tweede kamer der staten-generaal...het bekend worden van het t-biljet met de leden van de fracties...

10
Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1977-1978 14 832 Verhoging van de grenzen voor teruggaaf op verzoek van voorheffingen van de inkomstenbelasting en van de premieheffing volksverzekeringen Nr. 5 MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 22 november 1977 Algemeen Van vele kanten worden bedenkingen tegen het voorstel tot verhoging van de grenzen voor teruggaaf op verzoek ingebracht. Het doet ons echter genoegen dat de in de memorie van toelichting uiteengezette noodzaak in het kader van de beperking van de stijging van de groei van de overheidsuit- gaven de belangen van de onderscheidene door de belastingdienst behar- tigde taken tegen elkaar af te wegen en te streven naar een evenwicht tussen de taken van de belastingdienst en de daarvoor beschikbare mankracht niet wordt betwist. De vele malen gestelde vraag of met inachtneming van dit uitgangspunt de belangen van de belastingplichtigen niet te veel uit het oog zijn verloren bij het voorstel de grenzen voor teruggaaf op f 150 te stellen, menen wij ontkennend te moeten beantwoorden. Toegegeven moet worden dat het bedrag van f 150 in hoge mate is ingegeven door de gewenste om- vang van besparing aan manjaren. Daarmede is echter niet gezegd dat het voorstel tot verhoging van de drempel in de T-biljetprocedure door de be- treffende belastingplichtigen een uit rechtvaardigheidsoogpunt bezien te hoge drempel tot stand zou brengen. Zoals de leden van de fractie van de Partij van de Arbeid opmerken kent de middelingsregeling eveneens een grens van f 150. Aanpassing overeenkomstig de loonontwikkeling sinds 1965 zou het bedrag van f 25 reeds op f 75 brengen, terwijl voor grote groe- pen werknemers de grens voor teruggaaf van loonbelasting thans reeds f 150 of meer is. Zulks vloeit voort uit de tweede drempel diedeteruggaafre- geling kent, inhoudende dat het terug te geven bedrag ook meer moet zijn dan 5% van de verschuldigde inkomstenbelasting. Het is voorts zo dat de belastingplichtigen voor wie de grensverhoging na- delig uitwerkt, vooral moeten worden gezocht in de categorieën vakantie- werkers, schoolverlaters en part-time werkers. Ten aanzien van deze belas- tingplichtigen valt niet in te zien dat er - zoals de leden van de V.V.D.-f ractie opmerken - rechtsbeginselen worden geschonden bij een verhoging van de grens voor teruggaaf op verzoek tot f 150. Inde navolgende paragrafen zal op dit aspect nog nader worden ingegaan. Naar aanleiding van de vraag van de fractie van DS '70 of niet is overwo- gen op aanslag bij te betalen belasting eerst te heffen bij bedragen van f 150 of meer, zij opgemerkt dat een dergelijke maatregel niet voor de hand ligt omdat reeds thans in een groot aantal gevallen kleine aanslagen achterwege 3 vel Tweede Kamer, zitting 1977-1978, 14 832, nr. 5 1

Upload: others

Post on 22-Sep-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Tweede Kamer der Staten-Generaal...Het bekend worden van het T-biljet Met de leden van de fracties van V.V.D., C.P.N., G.P.V . en DS '70 kan wor-den ingestemd dat het geleidelijk op

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zit t ing 1977-1978

14 832 Verhoging van de grenzen voor teruggaaf op verzoek van voorheffingen van de inkomstenbelasting en van de premieheffing volksverzekeringen

Nr. 5 MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 22 november 1977

Algemeen

Van vele kanten worden bedenkingen tegen het voorstel tot verhoging van de grenzen voor teruggaaf op verzoek ingebracht. Het doet ons echter genoegen dat de in de memor ie van toel icht ing uiteengezette noodzaak in het kader van de beperking van de st i jg ing van de groei van de overheidsuit-gaven de belangen van de onderscheidene door de belastingdienst behar-t igde taken tegen elkaar af te wegen en te streven naar een evenwicht tussen de taken van de belastingdienst en de daarvoor beschikbare mankracht niet word t betwist. De vele malen gestelde vraag of met inachtneming van dit u i tgangspunt de belangen van de belast ingpl icht igen niet te veel uit het oog zijn ver loren bi j het voorstel de grenzen voor teruggaaf op f 150 te stel len, menen wi j ontkennend te moeten beantwoorden. Toegegeven moet wo rden dat het bedrag van f 150 in hoge mate is ingegeven door de gewenste o m -vang van besparing aan manjaren. Daarmede is echter niet gezegd dat het voorstel tot verhoging van de drempel in de T-bi l jetprocedure door de be-treffende belastingpl icht igen een uit rechtvaardigheidsoogpunt bezien te hoge drempel tot stand zou brengen. Zoals de leden van de fractie van de Partij van de Arbeid opmerken kent de middel ingsregel ing eveneens een grens van f 150. Aanpassing overeenkomst ig de loonontwikkel ing sinds 1965 zou het bedrag van f 25 reeds op f 75 brengen, terwi j l voor grote groe-pen werknemers de grens voor teruggaaf van loonbelast ing thans reeds f 150 of meer is. Zulks vloei t voort uit de tweede drempel d iede te ruggaaf re -gel ing kent, inhoudende dat het terug te geven bedrag ook meer moet zijn dan 5% van de verschuldigde inkomstenbelast ing.

