denise1601.files.wordpress.com · web viewde kinderen tekenen een simpele boom of tak met zwart...
TRANSCRIPT
Les 1:
Zonsopgang tekening, krijtGroep: 3
Onderwerp: zonsopgang
Dimensie: 2D
Beeldaspect: Licht
Materiaal/techniek: tegenlicht & lichte kleuren.
Type les: tekenen
Vakgebied: handvaardigheid
Opdracht: Je hebt nodigDe kinderen tekenen een simpele boom of iets anders met zwart krijt. Verder vullen de kinderen het papier, waarbij een lichte ruimte ontstaat. Er mag uiteindelijk geen wit papier meer te zien zijn!
o Krijt in de kleuren zwart, geel, oranje, rood, roze, paars etc. (alle lichte kleuren)
o Wit papier (formaat: klein)o Oude kranten als onderlegger
BASISPLAN - LEERDOELEN
Betekenis BeschouwingDe kinderen kennen de gevoelswaarde van de kleuren (vrolijk, somber, koel, warm)
De kinderen kijken en luisteren naar en praten over eigen werk en dat van groepsgenoten met aandacht voor verschil in ontwerp.
Vorm WerkwijzeDe kinderen leren om beelden te gebruiken om gevoelens of ervaringen uit te beelden
Materiaal OnderzoekDe kinderen kunnen een lichte ruimte creëren met alleen de kleuren die ze tot hun beschikking hebben.
LES - PROCESFASEN een korte handleiding
Organisatie o Tijdsduur: 45 minuten.o De kinderen zitten ieder aan hun eigen tafel.o De kinderen krijgen (als dat mogelijk is) ieder een eigen setje krijt.
Introductie o Voorlezen van het boek; De dag dat de zon geen zin had. Na het lezen goed bekijken van de platen, welke kleuren zien de kinderen in de eerste plaat.
Informatie o De leerkracht laat de kinderen de platen zien uit het boek en enkele voorbeelden.
Instructie o Bespreken van de kleuren van de nacht of van een donkere ruimte. De kinderen zullen ontdekken dat een donkere ruimte niet alleen maar zwarte kleuren bevat.
o De kinderen tekenen eerst een voorgrond, een boom of een auto of iets anders. Het moet makkelijk te tekenen zijn en getekend worden met een zwart krijtje.
o Daarna vullen de kinderen de achtergrond met de kleuren die ze hebben.
Uitvoering/Begeleiding
o Het is voor de kinderen makkelijk om te beginnen vanuit een licht punt, bijvoorbeeld de maan. Rond de maan is het licht blauw, en hoe verder naar buiten hoe donkerder het wordt.
Nabeschouwing o We bekijken de tekenen van de kinderen met elkaar. o Hoe kun je zien dat we een donkere nacht of ruimte hebben gemaakt?o De tekeningen worden aan het einde van de dag opgehangen.
Lesbeschrijvingsformulier: eigen lesStichting Beeldend Onderwijs
© 2012 Auteur: Denise Vergeer
Vijf beoordeelde tekeningen:
Emma:
Cas:
Jimmy:
Kenza:
Amber:
Beoordeling:
BEOORDELINGSFORMULIER BEELDEND WERK
Groep: 3 Leerkracht: Denise Vergeer Periode: 3
Beschrijving: Zonsopgang met krijt
De kinderen tekenen een simpele boom of tak met zwart krijt. Verder vullen de kinderen het papier, waarbij een lichte ruimte ontstaat. De kleuren die de kinderen mogen gebruiken zijn geel, oranje, wit en zwart. Er mag uiteindelijk geen wit papier meer te zien zijn!
Product ProcesNaam leerling
Wee
rgav
e Be
teke
nis
Toep
assin
g be
elda
spec
t
mat
eria
al
gebr
uik
Onde
rzoe
k
Vaar
digh
eid
Gebr
uik
visu
ele
info
rmat
ieei
ndsc
ore
Emma r/v v v m v v vCas g r/v r/v v v v r/vJimmy r/v v v v v v vKenza g r/v v v v v r/v
Amber v g v v v v v
Lesobservatie formulier:
HOGESCHOOL ROTTERDAM LESOBSERVATIE BEELDENDE VAKKEN
Student: Denise Vergeer Studentnummer: 0834691Paboklas: 3A Datum: 12 maart 2015 Stageschool: OBS de DevelhoekVak: Beeldende Vorming Mentor: Annemarie Lansbergen Groep: 3
+ zichtbaar tijdens deze les. +/- enigszins zichtbaar tijdens deze les. – niet zichtbaar tijdens deze les.
