juncto - 24.2 / winter 2013

34
Recht Kunst en Cultuur Creativiteit als inspiratiebron Onafhankelijk departementsblad van het departement Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht, nr 24.2, winter 2013 Kunstmatige kinderporno Uitkomst of pervers? Ewoud Hondius Kunst en Recht: tien jaar in de aandacht mr. A.G. Moszkowicz Van het tableau geschrapt!

Upload: dejuncto

Post on 03-Jan-2016

355 views

Category:

Documents


10 download

DESCRIPTION

Recht, Kunst en Cultuur, creativiteit als inspiratiebron

TRANSCRIPT

Page 1: Juncto - 24.2 / winter 2013

Recht Kunst en Cultuur Creativiteit als inspiratiebron

Onafhankelijk departementsblad van het departement Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht, nr 24.2, winter 2013

Kunstmatige kinderpornoUitkomst of pervers?

Ewoud HondiusKunst en Recht: tien jaar in de aandacht

mr. A.G. MoszkowiczVan het tableau geschrapt!

Page 2: Juncto - 24.2 / winter 2013

CreativiteitEen nieuw jaar is aangebroken en dat betekent

ook weer een nieuwe Juncto in de schappen!

Ditmaal met het thema ‘Recht, Kunst en Cultuur’.

Een zeer breed thema dat ver van ons spreek-

woordelijk juridische bed af lijkt te staan. Je

kunt hierbij natuurlijk denken aan cabaret,

muziek, beeldende kunst, film, boeken, dans, een

bezoek aan een museum of het gaan naar een

concert. Iets wat we waarschijnlijk allemaal wel

eens gedaan hebben. Maar ligt het thema dan

inderdaad zo ver weg van de ‘juristenwereld’?

Bij de overheid rust tot nog toe een grote

verantwoordelijkheid om kunst en cultuur te

bevorderen. Zo worden er subsidies verleend

ten behoeve van kunstenaars of kunstinstellingen,

is de omstreden BTW-verhoging voor podium-

kunsten in 2011 van 6% naar 19% in 2012

weer teruggedraaid en konden kunstenaars

tot 1 januari 2012 zelfs een speciale uitkering

aan vragen (Wet werk en inkomen kunstenaars)

om hun carrière op gang te laten komen.

Ook privaatrechtelijk rijzen er veel vragen.

Wat als je een vals exemplaar koopt? En wat

als je daar later achter komt, nadat je er net

€1.000.000,- voor hebt betaald. Wie wordt

eigenaar van een gestolen kunstwerk en wan-

neer? Hoe worden deze werken beschermd

en heeft een kunstenaar een absoluut recht

van vrijheid van meningsuiting?

De redactie heeft hard haar best gedaan om

een kleurrijk palet aan artikels te schrijven

omtrent dit thema. Uiteraard komt de recente

kunstroof welke plaatsvond in oktober 2012 in

Rotterdam aan bod en kom je te weten wan-

neer je je paddle al dan niet in de lucht moet

steken bij een veilingkoop. Ewoud Hondius

neemt ons in vogelvlucht mee de literatuur in,

uit vijf verschillende stelsels over de afgelopen

tien jaren met betrekking tot (beeldende) kunst

en recht. Over de in opspraak geraakte Russische

feministische punkbank Pussy Riot wordt de

vraag gesteld of hun arrestatie tijdens de poli-

tieke protestactie tegen de herverkiezing van

president Poetin een gerechtvaardigde beper-

king van vrijheid van meningsuiting opleverde.

Rechten studeren betekent natuurlijk níet

alleen in de boeken zitten. Utrechtse rechten-

studenten zijn maar wát creatief. De ene danst

in zijn of haar vrije tijd, de ander staat op het

toneel, zingt, speelt in een band, is DJ, schil-

dert of schrijft gedichten. Om nog maar niet

te spreken van de vele thema-verkleedfeestjes.

Maar er is meer!

In de rubriek ‘Naast je studie’ vind je daarom

onder andere verslagen over activiteiten welke

afgelopen semester hebben plaatsgevonden.

Zo kun je lezen hoe het Juridisch Studenten

Congres 2012 met als thema ‘Crisis en Recht’

verlopen is (p.60) en hoe het UUMUN

(Utrecht University Model United Nations)

is vergaan in Cambridge. Tipje van de sluijer:

de Utrechtse studenten hebben maar liefst

12 prijzen in de wacht gesleept! Verder zal de

verjaardag van de JSVU, het negende lustrum,

vanaf eind februari weer gevierd worden.

Met als thema ‘Lawsome’ zal het dit jaar

groots aangepakt worden (p.56).

Verder in deze Juncto kantoorspecials over Van

Doorne en Simmons & Simmons (p.44), een

interview met voormalig Juncto hoofdredacteur

en politiek verslaggeefster bij Nu.nl, Lise Wit-

teman (p.10). Daarnaast kun je lezen hoe ons

oud-redactielid Tessa Schuitemaker het er van

af brengt op lawschool in Washington (p.53).

Creativiteit en originaliteit onderscheiden je

vaak van de massa en is niet alleen een voor-

recht in de kunst- en cultuurwereld maar kan

ook zeer handig zijn voor je toekomstige, al

dan niet juridische, loopbaan. Denk jij deze ei-

genschappen te bezitten? Blader dan snél door

naar pagina 64!

Namens de gehele redactie,

Lilach Zalait

Hoofdredacteur 2012/2013

Voorwoord 1

Voorwoord

Page 3: Juncto - 24.2 / winter 2013

2 Onrechtmatige publicaties Inhoudsopgave 3

CarrièreKantoorspecial Van Doorne – p.45Kantoorspecial Simmons & Simmons – p.48

Thema: Recht, Kunst en Cultuur

Waar gaat dat heen met die kunst? – p.21Column Inge van der Linden: Zesjescultuur – p.25Pussy Riot: ‘Virgin Mary, redeem us of Putin’ – p.27Eenmaal, andermaal, verkocht: – p.30Kunstmatige kinderporno: uitkomst of pervers? – p.35Kunst en Recht: tien jaar in de aandacht – p.30

Inhoud Editie 24.2/ Winter 2013

Colofon Juncto is het onafhankelijke blad van

het departement Rechtsgeleerdheid van

de Uni versiteit Utrecht. Juncto wordt uitge-

geven door Juridische Studenten Vereniging

te Utrecht en verschijnt vier maal per jaar in

een oplage van 2000 exemplaren. Het blad is

gratis verkrijgbaar in de onderwijs gebouwen

en instituten van de faculteit, alsmede in

de Onderwijswinkel Rechtsgeleerdheid.

HoofdredacteurLilach Zalait

Eindredactie Lilach Zalait

Redactie Marcel René Bamberg, Joukje Baur,

Christaan Bos, Mark Devilee, Emma Dirksen,

Tatjana Janssen, Lennart Jilesen, Yasemin Kara-

davut, Gwenn Korteweg, Inge van der Linden,

Leroy Pinas, Mark Posthumus, Chaya Sikken

Medewerkers aan dit nummerEva Bindels, Quirine Dechesne, Fenna

Douwenga, Petra van Driel, Ewoud Hondius,

Noortje Machiels en Maurits Rabbie

Website http://www.dejuncto.nl

Postadres JSVU B.V.

Jansveld 44, 3512 BH Utrecht

E-mail [email protected]

Voor inlichtingen over adverteren kunt

u contact opnemen met de Commissaris

Extern van de jsvu:

e [email protected]

t (030) 240 08 11

f (030) 236 74 75

Raad van Advies L. Esser, L. Beerthuizen, M. Devilee

VormgevingStudio Maaike Klijn, Breda

Druk Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf, Barneveld

Ingezonden stukken, alsmede bijdragen van

de faculteit en de JSVU, vallen niet onder

de verantwoordelijkheid van de redactie.

De redactie behoudt zich het recht voor inge-

zonden stukken in te korten en/of te weigeren.

AuteursrechtJuncto wordt mede mogelijk gemaakt door

inkomsten uit advertenties, advertorials

en kantorenspecials. Deze onderdelen vallen

buiten de onafhankelijkheid van de redactie.

Het copyright van de artikelen/foto’s ligt

bij de auteurs/fotografen. Niets uit deze

uitgave mag worden verveelvoudigd en/of

openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook,

zonder toestemming van de auteurs.

Actualiteit

Redactiestelling – p.5Column Petra van Driel: Levenslust – p.9In de spotlight Lise Witteman – p.10De Flex-BV - p.13Van het tableau geschrapt! – p.16Nieuws, Tips en Tricks – p.18

Naast je studie

Study abroad Tessa Schuitemaker - Lawschool in de VS – p.53UUMUN in Cambridge: work hard, play hard – p.54´LAWSOME´, het 9e lustrum der JSVU komt er aan! – p.56Het Eggens Appèlconcours – p.58Juridisch Studenten Congres 2012 – Crisis & Recht – p.60Boek Sonja Ortmans – Recht uit het hart – p.62

Page 4: Juncto - 24.2 / winter 2013

Redactieleden 5

Marcel René BambergStrafpleiten is een toneelstuk opvoeren en

de regels kennen. Een ingewikkeld schouwspel

waarin waarheid onderhevig is aan bewijs-

stukken en handige trucs van de advocaat.

Moszckowicz is op dat toneel een uitblinker,

zo dacht ik, maar het tegendeel is waar. Het is

nooit een toneelstuk geweest. Moszkowicz

toont ook

buiten het

talentvol, bral-

lerig pleiten om

een toneelstuk

te willen spelen,

met de min-

ste vorm van

realiteitsbesef.

Financieel stinkt

het. “Dat ligt aan

het systeem, niet

aan mij,” vindt Mosz kowicz. Cliënten worden

niet door u maar door stagiairs verdedigd.

“Ik heb er 2000. Dan moeten ze maar niet

met zovelen zijn, dat ligt niet aan mij.” U laat

zich al jaren niet bijscholen, tegen beloften in.

“Dat ligt aan een ernstig ziek familielid, niet

aan mij”. Regels kennen is een eerste stap.

Regels naleven is iets heel anders. Het is

passend en redelijk om mr. Moszkowicz uit

zijn ambt te zetten.

Joukje BaurDe zaak Moszkowicz was voor iedereen een

schokkende zaak. Een bekende advocaat als

Redactieleden

Het zal niemand zijn ontgaan maar op 30 oktober j.l. heeft het onafhankelijk

tuchtcollege van de advocatuur, de Raad van Discipline, beslist dat mr. A.M.

Moszkowicz , indien de tuchtrechter in hoger beroep (Hof van Discipline) dit

bekrachtigt, geschrapt wordt van het tableau met als gevolg dat hij het advocaten-

beroep niet meer mag uitoefenen. De toezichthouder, de deken van de Amster-

damse Orde van Advocaten, klaagde over het op grote schaal overtreden van de

beroepsregels voor contante betalingen en die voor bijscholing en jaarstukken.1

Schrapping is de zwaarste maatregel, die in 2012 tot nu toe acht keer is opgelegd.

Ook in die gevallen ging het vaak om zaken als financiële wanorde, slechte rechts-

bijstand, niet verschijnen op zittingen, slechte communicatie, tegenwerken deken

en gebrek aan inzicht of spijt. Toch gaat het om een zeer ingrijpende maatregel.

Het is dan ook de vraag of deze maatregel wel proportioneel is ten opzichte van

de gevolgen. Wat denken onze redactieleden hier van? Zij gaven hun reactie op

de stelling: De maat regel van de Raad van Discipline om mr. Moszkowicz uit zijn ambt

te zetten is passend en redelijk.

Het is hem louter verboden om het advocatenberoep nog uit te oefenen, waardoor andere juridische beroepen nog altijd binnen handbereik liggen. Gecasht is er bovendien al... Hebt u vooral geen medelijden. – Mark Devilee

ActualiteitIn de eerste rubriek kun je kennis maken met onze redactie-leden. Ditmaal wordt besproken wat zij vinden van het feit dat mr. Moszkowicz uit zijn ambt is gezet. ‘In de spotlight’ staat volledig in het teken van Lise Witteman, voormalig hoofdredacteur van de Juncto en politiek journalist bij Nu.nI. Daarnaast heeft Juncto handige tips en opmerkelijk juridisch nieuws voor je op een rij gezet op de pagina ‘Nieuws, Tips en Tricks’ en uiteraard ook in deze Juncto de terugkerende column van Petra van Driel.

Redactiestelling – p.5

Column Levenslust – p.9

In de spotlight Lise Witteman – p.10

De Flex-BV – p.13

Van het tableau geschrapt! – p.16

Nieuws, Tips en Tricks – p.18

Page 5: Juncto - 24.2 / winter 2013

Redactieleden 76 Redactieleden

Mr. Moszkowicz die door heel Nederland

werd gezien als een gerespecteerde advocaat

is uit zijn ambt gezet. Vind ik de maatregel

passend? Mijns inziens was de maatregel van

de Raad van discipline een passende maat-

regel. Juist omdat hij zo bekend is, was het van

belang dat het tuchtcollege liet zien dat dit

soort gedrag niet wordt geaccepteerd binnen

de advocatuur. Mr. Moszkowicz vertoonde

uitermate onacceptabel gedrag en

moet zoals elkander

persoon daar nu

de consequenties

van inzien. Helaas

zal dit voor Mr.

Moszkowicz

betekenen dat hij

zijn beroep niet

meer zal kunnen

uitoefenen.

Christiaan BosEigenlijk heb ik mij ondanks alle nieuws-

berichten en commotie rond Moskowicz

onvoldoende verdiept in het hele gebeuren.

Uiteraard is het een bijzonder ingrijpende

maatregel,

toch moet in

het achter-

hoofd gehou-

den worden dat

de beste man al

over de vijftig

is en hoogstwaar-

schijnlijk verre van

krap bij kas zit. Ik

denk dat het tuchtcollege hiermee vooral

een statement heeft willen maken en wellicht

anders was besloten over het lot van een

jonge strafadvocaat met een bloeiende

carrière in het vooruitzicht.

Mark DevileeDat Moszkowicz kwaad bloed heeft gezet

bij de Raad van Discipline door niet te

verschij nen op zijn eigen zitting staat wat mij

betreft buiten kijf. Tegelijkertijd stelde hij in

RTL Boulevard dat veel advocaten de in 2010

ingevoerde beroepsregels voor contante

betalingen niet eens kennen, en vroeg hij zich

openlijk af waarom haast geen enkele advo-

caat, maar uitgerekend hij wel wordt gecon-

troleerd op die beroepsregels. De glamou-

radvocaat heeft de Raad daarmee tegen zich

in het harnas gejaagd. Hoewel ik denk dat de

Raad van Discipline met de zaak-Moszkowicz

een voorbeeld heeft willen stellen voor alle

andere advocaten, en het de zwaarst mogelijke

maatregel is, zijn er harde bewijzen gevonden

en werden alle klachten gegrond verklaard.

Afgaande op de uitspraak van de tuchtrechter

lapte de BN’er meerdere beroepsregels aan

zijn laars. Er valt dus wel degelijk wat te zeg-

gen voor deze zware straf. En is deze straf dan

ook proportioneel? Ik denk het wel, omdat

het net als ‘het einde van de Mayakalender’

ook een sprookje is dat deze uitspraak voor

Moszkowicz het einde van de wereld zal be-

tekenen. Het is hem louter verboden om het

advocatenberoep nog uit

te oefenen,

waardoor

andere

juridische

beroepen nog

altijd binnen

handbereik

liggen. Gecasht

is er boven-

dien al.. Hebt

u vooral geen

medelijden.

Emma DirksenMoszkowicz is weliswaar een bekende NL’er

en de bekendste Nederlandse advocaat, dit

betekent niet dat er voor hem andere (minder

strenge of strengere) maatstaven zouden

moeten gelden. Ik denk dat we

wat dat betreft ervan

uit mogen gaan

dat de Raad

van Discipline

Moszkowicz’

zaak heeft

behandeld als

ieder andere

zaak, en anders

is het aan het

Hof van Discipline

om dit recht te zetten. De klachten aan het

adres van Moszkowicz lijken mij ernstig en

kunnen inderdaad, na een zorgvuldige bestu-

dering van de zaak, grond zijn voor schrapping

van het tableau.

Lennart JilesenDe Raad van Discipline wil met deze daad

laten zien dat ze zelf in staat is om orde op

zaken te stellen. Dit staat namelijk ter discussie

in politiek

Den Haag. Op het moment dat het onaf-

hankelijk tuchtcollege van de advocatuur, de

Raad van Discipline, mr. A. M. Moszkowicz niet

zou hebben

geschrapt van

het tableau ,

dan zouden

er vanuit

politiek Den

Haag gega-

randeerd

geluiden

zijn geko-

men, over dat de ‘wanordelijkheden binnen

de advocatuur’ aan banden moeten worden

gelegd. Politiek Den Haag zou het toezicht

op de advocatuur met wetgeving aan banden

hebben gelegd en het toezicht op de advoca-

tuur naar de raad voor de rechtspraak hebben

overgeheveld. Hierdoor zou het niet meer

aan de beroepsgroep zelf zijn om te bepalen

wat de regels zijn en wie er geschorst wordt

maar zou het in de handen van de raad voor

de rechtspraak komen te liggen. Dit moest

voorkomen worden.

