intervisie verslag · 2009-07-05 · anna eline: het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan...

29
Intervisie verslag Voortgezet Onderwijs - Vwo/ Havo/ Vmbo-tl Charlotte Haring (Stanislas, havo/vwo, alle vakken) Pauline van Gemert (Vrije School - Rudolf Steiner, alle niveaus, tekenen) Sandra Bakker (ISW gasthuislaan, havo/vwo, Tekenen, beeldende vorming, ) Anna Eline Vissering (Groene Hart Lyceum, havo, vwo, gymnasium, CKV vrije ruimte) Hayo van Reek (VO onderbouw, alle niveaus tekenen/handvaardigheid) Linda Batenburg (Wolfert van Borselen, RISS, fotografie, Photoshop, beeldend)

Upload: others

Post on 22-Jan-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Intervisie verslagVoortgezet Onderwijs - Vwo/ Havo/ Vmbo-tl

Charlotte Haring

(Stanislas, havo/vwo, alle vakken)

Pauline van Gemert

(Vrije School - Rudolf Steiner, alle niveaus, tekenen)

Sandra Bakker

(ISW gasthuislaan, havo/vwo, Tekenen, beeldende vorming, )

Anna Eline Vissering

(Groene Hart Lyceum, havo, vwo, gymnasium, CKV vrije ruimte)

Hayo van Reek

(VO onderbouw, alle niveaus tekenen/handvaardigheid)

Linda Batenburg

(Wolfert van Borselen, RISS, fotografie, Photoshop, beeldend)

Page 2: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Inhoud

Bijeenkomsten 3

Bijeenkomst 1: 2 oktober 2008 3

Bijeenkomst 2: 30 oktober 2008 4

Bijeenkomst 3: 20 november 2008 5

Supervisie bijeenkomst 4: 11 december 2008 6

Bijeenkomst 5: 15 januari 2009 8

Bijeenkomst 6: 5 februari 2009 9

Bijeenkomst 7: 26 maart 2009 10

Bijeenkomst 8: 23 april 2009 11

De Reflectieverslagen 12

Het reflectieverslag door: Charlotte Haring, 0782740 12

Het reflectieverslag door: Pauline van Gemert, 0783727 15

Het reflectieverslag door: Sandra Bakker, 0784090 17

Het reflectieverslag door: Anna Eline Vissering, 0792026 20

Het reflectieverslag door: Linda Batenburg, 0790218 24

Presentatie 26

Probleem stelling: Casus Quintus 26

Intervisie verslag 2

Page 3: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Bijeenkomsten

Bijeenkomst 1:

2 oktober 2008

1. Voorstelrondje

Dit is de eerste bijeenkomst. Wie zijn we en waar lopen we stage?

2. Tegengekomen problemen

Sandra: Vastgelopen powerpoint zorgt voor een onrustige ongeconcentreerde klas die niet meer stil

te krijgen is. Sandra heeft de leerlingen aangesproken en een aantal eruit gestuurd. De klas is van

zichzelf al erg druk. Sandra heeft het gevoel dat ze druk zijn doordat de les te weinig inhoud heeft.

Linda: Dronken leerling in de klas (in de ochtend). De leerling wil naar de wc en er volgt een ruzie met

een kapotte stoel.

Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd,

de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De begeleider geeft aan zoveel mogelijk afzijdig te blijven, er

moet zelfstandigheid zijn. Dit intervisiegroepje vindt dit een rare manier van lesgeven.

Intervisie verslag 3

Page 4: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Bijeenkomst 2:

30 oktober 2008

1. Korte inventarisatie

Sandra: Tijdens het uitleggen is de klas druk, vooral Quintus. Hij doet de juf na waarom de klas

steeds moet lachen. Ook is er met een etui gegooid en zijn er problemen met computers.

Charlotte: Half uur alleen voor de klas gestaan. Drie leerlingen vooraan zijn druk en gaan zingen.

Charlotte zegt ze niet te zingen waarop ze zeggen dat het geen liedje maar een versje is. Als de docent weer terugkomt gaan ze weer zingen. Charlotte drukt dit meteen de kop in.

Pauline: (vorig jaar) Leerling geeft een verfhand, teruggepakt door met zelfde hand de leerling op zijn

wang te kloppen.

2. Verder ingaan op problemen

Sandra:

Oplossingen, tips, goede raad en aanverwanten

Sandra is nieuw en CKV is een pretvak dus dit is normaal.

Sandra zou zelf minder druk voor de klas kunnen staan, dit straalt af op de leerlingen.

Quintus aandacht geven zonder de aandacht voor de andere leerlingen te verliezen: minder op hem

focussen, een goed gesprek met hem houden, praten met de mentor, tips vragen, na drie

waarschuwingen eruit gooien.

3. Praten over van alles

(geen notulen)

Intervisie verslag 4

• Veel last van Quintus

• Stoort de les

• Grote mond

• Al vaak mee gepraat

• Wil veel aandacht

• Ouders liggen in een scheiding

• In vergadering naar voren gekomen als iemand die aandacht nodig heeft

• Is bij andere lessen redelijk braaf

Page 5: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Bijeenkomst 3:

20 november 2008Afwezig: Linda

1. Kort problemenrondje

Pauline: Deze school heeft periodeklassen. De les kunstgeschiedenis liep niet helemaal lekker, de

klas is opstandig en onrustig. (Pauline geeft hier zelf nog geen les aan maar observeert).

Anna Eline: Mocht eindelijk een les openen voor een groep van 40 (!) leerlingen. Ging op zich goed

maar door de grootte van de groep wel veel wachten tot het weer stil is. Gaat dit de volgende keer

nog wel goed?

Hayo: Moest vorig jaar in zijn eentje alle schoolfeesten organiseren, was niet leuk.

Charlotte: Alleen voor de klas. Niet alle leerlingen waren op hun plaats en ze waren een beetje druk.

De opdracht was een beetje gevaarlijk dus er moest overzicht zijn.

Sandra: Quintus is nog steeds vervelend en verpest zijn tekening. Bij apart zetten heeft hij een grote

mond. Hij geeft aan het vak niet leuk te vinden. De klas in het algemeen is ook druk.

Het gemeenschappelijke probleem deze week is dus drukke klassen. Hier gaan we verder over

praten.

2. Casus

De klas is druk aan het begin van de les, bij een wisseling van werkvorm of aan het eind van de les als

er moet worden opgeruimd. Hoe krijg je de aandacht van de klas?

Pauline: Zet de tafels niet netjes in een rij, maar allemaal richting de docent. Als de leerlingen voor zich

kijken, kijken ze dus automatisch naar de docent. Ook voor de docent zelf geeft dit een beter gevoel.

Als je de aandacht wil moet je gewoon hard in je handen klappen.

Anna Eline: Heel hard “OKEEEEEEE!!!” roepen, of iets doen dat de leerlingen helemaal niet

verwachten.

Charlotte: “JAAAAAA JONGENS EN MEISJES!!!” roepen of dreigen met verkorting van de pauze.

Sandra: Net zo brutaal terugdoen kan helpen. Ook hard tot drie tellen behoort tot de opties.

Hayo: De aandacht krijgen is niet eens het probleem. Het is de aandacht die de leerlingen je gunnen

en het vasthouden van de aandacht. Dit is iets dat je met de klas in de loop van de eerste weken

moet opbouwen.

Algemene bevindingen zijn dus:

• Harde geluiden maken helpt

• Boos worden op een groep heeft geen zin, op individuele leerlingen wel.

Intervisie verslag 5

Page 6: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Supervisie bijeenkomst 4:

11 december 2008

Vorige bijeenkomst: hoe krijg je aandacht?

Deze bijeenkomst: hoe hou je de aandacht?

1. Vragenrondje

Sandra: heeft de opdracht gegeven die Hayo had voorgesteld. Dit ging goed. De leerlingen waren

stil. Om de aandacht te houden helpt het om 1, 2, 3 te zeggen. De consequentie hiervoor is buiten

het lokaal staan, extra opdracht. Moet meer letten op ritme en structuur. Heeft een compliment gekregen van de docent. Verder geen problemen.