Lesvoorbereiding1. De activiteit is geschikt voor deze kinderen. +2. Beginsituatie en doelen zijn op elkaar afgestemd en gerealiseerd. +3. In materiaal, gereedschap, leermiddelen en opstelling is voorzien. +
Oriëntatie1. De introductie is inspirerend. +2. Gaf kinderen de mogelijkheid tot associëren. +3. Het getoonde beeldmateriaal is duidelijk. +4. De uitleg over het onderwerp is helder en aantrekkelijk. +5. De betrokken beeldaspecten zijn duidelijk geïllustreerd. +6. Er is plaats gemaakt voor kijken met kinderen. +7. De instructies zijn selectief, aanschouwelijk en interactief. +8. Werkproces, werkwijze, beeldende mogelijkheden zijn duidelijk. +9. De kinderen kunnen na de instructie zelfstandig beginnen. +
- +/- +
Uitvoering1. De kinderen kunnen duidelijk met de opdracht uit de voeten. +2. Er is voldoende geobserveerd. +3. De aandacht is verdeeld over de hele groep, groepjes en individuen. +4. Hulp bestaat uit voordoen maar ook uit het stellen van reflectievragen. +5. Delen van de gegeven informatie worden toegankelijk gemaakt. +6. Er is in de begeleiding aandacht voor verschillen tussen kinderen. +7. Er is op een duidelijke manier afgerond. +/-
Nabeschouwing
1. Het opruimen is goed/overzichtelijk verlopen. +2. De werkstukken zijn voor de kinderen goed te zien. +3. De opdracht is herhaald, inclusief de aandachtspunten. +/-4. De kinderen krijgen tijd en richtlijnen om te kijken. +/-5. Ze zijn op een actieve manier bij de nabeschouwing betrokken. +/-6. De kinderen krijgen gelegenheid hun mening te geven. +/-7. Er is in een opbouwende sfeer iets gezegd over de kwaliteit van het werk. +/-8. Er is aangegeven wat er met het werk moet gebeuren. +
Evaluatie1. Er is gereflecteerd op basis van leerling gedrag (product en proces) +/-2. Er is gereflecteerd op basis van zelfobservatie (handelen in fasen) +/-
Tip en top van mentor:
Tip: Meer aandacht aan de afronding en wat te doen als je klaar bent.
Top: Een goede duidelijke les!
Handtekening mentor: A. Lansbergen
Les 2:Koe, geit of schaap, krijtGroep: 3
Onderwerp: Koe, geit of schaap
Dimensie: 2D
Beeldaspect: textuur
Materiaal/techniek: Ander gebruik van het krijtje.
Type les: tekenen
Vakgebied: handvaardigheid
Opdracht: Je hebt nodigDe kinderen hebben een les gehad over dieren die melk geven die mensen ook kunnen drinken. Hierbij hebben we het gehad over de koe, het schaap en de geit. Hierbij maken we een overgang naar deze handvaardigheidles. De kinderen tekenen één van deze drie dieren, waarbij gekeken hebben naar de verschillende vormen en vachten van de dieren. De kinderen laten op verschillende manier de vacht zien. (Door kleine rondje te maken, streepjes te zetten etc.)
o Krijt o Wit papier (formaat: A4)o Oude kranten als onderlegger
BASISPLAN - LEERDOELEN
Betekenis Beschouwing
De kinderen kennen de betekenis van deze dieren bij deze les.
De kinderen kijken en luisteren naar en praten over eigen werk en dat van groepsgenoten met aandacht voor verschil in ontwerp.
Vorm WerkwijzeDe kinderen leren om beelden te gebruiken om gevoelens of ervaringen uit te beelden
De kinderen leren op een andere manier met het krijt overweg te gaan.
