verslag wijnreis wijnacademie loire & bordeaux 20-25 maart 2016
TRANSCRIPT
1
Verslag Wijnreis Wijnacademie Loire & Bordeaux
20-25 maart 2016
Zondag 20 maart – Dag 1
08.00 uur Vertrek De Twee Marken, Maarn.
09.00 uur Shell station Hazeldonk Breda West: opstap Zuid-Nederland.
18.00 uur Ontvangst door verschillende wijnproducenten: Vignerons de Oisly,
Chenonceau & Touraine. Aansluitend diner.
21.15 uur Vertrek naar hotel.
22.00 uur Verwachte aankomst Amboise. Verblijf in: Hotel Ibis Amboise Z.I. La Boitardière, Chemin du Roy 37400 Amboise
Door India Donisi, groep B, eigenaar
Pizzeria Back to Basics, Haarlem:
Op de eerste dag van de (meteorologische)
lente vertrokken we voor dag en dauw met een
grote bus vanaf het Trompplein in Maarn. We
gingen op weg naar Amboise, wat de eerste
etappe van een veelbelovende wijnreis zou
zijn. We zijn een groep van rond de vijftig man,
allemaal vinologen in opleiding. De leiding
bestaat uit Klazien Vermeer, Robert Handjes
en Frank Jacobs. Onze chauffeur voor de
aankomende week is Derk. De bus die ons
vervoert, is net ruim genoeg voor onze groep
en van alle gemakken – in de vorm van koffie,
thee, bier en een watercloset – voorzien.
Afgezien van wat slaperigheid verloopt de
ochtend rustig en voorspoedig.
2
Om half twaalf is de eerste stop en krijgen we de kans om even de benen te strekken en wat
te consumeren bij het plaatselijke wegrestaurant. Stipt twaalf uur vertrekt de bus weer. De
12.05 zit binnen no-time in de klok en als ons eerste glas wijn (Châeau Tour de Mirambeau)
is ingeschonken door de vier uitverkoren sommeliers, kan de reis beginnen. We proosten op
een mooie week. Vanaf dat moment is iedereen (een enkele uitzondering daargelaten) echt
wakker. Om ons heen klinken geluiden; over de reis, over het weer, over de wijn: “Drinkt
lekker weg he!”, “Dit is niet helemaal mijn wijn.” Ach, de gustibus non disputandum est.
Halverwege ons eerste glas begint de voorstelronde die bijna de rest van de busreis in
beslag neemt. We leren een voor een onze busgenoten kennen. Iedereen vertelt zijn
verhaal, variërend in lengte en in volume.
De een lukt het beter om te blijven staan dan de ander en zo blijft iedereen bij de les.
De middag vliegt voorbij en om kwart voor drie is het tijd voor onze tweede stop. Dit keer zijn
we in Frankrijk en is de zon doorgebroken. We ontdooien als hagedissen in het ochtendlicht.
Terug in de bus wordt aangekondigd dat de aankomsttijd rond de klok van vijf uur gepland
staat. Onder het genot van weer een glas wijn worden we op de hoogte gesteld van een
aantal huishoudelijke mededelingen: het is niet de bedoeling dat we stukken wijngaard mee
naar huis nemen. Gelukkig is Gert Crum niet mee op reis! Omdat we voorlopen op het
schema en een uur eerder dan verwacht zullen arriveren, is het plan dat we eerst de
wijngaard in zullen gaan. Over schoeisel hoeven we ons geen zorgen te maken, hier ligt
meer kiezel dan klei – aldus Robert Handjes.
Eenmaal aangekomen in Amboise zijn de wijnmakers nog niet helemaal klaar om ons te
verwelkomen, sterker nog, ze zijn nog niet ter plaatse. We doden de tijd aan de sunny side
van de weg en bespreken algemeen bekend gedachtegoed waaronder de betekenis van de
gouden regel.
3
Rond zes uur worden de deuren van restaurant ‘Le Pied dans le Plat’ voor ons geopend en
treden we binnen in een prachtige cave troglodytique, oftewel een ruimte die volledig uit
tufsteen is gehouwen. Hier worden we verwelkomd door Jean-Marie Michaud - de President
du Syndicat des Producteurs de Vins du Terroir de Oisly. Hij vertelt ons in zijn beste Engels,
wat volgens hem niet best is, over de aanplant van sauvignon blanc in de wereld, in Frankrijk
en in de Loire. Hij bespreekt de AOP Touraine Oisly die 25 hectare beslaat en in 2011 in het
leven werd geroepen. De bodem hier bestaat uit sandy soil on clay en zorgt voor een goede
drainage in de lente. De wijnen hier rijpen sur lie tot eind april van het jaar na de oogst en
staan bekend als aromatische wijnen met aroma’s van wit fruit en citrus.
Het is tijd om te proeven! We krijgen een vijftal wijnen in het glas en dringen met vijftig man
rond een tafel waardoor ik er, ondanks een aantal verwoede pogingen waarvan ik u de
details zal besparen, niet in geslaagd ben de geproefde wijnen voor de lezers van dit verslag
te herproduceren. Wel valt te
vertellen dat de wijnen van deze
AOP enerzijds zeer uitbundig en
anderzijds heel mooi in balans
waren en zeker onder de
aandacht gebracht mogen
worden.
Na AOP Touraine Oisly kwamen
de wijnen van AOP Touraine
Chenonceaux aan bod.
- Het hierboven beschreven
chaotische tafereel herhaalde
zich..............................-
4
De witte Sauvignon Blanc wijnen van deze AOP waren exotischer en voller dan de vorige en
hadden de potentie om te ouderen. De rode wijnen – bestaande uit minimaal 50% cabernet
franc, aangevuld met cot – waren zeker de moeite waard.
Als laatste proefden we de wijnen van de AOP Touraine Amboise.
- Het hierboven beschreven chaotische tafereel herhaalde zich..............................-
Deze AOP uit 1954 is de enige AOP in de Loire die wijnen produceert van 100% cot. Het
resultaat mag er zijn!
Na de proeverij, die ondanks de chaos absoluut de moeite waard was, gaan we aan tafel. De
tafels zijn mooi gedekt en het personeel is uitermate vriendelijk. De wijnen die we zojuist
geproefd hebben, staan opgesteld op tafel en dit geeft ons de kans om tijdens het diner de
wijnen nogmaals te proeven en te bespreken. De sfeer tijdens het diner is uitgelaten en
gezellig. Drie gangen later is het tijd om te gaan vanwege het rijtijdenbesluit dat geldt voor
onze chauffeur Derk.
We bedanken de wijnmakers voor een onvergetelijke avond en kijken toe hoe Robert
Handjes hen een fles Bols Jenever overhandigt – een scene die zich de komende dagen nog
vaak zal herhalen.
Eenmaal terug in de bus verkneukelen we ons over de komende borrel in de hotelbar. Bij
aankomst bij het hotel worden de kamernummers bekend gemaakt en verlaten we twee aan
twee de bus om de kamersleutels op te halen. Zodra men de bagage in de kamer heeft
geplaatst, ontmoet het overgrote deel van de groep elkaar in de bar van het hotel. Dit creëert
de nodige consternatie bij het barpersoneel. Port wordt geserveerd in longdrinkglazen,
champagne in bierglazen en de tap kan de vraag niet aan.