Pauline: de docent was ziek en Pauline heeft zelf de klas onder haar hoede genomen. In de les werd

er geverfd en dit werd een rommeltje. Er moest 15 min. opgeruimd worden. Tijdens het opruimen

waren 2 jongens vervelend. Deze gooiden elkaar onder met water.

Pauline zei: EY KAPPEN NOU! Waarop ze even stopten. Daarna kregen ze ruzie onderling. Pauline

heeft de leerlingen apart gehouden en mochten de vloer droogmaken. De rest van de leerlingen

mochten weg. Pauline wist niet wat ze met deze situatie aan moest.

Charlotte: Heeft een opdracht gegeven over structuur/ textuur.

Dit ging goed, alleen de feedback van de docent was dat Charlotte steeds punten gaf dat ze

mochten beginnen en dat ze toch verder praatte, waardoor het rumoerig werd.

Hoe kan de aandacht vast gehouden worden?

Anna Eline: Kan niet veel doen op haar stage. Is op zoek naar een andere stage.

De stagebegeleider is niet te spreken over de wdka, omdat deze volgens hem niet kijkt naar het

kunnen van de stageplek. Er zijn namelijk veel zelfstandig werkende leerlingen.

2. Probleemkeuze

Aandacht gepakt, en hoe nu verder?

• Situatie 1:

Klassikale uitleg hoe hou je de leerlingen er bij?Er werd om stilte gevraagd, maar ging gelijk verder met praten terwijl het nog niet stil was.

• Situatie 2:

Onverwachte situatie.

Vliegen elkaar in de haren.

De aandacht is getrokken, maar hoe ga je dan verder?

Intervisie verslag 6

Page 7: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

3. Oplossingen

• Situatie 1:

- Wachten tot er stilte is.

- Is iedereen nu stil? Kan ik verder?

- Als ze niet stil zijn langzaam een briefje kapot scheuren voor de klas en verder niets zeggen en pas als de aandacht van iedereen er is verder gaan.

- Persoonlijk aanspreken.

- Mee laten schrijven.

- Namen van degenen die nog kletsen op het bord schrijven en daar een consequentie aan vast leggen.

- Er uit sturen.

- Aan het gedrag consequenties leggen.

• Situatie 2:

- ga maar in de hoek staan, apart staan, uit gezichtsveld van “plaats delict”.

- EY HIER KOMEN, en dan bespreken.

- Uit de situatie halen.

- In groepjes de spullen laten wassen, dus meer gecontroleerd laten opruimen.

- Eigen troep opruimen.

- Duidelijk maken wat je niet en wel wilt.

- Freeze: stoppen met bewegen, bevriezen.

Intervisie verslag 7

Page 8: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Bijeenkomst 5:

15 januari 2009

1. Algemeen rondje

Pauline: Krijg niet veel vrijheid wat inhoud van de les betreft.

Sandra: Bij de uitleg zijn de leerlingen druk, ook nog steeds problemen met Quintus.

Charlotte: Geen grote problemen, alleen beetje teveel vrijheid was inhoud van de les betreft.

2. Uitdiepen probleem

Sandra: Hoe krijg je de klas bij de uitleg stil? Afgelopen week was er verkort rooster. Bij het bespreken

van een opdracht geven veel leerlingen aan de opdracht niet te snappen. Ze waren heel

ongeconcentreerd. Sandra legt de les stil en spreekt de leerlingen belerend toe. Deze week komen de

leerlingen tijdens de uitleg met zoveel vragen dat uitleggen niet meer mogelijk is. Ligt dit aan de

voorbereiding of niet? Quintus is vervelend. De leerlingen komen tijdens het werken ook vaak vragen stellen die tijdens de uitleg al zijn uitgelegd. Sandra heeft het idee dat haar voorbereiding wel goed is,

maar waar ligt het dan aan? Moet ze zelf rustiger zijn?

Charlotte: Wacht je tot de leerlingen stil zijn?

Sandra: ja, maar ze zijn steeds maar 1 seconden stil.

Hayo: Hoe spreek je de klas aan in deze situatie?

Sandra: Als geheel, Quintus is vervelend dus die krijgt af en toe individuele aandacht (zoals eruit

gooien).

Charlotte: Schrijf je op het bord wat er die les behandeld gaat worden?

Sandra: Nee, is niet nodig.

3. Conclusie

I. Sandra zou kunnen proberen rustiger voor de klas te staan, dit staalt ook rust af op de kinderen.

II. Ook constateren wie de onrust veroorzaken en die kinderen aanspreken kan helpen om de orde

te houden. Eerst de klas als geheel aanspreken, dan kijken waar nog geluid vandaan komt en

daar ingrijpen.

III. Als leerlingen de opdracht niet begrijpen kun je andere leerlingen vragen het uit te leggen.

Intervisie verslag 8

Page 9: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Bijeenkomst 6:

5 februari 2009

1. Algemeen rondje

Pauline: Jongetjes vroegen steeds hoe laat het was, klok zat vol spuugpropjes. De jongetjes geven

aan van niks te weten maar lachen er wel de hele tijd om.

Anna Eline: Van stage gewisseld. Eindgesprek vorige stageschool was positief. Tevens last van

woorden die eruit floepen, zoals verneuken.

Sandra: Quintus is vervelend. Sandra geeft aan dat ze niet de pik op hem heeft maar dat het gewoon

een irritant ventjs is. De docent helpt nu met het bepalen van de grenzen.

Charlotte: Geen grote problemen, alleen is het rooster helemaal veranderd.

2. Uitdiepen problemen

Propjes op de klok

Charlotte: Je zou er de volgende les nog even op terug kunnen komen.

Orde en structuur in de lessen van Sandra

Charlotte: Het is handig op het bord te schrijven wat er die les gaat gebeuren. De leerlingen vinden

deze structuur fijn.

3. Planning voor de volgende bijeenkomst

Omdat het de afgelopen bijeenkomsten bijna alleen maar over orde ging gaan we het de komende

bijeenkomsten over iets anders hebben:

• Competenties (wat moet je ermee?)

• Lesmateriaal

• Welke leeftijdsfase is leuk?

Intervisie verslag 9

Page 10: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Bijeenkomst 7:

26 maart 2009

1. Onderwerp: Competenties

De eerste helft van de competenties uit de stagegids zijn gezamenlijk besproken en toegelicht, zodat

voor iedereen duidelijk(er) is wat hiermee word bedoeld.

Competentie 1:

Gaat over jou als kunstenaar en hoe je kunstenaarschap toepast in de klas

A: Hoe je uiting geeft aan je eigen beeldende visie en dat je gebruik kunt maken van de verschillende

disciplines (houtbewerking, keramiek enz.)

B: Hoe vertaal je je kunstzinnige visie naar de leerlingen

Competentie 2:

De vertaling van de stof naar leerling taal

A: Begeleid de leerling met de keuzes die gemaakt moeten worden gedurende het beeldend proces

(keuze materiaal, presentatie, gebruik van vorm enz.)

B: Het begeleiden en adviseren van diverse culturele activiteiten

C: De leerling beter bekent maken met kunst- en cultuurgeschiedenis en hoe kunst in de maatschappij staat.

D: Zorgen dat het kunstzinnige inzicht van de leerling bijdraagt aan zijn/haar zelfontwikkeling

E: Rekening houden met culturele en sociale verschillen

F: Dat je verschillende didactische en onderwijskundige middelen gebruikt (powerpoint enz.)

G: Dat je rekening houd met leer en gedragsproblemen en hier eventueel op in grijpt

H: Je lessen kunnen toetsen en eventueel vakoverstijgend maakt

Competentie 3:

Je kan een veilige leeromgeving neerzetten en in stand houden

A: Hoe richt je een (stimulerende) leeromgeving in zodat het interesse wekt (lesbrieven, lokaal enz.)

B: Je kan lesplannen ontwerpen en toepassen die aansluiten bij de school en de gevraagde doelen

C: Er word verwacht dat je leervragen kan vertalen naar educatieve activiteitenD: Het op orde houden van alle voorzieningen benodigd om docent te zijn, dus het bijhouden van je

kennis dmv. cursussen, voorraadbeheer materiaal enz.

Competentie 4:

A: Samen met andere docenten ervoor zorgen dat de pedagogische doelen bereikt worden (zoals

regels, normen en waarden, discipline e.d.)