Materiaal OnderzoekDe kinderen kunnen verschillende vachten creëren door het krijt op een andere manier toe te passen.
LES - PROCESFASEN een korte handleiding
Organisatie o Tijdsduur: 45 minuten.o De kinderen zitten ieder aan hun eigen tafel.o De kinderen krijgen (als dat mogelijk is) ieder een eigen setje krijt.
Introductie o Tweede aardrijkskunde les over zuivelproducten en boerderij dieren.
Informatie o De leerkracht laat de kinderen foto’s zien van de dieren en bespreekt welke producten van hun melk gemaakt kan worden.
Instructie o Bespreken van de dieren (vacht en vorm).o De kinderen mogen zelf kiezen welk dieren of dieren ze tekenen. o De kinderen tekenen de vacht in verschillende texturen (bijvoorbeeld
rondje of streepjes).o In de tekeningen mag geen wit meer te zien zijn.
Uitvoering/Begeleiding
o Het is voor de kinderen makkelijk om te beginnen met de vorm van het dier en deze vervolgens in te kleuren. Als laatste wordt de achtergrond gedaan.
Nabeschouwing o We bekijken de tekenen van de kinderen met elkaar. o De tekeningen worden aan het einde van de dag opgehangen.
Lesbeschrijvingsformulier: eigen lesStichting Beeldend Onderwijs
© 2012 Auteur: Denise Vergeer
Foto’s van de werkjes:
Les 3:
Zonsopgang tekening, krijtGroep: 5
Onderwerp: zonsopgang
Dimensie: 2D
Beeldaspect: Licht
Materiaal/techniek: tegenlicht & donkere kleuren.
Type les: tekenen
Vakgebied: handvaardigheid
Opdracht: Je hebt nodigDe kinderen knippen een skyline en tekenen daar met geel of wit krijt raampjes in. Vervolgens tekenen ze met krijt het vuurwerk in de lucht, met verschillende kleuren. Als laatste gaan de kinderen met ecoline over het krijt heen. Het krijt is vettig, waardoor je het krijt goed kan blijven zien.
o Krijt o Wit papier o Zwart papiero Oude kranten als onderlegger
BASISPLAN - LEERDOELEN
Betekenis BeschouwingDe kinderen kennen de gevoelswaarde van de kleuren (vrolijk, somber, koel, warm)
De kinderen kijken en luisteren naar en praten over eigen werk en dat van groepsgenoten met aandacht voor verschil in ontwerp.
Vorm WerkwijzeDe kinderen leren om beelden te gebruiken om gevoelens of ervaringen uit te beelden
Verdana 6
Materiaal OnderzoekDe kinderen kunnen een donkere nacht/ruimte creëren met alleen de kleuren die ze tot hun beschikking hebben.
Verdana 6
LES - PROCESFASEN een korte handleiding
Organisatie o Tijdsduur: 45 minuten.o De kinderen zitten ieder aan hun eigen tafel.o De kinderen krijgen (als dat mogelijk is) ieder een eigen setje krijt.
Introductie o Klassengesprek over de jaarwisseling.- Wat vieren we?- Hoe ziet vuurwerk eruit? - Waar kijk je naar vuurwerk? Etc.
Informatie o De leerkracht laat de kinderen een filmpje zien en foto’s van vuurwerk.
o Daarnaast legt de leerkracht uit wat een skyline is en laat hier voorbeelden van zien.
Instructie o Bespreken van de kleuren van de nacht of van een donkere ruimte. De kinderen zullen ontdekken dat een donkere ruimte niet alleen maar zwarte kleuren bevat.
o De kinderen knippen eerst een skyline uit het zwarte papier, ze moeten hierbij zorgen dat het zwarte papier net zo breed is als het witte papier. Daarna plakken ze hem op en tekenen raampjes in de huizen.
o Vervolgens tekenen de kinderen met verschillende kleuren het vuurwerk in de lucht.
o Als laatste gaat de ecoline erover heen, waarbij de leerkracht uitlegt dat je het krijt zal blijven zien.