Het is voorts zo dat de belast ingpl icht igen voor wie de grensverhoging na-delig ui twerkt, vooral moeten worden gezocht in de categorieën vakantie-werkers, schoolverlaters en part- t ime werkers. Ten aanzien van deze belas-t ingpl icht igen valt niet in te zien dat er - zoals de leden van de V.V.D.-f ractie opmerken - rechtsbeginselen worden geschonden bij een verhoging van de grens voor teruggaaf op verzoek to t f 150. Inde navolgende paragrafen zal op dit aspect nog nader worden ingegaan.

Naar aanleiding van de vraag van de fractie van DS '70 of niet is overwo-gen op aanslag bij te betalen belasting eerst te heffen bij bedragen van f 150 of meer, zij opgemerkt dat een dergeli jke maatregel niet voor de hand ligt omdat reeds thans in een groot aantal gevallen kleine aanslagen achterwege

3 vel Tweede Kamer, zitt ing 1977-1978, 14 832, nr. 5 1

Page 2: Tweede Kamer der Staten-Generaal...Het bekend worden van het T-biljet Met de leden van de fracties van V.V.D., C.P.N., G.P.V . en DS '70 kan wor-den ingestemd dat het geleidelijk op

blijven. Indien naast looninkomsten die niet meer belopen dan de aanslag-grens, niet meer dan f 600 neveninkomsten worden genoten, wordt immers geen aanslag opgelegd. Zou naast deze regeling de door deze fractie bedoel-de maatregel worden getroffen, dan levert dit vrijwel geen besparing aan mankracht op omdat - om te kunnen beoordelen of het bij te betalen bedrag al dan niet moet worden geheven - de aanslagen toch in alle gevallen moe-ten worden vastgesteld. Bovendien zou een dergelijke maatregel een niet onaanzienlijke middelenderving meebrengen.

Het bekend worden van het T-biljet

Met de leden van de fracties van V.V.D., C.P.N., G.P.V. en DS '70 kan wor-den ingestemd dat het geleidelijk op ruime schaal bekend worden van de mogelijkheid om een T-biljet te vragen, op zich zelf geen argument is om het aantal T-posten te doen verminderen. Van terughoudendheid op het punt van voorlichting aan de belastingbetalers is en zal ook in de toekomst geen sprake zijn. In overeenstemming hiermede is in de toelichting op het onder-havige wetsontwerp uitsluitend feitelijk geconstateerd dat het aantal T-bil-jetten zo groot is geworden. De toegenomen bekendheid is slechts aange-wezen als één van de oorzaken van dit grote aantal en niet als argument voor de voorgestelde maatregel.

De mening van de G.P.V.-fractie dat wanneer de wetgever een bepaalde mogelijkheid opent, hij ook genereus moet blijven wanneer van die moge-lijkheid gebruik wordt gemaakt, gaat ons te ver. Het moet immers mogelijk blijven tot aanpassingen en ombuigingen van het beleid te komen. Evenmin kan worden ingestemd met de gedachte van de leden van de V.V.D.-fractie dat aanpassingen en ombuigingen wel toelaatbaar zouden zijn als het gaat om het tegengaan van constructies waaraan de wetgever een halt wil toeroe-pen omdat die als zodanig niet door hem zijn bedoeld, maar niet voor aange-legenheden als de onderhavige. In dit verband zij herinnerd aan de in de toe-lichting besproken gedachte om het aantal T-biljetten te beperken door in-voering in de inkomstenbelasting van een objectief belastingtijdvak. Ware invoering van een dergelijk tijdvak mogelijk-technische problemen verhin-deren dit - dan zou zulks kunnen leiden tot een nauwkeuriger toepassing van het draagkrachtbeginsel omdat de betrekkelijke willekeur die is gelegen in het meten van de draagkracht per vol kalenderjaar, dan zou verdwijnen. Ook in die gedachtengang zou de mogelijkheid van vakantiewerkers, schoolver-laters, enz. om teruggaaf van ingehouden belasting te vragen, komen te ver-vallen.

De vraag van de G.P.V.-fractie voor welk deel de toeneming van het aantal T-biljetten toe te schrijven is aan de grotere bekendheid en voor welk deel aan de wijzigingen van de tariefstructuur ingaande 1973, kan niet worden be-antwoord. Dit geldt evenzeer voor de vragen van de C.P.N.-fractie inzake door onbekendheid met de T-biljetprocedure niet teruggevraagde belasting en premie. Weliswaar is de ontwikkeling van het aantal T-biljetten niet ver-klaarbaar zonder een toeneming van de bekendheid van het insti tuut-met name in de eerste jaren - t e veronderstellen, maar er bestaat geen inzicht in de mate waarin de toenemende bekendheid tot de groei van het aantal T-bil-jetten heeft geleid. Het is trouwens waarschijnlijk dat ook andere oorzaken dan de op blz. 2 van de memorie genoemde-t.w. toegenomen bekendheid en de in 1973 gewijzigde tariefstructuur - hebben bijgedragen tot de toene-ming van het aantal T-biljetten. Zo is op blz. 8 van de toelichting ook ge-noemd het toenemen van vakantiewerk en de groei van het aantal eigen wo-ningen. Voorts kan nog worden gewezen op maatregelen als het beter af-stemmen van de loonbelastingtabellen voor bijzondere beloningen op de jaarbasis verschuldigde belasting en het onderde loonbelasting brengen van uitkeringen die niet voortspruiten uit een (vroegere) dienstbetrekking. Enerzijds leiden dergelijke maatregelen ertoe dat het betalen of bijbetalen op een aanslag inkomstenbelasting wordt beperkt, maar anderzijds is daar-van het gevolg dat in een groter aantal gevallen belasting kan worden terug-gevraagd.