B: Kunnen functioneren in een docenten team

C: In staat zijn te overleggen met collega’s

Wij willen het gesprek over de competenties laten vervolgen en afronden.

De volgende bijeenkomst besteden wij aan de presentatie.

Intervisie verslag 10

Page 11: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Bijeenkomst 8:

23 april 2009

Tijdens deze intervisie bijeenkomst zijn we de afgelopen bij eenkomsten door gaan kijken en hebben

wij het onderwerp voor onze presentatie bepaald.

Vervolgens zijn we aan de slag gegaan om onze presentatie vorm te geven.

Intervisie verslag 11

Page 12: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

De Reflectieverslagen

Het reflectieverslag

door: Charlotte Haring, 0782740

Je beschrijft je stagesituatie met kritische distantie en betrokkenheid. Je legt een verband tussen je voelen, denken, willen en handelen in concrete werksituaties en je verantwoordelijkheden als docent. Je sluit je ogen niet voor spanningen en inconsistenties, maar ziet ze onder ogen of beschouwt ze zelfs als een middel om verder te komen.

Dit jaar loop ik stage op het Stanislas College Westplantsoen (SWC). Dit is een middelbare school met

de niveaus Havo/Vwo. In dit gebouw volgen de leerlingen na een eenjarige ‘algemene’ brugklas, les

op het Gymnasium (totaal 6 jaar), Atheneum (totaal 6 jaar) of HAVO ( totaal 5 jaar).

Het Stanislascollege is een katholieke scholengemeenschap, dat wil zeggen dat ze onderwijs

verzorgen vanuit de Christelijke inspiratie en het gedachtegoed van de kerk.

Er is een sterke traditie die direct terug te voeren is op de paters Jezuïeten, die de school in 1948 hebben opgericht en die nog elke dag bij de school betrokken zijn. De katholiciteit van de school heeft

inmiddels eigentijdse verschijningsvormen gekregen. Alle leerlingen volgen de lessen

levensbeschouwing. Daarnaast zijn er bijeenkomsten met een bezinningskarakter aan het begin van

het schooljaar, met Kerstmis en Pasen. Ook worden er gespreksavonden en sociale acties gehouden

en besteden we aandacht aan speciale dagen als Allerzielen. De school staat open voor leerlingen die

geen binding hebben met de kerk. Ze proberen natuurlijk wel alle leerlingen het één en ander aan te

reiken, in de overtuiging dat dit niet alleen de opleiding, maar ook het leven completeert.

Op enkele locaties is de gewoonte om op verzoek van personeelsleden of leerlingen een grote kaars

te laten branden. Naast de kaars staat te lezen waarvoor of voor wie het bedoeld is, zodat even stil

gestaan kan worden bij een bepaald probleem, een sterfgeval in de familie, of een andere gebeurtenis die ingrijpt in het leven.

Ik liep stage bij verschillende docenten en zo ook bij verschillende klassen. Dit was ook een doel van

mijn stage. Ik heb stage gelopen in de onderbouw aan 2 brugklas klassen, 4 en 5 havo en een 3

atheneum klas. In de onderbouw en de bovenbouw worden de lessen klassikaal gegeven. Het jaar is

opgebouwd in een aantal blokken; zo begint de brugklas met de kleurenleer. Ze hebben een opdracht

over 100.000 kleuren hier leren de leerlingen verf mengen etc. Hierna maken ze de kleuren cirkel. Het

volgende blok bestaat uit een opdracht over textuur en structuur. Dan volgt het blok over Collage

maken met als thema pesten en als laatst komt het thema perspectief aan bod.

Elke les wordt er klassikaal lesgegeven; de opdracht word uitgelegd, de techniek die ze gaan

gebruiken, materiaal etc. Ze krijgen de opdracht op papier en gaan aan de slag. De brugklas heeft

Intervisie verslag 12

Page 13: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

iedere week een blokuur tekenen. Zo zijn ze ongeveer 8 weken bezig met een opdracht.

Iedere les begint het centraal/klassikaal, docent herhaalt waar iedereen is etc en dan word er zelfstandig gewerkt. Hierin is het de taak van de docent om de leerlingen zo goed mogelijk te

begeleiden, stimuleren en sturen.

Leerlingen in de bovenbouw kiezen voor het vak tekenen. Ze hebben ook weer een vast aantal uren

waarin ze aan het vak kunnen werken. De werkwijze binnen de lessen is veel zelfstandiger. Er zijn

theorie uren waarbij de docent de stof behandeld en tijdens de praktijk uren werken de leerlingen aan

de opdracht.

Zeker de leerlingen die in het examenjaar zitten werken erg zelfstandig en is het de bedoeling dat de

docent zich zo min mogelijk met het werk van de leerling bemoeit. De docent geef geen ideeën maar

ondersteund het denkproces. De zelfstandigheid wordt zeer gestimuleerd. De rol van de docent hier

in is door middel van vragen stellen andere inzichten te geven. De docent geeft bijvoorbeeld adviezen voor materiaalgebruik of kunstenaars waar de leerlingen naar kunnen kijken voor inspiratie.

Aan het begin van het jaar krijgen de leerlingen een boekje waar opdrachten in staan. Elke leerling

kiest hier opdrachten uit. Deze opdrachten zijn heel breed.

Tijdens mijn stage heb ik gemerkt dat je toch wel anders lesgeeft aan een brugklas dan aan een 4 of

5 havo klas of een 3 Atheneum.

Ik merkte vooral in de bovenbouw dat je veel meer een begeleider bent (tijdens praktijk uren) dan een

docent. Je blijft de docent maar op een ander manier dan bij een brugklas. Je gaat op een andere

manier met je leerlingen om. Je kunt doormiddel van jouw reactie of advies leerlingen op een andere

manier naar hun werk laten kijken. Hierdoor gaan ze ook anders naar hun eigen werk kijken.

Door ‘vrije’ opdracht uit het examen jaar komt er veel meer uit de leerlingen zelf, dan dat ze klakkeloos volgen wat de docent zegt.

Doordat het leeftijd verschil niet zo groot is met leerlingen uit de bovenbouw vond ik het soms lastig

om mij de docent te voelen. Natuurlijk ben ik de docent maar soms voel ik mijzelf dan zo klein. Nou

ben ik ook niet zo groot. Maar toch heb ik ervaren tijdens mijn stage dat ze mij wel zien als de docent.

Op de een of andere manier zien ze mij niet als een leeftijdsgenoot.

Doordat de leerling zo zelfstandig en gemotiveerd werken is de sfeer heel rustig en gezellig. Hierdoor

ga je snel een praatje maken met de leerlingen. Ik lette er wel steeds op dat ik in de rol bleef van

docent. Ik praatte met de leerlingen over welke vervolgopleiding ze wilden gaan doen, reageerde op

dingen die ze zeiden etc. Hierdoor onderhield ik wel contact met de leerlingen, maar bleef ik wel de

docent. Het is dus denk ik zeker ook een voordeel als het leeftijdsverschil niet zo groot is, je staat namelijk dichter bij je leerlingen. Er is mij ook gevraagd door een oudere docent om bij hem in de

lessen aanwezig te zijn omdat hij zoiets had van wie weet kan jij wel tot ze doordringen want mij

vinden ze maar oud.

Bij de brugklassers ben je meer echt aan het lesgeven. Op een gegeven moment werd ik ook echt

uitgetest maar dit had ik op tijd in de gaten.

Je geeft aan hoe het leren van je groepsleden je beïnvloed heeft. Je geeft aan hoe het leren op een bepaald punt ook je functioneren op ander punten heeft beïnvloed. Welke veranderingen constateer je

Intervisie verslag 13

Page 14: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

in je kijk op het docentschap en je houding ten opzichte van het beroep? Op wat voor school zou je graag willen werken?

De intervisie bijeenkomsten vond ik erg nuttig! Het is erg handig om je ervaringen te delen en te

praten over bepaalde aspecten/problemen van je stagen. We hebben het tijdens intervisie vooral

gehad over aandacht krijgen en aandacht vasthouden. Iedereen had hier op een andere manier

‘problemen’mee.

