shvanthoff.files.wordpress.com file · web viewonderzoeks- en adviesrapport. in opdracht van abc...

50
Onderzoeks- en adviesrapport In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda Projectleden: M. Tijs 13087428 R. Steijn 13071815 L. Verweij 13115634 0

Upload: dothu

Post on 26-Feb-2019

212 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Onderzoeks- en adviesrapportIn opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda

Projectleden: M. Tijs 13087428R. Steijn 13071815L. Verweij 13115634S. van ’t Hoff 13028537E. el Nory 13110373S. Circi 13117122

Tutor: S. Salmon Opdrachtgever: A. van HultenOpleiding: Voeding en Diëtetiek, Haagse HogeschoolDatum uitgifte: 22 – 4 – 2016

0

Page 2: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Samenvatting

Dit onderzoek is uitgevoerd door studenten van de opleiding Voeding en Diëtetiek aan de Haagse Hogeschool, in opdracht van het ABC Diëtistennetwerk in Breda. Het netwerk wil graag bijdragen aan het terugdringen van voedingsproblematieken, en dan met name (ernstig) overgewicht, onder kinderen uit Breda en omgeving. Om dit te bereiken wil zij graag haar huidige samenwerking met de GGD versterken en een nieuw samenwerkingsverband aangaan met het CJG in Breda, en dan in het bijzonder met de kinderartsen en wijkverpleegkundigen die hier werkzaam zijn. Naast het terugdringen van voedingsproblematieken tracht het netwerk hiermee haar marktpositie te versterken en meer werkgelegenheid te creëren door haar aanbod aan activiteiten en diensten voor de GGD en het CJG uit te breiden.

Hoofdstuk 1 beschrijft de inleiding met daarin onder andere de aanleiding en de probleemstelling opgenomen. Het hoofdstuk eindigt met de centrale onderzoeksvraag, de bijbehorende deelvragen en het doel van het onderzoek. In hoofdstuk 2 wordt de gebruikte methode van dit onderzoek beschreven. Het betreft een kwalitatief onderzoek waarin informatie verkregen uit semigestructureerde interviews is aangevuld met bevindingen uit de literatuur. Alle keuzes die hierin gemaakt zijn worden in dit hoofdstuk verder toegelicht. Het hoofdstuk eindigt met de topiclijst die is gebruikt voor het afnemen van de interviews, waarbij bij ieder topic is aangegeven waar naar werd gevraagd.

Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de resultaten die verkregen zijn uit zowel het praktijk- als literatuuronderzoek. Het literatuuronderzoek spitst zich toe op algemene prevalentie- en indicentiecijfers rondom de kinderdiëtetiek, de profilering van diëtisten(praktijken) binnen de gezondheidszorg en de meerwaarde van een multidisciplinaire aanpak ten opzichten van een individuele aanpak. De verkregen informatie uit de interviews is weergegeven naar topic. In de conclusie, in hoofdstuk 4 worden de gegevens uit het literatuuronderzoek in verband gebracht met de gegevens die zijn voortgevloeid uit de semigestructureerde interviews.

Het laatste hoofdstuk beslaat de uiteindelijke aanbevelingen die het ABC Diëtistennetwerk mogelijk kan gebruiken om haar positie binnen de GGD te versterken en nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan met het CJG. In de bijlagen van het onderzoekrapport zijn de uitwerkingen van de interviews evenals het codeerschema terug te vinden.

AbstractThis research was carried out by students Nutrition and Dietetics at the The Hague University in commission of the ABC Dietitiannetwork in Breda. This network would like to contribute to the reduction of nutritional problems, especially (severe) obesity, among children from Breda and the surrounding areas. To achieve this, the network would like to strengthen her current collaboration with the GGD (public health service) and gain a new partnership with the CJG in Breda, in particular with the pediatricians and nurses who are employed there. Next to a reduction in nutritional problems among the children from Breda, this network seeks to

1

Page 3: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

strengthen its market position and to create more jobs by expanding her range of activities and services for the GGD and the CJG.

Chapter 1 describes the introduction of this research including the cause and the problem statement. The chapter concludes with the main research question, the corresponding sub questions and the objective of the study. Chapter 2 covers the method used in this study. It concerns a qualitative research in which information obtained from semi-structured interviews is supplemented by findings from the literature research. All choices that are made are further explained in this chapter. The chapter ends with the topic list that is used for conducting the interviews.

Chapter 3 gives an overview of the results obtained from both the interviews and the literature research. The literature review focuses on general prevalence of nutritional problems, the profiling of dietitians (practices) within health care and the added value of a multidisciplinary approach to an individual approach. The information obtained from the interviews is shown per topic. In the conclusion, in Chapter 4, the data from the literature review is associated with the data resulting from the semi-structured interviews.

The final chapter covers the recommendations that may be able to help ABC Dietitiannetwork to strengthen her position within the GGD and to start a new partnerships with the CJG. The annexes of this research give an overview of all interviews as well as the coding scheme.

2

Page 4: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

InhoudSamenvatting..........................................................................................................................................1

Abstract..................................................................................................................................................1

1. Inleiding..............................................................................................................................................4

2. Methode.............................................................................................................................................6

2.1 Literatuuronderzoek.....................................................................................................................6

2.2 Praktijkonderzoek.........................................................................................................................7

3. Resultaten........................................................................................................................................10

3.1 Resultaten uit literatuuronderzoek............................................................................................10

Overgewicht en ondergewicht in Nederland................................................................................10

Voedselallergieën en- intoleranties..............................................................................................10

Ondervoeding bij kinderen............................................................................................................11

3.1.1 profilering binnen de gezondheidszorg...............................................................................11

3.1.2 multidisciplinaire samenwerking ten opzichten van individuele aanpak.............................12

3.2 Resultaten uit interviews............................................................................................................12

4. Conclusie..........................................................................................................................................15

5. Discussie.......................................................................................................................................17

6. Aanbevelingen..............................................................................................................................20

7. Literatuur..........................................................................................................................................22

Bijlage 1: interview 1............................................................................................................................23

Bijlage 2: interview 2............................................................................................................................25

Bijlage 3: interview 3............................................................................................................................31

Bijlage 4: codeerschema.......................................................................................................................36

3

Page 5: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

1. Inleiding

Overgewicht en obesitas vormen op dit moment een van de grootste maatschappelijke problemen en de prevalentie van kinderen en jongeren met overgewicht blijft stijgen. In 1980 had zes procent van de jongens en meisjes van 2 tot 21 jaar overgewicht. In 2010 was dit opgelopen tot 14 procent. Daarnaast stijgt eveneens het aantal kinderen en jongeren met ernstig overgewicht, ook wel obesitas genoemd (zie figuur 1). Ondanks dat het verschil in het aantal jongens en meisjes met (ernstig) overgewicht steeds kleiner word komt het onder meisjes nog altijd vaker voor (Zantinge & van Bakel, 2014; Wang & Lobstein, 2006).

Figuur 1 Percentage kinderen en jongeren (2 tot 21 jaar) met overgewicht en ernstig overgewicht in 1980, 1997 en 2010 (Zantinge & van Bakel, 2014).

De toename van (ernstig) overgewicht bij kinderen en jongeren gaat gepaard met een grotere kans op het ontwikkelen van gezondheidsproblemen tijdens het opgroeien maar ook op latere leeftijd. Voorbeelden van mogelijke gevolgen zijn een glucose intolerantie, diabetes mellitus type 2, hypertensie en hypercholesterolemie. Bovendien hebben kinderen met ernstig overgewicht op latere leeftijd een vergrote kans op het ontwikkelen van verschillen hart- en vaatziekten. Echter blijven de gevolgen niet beperkt tot fysieke complicaties. Het kind kan ook psychische en sociale problemen ervaren als gevolg van het (ernstig) overgewicht (Visscher, van Bakel, & Zantinge, 2014; Singh, Mulder, Twisk, van Mechelen , & Chinapaw, 2008).

Door vroegtijdige signalering en effectieve interventies kan dit probleem worden tegengegaan. Dit vraagt echter wel om een aanpak waarbij verschillende instanties, organisaties en disciplines dienen samen te werken. Dit wordt ook wel een multidisciplinaire samenwerking genoemd (Wang & Lobstein, 2006; Singh, Mulder, Twisk, van Mechelen , & Chinapaw, 2008). Het ABC diëtistennetwerk wil hieraan bijdragen door een intensievere (multidisciplinaire) samenwerking met de GGD Breda aan te gaan. Daarnaast wenst zij een

4

Page 6: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

nieuwe samenwerking tot stand te laten komen met de kind- en jeugdartsen en wijkverpleegkundigen van het CJG in Breda (onderdeel van de GGD). Het doel van ABC diëtistennetwerk is om via deze (nieuwe) samenwerking het aantal kinderen met voedingsproblemen en met name overgewicht en obesitas terug te dringen in Breda en omstreken. Hiermee speelt ABC diëtistennetwerk in op een van de grootste maatschappelijke gezondheidsproblemen op dit moment. Daarnaast wordt door de intensievere samenwerking tussen ABC diëtistennetwerk, de GGD en het CJG getracht het aanbod van activiteiten en diensten van ABC diëtistennetwerk voor zowel de GGD als het CJG in Breda uit te breiden, om hiermee de marktpositie van ABC diëtistennetwerk te versterken en haar bekendheid te vergoten.

Om ABC diëtistennetwerk te voorzien van aanbevelingen en adviezen over de best mogelijke (marketing) strategie om de samenwerking te versterken en nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan is er een marktonderzoek uitgevoerd. Dit marktonderzoek heeft in kaarg gebracht waar de behoeftes van kind- en jeugdartsen en wijkverpleegkundigen van het CJG in Breda liggen ten aanzien van de kinder- en jeugd diëtetiek. Daarnaast is er inzicht verkregen in hoeverre de GDD en het CJG in Breda en omstreken doorverwijzen voor individuele dieetbehandelingen of groepsprogramma’s onder begeleiding van een diëtist. Tevens is er onderzocht in hoeverre de kind- en jeugdartsen en wijkverpleegkundigen kennis hebben van de rol en het dienstenaanbod van de diëtist. Er is daarnaast in kaart gebracht in hoeverre de diëtisten van het ABC diëtistennetwerk bekend zijn bij de GGD en het CJG in Breda en hoe deze bekendheid mogelijk vergroot kan worden. Tot slot is door middel van een aanvullende literatuurstudie onderzocht wat de meerwaarde van een diëtist is in een multidisciplinaire setting ten op zichtte van een individuele aanpak. Hierbij is tevens naar literatuur gezocht betreft de profilering van diëtisten(praktijken) in de zorgsector.

Dit onderzoek is opgedeeld in een hoofdvraag en enkele deelvragen. De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt: Welke rol zou ABC diëtistennetwerk kunnen spelen om in de huidige behoeften van de kinderartsen en wijkverpleegkundigen van de CJG Breda te kunnen voorzien?

Aan de hand van de hoofdvraag zijn de volgende deelvragen geformuleerd:

1. Wat weten de kinderartsen en wijkverpleegkundigen op dit moment over de rol van diëtisten en dieetbegeleiding?

2. Wat is de behoefte van de kinderartsen en wijkverpleegkundigen vanuit de CJG ten aanzien van diëtetiek voor kinderen tot en met 18 jaar?

3. In hoeverre en naar welke diëtisten verwijst de CJG Breda kinderen tot en met 18 jaar door?

4. Welke groepsprogramma’s op het gebied van kinderdiëtetiek zijn er al binnen de CJG en wie voert ze uit?

5. Welke communicatiemiddelen zijn het meest geschikt om de contacten te leggen en de bekendheid van het ABC diëtistennetwerk te vergoten?