Tweede Kamer, zitting 1977-1978,14 832, nr. 5 2

Page 3: Tweede Kamer der Staten-Generaal...Het bekend worden van het T-biljet Met de leden van de fracties van V.V.D., C.P.N., G.P.V . en DS '70 kan wor-den ingestemd dat het geleidelijk op

Het verband met de vrijgelaten neveninkomsten

De leden van de fracties van de P.P.R. en de S.G.P. vragen zich af of in de memor ie van toel icht ing wel terecht een beroep is gedaan op het op grond van praktische overwegingen verwaarlozen van bescheiden neveninkom-sten. Deze argumentat ie in de toel icht ing heeft, anders dan deze leden me-nen, wel degeli jk betrekking op indiv iduele belast ingpl icht igen. Veel belas-t ingpl icht igen die in bepaalde jaren een beroep doen op de teruggaafmoge-l i jkheden, bevinden zich nameli jk in andere jaren in een situatie waar in geen aanslag word t opgelegd. In deze laatste jaren genieten zij dan voordelen zo-als het buiten beschouwing laten van rente- inkomsten en het «voorzichtig» belast zijn ( ingevolge artikel 26 van de Wet op de loonbelast ing 1964) van overwerk loon e.d. Daarom is in de toel icht ing gesteld dat het over een lan-gere periode bezien verantwoord te achten is de drempel voor de teruggaaf-mogel i jkheden in verband te brengen met de voordelen die het in andere ja-ren fungeren van de loonbelast ing als e indhef f ing voor de betrokken belas-t ingpl icht igen kan hebben.

Anders dan bij de onderhavige maatregel is het inderdaad zo - de leden van de S.G.P.-fractie merken dit ook op - dat het vri j laten van neveninkom-sten tot f 600 per jaar indien de loonbelast ing eindheff ing is, voor de fiscus werkbesparing meebrengt en tegel i jkert i jd een voordeel oplevert voor de belast ingpl icht ige. Deze regeling voor het achterwege laten van aanslagen inkomstenbelast ing doet meer dan alleen voorkomen dat de fiscus voor het opleggen van een aanslag een groter bedrag moet ui tgeven dan op die aan-slag verschuldigd wordt . Het buiten beschouwing laten van f 600 nevenin-komsten levert de individuele belast ingpl icht ige immers een voordeel op dat varieert van ca. f 120 tot ca. f 300. De extra kosten die de belast ingdienst zou moeten maken om deze belast ingpl icht ige een aanslag op te leggen, be-lopen aanzienlijk minder dan dit voordeel .

De belast ingderving als gevolg van het vr i j laten van neveninkomsten kan niet anders dan zeer globaal worden benaderd. Gedacht moet worden in een orde van grootte van enkele t iental len mi l joenen guldens. Gegevens o m -trent de samenstel l ing van de groep belast ingpl icht igen die in verband met de f 600-grens geen belasting betalen over neveninkomsten, zijn niet voor-handen.

De te besparen mankracht

Naar aanleiding van desbetreffende opmerk ingen van de leden van de fracties van de P.v.d.A., de S.G.P., de P.P.R. en het G.P.V. word t allereerst het navolgende overzicht gegeven van de verminder ing van het aantal T-biljet-ten en de daarmede corresponderende besparing aan mankracht bij een aantal grenzen, variërende van f 25 (waarbi j alleen de f 10-grens is opgetrokken tot f 25) tot f 150.

Vermindering van het aantal T-biljetten en besparing aan mankracht bij verhoging van de grenzen voor teruggaaf

Grens Aantal biljetten Aantal manjaren

25 14 000 20 50 50 000 60 75 100 000 125 95 132 000 165

100 140 000 175 125 160 000 200 150 200 000 250

Ter toel icht ing diene het vo lgende. Zoals in de memor ie van toel icht ing is meegedeeld, zal de verwerking van de T-bil jetten bij ongewi jz igd beleid in 1979 (behandeling van de teruggaven over het belastingjaar 1978) waar-

Tweede Kamer, zitting 1977-1978, 14 832, nr. 5 3

Page 4: Tweede Kamer der Staten-Generaal...Het bekend worden van het T-biljet Met de leden van de fracties van V.V.D., C.P.N., G.P.V . en DS '70 kan wor-den ingestemd dat het geleidelijk op

schijnlijk ca. 800 manjaren vergen. Dit aantal en de aantallen manjaren in het overzicht zien zowel op het eigenlijke vaststellen van de teruggaafbedragen als op de administratieve verwerking van deze biljetten. Met name dit laatste neemt een groot aantal manjaren (650) in beslag. De feitelijke aanslagrege-ling die door commiezen en 4 adjunct-commiezen (A) wordt verricht, zal bij ongewijzigd beleid in 1979 ca. 130 manjaren vergen. De aantallen manjaren zijn berekend aan de hand van algemene regels welke bij de taakverdeling binnen de belastingdienst worden gehanteerd. De geautomatiseerde ver-werking van de biljetten op de centrale administratie-afdelingen te Apel-doorn vergt bij ongewijzigd beleid in 1979 ca. 30 manjaren.

Bij de ramingen is er op grond van ervaringscijfers van uitgegaan dat er ongeveer 100 000 T-biljetten verwerkt zullen moeten worden welke niet tot een teruggaaf leiden. Mogelijk kan dit aantal voor het eerste jaar waarvoor de verhoogde grens gaat gelden, iets te klein blijken, doch verwacht mag worden dat dit aantal in de volgende jaren ongeveer reëel zal blijken.

