instructieboekje fordmondeo

212
Instructieboekje FordMondeo 100% Ford. 100% tevredenheid.

Upload: others

Post on 02-Oct-2021

3 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Instructieboekje FordMondeo

InstructieboekjeFordMondeo100% Ford. 100% tevredenheid.

Page 2: Instructieboekje FordMondeo

De informatie in deze publicatie was correct ten tijde van het ter perse gaan. In het belangvan de technische ontwikkeling behouden wij ons het recht voor, specificaties, ontwerpenof onderdelen zonder voorafgaande kennisgeving of verplichtingen te wijzigen. Dezepublicatie, of een deel daarvan, mag niet worden gereproduceerd of vertaald zonder onzetoestemming. Fouten of omissies uitgesloten.

© Ford Motor Company 2006

Alle rechten voorbehouden.

Bestelcode: 6S7J-19A321-ACA (CG3369nl) 12/2005 20060112142438

Page 3: Instructieboekje FordMondeo

Inleiding........................5Over deze handleiding.....................5Overzicht van symbolen..................5Onderdelen en accessoires............6

Kort overzicht...............7

Veiligheidsuitrustingvoor kinderen...........18

Kinderzitjes........................................18Plaatsing van kinderzitjes...............20Zitverhogers.....................................21Kindersloten.....................................24

Bescherming vaninzittenden...............25

Werking............................................25Waarschuwingssignaal

veiligheidsgordel..........................29Veiligheidsgordels vastmaken......30Hoogte van veiligheidsgordels

afstellen..........................................31Gebruik van veiligheidsgordels

tijdens zwangerschap................32Waarschuwingslamp

airbagsysteem.............................32

Sleutels enafstandsbediening...33

Algemene informatie overradiofrequenties..........................33

Programmeren van deafstandsbediening......................33

Batterij van afstandsbedieningvervangen.....................................34

Sloten.........................36Vergrendelen en

ontgrendelen...............................36Centrale vergrendeling...................41

Motorstartblokkering..43Werking............................................43Gecodeerde sleutels......................43Immobilisatiesysteem

inschakelen..................................45Immobilisatiesysteem

uitschakelen.................................45

Alarm..........................46Alarm inschakelen...........................46Alarm uitschakelen.........................46

Stuurwiel....................48Stuurwiel afstellen...........................48Claxon...............................................48Audiobediening...............................48Spraaksturing..................................50

Ruitenwissers enruitensproeiers........51

Voorruitwissers.................................51Voorruitsproeiers............................52Achterruitwissers en

-sproeiers.....................................53Voorruitsproeiers afstellen.............54Koplampsproeiers..........................54Ruitenwisserbladen

controleren...................................54Ruitenwisserbladen

vervangen.....................................55

1

Inhoudsopgave

Page 4: Instructieboekje FordMondeo

Verlichting..................56Verlichtingsbediening.....................56Voorste mistlampen.......................57Mistachterlichten.............................58Koplampen afstellen.......................58Koplamphoogte afstellen..............59Waarschuwingsknipperlichten.....60Richtingaanwijzers...........................61Interieurverlichting...........................61Gloeilampen vervangen.................62Naderingsverlichting........................71

Ruiten en spiegels......72Elektrisch bedienbare ruiten..........72Buitenspiegels.................................74Elektrisch verstelbare

buitenspiegels..............................75Binnenspiegel..................................76

Instrumenten..............77Meters...............................................77Waarschuwings- en

indicatielampen............................78Akoestische

waarschuwingssignalen en-indicaties.....................................82

Infodisplays................83Tripcomputer...................................83

Klimaatregeling..........85Werking............................................85Ventilatieroosters............................86Handmatige klimaatregeling.........86Automatische klimaatregeling......89

Verwarmde ruiten en spiegels.......91Extra verwarming............................92Elektrisch zonnedak.......................92

Stoelen.......................96De juiste zitpositie innemen...........96Handmatig verstelbare

stoelen..........................................96Elektrisch verstelbare stoelen.......97Hoofdsteunen.................................98Achterbank......................................99Verwarmde stoelen.......................101Geventileerde stoelen..................102

Gemaksfuncties.......103Zonnekleppen................................103Dimmer

instrumentenpaneelverlichting.103Klok..................................................103Aansteker.......................................103Asbak..............................................104Extra voedingsaansluitingen.......105Bekerhouders................................105Opbergruimtes..............................105

De motor starten......106Algemene informatie....................106Contactslot.....................................106Een benzinemotor starten...........107Een dieselmotor starten...............108Motor uitschakelen.......................109

Brandstof entanken.....................110

Veiligheidsmaatregelen.................110

2

Inhoudsopgave

Page 5: Instructieboekje FordMondeo

Brandstofkwaliteit...........................110Katalysator......................................110Tankklep...........................................111Tanken..............................................111Technische specificatie..................111

Versnellingsbak/transmissie.117Handgeschakelde

versnellingsbak............................117Automatische transmissie............118

Remmen....................127Werking...........................................127Tips voor rijden met ABS..............128Parkeerrem....................................128

Stabiliteitsregeling....130Werking...........................................130Gebruik maken van

stabiliteitsregeling......................130

Aandrijfregeling(traction control)....132

Werking...........................................132Gebruik maken van aandrijfregeling

(traction control)........................132

Niveauregeling..........133Werking...........................................133

Parkeerhulp..............134Werking...........................................134Gebruik maken van de

parkeerhulp................................134

Snelheidsregeling(cruise control)......135

Werking...........................................135Gebruik maken van

snelheidsregeling (cruisecontrol)........................................135

Transport..................137Algemene informatie.....................137Bagagenetten................................137Bagageafdekkingen.....................138Dakrekken en bagagedragers.....139

Aanhangers trekken..140Trekken van een aanhanger.......140Belangrijke controles bij trekken

van aanhanger...........................140Afneembare trekhaakkogel.........141

Tips voor het rijden...144Inrijden.............................................144

Nooduitrusting..........145Eerstehulpset.................................145Gevarendriehoek..........................145

Staat na eenaanrijding...............146

Onderbrekingsschakelaarbrandstoftoevoer.......................146

Componenten vanveiligheidssysteeminspecteren.................................147

Zekeringen................148Plaatsen zekeringenhouders......148

3

Inhoudsopgave

Page 6: Instructieboekje FordMondeo

Een zekering vervangen..............149Specificatie-overzicht

zekeringen..................................149

Bergen van de auto...153Sleeppunten...................................153Transport van de auto..................154Auto op vier wielen slepen...........155

Onderhoud................156Algemene informatie....................156Overzicht motorruimte.................157De motorkap openen en

sluiten...........................................161Motorolie controleren....................161Motorkoelvloeistof

controleren.................................163Automatische controle vloeistofpeil

transmissie..................................164Controle vloeistofpeil koppeling en

remsysteem...............................165Stuurbekrachtigingsvloeistof

controleren.................................165Ruitensproeiervloeistof

controleren.................................166Technische specificatie................166

Verzorging van deauto........................169

Reinigen van buitenzijde auto.....169Reinigen van binnenzijde auto.....170Kleine lakschade repareren.........170

Accu van de auto......171Onderhoud van de accu...............171Gebruik van startkabels................171

Velgen en banden.....173Een wiel vervangen.......................173Verzorging van banden................179Gebruik van winterbanden..........179Gebruiki van sneeuwkettingen....179Technische specificatie................180

Voertuigidentificatie..185Voertuigidentificatieplaatje...........185Voertuigidentificatienummer

(VIN).............................................185Motornummer...............................185

Technischespecificaties...........186

Technische specificatie................186

Typegoedkeuring......196

4

Inhoudsopgave

Page 7: Instructieboekje FordMondeo

OVER DEZEHANDLEIDING

Van harte gefeliciteerd met uwnieuwe Ford. Neem alstublieft de tijdom uw auto goed te leren kennendoor dit instructieboekje zorgvuldigte lezen. Hoe meer u van uw autoafweet, des te beter kunt u ermeeomgaan. En dat komt de veiligheid,het rijplezier en het brandstofverbruikten goede.

In dit instructieboekje wordenalle opties enuitvoeringsniveausbeschreven die in Europaleverbaar zijn. Het kan dusvoorkomen dat sommigepunten niet van toepassing zijnvoor uw auto. Bovendien is hetmogelijk dat in ditinstructieboekje accessoiresworden beschreven die pasop een later tijdstip leverbaarworden.

Door regelmatig onderhoud zorgt uervoor dat uw Ford veilig blijft en zijnwaarde behoudt. Een netwerk vanmeer dan 7 000 Ford ErkendeReparateurs in Europa staat voor uklaar met zijn professionele expertiseop het gebied van service.

De speciaal opgeleide monteurs vandeze bedrijven zijn het bestgekwalificeerd om het onderhoudaan uw auto snel en vakkundig uit tevoeren. Bovendien beschikken zijover een groot aantal specialegereedschappen en apparatuur, datspeciaal voor Ford automobielen isontwikkeld.

N.B.: Let erop dat u, wanneer u deauto verkoopt, dit instructieboekje inhet handschoenenkastje legt. Dehandleiding vormt een onderdeel vande auto.

OVERZICHT VANSYMBOLEN

Waarschuwingssymbolenin dit instructieboekje

WAARSCHUWINGHoe kunt u het gevaar vanlichamelijk letsel beperken en

mogelijke schade aan anderen, uwauto en accessoires voorkomen?Antwoorden op dergelijke vragen zijnin dit instructieboekje gemarkeerdmet een gevarendriehoek.

N.B.: Belangrijk informatie wordttevens aangegeven met devetgedrukte woorden Let op!

5

Inleiding

Page 8: Instructieboekje FordMondeo

Waarschuwingssymbolenop uw auto

Wanneer u dit symbool ziet,dient u de specialeinstructies in de betreffende

rubriek van dit instructieboekje teraadplegen alvorens iets aan te rakenof af te stellen.

ONDERDELEN ENACCESSOIRES

Belangrijk: Originele Ford onderdelenen accessoires zijn speciaalontwikkeld voor Ford automobielen.Zij zijn derhalve perfect geschikt vooruw Ford.

Wij wijzen erop dat niet-origineleonderdelen en accessoires niet doorFord zijn onderzocht engoedgekeurd, tenzij expliciet doorFord is aangegeven. Hoewel wij deontwikkelingen op het gebied vanautoproducten nauwlettend volgen,kunnen wij niet instaan voor degeschiktheid van dergelijkeproducten. Ford is niet aansprakelijkvoor eventuele schade die door hetgebruik van dergelijke producten isveroorzaakt.

6

Inleiding

Page 9: Instructieboekje FordMondeo

Overzicht instrumentenpaneel

Links stuur

E70431

Regelknop hoogte koplamplichtbundels. Zie Koplamphoogte afstellen(bladzijde 59).A

Multifunctionele hendel: richtingaanwijzers, grootlicht, bedieningboordcomputer. Zie Verlichting (bladzijde 56). Zie Tripcomputer(bladzijde 83).

B

Claxon. Zie Claxon (bladzijde 48).C

7

Kort overzicht

Page 10: Instructieboekje FordMondeo

Instrumentengroep. Zie Meters (bladzijde 77). Zie Waarschuwings-en indicatielampen (bladzijde 78).D

Ruitenwisserschakelaar. Zie Voorruitwissers (bladzijde 51).EToetsen versnellingskeuze. Zie Automatische transmissie (bladzijde118).F

Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. ZieWaarschuwingsknipperlichten (bladzijde 60).G

Luchtroosters. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 86).HAnaloge klok. Zie Klok (bladzijde 103).ISchakelaar voorruitverwarming. Zie Verwarmde ruiten en spiegels(bladzijde 91).J

Schakelaar achterruitverwarming. Zie Verwarmde ruiten en spiegels(bladzijde 91).K

Toetsen temperatuurregelsysteem. Zie Klimaatregeling (bladzijde85).L

Audio- en navigatiesysteem. Zie afzonderlijke handleidingen.MBekerhouder. Zie Bekerhouders (bladzijde 105).NSchakelaar stoelverwarming en -ventilatie. Zie Verwarmde stoelen(bladzijde 101). Zie Geventileerde stoelen (bladzijde 102).O

Schakelaar Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP). Zie Gebruikmaken van stabiliteitsregeling (bladzijde 130).P

Contactslot. Zie Contactslot (bladzijde 106).QAutomatische snelheidsregeling. Zie Gebruik maken vansnelheidsregeling (cruise control) (bladzijde 135).R

Stuurwiel verstelling. Zie Stuurwiel afstellen (bladzijde 48).SBediening audio-installatie. Zie Audiobediening (bladzijde 48).TZekeringen. Zie Zekeringen (bladzijde 148).URegelknop instrumentenverlichting. Zie Dimmerinstrumentenpaneelverlichting (bladzijde 103).V

Lichtschakelaar/ mistlampen voor/ mistachterlichten. Zie Verlichting(bladzijde 56).W

8

Kort overzicht

Page 11: Instructieboekje FordMondeo

Rechts stuur

E70432

Toetsen temperatuurregelsysteem. Zie Klimaatregeling (bladzijde85).A

Schakelaar voorruitverwarming. Zie Verwarmde ruiten en spiegels(bladzijde 91).B

Schakelaar achterruitverwarming. Zie Verwarmde ruiten en spiegels(bladzijde 91).C

Analoge klok. Zie Klok (bladzijde 103).DLuchtroosters. Zie Ventilatieroosters (bladzijde 86).ESchakelaar waarschuwingsknipperlichten. ZieWaarschuwingsknipperlichten (bladzijde 60).F

9

Kort overzicht

Page 12: Instructieboekje FordMondeo

Toetsen versnellingskeuze. Zie Automatische transmissie (bladzijde118).G

Multifunctionele hendel: richtingaanwijzers, grootlicht, bedieningboordcomputer. Zie Verlichting (bladzijde 56). Zie Tripcomputer(bladzijde 83).

H

Instrumentengroep. Zie Meters (bladzijde 77). Zie Waarschuwings-en indicatielampen (bladzijde 78).I

Claxon. Zie Claxon (bladzijde 48).JRuitenwisserschakelaar. Zie Voorruitwissers (bladzijde 51).KRegelknop hoogte koplamplichtbundels. Zie Koplamphoogte afstellen(bladzijde 59).L

Lichtschakelaar/ mistlampen voor/ mistachterlichten. Zie Verlichting(bladzijde 56).M

Regelknop instrumentenverlichting. Zie Dimmerinstrumentenpaneelverlichting (bladzijde 103).N

Contactslot. Zie Contactslot (bladzijde 106).OStuurwiel verstelling. Zie Stuurwiel afstellen (bladzijde 48).PAutomatische snelheidsregeling. Zie Gebruik maken vansnelheidsregeling (cruise control) (bladzijde 135).Q

Bediening audio-installatie. Zie Audiobediening (bladzijde 48).RSchakelaar Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP). Zie Gebruikmaken van stabiliteitsregeling (bladzijde 130).S

Schakelaar stoelverwarming en -ventilatie. Zie Verwarmde stoelen(bladzijde 101). Zie Geventileerde stoelen (bladzijde 102).T

Bekerhouder. Zie Bekerhouders (bladzijde 105).UAudio- en navigatiesysteem. Zie afzonderlijke handleidingen.V

Waarschuwings- encontrolelampen

Zie Waarschuwings- enindicatielampen (bladzijde 78).

Controlelamp voorgloeien

Controlelamp 'Vorst'

Controlelamp laag niveauruitensproeiervloeistof

Controlelamp laadstoom

Controlelamp oliedruk

10

Kort overzicht

Page 13: Instructieboekje FordMondeo

Controlelamp olieverversen

Controlelamp niet goedgesloten portieren

Controlelamp remsysteem

Herinneringssysteemveiligheidsgordels

Controlelamp motor

Controlelamp laagbrandstofniveau

Controlelamprichtingaanwijzers

Controlelamp airbag

Controlelamp ElektronischStabiliteits Programma(ESP).

Controlelamp ABS

Controlelamp koplampen

Controlelamp grootlicht

Stuurwiel verstellen

Zie Stuurwiel afstellen (bladzijde 48).

E70358

WAARSCHUWINGVerstel nooit het stuurwiel als deauto in beweging is.

Handmatigeklimaatregeling

Zie Handmatige klimaatregeling(bladzijde 86).

Voorruit snel ontdooien/ontwasemen

E70446

11

Kort overzicht

Page 14: Instructieboekje FordMondeo

Interieur snel verwarmen

E70451

Snel afkoelen van het interieur

E70452

Permanentecomfortinstellingen

E70450

Automatischeklimaatregeling

Zie Automatische klimaatregeling(bladzijde 89).

E72153

Aanbevolen instelling is AUTO en 22°C.

Automatisch in-/uitschakelde verlichting

Zie Verlichtingsbediening (bladzijde56).

E72162

12

Kort overzicht

Page 15: Instructieboekje FordMondeo

N.B.: De mistlampen kunnen nietworden ingeschakeld wanneer delichtschakelaar in de stand AUTOstaat. Schakel, om de mistlampen inte schakelen de automatische functieuit.

Met de lichtschakelaar in de standAUTO gaat het dimlicht afhankelijkvan het omgevingslicht automatischaan en uit.

Richtingaanwijzers

Zie Richtingaanwijzers (bladzijde 61).

E72167

Beweeg derichtingaanwijzerschakelaar kortomhoog of omlaag; derichtingaanwijzers knipperen dandriemaal.

Voorruitwissers

Zie Voorruitwissers (bladzijde 51).

A

B

C

D

E72172

Eenmalig wissenAWissen met intervallen ofautomatisch wissenB

Normale wissnelheidCHoge wissnelheidD

Automatisch wissen

Wanneer de automatische wisfunctiewordt ingeschakeld maken deruitenwissers één wisbewegingongeacht of de voorruit nat of droogis. Daarna, of wanneer het contactwordt aangezet bij ingeschakeldeautomatische wisfunctie, maken deruitenwissers geen wisbewegingmeer tot water op de voorruit wordtvastgesteld. Zet als alternatief dehendel in een andere stand en kiesvervolgens de automatischewisfunctie of schakel deruitensproeiers in.

13

Kort overzicht

Page 16: Instructieboekje FordMondeo

De regensensor meet continu dehoeveelheid water op de voorruit enzal de snelheid van devoorruitwissers automatisch instellen(enkele wisbeweging, met intervallen,normale of hoge wissnelheid).

Voorruitsproeiers

Zie Voorruitsproeiers (bladzijde 52).

E72174

Zodra de wis/was cyclus is voltooid,pauzeren de voorruitwissers enmaken vervolgens nog één wisslagom de ruit te drogen.

achterruitenwisser

Zie Achterruitwissers en -sproeiers(bladzijde 53).

Wissen tijdens achteruitrijden

Indien de achterruitwisser niet isingeschakeld,

• treedt deze automatisch inwerking wanneer de achteruitwordt ingeschakeld,

• de schakelaar in de stand C, of Dstaat

• in de stand B staat en devoorruitwissers werken.

De achterruitwisser volgt de intervalvan de voorruitwissers (bij wissenmet intervallen of normalewissnelheid).

Automatisch dimmendeachteruitkijkspiegel

Zie Binnenspiegel (bladzijde 76).

E70418

De automatisch dimmendeachteruitkijkspiegel dimt automatischzodra het licht van achteropkomendverkeer op het spiegelglas valt.

Vergrendelen enontgrendelen

Zie Vergrendelen en ontgrendelen(bladzijde 36).

14

Kort overzicht

Page 17: Instructieboekje FordMondeo

Ontgrendelen

E72207

Eenmaal indrukken om het centraalvergrendelingssysteem enalarminstallatie in te schakelen.

Tweemaal binnen drie secondenindrukken om de dubbelevergrendeling en alarminstallatie in teschakelen. De richtingaanwijzersknipperen tweemaal.

Indrukken en drie secondeningedrukt houden om de wagen tevergrendelen en de ruiten en hetschuifdak te sluiten (integraal sluiten).

E72202

Druk tweemaal binnen drieseconden op alleen de achterklep teontgrendelen.

Vergrendelen

E72201

N.B.: Bij auto's met extrabeveiligingen wordt dealarminstallatie uitgeschakeld doorop op de ontgrendeltoets op deafstandsbediening te drukken.Wanneer een voorportier met eensleutel wordt ontgrendeld wordt dealarminstallatie niet uitgeschakeld.

Eenmaal indrukken om de wagen teontgrendelen. U kunt deze instellingwijzigen (bijv. alleenbestuurdersportier ontgrendelen).Zie Vergrendelen en ontgrendelen(bladzijde 36).

Indrukken en drie secondeningedrukt houden om de wagen teontgrendelen en de ruiten en hetschuifdak te openen (integraalopenen).

15

Kort overzicht

Page 18: Instructieboekje FordMondeo

Automatisch opnieuwvergrendelen

Om te voorkomen dat de wagen perongeluk onvergrendeld wordtachtergelaten, worden het centraalvergrendelingssysteem en dealarminstallatie automatisch na 45seconden na het indrukken van devergrendelingstoets opnieuwgeactiveerd wanneer tijdens dezeperiode het volgende plaatsvindt:

• Er werd geen portier geopend.• Het bagagecompartiment werd

niet geopend.• Het contact werd niet aangezet.

Stoelen met verwarming enventilatie

Zie Verwarmde stoelen (bladzijde101). Zie Geventileerde stoelen(bladzijde 102).

E72335

N.B.: Wanneer het contact wordtafgezet, worden de instellingen vande verwarming van de stoelen in hetgeheugen opgeslagen.

+ = temperatuur verhogen.

- = temperatuur verlagen.

Rode lampen warmere instelling.

Blauwe lampen = koelere instelling.

Achteruit - Vijf-versnellingsbak

Zie Handgeschakeldeversnellingsbak (bladzijde 117).

E72455

Achteruit - Zes-versnellingsbak

Zie Handgeschakeldeversnellingsbak (bladzijde 117).

16

Kort overzicht

Page 19: Instructieboekje FordMondeo

E72456

Motorkap openen

Zie De motorkap openen en sluiten(bladzijde 161).

E73406

Draai het Ford embleem in deradiateurgrille opzij. Steek de sleutelin het slot op de radiateurgrille. Draaide sleutel eerst linksom 1. Til demotorkap iets op en draai de sleutelvolledig rechtsom 2 om de motorkapte openen.

Reservoir ruitensproei-ervloeistof

Zie Onderhoud (bladzijde 156).

E73422

De sproeiers van de voor- enachterruit hebben eengemeenschappelijk vloeistofreservoir.Het reservoir bevindt zich achter derechter koplamp.

17

Kort overzicht

Page 20: Instructieboekje FordMondeo

KINDERZITJES

E72336

WAARSCHUWINGENBijzonder gevaarlijk! Plaats nooiteen kinderzitje op een stoel

waarvóór zich een airbag bevindt!Oorspronkelijke tekst volgensECE R94.01: Extreme Hazard!

Do not use a rearward facing childrestraint on a seat protected by anair bag in front of it!

Wanneer de airbag wordtgeactiveerd bestaat het gevaar

van ernstige verwonding of letsel metfatale gevolgen.

Breng altijd de hoofdsteun vande achterbank omhoog

wanneer een kinderveiligheidszitjewordt aangebracht of een persoonerop plaatsneemt, schuif daarbij hetkinderveiligheidszitje niet van de bankaf.

N.B.: Indien de auto betrokken isgeweest bij een aanrijding, laat danhet kinderzitje door een deskundigeop beschadiging controleren.

N.B.: Laat kinderen niet zondertoezicht in het kinderveiligheidszitjeof in de auto achter.

N.B.: Zorg er bij het vastzetten vaneen kinderzitje met deveiligheidsgordel altijd voor dat degordel niet is gedraaid of los zit.

WAARSCHUWINGEr bestaat gevaar van overlijdenof ernstige verwonding indien

de aanwijzingen van de fabrikant nietworden opgevolgd of wanneer er openigerlei wijze wijzigingen aan hetkinderzitje worden aangebracht.

Volg bij het aanbrengen van eenkinderzitje/babyzitje altijd deaanwijzingen van de fabrikant op.

WAARSCHUWINGNeem tijdens het rijden geenkinderen op schoot.

18

Veiligheidsuitrusting voor kinderen

Page 21: Instructieboekje FordMondeo

Kinderen met een lengte van 150 cmof minder of van 12 jaar of jongermoeten gebruikmaken van specialebabyzitjes, kinderzitjes enkinderveiligheidkussens ofzitverhogers op de achterbank.

In sommige landen moeten dezedoor de overheid zijn goedgekeurd(afhankelijk van het land).

Een ECE goedgekeurd kinderzitje isbij uw Ford dealer verkrijgbaar. Vraagwelk kinderzitje wordt aanbevolen.Zij bieden in combinatie met deaanwezige veiligheidsgordels eenoptimale bescherming aan kinderen.

Kinderzitjes voorverschillendegewichtscategorieën

De juiste keuze van een kinderzitje isafhankelijk van de leeftijd en hetgewicht van het kind:

Babyzitje

E72337

Baby's met een gewicht van minderdan 13 kg (circa 18 maanden) wordtoptimale bescherming gebodenwanneer ze worden vervoerd in eenbabyzitje (groep 0+) datachterwaarts op de achterbank isgeplaatst.

Kinderveiligheidszitje

E72338

Kinderen met een gewicht tussen 13en 18 kg (circa 9 maanden tot 4 jaar)moeten goed vastgegespt in eenkinderveiligheidszitje (groep I)op de achterbank worden vervoerd.

19

Veiligheidsuitrusting voor kinderen

Page 22: Instructieboekje FordMondeo

PLAATSING VANKINDERZITJES

WAARSCHUWINGENWanneer uw Ford is uitgerustmet een airbag aan

passagierszijde, mogen kinderen meteen lengte van 150 cm en minder ofvan 12 jaar en jonger alleen wordenvervoerd in een kinderveiligheidszitjedat stevig op de achterbank isbevestigd - nooit voorin de auto.

Bijzonder gevaarlijk! Plaats nooiteen kinderzitje achterwaarts op

een stoel waarvóór zich een airbagbevindt!

N.B.: Wanneer persoonlijkeomstandigheden vereisen dat eenkind met een gewicht van meer dan9 kg moet plaatsnemen op eenvoorstoel waarvóór zich een airbagbevindt, gebruik dan altijd een in derijrichting geplaatstkinderveiligheidszitje.

De volgende tabel geeft aanwijzingenover de geschiktebevestigingspunten voor kinderzitjes.

Plaatsing van kinderzitjesGewichtsgroepenZitplaatsen

IIIIII0+022 tot 36kg (ca. 6

tot 12jaar)

15 tot 25kg (ca.

31/2 − 12jaar)

9 tot 18kg (ca. 9maandentot 4 jaar)

Tot 13 kg(ca. 0-2

jaar)

Tot 10 kg(ca. 0-9

maanden)

Veilig-heids-kussen(zitver-hoger)

Veilig-heids-kussen(zitver-hoger)

Kindervei-ligheids-

zitje

BabyzitjeBabyzitje

U1U1U1XXVoorste passagiers-stoel

UUUUUAchterbank

X = Zitplaats niet geschikt voor kinderen in deze gewichts-/leeftijdsgroep.

U = Zitplaats geschikt voor universele kinderveiligheidszitjes die zijngoedgekeurd voor deze gewichts-/leeftijdsgroep.

U1 = Zitplaats geschikt voor universele kinderzitjes, maar Ford adviseertkinderen altijd in een geschikt kinderveiligheidszitje op de achterbank tevervoeren.

20

Veiligheidsuitrusting voor kinderen

Page 23: Instructieboekje FordMondeo

ZITVERHOGERS

E72362

KinderzitjeAKinderveiligheidskussen(zitverhoger)B

WAARSCHUWINGENGebruik nooit een zitverhogeralleen in combinatie met een

heupgordel.Leg de schoudergordel nooitonder de arm of achter de rug

van het kind langs.Gebruik nooit kussens, boekenof handdoeken om het kind

hoger te laten zitten.

Kinderen met een gewicht van meerdan 15 kg en een lengte van minderdan 150 cm moeten gebruikmakenvan een kinderzitje of eenzitverhoger. Voor kinderen met eengewicht van 15 tot 25 kg raadt Fordhet gebruik van een kinderzitje aandat een combinatie is van eenzitverhoger en een rugleuning in eenkinderzitje. De hogere zitpositie zorgtervoor dat de standaardveiligheidsgordel over het middenvan de schouder komt te liggen enniet langs de hals en dat deheupgordel over de heupen komt teliggen in plaats van over de maag.Zorg ervoor dat uw kind rechtop zit.

Geïntegreerde zitverhoger

N.B.: Gebruik de zitverhoger in dehoge stand niet in combinatie meteen kinderveiligheidszitje.

De zitverhoger moet worden gebruiktvoor kinderen van ongeveer 6 tot 12jaar, met een lengte van maximaal150 cm en een gewicht van 22 en 36kg.

21

Veiligheidsuitrusting voor kinderen

Page 24: Instructieboekje FordMondeo

E72363

Trek de hendel uit. Druk dezitverhoger tegen stevig tegen derugleuning.

E72364

Druk hem naar beneden tot hetvergrendelmechanisme aangrijpt.

E72365

De verhoogde zitpositie maakt hetmogelijk de veiligheidsgordel correctover het lichaam te leggen: deschoudergordel moet over hetmidden van de schouder liggen; deheupgordel moet nauwsluitend overde heupen liggen, niet over de maag.

E72366

22

Veiligheidsuitrusting voor kinderen

Page 25: Instructieboekje FordMondeo

N.B.: Controleer voordat u dezitverhoger weer in zijnoorspronkelijke stand terugbrengt,of er geen voorwerpen onder liggen.

Ga in omgekeerde volgorde te werk.Zorg ervoor dat hetvergrendelmechanisme goedaangrijpt.

Vario kinderveiligheidszitje

E72367

Het Vario kinderveiligheidszitje isbestemd voor kinderen van drie eneen half jaar tot zeven jaar en eengewicht van 15 tot 25 kg. Het moetmet een driepunts rolgordel wordenbevestigd. Het kinderveiligheidszitjekan op alle zitplaatsen op deachterbank, inclusief de middelste,worden aangebracht.

E72368

N.B.: Raadpleeg ook de instructiesdie bij het kinderveiligheidszitje zijnmeegeleverd.

Plaats, nadat het kind op deachterbank is gaan zitten, het Variokinderveiligheidszitje vóór het kind.Zet het als volgt met een driepuntsrolgordel vast:

1. Steek de slottong in het gordelslottot een zachte klik hoorbaar is.

2. Plaats de heupgordel in degeleider aan en zet hem vast.

3. Leg de schoudergordel over deheupgordel en zet hem vast.

23

Veiligheidsuitrusting voor kinderen

Page 26: Instructieboekje FordMondeo

KINDERSLOTEN

E72192

WAARSCHUWINGWanneer hetkinderveiligheidsslot in werking

is gesteld, kan het portier alleen vanbuitenaf worden geopend.