Yasemin KaradavutDe maatregel van de Raad van Discipline is

een ingrijpende maatregel maar naar mijn

mening wel terecht. In andere zaken waarbij

(voor ons onbekende) advocaten uit hun ambt

werden gezet waren de klachten vergelijk-

baar met die van Moszokowicz en naar mijn

mening mag dan hierin bij het bepalen van

een strafmaatregel geen onderscheid worden

gemaakt. Ja, de gevolgen zullen zeer ingrijpend

zijn voor een gepassioneerde pleiter zoals

Moszkowicz maar hij is een ervaren advocaat

die had moeten weten wat voor gevolgen

zijn daden kunnen hebben. Moszkowicz moet

zich als advocaat naar mijn mening net als

alle andere advocaten houden

aan de beroepsregels en

daarvoor mag

geen onder-

scheid worden

gemaakt nu hij

als bekende

strafpleiter

in Nederland

bekend

staat. Dat hij

niet verder

wil gaan als

jurist, zoals

hij aangaf

op televisie, dat had hij maar eerder moeten

bedenken.

Gwenn KortewegMoszkowicz is een advocaat, een advocaat

weet beter dan menig mens dat hij zich aan de

regels moet houden. Hij is natuurlijk naast ad-

vocaat ook een BN-er en staat bijna dagelijks

in de belangstelling van de media. Moszkowicz

heeft het vertrouwen in de advocatuur van

vooral zijn cliënten geschonden, toch heeft hij

in onze maatschappij een soort voorbeeld-

functie. Wanneer iemand zich niet aan de re-

gels houdt zullen hiervoor consequenties gel-

den. Ik acht het voorstel van de deken echter

passender, volledige schrapping van het tableau

is naar mijn mening een te zware maatregel.

Moszkowicz moet wel op zijn vingers getikt

worden. Mijns inziens is de uitspraak inzake

de beledigingen door Moszkowicz van de raad

van discipline passend. Kritiek op

een rechter mag, maar

beledigen

is voor

iedere

advocaat

uit den boze.

Waarom zou

Moszkowicz

een uitzonde-

ring zijn?

Inge van der LindenAdvocaten nemen een bijzondere positie in als

bemiddelaar tussen het publiek en de rechter-

lijke macht. Het is cruciaal dat er vertrouwd

kan worden op hun integriteit. Meneer Mosz-

kowicz heeft dit vertrouwen ernstig geschaad

en een sanctie lijkt passend. De tuchtrechter

is met de maatregel echter sterk afgeweken

van hetgeen de deken had geadviseerd. De

maatregel is zodanig ingrijpend dat het door

sommigen als onproportioneel wordt gezien.

Ik meen persoonlijk echter dat, ongeacht

de zeer ingrijpende gevolgen voor meneer

Moszkowicz, de integriteit van de advocatuur

boven alles gewaarborgd moet blijven. Gezien

zijn eigen woorden en eerdere bestraffingen

door de tuchtrechter lijkt het erop dat Bram

Moszkowicz zijn

fouten niet

inziet en zijn

voorbeeld-

functie als ad-

vocaat zijnde

compleet ver-

onachtzaamt.

Ik vind de

maatregel dan

ook passend en

redelijk.

Leroy PinasAllereerst vind ik het een ingrijpende maat-

regel om een advocaat van het tableau te

schrappen. De consequenties zijn enorm. Van-

uit welke hoek je het ook bekijkt, is het hoe

dan ook een persoonlijk drama. Daarnaast

moet er ook niet te licht worden gedacht

over de cliënten, die zich hebben beklaagd.

Wat betreft de straf kan ik mij niet aan de

indruk onttrekken dat de raad hiermee een

voorbeeld heeft willen stellen. Daarnaast heeft

ontegenzeggelijk de stugge proceshouding

van Moskowicz meegespeeld. Al met al lijkt

het me passender en redelijker om Bram

Moszkowicz heeft het vertrouwen in de advocatuur van vooral zijn cliënten geschonden, toch heeft hij in onze maatschappij een soort voorbeeldfunctie. Wanneer iemand zich niet aan de regels houdt zullen hiervoor consequenties gelden. – Gwenn Korteweg

Al met al lijkt het me passender en redelijker om Bram Moszkowicz een lichtere straf op te leggen. Zeker in relatie tot andere beroepstakken, waar je wel heel wat moet hebben misdaan om een “beroepsverbod” opgelegd te krijgen. – Leroy Pinas

Page 6: Juncto - 24.2 / winter 2013

8 Redactieleden

Column

Levenslust

Tekst door Petra van Driel

Zo nu en dan maak ik zulke gestoorde dingen

mee, dat ik na afloop even in bomen moet

klimmen of op een tafel moet dansen om

weer normaal te worden. Zie hier een wille-

keurige avond in de Poema. Anders dan anders,

was ik er meer dan op tijd en bovendien

volledig nuchter. Enerzijds was dat handig,

want voor mijn neus ging al gelijk iemand tegen

de vlakte op de dansvloer. Anderzijds had ik

liever minder helder gezien, want naast me

stond iemand zó hard uit de maat te dansen

dat ik bijna ging meedoen.

Het is al moeilijk genoeg. Omdat ik duidelijk

dreigde te verzanden in onzin, ging ik alleen

verder. Alleen verder gaan, kan ontzettend

gezellig zijn, vind ik zelf. Als aardige mensen een

gesprek aanknopen en niemand zijn best doet

om aardig gevonden te worden, maar gewoon

zichzelf is. Dan is daarmee alles goed voor

de tijd dat het gesprek duurt. Ik ging naast

een jong stel zitten. Zij studeert rechten,

hij ook zoiets.

Vergeten waar het echt om gaat, noemde

ik mijn boek en verwees naar de Juncto. Toen

ik zo oud was als die twee -gisteren ongeveer-

voelde ik me haast onsterfelijk. Voor altijd 21.

Op goed geluk op zoek naar alles en ja, geluk.

Recente gebeurtenissen echter, maken dat

mijn beleving nu wel anders is. Tegengesteld.

Zo kreeg mijn vader kanker, en nog een keer,

maar dat terzijde. Het relativeert dingen;

laat me realiseren.

Dat van mijn boek vinden mensen meestal

wel interessant, hoewel dat niet de reden is

van het bestaan ervan. Hoe fictie en soms

ook non-fictie als in elkaar gevlochten tot één

geworden zijn. Met als leidraad de avonturen

van één meisje in het bijzonder, waarbij ik

natuurlijk putte uit mijn eigen voorstellingen,

wensen en warrigheid.

De jongen had zo zijn eigen idee over het

verhaal. Het antwoord kwam in zijn vraag:

“Avonturen van een meisje dat denkt dat ze

alles kan en alles kan krijgen wat ze wil? En

dan erachter komt dat ze niet alles kan krijgen

wat ze wil?” Het klonk wel voor de hand

liggend, dus liet ik het maar voor wat het was.

Het was geen tijd voor moeilijke gesprekken.

De clou was daarentegen, dat het meisje in

het verhaal ontdekte dat ze alles al heeft.

En dat is ook een kunst.

Meer werk van Petra is te vinden op

petravandriel.nl

Column 9

Moszkowicz een lichtere straf op te leggen.

Zeker in relatie tot andere beroeps -

takken, waar je wel

heel wat

moet

hebben

misdaan

om een

“beroeps-

verbod”

opgelegd te

krijgen.

Chaya SikkenIk ben ervan overtuigd dat een advocaat - laat

staan een topadvocaat als Bram Moszkowicz -

altijd de belangen van de cliënt voorop moet

hebben staan. Als de ene na de andere klacht

binnenkomt, ben je naar mijn mening die

belangen allang uit het oog verloren. Daarbij

komt dat een advocaat een voorbeeldfunctie

vervult en ik ben van mening dat wanneer

iemand meerdere malen essentiële beroeps-

regels schendt, diegene het op een gegeven

moment niet meer verdient om het beroep

van advocaat uit te oefenen. Bovendien

vraag ik mij

af of Mosz-

kowicz er zelf

überhaupt nog

wel waarde aan

hecht en hij

niet veel liever

de bekende Ne-

derlander uit-

hangt. Helemaal

met de stelling

eens dus.

Ik ben ervan overtuigd dat een advo-caat - laat staan een topadvocaat als Bram Moszkowicz – altijd de belangen van de cliënt voorop moet hebben staan. Als de ene na de andere klacht binnenkomt, ben je naar mijn mening die belangen allang uit het oog ver-loren. – Chaya Sikken

Page 7: Juncto - 24.2 / winter 2013

In de Spotlight met Lise Witteman 1110 In de Spotlight met Lise Witteman

Toen wij (Lilach en ik) op vrijdag 26 oktober

jl. met haar afspraken in Grand Café Quignon

vreesden wij nog even dat Lise zou afzeggen.

Het was een periode waarin de inkomens-

afhankelijke zorgpremie nog niet op de kaart

stond, maar de code “radiostilte” rond de on-

derhandelingen stond op het punt te worden

doorbroken. Gelukkig bleek ons pessimisme

overbodig.

OpleidingVanaf 2005 tot 2008 studeerde Lise rechten

aan de Universiteit van Utrecht: “Ik had

eigenlijk altijd al de ambitie om de journalis-

tiek in te gaan. Maar zoals jullie waarschijnlijk

wel bekend is, staan de hogescholen voor

journalistiek niet al te best aangeschreven. Om

de beter bekend staande master Journalistiek

aan de Universiteit van Amsterdam te kunnen

volgen moest ik echter wel eerst een bachelor

halen in een ander vak. Geschiedenis had ik

bijvoorbeeld ook voor kunnen kiezen, maar

rechten ligt naar mijn mening redelijk in de lijn

met journalistiek; Met een kritische blik leer je

naar de maatschappij te kijken. Kijk, wij hebben

met z’n allen besloten dat we het zo regelen,

maar in hoeverre is dat legitiem? Het recht

beschrijft het fundament. Vanaf daar kun je ver-

der kijken. Daarnaast speelde ook mee dat er

veel juristen in mijn familie zijn. Mocht het niet

gelukt zijn met de journalistiek, dan was ik wel-

licht alsnog de kant van het recht opgegaan.”

Een ander argument om rechten te doen, was

voor Lise dat zij veel ruimte had om dingen

naast haar studie te doen. Zoals het vicevoor-

zitterschap bij de Utrecht Debating Society.

“Tijdens mijn studie had ik qua vakken echt

een pretpakket. Je kon toen geloof ik 4 stro-

mingen kiezen. Ik volgde het algemene traject

met veel vakken in de hoek van internationaal

recht en rechtstheorie waarin de grondslagen

van het recht duidelijk zichtbaar worden. Na

het afronden van mijn bachelor heb ik een

tussenjaar genomen. In dat jaar heb ik een

zomer gewerkt bij De Vries Juristen, daar heb

ik een jurisprudentiedatabase aangelegd over

ontgrondingen. Het was verschrikkelijk saai,

maar ja ik had een zwager wonen in Amerika

en wilde graag de Amerikaanse verkiezingen

bijwonen. Dus moest er geld in het laatje

komen.”

Na het tussenjaar was ze één van de 15 geluk-

kigen die werden uitgekozen voor de master

Journalistiek & Media aan de UvA. Indien dit

niet was gelukt, was de master Rechtsfilosofie

in Leiden een alternatief geweest. “Op dat

rechtsgebied kun je veel gebruik maken van

je analytisch vermogen bij fundamentele

‘Mocht het niet gelukt zijn met de jour-nalistiek, dan was ik wellicht alsnog de kant van het recht opgegaan.’

Actualiteit

In de Spotlight– Lise Witteman

Tekst door Leroy Pinas

Toen wij (Lilach en ik) op vrijdag 26 oktober

jl. met haar afspraken in Grand Café Quignon

vreesden wij nog even dat Lise zou afzeggen.

Het was een periode waarin de inkomensaf-

hankelijke zorgpremie nog niet op de kaart

stond, maar de code “radiostilte” rond de

onderhandelingen stond op het punt te

worden doorbroken. Gelukkig bleek ons

pessimisme overbodig.

OpleidingVanaf 2005 tot 2008 studeerde Lise rechten

aan de Universiteit van Utrecht: “Ik had eigenlijk

altijd al de ambitie om de journalistiek in

te gaan. Maar zoals jullie waarschijnlijk wel

bekend is, staan de hogescholen voor journa-

listiek niet al te best aangeschreven. Om de be-

ter bekend staande master Journalistiek aan de

Universiteit van Amsterdam te kunnen volgen

moest ik echter wel eerst een bachelor halen

in een ander vak. Geschiedenis had ik bijvoor-

beeld ook voor kunnen kiezen, maar rechten

ligt naar mijn mening redelijk in de lijn met

journalistiek; Met een kritische blik leer je naar

de maatschappij te kijken. Kijk, wij hebben met

z’n allen besloten dat we het zo regelen, maar

in hoeverre is dat legitiem? Het recht beschrijft

het fundament. Vanaf daar kun je verder kijken.

Daarnaast speelde ook mee dat er veel juris-

ten in mijn familie zijn. Mocht het niet gelukt

zijn met de journalistiek, dan was ik wellicht

alsnog de kant van het recht opgegaan.”

Een ander argument om rechten te doen, was

voor Lise dat zij veel ruimte had om dingen

naast haar studie te doen. Zoals het vicevoor-

zitterschap bij de Utrecht Debating Society.

“Tijdens mijn studie had ik qua vakken echt

een pretpakket. Je kon toen geloof ik 4 stro-

mingen kiezen. Ik volgde het algemene traject

met veel vakken in de hoek van internationaal

recht en rechtstheorie waarin de grondslagen

van het recht duidelijk zichtbaar worden.

Na het afronden van mijn bachelor heb ik een

tussenjaar genomen. In dat jaar heb ik een

zomer gewerkt bij De Vries Juristen, daar heb

ik een jurisprudentiedatabase aangelegd over

ontgrondingen. Het was verschrikkelijk saai,

maar ja ik had een zwager wonen in Amerika

en wilde graag de Amerikaanse verkiezingen

bijwonen. Dus moest er geld in het laatje

komen.”

In deze rubriek “In de spotlight” laten wij je dit keer kennismaken met Lise

Witteman, politiek verslaggever van de website Nu.nl. En dat is niet zonder

reden. Zij is namelijk voormalig-hoofdredacteur van dit departementsbladblad

(collegejaar: 2006-2007) en studeerde rechten aan de Universiteit van Utrecht.

Voor ons genoeg redenen om haar te benaderen voor een interview.

Page 8: Juncto - 24.2 / winter 2013

12 In de Spotlight Hoe flex is de Flex BV? 13

vraagstukken als schuld en boete.” Uiteindelijk

is de journaliste afgestudeerd met de scriptie

‘Europa op papier’. Hierin heeft zij onderzoek

gedaan naar de berichtgeving over de Euro-

pese Unie, een logisch gevolg nadat ze bij

rechten had geleerd hoeveel de Europese Unie

in de melk te brokkelen heeft. Conclusie was

dat de journalistieke controle tekortschoot,

terwijl Brussel steeds meer zeggenschap kreeg

over het wel en wee van de burgers.

Juncto In het collegejaar 2006-2007 was Lise de hoofd-

redactrice van dit blad. “Het kwam eigenlijk

zomaar voorbij. De vacature was onderdeel

zo’n JSVU-mailinglist en ik dacht ‘ik probeer ’t

gewoon’, ook al was ik pas tweedejaars en vrij

jong. Gedurende mijn jaar als hoofdredactrice

hebben we de website gelanceerd. Hoewel het

toen vooral een soort archief was. Ook was

de onafhankelijkheid behouden een belangrijk

doel. We hebben in het blad meer aandacht be-

steed aan de faculteit en het departement met

een kritische blik gevolgd. Als voorbeeld kan

ik daarbij noemen de houding van docenten,

die uit zichzelf niet echt ondernemend zijn

de kwaliteit van de studie op te krikken.

Daarnaast hebben we ieder nummer inter-

views gedaan met politici, die rechten hadden

gestudeerd.” Naast deze studiegerelateerde

rubrieken was er ook ruimte voor andere

zaken: “We hebben iets ludieks in het blad ge-

bracht, zoals een doorlopende advocatensoap.

Het juristenleven gaat immers om meer dan

alleen wetten.”

NU.nlSinds 2012 is Lise als politiek verslaggever in

dienst van NU.nl, de nieuwswebsite die dage-

lijks zo’n 2,5 miljoen unieke bezoekers trekt,

waarvoor zij actief is op het binnenhof. “Bij

Nu.nl krijg ik de kans om zelf eigen verhalen

te maken, waar ik goed kan gedijen. Het is

geen verouderde, vastgeroeste redactie. Op

een moderne wijze brengen we nieuws.”

In politiek Den Haag had zij daarvoor al naam

gemaakt. Zo was er in augustus 2011 een

affaire rondom GroenLinks-kamerlid Ma-

riko Peters. Lise schreef in HP/de Tijd over

medeplichtigheid van de volksvertegenwoor-

diger aan ontvoering en een kwestie rond

belangenverstrengeling. “De zaak kreeg destijds

veel aandacht en de kwestie heeft nog een

vervolg gekregen bij de Raad voor de Journa-

listiek. Maar zelf vind ik verhalen die ik schreef

over bijvoorbeeld overheden die zich te veel

inlieten met lobby’s interessanter, terwijl die

natuurlijk minder aandacht hebben gekregen.”

