genoemd. Bacteriën vestigen
zich in deze ruimte en het lichaam laat afweercellen en ontstekingseiwitten los, onder
andere chitinase. Paradontitispatiënten hebben dan ook een verhoogde chitinase
concentratie 12
.
12
Vaartjes, J.W. Tandarts.nl. Alles over paradontitis.
https://www.tandarts.nl/mondzorg/aandoeningen/parodontitis
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
20
2.2.4: Lactoferrine
Lactoferrine is een ijzerbindend eiwit. “Lacto” staat voor melk, het eiwit lactoferrine is
net als lactoperoxidase voor het eerst aangetoond in moedermelk. Even later is het
eiwit ook aangetoond in speeksel. Lactoferrine is net als lactoperoxidase afkomstig
uit de glandula parotis (PAR) en de glandula submandibularis (SM). Het eiwit is
vooral afkomstig uit de cellen van de intercalated duct. De intercalated duct, ook wel
‘ducts of boll’ is het gedeelte van een exocriene klier die rechtstreeks vanuit de
acinus (een cluster van cellen) naar een klierleiding loopt. Ook is het eiwit voor een
klein deel afkomstig uit de sereuze acinaire cellen zoals de halvemaancellen.
Halvemaancellen liggen als het ware als een kap over de muceuze acinaire cellen.
‘Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat bij de conventionele fixatie mucinen
bevattende granules stukgaan, waarna de cellen opzwellen door het grote volume
van de vrijgekomen mucinen. De opgezwollen muceuze cellen drukken de naburige
sereuze cellen weg uit de acinus, waardoor deze bovenop de acinus komen te liggen
als een kap of een halve maan’ 13
.
Een verhoogde lactoferrineconcentratie kan leiden tot de infectieziekte mastitis, dit is
een ontsteking van de melkklieren. Zoals gezegd is lactoferrine een ijzerbindend
eiwit, daarom behoort het tot de transferrinen, een groep ijzerbindende eiwitten. In
exocriene vloeistoffen zoals speeksel en traanvocht is lactoferrine in vrije vorm
aanwezig. Lactoferrine remt de bacteriegroei door het binden van Fe3+-ionen.
Bacteriën hebben Fe3+-ionen nodig voor hun groei. Ook houdt lactoferrine de
kolonisatie van de bacteriesoort Streptococcus mutans tegen door te voorkomen dat
deze zich hechten aan tandoppervlak. Bacteriën die in biofilms groeien (tandplak)
zijn hardnekkig. Lactoferrine is ijzerbindend en kan daarom Fe3+-ionen aan de
bacteriën onttrekken. Door de lage Fe3+-concentratie verlaten bacteriën de biofilm.
Enkele micro-organismen, schimmels en bacteriën waarvan de groei wordt geremd
door lactoferrine zijn: Candida albicans, Escherichia coli, Streptococcus mutans,
Aggregatibacter actinomycetemcomitans en Helicobacter pylori.
13 Veerman, E.C.I. & Vissink, A. (2008). Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid. Vorming en
secretie van speeksel. (p.9). http://assortiment.bsl.nl/files/702f3f2b-1ab7-4da8-80ac-b9add441e935/s…
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
21
2.3 Bacterie dodende peptiden in speeksel
2.3.1: Histatinen
Histatinen zijn peptiden bestaande uit 7 tot 38 aminozuren. Ze worden vooral
geproduceerd in de sereuze acinaire cellen van de glandula parotis en de glandula
submandibularis. Daarnaast nog in de halvemaancellen van de glandula
submandibularis en de glandula sublingualis. Ook komen ze voor in een groep
achterste tongklieren, de von-ebner-kliertjes. Deze bevinden zich onder papillen in de
tongspieren. De Von Ebner’s klier is een sereuze speekselklier, de secretie van deze
klier is dun en waterig.
Histatinen zijn actief tegen een breed aantal grampositieve en gramnegatieve
bacteriën. Bacteriën die de strijd verliezen tegen histatinen zijn: Streptococcus
mutans, Porphyromonas gingivalis, Aggregatibacter actinomycetemcomitans,
Pseudomonas aeruginosa en de Haemophilus (para)influenzae. Maar ook de
welbekende MRSA-bacterie, Staphylococcus aureus. De MRSA bacterie wordt vaak
overgedragen via de huid. Het kan voor infecties zorgen als zweren, abcessen en
longontsteking. Histatinen werken antibacterieel doordat ze gaten creëren in het
celmembraan van de bacterie.
2.3.2: Defensinen
Defensinen zijn peptiden van 30 tot 45 aminozuren lang. Defensinen zijn te
herkennen aan de drie S-S-bruggen. Door verschil in positie van de zwavelbruggen
zijn defensinen te onderscheiden in alfa- en beta-defensinen. Alfa-defensinen komen
voor in cellen in de dunne darm, genaamd neutrofielen (witte bloedcel) en
panethcellen. De beta-defensinen zijn vooral te vinden in de speekselklieren. Deze
defensinen worden uitgescheden door de gingivale keratinocyten (celsoort, deze
cellen liggen vaak dicht tegen elkaar aan) en de ductuscellen van de speekselklieren.
Defensinen zijn net als histatinen werkzaam tegen vele bacteriën, zoals
streptokokken, actinomyceten, Porphyromonas gingivalis maar ook de schimmel
Candida albicans.
2.3.3: LL-37, cathelicidine
LL-37 is een cathelicidine peptide die alleen voorkomt in zoogdieren. Cathelicidinen
peptiden worden geclassificeerd als antimicrobiële peptiden, genaamd AMPs.
Cathelicidinen en alle andere peptiden van de eerste verdedigingslinie hebben een
overeenkomst: ze bevatten een sterk geconserveerd prosegment, dit houdt in dat het
uiteinde van een deel van de aminozuren kan helpen bij het vouwen van het eiwit
molecuul.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
22
Wanneer een cathelicidine in de cel wordt opgeslagen, gebeurt dit in inactieve vorm.
De stof is dan precursor, dat wil zeggen dat het de uitgangsstof is, een stof die als
voorloper voor een andere stof dient. Het negatief geladen catheline in cathelicidine
vouwt om het negatief geladen peptidedeel heen, hierdoor wordt het afgeschermd.
Wanneer de peptide actief moet worden wordt catheline afgesplitst, vervolgens komt
de peptide vrij, dit gebeurt pas buiten de cel. Dit afsplitsen doet het enzym
proteïnase-3, een proteïnase-enzym dat vooral een rol speelt bij de productie van
antimicrobiële peptiden.
Tot nu toe is alleen de LL-37 cathelicidine peptide bekend in de mens. Zoals gezegd
behoort LL-37 cathelicidine tot de AMP’s (antimicrobiële peptiden) dit houdt in dat de
stof effectief micro-organismen doodt. LL-37 doodt een breed assortiment aan
bacteriën en schimmels namelijk:
Streptococcus sanguinis, groep A-streptokokken, Actinomyces naeslundii, Veillonella
atypica, Fusobacterium nucleatum, Eikenella corrodens en de paropathogene
bacteriën (ziekteverwekkende bacteriën rond het kaakbot en tandvlees) Prevotella
intermedia, Aggregatibacter actinomycetemcomitans, Treponema denticola,
Capnocytophaga spp., en Neisseria gonorrhoeae. Ook Candida albicans wordt
effectief gedood door LL-37, waarbij de membraandefecten uitgebreider zijn dan die
door histatinen worden veroorzaakt 14
.
LL-37 cathelicidine bestrijdt bacteriën en schimmels, maar heeft nog vele functies
binnen het afweersysteem.
- Neutralisatie LPS gram negatieve bacteriën
LL-37 kan lipopolysachariden (LPS) van gram negatieve bacteriën neutraliseren.
Lipopolysachariden komen voor in het buitenmembraan van gram-negatieve
bacteriën, het zijn grote moleculen bestaande uit een lipide en een sacharide. LL-37
neutraliseert LPS om het risico op septische shock te verlagen. ‘Septische shock is
een ernstige aandoening die het gevolg is van een grootschalige invasie van het
bloed met bacteriën (septikemie)’ 15
. Een septische shock treedt op wanneer LPS,
endotheelcellen en macrofragen grote hoeveelheden cytokinen uitscheiden. Het
immuunsysteem slaat op hol met als gevolg het verwijden van bloedvaten en het
dalen van de bloeddruk.
14 Veerman, E.C.I. & Vissink, A. (2008). Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid, Rol van
LL-37 bij gastheerverdediging. (p.63) 15 MedicInfo. (2009). Septische shock. http://www.medicinfo.nl/%7B70dc684b-b252-479a-a2af-
97db5a72872e%7D
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
23
- Huidgenezing
Bij verwonding is de LL-37 concentratie verhoogd. Wel is het zo dat er hogere
concentraties LL-37 nodig zijn bij bestrijding van bacteriën dan bij huidgenezing.
- Remming van apotose in neutrofielen
LL-37 gaat een binding aan met een receptor op de endotheelcellen. Met als gevolg
het stimuleren van angiogenese (= vorming van bloedvaten)1614
.
- Stimulatie van gen expressie in macrofragen
LL-37 zorgt ervoor dat de mate waarin transcriptie van DNA naar mRNA en translatie
van mRNA naar eiwitten toeneemt. Onder andere de expressie van genen die
coderen voor chemokinen. Chemokinen zijn familie van de cytokinen en worden
vooral losgelaten om leukocyten aan te trekken.
Verder zorgt LL-37 voor het stimuleren van neutrofielen, met als gevolg afgifte van
ontstekingsremmers en AMP (adenosinemonofosfaat).
14 Veerman, E.C.I. & Vissink, A. (2008). Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid, Rol van
LL-37 bij gastheerverdediging. (p.63)
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
24
2.4 Bacterie dodende mucinen in speeksel
2.4.1 Inleiding
Voor het beschermen van epitheel en mucosale weefsels is een slijmvlies nodig.
Mucosa is niet voor niets een synoniem voor slijmvlies. Het slijmvlies beschermt de
weefsels tegen een aantal factoren: uitdroging, agressieve stoffen en tegen micro-
organismen als bacteriën. Ook is het slijmvlies waterhoudend en maakt het de
weefsels elastisch. Mucinen zijn verantwoordelijk voor de bestanddelen die nodig zijn
voor deze beschermende eigenschappen.
2.4.2: MUC5B
MUC5B is een van de hoofdbestanddelen van speeksel. MUC5B is een molecuul dat
veel ruimte in beslag neemt. Dit komt doordat het mucine-molecuul een
draadvormige structuur heeft. Bestaande uit geglycosyleerde delen (verdichtingen)
en ‘naakte’ peptiden (zie figuur 7a) 16
. De glycosylering van mucinen bestaat uit een
aantal stapjes. Er wordt als eerst een verbinding aangegaan met galactosamine, een
aminosuiker. Vervolgens wordt de keten verder geglycosyleerd met galactose of
beëindigd met siaalzuur (zie figuur 7b).
Figuur 7 a. MUC5B molecuul b. Samenstelling van MUC5B
16 E.C.I, Veerman & A, Vissink. (2008). Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid, MUC5B
herkomst en opbouw.(p.69)
a. b.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
25
MUC5B is een mucine-molecuul dat graag bindt met water. Dit komt doordat het
molecuul uit veel koolhydraten bestaat (zie bron 7b) 16
. Koolhydraten bevatten OH-
groepen die met watermoleculen waterstofbruggen kunnen vormen. Hiermee maken
mucinen een oplossing slijmerig.
Bacteriën gebruiken de koolhydraten uit MUC5B als energiebron. Enzymen kunnen
de koolhydraten vrijmaken, waardoor ze worden opgenomen. Hier zijn wel veel
verschillende enzymen voor nodig omdat het zeer diverse koolhydraatketens zijn.