5

Page 7: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Het onderzoek heeft tot doel om binnen nu en een jaar een intensievere samenwerking met de GGD te bewerkstelligen en een nieuwe (multidisciplinaire) samenwerking aan te gaan met onder andere jeugd- en wijkverpleegkundige van het CJG Breda. Hiermee heeft ABC diëtistennetwerk als doel haar aanbod aan activiteiten en diensten uit te breiden en beter op de wensen en behoefte van de GGD en het CJG aan te laten sluiten, waarmee zij haar marktpositie versterkt en mogelijk meer werkgelegenheid creëert voor de diëtisten van het ABC diëtistennetwerk.

2. Methode

Voor dit onderzoek is een kleinschalig kwalitatief praktijkonderzoek uitgevoerd in de vorm van semigestructureerde interviews en een aanvullende literatuurstudie. De methode is daarom tweeledig en bestaat uit de beschrijving van het literatuuronderzoek en het praktijkonderzoek.

2.1 Literatuuronderzoek Om te achterhalen in hoeverre de diëtist van meerwaarde is binnen een multidisciplinair team bij de aanpak van voedingsproblemen, ten opzichte van een individuele dieetbehandeling, is er een literatuuronderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek geeft in combinatie met literatuur over marketingstrategieën binnen de zorgsector en de profilering van diëtisten(praktijken), het ABC diëtistennetwerk meer inzicht in hoe zij haar bekendheid mogelijk kan vergroten om haar marktpositie in Breda en omstreken te versterken.

Voor het zoeken naar relevante wetenschappelijke literatuur is er onder andere gebruikt gemaakt van de volgende databanken en vakbladen: Google Scholar, Pubmed, Medline, Informatorium voor Voeding en Diëtetiek, Cochrane library, BSL vakbibliotheek (Springerlink), Tijdschrift voor Kindergeneeskunde, Nederlandse Vereniging van Diëtisten en Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg. Daarnaast is er gebruik gemaakt van niet wetenschappelijke literatuur welke afkomstig van de website van de GGD West-Brabant en de website van het ABC diëtistennetwerk. Binnen deze databanken en websites is gezocht met zowel Nederlandse en Engelse zoektermen in verschillende combinaties. De volgende zoektermen zijn gebruikt voor het verzamelen van literatuur: ‘kinderen’, ‘jeugd’, ‘voeding’, ‘overgewicht’, ’obesitas’, ’ernstig overgewicht’, ‘prevalentie’, ‘behandeling’, ‘aanpak/strategie’, ‘marketing’, ‘marketing strategie’, ‘gezondheidszorg’,’ diëtisten’, ‘voedingsprofessional’, ’voedingskundige’, ’diëtistenpraktijk’, ‘voedingsparamedicus’, ‘profilering’, ‘multidisciplinair’, ‘interdisciplinair’, ‘samenwerking’, ‘communicatiemiddelen’, ‘gezondheid bevorderende interventie’ en ‘preventie’.

Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te waarborgen is er enkel literatuur gebruikt van evidentie niveau D of hoger en literatuur van maximaal tien jaar oud. Tevens is gekeken naar de achtergrond van de auteur van de gebruikte bronnen.

2.2 Praktijkonderzoek

6

Page 8: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Voor de uitvoering van het praktijkonderzoek is gebruik gemaakt van een kwalitatieve onderzoeksmethode in de vorm van semigestructureerde interviews. Er is gekozen voor het toepassen van een kwalitatieve onderzoeksmethode omdat dit onderzoek hoofdzakelijk gericht is op het achterhalen van de achterliggende motieven, behoeftes, meningen en gedachten van personen. Deze kunnen onvoldoende worden onderzocht aan de hand van een kwantitatieve methode, bijvoorbeeld door middel van een enquête of vragenlijst.

Mede hierom is er gekozen voor het gebruik van semigestructureerde interviews aan de hand van een vooraf opgestelde topiclijst omdat binnen deze methode van interviewen voldoende ruimte is om door te vragen. Deze structuur biedt daarnaast de mogelijkheid om gedurende de interviews vragen toe te voegen of ze op een ander moment binnen het interview te stellen. Dit heeft bijgedragen aan het behoud van een meer natuurlijk verloop van de interviews.

De projectgroep heeft in totaal drie respondenten geïnterviewd (zie bijlage 1 t/m 3 voor de uitgeschreven interviews). Deze onderzoekspersonen zijn allen medewerkers van de GGD in Breda en omstreken en zijn voorafgaand aan het onderzoek, via de mail benaderd door een contactpersoon binnen de GGD (Ans Borst). Deze contactpersoon heeft op verzoek van de opdrachtgevers zorg gedragen voor het vinden van de juiste personen om de interviews bij af te nemen en het maken van afspraken met deze personen.

Een van de drie interviews is persoonlijk afgenomen. Dit interview heeft plaatsgevonden op de werkplek van de geïnterviewde. Door het interview in een vertrouwde omgeving af te nemen werd getracht een ontspannen sfeer te creëren zodat de setting zo min mogelijk van invloed zou zijn op de antwoorden van de respondent. Bovendien is bij het afnemen van alle interviews getracht zoveel mogelijk open en objectieve vragen te stellen en enkel gebruik te maken van gesloten vragen wanneer dit nodig was zodat ook de vraagstelling van zo min mogelijk invloed zou zijn op de antwoorden van de respondenten. De overige interviews zijn telefonisch afgenomen omdat niet alle respondenten in de gelegenheid waren hier een persoonlijke afspraak voor in te plannen. Alle interviews hebben plaatsgevonden in de maand maart in het voorjaar van 2016.

De interviews zijn afgenomen aan de hand een topiclijst (zie tabel 1). De volledigheid van de topiclijst is getest door voorafgaand aan het onderzoek een test-interview uit te voeren. Aan de hand van het test-interview zijn enkele aanpassingen gemaakt in de topiclijst om deze te optimaliseren. De topiclijst is ontwikkeld aan de hand van de onderzoeksvraag en de bijbehorende deelvragen. Deze waren grotendeels reeds geformuleerd door de opdrachtgevers en de contactpersoon voor de opdracht en zijn in overleg door de projectgroep verder aangepast en aangevuld.

Tabel 1 Topiclijst semigestructureerd interview Topics Trefwoorden CJG/GGD West-Brabant Opdrachtformulering ABC, Haagse Hogeschool,

GGD en CJG West-Brabant, Algemene praktijkervaringen kinderdiëtetiek, Algemene doorverwijzingen diëtist.

Voedingsproblemen en overgewicht Kinderdiëtetiek, Soorten problemen, Prevalentie, Aanpak/Strategie CJG/GGD,

7

Page 9: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Overgewicht, Obesitas, Projecten, Programma’s, Interventies, Preventie voedingsproblematieken, Doorverwijzingen diëtist, (Multidisciplinaire) Behandeling en samenwerkingsverbanden, Ervaring behandeling diëtist, Behoeftes kinderdiëtetiek, Wensen kinderdiëtetiek, Ervaring kinderen, Ervaringen ouders.

Ervaring diëtist Algemeen beeld diëtist, Samenwerking/contact diëtist, Rol diëtist, Werkzaamheden/diensten diëtist, Bekende diëtisten(praktijken) regio Brabant, Ervaring met diëtisten, Contacten diëtisten, Samenwerkingsverbanden diëtisten(praktijken), Preventieve aanpak, Verzorging van programma’s en Interventies.

ABC Diëtistennetwerk Bekendheid met ABC, Cool2bfit Samenwerking ABC, Ervaring ABC, Behoeftes t.a.v. kinderdiëtetiek, Invulling behoeftes Intensievere samenwerking ABC, Communicatiemiddelen.

Binnen de eerste topic werd de reden van het interview aan de geïnterviewde toegelicht en werd verteld hoeveel tijd het interview ongeveer in beslag zou nemen (20 tot 30 minuten). Vervolgens werd gevraagd naar het beroep en de werkzaamheden van de geïnterviewde binnen het CJG of de GGD en algemene ervaringen en indrukken binnen de dagelijkse beroepspraktijk. Er is navraag gedaan naar het gemiddelde aantal doorverwijzingen naar een diëtist en hoe dit over het algemeen ervaren wordt.

In de tweede topic is navraag gedaan over het soort en aantal voedingsproblemen die de respondent tegenkomt binnen het CJG of de GGD. Hierbij is tevens navraag gedaan naar hoe de voedingsproblemen worden aangepakt en of er hiervoor specifieke (individuele of groepsgerichte) programma’s of interventies worden gebruikt. Indien de respondent bekend was met soortgelijke programma’s of interventies werd doorgevraagd naar de ervaring hiermee. Daarnaast is specifiek gevraagd naar de prevalentie van en de ervaring met kinderen met overgewicht dan wel obesitas en hoe deze kinderen worden behandeld. Daarnaast is gevraagd naar het soort samenwerkingsverbanden binnen het CJG/de GGD en in hoeverre deze multidisciplinair is. Binnen de topic is tevens navraag gedaan naar hoe de respondent de behandeling van diëtisten ervaart en hoe kinderen en ouders dit beleven. Tot slot is gevraagd welke behoeftes en wensen en op dit moment spelen binnen de GGD of het CJG met betrekking tot de kinderdiëtetiek en in hoeverre deze reeds worden gedekt/vervult.

Binnen het derde topic werd navraag gedaan naar het algemene beeld van een diëtist, hoe het contact en de samenwerking met diëtisten wordt ervaren en of de geïnterviewde bekend is met de uiteenlopende diensten die diëtisten aanbieden. Tevens werd getracht inzicht te krijgen in hoeverre de geïnterviewde kennis had van de rol en werkzaamheden van een diëtist. Daarnaast is gevraagd met welke diëtisten(praktijken) de GGD en het CJG samenwerken en hoe zij deze samenwerking ervaren. Tevens is binnen deze topic gevraagd

8

Page 10: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

wie op dit moment de programma’s en interventies uitvoert op het gebied van diëtetiek en hoe de respondent hierover denkt.

Tot slot is er in het vierde en laatste topic navraag gedaan naar de bekendheid van ABC diëtistennetwerk binnen de GGD/het CJG. Indien de geïnterviewde bekend was met ABC werd doorgevraagd naar de ervaring wat betreft het contact en de samenwerking met de diëtisten van ABC. Tevens is gevraagd of er op het gebied van kinderdiëtetiek nog behoeftes en/of wensen zijn die ABC zou kunnen vervullen en hoe zij het beste in contact kunnen komen met de juiste personen binnen de GGD/het CJG.

Van twee van de drie interviews zijn geluidsopname gemaakt zodat deze vervolgens op de computer volledig uitgeschreven konden worden. Bij één van de interviews gaf de respondent geen toestemming tot (geluids)opname en zijn er in plaats daarvan schriftelijke aantekeningen gemaakt. Na uitwerking zijn alle interviews geanalyseerd aan de hand van de protocolanalyse, waarbij onder andere gebruik is gemaakt van ordenen, fragmenteren en labelen. Vervolgens zijn de resultaten, verkregen uit de afzonderlijke labelstructuren van alle afgenomen interviews, binnen de projectgroep besproken en gebruikt voor de opstelling van het codeerschema om aan de hand daarvan conclusie te trekken.

9

Page 11: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

3. Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten weergeven die voort zijn gekomen uit zowel het literatuuronderzoek als het praktijkonderzoek. In het literatuuronderzoek zijn de volgende onderwerpen onderzocht: de prevalentie- en incidentiecijfers wat betreft de meest veelvoorkomende voedingsproblemen in de Nederlandse kinderdiëtetiek, manieren van profilering binnen de gezondheidszorg en de meerwaarde van multidisciplinaire samenwerking ten opzichte van individuele werkwijze. Daarnaast zijn de resultaten van het praktijkonderzoek in dit hoofdstuk weergeven. Deze zijn gerangschikt naar topiconderwerp (zie tabel 1).