Andere ervaring in Den Haag deed Lise op

als stagiaire bij de Eerste Kamerfractie van

D66. Daar kwam haar rechtenstudie goed van

pas: “De gedachte achter de Eerste Kamer

is dat alle wetsvoorstellen op zijn merites

worden beoordeeld. In praktijk stemmen de

fracties echter 9 van de 10 keer hetzelfde als

de Tweede Kamerfractie. Maar het was zeker

een hele veelzijdige periode. D66 had destijds

slechts twee senatoren waardoor ook voor

een stagiaire als ik allerlei uiteenlopende wets-

voorstellen voorbij kwamen: van de Crisis en

Herstelwet tot seks met dieren.”

Transparantie van het politieke beleid heeft

Lise hoog in het vaandel staan. De Wet

Openbaarheid van Bestuur vormt daarbij een

belangrijk instrument. Zo spande zij recentelijk

(tevergeefs) een kort geding aan tegen het

Ministerie van Financiën. “Een half jaar gelden

werd het Wandelgangen-akkoord afgesloten

tussen VVD, CDA, D66, GroenLinks en de

ChristenUnie. Het Ministerie wilde niet aan

mijn WOB-verzoek voldoen om voor de

verkiezingen inzage te geven in de opties en

cijfers die tijdens de onderhandelingen op tafel

hadden gelegen.”

Een recentelijk voorbeeld van een succesvol

beroep op de WOB is een verhaal over Shell

en de Nederlandse overheid. Uit stukken en

correspondentie opgevraagd bij de ministeries

van Buitenlandse Zaken en Economische zaken,

bleek dat de overheid de multinational voorna-

melijk beschermt, terwijl de oliemaatschappij

voorwerp is van discussie over milieuvervuiling

en corruptie in Nigeria.

Naast dat de bachelor Rechtsgeleerdheid de

opstap was voor haar master, was de opleiding

ook voor Lises huidige werk van toegevoegde

waarde: “Ik ben van mening dat mijn studie

een goede basis is geweest voor de politieke

verslaggeving.”

AmbitiesDe parlementair verslaggever heeft nog wel

een aantal to-do wensen op haar lijstje staan:

“In Amsterdam heb je bijvoorbeeld De Balie.

Zoiets proberen we nu met een paar mensen

ook in Utrecht te krijgen. Daarnaast wil ik me

misschien ook nog ontwikkelen op het gebied

van interviewen, al dan niet op tv.”

Je kunt Lise Witteman volgen op twitter via

@LiseWitteman

Column

Hoe flex is de Flex BV?

Tekst door Mark Devilee

In dit artikel wordt daarbij allereerst inge-

zoomd op de ratio van de Wet Flex BV. Vervol-

gens wordt stilgestaan bij de grootste gevolgen

van de wet, waarna de houdbaarheid van het

Besluit kwalificatie buitenlandse rechtsvormen

- uiteraard met inachtneming van de met de

invoering van de Wet Flex BV meegebrachte

ontwikkelingen - wordt getoetst.

Ratio Allereerst verdient het voor een goed begrip

van de ingevoerde wijzigingen de aandacht

waarom de Wet Flex BV is ingevoerd. Het

antwoord moet worden gezocht vanuit een

pragmatisch oogpunt. Er wordt met de vereen-

voudiging en flexibilisering van het BV-recht

namelijk tegemoet gekomen aan structurele

geluiden en klachten van ondernemers uit de

praktijk. De meest gehoorde klachten hadden

betrekking op de vele dwingende bepalingen

die het BV-Recht kende. Deze dwingende

bepalingen vormen belemmeringen voor de

startende ondernemer. De Wet Flex BV heeft

geprobeerd veel van deze dwingende bepalin-

gen te versoepelen of te schrappen, waardoor

de rechtspersoon BV aantrekkelijker en bereik-

baar moet worden voor meer ondernemers.

NB: Voor de goede orde merk ik op dat de term

‘Flex BV’ slechts verwijst naar de BV zoals we die

nu kennen onder het flexibelere BV-recht. De Flex

BV is geen nieuwe rechtsvorm; van een equivalent

of een geheel ander type BV is derhalve geen

sprake.

GevolgenEen voorbeeld van de in de vorige alinea ge-

noemde ‘dwingende bepalingen’ is de afschaf-

fing van het startkapitaal van €18.000.

De ratio achter het verplichte startkapitaal

was voorheen dat het zekerheid moest bieden

aan schuldeisers van de BV. Echter, het heeft

de ondernemer altijd vrij gestaan om handel

te drijven met het gehele startkapitaal. Wan-

neer gedane investeringen na verloop van tijd

waardeloos blijken, is het geld niet aanwezig

in het bedrijf, en is de geboden zekerheid een

illusie. De wetgever heeft gekozen tot afschaf-

fing van het startkapitaal. Een bankaccount met

daarop één eurocent is sinds 1 oktober 2012

voldoende. De reden tot deze afschaffing is

overigens mijns inziens niet te verantwoorden

door de materiele zekerheid voor de crediteu-

ren te betwisten. Immers, een enkele wijziging

in de destijds geldende regelgeving, waarmee

de ondernemer zou worden verplicht om een

gedeelte van het startkapitaal fysiek aanwezig

te houden in zijn onderneming, zou de credi -

Op 1 oktober 2012, net na de deadline van Juncto 24.1, was de invoering van

de door ondernemend Nederland luid toegejuichte ‘Wet vereenvoudiging en

flexibilisering BV-Recht’ (hierna: Wet Flex BV) een feit. Uit recent onderzoek1

blijkt dat één op de vijf studenten tijdens of na de studie wil gaan ondernemen

en dat UU-studenten de besloten vennootschap daarbij als meest ingezette

juridische vorm kennen. Nu ons departement bij uitgave van deze Juncto ook

nog eens om en nabij de duizend studenten telt die de Master ‘Recht en onder-

neming’ volgen, werd het tijd dat Juncto eens polshoogte ging nemen.

‘Bij Nu.nl krijg ik de kans om zelf eigen verhalen te maken, waar ik goed kan gedijen. Het is geen verouderde, vast-geroeste redactie. Op een moderne wijze brengen we nieuws.’

Page 9: Juncto - 24.2 / winter 2013

Hoe flex is de Flex BV? 1514 Hoe flex is de Flex BV?

teuren in één klap de gewenste zekerheid bie-

den. Er dient voor een begrip van de afschaf-

fing van het startkapitaal daarom in mijn ogen

veel meer aansluiting te worden gezocht bij de

ratio van de invoering van de gehele Wet Flex

BV: het voor meer ondernemers beter bereik-

baar maken van de rechtspersoon BV.

Deze breed uitgedragen gedachte van de over -

heid lijkt op het eerste gezicht logisch, voor-

uitstrevend, en dus ook gewenst. Maar is dit

wel zo? Uit cijfers van de Global Entrepreneur-

ship Monitor blijkt namelijk dat Nederland

ook voor invoering van de wet al structureel

behoorde tot de meest ondernemende landen

van de wereld. In 2010 was bijvoorbeeld ruim

7% van alle Nederlanders actief binnen het

ondernemerschap. Hiermee stond Nederland

op de eerste plaats van Europa, en de vijfde

plaats van de wereld. Toch wordt het onder-

nemerschap door de versoepeling van het

BV-Recht alsmaar verder gestimuleerd. Wordt

het starten van een onderneming daarmee niet

te laagdrempelig? Wat voor ondernemers be-

treden allemaal de markt wanneer de hulp van

externen bij het opzetten van een B.V. tot een

minimum wordt teruggebracht? Ook omdat

gedurende de behandeling van het wetsvoor-

stel te weinig inzicht is gegeven in de mogelijke

risico’s die de versoepeling van het BV-recht

met zich mee brengt, zijn dit zeer relevante

vragen, waar in mijn ogen serieus aandacht

aan zou moeten worden geschonken.

Een inmiddels evidente vraag voor het voort-

borduren op dit onderwerp is: op welke vlak-

ken wordt het BV-recht nu eigenlijk versoe-

peld? Hier volgt een, overigens niet uitputtend

bedoelde, opsomming van de meest relevante

gevolgen2:

• De oprichting van de BV wordt eenvoudiger.

De bankverklaring bij oprichting van een BV

vervalt, evenals de accountantscontrole bij

inbreng in natura. Ook het minimumkapitaal

van €18.000 vervalt.

• De ondernemer krijgt meer inrichtingsvrij-

heid. Die vrijheid ziet zowel op de organen

(bestuur, aandeelhoudersvergadering) als de

statuten van de vennootschap. In de statuten

(of aandeelhoudersovereenkomsten) kan er

worden afgeweken van de wet, door bijvoor-

beeld te bepalen dat er stemrechtloze of

winstrechtloze aandelen worden uitgegeven.

• De blokkeringsregeling bestaat niet meer.

Hierdoor ontstaat er onbeperkt ruimte om

overdracht van aandelen aan derden

(in plaats van aan de overige al aanwezige

vennoten) al dan niet statutair te beperken.

• De mogelijkheden tot besluitvorming wor-

den verruimd. Het wordt daarbij eenvoudi-

ger om buiten de algemene vergadering van

aandeelhouders om besluiten te nemen.

• Er ontstaat een veel sterkere crediteurenbe-

scherming. Er volgen duidelijke aansprakelijk-

heidssancties tegen onzorgvuldige bestuur-

ders, wanneer zij de insolvabiliteit van de

vennootschap hebben veroorzaakt.

Kortom, naast dat er minder hordes hoeven

te worden genomen om een BV op te richten,

krijgen de oprichters en aandeelhouders meer

vrijheid in het vormgeven van hun BV. Deze

inrichtingsvrijheid zal daarbij gepaard gaan met

striktere verantwoordelijkheid jegens crediteu-

ren en minderheidsaandeelhouders. In het licht

van de verlaging van de opstartdrempels en de

verhoging van de aansprakelijkheid is het van

belang te zien dat de versoepeling van het BV-

recht ook valkuilen met zich mee kan brengen.

Houdbaarheid besluitMet de hiervoor opgesomde gevolgen komt

de vraag op of de BV onder het nieuwe recht

nu als transparant, dan wel als non-transparant

dient te worden bestempeld. Dit is fiscaal van

groot belang, onder meer omdat de belasting-

heffing of wel de ondernemer persoonlijk

raakt (transparant), dan wel de vennootschap

raakt (non-transparant). De minister heeft

reeds in een vroeg stadium duidelijk gemaakt

dat de Flex BV fiscaal als non-transparant dient

te worden gezien, zodat het blijft onderwor-

pen aan de vennootschapsbelasting.

Een tweede vraag is dan direct of dit wel

logisch en terecht is.

Volgens het Besluit kwalificatie buitenlandse

rechtsvormen3, waarin toetsingscriteria zijn

geformuleerd ter kwalificatie van de (non-)

transparantie van een buitenlandse rechtsvorm,

zijn er aanknopingspunten voor fiscale non-

transparantie aanwezig indien de participanten

van de rechtsvorm niet-aansprakelijk zijn voor

de schulden van die rechtsvorm, wanneer

verder de aandelen van de BV niet vrijelijk

overdraagbaar zijn en indien er aandelen (met

winst- en met stemrecht) zijn verdeeld.

Echter, onder de nieuwe wetgeving zijn er

situaties denkbaar waarbij aan al deze voor-

waarden niet wordt voldaan. Zo kan nu door

aanpassing van de statuten worden bepaald

dat een of meer aandeelhouders naast de BV

persoonlijk aansprakelijk zijn voor schulden

van de BV, de zogenoemde inrichtingsvrijheid.

Verder is de blokkeringsregel opgeheven,

waardoor ook het tweede aanknopingspunt

geen soelaas biedt. Ten slotte is het nu mogelijk

om winstrechtloze of stemrechtloze aandelen

uit te geven. Winstrechtloze aandelen komen

voornamelijk voor in situaties van de familie-

vennootschap, waarbij (één van) de ouders

een (doorslaggevend) juridisch belang willen

hebben, zonder verder enig economisch belang

te ambiëren4. Stemrechtloze aandelen komen

bijvoorbeeld voor in werknemersparticipaties,

waarbij in de winst wordt gedeeld, zonder dat

directe invloed op de besluitvorming in de ven-

nootschap nodig of wenselijk wordt geacht5.

Door de nieuwe wetgeving komt de houd-

baarheid van de kwalificatie van buitenlandse

rechtsvormen flink op de tocht te staan. Im-

mers, de aanknopingspunten van weleer zijn

door de Flex BV onderuit gehaald. De minister

heeft vermoedelijk om praktische redenen de

non-transparantie uitgesproken over de Flex

BV. Echter, na toetsing aan het voornoemde

besluit moet worden geconcludeerd dat het

enige wat volledig non-transparant is, het oor-

deel van de minister is.

ConclusieMet de invoering van de Wet Flex BV is

het voor de startende ondernemer een stuk

laagdrempeliger om een BV op te zetten.

Er is, ten tijde van de behandeling van de Wet

Flex BV, te weinig aandacht besteed aan de

vragen of de laagdrempeligheid invloed heeft

op de voorbereiding van de ondernemers en

welke risico’s dit verder met zich meebrengt.

Het valt op dat de versoepelde wetgeving ook

potentiële valkuilen voor de ondernemer kent,

zoals de sterkere crediteurenbescherming.

Het Besluit kwalificatie buitenlandse rechts-

vormen, ten slotte, lijkt niet meer te voldoen,

nu de Wet Flex BV het onderscheid tussen

fiscale transparantie en non-transparantie

aanzienlijk heeft vervaagd.

noten1 Onderzoek verricht door UniPartners Tilburg en Frisse Blikken, septem-ber 20122 Eerste Kamer, vergader-jaar 2011–2012, 31 058, C3 Besluit Staatssecretaris van Financiën, 18-12-2004, nr. CPP2004/2730M, BNB 2005/88

4 J. Litjens, ‘Aandelen zonder stem- of winstrecht: fiscale gevolgen?, Accoun-tant Praktijk: fiscaal, juli/augustus 2012, p.42-445 Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel, nr. 7

De Wet Flex BV heeft geprobeerd veel van deze dwingende bepalingen te versoepelen of te schrappen, waardoor de rechtspersoon BV aantrekkelijker en bereikbaar moet worden voor meer ondernemers.

Toch wordt het ondernemerschap door de versoepeling van het BV-Recht alsmaar verder gestimuleerd. Wordt het starten van een onderneming daarmee niet te laagdrempelig?

Page 10: Juncto - 24.2 / winter 2013

Van het tableau geschrapt 1716 Van het tableau geschrapt

Op 30 oktober jl. werd Moszkowicz van het

tableau geschrapt door de Raad van Discipline.

De verwijten van de deken van de Amster-

damse Orde van Advocaten aan het adres

van Moszkowicz hielden in dat hij stelselmatig

grote hoeveelheden contant geld zou aanne-

men van clienten, zonder hiervan melding te

maken bij de deken, dat hij niet zou voldoen

aan de vereisten van onder andere bijscholing

en jaarstukken en dat hij niet voldoende mee-

gewerkt zou hebben aan het onderzoek naar

de verschillende klachten tegen hem. Boven-

dien behandelde de Raad van Discipline ook

klachten van een aantal clienten van Moszko-

wicz. Alle klachten tegen hem werden gegrond

bevonden door de Raad.1

Deze uitspraak heeft als gevolg dat Moszkowicz

het beroep van advocaat voor de rest van zijn

leven niet meer mag uitoefenen; hoger beroep

bij het Hof van Discipline staat evenwel nog

open en Moszkowicz heeft aangekondigd dat

hij inderdaad van deze voorziening gebruik zal

gaan maken.

Dat ’s lands bekendste advocaat uit zijn ambt

werd gezet, was groot en landelijk nieuws.

De gang van zaken roept tegelijkertijd ook vra -

gen op. Hoe vaak komt het voor dat een advo-

caat door de tuchtrechtspraak voor advocaten

van het tableau geschrapt wordt? Aan andere

vergelijkbare zaken wordt door de media immers

weinig ruchtbaarheid gegeven. En wat zijn de

normen die de Raad van Discipline hanteert,

waaraan toetst zij? Wat is bovendien de rol

van het Hof van Discipline in deze?

Allereerst is de Advocatenwet en in het bijzon-

der artikel 46 van deze wet van belang; aan dit

artikel toetst de Raad van Discipline. Het luidt

als volgt:

“De advocaten zijn aan tuchtrechtspraak onder-

worpen ter zake van enig handelen of nalaten

in strijd met de zorg die zij als advocaat beho-

ren te betrachten ten opzichte van degenen

wier belangen zij als zodanig behartigen of

behoren te behartigen, ter zake van inbreuken

op de verordeningen van de Nederlandse orde

en ter zake van enig handelen of nalaten dat

een behoorlijk advocaat niet betaamt. Deze

tuchtrechtspraak wordt uitgeoefend in eerste

aanleg door de raden van discipline en in

hoger beroep, tevens in hoogste ressort,

door het hof van discipline.”

Artikel 46 voorziet ten eerste in een belangen-

behartiging voor de client; met hem of haar

moet immers zorgvuldig worden omgespron-

gen. Ten tweede gaat het om de naleving van

de verordeningen van de Orde van Advoca-

ten. Tot slot is er plaats voor de vraag of het

handelen van de advocaat onbetamelijk is. Om

te bepalen wat onbetamelijk is, wordt rekening

gehouden met de algemene gedragsregels die

gelden voor advocaten.