Draai de sleutel in het achterportiernaar de buitenzijde om hetveiligheidsslot in werking te stellen.

Draai de sleutel naar de binnenzijdeom het veiligheidsslot buiten werkingte stellen.

24

Veiligheidsuitrusting voor kinderen

Page 27: Instructieboekje FordMondeo

WERKING

Airbags

E72324

WAARSCHUWINGBreng aan de voorzijde van deauto geen enkele wijziging aan,

omdat dit negatieve gevolgen kanhebben op de werking van de airbag.

N.B.: Het opblazen van een airbaggaat gepaard met een luide knal. Hetis normaal dat een onschadelijke,poederachtige stof achterblijft.

Het airbagsysteem bestaat uit devolgende onderdelen:

• in twee fasen opblaasbare nylonzakken (airbags) metgasgeneratoren

• zij-airbags• side curtains• gordelslotspanners

• diverse inzittendensensoren• crashsensoren• een controlelamp op het

instrumentenpaneel• een elektronisch regel- en

diagnosesysteem

E72330

25

Bescherming van inzittenden

Page 28: Instructieboekje FordMondeo

WAARSCHUWINGENLaat reparaties aan devoorstoelbekleding, de

sensoren op de stoelen en tegen hetdak over aan gedegen getraindpersoneel. Wanneer de zij-airbagsper ongeluk in werking treden kanhierdoor lichamelijk letsel ontstaan.

Blokkeer, belemmer of bedekde airbag niet omdat deze zich

dan niet correct kan ontvouwen.Steek geen scherpe voorwerpen inde gebieden waar de airbags zijnaangebracht. Hierdoor zouden deairbags kunnen worden beschadigd.

Breng geen extra stoelhoezenaan die niet speciaal zijn

ontwikkeld voor het gebruik opstoelen met zij-airbags. Laat hetaanbrengen van deze stoelhoezenover aan de gedegen getraindemonteurs.

E66553

WAARSCHUWINGDraag altijd de veiligheidsgordelen houd voldoende afstand tot

het stuurwiel. Alleen wanneer deveiligheidsgordel op de juiste wijzewordt gedragen, kan het lichaam opzijn plaats worden gehouden,waardoor de airbag zijn maximalebescherming kan bieden. Wanneerde airbag wordt geactiveerd bestaathet gevaar van verwonding.

Voor een optimale werking van deairbags moeten de zitting en derugleuning correct worden ingesteld.Zie De juiste zitpositie innemen(bladzijde 96).

Dit is de ideale zitpositie voor debestuurder en voorpassagier en helptde kans van verwonding door tedicht op een zich ontvouwendeairbag te zitten reduceren.

E72325

26

Bescherming van inzittenden

Page 29: Instructieboekje FordMondeo

De front-airbags treden in werking bijzware aanrijdingen, hetzijfrontaal of binnen een hoek van30 graden van links of van rechts.De airbags worden in enkelemilliseconden opgeblazen. Zodra delichamen van de inzittenden inaanraking komen met de airbags,stromen deze leeg waardoor devoorwaartse beweging wordtopgevangen.

E72326

Bij lichte aanrijdingen, het over de kopslaan van de auto of bij aanrijdingenvan opzij of van achteren worden defront-airbags niet geactiveerd.

E72327

WAARSCHUWINGENLaat reparaties aan hetstuurwiel, de stuurkolom en het

airbagsysteem over aan gedegengetrainde monteurs.

Houd het gebied vóór deairbags altijd vrij. Breng niets op

of over deze gebieden aan.

Deze gebieden mogen uitsluitendworden gereinigd met een vochtigedoek; nooit met een natte doek!

Twee fasen strategie

Een systeem van sensoren in de autoregistreert de rijsnelheid, de staat vande veiligheidsgordel en de stand vande bestuurdersstoel. Bij eenaanrijding kan het systeemverschillende crash-omstandighedenen de bezetting van de stoelenonderscheiden en de betreffendeveiligheidsvoorzieningen activeren.

In de meeste gevallen dat een airbagwordt geactiveerd, treedt de eerstefase in werking om de inzittendebescherming te bieden. Daarnatreedt pas de tweede fase inwerking. Bij bijzonder zwareaanrijdingen worden beide fasentegelijk geactiveerd om de inzittendebescherming te bieden.

Vooral voor bestuurders, die geenstandaard lengte hebben of niet ineen standaard zitpositie zitten, zorgtdit systeem voor aanzienlijk meerveiligheid.

27

Bescherming van inzittenden

Page 30: Instructieboekje FordMondeo

Zij-airbags

E72328

Een label op de rugleuning duidt aandat de auto is uitgerust metzij-airbags. De zij-airbags bevindenzich in de zijkant van de rugleuningenvan de voorstoelen. Bij een zwarezijdelingse aanrijding wordt de airbagaan de betreffende zijde geactiveerd.

De airbag wordt opgeblazen tussenhet portierpaneel en de inzittende.Zodra deze persoon in aanrakingkomt met de airbag, stroomt deairbag weer leeg, waardoor hetlichaam soepel wordt opgevangen.

Bij lichte zijdelingse aanrijdingen enbij aanrijdingen van voren of vanachteren, worden de zij-airbags nietgeactiveerd.

Side curtains

E72329

Opschriften in reliëf op deportierstijlen boven deveiligheidsgordels geven aan dat deauto is uitgerust met side curtains.De side curtains zijn boven de voor-en achterportierruiten achter dehemelbekleding aangebracht. Bij eenzware zijdelingse aanrijding wordt deairbag aan de betreffende zijdegeactiveerd.

Bij lichte zijdelingse aanrijdingen enbij aanrijdingen van voren of vanachteren, worden de side curtainsniet geactiveerd.

Veiligheidsgordels

WAARSCHUWINGENDraag altijd eenveiligheidsgordel.Gebruik een veiligheidsgordelnooit voor meer dan een

persoon.Vermijd het dragen van dikkekleding.

28

Bescherming van inzittenden

Page 31: Instructieboekje FordMondeo

De veiligheidsgordels moetenstrak om het lichaam liggen.

Gordelslotspanner

E72333

WAARSCHUWINGDe gordelslotspanners mogenniet worden verwijderd. Nadat

de gordelslotspanners bij eenaanrijding zijn geactiveerd, moetenzij worden vervangen. Laat degordelslotspanners alleenonderhouden en afvoeren doorspeciaal geschoold personeel.

Het gordelsysteem met degordelslotspanners van de voorstezitplaatsen reduceert de kans opernstige verwonding bij frontaleaanrijdingen. Bij een zware aanrijdingworden de gordels zo strakgespannen, dat alle speling in degordel wordt opgeheven.

De gordelslotspanners wordengeactiveerd bij frontale en zijdelingseaanrijdingen na het overschrijden vaneen drempelwaarde. Bij aanrijdingenvan achteren worden degordelslotspanners niet geactiveerd.De gordelslotspanner aanpassagierszijde wordt uitgeschakeldwanneer de stoel aan passagierszijdeonbezet is, ook wanneer de slottongvan de veiligheidsgordel in het slot isgestoken.

WAARSCHUWINGSSIGNAALVEILIGHEIDSGORDEL

Wanneer de rijsnelheidhoger wordt dan 7 km/h,gaat de herinneringslamp

branden en klinkt een gong als debestuurder zijn veiligheidsgordel nietheeft omgegespt. Het gongsignaalstopt na tien minuten. De lamp gaatpas uit wanneer de bestuurderzijn/haar veiligheidsgordel heeftvastgemaakt.

WAARSCHUWINGGa nooit boven op eenvastgemaakte veiligheidsgordel

zitten om het herinneringssysteemte misleiden. Het veiligheidssysteemkan alleen correct werken wanneerde passagiers hun veiligheidsgordelsdragen.

29

Bescherming van inzittenden

Page 32: Instructieboekje FordMondeo

N.B.: Het herinneringssysteem blijftin de stand-by modus nadat debestuurder zijn/haar veiligheidsgordelheeft omgedaan. Het wordt opnieuwgeactiveerd wanneer de bestuurderzijn of haar gordel losmaakt.

Herinneringssysteemuitschakelen

Om het herinneringssysteemeenmalig uit te schakelen moet deveiligheidsgordel binnen drieseconden nadat het contact isaangezet worden omgegespt enworden losgemaakt.

Neem contact op met uw dealer omhet herinneringssysteem permanentuit te schakelen of het weer opnieuwin te schakelen. Uw dealer kan u vande benodigde informatie voorzien ofhet in- of uitschakelen voor uuitvoeren.

VEILIGHEIDSGORDELSVASTMAKEN

E72331

WAARSCHUWINGSteek de slottong in hetgordelslot tot u een 'klik' hoort;

alleen dan is de veiligheidsgordelgoed vergrendeld.

Trek de veiligheidsgordel gelijkmatiguit. Als er een stevige ruk aan wordtgegeven of als de auto op een hellingstaat, kan de gordel blokkeren.

Druk de rode knop op het gordelslotin om de gordel los te maken en laatde gordel zich gelijkmatig en volledigoprollen.

30

Bescherming van inzittenden

Page 33: Instructieboekje FordMondeo

E72332

WAARSCHUWINGOm er zeker van kunnen zijn datde veiligheidsgordel van de

middelste zitplaats correct werkt,moet de rugleuning van deachterbank goed zijn vergrendeld.

Let erop dat elke slottong in hetcorrecte gordelslot wordt gestoken.

HOOGTE VANVEILIGHEIDSGORDELSAFSTELLEN

E72334

Druk, om de veiligheidsgordel inhoogte af te stellen, de knop op hetverstelmechanisme in en schuif hetmechanisme in een zodanige standdat de veiligheidsgordel over hetmidden van de schouder komt teliggen.

31

Bescherming van inzittenden

Page 34: Instructieboekje FordMondeo

GEBRUIK VANVEILIGHEIDSGORDELSTIJDENSZWANGERSCHAP

E66545

WAARSCHUWINGENZwangere vrouwen moeten eencorrect aangebrachte

veiligheidsgordel dragen; dit is veiligervoor zowel de moeder als hetongeboren kind.

Draag bij een driepuntsveiligheidsgordel nooit alleen de

heupgordel en ga nooit op deheupgordel zitten wanneer u alleende schoudergordel gebruikt. Beidezijn extreem gevaarlijk en kan hetrisico op ernstige verwondingenvergroten.

De heupgordel moet comfortabelover de heupen liggen aan deonderzijde van de zwangere buik. Deschoudergordel moet tussen deborsten en boven en aan de zijkantvan de zwangere buik aanliggen.

De veiligheidsgordel mag los over hetlichaam aanliggen of gedraaid zitten.Voor een optimale veiligheid moetende veiligheidsgordels nauwsluitendrond het lichaam liggen. Deveiligheidsgordels bieden maximalebescherming wanneer derugleuningen zich in bijna verticalestand bevinden.

WAARSCHUWINGSLAMPAIRBAGSYSTEEM

Wanneer het contact wordtaangezet (stand II) brandtdeze lamp kort ter

bevestiging dat het systeemoperationeel is.

Brandt de controlelamp niet, blijft hijbranden, of brandt hij met intervallenof continu tijdens het rijden, dan duidtdit op een storing. Laat dit voor uweigen veiligheid door een deskundigecontroleren.

32

Bescherming van inzittenden

Page 35: Instructieboekje FordMondeo

ALGEMENE INFORMATIEOVERRADIOFREQUENTIES

Zie Typegoedkeuring (bladzijde 196).

WAARSCHUWINGENDe radiofrequentie van deafstandsbediening kan ook

worden gebruikt door bijvoorbeeldradioamateurs, medischeapparatuur, draadlozehoofdtelefoons,afstandsbedieningen,alarmsystemen, enz. Wanneer defrequenties van de afstandsbedieningworden gestoord, kunt u geengebruik meer maken van deafstandsbediening, kan de auto nietmeer worden vergrendeld ofontgrendeld of de alarminstallatieworden ingeschakeld. Maar u kuntde auto met de sleutel vergrendelenen ontgrendelen.

De portieren of de laadruimteworden/ wordt ontgrendeld

wanneer de toetsen per ongelukworden ingedrukt, zonder daarbij deafstandsbediening op de auto terichten (bijv. in uw jaszak).

Het ontvangstbereik (de afstandtussen de zender en de auto) isafhankelijk van de omgeving en kanaanzienlijk verschillen.

PROGRAMMEREN VANDEAFSTANDSBEDIENING

Maximaal kunnen vierafstandsbedieningen (inclusief de bijde auto geleverdeafstandsbedieningen) voor uw autoworden geprogrammeerd.

E72191

Een nieuwe afstandsbedieningprogrammeren:

• Draai de contactsleutel vier keerbinnen zes seconden in stand II.

• Zet het contact af. Er klinkt eensignaal om aan te duiden dat hetnu mogelijk is een nieuweafstandsbediening teprogrammeren.

33

Sleutels en afstandsbediening

Page 36: Instructieboekje FordMondeo

• Druk op een willekeurige toets opde nieuwe afstandsbediening. Terbevestiging klinkt een signaal.Herhaal deze laatste handeling bijalle vier afstandsbedieningen,inclusief de originele.

• Zet het contact weer aan ofwacht tien seconden zonder eenandere afstandsbediening teprogrammeren om deprogrammeermodus tebeëindigen. Uw auto kan nuuitsluitend worden vergrendelden ontgrendeld met deafstandsbedieningen die u zojuistheeft geprogrammeerd.

Ontgrendelfunctie opnieuwprogrammeren

U kunt de ontgrendelfunctie dusdanigwijzigen dat wanneer u deontgrendeltoets eenmaal indrukt hetcentraal vergrendelingssysteem ofde dubbele vergrendeling en dealarminstallatie worden uitgeschakelden alleen het bestuurdersportierwordt ontgrendeld. Door deontgrendeltoets binnen drieseconden tweemaal in te drukken,worden ook de andere portierenontgrendeld.

Wilt u dat de bagageruimte tijdenshet rijden is vergrendeld, druk dan devergrendelknop op hetbestuurdersportier in om het centraalvergrendelingssysteem in teschakelen.

E72190

Om de ontgrendelfunctie opnieuw teprogrammeren moet u bij afgezetcontact de en ontgrendel- envergrendeltoetsen tegelijk indrukkenen minimaal vier seconden ingedrukthouden. De richtingaanwijzersknipperen tweemaal ter bevestigingdat de ontgrendelfunctie met succesopnieuw is geprogrammeerd.

Wanneer beide toetsen opnieuwminimaal vier seconden tegelijkingedrukt worden gehouden, wordtde oorspronkelijke programmeringweer geactiveerd.

BATTERIJ VANAFSTANDSBEDIENINGVERVANGEN

Wanneer het bereik van de zenderin de sleutel geleidelijk begint af tenemen, moet de batterij wordenvervangen (type 3V CR 2032).

34

Sleutels en afstandsbediening

Page 37: Instructieboekje FordMondeo

E68726

• Maak door een plat voorwerp(bijv. een schroevendraaier) in deuitsparing aan de achterzijde testeken de zender voorzichtig losvan het huis.

• Maak de batterij voorzichtig meteen plat voorwerp los. Breng denieuwe batterij tussen decontacten aan met het +merkteken naar beneden. Stel dezender in omgekeerde volgordeweer samen.

E68727

• Open de zender door deklemmen aan de zijkant met eenplat voorwerp uit elkaar tedrukken.

E68729

• Maak de batterij voorzichtig meteen plat voorwerp los. Breng denieuwe batterij tussen decontacten aan met het +merkteken naar beneden. Stel dezender in omgekeerde volgordeweer samen.

35

Sleutels en afstandsbediening

Page 38: Instructieboekje FordMondeo

VERGRENDELEN ENONTGRENDELEN

Portieren

Van buitenaf vergrendelen enontgrendelen

E72193

Alle portieren kunnen met de sleutelvan het bestuurdersportier vanbuitenaf worden vergrendeld enontgrendeld.

Van binnenuit vergrendelen enontgrendelen

E72194

A

B

Alle portieren kunnen vanuit hetinterieur met de vergrendelknop Aop het bestuudersportier wordenvergrendeld en worden ontgrendeldmet de portierkruk B. Om het portieraan passagierszijde en deachterportieren afzonderlijk tevergrendelen, moet devergrendelingsknop wordeningedrukt en het portier bij hetverlaten van de auto wordengesloten.

Achterklep

Achterklep openen

E72195

36

Sloten

Page 39: Instructieboekje FordMondeo

De achterklep kan op de volgendemanieren worden geopend:

• met behulp van deafstandsbediening.

• met behulp van de schakelaar inde greep op de achterklep.

• met behulp van de sleutel (vierdeurs sedan).

Achterklep sluiten

E72196

WAARSCHUWINGSluit de achterklep goed om tevoorkomen dat hij tijdens het

rijden opengaat. Rijden met eengeopende achterklep is bijzondergevaarlijk omdat dan uitlaatgassenhet interieur in kunnen wordenbinnengezogen.

De achterklep is aan de binnenzijdevoorzien van een uitsparing om hetsluiten te vergemakkelijken.

Centrale en dubbelevergrendeling

E72197

WAARSCHUWINGSchakel de dubbelevergrendeling niet in wanneer

zich personen in de auto bevinden.

Het centraal vergrendelingssysteemkan via het bestuurdersportierworden bediend. Het werkt alleenwanneer het bestuurdersportier isgesloten. Andere portieren mogennog zijn geopend. Het systeem wordtvan buitenaf met de sleutel of deafstandsbediening in werking gesteldof van binnenuit door het indrukkenvan de vergrendelknop op deportierkruk. De bagageruimte blijftvergrendeld.

37

Sloten

Page 40: Instructieboekje FordMondeo

E72198

De dubbele vergrendeling is eenextra beveiliging om te verhinderendat de portieren van binnenuitkunnen worden geopend. Dedubbele vergrendeling kan alleen inwerking worden gesteld wanneer alleportieren zijn gesloten.

Wagen ontgrendelen

Links stuur

A

E72199

Rechts stuur

A

E72200

Met behulp van de sleutel: draaide sleutel in het bestuurdersportierin de stand A.

E72201

38

Sloten

Page 41: Instructieboekje FordMondeo

WAARSCHUWINGMocht zich een storing in deelektrische installatie van de

auto voordoen, dan kunnen devoorportieren of de achterdeur metbehulp van de sleutel afzonderlijkworden ontgrendeld. Hetbagagecompartiment (vier deurssedan) kan ook met de sleutelworden geopend.

Met behulp van deafstandsbediening: druk eenmaalop de ontgrendeltoets.

Een lichtsignaal geeft aan dat alleportieren zijn ontgrendeld en dat hetdubbel vergrendelingssysteem ende alarminstallatie zijn uitgeschakeld.

Automatisch opnieuwvergrendelen

Om te voorkomen dat de wagen perongeluk onvergrendeld wordtachtergelaten, worden het centraalvergrendelingssysteem en dealarminstallatie automatisch na 45seconden na het indrukken van devergrendelingstoets opnieuwgeactiveerd wanneer tijdens dezeperiode het volgende plaatsvindt:

• Er werd geen portier geopend.• Het bagagecompartiment werd

niet geopend.• Het contact werd niet aangezet.

Achterklep ontgrendelen

E72202

Druk, om alleen de achterklep teontgrendelen wanneer de portierenzijn vergrendeld de ontgrendeltoetstweemaal binnen drie seconden in.

Auto vergrendelen

Links stuur

E72205

B

39

Sloten

Page 42: Instructieboekje FordMondeo

Rechts stuur

E72206

B

Centraal vergrendelingssysteem enalarminstallatie inschakelen:

Met behulp van de sleutel: draaide sleutel in het bestuurdersportierin de stand B.

E72207

met behulp van deafstandsbediening: druk eenmaalop de vergrendeltoets.

De voorportieren kunnen niet met deafstandsbediening wordenontgrendeld wanneer de achterklepopenstaat.

Bij uitvoeringen zonder dubbelevergrendeling knipperen derichtingaanwijzers tweemaal om tebevestigen dat het systeemfunctioneert.

Dubbele vergrendelinginschakelen:

Links stuur

E72208

A

B

Rechts stuur

E72209

B

A

Met behulp van de sleutel: draaide sleutel in het bestuurdersportierin de stand A en vervolgens binnentwee seconden in de stand B.

40

Sloten

Page 43: Instructieboekje FordMondeo

E72207

met behulp van deafstandsbediening: druktweemaal binnen drie seconden opde vergrendeltoets.

De richtingaanwijzers knipperentweemaal om aan te geven dat alleportieren en de bagageruimte zijnvergrendeld.

CENTRALEVERGRENDELING

Integraal openen

E72203

E72201

Houd, om alle ruiten en het schuifdakte openen, de ontgrendeltoetsminimaal drie seconden ingedrukt.Door de vergrendel- ofontgrendeltoets opnieuw in tedrukken wordt het openenonderbroken. Tijdens het integraalopenen, schuift het schuifdak altijdhorizontaal naar achteren.

Integraal sluiten

E72210

41

Sloten

Page 44: Instructieboekje FordMondeo

E72207

WAARSCHUWINGSla het sluiten van de ruiten altijdgade. Druk in noodgevallen

onmiddellijk op een toets om debeweging te stoppen.

Houd, om alle ruiten en het schuifdakte sluiten, de toets minstens tweeseconden ingedrukt. Door eenwillekeurige toets in te drukken wordthet sluiten onderbroken. Tijdens hetintegraal sluiten is de antiklemfunctiegeactiveerd. Zie Elektrischbedienbare ruiten (bladzijde 72). ZieElektrisch zonnedak (bladzijde 92).

42

Sloten

Page 45: Instructieboekje FordMondeo

WERKING

Het immobilisatiesysteem is eenbeveiligingssysteem tegen diefstaldat voorkomt dat de motor kanworden gestart met een sleutel dieniet de juiste code bevat.

GECODEERDE SLEUTELS

E66506

Uw auto is met gecodeerde sleutelsafgeleverd.

WAARSCHUWINGLaat om veiligheidsredenen bijverlies van een sleutel de codes

wissen en de sleutels programmerenmet een nieuwe code. Raadpleeguw dealer wanneer over nog slechtseen gecodeerde sleutel beschikt.

Vervangingssleutels moetentezamen met de andere sleutelsopnieuw worden geprogrammeerd.

Bij verlies zijn vervangingssleutels bijde dealer verkrijgbaar nadat u hetsleutelnummer hebt opgegeven. Ditnummer staat op het plaatje, dat bijde originele sleutels werd geleverd.

N.B.: Voor een storingvrije enprobleemloze uitwisseling vansignalen tussen de auto en de sleutel,mag de sleutel niet door metalenvoorwerpen worden afgedekt.

E66505

Sleutels coderen

Maximaal kunnen acht sleutels(inclusief de sleutels die bij de autowerden geleverd) wordengecodeerd met behulp van tweeandere sleutels, die eerder voor uwauto werden gecodeerd.

Voer elk van de volgendehandelingen binnen vijfseconden uit.

E66507

43

Motorstartblokkering

Page 46: Instructieboekje FordMondeo

1. Steek de eerste sleutel in hetcontactslot en draai hem in standII.

2. Draai de sleutel terug in stand 0en neem de sleutel uit hetcontactslot.

3. Steek de tweede sleutel in hetcontactslot en draai hem in standII.

4. Draai de tweede sleutel terug instand 0 en neem de sleutel uit hetcontactslot - de coderingsmodusis nu geactiveerd.

5. Wanneer nu een ongecodeerdesleutel in het contactslot wordtgestoken en binnen twintigseconden in de stand II wordtgedraaid, wordt de systeemcodedoor de sleutel ingelezen.

6. Neem na de coderingsprocedurede sleutel uit het contactslot.Wacht vijf seconden met hetinschakelen van het systeem.

Wanneer het coderen niet geheelcorrect is verlopen, knippert decontrolelamp nadat het contact metde nieuw gecodeerde sleutel isaangezet en slaat de motor niet aan.

Herhaal de procedure na een pauzevan twintig seconden met aangezetcontact (stand II).

Code wissen

Met twee voor uw auto gecodeerdesleutels kunt u alle overigegecodeerde sleutels onbruikbaarmaken, bijvoorbeeld na verlies vaneen sleutel:

Voer elk van de volgendehandelingen binnen vijfseconden uit.

Voer de eerste vier handelingen uitzoals is beschreven onder Sleutelscoderen, en ga vervolgens als volgtte werk:

E66508

• Steek de tweede sleutel in hetcontactslot en draai hem in standII.

• Neem de sleutel uit hetcontactslot.

• Steek de eerste sleutel in hetcontactslot, draai hem in stand IIen houd hem in deze stand. Decontrolelamp knippert nu vijfseconden.

• Indien het contact gedurendedeze vijf seconden wordt afgezet,wordt het wissen van desleutelcode afgebroken en wordtde code niet gewist.

• Wanneer het wissen van desleutels is voltooid, kunnen alleoverige sleutels met uitzonderingvan de twee sleutels die nodig zijnvoor het wissen, niet langerworden gebruikt tenzij ze opnieuwworden gecodeerd.

44

Motorstartblokkering

Page 47: Instructieboekje FordMondeo

Extra sleutels kunnen nu wordengecodeerd.

IMMOBILISATIESYSTEEMINSCHAKELEN

E70359

Vijf seconden nadat het contact isafgezet schakelt het systeemautomatisch in. De controlelamp inde klok knippert.

IMMOBILISATIESYSTEEMUITSCHAKELEN

Het systeem wordt uitgeschakeldzodra het contact wordt aangezeten het systeem de juiste code heeftherkend. De controlelamp in de klokbrandt gedurende circa drieseconden en gaat daarna uit.

Wanneer de controlelamp ongeveereen minuut knippert en vervolgensmet onregelmatige tussenpozenbrandt, heeft het systeem de codeniet herkend. Neem de sleutel uit hetslot en probeer het nogmaals.

Wanneer een sleutel met eenonjuiste code werd gebruikt moet 20seconden worden gewacht voordatde motor kan worden gestart meteen sleutel met de juiste code.

Als de motor dan nog niet aanslaat,is er sprake van een storing in hetsysteem. Laat het systeemonmiddellijk door een deskundigecontroleren.

45

Motorstartblokkering

Page 48: Instructieboekje FordMondeo

ALARM INSCHAKELEN

N.B.: Indien de auto met de sleutelwordt vergrendeld, wordt dealarminstallatie niet geactiveerd(auto's met 3,0 l Duractec-VE/-ST of2,5l Duractec-VE motor en extrabeveiliging).

Het systeem wordt geactiveerdzodra de auto is vergrendeld enbeschermt uw auto tegen indringersdie trachten de portieren, demotorkap of hetbagagecompartiment te openen ofde audio-installatie te verwijderen.

Interieursensoren

N.B.: De interieursensoren kunnenalleen correct functioneren wanneeralle ruiten en het schuifdak volledigzijn gesloten. Bovendien mogen desensoren niet bedekt worden. Hetsysteem moet niet wordengeactiveerd indien zich personen,dieren of andere bewegendevoorwerpen in de auto bevinden.

N.B.: Activeer de interieursensorenniet indien een extraverwarmingssysteem is ingeschakeldaangezien hierdoor de alarminstallatiekan afgaan.

De interieursensoren registreren allebewegingen in de auto.

De interieursensoren worden tegelijkmet het dubbelvergrendelingssysteem geactiveerd.

Automatische vertragingvan het inschakelen

Maximaal twintig seconden nadat dealarminstallatie is ingeschakeld kande auto nog worden geopendzonder het alarmsignaal te activeren.Na die tijd controleert dealarminstallatie alle portieren, demotorkap en de achterklep, mitsdeze zijn gesloten.

Wanneer een portier, de motorkapof de achterklep later wordt gesloten,controleert het systeem dit na 20seconden.

Alarmsignaal

Het alarmsignaal klinkt 30 secondenindien een onbevoegd persoon eenportier, het bagagecompartiment ofde motorkap opent of wanneer deinterieursensoren (optie) eenbeweging in de auto registreren.

De waarschuwingsknipperlichtenknipperen gedurende vijf minuten.

Als men tracht de motor te startenof de audio-installatie teontvreemden zal het alarmsignaalopnieuw klinken.

ALARM UITSCHAKELEN

De alarminstallatie kan op elkgewenst moment - zelfs wanneerhet alarmsignaal klinkt - wordenuitgeschakeld door hetbestuurdersportier met de sleutel ofde afstandsbediening teontgrendelen.

46

Alarm

Page 49: Instructieboekje FordMondeo

De alarminstallatie voor de achterklepwordt uitgeschakeld wanneer debagageruimte wordt ontgrendeldmet een sleutel (4-deursuitvoeringen) of deafstandsbediening (alle modellen).Nadat de bagageruimte is afgesloten,wordt de alarminstallatie weeringeschakeld.

Auto's met 3,0 l Duratec-VE/-ST of 2,5 l Duratec-VEmotor

N.B.: Wanneer een voorportier meteen sleutel wordt ontgrendeld wordtde alarminstallatie nietuitgeschakeld.

Bij auto's met extra beveiligingen(alleen bepaalde landen) wordt dealarminstallatie uitgeschakeld doorop op de ontgrendeltoets op deafstandsbediening te drukken.

Open het bestuurdersportier met eensleutel om de installatie zonderafstandsbediening uit te schakelenHierdoor treedt een vertraging van12 seconden op voor dealarminstallatie afgaat. Binnen dezetijd kan de installatie wordenuitgeschakeld door de sleutel in hetcontact in de stand II te zetten.

47

Alarm

Page 50: Instructieboekje FordMondeo

STUURWIEL AFSTELLEN

E70358

WAARSCHUWINGVerstel nooit het stuurwiel als deauto in beweging is.

Druk de vergrendelhendel omlaagom de hoogte van het stuurwiel ende afstand tot de bestuurder ervanin te stellen.

Breng de hendel weer in zijnoorspronkelijke stand om destuurkolom te vergrendelen.

Zie De juiste zitpositie innemen(bladzijde 96).

CLAXON

E70360

De claxon werkt ook bij afgezetcontact.

AUDIOBEDIENING

Kies de radio, CD of cassette modusop de audio-installatie.

De volgende functies kunnen met deafstandsbediening worden bediend:

Volume

E70361

48

Stuurwiel

Page 51: Instructieboekje FordMondeo

Hoger volume: druk de VOL+schakelaar in de richting van hetstuurwiel.