3.1 Resultaten uit literatuuronderzoekVoor het in kaart brengen van het aantal en soort voedingsproblematieken in Breda en omgeving is gezocht naar relevante prevalentie en incidentiecijfers. Echter, bleken hier weinig tot geen gegevens over bekend. Wel was er informatie beschikbaar op landelijk niveau. Informatie is verzameld met betrekking tot de volgende voedingsproblematieken binnen de kinderdiëtetiek: over- en ondergewicht, voedselallergieën en –intoleranties, en ondervoeding bij kinderen.

Overgewicht en ondergewicht in NederlandOp dit moment heeft in Nederland ruim 14% van de kinderen tot 21 jaar (ernstig) overgewicht. Overgewicht ontstaat vaak tussen het vierde en het zesde levensjaar (de Groot & Bruggink, 2012). Het aantal kinderen met overgewicht is tussen 1980-1997 verdubbeld. Van de jongeren in de leeftijd van 4-12 jaar heeft 3 tot 8% ondergewicht (van Loghum, 2013).

Voedselallergieën en- intoleranties Voedselallergieën en- intoleranties kunnen ervoor zorgen dat kinderen zich aan bepaalde dieetkenmerken moeten te houden. Voedselovergevoeligheid wordt meestal in de kinderjaren ontdekt. Vier tot zes procent van de kinderen heeft een voedselovergevoeligheid. Er zijn weinig gegevens bekend over uitsluitend voedselallergie of intolerantie. Wel komt bij zuigelingen de koemelkallergie het meeste voor. In de eerste levensjaar is de prevalentie hiervan twee tot drie procent (Groot & Gommer, 2014). Meestal zijn de klachten van voorbijgaande aard. Ruim 90 procent ervaart rond het derde levensjaar geen klachten meer. Wel ontwikkelt 25-58 procent van deze kinderen een andere soort voedselallergie dan de koemelkallergie. Hierbij kan gedacht worden aan allergieën voor pinda’s, noten, appels, vis, schaal- en schelpdieren, sesamzaad en kippenei. Bij twee derde van de kinderen verdwijnt de kippeneiallergie rond het 16e levensjaar (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, n.d.).

10

Page 12: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Ondervoeding bij kinderen Uit onderzoek blijkt dat in alle ziekenhuizen in Nederland 19 procent van de opgenomen kinderen acuut of chronisch ondervoed is. Ondervoeding is vaak het gevolg is van een onderliggende ziekte bij kinderen die opgenomen zijn in het ziekenhuis en zorgt ervoor dat kinderen gemiddeld 45 procent langer in het ziekenhuis liggen dan kinderen met een gezond gewicht. Screening op ondervoeding middels een gevalideerd screeningsinstrument is een essentieel onderdeel van een effectieve behandeling voor ondervoeding en is van belang om complicaties ten gevolge van ondervoeding te voorkomen of te beperken (Joosten, Zwart, Hop, & Hulst, 2010). Een minder veel voorkomende reden voor het optreden van ondervoeding is een inadequaat dieet waarbij de algemene dagelijkse hoeveelheden van essentiële voedingsstoffen voor langere tijd niet wordt gehaald (Spanjers & Sigmond, 2013).

3.1.1 profilering binnen de gezondheidszorgBinnen het zorgaanbod is de afgelopen jaren een toename aan uiteenlopende nieuwe soorten diensten en producten op voedingsgebied op de markt gebracht. Des te belangrijker is het dat een diëtist zich onderscheid als dé specialist op gebied van voeding, gezondheid en ziekte. Daarbij is goede profilering essentieel. Onder profileren wordt verstaan dat men onderscheidend is binnen de branche met een duidelijk profiel op een herkenbare plek. Een goede profilering draagt hierdoor bij aan het verwerven van een sterkere markpositie. Profilering is ook van belang als het gaat om multidisciplinaire samenwerking.

Volgens de diëtiste en onderzoekster, Joke van der Kruk is een goede samenwerkingen met verschillende instanties heel erg belangrijk. Met haar onderzoek wilde zij onderzoeken wat de positie is van diëtisten in de behandeling van obesitas. Behoort de positie van een diëtist tot medespeler op het veld of aan de zijlijn? Uit haar onderzoek bleek dat er weinig mensen voor een behandeling komen bij de diëtist. Eén van de verklaringen hiervoor is dat er steeds meer medespelers zijn die zich op dezelfde markt begeven, zoals gewichtsconsulten, sportcoaches, fysiotherapeuten en gezondheidsprofessionals. Hun aanbod is in een aantal gevallen breder en explicieter op het terrein van bewegingsadviezen. Van der Kruk zegt hierover het volgende: ‘’Wij als beroepsgroep moeten nu een positie innemen en bepalen wanneer wij als diëtisten in beeld willen komen. Om te kunnen profileren moet iedereen het erover eens zijn waar wij het over hebben. Hanteren we verschillende benamingen voor hetzelfde fenomeen, dan schept dat verwarring op” (van Loghum, 2013).

Een diëtist zal zich goed kunnen profileren binnen een multidisciplinair team door aan te geven wat zijn of haar specifieke expertise is en waar de overlap met andere disciplines ligt. Wanneer er wordt nagedacht over een duidelijke profilering is het van belang dat in multidisciplinair samenwerkingsverband, alle verschillende disciplines dezelfde visie dragen en goede afspraken maken over bevoegdheden. Wanneer men overgaat op een multidisciplinaire samenwerking wordt er van alle partijen verwacht wijzigen aan te brengen in attitude en mentaliteit. Door partijen bewust te maken van deze wijziging in de manier van werken, bevordert dit de multidisciplinaire samenwerking (van Loghum, 2013).

11

Page 13: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

3.1.2 multidisciplinaire samenwerking ten opzichten van individuele aanpakEen zelfstandig werkend diëtist kan actief zijn op alle terreinen van de gezondheidszorg. Een diëtist kan individueel functioneren als gezondheidsbevorderaar, behandelaar, leefstijlcoach, manager voeding, onderzoeker, voorlichter, productmanager, adviseur etc. De diëtist werkt zowel individueel als in groepsverband. In samenwerkingsverband werken diëtisten in de gezondheidszorg in ziekenhuizen, verpleeginstellingen, geestelijke gezondheidszorg en jeugdhulpverlening. Ook zijn ze actief in de eerstelijns zorg. Het beleid van de overheid is gericht om de eerste lijn te versterken en zo de zorg dichterbij de mensen te organiseren om deze effectiever en efficiënter te maken. Dit leidt er toe dat de eerste lijn steeds groter wordt en hierin steeds meer (nieuwe) samenwerkingsverbanden tot stand komen. Een diëtist maakt als medebehandelaar in de tweede lijn deel uit van het behandelteam. De diëtist positioneert zich in een samenwerking als ‘de specialist op het terrein van voeding en gezondheid’ (Liesbeth Schuijs , 2013).

In de zorgsector is het van belang om de zorgvraag van de patiënt zo goed en volledig mogelijk te beantwoorden (Ruth Hammerburg, 2014). Wanneer disciplines beter met elkaar communiceren en samenwerken, kunnen veel gezondheidsproblemen mogelijk worden teruggedrongen. Echter, heeft elke discipline zijn eigen vakjargon, wat kan zorgen voor minder goede communicatie. Multidisciplinair samenwerken is een middel om de kwaliteit van leven van de patiënten te verbeteren. Over het algemeen kan gesteld worden: hoe nauwer de samenwerking tussen verschillende disciplines, hoe beter er wordt voorzien in de zorgvraag van de patiënt. Ondanks dat de zorgvraag van de patiënt beter beantwoordt wordt, zijn er een aantal barrières die het multidisciplinaire samenwerken kunnen vermoeilijken zoals onvoldoende financiële middelen, uiteenlopende visies en meningen. Bovendien kent ieder bedrijf zijn eigen bedrijfscultuur met elk zijn eigen doelen en prioriteiten (Giannoula Tsakitzidis, 2008).

In de praktijk blijkt dat in multidisciplinaire samenwerkingsverbanden voornamelijk de huisartsen, eerstelijnspsychologen en fysiotherapeuten in aantal het sterkst vertegenwoordigd zijn (J. Hansen, 2010). De verloskundigen, logopedisten, diëtisten en ergotherapeuten kunnen uiteraard ook in deze verbanden betrokken zijn. Kortom, een multidisciplinaire samenwerking kent vele voordelen en is sterk in ontwikkeling. Dit geldt voor zowel de zorgverlener als zorgontvanger(P.J.A. Stam, 2006). Aandachtspunten bij het aangaan van een multidisciplinair samenwerkingsverband zijn:

- Korte communicatielijnen en een betere afstemming tussen zorgverleners- Voldoende tijd en aandacht voor de zorggebruiker- Kansen voor interventie programma’s afstemmen op de zorgvraag en doelgroep- Het verlenen van betere service en zorgproducten (J. Hansen, 2010).

3.2 Resultaten uit interviewsDe resultaten zijn zoals eerder vermeld weergegeven naar de onderwerpen uit de topiclijst, in de volgende volgorde: het CJG/de GGD, voedingsproblemen en overgewicht, ervaring diëtist en ABC Diëtistennetwerk.

12

Page 14: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Het CJG/de GGD West-BrabantAlle geïnterviewde personen zijn werkzaam binnen de GGD West-Brabant. De twee respondenten die werkzaam zijn bij de GGD werken beide als kinderarts op het consultatiebureau en zijn dus gespecialiseerd in de leeftijdsgroep van 0-4. De respondent die werkzaam is bij het CJG is gezondheidsbevorderaar en werkt met kinderen tot 21 jaar. De kinderartsen die werkzaam zijn bij de GGD geven aan in de praktijk veel al te maken hebben met kinderen met voedselallergieën, moeilijke eters en kinderen met overgewicht. Aangezien de gezondheidsbevorderaar niet bevoegd is om door te verwijzen, is alleen navraag gedaan naar doorverwijzingen bij beide kinderartsen. Een van de kinderartsen geeft aan dat zij slechte enkele keren per jaar doorverwijst en dit eigenlijk alleen doet als de ouders van het kind een steuntje in de rug nodig bij de aanpak van het voedingsprobleem. De andere kinderarts geeft aan vaker door te verwijzen naar de diëtist. Zij wijst vooral kinderen door die te kampen hebben met (ernstig) overgewicht.

Voedingsproblemen en overgewichtBinnen deze topic is specifieker navraag gedaan naar het aantal en soort voedingsproblemen. Hierop aansluitend is gevraagd in hoeverre er individuele- of groepsprogramma’s binnen het CJG en de GGD worden uitgevoerd. Daarnaast is gevraagd hoe de aanpak van voedingsproblemen in de praktijk verloopt en of deze individueel of multidisciplinair worden benaderd. Tot slot is gevraagd welke behoeftes en wensen er op dit moment zijn op het gebied van kinderdiëtetiek.

Respondent 1 geeft aan met name kinderen tegen te komen die te maken hebben met overgewicht en merkt hierin een toename rond de winterperiode. Respondent 2, die ook werkzaam is binnen de leeftijdscategorie van nul tot vier jaar, zegt dat (ernstig) overgewicht een veel voorkomend gezondheidsprobleem is. De derde respondent geeft echter aan dat het aantal kinderen in de gemeente Breda met (ernstig) overgewicht de afgelopen tijd vrij stabiel is gebleven. Naast overgewicht wordt door respondent 2 ook aangegeven dat er behandelingen gegeven worden bij voedselallergie en moeilijke eters.