Een enkele bacterie kan niet al die verschillende enzymen aanzetten tot actie. Daar
is een samenwerking van bacteriën voor nodig. Hiermee wordt voorkomen dat een
enkel pathogene bacterie gaat domineren.
De zeer diverse koolhydraatketens trekken veel bacteriën aan die zich op orale
oppervlakken willen vestigen. Echter blijkt dat maar een beperkt aantal micro-
organismen rechtstreeks bindt aan MUC5B 17
.
2.4.3: MUC7
MUC7 is een molecuul met veel kleinere visco-elastische eigenschappen dan
MUC5B, dit omdat het veel kleinere afmetingen heeft en kortere koolhydraatketens
bevat. MUC7 is vooral te vinden in het submandibularis- (onderkaakspeeksel),
sublingualis- (ondertongspeeksel) en het lipspeeksel. Ook is het mucine af en toe te
vinden in palatumspeeksel (verhemelte). Je komt het maar weinig tegen in de
speekselkliertjes van de wang. MUC7 bindt aan een veel grotere groep micro-
organismen dan MUC5B. MUC7 kan als zelfstandig molecuul of in combinatie met
andere speekseleiwitten hechten aan veel verschillende soorten micro-organismen,
namelijk:
Streptococcus sanguis, Streptococcus oralis, Streptococcus gordonii, Streptococcus
mutans, Streptococcus sobrinus, Streptococcus cricetus, Actinomyces viscosus,
Actinomyces naeslundii en Actinomyces israelii.
16
E.C.I, Veerman & A, Vissink. (2008). Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid, MUC5B
herkomst en opbouw.(p.69) 17 Veerman, E.C.I. & Vissink, A. (2008). Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid, MUC5B
structuur en functie (p.72)
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
26
2.4.4 Bestrijding van micro-organismen
Doordat mucinen grote aggregaten (samenklontering van stoffen) vormen is het
moeilijk voor micro-organismen zich te hechten aan oppervlakken. Dit zorgt ervoor
dat micro-organismen als bacteriën dus niet in de mond blijven maar worden
afgevoerd naar de maag. In de maag worden ze verder bestrijdt door middel van
maagzuur. Mucinen voorkomen kolonisatie van micro-organismen.
Wanneer een bacterie zich dan toch aan het mondoppervlak heeft gehecht, hebben
de mucinen één taak: het schoonhouden van de mond. Door het verwijderen van
andere micro-organismen, wordt de groei van de gevestigde micro-organismen
geremd.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
27
Hoofdstuk 3: Hoe ontstaan bacterie-infecties in de mond en het maag-
darmkanaal?
3.1 Inleiding
Bacteriën zijn kleine procaryotische organismen die vaak in groepjes leven. Zij
worden als een van de eerste levensvormen op aarde gezien en zijn vanaf die tijd
verder geëvolueerd en uitgebloeid tot de gigantische diversiteit van soorten die we
nu kennen. Bacteriën leven overal op de aarde zelfs in de dikke ijspakken op
Antartica maar ook in hete zure bronnen, op de bodem van oceanen en zelfs aan de
binnenkant van kerncentrales (Deinococcus radiodurans) 18
. De mens bestaat voor
1013 uit cellen, terwijl er in de mens 1014 micro-organismen leven, waaronder heel
veel bacteriën. Zij zijn van enorm belang, de mens heeft ze nodig in allerlei voedsel
voor processen in ons lichaam, maar de mens gebruikt ze ook voor veel andere
doeleinden. Toch zijn niet alle bacteriën even nuttig voor de mens en is een deel van
de bacteriën zelfs gevaarlijk. In dit hoofdstuk worden bacteriën behandeld die in de
maag en mond-, darmflora pathogeen zijn voor de mens en wordt behandeld hoe het
afweermechanisme van het maag-darmkanaal werkt (met de nadruk op maagzuur).
3.2 Mondinfecties
3.2.1 Natuurlijke mondflora
Onder mondflora wordt verstaan: ‘Alle levende micro-organismen in de mondholte’.
Bacteriën in de mond kun je zien als een levend laagje dat de tanden, kiezen,
tandvlees, gehemelte en tong bedekt. De mondflora bestaat uit twee soorten
bacteriën: commensale- en transiënte bacteriën. Commensale bacteriën in de
mondflora zijn nuttig en goed voor de gezondheid van de mens, commensaal
betekent ook wel dat de bacterie in de mond kan leven zonder deze te schaden.
Deze bacteriën beschermen de mond tegen ontstekingen en voorkomen bederf van
de tanden en kiezen. Een groot deel van de bacteriën, transiënte bacteriën (bacterie
verblijft tijdelijk in het mondflora), is echter schadelijk, deze bevinden zich vaak in het
tandplak. Toch zorgt de mond voor een microbieel evenwicht, er is een evenwicht
tussen goede en slechte bacteriën. Wanneer schadelijke bacteriën in meervoud
voorkomen ontstaat er tandplak. De bacteriën die zich in dit tandplak bevinden zetten
suikers uit voedselresten om in zuren.
18
Artis Micropia. Deinococcus radiodurans. http://www.micropia.nl/nl/ontdek/microbiologie-van-tot-
z/deinococcus-radiodurans/#gref
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
28
Door deze vrijgekomen zuren lost het tandglazuur langzaamaan op. Dit heeft als
gevolg dat er gaatjes, ook wel cariës, ontstaan 19
.
3.2.1 Mondinfecties door endogene bacteriën
Bacteriën overheersen in onze mond over schimmels en protozoa (een restgroep
eencellige, eukaryotische micro-organismen, die niet behoren tot de planten,
schimmels en dieren) zowel in aantal als in belangrijkheid. Normaal leven zij in
symbiose met de mondflora, maar zodra het milieu verstoord wordt kunnen zij in
overmaat raken en voor ziekteverschijnselen zorgen. Dit kan bijvoorbeeld door een
dieet met veel suiker. Sommige bacteriën, zoals de Streptococcus mutans, vormen
plakkerige polymeren zoals dextran, een polysacheride bestaande uit verschillende
glucose-eenheden. Hierdoor ontstaat plaque, waaruit gaatjes kunnen ontstaan
(tanderosie). Een ander interessant voorbeeld is de ‘Loopgraafmond’ ook wel acute
necrotiserende ulcererende gingivitis (ANUG). ANUG kwam tijdens de eerste
wereldoorlog bij veel soldaten voor. Men ging er vanuit dat het een besmettelijke
ziekte was, maar dit bleek niet het geval. Door de slechte mondhygiëne gepaard met
emotionele stress sloegen Capnocytophaga gingivalis, C. ochraceae en C. sputigena
toe en veroorzaakten parodontitis (ontsteking van het tandvlees). Hierdoor verzwakte
het tandvlees en groeide de Eikenella corrodons, met als gevolg het doodgaan van
tandvlees, maar ook keel-, tandpijn en vermoeidheid. Het ontstond dus niet alleen
door de slechte mondhygiëne maar ook door de verhoogde stresshormonen die de
normale afweer en zo ook de symbiose met de natuurlijke mondflora verstoorde.
Deze verstoorde afweer door hormonale verandering zien we vaker terug bij
patiënten na een operatie of bij studenten in testperioden, deze mensen krijgen last
van ontstoken tandvlees of stinken ineens uit de mond. Zo is te zien dat door
verstoring van het natuurlijke milieu, bacteriën in de natuurlijke mondflora ineens voor
infecties kunnen zorgen 20
.
3.2.2 Mondinfecties door exogene bacteriën
Naast bacteriën in de natuurlijke flora, zijn er ook veel andere ziekteverwekkers
buiten ons lichaam. Er zijn ongeveer 50 bekende infectieziekten die zich kunnen
uiten in de mond. Dit kunnen virussen, parasieten, schimmels of bacteriën zijn.
Zodra een pathogene bacterie in de mond komt wordt hij van alle kanten aangevallen
met (voor hem) dodende stoffen (H2). Mocht hij het toch zien te overleven kan hij
verschillende ziekteverschijnselen veroorzaken.
19 Salusi. (2011). Mondflora: Goede & slechte bacteriën in je mond. https://www.salusi.nl/mondflora-
goede-slechte-bacterien-mond/ 20 Norton, C. F. (1986). Microbiology, Second Edition, Oral Disease (p. 454-473).
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
29
Zo veroorzaakt Corynebacterium diphteriae (difterie) laesies, beschadiging van
weefsel, in het tandvlees en op de tong en kan zorgen voor verlamming van het
gehemelte. Neisseria gonorrhoeae (goneroe) kan tandvleesontsteking en
mondslijmvliesontsteking veroorzaken. Staphylococcus aureus (Pharyngitis
Staphylococcosis) veroorzaakt voornamelijk keelontsteking maar kan zelfs
kaakbotontsteking, tandvleesontsteking en abcessen in de mond veroorzaken.
De meeste van deze bacteriële infecties ontstaan doordat de patiënt al een infectie
heeft op een andere plek in het lichaam 20
.
3.2.3 Bestrijding van mondinfecties
Wanneer iemand last heeft van een mondinfectie gaat hij meestal eerst naar de
tandarts omdat hij last heeft van pijn in de tong, wang, het tandvlees of tanden. De
tandarts zal kijken of hij de oorzaken van deze symptomen kan vinden door te
zoeken naar afwijkingen. Als een tandarts iets gevonden heeft kan hij het
bijvoorbeeld weg boren, snijden of de patiënt doorsturen naar het ziekenhuis voor de
kaakchirurg wanneer er grover werk gedaan moet worden, zoals een stuk bot
weghalen. Ook kan er in het ziekenhuis antibiotica voorgeschreven worden,
antibiotica die de bacterie bestrijdt. Tenslotte kan er nog een speciaal dieet
voorgeschreven worden, bijvoorbeeld een suiker-arm dieet, zo kunnen
zuurvormende bacteriën (acidogenen) van deze suikers geen zuur meer maken en
worden bijvoorbeeld gaatjes, tandplak en tanderosie voorkomen 20
.
3.2.4 Voorkomen van mondinfecties
Het probleem wordt opgelost wanneer de mens mondinfecties kan voorkomen,
simpel gezegd zijn er vijf belangrijke punten: orale hygiëne, door tanden en tong te
poetsen met fluoride, hierdoor ontstaat meteen een beschermende laag over de
tanden, flossen, spoelen met listerine en het eetpatroon aanpassen zodat er minder
suiker beschikbaar is voor bacteriën.
Als er aan deze vijf punten voldaan wordt is de kans op endogene mondinfecties
bijna 0% en zullen exogene mondinfecties ook minder snel ontstaan 20
.
20 Norton, C. F. (1986). Microbiology, Second Edition, Oral Disease (p. 454-473).
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
30
3.3 Infecties van het maag-darmkanaal
Figuur 8: Bouw van het maag-darmkanaal
3.3.1 Normale flora van het maag-darmkanaal
De normale flora van de darmen verschilt per persoon en veranderd door het hele
leven heen. Dit heeft met de voeding te maken. Toch zijn er een groot aantal
overeenkomstige bacteriesoorten die elk mens bezit en die soms voor problemen
kunnen zorgen.
De maag is in lege toestand bijna steriel, doordat de pH tot 2 daalt. Er leven
voornamelijk melkzuurbacteriën. Het duodenum (12 vingerige darm) heeft maar een
laag aantal bacteriën in de normale flora, dit zijn voornamelijk facultative anaeroben
(bacteriën die zowel in zuurstofrijke als in zuurstofarme omgevingen kunnen leven).
De hoeveelheid in zowel aantal als soorten loopt op naar mate je verder komt in de
dunne darm. In het jujenum, ileum en in de dikke darm kunnen bacteriën zich echt
vestigen (zie figuur 8) 21
. Hier leven ze van overblijfselen van voedsel, dode
losgelaten epitheelcellen en mucus (slijm uit de darm) 22
.