De Raad van Discipline (waarvan er vijf zijn;

gevestigd in de plaatsen met een gerechtshof)

behandelt een zaak wanneer een belang-

hebbende een klacht heeft ingediend bij de

deken, en de deken deze klacht niet terzijde

heeft gelegd. Het begrip “belanghebbende” is

niet nader gedefinieerd in de wet; echter kan

enkel de deken zelf klagen over zaken met

een algemeen belang.

De meest voorkomende maatregelen die

de Raad oplegt zijn waarschuwing, berisping,

(voorwaardelijke of onvoorwaardelijke) schor-

sing en schrapping. Per 31 december 2011

waren in Nederland 16808 advocaten werk-

zaam. In 2011 werden in totaal 1121 klachten

afgedaan door de Raad van Discipline, waarvan

er 384 (deels) gegrond werden verklaard. De

meesten van deze gegrond verklaarde klachten

betroffen kleinere klachten. In tien gevallen be-

sloot de Raad tot schrapping van de advocaat

van het tableau; in 2010 was dit aantal zes.2

Met enige regelmaat wordt dus wel degelijk

gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een

advocaat uit zijn ambt te zetten. Kennelijk is

er dan, naar het oordeel van de Raad, sprake

van een zodanig onbetamelijk gedrag van de

betreffende advocaat, dat een dergelijk besluit

gerechtvaardigd kan worden. Voorbeelden van

zulk gedrag die geleid hebben tot schrapping

van tableau zijn het verspreiden van ver-

trouwelijke informatie en grof bedrog jegens

de cliënt (in die laatste zaak had de betref-

fende advocaat in vreemdelingenzaken bij zijn

cliënten de indruk gewekt dat hij door middel

van een door hemzelf vervaardigd pasje hun

rechtspositie had versterkt; hij ondernam

verder echter niets voor deze cliënten, maar

verkreeg hiervoor wel inkomsten op zijn

privérekening).3

Overigens beslist de Raad van Discipline geheel

zelfstandig over de op te leggen sanctie; zo kon

het dat de deken in de zaak van Moszkowicz

slechts een schorsing eiste, maar de Raad tot

een schrapping kwam.

Het enige wat Moszkowicz nu nog rest is het

Hof van Discipline, tevens de laatste instantie,

die opnieuw de klachten zal bestuderen. Hoe zal

het Hof de betrekkelijk open norm van artikel

46 Advocatenwet interpreteren in deze zaak?

Wordt ongetwijfeld vervolgd…

Onlangs werd mr. Bram Moszkowicz uit zijn ambt gezet. Hoe is men tot dit

besluit gekomen? Welke normen hanteert de Raad van Discipline, het tucht-

college voor advocaten in Nederland?

Van het tableau geschrapt!

Tekst door Emma Dirksen

ActualiteitHet enige wat Moszkowicz nu nog rest is het Hof van Discipline, tevens de laatste instantie, die opnieuw de klachten zal bestuderen. Hoe zal het Hof de betrekkelijk open norm van artikel 46 Advocatenwet interpreteren in deze zaak?

Hoe vaak komt het voor dat een advocaat door de tuchtrechtspraak voor advocaten van het tableau geschrapt wordt?

noten1 Zie http://www.raadvan-discipline.nl/site/16-Pers.phpp. 10-12.2 Zie http://www.raadvan-discipline.nl/site/15-Jaarver-slagen.php3 Zie http://www.raadvan-discipline.nl/site/15-Jaarver-slagen.php

Page 11: Juncto - 24.2 / winter 2013

Nieuws Tips & Tricks 1918 Nieuws Tips & Tricks

iPad: computer of communicatie-middel?RTL heeft in 2010 al haar werknemers in vaste

dienst een iPad cadeau gegeven. Althans, er waren

geen nadere afspraken gemaakt tussen werkgever

en werknemer over het gebruik van de iPad. Zo

was er bijvoorbeeld geen verbod op privégebruik.

In geschil was of de aanschafprijs van de iPad

tot het loon van de werknemers moest worden

gerekend.

Aan de rechter werd de vraag voorgelegd wat

een iPad nou precies is:

a) Een computer, de verstrekking is dan alleen

belastingvrij als de werknemer de iPad 90% of

meer zakelijk gebruikt, of

b) Een communicatiemiddel, niet zijnde een com-

puter, de verstrekking is dan belastingvrij als het

communicatiemiddel ten minste 10% zakelijk

wordt gebruikt.

Volgens de Rechtbank Haarlem is niet in geschil of

de iPad geschikt is voor communicatie. Je kunt er

namelijk mee bellen, e-mailen, twitteren etc., maar

de iPad blijft een computer. ‘Gelet op het formaat van

de iPad en de vele andere gebruiksmogelijkheden die

deze heeft, dient volgens de rechtbank de mondelinge

communicatie dan ook niet te worden gezien als de

centrale functie van de iPad.’Tot nu toe dus nog pech

voor RTL.

Lees de gehele zaak : Rechtbank Haarlem 30 novem-

ber 2012, LJN: BY4908

Nieuws Tips & Tricks

Actualiteit

Gespot: UB UU: anoniem flirten in de biebWeg met alle commerciële datingbureaus voor

hogeropgeleiden want wij hebben UB Gespot. Het

nieuwe blind-datingfenomeen bij de Nederlandse

universiteiten.

Voor wie er onder een steen gelegen heeft de afgelo-

pen maanden: ‘UB Gespot’ is een facebookpagina waar

personen die zich aangemeld hebben voor deze pagina

anonieme berichtjes kunnen achterlaten voor of over

studenten die zich in de bibliotheek bevinden. Het

begon een aantal maanden geleden in Utrecht maar

vrijwel alle universiteiten in Nederland en zelfs een

aantal over de grens, hebben hun eigen ‘UB Gespot’-

pagina. Dus heb je die vlam schuin tegenover je nooit

aan durven spreken, dan is dit je kans! Daarnaast is

het alleen al hilarisch om de berichten voorbij te zien

komen in je timeline. Als zijn het er soms wel erg veel.

Wie het brein/de breinen achter deze pagina zijn is

vooralsnog onbekend. Althans, als je even goed googled

komen er wat Utrechtse namen voorbij, maar dat

nemen we voor lief. Het blijft leuk om te gissen wie

er achter de ‘wintertrui’ zit.

Meld je aan voor de facebookpagina via: UB UU

GESPOT

Nieuwe wetgeving per 1 januari 2013Sinds 1 januari 2010 gelden er twee vaste verandermomenten voor alle

wetten en algemene maatregelen van bestuur: 1 januari en 1 juli. Welke

nieuwe regels zijn er per 1 januari 2013 van kracht geworden? Juncto heeft

een aantal wijzigingen voor je op een rij gezet. Voor het volledige overzicht

ga je naar: overheid.nl of rijksoverheid.nl en als je altijd op de hoogte wilt

blijven van wetswijzigingen en nieuwe regels kun je de ‘NieuweWetten-app’

downloaden (voor Iphone en Android)

• Het aantal rechtbanken is verminderd van 19 naar 10.

• Accijnzen op alcohol en tabak zijn gestegen.

• AOW-leeftijd is omhoog gegaan naar 65 jaar + 1 maand. Tot 2018

wordt de ingangsdatum van de AOW-uitkering steeds met 1 of meerdere

maanden verhoogd.

• Het bestuursprocesrecht is vereenvoudigd. Dit om zaken sneller en

definitief af te doen.

• Eigen risico van de zorgverzekering is gestegen van €220,- naar €350,-

• Er geldt een maximum voor topinkomens. Personen werkzaam in de

(semi)publieke sector mogen niet meer verdienen dan 130 procent van

het salaris van een minister. Dit ligt op € 187.340 salaris plus onkosten

en pensioenbijdrage, samen € 228.599.

• Kinderen onder de 16 jaar met alcohol in hun bezit zijn strafbaar.

• De maximumontslagvergoeding van € 75.000,- is ingevoerd.

• Toezicht op het notariaat is versterkt. Kandidaten voor benoeming

tot notaris worden getoetst door de Commissie toegang notariaat en

de notaris dient diensten te weigeren bij een vermoeden van dubieuze

praktijken.

• Het minimumloon is iets gestegen.

• 25 regionale politiekorpsen hebben plaatsgemaakt voor één landelijk

korps, de nationale politie.

• De rechter-commissaris heeft een grotere, meer controlerende, rol in

het onderzoek in strafzaken.

• Vrije toegang tot internet is wettelijk vastgelegd. Het begrijp ‘netneutra-

liteit’ is hiervoor opgenomen in de Telecommunicatiewet. Dit heeft als

gevolg dat concurrerende internetdiensten en applicaties op je mobiele

telefoon (Skype, WhatApp, Viber) niet door providers mogen worden

vertraagd of geblokkeerd.

• De Wet Bestuur en Toezicht is in werking getreden. Naast het dualistische

model (two-tier board) is het nu ook mogelijk om een one-tier board als

bestuursmodel in te voeren.

Gratis kortingskaart NS voor langstudeer-ders: niet vergeten!In juni 2012 is de nieuwe regeling omtrent studenten

OV’s ingevoerd. Voorheen mocht je je OV gedurende 7 jaar

lang gebruiken mits je nog studeerde. Sinds juni 2012

geldt dat je nog maar 5 jaar recht hebt op een studenten

OV-kaart.

Wat veel studenten vergeten is dat zij na deze termijn

wél recht hebben op een gratis NS-kortingskaart voor

een jaar en dat scheelt tóch weer 40% per treinreis.

Let wel: vraag deze zo snel mogelijk maar in ieder geval

binnen 3 maanden nadat je je studentenreisproduct van je

OV-kaart hebt afgehaald aan.

Wat mag je met de gratis kortingskaart?

- 1 jaar lang;

- 40% korting op al je treinreizen doordeweeks na 09.00u;

- in het weekend en in de zomermaanden juli en augustus

geldt de korting de hele dag;

- je kunt gewoon blijven reizen op saldo want je krijgt bin-

nen 3 weken na aanvraag een nieuwe kaart

opgestuurd.

Hoe vraag je de kaart aan? Zorg voordat je de kaart aanvraagt dat je studentenreispro-

duct is stopgezet (hoe bekijk je via studentenreisproduct.nl)

maar gooi je OV-kaart nog niet weg. Doe dit op tijd maar

uiterlijk 5 werkdagen nadat je geen recht meer hebt op je

studenten OV, anders bouw je bij DUO een schuld op van

€97,- per halve kalendermaand. Maak een account aan op NS.nl

(Mijn NS) en vraag je kortingskaart aan. Binnen 3 weken krijg

je een nieuwe kaart thuisgestuurd waar je kortings op staat.

Eén of twee vinkjes? Het nieuwe ziekmelden via WhatsAppEen intercedente van het bedrijf Flexjob krijgt op 17 april

2012 onenigheid met haar werkgever en vertrekt een half uur

vóór het einde van haar werkdag naar huis. Ze laat aan haar

werkgever weten dat ze het ‘al een tijdje heeft gehad met

deze baan’ en dat ze ‘het hier gezien heeft en weggaat’.

De dag daarna meldt ze zich via een WhatApp-bericht ziek.

Twee dagen laten ontvangt ze van haar werkgever: ‘Hierbij be-

vestig ik het door u zelf genomen ontslag per 17 april 2012.’

Heeft de werkneemster nou onstslag genomen of niet?

En heeft zij zich rechtsgeldig ziekgemeld via het WhatsApp-

bericht?

De kantonrechter in Groningen vond in dit kort geding

dat de ziekmelding inderdaad rechtsgeldig was. ‘Uit de

producties blijkt dat er naast het bericht twee vinkjes zijn

geplaatst. Op grond hiervan kan zonder meer worden aange-

nomen dat het bericht succesvol is afgeleverd op het apparaat

van de werkgever.’ Aldus de kantonrechter. ‘Los van de vraag

of deze wijze van communicatie de geëigende weg is voor

een ziekmelding, had de werkgever hieruit kunnen en ook

moeten afleiden dat de werkneemster geen ontslag beoogde.’

Dus nee, de werkneemster heeft nooit ontslag beoogd

ondanks haar uitlatingen. De rechter wees de werkgever op

zijn onderzoeksplicht. En ja, de ziekmelding via WhatsApp

was juridisch geldig.

Lees de gehele zaak: Kantonrechter Groningen,

11 juni 2012, LJN: BY2140

Page 12: Juncto - 24.2 / winter 2013

Waar gaat dat heen met die kunst? 21

Virtuele wereldIn de nacht van maandag 15 op dinsdag 16

oktober zijn uit de Kunsthal in Rotterdam ze-

ven schilderijen gestolen. Éen van de grootste

kunstroven van de afgelopen twee decennia.

Onder de gestolen kunstwerken bevinden zich

onder andere schilderijen van Picasso, Matisse

en Monet, alle drie kunstwerken met een

aanzienlijke waarde. De schilderijen zouden

op een veiling tussen de 50 en 100 miljoen

euro moeten opleveren. De inbraak was goed

voorbereid, tot nog toe heeft de politie de

dieven niet kunnen oppakken. Het bleek voor

de dieven gemakkelijk om bij de Kunsthal in

te breken, volgens sommigen té makkelijk.

Mogelijk houdt de kunstroof ook verband met

de recente drugsdeal van Antwerpen.

Voor dieven is het uiterst moeilijk om ge stolen

kunstwerken weer te verkopen, de schilderijen

zijn vaak te bekend om op de markt op te

duiken. Gestolen kunst, en vooral een schilderij

van de kunstroof Rotterdam, is vrijwel onver-

koopbaar. Het kan natuurlijk zijn dat de kunst

in opdracht is gestolen, in dat geval komen de

schilderijen ergens aan de muur te hangen en

komen deze niet snel meer boven water.

Strafrechtelijk lijkt het eenvoudig om vast te

stellen dat de kunstdieven strafbaar zijn voor

diefstal onder verzwarende omstandigheden

van artikel 311 van het wetboek van Strafrecht.

Dit misdrijf kent een verjaringstermijn van

12 jaar. Deze termijn kan echter gestuit worden,

waardoor de totale strafrechtelijke verjarings-

termijn zelfs op kan lopen tot 24 jaar.1 De kans

bestaat natuurlijk dat de dieven nooit gepakt

worden. Hoe zit het in zo’n geval privaatrech-

telijk? Wie is eigenaar van een gestolen kunst-

werk wanneer het verhandeld wordt?

Diefstal van kunst lijkt vaak voor te komen.

Zo worden steeds vaker bronzen kunstwerken

gestolen van gemeenten en is bijvoorbeeld niet

lang geleden in het Griekse Olympia voor een

fortuin aan kunst gestolen uit het Museum van

de Geschiedenis van de Olympische Spelen in

de Oudheid. Deze roof is inmiddels opgelost.

In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld naar

aanleiding van de Rotterdamse Kunstroof.

Gevreesd werd dat de dieven de kunst zouden

verstoppen tot dat de roof zowel strafrechte-

lijk als civielrechtelijk verjaard zou zijn. Minister

Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie stelt

dat het zo niet werkt.2 Bij de diefstal van de

schilderijen van kunsthandel Noortman heeft

de rechtbank beslist dat in die zaak van eigen-

domsverkrijging door verjaring geen sprake

kan zijn, daarvoor zouden de dieven het bezit

van de schilderijen verkregen moeten hebben.3

In het burgerlijk recht is verjaring opgenomen

in een flink aantal artikelen. Als uitgangspunt

geldt dat de bezitter van een roerende zaak

na twintig jaren eigenaar wordt, ook als hij de

zaak niet te goeder trouw verkreeg.4

Dit betekent echter niet dat de dief auto-

matisch eigenaar wordt van een gestolen

schilderij na dit 20 jaar in zijn bezit te hebben

gehad. Volgens artikel 3:321 lid 1 onder f BW

lopen de twintig jaren namelijk niet ten gunste

van degene die het bestaan van zijn schuld

opzettelijk verborgen houdt, zoals de ‘kunstro-

ver’. Dit geldt zolang de dief voor de eigenaar

zowel zijn identiteit als zijn buit verborgen

houdt. Is de identiteit van de dief wel bij de

eigenaar bekend, kan deze de verjaring stuiten.5

Bij Wet van 27 september 2012 is vastgesteld

dat als de strafrechtelijke verjaring nog niet is

Waar gaat dat heen met die kunst?De kunstroof van Rotterdam: Wie is eigenaar van

een gestolen kunstwerk?

Tekst door Gwenn Korteweg

Thema

Het thema van deze Juncto lijkt misschien wat ver van het spreekwoordelijke juridische bed te staan maar niets is minder waar. De redactie heeft haar best gedaan om een kleurrijk palet aan artikels omtrent dit thema te schrijven. Zo zal onder andere de recente kunstroof in Rotterdam besproken worden, het spraakmakende Pussy Riot en wordt de vraag gesteld of er nog steeds een zesjescultuur heerst onder de Utrechtse rechtenstudenten. In hoeverre is kunst-matige kinderporno een uitkomst voor pedofielen? Wil je meer weten over kunst en recht? In het artikel ‘Kunst en Recht: tien jaar in de aandacht’ heeft Ewoud Hondius een uiteenzetting gegeven over een deel uit de omvangrijke literatuur dat dit onderwerp aangaat.