5
Tegen het eind van de avond, wanneer slechts de diehards van de groep nog in de bar staan
– en een enkeling, ik noem geen namen, slaapt op een barkruk – is de drankvoorraad van
het hotel er bijna doorheen. Om de avond af te sluiten worden er nog tien croissantjes, we
zijn per slot van rekening in Frankrijk, besteld. Nadat deze verorberd zijn en de wanhopige
blik van de barman ons doet vermoeden dat als we niet spoedig de bar verlaten het nodig zal
zijn een ambulance te laten voorrijden, besluiten we dat het tijd is om naar bed te gaan.
De volgende ochtend ligt al op de loer en zoals een ieder van ons weet: de bus vertrekt, met
of zonder jou. Ons strak geplande schema kent geen genade.
6
Maandag 21 maart - Dag 2
07.00 uur Ontbijt en uitchecken.
07.30 uur Vertrek vanaf hotel.
09.15 uur Bezoek in Chinon bij: Domaine Charles Joguet La Dioterie 37220 Sazilly 10.30 uur Vertrek naar Saumur.
11.45 uur Bezoek bij: Domaine Langlois-Chateau 3, rue Léopold Palustre Saint Hilaire Saint Florent 49400 Saumur 13.30 uur Vertrek naar Bordeaux. Lunch in de bus met broodjes en wijn.
18.30 uur Verwachte aankomst bij: Inter Hotel Apolonia Rue du grand Barail 33300 Bordeaux Lac 19.30 uur Vertrek naar diner.
20.00 uur Diner bij : Le Bistro du Sommelier, 163 rue Georges Bonnac 33000 Bordeaux
Door Otto Hein Zwijnenberg, groep A, eigenaar Vinocho, ‘s-Hertogenbosch
Na een bijzonder geslaagde eerste dag reden we stipt op tijd weg bij ons hotel. Met de
eerste ochtendhumeuren werd snel korte metten gemaakt door de Nespresso’s uit het
midden van het gangpad in de bus en vol goede moed begon dag twee.
Domaine Charles Joguet
We reden op de doorgaande weg naar de eerste bezichtiging
van de dag en als je op een gegeven moment de namen
Chinon en Saumur onder elkaar op de richtingaanwijzers
langs de doorgaande weg ziet staan, dan begint de spanning
op te lopen in een bus vol vinologen in opleiding.
Als eerste gaan we richting Chinon waar de eerste proeverij
van het programma bij Charles Joguet zou zijn. Maar
aangezien je niet zomaar een kleine vijftig, in spanning
verkerende en dorstige, vinologen in spe kwijt kunt op een
gemiddeld wijndomein, was de proeverij niet op het domaine
zelf, maar bij hun ‘opslag’-locatie.
7
We kwamen aan bij een heuvel in de buurt van Chinon, waar Anne Charlotte Genet, de
dochter van de huidige eigenaar van Domaine Charles Joguet, ons al opwachtte.
De ‘opslag’-locatie bleek een fantastische grot te zijn, die uitgehouwen was in de kalkrijke
bodem van de heuvels rond Chinon.
De setting van de proeverij zou zeker niet misstaan in een jaren zeventig versie van een
Bondfilm. Ik zie James al staan op de ophoging waar wij onze proeftafels hadden staan,
terwijl hij toekijkt hoe een boosaardig plan uitgewerkt wordt in de kelders onder het plateau.
Gelukkig wordt deze kelder louter gebruikt om fantastische wijn op te leggen.
Met flair en enthousiasme leerde Anne Charlotte ons dat Chinon goed vergelijkbaar is met
Bourgogne. Eén druivenras dat verbouwd wordt op zeer verschillende terroirs.
In dit geval cabernet franc en als voorbeeld gaf Anne Charlotte bijvoorbeeld aan dat alleen in
Chinon al zeven verschillende bodemsoorten voorkomen.
Tijdens de mooi opgezette proeverij nam ze
ons mee op reis door Chinon en liet ze ons
fantastische wijnen proeven. Tussendoor
kregen we ook nog een minicollege
‘houtrijping’ van Robert. Van Anne Charlotte
kregen we een uitgebreide uitleg over de
verschillen in de wijnen van beide kanten
van de rivier La Vienne in de wijnen van de
appellatie Chinon (dit moest wel een
voorbode zijn voor de linker- en
rechteroever in Bordeaux).
8
Toen we uit de koele kelders kwamen en richting bus liepen, scheen de zon ons rijkelijk
tegemoet. Wat een fantastische start van de dag!
Domaine Langlois-Chateau
We zaten weer in onze bus en reden naar Saumur. We konden tijdens de busrit heel goed
zien dat heel veel huizen, bedrijven en restaurants in dit deel van de Loire gebouwd zijn in de
kalkrijke heuvels. Eigenlijk zijn het uitgehouwen grotten met een pui ervoor gebouwd. Heel
fascinerend om te zien.
Tussen de grotwoningen door, zocht de bus een weg naar Saumur waar we werden
ontvangen bij Langlois-Chateau (zonder accent circonflex, omdat het hier om een
familienaam gaat, zo leerden we). Een aangenaam met humor doorspekt verhaal werd aan
ons verteld toen we bovenop de heuvel bij de productie-ingang stonden en uitkeken op de
uiterwaarden van de rivier en verder rondgeleid werden door het immense bedrijf (productie
800000 flessen per jaar en in het kilometerslange keldercomplex lagen wel drie miljoen
flessen wijn opgeslagen).
Dat het een groot bedrijf was konden we bij aankomst eigenlijk al wel weten, want het is
natuurlijk al een voorbode als je op een maandagochtend halverwege maart een stuk of tien
werknemers volop in de weer ziet. We kregen veel te zien van de moderne
productieomgeving en vervolgden onze rondleiding door het immense keldercomplex.
Als je niet verdwaald was in de kilometerslange grotten – en gelukkig was niemand dat – kon
je heel diep in de grotten zien hoe de Crémants de Loire volautomatisch een remuage
konden ondergaan. Ook de rijping van de Crémants ‘sur lie’ werd getoond, net als die
ontplofte fles onderaan een gestapelde pallet vol flessen. Die moest je er maar niet proberen
onderuit te halen, want dat zou heel erg zonde zijn van die stapel.
9
In het proeflokaal proefden we een mooie selectie wijnen van het huis Langois-Chateau. Een
mooie range, waarvan alleen die heel eenvoudige zoete rosé niet kon bekoren. Na afloop
werden de eerste wijnaankopen van de reis de bus ingeladen en we vervolgden onze reis
naar de bestemming Bordeaux!
Met heerlijke broodjes lunchten we in de bus. De Nespresso smaakte ook nog steeds goed
en al pratend, lezend en rondkijkend werd ruim op tijd de bestemming Bordeaux bereikt. Net
aan de rand van Bordeaux checkten we in bij het Inter Hotel Apolonia, met prima kamers en
bedden om als uitvalsbasis voor een wijnreis te fungeren. Zeker gezien de strategische
ligging aan de rand van de grote stad. Snel en fileontwijkend konden we van hieruit de
verschillende wijn producerende appellaties van Bordeaux bereiken.
Le Bistro du Sommelier
Omdat we op tijd Bordeaux bereikt hadden, was er een iets ruimere omkleed- en
opfrismarge dan in het programma vermeld stond en daar werd gretig gebruik van gemaakt.
Le Bistro du Sommelier stond als laatste onderdeel van deze dag op het programma. Wie
niet bij voorbaat al door Klazien, Robert of Frank op de hoogte gebracht was van deze
bijzondere bistro, kon het nu aan den lijve ondervinden.