21 Prof. Dr. A.J.P.M. Smout. Spreekuurthuis.nl, Bouw en werking van het maagdarm kanaal.
http://www.spreekuurthuis.nl/themas/maagklachten/informatie/bouw_en_werking_van_het_maagdarmkanaal 22 Norton, C.F. (1986) Microbiology, Second Edition, Gastiontestinal tract infections (p. 551-571)
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
31
Veel bacteriën helpen voedsel te verteren en af te breken door enzymen die ze
produceren. Sommige maken bepaalde vitaminen voor ons, bijvoorbeeld vitamine K.
De normale flora lijkt ook van pas te komen tegen pathogene bacteriën. Veel
enterobacteriën (een familie bacteriën) produceren dodende of beperkende stoffen
tegen andere bacteriën, zoals waterstofsulfide, deze stof gaat de bacterie E.coli
tegen. Andere soorten kunnen kortketenige vetzuren produceren die een beperkende
factor zijn voor Salmonella, Shigella, Pseudomonas en Klabsiella.
3.3.2 Infecties van het maag-darmkanaal door bacteriën
Net als in de mond kunnen sommige bacteriën die van nature in de darmen leven
voor problemen zorgen. Dit gebeurd bijvoorbeeld bij het starten van een bepaald
dieet of bij het gebruiken van bepaalde antibiotica. De Staphylococcus aureus is
namelijk resistent tegen veel soorten antibiotica. Wanneer concurrenten in de
darmen door antibiotica wegvallen, kan de Staphylococcus aureus hiervan profiteren
en overheersen. Soms kan de mens dan nare bijwerkingen krijgen. Deze
overheersing is vaak maar tijdelijk want de concurrenten komen snel terug na het
stoppen van de antibioticakuur.
Het komt helaas vaak voor dat een pathogene bacterie doordringt tot de darmen. Het
doorloopt vele barrières maar als het weet te overleven kan het voor vele problemen
zorgen. Er zijn heel veel verschillende bacteriën die allemaal verschillende ziektes
veroorzaken, maar toch dezelfde symptomen veroorzaken. De symptomen en hoe
erg de ziekte is hangt af van drie dingen: de hoeveelheid bacteriën, de toxiciteit
(giftigheid) en de vatbaarheid van de persoon. Er bestaan erg veel pathogene
bacteriën, de meest voorkomende in het menselijk lichaam zijn: Salmonella, bacillaire
dysenterie, cholera en Escherichia coli.
Salmonella
Salmonella is een van de meest bekende veroorzakers van ziektes in de buik. Het
veroorzaakt diarree, buikkrampen en koorts. Er zijn verschillende soorten Salmonella
waarvan de symptomen overeenkomen, alleen is de ene soort agressiever dan de
ander. Een van de meest agressieve en veel voorkomende soort is Salmonella typhi:
deze soort veroorzaakt buiktyfus. Bij buiktyfus breken de bacteriën door de dunne
darmwand in het lymfeweefsel. Hier worden ze opgegeten door fagocyten, maar niet
gedood. Ze reizen mee met de fagocyten en vermeerderen zich. Na ongeveer twee
weken ontstaat er koorts en hoofdpijn door de endotoxines (een stof die ontstaat bij
bacterie sterfte ook wel lipide A). Na drie weken ontstaat er beschadiging van het
slijmvlies in de darm en Peyerse platen (secundaire lymfoïde organen in het ileum)
en ontstaan er rode vlekjes op de buik. Na vier weken kan de darmwand gaan
bloeden en kan er perforatie optreden, ook kan er dan longontsteking ontstaan.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
32
Zo ver hoeft het niet altijd te komen, meestal weet het lichaam er binnen enkele
dagen zelf iets aan te doen.
Bacillaire dysenterie
Deze ziekte wordt veroorzaakt door het geslacht Shigella, dit geslacht heeft een
aantal serotypen die bacillaire dysenterie veroorzaken. De symptomen zijn extreme
diarree met bloed, slijm en waterige substanties gepaard met veel pijn. Het ontstaat
doordat de bacterie de dikke darm penetreert en ontstekingen en plaatselijke
microabcessen veroorzaakt. Bij gezonde volwassenen gaat dit vaak binnen een
week voorbij, maar het kan bij zwakke mensen of kleine kinderen levensgevaarlijk
zijn. Met de juiste medicijnen is het goed behandelbaar, slechts 0.5% sterft.
Cholera
Cholera is nog steeds een van de grootste doodsoorzaken in perifere landen.
Slechte hygiëne gepaard met vies drinkwater en voedsel zorgt ervoor dat deze
bacterie zich goed kan verspreiden en veel slachtoffers maakt. Cholera wordt
veroorzaakt door de bacterie Vibrio Cholerae omdat het een vibrio is heeft hij de
mogelijkheid te overleven in koud water. Hierdoor verspreidt hij zich goed. V.
Cholerae groeit in de dunne darm en bindt zich aan het slijmvlies. De bacterie
produceert choleragin, een toxine (gifstof) die zorgt voor de extreme diarree. Een
zieke persoon kan wel 10 tot 20 liter diarree per dag produceren. Naast heftige
diarree heeft cholera meer syptomen, zoals: overgeven, spierkramp en een extreme
schommeling in elektrolyt concentratie (opgeloste ionen). Door de hevige diarree
ontstaat er extreme uitdroging. Deze uitdroging tegengaan is vaak moeilijk aangezien
er in dit soort landen slechte toegang is tot schoon water.
Bij gezonde mensen gaat de ziekte vaak na een aantal dagen weer over maar bij
zwakke mensen zoals kleine kinderen, ouderen of ondervoeden is dit niet het geval.
Er is geen medicijn voor deze ziekte aangezien antibiotica niet werkt, dit komt omdat
de toxine de boosdoener is en niet zo zeer de bacterie. Het is te behandelen door
speciale hydratie therapie toe te passen, waarbij de patiënt veel moet drinken, goed
moet eten of desnoods aan het infuus moet 23
.
23 Wikipedia. Cholera https://en.wikipedia.org/wiki/Cholera
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
33
Escherichia Coli
Escherichia Coli is een gram-negatieve facultatief anaerobe bacterie die in de dikke
darm van elk mens groeit en normaal gesproken niet voor problemen zorgt. Echter
kent deze soort bepaalde serotypes die niet van nature voorkomen in de darmflora
en pathogeen zijn voor de mens. Ook kan een te grote hoeveelheid van de andere
niet-pathogene serotypes in andere delen van het menselijk lichaam een probleem
opleveren, zoals in de urinewegen. Er zijn twee serotypen met elk hun eigen ziekte:
een hevige diarree of Hemorragische colitis.
De hevige diarree ontstaat vaak bij pasgeborene maar kan ook bij ouderen
voorkomen onder de naam turista (reizigersdiarree). Besmetting komt vaak voor in
perifere landen. Deze besmetting kan optreden door het eten van rauw rundvlees of
het consumeren van zuivel. De ziekte lijkt in bijna alle opzichten op cholera, alleen is
het veel minder intensief. De bacterie produceert toxinen die het slijmvlies van de
dikke darm aantasten waardoor vocht en elektrolyt verlies optreedt. Hierdoor ontstaat
een vrij hevige diarree, deze diarree is voor kinderen vaak gevaarlijker dan voor
volwassenen. Volwassenen hebben hier vaak maar een halve week last van en
kunnen ORS (orale rehydratievloeistof innemen) om ernstig vochtverlies te
voorkomen.
Hemorragische colitis is een ernstige ontsteking met bloedingen in de darmwand.
Besmetting ontstaat ook door besmet rundvlees te eten. Het wordt veroorzaakt door
een serotype van E.coli dat warmte-labiele enterotoxines produceert. Deze toxine
werkt alleen onder juiste temperatuur en wordt meteen kapot gemaakt onder hoge
temperatuur. De toxinen slopen het slijmvlies van de dikke darm en hierbij ook het
weefsel waardoor bloedingen kunnen ontstaan. Vaak is ziekenhuisopname nodig
zodat de patiënt intensieve zorg krijgt aangeboden 24
.
Te zien is dat veel ziektes ontstaan doordat het maagzuur niet zuur genoeg was om
alle bacteriën tegen te houden. In de subparagraaf hierna wordt de werking van
maagzuur uitgelegd 22
.
22
Norton, C.F. (1986) Microbiology, Second Edition, Gastiontestinal tract infections (p. 551-571) 24 De Merck Manual online medisch handboek, Hemorragische colitis
http://www.merckmanual.nl/mmhenl/sec09/ch122/ch122b.html
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
34
3.3.3 Werking van maagzuur op bacteriën
Het is duidelijk dat bacteriën in het maag-darmkanaal worden gedood door zoutzuur,
maar wat is een zuur precies en hoe bestrijdt een zuur bacteriën?
Een zuur is een molecuul dat graag een proton wilt afstaan, dit proton noteren we als
H+ omdat het één waterstofatoom is zonder elektron. De H+ gaat nadat hij ontstaan is
een reactie aan met water en vormt H3O+
25. Als we een sterk zuur hebben zoals
waterstofchloride, geeft dit een lage pH zoals in de maag en is er veel H3O+
aanwezig. H3O+ wilt graag zijn H+ afgeven aan andere stoffen in de buurt. Zodra een
stof die gevoelig is voor zuur in aanraking komt met H3O+ krijgt hij H+ erbij, hierdoor
veranderd de structuur en ladingsverschil van de stof 26
. De celwand van bacteriën
bestaat vooral uit peptidoglycaan, deze stof is een polysacharide. Dit is een hele
lange keten (poly= meerdere) van suikers (suiker=sacharide). Deze ketens zitten
allemaal aan elkaar vast en vervolgens ook nog gecrosslinkt. Het verstevigd de
celwand van de bacterie en is niet gevoelig voor zuur. Dit komt omdat een
polysacharide alleen kapot gemaakt kan worden door hydrolyse (het splitsen van een
polysacharide door water) 27
. Wat wel gebeurd is dat H3O+ door de celwand en
celmembraan van de bacterie dringt en in het cytoplasma terecht komt, waar het
ernstige schade kan veroorzaken aan organellen en de celkern (die wel H+ op kan
nemen), hierdoor kan de bacterie dood gaan.
3.3.4 Andere verdedigingen van het maag-darmkanaal
Het maag-darmkanaal heeft naast maagzuur nog andere verdedigingsmechanismen
tegen bacteriën, zoals:
● Het constant vervangen van de cellen in de darmen, zodat bacteriën zich niet
op één plek kunnen vestigen.
● Een slijmlaag die er voor zorgt dat microbiële penetratie in het weefsel niet
mogelijk is.
● Braken en diarree zijn ook een vorm van bescherming, door het braken
verlaten bacteriën de maag en door diarree gaat het voedsel met eventuele
pathogene bacteriën sneller door het darmkanaal heen zodat kans op groei
verkleind wordt.
● In de darmen zijn veel macrofagen aanwezig die ziekteverwekkers opeten,
ook in de buikholten zijn deze aanwezig, om bacteriën op te eten die toch door
de darmwand heen gekomen zijn.
25 Wikipedia. Acid. https://en.wikipedia.org/wiki/Acid#Biological_occurrence 26 Wikipedia. Acidophile. https://en.wikipedia.org/wiki/Acidophile 27 Wikipedia. Petidoglycaan. https://nl.wikipedia.org/wiki/Peptidoglycaan
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
35
Deze verdedigingen helpen als het maagzuur, zijn lage pH verloren heeft en
proberen ervoor te zorgen dat het maag-darmkanaal niet geïnfecteerd wordt met
eventuele ziekteverwekkers. Sommige bacteriën zijn gevoelig voor het maagzuur.