Waar gaat dat heen met die kunst? – p.21

Column Inge van der Linden: Zesjescultuur – p.25

Pussy Riot ‘Virgin Mary, redeem us of Putin’ – p.27

Eenmaal, andermaal, verkocht: het (on)recht

rondom de veiling- en kunstkoop – p.30

Kunstmatige kinderporno: uitkomst of pervers? – p.35

Kunst en Recht: tien jaar in de aandacht – p.30

Recht Kunst & Cultuur

Page 13: Juncto - 24.2 / winter 2013

ingetreden, ook de civielrechtelijke verjaring

nog niet intreedt.6

Het aftellen van de verjaringstermijn begint pas

wanneer het gestolen waar wordt opgemerkt.

Een dief heeft dus altijd een probleem als hij

zijn gestolen Monet op de kunstmarkt brengt.

Maar voor de meeste gevallen geldt een

speciale verjaringstermijn. In het geval van de

Rotterdamse kunstroof is sprake van cultuur-

goederen, de verjaring duurt dan, afhankelijk

van het geval, 30 tot 75 jaar.

Naar aanleiding van de kunstroof uit het West-

fries Museum in Hoorn is discussie geweest

over de verjaring van diefstal van kunst die

geen beschermd cultuurbezit is. De dief kan

tegenwoordig pas na 30, in plaats van 20, jaar

eigenaar van het geroofde goed worden.7

Sommige Kamerleden zijn van mening dat

de verjaring van diefstal van niet beschermde

kunst nog verder opgerekt zou moeten wor-

den, bijvoorbeeld tot 50 jaar. ‘Eens gestolen

blijft gestolen, het uitgangspunt moet zijn dat

gestolen kunst teruggegeven wordt,’ stelde

VVD’er Jan Rijpstra.

Normaal gesproken geldt artikel 3:86 BW

voor bescherming tegen beschikkingsonbe-

voegdheid bij overdracht van roerende zaken.8

Wanneer de dief de gestolen zaak aan een

verkrijger te goeder trouw verkoopt, kan de

eigenaar de zaak gedurende 3 jaren van de

verkrijger terugvorderen, tenzij de verkrijger

de zaak in een winkel heeft gekocht.9 Van de

uitzondering op de uitzondering op de uitzon-

dering van artikel 3:86, lid 1 jo. artikel 3:86, lid

3, sub a BW zal in het geval van de kunstroof

niet snel sprake zijn. Naast dit alles bestaat

natuurlijk de onderzoeksplicht van de koper.

Als jij ergens een Monet koopt, is het wel zo

verstandig om na te gaan of het hier niet om

een gestolen werk gaat. Een koper van een

gestolen kunstwerk zal naar mijn idee dus niet

snel te goeder trouw zijn. Er kan niet zomaar

worden volstaan met het wettelijk vermoe-

den van art. 3:109 BW dat de bezitter wordt

vermoed rechthebbende te zijn.10

Echter wanneer het om een cultuurgoed gaat

moet de verkrijger te goeder trouw volgens

artikel 3:86a lid 2 BW, ook na het verstrijken

van deze 3 jaar, de zaak aan de eigenaar terug-

geven. Is de verkrijger niet te goeder trouw,

dan zal de verjaring in beginsel 20 jaar zijn.11

Maar wanneer de verkrijger de kunst opzet-

telijk voor de eigenaar verborgen houdt, geldt

ook voor deze persoon artikel 3:321 lid 1

onder f BW. Er is dan in de meeste gevallen

sprake van heling, waarvoor strafrechtelijk kan

worden aangesproken.

Museumkunst is beschermd cultuurbezit,

de rechtsvordering tot opeising verjaart door

verloop van vijf jaren na de aanvang van de

dag waarop de plaats waar het cultuurgoed

zich bevindt en de identiteit van de bezitter of

houder bekend zijn geworden, en in elk geval

door verloop van dertig jaren na de aanvang

van de dag waarop een niet-rechthebbende

bezitter van de zaak is geworden ex artikel

3:310b lid 1 BW.12 Dit geldt dus ook voor

de kunstroof van Rotterdam. Duiken de

gestolen kunstwerken later ergens in de EU

op, dan is de verjaringstermijn zelfs 75 jaar. Als

de Picasso dus in Spanje boven water komt

duurt het wel even voordat de koper eigenaar

wordt. In zo’n geval kan de Nederlandse Staat

die Picasso terugvorderen, artikel 3:310b lid 2

BW. Hiervoor is ook een Europese Richtlijn

gesteld.13 Deze langere termijnen gelden ook

voor kunst in privé-bezit welke is aangemerkt

als nationaal erfgoed. De Verenigde Staten heb-

ben sinds 2007 ruim 2500 gestolen kunstvoor-

werpen teruggegeven aan meer dan 23 landen

en individuen.

De verjaringstermijnen in de verschillende

lidstaten van de Europese Unie lopen sterk

uiteen, zowel de strafrechtelijke als de civiel-

rechtelijke. In Duitsland, België en Oostenrijk

verjaart de vordering tot opeising in geval van

gestolen zaken in dertig jaren. Weliswaar wordt

de dief dan geen eigenaar, maar de zaak kan

niet meer van hem of degene die de zaak van

22 Waar gaat dat heen met die kunst?

Het aftellen van de verjaringstermijn begint pas wanneer het gestolen waar wordt opgemerkt. Een dief heeft dus altijd een probleem als hij zijn gestolen Monet op de kunstmarkt brengt.

hem heeft verkregen, worden teruggevorderd.

In Italië verkrijgt de bezitter te kwader trouw

van een roerende zaak door een bezit van

twintig jaren de eigendom. Is het bezit door

geweld of in het geheim verkregen, zoals in

geval van diefstal, dan gaat de termijn pas na

afloop van het geweld of de geheimhouding

lopen.

In Frankrijk is zowel de verkrijgende verjaring

van roerende zaken als de verjaring van

de revindicatie van dergelijke zaken geheel

uitgesloten. Echter de verkrijger te goeder

trouw wordt al na drie jaren vanaf de diefstal

beschermd. In Engeland geldt iets soortgelijks.

In Amerika is het nog lastiger, iedere staat

heeft een andere regeling. Afgelopen juli

zijn twee helers in Florida gearresteerd, zij

probeerden een 10 jaar verloren Matisse te

verkopen aan undercover FBI agenten.

Al met al kan gezegd worden dat zowel in de

Europese Unie als in de Verenigde Staten grote

verschillen bestaan in de verjaring ten gunste

De verjaringstermijnen in de ver-schillende lidstaten van de Europese Unie lopen sterk uiteen, zowel de straf rechtelijke als de civielrechtelijke. In Duitsland, België en Oostenrijk ver-jaart de vordering tot opeising in geval van gestolen zaken in dertig jaren. Welis-waar wordt de dief dan geen eigenaar, maar de zaak kan niet meer van hem of degene die de zaak van hem heeft verkregen, worden teruggevorderd.

Waar gaat dat heen met die kunst? 23

Page 14: Juncto - 24.2 / winter 2013

24 Waar gaat dat heen met die kunst? Column 25

van een dief. Vaak wordt een dergelijke ver-

jaring op zichzelf niet onaanvaardbaar geacht.

De oplossing wordt gezocht in een bepaling

die meebrengt dat de termijn niet gaat lopen,

zolang de dief zijn identiteit en de verblijfplaats

van de zaak verborgen houdt, zoals ook in

Nederland.

Voormalig FBI agent Robert Wittman zegt

dat ‘dankzij internet de hele wereld in een

mum van tijd op de hoogte van een diefstal is,

dat maakt het moeilijker om dergelijke werken

via de illegale handel snel te verkopen.’ Vrijwel

iedereen is bekend met de kunstwerken van

de Rotterdamse Kunstroof.

Het probleem van de verjaring en goede trouw

in deze zaak lijkt hierdoor niet heel groot. Ook

na afloop van de verjaringstermijn loopt zowel

de dief als de koper van de kunst risico op een

strafvervolging wegens heling van de gestolen

kunst.

Zowel de dief als de verkrijger zijn naast dit

alles aansprakelijk voor een onrechtmatige

daad wegens het verborgen houden van de

gestolen zaak, de schadevergoeding kan daarbij

bestaan in de teruggave van de gestolen kunst

aan de oorspronkelijke eigenaar14. De besto-

lene heeft vijf jaar de tijd om zijn eigendom

via de rechter op te eisen, te rekenen vanaf

het moment dat hij weet waar en tegen wie

hij moet procederen - bijvoorbeeld wanneer

een schilderij weer opduikt, omdat de dief het

kunstwerk probeert te verkopen, ook al is de

dief inmiddels al jaren eigenaar. Minister Ivo

Opstelten stelt in zijn brief dat de dief noch

de heler eigenaar wordt van de gestolen zaak,

hij heeft daarom geen voornemens de regels

met betrekking tot verjaring te wijzigen.15 Naar

mijn idee zijn de slachtoffers van de kunstroof

hiermee voldoende beschermd. Wel denk ik

dat voor kunstwerken die geen beschermd

cultuurbezit zijn, zowel een langere termijn

als strengere eisen voor onderzoeksplicht van

de koper gesteld kunnen worden.

Al jaren wordt er gesproken van een zoge-

naamde zesjescultuur. Men zegt dat de scho-

lieren en studenten van tegenwoordig minder

gedreven zijn dan vroeger en zich tevreden

stellen met matige cijfers. Een zes is voldoende,

er wordt niet meer gestreefd naar het hoogst

haalbare. Maar klopt dit beeld wel? Hoe zit dat

voor rechtenstudenten? Heerst er een zesjes-

cultuur binnen onze studie of valt het allemaal

wel mee?

Rechtsgeleerdheid heeft, vergeleken met andere

studies, erg weinig contacturen. Hoewel er per

week een groot aantal uren aan zelfstudie van

je verwacht wordt, heeft lang niet iedereen dit

nodig. Met een minimum aan inspanning kun-

nen de meeste studenten makkelijk een zesje

halen. En een zes is prima toch? Zolang de studie-

punten maar binnen komen. Naast studeren zijn

er namelijk veel leukere dingen te bedenken om te

doen. In je eerste jaar kom je aan in onze mooie

Domstad waar elke avond wel ergens een feestje

is, je woont voor het eerst op kamers en hebt geen

ouders meer die zeuren dat je meer voor je studie

moet doen. Je leert veel nieuwe mensen kennen,

wordt misschien lid bij een studentenvereniging,

de kroegen hebben geen sluitingstijd, borrels met

gratis bier zijn van de orde van de dag, gala’s,

festivals, huisweekends… Genoeg excuses te

bedenken om die boeken nog even een dagje dicht

te laten. Dit is de instelling van de gemiddelde

beginnend rechtenstudent. Al tijdens het eerste

jaar van de studie valt echter een aanzienlijk

gedeelte van de studenten af, een gemotiveer-

dere en ambitieuzere groep achterlatend. Na

anderhalf jaar hebben de meeste mensen wel

hun draai gevonden in de nieuwe stad, waarop

de nadruk meer op de studie komt te liggen.

Een groot verschil in mentaliteit is bovendien

te zien tussen bachelor- en masterstuden-

ten. Waar tijdens de bachelor velen zich nog

tevreden stellen met een cijfergemiddelde van

een 6,5, uitzonderingen daargelaten, spelen

cijfers tijdens de master een veel grotere rol.

Het moment van afstuderen en solliciteren

komt steeds dichterbij, wat ertoe leidt dat de

meeste studenten de studie een stuk serieuzer

nemen.

De studielast bij rechtsgeleerdheid mag dan

wel laag zijn, dit wil niet zeggen dat rechten-

studenten alleen maar zuipen en feest vieren.

Juist bij een zo populaire en relatief gemak-

kelijke studie, is het zaak om jezelf te onder-

scheiden van anderen. Bijna iedereen doet

tegenwoordig wel een commissie bij een ver-

eniging, een bijbaantje of vrijwilligerswerk is de

normaalste zaak van de wereld, een halfjaar in

het buitenland studeren is ontzettend populair,

veel studenten doen bestuurservaring op bij

een vereniging, tijdens de studie worden stages

bij advocatenkantoren of andere bedrijven

gelopen, etc. Studeren is niet de enige manier

om jezelf te ontwikkelen. Dat dit er soms toe

leidt dat er wat minder tijd overblijft om met

je neus in de boeken te zitten, so be it.

Het lijkt erop dat het halen van hoge cijfers

voor veel studenten niet meer de prioriteit is,

maar is dit echt een probleem? Natuurlijk zou

iedereen wel eens wat meer tijd in zijn studie

kunnen stoppen, maar om nou te zeggen dat

er sprake is van een zesjescultuur binnen de

studie rechtsgeleerdheid, vind ik persoonlijk

overdreven. Het negatieve beeld van de ‘luie,

ongemotiveerde student’ wordt door slechts

een kleine groep naar buiten gedragen. Er zijn

genoeg studenten die goede cijfers halen en

ook nog veel andere dingen naast hun studie

doen. Bovendien zou je je af kunnen vragen of

er niet teveel nadruk gelegd wordt op cijfers.

Sommige dingen leer je nu eenmaal niet uit

een boek.

Zesjescultuur of niet? De mentaliteit van rechtenstudenten

Tekst door Inge van der Linden

ColumnMinister Ivo Opstelten stelt in zijn brief dat de dief noch de heler eigenaar wordt van de gestolen zaak, hij heeft daarom geen voornemens de regels met betrekking tot verjaring te wijzigen.

noten1 Artikel 72 Sr2 Minister van Veiligheid en Justitie, I. Opstelten, Antwoorden Kamervragen over de straf- en civielrech-telijke verjaringstermijnen bij diefstal in het algemeen en kunstroof in het bijzonder, 12 november 2012 3 Rechtbank Rotterdam 25 oktober 2012, LJN: BY13094 Artikel 3:105 jo. artikel 3:306 BW5 Artikel 3:316 – 318 BW6 Artikel 3:310 lid 4 BW, Wet van 27 september 2012, Stb. 2012, 4547 J. Ramaer, Verjaring kunstroof naar 30 jaar, 30 april 2005, Volkskrant8 Artikel 3:84 BW9 Hoge Raad 14 november 1997, NJ 1998, 147, Uitslag/Wolterink

10 Pitlo, Goederrecht, Hoofdstuk 5.1 11 Artikel 3:314 lid 2 jo. artikel 3:306 BW12 Artikel 14a lid 2 van de “Wet tot behoud van cultuurbezit” 13 Richtlijn 93/7/EEG, arti-kel 7 betreffende de terug-gave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een EG-lidstaat zijn gebracht14 Artikel 6:103 BW15 Minister van Veiligheid en Justitie, I. Opstelten, Antwoorden Kamervragen over de straf- en civielrech-telijke verjaringstermijnen bij diefstal in het algemeen en kunstroof in het bijzon-der, 12 november 2012

Page 15: Juncto - 24.2 / winter 2013

Virgin Mary, redeem us of Putin’ 27

AanleidingOp 21 februari 2012 traden drie leden van

de band Pussy Riot, gekleed met gekleurde

bivakmutsen, tijdens een kerkdienst op in het

Christus de Verlosser Kathedraal in Moskou.

In hun punkgebed ‘Holy Shit’ bekritiseren de

leden van Pussy Riot de nauwe banden die be-

staan tussen president Poetin en de Russische-

orthodoxe kerk1. Het was een protestactie

tegen de herverkiezing van President Poetin.

Het optreden duurde nog geen minuut. De

leden werden al gauw door de bewaking naar

buiten gebracht. Het beeldmateriaal van het

optreden in de kathedraal werd later gebruikt

in een videoclip. Op 3 maart werden twee leden

van Pussy Riot gearresteerd en beschuldigd

van hooliganisme. Op 16 maart werd nog een

derde lid gearresteerd, die eerder als getuige

in de zaak was gehoord. De leden van Pussy

Riot zelf betoogden dat hun lied een politieke

aanklacht was en geen aanval op de godsdienst2.

UitspraakDrie leden van de punkband kregen in eerste

instantie twee jaar werkstraf. Opvallend is

dat de Russische orthodoxe Kerk om genade

vroeg3. Toch werd in hoger beroep de werk-

straf voor 2 jaar bevestigd voor twee leden

van de punkband. Het derde lid heeft een

voorwaardelijke straf gekregen. Zij werd door

bewakers verwijderd uit de kathedraal in

Moskou nog voor de band begon aan het anti-

poetinlied. De andere twee vrouwen moeten

hun straf helemaal uitzitten4. Zij overwegen

dan ook om hun zaak aan het Europees Hof

voor de Mensenrechten voor te leggen. Ook

oordeelde de rechtbank dat alle internetsites

waarop de filmpjes van Pussy Riot zijn te zien

worden geblokkeerd5. Reden voor de blok-

kering van deze internetsites is dat in de clips

uitspraken te horen en handelingen te zien

zijn die gelovigen kunnen kwetsen, zo meent

de rechter. Ook bevatten de clips volgens de

rechter oproepen tot oproer en ongehoor-

zaamheid.

ReactiesOver de hele wereld kwamen reacties op

de uitspraak van de rechter. Premier Medvedev

en kerkelijke autoriteiten lieten weten dat

de drie vrouwen wat betreft hen konden

worden vrijgelaten6.