Een heerlijk diner werd hier geserveerd, maar de wijnkaart maakte hier de meeste indruk! La
Paulée in Le Bistro du Sommelier, met zo’n wijnkaart. Wat een feest!
La Paulée, werd ons door Frank geleerd, is het samen uitzoeken, bediscussiëren en
bespreken van de wijnkeuzes met je tafelgenoten. Polderen is in zo’n situatie niet altijd
makkelijk kan ik verzekeren. Gelukkig pakte de uiteindelijke consensus per tafel goed uit en
werden er vele proefglazen onderling en per tafel uitgewisseld.
10
De selectie van onze tafel was een heel mooie. De Château La Tour du Pin 2009 en de
Château Montrose 2004 (volgens Frank nu écht perfect op dronk) smaakten heerlijk. En met
de Château Haut-Bergeron 2001 werd een voortreffelijk diner en een fantastische dag
waardig afgesloten.
En toch moet ik eerlijk bekennen dat ik best een slokje had willen ruilen met die Château
d'Yquem uit 1999 van de andere tafel…
11
Dinsdag 22 maart – Dag 3
07.45 uur Vertrek hotel.
09.00 uur Bezoek aan het Maison du Vin de Saint-Emilion. Dr. Kees van Leeuwen geeft een college met proeverij met als onderwerp: ‘De relatie van de bodem en de kwaliteit van de wijnen in Saint-Emilion.’
11.30 uur Bezoek Château Guibeau, Puisseguin Saint-Emilion + lunch. 15.00 uur Vertrek bij Château Guibeau.
15.30 uur Bezoek Château Petit Village, Pomerol.
17.00 uur Bezoek Château Cheval Blanc. Ontvangst door Dr. Kees van Leeuwen.
18.00 uur Vertrek terug naar hotel. Vrije avond. Door Stefan Boer, groep B, Financial Risk Manager DNB, Wormer:
Geschiedenisles in de bus
Om 7:45 vertrekt de bus van het hotel naar Saint-Emilion. Onderweg vertellen Frank en
Robert over de ontwikkeling van Bordeaux. In de jaren ’70 ging het slecht door een
opeenvolging van slechte jaren. De wijnen van grote châteaux lagen voor spotprijzen in de
uitverkoop in Nederland. In 1982 kwam de ommekeer, mede dankzij Robert Parker.
Château Cheval Blanc maakte naam met de 1947, door sommigen de wijn van de 20ste
eeuw genoemd. Vanwege de hete zomer was deze wijn atypisch, machtig en portachtig.
Tijdens de vergisting moest de most worden gekoeld door er blokken ijs in te gooien. De wijn
is complex, overdadig en overweldigend met een voor die tijd uitzonderlijke 14,5% alcohol, 6
gram restzoet en vluchtig zuur. Nu kost een fles 12.000 euro en is het de meest vervalste
wijn.
Bordeaux heeft ook een andere kant. 95% van de huizen heeft moeite om het hoofd boven
water te houden. Voor een top château zijn de productiekosten, exclusief aanschaf van de
grond, zo’n 10 euro per fles. Voor een cru bourgeois is dat nog altijd 7 euro. Als je de wijn in
bulk moet verkopen voor 1 euro per liter, ga je langzaam failliet.
Aangekomen in Saint-Emilion is er nog tijd
voor een wandeling door het mooie stadje.
Het is schitterend weer, koud maar zonnig.
Boeiend college over het terroir van Saint-
Emilion door Kees van Leeuwen
In het Maison du Vin de Saint-Emilion
worden we ontvangen door professor Kees
van Leeuwen van de landbouwuniversiteit
van Bordeaux. Zijn onderzoeksgebied is
terroir.
12
Het bewijs dat terroir geen onzin is, wordt geleverd in de Bourgogne, waar nabij gelegen
percelen op exact dezelfde wijze worden bewerkt en gevinifieerd en toch een duidelijk
verschillende wijn opleveren. Wijnboeren in de Bourgogne kiezen daarvoor omdat een
terroirwijn meer oplevert. Merkwijnen worden door vinificatie en blenden zo gemaakt dat ze
elk jaar ongeveer hetzelfde zijn, zodat de consument weet wat hij kan verwachten.
Terroirwijnen brengen juist de typiciteit van het perceel en het oogstjaar tot uitdrukking.
Om te bepalen of een wijn een terroirwijn is, kun je de eigenaar bellen en vragen of hij de
percelen kan aanwijzen die zijn gebruikt voor de wijn.
Kees van Leeuwen heeft wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de rol van terroir.
Voorheen was terroir vaak maar vanuit eén factor onderzocht (geologie of bodemkunde of
klimatologie of microbiologie van de bodem) en beschrijvend in plaats van door het te
begrijpen. Terroir gaat juist over de wisselwerking tussen wijnstok, bodem en klimaat.
Voor een optimale wisselwerking tussen wijnstok en klimaat is het belangrijk dat de druiven
goed rijp worden, maar niet te vroeg. Idealiter wordt een druivenras verbouwd dat in het
betreffende klimaat rijp wordt tussen 10 september en 10 oktober (of 10 maart en 10 april op
het zuidelijk halfrond). In Europa zijn door trial and error in de loop van eeuwen de
druivenrassen geselecteerd die het terroir het best tot hun recht brengen en (dus) voldoen
aan deze regel. Ook koele gebieden in de nieuwe wereld voldoen hieraan, zoals Carneros
en Central Otago. Napa is om deze reden wel geschikt voor cabernet sauvignon, maar
minder voor chardonnay.
Bij de wisselwerking tussen bodem en wijnstok zijn drie factoren van belang: de temperatuur
van de bodem, de opname van mineralen en de opname van water. Warme bodems hebben
vooral op de grens van waar druiven net rijp worden een positieve invloed (cabernet
sauvignon in de Médoc of cabernet franc in Chinon).
13
Mineraliteit is geen onzin, maar het is niet zo dat mineralen uit de bodem rechtstreeks in de
wijn terecht komen en het is onduidelijk hoe mineraliteit ontstaat. Wel is duidelijk dat stikstof
een grote invloed heeft; teveel is niet goed. Met minder stikstof krijg je minder takken,
kleinere druiven, meer suiker, en minder zuur en dus een betere wijn. Ook te veel water leidt
tot teveel groeikracht en rendement en daarmee een lagere kwaliteit.
Op Château Cheval Blanc is over acht oogstjaren (1996-2003) een experiment uitgevoerd
met drie druivenrassen (merlot, cabernet franc en cabernet sauvignon) en drie
bodemsoorten (zand, klei en kiezel) om de invloed van deze factoren te bepalen op de
volgende aspecten:
- Groeikracht van de loten (75% bepaald door oogstjaar, 15% door de bodem)
- Moment van véraison (88% oogstjaar, druivenras 8%)
- Grootte van de druiven (25% oogstjaar, 32% bodem, 19% druivenras)
- Suikergehalte van de most (13% oogstjaar, 35% bodem, 37% druivenras)
- Zuurgraad
- Kleurgehalte (31% oogstjaar, 39% bodem)
- Watergehalte in het blad (42% oogstjaar, 39% bodem)
Het oogstjaar bleek een verrassend grote invloed te hebben. In de gemeten periode komen
alle vier de combinaties van koel/warm en droog/nat voor. Voor de beste resultaten is het
belangrijk dat de loten weinig groeien tijdens het rijpen van de druiven, vanwege de
competitie voor suiker die daardoor ontstaat. Een watertekort versnelt de groeistop van de
loten. Voor een goede terroirexpressie in rode wijn is een langzame rijping nodig, wat wordt
bereikt door beperkende factoren (niet teveel stikstof, niet teveel water, niet te warm). In
Bordeaux zijn alle droge jaren goed, maar niet alle natte jaren zijn slecht. Goede wijnbodems
zijn ondiepe kalkgrond zoals in Saint-Emilion en diepe kiezelgrond zoals in de Médoc,
Pomerol en Pessac-Léognan.