Bacteriën die niet gevoelig zijn voor zuur heten acidofielen 26. Veel van deze
acidofielen hebben een systeem ontwikkelt om niet dood te gaan aan zure
omgevingen, de ‘protonpomp’ 28
. Deze pomp pompt de H+ ionen uit de cel waardoor
het cytoplasma niet zuur wordt en de organellen en celkern niet kapot gemaakt
worden. Hierdoor hoeven eiwitten binnen in het cytoplasma zich niet aan te passen
aan zure omgevingen. Bij andere acidofielen zonder deze protonpomp zijn de
eiwitten in het cytoplasma bestand tegen zure omstandigheden en nemen zij geen
H+ op 29
.
3.3.5 Bestrijding van bacteriële maag-darminfecties
Wanneer iemand last heeft van een bacterie in zijn maagdarmkanaal gaat hij vaak
eerst naar de huisarts. Deze stelt een diagnose of laat ontlasting van de patiënt in
het laboratorium onderzoeken, om te zien om welke bacterie het gaat. Zodra er een
diagnose gesteld is kan er een antibiotica voor geschreven worden, die de
bacterieflora in de darmen weer op orde stelt. Helaas is het vaak zo dat antibiotica
ook voor ongewenste bijwerkingen kan zorgen, zoals verspreiding naar andere delen
van het lichaam. Daarom worden patiënten vaak op een speciaal dieet gezet waarin
bijvoorbeeld weinig stoffen zitten die de groei van pathogene bacteriën bevorderen.
Wanneer het gaat om diarree wordt een rehydratie therapie toegepast. In veel landen
is helaas niet de mogelijkheid tot goede zorg en schoon drinkwater 24
. Vandaar dat
cholera nog steeds een van de grootste doodsoorzaken is in perifere landen 23
.
23 Wikipedia. Cholera https://en.wikipedia.org/wiki/Cholera 24 De Merck Manual online medisch handboek, Hemorragische colitis
http://www.merckmanual.nl/mmhenl/sec09/ch122/ch122b.html 26 Wikipedia. Acidophile. https://en.wikipedia.org/wiki/Acidophile 28 Wikipedia. Protonpompremmer. https://nl.wikipedia.org/wiki/Protonpompremmer 29 Wikipedia. Acidophiles in a acid mine drainage.
https://en.wikipedia.org/wiki/Acidophiles_in_acid_mine_drainage
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
36
Hoofdstuk 4: Hoe lang duurt het voordat speeksel en maagzuur de
bacterie Staphylococcus xylosus doodt? 4.1 Inleiding
Bacteriën zijn constant aanwezig in de mond, ze blijven achter kiezen zitten of op de
tong. Bepaalde bacteriën zouden groot gevaar vormen als ze niet, voordat ze
uitgroeien tot kolonies, gedood worden (Hoofdstuk 3). De groeisnelheid varieert per
bacterie, maar stel dat een bacteriecel zich per kwartier deelt. Dan zijn er na één uur
al 16 bacteriën ontstaan, na 2 uur al 256 en na 5 uur wel 1.048.576. Dit aantal is al
voldoende om de mens ziek te maken. Het is dus van belang dat speeksel en
maagsap deze bacteriën binnen 5 uur dood maakt of ze in ieder geval laat stoppen
met groeien. In deze proef is uitgezocht of de gekozen bacteriesoort wordt uitgeroeid
door speeksel of maagzuur (0,1 M HCl) en hoelang het duurt voordat de bacterie
gedood is. Met Tbegin= 0 seconde en Teind= 5 uur.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
37
4.2 Het practicum
4.2.1: Hoofdvraag/hypothesen
Hoofdvraag: Hoe lang duurt het voordat speeksel en maagzuur de bacterie
Staphylococcus xylosus doodt?
Hypothese Speeksel:
Speeksel zal binnen ongeveer een tijdsbestek van 3 tot 5 uur de bacterie
Staphylococcus xylosus doden.
Aangezien speeksel beschikt over lysozym, waterstofperoxide, lactoferrine, bepaalde
peptiden en mucinen die bacteriën doodt zal het speeksel de bacterie concentratie
doen laten afnemen. Er wordt verwacht dat speeksel een langere tijd nodig heeft
omdat het zich vooral richt op bacteriën die langere tijd in mond verblijven, er zit
namelijk meer lysozym in speeksel op plekken waar bacteriën zich graag nestelen
(onder de tanden, tong en tegen het gehemelte) 30
. De meeste bacteriën die worden
doorgeslikt, worden gedood door de lage pH van het maagzuur waarin ze terecht
komen.Er wordt verwacht dat het resultaat van het onderzoek met maagzuur
duidelijker is dan het resultaat van speeksel. Dit omdat maagzuur de specifieke stof
is die bacteriën bestrijdt. Speeksel bevat meerdere stoffen (H2), het is niet de
desbetreffende stof die bacteriën bestrijdt. Dit is een ander geval als er alleen
lysozym wordt gebruikt.
Hypothese Maagzuur:
Maagzuur zal binnen ongeveer een tijdsbestek van 3 tot 5 uur de bacterie
Staphylococcus xylosus doden.
Aangezien maagzuur een lage pH heeft waar bacteriën niet goed in kunnen
overleven, zal de concentratie afnemen. Het afnemen zal ongeveer gebeuren in een
tijdsbestek van 5 uur. Voedsel zit 3 tot 7 uur in de maag, de HCl-concentratie in
maagzuur is er dus op gebouwd om binnen 5 tot 7 uur de bacteriën te doden. Door
de lage pH van de zoutzuur oplossing die gebruikt wordt, wordt dan ook verwacht dat
het resultaat duidelijk zal zijn.
30 E.C.I, Veerman & A, Vissink. (2008). Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid, concentratie van
lysozym in secretievloeistoffen (p.47)
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
38
4.2.2: Materiaal en Methode
Om de hoofdvraag goed te kunnen beantwoorden is een onderzoek uitgevoerd
waarbij de effectiviteit van speeksel en maagzuur op bacteriegroei is onderzocht.
Voorbereiding
Voor het onderzoek was een bacterie nodig. Doormiddel van vingerafdrukken zijn
meerdere soorten handbacteriën opgekweekt. Vervolgens heeft er 3 keer een
reinkweek plaatsgevonden (zie bijlage 2: voorbereiding). Elke bacterie heeft allerlei
eigen kenmerken zoals stofwisselingseigenschappen, celvorm en gramkarakter. Bij
het kweken van een micro-organisme is reinkweek daarom noodzakelijk, zo krijg je
het micro-organisme in zuivere vorm. Bij reinkweek wordt met een steriele entoog
een bacteriekolonie gepakt en opnieuw uitgeplaat over een nieuwe plaat. De entoog
werd steriel gemaakt door hem meerdere malen door de gasbrander te halen.
Wanneer de bacteriekoloniën geheel opgekweekt waren werden deze meegenomen
voor onderzoek in het Alrijne ziekenhuis in Leiden.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
39
Onderzoek Alrijne ziekenhuis Leiden
Op dinsdag 5 juli heeft een onderzoek plaatsgevonden om de bacterie, die voor dit
onderzoek is gebruikt, te identificeren. Dit onderzoek is gedaan in het medisch
microbiologisch laboratorium van het Alrijne ziekenhuis. Voordat het onderzoek
plaatsvond waren er al 4 bacteriesoorten gereinkweekt. Om bij een onderzoek
verschijnselen te kunnen verklaren, is het handig te weten met welke bacterie je te
maken hebt. Zo kun je voor elk verschijnsel een verklaring geven doordat de
kenmerken van die bepaalde soort bacterie bekend zijn. Ook is er aan het eind van
het onderzoek bepaald welke van de 4 bacteriën geschikt zou zijn voor het
hoofdonderzoek.
In het lab van het Diaconessen ziekenhuis zijn twee verschillende onderzoeken
gedaan. Het eerste onderzoek, de gramkleuring, heeft geleid tot meer informatie over
de gekweekte bacterie. Het tweede onderzoek heeft geleid tot de bepaling van de
soortsnaam van de bacterie.
Gramkleuring
Bij de gramkleuring werd als eerst fysiologisch zout op de objectglaasjes
gepipetteerd. Vervolgens werd er een geringe hoeveelheid bacteriën in de druppel
gesuspendeerd. De objectglaasjes werden vervolgens gedurende 5 minuten in het
gramkleuring apparaat gezet (zie figuur 9). Hierin werden de objectglaasjes als eerst
met kristal-violet (8% ammoniumoxalaat, 10% alcoholische verzadigde
kristalvioletoplossing, 10% ethanal (96%) in water) gekleurd, wat voor de blauwe
kleur zorgde. Vervolgens gewassen met de stof lugol (2% jodium, 4% kaliumjodide)
en daarna alcohol (96% ethanol). Later nagekleurd met de stof saffranine (0,5%), wat
voor de rode kleur zorgde 31
. En tot slot wordt het besproeid met water. Wanneer de
bacterie het kristal-violet verliest en rood kleurt, noemt je het een gram-negatieve
bacterie. Gram-positieve bacteriën behouden de paars-blauwe kleur wel. Na de
gramkleuring werd doormiddel van een microscoop bepaald of de bacterie
staafvormig was of bestond uit kokken.
Doormiddel van de gramkleur zijn belangrijke kenmerken van de bacteriën en klasse
waarin de bacteriën zich bevinden bekend geworden (zie tabel 1: Gramkleuring en
microscopie).
31 Microbiologie. Gramkleuring. http://www.microbiologie.info/gramkleuring.html
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
40
Figuur 9 Gramkleuring: objectglaasjes worden in het apparaat geplaatst
Figuur 10 Gramkleuring: object glaasjes worden afgesloten, en vervolgens gekleurd met kristal-violet
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
41
Om echter achter de naam van de bacterie te komen volgde een ander onderzoek.
Voor deze bepaling is gebruik gemaakt van het apparaat ‘Bruker MALDI-TOF
microflex’. (zie figuur 16). Van te voren is een matrix (een UV-absorberende plaat
waarop een biomolecuul beschoten kan worden) geprepareerd. Doormiddel van een
sateprikker is op de stipjes van de matrix bacteriekolonie uitgesmeerd (zie figuur 11).
De matrix met het bacteriemonster werd in de Bruker MALDI-TOF microflex geplaatst
en met behulp van verschillende bestralingen heeft het apparaat de naam van de
bacterie vastgesteld (lees: Bruker MALDI-TOF microflex). Voor het onderzoek was
van belang te weten met welke bacterie soort er gewerkt zou worden. Zo kon er
worden bepaald welke bacterie geschikt was voor het hoofdonderzoek. Aan de hand
van de bacteriesoort kunnen eventueel ook onverwachte resultaten van het
onderzoek verklaard worden.
Figuur 11 Preparen van de matrix
Figuur 12 Plaat met bacteriemonster
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
42
Figuur 13 Kolonie op de matrix aanbrengen Figuur 14 Pipetteren
Figuur 15 Bacterie identificatie mbv. Bruker MALDI-TOF microflex
Figuur 16 Bruker MALDI-TOF microflex
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
43
Bruker MALDI-TOF microflex
‘Whether it is biomarker discovery, oligonucleotide analysis or even the innovative
fast and reliable identification of microorganism: The microflex is the perfect
instrument to answer questions in clinical proteomics, functional genomics and
microbiology.’ 32
De Bruker MALDI-TOF microflex wordt vooral gebruikt voor de identificatie en
classificatie van micro-organismen. Het benut de kracht van massaspectrometrie en
het is een snel en nauwkeurig systeem dat makkelijk te gebruiken is.