Ook EU-Buitenlandchef Catherine Ashton

zette ernstige vraagtekens bij de rechtsgang

in Rusland. Zij vindt niet alleen het vonnis

van 2 jaar cel buitensporig maar ook zijn er

berichten over mishandeling van de vrouwen

tijdens het voorarrest. Ashton is van mening

dat de uitspraak in strijd met Ruslands

plicht is om de vrijheid van meningsuiting te

waarborgen en had verwacht dat het von-

nis in hoger beroep werd herzien7. Voormalig

minister Uri Rosenthal van Buitenlandse zaken

is teleurgesteld over de veroordeling van

Pussy Riot en noemt de straf veel te hoog8.

Wat zegt het EHRM?Rusland is een verdragsstaat bij het Europees

Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit

betekent dat Russische onderdanen zich kun-

Thema

‘Virgin Mary, redeem us of Putin’

Tekst door Yasemin Karadavut

De leden van Pussy Riot zelf betoogden dat hun lied een politieke aanklacht was en geen aanval op de godsdienst

Page 16: Juncto - 24.2 / winter 2013

28 Virgin Mary, redeem us of Putin’

nen beroepen op dit bedrag. Het EVRM is in

deze casus van belang omdat het de vrijheid

van meningsuiting betreft. Het EVRM bepaalt

dat een ieder recht heeft op een vrije menings-

uiting9. Volgens het EHRM is de vrijheid van

meningsuiting van onmisbaar belang bij het

voeren van een volwaardig publiek debat over

kwesties van algemeen belang, zonder welke

een democratische, pluriforme en open samen-

leving niet goed denkbaar is. Vanwege deze

rol biedt dit recht niet alleen bescherming

wanneer denkbeelden instemmend worden

ontvangen, maar ook als ze ‘ shock, offend, or

disturb’10. Dit geldt ook voor het publiceren

van culturele en artistieke uitingen. Dit wil

niet zeggen dat de vrijheid van meningsuiting

onbeperkt is. De vrijheid van meningsuiting

mag alleen worden beperkt indien de uiting

aanzet tot haat of het gebruik van geweld

propageert. In de context van religie behelst

dit onder andere de plicht om zich te onthou-

den van uitingen die voor anderen nodeloos

beledigend zijn11. Nodeloos houdt onder meer

in dat de uiting geen bijdrage beoogt te leveren

aan het publieke debat.

Gerechtvaardigde beperking van vrijheid van meningsuiting?Op grond van artikel 10 lid 2 EVRM kan de

vrijheid van meningsuiting worden beperkt.

Alle beperkingen aan de vrijheid van menings-

uiting moeten beantwoorden aan de voor-

waarden in lid 2. Ten eerste moet sprake

zijn van een rechtsgrond in de nationale

rechtsorde. Ten tweede moet een wettig doel

bestaan en ten derde moet er een noodzaak

zijn in de democratische samenleving om dit

recht te beperken.

De protesten van Pussy Riot waren over het

algemeen gezegd vreedzaam. Hun boodschap

kan voor sommige mensen als beledigd wor-

den ervaren maar dit is geen gegronde reden

om het recht op vrije meningsuiting te beper-

ken12. Het recht op vrijheid van religie strekt

zich namelijk niet zo ver uit dat religieuzen

worden beschermd tegen belediging, kritiek

of spot. Ook Amnesty International betoogt

dat het optreden van de drie bandleden van

Pussy Riot in de kathedraal geen criminele

daad was volgens het internationaal recht

noch volgens het Russische strafrecht13.

Het enige wat de vrouwen van Pussy Riot

deden was het bekritseren van president

Poetin en de Russische orthodoxe kerk. Zij

hebben niet opgeroepen tot geweld, haat of

discriminatie tegen aanhangers van de kerk,

tegen Poetin of Poetins politieke aanhangers.

De verstoring door het optreden van Pussy

Riot was minimaal. Het optreden kan provo-

cerend worden genoemd maar er was zeker

geen sprake van ernstige bedreiging voor het

uitoefenen van het geloof voor de aanwezigen

in de kerk14.

Het Europese Hof van de Rechten van de

Mens heeft herhaaldelijk gesteld dat de vrije

meningsuiting ook geldt voor ideeën die bele-

digend of aanstootgevend zijn. De beperking

van de vrijheid van meningsuiting is dan ook

niet rechtvaardig.

Uitgaande van de feiten en de uitspraken van

het Europees Hof van de Rechten van de Mens

kan worden betoogd dat de leden van Pussy

Riot ten onrechte zijn veroordeeld tot 2 jaar

werkstraf door de Russische rechter. Ook het

blokkeren van internetsites waarop de filmpjes

van het optreden van Pussy Riot op te zien

zijn valt hier onder.

Hoe nu verder?Het gewraakte optreden van Pussy Riot

zorgde niet alleen voor veel opspraak in de

media maar zorgde ook voor dat de Russische

regering het kwetsen van religieuze gevoelens

zwaarder wil bestraffen door het voortaan als

misdrijf te bestempelen15. Volgens het bij het

parlement ingediende wetsvoorstel kan een

godslasteraar dan maximaal 3 jaar gevangenis-

straf krijgen. Op het beschadigen van heilig-

dommen staat maximaal 5 jaar cel. Dit wets-

voorstel is betreurend. Ondanks dat de vrij-

heid van godsdienst een belangrijk grondrecht

is mag aan het belang van de vrijheid van

meningsuiting niet worden voorbijgegaan.

De leden van Pussy Riot overwegen om naar

het Europees Hof van de Rechten van de Mens

te gaan. Gezien de feiten en omstandigheden

zou deze stap gunstig voor de twee bandleden

uit kunnen pakken. Het zou zonde zijn wanneer

zij deze kans niet benutten. Tot die tijd kunnen

wij niets anders doen dan toekijken en de

uitspraak van de Russische rechter betreuren.

noten1 http://www.nu.nl/muziek/2930437/rechter-handhaaft-straf-twee-leden-pussy-riot.html2 http://www.nu.nl/mu-ziek/2870660/pussy-riot-wilde-niemand-beledigen.html3 http://www.nu.nl/buiten-land/2887446/orthodoxe-kerk-vergeeft-pussy-riot.html4 http://www.nu.nl/muziek/2930437/rechter-handhaaft-straf-twee-leden-pussy-riot.html5 http://www.nu.nl/muziek/2969889/sites-met-videoclips-pussy-riot-ge-blokkeerd-in-rusland.html6 http://www.nu.nl/mu-ziek/2907875/medvedev-vrijlating-pussy-riot.html7 http://www.europa-nu.nl/id/vj24nis38qz2/nieuws/eu_twij-

felt_aan_eerlijk_proces_pussy?ctx=vh6ukzb3nnt08 http://www.europa-nu.nl/id/vj24niryr9z1/nieuws/rosenthal_veel_te_hoge_straf_voor_pussy9 Zie artikel 10 EVRM10 Zie uitspraak EHRM, 7 december 1976, Handyside – VK (appl. no. 5493/72), § 4911 Zie uitspraak EHRM, 20 september 1994, Otto-Pre-minger-Institut – Oostenrijk (appl.no. 13470/87, NJ 1995, 366, m.nt. EJD) § 4912 http://www.amnesty.nl/pussyriot13 http://www.amnesty.nl/pussyriot14 http://www.amnesty.nl/pussyriot15 http://www.nu.nl/buiten-land/2919097/rusland-wil-godslasteraars-zwaarder-straffen.html

Virgin Mary, redeem us of Putin’ 29

Uitgaande van de feiten en de uitspraken van het Europees Hof van de Rechten van de Mens kan worden betoogd dat de leden van Pussy Riot ten onrechte zijn veroordeeld tot 2 jaar werkstraf door de Russische rechter.

De protesten van Pussy Riot waren over het algemeen gezegd vreedzaam. Hun boodschap kan voor sommige mensen als beledigd worden ervaren maar dit is geen gegronde reden om het recht op vrije meningsuiting te beperken.

Page 17: Juncto - 24.2 / winter 2013

Eenmaal, andermaal, verkocht 31

VertegenwoordigingBij een veilingkoop zullen doorgaans drie

partijen betrokken zijn: de inbrenger die het

tot zijn eigendom behorende kunstwerk te

koop aanbiedt, het veilinghuis dat het kunst-

werk voor de inbrenger verkoopt en tot slot

de koper.

De koper is degene die door middel van

het uitbrengen van het hoogste bod op de

veiling het kunstwerk heeft gekocht. Maar met

wie heeft deze koper nu eigenlijk een koop-

overeenkomst gesloten?

Om deze vraag te beantwoorden is het van

belang erachter te komen in welke hoedanig-

heid het veilinghuis de kunstwerken te koop

aanbiedt. Het gaat hier om de vraag of de

veiling in naam van de inbrenger of in eigen

naam handelt. In het eerstgenoemde geval is er

sprake van onmiddellijke vertegenwoordiging

waarbij het veilinghuis als vertegenwoordiger

of tussenpersoon in naam van de principaal,

de inbrenger, het kunstwerk verkoopt.2 Een

vorm van onmiddellijke vertegenwoordiging

is volmacht, artikel 3:60 van het Burgerlijk

Wetboek (hierna: BW). Bij volmacht is niet

vereist dat de gevolmachtigde bij elke hande-

ling de naam van zijn volmachtgever noemt.

Of een rechtshandeling wordt verricht in

de hoedanigheid van vertegenwoordiger is

afhankelijk van hetgeen partijen ‘over en weer

uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben

afgeleid.’3 Het is echter wel essentieel dat de

vertegenwoordiger uiteindelijk laat weten voor

wie hij handelt. Veilinghuizen zullen veelal de

identiteit van de inbrenger uit privacyoverwe-

gingen niet willen onthullen. Bovendien hebben

zij doorgaans in hun algemene voorwaarden

opgenomen dat zij geenszins verplicht zijn om

de naam van de inbrenger openbaar te maken.4

Nu het hier geen ‘traditionele’ volmacht in de

zin van artikel 3:60 BW betreft, zou het moge-

lijk wel onder artikel 3:67 BW kunnen worden

geschaard. Dit artikel bepaalt dat degene die

een overeenkomst aangaat in naam van een

nader te noemen volmachtgever, de naam van

Thema

Eenmaal, ander-maal, verkochtHet (on)recht rondom de veiling- en kunstkoop

Tekst door Chaya Sikken

Stel je voor: je zit in de veilingzaal van een vooraanstaand veilinghuis en brengt

door middel van het opsteken van een paddle een bod uit op het kunstwerk

dat is gemaakt door een gerenommeerd kunstenaar.1 Voor je het weet hoor je

de veilingmeester ‘Eenmaal, andermaal, verkocht’ uitroepen, waarna hij met

zijn hamer slaat en het aan jou toebehorende nummer uitspreekt: jij blijkt de

hoogste bieder, dus het kunstwerk is van jou! Maar stel nu dat het kunstwerk

achteraf toch niet helemaal aan de verwachtingen blijkt te voldoen, wie kun je

hierop aanspreken en op welke grond?

30 Eenmaal, andermaal, verkocht

deze volmachtgever dient te noemen binnen

een redelijke termijn. Aan de hand van het

tweede lid van ditzelfde artikel – waarin is be-

paald dat indien de naam van de volmachtgever

niet binnen een redelijke termijn bekend wordt

gemaakt, de gevolmachtigde geacht wordt de

overeenkomst voor zichzelf te zijn aangegaan-

kan worden betoogd dat een veilinghuis dat

weigert de identiteit van de inbrenger te ver-

klappen in eigen naam de koopovereenkomst

heeft gesloten en dus zelf door de koper kan

worden aangesproken indien zich problemen

voordoen.5 In dit geval spreken we van middel-

lijke vertegenwoordiging.6

WanprestatieDe koper die naderhand niet tevreden is met

zijn aankoop en hier gegronde redenen toe

heeft zal hier hoe dan ook iemand op willen

aanspreken. Een gegronde reden kan zijn dat

de omschrijving in de catalogus niet overeen-

komt met hetgeen werkelijk is aangeschaft.

Bijvoorbeeld: de koper denkt een kostbaar

schilderij van een wereldberoemde kunstenaar

te hebben bemachtigt, terwijl later blijkt dat

het niet afkomstig is van deze wereldberoemde

schilder, maar van één van zijn leerlingen.

In dat geval zijn er voor de koper enkele

gronden waarop hij zijn verhaal kan baseren.7

De teleurgestelde koper kan stellen dat er

sprake is van wanprestatie en zich beroepen

op de non- conformiteit. Het schilderij dat

hij heeft gekocht beantwoordt immers niet

aan de overeenkomst nu het, ‘mede gelet op

de aard van de zaak en de mededelingen die

de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet

de eigenschappen bezit die hij op grond van de

overeenkomst mocht verwachten.’8 Hierbij kan

de omschrijving in de catalogus van het veiling-

huis worden opgevat als een mededeling van

de verkoper , ongeacht of dit nu het veilinghuis

of de inbrenger is. Een beroep op non-con-

formiteit blijkt in de praktijk nauwelijks kans

van slagen te hebben, aangezien uit de jurispru-

Veilinghuizen zullen veelal de identiteit van de inbrenger uit privacyoverwegingen niet willen onthullen. Bovendien hebben zij doorgaans in hun algemene voor-waarden opgenomen dat zij geenszins verplicht zijn om de naam van de inbrenger openbaar te maken.

Page 18: Juncto - 24.2 / winter 2013

dentie naar voren komt dat de omschrijving

in de catalogus als een garantie moet kunnen

worden beschouwd. 9 In een uitspraak van

het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch bijvoor-

beeld, had een vordering tot ontbinding van

de overeenkomst op grond van wanprestatie

geen succes nu er geen garantie was gegeven

voor de aanwezige eigenschappen, maar het

slechts een beschrijving van de eigenschappen

betrof.10 Een ander voorbeeld is de uitspraak

van de rechtbank Arnhem, waarin de rechter

overwoog dat een beroep op non-conformiteit

eventueel zou kunnen slagen in het geval de

authenticiteit van het kunst onvoorwaardelijk

was gegarandeerd. Daar voegt de rechtbank

nog aan toe dat een dergelijke onvoorwaar-

delijke garantie omtrent de authenticiteit in

principe niet kan worden gegeven indien het

gaat om een kunstwerk uit de vorige eeuw en

dat dit tevens ‘in de kunsthandel een feit van

algemene bekendheid is’.11

DwalingNu een beroep op wanprestatie gedoemd is

te mislukken, kan dan wellicht een vordering

op grond van dwaling uitkomst bieden? Bij het

zien van de woorden dwaling en koop van een

kunstobject gaat er misschien bij de meeste

rechtenstudenten een belletje rinkelen en

doet hen dit denken aan het arrest Kantharos

van Stevensweert.12 Deze zaak komt op het

volgende neer. In 1943 wordt bij de Maas in

Stevensweert een, naar het lijkt, doodgewone

beker opgegraven. De beker wordt doorver-

kocht en gelegateerd waarna de eigenaars hem

laten onderzoeken door enkele deskundigen

die verondersteld worden verstand van zaken

te hebben. Deskundige Van Baaren schakelt de

hulp in van goede bekende, edelsmid Brom.

Brom heeft altijd volgehouden niets van de

werkelijke waarde van de beker te hebben

vermoed op het moment dat hij hem in

handen kreeg. Van Baaren blijkt zeer geïnteres-

seerd in de beker en koopt hem voor 125

gulden, waarbij hij opvallend genoeg op naam

van Brom komt te staan. Enige tijd nadat de

koopovereenkomst is gesloten besluit Brom

toch nog eens goed naar de beker te kijken

en ontdekt hierbij tot zijn verbazing dat de

beker afstamt uit de Grieks-Romeinse tijd.

De beker blijkt zeer kostbaar en heel wat

meer waard dan het schamele bedrag waar-

voor het is verkocht. De verkopers voelen zich,

zacht uitgedrukt, in de maling genomen en vor-

deren vernietiging van de koopovereenkomst

op grond van bedrog dan wel dwaling. De

rechtbank gaat mee met de dwaling. Het hof

oordeelt daarentegen dat hoewel er sprake is

van wederzijdse dwaling, het afkomstig zijn uit

de Grieks-Romeinse tijd een zodanig bijzon-

dere eigenschap is dat niet kan worden gezegd

dat het de zelfstandigheid van de zaak raakt

oftewel dat deze eigenschap geen betrekking

heeft op hetgeen partijen bij het sluiten van de

overeenkomst voor ogen hadden.13 De Hoge

Raad verwerpt het cassatieberoep van de

verkopers met de overweging dat iemand die

zijn zaak verkoopt daarmee het risico loopt

dat die zaak naderhand eigenschappen blijkt

te bezitten waarvan hij zich ten tijde van de

verkoop geen voorstelling had kunnen maken

en dat daarom de dwaling naar verkeersopvat-

ting voor zijn eigen rekening komt.14

Hoewel het in de Kantharos-zaak ging om

verkopersdwaling, geldt voor kopersdwaling

eveneens dat een beroep op dwaling niet snel

door de rechter wordt gehonoreerd. Zo kreeg

een koper die in 1944 voor een aanzienlijk

bedrag een schilderij had gekocht en op basis

van twee deskundigenverklaringen ervan

uitging dat het schilderij was geschilderd door

kunstenaar Hercules Seghers, wat naar latere

deskundigenverklaringen niet het geval bleek

te zijn, van zowel het hof als de Hoge Raad te

horen dat hij er niet op had mogen vertrou-

wen dat een deskundigenoordeel door de

jaren heen niet zou wijzigen.15

Algemene voorwaardenUit bovengenoemde arresten kan worden

opgemaakt dat een beroep op dwaling niet

snel zal slagen indien er is gedwaald omtrent

32 Eenmaal, andermaal, verkocht

de waarde van een zaak, ongeacht of die zaak

heel veel of juist helemaal niets waard blijkt

te zijn. In het Kantharos-arrest heeft de Hoge

Raad ook duidelijk gemaakt dat vernietiging

wegens dwaling wel tot de mogelijkheden

behoort, indien er omstandigheden zijn waarin

de koper op de hoogte was van een bepaalde

eigenschap en hier op grond van de eisen van

de goede trouw verplicht was aan de verkoper

mede deling van te doen.16

Hier ligt voor de rechtzoekende (ver)koper

dus een kleine kans om zijn gelijk te halen.