Om hier meer over te weten te komen kun je artikelen op de website nalezen of een cursus
volgen op de universiteit.
Kees van Leeuwen illustreerde dit interessante college door ons vijf wijnen van verschillende
terroirs binnen Saint-Emilion te laten proeven in het schitterende proeflokaal van het Maison
du Vin, allemaal van het oogstjaar 2012.
1. Château Vieux Longa, Saint-Emilion, 100% merlot, 90% roestvrij staal, 10% gebruikte
vaten, vochtige zandgrond dichtbij de rivier. Deze wijn was de lichtste van de serie
met het minste kleur, tannines en
intensiteit.
2. Château Pindefleurs, Saint-Emilion
Grand Cru, 90% merlot, 5%
cabernet franc, 5% cabernet
sauvignon, 70% nieuwe vaten, 40%
gebruikte vaten (110% houtgerijpt
dus…) droge zandgrond. Deze wijn
had meer kleur en structuur, zowel
door het andere terroir als door een
langere extractie en het houtgebruik.
Het hout was (nog) niet zo goed
geïntegreerd.
14
3. Château Haut-Fayan, Puisseguin Saint-Emilion, 90% merlot, 10% cabernet
sauvignon, 30% nieuwe vaten, 70% gebruikte vaten, van het kalkplateau van
Puisseguin dat lijkt op dat van Saint-Emilion, maar dan een graadje koeler. Deze wijn
was nog iets gesloten en elegant met finesse en complexiteit. De kalkbodem zorgt
voor complexiteit.
4. Vieux Château Pelletan, Saint-Emilion Grand Cru, 85% merlot, 15% cabernet franc,
20% cuves, 20% nieuwe vaten, 60% gebruikte vaten, van het kalkplateau van Saint-
Emilion. Deze elegante wijn had meer kleur en stevigere tannines, rijp maar
plakkend, meer intensiteit en concentratie en iets minder zuur en iets rijper fruit dan
wijn 3. Ook een elegante wijn.
5. Château Larcis Ducasse, Saint-Emilion 1er Grand Cru Classé, 83% merlot, 17%
cabernet franc, van de zuidhelling van het plateau van Saint-Emilion met zachte
kalksteen. Een krachtpatser met een hoge intensiteit, veel concentratie, stevige
tannines, rijp fruit en 14,5% alcohol. Een ronde volle wijn met rijpingspotentieel, die
nu nog wat gesloten was.
Château Guibeau: een sympathieke middenklasser in Puisseguin Saint-Emilion
Na deze boeiende les over terroir, was het tijd om te vertrekken naar Château Guibeau in
Puisseguin. Bij de wijngaard in de zon met fluitende vogels op de achtergrond vertelden Eric
en Brigitte over dit familiebedrijf, waarvan ze sinds 2009 het management hebben
overgenomen van de vader van Brigitte. Ze zijn overgestapt op biologische wijnbouw en zijn
sinds 2012 gecertificeerd als biologische wijn (zowel wijnbouw als vinificatie). Dit levert
wijnen op die expressiever zijn met betere tannines en frisheid, maar het is ook meer werk
en levert meer risico op. Zo ging de overstap naar biologisch soepel in de mooie jaren 2009,
2010 en 2011, maar was het moeilijk in 2012 en 2013. Een belangrijk voordeel van
biologisch is dat bestrijdingsmiddelen alleen op de plant komen, niet erin. Het nadeel
daarvan is wel dat na regen opnieuw moet worden gespoten.
15
Het bedrijf heeft 45 ha wijngaarden waarvan 38 binnen Puisseguin Saint-Emilion en daarvan
28 op het kalkplateau. De overige 7 ha ligt in Castillon. Ze hebben veel merlot en ook wat
cabernet franc. Er is ook nog een beetje cabernet sauvignon, maar daar willen ze vanaf
omdat cabernet franc het hier veel beter doet. De levensduur van de stokken is afhankelijk
van de productie. De stokken die in jaren ’70 zijn geplant, zijn nu al uitgeput vanwege
overproductie.
Het domein maakt twee wijnen binnen de appellation Puisseguin Saint-Emilion:
- 20.000 flessen van de topwijn Château Guibot La Fourvieille van 65% merlot en 35%
cabernet franc, deze rijpt een jaar op barriques waarvan 20-25% nieuw.
- 200.000 flessen Château Guibeau, die slechts deels op hout rijpt en vooral van
merlot wordt gemaakt.
Vanwege de grote vergistingskuipen van 94-190 hl (en geen geld om te investeren in
nieuwe) kunnen ze helaas niet alle percelen apart vergisten. Het domein experimenteert
daarom met grote vaten van 500 liter, waarin de wijn ook wordt vergist. Ze zijn nu bezig om
2015 over te brengen op vat voor de rijping. De assemblage wordt zo laat mogelijk gedaan.
De vergisting in cementen kuipen is temperatuur gecontroleerd en duurt vier tot vijf weken,
waarvan de eerste 7 tot 10 dagen voor de daadwerkelijke alcoholische vergisting en de rest
om meer extractie te verkrijgen van kleur en tannine. Tijdens de alcoholische vergisting, die
plaatsvindt op 28 graden, wordt de wijn regelmatig overgepompt om hem te beluchten en de
extractie te bevorderen. Tijdens de weking daalt de temperatuur tot 22-25 graden en zorgt de
alcohol voor een zachte extractie, overpompen is minder nodig. Nadat de schillen zijn
verwijderd volgt de malo op 20 graden, die vaak traag start door de lage pH van 3,5.
We proeven de Château Guibeau van 2012 en de Château Guibot La Fourvieille van 2012
en 2007 bij de lunch. Degenen die Frans spreken gingen bij Eric en Brigitte zitten. De
eenvoudiger wijn is fruitig en krachtig en past uitstekend bij de terrine van foie gras met
compote van rode ui en zout dat is geïmpregneerd met rode wijn.
16
Eén fles van de Guibot La Fourvieille 2012 had kurk, maar dat werd snel opgelost. De wijn is
complexer, krachtiger, en heeft meer kleur en smaakt heerlijk bij de voortreffelijke gebraden
eendenborst met in spek gewikkelde asperges, gratin dauphinois, en gebakken
champignons, kastanjes en snijbiet. De 2007 van dezelfde wijn was mooi gerijpt en perfect
op dronk en mooi bij de kaas. De voortreffelijke lunch werd afgesloten met een
chocoladetaartje met vloeibaar hart en crème anglaise.
Rondleiding van een pittige Française bij Petit Village in Pomerol
Nadat we afscheid hadden genomen van het sympathieke echtpaar, togen we naar Château
Petit Village in Pomerol. We kwamen met de bus via de achterkant. Er werd aan de weg
gewerkt, maar Klazien verplaatste resoluut het bordje ‘Déviation’ zodat we erlangs konden.