Massaspectrometrie berust op de scheiding en intensiteitsmeting van positief
geladen ionen. Het apparaat maakt van de geïdentificeerde bacterie een
karakteristiek piekpatroon in een spectrum met toenemende massa.
De Bruker MALDI-TOF microflex gebruikt een nieuwe techniek waarbij een UV-
absorberende matrix op de bacteriën wordt aangebracht om de ionisatie van eiwitten
te bewerkstelligen. In de Microflex wordt in hoog vacuüm met een laser op de met
matrix gecoate micro-organismen geschoten. Hierdoor verdampt de matrix, wat leidt
tot het ioniseren van de eiwitten. De matrix absorbeert de meeste energie van de
laser en zo wordt voorkomen dat er fragmentatie optreedt van ongewenst materiaal 33
. Fragmentatie van het gewenste materiaal is van groot belang voor het
identificeren van het micro-organisme. Alle eiwitten krijgen dezelfde lading, dus ze
verschillen alleen in massa van elkaar. In een “ion flight tube” wordt de massa van de
geïoniseerde eiwitten gemeten. Bijna elke bacterie heeft een aantal karakteristieke
eiwitten, waardoor ze een uniek spectrum hebben. Aan de hand van dit spectrum
kan met de database de desbetreffende bacterie geïdentificeerd worden 34
.
32
Bruker, microflex Performance for screening Applications on the Bench.
https://www.bruker.com/fileadmin/user_upload/8-PDF-Docs/Separations_MassSpectrometry/Literature/Brochures/_256045_microflex_2012_eBook.pdf
33 Indevuyst, C. UZ Leuven Laboratoriumgeneeskunde. Principe van MALDI-TOF
massaspectrometrie.https://nrchm.wiv-
isp.be/fr/centres_ref_labo/mycosis/Rapports/Identificatie%20van%20gisten%20met%20MALDI-
TOF%20massaspectrometrie.pdf 34 American Society of microbiology, CMR (clinical microbiolgy reviews). (2013). Matrix-Assisted Laser
Desorption Ionization - Time of Flight Mass Spectrometry: a Fundamental Shift in the Routine Practice
of Clinical Mircobiology.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
44
Het apparaat is gebruikt om vier verschillende bacteriën te identificeren. Hier zijn vier
bacteriesoorten uitgekomen (zie tabel 2: Bacterie identificatie). Na het identificeren
van de bacteriën met behulp van de Bruker MALDI TOF microfex, is in overleg met
een microbioloog handbacterie 1 (Staphylococcus xylosus) gekozen, hier is natuurlijk
een reden voor. Allereerst viel handbacterie 2 af, dit omdat deze bacterie niet
geïdentificeerd kan worden (zie bijlage 1). Later stelde de microbiologen vast dat dit
de Bacillus cereus is. Vervolgens viel handbacterie 3 (Micrococcus luteus) af omdat
deze bacterie geel gekleurd was, volgens de microbiologen zou deze bacterie niet
geschikt zijn voor ons onderzoek omdat gele bacteriën vaak de wat sterkere
bacteriesoorten zijn. De keuze ging tussen de oogbacterie (Staphylococcus
epidermidis) en handbacterie 1 (Staphylococcus xylosus). Er is naar de score van de
‘best match’ van beide bacteriën gekeken en hier scoorde de Staphylococcus
xylosus het hoogst van alle bacteriën. Bij deze bacterie is de kans dat de Bruker
MALDI-TOF microflex de bacterie goed heeft geïdentificeerd het grootst (zie bijlage
1).
Staphylococcus xylosus
Staphylococcus xylosus werd in 1884 (Berlijn) ontdekt door Friedrich Julius
Rosenbach 35
. S. xylosus is een bacteriesoort die behoort tot de kokken. Kokken zijn
bolvormige bacteriën. Onder kokken vallen twee verschillende soorten kokken,
genaamd streptococcen en stafylokokken. De Staphylococcus xylosus is een
stafylokok zoals de naam al duidelijk maakt. Bij stafylokokken liggen de bacteriën in
groepjes of twee aan twee (zie figuur 17) 36
. Bij streptokokken liggen de bacteriën in
ketens (zie figuur 18) 37
.
35 Labuitslag.nl. Wat is een Staphylococcus xylosus?
https://www.labuitslag.nl/bacterie/staphylococcus-xylosus/ 36 Huidarts.com. Wat zijn Stafylokokken?. https://www.huidarts.com/huidaandoeningen/stafylokokken-
infecties/
37 dr. Mekkes, J.R. Dermatoloog, AMC, Amsterdam. (2012). Streptococcus pyrogenes.
http://www.huidziekten.nl/zakboek/dermatosen/atxt/AST-en-anti-DNAse-B.htm
Figuur 17 Staphylokokken onder de microscoop Figuur 18 Streptokokken onder de microscoop
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
45
De kolonies van stafylokokken zijn vaak rond en bevatten wit tot geel pigment. De S.
xylosus is een gram-positieve bacterie. Dat wil zeggen dat de bacterie bij de
gramkleuring paars-blauw kleurt. Dit omdat de celwand van de gram-positieve
bacteriën het kristalviolet permanent absorbeert door een reactie met de stof lugol.
De S. xylosus is een bacterie die zich vaak bevindt op de huid en slijmvliezen.
Stafylokokken komen normaal voor in de neus en op de huid van 20 tot 30% van alle
gezonde volwassenen 38
. Dit klopt ook met het onderzoek dat verricht is want de
bacterie is verkregen uit een vingerafdruk van de mens. De bacterie lijkt vaker voor te
komen op dieren dan op de mens. Het zou dus kunnen dat de gekweekte bacterie
afkomstig is van een dier. Meestal veroorzaken stafylokokken infectie van de huid.
Maar wanneer ze in de bloedstroom terecht komen kunnen ze vrijwel elk orgaan
aantasten. Stafylokokinfecties kunnen variëren van een lichte infectie tot een
levensbedreigende infectie.
Tot slot komt de S. xylosus vaak voor in rauw vlees en melk 39
. S. xylosus wordt ook
wel gebruikt voor de fermentatie, het omzetten van biologische materialen in
afwezigheid van zuurstof (anaeroob). Bacteriën en schimmels staan bekend om hun
fermentatie.
38 De Merck Manuel medisch handboek. (2003). Stafylokokken infecties.
http://www.merckmanual.nl/mmhenl/print/sec17/ch190/ch190s.html 39 de Araujo, Dorchies, Dordet-Frisoni, Leroy en Talon. (2007). American Society for Microbiology.
Genomic Diversity in Staphylococcus xylosus. http://aem.asm.org/content/73/22/7199.full
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
46
Proef 1: invloed van speeksel en maagzuur op de overleving van bacteriën
- Bacterie suspensie
Voordat het onderzoek begon is een bacteriesuspensie gemaakt. Van het
petrischaaltje met de bacterie S. xylosus werd een centimeter met een entoog van de
bacteriekolonie geschraapt en vermengd met 20 ml fysiologisch zout. Van dit
mengsel werd een druppel op een petrischaal gepipetteerd (+/- 20 µl)
en vervolgens uitgeplaat met een drigralskispatel totdat het vocht werd opgenomen.
Dit was de controle proef. In dit stadium was de bacteriesuspensie nog niet
vermengd met speeksel of zuur en werd daarom nog niet bestreden.
- Bacterie suspensie met speeksel/zuur
De bacteriesuspensie van 20 ml werd gehalveerd tot twee suspensies van 10 ml.
Vervolgens werd bij één van de maatbekers 10 ml geconcentreerd speeksel
(afkomstig van een 17-jarige jongen, niet gegeten van te voren) toegevoegd en bij de
ander 10 ml zoutzuur (0,1 M). Dit mengsel werd vervolgens goed door elkaar
gezwenkt en meteen werd van beide mengsels 1 druppel (+/- 20 µl) op een plaat
gepipetteerd en uitgeplaat. Dit was de meting op tijdstip 0. Vervolgens werden op
verschillende platen druppels gepipetteerd afkomstig van verschillende tijdstippen.
De geplaatste druppel werd steeds uitgeplaat doormiddel van een drigralskispatel
over de plaat heen te bewegen. De drigralskispatel werd vervolgens in een
maatbeker met spiritus gezet en daarna boven een gasbrander, met blauwe vlam,
gehouden om de bacteriën er vanaf te branden.
Het tijdschema zag er als volgt uit:
Controle - hier werd een druppel gepipetteerd van de bacteriesuspensie zonder in
aanraking te zijn geweest met speeksel of zuur
Vervolgens werd er een druppel gepipetteerd en uitgeplaat na: 0 s → 1 min → 2 min
→ 5 min → 10 min → 15 min → 30 min → 1 uur → 1,5 uur → 2 uur → 3 uur → 4 uur
→ 5 uur
Aan het begin van de proef zijn meer metingen verricht dan aan het einde van de
proef. Aan het begin werd zo om de 1 à 2 minuten gemeten. Dit omdat er verwacht
werd dat de meeste bacteriën in het eerste stadium al gedood zouden worden.
Alleen de sterkste zouden het tot het einde volhouden. De laatste meting was 5 uur
na het starten van de proef, de maag de meeste bacteriën binnen 5 uur doodt. Door
de laatste meting na 5 uur te doen kon er meteen, doormiddel van de resultaten,
gecontroleerd worden of dit ook echt zo is. ‘Doodt de maag de meeste bacteriën
binnen 3 tot 5 uur?’
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
47
Nadat alle platen met bacterie geprepareerd waren, werden ze tegelijk in de stoof
gezet, waar ze 40 uur op een temperatuur van 36 °C konden groeien. Wanneer de
40 uur voorbij was, is door middel van stipjes te zetten de hoeveelheid
bacteriekoloniën geteld (zie figuur 19). Dit tellen was alleen mogelijk bij de platen van
zoutzuur (zie tabel 3: Aantal koloniën). In bijlage 2 staan foto’s van de petrischaaltjes
met bacterie na oplopende tijdsduur van blootstelling aan HCl of speeksel.
Figuur 19: Tellen van bacteriekoloniën
Proef 2: invloed van kippeneiwit op de staphylococcus epidermis
Wanneer er naar de resultaten van proef 1 wordt gekeken (zie figuur 22 en 23), is er
geen duidelijke afname van kolonie-vormende bacteriën te zien na oplopende
blootstellingsduur aan speeksel. In de discussie worden hier een aantal redenen voor
gegeven, zoals dat het gebruikte speeksel al bacteriën van zichzelf bevat en niet
speeksel maar lysozym (in speeksel) de desbetreffende stof is die de bacterie zou
moeten bestrijden.
Om te kijken of deze hypothese klopt heeft een kleine vervolg proef plaatsgevonden,
met als onderzoeksvraag:
Zorgt lysozym, verkregen uit kippeneiwit, daadwerkelijk voor afname van kolonie-
vormende bacteriën bij de bacterie Staphylococcus epidermis?
Deze vervolg proef is op dezelfde wijze uitgevoerd als proef 1. Er zijn een aantal
verschillen. Proef 2 is uitgevoerd met de Staphylococcus epidermis. Nog een verschil
is dat in proef 2 in plaats van speeksel kippeneiwit is gebruikt. Er is gebruik gemaakt
van kippeneiwit omdat lysozym uit kippeneiwit wordt verkregen als voedingsenzym
voor bijvoorbeeld in alcoholische dranken, om zo bacteriegroei te verminderen.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
48
Ook is er gebruik gemaakt van een andere bodem (kalfsbloed) en was het tijdschema
iets anders, namelijk: 0 s → 5 min → 10 min → 15 min → 2 uur → 4 uur → 8 uur →
31 uur.