Volume verlagen: trek de VOL−schakelaar naar het stuurwiel toe.

Zoekfunctie

E70362

Beweeg de SEEK schakelaar in derichting van het stuurwiel of hetinstrumentenpaneel:

• In radio modus wordt heteerstvolgende radiostation op eenhogere of lagere frequentiebandopgezocht.

• In de CD modus wordt hetvolgende of het vorige nummergekozen.

Modus

E70363

N.B.: Indien de auto is uitgerust meteen spraakgestuurd systeem (voicecontrol) en/of mobiele telefoon kanhet radiosysteem niet met de functieMODE worden geregeld.

Druk kort op de toets aan de zijkant:

• In radio modus wordt hetvolgende in het geheugenopgeslagen radiostationopgezocht.

• In de CD modus wordt devolgende CD gekozen wanneereen CD-wisselaar is gemonteerd.

• In alle modi om eenverkeersbericht te onderbreken.

Druk de toets aan de zijkant in enhoud deze ingedrukt:

• Van modus veranderen (radio, CDof cassette etc.).

49

Stuurwiel

Page 52: Instructieboekje FordMondeo

SPRAAKSTURING

E70363

N.B.: Indien de auto tevens isuitgerust met een mobiele telefoonkan deze functie bij een inkomend ofactief telefoongesprek niet wordengebruikt.

Druk de toets kort in om hetspraakgestuurde systeem in of uit teschakelen.

Raadpleeg voor meer informatie deafzonderlijke handleiding.

50

Stuurwiel

Page 53: Instructieboekje FordMondeo

VOORRUITWISSERS

A

B

C

D

E72172

Eenmalig wissenAWissen met intervallen ofautomatisch wissenB

Normale wissnelheidCHoge wissnelheidD

Wissen met intervallen

E72173

2

Kies de wisinterval met de draaiknop:1 = Korte interval. 6 = Lange interval.

Automatisch wissen

WAARSCHUWINGENLet er bij vriezend weer op datde voorruit geheel ontdooid is

voordat u de automatische wisfunctieinschakelt.

Schakel de automatischewisfunctie uit wanneer u een

autowasserette binnenrijdt.Vervang de ruitenwisserbladenzodra deze strepen water en

vuil achterlaten of wanneer ze hetwater niet meer volledig van devoorruit verwijderen. Als deruitenwisserbladen niet wordenvervangen, blijft de regensensorcontinu water op de voorruitwaarnemen. Dit heeft tot gevolg datde ruitenwissers blijven werken terwijlde voorruit voor het grootste deeldroog is.

N.B.: De automatische wisfunctie isbedoeld voor gebruik tijdens continunat weer en is bijzonder gevoeligvoor alles wat in de omgeving van deregensensor in aanraking komt metde voorruit. Voorwerpen als vuil, mistof vliegen die in de omgeving van desensor met de voorruit in aanrakingkomen, kunnen er de oorzaak vanzijn dat de ruitenwissers eenwisbeweging maken, hoewel devoorruit vrijwel droog is.

N.B.: De functie automatisch wissenmoet niet worden ingeschakeld bijsneeuw, mist of wanneer de wegenzijn gepekeld. Kies onder dergelijkeweersomstandigheden zo nodig eenandere stand.

51

Ruitenwissers en ruitensproeiers

Page 54: Instructieboekje FordMondeo

Wanneer de automatische wisfunctiewordt ingeschakeld maken deruitenwissers één wisbewegingongeacht of de voorruit nat of droogis. Daarna, of wanneer het contactwordt aangezet bij ingeschakeldeautomatische wisfunctie, maken deruitenwissers geen wisbewegingmeer tot water op de voorruit wordtvastgesteld. Zet als alternatief dehendel in een andere stand en kiesvervolgens de automatischewisfunctie of schakel deruitensproeiers in.

De regensensor meet continu dehoeveelheid water op de voorruit enzal de snelheid van devoorruitwissers automatisch instellen(enkele wisbeweging, met intervallen,normale of hoge wissnelheid).

E72173

2

De gevoeligheid van de regensensorwordt ingesteld door middel van dedraaiknop:

1 = Hoge gevoeligheid: deruitenwissers treden al bij een geringehoeveelheid water op de voorruit inwerking.

6 = Lage gevoeligheid: deruitenwissers treden pas bij eengrotere hoeveelheid water op devoorruit in werking.

VOORRUITSPROEIERS

E72174

WAARSCHUWINGSchakel de ruitensproeiers nietlanger dan tien seconden

achtereen in; schakel deruitensproeiers nooit in als hetreservoir leeg is.

Druk de knop op het uiteinde van dehendel in en houd deze ingedrukt omde ruitensproeiers in te schakelen.

De ruitensproeiers werken incombinatie met de ruitenwissers.Zodra de wis/was cyclus is voltooid,pauzeren de voorruitwissers enmaken vervolgens nog één wisslagom de ruit te drogen.

52

Ruitenwissers en ruitensproeiers

Page 55: Instructieboekje FordMondeo

Wanneer de koplampen zijningeschakeld, stellen devoorruitsproeiers ook dekoplampsproeiers in werking.

ACHTERRUITWISSERS EN-SPROEIERS

Wissen met intervallen

E72175

Beweeg de schakelaarhendel naarhet stuurwiel.

Wissen tijdensachteruitrijden

De achterruitwisser treedtautomatisch in werking wanneer deachteruit wordt ingeschakeld, indien

• de achterruitwisser nog niet wasingeschakeld,

• de schakelaar in de stand C, of D• in de stand B staat en de

voorruitwissers werken.

De achterruitwisser volgt de intervalvan de voorruitwissers (bij wissenmet intervallen of normalewissnelheid).

Ruitensproeier

E72176

WAARSCHUWINGSchakel de ruitensproeiers nietlanger dan tien seconden

achtereen in; schakel deruitensproeiers nooit in als hetreservoir leeg is.

Trek de hendel volledig naar hetstuurwiel toe en houd hem in dezestand om de ruitensproeiers in teschakelen.

De ruitensproeiers werken incombinatie met de ruitenwissers.

De ruitensproeier van de achterruitbevindt zich op het dak boven deachterruit.

53

Ruitenwissers en ruitensproeiers

Page 56: Instructieboekje FordMondeo

VOORRUITSPROEIERSAFSTELLEN

E73425

De ruitensproeiers kunnen wordenafgesteld door een speld in dekogelvormige sproeierkoppen testeken en de sproeiers in degewenste stand te draaien.

KOPLAMPSPROEIERS

E73427

WAARSCHUWINGSchakel de ruitensproeiers nietlanger dan tien seconden

achtereen in; schakel deruitensproeiers nooit in als hetreservoir leeg is.

De koplampsproeiers werkenwanneer de buitenverlichting isingeschakeld en de ruitensproeiersvan de voorruit worden bediend. Hetsysteem wordt van vloeistof voorziendoor het reservoir van devoorruitsproeiers.

RUITENWISSERBLADENCONTROLEREN

E66644

Controleer regelmatig met devingertop de rubber randen van deruitenwisserbladen op oneffenhedenen beschadigingen. Reinig deruitenwisserbladen met een in watergedrenkte spons.

54

Ruitenwissers en ruitensproeiers

Page 57: Instructieboekje FordMondeo

RUITENWISSERBLADENVERVANGEN

E66645

1

23

4

Trek de ruitenwisserarm van devoorruit af en plaats hetruitenwisserblad in een rechte hoekten opzichte van de arm. Druk deklem in de richting van de pijl en trekhet wisserblad los van de arm.

55

Ruitenwissers en ruitensproeiers

Page 58: Instructieboekje FordMondeo

VERLICHTINGSBEDIENING

Standen van delichtschakelaar

AB

C

E72161

UitAStads- en achterlichtenBKoplampenCParkeerlichtenD

Parkeerlichten

Indrukken en linksom draaien.

Automatisch in-/uitschakelde verlichting

E72162

WAARSCHUWINGDe automatischein-/uitschakelende verlichting is

een extra systeem, dat niet isbedoeld om de bestuurder teontslaan van zijn verantwoordelijkheidten aanzien van de buitenverlichtingvan de auto.

Met de lichtschakelaar in de standAUTO gaat het dimlicht afhankelijkvan het omgevingslicht automatischaan en uit.

N.B.: Het grootlicht kan alleenworden ingeschakeld wanneer hetautomatische verlichtingssysteemde koplampen heeft ingeschakeld.

56

Verlichting

Page 59: Instructieboekje FordMondeo

Wanneer de verlichting automatischworden uitgeschakeld terwijl hetgrootlicht was ingeschakeld, wordthet grootlicht weer ingeschakeldwanneer de verlichting automatischwordt ingeschakeld. Het dimlicht kanworden ingeschakeld door demultifunctionele hendel naar hetstuurwiel te trekken.

Grootlicht/ dimlicht

E72168

Trek de schakelaarhendel naar hetstuurwiel om te wisselen.

Lichtsignaal

E72168

Beweeg de schakelaarhendel naarhet stuurwiel.

VOORSTE MISTLAMPEN

E72163

N.B.: De mistlampen, voor, kunnenniet worden ingeschakeld wanneerde lichtschakelaar in de stand AUTOstaat. Schakel, om de mistlampen,voor, in te schakelen, deautomatische functie uit.

Schakel de koplampen in 1 en trekde schakelaar één stand uit 2.

De mistlampen, voor, mogen alleenworden ingeschakeld wanneer hetzicht ernstig wordt belemmerd doormist, sneeuw of regen.

57

Verlichting

Page 60: Instructieboekje FordMondeo

MISTACHTERLICHTEN

1

2E72164

WAARSCHUWINGDe mistachterlichten mogenalleen worden gebruikt wanneer

het zicht minder dan 50 meterbedraagt en mogen niet wordengebruikt bij regen of sneeuwval.

N.B.: Bij wagens die niet zijnuitgerust met mistlampen aan devoorzijde kan de schakelaar slechtséén stand worden uitgetrokken.

N.B.: De mistachterlichten kunnenniet worden ingeschakeld wanneerde lichtschakelaar in de stand AUTOstaat. Schakel, om demistachterlichten in te schakelen, deautomatische functie uit.

Schakel de buitenverlichting in 1 entrek de schakelaar twee standen uit2.

KOPLAMPEN AFSTELLEN

Auto's met Xenon lampen

Uitvoeringen met Xenon koplampenzijn voorzien van automatischehoogteregeling voor dekoplamplichtbundels.

De koplampen kunnen wordeningesteld voor links- of rechtsrijdendverkeer, bijvoorbeeld wanneer u naarhet buitenland gaat. Dit instellen maguitsluitend door een deskundigeworden uitgevoerd.

58

Verlichting

Page 61: Instructieboekje FordMondeo

KOPLAMPHOOGTE AFSTELLEN

A

B

E72165

Zonder hoogteverstelling van de koplamplichtbundelsAMet hoogteverstelling van de koplamplichtbundelsB

De hoogte van dekoplamplichtbundels kan wordenaangepast aan de belading van deauto. Draai de regelknop naarbeneden om de lichtbundels omlaagte brengen en naar boven om zeomhoog te brengen.

E65990

59

Verlichting

Page 62: Instructieboekje FordMondeo

Aanbevolen regelknopstandenRegelknopstandBelading

WagonSedanGewicht inbagage-ruimte1

Aantal personenmet auto-matische

niveaurege-ling

zonderautomati-

scheniveaurege-

ling

AchterbankVoor-stoelen

000--1-201212-31-202222max.131-2123232max.1-1

1 Zie Technische specificatie (bladzijde 186).2Bij uitvoeringen met een 2,0 l DuraTorq-TDCi of 2,5 l Duratec-VE motor meteen automatische transmissie moet de regelknopstand met 0,5 wordenverhoogd. Tijdens het rijden met een aanhanger kunnen hogereregelknopstanden (+1) noodzakelijk zijn.

WAARSCHUWINGSKNIP-PERLICHTEN

E72166

Druk op de schakelaar om hetsysteem in of uit te schakelen. Dewaarschuwingsknipperlichten werkenook bij afgezet contact.

60

Verlichting

Page 63: Instructieboekje FordMondeo

RICHTINGAANWIJZERS

E72167

Beweeg derichtingaanwijzerschakelaar kortomhoog of omlaag; derichtingaanwijzers knipperen dandriemaal.

INTERIEURVERLICHTING

A B C

E72170

UitAPortiercontactBAanC

Bij sommige uitvoeringen zal met deschakelaar in de stand B deinterieurverlichting na het sluiten vande portieren nog enige tijd blijvenbranden. Bij het aanzetten van hetcontact gaat de verlichtingonmiddellijk uit.

Wanneer de auto voor langere tijdmet geopende portieren wordtgeparkeerd, gaat de verlichtingautomatisch na 30 minuten uit.

Zet het contact korte tijd aan (standII) om de verlichting weer in teschakelen.

61

Verlichting

Page 64: Instructieboekje FordMondeo

Leeslampen

E72171

GLOEILAMPENVERVANGEN

WAARSCHUWINGENLaat bij uitvoeringen met Xenonkoplampen de gloeilampen van

de koplampen door een deskundigevervangen. Door de hoge spanningbestaat gevaar op verwonding.

Als de gloeilampen brandenworden deze en hun omgeving

heet. Schakel de lampen uit en laatze afkoelen alvorens ze tevervangen.

N.B.: Laat telkens nadat eengloeilamp van de koplampen isvervangen de afstelling van dekoplampen controleren.

Schakel altijd de verlichting uit en zethet contact af voordat u eengloeilamp vervangt.

Houd gloeilampen nooit bij het glasvast. Monteer uitsluitend gloeilampendie zijn voorzien van een UV-filter.Vervang een defecte gloeilamp altijddoor een nieuw exemplaar vanhetzelfde type. Controleer na hetvervangen van een gloeilamp of dezecorrect werkt.

Koplampen, stadslichten,richtingaanwijzers

N.B.: Om één van deze gloeilampente vervangen moet de koplampunitworden uitgebouwd.

Koplampunit uitbouwen

Open de motorkap.

E72536

Verwijder de draaiklemmen aanbeide zijden van de radiateurgrille entrek de radiateurgrille los.

62

Verlichting

Page 65: Instructieboekje FordMondeo

E72537

Pak één van de lippen en verwijderde borgpen. Herhaal deze handelingaan de andere zijde.

Trek voorzichtig de koplampunit uitde auto en maak de stekker los.

Richtingaanwijzers, voor

21 watt oranje kogellamp

E72538

• Draai de lamphouder linksom entrek hem los.

• Druk de lamphouder licht in endraai hem linksom los.

• Vervang de gloeilamp.

Let op de geleidenokken wanneerde lamp in omgekeerde volgordeweer wordt aangebracht.

Stadslichten

5 watt lampje met glazen voet

E72539

• Draai de kap linksom en verwijderhem.

• Werk de fitting met een dunneschroevendraaier voorzichtig los.

• Trek de gloeilamp los en vervanghem.

Let op de geleidenokken wanneerde lamp in omgekeerde volgordeweer wordt aangebracht.

63

Verlichting

Page 66: Instructieboekje FordMondeo

Koplampunit openen

E72540

• Trek de stekker los.• Maak de klemmen aan de

achterzijde van de koplampunitlos en verwijder de kap.

Let er op dat de klemmen in de juistestand komen te zitten wanneer dekoplampunit in omgekeerde volgordeweer wordt aangebracht.

Koplampen – dimlicht

H7, 55 watt halogeen gloeilamp

E72541

• Trek de stekker los.• Maak de draadklem los en trek de

gloeilamp uit het lamphuis.• Vervang de gloeilamp.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan.

Koplampen – grootlicht

H1, 55 watt halogeen gloeilamp

E72542

• Trek de stekker los.• Maak de draadklem los en trek de

gloeilamp uit het lamphuis.• Vervang de gloeilamp.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan.

Zijknipperlichten

5 watt lampje met glazen voet

64

Verlichting

Page 67: Instructieboekje FordMondeo

E72543

• Schuif het lamphuis naar benedenen trek het los.

• Houd de lamphouder vast; draaihet lamphuis linksom los enverwijder het.

• Trek de gloeilamp uit de houder.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan.

Instapverlichting

E72169

Raadpleeg een deskundige.

Mistlampen (uitvoeringenmet sportbumpers)

H3, 55 watt halogeen gloeilamp

E72544

• Draai de schroef in de rand vande mistlamp los. Werk de randvan de mistlamp los.

• Draai de schroeven los en trek delampunit los.

• Trek de stekker los.• Trek de gloeilamp los en vervang

hem.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan.

Mistlampen (STuitvoeringen)

H7, 55 watt

65

Verlichting

Page 68: Instructieboekje FordMondeo

E72545

• Verwijder de schroeven in de randvan de mistlamp.

• Werk de ring rond het lampglaslos en verwijder de sierring van demistlamp.

• Draai de schroeven los en trek delampunit los.

E72546

• Trek de stekker los.• Draai de achterzijde van het

lamphuis linksom en verwijderhem.

• Trek de gloeilamp los en vervanghem.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan.

Achterlichtunits (4- en 5-deurs)

Open de achterklep.

E72547

Maak vanuit de bagageruimte de drieschroeven op de achterzijde van kapop de achterlichtunit los.

Verwijder de kap.

E72548

Druk de twee rode nokken naarelkaar toe en neem de achterlichtunitlos van het lamphouder.

66

Verlichting

Page 69: Instructieboekje FordMondeo

Trek de stekker los.

E72549

Richtingaanwijzer 21 wattARem-/achterlicht 21/4 wattBAchterlicht 5 wattCAchteruitrijlamp H1 halogeengloeilampD

Achterlicht 5 wattEMistachterlicht 21 wattF

Druk de gloeilamp licht in en draaihem linksom los. Verwijder degloeilamp.

Vervang de gloeilamp.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan. Controleer de werking van degloeilampen nadat de achterlichtunitweer is aangebracht.

Achterlichtunits (Wagon)

Open de achterklep.

E72550

Verwijder vanuit de bagageruimte debovenste kap van de achterlichtunit.De kap is met klemmen bevestigd.Verwijder de kap.

Draai de twee vleugelmoeren van deachterlichtunit los. Laat devleugelmoeren niet in de openingvallen.

Maak voorzichtig de achterlichtunitlos.

E72551

Druk de gloeilamp licht in en draaihem linksom los. Verwijder degloeilamp.

67

Verlichting

Page 70: Instructieboekje FordMondeo

E72552

Remlicht 21 wattARichtingaanwijzer 21 watt,oranjeB

Achteruitrijlamp 21 watt,halogeen gloeilampC

Mistachterlicht/ achterlicht21/4 wattD

Vervang de gloeilamp.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan. Controleer de werking van degloeilampen nadat de achterlichtunitweer is aangebracht.

Derde remlicht (4 deurs)

5 watt gloeilampjes met glazen voet(5x)

E72553

Trek de kap los.

E72555

• Maak de stekker los en verwijderde lamphouder.

• Druk de nokken in en trek de kaplos.

• Trek de gloeilamp los en vervanghem.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan.

Derde remlicht (5 deurs enWagon)

5 watt gloeilampjes met glazen voet(5x)

E72554

Verwijder de twee schroeven en dekap.

68

Verlichting

Page 71: Instructieboekje FordMondeo

E72555

• Maak de stekker los en verwijderde lamphouder.

• Druk de nokken in en trek de kaplos.

• Trek de gloeilamp los en vervanghem.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan.

Kentekenplaatverlichting

5 watt buislamp

E72556

• Draai de schroeven los enverwijder de lampunit.

• Trek de gloeilamp los en vervanghem.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan.

Interieurverlichting, voorin

10 watt buislamp

E72557

• Schakel de interieurverlichting uit(schakelaar in de linker stand).

• Werk het lamphuis los door eenschroevendraaiertje in deuitsparing tegenover deschakelaar te steken.

• Verwijder de reflector.• Vervang de gloeilamp.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan.

Interieurverlichting achterin

10 watt buislamp

69

Verlichting

Page 72: Instructieboekje FordMondeo

E72558

• Schakel de interieurverlichting uit(schakelaar in de linker stand).

• Werk het lamphuis los door eenschroevendraaiertje in deuitsparing tegenover deschakelaar te steken.

• Verwijder de reflector en vervangde gloeilamp.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan.

Lampen bij zonnekleppen

5 watt lampje met glazen voet

E72559

• Werk het glas los.• Vervang de gloeilamp.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan.

Leeslampen

5 watt kogellamp

E72560

70

Verlichting

Page 73: Instructieboekje FordMondeo

De gloeilampen kunnen wordenvervangen nadat de contactplaat isteruggeklapt.

Verlichtinghandschoenenkastje

5 watt lampje met glazen voet

Trek de gloeilamp los en vervanghem.

Verlichting beenruimte

5 watt lampje met glazen voet

Trek de gloeilamp los en vervanghem.

Verlichting bagageruimte

10 watt buislamp

E72561

Maak voorzichtig met een platteschroevendraaier het lamphuis losuit de houder en verwijder degloeilamp.

Breng de eerder verwijderdeonderdelen in omgekeerde volgordeaan.

NADERINGSVERLICHTING

E72169

De instapverlichting schakeltautomatisch in wanneer de portierenworden ontgrendeld of geopend.Wanneer de portieren wordengesloten, schakelt deinstapverlichting automatisch naenige tijd of na het aanzetten van hetcontact uit.

71

Verlichting

Page 74: Instructieboekje FordMondeo

ELEKTRISCHBEDIENBARE RUITEN

WAARSCHUWINGControleer voordat u deelektrisch bedienbare ruiten

bedient, of deze vrij zijn vanobstructies en overtuig u ervan datzich geen kinderen en/of huisdierenin de nabijheid van de ruitopeningenbevinden. Het nalaten hiervan kanernstig lichamelijk letsel tot gevolghebben. Het is in eerste instantie deverantwoording van de toeziendevolwassenen dat een kind nooitalleen in de auto blijft; laat nooit desleutels in de auto achter.

N.B.: Wanneer de schakelaarsgedurende korte tijd vaak wordenbediend kan het systeem eenbepaalde tijd buiten werking tredenom schade door oververhitting tevoorkomen.

N.B.: De elektrisch bedienbare ruitenzijn aangesloten op het systeem voorintegraal openen en sluiten. ZieCentrale vergrendeling (bladzijde 41).

Zet het contact aan om de elektrischbedienbare ruiten te openen of tesluiten.

E72185

B

A

Drukken om te openenADrukken om te sluitenB

Een ruit automatischopenen en sluiten

E72185

B

A

Kort indrukken om teopenenA

Kort indrukken om te sluitenB

Druk de schakelaar een tweede keerin om het openen of sluiten testoppen.

72

Ruiten en spiegels

Page 75: Instructieboekje FordMondeo

Schakelaars van de ruitenvan de achterportierenblokkeren

E72186

A B

Schakelaars van deachterportierruiten actiefA

Schakelaars van deachterportierruiten niet actiefB

Antiklemfunctie van deruiten

WAARSCHUWINGENDe antiklemfunctie is tijdens deleerprocedure van de elektrisch

bedienbare ruiten uitgeschakeld. Leterop dat er tijdens het sluiten van deruit geen obstakels in de weg kunnenzitten.

Het onvoorzichtig sluiten van deelektrisch bedienbare ruiten kan

de antiklemfunctie teniet doen enverwondingen tot gevolg hebben.

Alle elektrisch bedienbare ruiten zijnvoorzien van een antiklemfunctie.Wanneer de ruiten tijdens het sluitenmet een obstakel in aanrakingkomen, stoppen deze automatischen schuiven een stukje terug.

Ga, om de antiklemfunctie op teheffen wanneer er sprake is vanweerstand, bijv. in de winter, als volgte werk:

Sluit de ruiten tweemaal tot aan deweerstand en laat dezeterugschuiven. Sluit de ruit voor eenderde keer tot deze weerstandondervindt. Laat de schakelaar kortlos en druk hem onmiddellijk weer in.De ruit zal de weerstand overwinnenen kan vervolgens volledig wordengesloten.

Geheugen van elektrischbedienbare ruit opnieuwinstellen

E72185

B

A

Nadat de accukabels zijnlosgenomen moet het geheugen vanelke ruit afzonderlijk opnieuw wordeningesteld:

Druk op schakelaar B tot de ruitvolledig is gesloten. Laat deschakelaar los en druk dezeonmiddellijk opnieuw in.

De ruit sluit automatisch wanneer deinstelprocedure correct is uitgevoerd.Herhaal de procedure wanneer deruit niet automatisch sluit.

73

Ruiten en spiegels

Page 76: Instructieboekje FordMondeo

BUITENSPIEGELS

Met de hand verstelbarespiegels

E72182

Groothoek buitenspiegels

E72181

WAARSCHUWINGAlles wat u in deze spiegelswaarneemt, ziet er kleiner uit en

lijkt verder weg te zijn dan inwerkelijkheid het geval is. Wees eropattent de afstand tot de objecten dieu in de spiegels niet te overschatten.

In beide spiegels wordt het zicht opwat zich naast en achter de autobevindt vergroot, waardoor u minderlast hebt van de zogenaamde `dodehoek' schuin achter u.

Met de hand inklapbarespiegels

E72183

Druk de spiegels met de hand in hunoorspronkelijke stand terug tot zijworden vergrendeld.

74

Ruiten en spiegels

Page 77: Instructieboekje FordMondeo

ELEKTRISCHVERSTELBAREBUITENSPIEGELS

E66485

A

B

C

Linker spiegelAUitBRechter spiegelC

De buitenspiegels worden verwarmdwanneer de achterruitverwarming isingeschakeld.

Standen waarin de spiegelkan worden gekanteld

E66486

A

B

C

D

OpARechtsBNeerCLinksD

Elektrisch inklapbarespiegels

E72184

Druk, terwijl de spiegelschakelaar inde centrale stand staat, op deschakelaar. Druk nogmaals op despiegelschakelaar om debuitenspiegel weer in zijnoorspronkelijke stand te latenterugkeren.

75

Ruiten en spiegels

Page 78: Instructieboekje FordMondeo

BINNENSPIEGEL

E70417

Om verblinding doorachteropkomend verkeer tevoorkomen kan de spiegel met dehendel worden gekanteld.

Automatisch dimmendeachteruitkijkspiegel

E70418

De automatisch dimmendeachteruitkijkspiegel dimt automatischzodra het licht van achteropkomendverkeer op het spiegelglas valt. Defunctie wordt automatischuitgeschakeld wanneer de achteruitwordt ingeschakeld.

76

Ruiten en spiegels

Page 79: Instructieboekje FordMondeo

METERS

E70433

KoelvloeistoftemperatuurmeterAToerentellerBSnelheidsmeterCBrandstofmeterDTerugsteltoets dagtellerEKilometerteller en dagtellerFInformatiedisplayGTerugsteltoets boordcomputerH

Koelvloeistoftempe-ratuurmeter

Bij normale bedrijfstemperatuurbevindt de wijzer zich in het centralegedeelte.

Wanneer de wijzer in het rode gebiedkomt, is de motor oververhit. Zet demotor af en stel, nadat de motor isafgekoeld, de oorzaak van hetprobleem vast.

77

Instrumenten

Page 80: Instructieboekje FordMondeo

Toerenteller

Bij auto's met een dieselmotor heeftde toerenteller een bereik van 5 000omwentelingen per minuut.

Brandstofmeter

De pijl naast het symbool van debenzinepomp duidt aan, aan welkezijde zich de brandstofvulklepbevindt.

Kilometerteller en dagteller

E65922

B

A

DagtellerAKilometertellerB

Dagteller

De dagteller kan worden gebruikt omde lengte van een bepaald traject teregistreren. Druk de toets E in om deteller terug te stellen.

Kilometerteller

De kilometerteller registreert de totaalafgelegde afstand van de auto. Nahet afzetten van het contact blijft dekilometerstand nog tien minutenzichtbaar.

Informatiedisplay

A

ABE70434

Controlelamp automatischesnelheidsregelingA

Controlelamp overdriveB

Geeft, afhankelijk van de uitvoering,de buitentemperatuur weer of dientals display van de boordcomputer.Zie Tripcomputer (bladzijde 83).

Bij uitvoeringen met een 5-trapsautomatische transmissie geeft deboordcomputer tevens deschakelmodus weer en de actuelestand van de keuzehendel of degekozen versnelling. ZieAutomatische transmissie (bladzijde118).

WAARSCHUWINGS- ENINDICATIELAMPEN

Wanneer het contact wordt aangezetgaan de volgende waarschuwings-en controlelampen branden terbevestiging dat het systeemoperationeel is:

78

Instrumenten

Page 81: Instructieboekje FordMondeo

• ABS• Airbag• Remsysteem• Niet goed gesloten portier(en)• Motor• Stabiliteitsregeling (ESP)• Laadstoom• Laag peil ruitensproeiervloeistof• Oliedruk• Olieverversen

Indien een van deze waarschuwings-of controlelampen niet gaat brandenwanneer het contact wordtaangezet, duidt dit op een storing.Laat het systeem door eendeskundige controleren.

Controlelamp ABS

Gaat de ABS-controlelamptijdens het rijden branden,dan duidt dit op een storing.

Laat dit door een deskundigecontroleren. Het remsysteem(zonder ABS) blijft normaalfunctioneren.

Controlelamp airbag

Zie Waarschuwingslampairbagsysteem (bladzijde32).

Controlelamp remsysteem

WAARSCHUWINGGaat de lamp branden nadat dehandrem is vrijgezet of na het

remmen, laat dan onmiddellijk hetremsysteem door een deskundigecontroleren.

Brandt wanneer dehandrem is aangetrokken.

Controlelampenremsysteem en ABS

WAARSCHUWINGVerlaag geleidelijk uw snelheid.Druk het rempedaal voorzichtig

in. Druk het rempedaal vooral nietabrupt in.

Indien beide controlelampengelijktijdig branden, stop dan zodradit veilig kan. Laat voordat u uw reishervat het remsysteem door eendeskundige controleren.

Controlelamprichtingaanwijzers

Knippert bij ingeschakelderichtingaanwijzers. Eenplotselinge toename van de

knipperfrequentie waarschuwt vooreen defecte gloeilamp. Wanneer uwauto is uitgerust met een in de fabriekgemonteerde trekhaak, maakt decontrolelamp u er ook op attentwanneer een knipperlicht van deaanhanger defect is.

79

Instrumenten

Page 82: Instructieboekje FordMondeo

Controlelamp niet goedgesloten portieren

Brandt wanneer een portierof de bagageruimte nietgoed is gesloten.

Controlelamp motor

Zodra de motor isaangeslagen moet dezecontrolelamp uitgaan.