De mademoiselle van Petit Village was minder gecharmeerd van deze manoeuvre, maar na
ons even te laten wachten mochten we toch naar binnen.
Het château is eigendom van Axa Millésimes, samen met nog zes andere domeinen. Er is
genoeg geld om te investeren en het verschil met Château Guibeau is op vele vlakken
zichtbaar en merkbaar. Petit Village heeft 10 ha op het plateau van Pomerol met diepe
blauwe klei, gemengd met kiezels. Er staat vooral merlot, maar ook cabernet franc en een
beetje cabernet sauvignon. Er zijn 2 percelen gerooid en deze zullen na drie tot vier jaar
braak te hebben gelegen worden herplant met een druivenras dat beter geschikt is voor de
bodem: cabernet franc op kiezel en merlot op klei.
2015 was een goed jaar met 37 hl/ha (tegen 32 hl/ha in 2014). De cabernet sauvignon was
uitzonderlijk goed en beter dan de merlot, daarom in 2015 slechts 71% merlot, met 20%
cabernet franc en maar liefst 9% cabernet sauvignon.
Op de plaats van het château was vroeger een gemengde boerderij met appelbomen en een
paar wijnstokken. In de 19e eeuw stonden er in Pomerol overal appelbomen, daar komt de
naam vandaan (pomme=appel). Het was bedoeld als uitbreiding van Saint-Emilion, maar
vanwege de andere bodem werd het een aparte appellation.
De druiven worden bij Château Petit Village met de hand geplukt en vervolgens eerst
ontsteeld voordat de druiven individueel gesorteerd worden op de sorteertafel.
17
Tijdens de alcoholische vergisting wordt de hoed vaak ondergedompeld om meer fruit en
kleur uit de merlot te halen. Sinds 2008 gebruiken ze betonnen vergistingstanks met een
epoxy-coating. Alle percelen worden apart gevinifieerd. De malo vindt plaats in houten vaten.
Na 12 tot 15 maanden rijping op vat wordt de wijn geblend.
We proeven eerst de tweede wijn, Le Jardin de Petit Village 2012. Deze wijn van 100%
merlot is zeer fruitig, rond en zacht, maar heeft ook voldoende kracht. Hij is vijf tot zeven jaar
houdbaar. De grand vin van 2012 is nog wat gesloten, maar wel rond en krachtig. Hij bestaat
voor 80% merlot en 20% cabernet franc. De cabernet sauvignon was in 2012 niet goed
genoeg voor de grand vin en is en vrac verkocht.
Bijzondere ontvangst bij Cheval Blanc
We sluiten de dag af met een bezoek aan Château Cheval Blanc, waar we worden
ontvangen door Kees van Leeuwen op het futuristische golvende dak van de nieuwe kelder
uit 2011. Château Cheval Blanc heeft 40 ha wijngaarden en heeft slechts twee eigenaars
gehad: van 1832 tot 1998 de familie Lussac en nu de nieuwe eigenaars die het in 1998
hebben gekocht. Château Cheval Blanc valt onder Saint-Emilion, maar ligt tegen Pomerol
aan. Er zijn drie terroirs: zand, kiezel en klei. Kiezel en klei zijn het beste; de druiven van de
zandgronden komen meestal in de tweede en derde wijn terecht. In warme jaren geven
druiven van zand echter de benodigde frisheid.
Er staat 51% cabernet franc, 46% merlot en 3% cabernet sauvignon. De cabernet franc is
een lastiger druif dan de cabernet sauvignon en merlot. Om goede resultaten te krijgen is het
belangrijk om met lage rendementen en oude stokken te werken. Voor cabernet sauvignon
en merlot lukte het goed om bestaande klonen te selecteren.
18
Voor cabernet franc lukte dat niet, omdat dit druivenras ouder is en daardoor meer
genetische diversiteit kent en ook omdat er minder aandacht is besteed aan
kloonontwikkeling dan voor merlot en cabernet sauvignon. Omdat er onvoldoende goede
klonen verkrijgbaar zijn op de markt heeft Château Cheval Blanc 20 jaar geleden besloten
om eigen klonen te gaan ontwikkelen.
Dit is begonnen door ongeveer 600 klonen te selecteren door vlak voor de oogst in de
wijngaard te kijken welke er het beste bij stonden. Na een test op virusziekten waren er nog
400 over. Vervolgens zijn deze gedurende drie jaar gevolgd om te zien hoe ze het deden
onder verschillende weersomstandigheden. De overgebleven 50 klonen werden gestekt op
één perceel om er drie tot vier jaar aan te meten. Van de 10 klonen die daar als beste uit
kwamen werd wijn gemaakt om te analyseren en te proeven. En al dat werk heeft uiteindelijk
geleid tot vier nieuwe klonen die nu worden gebruikt om te herplanten. Daarvoor moeten ze
eerst worden vermenigvuldigd door te stekken. Toen de stokken zeven jaar oud waren,
leverden ze al goede wijn op. Dat is uitzonderlijk vroeg en een aanwijzing dat dit echt goede
klonen zijn, want normaal moet je 40 jaar wachten voordat cabernet franc goede kwaliteit
levert. Bij de selectie van klonen is steeds met dezelfde onderstok per grondsoort gewerkt,
omdat anders het aantal combinaties te groot zou worden. Ze werken met één kloon per
perceel zodat de druiven gelijktijdig rijp zijn.
Er zijn vier klonen geselecteerd om genetische diversiteit te behouden. Om de diversiteit
verder te vergroten is een nieuw traject gestart om nog meer klonen te selecteren.
Er worden geen onkruidverdelgers gebruikt. In plaats daarvan wordt het onkruid
ondergeploegd. Dat ploegen gebeurt ondanks de naam van het château niet met een paard
maar met de tractor (vroeger met een os). Op het zand laten ze gras groeien om de
groeikracht van de druivenstokken te beperken.
Het domein heeft 44 percelen die dankzij de nieuwe kelder apart kunnen worden
gevinifieerd. Bij het ontwerp van de kelder is rekening gehouden met de gemiddelde
opbrengst per perceel. Er zijn meer kuipen dan percelen met extra grotere en kleinere kuipen
om in te kunnen spelen op een verschillend oogstvolume. Als een perceel is geplukt worden
de druiven daarom eerst verzameld in de koelcel, zodat het totaal kan worden gewogen en
kan worden bepaald welke tank het beste past. Tot aan de assemblage wordt de wijn van
een bepaald perceel gevolgd aan de hand van het perceelnummer, dat is handig bij het
proeven en assembleren. Ze houden statistieken bij over welke percelen in de eerste wijn
komen.
Bij Château Cheval Blanc wordt een zo goed mogelijke eerste wijn gemaakt in plaats van te
sturen op het aantal flessen. Voorheen werd ongeveer voor de helft de eerste wijn
geproduceerd; dit percentage stijgt de laatste jaren door beter wijngaardbeheer en betere
selectie.
19
Ook de tweede wijn, Petit Cheval, wordt zo goed mogelijk gemaakt en is dus niet zomaar
een mengsel van wat er overblijft na het maken van de eerste wijn. Dat is wel zo bij de derde
wijn, maar die wordt niet op de markt gebracht, maar verkocht aan het personeel. Een goede
manier om de kwaliteit van de tweede wijn in te schatten is te vragen of er een derde wijn is.