Net als in proef 1 werd er een bacteriesuspensie gemaakt van de gekweekte bacterie
(1 cm bacteriekolonie) vermengd met fysiologisch zout (10 ml). Dit keer werd de
bacteriesuspensie vermengd met het kippeneiwit (10 ml). Er werden weer druppels
gepipetteerd afkomstig van verschillende tijdstippen. De geplaatste druppel werd
steeds uitgeplaat over de petrischaal met kalfsbloed doormiddel van een
drigralskispatel over de plaat heen te bewegen. Nadat alle petrischaaltjes met
bacterie geprepareerd waren, werden ze tegelijk in de stoof gezet, waar ze 40 uur op
een temperatuur van 36 °C konden groeien. Na 40 uur zijn de bacteriekoloniën
geteld. Steeds is een deel van het petrischaaltjes geteld en vervolgens
vermenigvuldigd.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
49
Materiaal proef 1:
- 30 petrischaaltjes met voedingsbodem (bouillonagar) voor bacteriën
- Stoof (36 °C)
De petrischaaltjes met bacterie werden na de reinkweek en na het hoofdonderzoek
in de stoof geplaatst zodat de bacterie zich zou vermeerderen. Een bacterie groeit
beter in een warm milieu. Bij een hogere temperatuur verloopt de groei sneller. Bij
bacteriën die in het menselijk lichaam voorkomen, ligt de optimum temperatuur rond
de 36/37 °C.
- Microscoop met objectief 10, 40 en 60 + 10x oculair
- Gasbrander
- Pasteur pipetten
- Entoog
- Bekerglazen
- Erlenmeyers
- Objectglaasjes
- UV-absorberende matrix
- Drigralskispatels
- Timer
- 0,1 M HCl, zoutzuur
- Speeksel van een willekeurig persoon
- Lysozym verkregen uit kippeneiwit (10 ml)
- Oplossing fysiologisch zout 0,9% NaCl
- Spiritus
- Kraanwater
- Een apparaat waarmee een bacterie gedetermineerd kan worden, in dit geval was dit
de Bruker MALDI-TOF microflex.
- Gramkleuring apparaat
- Bacterie Staphylococcus xylosus (afkomstig van de hand)
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
50
Materiaal proef 2:
- 30 petrischaaltjes met kalfsbloed als groeiplatform voor bacteriën
- Stoof (36 °C)
De platen met gekweekte bacterie werden na de reinkweek en na het
hoofdonderzoek in de stoof geplaatst zodat de bacterie zich zou vermeerderen. Een
bacterie groeit beter in een warm milieu. Bij een hogere temperatuur verloopt de
groei sneller. Bij bacteriën die in het menselijk lichaam voorkomen, ligt de optimum
temperatuur rond de 36/37 °C.
- Microscoop met objectief 10, 40 en 60 + 10x oculair
- Gasbrander
- Pasteur pipetten
- Entoog
- Bekerglazen
- Erlenmeyers
- objectglaasjes
- UV-absorberende matrix
- Drigralskispatels
- Timer
- lysozym verkregen uit kippeneiwit (10 ml)
- Oplossing fysiologisch zout 0,9% NaCl
- Spiritus
- Kraanwater
- Een apparaat waarmee een bacterie gedetermineerd kan worden, in dit geval was dit
de Bruker Malditof microflex.
- Gramkleuring apparaat
- Bacterie Staphylococcus epidermis (afkomstig van de hand)
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
51
4.3 De resultaten
4.3.1: Resultaten gramkleuring:
Doormiddel van de gramkleuring is bepaald of de vier bacteriën gram-negatief of
gram-positief zijn. Met een microscoop werd de klasse van de vier bacteriën bepaald.
Uit de resultaten van de gramkleuring blijkt dat alle vier de bacteriën gram-positief
zijn. De uitslagen voor de vier verschillende bacteriën zagen er als volgt uit (zie tabel
1: Gramkleuring en microscopie).
Tabel 1: Gramkleuring en microscopie
Bacterie uiterlijk op plaat Resultaat gramkleuring en microscopie
Hand bacterie 1 (wit gekleurd) Gram-positief kokken (staphylococcen)
Hand bacterie 2 (sporen vormend) Gram-positief staafvormig
Oog bacterie 1 Gram-positief kokken (staphylococcen)
Hand bacterie 3 (geel gekleurd) Gram-positief kokken
4.3.2: Resultaten bacterie-identificatie
Met behulp van de Bruker MALDI-TOF microflex werden vier verschillende bacterië-
reinculturen op naam gebracht. In tabel 2 zijn de soortsnamen per reincultuur
weergeven.
Tabel 2: Bacterie-identificatie
Omschrijving bacterie Bacteriesoort
Hand bacterie 1 (wit gekleurd) Staphylococcus xylosus
Hand bacterie 2 (sporen vormend) Bacillus cereus
Oog bacterie 1 Staphylococcus epidermidis
Hand bacterie 3 (geel gekleurd) Micrococcus luteus
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
52
4.3.3: Resultaten proef 1 (Maagzuur en Speeksel):
In tabel 3 is duidelijk een afname van bacterie koloniën te zien bij het proefje van
blootstelling aan zoutzuur (zie grafiek 1: Verandering in overleving van kolonie-
vormende bacteriën na oplopende blootstellingsduur aan HCl).
Tabel 3: Aantal koloniën Speeksel/Maagzuur
Aantal koloniën Speeksel+Bac.oplossing (Waren niet te tellen)
Aantal koloniën Zuur+ Bac.oplossing
Controle x x (1200 schatting) 0 s x 952 1 min x 771 2 min x 601 5 min x 535 10 min x 197 15 min x 207 30 min x 118 1 uur x 71 1.5 uur x 25 2 uur x 6 3 uur x 3 4 uur x 3 5 uur x 1
Grafiek 1: Verandering in overleving van kolonie-vormende bacteriën na oplopende
blootstellingsduur aan HCl.
In grafiek 1 is te zien dat wanneer de blootstellingsduur verhoogt de hoeveelheid
bacteriekoloniën afneemt.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
53
Uit de resultaten bleek dat maagzuur in de eerste 10 minuten zorgde voor een daling
van ongeveer 1200 naar 197, dit is een procentuele daling van 83,6% (zie grafiek 2).
De laatste 4 uur en 50 min stierven de bacterie koloniën langzaam en geleidelijk, tot
er bij tijdstip 5 uur nog maar 1 kolonie over was (Bijlage: foto’s maagzuur resultaat).
Grafiek 2: Procentuele afname van kolonie-vormende bacteriën door oplopende
blootstellingsduur aan HCl.
In grafiek 2 is de procentuele afname van kolonie-vormende bacteriën, door
oplopende blootstellingsduur aan HCl, te zien. De C in de grafiek staat voor controle.
Na 10 min is nog 16,4% van de totale hoeveelheid bacteriën over. Het geeft een
procentuele afname van 83,6% weer, 100%-16,4%=83,6%.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
54
De afname is duidelijk te zien wanneer je de petrischaal van tijdstip 0 vergelijkt met
de petrischaal van 5 uur later (zie figuur 20 en 21).
Figuur 20: Bacterie koloniën tijdstip 0 Figuur 21: Bacterie koloniën na
blootstelling aan HCl blootstelling aan HCl van 5 uur
Deze afname is minder duidelijk bij het proefje van speeksel. Wanneer je de
petrischaal van tijdstip 0 vergelijkt met de petrischaal van 5 uur later, is vrijwel geen
afname te zien (zie figuur 22 en 23).
Figuur 22: Bacterie koloniën tijdstip 0 Figuur 23: Bacterie koloniën na
blootstelling aan speeksel blootstelling aan speeksel van 5 uur
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
55
4.3.4: Resultaten proef 2 (Kippeneiwit):
De bacterie koloniën zijn, net als in proef 1, geteld door stipjes op de koloniën te
zetten. Omdat er bij de proef met kippeneiwit veel bacterie koloniën op de platen
gegroeid waren, is steeds een deel van de plaat geteld en vermenigvuldigd. Deze
resultaten staan verwerkt in tabel 4.
Tabel 4: Aantal koloniën kippeneiwit
Aantal koloniën
Kippeneiwit+Bac.oplossing
Controle 0
0 s 3840
5 min 3808
10 min 3794
15 min 3815
2 uur 3821
4 uur 3809
8 uur 3820
31 uur 3822
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
56
Grafiek 3: Verandering in overleving van kolonie-vormende bacteriën na oplopende
blootstellingsduur aan kippeneiwit.
In grafiek 3 is te zien dat het kippeneiwit nauwelijks invloed heeft op de overleving
van bacteriën, binnen een tijdsbestek van 0-31 uur. Er is geen afname te zien. De
platen hebben gemiddeld rond de 3800 bacterie koloniën. Het lysozym in kippeneiwit
heeft de concentratie bacteriën niet laten afnemen.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
57
De conclusie
Hoofdvraag: Hoe werken speeksel en maagzuur afwerend tegen bacteriën?
Deelvraag 1: Wat zijn de functies van speeksel en maagzuur?
Conclusie: Speeksel en maagzuur hebben allebei diverse functies. Speeksel smeert
de keel, helpt bij de vertering, bestrijdt schadelijke micro-organismen en heeft een
belangrijke beschermende functie. Maagzuur helpt bij het fijnmaken van voedsel,
verteren van eiwitten en vetten en bij de afweer tegen micro-organismen
Deelvraag 2: Wat zijn de actieve stoffen in speeksel tegen bacteriën?
Conclusie: Speeksel bevat verschillende stoffen die helpen bij de afweer van
bacteriën. Je kunt deze stoffen onderverdelen in: eiwitten, peptiden en mucinen. Al
deze stoffen nemen op verschillende wijze deel aan de afweer. Zo maakt het eiwit
lysozym de celwand van bacteriën stuk, peptiden als histatinen maken gaten in het
celmembraan van de bacterie en de mucine MUC5B zorgt voor het schoonhouden
van de mond en voorkomt daarmee dat bacteriën zich vestigen op het
mondoppervlak.
Deelvraag 3: Hoe ontstaan bacterie-infecties in de mond en maag?
Conclusie: Bacteriële infecties ontstaan, logisch genoeg, door bacteriën. De oorzaak
van deze infecties lopen uiteen, maar hebben een aantal dezelfde kenmerken: zo
moet de bacterie zich zodanig hebben vermeerderd dat hij met genoeg is om
daadwerkelijk iets vervelends te doen tegen het slachtoffer. Het moet iets produceren
dat slecht is voor het slachtoffer (zoals toxinen of zuur) of juist iets opeten dat de
gastheer nodig heeft (zoals voedingsstoffen of het slijmvlies in de darmen) en het
lichaam moet het niet meteen tegen kunnen houden d.m.v. aspecifieke afweer en/of
specifieke afweer. Soms zorgt een bacterie die normaal gesproken niet voor
problemen zorgt ineens wel voor problemen. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat hij
op de verkeerde plek in het lichaam komt. Of omdat hij zich zodanig kan
vermeerderen dat het lichaam er problemen aan ondervindt
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
58
Deelvraag 4: Hoelang duurt het voordat speeksel of maagzuur de bacterie
Staphylococcus xylosus doodt?
Conclusie: Maagzuur doet er ongeveer 5 uur over om alle bacteriën te doden. Uit de
resultaten blijkt dat maagzuur in de eerste 10 minuten zorgt voor een enorme daling
van het aantal bacteriekoloniën. Bacteriën, die normaal gesproken in veel kleinere
aantallen de maag inkomen en kwetsbaar zijn voor lage pH waarden, zijn
waarschijnlijk kansloos tegen maagzuur.
De tijd die speeksel nodig heeft om bacteriën te doden is helaas niet bekend
geworden in dit onderzoek.