Ik hou er niet van om te schreeuwen. Meestal trok ik de aandacht door JAA.. even stil allemaal, te

zeggen. Met de groep hadden we het ook over andere manieren om aandacht te krijgen en

vervolgens deze aandacht vast te houden. Dit was erg handig en ik heb hierna ook verschillende

dingen uitgeprobeerd om te kijken wat de reactie van de klas was. Uiteindelijk, als je echt zelf voor

klas staat heb je op een gegeven moment wel je eigen ‘manier’ gevonden om orde te houden.

Ik merkte zeker na een paar lessen al dat leerlingen anders op mij gingen reageren en wisten ze

wanneer ik wilde dat het stil was. Ook heb ik ondervonden dat ik niet heel de les moet blijven

rondlopen maar ook een centraal punt bijv. vooraan op een tafel moet gaan zitten om vanuit daar de

leerlingen te sturen en de orde te bewaren. Dit werkt voor mezelf en voor de leerlingen, erg goed.

Ik heb door het kiezen van drie totaal verschillende stagescholen al wat ervaring op gedaan met verschillende leeftijden en met verschillende niveaus. Het eerste jaar: Theaterhavo/mbo, tweede jaar

vmbo school en nu het Stanislascollege havo/vwo.

Ik heb vorige jaar mijn stage als heel plezierig maar vooral ook erg leerzaam ervaren. Dit jaar loop ik

stage op het Stanislascollege. Ik geniet ervan om te ontdekken dat ik de leerlingen kan boeien en ze

met nieuwe technieken aanleren uit te dagen en ze zo toch aan het werk te krijgen.

Dit geeft toch wel een goed gevoel. = Keuze LIO-stage

Door mijn stage van vorig jaar en dit jaar ben ik erachter gekomen wat voor LIO-stage ik wil lopen. Dit

wordt een VSO school in Den Haag.

De locatie Het Westerbeek College is een school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) voor Zeer

Moeilijk Opvoedbare Kinderen (ZMOK), die onderwijs, begeleiding en diagnostiek biedt aan jongeren in de leeftijd van 12 tot 20 jaar met een gedragsstoornis en/of psychiatrische stoornis waarbij in de

meeste gevallen sprake is van een stoornis in het autistisch spectrum.

Formuleer vragen en leerdoelen voor je verdere professionele ontwikkeling.

I. Hoe is het om nog zelfstandiger je lessen te draaien?

II. Hoe is het om met les te geven aan leerlingen met een autistische stoornis?

III. Hoe kunnen leerlingen met een autistisch stoornis effectief begeleid/gestimuleerd worden in het van Beeldende Vorming?

IV. Hoe zorg je dat leerlingen zich blijven ontwikkelen ook al hebben ze moeite met variatie in

werkwijze en materiaal?

Intervisie verslag 14

Page 15: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Het reflectieverslag

door: Pauline van Gemert, 0783727

Je beschrijft je stagesituatie met kritische distantie en betrokkenheid. Je legt een verband tussen je voelen, denken, willen en handelen in concrete werksituaties en je verantwoordelijkheden als docent. Je sluit je ogen niet voor spanningen en inconsistenties, maar ziet ze onder ogen of beschouwt ze zelfs als een middel om verder te komen.

Ik loop stage op een vrije school; Het Rudolf Steiner College in Rotterdam. Dit is een middelbare

school met de niveaus mavo/havo/vwo. De school zet zich in voor de ontwikkeling van het kind. Ontwikkeling in de breedste zin betekent dat niet alleen het intellect wordt aangesproken maar ook

het denken, voelen en willen van de leerling word aangesproken. Het accent van alle vakken ligt op

het ontwikkelen van een gezond denk- en oordeelsvermogen.

Creativiteit is een belangrijk onderdeel op het Rudolf Steiner College. Er is een rijk aanbod aan vakken

waarin de leerling handvaardigheid, creativiteit en kunstzinnigheid kan ontwikkelen. Bovendien word

bij vakken als drama en euritmie de sociale ontwikkeling van de leerlingen versterkt.

Ik loop stage bij 3 docenten die elk een andere leeftijd lesgeven. Zo doe ik veel ervaring op met de

leeftijdsontwikkeling van de leerlingen. Ik vind het erg leuk om te zien hoe de leerlingen veranderen in

de jaren en zelfs in één jaar tijd.

Ik geef steeds 9 weken les aan een klas. Dit vind ik nadelig. Je leert een klas kennen en na negen weken gaan ze weer. Dan moet je weer een nieuwe klas leren kennen. Er is weinig tijd om echt een

goede band met je klas op te bouwen.

Ik vind dit een erg leuke stageplek omdat de onderlinge sfeer tussen leerlingen en docenten erg goed

is, iets waar ik erg veel waarde aan hecht. De docenten hebben een open houding en zijn allemaal

bereidt om een stagair te helpen. Ik kon dus met veel vragen bij de docenten van de school terecht

om zo met hun tips weer verder te gaan.

Je geeft aan hoe het leren van je groepsleden je beïnvloed heeft. Je geeft aan hoe het leren op een bepaald punt ook je functioneren op ander punten heeft beïnvloed. Welke veranderingen constateer je in je kijk op het docentschap en je houding ten opzichte van het beroep? Op wat voor school zou je graag willen werken?

Intervisie heeft me op een zelfde manier geholpen om verder te komen.

Ik vond het fijn om met mijn klasgenoten te praten over de dingen waar je tegen aanloopt in je stage.

Vaak was er wil iemand die een soort gelijke situatie had meegemaakt en met z’n allen hebben we

elkaar goed kunnen helpen met adviezen.

Wij hadden (onbewust) als centraal thema orde houden. Een punt waar zelfs docenten na jaren nog

mee kunnen kampen. We deelden ervaring en oplossingen uit.

De stage die ik nu heb levert qua orde houden weinig problemen op omdat de leerlingen te met

respect behandelen. Natuurlijk springen ze weleens uit de ban, maar dat komt zelden voor. Vorig jaar

Intervisie verslag 15

Page 16: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

had ik een moeilijk stage op het VMBO. Ik heb daar dan ook meerdere malen op terug geblikt tijdens

intervisie.

Samen met mijn begeleidster van nu proberen we zo nu en dan eens wat dingen uit.

Zal het van zelf stil worden in de klas? Blijf ik zitten, ga ik staan? Wat voor effect heeft het verschuiven

van de tafels?

Ook zulk soort dingen bespraken we tijdens de intervisie.

Ik leerde door deze bijeenkomsten dat niet alles in één keer goed hoeft gaan en dat je verschillende

trucjes uit moet proberen in je lessen.

Hierdoor ben ik wat zekerder van mezelf geworden en vind ik het minder erg als het even allemaal niet

zo lekker loopt in de klas. Ik denk dan ‘volgende keer moet ik dat dus anders aanpakken!’

Ik zag ik het docentschap toch wel in als heel zwaar en door de intervisie is dat vermindert. Al doende

leert men! Ik meer lol in ‘lastige’leerlingen en zie ze nu als een uitdaging.

Ik zou wel graag op een creatief georiënteerde school willen werken zoals een vrijeschool of een

school met kunstklassen. Toch omdat deze leerlingen kwa motivatie al een stapje verder zijn. Ook lijkt

het me erg leuk om op een educatieve afdeling van een museum te werken. Ik wil dat de nadruk van

het vak niet ligt op het motiveren maar op het verdiepen.

Formuleer vragen en leerdoelen voor je verdere professionele ontwikkeling.

I. Hoe zet je een serie lessen voor een heel jaar in elkaar?

II. Hoe voer je deze lessen zelfstandig uit?

III. Hoe breng je leerlingen zo effectief mogelijk in aanraking met kunst als de school daar weinig

middelen toe biedt?

Intervisie verslag 16

Page 17: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Het reflectieverslag

door: Sandra Bakker, 0784090

Je beschrijft je stagesituatie met kritische distantie en betrokkenheid. Je legt een verband tussen je voelen, denken, willen en handelen in concrete werksituaties en je verantwoordelijkheden als docent. Je sluit je ogen niet voor spanningen en inconsistenties, maar ziet ze onder ogen of beschouwt ze zelfs als een middel om verder te komen.