Uitvoering/Begeleiding
o De leerkracht laat zien hoe je de skyline uit het zwarte papier knipt.Het is hierbij belangrijk dat de kinderen eerst de skyline met wit potlood tekenen en de kinderen hem daarna uitknippen. Zo knippen ze aan de goede kant en het gaat makkelijker dan het uit je hoofd uitknippen.
Nabeschouwing o We bekijken de tekenen van de kinderen met elkaar. o Hoe kun je zien dat we een donkere nacht of ruimte hebben gemaakt?o De tekeningen worden aan het einde van de dag opgehangen.
Lesbeschrijvingsformulier: eigen lesStichting Beeldend Onderwijs
© 2012 Auteur: Denise Vergeer
Foto’s van de werkjes:
Les 4:
Geluksdiertje, textielGroep: 6
Onderwerp: Geluksdiertje
Dimensie: 3D
Beeldaspect: Vorm & structuur
Materiaal/techniek: textiel, Knippen & naaien
Type les: Handvaardigheid
Vakgebied: handvaardigheid
Opdracht: Je hebt nodigDe leerlingen zoeken een stof uit (textiel) waarom zij een bepaalde vorm tekenen. Deze vorm knippen de leerlingen uit en naaien de zijkanten aan elkaar vast. Voor dat de randen helemaal dicht zijn wordt het geluksdiertje gevuld met watten.
o Schaaro Textielo Naald en draado Watten
BASISPLAN - LEERDOELEN
Betekenis BeschouwingDe kinderen kennen de gevoelswaarde van de kleuren (vrolijk, somber, koel, warm)
De kinderen kijken en luisteren naar en praten over eigen werk en dat van groepsgenoten met aandacht voor verschil in ontwerp.
Vorm WerkwijzeDe kinderen leren om beelden te gebruiken om gevoelens of ervaringen uit te beelden
Verdana 6
Materiaal OnderzoekDe kinderen kunnen een donkere nacht/ruimte creëren met alleen de kleuren die ze tot hun beschikking hebben.
Verdana 6
LES - PROCESFASEN een korte handleiding
Organisatie o Tijdsduur: 75 minuten.o De leerlingen zitten ieder aan hun eigen tafel.o De leerlingen mogen per groepje een stukje textiel komen uitzoeken.
Introductie o We beginnen een klassengesprek over geluk.- Wanneer voel je je gelukkig?- Wat is voor jou een geluksmoment? (bijv. wanneer de zon schijnt)- Heb je een geluksvoorwerp?
o De leerkracht laat vervolgens een aantal geluksvoorwerpen zien (hoefijzer, talisman, klavertje vier).
Informatie o
Instructie o De leerkracht laat 3 figuren zien die leerlingen kunnen tekenen op hun textiel (op een variant daarop).
o De leerkracht laat zien dat je het textiel dubbel moet vouwen (de onderkant blijft dan dicht).
o Het figuur wordt vervolgens uitgeknipt.o De leerkracht laat vervolgens zien hoe de leerlingen moeten naaien,
welke techniek ze daarvoor moeten gebruiken, de leerkracht laat dit zien op het bord en op een stukje textiel.
o De leerkracht verteld dat de leerlingen het geluksdiertje voor dat ze hem helemaal dicht maken, moeten vullen met watten.
Uitvoering/Begeleiding
o Het is handig voor de leerkracht als er hulpkracht in de klas aanwezig zijn die de kinderen kunnen helpen en begeleiden. Ik heb bij deze les de hulp gevraagd van mijn mentor en een hulpouder. De klas was groot en de leerlingen hadden nog gewerkt met deze techniek en hadden dus de nodige hulp nodig.