Conclusie proef 2: invloed van kippeneiwit op bacteriën
Onderzoeksvraag: Zorgt lysozym, verkregen uit kippeneiwit, daadwerkelijk voor
afname van kolonie-vormende bacteriën bij de bacterie Staphylococcus epidermis?
Conclusie: Over het algemeen staat lysozym erom bekend, de celwand structuur van
bacteriën te doorbreken. Maar dit is niet altijd het geval. In proef 2 is te zien dat het
lysozym uit kippeneiwit de bacteriën niet dood. Dit kan komen omdat de bacterie niet
gevoelig is voor lysozym, de lysozym concentratie te laag was, de bacterie juist goed
kan groeien door kippeneiwit of omdat de bacterie concentratie te hoog was.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
59
Discussie
Proef 1: Speeksel
De proef met speeksel was anders ingeschat, er was verwacht dat de CFU (colony-
forming unit) duidelijker te zien was. Dit bleek helaas niet het geval. Overal op de
plaat waren bacteriën gegroeid, er viel niet te tellen want er was geen onderscheid in
afzonderlijke koloniën te zien. Dit had beter ingeschat kunnen worden want speeksel
heeft van zichzelf al veel bacteriën. Bovendien is er geen zuiver speeksel
rechtstreeks uit de speekselklieren gehaald maar uit de mond, waar het al vermengd
was met (eventuele) andere bacteriën.
Ook werd de proef niet op de juiste temperatuur uitgevoerd. De temperatuur was 19
graden Celsius tijdens de proef. De temperatuur in de mond is rond de 37 graden
(weersomstandigheden veranderen dit).
Er werd maar van één persoon speeksel gebruikt en niet van meerdere
proefpersonen, deze persoon zou dus afwijkend speeksel kunnen hebben of veel
bacteriën in de mond.
Ook zou de bacterie waarmee gewerkt werd een bacterie kunnen zijn die geen last
heeft van speeksel of juist goed meewerkt. Hier hadden beter meerdere bacterie
soorten voor gebruikt kunnen worden.
Op de platen waar de speeksel- bacterieoplossing werd uitgeplaat, was wel veel
bacteriegroei te zien maar geen duidelijke koloniën (figuur 22 en 23). Mogelijke
verklaringen voor dit resultaat:
1. In de mondflora zitten al zoveel bacteriën dat met het speeksel van de
proefpersoon al veel andere soorten bacteriën zijn meegekomen die ook
opgekweekt zijn (zie bijlage 2: controle proef met alleen speeksel), waardoor
er een onduidelijk resultaat naar voren kwam.
2. De bacterie kan juist heel goed overleven in speeksel en er is geen
vermindering te zien.
3. Beide hypothesen.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
60
Proef 1: Maagzuur
De proef met maagzuur is goed uitgepakt, maar ook hier is ruimte voor verbetering.
Er zouden eventuele fouten kunnen zitten in het tellen van de bacteriekoloniën, ook
de grootte in koloniën verschilden, hier had bijvoorbeeld beter met een computer
naar gekeken kunnen worden zodat de oppervlakte nauwkeurig bepaald kan worden.
Ook is de pH waarde van het maagzuur in de maag is niet constant, soms is er meer
HCl en soms minder. Dit ligt aan het soort voedsel dat de mens eet. Een grote vette
maaltijd zorgt voor een tijdelijke verhoging van pH. Daarom had deze proef beter met
meerdere concentraties HCl uitgevoerd kunnen worden.
Ook deze proef is niet op de juiste temperatuur uitgevoerd, de temperatuur van de
maag is 37 C°. Hier kwam de temperatuur van 19 C° dus lang niet aan.
Bij de laatste tijdsduur (5 uur) was nog één bacteriekolonie over. Een hypothese voor
dit resultaat: ‘De bacteriën die als laatst over blijven zijn het sterkst (fittest).’
Deze hypothese zou je vast kunnen stellen, wanneer de proef meerdere keren is
uitgevoerd en hetzelfde resultaat oplevert.
Beide proeven:
De proef had met een preciezer pipet of ander druppelmechanisme uitgevoerd
kunnen worden. Hierdoor zou op elke plaat een even grote druppel worden
uitgeplaat en kunnen fouten, ontstaan door te grote of te kleine druppels, uitgesloten
worden.
Nu was de druppel met bacteriën niet helemaal over de gehele oppervlakte van de
plaat uitgeplaat, bij een vervolgonderzoek zou dit verbeterd kunnen worden zodat de
bacterie koloniën over de gehele oppervlakte kunnen groeien.
De proef had in een steriele omgeving met afzuiging uitgevoerd moeten worden. Dit
is belangrijk voor de veiligheid van de onderzoekers en voor het uitsluiten van
besmetting door bacteriën uit de lucht.
De platen die op tijdstip 0 geprepareerd werden hadden langer de tijd om te groeien
dan de platen op tijdstip 5 uur (5 uur langer). Dit betekent niet dat er meer koloniën
ontstaan, maar dat de koloniën iets groter kunnen zijn. Hierdoor is vergelijking met
andere tijdstippen lastiger.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
61
Proef 2: Kippeneiwit
In proef 2 zijn bepaalde omstandigheden anders geweest dan in proef 1. Hier zijn
dan ook een aantal discussiepunten over.
In proef 2 is gebruik gemaakt van een ander tijdschema dan in proef 1. Hierdoor is
het lastiger de resultaten van proef 1 met de resultaten van proef 2 te vergelijken.
Ook mist er een controle proef bij proef 2, hierdoor is niet te controleren of het
lysozym überhaupt een werking heeft gehad op de bacterie groei.
In proef 1 is gebruik gemaakt van de bacterie: Staphylococcus xylosus. In proef 2 is
gebruik gemaakt van een andere bacterie Staphylococcus epidermis . Voor een
betrouwbaar resultaat had het beter geweest voor beiden proeven dezelfde bacterie
te gebruiken. Bij de proeven kan de ene bacterie net iets anders reageren op de stof,
dan dat de andere bacterie zou doen.
Het had beter geweest als er met een nog lagere verdunning was gewerkt om te
kijken of het lysozym op een kleinere schaal wel invloed had gehad.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
62
Nawoord
Dit onderzoek heeft ons veel geleerd. Afweer is voor ons beiden altijd al een
interessant onderwerp geweest in de Biologie. Het doel van dit profielwerkstuk was
meer details te weten te komen over de afweer van bacteriën, in dit werkstuk vooral
gericht op speeksel en maagzuur.
Dit doel is, volgens onszelf, gehaald. Met behulp van goede literatuur, begeleiding en
onderzoek zijn we veel te weten gekomen over de afweer, fysiologie en anatomie
van enkele delen van het menselijk lichaam en is de hoofdvraag en zijn alle
deelvragen beantwoord.
Ook de samenwerking is goed verlopen. Van te voren is een duidelijke taakverdeling
gemaakt, tijdens het uitwerken van het profielwerkstuk is hier natuurlijk af en toe wat
van af geweken. We hebben ons beiden 100% ingezet voor dit profielwerkstuk en
zijn tevreden met het eindresultaat.
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
63
Literatuurlijst
❖ American Society of microbiology, CMR (clinical microbiolgy reviews). (2013).
Matrix-Assisted Laser Desorption Ionization - Time of Flight Mass
Spectrometry: a Fundamental Shift in the Routine Practice of Clinical
Mircobiology. Geraadpleegd op 12 oktober 2016.
❖ de Araujo, Dorchies, Dordet-Frisoni, Leroy en Talon. (2007). American Society
for Microbiology. Genomic Diversity in Staphylococcus xylosus. Geraadpleegd
op 19 september 2016. http://aem.asm.org/content/73/22/7199.full
❖ Artis Micropia. Deinococcus radiodurans. Geraadpleegd op 3 oktober 2016.
http://www.micropia.nl/nl/ontdek/microbiologie-van-tot-z/deinococcus-
radiodurans/#gref
❖ Bruker, microflex Performance for screening Applications on the Bench.
Geraadpleegd op 22 augustus 2016.
https://www.bruker.com/fileadmin/user_upload/8-PDF-
Docs/Separations_MassSpectrometry/Literature/Brochures/_256045_microfle
x_2012_eBook.pdf )
❖ Huidarts.com. Wat zijn Stafylokokken?. Geraadpleegd op 12 september 2016.
https://www.huidarts.com/huidaandoeningen/stafylokokken-infecties/
❖ Indevuyst, C. UZ Leuven Laboratoriumgeneeskunde. Principe van MALDI-
TOF massaspectrometrie. Geraadpleegd op 10 september 2016.
https://nrchm.wiv-
isp.be/fr/centres_ref_labo/mycosis/Rapports/Identificatie%20van%20gisten%2
0met%20MALDI-TOF%20massaspectrometrie.pdf
❖ Labuitslag.nl. Wat is een Staphylococcus xylosus? Geraadpleegd op 16
september 2016. https://www.labuitslag.nl/bacterie/staphylococcus-xylosus/
❖ Maagkanker.info. Maag. Geraadpleegd op 21 september 2016.
http://www.maagkanker.info/over-maagkanker/wat-is-maagkanker/de-
spijsvertering/maag/
❖ Maagzuur.nl. Geraadpleegd op 1 juli 2016. http://www.maagzuur.nl/
❖ Mandel, A. News Medical. Wat zijn Chemokines? Geraadpleegd op 10
september 2016. http://www.news-medical.net/health/What-are-Chemokines-
(Dutch).aspx
❖ Medicinfo. (2010). Tongklieren. Geraadpleegd op 5 september 2016.
http://www.medicinfo.nl/%7BC6B7B250-E18D-43FF-94FC-
9696172D028D%7D
❖ MedicInfo. (2009). Septische shock. Geraadpleegd op 7 september 2016.
http://www.medicinfo.nl/%7B70dc684b-b252-479a-a2af-97db5a72872e%7D
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
64
❖ Medicinfo. (2010). G-cellen - gastrine. Geraadpleegd op 21 september 2016.
http://www.medicinfo.nl/%7B68C82A96-883B-4369-A92E-
B10AFE12F66D%7D
❖ dr. Mekkes, J.R. Dermatoloog, AMC, Amsterdam. (2012). Streptococcus
pyrogenes. Geraadpleegd op 12 september 2016.
http://www.huidziekten.nl/zakboek/dermatosen/atxt/AST-en-anti-DNAse-B.htm
❖ Melod. (2008). Speeksel versnelt de wondgenezing. Geraadpleegd op 5
september 2016.. http://nieuws-uitgelicht.infonu.nl/mens-en-
gezondheid/22767-speeksel-versnelt-de-wondgenezing.html
❖ De Merck Manuel medisch handboek. (2003). Stafylokokken infecties.
Geraadpleegd op 16 september 2016.
http://www.merckmanual.nl/mmhenl/print/sec17/ch190/ch190s.html
❖ De Merck Manual online medisch handboek, Hemorragische colitis
http://www.merckmanual.nl/mmhenl/sec09/ch122/ch122b.html Geraadpleegd
8 oktober 2016
❖ Microbiologie. Gramkleuring. Geraadpleegd op 9 oktober 2016.
http://www.microbiologie.info/gramkleuring.html
❖ van Nieuw Amerongen, A. en Veerman, E.C.I. (2004). Kennislink, Speeksel.
Geraadpleegd 25 augustus 2016. http://www.kennislink.nl/publicaties/speeksel
❖ van Nieuw Amerongen, A. en Veerman, E.C.I. (2004). Kennislink, Speeksel.
Geraadpleegd 4 september 2016.
http://www.kennislink.nl/publicaties/speeksel
❖ van Nieuw Amerongen, A. (2008). Ned Tijdschr Tandheelkd, Speekselklieren:
Klieren met speeksel Verleden, heden en toekomst: panta rhei. Geraadpleegd
op 5 september 2016.