Het bijzondere van blenden is dat de blend uiteindelijk beter smaakt dan het beste perceel
apart. Het blenden heeft wel een optimum, want op een gegeven moment wordt het niet
meer beter als er nog iets wordt toegevoegd. Een vast team van zes personen maakt de
blend.
Ze hebben geen eigen lab, maar gebruiken een extern lab in Libourne. De opbrengst is
doorgaans 30-35 hl/ha. De eerste wijn rijpt anderhalf jaar in nieuwe barriques. Ze gebruiken
een speciale techniek om de wijn over te steken op basis van luchtdruk (met zuurstof in het
begin, zonder zuurstof later) zonder pompen om een betere scheiding van het bezinksel te
krijgen. De wijn wordt geklaard met eiwit.
We sluiten het bezoek af met het proeven van Château Cheval Blanc 2011. Wat een finesse,
elegantie, frisheid en complexiteit. Het hoge percentage cabernet franc blijkt goed uit het
aroma. De wijn is heerlijk drinkbaar, geen overrijpe krachtpatser. De wijn is nu al op dronk en
zal nog lange tijd top blijven. In tegenstelling tot bij andere proeverijen wordt er bijzonder
weinig gespuugd…
Op de terugweg naar het hotel maken we nog een stop bij Guibeau om de gekochte wijnen
op te halen. Intussen drinken we de restjes van de proeverij bij het Maison du Vin in de
ochtend, terwijl we terugkijken op een bijzondere dag met het college van Kees van
Leeuwen en het bezoek aan Château Cheval Blanc als hoogtepunten.
20
Woensdag 23 maart – Dag 4 08.30 uur Vertrek van hotel naar Bordeaux. Gelegenheid om Bordeaux te bezoeken. 11.00 uur Vertrek bus bij Esplanade des Quinconces.
12.00 uur Bezoek aan: Maison des Vins de L’Entre-Deux-Mers 16, rue de l'Abbaye 33670 La Sauve Ontvangst door een groep wijnboeren uit de Entre-Deux-Mers en lunchbuffet. 14.15 uur Vertrek naar Sauternes.
15.30 uur Bezoek aan: Château Guiraud, Sauternes.
16.30 uur Vertrek bij Château Guiraud.
17.30 uur Bezoek aan: Château Brown, Léognan.
18.45 uur Vertrek bij Château Brown.
19.30 uur Restaurant Chiopot, Bègles.
22.30 uur Vertrek terug naar hotel.
Door Bianca van der Ven, groep B, Eigenaar Wijnologie, Zandvoort:
Omdat dag 3 eindigde met een vrije avond is ‘The day after the night before’ wel een goede
beschrijving van hoe de dag voor sommigen, ik noem geen namen, begon. Ietwat kleine
ogen, her en der wat gegaap tijdens het ontbijt, maar de goede zin in het mooie
dagprogramma en misschien ook wel de strakke regie van Klazien, zorgden ervoor dat zelfs
de diehards op tijd in de bus zaten.
Op naar de stad Bordeaux, waar wij op het prachtige boomrijke Place des Quinconces, het
grootste plein van Frankrijk, worden afgezet en achter of naast Frank en Robert het
wonderschone centrum van Bordeaux inlopen. We krijgen 2 uur de tijd om de stad op eigen
houtje te ontdekken. Natuurlijk worden eerst de eventueel te bezoeken wijnwinkels aan ons
voorgesteld, La Vinotheque de Bordeaux en schuin aan de overkant L’Indentant. Het is
echter nog te vroeg om de winkels direct in
te duiken, dus met een redelijk snel tempo
gaan sommigen van ons Bordeaux
verkennen en zakken sommigen uitgezakt
op een terras voor wat broodnodige cafeïne.
Wijn, eeeeh, bloed, kruipt voor ons,
vinologen in spé, waar het niet gaan kan,
dus komen we elkaar bij de inmiddels
geopende wijnwinkels weer tegen. Ogen
worden uitgekeken onder het slaken van
oooh’s en aaah’s en aankopen worden
gedaan.
21
Wat een prachtige collecties Bordeauxwijn! L’indentant, de 12-meter hoge boutique waar je
met de ietwat duizelingwekkende wenteltrap omhoog gaat (en dan ook nog oppassen dat je
niet struikelt over het koordje van de stofzuiger) terwijl naast je de mooiste flessen (meer dan
15000!) en mooiste jaren, sommige met behoorlijke prijzen, staan uitgestald. De meest
kostbare achter glas, waar we o.a. de Pétrus 2000 voor €5600 en de Pétrus 2007 voor
‘maar’ een schamele €2300 vonden.
La Vinotheque is groter dan de buitenkant doet vermoeden en laat ook wat wijn proeven,
zoals ‘La Sémillante de Sigalas 2014’ van Château Sigalas Ribaud (1er Cru Classé van
Sauternes).
Volgens de verkoopster een bijzondere monocépage van sémillon uit Sauternes, die op een
voor de Bordeaux a-typische manier is opgevoed; ‘sur lie’ en ‘en barrique’. Memorabele
bezoeken aan twee bijzondere wijnwinkels in een prachtige stad!
Met een nóg zwaardere bus vertrekken we vervolgens naar Entre-Deux-Mers, de wijnstreek
tussen de rivieren Garonne en Dordogne.
We doorkruisen het schilderachtige en licht
glooiende landschap en passeren kleine
dorpjes voordat we arriveren in het Maison
des Vins de L’Entre-Deux-Mers, waar wij
worden ontvangen door een woest uitziende
maar vriendelijke meneer die zelf ook
wijnmaker is. Hij vertelt onder meer dat
ondanks dat de appellation Entre-Deux-
Mers alleen voor witte wijn geldt, er steeds
meer rood en ook rosé wordt gemaakt. Ook
vertelt hij dat de bodem vooral bestaat uit
22
klei en leisteen. Wat witte wijn betreft, zo zegt mijn voorstelling van Zorba de Griek, zijn er
naast frisse, fruitige wijnen van de sauvignon blanc, ook vollere en rijke stijlen wanneer de
sauvignon wordt geassembleerd met sémillon, muscadelle. Van fris aperitief tot aan het
dessert, met Entre-Deux-Mers wit zit je goed!
Na de korte introductie vertelt hij dat wij vijf verschillende witte wijnen gaan proeven, ieder in
een eigen stijl, en stelt hij ons een voor een voor aan de producenten/wijnmakers die trots
hun wijn introduceren voordat wij tot het proeven overgaan. Er wordt goed gekeken,
geroken, geproefd en soms wel, soms niet, gespuugd. Na deze mooie proeverij van zeer
betaalbare witte wijnen is het buffet geopend en kiezen we uit o.a. wortelsalade, quiche,
brood en confit, die wij ons buiten in de tuin, onder de zon en met een glas Entre-Deux-Mers,
prima laten smaken. Binnen kan er aan de tafels nog wijn worden geproefd, ook rood, en
wordt er gretig ingeslagen.
Vooral de houtgerijpte Sémillon is in trek en de sympathieke wijnmaker zorgt, met lichte
paniek want uitverkocht, dat vrouwlief zo snel mogelijk een nieuwe voorraad brengt van zo’n
2 kilometer verderop en dit tot twee maal toe!