Wanneer de lamp bij draaiendemotor brandt, duidt dit op eenstoring. Laat dit zo spoedig mogelijkdoor een deskundige controleren.Wanneer de lamp tijdens het rijdenknippert, minder danonmiddellijk snelheid. Blijft delamp knipperen, vermijd dan sneloptrekken en krachtig afremmen. Demotor blijft draaien, maar levertminder vermogen. Laat uw autoonmiddellijk door een deskundigecontroleren.

Controlelamp 'Vorst'

WAARSCHUWINGOok wanneer de temperatuurtot boven 4 ºC stijgt, is dit nog

geen garantie dat de weg vrij is vangevaren die door plotselingeweersveranderingen kunnenontstaan.

Bij buitentemperaturentussen 4 ºC en 1 ºC,waarschuwt het oranje

signaal voor mogelijk opvriezen vanhet wegdek. Bij 0 ºC en lagerwaarschuwt het rode signaal voorhet verhoogde gevaar van gladdewegen.

Controlelamp voorgloeien

Als de controlelamp van hetvoorgloeisysteem brandtwacht dan eerst tot deze is

gedoofd alvorens te starten.

Controlelamp koplampen

Brandt wanneer het dimlichtis ingeschakeld of wanneerde stads- en achterlichten

branden.

Controlelamp laadstoom

WAARSCHUWINGWanneer bij uitvoeringen meteen dieselmotor de V-riem van

de dynamo loszit, gescheurd ofgebroken is, werkt ook deservobekrachtiging van hetremsysteem niet meer.

Indien de lamp onder hetrijden gaat branden, schakeldan alle onnodige

stroomverbruikers uit en rijdonmiddellijk naar de dichtstbijzijndedeskundige.

80

Instrumenten

Page 83: Instructieboekje FordMondeo

Controlelamp laagbrandstofniveau

Ga zo spoedig mogelijktanken wanneer dezecontrolelamp brandt.

Controlelamp laag peilruitensproeiervloeistof

Zo spoedig mogelijk bijvullenwanneer deze controlelampbrandt.

Controlelamp grootlicht

Brandt wanneer hetgrootlicht is ingeschakeld ofwanneer een lichtsignaal

wordt gegeven.

Controlelamp oliedruk

Wanneer de lamp na hetaanslaan blijft branden oftijdens het rijden brandt,

stop dan onmiddellijk, zet de motoraf en controleer het oliepeil. ZieMotorolie controleren (bladzijde 161).Vul direct olie bij wanneer het oliepeillaag is.

Controlelamp olieverversen

Uitvoeringen met een roetfilter(DPF)

De controlelampolieverversen gaan brandenen blijft branden wanneer de

olie buiten het normaleonderhoudsschema moet wordenververst. Laat de motorolie zospoedig mogelijk verversen.

Uw dealer zal de controlelampolieverversen uitschakelen nadat hijde olie heeft ververst.

Herinneringssysteemveiligheidsgordel

Zie Waarschuwingssignaalveiligheidsgordel (bladzijde29).

Controlelampstabiliteitsregeling (ESP)

N.B.: Als de lamp na het aanzettenvan het contact niet brandt of tijdenshet rijden continu brandt, duidt dit opeen storing (wanneer het systeemhandmatig is uitgeschakeld brandtde lamp ook). Bij een storing wordthet systeem uitgeschakeld. Laat hetsysteem door een deskundigecontroleren.

Brandt wanneer destabiliteitsregeling isuitgeschakeld en knippert

wanneer de stabiliteitsregeling (ESP)is geactiveerd.

81

Instrumenten

Page 84: Instructieboekje FordMondeo

AKOESTISCHEWAARSCHUWINGSSIGNALENEN -INDICATIES

Vorst

Er klinkt een waarschuwingssignaalwanneer de buitentemperatuur lageris dan 4°C.

Lichten aan

Bij ingeschakelde verlichting klinkt bijhet openen van hetbestuurdersportier eenwaarschuwingssignaal.

Parkeerhulp

Wanneer het systeem operationeelis klinkt bij het inschakelen van deachteruit klinkt een kortgeluidssignaal. Wanneer bij hetinschakelen van de achteruit eenononderbroken signaal klinkt of eenlaag geluidssignaal met intervallenvan drie seconden, dan duidt dit opeen storing.

Te hoge snelheid

Bij snelheden van meer dan 120 km/hklinkt een waarschuwingssignaal.

Herinneringssysteemveiligheidsgordels

Wanneer de bestuurder zijnveiligheidsgordel niet heeftomgegespt klinkt eenwaarschuwingssignaal.

82

Instrumenten

Page 85: Instructieboekje FordMondeo

TRIPCOMPUTER

E70435

Bij aangezet contact zijn de volgendefuncties beschikbaar:

• Buitentemperatuur• Actieradius• Gemiddeld brandstofverbruik• Actueel brandstofverbruik

(afhankelijk van land)• Gemiddelde snelheid

Info toets

E70436

WAARSCHUWINGBedien, omwille van deverkeersveiligheid, de

boordcomputer alleen bij stilstaandeauto.

Druk op deze toets om van functiete veranderen. Telkens wanneer udeze toets indrukt, klinkt eenakoestisch signaal.

Terugstelknop

E70437

Druk de toets kort in om te wisselentussen metrische en Engelseeenheden.

De functies gemiddeldbrandstofverbruik en gemiddeldesnelheid kunnen afzonderlijk op nulworden teruggesteld door deterugsteltoets twee secondeningedrukt te houden terwijl debetreffende functie is gekozen.

83

Infodisplays

Page 86: Instructieboekje FordMondeo

Buitentemperatuur

E70438

Geeft de buitentemperatuur weer.Bij buitentemperaturen van +4 ºC oflager gaat de waarschuwingslampvoor vorst branden. ZieWaarschuwings- en indicatielampen(bladzijde 78).

Actieradius

E70439

Duidt bij benadering de afstand aandie nog kan worden afgelegd voordatde tank leeg is.

Gemiddeldbrandstofverbruik

E70440

Druk op de terugsteltoets om demeter op nul terug te stellen.

Momentaanbrandstofverbruik

E70441

Het actuele brandstofverbruik wordtaangegeven bij een rijsnelheid hogerdan 6,5 km/h. Bij een rijsnelheid lagerdan km/h wordt _._ l/100kmweergegeven.

Gemiddelde snelheid

E70442

Geeft de gemiddelde snelheid aanvanaf het moment dat de functie opnul werd teruggesteld. Druk op deterugsteltoets om de meter op nulterug te stellen.

84

Infodisplays

Page 87: Instructieboekje FordMondeo

WERKING

Buitenlucht

Houd de luchtinlaten onder devoorruit altijd vrij van sneeuw,bladeren e.d., opdat hetverwarmings- en ventilatiesysteemoptimaal kan functioneren.

Gerecirculeerde lucht

N.B.: Omdat er geen ventilatie isverdient het aanbeveling derecirculatiestand niet langer dan 30minuten in te schakelen aangeziende ruiten kunnen beslaan.

In de recirculatiestand wordt alleende lucht die in hetpassagierscompartiment aanwezigis gecirculeerd. Er stroomt geenbuitenlucht de auto in.

Pollenfilter/ actief koolfilter

Het pollenfilter verwijdert de meestepotentieel schadelijke stoffen alspollen, industriële luchtverontreinigingen straatvuil uit de lucht voordat dezehet interieur binnenstroomt. Hetactief koolfilter absorbeert ookonaangename luchtjes.

In een automatische wasstraatverdient het aanbeveling de aanjageruit te schakelen om te voorkomendat wasdeeltjes zich in het filterkunnen vastzetten.

Aanjager

De aanjager kan enig geluidveroorzaken.

Verwarming

De verwarmingscapaciteit isafhankelijk van dekoelvloeistoftemperatuur en hetsysteem werkt daarom alleeneffectief bij warme motor.

Airconditioning

N.B.: De airconditioning werkt alleenbij temperaturen hoger dan +5 ºC, bijdraaiende motor en ingeschakeldeaanjager. Het in werking stellen vande airconditioning leidt tot een hogerbrandstofverbruik.

De lucht wordt door dewarmtewisselaar geleid waar dezewordt gekoeld wanneer deairconditioning is ingeschakeld.Bovendien wordt vocht aan degekoelde lucht onttrokken om tevoorkomen dat de ruiten beslaan.

Het condenswater wordt naar buitenafgevoerd. Daarom is het volkomennormaal dat zich onder degeparkeerde auto een plasje watervormt.

Algemene opmerkingenover de klimaatregeling inhet interieur

Sluit alle ruiten volledig.

Richt, voor een effectieveverwarming van het interieur, deverwarmde luchtstroom op debeenruimte. Richt bij koud of vochtigweer een gedeelte van deluchtstroom op de voorruit en dezijruiten.

85

Klimaatregeling

Page 88: Instructieboekje FordMondeo

Richt, voor een effectieve koeling vanhet interieur, de gekoelde lucht ophoofdniveau.

VENTILATIEROOSTERS

A

B

AB

E70416

OpenADichtB

HANDMATIGEKLIMAATREGELING

Temperatuurregelknop

E70443

KoudBlauwWarmRood

Aanjager

E70444

Druk op de linker toets om hetaanjagertoerental te verlagen endaarmee de hoeveelheid lucht.

Druk op de rechter toets om hetaanjagertoerental te verhogen endaarmee de hoeveelheid lucht.

De aanjagerinstelling wordt op hetdisplay weergegeven.

86

Klimaatregeling

Page 89: Instructieboekje FordMondeo

Luchtverdeelknop

A B C

E70445

BeenruimteAHoofdniveauBVoorruitC

Alle combinaties kunnen gelijktijdigworden geselecteerd.

Voorruit snel ontdooien/ontwasemen

E70446

Zolang de toets is geselecteerd, kande recirculatiestand niet wordengekozen en kan de airconditioningniet worden uitgeschakeld. Hetaanjagertoerental en de temperatuurworden automatisch op de maximumwaarden ingesteld en kunnen niethandmatig worden veranderd.

Als de toets opnieuw wordtingedrukt, keert het systeem in devorige stand terug.

Airconditioning in- enuitschakelen

E70447

Druk, om de koeling in of uit teschakelen op de A/C toets. Bijingeschakelde koeling wordt A/C ophet display weergegeven.

Gerecirculeerde lucht

E70448

Druk op de toets om te kiezen tussentoevoer van buitenlucht en hetrecirculeren van de in het interieuraanwezige lucht. Bij ingeschakeldsysteem brandt de lamp in de toets.

87

Klimaatregeling

Page 90: Instructieboekje FordMondeo

Temperatuurregelsysteemin- en uitschakelen

E70449

N.B.: Het verdient aanbeveling dezestand alleen te kiezen tijdens hetrijden met geopende ruiten en/ofgeopend schuifdak.

Druk op de OFF toets om hetcomplete systeem uit te schakelen.Het temperatuurregelsysteem isuitgeschakeld en de recirculatiestandis geselecteerd.

Wanneer de ON wordt ingedrukt,keert het systeem terug naar devorige instelling.

Wanneer op een andere toets wordtgedrukt, worden bij het inschakelenvan het systeem de opgeslageninstellingen dienovereenkomstigveranderd.

Permanentecomfortinstellingen

E70450

Stel de temperatuur en hetaanjagertoerental al naar de gelanguw wensen in. Schakel deairconditioning in. De aanbevolenluchtverdeling is beenruimte ofhoofdniveau.

Interieur snel verwarmen

E70451

Druk op de toets en kies een hoogaanjagertoerental zodra de motor opbedrijfstemperatuur is.

88

Klimaatregeling

Page 91: Instructieboekje FordMondeo

Snel afkoelen van hetinterieur

E70452

Schakel de airconditioning en deaanjager bij hogebuitentemperaturen in. Stel detemperatuur in op koud. Stel deluchtverdeling in de door u gewenstestand in. De aanbevolenluchtverdeling is hoofdniveau.

E70453

Schakel bij bijzonder vochtig weer enom het interieur maximaal te koelende recirculatiestand in en laat deaanjager met het hoogste toerentaldraaien.

AUTOMATISCHEKLIMAATREGELING

N.B.: N.B.: De automatischeklimaatregeling kan via het touchscreen (aanraakscherm) van hetnavigatiesysteem worden bediend.Zie afzonderlijke handleiding.

De temperatuur, de hoeveelheidlucht en de luchtverdeling wordenautomatisch geregeld en afgesteldafhankelijk van de rij- enweersomstandigheden. Deaanbevolen systeeminstellingen vooralle seizoenen zijn 22 ºC en de AUTOmodus (de airconditioning isingeschakeld). De individueleinstellingen kunnen zo nodig wordengewijzigd. Vermijd het wijzigen vande instellingen wanneer het in deauto extreem warm of koud is. Deautomatische klimaatregeling pastzich automatisch aan de actueleomstandigheden aan. Voor eencorrecte werking van het systeemmoeten de midden- en zijroostersvolledig zijn geopend.

E72153

89

Klimaatregeling

Page 92: Instructieboekje FordMondeo

Door eenmaal op de AUTO toets tedrukken wordt de AUTO modusgeactiveerd.

Temperatuur instellen

E72154

Verlaagt de temperatuurBlauwVerhoogt de temperatuurRood

De temperatuur kan met behulp vande toetsen in stappen van 0,5 °Cworden ingesteld tussen 16 °C en 28°C. In de stand LO (lager dan 16 ºC)schakelt het systeem over op continukoelen, in de stand HI (hoger dan 28ºC) op continu verwarmen en wordtde temperatuur niet geregeld.

Druk, om van ºCelsius naarºFahrenheit over te schakelen, beidetoetsen van de aanjager en derecirculatietoets minstens tweeseconden lang gelijktijdig in.

Aanjager en luchtverdeling

E72155

De hoeveelheid lucht en deluchtverdeling kunnen met behulpvan de toetsen handmatig wordeningesteld. De instellingen worden ophet display weergegeven. ZieHandmatige klimaatregeling(bladzijde 86). Druk op de AUTOtoets om naar de AUTO modus terugte keren.

Airconditioning in- enuitschakelen

E72156

90

Klimaatregeling

Page 93: Instructieboekje FordMondeo

Druk op de A/C toets om deairconditioning in of uit te schakelen.Bij uitgeschakelde airconditioningverschijnt ECO op het display. Bijinschakelde airconditioning verschijntA/C op het display.

Automatisch temperatuur-regelsysteem in- enuitschakelen

E72157

N.B.: Het verdient aanbeveling deautomatische temperatuurregelingalleen uit te schakelen bij geopenderuiten en/of geopend schuifdak. Deautomatische functie werkt dan niettegen de extra lucht in, die via deruiten en/of het schuifdakbinnenstroomt.

Druk op OFF om de automatischetemperatuurregeling uit te schakelen.De instellingen blijven opgeslagen.Het verwarmings-, ventilatie- enairconditioningsysteem wordtuitgeschakeld en de recirculatiestandingeschakeld.

Druk op OFF of AUTO om hetsysteem weer in te schakelen.Wanneer op een andere toets wordtgedrukt, worden bij het inschakelenvan het systeem de opgeslageninstellingen dienovereenkomstigveranderd.

VERWARMDE RUITEN ENSPIEGELS

Verwarmbare ruiten

Voor het snel ontdooien enontwasemen van de voor- ofachterruit. Schakel het systeemalleen in wanneer het noodzakelijk is.

Uitvoeringen met eendieselmotor

Bij lage motor- enbuitentemperaturen worden de voor-en achterruitverwarming automatischin- en uitgeschakeld. Druk op deschakelaars om de systemen uit teschakelen.

Voorruitverwarming

E72158

91

Klimaatregeling

Page 94: Instructieboekje FordMondeo

Het systeem werkt alleen bijdraaiende motor en ontdooit ook devoorruitsproeiers. Druk op deschakelaar om het systeem in of uitte schakelen. Het lampje in deschakelaar geeft de werking aan.

Na korte tijd schakelt hetverwarmingssysteem automatischuit.

Achterruitverwarming

E72159

E72160

Zet eerst het contact aan.

Druk op de schakelaar om hetsysteem in of uit te schakelen. Hetlampje in de schakelaar geeft dewerking aan.

Na korte tijd schakelt hetverwarmingssysteem automatischuit.

Verwarmbarebuitenspiegels

De elektrisch bedienbarebuitenspiegels zijn ook voorzien vaneen verwarmingselement. Ditsysteem werkt wanneer deachterruitverwarming isingeschakeld.

EXTRA VERWARMING

De extra verwarming helpt de motoren het interieur bij het opwarmen. Hetsysteem is geïntegreerd in hetkoelsysteem en wordt afhankelijk vande koelvloeistoftemperatuurautomatisch in- of uitgeschakeld.

Het is mogelijk dat bij ingeschakeldeprogrammeerbare extra verwarminger uitlaatgassen onder de zijkantenvan de auto vrijkomen. Dit is normaal.

ELEKTRISCH ZONNEDAK

E72187

92

Klimaatregeling

Page 95: Instructieboekje FordMondeo

WAARSCHUWINGControleer voordat u hetelektrisch bedienbare schuifdak

bedient, of deze vrij is van obstructiesen overtuig u ervan dat zich geenkinderen en/of huisdieren in denabijheid van de schuifdakopeningbevinden. Het nalaten hiervan kanernstig lichamelijk letsel tot gevolghebben. Het is in eerste instantie deverantwoording van de toeziendevolwassenen dat een kind nooitalleen in de auto blijft; laat nooit desleutels in de auto achter.

N.B.: Wanneer de schakelaarsgedurende korte tijd vaak wordenbediend kan het systeem eenbepaalde tijd buiten werking tredenom schade door oververhitting tevoorkomen.

N.B.: Het elektrisch bedienbareschuifdak is aangesloten op hetsysteem voor integraal openen ensluiten. Zie Centrale vergrendeling(bladzijde 41).

Het schuifdak kan op twee manierenworden geopend - de achterzijdevan het schuifdak kan omhoogworden gekanteld of het schuifdakkan horizontaal naar achterenworden geschoven. Wanneer deschakelaar wordt ingedrukt opent ofsluit het schuifdak.

Zet het contact aan om de elektrischbedienbare schuifdak te openen ofte sluiten.

Schuifdak openen ensluiten

E72188

E72185

B

A

Drukken om te sluitenADrukken om te openenB

Schuifdak kantelen

E72189

93

Klimaatregeling

Page 96: Instructieboekje FordMondeo

E72185

B

A

Drukken om te openenADrukken om te sluitenB

Schuifdak automatischopenen en sluiten

Schakelaar kort indrukken om hetschuifdak automatisch te openen ofte sluiten. Druk de schakelaar eentweede keer in om het openen ofsluiten van het schuifdak te stoppen.

Antiklemfunctie van hetschuifdak

WAARSCHUWINGENDe antiklemfunctie van hetschuifdak is tijdens de

leerperiode en in de veiligheidsmodusuitgeschakeld. Let erop dat er tijdenshet sluiten van het schuifdak geenobstakels in de weg kunnen zitten.

Het onvoorzichtig sluiten van hetelektrisch bedienbare schuifdak

kan de antiklemfunctie teniet doenen verwondingen tot gevolg hebben.

Het elektrisch bedienbare schuifdakis voorzien van een antiklemfunctie.Wanneer het schuifdak tijdens hetsluiten met een obstakel in aanrakingkomt, stopt het automatisch enschuift het een stukje terug.

Ga, om de antiklemfunctie op teheffen wanneer er sprake is vanweerstand, bijv. in de winter, als volgte werk:

Sluit het schuifdak tweemaal tot aande weerstand en laat dezeterugschuiven. Sluit het schuifdakvoor een derde keer tot dezeweerstand ondervindt. Laat deschakelaar kort los en druk hemonmiddellijk weer in. Het schuifdakzal de weerstand overwinnen en kanvervolgens volledig worden gesloten.

Veiligheidsmodus van hetschuifdak

Wanneer het systeem een storingvaststelt, treedt de veiligheidsmodusin werking. Het schuifdak beweegtdan slechts gedurende ca. 0,5seconden per keer en stoptvervolgens. Sluit het schuifdak dooropnieuw de schakelaar in te drukkenwanneer het schuifdak stopt.Wanneer de achterzijde van hetschuifdak omhoog is gekanteld, laatdan het schuifdak volledigomhoogkantelen en sluit hetvervolgens. Laat het systeemonmiddellijk door een deskundigecontroleren.

94

Klimaatregeling

Page 97: Instructieboekje FordMondeo

Leerprocedure schuifdak

Wanneer het schuifdak niet langermeer correct sluit, voer dan deze'leerprocedure' uit:

• Kantel de achterzijde van hetschuifdak zover mogelijk omhoog.Laat de schakelaar los.

• Druk de schakelaar opnieuw in enhoud deze 30 secondeningedrukt tot u het schuifdak zietbewegen.

• Laat de schakelaar los en drukdeze onmiddellijk opnieuw in. Hetschuifdak sluit, schuift volledigopen en schuift vervolgens weerdicht. Laat de schakelaar niet losvoordat het schuifdak de geslotenstand voor de tweede keer heeftbereikt.

Wanneer de schakelaar niet constantwordt ingedrukt, wordt deleerprocedure afgebroken. Begin vanvoren af aan opnieuw met deprocedure.

95

Klimaatregeling

Page 98: Instructieboekje FordMondeo

DE JUISTE ZITPOSITIEINNEMEN

E66528

• Ga zoveel mogelijk rechtop zittenmet de onderzijde van uw rugzover mogelijk naar achteren.Kantel de rugleuning niet verderdan 30 graden achterover.

• Stel de hoofdsteunen zodanig indat de bovenzijde ervan gelijkligtmet de bovenzijde van uw hoofd.

• Zorg voor voldoende afstand tenopzichte van hetinstrumentenpaneel. Debestuurder dient het stuurwiel metlicht gebogen armen in de stand'tien voor twee' vast te houden.De benen dienen ook lichtgebogen te zijn zodat de pedalentot op de vloer kunnen wordeningedrukt.

• De veiligheidsgordel moet overhet midden van de schouderliggen; de heupgordel moet strakover de heupen liggen, niet overde maag.

HANDMATIGVERSTELBARE STOELEN

WAARSCHUWINGVerstel de stoelen nooit tijdenshet rijden.

Stoelen naar voren of naarachteren schuiven

E72312

96

Stoelen

Page 99: Instructieboekje FordMondeo

Trek de hendel omhoog. Beweeg,nadat u de hendel hebt losgelaten,de stoel heen en weer om tecontroleren of de stoel goed isvergrendeld.

Lendensteun afstellen

E72313

Draai de knop aan de zijkant van derugleuning.

Hellingshoek van derugleuning verstellen

E72314

Wanneer de stoelen volledig naarvoren worden geschoven kunnen derugleuningen in horizontale standworden gekanteld.

ELEKTRISCHVERSTELBARE STOELEN

In twee richtingenelektrisch verstelbare stoel

E72315

97

Stoelen

Page 100: Instructieboekje FordMondeo

In acht richtingen elektrischverstelbare stoel

E72316

E72317

A

B

C

D

Zitting naar voren en naarachteren schuiven.A

Voorzijde van zitting omlaagof omhoog brengen.B

Achterzijde van zittingomlaag of omhoog brengen.C

Hellingshoek van rugleuningverstellen.D

HOOFDSTEUNEN

Hoofdsteunen, voor

E72318

De hoofdsteunen van de voorstoelenzijn uitgerust van een extraveiligheidsvoorziening. Bij eenaanrijding van achteren bewegen zijnaar voren, waarbij ze het hoofd vande inzittende opvangen. Hierdoorwordt het risico van een whiplashverkleind.

Omhoog: trek de hoofdsteunomhoog.

Omlaag: druk de ontgrendelknop inen druk de hoofdsteun naarbeneden.

Uitvoeringen zondermultimediasysteem

Hoek instellen: kantel de hoofdsteunnaar voren of naar achteren.

98

Stoelen

Page 101: Instructieboekje FordMondeo

Verwijderen: druk de ontgrendelknopin en druk de knop aan de anderezijde, bijvoorbeeld met eenschroevendraaier, in. Verwijder dehoofdsteun.

Druk bij het aanbrengen beideontgrendelknoppen in en breng dehoofdsteun weer op zijn plaats.

Hoofdsteunen, achter

E72319

WAARSCHUWINGTrek altijd de hoofdsteunen opde achterstoelen omhoog

wanneer zich daarop eenkinderveiligheidszitje of een passagierbevindt.

Omhoog: trek de hoofdsteunomhoog.

Buitenste hoofdsteunen latenzakken: druk beideontgrendelknoppen in en druk dehoofdsteun naar beneden.

Middelste hoofdsteun laten zakken:druk de ontgrendelknop in en drukde hoofdsteun naar beneden.

Om de buitenste hoofdsteunen bijde 4/5-deurs uitvoeringen te kunnenverwijderen, moet de rugleuning vande betreffende zitplaats naar vorenworden geklapt. Druk vervolgens deontgrendelknoppen in en verwijderde hoofdsteun.

ACHTERBANK

Rugleuning van achterbankneerklappen

5-deurs en Wagon

E72320

Druk de ontgrendelknop op derugleuning in en klap de rugleuningvan de achterbank naar voren.

99

Stoelen

Page 102: Instructieboekje FordMondeo

4-deurs

E72321

Trek één of beideontgrendelknoppen in debagageruimte uit en klap derugleuning van de achterbank naarvoren.

Rugleuning terugklappen

De rugleuning moet aan beide zijdenworden vergrendeld. Deveiligheidsgordels moeten zich voorde rugleuning bevinden.

Zittingen en rugleuning vanachterbank naar vorenklappen

5-deurs en Wagon

E72322

Trek de knop tussen de zitting en derugleuning uit en klap de zitting naarvoren. Verwijder de hoofdsteunenvan de achterbank en klap derugleuning naar voren.

E72323

100

Stoelen

Page 103: Instructieboekje FordMondeo

N.B.: Wanneer de rode markeringop de ontgrendelknop zichtbaar is,is de zitting niet volledig vergrendeld.Ontgrendel de zitting en herhaal deprocedure tot de rode markering nietmeer zichtbaar is. Als de in derugleuning geïntegreerdeveiligheidsgordel niet correctfunctioneert controleer dan hetontgrendelmechanisme.

Wanneer de achterbank weer in zijnnormale stand wordt teruggeplaatst,let er dan op dat deveiligheidsgordels goed werken enzich vóór de rugleuning bevinden. Bijuitvoeringen met verwarmdeachterstoelen moet erop wordengelet dat de bedrading niet wordtingeklemd of beschadigd.

VERWARMDE STOELEN

E72311

WAARSCHUWINGDe accu wordt ontladenwanneer de verwarming bij

stilstaande motor wordtingeschakeld.

N.B.: Wanneer het contact wordtafgezet, worden de instellingen vande verwarming van de stoelen in hetgeheugen opgeslagen. Bij hetaanzetten van het contact wordendeze instellingen automatischhersteld.

De verwarming van de stoelenkunnen afzonderlijk stap voor stapmet de toetsen op demiddenconsole worden geregeld.

Druk meerdere keren op de + toetsom te temperatuur te verhogen.Wanneer meerdere keren op de -toets wordt gedrukt, neemt detemperatuur af. Het aantal lampjesdat naast de toets brandt geeft hetgeselecteerde niveau aan. Wanneergeen lampje brandt, is destoelverwarming uitgeschakeld.

Aanbevolen instellingen

Kies voor het verwarmen stand 1 of2 om voor langere tijd eencomfortabele stoeltemperatuur in testellen. Het verdient aanbeveling destanden 4 en 5 alleen voor korteperioden met een groottemperatuurverschil te gebruiken.

101

Stoelen

Page 104: Instructieboekje FordMondeo

GEVENTILEERDESTOELEN

E72335

WAARSCHUWINGDe accu wordt ontladenwanneer de ventilatie bij

stilstaande motor wordtingeschakeld.

N.B.: Wanneer het contact wordtafgezet, worden de instellingen vande ventilatie van de stoelen in hetgeheugen opgeslagen. Bij hetaanzetten van het contact wordendeze instellingen automatischhersteld.

De ventilatie van de stoelen kunnenafzonderlijk stap voor stap met detoetsen op de middenconsoleworden geregeld.

Druk meerdere keren op de + toetsom de temperatuur te verhogen.Wanneer meerdere keren op de -toets wordt gedrukt, neemt detemperatuur af. Het aantal lampjesdat naast de toets brandt geeft hetgeselecteerde niveau aan. Deverwarming wordt in rood, de koelingin blauw aangeduid. Wanneer geenlampje brandt, is de ventilatie van destoel uitgeschakeld.

Aanbevolen instellingen

Kies voor het ventileren stand 1 of 2om voor langere tijd eencomfortabele stoeltemperatuur in testellen. Het verdient aanbeveling destanden 4 en 5 alleen voor korteperioden met een groottemperatuurverschil te gebruiken.

Wanneer de stoel wordtgeventileerd, kan de verwarmingautomatisch inschakelen. Dit om tevoorkomen dat de luchtstroomoncomfortabel koud wordt.

Voor het ventileren van de stoelenwordt gebruik gemaakt van de luchtin het passagierscompartiment. Hetkoelende effect is daarom afhankelijkvan de temperatuur in het interieur.Schakel zo nodig de airconditioningin en richt de luchtstroom op debeenruimte. Zie Klimaatregeling(bladzijde 85).

102

Stoelen

Page 105: Instructieboekje FordMondeo

ZONNEKLEPPEN

E70419

De zonnekleppen kunnen aan éénzijde uit de klem worden losgehaakten in de richting van de portierruitworden gedraaid.

Het klepje voor de spiegel kanworden opengeschoven.

DIMMERINSTRUMENTENPANEEL-VERLICHTING

E70454

KLOK

E70421

Door de knop in te drukken kan deklok gelijk worden gezet. Druk deknop kort in om de klok minutenvooruit te zetten. Houd de knopingedrukt om de klok snel vooruit tezetten.

AANSTEKER

E70426

WAARSCHUWINGHoud de aansteker nooitingedrukt, omdat hij hierdoor

kan worden beschadigd. Verwijderde aansteker wanneer kinderenalleen in de auto achterblijven.

103

Gemaksfuncties

Page 106: Instructieboekje FordMondeo

De aansteker wordt ingeschakelddoor hem in te drukken. Bij hetbereiken van de juiste temperatuurspringt de aansteker in deuitgangspositie terug.

De aansluiting voor de aansteker kanook worden gebruikt vooraccessoires van 12 volt en eenmaximum vermogen van 10 ampère.Wanneer de motor niet draait, wordthierdoor wel de accu ontladen.