❖ Norton, C. F. (1986). Microbiology, Second Edition, Procaryotic Cell Structure
(p. 84). Geraadpleegd 14 september 2016
❖ Norton, C. F. (1986). Microbiology, Second Edition, Oral Disease (p. 454-473).
Geraadpleegd 22 september 2016
❖ Norton, C.F. (1986) Microbiology, Second Edition, Gastiontestinal tract
infections (p. 551-571). Geraadpleegd op 4 oktober 2016.
❖ Rijkers, G.T. (2014) Immunologie, in de mondholte heeft speeksel een
belangrijke beschermende werking. Geraadpleegd op 5 september 2016.
https://books.google.nl/books?id=YDiLNBtSxgEC&pg=PA187&lpg=PA187&dq
=histatinen&source=bl&ots=4z2rgZS_og&sig=1tUMEYwccpcdbvshwFb3IUG_
q-
U&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwinwvOD4vjOAhWLPxoKHbXRDf0Q6AEIMzAE
#v=onepage&q=histatinen&f=false
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
65
❖ Salusi. (2011). Mondflora: Goede & slechte bacteriën in je mond.
Geraadpleegd op 10 oktober 2016. https://www.salusi.nl/mondflora-goede-
slechte-bacterien-mond/
❖ Smout, Prof. Dr. A.J.P.M. (2008). Bouw en werking van het maagdarmkanaal.
Geraadpleegd op 25 augustus 2016.
http://www.spreekuurthuis.nl/themas/maagklachten/informatie/bouw_en_werki
ng_van_het_maagdarmkanaal
❖ Smout, Prof. Dr. A.J.P.M. (2008). Spreekuurthuis.nl, Bouw en werking van het
maagdarm kanaal. Geraadpleegd op 2 oktober 2016.
http://www.spreekuurthuis.nl/themas/maagklachten/informatie/bouw_en_werki
ng_van_het_maagdarmkanaal
❖ Trouw. (2006). In het zuur van de maag tieren bacteriën welig. Geraadpleegd
op 13 september 2016.
http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1696279/2006/01/07/In-het-
zuur-van-de-maag-tieren-bacterien-welig.dhtml
❖ Vaartjes, J.W. Tandarts.nl. Alles over paradontitis. Geraadpleegd op 15
september 2016. https://www.tandarts.nl/mondzorg/aandoeningen/parodontitis
❖ Veerman, E.C.I. & Vissink, A. (2008). Speeksel, speekselklieren en
mondgezondheid, variatie in speeksel en klierspeeksel (p.27) Geraadpleegd
op 22 augustus 2016.
❖ Veerman, E.C.I. & Vissink, A. (2008). Speeksel, speekselklieren en
mondgezondheid, antimicrobiële eiwitten in speeksel (p.46) Geraadpleegd op
19 juli 2016.
❖ Veerman, E.C.I. & Vissink, A. (2008). Speeksel, speekselklieren en
mondgezondheid. Vorming en secretie van speeksel. (p.9). Geraadpleegd op
4 juli 2016.
❖ Veerman, E.C.I. & Vissink, A. (2008). Speeksel, speekselklieren en
mondgezondheid, concentratie van lysozym in secretievloeistoffen . (p.47)
Geraadpleegd op 1 september 2016.
❖ Veerman, E.C.I. & Vissink, A. (2008). Speeksel, speekselklieren en
mondgezondheid, antimicrobiële peptiden in speeksel. (p.57). Geraadpleegd
op 5 september 2016.
❖ Veerman, E.C.I. & Vissink, A. (2008). Speeksel, speekselklieren en
mondgezondheid, Rol van LL-37 bij gastheerverdediging. (p.63)
Geraadpleegd op 7 september 2016.
❖ E.C.I, Veerman & A, Vissink. (2008). Speeksel, speekselklieren en
mondgezondheid, MUC5B herkomst en opbouw.(p.69) Geraadpleegd op 8
september 2016..
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
66
❖ Veerman, E.C.I. & Vissink, A. (2008). Speeksel, speekselklieren en
mondgezondheid, MUC5B structuur en functie (p.72) Geraadpleegd op 8
september 2016.
❖ Veerman, E.C.I. & Vissink, A. (2008). Speeksel, speekselklieren en
mondgezondheid. Vorming en secretie van speeksel. (p.9). Geraadpleegd op
22 september 2016.
❖ van de Voorde, T. (1999). Twortwat, Lysozyme. Geraadpleegd op 4 oktober
2016. https://www.twortwat.nl/per.auteur?article_id=1142279977
❖ Vos, K. Bouw van de Maag. Geraadpleegd op 4 september 2016.
https://www.gezondheidsplein.nl/menselijk-lichaam/maag/item45058
❖ VUmc. Wat zijn speekselklieren? Geraadpleegd op 21 september 2016.
https://www.vumc.nl/afdelingen-themas/29879/6045690/7868408
❖ Wikipedia. Acid. Geraadpleegd op 2 oktober 2016.
https://en.wikipedia.org/wiki/Acid#Biological_occurrence
❖ Wikipedia. Acidophile. Geraadpleegd op 2 oktober 2016.
https://en.wikipedia.org/wiki/Acidophile
❖ Wikipedia. Acidophiles in a acid mine drainage. Geraadpleegd op 2 oktober
2016. https://en.wikipedia.org/wiki/Acidophiles_in_acid_mine_drainage
❖ Wikipedia. Protonpompremmer. Geraadpleegd op 3 oktober 2016..
https://nl.wikipedia.org/wiki/Protonpompremmer
❖ Wikipedia. Petidoglycaan. Geraadpleegd op 2 oktober 2016.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Peptidoglycaan
❖ Wikipedia. Cholera. Geraadpleegd op 3 oktober 2016.
https://en.wikipedia.org/wiki/Cholera
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
67
Logboek
Datum: Wat: Wie: Waar: Tijd:
19 mei Bespreking PWS Lisa/Ruben Lokaal 122 30 min (0,5 uur)
23 mei Boek regelen ‘Speeksel en speekselklieren’
Ruben Thuis 15 min
9 juni Kweek bacteriën Lisa/Ruben Practicum lokaal 15 min
10 juni Boeken regelen Ruben Thuis en bibliotheek
120 min (2 uur)
13 juni Rijnkweek bacteriën Lisa/Ruben Practicum lokaal 50 min
30 juni Regelen stoffen onderzoek Ruben Practicum lokaal 15 min
1 juli Literair onderzoek Lisa/Ruben Thuis 120 min (2 uur)
4 juli Literatuur onderzoek Lisa/Ruben Lokaal 102 120 min (2 uur)
5 juli Onderzoek naar bacteriën Lisa/Ruben Diaconessen ziekenhuis Leiden
270 min (4,5 uur)
6 juli Practicum bacteriën Lisa/Ruben Practicum lokaal 390 min (6,5 uur)
8 juli Resulaten bekijken/koloniën tellen Lisa/Ruben Practicum lokaal 90 min (1,5 uur)
19 juli Hoofdstuk 2 paragraaf 2 lysozymen
Lisa Thuis 60 min (1 uur)
13 augustus
Verslag diacnessen ziekenhuis Lisa Thuis 30 min (0,5 uur)
14 augustus
Hoofdstuk 2 paragraaf 2 lactoperoxidase
Lisa Thuis 45 min (0,75 uur)
16 augustus
Hoofdstuk 2 paragraaf 2
Chitinase/ lactoferrine
Lisa Thuis 60 min (1 uur)
22 augustus
Opmerkingen verbeteren en foto’s sorteren
Lisa/Ruben Thuis 80 min (1 uur en 20 min)
25 augustus
Opmerkingen verbeteren Ruben Thuis 90 min (1,5 uur)
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
68
26 augustus
Opmerkingen verbeteren Lisa School 50 min
29 augustus
Practicum uitwerken Lisa/Ruben Thuis 90 min (1,5 uur)
30 augustus
Practicum uitwerken Lisa/Ruben School 50 min
1 september
Profielwerkstuk bespreking Lisa/Ruben School 50 min
1 september
Aanvullen en verbeteren Lisa/Ruben Thuis 150 min (2,5 uur)
2 september
Aanvullen en verbeteren Lisa School 50 min
4 september
Overzichtelijke inhoudsopgave Lisa Thuis 60 min (1 uur)
5 september
Begin 2.3.1 histatinen Lisa School 50 min
5 september
Histatinen, defensinen en discussie
Lisa/Ruben Thuis 120 min (2 uur)
7 september
LL-37 Lisa School 50 min
7 september
Discussie, Materiaal en methode en H2 verbeteren
Ruben Thuis 180 min
7 september
LL-37
H2 verder uitwerken
Lisa Thuis 180 min
8 september
MUC5B Lisa School 50 min
10 september
MUC7, bestrijding van micro- organismen, bruker microflex
Lisa Thuis 210 min (3,5 uur)
11 september
Alles doorlezen Lisa Thuis 60 min (1 uur)
11 september
Conclusie en discussie uitbreiden Ruben Thuis 300 min (5 uur)
12 september
Staphylococcus xylosus Lisa Thuis 60 min (1 uur)
15 september
Chitinase uitbreiden Lisa Thuis 60 min (1 uur)
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
69
16 september
Staphylococcus xylosus informatie zoeken
Bijlage maken
Lisa/Ruben Thuis 60 min (1 uur)
19 september
Staphylococcus xylosus uitbreiden
Bijlage maken
Lisa/Ruben Thuis 60 min (1 uur)
21 september
opmerkingen verbeteren
H3 maken
Lisa/Ruben Thuis 180 min (3 uur)
22 september
Verbeteren Lisa School 50 min
22 september
Verbeteren Lisa Thuis 180 min (3 uur)
22 september
H3 Ruben Thuis 300 min (5 uur)
23 september
Voorwoord begin Lisa School 50 min
24 september
Verbeteren Lisa Thuis 180 min (3 uur)
26 september
H3 Ruben Thuis 240 min (4 uur)
27 september
Verbeteren Lisa Thuis 120 min (2 uur)
27 september
H3 en verbeteren Ruben Thuis 180 min (3 uur)
29 september
Verbeteren Lisa en Ruben
Thuis 120 min (2 uur)
3 oktober H3 Ruben Thuis 360 min (6 uur)
3 oktober Proef 2 Lisa Thuis 360 min (6 uur)
4 oktober Conclusie discussie proef 2 Lisa School 50 min
4 oktober H3 Ruben Thuis 180 min (3 uur)
5 oktober H3 Ruben Thuis 180 min (3 uur)
7 oktober Conceptversie verbeteren Lisa School 50 min
Profielwerkstuk Maagzuur en Speeksel: Afweer tegen bacteriën Ruben Scheps en Lisa Schniedewind
70
7 oktober H3 en 4 verbeteren Ruben Thuis 120 min (2uur)
9 oktober Commentaar verbeteren Lisa en Ruben
Thuis 90 min (1,5 uur)
10 oktober Bronnen juist vermelden Lisa School 50 min
10 oktober Verbeteren Lisa Thuis 90 min (1,5 uur)
10 oktober Proef 2 speeksel toevoegen + malditof verbeteren
Ruben Thuis 90 min (1.5 uur)
12 oktober Verbeteren + nieuwe grafiek Lisa Thuis 300 min (5 uur)
12 oktober Verbeteren Ruben Thuis 240 min (4 uur)
13 oktober Verbeteren Lisa School 50 min
13 oktober Laatste aanpassingen Ruben Thuis 240 min
13 oktober Laatste aanpassingen Lisa Thuis 300 min
Samen hebben wij 35.6 uur aan het werkstuk gewerkt.
Lisa heeft in totaal 5040 minuten aan het werkstuk gezeten wat op 84 uur uitkomt.
Ruben in totaal 4985 minuten wat op 83 uur uitkomt.