Aan alle respondenten is vervolgens gevraagd welke specifieke (groeps)programma’s er binnen het CJG en de GGD bestaan op het gebied van kinderdiëtetiek. De eerste respondent laat weten op de hoogte te zijn van het peuter-powerproject. Het project is gericht op de bewustwording van gezondheid (voeding en beweging) onder peuter en hun ouders. Binnen dit project wordt niet alleen gebruik gemaakt van individuele contactmomenten tussen de zorgverleners en de peuters en hun ouders maar ook tussen ouders en peuters onderling tijdens verschillende groepsactiviteiten. Respondent 2 geeft tijdens het interview aan niet bekend te zijn met het huidige programma-aanbod van de GGD. Wel geeft zij aan dat ze van mening is dat kinderen uit de randgemeenten en omliggende dorpen van Breda onvoldoende worden betrokken bij de programma’s uit de stad. Respondent 3 zegt op dit moment bekend te zijn met een programma dat het drinken van water bevorderd onder jongeren maar verteld dat hier weinig animo voor is. Binnenkort vind er echter een overleg plaats waarin besproken zal worden hoe dit project opnieuw opgepakt en uitgevoerd kan worden. Tevens geeft zij aan te weten dat alle kinderen in de

13

Page 15: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

basisschoolleeftijd om de vier jaar door de GGD worden opgeroepen voor een onderzoek naar de algehele gezondheid van het kind. Daarnaast is aan alle respondenten gevraagd of zij bij de aanpak van gezondheidsproblemen veelal individueel werken of meer multidisciplinair. Twee van de drie respondent gaven aan dat er regelmatig multidisciplinair wordt gewerkt om gezondheidsproblemen terug te dringen. Alle respondenten gaven aan dat ze behoeften hebben aan een intensievere samenwerking met andere disciplines, zo ook op het gebied van diëtetiek.

Ervaring diëtistBinnen deze topic is navraag gedaan naar het algemene beeld van de diëtist, en de ervaring met de samenwerking/contact met een diëtist. Daarnaast is gevraagd naar de huidige samenwerkingsverbanden met diëtisten (praktijken), en naar wie bij voorkeur wordt doorverwezen.

Respondent 2 geeft aan wel bekend te zijn met de algemene rol van een diëtist maar niet goed te weten specifieke werkzaamheden een diëtist uitvoert. Ook geeft zij aan niet goed te weten welke diëtisten gespecialiseerd zijn in bepaalde ziektebeelden of doelgroepen. Een wens van respondent 1 is dat diëtisten meer gaan inspelen op de bewustwording van ouders wat betreft gezonde voeding en voldoende beweging, door bijvoorbeeld lijsten mee te geven waarop voedingsmiddelen met hun voedingswaarden worden vermeld en toegelicht. Respondent 2 geeft aan dat er behoefte is aan een intensievere en meer persoonlijke communicatie tussen verschillende disciplines, zodat het werk beter op elkaar afgestemd kan worden. Geen van de respondenten geeft aan vaste samenwerkingsverbanden te hebben met diëtisten(praktijken) en/of advies aan ouders en kinderen te geven over een gespecialiseerde diëtisten bij bepaalde voedingsproblematieken of doelgroepen.

ABC DiëtistennetwerkTwee van de drie respondenten geven aan bekend te zijn met het ABC diëtistennetwerk echter zeggen zij geen van allen (werk)ervaring te hebben met de diëtisten van dit netwerk of kennis te hebben van het eerder door ABC uitgevoerde ‘Cool2bfit’ programma. Zowel respondent 2 als 3 geven aan dat de voorkeur uitgaat naar persoonlijk contact, in de vorm van een face-to-face gesprek wanneer ABC zou besluiten om hen te benaderen. Respondent 1 geeft aan dat contact het beste telefonisch kan plaatsvinden of door middel van een email.

14

Page 16: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

4. Conclusie Kennis over de rol en diensten diëtistDiëtisten spelen, als onderdeel van een geïntegreerd interdisciplinair team, een belangrijke rol binnen een effectief gezondheidsbeleid om gezondheidsverschillen verder te verkleinen. De diëtist(e) is als paramedicus gespecialiseerd in problemen op het gebied van voeding en beoordeelt, diagnosticeert en behandeld deze op basis van de huidige wetenschappelijke kennis. De diëtist(e) is an ook dé aangewezen persoon om deze voedingsgerelateerde wetenschappelijke kennis te vertalen in begrijpelijke, veilig en vooral praktische informatie over voeding waardoor mensen in staat worden gesteld om hier passende leefstijl- en voedingskeuzes in te maken (Hampl, Anderson, & Mullis, 2012; European Federation of the associations of dietitians, 2012).

Echter heeft de diëtist nog meer taken. Andere taken van een diëtist binnen de zorgsector kunnen variëren van voedingskundige en onderzoeker binnen de zorgsector of het bedrijfsleven tot docent in het onderwijs of gezondheidsbevorderaar in de preventieve sector. Met onder andere kennis van voeding, diëtetiek, voedingsepidemiologie, pathofysiologie, onderwijstechnieken en (sociale) marketing zijn diëtisten van meerwaarde binnen multidisciplinaire teams en bij onderzoek naar gezondheidsbevorderende interventies en de ontwikkeling en implementatie hiervan (Former-Boon, 2015).

Er zijn twee manieren waarop mensen terecht kunnen komen bij een diëtist. Dit kan zijn via een doorverwijzing van medicus of rechtstreeks. Wanneer de medicus onvoldoende kennis heeft van de rol van een diëtist of wanneer zij van meer waarden kan zijn bij een behandeling kan dit een negatief effect hebben op het aantal doorverwijzingen en daarmee op de werkgelegenheid. Uit de interviews komt naar voren dat twee van de drie respondenten vinden dat zij over voldoende kennis beschikken als het aankomt op de rol van een diëtist. Echter, geven zij aan geen inzicht te hebben in diëtisten de omgeving van Breda die zich hebben gespecialiseerd in bepaalde voedingsproblematieken en/of doelgroepen. Ook wordt er door 1 respondent weinig doorverwezen. Wanneer er doorverwezen wordt door respondent 1 is dit hoofdzakelijk bij (ernstig) overgewicht. Zoals hierboven wordt omschreven is er geen inzicht in specialisaties van diëtisten in de omgeving van Breda, waardoor ouders worden aangewezen om de diëtist te benaderen, zonder kennis of deze diëtist het meest geschikt is voor de zorgvraag van hun kind.

Behoeften kinderartsen kinderdiëtetiek

Groepsprogramma’s De multidisciplinariteit van samenwerkingen verwijst naar de vraag tussen welke disciplines een samenwerking plaatsvindt. Hierbij gaat het ook om de vraag hoe de samenwerking is georganiseerd en waarop deze zich richt. Een belangrijk leidraad voor multidisciplinariteit is de inhoud waarop de samenwerking zich richt. In de praktijk blijkt dat in multidisciplinaire samenwerkingsverbanden voornamelijk de huisartsen, eerstelijnspsychologen en fysiotherapeuten in aantal het sterkst vertegenwoordigd zijn (J. Hansen, 2010). De verloskundigen, logopedisten, diëtisten en ergotherapeuten kunnen ook in deze verbanden betrokken zijn. Een multidisciplinaire samenwerking kent vele voordelen en is sterk in

15

Page 17: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

ontwikkeling. Dit geldt voor zowel de zorgverlener als zorgontvanger. Uit het praktijkonderzoek is gebleken dat er wel wat samenwerkingen zijn binnen projecten omtrent de gezondheid van kinderen. Respondent 1 heeft aangegeven dat er een peuterpowerproject gaande is voor peuters met overgewicht. Dit project wordt begeleid door wijkverpleegkundigen, fysiotherapeuten en diëtisten. Het doel van dit project is het eten en bewegen bij kinderen centraal te stellen. Ook wordt het project uitgevoerd om bij kinderen gezondere gewoontes te creëren. Vanuit de literatuur is gebleken dat de communicatie een knelpunt kan zijn binnen multidisciplinair samenwerking. Respondent 2 heeft aangegeven dat er programma’s zijn waar weinig informatie tot beschikking is. Informatieverstrekking is ook een vorm van communicatie. Er kan worden gesteld dat de communicatie volgens respondent 2 niet toereikend is.

Geschikte communicatiemiddelenDe zorg in Nederland is volop in ontwikkeling. Ook binnen de diëtetiek is dat te merken. Als medewerker in de gezondheidszorg wordt er in een teamverband gewerkt binnen een organisatie. De nadruk wordt niet alleen gelegd op de cliënt zelf, maar ook op de organisatorische taken en taken naar collega’s en stagiaires. Zo sluit het werk van elke medewerker op het werk van een anderen, en dat vraagt om een goede samenwerking en afstemming van taken. Een diëtist zal zich goed kunnen profileren bij de andere leden van de gezondheidszorg en aangeven wat zijn/haar specifieke expertise is en waar de overlap met andere disciplines ligt. Veel hangt af van goede afspraken over bevoegdheden: wie wat doet en wanneer. Soms vraagt het bij de verschillende disciplines wijzigingen in attitude en mentaliteit. Door te onderkennen en bewust worden van deze problematiek en training in het interdisciplinaire samenwerken is het nodig om tot een goed resultaat te komen (van Loghum, 2013). Volgens de diëtiste en onderzoekster Joke van der Kruk - lid van het lectoraat Transparante Zorgverlening - is een goede samenwerkingen met verschillende instanties heel erg belangrijk. Met haar onderzoek wilde zij onderzoeken wat de positie is van de diëtisten in de behandeling van obesitas. Behoort de positie van een diëtist tot een medespeler op het veld of aan de zijlijn? Uit haar onderzoek bleek dat er weinig mensen voor een behandeling komen bij de diëtist. Eén van de verklaringen hierop is dat er steeds meer medespelers zijn die zich op dezelfde markt begeven, zoals gewichtsconsulten, sportcoaches, fysiotherapeuten en gezondheidsprofessionals. Hun aanbod is in een aantal gevallen breder en explicieter op het terrein van bewegingsadviezen. Hierdoor kunnen diëtisten dus niet goed profileren binnen de gezondheidszorg. Joke: ‘Wij als beroepsgroep moeten nu een positie innemen en bepalen wanneer wij als diëtisten in beeld willen komen . Om te kunnen profileren moet iedereen het erover eens zijn waar wij het over hebben. Hanteren we verschillende benamingen voor hetzelfde fenomeen, dan schept dat verwarring op” (van Loghum, 2013). Door met alle leden binnen de gezondheidszorg van kennis uit te wisselen, treedt er een kruisbestuiving op wat voor alle partijen een win-winacties is.

16

Page 18: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

5. Discussie In dit onderzoek is onder andere gebruik gemaakt van een kwalitatieve onderzoeksmethode in de vorm van semigestructureerde interviews. Voorafgaand aan het onderzoek is er met de opdrachtgever, Agnes van Hulten, besproken dat de personen die geïnterviewd zouden gaan worden via een contactpersoon van het ABC diëtistennetwerk benaderd zouden worden. De gegeven reden hiervoor was dat deze contactpersoon, die al bekend is bij het CJG, sneller en efficiënter de juiste personen kon benaderen. Hiervan uitgaande is getracht om vijf personen te rekruteren voor het afnemen van interviews. In de praktijk bleek het echter niet haalbaar te zijn om vijf respondenten te werven. De gegeven oorzaak hiervan, volgens de contactpersoon, was de lage respons op haar interne mail oproep binnen het CJG aan alle kinder- en jeugdartsen en wijkverpleegkundigen. Als gevolg hiervan zijn er drie interviews afgenomen in plaats van de gewenste vijf interviews.