Ik heb les gegeven op de havo/vwo–locatie Gasthuislaan van ISW. Ik wilde graag naar deze school,

omdat ik het op deze school altijd fijn heb gevonden om les te krijgen. Op deze school is er vooral

controle over beleid van leerlingen, regels en de ontwikkeling van de leerling. Daarnaast was ik de

docenten ook niet vergeten, want het was erg gezellig met hen. De school geeft les uit een bepaalde

visie. Het christelijke geloof staat centraal op deze school. Aan het begin van de les wordt er (meestal)

uit de Zoutkorrel gelezen. Daarnaast zijn er verschillende vieringen en is er een vak

levensbeschouwing/godsdienst die deze visie naar voren brengt.

De school staat open voor andere leerlingen met de overtuiging dat de verschillende groepen respect met elkaar om kunnen gaan. Daarnaast vindt de school ook de volgende dingen belangrijk: men wil

dat de leerlingen zich veilig en prettig voelen op deze school. Daarbij is de communicatie tussen

docenten, leerlingen en ouders/verzorgers erg belangrijk.

Ik heb stage gelopen bij mevrouw Tineke van Cappellen. Zij geeft tekenen, beeldbendevorming en

kunstgeschiedenis. Ik heb les gegeven in klas 1 havo/vwo, havo 4, havo 5, vwo 5 en vwo 6. Je merkt

al snel dat je anders les geeft in de bovenbouw dan in de onderbouw.

In de onderbouw mocht ik alleen les geven. Natuurlijk was de docent erbij, maar op een gegeven

moment ook niet meer. Je merkt dat je als docent erg op de proef wordt gesteld en dat sommige

leerlingen je aandacht voordurend opeisen. Ik heb in de eerste klas voornamelijk basisoefeningen

gedaan, zoals verven, mengen, donker/licht, contrasten, vorm, schaduwen, houtskool, potlood, dieren natekenen, striptekenen, Oost-Indische inkt, structuren en letters vervormen. Bij de onderbouw

merk je dat het erg belangrijk is, dat je als docent structuur biedt. Bij hogere klassen is dat al veel

minder. Je geeft de leerlingen een opdracht waarin staat wat ze moeten doen. Je laat de werkvorm

vrij, omdat de leerlingen jouw structuur na 3 jaar wel kennen. Aan het begin gaf ik de introductie en

gaf de stagedocent les. Ik heb in vwo 5 en havo 4 enkele lessen gegeven en havo 5 helemaal zelf

gedaan. Vwo 6 heeft nauwelijks instructie nodig. De docent begeleid hen doormiddel van opdrachten

naar het eindexamen toe.

Het leukste aan de bovenbouw is, dat je met hen veel meer kan bereiken dan met de onderbouw.

Daar ben je veel meer aan het opbouwen en bij de bovenbouw juist meer aan het vrijlaten in wat zij

leuk vinden. Zij kunnen immers zelfstandiger werken. Je leert de leerlingen ook persoonlijk kennen. Toch is mijn leeftijd een grote factor die helpt om dichterbij de leerlingen te komen. Ik heb niet het

gevoel gehad dat zij mij niet zagen als een docent. Het was leuk om de bovenbouw te begeleiden en

bij de onderbouw de leerlingen structuur te bieden en basistechnieken te leren.

Intervisie verslag 17

Page 18: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Daarnaast merk ik dat mijn stagedocent heel anders les geeft dan ik. Ik werk toch meer met de

computer. Misschien dat dit door de nieuwe generatie komt, die met computers is opgegroeid. Ik leg de leerlingen uit aan de hand van voorbeeld plaatjes op de computer.

Sommige beslissingen neem ik anders dan de docente. Soms zijn we het dan (per ongeluk) niet eens

met elkaar, maar zij heeft als laatste het woord dus moeten de leerlingen naar haar luisteren. Toch

moet ik nog veel leren qua lesinhoud en lesdidactiek. Ik was nu voornamelijk met controle over de

klas bezig.

Je geeft aan hoe het leren van je groepsleden je beïnvloed heeft. Je geeft aan hoe het leren op een bepaald punt ook je functioneren op ander punten heeft beïnvloed. Welke veranderingen constateer je in je kijk op het docentschap en je houding ten opzichte van het beroep? Op wat voor school zou je graag willen werken?

Ik had heel veel aan de intervisie! Ik heb de voorgaande jaren het gevoel gehad, dat ik te weinig kon

terugkoppelen over de problemen die ik in de les was tegen gekomen tijdens mijn stage. Met

intervisie krijg je ook andere meningen mee en kun je wat aan je probleem doen. Ik had het vooral

over een jongen, Quintus, uit de eerste klas, die al de aandacht opeiste van mij en de klas. We

hebben bij de intervisiebijeenkomsten veel over dit onderwerp gesproken en dat was erg prettig. Ik

heb o.a. geleerd dat ik consequenter moet zijn in mijn daden, niet te veel aandacht moet schenken

aan Quintus of hem juist even buiten de klas zetten. Na maanden later heb ik het gevoel, dat ik de

situatie met Quintus beter onder controle heb. Dit echt mede door de opmerkingen in het

intervisiegroepje.

We hebben ook veel gesproken over het aandacht trekken van de leerlingen. We hebben ieder onze

eigen manier. Ik gebruik de 1, 2, 3-tellen manier. Ik merk wel dat ze het nazeggen, maar uiteindelijk

zijn ze wel allemaal stil en zitten zij op hun plek. Ik heb dit uiteindelijk toch volgehouden, omdat het op

één of andere manier voor mij nog steeds goed verliep, al vond mijn stagedocent van niet. Daarbij

komt dat de leerlingen ook weten dat zij moeten gaan zitten en dit in zekere zin ook prettig vinden.

Na 3 jaar te hebben stage gelopen heb ik geleerd om niet alleen als docent daar te staan, maar ook

dat je duidelijk structuurlijn moet bieden, duidelijk consequenties moet handhaven en dat het toch

ook gezellig blijft. Daarbij komt natuurlijk ook de algemene verantwoordelijkheid voor het verloop van de les. Ik ben nog mee bezig om dit te verbeteren. Met het ontwikkelen hiervan zou ik graag volgend

jaar mee verder gaan.

Je leert door de drie jaar heen jezelf als docent te ontwikkelen en ik denk je eigen lesstijl zich

ontwikkelen in mijn LIO-jaar. Ik zou graag de leerlingen op mijn manier willen lesgeven, misschien wel

met een verfrissende blik voor leerlingen. Daarbij komt dat je echt in het vierde jaar als docent met de

specifieke verantwoordelijkheden voor dat leerjaar bezig bent. In het derde jaar had ik namelijk het

Intervisie verslag 18

Page 19: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

gevoel dat, dat nog erg terzijde stond. In het vierde jaar zal ik veel meer worden opgenomen als

docent. Je leert als docent om verantwoordelijkheden in het team van CKV docenten te dragen.

Ik heb gekozen om op de school waar ik nu al stage loop, mijn LIO-stage te doen. Ik voel dat ik erg

gesteund wordt door de collega’s en ik heb op deze school een veilig gevoel. De samenwerking bij

vergaderingen enz. vind ik erg goed. Ik leer mijn oude docenten, als collega’s kennen en het is fijn om

een onderdeel van het team te zijn. Ik kan ook niet wachten om opnieuw als docent voor de klas te

staan en ook de door mij gemaakte lessen eventueel aangepast, opnieuw te geven. Daarbij komt nog

dat er veel variatie is in lesgeven, zowel in de boven- als onderbouw.

Formuleer vragen en leerdoelen voor je verdere professionele ontwikkeling.

I. Hoe zorg je dat leerlingen zich blijven ontwikkelen ook al hebben ze moeite met het vak?

II. Hoe is het om zelfstandiger voor de klas te staan?

III. Hoe kan ik consequent blijven en welke variaties kan ik hierin aanbrengen?

IV. Hoe kan ik genoeg variaties in de lessen aanbieden, om zo de leerlingen te motiveren en te

stimuleren.

V. Hoe zorg ik dat er aan de leerlingen een duidelijk structuur wordt geboden en er tegelijkertijd een

prettige lessfeer blijft.

Intervisie verslag 19

Page 20: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Het reflectieverslag

door: Anna Eline Vissering, 0792026

Je beschrijft je stagesituatie met kritische distantie en betrokkenheid.