Toch zijn er ook onder dergelijke omstandig-

heden situaties denkbaar waarin de koper met

lege handen achterblijft. Bijvoorbeeld in het

geval het kunstobject is gekocht op een veiling

en het veilinghuis elke vorm van aansprakelijk-

heid en schadevergoedingsverplichting of de

mogelijkheid tot ontbinding bij wanprestatie

heeft uitgesloten in de algemene voorwaarden.

Eventueel kan de koper, mits dit een natuurlijk

persoon is die niet handelt in de uitoefening

van een beroep of bedrijf, proberen zodanige

bedingen te vernietigen op de grond dat zij

onredelijk bezwarend zijn ex artikel 6:236

BW en 6:237 BW.17 Een professionele koper

heeft vooralsnog pech, hoewel deze natuurlijk

altijd de hoop mag houden dat hij zal worden

beschermd door de derogerende werking van

de redelijkheid en billijkheid.

Dat de positie van de kunstkoper verre van

sterk is, is wel gebleken. Mocht er überhaupt

al duidelijkheid bestaan over wie de koper bij

problemen kan aanspreken, dan nog is aller-

minst zeker of zijn rechtsvordering zal slagen.

En zelfs als er een kans op succes is, is het

goed mogelijk dat de algemene voorwaarden

die veilinghuizen hanteren alsnog roet in het

eten gooien. De enthousiaste koper kan dus

beter maar twee keer nadenken voordat hij

zijn paddle in de lucht steekt.

Bij het zien van de woorden dwaling en koop van een kunstobject gaat er misschien bij de meeste rechtenstudenten een belletje rinkelen en doet hen dit denken aan het arrest Kantharos van Stevensweert

Eenmaal, andermaal, verkocht 33

Een beroep op non-conformiteit blijkt in de praktijk nauwelijks kans van slagen te hebben, aangezien uit de jurisprudentie naar voren komt dat de omschrijving in de catalogus als een garantie moet kunnen worden beschouwd

noten1 Een paddle is een bordje met een nummer erop, waarmee kan worden geboden. 2 Jac. Hijma e.a, Rechts-handeling en overeenkomst (Studiereeks Burgerlijk Recht), Deventer: Kluwer 2010, p. 79.3 HR 11 maart 1977, NJ 1977, 521 (Kribbebijter). 4 S.Y.Th. Meijer, ‘Vertegen-woordiging voor nader te noemen meester?’, WPNR 1999/6371, p. 693. 5 S.Y.Th. Meijer, ‘Vertegen-woordiging voor nader te noemen meester?’, WPNR 1999/6371, p. 695.6 Jac. Hijma e.a, Rechts-handeling en overeenkomst (Studiereeks Burgerlijk Recht), Deventer: Kluwer 2010, p. 79.7 R.W Polak, ‘Veilinghuizen tussen recht en reputatie: aansprakelijkheid van het veilinghuis voor onjuiste omschrijvingen in de cata-logus’, in: R.J. Klomp & T.A. Schiphof (red.), Kunst onder de hamer. Juridische aspecten van de veilingkoop, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2009, p. 76. 8 Aldus artikel 7:17 lid 2 BW. 9 R.W Polak, ‘Veilinghuizen tussen recht en reputatie: aansprakelijkheid van het veilinghuis voor onjuiste omschrijvingen in de cata-logus’, in: R.J. Klomp & T.A. Schiphof (red.), Kunst onder de hamer. Juridische aspecten van de veilingkoop, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2009, p. 77.

10 Hof ’s-Hertogenbosch 18 mei 1982, NJ 1983, 133, r.o. 9.11 Rb. Arnhem 17 juli 1997, NJkort 1997, 79, r.o. 11. 12 HR 19 juni 1959, NJ 1960, 59.13 M.M. van Rossum, ‘Enige beschouwingen over kunstkoop’, RMTh 1997, p. 356. Zie ook A.A.H.M. Gommers & M. Hiemstra, ‘Het Kantharosproces’, in: W.M.J. Bekkers & A.A.H.M. Gommers (red.) De Kantha-ros. Over recht en onrecht in de rechtspleging, Deventer: Kluwer 1998, p. 38. 14 M.M. van Rossum, ‘Enige beschouwingen over kunst-koop’, RMTh 1997, p. 357.15 R.W Polak, ‘Veiling-huizen tussen recht en reputatie: aansprakelijkheid van het veilinghuis voor onjuiste omschrijvingen in de catalogus’, in: R.J. Klomp & T.A. Schiphof (red.), Kunst onder de hamer. Juridische aspecten van de veilingkoop, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2009, p. 81.16 A.A.H.M. Gommers & M. Hiemstra, ‘Het Kantharosproces’, in: W.M.J. Bekkers & A.A.H.M. Gom-mers (red.) De Kantharos. Over recht en onrecht in de rechtspleging, Deventer: Kluwer 1998, p. 44. 17 P.L. Loeb, ‘Algemene voorwaarden bij veilingen van kunst’, in: R.J. Klomp & T.A. Schiphof (red.), Kunst onder de hamer. Juridische aspecten van de veilingkoop, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2009, p. 104.

Page 19: Juncto - 24.2 / winter 2013

Kunstmatige kinderporno 35

“Kielhalen en ogen uitsteken!”. “Zonder proces

levend verbranden!”. Het is de gemiddelde

reactie onder een nieuwsbericht over pedo-

seksuelen en pedofilie. De opwinding is, vaak

terecht, heftig. Het was daarom geen gemakke-

lijke boodschap die seksuoloog Erik van Beek

kwam verkondigen in oktober van dit jaar.

”Geef pedofielen het recht om te kijken naar

kunst-kinderporno,” zo luidde zijn controver-

siële oproep in onder andere Trouw1 en

DWDD2. Beelden die levensecht zijn, maar

waarvoor geen kinderen worden misbruikt.

Het gevoelsmatig uiterst smakeloze plan stond

direct garant voor discussie. Bedreigingen,

steunbetuigingen en woede gingen richting alles

en iedereen die iets over pedofilie te zeggen

had. Met computers geproduceerde beelden

zouden de drang om naar echte kinderporno

te kijken moeten kunnen indammen, zo bedacht

Van Beek. Sterker nog: het voorkomt kinder-

misbruik. Kunstmatige kinderporno: verwerpelijk

en pervers, of een oplossing voor de onrusten

van pedofielen?

Huidige wetgevingKinderporno is strafbaar. De huidige wetgeving

die kinderporno in Nederland verbiedt,

bestaat sinds de jaren ’80. Art. 240b Sr. ziet op

het verbod van (onder andere) het bezit van

afbeeldingen van seksuele gedragingen door

minderjarigen.

In het huidige Wetboek van Strafrecht wordt

dit verbod geregeld in art. 240b:

1. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier

jaren of geldboete van de vijfde categorie

wordt gestraft degene die een afbeelding -

of een gegevensdrager, bevattende een

afbeelding - van een seksuele gedraging,

waarbij iemand die kennelijk de leeftijd

van achttien jaar nog niet heeft bereikt,

is betrokken of schijnbaar is betrokken,

verspreidt, aanbiedt, openlijk tentoonstelt,

vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert,

verwerft, in bezit heeft of zich door middel

van een geautomatiseerd werk of met

gebruikmaking van een communicatiedienst

de toegang daartoe verschaft.

2. Met gevangenisstraf van ten hoogste acht

jaren of geldboete van de vijfde categorie

wordt gestraft degene die van het plegen

van een van de misdrijven, omschreven in

het eerste lid, een beroep of een gewoonte

maakt.

Bij de invoering van het Nederlands verbod

op kinderporno stond een gevangenisstraf

van hooguit drie maanden op het bezit, het

verspreiden, enz. enz. enz., van kinderporno.

Inmiddels is de straf die hierop staat verhoogd

naar een maximum van vier of acht jaren

gevangenisstraf.

Veel pornografisch materiaal wordt tegen-

woordig niet meer van het internet wordt

gedownload en wordt opgeslagen op een

computer, maar direct van een website wordt

afgespeeld. Daarom werd in 2007 bij een

Europees verdrag naast het bezit, ook het

herhaaldelijk en doelbewust bezoeken van

websites waarop dergelijk materiaal te vinden

is strafbaar gesteld3.

Kunstmatige kinderporno: uitkomst of pervers?

Tekst door Marcel René Bamberg

Thema

Link up.

Delicious

Facebook

Slash Dot

Reddit

Newsvine

Yahoo

Microsoft

App Store

Qik

Tumblr

Behance

Friendster

RSS

Flickr

MySpace

Mixx

FriendFeed

SlideShare

Yahoo Buzz

MSN

Amazon

Vimeo

WordPerss

Design Float

Bebo

Email

Twitter

StumbleUpon

Skype

YouTube

Google

Netvibes

Apple

Last.fm

Viddler

Blogger

Deviant Art

Squidoo

Retweet

Digg

Technorati

LinkedIn

Google Talk

AOL

MobileMe

Mister Wong

Virb

Posterous

Design Bump

Share This

Update #1

Update #2

Google Buzz

Ebay

Gowalla

Xing

Podcast

Button Red

Picasa

Feedburner

ICQ

Paypal

Button Blue

Button White

Bing

WordPress (blue)

Metacafe

Heart

Button Orange

Button Light Blue Button Yellow

Meetup

Drupal

Yelp

Star

Green

IconDock Foursquare

Identi.ca

Ember App

Hyves

Vind je het een spannende uitdaging om hechte relaties op te bouwen met gerenommeerde, internationale cliënten? Wil je de grenzen van je praktijkgebied verleggen naar een breed spectrum van sectoren? Heb je het talent, inzicht én de energie om de meest complexe transacties succesvol af te ronden? Link dan met Linklaters! Wij zijn een wereldwijd, toonaangevend kantoor met advocaten, notarissen en fiscalisten. We zijn altijd op zoek naar jong toptalent. Dus als jij carrière wilt maken in een open en toegankelijke omgeving, waarin pragmatisme en vernieuwend denken centraal staan, bekijk dan onze stagemogelijkheden en vacatures op www.linklatersgraduates.nl

Winnaar Gouden Zandloper: snelste groeier 2008 – 2012

315174_holland_297x210 [+3].indd 1 19/06/2012 09:38

Page 20: Juncto - 24.2 / winter 2013

36 Kunstmatige kinderporno

Het voorstel van Van BeekHet legaliseren van niet van echt te onder-

scheiden nepbeelden van misbruik van

kinderen. Het klinkt op het eerste gezicht als

een misselijkmakend voorstel. Kinderporno,

iets wat terecht verboden is, verwerpelijk en

obsceen, zo goed mogelijk door kustenaars

na laten maken en beschikbaar stellen voor

pedofielen die worstelen met hun seksuele

behoeften, gebeurt echter al jaren. Zoals

echte kinderporno een markt heeft, zo heeft

kunstporno dat ook. Zo levensecht, dat de

kunstmatige variant van echt niet meer te

onderscheiden is.

Al sinds het begin van deze eeuw bestaat

de mogelijkheid om computerbeelden zo goed

te laten lijken, dat kinderporno kan worden

gemaakt zonder dat daarvoor kinderen wor-

den misbruikt. Technologie staat steeds minder

in de weg. We zijn nog net niet zo ver dat een

PS3-game van echt niet te onderscheiden is,

maar hoe lang duurt dat nog? Virtuele kinder-

porno is al tien jaar in opkomst en zou volgens

de betogers een uitkomst kunnen bieden. Het

biedt pedofielen een legale uitkomst. Het voor-

komt excessen van pedofielen. Het voorkomt

dat misbruik van kinderen noodzakelijk is voor

de productie van kinderporno. Het verkrimpt

de markt voor kinderporno door een groeiend

aanbod van ‘schoon’ materiaal.

Pedofiele neigingen en kunstpornoJaarlijks behandelt het OM ongeveer 2050

tot 2350 zaken die draaien om seksueel

misbruik van minderjarigen4. Hierbij gaat het

echter enkel om pedoseksuelen, die zich dus

daadwerkelijk schuldig maken aan seks met

minderjarigen. Het aantal Nederlanders met

pedofiele gevoelens is veel groter, maar lastig

vast te stellen. Naar schatting kent onze

bevolking een percentage van 1% aan pedofie-

len5. Dat zou in Nederland betekenen dat het

gaat om 160.000 personen. Daarvan is slechts

een heel klein deel uitgesproken over zijn of

haar geaardheid. Het grootste gedeelte van

de mannen en vrouwen die op kinderen vallen

zien hun eigen geaardheid daarmee dus als

probleem en verzwijgt deze.

Pedofilie is taboe, wordt niet door de samen -

leving getolereerd en daarom massaal opge-

kropt. Omdat we pedoseksualiteit zien als

iets verwerpelijk is dat niet vreemd, maar het

opkroppen van deze gevoelens is iets wat op

den duur tot excessen leiden kan. Dat stelt

oud misdaadverslaggever Peter R. de Vries,

die daarom voor het legaliseren van kunst-

porno pleit: “Er is sprake van een probleem.

Ik heb in mijn vak meegemaakt dat dit enorm

uit de hand liep. Mensen lopen met opge-

kropte gevoelens rond en moeten alles in het

geniep, stiekem doen. En als het dan een keer

gebeurde, nadat het lange tijd was weggedrukt,

dan ging het ook goed fout. Dat heeft letterlijk

de levens van kinderen gekost.6” De Vries

en anderen betuigen in verschillende media

steun aan Van Beeks voorstel tot legaliseren

van kunstporno, waarin dus geen kinderen

worden misbruikt. Volgens De Vries is het van

belang dat het niet vrij verkrijgbaar is en dus

aan streng toezicht onderhevig is of iemand

wel of niet mag worden ‘behandeld’ met de

kunstporno.

Illegaal of legaal?Met de opkomst van kunstporno, is de inter-

pretatie van het woord “afbeelding” in art.

240b Sr. is door de jaren heen flink opge-

rekt. Al in 2002 namen verschillende landen,

waaronder Nederland en de Verenigde Staten7,

maatregelen om ook virtuele kinderporno te

verbieden. Waar het in origine enkel ging om

echte foto’s en films waarin minderjarigen

voorkomen, worden met “afbeelding” inmid-

dels ook bedoeld beelden die echt lijken te

zijn, maar dat feitelijk niet zijn. Het gaat hier

om virtuele beelden, die door de computer

van echt niet van echt te onderscheiden zijn.

Omdat ook voor opsporingsambtenaren en

uiteindelijk de rechter in de toekomst de

virtuele kinderpornografie niet meer te onder-

scheiden zal zijn, ligt het voor de hand dat aan

deze interpretatie zonder wetswijziging niets

verandert en virtuele kinderporno illegaal blijft.

Enige kans van slagen van het voorstel van

seksuoloog Van Beek en anderen is dus een

wetswijziging.

Zelfs met het legaliseren van bepaalde vormen

van kunstporno wordt echter nog niet duide-

lijk of hiermee een probleem wordt opgelost.

Virtuele kinderporno bestaat uit pornografisch

materiaal dat wordt geproduceerd zonder

de directe deelname van kinderen in het pro-

ductieproces. Het gaat dan bijvoorbeeld om

professioneel bewerkte foto’s van echte kinde-

ren, om pornografisch materiaal van volwasse-

nen wat professioneel bewerkt wordt om

er uit te zien als kinderporno of volledig met

een computer ontworpen beeldmateriaal.

In het voorstel van gaat het met name om

materiaal uit de laatste categorie, waarbij het

product dus volledig van de computer komt.

Er is echter een grote behoefte aan echte

voorbeeldporno bij de makers van de kunst-

porno. Voor opsporingsambtenaren is het

niet te zien of virtuele porno is gebaseerd op

echte porno.

De Nederlandse en Amerikaanse waardering

van legaal vs. illegaal is overigens nog mild,

in vergelijking met die in het buitenland.

We stellen enkel niet van echt te onderschei-

den gemanipuleerd materiaal gelijk aan daad-

werkelijke kinderporno. Iets wat significant

anders is in de nog veel strengere wetgeving

van bijvoorbeeld Duitsland en Australië, waar

ieder beeld dat doet denken aan een seksuele

handeling door een minderjarige strafbaar is.