Doordat sommige respondenten geen tijd hadden voor een persoonlijk, face-to-face gesprek hebben twee van de drie interviews noodzakelijk telefonisch plaatsgevonden. Dit heeft mogelijk afbreuk gedaan aan de kwaliteit, gezien de omstandigheden tijdens de afname van een interview van invloed zijn op de antwoorden van een respondent. Zo spelen onder andere de plek en de tijd van afname een belangrijke rol tijdens een interview. Een gestandaardiseerde, neutrale en rustige omgeving kan andere antwoorden opleveren dan een drukke en stressvolle omgeving. Zo kan de respondent die aan het eind van een drukke werkdag geïnterviewd wordt kortere antwoorden geven op de vragen, dan een respondent die vroeg in de ochtend geïnterviewd wordt. De situatie is hierdoor niet voor alle respondenten gestandaardiseerd. Verder heeft het afnemen van telefonische interviews invloed op de betrouwbaarheid van de uitkomsten van het onderzoek. Dit komt onder andere doordat de non- verbale communicatie zoals gezichtsuitdrukking en lichaamshouding tijdens het interview niet meegenomen kunnen worden. Doordat personen voor de interviews werden geworven door een contactpersoon binnen de GGD Breda, is er geen mogelijkheid geweest om zelf contact te zoeken met de respondenten. Dit zorgde ervoor dat het onderzoek afhankelijk was van derden, waarbij er de onderzoeker geen directe actie kon uitzetten, om meer respondenten te werven. Hier is bewust voor gekozen door de opdrachtgever, zodat de onderzoekers de respondenten niet kunnen overbelasten met emailcontact en andere communicatiemiddel. Hierdoor heeft de opdrachtgever nog een ingang, om contact te zoeken met de respondenten in de toekomst.

Dit onderzoek heeft in een tijdsbestek van tien weken plaatsgevonden. Dit is een relatief kort tijdsbestek om een kwalitatief onderzoek in uit te voeren. De korte onderzoeksperiode in combinatie met de lage respons op de interne oproep van de contactpersoon binnen de GGD heeft geleidt tot een versoepeling van de selectiecriteria voor mogelijke respondenten waardoor nog één extra persoon gerekruteerd kon worden. Er zijn namelijk niet alleen kinderartsen geïnterviewd maar ook een gezondheidsbevorderaar van de GGD in Breda. De genomen steekproef bestond hierdoor niet volledig uit de beoogde doelgroep. Dit heeft mogelijk de resultaten van het onderzoek vertekent omdat de gezondheidsbevorderaar wellicht andere behoeftes heeft op het gebied van (kinder)diëtetiek dan de kinderartsen en wijkverpleegkundigen. Een vertekening van de onderzoeksresultaten zorgt ervoor dat het onderzoek in mindere mate gegeneraliseerd kan worden naar de totale doelgroep omdat het de betrouwbaarheid van het onderzoek aantast.

17

Page 19: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Doordat er respons werd verwacht van verschillende disciplines, is de topiclist gemaakt met verschillende topics voor elke disciplines. Echter zijn niet alle disciplines geïnterviewd, waardoor het codeerschema onvolledig is. Indien vooraf bekend was welke disciplines geïnterviewd kunnen worden, had de topiclist specifiek gemaakt kunnen worden voor de doelgroep(en). Hierdoor had het interview specifieker geweest.

Tot slot is voor de uitvoering van dit onderzoek is weinig wetenschappelijke literatuur gebruikt, gezien de meeste deelvragen en de uiteindelijke hoofdvraag beantwoord diende te woorden aan de hand van het praktijkonderzoek: de semigestructureerd interviews. Er is echter wel aanvullend literatuuronderzoek uitgevoerd naar een multidisciplinaire samenwerking ten opzichte van een individuele benadering binnen de gezondheidszorg en de profilering van diëtisten(praktijken) binnen de zorgsector. Hiermee is getracht de bevindingen uit het praktijkonderzoek verder te onderbouwen. Dit is gedaan om de uiteindelijke aanbevelingen en adviezen (deels) vanuit de wetenschap te beredeneren waardoor de onderzoeksresultaten mogelijk in betrouwbaarheid toenemen.

De vraag van de opdrachtgever was om aanbevelingen te ontvangen over de best mogelijke aanpak/strategie vanuit het ABC Diëtistennetwerk om aan te sluiten op de behoeftes van de kinderartsen en wijkverpleegkundigen van het CJG en de GGD. Echter heeft de afgelopen periode onvoldoende specifieke informatie opgeleverd om uitgebreide aanbevelingen te kunnen doen die aansluiten op de huidige behoeften van de kinderartsen en wijkverpleegkundigen. Dit onderzoeksrapport omvat hierom ook alleen algemene, globale adviezen. Een langere onderzoeksperiode en een andere wervingsmethode zal mogelijk meer respondenten opleveren, wat mogelijk leidt tot meer resultaat en sterkere aanbevelingen. Daarnaast valt het aan te bevelen om in een volgend onderzoek, voorafgaand aan de onderzoeksperiode (een deel van) de respondenten te werven zodat het maken van afspraken en het afnemen van interviews soepeler verloopt en minder tijdrovend is.

18

Page 20: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

6. Aanbevelingen

Naar aanleiding van de opdracht van ABC- diëtistennetwerk is er een marktonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is verricht om inzicht te verkrijgen over de best mogelijke aanpak en de beste strategie vanuit ABC om aan te sluiten op de behoeftes van de kinderartsen en wijkverpleegkundigen van de GGD Breda.

Uit het onderzoek zijn de volgende aanbevelingen naar voren gekomen:

1) Meer bekendheid van ABC diëtistennetwerk genereren onder de werknemers van de GGD en het CJG.

Uit het onderzoek komt naar voren dat ABC diëtistennetwerk niet voldoende bekendheid heeft onder de werknemers van de GGD en het CJG. Bekendheid kan gegenereerd worden door brochures, affiches en visitekaartjes te verspreiden bij de kinderartsen en wijkverpleegkundigen van de GGD en het CJG. Belangrijk hierbij is dat er duidelijk vermeld wordt welke specialisaties de diëtisten hebben en wat zij kunnen betekenen voor de GGD en het CJG. Een andere mogelijkheid om de bekendheid te genereren is het aanpassen van de communicatiestrategieën. Een mogelijkheid is om de GGD telefonisch te benaderen, gezien het feit dat de respondenten hebben aangegeven dat een persoonlijke communicatiestrategie prettiger werkt.

2) Profilering door een duidelijke omschrijving op te stellen voor andere professionals over het aanbod van de diensten van ABC en de specialisaties op het gebied van (kinder-)diëtetiek.

De respondenten hebben aangegeven dat zij eerder hebben samengewerkt met een diëtist. Deze samenwerkingen hebben een positieve indruk achter gelaten. Echter, hebben de respondenten wel medegedeeld dat een diëtist zich meer dient te profileren binnen de gezondheidszorg. In hoeverre een diëtist beschikt over specialisaties is dus een punt van aandacht. Andere disciplines dienen hiervan op de hoogte te zijn. Door aan te tonen welke specialisaties elke diëtist ter beschikking heeft, is het voor disciplines binnen de gezondheidszorg makkelijker om de diëtisten van het ABC- diëtistennetwerk te benaderen voor bepaalde ziektebeelden die betrekking hebben op kinderen. Een optie hiervoor is het ontwerpen van communicatiemiddelen waarop duidelijk de specialisaties van de diëtist vermeld staan

3) Organiseren van intern teamoverleg of brainstormsessie met verschillende teamleiders/afdelingshoofden binnen het CJG om op een persoonlijke manier verder te inventariseren waar behoeften t.a.v. (kinder-)diëtetiek) liggen.

19

Page 21: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Een teamoverleg met teamleiders binnen het CJG kan het netwerk doen vergroten. Tijdens het teamoverleg en de brainstormsessie dient er samen gekeken te worden waar de behoeften van (kinder-) diëtetiek liggen. Uitgaand van de behoeften kan de diëtist inspelen op deze behoeften door het opstellen van een behandelplan of activiteitenplan.

Middels vergaderingen kan er telefonisch contact worden opgenomen met de teamleiders van het CJG. Dit kan ook een bijdrage leveren aan het verbreden van de netwerken binnen de gezondheidzorg. Dit kan resulteren in meer samenwerkingen.

4) Inspelen op de behoefte om de uitvoering van programma's breder te trekken door omliggende dorpen en randgemeenten actief te betrekken bij de opzet en uitvoering van (nieuwe) programma's.

Tijdens het interview hebben de respondenten aangegeven dat er projecten worden georganiseerd, waaronder het Peuterpower project en een drinkwaterproject. Verschillende disciplines kunnen hier aan deelnemen. Helaas ontbreekt bij veel projecten en bijeenkomsten de aanwezigheid van diëtisten wegens de tijd die zij niet vrijmaken. Aanbevolen wordt om actief mee te doen met projecten en bijeenkomsten die worden gegeven. Hierdoor kunnen diëtisten hun netwerk verbreden en bekendheid genereren. Zoals één van de respondenten heeft aangegeven kost dit in het begin moeite en tijd, maar uiteindelijk zal dit veel opleveren.

5) Betrokken raken bij de organisatie JOGG die binnenkort weer bijeenkomt om het drinkwater project te bevorderen waarbij diëtisten van ABC van belang kunnen zijn.

Momenteel is er een drinkwaterproject gaande. Het doel van dit project is om het drinken van water te bevorderen bij kinderen en ouders. Dit project kan een gelegenheid bieden voor ABC- diëtisten om hun netwerk te verbreden binnen de gezondheidszorg. Aanbevolen wordt om de ABC- diëtisten moeten hun netwerken verbreden door actief deel te nemen aan bijeenkomsten en projecten. Dit kan uiteindelijk een bijdrage leveren aan de profilering van de diëtisten. De respondenten hebben aangegeven dat de diëtisten meer aandacht moeten besteden aan de manier waarop zij hun diensten kunnen aanbieden. De diëtisten moeten duidelijk aangegeven wat aan te bieden is en hoe ze kunnen inspelen op eventuele projecten.

20

Page 22: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

7. Literatuur

1) S. Singh, C. Mulder, J. Twisk, W. van Mechelen en M. Chinapaw. Tracking of chilhood overweight into aldulthood: a systematic review of the literature.

2) Y. Wang en T. Lobstein. Worldwide trends in childhood overweight and obesity. International trends in childhood overweight and obesity. International Journal of Pediatric Obesity, volume 1, Issue 1, 2006.

3) Spanjers. J. H. M., Sigmond. M. Ondervoeding bij kinderen. Informatiorium Voeding en Dietetiek. 2012.

4) Verberne. L. D. M., Koppes. L. L. J. Zorg door de dietist- patientenkenmerken. Nivel: 2016

21

Page 23: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Bijlage 1: interview 1 Interview kinderartsAfgenomen door: Manon Tijs

Algemene gegevensNaam: AnoukLeeftijd: onbekend Geslacht: vrouwWerkzaam als: jeugdarts 0 – 4 jaar GGD/Consultatiebureau Overige: wil geen achternaam en leeftijd vermeldenWijze van afname: telefonisch interviewPlaats en datum van afname: Breda, 16 – 3 – 2016

Manon: Goedemorgen, Ik ben Manon Tijs en studeer aan de Haagse Hogeschool en werk samen met Agnes van Hulten (ABC diëtistennetwerk) voor een project in samenwerking met de GGD te Breda. Ik heb gehoord dat u graag wilt meewerken aan ons onderzoek. Mag ik een aantal vragen stellen?

Anouk: Ja, dat kan.

Eerst wil ik een aantal algemene gegevens van u weten. Ook wil ik erbij zeggen dat het interview ongeveer 20-30 minuten duurt.

(algemene gegevens worden doorgenomen). Leeftijd en achternaam vind ik niet relevant dat jullie dat weten.

Prima, u mag uiteraard zelf aangeven wat u wel en niet wilt vertellen.

Bent u bekend met ABC diëtisten netwerk of met hun projecten?