Het eerste half jaar heb ik stage gelopen op het Groene Hart Lyceum in Alphen aan den Rijn. Dit is

een cultuurprofiel school. Het was duidelijk te merken dat kunst en cultuur hoog in het vaandel staat

op deze school. Het niveau van beeldende werken waren heel hoog vergeleken met andere scholen

en instellingen waar ik ben geweest. Al vanaf het vierde jaar kunnen de leerlingen kiezen om te werken

met olieverf. Vanaf het vierde jaar zit dit standaard in de opdrachten. De lessen zaten ook op een

andere manier in elkaar dan op meeste middelbare scholen.De leerlingen konden namelijk in de bovenbouw zelf kiezen op welke uren ze aan dit vak wilden werken. De werkwijze binnen de lessen

waren ook zeer zelfstandig.Aan het begin van het jaar krijgen de leerlingen een boekje waar

opdrachten in staan. Elke leerling kiest hier 2 opdrachten uit. Deze opdrachten worden heel breed

gesteld. Aan de leerling is om hier een weg in de vinden. Een opdracht kan bijvoorbeeld zijn: karakter.

De leerlingen kunnen hierbij denken aan bijvoorbeeld persoonlijkheden of karakters in de Chinese

letterkunde. De docent geef geen ideeën maar ondersteund het denkproces. De zelfstandigheid

wordt zeer gestimuleerd. Als je als docent ziet dat een leerling de fout in gaat, mag je hier niets van

zeggen. De leerling moet hier zelf achterkomen en om hulp vragen aan de docent. De rol van de

docent hier in is door middel van vragen stellen andere inzichten te geven. De docent geeft

bijvoorbeeld adviezen voor materiaalgebruik of kunstenaars waar de leerlingen naar kunnen kijken voor inspiratie. Door deze mate van zelfstandigheid en vrijheid, krijgen de leerlingen een groot

verantwoordelijkheidsgevoel en werken vaak hard aan hun werk met zeer goede resultaten als gevolg.

De methode voor de theorie die wordt gebruikt is zelf door de docenten samengesteld. Iedere

discipline binnen de kunst heeft zijn eigen boekje met daarin informatie en vragen. Het examenwerk

wordt tentoongesteld tijdens een tentoonstelling in de aula.

Het tweede halfjaar heb ik heel kort stage gelopen op het Wolfert College in Rotterdam.

Dit onderwijs zit totaal anders in elkaar. De lessen worden hier nog heel klassikaal en ouderwets

gegeven. Elke les wordt er iets klassikaal uitgelegd, waar ze vervolgens 1 tot 2 lessen mee bezig zijn.

Vaak wordt er in de les ook een stukje theorie uitgelegd. Hierbij krijgt elke leerling een theorieboek

(Zienderogen Kunst) en krijgen leerlingen om de beurt de beurt om voor te lezen. Na elke alinea vraagt de docent of er moeilijke woorden waren en worden deze uitgelegd. Doordat de leerlingen steeds zo

kort met een opdracht bezig zijn, zijn de leerlingen meer bezig met iets te knutselen. De nadruk op

kunst is heel gering aanwezig.

ik vond dat de nadruk op deze school meer lag op technieken aanleren, zoals zagen, timmeren,

verven, knippen en plakken.

Je legt een verband tussen je voelen, denken, willen en handelen in concrete werksituaties en je verantwoordelijkheden als docent. Je sluit je ogen niet voor spanningen en inconsistenties, maar ziet ze onder ogen of beschouwt ze zelfs als een middel om verder te komen.

Bij dit onderdeel specificeer ik mij op mijn eerste half jaar stage, omdat ik voor mij gevoel daar echt

stage heb gelopen. Ik voelde mij daar ook erg betrokken bij de leerlingen en ik wilde ze echt verder

Intervisie verslag 20

Page 21: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

helpen. Ik had in het begin erg veel moeite mee om hier niets van te zeggen tegen de leerlingen. Ook

het feit dat sommige leerlingen niet veel deden met een houding van dat ze niet wisten wat ze moesten doen vond ik heel lastig om mee om te gaan.

Ik ben gewend om als docent dat gelijk klaar te staan en dit uit te leggen. De onduidelijkheid in eerste

instantie vond ik heel lastig. ook omdat ik merkte dat door de vrijheid die er werd geboden op de

school, sommige leerlingen lui werden en dingen uit stelden tot het laatste moment. De opdrachten

waren echter heel duidelijk en de leerlingen wisten heel goed wat ze moesten doen. 1 keer heb ik een

leerling gestuurd. Zij bleef 3 weken lang bezig met een schets, waarop ik tegen haar zei dat ze

gewoon eens moest beginnen, omdat ze uiteindelijk toch over de schets heen schildert en er niets

meer van ziet. Hierop reageerde de leerling heel aangevallen. Daarop zei ik dat ik hier ben om haar te

helpen en als zij denkt dat zij niets heeft aan mijn advies, dat ik haar verder met rust zou laten. Aan het

einde van de periode had zij haar werk niet af. Dit vond ik lastig, maar aan de andere kant zag ik dat het resultaat toch enigszins positief was. Tijdens de tentoonstelling zag ik haar werk niet hangen. Toen

ik haar zag staan werd ze gelijk al schaamrood. Ze had dus duidelijk een gevoel dat ik gelijk had en

dat ik haar alleen maar wilde helpen. Ik heb toen niets gezegd in de trant van: ik zei het toch. Ik zei

haar dat ik haar andere werk heel mooi vond en dat ik hoopte dat ze het andere werk ook zo mooi

zou afmaken. Ik merkte dat ik door middel van mijn reacties de leerlingen op een andere manier kon

laten kijken, dan ze alleen maar in een bepaalde richting te sturen waarvan ik dacht dat dat de juiste

was. Door de leerlingen die vrijheid te geven, kwam er veel meer uit de leerlingen zelf, dan dat ze

klakkeloos volgen wat de docent zegt. Soms vond ik het ook lastig om om te gaan met de grens

tussen docent en leerling.

Doordat de leerling zo zelfstandig en gemotiveerd werken is de sfeer heel rustig en gezellig.

Hierdoor ga je snel een praatje maken met de leerlingen. Ik lette er wel steeds op dat ik in de rol bleef

van docent. Soms merkte ik dat ik hier moeite mee had, bijvoorbeeld door woorden te gebruiken of

manier van praten die ik bij leeftijdsgenoten ook zou gebruiken.

Ik probeerde mij steeds hiervan terug te roepen en wel in de rol van de docent te blijven. Dus praatte

ik met de leerlingen over welke vervolgopleiding ze wilden gaan doen, reageerde op dingen die ze

zeiden en vroeg daar op door. Hierdoor onderhield ik wel contact met de leerlingen, maar bleef ik wel

de docent. De leerlingen kwamen hierdoor sneller naar mij toe voor advies en zagen mij echt als

docent.

Je geeft aan hoe het leren van je groepsleden je beïnvloed heeft. Tijdens de intervisie bijeenkomsten hebben we het vooral gehad over aandacht krijgen en aandacht

vasthouden. Een punt waar ieder lid op zijn manier last mee had. Ik persoonlijk heb er moeite mee om

aandacht te krijgen. Ik heb er een hekel aan om als de klas bezig is een harde stem op te zetten om

aandacht te vragen. Ik hou er niet van om te schreeuwen. Ik merkte dat op deze stage dat niet heel

erg van toepassing was, omdat de leerlingen snel luisterden. Meestal trok ik de aandacht door hard

OKEEE te zeggen. Dit vond ik niet zo fijn om te zeggen, maar ik merkte dat als ik in een drukke klas

zat en de aandacht moest trekken, dit wel werkte. In een ander lokaal was er een verhoging vooraan

het lokaal. Ik merkte al dat als ik daar ging staan of bij het bureau ging staan, dat ik automatisch

Intervisie verslag 21

Page 22: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

aandacht kreeg van de leerlingen. Ik hoefde dan vaak langzaam aan een zin te beginnen om de

aandacht van alle leerlingen te krijgen. Ik vond deze verhoging een hele fijne manier om aandacht te krijgen. Ik hoefde hierbij niet te schreeuwen. Alle kinderen konden mij zien en ik kon hen ook goed

zien. Met de groep hadden we het ook over andere manieren om aandacht te krijgen en vervolgens

deze aandacht vast te houden. Dit is handig om te weten, omdat na een verloop van tijd een

bepaalde manier van aandacht vragen uit kan gaan werken. Ik merkte ook dat in het begin de

aandacht lastiger te krijgen was dan na een tijdje.