Gebruik voor het aansluiten vanstroomverbruikers alleen de specialestekkers uit het Ford AccessoiresProgramma of stekkers voorstandaard SAE-aansluitpunten.

ASBAK

Asbak, voorin

E70423

Druk op het paneel om te openen.

E70424

Verwijder het inzetbakje om de asbakte ledigen.

Asbak, achterin

E70425

Kantel de asbak open. Druk debladveer in om de asbak teverwijderen.

104

Gemaksfuncties

Page 107: Instructieboekje FordMondeo

EXTRA VOEDINGSAAN-SLUITINGEN

Wagon

Het extra elektrisch aansluitpuntbevindt zich in het rechterbekledingspaneel in debagageruimte.

Het extra aansluitpunt kan ookworden gebruikt voor accessoiresvan 12 volt en een maximumvermogen van 10 ampère. Wanneerde motor niet draait, wordt hierdoorwel de accu ontladen.

Gebruik voor het aansluiten vanstroomverbruikers alleen de specialestekkers uit het Ford AccessoiresProgramma of stekkers voorstandaard SAE-aansluitpunten.

BEKERHOUDERS

E70422

WAARSCHUWINGPlaats tijdens het rijden geenbekers met hete dranken in de

houders - kans op verbranden.

Drukken om te openen. Indrukkenom te sluiten.

OPBERGRUIMTES

Brillenhouder

E70420

Drukken om te openen.

Cassette- en CD-vak

Het opbergvak bevindt zich in demiddenconsole. Trek de armleuningomhoog om het opbergvak teopenen.

105

Gemaksfuncties

Page 108: Instructieboekje FordMondeo

ALGEMENE INFORMATIE

Algemene opmerkingenover het starten

Als de accu losgekoppeld is geweestkan de motor, nadat de accukabelsweer zijn aangesloten, eenafwijkende draaikarakteristiekvertonen gedurende ca. 8 kilometer.

De oorzaak is, dat hetmotormanagement zich weer aande motor moet aanpassen.Ongebruikelijke rijkarakteristiekentijdens deze periode moeten wordengenegeerd.

Motor starten door middelvan slepen of duwen

WAARSCHUWINGOm beschadiging te voorkomenmoet u uw auto niet aanduwen

of aanslepen. Gebruik hulpstartkabelsen een hulpaccu. Zie Gebruik vanstartkabels (bladzijde 171).

CONTACTSLOT

Contactsleutelstanden

Stand 0

WAARSCHUWINGDraai nooit de sleutel in de stand0 terug zolang de auto nog in

beweging is.

Contact af. Wanneer de sleutel uithet contactslot wordt genomen,treedt het stuurslot in werking zodrahet stuurwiel wordt gedraaid.

Stand I

Stuurslot ontgrendeld. De ontstekingen alle overige elektrische circuits zijnuitgeschakeld. Om te voorkomen datde accu wordt ontladen, mag decontactsleutel niet te lang in dezestand blijven staan.

Stand II

Contact aan, alle elektrische circuitszijn ingeschakeld. Waarschuwings-en controlelampen Deze stand is denormale stand tijdens het rijden, dieook moet worden gekozen tijdenshet slepen van de auto.

Stand III

Startmotor ingeschakeld. Laat desleutel los zodra de motor aanslaat.

106

De motor starten

Page 109: Instructieboekje FordMondeo

EEN BENZINEMOTORSTARTEN

Algemene opmerkingenover het starten

E66571

WAARSCHUWINGWanneer de motor nietaanslaat, raadpleeg dan de

instructies met betrekking tot deveiligheidsschakelaar van hetbrandstofsysteem. ZieOnderbrekingsschakelaarbrandstoftoevoer (bladzijde 146).

Schakel de startmotor niet langer dan30 seconden achtereen in. Laat desleutel los zodra de motor aanslaat.Als de motor nog niet is aangeslagen,draai dan de contactsleutel terug inde stand 0 en herhaal destartprocedure.

Koude/ warme motor

WAARSCHUWINGZet, bij temperaturen lager dan–20 ºC, de contactsleutel

minimaal één seconde in stand II.Hierdoor wordt de maximalebrandstofdruk verkregen.

Druk het koppelingspedaal volledigin en start de motor zonder hetgaspedaal aan te raken.

Wanneer de motor niet binnen vijftienseconden aanslaat, wacht dan evenen herhaal de startprocedure.

Als de motor na drie startpogingennog niet is aangeslagen, wacht dan10 seconden en volg de procedurevoor een Verzopen motor.

Verzopen motor

Druk het koppelingspedaal volledigin.

Druk het gaspedaal langzaamvolledig in, houd het in deze standen start de motor.

Slaat de motor niet aan, herhaal dande startprocedure zoals beschrevenonder Koude/ warme motor.

107

De motor starten

Page 110: Instructieboekje FordMondeo

EEN DIESELMOTORSTARTEN

Algemene opmerkingenover het starten

E66571

WAARSCHUWINGWanneer de motor nietaanslaat, raadpleeg dan de

instructies met betrekking tot deveiligheidsschakelaar van hetbrandstofsysteem. ZieOnderbrekingsschakelaarbrandstoftoevoer (bladzijde 146).

Schakel de startmotor niet langer dan30 seconden in. Laat de sleutel loszodra de motor aanslaat. Als demotor nog niet is aangeslagen, draaidan de contactsleutel terug in destand 0 en herhaal destartprocedure.

Koude/ warme motor

Druk het koppelingspedaal in zonderhet gaspedaal aan te raken.

N.B.: De controlelamp van hetvoorgloeisysteem doet tevens dienstals controlelamp voor de motor. ZieWaarschuwings- en indicatielampen(bladzijde 78).

Draai de sleutel in stand II encontroleer of decontrolelamp van het

voorgloeisysteem brandt.

Wacht tot de controlelamp uitgaaten schakel vervolgens de startmotorzonder onderbrekingen in tot demotor aanslaat.

Herhaal de complete startprocedurewanneer de motor afslaat.

Bij temperaturen beneden –15 ºC kanhet noodzakelijk zijn de startmotor30 seconden in te schakelen voordatde motor aanslaat. Wanneer de autovaak onder dergelijkeomstandigheden wordt gebruikt ishet raadzaam eenverwarmingselement in hetmotorblok te laten monteren.

108

De motor starten

Page 111: Instructieboekje FordMondeo

MOTOR UITSCHAKELEN

Uitvoeringen met eendieselmotor

E72454

Laat het gaspedaal los. Wacht tot demotor stationair draait en zet hetcontact af.

Als de motor bij een hoger toerentalwordt afgezet, zal deturbocompressor nog draaien terwijlde oliedruk al tot nul is gedaald. Ditheeft vroegtijdige slijtage van decompressorlagers tot gevolg.

109

De motor starten

Page 112: Instructieboekje FordMondeo

VEILIGHEIDS-MAATREGELEN

WAARSCHUWINGENOm overstromen te voorkomen,hetgeen gevaar kan opleveren

voor andere weggebruikers, moetaltijd met tanken worden gestoptwanneer het vulpistool voor detweede keer afslaat. Alle brandstofdie u dan nog toevoegt vult deexpansieruimte in de brandstoftank,hetgeen er toe kan leiden dat debrandstof overstroomt.

Het brandstofsysteem staatonder druk. Wanneer het

brandstofsysteem lekt, bestaat hetgevaar van verwonding. Vermijdopen vuur of hittebronnen in denabijheid van het brandstofsysteem.

BRANDSTOFKWALITEIT

Gebruik altijd brandstof van hogekwaliteit zonder enige toevoegingen.

Uitvoeringen met eenbenzinemotor

Gebruik ongelode benzine dievoldoet aan de specificatie EN 228of een equivalent met eenoctaangetal van minimaal 95.Gelode benzine of additieven dieandere metaalhoudende additievenbevat (bijv. op basis van mangaan)kan schade aan het emissiesysteemveroorzaken.

Uitvoeringen met eendieselmotor

Gebruik uitsluitend dieselolie dievoldoet aan de specificatie EN 590of een equivalent. Voeg geen olie,benzine of andere vloeistoffen toe.Dieselolie die maximaal 5 % RME(biodiesel) bevat, is toegestaan.

Het langdurig gebruik van extraadditieven om vlokvorming tevoorkomen wordt niet aanbevolen.Voeg geen petroleum, paraffine ofbenzine een dieselolie toe.

KATALYSATOR

Rijden met een auto metkatalysator

Vermijd dat u de tank leeg rijdt.

Vermijd onnodig lange startpogingen.

Laat de motor niet met eenlosgetrokken bougiekabel draaien.

Duw of sleep de auto niet aan,gebruik hulpstartkabels. Zie Gebruikvan startkabels (bladzijde 171).

Zet onder het rijden nooit het contactaf.

110

Brandstof en tanken

Page 113: Instructieboekje FordMondeo

Parkeren

WAARSCHUWINGLet erop dat u uw auto nooitparkeert of stationair laat

draaien boven brandbare materialenzoals droge bladeren of verdord gras.Na het afzetten van de motor straalthet uitlaatsysteem nog gedurendeenige tijd warmte uit, waardoorgevaar van brand kan ontstaan.

TANKKLEP

E72501

Trek de hendel naast debestuurdersstoel omhoog. Open devulklep en draai de tankdop linksomlos.

Wanneer u de tankdop losdraait issoms een sissend geluid hoorbaar.Dit is echter volkomen normaal.

Draai de tankdop rechtsom vast tothij klikt.

TANKEN

WAARSCHUWINGWanneer u de onjuistebrandstofsoort heeft getankt of

onjuiste additieven heeft gebruikt,probeer dan niet de motor te starten.Dit kan schade aan de motorveroorzaken.

TECHNISCHE SPECIFICATIE

Brandstofverbruik

4- en 5-deurs

BrandstofverbruikscijfersCO2-emissieGecombineerdBuitenwegStadsverkeer

Variantg/kml/100 km (mpg)l/100 km

(mpg)l/100 km

(mpg)

1797,5 (37,7)5,6 (50,4)10,9 (25,9)1,8 l Duratec-HE81 kW (110 pk),Stage III

111

Brandstof en tanken

Page 114: Instructieboekje FordMondeo

CO2-emissieGecombineerdBuitenwegStadsverkeerVariant

g/kml/100 km (mpg)l/100 km(mpg)

l/100 km(mpg)

1827,6 (37,2)5,6 (50,4)11,2 (25,2)1,8 l Duratec-HE81 kW (110 pk),Stage IV

1827,6 (37,2)5,6 (50,4)11,0 (25,7)1,8 l Duratec-HE92 kW (125 pk),Stage III

1847,7 (36,7)5,6 (50,4)11,3 (25,0)1,8 l Duratec-HE92 kW (125 pk),Stage IV

1737,2 (39,2)5,7 (49,6)9,9 (28,5)1,8 l Duratec-SCi96 kW (130 pk)

1877,8 (36,2)5,8 (48,7)11,2 (25,2)

2,0 l Duratec-HE,Stage III,handgeschakeldeversnellingsbak

1897,9 (35,8)5,8 (48,7)11,5 (24,6)

2,0 l Duratec-HE,Stage IV,handgeschakeldeversnellingsbak

2189,1 (31,0)7,2 (39,2)12,6 (22,4)2,0 l Duratec-HE,automaat

24410,2 (27,7)7,5 (37,7)15,0 (18,8)2.5 l Duratec-HE,handgeschakeldeversnellingsbak

24410,2 (27,7)7,4 (38,2)15,1 (18,7)2.5 l Duratec-HE,automaat

24710,3 (27,4)7,5 (37,7)15,1 (18,7)3,0 l Duratec-VE150 kW (203 pk)

24910,4 (27,2)8,0 (35,3)14,5 (19,5)3,0 l Duratec-ST166 kW (226 pk)

1545,8 (48,7)4,5 (62,8)8,1 (34,9)2,0 lDuratorq-TDDi 66kW (90 pk)

1545,8 (48,7)4,6 (61,4)7,7 (36,7)2,0 lDuratorq-TDCi 66kW (90 pk)

112

Brandstof en tanken

Page 115: Instructieboekje FordMondeo

CO2-emissieGecombineerdBuitenwegStadsverkeerVariant

g/kml/100 km (mpg)l/100 km(mpg)

l/100 km(mpg)

1485,6 (50,4)4,4 (64,2)7,8 (36,2)

2,0 lDuratorq-TDCi 85kW (115 pk), StageIII,5-versnellingsbak

1545,8 (48,7)4,6 (61,4)7,7 (36,7)

2,0 lDuratorq-TDCi 85kW (115 pk), StageIV,5-versnellingsbak

1515,7 (49,6)4,7 (60,1)7,8 (36,2)

2,0 lDuratorq-TDCi 85kW (115 pk), StageIII,6-versnellingsbak

1596,0 (47,1)4,8 (58,9)8,1 (34,9)

2,0 lDuratorq-TDCi 85kW (115 pk), StageIV,6-versnellingsbak

1967,4 (38,2)5,8 (48,7)10,2 (27,7)

2,0 lDuratorq-TDCi 85kW (115 pk),automaat

1545,8 (48,7)4,7 (60,1)7,7 (36,7)

2,0 lDuratorq-TDCi 96kW (130 pk), StageIII,handgeschakeldeversnellingsbak

1596,0 (47,1)4,8 (58,9)8,1 (34,9)

2,0 lDuratorq-TDCi 96kW (130 pk), StageIV,handgeschakeldeversnellingsbak

113

Brandstof en tanken

Page 116: Instructieboekje FordMondeo

CO2-emissieGecombineerdBuitenwegStadsverkeerVariant

g/kml/100 km (mpg)l/100 km(mpg)

l/100 km(mpg)

1967,4 (38,2)5,8 (48,7)10,2 (27,7)

2,0 lDuratorq-TDCi 96kW (130 pk),automaat

1616,1 (46,3)4,9 (57,6)8,2 (34,4)2,2 lDuratorq-TDCi

Wagon

BrandstofverbruikscijfersCO2-emissieGecombineerdBuitenwegStadsverkeer

Variantg/kml/100 km (mpg)l/100 km

(mpg)l/100 km

(mpg)

1847,7 (36,7)5,8 (48,7)11,1 (25,5)1,8 l Duratec-HE81 kW (110 pk),Stage III

1877,8 (36,2)5,8 (48,7)11,4 (24,8)1,8 l Duratec-HE81 kW (110 pk),Stage IV

1867,8 (36,2)5,8 (48,7)11,1 (25,5)1,8 l Duratec-HE92 kW (125 pk),Stage III

1897,9 (35,8)5,8 (48,7)11,4 (24,8)1,8 l Duratec-HE92 kW (125 pk),Stage IV

1797,4 (38,2)5,9 (47,9)10,1 (28,0)1,8 l Duratec-SCi96 kW (130 pk),Stage IV

1918,0 (35,3)6,0 (47,1)11,3 (25,0)

2,0 l Duratec-HE,Stage III,handgeschakeldeversnellingsbak

1938,1 (34,9)6,0 (47,1)11,6 (24,4)

2,0 l Duratec-HE,Stage IV,handgeschakeldeversnellingsbak

114

Brandstof en tanken

Page 117: Instructieboekje FordMondeo

CO2-emissieGecombineerdBuitenwegStadsverkeerVariant

g/kml/100 km (mpg)l/100 km(mpg)

l/100 km(mpg)

2219,3 (30,4)7,3 (38,7)12,7 (22,2)2,0 l Duratec-HE,Stage III, automaat

2219,2 (30,7)7,3 (38,7)12,7 (22,2)2,0 l Duratec-HE,Stage IV,automaat

24910,4 (27,2)7,7 (36,7)15,1 (18,7)2.5 l Duratec-HE,handgeschakeldeversnellingsbak

25110,5 (26,9)7,7 (36,7)15,3 (18,5)2.5 l Duratec-HE,automaat

25210,5 (26,9)7,7 (36,7)15,3 (18,5)3,0 l Duratec-VE150 kW (203 pk)

25410,6 (26,7)8,2 (34,5)14,6 (19,3)3,0 l Duratec-ST166 kW (226 pk)

1586,0 (47,1)4,7 (60,1)8,3 (34,0)2,0 lDuratorq-TDDi 66kW (90 pk)

1575,9 (47,9)4,8 (58,9)7,8 (36,2)2,0 lDuratorq-TDCi 66kW (90 pk)

1535,8 (48,7)4,6 (61,4)7,9 (35,8)

2,0 lDuratorq-TDCi 85kW (115 pk), StageIII,5-versnellingsbak

1575,9 (47,9)4,8 (58,9)7,8 (36,2)

2,0 lDuratorq-TDCi 85kW (115 pk), StageIV,5-versnellingsbak

1545,8 (48,7)4,8 (58,9)7,9 (35,8)

2,0 lDuratorq-TDCi 85kW (115 pk), StageIII,6-versnellingsbak

115

Brandstof en tanken

Page 118: Instructieboekje FordMondeo

CO2-emissieGecombineerdBuitenwegStadsverkeerVariant

g/kml/100 km (mpg)l/100 km(mpg)

l/100 km(mpg)

1636,2 (45,6)5,0 (56,5)8,3 (34,0)

2,0 lDuratorq-TDCi 85kW (115 pk), StageIV,6-versnellingsbak

1987,5 (37,7)5,9 (47,9)10,2 (27,7)

2,0 lDuratorq-TDCi 85kW (115 pk),automaat

1586,0 (47,1)4,9 (57,7)7,8 (36,2)

2,0 lDuratorq-TDCi 96kW (130 pk), StageIII,handgeschakeldeversnellingsbak

1636,2 (45,6)5,0 (56,5)8,3 (34,0)

2,0 lDuratorq-TDCi 96kW (130 pk), StageIV,handgeschakeldeversnellingsbak

1987,5 (37,7)5,9 (47,9)10,2 (27,7)

2,0 lDuratorq-TDCi 96kW (130 pk),automaat

1666,3 (44,8)5,1 (55,4)8,4 (33,6)2,2 lDuratorq-TDCi

116

Brandstof en tanken

Page 119: Instructieboekje FordMondeo

HANDGESCHAKELDEVERSNELLINGSBAK

WAARSCHUWINGENSchakel de achteruit alleen inwanneer de auto volledig tot

stilstand is gekomen.Oefen bij het terugschakelenvan de vijfde naar de vierde

versnelling geen onnodige zijwaartsekracht uit op de schakelhendelaangezien daardoor de tweedeversnelling per ongeluk kan wordeningeschakeld.

Om 'tandenknarsen' bij hetinschakelen van de achteruit tevoorkomen, moet nadat de auto totstilstand is gekomen en hetkoppelingspedaal is ingedruktongeveer drie seconden wordengewacht.

Bij uitvoeringen met een 1,8 lDuratec-SCi motor kan detopsnelheid alleen in de vijfdeversnelling worden bereikt.

Achteruitversnelling - 5-versnellingsbak

E72455

Om de achteruit in te schakelen moetde schakelhendel in de neutralestand worden geplaatst envervolgens tegen de veerdruk involledig naar rechts worden gedrukt.Beweeg de hendel daarna naarachteren.

117

Versnellingsbak/transmissie

Page 120: Instructieboekje FordMondeo

Achteruitversnelling - 6-versnellingsbak

E72456

1. Trek de ring omhoog.2. Beweeg de schakelhendel naar

links en naar voren.

AUTOMATISCHETRANSMISSIE

E72457

4-traps transmissieA5-traps transmissie (Durashift5-tronic)B

Afhankelijk van de uitvoering is detransmissie in uw auto een 4- of5-traps transmissie. Beidetransmissies worden elektronischgeregeld, maar u kunt ook handmatigschakelen.

118

Versnellingsbak/transmissie

Page 121: Instructieboekje FordMondeo

Keuzehendelstanden

E72458

WAARSCHUWINGTrek, wanneer de auto stilstaat,de handrem aan of druk het

rempedaal in alvorens een versnellingin te schakelen. Zo voorkomt u datde auto in beweging komt wanneeru een rijstand inschakelt.

N.B.: Wanneer de motor koud is,draait hij direct na het starten meteen verhoogd stationair toerental.Hierdoor vertoont de auto in deachteruit en alle vooruit versnellingeneen sterke neiging te gaan 'kruipen'.

Om de keuzehendel in de stand Ren P te plaatsen moet u eerst deontgrendelknop op de handgreepvan de keuzehendel indrukken. Bij de4-traps transmissies moet diteveneens wanneer u dekeuzehendel in de stand 2 wiltplaatsen (behalve bij het schakelenvan stand 1 naar 2).

P = Parkeren

WAARSCHUWINGENKies deze stand alleen wanneerde auto stilstaat.Trek altijd de handrem aan enzorg ervoor dat de keuzehendel

vergrendeld in de stand P staat. Zethet contact af wanneer u de autoverlaat.

Indien de keuzehendel niet in destand P staat weerklinkt een

akoestisch waarschuwingssignaalwanneer het bestuurdersportierwordt geopend.

In deze stand is de transmissiegeblokkeerd.

De motor moet worden gestart metde keuzehendel in de stand P. Indiennodig kan de motor ook wordengestart in de stand N.

Nadat de motor is gestart kan dekeuzehendel alleen uit deze standworden gezet als het rempedaalen de ontgrendelknop wordeningedrukt.

119

Versnellingsbak/transmissie

Page 122: Instructieboekje FordMondeo

R = Achteruit

WAARSCHUWINGKies deze stand uitsluitendwanneer de auto stilstaat en de

motor stationair draait.

E66565

Druk het rempedaal in wanneer u destand R wilt inschakelen.

N = Neutraal

WAARSCHUWINGIn deze stand moet hetrempedaal worden ingedrukt of

de handrem zijn aangetrokken omte voorkomen dat de auto inbeweging komt.

In deze stand worden de wielen nietaangedreven.

D = Rijden

Dit is de normale rijstand. Wanneerde rem wordt losgelaten zal de autogaan kruipen. Allevooruitversnellingen wordenautomatisch naar derijomstandigheden gekozen.

+/− = Versnellingen 1−5 (5-trapstransmissie)

Bij handmatig schakelen kunnen deversnellingen 1, 2, 3, 4 en 5 wordengekozen.

2 = Tweede versnelling(4-traps transmissie)

De transmissie blijft continu in detweede versnelling. Deze stand moetworden gekozen voor het afdalenvan steile hellingen, lange opwaartsehellingen en bochtige trajecten omhet onnodig gebruik van de remmente voorkomen. Hij kan ook wordengebruikt voor het optrekken opbeijzelde wegen.

1 = Eerste versnelling (4-trapstransmissie)

De transmissie blijft in de eersteversnelling. Deze stand is bedoeldvoor het afdalen van extreem steilehellingen.

120

Versnellingsbak/transmissie

Page 123: Instructieboekje FordMondeo

Handmatig schakelen (5-trapstransmissie)

E72460

Het handmatig schakelen met deautomatische transmissie komtovereen met het schakelen met eenhandgeschakelde versnellingsbak.Dit kan zowel rijdend als stilstaandplaatsvinden.

Plaats de keuzehendel in de stand Den druk hem vervolgens naar rechts.Bij stilstaande auto kunnen alleen destanden 1 en 2 worden gekozen.

E72461

Druk om terug te schakelen dekeuzehendel van de automatischetransmissie voorzichtig naar voren (−)of druk op een − toets op destuurwielspaken. Trek om op teschakelen de keuzehendelvoorzichtig naar achteren (+) of drukop een + toets op destuurwielspaken. U kunt slechts éénversnelling tegelijk op- ofterugschakelen. Voor uw veiligheiden comfort schakelt de transmissiede door u gekozen versnelling pas inwanneer de combinatie vanmotortoerental en rijsnelheid dittoelaat.

E72459

De handmatig ingeschakeldeversnelling wordt in hetmultifunctionele display weergegevenzodra de transmissie de keuze heeftingeschakeld.

Het multifunctionele display geeft deactuele keuzehendelstanden PRNof D enAUTO wanneer dekeuzehendel in de linker sleuf staat(automatisch schakelen) of 1234 of5 en MAN wanneer hij zich in derechter sleuf bevindt (handmatigschakelen).

121

Versnellingsbak/transmissie

Page 124: Instructieboekje FordMondeo

Handmatig schakelen (4-trapstransmissie)

E72462

Kies stand 1, zet de handrem vrij endruk het gaspedaal in. Naarmate desnelheid toeneemt, verplaatst u dekeuzehendel in de stand 2 en D.

Wanneer tijdens het rijden dekeuzehendel vanuit de stand D in destand 2 wordt geplaatst, zal detransmissie naar de tweedeversnelling terugschakelen zodra desnelheid is afgenomen tot minderdan 110 km/h en in deze versnellingblijven. Wordt de keuzehendel in destand 1 geplaatst, dan blijft detransmissie in de tweede versnellingtot de snelheid is afgenomen totminder dan 45 km/h. Daarna zal detransmissie naar de eerste versnellingterugschakelen en in deze versnellingblijven.

Overdrive (4-trapstransmissie)

E72463

De vierde versnelling werkt als eenoverdrive. Als de transmissieregelmatig schakelt tussen de vierdeen derde versnelling (keuzehendel inde stand D) moet de overdriveworden uitgeschakeld. Druk de toetsin die zich linksonder in de greep vande keuzehendel bevindt.

E72464

De controlelamp in hetmultifunctionele display geeft aan datde overdrive is uitgeschakeld. Detransmissie schakelt nu alleen tussende versnellingen 1 tot en met 3.

122

Versnellingsbak/transmissie

Page 125: Instructieboekje FordMondeo

Druk de toets nogmaals in om deoverdrivefunctie weer in teschakelen. Bij het starten van demotor wordt de overdrivefunctieautomatisch weer ingeschakeld.

Als de lamp knippert is er een storingin de automatische transmissievastgesteld. Laat uw auto zo snelmogelijk door een deskundigecontroleren.

Rijden met eenautomatische transmissie

Wegrijden

E72465

Plaats, terwijl de motor stationairdraait en het rempedaal ingedruktwordt gehouden, de keuzehendel ineen rijstand. Laat het rempedaal los.De auto zal langzaam in de gekozenrichting wegrijden. Druk hetgaspedaal in om de snelheid op tevoeren.

Wegrijden in zand, modder ofsneeuw

E72466

Zit de auto vast, probeer dan doorwisselend voor- en achteruit te rijdenlos te komen. Plaats hiertoe dekeuzehendel achtereenvolgens in destanden D en R terwijl het gaspedaalzo min mogelijk wordt ingedrukt.Beweeg, om het effect te vergroten,de keuzehendel in de stand R terwijlde auto nog naar voren rijdt enomgekeerd.

Om overmatige belasting van detransmissie te voorkomen, moettijdens het voor- en achteruitrijden(`schommelen') het motortoerentalzo laag mogelijk worden gehouden.

In de winter kan stand 2 (4-trapstransmissie) of de tweede versnelling(5-traps transmissie) worden gebruiktvoor het wegrijden op een ijzige ofbesneeuwde ondergrond.

123

Versnellingsbak/transmissie

Page 126: Instructieboekje FordMondeo

E72467

Schakel bij een 5-traps transmissieen stilstaande auto eerst de stand Din en verplaats daarna dekeuzehendel naar rechts en naarachteren (+). Op het multifunctioneledisplay kunt u zien dat de tweedeversnelling is ingeschakeld.

Geforceerd terugschakelen(kickdown)

E72468

Voor steile hellingen ofinhaalmanoeuvres kan deautomatische transmissie extrakoppel leveren. Om dit kickdowneffect de verkrijgen moet hetgaspedaal volledig worden ingedrukten ingedrukt gehouden terwijl dekeuzehendel in de stand D staat.Hetzelfde effect kan in dehandmatige modus bij lage ofgemiddelde snelheden wordenverkregen (alleen 5-trapstransmissie).

De versnellingsbak schakelt pas naareen hogere versnelling wanneer hetmaximum toerental is bereikt. Laathet gaspedaal los wanneer hetkickdown effect niet langer gewenstis.

Stoppen

Laat het gaspedaal los en druk hetrempedaal in. Laat de keuzehendelin de eerder gekozen stand staan.Om weer weg te rijden hoeft u alleenuw voet van het rempedaal tenemen.

124

Versnellingsbak/transmissie

Page 127: Instructieboekje FordMondeo

Noodvoorziening voor hetontgrendelen van dekeuzehendel

E72469

E72470

N.B.: Wanneer de keuzehendelopnieuw in de stand P wordtgeplaatst, moet deze procedureworden herhaald.

Hiermee kunt u de keuzehendel uitde stand P verplaatsen in geval vaneen ontladen accu of eenstroomstoring.

Verwijder de kap in demiddenconsole naast dekeuzehendel met een dun voorwerp.Druk met een geschikt voorwerp devergrendelhendel onder de openingnaar beneden en verplaatstegelijkertijd de keuzehendel uit destand P.

125

Versnellingsbak/transmissie

Page 128: Instructieboekje FordMondeo

Rijmodi (5-trapstransmissie)

De transmissie past zich aan deactuele rijstijl met een optimaleschakelkarakteristiek aan.

Modus 'Koud'

Om het rendement van detransmissie te verhogen, schakeltdeze de vijfde versnelling alleen inwanneer de transmissietemperatuuriets is toegenomen, op een koudeochtend bijvoorbeeld na enkeleminuten rijden.

Modus 'Heet'

Bij overwegend hogebuitentemperaturen schakelt detransmissie op naar een hogereversnelling om oververhitting tevoorkomen tot de motor- entransmissietemperatuur zich hebbengestabiliseerd.

Modus 'Helling af'

De transmissie herkent het hellingafwaarts rijden en helpt u bij hetremmen door terug te schakelen enop de motor af te remmen.

Modus 'Helling op'

De transmissie herkent het hellingopwaarts rijden of het rijden met eenaanhanger en kiest een lagereversnelling zodat meermotorvermogen beschikbaar is.

Modus 'Snel los'

Wanneer u het gaspedaal snel loslaat, bijv. wanneer u een bochtneemt, blijft de transmissie in degekozen versnelling om eenopeenvolging van op- enterugschakelen te voorkomen.

Modus 'Auto sport'

Wanneer u het gaspedaal snelindrukt, bijvoorbeeld wanneer u meteen sportieve rijstijl wilt gaan rijden,ondersteunt de transmissie uw rijstijldoor onmiddellijk terug te schakelenof later op te schakelen, d.w.z. bijhogere motortoerentallen.

Modus 'Stop-and-go' (2,5 lDuratec-VE)

De transmissie herkent stop-and-goverkeerssituaties en blokkeert vooreen soepele acceleratie de eersteversnelling om veelvuldig op- enterugschakelen te voorkomen.