De in de memorie van toelichting vermelde vermindering van het aantal T-biljetten met ca. 25 000 is gebaseerd op verhoging van de huidige grenzen van f 10 en f 25 tot f 30 en f 75. Dein het antwoord op vraag 62 over de mil-joenennota vermelde verminderingen gaan daarentegen uit van het - over-eenkomstig het wetsvoorstel - vervallen van het onderscheid tussen beide grenzen.

De leden van de fracties van D'66 en de P.P.R. vragen naar de inzetbaar-heid voor andere taken van het personeel dat thans T-biljetten behandelt.

Het ligt in de bedoeling de aanslagregelaars die door de voorgestelde maatregel vrij zullen komen, in te zetten bij andere activiteiten op het gebied van de aanslagregeling en de controle. Hierbij wordt in de eerste plaats ge-dacht aan de meer eenvoudige aanslagregeling waarvan de zwaarte niette veel verschilt van die van de T-biljetten. De kennis en ervaring welke zij door het behandelen van T-biljetten hebben verkregen, zal hen - eventueel na enige bijscholing - in staat stellen hun nieuwe werkzaamheden naar beho-ren te verrichten. Het betrokken administratieve personeel zal in het alge-meen in de administratieve sector werkzaam blijven. Het zal hierbij in de eer-ste plaats gaan om administratie op het gebied van de loon- en inkomsten-belasting. In de toekomst kan het eventueel ook gaan om de administratieve ondersteuning van nieuwe taken voor de belastingdienst, zoals ten behoeve van de VADen de WIR.

Het feit dat door deze maatregel administratief personeel vrij komt voor andere administratieve taken heeft tevens als gunstig effect dat bij het aan-trekken van nieuw personeel een extra accent kan worden gelegd op de ver-sterking van de sectoren aanslagregeling en controle.

Het rendement hiervan - dit als antwoord op een vraag van de leden van de P.P.R.-fractie - maakt deze inzet van nieuw personeel zeker lonend.

De leden van de P.P.R.-fractie dringen erop aan, zich bij het inzetten van personeel voor het bestrijden van ontgaan en ontduiken van belastingen niet te star te binden aan het 1 %-beleid. In dit verband zij erop gewezen dat het binnen het kader van dit beleid - evenals in 1977 - mogelijk zal zijn in de komende jaren het aanslagregelend, controlerend en rechercherend appa-raat van de belastingdienst verder uit te breiden. Met de leden van de C.D.A.-fractie zijn wij van mening dat ook van de fiscus verwacht mag wor-den dat deze zijn personeelsbestand niet verder uitbreidt dan strikt noodza-kelijkis.

De leden van de P.P.R.-fractie vragen nog naar de wijze waarop de T-biljet-ten worden gecontroleerd. Het recht op teruggaaf wordt per geval bezien. Het volstaan met steekproeven is onmogelijk omdat alsdan tot een te hoog bedrag verleende teruggaven niet door middel van navordering kunnen worden gecorrigeerd. Uiteraard zal de aan controle bestede tijd van geval tot geval verschillen.

Tweede Kamer, zitting 1977-1978, 14 832, nr. 5 4

Page 5: Tweede Kamer der Staten-Generaal...Het bekend worden van het T-biljet Met de leden van de fracties van V.V.D., C.P.N., G.P.V . en DS '70 kan wor-den ingestemd dat het geleidelijk op

De groep getroffenen

De leden van de fracties van C.D.A. en S.G.P. vragen naar de samenstel-l ing van de groep van belast ingpl icht igen die een T-bil jet indienen. Uit een steekproefonderzoek over 1974 komt naar voren dat het aantal ingediende T-bi l jetten voor ongeveer 35% afkomst ig is van de categorie vakant iehulpen en part-t imers. De gevallen waar in de teruggaaf word t gevraagd in verband met het beëindigen of aanvangen van een dienstbetrekking (w.o. schoolver-laters) belopen ongeveer 20% van het totaal. In ongeveer 25% van de geval-len waar in een T-bil jet word t ingediend, is de belangri jkste oorzaak van het verzoek om teruggaaf negatieve opbrengst eigen w o n i n g , bu i tengewone lasten, persoonli jke verpl icht ingen of gi f ten. De verdel ing van deze catego-rieën binnen het totaal van de 200 000 verzoeken o m teruggaaf die door de voorgestelde grensverhoging geen resultaat meer hebben, is als vo lgt :

vakantiehulpen en part-timers 70 a 75% aanvang/einde dienstbetrekking 10 a 15% negatieve opbrengst eigen woning, buitengewone lasten, persoonlijke verplichtingen of giften ca. 10'X

Uit deze cijfers blijkt dat het overgrote deel van de belast ingpl icht igen die nadeel zullen ondervinden van de voorgestelde maatregel , behoren tot de categorie vakant iehulpen, part-t imers en schoolverlaters. Met de leden van de C.D.A.-fractie kan worden gezegd dat de voor deze belast ingpl icht igen optredende lastenverzwaring met name in vergel i jk ing tot andere groepen belast ingpl icht igen niet onredeli jk is. In de geval len waar in de betreffende belast ingpl icht igen afkomst ig zijn uit of zich rekenen tot gezinnen met lagere of laagste inkomens, zal deze lastenverzwaring, zoals de leden van de frac-ties van C.P.N, en G.V.P. ook aanduiden, wel iswaar minder gemakkeli jk kun-nen worden gedragen, maar ook in die geval len speelt een rol dat het veelal gaat om aanvullend inkomen boven het voor het gewone levensonderhoud noodzakeli jke inkomen, dat dan ook niet voor de noodzakeli jke kosten van levensonderhoud word t gebruikt.