Nadat Derk de wijnen in de bus weer vakkundig heeft ingeruimd, vertrekken we naar
Sauternes in Graves. Onderweg steken wij de Garonne over, rijden langs Barsac en worden
door Frank gewezen op de Ciron. Als je snel én wakker was, heb je hem misschien net
gezien. De Ciron ontspringt uit een bron met koud water en mondt uit in het warmere water
van de Garonne. Wanneer het in de herfst warm en droog weer is, zorgt het warmteverschil
tussen de twee rivieren ervoor dat er mist ontstaat, die in de nacht tot aan de late morgen de
wijngaarden van Sauternes als een zachte deken bedekt. Precies wat de schimmel botritys
cinerea nodig heeft om zich met succes te vermenigvuldigen. De zon, met behulp van de
wind, zorgt er echter voor dat in de middag, wanneer de mist is opgetrokken, de rijpe druiven
weer opdrogen zodat de vorming van grijze rot voorkomen wordt.
23
Ondertussen rijd de bus door Sauternes en ligt ‘ineens’ rechts van ons het beroemdste
wijngoed ter wereld voor zoete witte wijn: Château d’Yquem. Bijzonder om er zo dicht bij te
zijn. Wij vervolgen echter de weg en gaan dan rechtsaf, waar wij de wijngaarden van het
verderop gelegen en het te bezoeken Château Guiraud doorkruisen.
Daar aangekomen lopen wij het terrein op, langs het insectenhotel, en worden voor het
château hartelijk ontvangen.
We beginnen met een rondleiding door de kelders alvorens wij de ontvangstruimte binnen
gaan. Daar wordt ons verteld over Château Guiraud; de historie, de ligging, de
wijnbouwfilosofie en over het gebied en de wijn Sauternes. En dan mogen we proeven.
Achtereenvolgens de G de Château Guiraud 2014, een blend van 50% sauvignon blanc en
50% sémillon. Daarna volgt het ‘vloeibare goud’; Petit Guiraud 2013, de tweede wijn, en als
klap op de vuurpijl de ‘1er Grand Cru Classé en 1855’ Château Guiraud 1996. Goddelijk!
Ondanks dat er eigenlijk geen tijd was om aankopen te doen, houd je ons bijna-vinologen
niet tegen als er gekocht MOET worden,
met als gevolg dat sommigen hard moesten
rennen om de al zachtjes rijdende bus nog
te kunnen halen.
De koppen worden weer geteld, iedereen is
aanwezig en de weg wordt vervolgd naar
Pessac-Leognan, bovenin de Graves, voor
een bezoek aan Château Brown. Twee
charmante dames ontvangen ons en de
eerste vertelt ons aan de rand van de
tegenoverliggende wijngaard dat Château
24
Brown ongeveer 80.000 liter rode wijn produceert, 20.000 liter witte wijn en 2000 liter rosé.
Voor rode wijn zijn 24 ha van de in totaal 29 hectare wijngaarden met 55% cabernet
sauvignon, 40% merlot en 5% petit verdot aangeplant en 5 ha voor witte wijn met 70%
sauvignon blanc en 30% sémillon. De bodem bestaat voornamelijk uit gravel maar ook iets
kalk, wat betekent dat die de warmte goed vasthoudt en dat de regen dieper de grond in kan
dringen.
Na deze introductie mogen wij naar binnen, waar wij een korte film over Château Brown te
zien krijgen alvorens wij door de wijnkelder wandelen. Onderweg wordt bij een vat
gedemonstreerd wat er gebeurt als je de gistcellen oproert en aandachtig kijken wij naar de
dans die de gistwolk vervolgens voor ons opvoert. Als we aankomen bij de roestvrijstalen
vaten zien wij de proeftafels en flessen wijn weer klaarstaan, we mogen weer!
Erg leerzaam en anders, want wij proeven eerst de afzonderlijke basiswijnen en daarna de
assemblage. Ook mogen wij een poging doen te raden hoeveel procent van de rassen
uiteindelijk in de assemblage is terecht gekomen, wat lastiger blijkt dan verwacht. Een leuk
bezoek, leerzaam en duidelijk om te zien hoe en waarom de assemblage tot stand komt.
Als een stel hongerige leeuwen staan we even later voor een nog gesloten deur van
restaurant Chiopot in Bègles. Als de deur dan eindelijk open gaat, stormen we naar binnen
en nemen plaats aan een van de tafels. Een avond met heerlijk eten, een wijnkaart om van
te watertanden, veel gezelligheid en natuurlijk weer ‘Paulée’, waarbij elke tafel wederom zijn
best deed de naburige tafels zo jaloers mogelijk te maken. Een topavond na een meer dan
geslaagde dag!
25
Donderdag 24 maart – Dag 5
07.00 uur Vertrek bij hotel. Rit door de Haut-Médoc, langs de grote châteaux, met een
paar fotomomenten.
09.00 uur Groep wordt gesplitst. Eerste groep op bezoek bij Château Lafite-Rothschild.
Tweede groep maakt een korte rondrit ten noorden van Pauillac.
10.00 uur De groepen wisselen, tweede groep op bezoek bij Château Lafite-Rothschild.
11.00 uur Rit terug langs de diverse châteaux met gelegenheid tot fotomomenten.
12.00 uur Welkom bij Château Giscours en Château du Tertre. Aansluitend: feestelijke lunch met oorkonde-uitreiking. 16.00 uur Vertrek naar Tours
20.30 uur Verwachte aankomst Tours.
Verblijf in: Hotel de l’Europe 12, place du Général Leclerc (Place de la Gare) 37000 Tours ’s Avonds vrij programma.
Door Debby Hogenboom, groep B, eigenaar Vintastiq, Lisse:
We zitten om 7 uur aan het ontbijt in het hotel, iedereen die naar beneden komt ziet er
anders uit dan de afgelopen dagen. Het is vandaag de deftige dag. Wanneer je dit verslag
leest zal je dat direct begrijpen.
We vertrekken met de bus eerst richting Château Lafite-Rothschild. We rijden over de Jalle
de Blanquefort de vineuze Medoc in. Door Nederlanders werd dit gebied drooggelegd en
geïrrigeerd. Alsof we Japanners zijn klikken de camera’s erop los, het ene château na het
andere dient zich aan.
De eerste Grand Cru Classé, het meest zuidelijk gelegen, is Château La Lagune. De
geschiedenis van dit château gaat terug naar de 16e eeuw, sinds 2000 is het in handen van
de familie Frey. We passeren Château Dillon, de wijngaard van de landbouwschool voor
jonge wijnboeren. Iets later toegevoegd aan het classificatiesysteem van 1855 dan Château
La Lagune is Château Cantemerle. De oppervlakte van de wijngaarden is ongeveer 87 ha.
Aangeplant met cabernet sauvignon (50%), merlot (40%), petit verdot (5%) en cabernet franc
(5%). Het landgoed ligt in het dorp Macau.
Wat opvalt is dat aan de ene kant van de weg de grond moerassig is en aan de andere kant,
waar het net 1 á 2 meter hoger ligt, de grond geschikt is voor wijnbouw. We passeren de
kleinste Grand Cru Classé van de Medoc. Château Ferrière ontleent zijn naam aan Jean
Ferrière die in 1795 burgemeester werd van de stad Bordeaux. Sinds 1992 wordt het
château, met ongeveer 8 ha., beheerd door Claire Villars.
Frank en Robbert gidsen ons door het landschap en seinen ons wanneer er weer een
belangrijk château gepasseerd wordt. Margaux is maar een heel klein plaatsje.