Regeling stationair toerental(2,0 l Duratorq-TDCi)

Om uw comfort te verhogen wordenhet motorgeluid en detrillingskarakteristiekengeoptimaliseerd wanneer de autostilstaat, de motor stationair draait,de keuzehendel in stand D staat enhet rempedaal wordt ingedrukt.

126

Versnellingsbak/transmissie

Page 129: Instructieboekje FordMondeo

WERKING

Gescheiden remsysteem

WAARSCHUWINGWanneer een remcircuit uitvalt,is uw eerste ondervinding dat

het rempedaal zachter aanvoelt.Vervolgens zult u meer kracht op hetrempedaal moeten uitoefenen enmoet u rekening houden met eenlangere remweg. Laat voordat u uwreis hervat het remsysteem door eendeskundige controleren.

E66564

Uw auto is voorzien van eendiagonaal gescheiden tweekringsremsysteem. Bij een storing in éénvan de remcircuits blijft het anderenormaal functioneren.

Schijfremmen

E66565

Natte remschijven hebben een lagerewrijvingscoëfficiënt.

Druk na het verlaten van eenautowasserette of als u door waterhebt gereden het rempedaal evenvoorzichtig in om de waterfilm op deremschijven te laten verdampen.

Noodstopassistent

WAARSCHUWINGDe noodremassistent is eenextra systeem, dat niet is

bedoeld op de bestuurder teontheffen van zijn plicht om tijdenshet rijden voorzichtig en oplettend tezijn.

De noodremassistent kan eennoodstopsituatie vaststellen door desnelheid waarmee het rempedaalwordt ingedrukt te meten. Hij zorgtautomatisch voor de maximaleremdruk zolang het rempedaal wordtingedrukt. Hierdoor kan in kritiekesituaties de remweg aanzienlijkworden verkort.

127

Remmen

Page 130: Instructieboekje FordMondeo

TIPS VOOR RIJDEN METABS

WAARSCHUWINGHoewel het ABS een zo effectiefmogelijke remwerking

garandeert, blijft de remweg toch ookafhankelijk van de conditie van hetwegdek en de rijomstandigheden.Ook het ABS kan een ongeval nietverhinderen indien de bestuurderonvoldoende afstand tot zijnvoorligger bewaart, een bocht mette hoge snelheid neemt, dan wel metaquaplaning of een slecht wegdekwordt geconfronteerd.

E66566

Het ABS treedt alleen in werkingwanneer de wielen op het punt staante blokkeren. De werking isherkenbaar aan het pulseren van hetrempedaal.

Laat tijdens het remmen hetrempedaal niet los.

PARKEERREM

Alle uitvoeringen

E70430

WAARSCHUWINGBij auto's met automatischetransmissie moet de

keuzehendel altijd in de stand Pstaan.

• Druk het rempedaal krachtig in.• Trek de handremhendel krachtig

en zover mogelijk aan.• Druk de ontgrendelknop tijdens

het aantrekken niet in.• Wanneer uw auto op een helling

geparkeerd staat met devoorzijde in opwaartse richting,schakel dan de eerste versnellingin en draai het stuurwiel van detrottoirband af.

• Wanneer uw auto op een hellinggeparkeerd staat met devoorzijde in neerwaartse richting,schakel dan de achteruit in endraai het stuurwiel naar detrottoirband toe.

128

Remmen

Page 131: Instructieboekje FordMondeo

Druk, om de handrem los te zetten,het rempedaal krachtig in, trek dehefboom iets omhoog, druk deontgrendelknop in en laat dehefboom zakken.

129

Remmen

Page 132: Instructieboekje FordMondeo

WERKING

Elektronisch StabiliteitsProgramma (ESP)

A

A

B

B

E72452

met ESPAzonder ESPBWAARSCHUWING

Hoewel ESP een grote matevan veiligheid biedt, mag dit

nooit een aansporing zijn omonnodige risico's te nemen.

ESP verbetert de tractieregeling doorhet doorspinnen van de wielentijdens het accelereren te reduceren.Het verbetert de mogelijkheden omop gladde of losse oppervlakken tekunnen optrekken. Het systeemzorgt bovendien voor een groterestabiliteit door de neiging om uit tebreken te onderdrukken. Dit wordtbewerkstelligd door de wielenafzonderlijk af te remmen en/of doorhet motorkoppel zo nodig teverlagen.

GEBRUIK MAKEN VANSTABILITEITSREGELING

ESP uitschakelen

E72453

Het systeem kan handmatig wordenuitgeschakeld door de ESPschakelaar minimaal eenseconde in te drukken. Zowelde controlelamp ESP in deinstrumentengroep als de lamp OFFin de schakelaar gaat branden. Hetsysteem kan weer wordeningeschakeld door nogmaals op deschakelaar te drukken.

130

Stabiliteitsregeling

Page 133: Instructieboekje FordMondeo

Telkens bij het aanzetten van hetcontact wordt het systeemautomatisch weer ingeschakeld.

131

Stabiliteitsregeling

Page 134: Instructieboekje FordMondeo

WERKING

WAARSCHUWINGHoewel Traction Control eengrote mate van veiligheid biedt,

mag dit nooit een aansporing zijn omonnodige risico's te nemen.

Bij snelheden tot 40 km/h voorkomthet systeem dat de aangedrevenwielen doorspinnen.

Het systeem kan wordengeactiveerd tijdens het accelererenop een glad wegdek of tijdens hetoptrekken op een helling.

GEBRUIK MAKEN VANAANDRIJFREGELING(TRACTION CONTROL)

E66568

N.B.: Wanneer de controlelamp bijhet aanzetten van het contact nietbrandt of tijdens het rijden blijftbranden, duidt dit op een storing. Bijeen storing wordt het systeemuitgeschakeld. Laat het systeem dooreen deskundige controleren.

Wanneer het contact wordt aangezet(stand II), wordt het systeemautomatisch uitgeschakeld en brandtde controlelamp kortstondig terbevestiging dat het systeem isingeschakeld.

Verminder onmiddellijk snelheid alshet Traction Control System isgeactiveerd, hetgeen door hetknipperen van de controlelamp wordtaangeduid. De auto kan andersbeschadigd raken, met name opoppervlakken met een geringe grip,zoals sneeuw of ijs.

BTCS uitschakelen

E66569

Druk op de schakelaar om hetsysteem in of uit te schakelen.Wanneer het systeem isuitgeschakeld, brandt de lamp in deschakelaar.

Wanneer u met sneeuwkettingen rijdtof als u de auto uit sneeuw wilt'losschommelen' verdient hetaanbeveling het systeem uit teschakelen door op de schakelaar tedrukken.

132

Aandrijfregeling (traction control)

Page 135: Instructieboekje FordMondeo

WERKING

E72517

Wanneer uw auto is voorzien vanniveauregeling op de achteras, blijfttijdens het rijden de hoogte van deauto, onafhankelijk van de belading,vrijwel gelijk. Wanneer de auto wordtbelast of ontlast corrigeert hetsysteem automatisch de hoogtetijdens het rijden.

Wanneer uw auto is voorzien van eenmechanisme voor het verstellen vankoplamplichtbundels, moet er opworden gelet dat de regelknop in dejuiste stand staat. ZieKoplamphoogte afstellen (bladzijde59).

133

Niveauregeling

Page 136: Instructieboekje FordMondeo

WERKING

WAARSCHUWINGDe parkeerhulp is een extrasysteem dat niet bedoeld is om

de bestuurder te ontheffen van zijnplicht om tijdens het achteruitrijdenvoorzichtig en oplettend te zijn.Vooral obstakels die zich dicht bij deauto (ca. 30 cm) en boven of onderde sensoren bevinden, wordenmogelijk niet door de ultrasoneparkeerhulp 'gezien' en kunnenschade aan de auto veroorzaken.Ultrasone geluidsgolven, zwareregenval en/ofweersomstandigheden die storendereflecties veroorzaken kunnen ertoeleiden dat objecten niet door desensoren worden opgemerkt.Bovendien worden objecten die deultrasone geluidsgolven absorberendoor hun ongunstigeoppervlakte-eigenschappen niet altijddoor de sensoren opgemerkt.

GEBRUIK MAKEN VAN DEPARKEERHULP

E72518

WAARSCHUWINGWees voorzichtig indien eentrekhaak is gemonteerd.

N.B.: Wanneer de auto is uitgerustmet een originele vaste Fordtrekhaak, moet bij het achteruitrijdenvoorzichtig te werk worden gegaan.

Bij aangezet contact wordt hetsysteem automatisch geactiveerd bijhet inschakelen van de achteruit. Terbevestiging dat het systeem gereedvoor gebruik is klinkt er een kortsignaal.

De meetafstand is onderverdeeld invijf waarschuwingszones. Als deafstand tot een obstakel afneemt,klinkt een waarschuwingssignaal,beginnend als een langzamepieptoon die toeneemt tot eenononderbroken toon.

Een storing in het systeem wordtaangegeven door een diepe,continue klank of een diepe klank dieom de drie seconden weerklinkt. Laathet systeem door een deskundigecontroleren.

Bij uitvoeringen met een origineleFord trekhaak, met of zonderafneembare kogel, wordt de afstandvanaf de bumper tot het obstakelweergegeven.

Houd de sensoren altijd vrij van vuil,sneeuw en ijs om een goede werkingte waarborgen (reinig de sensorenniet met een scherp voorwerp).

134

Parkeerhulp

Page 137: Instructieboekje FordMondeo

WERKING

WAARSCHUWINGSchakel onder drukkeverkeersomstandigheden, op

trajecten met veel bochten en opgladde wegen de automatischesnelheidsregeling niet in.

De automatische snelheidsregelingpast automatisch hetmotorvermogen aan om de in hetgeheugen opgeslagen snelheid aante houden. Wanneer bergafwaartswordt gereden, kan de snelheidtoenemen tot boven de opgeslagensnelheid, omdat het systeem geeninvloed op het remsysteem heeft.Wanneer in een dergelijk geval wordtteruggeschakeld en vervolgens deRES toets wordt ingedrukt, kan hetsysteem ervoor zorgen dat dewagen weer met de opgeslagensnelheid gaat rijden.

Het systeem werkt pas bij snelhedenvan meer dan 40 km/h. Bij wagensmet een dieselmotor werkt hetsysteem niet in de eerste en tweedeversnelling.

GEBRUIK MAKEN VANSNELHEIDSREGELING(CRUISE CONTROL)

Automatischesnelheidsregeling in- enuitschakelen

E72177

Het systeem kan te allen tijdeingeschakeld worden.AAN

De ingestelde rijsnelheidwordt gewist.UIT

Snelheid in het geheugenopslaan

E72178

E72179

Druk op SET+ of -. De controlelampin het informatiedisplay gaat brandenen de huidige rijsnelheid wordtgehandhaafd.

135

Snelheidsregeling (cruise control)

Page 138: Instructieboekje FordMondeo

Opgeslagen snelheidwijzigen

Druk op SET+ om de snelheid teverhogen. Druk op - om snelheid teminderen. De rijsnelheid verandertzonder het gaspedaal in te drukken.

De rijsnelheid waarbij de toets werdlosgelaten wordt de nieuwe, in hetgeheugen opgeslagen snelheid.

Druk op SET+ of - om de snelheidmet kleine stappen tijdelijk te latentoe- of afnemen.

Door het gaspedaal in te drukken zalde rijsnelheid toenemen zonder datde in het geheugen opgeslagensnelheid wordt gewijzigd.

Uitschakelen en hervatten

E72180

Druk het rempedaal ofkoppelingpedaal in of druk op RESom de snelheidsregeling uit teschakelen. De controlelamp op hetinformatiedisplay gaat uit.

Druk op RES om weer met deeerder in het geheugen opgeslagensnelheid te gaan rijden.

136

Snelheidsregeling (cruise control)

Page 139: Instructieboekje FordMondeo

ALGEMENE INFORMATIE

E72508

E72509

WAARSCHUWINGENIndien voorwerpen in hetinterieur moeten worden

geplaatst, zet ze dan goed vast,zodat ze niet kunnen gaan schuiven.

Bagage en ander voorwerpenmoeten zo laag mogelijk en zo

ver mogelijk naar voren in debagageruimte/laadruimte wordengeplaatst.

Rijden met geopendeachterklep/achterdeuren is

gevaarlijk omdat uitlaatgassen in hetinterieur kunnen wordenbinnengezogen.

BAGAGENETTEN

E72510

E72511

137

Transport

Page 140: Instructieboekje FordMondeo

Aan de vier bevestigingspunten opde laadvloer kan een bagagenetworden bevestigd. Hiermee kanworden voorkomen dat voorwerpengaan schuiven.

BAGAGEAFDEKKINGEN

WAARSCHUWINGLeg geen voorwerpen op hetbagageafdekpaneel.

5-deurs

Verwijderen

E72512

Maak de twee koorden los van deachterklep. Maak het afdekpaneelaan de zijkanten los en trek hemhorizontaal uit de auto zonder hemte kantelen.

Aanbrengen

Schuif het paneel horizontaal op dezij-steunen terug en duw het tot deaanslagen naar binnen. Bevestig detwee koorden weer aan deachterklep.

Wagon

E72513

Trek de bagage-afdekhoes naarachteren en zet hem in de hakenvast. De hoes kan volledig wordenverwijderd door de uiteinden van dekoker naar elkaar toe te drukken.

138

Transport

Page 141: Instructieboekje FordMondeo

DAKREKKEN ENBAGAGEDRAGERS

Imperiaal

E72514

WAARSCHUWINGHet rijden met een imperiaal kaneen negatieve invloed op de

rijeigenschappen van de autohebben.

Dakrails (Wagon)

De dakrails zijn zodanig ontworpendat klemmen (voor fietsen, ski's, enz.)uit het Ford Accessoires Programmakunnen worden gemonteerd. Delading moet gelijkmatig wordenverdeeld over de dwarsstangenen/of dakrails. Plaats nooit de ladingdirect op het dakpaneel.

E72515

De vergrendelbare dwarsstangen uithet Ford Accessoires Programmazijn bij u dealer verkrijgbaar.

E72516

N.B.: Breng nooit dwarsstangen aanboven de achterzijde van hetschuif-/kanteldak, waardoor hetkantelmechanisme wordtgeblokkeerd.

Om het windgeruis tot een minimumte beperken kunt u, wanneer deimperiaal niet in gebruik is, de tweedwarsstangen desgewenst tot eenafstand van 30 cm naar elkaartoeschuiven en vastzetten ofhelemaal verwijderen.

139

Transport

Page 142: Instructieboekje FordMondeo

TREKKEN VAN EENAANHANGER

N.B.: De Mondeo ST is niet geschiktvoor het rijden met een aanhanger.

Het maximum toelaatbaarwagengewicht en hetaanhangergewicht geven detechnische eisen weer, die wordengesteld voor hellingen tot 12 % en bijhoogten van 1 000 meter boven dezeespiegel. In bergachtige strekenworden de prestaties van de motordoor de lagere luchtdruk nadeligbeïnvloed. Daarom gelden devolgende beperkingen:

Boven 1 000 meter moet hetmaximum toelaatbaar totaalgewichtvoor iedere 1 000 hoger met 10 %worden verlaagd.

Steile hellingen

WAARSCHUWINGHoud er rekening mee dat deoplooprem van een aanhanger

geen deel uitmaakt van hetantiblokkeersysteem van de auto.

Schakel bij het naderen van steileafdalingen tijdig terug.

Indien er bij auto's met automatischetransmissie in de modus voorafdalingen te weinig remwerking is,kies dan voor handmatig schakelenen schakel zo nodig de tweede ofeerste versnelling in.

BELANGRIJKECONTROLES BIJTREKKEN VANAANHANGER

WAARSCHUWINGWanneer aan een vanbovenstaande voorwaarde niet

wordt voldaan, maak dan geengebruik van de trekhaak en laat dezedoor een deskundige controleren.

Controleer voordat u gaat rijden ofde trekhaakkogel goed isvergrendeld. Controleer of:

• Hendel 1 moet in zijnoorspronkelijke stand staan (naarrechts).

• De sleutel is verwijderd.• De trekhaak stevig vastzit. (Moet

stevig op zijn plaats blijven zittenals er aan getrokken wordt.)

E72519

WAARSCHUWINGBevestig nooit deveiligheidskabel direct aan de

trekhaakkogel.

140

Aanhangers trekken

Page 143: Instructieboekje FordMondeo

• Bevestig de veiligheidskabel aanhet kabeloog.

AFNEEMBARETREKHAAKKOGEL

WAARSCHUWINGENVerwijder de trekhaakkogelregelmatig zodat het

vergrendelingsmechanisme soepelblijft werken.

Gebruik voor het verwijderen enaanbrengen van de

trekhaakkogel geen gereedschap.Wijzig de trekhaak niet. Demonteerof repareer de trekhaak niet.

Ontgrendel, om verwondingente voorkomen, de

trekhaakkogel nooit wanneer deaanhanger nog is aangekoppeld.

Laat de trekhaakkogel, omverwonding te voorkomen,

nooit los in de auto liggen.

N.B.: Wanneer de trekhaak nietwordt gebruikt, verwijder deze danen zet hem met de riem aan derechterzijde in de bagageruimte vast.

Trekhaakkogel verwijderen

E72520

• Koppel de aanhanger af.• Verwijder de kap. Steek de sleutel

in het slot en draai hem linksom.• Verwijder de sleutel met de

slotcilinder.• Schuif de hendel 1 naar links en

houd hem in deze stand. Druk dehendel 2 vervolgens naar vorenen verwijder de trekhaakkogeldoor deze naar achteren tetrekken.

Wanneer de trekhaakkogel op dezewijze is ontgrendeld, kan hij op elkmoment weer worden aangebracht.

141

Aanhangers trekken

Page 144: Instructieboekje FordMondeo

E72525

• Breng de plug aan.

E72527

• Breng het paneel vanaf deonderzijde aan en druk het aantot het aangrijpt.

Trekhaakkogel verwijderen

E72521

• Verwijder het paneel (afhankelijkvan de uitvoering) uit deachterbumper. Pak het paneelaan de onderzijde met beidehanden vast en trek hetvoorzichtig naar beneden toe los.

E72522

• Verwijder de plug.

142

Aanhangers trekken

Page 145: Instructieboekje FordMondeo

E72523

WAARSCHUWINGENHet aanbrengen van deafneembare trekhaakkogel

moet bijzonder zorgvuldigplaatsvinden aangezien de juistebevestiging bepalend is voor deveiligheid van uw auto en deaanhanger.

De trekhaakkogel mag alleenworden aangebracht wanneer

deze compleet is ontgrendeld.

• Breng de trekhaakkogel inhorizontale richting aan en drukhem naar voren tot hetvergrendelmechanisme aangrijpt.(Houd uw hand niet dicht bij hetvergrendelmechanisme.)

• De trekhaakkogel vergrendeltautomatisch. Hendel 1 moet in zijnoorspronkelijke stand staan (naarrechts).

• Vergrendelen: breng de sleutelmet de slotcilinder aan en draaide sleutel rechtsom. Verwijder desleutel.

E72524

• Breng de kap over hetvergrendelmechanisme aan.

Onderhoud

WAARSCHUWINGVerwijder voordat u uw automet een hogedrukreiniger

reinigt de afneembare trekhaakkogelen sluit de opening met de plug af.

Houd het systeem schoon. Smeerhet slot regelmatig met grafiet.

143

Aanhangers trekken

Page 146: Instructieboekje FordMondeo

INRIJDEN

Rijd daarom gedurende de eerste 1500 km niet te bruusk. Wisselregelmatig van snelheid en schakeltijdig naar een hogere versnelling.Vermijd het rijden met te hogetoerentallen.

Nieuwe banden hebben eeninloopperiode van ongeveer 500 km.Tijdens deze periode kan de auto watafwijkende rijeigenschappenvertonen. Rijd daarom gedurende deeerste 500 km niet te bruusk.

Vermijd - indien mogelijk - krachtigremmen gedurende de eerste 150km in stadsverkeer en de eerste 1500 km op autosnelwegen.

Na de eerste 1 500 km kunt u desnelheid van uw auto geleidelijkopvoeren tot de toegestanewaarden voor kruis- en topsnelheid.

Wij wensen u vele plezierige enschadevrije kilometers toe met uwnieuwe Ford.

144

Tips voor het rijden

Page 147: Instructieboekje FordMondeo

EERSTEHULPSET

4- en 5-deurs

Uitvoeringen met eenruimtebesparend reservewiel

Een opbergruimte voor de EHBOdoos bevindt zich aan een zijde in debagageruimte.

Uitvoeringen met een normaalreservewiel

De EHBO-doos wordt aan delinkerzijde van de bagageruimtebevestigd met een bevestigingsriem.

Wagon

Een opbergruimte voor de EHBOdoos bevindt zich aan de linkerzijdein de bagageruimte.

GEVARENDRIEHOEK

4- en 5-deurs

Uitvoeringen met eenruimtebesparend reservewiel

Een opbergruimte voor degevarendriehoek bevindt zich aaneen zijde in de bagageruimte.

Uitvoeringen met een normaalreservewiel

De waarschuwingsdriehoek kanworden opgeborgen aan derechterzijde van de bagageruimte ineen schuimrubber houder onder devloerbedekking.

Wagon

Een opbergruimte voor degevarendriehoek bevindt zich aan delinkerzijde in de bagageruimte.

145

Nooduitrusting

Page 148: Instructieboekje FordMondeo

ONDERBREKINGS-SCHAKELAARBRANDSTOFTOEVOER

Uitvoeringen met eenDuratec motor

E72531

De brandstoftoevoer kan wordenonderbroken als gevolg van eenaanrijding of plotselinge trillingen(bijvoorbeeld wanneer u tijdens hetparkeren ergens tegenaan rijdt).

De schakelaar bevindt zich in hetzijpaneel bij het linker voorportier. Alsde schakelaar geactiveerd wordt,springt de knop op de schakelaaromhoog.

Schakelaar terugstellen

WAARSCHUWINGStel de veiligheidsschakelaarniet terug wanneer u brandstof

ruikt of ziet weglekken.

• Draai de contactsleutel in destand 0.

• Controleer het brandstofsysteemop lekkage.

• Als u geen lekkage hebtgeconstateerd, kunt u de knopop de veiligheidsschakelaarindrukken (zie afbeelding).

• Draai de contactsleutel in destand II. Wacht enkele secondenen draai de sleutel terug in destand I.

• Controleer het brandstofsysteemopnieuw op lekkage.

146

Staat na een aanrijding

Page 149: Instructieboekje FordMondeo

COMPONENTEN VANVEILIGHEIDSSYSTEEMINSPECTEREN

Veiligheidsgordels

Veiligheidsgordels die aanspanningen zijn blootgesteld - alsgevolg van een aanrijding - moetenworden vervangen en deverankeringspunten moeten dooreen deskundige wordengecontroleerd.

147

Staat na een aanrijding

Page 150: Instructieboekje FordMondeo

PLAATSENZEKERINGENHOUDERS

WAARSCHUWINGWijzigingen aan de elektrischeinstallatie of het

brandstofsysteem kunnen deveiligheid van de auto nadeligbeïnvloeden aangezien er hierdoorbrandgevaar of schade aan de motorkan ontstaan. Laat allewerkzaamheden aan deze systemenof het vervangen van relais ofzekeringen met een hoog vermogenover aan een deskundige.

E72532

Extra zekeringenkastACentrale zekeringenkastB

Extra zekeringenkast

E72534

Verwijder eerst het deksel van deaccu 1 wanneer u een zekering wiltcontroleren of vervangen. Verwijdervervolgens het deksel van dezekeringenkast 2 door de klem loste maken en het deksel op te tillen.

Aan de binnenzijde van het dekselbevindt zich een zekeringentabel.

Centrale zekeringenkast

Links stuur

E72535

148

Zekeringen

Page 151: Instructieboekje FordMondeo

De centrale zekeringenkast bevindtzich achter het opbergvak onder hetinstrumentenpaneel. Open, om hetopbergvak te verwijderen, hetopbergvak en trek het uit hetinstrumentenpaneel.

Breng, om het opbergvak weer opzijn plaats te brengen, het opbergvakin de opening aan en druk het aantot u het voelt aangrijpen.

De zekeringentabel bevindt zich aande buitenzijde van het verwijderdeopbergvak. De tabel is u behulpzaambij de identificatie van de zekeringen.

Rechts stuur

E73402

De centrale zekeringenkast bevindtzich achter het handschoenenkastje.Open, om het handschoenenkastjete verwijderen, hethandschoenenkastje en druk dehendel links naar achteren. Druk dezijkanten naar binnen en trek hethandschoenenkastje los.

Breng, om het handschoenenkastjeweer op zijn plaats te brengen, hethandschoenenkastje in de openingaan en druk het aan tot u het voeltaangrijpen.

De zekeringentabel bevindt zich aande buitenzijde van het verwijderdehandschoenenkastje. De tabel is ubehulpzaam bij de identificatie vande zekeringen.

EEN ZEKERINGVERVANGEN

WAARSCHUWINGZet het contact af en schakelalle elektrische verbruikers uit

voordat u een zekering vervangt.

Let er bij het vervangen op dat denieuwe zekering hetzelfde vermogenheeft als de oude zekering.

SPECIFICATIE-OVERZICHT ZEKERINGEN

De volgende zekeringen en relais zijngemarkeerd met het symbool "ZieInstructieboekje" in dezekeringtabellen in uw auto.

149

Zekeringen

Page 152: Instructieboekje FordMondeo

Extra zekeringenkast

Beveiligde circuitsZekeringConventionele koplampen 7,5 A; Xenon koplampen: 20 A16/18Automatische transmissie: 10 A17Extra verwarming (diesel): 20 A; Alarmsignaal accu (ST): 7,5 A23Diode elektronische module34Diode airconditioning35Diode koelventilateur motor36Verwarmde Lambdasonde37Kleppen motorregeling / snelheidssensor40Motormanagement Duratec motoren: 10 A; Duratorq motoren:15 A

42

Centrale zekeringenkast

Beveiligde circuitsZekeringAudio-installatie of audio-installatie en instrumentengroep69Aanhanger – max. 20 A zekering74Instrumentengroep78Achteruitrijlampen80Sensoren voor passagiersairbag en automatische temperatuur-regeling

81

Verlichting overdag88Aanhanger – max. 20 A zekering92Remlichten93Kentekenverlichting97

Symbolen in dezekeringenkast

Zie Instructieboekje

Airbag

ABS

Dimlicht

Grootlicht of koplampen

150

Zekeringen

Page 153: Instructieboekje FordMondeo

Mistlampen, voor

Mistachterlichten

Achteruitrijlamp

Schakelaar dimlicht ofparkeerlichten

Parkeerlichten

Interieurverlichting

Koplampsproeiers

Ruitenwissers,ruitenwisserschakelaar

Achterruitwisser

Achterruitverwarming,schakelaarachterruitverwarming

Achterruitverwarming

Verwarmbarebuitenspiegels

Elektrisch verstelbarebuitenspiegels, klok

Elektrisch bedienbare ruitenachterportieren

Elektrisch bedienbare ruitenvoorportieren

Schuifdak

Elektrisch verstelbarestoelen

Stoelen met verwarming enventilatie

Verwarmbare stoelen

Aanjagermotor

Airconditioning,aanjagermotor

Airconditioning

Aansteker

Waarschuwingsknipperlichten

Claxon

Centrale vergrendeling

Motormanagement,elektronische module

Startmotor

151

Zekeringen

Page 154: Instructieboekje FordMondeo

Ontsteking, contactslot

Brandstofopvoerpomp

Extra verwarming ofstandverwarming,gloeibougies (diesel), relais

brandstofopvoerpomp (diesel)

Accu gestuurd

Koelventilateur

Automatische transmissie

Elektrische aansluitpunten

Positieve accuvoeding

Diode

152

Zekeringen

Page 155: Instructieboekje FordMondeo

SLEEPPUNTEN

E73302

Het sleepoog is opgeborgen met dekrik in de bagageruimte. Hetsleepoog moet altijd in de autoworden meegenomen.

E73303

WAARSCHUWINGHet sleepoog is voorzien vanlinkse schroefdraad. Breng het

sleepoog aan door het linksom tedraaien. Zet het sleepoog met dehand vast.

Werk met een dunschroevendraaiertje het paneel in debumper los en breng het sleepoogaan.

153

Bergen van de auto

Page 156: Instructieboekje FordMondeo

E73301

Bevestigingspunt voorsleepoog, achter(uitvoeringen zondersportbumper)

A

Bevestigingspunt voorsleepoog, achter(uitvoeringen metsportbumper)

B

Verwijder, om het sleepoog aan deachterzijde bij de 4/5-deursST-uitvoeringen aan te brengen, hetmiddelste rooster aan de achterzijde.Steek een schroevendraaier of ietsdergelijks in het rooster en trek hetrooster los. Breng het rooster weeraan wanneer het sleepoog niet meerwordt gebruikt.

TRANSPORT VAN DEAUTO

Uitvoeringen metautomatische transmissie

E73304

WAARSCHUWINGRijd tijdens het slepen van eenauto met een automatische

transmissie nooit sneller dan 50 km/hof over een afstand groter dan 50kilometer.

Indien de auto over een grotereafstand moet worden gesleept, danmoeten de aangedreven wielen vande grond worden gelicht.

154

Bergen van de auto

Page 157: Instructieboekje FordMondeo

AUTO OP VIER WIELENSLEPEN

Alle uitvoeringen

WAARSCHUWINGTijdens het slepen moet decontactsleutel in de stand II

staan, opdat de stuurbekrachtiging,richtingaanwijzers en de remlichtenwerken. Omdat de rembekrachtigingen de stuurbekrachtiging bijstilstaande motor niet werken, moetu er rekening mee houden dat meerkracht op het rempedaal moetworden uitgeoefend en dat hetsturen meer krachtsinspanning vergt.Houd rekening met een langereremweg.

N.B.: Neem de lokaleveiligheidsregels voor het slepen vaneen auto in acht.

Wanneer u een auto sleept, rijd danlangzaam en soepel weg zonder degesleepte auto te laten schokken.Door overmatige belasting (rukken)kan zowel de sleepkabel als de autoworden beschadigd.

Uitvoeringen metautomatische transmissie

WAARSCHUWINGENRijd tijdens het slepen van eenauto met een automatische

transmissie nooit sneller dan 50 km/hof over een afstand groter dan 50kilometer. Zie Transport van de auto(bladzijde 154).

Sleep nooit een auto inachterwaartse richting met de

aangedreven wielen op de grond.Wanneer deze richtlijn niet wordtopgevolgd, kan de automatischetransmissie worden beschadigd.