Ik heb wel eens gehoord van ABC tijdens een cursusdag. Ik weet dat ze bestaan uit een hoop zelfstandigen diëtisten, die samen communiceren. Het zijn subdisciplines.

Hoe kan ABC diëtistennetwerk inspelen op de behoeften van kinderartsen?

Door een intensievere samenwerking met het consultatiebureau. Ik heb zelf geen contact met

diëtisten. Vaak heeft de diëtist overleg met de verpleegkundigen en niet met de artsen.

De wens is vooral gericht op overgewicht. Een wens is dat de diëtist, de ouders bewust maken van de voedingswaarden van producten. Hoeveel kcal bevat een glas drinken? Wat levert beweging op? Zo kunnen de ouders zelf aan de slag. Gelieve geen rijtjes met voedingsmiddelen. Eerder de ouders bewust maken.

Waar worden kinderen meestal voor doorverwezen naar een diëtist?

Kinderen worden vaak doorverwezen voor overgewicht en zelden voor ondergewicht.

22

Page 24: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Hoe kan ABC dietistennetwerk het beste contact opnemen met kinderartsen en welke communicatiemiddelen kunnen zij het best inzetten om jullie te bereiken?Contact kan gelegd worden via de staff hoofd verpleegkundigen of een stafarts. Hoe zou dit contact het beste plaats kunnen vinden?Maakt niet zoveel uit. Ik denk het beste per telefoon of email via de staff verpleegkundige.

Hoe is de huidige samenwerking met de diëtisten binnen het consultatiebureau?Het consultatiebureau werkt samen met de volgende disciplines: fysio, huisarts, kinderarts en oogarts en het meeste contact vindt plaats met de logopedisten. Dit wordt gedaan via overleg. Af en toe onderling contact, maar verder via verwijsbrieven.

Welke projecten van diëtisten zijn bekend bij u?Het peuter-powerproject voor kinderen met overgewicht wordt begeleidt door wijkverpleegkundigen, fysiotherapeuten en diëtisten. Het doel van het project is om kinderen en ouders bewust te maken van beweging en voeding. Er wordt begeleiding aangeboden om andere gewoontes te creëren. Het is een intensief project met veel contactmomenten. Wekelijks is er gym en fysiotherapie voor peuters en persoonlijke begeleiding voor peuters en ouders.

Hoe hebben de kinderen het peuter-powerproject ervaren?Na een jaar heeft er een terugkoppeling plaatsgevonden van het peuterpowerproject. Ik heb gehoord dat het goed werkt. Sommige kinderen hadden na het stoppen van het project een stijging in het gewicht. Dit geld niet voor alle kinderen. Deze terugval is vaak te wijden aan een lage SES verwacht ik. Ik heb gehoord dat mijn collega’s tevreden zijn met de samenwerking met de diëtisten. De rol van de diëtisten bij dit project was streven naar bewustwording van voeding bij ouders en peuters.

Merkt u stijging van overgewicht bij kinderen?

Ja, het ging een tijdje beter, maar momenteel door winterperiode zie ik weer meer overgewicht.

Mensen gaan minder naar buiten in de winter en hebben meer tijd om te eten. Ook is dit terug te

zien in de groeicurve van de kinderen.

23

Page 25: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Bijlage 2: interview 2Interview kinderarts Afgenomen door: Sophie van ’t Hoff

Algemene gegevensNaam: Vera Ambadiang – BuijsLeeftijd: onbekend Geslacht: vrouwWerkzaam als: jeugdarts 0 – 4 jaar GGD/Consultatiebureau Overige: geenWijze van afname: telefonisch Plaats en datum van afname: Dordrecht, 18 – 3 – 2016

Sophie “Goedemorgen, u spreekt met Sophie van ’t Hoff van de Haagse Hogeschool. Ik heb begrepen dat ik u vandaag mocht bellen voor het afnemen van een interview en ik vroeg me af of het nu even schikt?”Vera “ Ja, dat is prima”

“Dat is fijn. Ik heb via mijn projectgenoot begrepen dat u werkzaam bent als jeugdarts bij de GGD in Breda, klopt dat?”“Ja, ik ben inderdaad werkzaam als jeugdarts bij de GGD in Breda.”

“Dan zou ik u graag wat vragen willen stellen over u ervaringen met voedingsproblemen in de praktijk en de samenwerking met diëtisten. Wij hebben via school namelijk een opdracht gekregen. Deze opdracht voeren wij uit voor ABC diëtistennetwerk. De diëtisten die hier werken zijn onder andere actief in Breda en vragen zich momenteel af hoe zij een intensievere samenwerking kunnen krijgen met de GGD en het CJG in Brabant”. Ik zou dus graag willen weten waar op dit moment uw behoeftes liggen op het gebied van diëtetiek en welke rol ABC zou kunnen vervullen wanneer zij wil inspelen op deze behoeftes”. Ik wil u dan ook graag als eerste vragen welke voedingsproblemen u het meest tegenkomt in de praktijk en wat er speelt onder de huidige jeugd.”

“Nou werk ik voornamelijk op het consultatiebureau met kinderen van 0 tot 4 jaar. Wat we dan het meest tegenkomen zijn bij de kleintjes vooral een koemelk-eiwitallergie of het eventueel het vermoeden van een andere voedselallergie. Vaak is het zo dat er dan niks aan de hand is maar dat ouders daar toch bang voor zijn. Als er een vermoeden is een bijvoorbeeld een koemelk-eiwitallergie en moeder geeft borstvoeding dan sturen we nog wel eens door naar een diëtist. Om de moeder te laten begeleiden met haar dieet. Wat we ook tegenkomen bij de kleintjes is overgewicht. Vanaf het tweede levensjaar kijken we hiernaar. Meestal ligt het voornamelijk aan de voeding en kunnen wij zelf toch wel redelijk wat stappen met ouders ondernemen maar soms is een diëtist daarbij ook wel prettig. Daarnaast zien we ook de “moeilijke eter”, waarbij we vooral op moeten letten op of ze wel voldoende binnen krijgen. Dan adviseur ik de ouders ook nog wel eens om langs een diëtist te gaan. Als het kind heel weinig eet, of juist heel veel maar vooral als er te weinig gegeten wordt de ouders te begeleiden en te kijken of het kind per dag wel voldoende binnenkrijgt maar ook hoe je de voeding het beste kan aanbieden, dat soort dingen.”

24

Page 26: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

“Dus u komt voornamelijk kinderen met voedselallergieën tegen of kinderen waarvan de ouders denken dat hun kind een voedselallergie heeft, kinderen met overgewicht en moeilijke eters. Kunt u mij een inschatting geven van het aantal kinderen dat u doorverwijst naar een diëtist?”“Dat zijn er niet zo heel veel, maar één of twee per jaar. Soms staat het kind al bij een diëtist onder behandeling, bijvoorbeeld via de huisarts. Ikzelf adviseer het mensen liever eerder dan dat ik ze direct doorverwijs. Dan kunnen ze altijd nog kijken of ze echt doorverwezen willen worden. Soms hebben we nog wat andere opties, net als bij de moeilijke eters. We zien hier vaak dat het ligt aan het gedrag of de techniek van het eten. Dan bespreken we met de ouders meerdere opties zoals een logopedist of gedragsbegeleiding.”

“Dus als ik het goed begrijp is de begeleiding wel vaak in een multidisciplinaire setting?”“Ja, precies”

“U gaf al aan dat u zelf niet veel doorverwijst naar een diëtist maar dit eerder adviseert. Kunt u mij een inschatting geven van het aantal kinderen dat, naar aanleiding van uw advies uiteindelijk ook echt naar een diëtist gaat.”“Geen idee maar het dus ook niet altijd perse nodig. Wanneer ik ouders de overweging geef is het echt aan hun om daar wel of niet iets mee te doen.”

“kunt u mij dan vertellen wanneer u het zelf wel echt nodig vind dat er een diëtist bij komt kijken?”“Ja, dat ik echt een verwijsbrief maak is vooral als ik het idee heb dat de ouders het zelf niet oppakken. Dus dat ze een extra steuntje in de rug nodig hebben. Dan hoop ik ze door middel van een verwijsbrief naar de diëtist de drempel over te krijgen.”

“Dus als het advies onvoldoende wordt opgevolgd of men gaat niet in op u verzoek om zelf een diëtist te bezoeken kan het zijn dat u officieel doorverwijst?”“Klopt”

“U zei net al dat u ook kinderen met overgewicht tegenkomt in de praktijk. Ik vroeg me af welke problemen die gerelateerd zijn aan dit overgewicht spelen onder deze groep kinderen?”“Het zijn natuurlijk erg jonge kinderen dus meestal zien we nog niet zoveel echte problemen. Wat wij natuurlijk proberen is om dit te voorkomen door ouders vroegtijdig te attenderen op het feit dat zulke problemen kunnen ontstaan. Meestal bewegen kinderen op die leeftijd ook wel redelijk veel dus hebben ze er nog niet echt last van.”

“Ja, dus als ik het goed begrijp is u rol op dat gebied meer preventief?”“Klopt, ja”

“Zijn er naar u weten binnen het consultatiebureau waar u werkt individuele programma’s of groepsprogramma’s die gericht zijn op de preventie of vermindering van overgewicht?"“Voor de kinderen met overgewicht?”

“Ja”“De locaties waarop ik werkzaam ben niet. Ik werk in de randgemeenten van Breda en in de dorpen eromheen, zoals Chaam en Baarle-Nassau en daar zijn geen multidisciplinaire interventies.”

“Oké, dus daar gaat het puur en alleen om de reguliere individuele behandeling van de diëtist?”“Ja, ja precies. Ik heb eerder ook wel eens met een fysiotherapeut gesproken over de mogelijkheid om iets op te zetten in Chaam maar daar hebben wij dan in de 0 tot 4 groep in ieder geval te weinig kinderen voor om er ook echt een interventie op los te gaan laten.”

25

Page 27: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

“Ja, begrijpelijk. Er moeten inderdaad wel voldoende kinderen zijn die willen en kunnen deelnemen aan zo’n interventie.” “Inderdaad, dus dat is ook wel de reden dat we op die plekken geen uitgebreide interventies of preventieve programma’s hebben.”

“Hebben jullie op het consultatiebureau, even los van het overgewicht, andere programma’s op het gebied van kinderdiëtetiek?” “Nee, niet dat ik weet.”

“Oké, en weet u misschien of er in het verleden programma’s of interventies zijn uitgevoerd op dit gebied?” “Nee, misschien wel in Breda zelf maar daar werk ik niet dus daar kan ik ook niets over zeggen. Dat is ook wel het jammere eraan. Wat betreft programma’s zie je dat het vrij los ligt van elkaar. Breda heeft hierin haar eigen aanbod en daarin werken de stad en de randgemeenten en dorpen eromheen niet echt samen. Daar zit weinig overlap moet ik zeggen.”

“Oké, en is daar op dit moment behoefte aan? Zegt u van: ja ik mis toch wel iets binnen het aanbod en daar zou toch eigenlijk wel op ingespeeld moeten worden?.”“Uhm, nou ik denk vooral in de 4+ groep, de kinderen boven de vier jaar dus. En kijk, als randgemeenten mee kunnen doen met programma’s die er zijn… als die er zijn. Dan denk ik dat, dat zeker wel een meerwaarde heeft. Om het los op te zetten heeft weinig zin omdat je dan gewoon een te kleine groep kinderen hebt. Dus dat zal wel een meerwaarde zijn want ja nu kunnen we ze op het gebied van interventies of groepsprogramma’s weinig bieden.”

“Dus als ik het goed begrijp gaat het u er hoofdzakelijk om dat de programma’s die er zijn op grotere schaal worden uitgevoerd zodat de randgemeenten ook meer betrokken kunnen raken en dan met name gericht op de kinderen die ouder zijn dan vier jaar?”“Ja, daar is op dit moment wel behoefte aan. Of eerder beginnen, dat het wat makkelijker wordt voor ouders om ergens aan mee te doen.”