Voor wat betreft de vragen van de leden van C.D.A. en P.P.R. inzake de ge-volgen van het onderhavige voorstel voor degenen die het T-bil jet gebruiken op grond van bui tengewone lasten, persoonl i jke verp l icht ingen enz., zij opge-merkt dat deze categorie wel iswaar ca. 25% van het aantal ingediende T-bil-jet ten oplevert, maar slechts ca. 10% van d e - niet meer te ver lenen - terug-gaven beneden f 150. Laatstbedoeld percentage zal in de toekomst nog kun-nen afnemen als gevolg van een intensiever gebruik van de mogel i jkheid om verminder ing van loonbelast ing te vragen.

De leden van de P.P.R.-fractie vragen in dit verband naar de verminder ing van loonbelast ing uit hoofde van persoonl i jke verp l icht ingen of bui tengewo-ne lasten op basis van schatt ingen. De schatt ingen van deze uitgaven wor-den primair verricht door de belast ingpl icht ige op grond van door hem ver-wachte omstandigheden. Zij wo rden vervolgens beoordeeld door de belas-t ingdienst, die ter zake van de verminder ing van loonbelast ing een beschik-king moet nemen.

Word t een T-biljet ingediend, dan word t met de verschuldigde inkomsten-belasting - bij de berekening waarvan de feitel i jke omvang van vorenbe-doelde ui tgaven, en niet de schatt ing beslissend is - het verlaagd ingehou-den bedrag aan loonbelast ing verrekend. Aldus worden eventuele onjuist-heden in de schatt ingen gecorr igeerd.

Alternatieve oplossingen

De leden van de fracties van de P.v.d.A., D'66 en de S.G.P. suggereren een grens voor teruggaaf op verzoek van f 95. Zij zien een relatie tussen de rege-l ing voor teruggaven op verzoek en de regeling van loon- en inkomstenbe-lasting welke - voor 1978 - inhoudt dat bedragen van f 95 en minder niet worden geheven.

Tweede Kamer, zitting 1977-1978, 14 832, nr. 5 5

Page 6: Tweede Kamer der Staten-Generaal...Het bekend worden van het T-biljet Met de leden van de fracties van V.V.D., C.P.N., G.P.V . en DS '70 kan wor-den ingestemd dat het geleidelijk op

De budgettaire en personele gevolgen van een drempel van f 95 voor de teruggaven op verzoek zijn reeds onder «De te besparen mankracht» weer-gegeven. Daaruit bli jkt dat bij een teruggaafdrempel van f 95 de beoogde besparing aan mankracht slechts voor ongeveer twee derde deel word t ge-realiseerd.

Naar het voorkomt ligt het aansluit ing zoeken bij het minimaal aan loon-en inkomstenbelast ing verschuldigde bedrag - dat overigens vóór 1973 f 100 (in cijfers van 1978 ca. f 160) beliep - niet zo voor de hand als deze le-den menen. Voor de inkomstenbelast ing heeft het bedrag van f 95 dat niet word t geheven, tot doel irritatie te vermi jden over kleine aanslagen die zou-den moeten worden opgelegd aan belast ingpl icht igen met een belastbaar inkomen dat juist de belastingvri je som overschri jdt. De mogel i jkheid van te-ruggaaf op verzoek kan daarom moeil i jk in verband worden gebracht met de f 95-regeling die gericht is op de problemen van een heel specifieke groep belast ingpl icht igen.

De suggestie van de leden van de P.v.d.A. om ook voor belaste posten bo-ven de aanslaggrens bedragen tot f 95 niet terug te geven zou geen bespa-ring aan mankracht meebrengen doch wel nadeel voor de inhoudende be-trokkenen. Deze suggestie - waarvan overigens niet duideli jk is waarom zij niet mede geldt voor verpl ichte aanslagen bij inkomens beneden de aanslag-grens - verdient dan ook geen aanbevel ing. De budgettaire gevolgen zou-den vermoedel i jk gering zijn.

Het drempeleffect van de voorgestelde grens van f 150 mag niet worden overschat. De 5%-drempel voor teruggaven op verzoek, die in de bestaande regeling er reeds toe kan leiden dat bedragen boven f 150 niet worden terug-gegeven, zou in dat opzicht veel eerder aanleiding hebben moeten geven to t « d re m pe I eff ecte n ».

Van het voorbehoud van de aan het woo rd zijnde leden inzake hun oor-deel over de wensel i jkheid van indexatie is goede nota genomen.

