integrale toetsing bij mondzorgkunde hanovatiethemadag 6 november 2009 hilde cuppen marianne roes...
TRANSCRIPT
Integrale toetsing bij Mondzorgkunde
HANovatiethemadag 6 november 2009
Hilde Cuppen
Marianne Roes
Maria Schamp
Inhoud
Achtergrond van het performance assessment
Globale opzet Het performance assessment in de
praktijk Voorbereiding studenten en scholing
assessoren Vragen en discussie
Opleiding Mondzorgkunde
4-jarige bacheloropleiding (voltijd) tot mondhygiënist
Jaarlijkse instroom: 70 studenten (numerus fixus)
Toelaatbaar met MBO-4, HAVO, VWO (géén profiel-eisen)
Heterogene instroom
Oriëntatie en selectie in de propedeuse
Zicht geven/krijgen op geschiktheid voor het beroep en de opleiding
Vanaf begin opleiding werken aan beroepstaken
Vóór 1 februari een signaal afgeven Eind 1e semester een overall assessment
voor de centrale beroepstaak
Centrale beroepstaak
Werken met en voor cliënten (behandelen van patiënten):
Hoofdcompetenties:– Diagnosticeren
– Interveniëren
Achtergrondcompetenties:– Werken aan kwaliteit
– Bevorderen eigen deskundigheid
Probleemoplossingscyclus (POC) centraal
Diagnosticeren
1. Waarnemen
2. Herkennen
3. Probleemstelling
4. Strategie
5. Begroting
Interveniëren
6. Behandelplan voorleggen aan patiënt
7. Uitvoeren behandelplan
8. Evalueren uitvoering behandelplan
OWE Waarnemen en herkennen
Periode 1: Waarnemen Tutorgroep: Waarnemen patiënt en
invullen gegevens in waarnemingsmodel Skills onderwijs: Intra- en extra-oraal,
spiegel en sonde, status praesens, weefselstatus
Hoorcolleges basisvakken: – Anatomie enTandanatomie
– Fysiologie
– Histologie
OWE Waarnemen en herkennen
Periode 2: Herkennen Tutorgroep: Processen in de mond Skills onderwijs: curette, scaler, sonicflex Hoorcolleges basisvakken:
– Fysiologie
– Fysiologische chemie
– Microbiologie
– Voeding
– Algemene pathologie
– Cariologie
– Parodontologie
Overall assessment eind 1e semester
ST Waarnemen en herkennen
(22,5 studiepunten, niveau 1):– De student is in staat om:
aan de hand van de waarneming van de patiëntsituatie gegevens te verzamelen als basis voor een diagnose (diagnosticeren)
aan de hand van de diagnose een deel van een behandelplan op te stellen en uit te voeren (op fantoom) (interveniëren)
ST Waarnemen en herkennen
Performance assessment:– Diagnosticeren– Interveniëren
Toetsen basisvakken
Knock-out criteria:– Instrumenteel-technische vaardigheden– Basiskennis– Transfer basiskennis
Het performance assessment
Diagnosticeren:
1. Waarnemingsmodel invullen a.d.h.v. gezichts- en X-foto’s
2. Verantwoording twee assessoren
3. Assessoren stellen vragen (transfer kennis, inzicht en toepassing)
4. Uitreiken ingevuld waarnemingsmodel
5. Studenten vullen preventieve gedeelte van het behandelplan in en gaan dit verantwoorden in de kliniek
overgang naar interveniëren
Het performance assessment
Interveniëren:
1. Verantwoorden van de keuzes bij het preventieve gedeelte aan docenten (basiskennis bijv. plaquegerelateerde processen)
2. Instrumentele vaardigheden tonen op fantoom
3. Assessoren stellen vragen betreffende instrumentarium (transfer basiskennis, inzicht en toepassingsniveau)
inzicht in het handelen
Organisatie performance assessment
Elk assessment duurt 2 uur 2 afnamen per dagdeel 2 assessoren per student Feedback per competentie Per competentie cijfer bepalen a.d.h.v.
ontwikkelde cesuurformulieren
Ontwikkeling performance assessment
Gestart vanuit doelstelling 1e semester, ruwe opzet draaiboek en beoordelingscriteria
Uitspelen tijdens assessorentraining aan de hand van casus uit onderwijs
Training gebruikt om zicht te krijgen op gewenste rol assessor en aanscherpen van draaiboek en beoordelingscriteria
Vragen/discussie
Hoe omgaan met (faal)angst bij het performance assessment?
Momentopname van competent handelen versus kijken naar voorafgaande competentieontwikkeling i.r.t. selectie