Wanneer een auto met eenautomatische transmissie wordtgesleept, moet de keuzehendel inde stand N (neutraal) wordengeplaatst.

155

Bergen van de auto

Page 158: Instructieboekje FordMondeo

ALGEMENE INFORMATIE

WAARSCHUWINGENHet elektronischontstekingssysteem werkt met

hoogspanning. Raak de onderdelenvan dit systeem nooit bij draaiendemotor of aangezet contact aan.

Voordat werkzaamheden in hetmotorcompartiment worden

uitgevoerd moet het contact wordenafgezet. Onder sommigeomstandigheden kan dekoelventilateur nog enkele minutenblijven draaien nadat de motor isafgezet. Dit is volkomen normaal.Zorg ervoor dat vingers ofkledingstukken zoals dassen of sjaalsniet in aanraking komen met dekoelventilateur.

• Controleer regelmatig devloeistofpeilen en vul zo nodigvloeistof bij.

• Controleer de bandenspanning.• Controleer of de remmen en

verlichting correct werken.• Waarschuwings- en

controlelampen

Dagelijks controleren

• Werking van alle buitenverlichtingen interieurverlichting controleren.Zorg ervoor dat alle lampglazenschoon zijn.

Controleer tijdens hetbijvullen

• Motoroliepeil• Remvloeistofpeil• Peil van de ruitensproeiervloeistof• Bandenspanning en staat van de

banden (bij koude banden)

Controleer eenmaal permaand

• Vloeistofpeil van het koelsysteem(bij koude motor)

• Pijpen, slangen en reservoirs oplekkage

• Vloeistofpeil van destuurbekrachtiging

• Werking van de airconditioning• Werking van de voetrem• Werking van de claxon

156

Onderhoud

Page 159: Instructieboekje FordMondeo

OVERZICHT MOTORRUIMTE

Duratec-HE/SCi

E73408

Expansiereservoir koelsysteemAReservoir stuurbekrachtigingBMotorolievuldop*CReservoir remsysteem en koppelingDLuchtfilterEExtra zekeringenkastFAccuGMotoroliepeilstaaf*HReservoir ruitensproeiervloeistofI

* Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en demotoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd.

157

Onderhoud

Page 160: Instructieboekje FordMondeo

Duratec-VE

E73409

Expansiereservoir koelsysteemAReservoir stuurbekrachtigingBMotorolievuldop*CReservoir remsysteem en koppelingDLuchtfilterEExtra zekeringenkastFAccuGMotoroliepeilstaaf*HReservoir ruitensproeiervloeistofI

* Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en demotoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd.

158

Onderhoud

Page 161: Instructieboekje FordMondeo

Duratec-VE/ST V6

E73410

Expansiereservoir koelsysteemAReservoir stuurbekrachtigingBMotorolievuldop*CReservoir remsysteem en koppelingDLuchtfilterEExtra zekeringenkastFAccuGMotoroliepeilstaaf*HReservoir ruitensproeiervloeistofI

* Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en demotoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd.

159

Onderhoud

Page 162: Instructieboekje FordMondeo

Duratorq-TDDi/-TDCi Turbodiesel

E73411

Expansiereservoir koelsysteemAReservoir stuurbekrachtigingBMotorolievuldop*CReservoir remsysteem en koppelingDLuchtfilterEExtra zekeringenkastFAccuGMotoroliepeilstaaf*HReservoir ruitensproeiervloeistofI

* Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en demotoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd.

160

Onderhoud

Page 163: Instructieboekje FordMondeo

DE MOTORKAP OPENENEN SLUITEN

Motorkap openen

E73406

WAARSCHUWINGVerwijder de sleutel direct na hetopenen van de motorkap.

De motorkap moet vanaf debuitenzijde van de auto wordengeopend.

Draai het Ford embleem in deradiateurgrille opzij. Steek de sleutelin het slot op de radiateurgrille.

Draai de sleutel eerst linksom 1. Til demotorkap iets op en draai de sleutelvolledig rechtsom 2 om de motorkapte openen. De motorkap wordt doorgasgevulde cilinders opengehouden.

Motorkap sluiten

E73407

Om de motorkap te sluiten brengt uhem omlaag en laat u hem vanaf 20– 30 cm in het slot vallen.

Controleer altijd of de motorkapvolledig is vergrendeld.

MOTOROLIECONTROLEREN

WAARSCHUWINGGebruik geen additieven ofandere smeermiddelen. Deze

zijn niet noodzakelijk en kunnenonder bepaalde omstandighedenbeschadiging van de motor totgevolg hebben, welke niet onder deFord Garantie valt.

Het olieverbruik bereikt bij nieuwemotoren de normale waarde naongeveer 5 000 km.

161

Onderhoud

Page 164: Instructieboekje FordMondeo

Zorg ervoor dat uw auto horizontaalstaat. Controleer het oliepeil voordatu de motor start. Indien de motordraaide, zet het contact dan af enwacht enkele minuten om de olie inhet carter te laten terugstromenvoordat u het oliepeil controleert.Trek de peilstaaf uit de motor, veeghem met een schone, niet-pluizendedoek schoon en steek de peilstaafweer helemaal terug en trek hem eropnieuw uit.

Indien het oliepeil zich tussen demerktekens bevindt, hoeft geen oliete worden bijgevuld. Hete motoroliekan vanwege de thermischeexpansie het MAX-merkteken enkelemillimeters overschrijden.

Als het peil tot het MIN-merkteken isgedaald, moet onmiddellijk olieworden bijgevuld die aan de Fordspecificatie voldoet. Om het oliepeilvan het MIN tot het MAX merktekente laten stijgen hebt u ongeveer0,5-1,5 liter (afhankelijk van het typemotor) nodig.

E73412

Duratec-HE/SCiADuratec-VE/STBDuratorq-TDDi/TDCiC

Bijvullen tot het bovenste merkteken(MAX).

162

Onderhoud

Page 165: Instructieboekje FordMondeo

Motorolievuldop

E73413

Draai de dop linksom en trek hemomhoog. Verwijder de dop nooit bijdraaiende motor.

Draai de dop, om hem te sluiten,rechtsom tot hij klikt.

Motorolie verversen

Gebruik Ford/Motorcraft FormulaE SAE 5W-30 motorolie. Alsalternatief mag ook motorolie meteen viscositeit van SAE 5W-30 dievoldoet aan de Ford specificatieWSS-M2C913-B worden gebruikt.

Motorolie bijvullen

Wanneer er geen olie verkrijgbaar isdie aan bovenstaande specificatiesvoldoet gebruik dan, afhankelijk vande buitentemperatuur, olie met eenviscositeit van SAE 5W-30, SAE10W-40 of SAE 5W-40, die voldoetaan de ACEA A1/B1 of ACEA A3/B3specificaties. Het gebruik van dezealternatieve oliën kan tot gevolghebben dat de motor minder snelaanslaat, minder vermogen levert,meer brandstof verbruikt en eenhogere emissiewaarde heeft.

MOTORKOELVLOEISTOFCONTROLEREN

E73415

163

Onderhoud

Page 166: Instructieboekje FordMondeo

WAARSCHUWINGVerwijder nooit de dop van hetkoelsysteem wanneer de motor

heet is. Gevaar van verbranding! Startde motor niet voordat het probleemis verholpen.

Het koelvloeistofniveau is vanbuitenaf zichtbaar via hettransparante reservoir. Bij koudemotor moet het koelvloeistofniveauzich tussen het MIN en het MAXmerkteken bevinden. Aangezienkoelvloeistof bij verwarming uitzet, ishet normaal dat het niveau tot bovenhet MAX merkteken uitstijgt.

WAARSCHUWINGWees bijzonder voorzichtigtijdens het bijvullen van

koelvloeistof. Voorkom dat druppelskoelvloeistof op de motor wordengemorst.

Over het algemeen moetkoelvloeistof worden bijgevuldwanneer de motor koud is. Als ukoelvloeistof moet bijvullen terwijl demotor heet is, wacht dan tienminuten om de motor te latenafkoelen. Draai de dop langzaam los.Nog resterende druk zal tijdens hetlosdraaien van de dop ontsnappen.Daarna kunt u de dop helemaallosdraaien.

WAARSCHUWINGVoorkom dat deze vloeistof incontact komt met de huid of de

ogen. Mocht dit toch gebeuren,spoel het betreffende lichaamsdeeldan direct met veel water schoon enneem contact op met uw huisarts.

Wanneer de auto nieuw is, is hetkoelsysteem gevuld met koelvloeistofdie een bescherming tegenbevriezen biedt tot ongeveer –25 ºC.

Vul koelvloeistof bij die voldoet aande Ford specificatie.

AUTOMATISCHECONTROLEVLOEISTOFPEILTRANSMISSIE

Uw dealer controleert tijdens hetuitvoeren van de voorgeschrevenonderhoudsbeurten aan uw auto hetvloeistofpeil in de automatischetransmissie.

164

Onderhoud

Page 167: Instructieboekje FordMondeo

CONTROLEVLOEISTOFPEILKOPPELING ENREMSYSTEEM

E73414

WAARSCHUWINGVoorkom dat deze vloeistof incontact komt met de huid of de

ogen. Mocht dit toch gebeuren,spoel het betreffende lichaamsdeeldan direct met veel water schoon enneem contact op met uw huisarts.

Het remsysteem en hetbedieningsmechanisme van dekoppeling zijn aangesloten op éénreservoir.

Het vloeistofpeil moet zich tussen hetMIN en MAX merktekens op dezijkant van het reservoir bevinden.

STUURBEKRACHTI-GINGSVLOEISTOFCONTROLEREN

E73416

Bij koude motor moet hetvloeistofpeil tot het MAX merktekenreiken.

Vul de voorgeschreven vloeistof bijwanneer het niveau tot onder hetMIN merkteken afneemt.

165

Onderhoud

Page 168: Instructieboekje FordMondeo

RUITENSPROEI-ERVLOEISTOFCONTROLEREN

E73422

De sproeiers van de voor- enachterruit hebben eengemeenschappelijk vloeistofreservoir.Het reservoir bevindt zich achter derechter koplamp.

Druk na het bijvullen de dop van hetreservoir stevig vast.

Ruitensproeiers

Houd de sproeiers vrij van sneeuwen ijs opdat het systeem correct kanfunctioneren.

Door de voorruitverwarming in teschakelen worden zowel de voorruitals de voorruitsproeiers ontdooid.

TECHNISCHE SPECIFICATIE

Vloeistoffen

SpecificatieAanbevolen vloeistofOnderdeelWSS-M2C204-AFord Stuurbekrachtigings-

vloeistofStuurbekrachtiging

WSS-M97B44-DMotorcraft SuperPlusantivries

Koelvloeistof

Inhouden

Uitvoeringen met een benzinemotor

InhoudenInhoud in liter

(gallons)Nr.Variant

Max merktekenVloeistof stuurbekrachtigingAlle58,5 literBrandstoftankAlle4,3 literMotorolie - inclusief filter1,8 l Duratec-HE

166

Onderhoud

Page 169: Instructieboekje FordMondeo

Inhoud in liter(gallons)Nr.Variant

3,9 literMotorolie - exclusief filter1,8 l Duratec-HE8,3 literKoelsysteem, inclusief verwarming1,8 l Duratec-HE

6,6 literRuitensproeiers van voorruit -inclusief koplampsproeiers1,8 l Duratec-HE

2,6 literRuitensproeiers van voorruit -exclusief koplampsproeiers1,8 l Duratec-HE

4,3 literMotorolie - inclusief filter1,8 l Duratec-SCi3,9 literMotorolie - exclusief filter1,8 l Duratec-SCi8,3 literKoelsysteem, inclusief verwarming1,8 l Duratec-SCi

5,0 literRuitensproeiers van voorruit -inclusief koplampsproeiers1,8 l Duratec-SCi

2,5 literRuitensproeiers van voorruit -exclusief koplampsproeiers1,8 l Duratec-SCi

4,3 literMotorolie - inclusief filter2,0 l Duratec-HE3,9 literMotorolie - exclusief filter2,0 l Duratec-HE8,1 literKoelsysteem, inclusief verwarming2,0 l Duratec-HE

6,5 literRuitensproeiers van voorruit -inclusief koplampsproeiers2,0 l Duratec-HE

2,6 literRuitensproeiers van voorruit -exclusief koplampsproeiers2,0 l Duratec-HE

5,7 literMotorolie - inclusief filter2,5 l Duratec-VE5,2 literMotorolie - exclusief filter2,5 l Duratec-VE9,5 literKoelsysteem, inclusief verwarming2,5 l Duratec-VE

6,5 literRuitensproeiers van voorruit -inclusief koplampsproeiers2,5 l Duratec-VE

2,6 literRuitensproeiers van voorruit -exclusief koplampsproeiers2,5 l Duratec-VE

5,7 literMotorolie - inclusief filter3,0 l Duratec-VE/ST5,2 literMotorolie - exclusief filter3,0 l Duratec-VE/ST9,5 literKoelsysteem, inclusief verwarming3,0 l Duratec-VE/ST

6,5 literRuitensproeiers van voorruit -inclusief koplampsproeiers3,0 l Duratec-VE/ST

2,6 literRuitensproeiers van voorruit -exclusief koplampsproeiers3,0 l Duratec-VE/ST

167

Onderhoud

Page 170: Instructieboekje FordMondeo

Uitvoeringen met een dieselmotor

InhoudenInhoud in liter

(gallons)Nr.Variant

Max merktekenVloeistof stuurbekrachtigingAlle58,5 literBrandstoftankAlle6,0 literMotorolie - inclusief filterAlle5,8 literMotorolie - exclusief filterAlle

10,6 literKoelsysteem inclusiefverwarmingssysteem - met extraverwarmingssysteem

Alle

10,4 literKoelsysteem inclusiefverwarmingssysteem - zonder extraverwarmingssysteem

Alle

6,5 literRuitensproeiers van voorruit - inclusiefkoplampsproeiersAlle

2,6 literRuitensproeiers van voorruit - exclusiefkoplampsproeiersAlle

168

Onderhoud

Page 171: Instructieboekje FordMondeo

REINIGEN VANBUITENZIJDE AUTO

WAARSCHUWINGENIn installaties die met hogewaterdruk werken kan water

het interieur binnendringen.Verwijder de dakantennevoordat de auto een wasserette

met borstels wordt binnengereden.Schakel de aanjager uit om tevoorkomen dat het pollenfilterverstopt raakt.

Het beste kunt u uw auto in eenborstelloze wasinstallatie latenwassen.

Wanneer de auto bovendien in dewas wordt gezet, verwijder danvoordat u gaat rijden de waslaag vande voorruit.

Koplampen reinigen

Gebruik geen schurendereinigingsmiddelen of agressievechemische oplosmiddelen omblijvende schade aan de kunststofkoplampglazen te vermijden. Veegde glazen niet schoon wanneer zedroog zijn en gebruik voor hetverwijderen van verontreinigingengeen scherpe voorwerpen.

Achterruit reinigen

Reinig, om de draden van deachterruitverwarming niet tebeschadigen, de binnenzijde van deachterruit uitsluitend met een zachtedoek of een vochtige zeem. Reinigde ruit niet met behulp vanoplosmiddelen of scherpevoorwerpen.

Onderhoud van de lak

WAARSCHUWINGVoorkom dat poetsmiddelen(was of polish) op de kunststof

oppervlakken terechtkomen omdatze zich hiervan moeilijk latenverwijderen. Poets de auto niet in defelle zon.

Zet de lak van uw auto een- tottweemaal per jaar in de was.Hierdoor behoudt de lak zijn glans enstroomt het water makkelijker vanhet plaatwerk.

Breng geen was of polish op devoor- of achterruit aan, omdat dit eenlawaaiige werking van deruitenwissers tot gevolg heeft.

169

Verzorging van de auto

Page 172: Instructieboekje FordMondeo

REINIGEN VANBINNENZIJDE AUTO

Veiligheidsgordels

E66547

WAARSCHUWINGZowel het oprol- als hetvergrendelmechanisme mogen

niet worden gesmeerd ofgerepareerd. Ook wijzigingen aan degordels zijn niet toegestaan.

Controleer de gordels regelmatig opbeschadiging of slijtage.

Gebruik interieurreiniger of schoonwarm water. Laat de gordels opnatuurlijke wijze drogen, gebruik geenwarmtebron.

Gebruik geen chemischereinigingsmiddelen, kokend water,bleek- of verfmiddelen. Let er op datgeen vocht in het oprolmechanismekomt.

KLEINE LAKSCHADEREPAREREN

WAARSCHUWINGOm aanspraak te kunnenmaken op de garantie op het

lakwerk dient u onmiddellijk alleongerechtigheden van de lak teverwijderen, die er ogenschijnlijkonschadelijk uitzien, maar vaakagressieve stoffen bevatten - zoalsbijv. uitwerpselen van vogels,boomsappen, dode insecten,teervlekken, strooizout en industriëleneerslag.

Lakbeschadigingen door steenslagof krasjes kunnen wordenweggewerkt met behulp van spuitlakof een lakstift. Volg nauwkeurig deinstructies op in degebruiksaanwijzing van het product.Wij raden aan de Ford Accessoiresreeks te gebruiken.

170

Verzorging van de auto

Page 173: Instructieboekje FordMondeo

ONDERHOUD VAN DEACCU

De accu vraagt zeer weinigonderhoud. Uw Ford dealer zal in hetkader van het normaleonderhoudsschema regelmatig hetvloeistofpeil in de accu controleren.

GEBRUIK VANSTARTKABELS

Alleen accu's met dezelfde nominalespanning (12 volt) mogen met elkaarworden verbonden. Gebruikhulpstartkabels met geïsoleerdeklemmen en kabels met eenvoldoende dikke koperen kern.Koppel de ontladen accu niet los vande elektrische installatie van de auto.

Hulpstartkabels aansluiten

E73405

Lege accuAHulpaccuB

• Plaats de auto's zodanig dat zeelkaar niet raken.

• Zet het contact van beide auto'saf en schakel allestroomverbruikers uit.

171

Accu van de auto

Page 174: Instructieboekje FordMondeo

• Verbind de pluspool (+) van delege accu A met de pluspool (+)van de hulpaccu B.

• Sluit de massapool (−) van dehulpaccu B zover mogelijk van deaccu vandaan aan op hetmotorblok of de motorsteun vande te starten motor. Sluit dekabel niet aan op deminpool (–) van de ontladenaccu.

• Zorg ervoor dat dehulpstartkabels niet in aanrakingkunnen komen met bewegendeonderdelen.

Motor starten

• Laat de motor van de auto metde hulpaccu met verhoogdstationair toerental draaien.

• Probeer nu de motor van de automet de ontladen accu te starten.

• Laat beide motoren minimaal drieminuten draaien alvorens dekabels los te maken.

WAARSCHUWINGSchakel de koplampen tijdenshet loskoppelen van de

hulpstartkabels niet in. Door despanningspiek kunnen degloeilampen doorbranden.

• Koppel de kabels in omgekeerdevolgorde los.

172

Accu van de auto

Page 175: Instructieboekje FordMondeo

EEN WIEL VERVANGEN

Reservewiel

Alle uitvoeringen

WAARSCHUWINGGebruik uitsluitend banden envelgen met de goedgekeurde

maat. Het gebruik van andere matenkan schade aan de auto tot gevolghebben en kan de typegoedkeuringongeldig maken.

Uitvoeringen met eenruimtebesparend reservewiel

WAARSCHUWINGENWanneer het reservewiel afwijktvan de andere gemonteerde

wielen, moet u zich aan de volgenderegels houden:

Rijd niet harder dan 80 km/u.

Leg zo kort mogelijke afstandenaf.Monteer nooit meer dan éénreservewiel tegelijk.Monteer op dit wiel geensneeuwketting.Rijd met dit wiel niet eenautomatische wasstraat in.

Auto's met stabiliteitsregeling

Uitvoeringen met ESP kunnen watongebruikelijke rijeigenschappenvertonen. Schakel het ESP uit. ZieGebruik maken van stabiliteitsregeling(bladzijde 130).

4- en 5-deurs

E72563

Het reservewiel bevindt zich onderhet deksel in de bagageruimte.

• Til de achterzijde van het dekselin de bagageruimte op enverwijder het.

E72564

• Draai de sluiting linksom vollediglos.

• Verwijder het reservewiel.• Verwijder de krik; deze is onder

het reservewiel opgeborgen.

Breng het defecte wiel in deomgekeerde volgorde aan in dereservewielkuip aan.

173

Velgen en banden

Page 176: Instructieboekje FordMondeo

Wagon

E72565

Het reservewiel bevindt zich onderhet paneel in de bagageruimte.

• Rol de vloerbedekking in debagageruimte op, til het paneelop en verwijder het.

E72566

• Draai de sluiting linksom vollediglos.

• Verwijder het reservewiel.• Verwijder de krik; deze is onder

het reservewiel opgeborgen.

Breng het defecte wiel in deomgekeerde volgorde aan in dereservewielkuip aan.

Krik

E72567

N.B.: Gebruik bij het weeraanbrengen het rechtergat in de krikvoor de bevestiging van de krik enhet linkergat voor de bevestiging vanhet reservewiel.

De krik en de wielmoersleutel zijn inde reservewielkuip opgeborgen.Draai de bevestiging linksom los;verwijder de krik en dewielmoersleutel.

Kriksteunpunten

Alle uitvoeringen

E72568

174

Velgen en banden

Page 177: Instructieboekje FordMondeo

WAARSCHUWINGDe krik mag uitsluitend onder deonderstaande kriksteunpunten

worden geplaatst.

Het voorste kriksteunpunt 1 bevindtzich op ongeveer 27 cm vanaf devoorzijde van de dorpel. Wanneer uhet Instructieboekje openslaat, is hetongeveer 27 cm breed.

Het achterste kriksteunpunt 2bevindt zich op ongeveer 10 cmvanaf de achterzijde van de dorpel.

Uitvoeringen met zijskirts

E72569

Bij uitvoeringen met zijskirts, moet hetpaneel worden verwijderd voordatde krik onder de auto kan wordengeplaatst.

Trek de rand aan de onderzijde vanhet paneel naar u toe en draai hetnaar boven; verwijder vervolgens hetpaneel.

Extra kriksteunpunten

E72570

WAARSCHUWINGENIndien andere punten wordengebruikt kan dit aanzienlijke

schade veroorzaken aan decarrosserie, de stuurinrichting, dewielophanging, de motor, hetremsysteem en debrandstofleidingen.

Bij uitvoeringen met zijskirtsmoeten speciale rubbers

worden gebruikt om te voorkomendat de zijskirts of de auto worden/wordt beschadigd.

Punten 1 en 2 kunnen wordengebruikt voor garagekriks,hefbruggen of hefbrugkriks.

175

Velgen en banden

Page 178: Instructieboekje FordMondeo

Wiel verwijderen

Alle uitvoeringen

E72562

WAARSCHUWINGENParkeer uw auto zodanig aande kant van de weg dat u het

verkeer niet hindert en zelf geenhinder ondervindt van het verkeer alsu het wiel aan het verwisselen bent.

Zet een gevarendriehoek neer.

Zorg ervoor dat uw auto op eenstevige, horizontale ondergrond

staat.Breng zo nodig geschiktewiggen achter de wielen aan.Zet de voorwielen in derechtuitstand.Zet het contact af en trek dehandrem aan.Schakel de eerste versnelling ofde achteruit in.Zet bij uitvoeringen met eenautomatische transmissie de

keuzehendel in de stand P.Laat de inzittenden uitstappen.

Indien uw auto is uitgerust metrichtinggebonden banden, zorg

er dan voor dat de pijlen in dedraairichting wijzen wanneer de autovooruit rijdt. De pijlen op beidebandwangen geven de draairichtingweer.

Wanneer een reservewiel moetworden gemonteerd waarvan

de pijlen tegen de draairichting inwijzen, laat de band dan zo spoedigmogelijk door een deskundigeomkeren.

176

Velgen en banden

Page 179: Instructieboekje FordMondeo

Gebruik de boordkrik uitsluitendvoor het verwisselen van een

wiel. Voer geen werkzaamhedenonder de auto uit wanneer dezeuitsluitend door de krik wordtondersteund.

E72571

• Steek het platte uiteinde van dewielmoersleutel tussen develgrand en het wieldeksel enwerk voorzichtig het wieldeksellos.

Uitvoeringen met slotmoeren

E72572

N.B.: Vervanging slotmoeren enwielmoeren zijn verkrijgbaar aan dehand van het referentienummer ophet certificaat van de slotmoeren(indien van toepassing).

• Plaats de dopsleutel op deslotmoer.

Alle uitvoeringen

WAARSCHUWINGPlaats de krik verticaal onder deuitsparing in de dorpelrand.

• Draai de wielmoeren een slag los.• Plaats de krikvoet op een stevige

en vlakke ondergrond.

177

Velgen en banden

Page 180: Instructieboekje FordMondeo

• Krik de wagen zover op dat hetwiel los van de grond is.

• Draai de wielmoeren nu geheellos en verwijder het wiel.

Wiel verwisselen

Wagens met lichtmetalenvelgen

WAARSCHUWINGLichtmetalen velgen mogennooit worden vastgezet met

moeren voor stalen velgen.

N.B.: De wielmoeren vanlichtmetalen velgen kunnen ook kortetijd worden gebruikt voor hetbevestigen van het reservewiel metstalen velg (maximaal twee weken).

Alle uitvoeringen

• Schuif het reservewiel op detapeinden. Draai de wielmoeren -met de conische zijde naar hetwiel gekeerd - rechtsom aan,maar zet ze nog niet vast.

• Laat de wagen zakken enverwijder de krik.

Uitvoeringen met slotmoeren

• Plaats de dopsleutel op deslotmoer.

Alle uitvoeringen

E72573

• Draai de wielmoeren in deaangegeven volgorde definitiefvast.

• Druk het wieldeksel stevig aanmet de palm van uw hand.

Laat het aanhaalmoment van dewielmoeren en de bandenspanningzo snel mogelijk controleren.

Wiel opbergen

• Berg de krik en het defecte wielop en zet ze vast.

• Berg de wielmoersleutel en dekrikhendel veilig op.

178

Velgen en banden

Page 181: Instructieboekje FordMondeo

VERZORGING VANBANDEN

E70415

Om ervoor te zorgen dat de bandenvan de voor- en achterwielengelijkmatig slijten en langer meegaan,verdient het aanbeveling de voor- enachterwielen met regelmatigeintervallen van 5.000 tot 10.000kilometer te wisselen zoals in deafbeelding is weergegeven.

Als u een stoeprand moet oprijden,doe het dan zo langzaam mogelijken rijd zo mogelijk haaks het trottoirop. Vermijd het rijden over hoge ofscherpe obstakels. Laat de bandenbij het parkeren niet langstrottoirbanden schuren.

Controleer het loopvlak van debanden regelmatig opbeschadigingen, steentjes enonregelmatige slijtage.Ongelijkmatige bandenslijtage kanduiden op een verkeerdewieluitlijning.

Bandenspanning

Voor het ruimtebesparendereservewiel moet de hoogste waardevoor uw auto/band-combinatieworden aangehouden.

E70414

Aan de binnenzijde van de klep vande brandstofvulopening is een plaatjemet de bandenspanningenaangebracht.

GEBRUIK VANWINTERBANDEN

Als winterbanden worden gebruikt,moeten de door de fabrikantaanbevolen bandenspanningenworden aangehouden.

GEBRUIKI VANSNEEUWKETTINGEN

N.B.: Sneeuwkettingen mogenalleen worden aangebracht om205/55 R 16-banden op 6,5 x16-velgen.

Gebruik uitsluitend sneeuwkettingenmet kleine schakels op deaangedreven (voor) wielen. Debinnenring van de sneeuwkettinginclusief het slot mag niet meer dan10 mm groter zijn dan de ketting.Breng geen sneeuwkettingen op deachterwielen aan.

179

Velgen en banden

Page 182: Instructieboekje FordMondeo

Rijd niet harder dan 50 km/u.Verwijder de sneeuwkettingenonmiddellijk als de wegen sneeuwvrijzijn.

Het ABS-systeem blijft normaalwerken.

Om beschadiging van de wieldekselste voorkomen verdient hetaanbeveling deze te verwijderenwanneer met sneeuwkettingenwordt gereden.

Uitvoeringen met ESP

Uitvoeringen met ElektronischStabiliteits Programma (ESP) kunneneen wat ongebruikelijkerijkarakteristiek vertonen, hetgeenkan worden voorkomen door hetsysteem uit te schakelen. ZieGebruik maken van stabiliteitsregeling(bladzijde 130).