De leden van de C.D.A.-fractie erkennen wel iswaar dat de argumentat ie in de memor ie van toel icht ing moeil i jk voor bestr i jding vatbaar is, maar vragen zich af of het voorstel tot grensverhoging voldoende rekening houdt met de rechtvaardigheid en de bi l l i jkheid die bij de belast ing- en premieheff ing moeten worden betracht. Deze leden - evenals de leden van de fracties van de S.G.P. en DS'70 - vragen in dat verband een oordeel over de suggestie van C.P.A. Bakker gedaan in een artikel in de Volkskrant van zaterdag 29 oktober 1977. Deze suggestie om de «alles-of-niets»-drempel van de huidige terug-gaafregeling te vervangen doo reen grens d i e - overeenkomstig de grens van de middel ingsregel ing - s l ech ts leidt tot teruggaaf indien en voorzover het grensbedrag van f 1 5 0 - d e heer Bakker noemt in dit verband ook f 1 0 0 -wordt overschreden, biedt geen verzachting van het feit dat een aantal be-last ingpl icht igen geen - kleine - restituties meer ontvangt. De nadere sugges-tie van de heer Bakker o m bij het overschri jden van het grensbedrag de res-ti tutie niet ten vol le te ver lenen, doch deze met een bepaald bedrag te kor-ten, laat zich niet verdedigen op doelmat igheidsgronden omdat in die geval-len toch steeds een aanslag moet worden opgelegd. Bovendien zou bij een dergelijk voorstel ui tgaande van een drempel van f 100 slechts twee derde deel van de beoogde besparing aan mankracht worden gerealiseerd. De ex-tra belast ingopbrengst bij een kort ing op de restitutie van f50 o f f 100 ligt in een orde van grootte van 25 a 30 resp. 50 a 60 m in .

Het is niet mogel i jk de voorgestelde wi jz ig ing niet van toepassing te doen zijn op die geval len waar in het ui ts lui tend of nagenoeg geheel gaat om indieninc van T-bil jetten ten einde teruggaaf te verkr i jgen op grond van bui tengewone lasten of persoonli jke verpl icht ingen dan wel op grond van de op een eigen won ing drukkende rentelast. Op blz. 7 van de memor ie van toel icht ing is reeds aangegeven dat het niet meer verlenen van teruggaaf aan bepaalde categorieën belast ingpl icht igen moeil i jk tot een bevredigend resultaat kan leiden. Omgekeerd is het ook niet mogel i jk een l imitat ieve opsomming te geven van de categorieën waaraan wel terugaaf moet worden ver leend, ook indien de f 150-grens niet word t gehaald. Het is op geen enkele wijze verde-

Tweede Kamer, zitt ing 1977-1978,14 832, nr. 5 6

Page 7: Tweede Kamer der Staten-Generaal...Het bekend worden van het T-biljet Met de leden van de fracties van V.V.D., C.P.N., G.P.V . en DS '70 kan wor-den ingestemd dat het geleidelijk op

digbaar dat bij voorbeeld aan iemand, die een buitengewone last heeft, een teruggaaf van f 100 wel wordt verleend, doch deze wordt geweigerd aan de-gene bij wie een even grote teruggaaf wordt veroorzaakt, bij voorbeeld door wisselende beloning, verliezen uit onderneming, negatieve opbrengst ver-huurd onroerend goed enz.

Aangezien niet duidelijk is welk - al enige jaren niet aan de inflatoire ont-wikkelingen aangepast - forfaitbedrag dat in bepaalde gevallen niet wordt ingevorderd, de aan het woord zijnde leden op het oog hebben, kan een oor-deel over een koppeling aan dat bedrag niet worden gegeven.

De door deze leden genoemde mogelijkheid van gefaseerde invoering van de voorgestelde verhoging heeft ten hoogste een zeker psychologisch ef-fect. De samenstelling van de groep belastingplichtigen die in aanmerking komt voor teruggaaf op verzoek, wisselt zo sterk van jaar tot jaar dat de op-zet om een geleidelijke gewenning aan de verhoogde grens toe te passen maar zeer ten dele kan slagen. Een overwegend nadeel van een gefaseerde invoering is dat de uiteindelijk beoogde besparing aan mankracht eerst na 1979 zal worden gerealiseerd.

De leden van de fracties van de V.V.D. en het G.P.V., die niet verder willen gaan dan een aanpassing van de grensbedragen aan de sedert 1965 plaats-gehad hebbende geldontwaarding, kan worden medegedeeld dat bij een dergelijke aanpassing de grenzen van f 10 en f 25 zouden worden verhoogd tot f 23 en f 58. Een zodanige aanpassing levert vrijwel geen besparing aan mankracht op. Indien de grensbedragen zouden worden opgetrokken over-eenkomstig de ontwikkeling sinds 1965 van de loonkosten - de voornaamste oorzaak van de toeneming van de behandelingskosten van de T-biljetten -zouden zij ongeveer worden verdrievoudigd. Ook bij grenzen van f 30 en f 75 echter, waartegen de G.P.V. fractie geen bezwaar zou hebben, is de bespa-ring aan mankracht te enen male onvoldoende.

De ledenvan de fractie van deS.G.P. suggereren ook het ten gevolge van een grens in enig jaar niet terug te geven bedrag aan voorheffingen te doen verrekenen met verschuldigde belastingen over de komende - vijf - jaren. Dit zou echter niet tot een besparing aan mankracht leiden, doch integendeel meer mankracht vergen. Het aantal T-biljetten wordt er immers niet door verminderd, terwijl het niet onmiddellijk vaststellen van een teruggaaf, doch het verrekenen daarvan met in de toekomst verschuldigd wordende belas-tingbedragen juist extra werk zou meebrengen.

Met betrekking tot de opmerking van de leden van de P.P.R.-fractie over de omvang van de grenzen ten opzichte van een aanpassing van de grenzen overeenkomstig de inflatie, zij verwezen naar hetgeen hiervoor is opgemerkt aan het adres van de leden van de V.V.D.-fractie.

Naar aanleiding van hetgeen uit de C.P.N.-fractie wordt opgemerkt inzake het opleggen van een belastingverhoging aan de zgn. sociaal zwakkere wer-kers, zij verwezen naar hetgeen onder «De groepen getroffenen» is opge-merkt. Er is geen mogelijkheid te voorkomen dat voor de betrokkenen enige verzwaring van lasten optreedt. Het vrijstellen van loonbelasting van be-paalde soorten inkomsten is evenmin een begaanbare weg, al was het al-leen al in verband met de daaraan verbonden precedentwerking en ontdui-kingsmogelijkheden.