Nabeschouwing o De leerkracht laat de kinderen hun werkstukken op tafel leggen.o De leerkracht bespreekt met de leerlingen wat ze gedaan en op welke
manier, ze laat dit de leerlingen verwoorden.o Als laatste mag iedere leerling noemen waarvoor zijn geluksdiertjes
geluk zal brengen. Lesbeschrijvingsformulier: eigen lesStichting Beeldend Onderwijs
© 2012 Auteur: Denise Vergeer
Foto’s van de werkjes:
Lesobservatie:
HOGESCHOOL ROTTERDAM LESOBSERVATIE BEELDENDE VAKKEN
Student: Denise Vergeer Studentnummer: 0834691Paboklas: 3A Datum: 12 april 2013 Stageschool: OBS de ReijerVak: Beeldende Vorming Mentor: Margriet Korteweg Groep: 6
+ zichtbaar tijdens deze les. +/- enigszins zichtbaar tijdens deze les. – niet zichtbaar tijdens deze les.
Lesvoorbereiding1. De activiteit is geschikt voor deze kinderen. +2. Beginsituatie en doelen zijn op elkaar afgestemd en gerealiseerd. +/-3. In materiaal, gereedschap, leermiddelen en opstelling is voorzien. +
Oriëntatie1. De introductie is inspirerend. +2. Gaf kinderen de mogelijkheid tot associëren. +3. Het getoonde beeldmateriaal is duidelijk. +4. De uitleg over het onderwerp is helder en aantrekkelijk. +5. De betrokken beeldaspecten zijn duidelijk geïllustreerd. +6. Er is plaats gemaakt voor kijken met kinderen. +/-7. De instructies zijn selectief, aanschouwelijk en interactief. +8. Werkproces, werkwijze, beeldende mogelijkheden zijn duidelijk. +/-9. De kinderen kunnen na de instructie zelfstandig beginnen. +
Uitvoering1. De kinderen kunnen duidelijk met de opdracht uit de voeten. +2. Er is voldoende geobserveerd. +3. De aandacht is verdeeld over de hele groep, groepjes en individuen. +4. Hulp bestaat uit voordoen maar ook uit het stellen van reflectievragen. +5. Delen van de gegeven informatie worden toegankelijk gemaakt. +6. Er is in de begeleiding aandacht voor verschillen tussen kinderen. +/-7. Er is op een duidelijke manier afgerond. +/-
Nabeschouwing
1. Het opruimen is goed/overzichtelijk verlopen. +2. De werkstukken zijn voor de kinderen goed te zien. +3. De opdracht is herhaald, inclusief de aandachtspunten. +/-4. De kinderen krijgen tijd en richtlijnen om te kijken. +5. Ze zijn op een actieve manier bij de nabeschouwing betrokken. +/-6. De kinderen krijgen gelegenheid hun mening te geven. +/-7. Er is in een opbouwende sfeer iets gezegd over de kwaliteit van het werk. +/-8. Er is aangegeven wat er met het werk moet gebeuren. +
Evaluatie1. Er is gereflecteerd op basis van leerling gedrag (product en proces) +/-2. Er is gereflecteerd op basis van zelfobservatie (handelen in fasen) +/-
- +/- +
Tip en top van mentor:
Tip: De kinderen hadden nog nooit genaaid, het naaien was daarom voor de kinderen wat lastig. Dit is niet erg, de volgende keer zou ik meer terug blikken op de les.
Top: Een goede en leuke les!
Handtekening mentor: M. Korteweg
Les 5:
Rupsje, textielGroep: 3
Onderwerp: rups
Dimensie: 3D
Beeldaspect: vorm, kleur
Materiaal/techniek: knippen van textiel, en verbinden van textiel (naaien of knopen)
Type les: werken met textiel
Vakgebied: handvaardigheid
Opdracht: Je hebt nodigDe kinderen snoeren in deze les een rolletjes stof in. Hierdoor ontstaat een rupsenlijfje met geleidingen. In het rolletje zit een stukje chenilledraad als versteviging en kan daardoor ook het lijfje in verschillende standen gebogen worden. Vervolgens plakken de kinderen de details op de rups. De kinderen die motorische heel goed zijn en de rups netjes hebben afgewerkt, kunnen de rups eventueel afwerken met naald en draad.
o Lapjes stof (ongeveer 15 bij 15 cm)o Kraaltjes voor de ogeno Chenilledraad (17 cm x 5)o Lijmo Schaaro Dunne naald en draad
BASISPLAN - LEERDOELEN
Betekenis BeschouwingDe kinderen kunnen de lichaamsvormen van de dieren ruimtelijk weergeven.