“Wat bedoelt u daarmee?”“Kijk als er al programma’s lopen, bijvoorbeeld in de stad die al bekend zijn, waar wij dan ook van weten, en dat het wat gebruikelijker is dat kinderen uit die randgemeentes meedoen aan dit soort programma zou dat al schelen. Als het ook bij ons meer bekend is en bij de ouders kan je ook makkelijker doorverwijzen”

“Zijn er op dit moment, los van de programma’s ook andere behoeftes op het gebied van diëtetiek, binnen het consultatiebureau of binnen de GGD?”“Uhm, ja meer misschien überhaupt het contact tussen diëtisten of verpleegkundigen en het consultatiebureau en de GGD. Om te weten wat een diëtist precies te bieden heeft en hoe we nog beter op elkaar kunnen aansluiten.”

“Oké, dus als ik het goed begrijp is het ook niet altijd even duidelijk wat een diëtist kan betekenen?”“Ja, precies. Ook andere dingen dan die ik net heb genoemd. Misschien zie ik dingen over het hoofd waarvoor ik kinderen en ouders ook naar een diëtist kan verwijzen. Ik weet ook niet altijd naar wie ik kan verwijzen voor welk probleem. Dus dat ik meer in het algemeen naar een diëtist verwijs en ouders zelf laat Googelen. Terwijl als je gewoon duidelijk weet van die diëtist is meer gespecialiseerd in allergie en die diëtist is meer gespecialiseerd in grotere kinderen. Weet je, dat je wat meer richting hebt.”

26

Page 28: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

“Ja, absoluut. Dat wilde ik u ook graag vragen. Als u dan doorverwijst, die één of twee keer per jaar, naar wie dat dan is. Maar als ik het goed begrijp raadt u geen specifieke diëtist of praktijk aan?”“Nee, meestal niet. Soms is het zo dat iemand al wel een diëtist weet omdat die dan bijvoorbeeld bij een huisartsenpraktijk is aangesloten. Dat is dan wel makkelijker maar verder is het wel meer algemeen.”

“Oké, dus eigenlijk is het niet altijd helemaal duidelijk wat de rol van de diëtist is en wat deze te bieden heeft en dat is voornamelijk de reden dat u niet naar een specifieke diëtist of praktijk doorverwijst?”“Ja, het zou fijn zijn als er wat meer contact is tussen de verschillende disciplines, dat je een beetje makkelijker heen en weer kan sparren zeg maar.”

“Ja, precies. Wat voor feedback krijgt u van kinderen en ouders die u door hebt verwezen naar een diëtist? Hoe ervaren zij bijvoorbeeld de samenwerking met een diëtist en het effect van de behandeling?” “Meestal verloopt de terugkoppeling via de ouders en dus niet een rechtstreekse terugkoppeling. Ja, dan sluit het op zich wel aan. Dat we dan van ouders horen dat ze echt wel goed geholpen zijn ermee.

“Oké, dus de mensen zijn wel tevreden. En u? Hoe ervaart u het zelf?”“Ja, ook wel prima alleen zou het alleen prettiger zijn als er wat meer direct contact is. Dus dan bedoel ik tussen de diëtist en mijzelf. Direct contact is altijd prettiger.”

“Ja, dat snap ik. Ik wil u toch nog even wat vragen over de programma’s binnen de GGD. ABC diëtistennetwerk heeft namelijk eerder een programma voor de GGD uitgevoerd. Cool2BFit hebben zij verzorgd. Bent u bekend met het programma?”“(Lach) Nee, totaal niet.”

“Oké, dan zal ik daar ook niet verder op doorvragen. Bent u wel bekend met diëtisten van het ABC netwerk?”“Uhm, ja ik heb wel eens eerder contact met ze gehad. Ik heb namelijk een tijdje geleden in Teteringen gewerkt. Dat is nu twee jaar geleden. Dat zit ik me nu te bedenken hoor. Nu denk ik ineens van oh ja dat was inderdaad ABC netwerk. Toen heb ik ook één of twee keer even gebeld met een diëtist. Maar nadien eigenlijk niet meer.”

“Oké, dus u heeft niet echt veel samengewerkt?”“Nee, klopt dus ik kan daar ook niet echt iets over zeggen.”

“Als ABC nou inderdaad een intensievere samenwerking met jullie aan zou willen gaan hoe zouden zij jullie dan het beste kunnen benaderen of in contact komen?”“Persoonlijk bedoel je?”

“Nou bijvoorbeeld. Als daar de voorkeur naar uit gaat.”“Ja, nou ja. Persoonlijk contact inderdaad of in een team ofzo. We hebben de GGD in allemaal teams verdeeld. Dan kan er contact gelegd worden via de contactpersoon van het team en dan kunnen wij tijdens een bepaald overleg ofzo op de hoogte worden gesteld van ABC en wat ze doen.”

“Oké, dat is duidelijk. Dus als ABC de samenwerking wil versterken kan zij dit het beste doen door persoonlijk contact te zoeken met de verschillende contactpersonen binnen de GGD en het consultatiebureau?”“Ja, dat denk ik wel.”

27

Page 29: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

“Nou, ik heb nu al een hele hoop informatie van u gekregen dus denk dat het voor nu wel even goed is en we het gesprek kunnen afronden. Zijn er nog dingen die u van mij wilt weten of vragen die u heeft over ons, ABC of de opdracht?”“Oké, nee eigenlijk niet. Veel succes in ieder geval met de verwerking van alle interviews enzo”

“Ja, hartelijk dank en heel erg bedank voor u tijd.”“Graag gedaan.”

“Nog een prettige dag verder.”“Dankje, jij ook”

28

Page 30: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Bijlage 3: interview 3 Interview gezondheidsbevorderaar Afgenomen door: Esra el Nory en Sura Circi

Algemene gegevensNaam: Ans van der BorstLeeftijd: onbekend Geslacht: vrouwWerkzaam als: gezondheidsbevorderaar GGD Breda Overige: geenWijze van afname: persoonlijk, face-to-facePlaats en datum van afname: Breda, 22 – 3 – 2016

Esra & Sura: Wij vinden het super fijn dat u tijd voor ons hebt vrijgemaakt, want dit komt echt van pas voor ons project. On interview zal ongeveer 20 tot 30 minuten duren. Wij gaan het eerst hebben over uw functie, wat u precies doet, over uw projecten en de samenwerking tussen de diëtisten, en wat u verwachtingen daarvan zijn, en aan de hand daarvan willen wij eigenlijk wat wij van u nu te horen krijgen verder verwerken in een onderzoeksrapport. Vind u het goed als wij ons interview gaan opnemen? Het is meer voor ons om het terug te beluisteren.‘’ja hoor prima’’

Wij hadden begrepen dat uw functie het organiseren van preventieve activiteiten waren…?‘’ Nou ik ben momenteel een gezondheidsbevorderaar, wij zitten in een team van 10 personen. Wij werken voor heel West- Brabant, voor 18 gemeenten. En ik ben nu gezondheidsbevorderaar van gemeenten Breda. Mijn taak is ook vooral juist de preventieve kant te belichten. En dat uit zich vooral door het organiseren, coördineren van allerlei activiteiten die gericht zijn op preventie. Maar preventie gezondheid is natuurlijk heelbreed, en voeding is natuurlijk een aspect, maar wij houden zich bezig met seksualiteit en relatie, drugs, alcohol, roken. Dus het hele scala van gezondheid dat doen wij, maar wij werken wel vraaggericht. Dus afhankelijk van de vraag van professionals, pakken wij de vraag op en organiseren wij wat nodig is. En dat kan heel diverse zijn. Het kan zijn dat de groep ouders in de wijk zitten en willen graag iets weten over gezonde voeding, dan organiseren wij dat. Wij proberen eigenlijk het liefst lokaal te kijken’’

Heeft uw kort geleden nog een project of een organisatie gehad over voeding ?‘’ Nou Breda is een JOG gemeenten ( Jongeren op Gezond Gewicht ), en twee wijken zijn aandacht wijken –de wijken Heuvel en de wijk Hoge Vucht – dus vanaf 2011 zijn wij dus in die wijken heel actief. Dat komt omdat daar 25 % overgewicht heeft bij de jeugd. Dus logisch dat de gemeente Breda zich vooral op die wijken richten. En dat is een hoge percentage, boven het landelijke gemiddelde. Nu zijn wij dus bezig met het

29

Page 31: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

organiseren van lekker fit weken in Heuvel. Er zitten dan 3 aspecten in: voeding, bewegen en gezonde keuzes leren maken. De school doet ’s ochtend allerlei lessen met deze thema’s. Wij proberen ook de buurt erbij te betrekken. Dus niet alleen de school maar ook de ouders. Want het gedragsveranderingen moet natuurlijk vanuit het gezin ook komen. En de sportcoaches die gaan dan in de middag verder’’

Dus het is nu eigenlijk ook breed genomen?‘’ Ja dat klopt, maar dat heeft ook met de thema te maken natuurlijk ‘’

Oke, en in dergelijke projecten heeft ook weleens samengewerkt met een diëtist? Bent udaar bekend mee?‘’ Ja ja, wij werken zeker weten met diëtisten in Breda. Vanuit JOG proberen wij zoveel partners te betrekken hierbij. Als ik in een wijk kom dan zoek ik altijd naar een diëtist van joh kan je daar misschien iets ervoor betekenen. Dat is dus een win-win-actie. Want wij vinden het natuurlijk heel belangrijk dat wij samenwerkenmet andere disciplines. En voor de diëtisten is het natuurlijk ook de netwerken vergroten ‘’

Hoe heeft u dat ervaren?‘’ Nou met de meeste diëtisten vind ik het heel prettig om samen te werken. Maar het ketst vaak met de financiën, wij proberen partners nou te stimuleren om voor bepaalde dingen goed uit te komen. Het is dus uren die aan de kosten wordt gezet. Maar van de andere kant vind ik het wel dat je meer iets doen voor je netwerken natuurlijk. Het moet natuurlijk allemaal in balans zijn. Het is niet zo dat je voor elke uurtje moet gaanfactureren. En dat merk je bij diëtisten wel heel erg. Ik snap het wel hoor want als je een bedrijfje hebt dan moet er natuurlijk veel geregeld worden, maar ja het zal toch wel fijn zijn als zij iets meer aan moeten doen. Maar in het algemeen de welwillendheid is er wel hoor ! ‘’

In hoeverre is het eigenlijk van belang om met een diëtisten samen te werken, zijn ze heel belangrijk of kan het ook zonder een diëtist ?‘’ Als je nou echt een stukje inhoudt wilt overdragen, is het een ja. Zij zijn een deskundigen. Ik kan lekker paar informatie opzoeken maar kennis heb ik niet echt over bepaalde onderwerpen. Dus qua kennis is het heel erg van belang dat ze erbij zijn. Dus de deskundigheid heb je in de samenwerking heel erg nodig‘’

Nou u had het net over deskundigheid, maar zijn er ook andere verwachtingen van diëtisten (in dergelijken projecten of samenwerking ) ?‘’ ja buiten dat stukje deskundigheid is het verstandig om rol te kunnen vervullen in projecten, dingen die in de wijk gebeuren. Ze kunnen ook meedenken. Maar ik merk wel dat ze meer letten naar de uren die ze moeten vullen, en daardoor kan je dan ook niet verwachten dat ze altijd tijd gaan steken in het bedenken van projecten. En dat zit er dus niet in. Je kunt elkaar eigenlijk heel goed aanvullen dan ‘’

U heeft ook functie binnen de CJG?‘’ nou het CJG Breda is een netwerk organisatie van alle organisatie die zich totaal bezig houdt met jongeren in Breda. En de GGD is daar dus daar 1 van. Er zijn

30

Page 32: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

verpleegkundigen en artsen die zijn dan ook een deel van de CJG. En dat geldt ook voor mijn taak, dus ik hoor er daar ook onder. Dus elke school heeft een CJG’’ers, endat is dus de voordeur naar de zorg of hulp die nodig is , en de vragen die zij krijgt is – als het een korte vraag is dan beantwoorden zij het zelf, maar als ze denken dit is een vraag waar meer naar gevraagd moet worden, dan kunnen bijvoorbeeld artsen deze vraag beantwoorden. Dus als er wordt gevraagd naar een medische ondersteuning, dan wordt er artsen en verpleegkundigen erbij geroepen . dus eigenlijk alle organisatie die betrekking hebben op de jeugdzorg behoren tot de CJG, waaronder ik dus ook’’

En kunt ook grof geschat aangeven of er ook doorverwijzingen zijn naar een diëtist?‘’ Je bedoelt vanuit de GGD?’’