TECHNISCHE SPECIFICATIE

Bandenspanning (koude banden)

Tot 160 km/h

BandenspanningMaximaalbeladen

Normaalbeladen

BandenmaatVariant AchterVoorAchterVoorbar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)

4,24,24,24,2T125/85 R 16Alle - tijdelijk reservewiel- MAX. 80 km/h

2,82,52,12,3205/50 R 161,8 l Duratec-HE2,82,42,12,1205/55 R 161,8 l Duratec-HE2,82,52,12,1205/50 R 171,8 l Duratec-HE2,82,42,12,2225/40 R 181,8 l Duratec-HE, Sedan

2,92,42,12,2225/40 R 181,8 l Duratec-HE,Wagon

2,82,52,12,3205/50 R 161,8 lDuratec-SCi2,82,42,12,1205/55 R 161,8 lDuratec-SCi2,82,52,12,1205/50 R 171,8 lDuratec-SCi2,82,42,12,2225/40 R 181,8 l Duratec-SCi, Sedan

180

Velgen en banden

Page 183: Instructieboekje FordMondeo

Maximaalbeladen

Normaalbeladen

BandenmaatVariant AchterVoorAchterVoorbar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)

2,92,42,12,2225/40 R 181,8 l Duratec-SCi,Wagon

2,82,52,12,3205/50 R 162,0 l Duratec-HE2,82,42,12,1205/55 R 162,0 l Duratec-HE2,82,52,12,1205/50 R 172,0 l Duratec-HE2,82,42,12,2225/40 R 182.0 l Duratec-HE, Sedan

2,92,42,12,2225/40 R 182.0 l Duratec-HE,Wagon

2,82,72,22,5205/50 R 162,5 l Duratec-VE2,82,42,12,3205/55 R 162,5 l Duratec-VE2,82,52,12,3205/50 R 172,5 l Duratec-VE2,82,62,12,4225/40 R 182,5 l Duratec-VE, Sedan

2,92,62,12,4225/40 R 182,5 l Duratec-VE,Wagon

2,82,72,22,5205/50 R 163,0 l Duratec-VE 150kW (203 pk)

2,82,42,12,3205/55 R 163,0 l Duratec-VE 150kW (203 pk)

2,82,52,12,3205/50 R 173,0 l Duratec-VE 150kW (203 pk)

2,82,62,12,4225/40 R 183,0 l Duratec-VE 150kW (203 pk), Sedan

2,92,62,12,4225/40 R 183,0 l Duratec-VE 150kW (203 pk), Wagon

2,82,52,12,3225/40 R 183,0 l Duratec-ST 166 kW(226 pk), Sedan

2,92,52,12,3225/40 R 183,0 l Duratec-ST 166 kW(226 pk), Wagon

2,82,72,22,6205/50 R 162,0 l Duratorq-TDCi,handgeschakeld

2,82,42,12,3205/55 R 162,0 l Duratorq-TDCi,handgeschakeld

181

Velgen en banden

Page 184: Instructieboekje FordMondeo

Maximaalbeladen

Normaalbeladen

BandenmaatVariant AchterVoorAchterVoorbar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)

2,82,62,22,4205/50 R 172,0 l Duratorq-TDCi,handgeschakeld

2,82,72,32,5225/40 R 182,0 l Duratorq-TDCi,handgeschakeld

2,92,72,32,5225/40 R 182,0 l Duratorq-TDCi,handgeschakeld

2,82,72,22,5205/50 R 162,0 l Duratorq-TDCi,automaat

2,82,62,12,3205/55 R 162,0 l Duratorq-TDCi,automaat

2,82,72,32,5205/50 R 172,0 l Duratorq-TDCi,automaat

2,82,82,32,6225/40 R 182,0 l Duratorq-TDCi,automaat

2,92,82,32,6225/40 R 182,0 l Duratorq-TDCi,automaat

2,82,72,22,6205/50 R 162,2 l Duratorq-TDCi2,82,42,12,3205/55 R 162,2 l Duratorq-TDCi2,82,62,22,4205/50 R 172,2 l Duratorq-TDCi2,82,72,32,5225/40 R 182,2 l Duratorq-TDCi2,92,72,32,5225/40 R 182,2 l Duratorq-TDCi2,82,72,22,6205/50 R 162,0 l Duratorq-TDDi2,82,42,12,3205/55 R 162,0 l Duratorq-TDDi2,82,62,22,4205/50 R 172,0 l Duratorq-TDDi2,82,72,32,5225/40 R 182,0 l Duratorq-TDDi2,92,72,32,5225/40 R 182,0 l Duratorq-TDDi

182

Velgen en banden

Page 185: Instructieboekje FordMondeo

Snelheid continu hoger dan 160 km/h

BandenspanningMaximaalbeladenNormaal beladen

BandenmaatVariant AchterVoorAchterVoorbar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)3,12,72,42,5205/50 R 161,8 l Duratec-HE3,02,72,42,4205/55 R 161,8 l Duratec-HE3,12,72,42,4205/50 R 171,8 l Duratec-HE3,02,72,22,2225/40 R 181,8 l Duratec-HE3,12,72,42,5205/50 R 161,8 lDuratec-SCi3,02,72,42,4205/55 R 161,8 lDuratec-SCi3,12,72,42,4205/50 R 171,8 lDuratec-SCi3,02,72,22,2225/40 R 181,8 lDuratec-SCi3,12,72,42,5205/50 R 162,0 l Duratec-HE3,02,72,42,4205/55 R 162,0 l Duratec-HE3,12,72,42,4205/50 R 172,0 l Duratec-HE3,02,72,22,2225/40 R 182,0 l Duratec-HE3,23,02,52,8205/50 R 162,5 l Duratec-VE3,12,72,42,5205/55 R 162,5 l Duratec-VE3,12,92,52,7205/50 R 172,5 l Duratec-VE3,02,72,32,5225/40 R 182,5 l Duratec-VE

3,23,02,52,8205/50 R 163,0 l Duratec-VE 150kW (203 pk)

3,12,72,42,5205/55 R 163,0 l Duratec-VE 150kW (203 pk)

3,12,92,52,7205/50 R 173,0 l Duratec-VE 150kW (203 pk)

3,02,72,32,5225/40 R 183,0 l Duratec-VE 150kW (203 pk)

3,02,92,52,8205/50 R 162,0 l Duratorq-TDCi,handgeschakeld

3,02,72,42,5205/55 R 162,0 l Duratorq-TDCi,handgeschakeld

183

Velgen en banden

Page 186: Instructieboekje FordMondeo

MaximaalbeladenNormaal beladen

BandenmaatVariant AchterVoorAchterVoorbar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)bar

(lbf/in²)

3,12,92,52,8205/50 R 172,0 l Duratorq-TDCi,handgeschakeld

3,02,72,32,6225/40 R 182,0 l Duratorq-TDCi,handgeschakeld

3,02,92,52,8205/50 R 162,0 l Duratorq-TDCi,automaat

3,02,82,42,6205/55 R 162,0 l Duratorq-TDCi,automaat

3,02,92,42,7205/50 R 172,0 l Duratorq-TDCi,automaat

3,02,82,42,6225/40 R 182,0 l Duratorq-TDCi,automaat

3,02,92,52,8205/50 R 162,2 l Duratorq-TDCi3,02,72,42,5205/55 R 162,2 l Duratorq-TDCi3,12,92,52,8205/50 R 172,2 l Duratorq-TDCi3,02,72,32,6225/40 R 182,2 l Duratorq-TDCi3,02,92,52,8205/50 R 162,0 l Duratorq-TDDi3,02,72,42,5205/55 R 162,0 l Duratorq-TDDi3,12,92,52,8205/50 R 172,0 l Duratorq-TDDi3,02,72,32,6225/40 R 182,0 l Duratorq-TDDi

Snelheid continu hoger dan 220 km/h

BandenspanningMaximaal beladenNormaal beladen

BandenmaatVariant AchterVoorAchterVoor

bar (lbf/in²)bar(lbf/in²)bar (lbf/in²)bar

(lbf/in²)

3,13,02,62,9225/40 R 18

3,0 lDuratec-ST166 kW (226pk)

184

Velgen en banden

Page 187: Instructieboekje FordMondeo

VOERTUIGIDENTIFICA-TIEPLAATJE

E73428

Het identificatieplaatje van de autobevindt zich op het onderste deel vande rechter voorportierstijl.

VOERTUIGIDENTIFI-CATIENUMMER (VIN)

Het voertuig identificatienummer(chassisnummer) bevindt zich in hetmotorcompartiment. Het nummer isbovendien ingeslagen in hetkunststof plaatje dat aan delinkerzijde op het instrumentenpaneelis aangebracht. Een symbool op hetplaatje geeft aan met welkairbagsysteem de auto is uitgerust.

MOTORNUMMER

Afhankelijk van het motortype is hetmotornummer ingeslagen in hetmotorblok (gezien vanaf debestuurdersstoel):

Duratec-HE/SCi

Sticker op distributiedeksel.

Duratec-VE/ST

Voorzijde van motorcompartiment,linkerzijde distributiedeksel.

Duratorq-TDDi/TDCiTurbodiesel

Rechterzijde, naast distributiedeksel

185

Voertuigidentificatie

Page 188: Instructieboekje FordMondeo

TECHNISCHE SPECIFICATIE

Afmetingen - Sedan

E73444

186

Technische specificaties

Page 189: Instructieboekje FordMondeo

Afmetingen in mm(inches)

AfmetingenNr.

4731 mmMaximum lengte - zonder Carrosserie StylingKitA

4753 mmMaximum lengte - met Carrosserie Styling KitA4756 mmMaximum lengte - ST uitvoeringenA1958 mmTotale breedte - excl. buitenspiegelsB

1415 - 1459 mmTotale hoogte - EC rijklaargewichtC2754 mmWielbasisD1522 mmSpoorbreedte - voorE1537 mmSpoorbreedte - achterE

Afmetingen - Wagon

E73445

187

Technische specificaties

Page 190: Instructieboekje FordMondeo

Afmetingen in mm(inches)

AfmetingenNr.

4804 mmMaximum lengte - zonder Carrosserie StylingKitA

4831 mmMaximum lengte - met Carrosserie Styling KitA4833 mmMaximum lengte - ST uitvoeringenA1958 mmTotale breedte - excl. buitenspiegelsB

1427 - 1514 mmTotale hoogte - EC rijklaargewichtC11427 - 1474 mmTotale hoogte - EC rijklaargewichtC2

2754 mmWielbasisD1522 mmSpoorbreedte - voorE1537 mmSpoorbreedte - achterE

Afstanden trekhaak - Sedan

E73446

188

Technische specificaties

Page 191: Instructieboekje FordMondeo

Afmetingen in mm(inches)

AfmetingenNr.

91 mmBumper – hart trekhaakkogelA13 mmBevestigingspunt – hart trekhaakkogelB

440 - 468 mmGrondoppervlak – hart trekhaakkogel - ECrijklaargewichtC

1102 mmHart wiel – hart trekhaakkogelD413 mmHart trekhaakkogel – langsbalkE825 mmBinnenzijde langsbalkF472 mmHart trekhaakkogel – hart 1e bevestigingspuntG673 mmHart trekhaakkogel – hart 2e bevestigingspuntH

189

Technische specificaties

Page 192: Instructieboekje FordMondeo

Afstanden trekhaak – Wagon

E73447

Afmetingen in mm(inches)

AfmetingenNr.

105 mmBumper – einde trekhaakkogelA66 mmBevestigingspunt – hart trekhaakkogelB

447 - 480 mmGrondoppervlak – hart trekhaakkogelC

1189 mmHart wiel – hart trekhaakkogel - ECrijklaargewichtD

489 mmHart trekhaakkogel – langsbalkE978 mmBinnenzijde langsbalkF410 mmHart trekhaakkogel – hart 1e bevestigingspuntG

190

Technische specificaties

Page 193: Instructieboekje FordMondeo

Afmetingen in mm(inches)

AfmetingenNr.

595 mmHart trekhaakkogel – hart 2e bevestigingspuntH740 mmHart trekhaakkogel – hart 3e bevestigingspuntI

Wagengewicht

1,8 l Duratec-HE 81 kW (110 pk)

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs143413781360EC basis rijklaargewicht631532535Maximum laadvermogen

206519101895Max. toelaatbaar totaalgewicht757575Toelaatbare dakbelasting

1,8 l Duratec-HE 92 kW (125 pk)

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs143413751364EC basis rijklaargewicht631535531Maximum laadvermogen

206519101895Max. toelaatbaar totaalgewicht757575Toelaatbare dakbelasting

1,8 l Duratec-SCi 96 kW (130 pk)

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs146913951385EC basis rijklaargewicht631550550Maximum laadvermogen

210019451935Max. toelaatbaar totaalgewicht757575Toelaatbare dakbelasting

191

Technische specificaties

Page 194: Instructieboekje FordMondeo

2,0 l Duratec-HE, handgeschakelde versnellingsbak

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs143713831369EC basis rijklaargewicht658567566Maximum laadvermogen

209519501935Max. toelaatbaar totaalgewicht757575Toelaatbare dakbelasting

2,0 l Duratec-HE, automaat

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs147014111391EC basis rijklaargewicht600504514Maximum laadvermogen

207019151905Max. toelaatbaar totaalgewicht757575Toelaatbare dakbelasting

2,5 l Duratec-VE, handgeschakelde versnellingsbak

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs151114581450EC basis rijklaargewicht629532525Maximum laadvermogen214019901975Max. toelaatbaar totaalgewicht

757575Toelaatbare dakbelasting

2,5 l Duratec-VE, automaat

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs154514911483EC basis rijklaargewicht625534527Maximum laadvermogen217020252010Max. toelaatbaar totaalgewicht

757575Toelaatbare dakbelasting

192

Technische specificaties

Page 195: Instructieboekje FordMondeo

3,0 l Duratec-VE 150 kW (203 pk)

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs155214751464EC basis rijklaargewicht618520521Maximum laadvermogen

217019951985Max. toelaatbaar totaalgewicht757575Toelaatbare dakbelasting

3,0 l Duratec-ST 166 kW (226 pk)

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs154914901485EC basis rijklaargewicht596500490Maximum laadvermogen214519901975Max. toelaatbaar totaalgewicht

757575Toelaatbare dakbelasting

2,0 l Duratorq-TDDi 66 kW (90 pk)

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs154514851472EC basis rijklaargewicht630530533Maximum laadvermogen217520152005Max. toelaatbaar totaalgewicht757575Toelaatbare dakbelasting

2,0 l Duratorq-TDCi 66 kW (90 pk)

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs155514961484EC basis rijklaargewicht630529536Maximum laadvermogen218520252020Max. toelaatbaar totaalgewicht

757575Toelaatbare dakbelasting

193

Technische specificaties

Page 196: Instructieboekje FordMondeo

2,0 l Duratorq-TDCi 85 kW (115 pk), 5-versnellingsbak

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs155514961484EC basis rijklaargewicht640539546Maximum laadvermogen219520352030Max. toelaatbaar totaalgewicht

757575Toelaatbare dakbelasting

2,0 l Duratorq-TDCi 85 kW (115 pk), 6-versnellingsbak

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs15711/15642150515001/14932EC basis rijklaargewicht6241/62125301/52025301/5272Maximum laadvermogen

21951/2185220351/2025220301/20202Max. toelaatbaar totaalgewicht757575Toelaatbare dakbelasting

1 Met roetfilter (DPF)2 Zonder roetfilter

2,0 l Duratorq-TDCi 85 kW (115 pk), automaat

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs159515361523EC basis rijklaargewicht640539542Maximum laadvermogen

223520752065Max. toelaatbaar totaalgewicht757575Toelaatbare dakbelasting

194

Technische specificaties

Page 197: Instructieboekje FordMondeo

2,0 l Duratorq-TDCi 96 kW (130 pk), handgeschakeldeversnellingsbak

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs15711/15642150515001/14932EC basis rijklaargewicht6241/63125305301/5372Maximum laadvermogen

219520352030Max. toelaatbaar totaalgewicht757575Toelaatbare dakbelasting

1 Met roetfilter (DPF)2 Zonder roetfilter

2,0 l Duratorq-TDCi 96 kW (130 pk), automaat

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs159515361524EC basis rijklaargewicht640539541Maximum laadvermogen

223520752065Max. toelaatbaar totaalgewicht757575Toelaatbare dakbelasting

2,2 l Duratorq-TDCi

Gewicht (kg)Item

Wagon5-deurs4-deurs155514781467EC basis rijklaargewicht635537538Maximum laadvermogen219020152005Max. toelaatbaar totaalgewicht

757575Toelaatbare dakbelasting

195

Technische specificaties

Page 198: Instructieboekje FordMondeo

Afstandsbediening

N.B.: Het is raadzaam deafstandsbediening uitsluitend tegebruiken in landen die in de tabelzijn opgenomen.

Wanneer de typegoedkeuring vanuw afstandsbediening wordtgecontroleerd, verwijs dan naar devolgende tabel.

E72068

196

Typegoedkeuring

Page 199: Instructieboekje FordMondeo

Immobilisatiesysteem Wanneer de typegoedkeuring vanhet immobilisatiesysteem wordtgecontroleerd, verwijs dan naar devolgende tabellen.

197

Typegoedkeuring

Page 200: Instructieboekje FordMondeo

E72212

198

Typegoedkeuring

Page 201: Instructieboekje FordMondeo

E72213

199

Typegoedkeuring

Page 202: Instructieboekje FordMondeo

200

Page 203: Instructieboekje FordMondeo

AAandrijfregeling (traction

control)..........................................132Werking................................................132

Aanhangers trekken.....................140Aansteker.......................................103Accu van de auto...........................171Achterbank......................................99

Rugleuning terugklappen.................100Rugleuning van achterbank

neerklappen......................................99Zittingen en rugleuning van

achterbank naar vorenklappen............................................100

Achterruitwissers en-sproeiers.......................................53Ruitensproeier......................................53Wissen met intervallen........................53Wissen tijdens achteruitrijden............53

Afneembare trekhaakkogel.........141Onderhoud..........................................143Trekhaakkogel verwijderen...............141Trekhaakkogel verwijderen..............142

Akoestischewaarschuwingssignalen en-indicaties.......................................82Herinneringssysteem

veiligheidsgordels............................82Lichten aan...........................................82Parkeerhulp..........................................82Te hoge snelheid.................................82Vorst.......................................................82

Alarm inschakelen...........................46Alarmsignaal.........................................46Automatische vertraging van het

inschakelen.......................................46Interieursensoren................................46

Alarm uitschakelen.........................46Auto's met 3,0 l Duratec-VE/-ST of

2,5 l Duratec-VE motor...................47Alarm.................................................46

Algemene informatie overradiofrequenties............................33

Asbak..............................................104Asbak, achterin...................................104Asbak, voorin......................................104

Audiobediening...............................48Modus...................................................49Volume..................................................48Zoekfunctie...........................................49

Auto op vier wielen slepen...........155Alle uitvoeringen.................................155Uitvoeringen met automatische

transmissie......................................155Automatische controle vloeistofpeil

transmissie...................................164Automatische klimaatregeling......89

Aanjager en luchtverdeling................90Airconditioning in- en

uitschakelen......................................90Automatisch

temperatuurregelsysteem in- enuitschakelen......................................91

Temperatuur instellen.........................90Automatische transmissie............118

Keuzehendelstanden.........................119Noodvoorziening voor het

ontgrendelen van dekeuzehendel...................................125

Rijden met een automatischetransmissie......................................123

Rijmodi (5-traps transmissie)...........126

BBagageafdekkingen.....................138

5-deurs................................................138Wagon.................................................138

Bagagenetten................................137Batterij van afstandsbediening

vervangen......................................34Bekerhouders................................105

201

Index

Page 204: Instructieboekje FordMondeo

Belangrijke controles bij trekkenvan aanhanger............................140

Bergen van de auto......................153Bescherming van inzittenden.......25

Werking.................................................25Binnenspiegel..................................76

Automatisch dimmendeachteruitkijkspiegel..........................76

Brandstof en tanken......................110Technische specificatie......................111

Brandstofkwaliteit...........................110Uitvoeringen met een

benzinemotor..................................110Uitvoeringen met een

dieselmotor......................................110Buitenspiegels.................................74

Groothoek buitenspiegels..................74Met de hand inklapbare spiegels......74Met de hand verstelbare

spiegels..............................................74

CCentrale vergrendeling...................41

Integraal openen..................................41Integraal sluiten.....................................41

Claxon...............................................48Componenten van

veiligheidssysteeminspecteren..................................147Veiligheidsgordels..............................147

Contactslot.....................................106Contactsleutelstanden......................106

Controle vloeistofpeil koppeling enremsysteem.................................165

DDakrekken en

bagagedragers...........................139Dakrails (Wagon)................................139Imperiaal..............................................139

De juiste zitpositie innemen...........96De motor starten...........................106

Algemene informatie.........................106De motorkap openen en

sluiten.............................................161Motorkap openen...............................161Motorkap sluiten.................................161

Dimmerinstrumentenpaneelverlichting..103

EEen benzinemotor starten...........107

Algemene opmerkingen over hetstarten..............................................107

Koude/ warme motor.......................107Verzopen motor.................................107

Een dieselmotor starten...............108Algemene opmerkingen over het

starten..............................................108Koude/ warme motor.......................108

Een wiel vervangen.......................173Krik........................................................174Kriksteunpunten.................................174Reservewiel.........................................173Wiel opbergen....................................178Wiel verwijderen.................................176Wiel verwisselen.................................178

Een zekering vervangen..............149Eerstehulpset.................................145

4- en 5-deurs.....................................145Wagon.................................................145

Elektrisch bedienbare ruiten..........72Antiklemfunctie van de ruiten............73Een ruit automatisch openen en

sluiten.................................................72Geheugen van elektrisch bedienbare

ruit opnieuw instellen.......................73Schakelaars van de ruiten van de

achterportieren blokkeren..............73

202

Index

Page 205: Instructieboekje FordMondeo

Elektrisch verstelbarebuitenspiegels...............................75Elektrisch inklapbare spiegels............75Standen waarin de spiegel kan

worden gekanteld............................75Elektrisch verstelbare stoelen.......97

In acht richtingen elektrischverstelbare stoel..............................98

In twee richtingen elektrischverstelbare stoel...............................97

Elektrisch zonnedak.......................92Antiklemfunctie van het

schuifdak...........................................94Leerprocedure schuifdak...................95Schuifdak automatisch openen en

sluiten.................................................94Schuifdak kantelen..............................93Schuifdak openen en sluiten.............93Veiligheidsmodus van het

schuifdak...........................................94Extra verwarming............................92Extra voedingsaansluitingen.......105

Wagon.................................................105

GGebruik maken van aandrijfregeling

(traction control)..........................132BTCS uitschakelen.............................132

Gebruik maken van deparkeerhulp..................................134

Gebruik maken vansnelheidsregeling (cruisecontrol)..........................................135Automatische snelheidsregeling in-

en uitschakelen..............................135Opgeslagen snelheid wijzigen.........136Snelheid in het geheugen

opslaan............................................135Uitschakelen en hervatten...............136

Gebruik maken vanstabiliteitsregeling........................130ESP uitschakelen...............................130

Gebruik van startkabels................171Hulpstartkabels aansluiten................171Motor starten......................................172

Gebruik van veiligheidsgordelstijdens zwangerschap..................32

Gebruik van winterbanden..........179Gebruiki van

sneeuwkettingen........................179Uitvoeringen met ESP.......................180

Gecodeerde sleutels......................43Code wissen........................................44Sleutels coderen..................................43

Gemaksfuncties............................103Gevarendriehoek..........................145

4- en 5-deurs.....................................145Wagon.................................................145

Geventileerde stoelen..................102Aanbevolen instellingen....................102

Gloeilampen vervangen.................62Achterlichtunits (4- en 5-deurs)........66Achterlichtunits (Wagon)....................67Derde remlicht (4 deurs)....................68Derde remlicht (5 deurs en

Wagon)..............................................68Instapverlichting...................................65Interieurverlichting achterin................69Interieurverlichting, voorin..................69Kentekenplaatverlichting....................69Koplampen, stadslichten,

richtingaanwijzers............................62Lampen bij zonnekleppen..................70Leeslampen..........................................70Mistlampen (ST uitvoeringen)............65Mistlampen (uitvoeringen met

sportbumpers).................................65Verlichting bagageruimte....................71Verlichting beenruimte.........................71Verlichting handschoenenkastje........71Zijknipperlichten...................................64

203

Index

Page 206: Instructieboekje FordMondeo

HHandgeschakelde

versnellingsbak.............................117Achteruitversnelling -

5-versnellingsbak............................117Achteruitversnelling -

6-versnellingsbak............................118Handmatig verstelbare

stoelen............................................96Hellingshoek van de rugleuning

verstellen...........................................97Lendensteun afstellen........................97Stoelen naar voren of naar achteren

schuiven............................................96Handmatige klimaatregeling.........86

Aanjager................................................86Airconditioning in- en

uitschakelen......................................87Gerecirculeerde lucht.........................87Interieur snel verwarmen....................88Luchtverdeelknop................................87Permanente comfortinstellingen......88Snel afkoelen van het interieur..........89Temperatuurregelknop......................86Temperatuurregelsysteem in- en

uitschakelen......................................88Voorruit snel ontdooien/

ontwasemen.....................................87Hoofdsteunen.................................98

Hoofdsteunen, achter........................99Hoofdsteunen, voor............................98

Hoogte van veiligheidsgordelsafstellen...........................................31

IImmobilisatiesysteem

inschakelen....................................45Immobilisatiesysteem

uitschakelen..................................45Infodisplays......................................83

Inleiding...............................................5Inrijden.............................................144Instrumenten....................................77Interieurverlichting...........................61

Leeslampen..........................................62

KKatalysator......................................110

Parkeren................................................111Rijden met een auto met

katalysator........................................110Kindersloten.....................................24Kinderzitjes........................................18

Kinderzitjes voor verschillendegewichtscategorieën.......................19

Kleine lakschade repareren.........170Klimaatregeling................................85

Werking.................................................85Klok..................................................103Koplampen afstellen.......................58

Auto's met Xenon lampen.................58Koplamphoogte afstellen..............59Koplampsproeiers..........................54Kort overzicht.....................................7

MMeters...............................................77

Brandstofmeter....................................78Informatiedisplay..................................78Kilometerteller en dagteller................78Koelvloeistoftemperatuurmeter........77Toerenteller...........................................78

Mistachterlichten.............................58Motor uitschakelen.......................109

Uitvoeringen met eendieselmotor.....................................109

Motorkoelvloeistofcontroleren...................................163

204

Index

Page 207: Instructieboekje FordMondeo

Motornummer...............................185Duratec-HE/SCi..................................185Duratec-VE/ST...................................185Duratorq-TDDi/TDCi Turbodiesel.....185

Motorolie controleren....................161Motorolie bijvullen..............................163Motorolie verversen..........................163Motorolievuldop.................................163

Motorstartblokkering......................43Werking.................................................43

NNaderingsverlichting........................71Niveauregeling...............................133

Werking................................................133Nooduitrusting...............................145

OOnderbrekingsschakelaar

brandstoftoevoer........................146Uitvoeringen met een Duratec

motor................................................146Onderdelen en accessoires............6Onderhoud van de accu...............171Onderhoud.....................................156

Algemene informatie.........................156Technische specificatie.....................166

Opbergruimtes..............................105Brillenhouder.......................................105Cassette- en CD-vak........................105

Over deze handleiding.....................5Overzicht motorruimte.................157

Duratec-HE/SCi..................................157Duratec-VE.........................................158Duratec-VE/ST V6.............................159Duratorq-TDDi/-TDCi

Turbodiesel......................................160

Overzicht van symbolen..................5Waarschuwingssymbolen in dit

instructieboekje..................................5Waarschuwingssymbolen op uw

auto......................................................6

PParkeerhulp....................................134

Werking................................................134Parkeerrem....................................128

Alle uitvoeringen.................................128Plaatsen zekeringenhouders......148

Centrale zekeringenkast...................148Extra zekeringenkast........................148

Plaatsing van kinderzitjes...............20Programmeren van de

afstandsbediening........................33Ontgrendelfunctie opnieuw

programmeren.................................34

RReinigen van binnenzijde

auto................................................170Veiligheidsgordels..............................170

Reinigen van buitenzijde auto.....169Achterruit reinigen..............................169Koplampen reinigen..........................169Onderhoud van de lak......................169

Remmen.........................................127Werking................................................127

Richtingaanwijzers...........................61Ruiten en spiegels...........................72Ruitensproeiervloeistof

controleren...................................166Ruitensproeiers..................................166

Ruitenwisserbladencontroleren....................................54

Ruitenwisserbladenvervangen......................................55

205

Index

Page 208: Instructieboekje FordMondeo

Ruitenwissers enruitensproeiers...............................51

SSleeppunten...................................153Sleutels en afstandsbediening......33Sloten................................................36Snelheidsregeling (cruise

control)..........................................135Werking................................................135

Specificatie-overzichtzekeringen...................................149Centrale zekeringenkast...................150Extra zekeringenkast........................150Symbolen in de zekeringenkast......150

Spraaksturing..................................50Staat na een aanrijding.................146Stabiliteitsregeling..........................130

Werking................................................130Stoelen..............................................96Stuurbekrachtigingsvloeistof

controleren...................................165Stuurwiel afstellen...........................48Stuurwiel...........................................48

TTanken..............................................111Tankklep...........................................111Technische specificaties..............186

Technische specificatie.....................186Tips voor het rijden........................144Tips voor rijden met ABS..............128Transport van de auto..................154

Uitvoeringen met automatischetransmissie......................................154

Transport.........................................137Algemene informatie.........................137

Trekken van een aanhanger.......140Steile hellingen....................................140

Tripcomputer...................................83Actieradius............................................84Buitentemperatuur..............................84Gemiddeld brandstofverbruik...........84Gemiddelde snelheid..........................84Info toets...............................................83Momentaan brandstofverbruik.........84Terugstelknop......................................83

Typegoedkeuring..........................196

VVeiligheidsgordels vastmaken......30Veiligheidsmaatregelen.................110Veiligheidsuitrusting voor

kinderen..........................................18Velgen en banden.........................173

Technische specificatie.....................180Ventilatieroosters............................86Vergrendelen en

ontgrendelen.................................36Achterklep............................................36Centrale en dubbele

vergrendeling....................................37Portieren...............................................36

Verlichtingsbediening.....................56Automatisch in-/uitschakelde

verlichting..........................................56Grootlicht/ dimlicht..............................57Lichtsignaal...........................................57Parkeerlichten......................................56

Verlichting.........................................56Versnellingsbak/transmissie.........117Verwarmde ruiten en spiegels.......91

Verwarmbare buitenspiegels............92Verwarmbare ruiten.............................91

Verwarmde stoelen.......................101Aanbevolen instellingen.....................101

Verzorging van banden................179Bandenspanning................................179

Verzorging van de auto................169

206

Index

Page 209: Instructieboekje FordMondeo

Voertuigidentificatienummer(VIN)...............................................185

Voertuigidentificatieplaatje...........185Voertuigidentificatie.......................185Voorruitsproeiers afstellen.............54Voorruitsproeiers............................52Voorruitwissers.................................51

Automatisch wissen.............................51Wissen met intervallen.........................51

Voorste mistlampen.......................57

WWaarschuwings- en

indicatielampen.............................78Controlelamp 'Vorst'...........................80Controlelamp ABS...............................79Controlelamp airbag............................79Controlelamp grootlicht......................81Controlelamp koplampen..................80Controlelamp laadstoom...................80Controlelamp laag

brandstofniveau................................81Controlelamp laag peil

ruitensproeiervloeistof.....................81Controlelamp motor...........................80Controlelamp niet goed gesloten

portieren............................................80Controlelamp oliedruk.........................81Controlelamp olieverversen...............81Controlelamp remsysteem................79Controlelamp richtingaanwijzers.......79Controlelamp stabiliteitsregeling

(ESP)...................................................81Controlelamp voorgloeien.................80Controlelampen remsysteem en

ABS.....................................................79Herinneringssysteem

veiligheidsgordel...............................81Waarschuwingsknipperlichten.....60Waarschuwingslamp

airbagsysteem..............................32

Waarschuwingssignaalveiligheidsgordel...........................29Herinneringssysteem

uitschakelen......................................30

ZZekeringen.....................................148Zitverhogers.....................................21

Geïntegreerde zitverhoger.................21Vario kinderveiligheidszitje..................23

Zonnekleppen................................103

207

Index

Page 210: Instructieboekje FordMondeo

208

Page 211: Instructieboekje FordMondeo
Page 212: Instructieboekje FordMondeo

6S7J-19

A321-ACA(C

G3369nl)