De kinderen kijken en luisteren naar en praten over eigen werk en dat van groepsgenoten met aandacht voor verschil in ontwerp.
Vorm WerkwijzeDe kinderen kunnen vormen knippen van textiel.
De kinderen volgen de juist volgorde van de werkwijze.
Materiaal OnderzoekDe kinderen kunnen omwikkelen en knopen met draden en stroken textiel.
LES - PROCESFASEN een korte handleiding
Organisatie o Tijdsduur: 45 minuten.o De 5 kinderen zitten op de gang, zodat ze genoeg ruimte hebben.
Introductie o De leerkracht laat de kinderen een aantal plaatjes zien met verschillende rupsvormen. De leerkracht praat met de kinderen over
de verschillende rupsvormen: is hij dik of dun? Harig of juist glad? Hoe ziet zijn hoofd eruit? Is hij recht of gebogen? Etc. Het belangrijkste is dat de kinderen kijken naar het lijfje van de rups, die bestaat uit allemaal stukjes (geleidingen).
Informatie o Om de geleiding te laten zien in de rupsen, worden de rolletjes stof in gesnoerd, waardoor de geleidingen ontstaan.
Instructie o De kinderen pakken een stukje chenilledraad van 17 cm. o Vervolgens kiezen ze een stukje stof naar keuze, die ze op maat
knippen (ongeveer 15 bij 15 cm).o De kinderen rollen het stof m het chenilledraad en buigen de
uitstekende stukjes draai naar binnen.o Vervolgens maken ze de geleidingen van de rups door draad om het
lijfje heen de knopen. Dit wordt ongeveer 5 keer gedaan. o Als laatste maken de kinderen de details van de rups en buigen de
rups in een stand naar keuze. o ( De handige kinderen kunnen eventueel de rups
Uitvoering/Begeleiding
o De kinderen rollen het stukje stof om de draad heen. Om het niet weer te laten losschieten, plakken we het vast met wat lijm. Daarna kunnen de kinderen de rups insnoeren.
o De kinderen kunnen elkaar helpen met het vast maken van het stof.
Nabeschouwing o We bekijken met elkaar het resultaat van de werkjes. Welke details zien we ook bij de echte rups op de foto’s?
o Wat vonden de kinderen van deze opdracht?
Lesbeschrijvingsformulier: eigen lesStichting Beeldend Onderwijs
© 2012 Auteur: Denise Vergeer
Foto’s van de werkjes:
Foto’s van de vijf beoordeelde werkjes:
Kenza:Voor- en achteraanzicht:
Rechter en linker zijaanzicht:
Jimmy:Voor- en achteraanzicht:
Rechter en linker zijaanzicht:
Jady:Voor- en achteraanzicht:
Rechter en linker zijaanzicht:
Laurens:Voor- en achteraanzicht:
Rechter en linker zijaanzicht:
Jens:
Voor- en achteraanzicht:
Rechter en linker zijaanzicht:
Beoordeling:
BEOORDELINGSFORMULIER BEELDEND WERK
Groep: 3 Leerkracht: Denise Vergeer Periode: 3
Beschrijving: Rups, textiel
De kinderen maken in het thema lente, een rups. De kinderen krijgen een chenilledraad en vouwen daarom heen een stukje (op maat geknipt) textiel. Deze maken ze vast, door stukjes touw er om heen te knopen. Hiermee laat je ook de geleidingen van de rups zien.Vervolgens maken de kinderen de details op de rups, zoals het hoofd, de ogen en eventuele versieringen.
Product ProcesNaam leerling
Wee
rgav
e Be
teke
nis
Toep
assin
g be
elda
spec
t
mat
eria
al
gebr
uik
Onde
rzoe
k
Vaar
digh
eid
Gebr
uik
visu
ele
info
rmat
ieei
ndsc
ore
Kenza v r/v r/v v v v vJimmy r/v r/v r/v v r/v v r/vJady r/v 9 v r/v r/v r/v r/vLaurens r/v g v r/v r/v r/v r/vJens r/v r/v r/v r/v r/v r/v r/v