De bijzondere mogelijkheid voor teruggaaf op verzoek van dividendbelas-ting en kansspelbelasting

Bij het voorstel inzake de bijzondere teruggaafmogelijkheid voor dividend-en kansspelbelasting waarmede de leden van de P.v.d.A.-fractie kunnen in-stemmen, tekenen de leden van de CD.A-fractie aan dat door bezitsvormen-de maatregelen een duidelijke toeneming te verwachten is van het aantal werknemers met een klein dividendinkomen beneden de f 600 per jaar. Ook echter indien dit blijkens de memorie van toelichting vrijwel te verwaarlozen aantal in de toekomst enigszins zou toenemen - waarbij erop moet worden

Tweede Kamer, zitting 1977-1978,14 832, nr. 5 7

Page 8: Tweede Kamer der Staten-Generaal...Het bekend worden van het T-biljet Met de leden van de fracties van V.V.D., C.P.N., G.P.V . en DS '70 kan wor-den ingestemd dat het geleidelijk op

gewezen dat de VAD ook kan leiden tot inkomsten die niet aan de inhouding van div idendbelast ing zijn onderworpen - zijn w i j van oordeel dat het ver-eenvoudigingsaspect van dit onderdeel van het wetsvoorstel moet prevale-ren. Het probleem van inflatie en belast ingheff ing zal op andere wijze moe-ten worden opgelost en kan ten dezen geen gewicht in de schaal leggen.

Verhoging van de grenzen voor teruggaaf op verzoek van bij wijze van inhouding geheven premies volksverzekeringen

In verband met de nieuwe redactie van de artikelen 30, derde l id, AOW en 44, derde l id , A W W zal het inderdaad - zoals vanuit de fractie van de P.v.d.A. word t o p g e m e r k t - voorkomen dat uitslui tend voor de bepal ing van het pre-mie- inkomen het belastbaar inkomen moet worden vastgesteld, omdat al-leen premierest i tut ie plaatsvindt. De gevallen waarop hier word t gedoeld, zijn echter zeer ger ing in aantal. In beginsel is met deze geval len wel reke-ning gehouden bij de schatt ing van het aantal bespaarde manjaren. In de memor ie word t op dit aspect gewezen bij de verdedig ing van het voorstel o m ook voor de premieheff ing de grens op f 150 te stellen. Zou de grens voor de premiehef f ing lager worden gesteld dan f 150, dan moet worden ge-vreesd dat afhankelijk van de omvang van die ver laging een al dan niet grote bres w o r d t geslagen in de beoogde besparing aan mankracht. Hierbij moet worden bedacht dat een lagere grens voor de premieteruggaven - in welke r icht ing de gedachten van de C.D.A.-fractie en de S.G.P.-fractie gaan - ge-makkeli jk kan leiden tot extra aanslagen premieheff ing in de gevallen waar-bij in de huid ige regeling de zgn 5%-drempel voor de aanslag i n kom sten be-lasting mede als een drempel voor de premieteruggaven fungeert . De be-staande wetgev ing kent nl . geen zelfstandige aanslag op verzoek voor de premiehef f ing. Teruggaaf van premie - mits meer dan het vereiste vaste mi -n i m u m - v indt thans alleen plaats indien er een teruggaaf van ingehouden loonbelast ing plaatsvindt, dat wi l zeggen indien de loonbelast ing meer dan 5% en tevens meer dan f 25 uitgaat boven de verschuldigde inkomstenbe-last ing.

De leden van de C.D.A.-fractie vragen aandacht voor de cumulat ie van niet terug te geven belasting en n ie t te rug te geven premie als gevolg van het voorstel o m de beide drempels tot f 150 te verhogen. In de memor ie van toe-l icht ing is daarover reeds gezegd dat deze cumulat ie slechts in beperkte ma-te zal plaatsvinden omdat het - in vergel i jk ing tot een premie-aanslag - te veel inhouden van premies volksverzekeringen zich we in ig voordoet . Wordt een T-bil jet ingediend in verband met bui tengewone lasten, persoonli jke verp l icht ingen of rentelast van de eigen won ing dan leidt het voorstel er in-derdaad toe dat premieteruggaven van minder dan f 150 niet meer plaats-v inden. In de praktijk zal het in de regel zo zijn dat indien in enige omvang te veel - maar minder dan f 150 te veel - premie is ingehouden, de te veel inge-houden loonbelast ing de f 150-drempel van de inkomstenbelast ing wel overschr i jdt , zodat cumulat ie dan niet plaatsvindt.

De leden van de S.G.P.-fractie denken in verband met de omvang van de voorgestelde verhoging van de grenzen voor de inkomstenbelast ing en pre-miehef f ing aan een gezamenli jk grensbedrag van f 150. Het is duidel i jk dat een dergel i jk voorstel zou leiden tot een wezenli jke aantasting van de beoog-de besparing aan mankracht. Voorts rijzen bij deze suggestie vragen zoals op welk bedrag de drempel voor de premieteruggaven word t gesteld in de geval len waar in voor de inkomstenbelast ing de teruggaaf wel iswaar de f 150-grens overschri jdt, maar afstuit op de 5%-drempel . De gezamenli jke drempel zal de teruggaafregel ingen bovendien minder doorzicht ig en vooral qua ui tvoer ing veel ingewikkelder maken dan het in het wetsvoorstel neer-gelegde systeem.