26
Voor we er erg in hadden waren we er al door. Even verder is een weg naar links, wanneer
je hier afslaat rij je landinwaarts. Daar liggen Moulis en Listrac, zij hebben geen Grand Crus.
Aan de noordkant van Margaux is het Cru Bourgeois gebied. De eerste lijst van deze
classificatie werd opgesteld in 1932 door de Kamer van Koophandel van Bordeaux en het
ministerie van Landbouw, op de lijst stonden toen 444 châteaux. Je vindt hier in het noorden
van Margaux voornamelijk monocultuur, alleen maar wijnbouw.
We rijden van het ene kleine dorpje naar het andere. Dorpjes die hun naam en faam danken
aan de beroemde châteaux. Voor kleine wijnboeren hier in de streek zijn er coöperaties die
verschillende wijnen produceren en deze op de markt brengen.
Dan rijden we langs één van de mooiste châteaux, Château Beyechevelle. Ook wel het
Versaille van de Bordeaux genoemd. Een prachtig kasteel met schitterende tuinen ooit
gebouwd door bisschop François de Foix Candale in 1565. Uiteindelijk is het eigendom
geworden van de hertog van Epernon. Deze hertog had veel macht, alle schepen die voorbij
Château Beychevelle voeren werd bevolen hun zeilen te laten zakken als teken van respect.
Hier komt de naam van het château vandaan. Beychevelle is vertaald uit het dialect van die
tijd, Baisse Voile en dit betekent strijk de zeilen.
Achter de wijngaarden zien we nu de rivier in de verte schitteren en passeren Château
Léoville Barton in Saint-Julien. De familie Barton heeft Ierse roots en bezit ook Château
Langoa Barton. De gemiddelde leeftijd van de wijnstokken is 28 jaar, de oppervlakte van de
wijngaard 48 ha. Het meest aangeplante druivenras is cabernet sauvignon, dan merlot en
een klein beetje cabernet franc. We passeren Le Petit Clos en Le Grand Clos van Château
Léoville Las Cases, de wijnstokken van Le Grand Clos staan bijna tegen de rivier aan. Dan
zien we midden tussen de wijngaarden een torentje, Chatêau Latour in Pauillac aan de grens
met Saint-Julien.
27
Opeens remt onze buschauffeur hard….afslag gemist? Er stak een eekhoorn over en
gelukkig kan het beestje het ‘navertellen’.
Aan de kade van de Gironde in Pauillac staat slechts een château, Château Grand-Puy
Ducasse. De wijngaarden van dit château liggen iets verder. In de Gironde vist men op
lamprei, ik heb nog opgezocht hoe deze vis eruit ziet en hoe hij leeft. Maar ik zal jullie de
onsmakelijke details besparen. Voor wie wel geïnteresseerd is google gerust.
Terug naar de wijn..
Na het voorbij rijden van Château Pétrol, de olieraffinaderij, komen we aan bij Château
Lafite-Rothschild in Pauillac, direct aan de grens met Saint-Estèphe. Naast Château Lafite-
Rothschild ligt Château Mouton Rothschild. De naam Lafite komt van La Hite, wat heuvel
betekent. In 1670 erfde de familie Ségur het domein. In 1695 trouwt Jacques de Ségur met
Alexandre, een erfgename van Château Latour. Ze krijgen een zoon Nicolas-Alexandre de
Ségur en hij komt in 1716 aan het hoofd te staan van het château. Het gaat goed met Lafite,
er is alleen één probleem. Nicolas-Alexandre heeft geen zoon die het château kan
overnemen, wel 4 dochters. Château Lafite komt in handen van de zoon van de oudste
dochter. Zij komt in financiële problemen en verkoopt het château in 1784 aan Nicolas Pierre
de Pichard. Na zijn executie tijdens de Franse Revolutie werd het in 1797 verkocht aan Jan
de Witt die het vanwege financiële problemen verkocht in 1800 aan 3 Nederlandse
kooplieden nl. Baron Jan Arend de Vos van Steenwijk, Mr. Jan Willem Berg en Johan Goll
van Franckenstein. In 1818 verkopen zij het aan Madame Barbe-Rosalie de Lemaire, de
vrouw van Ignace Joseph VanIerberghe, een Nederlandse graanhandelaar.
Ignace is op mysterieuze wijze om het leven gekomen en zijn vrouw verkoopt het château in
1821 aan Sir Samuel Scott. In 1868 komt het in handen van de familie de Rothschild. Baron
James de Rothschild koopt op een veiling het château, drie maanden daarna overlijdt hij. Het
château gaat naar zijn 3 zonen: Alphonse, Gustave en Edmond. In de Tweede Wereldoorlog
wordt het château bezet door de Duitsers. Na de oorlog komt het in handen van Baron Elie.
Sinds 1976 heeft Eric de Rothschild namens zijn familie de leiding over het château. Er zijn
inmiddels ook wijngaarden aangekocht in Chili, Argentinië en China. En in Corbières, de
Languedoc, Pomerol en Sauternes.
Informatie wijngaard:
-102 ha wijngaard
- cabernet sauvignon, cabernet franc, merlot en petit
verdot
- 1 fte per 5 ha
- gravel, lime stone, klei, zand (3-20 meter diepe
bodemlaag)
- de bovenlaag zorgt voor vasthouden en afgeven
van warmte
- de druiven worden hand geplukt
28
De rondleiding start. We lopen door de kelder waar hard gewerkt wordt. Ze zijn bezig de wijn
over te steken.
In de kelder zijn grote houten cuves en die hebben allen een andere inhoud, deze wordt
aangepast op de grote van het plot, zo kunnen ze per plot vergisten.
De vergisting duurt 2 dagen. De perswijn krijgt een malolactische vergisting. Na blending
volgt een rijping van 18 tot 20 maanden. De vaten worden op het château gemaakt. We
vervolgen de tocht en eindigen in de immense kelder, waar onze gastheer de kaarsen
aansteekt om de sfeer nog extra te verhogen. We krijgen een glas Château Lafite-Rotschild
2007 ingeschonken… daar word je stil van.
Zwaar onder de indruk stappen we in de bus op weg naar Margaux. Daar bevindt zich
Château du Tertre. De eigenaar is de Nederlander Eric Albada Jelgersma, ook eigenaar van
Château Giscours. We worden ontvangen en krijgen een korte rondleiding. Dan nodigt onze
gastheer ons uit voor een proeverij in de Orangerie, we proeven Château Giscours en
Château du Tertre, beide uit 2011. Daarna genieten we aan
het zwembad in de zon van een glas Le Rosé de Giscours
2009 en Magnum met een klein hapje. Als god in
Frankrijk…
De lunch is op het château in een smaakvol ingerichte zaal
waar aan elk detail is gedacht. Zelfs de bloemen zijn
aangepast aan ons bezoek, oranje tulpen. We genieten van
een 4-gangen lunch met de prachtige wijnen van Château
Giscours en Château du Tertre. Na de lunch werden de
certificaten uitgedeeld voor deelname aan de
Bordeauxreis.Voldaan na een indrukwekkende dag en
prachtige lunch gaan we op voor de voorlaatste etappe.
29
We rijden richting Tours waar we overnachten. Velen van ons gingen de stad in om in één
van de gezellige cafés bier te drinken.
Het was nog lang onrustig in Tours…
30
Vrijdag 25 maart – Dag 6
08.30 uur Vertrek naar Nederland (verwachte aankomsttijd Maarn: 19.00)