Ja‘’ ja die zijn er 100% zeker wel, maar hoeveel dat zijn dat kan ik niet zeggen, dat zou ik niet kunnen verzinnen ‘’

Dus vooraf worden de scholen afgegaan en worden de kinderen…..?‘’ Nou vanuit de GGD ( dat staat dan los van de CJG) worden de kinderen eerst gescreend, vanaf de leeftijdvan kleuters ( groep 7 en de tweede klas voortgezet onderwijs ). Alle kinderen in Nederland worden door onsgezien, dat is met name om gezondheid te bewaken, en om te kijken of er kinderen zijn die extra aandacht nodig hebben, dan worden zij extra gevolgd om te kijken of er voor dit kindje of gezin hulp nodig is. Stel dat er een kind is met overgewicht dan worden zij zeker weten doorverwezen naar een diëtisten, maar de aantal is het mij niet beken’’‘’ Overigens hebben wij elke 4 jaar een onderzoek onder de jeugd, dus dan krijgen alle kinderen een vragenlijstom te kijken hoe het ervoor staat met het gezondheid van het kind, en daar zit een stukje voeding in. Ik weet niet of het interessant is voor jullie….’’

In welke leeftijdscategorie kijken jullie vooral naar ?‘’ 0-11 jaar maar ook 12- 19 jaar. En daar halen wij ons cijfers dus van de uitgevoerde onderzoeken om de 4jaar, om te kijken of overgewicht bij kinderen dan ook toeneemt’’

Worden deze cijfers ook van de onderzoeken verder gepubliceerd?‘’ ja zeker, het is gewoon via het landelijke website waar iedereen op kan. (van het kompas website) dat is dus het werk van de GGD’’

Merkt u ook een verschil of een stijging in overgewicht van afgelopen 4 jaar?‘’ dat kan ik dus zo niet uitspreken, want ik moet het dan echt even erbij pakken. Het is wel zo dat het in Breda nu het overgewicht stabiel is gebleven’’

En voor zover u het nu weet, zijn er projecten in ontwikkelingen in de toekomst ?

31

Page 33: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

‘’ Nou JOG is de grootste kapstok die te maken heeft met overgewicht. Maar mochten er nieuwe projecten kopen dan komen ze in het landelijke website te staan. Dus mocht je geïnteresseerd zijn dan kan je altijd die site volgen Wij zijn nu bezig met het bevorderen van het drinken van water. Dit hebben wij in samenwerking gedaan met Spa. En de moeders van kinderen van 9 maanden komen op consult, waarvan het eerste kindje is, die kregen een waterbox mee ( dat is een doos met allerlei spulletjes om water te bevorderen ). En daarvoorhebben wij ook facebook account van de watermama’s en dan kunnen zij elkaar wat tips geven.

Dus het is meer om ervaring samen te kunnen delen?‘’juist ja. Kijk als GGD het zegt dan is het niet zo aantrekkelijk voor mensen je zal denken van ja dat zal wel, maar moeders onder elkaar zijn meer open in tips die zij met elkaar kunnen delen. Op zich is het positief afgerond, alleen de groep was te klein om wetenschappelijk iets aan te presenteren, wij zijn dus nu bezig om deze groepen veel groter te maken. Wij zijn nu bezig om partijen te vinden om daarmee door te gaan ‘’.

En behoren de diëtisten daar ook onder?‘’Wij hebben binnenkort een bijeenkomst met JOG met alle netwerken in Breda, maar dan merk je meteen al ja.. de tijd die dan een rol speelt. De ruimte die maken zijn dan niet vrij om bij zo’n bijeenkomst samen te komen.. niet dat ze dat niet interessant vinden hoor maar het is dan tijd die ze niet willen verliezen met patiënten …’’

dus eigenlijk zegt u als ze tijd voor vrij maken dat ze dan meer kans maken op samenwerking?‘’ Ja zeker weten… ik denk dat het voor diëtisten heel belangrijk is om te realiseren dat het naast dat je tijd moet vullen voor je praktijk en je patiënten ook ruimte moet houden voor een stukje PR. Het kost je misschien in het begin veel tijd maar uiteindelijk levert het veel op’’

Nou dat is eigenlijk wat wij nu nodig hebben.. wij willen dus weten wat wij eigenlijk moeten doen om in samenwerkingen te kunnen komen met andere disciplines in de gezondheidszorg.. hoe wij ons dus meer kunnen profileren‘’ ja inderdaad, zij moeten zich meer duidelijk profileren op sociaal media met de bijeenkomsten… ja je moet daarvoor echt tijd voor maken en ruimte voor laten. Of als je in een praktijk werkt dat er dan tenminste één persoon het gezicht van deze praktijk is van sociaal media’’

Zijn er meer andere punten waarvan u denkt ja dat mis ik bij een diëtist qua samenwerking?‘’ nee nee ik denk dat ze allemaal open voor staan, positief en meewerkend zijn, maar het is dus meer de tijd die dan ontbreekt. En natuurlijk het profileren … je moet een indruk bij andere achter laten van oh ja daar waren diëtisten en de samenwerking liep zus en zo en dan uiteindelijk worden er mensen daar naar toe doorverwezen’’

En in hoeverre staat u open in samenwerkingen met nieuwe diëtisten?

32

Page 34: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

“Nou wij worden wel heel vaak gebeld door mensen die net een eigen ondernemer zijn gestart, soms heb je zo iets van oké nu even niet… omdat wij het dan heel druk hebben. Maar in principe staan wij heel open voor. Ik probeer altijd tijd voor te maken’’.

Kunt u ook misschien iets verbeteren over het communiceren binnen zo’n groot groep? Dus wat voor communicatiemiddel gebruikt u eigenlijk?‘’uuuhhh.. nou dat is dan heel erg divers. Zelf ben ik heel actief op sociaal media, als ik kijk naar school die zitten natuurlijk niet vaak op sociaal media. En diëtisten zijn ook actief nog lang niet allemaal. En vanuit JOG hebben wij een standaard communicatiemiddel zoals nieuwsbrieven, bijeenkomsten …. Ik vind zelf persoonlijk contact heel erg belangrijk en ook heel goed werken. Ik zeg altijd ja het begint met kennis maken, jouw gezicht zien en dan zit het in mijn hoofd en dan wanneer ik je nodig heb kan ik je altijd ook bereiken . alleen mailen of nieuwsbrieven opsturen werken niet bij mij. Persoonlijk contact vind ik heel belangrijk, daarnaast kan je ook andere communicatie middelen hebben, maar op zich is dit de beste manier om te communiceren ook vooral voor de netwerken.’’

Nou wij hebben veel informatie van u gekregen die ons zeker verder gaat helpen met ons project. Wij willen u heel erg bedanken voor uw tijd …‘’Ja zeker.. mochten jullie nog wat nodig hebben of wat hulp met jullie opdracht dan kunnen jullie mij even mailen natuurlijk’’

33

Page 35: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

Bijlage 4: codeerschema

Dimensies Indicatoren Respondent 1 ANOUK Respondent 2 Respondent 3KENMERKEN RESPONDENT

Geslacht Vrouw Vrouw Vrouw

Werkzaam alskinderarts bij het consultatiebureau, werkt met kinderen van 0-4 jaar

kinderarts bij het consultatiebureau, werkt met kinderen van 0-4 jaar

Gezondheidsbevorderaar bij gemeente Breda

Overig - - -CJGB/ GGD BREDA

Intensievere samenwerking

Direct contact met diëtist.

Werkt vraaggericht afhankelijke van de vraag van professionals

Wensen en behoeften CJG t.a.v. kinderdiëtetiek

Hun rollen meer vervullen in projecten.

Doorverwijzing kinderen

Wanneer er uit de screening van de GGD blijkt dat een kind overgewicht heeft, dan wordt ie doorverwezen naar een diëtist

DIETISTENNETWERK

Bekendheid bij CJG

Van horen zeggen Telefonisch contact gehad in het verleden

-

Communicatiemiddelen

Telefonisch via de hoofdverpleegkundigen en hoofdarts

Persoonlijk contact met het contactpersoon per team.

Het liefst Persoonlijk contact met het contactpersoon

CJG Samenwerking Alle organisatie diebetrekking hebben op de jeugdzorg

Diensten Alleen als ze betrekking hebben op de jeugdzorg

Projecten Alleen als ze betrekking hebben op de jeugdzorg

KINDEREN MET OVERGEWCHT

Stijging obesitas

Stijging overgewicht in winterperiode.

Hebben kinderen nog niet veel last van i.v.m. beweging

In Breda is overgewicht nu stabiel gebleven.

Projecten Peuter-powerproject - om de 4 jaar worden onderzoeken uitgevoerd naar de gezondheid van het kind

Doorverwijzing Voor overgewicht, zelden voor ondergewicht.

Zelden. Verwijsbrief dient meer als steuntje in de rug voor ouders

Ja, maar alleen als blijkt dat het kind overgewicht heeft

Behandeling diëtisten

-

KINDERARTSEN EN WIJKVERPLEEGKUNDIGEN

Behandelingen Overgewicht, zelden voor ondergewicht.

Voedselallergie, overgewicht en moeilijke eters.

-

Behoeften - Verminderen Betrokken zijn bij -

34

Page 36: shvanthoff.files.wordpress.com file · Web viewOnderzoeks- en adviesrapport. In opdracht van ABC Diëtistennetwerk Breda. Projectleden:M. Tijs13087428. R. Steijn13071815. L. Verweij13115634

kinderdiëtetiek van overgewicht

- Bewustwording van ouders van voedingswaarden

- Nut van beweging

programma’s en interventies. In de randgemeenten zijn deze niet aanwezig.

Beter contact tussen verpleegkundigen en diëtisten

Voorzien in behoeften

Verminderen van overgewicht door een samenwerkingsproject

nee -

Wie voorziet deze behoefte

Wijkverpleegkundigen, fysiotherapeuten en diëtisten.

- -

Ervaring kinderen

- Project heeft goed gewerkt.

- (sommige) Kinderen met lage SES ontwikkelen weer overgewicht

- -

Doorverwijzing kinderen

Overgewicht, zelden voor ondergewicht.

Via verwijsbrief, als ouders de adviezen onvoldoende opvolgen

-

Tevredenheid over diëtisten

Goed bij het peuterproject, waar gewerkt wordt aan bewustwording

Ouders zeggen goed geholpen te worden door de diëtist.

-

Samenwerking diëtisten

Peuterpowerproject en via verwijsbrieven en onderling overleg.

- Multidisciplinaire setting.

- Niet duidelijk welke diëtist gespecialiseerd is in ziektebeelden

-

Rol/ werkzaamheden diëtist

Niet bekend wat de diëtist te bieden heeft.

-

35