De besparing aan mankracht voor wat betreft de premieheff ing kan voor alle volksverzekeringen te zamen worden gesteld op ongeveer 70 manjaren. Deze besparing komt op basis van de realisatiecijfers van de nu op 250 man-

Tweede Kamer, zitt ing 1977-1978, 14 832, nr. 5 8

Page 9: Tweede Kamer der Staten-Generaal...Het bekend worden van het T-biljet Met de leden van de fracties van V.V.D., C.P.N., G.P.V . en DS '70 kan wor-den ingestemd dat het geleidelijk op

jaren geschatte besparing voor 1979 tot uitdrukking in de verrekening met de verschillende fondsen.

Wat betreft de door de leden van de C.P.N.-fractie gevraagde maatregelen opdat ook na een termijn van 3 jaren via een zgn. Ph-formulier boven het maximumpremiebedrag ingehouden premies kunnen worden terugbetaald, zij opgemerkt dat een dergelijke maatregel een te grote taakverzwaring zou betekenen voor de belastingdienst. Het zou eerder voor de hand liggen voor deze teruggaafmogelijkheid aansluiting te zoeken bij de termijn van één jaar die geldt voor de indiening van een T-biljet. Overigens zij deze leden gewe-zen op de mogelijkheid om bij een onbillijkheid van overwegende aard een beroep te doen op de zgn. hardheidsclausule ingeval een Ph-formulier te laat wordt ingediend. Voorts zal onderzocht worden langs welke weg de be-kendheid met het Ph-formulier eventueel kan worden vergroot.

Diversen

De leden van de fractie van de P.v.d.A. vragen ten slotte of kan worden toegelicht op welke wijze de tabellen van de loonbelasting en het tarief van de inkomstenbelasting aan elkaar zijn gerelateerd. In de eerste plaats moge er in dit verband op worden gewezen dat het tarief - inclusief belastingvrije sommen - voor inkomstenbelasting (artikel 53 Wet op de inkomstenbelas-ting 1964) gelijk is aan dat voor de loonbelasting (artikel 20 Wet op de loon-belasting 1964). De loonbelastingtabellen bevatten niet anders dan voor kor-tere tijdvakken uit dit jaartarief berekende bedragen, zij het zodanig dat be-paalde positieve en negatieve bestanddelen niet door de werkgever in aan-merking behoeven te worden genomen, doch dat het effect daarvan recht-streeks is verwerkt in de belastingbedragen. Een overeenkomstige voorzie-ning is getroffen voor de loonbelastingtabellen voor bijzondere beloningen (artt. 25 en 26 van de Wet op de loonbelasting 1964). De relatie tussen de loonbelastingtabellen en het tarief voor de inkomstenbelasting is derhalve rechtstreeks in de wet neergelegd. De enige bijzonderheid is dat vorenbe-doelde positieve en negatieve bestanddelen niet steeds tot hun voor de indi-viduele werknemer geldende omvang in aanmerking behoeven te worden genomen, doch dat mag worden gewerkt met gemiddelden. Zonder deze bevoegdheid zou het vervaardigen van tabellen een vrijwel onmogelijke op-gaaf zijn, zeker voor zover het gaat over werknemers in het bedrijfsleven. Voorbeeldsgewijs kan de aansluiting tussen inkomstenbelastingtarief en loonbelastingtarief worden gedemonstreerd aan de hand van een vereen-voudigd schema voor de berekening van de belastingbedragen in het meest voorkomende geval, te weten voor de werknemers in het bedrijfsleven die verplicht verzekerd zijn ingevolge de Ziekenfondswet.

Loon over het tijdvak (bijv. een maand), herleid tot een jaarloon f Verwerking van positieve en negatieve bestanddelen (eveneens op jaarbasis): Af: — werknemersdeel premie ingevolge de WAO (rekening

houdend met het franchisebedrag WAO) f — werknemersdeel premies ingevolge de ZW en WW

(gemiddeld (gewogen-)premiepercentage) +

Bij: — werkgeversdeel premie ingevolge de Ziekenfondswet

a Af: — 4%-regeling (berekend over a)

— vast bedrag van de reiskostenaftrek

b - premie AOW/AWW (berekend over b)

— belastingvrije som (voor zover in de tabel verwerkt)

Tweede Kamer, zitting 1977-1978, 14 832, nr. 5 9

Page 10: Tweede Kamer der Staten-Generaal...Het bekend worden van het T-biljet Met de leden van de fracties van V.V.D., C.P.N., G.P.V . en DS '70 kan wor-den ingestemd dat het geleidelijk op

Op de aldus berekende belastbare som over een jaar wordt het voor loon-belasting en inkomstenbelasting gelijke jaartarief toegepast. Een tijdseven-redig deel van de jaarbelasting wordt vervolgens achter het tijdvakloon in de tijdvaktabel opgenomen.

De premies voor de werknemersverzekeringen (zie vorenstaand schema) zijn niet steeds tijdig formeel vastgesteld. In die situatie kan voor zoveel no-dig gebruik worden gemaakt van de in artikel 25, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 opgenomen bevoegdheid om met wijzigingen in deze premies eerst een jaar later rekening te houden.

De Ministervan Financiën, W. F. Duisenberg

De Minister van Sociale Zaken, J. Boersma

De Staatssecretaris van Sociale Zaken, P. J. J. Mertens

Tweede Kamer, zitting 1977-1978,14 832, nr. 5 10