Na een tijdje weten de leerlingen ook dat jij de docent bent, herkennen ze je stem en werkwijze en

kunnen de leerlingen verwachten wanneer de docent aandacht van hen wilt.

Je geeft aan hoe het leren op een bepaald punt ook je functioneren op ander punten heeft beïnvloed.

Ik wilde eerst bij de leerlingen te snel resultaat zien. Zodra de opdracht voor de leerlingen is gesteld,

verwachtte ik dat ze gelijk aan de slag zouden gaan. Door mijn stagesituatie heb ik geleerd dat ieder

kind in zijn eigen tempo werkt, op een andere manier werkt en andere resultaten heeft. Soms hebben

leerlingen meer tijd nodig om de opdracht op zich in te laten werken en dan pas aan de slag gaan. Ik

heb geleerd door de leerlingen meer met rust te laten en ze meer te ondersteunen dan te doceren, er

betere resultaten uit kwamen.

Ik heb geleerd dit ook in andere situaties te doen. Alles stapje voor stapje aan te pakken en niet te

veel te gelijk. Ook met een gevoel van, vertrouwen in de situatie hebben en denken dat alles wel op

zijn pootjes terecht zal komen. Ik denk dat het docent eigen is om de situaties zo veel mogelijk zelf in de hand proberen te houden. Dus ook in samenwerkingen er op vertrouwen dat de mede

groepsleden hun taken goed kunnen volbrengen.

Welke veranderingen constateer je in je kijk op het docentschap en je houding ten opzichte van het beroep? Op wat voor school zou je graag willen werken?

Voordat ik aan deze stage begon, vond ik het erg belangrijk dat de docent zeggenschap had over wat

de leerling produceerde en dat de docent met autoriteit had. Ik vind het nog steeds belangrijk dat als

de docent iets verteld, de leerlingen gewoon hun mond houden en luisteren en als ze vragen hebben

hun vinger opsteken. Deze stage heeft mijn ogen geopend wat betreft zelfstandigheid en vrij gestelde

opdrachten. Ik merk dat ik de uitkomsten en het werkproces veel waardevoller en productiever vindt

dan als de opdracht heel gesloten zijn en de docent veel zeggenschap heeft. Ik merk ook dat ik totaal

geen knutseljuf ben, maar meer gericht op de kunst. Ik vind het heel fijn om met leerlingen over hun

werk te praten en over kunst. ik vind het interessant om met leerlingen over hun visie op bepaalde

kunstwerken en kunstenaars te bespreken. Tijdens het werkproces haal ik ook vaak een bepaalde

kunstenaar, stijl of kunstwerk naar voren. Dan zoek ik een boek op als dit aanwezig is, zoeken we samen op internet of schrijf ik een naam op waar ze zelf naar moeten zoeken.

Ik haal totaal geen voldoening uit het leren van een kwast vasthouden bij een leerling, of hoe een

leerling moet knippen of timmeren. Daarom wil ik ook een stage vinden waar het accent duidelijk ligt

Intervisie verslag 22

Page 23: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

op de cultuur en kunst. Ik vind het ook belangrijk dat ik geen politie agentje hoef te spelen en dat ik de

leerlingen echt iets kan gaan overbrengen. Dit is natuurlijk ook grotendeels onder invloed van hoe ik de lessen inricht. Toch vind ik dat dit ook heeft te maken met het algemene klimaat op een school.

Wat zijn de regels binnen de school en binnen de klas en welke status hebben de kunstvakken binnen

de school.

Formuleer vragen en leerdoelen voor je verdere professionele ontwikkeling.

Volgend stagejaar wil ik verder gaan waar ik ben gestopt. Ik wil dus de mogelijkheid hebben om

klassen te draaien en hierbinnen een positief leerklimaat te scheppen. Ik wil binnen de lessen een

zekere mate van zelfstandigheid, vrijheid en gevoel van eigen verantwoordelijkheid creëren. Dus mijn leervraag is hoe ik een leerklimaat kan scheppen waar zelfstandigheid, vrijheid en gevoel van eigen

verantwoordelijkheid een belangrijke rol speelt. Ook wil ik mijn lessen echt gericht op de kunst

houden.

Intervisie verslag 23

Page 24: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Het reflectieverslag

door: Linda Batenburg, 0790218

Je beschrijft je stagesituatie met kritische distantie en betrokkenheid. Je legt een verband tussen je voelen, denken, willen en handelen in concrete werksituaties en je verantwoordelijkheden als docent. Je sluit je ogen niet voor spanningen en inconsistenties, maar ziet ze onder ogen of beschouwt ze zelfs als een middel om verder te komen.

Zoals ook vorig jaar het geval was, loop ik ook dit jaar stage op het Wolfert van Borselen. Vorig jaar heb ik voornamelijk les gegeven aan het tweetalig onderwijs, maar dit jaar ben ik begonnen met

workshops Photoshop te geven aan de Mavo 2 klassen van Marije van Doeland.

Het Wolfert van Borselen is een hele brede school waar ze ook Dalton onderwijs aanbieden, maar hier

heb ik nog geen verdere ervaring mee.

De mogelijkheden die aangeboden werden waren ruim. Samen met Nadine heb ik vorig jaar gezorgd

dat de doka weer in gebruik genomen werd en ook hebben we digitale camera’s aan mogen schaffen

om een verdieping in de digitale fotografie mogelijk te maken.

Tijdens het opzetten van de Photoshop lessen ben ik goed mijzelf tegen gekomen. Ik had het idee dat

ik een goede uitgebreide lesvorm had samengesteld tot ik daadwerkelijk voor de klas kwam te staan.

Toen bleek dat mijn verwachtingen op het gebied van de digitale kennis van de leerling erg overschat waren. Dit zorgde voor onrustige lessen en een grote verdeeldheid qua niveau van de prestaties van

de leerlingen. Ook was het 45 minuten rooster hierbij een probleem omdat het werken achter de

computers en de daarbij behorende taken, zoals het opslaan van bestanden, veel tijd vraagt.

Naast deze ckv lessen heb ik ook bij Marion Clay stage gelopen. In haar lessen merkte ik hoe groot

het verschil per docent qua orde handhaving. Marion Clay is in mijn ogen vrij streng, maar dit is

eigenlijk ook wel goed voor mij. Hierdoor krijg ik een beter orde besef. Ook met Marije van Doeland

heb ik dit besproken en heb ik een escalatieladder gemaakt zodat ik beter en vooral consequenter

“straf” kan geven. Op die manier weten de leerlingen en ik beide beter waar we aan toe zijn en dit

versterkte de algehele rust in de klas.

Je geeft aan hoe het leren van je groepsleden je beïnvloed heeft. Je geeft aan hoe het leren op een bepaald punt ook je functioneren op ander punten heeft beïnvloed. Welke veranderingen constateer je in je kijk op het docentschap en je houding ten opzichte van het beroep? Op wat voor school zou je graag willen werken?

Toen ik in de tweede mijn stage op het Altena College in Sleeuwijk had afgerond was ik veel

enthousiaster over het Voortgezet Onderwijs dan ik vooraf verwacht had. Na mijn derde jaars stage is

dit echter weer verandert. Het lesgeven op een stadsschool is toch heel wat anders dan op een

plattelandsschool. Er zijn meer verschillende culturen en meer probleemjongeren dan ik vooraf had

verwacht. Ook was het niveau verschil tussen de scholen erg groot, waardoor ik dus met mijn Photoshop workshop de fout in ging. Doordat ik voorheen weinig orde problemen had gehad en deze

nu wel ervaarde was ik erg blij dat het algehele thema van de intervisie hierom draaide. Het is toch

Intervisie verslag 24

Page 25: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

voor een docent erg belangrijk dat dat gedeelte van zijn lesgeven zo goed mogelijk verloopt, want

zonder aandacht geef je de kinderen ook vrij weinig kennis en vaardigheden mee. Of ik echt het Voortgezet Onderwijs in ga weet ik dus nog niet zeker. Mijn interesse in iets als Digital Playground is

verhoogd, dit mede door de uitgebreide mogelijkheden op dit gebied. Ik zou graag daar wat meer

over te weten willen komen en hier ook graag ervaring in op doen, zodat ik na deze opleiding een

beter beeld heb van wat ik wel en niet wil.

Als gereedschap voor orde houding heb ik gemerkt dat je stem erg belangrijk is. Een beetje boze

klemtoon kan al een groot verschil maken. Hier ben ik ook mee aan de slag gegaan tijdens de lessen

bij Marije van Doeland en dit gaat ook steeds beter. Het grote nadeel voor mij is dat ik altijd het idee

heb dat als ik hard praat dat ik dan aan het schreeuwen ben. Hierdoor was ik in begin wat angstig om

met stemverheffing te praten, maar het begint al aardig te wennen. De casus die we hebben samengesteld is voor iedereen goed bruikbaar. Net als Sandra heb ook ik mijn portie"Quintus" al

gehad. In mijn geval hete de jongen Patrick en was ook niet stil of rustig te krijgen. Hij had een

spanningsboog van 5 minuten en alles om hem heen was interessanter dan de lessen. Een volgende

keer dat ik weer een Quintus in de klas heb zal ik zeker veel baat hebben bij de intervisie die we

gehad hebben en de daaruit gekomen conclusies. Het verschilt uiteraard veel per klas en leerling,

maar om toch een beetje een handvat te hebben is wel prettig.

Formuleer vragen en leerdoelen voor je verdere professionele ontwikkeling.

I. Hoe is het nu om een heel jaar in te richten ipv een korte lessenserie?

II. Hoe kun je je lessen op de computer toch zo efficiënt mogelijk maken?

III. Hoe verdeel ik mijn aandacht als er veel leerlingen zijn die iets niet begrijpen?

IV. Nauwkeuriger letten op mijn lichaamshouding en hierdoor “bewuster” voor de klas staan.

Intervisie verslag 25

Page 26: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Presentatie

Probleem stelling: Casus Quintus

Met het klassenmanagement van een leerkracht hangen veel aspecten samen, denk dan bijvoorbeeld

aan lesinhoud of onderwijsmethoden, regels in de klas, instructie maar ook de relatie tussen

leerkracht en leerling en leerlingen onderling (de sfeer) bepalen het klassenmanagement.

Wij hebben het voornamelijk gehad over de relatie tussen leerkracht en leerling en de leerlingen

onderling en vooral met betrekking tot orde krijgen en orde houden.

Pieter is de gehele periode meerdere malen ter sprake gekomen.

De beginsituatie van Quintus:

• Quintus zit in de eerste klas van Havo/ Vwo.

• In de klas gedraagt hij zich populair.

• Daarmee betrekt hij de andere leerlingen.

• Hij is erg tegenstrijdig.

• Hij wil taken wel voltooien, maar wil hierbij geen hulp en krijgt dan een negatieve houding.

• Hij trekt de aandacht graag naar zich toe.

• Hij praat hard.

• Altijd een weer woord.

• Als je hem waarschuwt blijft hij zijn grenzen verleggen, totdat de docent op een punt komt, waar er hij echt te ver is gegaan.

• Quintus kan zijn frustratie niet kwijt en uit dit in probleemgedrag.

• Verliest snel zijn concentratie, omdat het vak hem niet interesseert.

• Laat snel de moed zakken.

• Vraagt veel aandacht door middel van veel hulp vragen aan de docent.

• Kan niet goed met emoties omgaan.

• Vind CKV geen leuk vak.

• Is bij andere lessen redelijk braaf, vooral bij de vakken waar hij goed in is.

• Al vaak mee gepraat.

• In vergadering naar voren gekomen als iemand die aandacht nodig heeft.

Intervisie verslag 26

Page 27: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Thuissituatie:

• De thuissituatie van Quintus is problematisch.

• Hij deelt een gezin met 4 andere broers en zussen.

• Zijn vader zit in de gevangenis wegens mishandeling ter gevolge van overmatig drankgebruik.

• Zijn moeder heeft een ziekte gehad waardoor zij voor lange tijd in een rolstoel heeft gezeten. Uiteindelijk is zij genezen en kan zij nu weer normaal functioneren.

• De vader was lange tijd de spil van het gezin.

• De moeder is naar Spanje vertrokken, waar zij een andere man heeft ontmoet.

• Dit kon de vader blijkbaar niet aan is zich gaan vergrijpen aan de alcohol.

• Als gevolg hiervan werd hij agressief en kreeg losse handjes.

• Naar wie dit allemaal is geweest is onduidelijk. Wat wij wel weten is dat dit van grote invloed is op Quintus.

• Het is ook onduidelijk of de ouders nu in scheiding liggen of niet.

Wat voor problemen/oplossingen hebben wij besproken tijdens intervisie?

Bijeenkomst 2Uitleg en inleiding

Probleem:

tijdens de uitleg is Quintus erg druk. Hij doet de juf na waar de klas steeds om moet lachen. Hij heeft

een grote mond en wilt constant aandacht.

Gegeven tips:

I. Sandra is nieuw.

II. CKV wordt vaker gezien als een pretvak dus dit gedrag komt vaker voor.

III. Sandra zou zelf minder druk voor de klas kunnen staan, dit straalt af op de leerlingen.

IV. Quintus aandacht geven zonder de aandacht voor de andere leerlingen te verliezen: minder op

hem focussen, meer consequentie bieden, een goed gesprek met hem houden, praten met de

mentor of decaan, tips vragen, na drie waarschuwingen eruit gooien.

Buiten intervisie om:

Sandra heeft met de decaan gesproken over hoe je consequent kan zijn. Quintus heeft veel behoefte

aan consequent gedrag, omdat hij dan weet hoe ver hij kan gaan. Als hij eenmaal verder is gegaan,

heeft Sandra meestal naderhand een gesprek met Quintus. Sandra wilde door middel van het

gesprek met de Decaan er graag achter komen waarom hij dit gedrag vertoont.

Intervisie verslag 27

Page 28: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

De decaan heeft als advies gegeven:

- Stel een vraag en wacht op het antwoord, in plaats van het antwoord voortijdig te geven.

- Waarschuwing op het bord.

- Opbouwen van straf. (bijvoorbeeld deel van een boek overschrijven, nakomen, blokrooster, vegen, etc)

- Uitsturen naar de decaan als uiterste straf.

Bijeenkomst 3 en 4:Hoe motiveer je iemand?

Quintus is nog steeds vervelend en verpest steeds zijn tekening. Bij apart zetten heeft hij een grote

mond. Hij geeft aan het vak niet leuk te vinden.

Tijdens de intervisie legde Sandra dit voor aan de groep. Tijdens de ronde vertelde Hayo dat hij een

leuke opdracht wist met verf. Hayo vertelde dat zij ze gewoon een blad moest geven en ze zoveel

mogelijk kleuren moest laten mengen in vijf minuten (Hayo had een zelfde situatie al eens mee

gemaakt).

Sandra heeft deze opdracht gegeven op haar stage. Ook Quintus deed fanatiek mee aan deze

opdracht. Hij vond het zelfs erg leuk.

Hoe komt dit?

- De opdracht bevat een spel element.

- Er hoeft geen voorstelling uit te komen.

- Quintus zag snel resultaat.

- De opdracht bevat een korte spanningsboog.

Wat voor resultaat heeft dit gegeven;

De opdracht zorgde voor een leuke sfeer in de klas.

Quintus moest zich geheel op zijn werk concentreren en was niet negatief.

Dit was fijn voor Sandra zodat ze haar aandacht beter over de klas kon verdelen.

Quintus is voor zijn goede werkhouding beloond d.m.v een compliment.

Hoe is het gedrag uiteindelijk veranderd:

• Sandra heeft meer rust gevonden in het lesgeven.

• De focus ligt nu minder op Quintus en meer op de gehele klas.

• Sandra stelt nu beter haar consequenties en is duidelijker naar de klas toe.

• Quintus is zelf rustiger en begripsvoller geworden.

Intervisie verslag 28

Page 29: Intervisie verslag · 2009-07-05 · Anna Eline: Het is niet duidelijk wat er op de stage gedaan moet worden. Er wordt niets uitgelegd, de leerlingen moeten het zelf uitzoeken. De

Intervisie verslag 29