Het verschil wordt duidelijk zichtbaar wan-

neer het gaat om reality gaming. Toen in 2007

bekend werd dat minderjarige spelers van de

game Second Life hun characters in de virtuele

wereld Second Life lieten gebruiken door

characters van volwassen spelers, riep de

Tweede Kamer massaal om een verbod8. In

Nederland is zoiets bij wet echter nog altijd

toegestaan, omdat de afbeeldingen van echt

te onderscheiden zouden zijn.

SlotWetenschappers zijn er niet over uit wat het

legaliseren van door kunstenaars nagemaakte

kinderporno zal zijn. Er zijn weinig onderzoe-

ken die uitkomst bieden, maar de argumenten

voor en tegen worden wel gebaseerd op

mogelijke effecten. Zo zou volgens sommigen

de behoefte aan het betasten van minder-

jarigen juist kunnen worden gestimuleerd

door het zien van voorbeelden in afbeeldingen.

Uit verschillende onderzoeken over reguliere

porno blijkt dat mannen zich daadwerkelijk

anders gedragen door het regelmatig bekijken

van porno9. Het gaat dan zowel om de omgang

met de vrouw in bed, alsook daarbuiten

(seksuele intimidatie op het werk). Waarom

zou dat effect niet ook gelden na het bekijken

van kinderporno, al is het ‘kunst’?

Behandeling van pedofielen die aanvoelen

problemen te krijgen zichzelf in bedwang

te houden, zou volgens de in oktober aan-

gezwengelde discussie het beste gebeuren

door gericht ingezet kunstmatig pornografisch

materiaal. Door de huidige interpretatie van

artikel 240b uit het Wetboek van Strafrecht is

dit zonder wetswijziging onmogelijk. Voor het

legaliseren van virtuele kinderporno, om als

behandeling te gebruiken voor een selectie van

bij specialisten aan te laten kloppen pedofielen,

is een wetswijziging nodig die uitzonderingen

stelt op het verbod op bezit, verspreiden,

etc. etc. etc., van kinderporno of materiaal

wat daar sterk op lijkt.

Wetenschappers zijn er niet over uit wat

het effect ervan zal zijn op kindermisbruik.

De samenleving lijkt nog niet de erkenning op

te kunnen brengen voor pedofilie als geaard-

heid die nodig is om dergelijk virtueel porno-

grafisch materiaal voor een selectieve groep

te legaliseren. Politiek Den Haag lijkt eerder

te pleiten voor een verdergaand verbod op

met computers gemanipuleerd materiaal…

Kunstmatige kinderporno? Of het pervers

is laat ik aan u als lezer. Een uitkomst is het

voorlopig zeker niet.

noten1 ‘Virtuele kinderporno als remedie,’ Trouw, 29 oktober 2012 http://www.trouw.nl/tr/nl/4516/Gezondheid/article/de-tail/3339011/2012/10/29/Virtuele-pedoporno-als-remedie.dhtml 2 ‘Erik van Beek en Peter R. de Vries: virtuele kinder-porno’, DWDD, 31 oktober 2012 http://dewerelddraait-door.vara.nl/media/188641 3 Verdrag (CETS nr. 197) van de Raad van Europa (16 mei 2005) tegen mensenhandel, http://conventions.coe.int/Treaty/ Commun/QueVoulezVous.asp?NT=197&CM=-1&DF=&CL=ENG

4 Cijfers Seksueel-geweld.nl, 20085 Cijfers StopKinderSex, 20086 ‘Erik van Beek en Peter R. de Vries: virtuele kinder-porno’, DWDD, 31 oktober 2012 http://dewerelddraait-door.vara.nl/media/1886417 PROTECT Act of 20038 ‘Kamer wil verbod op kinderporno in Second Life,’ NRC, 21 februari 2007 http://vorige.nrc.nl/thema_archief_oud/nieuws_im/article1772100.ece 9 ‘Morality’, Riverside Drive NY, http://mentalhealth-library.info/library/porn/pornlds/pornldsauthor/links/victorcline/porneffect.htm#Acting

Kunstmatige kinderporno 37

Met computers geproduceerde beelden zouden de drang om naar echte kinder-porno te kijken moeten kunnen indam-men, zo bedacht Van Beek. Sterker nog: het voorkomt kindermisbruik.

Page 21: Juncto - 24.2 / winter 2013

38 Tien jaar in de aandacht Tien jaar in de aandacht 39

oproep: ‘Kunst spreekt de emoties aan, en

doet dat krachtiger dan magistraten of gevan-

genispersoneel. Kunstzinnige projecten, sociaal-

artistieke initiatieven... ze zijn nodig als brood!’.

3. Frankrijk: de affaire PoussinWie ‘kunst en recht’noemt, zal daarbij vaak

in eerste instantie aan dwaling bij de aan- en

verkoop denken. Een bekend arrest betreft

een schilderij van de Fransman Nicolas Pous-

sin. Het betreft hier net als bij onze Kantharos

een geval van verkopersdwaling. De familie

Saint-Arroman had al generaties een schilde-

rij in de familie, waarvan beweerd werd dat

het een Poussin was. Totdat een gewiekste

galeriehouder de Saint-Arromans ervan wist

te overtuigen dat dit niet het geval was. De

familie verkocht het schilderij voor nog geen

€ 400. Toen de nieuwe eigenaar het wilde

verkopen, maakte het nationaal museum het

Louvre gebruik van het wettelijk voorkoop-

recht en de familie kwam achter haar vergis-

sing. Na veel juridisch getouwtrek kregen de

Saint-Arromans het schilderij uiteindelijk weer

terug, waarna ze het verkochten voor ruim

€ 1.200 0006.

Het Poussin-arrest is zo beroemd, dat Walter

Van Gerven het opnam in zijn reeks standaard-

arresten op het gebied van het Europees

contractenrecht7.

4. Nederland: dat kan mijn kleine broertje ookDe Amsterdamse emeritus hoogleraar Eltjo

Schrage heeft iets met kunst: hij afficheert

zich zelfs als ‘oud-hoogleraar kunstrecht’ (aan

de KU Leuven). Het Amsterdamse advocaten-

kantoor Russell is hierin gespecialiseerd. De

twee hebben elkaar gevonden en dat heeft in

2007 geresulteerd in een bundel: De regelen

der kunst III8. Vier onderwerpen komen in dit

boek aan de orde. In de eerste plaats - het

fungeerde op 4 mei 2006 als zijn inaugurele

rede op een TPR-leerstoel aan de KU Leuven

- werpt Schrage de vraag op wat ‘kunst’ is.

Hij doet een poging tot beantwoording aan

de hand van enige vermakelijke casusposities.

Zoals die van de Weense kunstenaarsgroep

Gelitin, die tot afgrijzen van de plaatselijke

notabelen voor de opening van de Salzburger

Festspiele een Arc de Triomphe had ontwor-

pen, welke bestond uit twee zuilen met als

afsluiting een vleeskleurige man van zes meter

uit wiens onderbuik een stevig gevormde

zuil stak, waaruit een forse waterstraal spoot

welke werd opgevangen in de mond van het

beeld. Of van de Zwitsers-Roemeense kun-

stenaar Daniel Spoerri, die een tableau-piège

in het verkeer bracht, dat het werk bleek van

een elfjarige jongen en dat door de kunstenaar

slechts van zijn handtekening was voorzien.

Slaagt Schrage in zijn poging om het wezen

van kunst bloot te leggen? Nee, dat is niet het

geval. Wel kan de door hem bijeengebrachte

casuïstiek bijdragen tot het vinden van een

oplossing voor concrete gevallen .

Op 27 november 2010 werd het prachtig

gerenoveerde Dordrechts Museum weer

opengesteld voor het publiek. Pronkstuk

van de collectie is Jan van Goyen’s Gezicht

op Dordrecht. Enige tijd leek het museum

het zonder dit schilderij te moeten stellen,

want het maakte deel uit van de Goudstikker

collectie. Die werd aan de rechtmatige erfge-

namen gerestitueerd. Dankzij enige gulle geld-

schieters kon het schilderij gelukkig worden

teruggekocht en hangt het weer in volle glorie

in het museum. De teruggave van roofkunst

is in ons land een hot item. Goudstikker, de

Koenigs collectie9 - door de nazi’s geroofde

kunst is de eerste casuspositie die ons hierbij

te binnen schiet. Maar wie even verder denkt,

zal zich ook de teruggave van cultuurgoederen

die in de koloniale periode naar het westen

zijn gehaald (Elgin Marbles) herinneren. Iets

minder bekend in ons land zijn de acties tot

restitutie van cultuurgoederen van Indianen

en andere oorspronkelijke bewoners. De

bundel voor de Amsterdamse IE-expert Egbert

Dommering bevat een opstel over kunst: Frank

1. InleidingSoms hangt een onderwerp ‘in de lucht’.

Overal springen auteurs er op in. Zo’n onder-

werp is al enige jaren kunst en recht. Uit vele

landen bereikten ons de afgelopen jaren publi-

caties over dit onderwerp. Vijf stelsels wil ik in

deze bijdrage belichten: (2) België, (3) Frankrijk,

(4) Nederland, (5) Duitsland en (6) Zwitser-

land1. Ik beperk mij tot beeldende kunst. Dans,

film, muziek en andere kunstuitingen zijn goed

voor een afzonderlijke bijdrage en blijven

daarom in dit overzicht buiten beschouwing.

Doel van deze bijdrage is een idee te geven

van een – klein – deel van de omvangrijke

literatuur over kunst en recht. Een deelthema

hierbinnen dat nog weinig aandacht heeft

gekregen2 – maar daar komt binnenkort onge-

twijfeld verandering in – is dat van subsidiëring

van kunst. Een ander deelthema staat daaren-

tegen juist centraal in de belangstelling en dat

is het auteursrecht. Daaraan is zoveel aandacht

gegeven, dat ik het hier eveneens niet zal be-

handelen. Hetzelfde geldt voor kunstveilingen3.

2. België: kunst bij reïntegratie van gedetineerdenAntwerpen is een van de eerste universitei-

ten, waar het onderwerp ‘kunst en recht’ met

het boek van Karel Rimanque (1985) tot een

publicatie heeft geleid. Tweeëntwintig jaar

nadien verscheen onder redactie van Frederik

Swennen – die dit jaar op een TPR-leerstoel

aan onze faculteit verbonden is - een gelijk-

namige bundel waarin de actuele beeldende

kunst centraal staat4. Het boek opent met een

verhandeling van Jan Velaers over ‘De kunst-

vrijheid als vrijheid van meningsuiting en de

grenzen ervan’ (p. 1-25). Het eindigt met een

verhandeling van Karel Rimanque over het

wezen der kunst (p. 375-388). De auteur ziet

wel iets in de oplossing van het UNESCO-

verdrag van 1970, waarin kunst als cultuurgoed

wordt bestempeld. Tussen deze twee bijdragen

vinden we opstellen van Vincent Sagaert over

de handel in kunstvoorwerpen (p. 55-72, met

aandacht voor de veroordeling door het Hof

te Straatsburg van de uitoefening van een

voorkooprecht door de Itali¬aanse staat op

het schilderij ‘Portret van een jonge boer’ van

Vincent van Gogh), Renate Barbaix over de

schenking en vererving van kunstverzamelingen

(p. 73-94), Aloïs Van Oevelen over de rechts-

verhouding tussen beeldend kunstenaar en

galeriehouder (p. 115-135: meer aandacht voor

de juridische aspecten is gewenst) en Hendrik

Vanhees over de Europese volgrecht-richtlijn5

(p. 349-373). Voorts is er ruimschoots aandacht

voor het sociaal en het fiscaal statuut van de

beeldend kunstenaar.

‘Kunst en strafrecht’ is de titel van het ver-

rassende opstel van Joëlle Rozie (p. 27-54).

Verrassend omdat het opstel niet - alleen -

over vervalsers en oplichters gaat, maar ook

een taak voor de kunst ziet bij de reïntegratie

van de gedetineerde in de samenleving. Met

instemming citeert de auteur de volgende

Tien jaar in de aandacht

Tekst door Ewoud Hondius

Thema

Of van de Zwitsers-Roemeense kun-stenaar Daniel Spoerri, die een tableau-piège in het verkeer bracht, dat het werk bleek van een elfjarige jongen en dat door de kunstenaar slechts van zijn handtekening was voorzien.

‘Kunst en strafrecht’ is de titel van het verrassende opstel van Joëlle Rozie. Verrassend omdat het opstel niet – alleen – over vervalsers en oplichters gaat, maar ook een taak voor de kunst ziet bij de reïntegratie van de gedeti-neerde in de samenleving.

Page 22: Juncto - 24.2 / winter 2013

Kuitenbrouwer schreef over ‘Oorlogskunst:

de moreel-beleidsmatige aanpak’, waarin hij

de Goudstikker-zaak en de opmaat daartoe -

de zaak-Gutmann - analyseert10. In ons land is

het enerzijds de restitutiecommissie, vooraf-

gegaan door de Commissie herkomst gezocht

(commissie-Ekkart), die zich met adviezen

aan de minister van cultuur over het al dan

niet teruggeven bezighoudt. Anderzijds zijn

er processen voor de rechter, getuige de

recente publicaties hierover van Wouter

Veraart en Laurens Winkel, alsmede van

Herman Schoordijk .

Rechtsherstel is ook het thema van het

tweede deel van het boek van Schrage. Deze

schetst de lotgevallen van Goudstik¬kers

schilderijen die gedurende de oorlog in

Duitse handen waren gevallen en vervolgens

voor een deel in het Bonnefanten museum

te Maas¬tricht waren beland. Uiteindelijk

bepaalde de Nederlandse regering dat vrijwel

alle schilderijen aan de erfgenamen moesten

worden gerestitueerd. Ook de vijf schilderijen

van Gustav Klimt moesten volgens een beslis-

sing van het Oostenrijkse Oberste Gericht

aan de erfgenaam worden teruggegeven.

In hoofdstuk 3 komt het in veler ogen centrale

thema - echt of vals - aan bod11. Iemand koopt

een beeld van Rodin dat met behulp van de

originele mal, maar vele jaren na diens over-

lijden, is gegoten. Echt of vals? De naam Han

van Meegeren kan in mijn familie nog tot grote

woede leiden: voor een van zijn Vermeer-ver-

valsingen gebruikte hij een doek van de schil-

der Abraham Hondius. Echt of vals? Anders

dan men zou menen, zijn het de Duitsers die

in deze zaken een afwijkende lijn hebben ont-

wikkeld. Bij de verkopersdwaling komt onze

kantharos van Stevensweert12 nog altijd een

ereplaats toe, samen met de Duitse Ming-zaak

en de in nr. 3 genoemde Poussin-affaire.

Het vierde hoofdstuk gaat over de rechtspo-

sitie van de restaurateur. In ons land kwam

deze in het bijzonder aan het licht in de zaak

Goldreyer/gemeente Amsterdam. Het ging

daar om de restauratie van Barnett New-

man’s Who’s afraid of Red, Yellow and Blue

III. Dat doek was in 1986 door een vandaal

aan stukken gesneden en voor herstel aan de

Newyorkse restaurateur Goldreyer (1927-

2009) toevertrouwd. Bij terugkeer leek het

er verdacht veel op dat de restaurateur het

doek met een verfroller had overgeschilderd.

Dat leidde tot een flinke rel. Tegenover de

vordering van het Stedelijk Museum stond de

eis van Goldreyer tot vergoeding van EURO

100 miljoen vanwege beschadiging van zijn

reputatie. Dat leidde tot een schikking waaraan

Goldreyer zijn fee van ruim € 350 000 plus

$ 170 000 aan schikkingskosten overhield13.

Twee thema’s blijven bij Schrage on(der)belicht:

de eigendom van kunstwerken en de straf-

rechtelijke kant. Goederenrechtelijke aspecten

komen aan de orde in de door Ars Aequi

bekroonde Utrechtse master-scriptie van Pia

Lokin14 en in een bijdrage van Tessa Leese in de

Groninger opmerkingen en mededelingen van

2006. Daarin analyseert deze laatste ‘Romeinse

schilderkunst op andermans paneel: Wie wordt

eigenaar van de tabula picta?’ (p. 113-130).

Volgens de ene school was dat de schilder,

volgens de andere de eigenaar van het paneel.

Het is verleidelijk om deze strijd te herleiden

naar die tussen Proculiani en Sabiniani, maar

daar is in dit geval geen reden toe. Die strijd

is overigens wel het thema, waar de auteur

haar proefschrift aan wil wijden. Zij komt tot

de conclusie dat het hier geschetste vraagstuk

geen theoretisch, maar een praktijkprobleem

was. Gaius deed nog niet veel meer dan het

probleem signaleren; Paulus liet beide kanten

zien en Justinianus tenslotte kwam met een

oplossing: de schilder wordt eigenaar, immers

ridiculum est (...) picturam (...) in accessionem

vilissimae tabulae cedere (p. 120)15. Dat is ge-

ruststellend voor de erven van Karel Appel, die

immers in zijn jonge jaren vanwege chronisch

geldgebrek ook verf stal om zijn kunstwerken

mee te schilderen.

Strafrechtelijke aspecten van kunst komen -

in het licht van zijn kunstzinnige gaven niet

onverwacht - aan de orde in twee bijdragen in

de bundel Constante waarden die bij gelegen-

heid van zijn afscheid werd aangeboden aan

de Utrechtse hoogleraar Constantijn Kelk16.

Frans Koenraadt vergelijkt de kunstvervalsing

door de eerder vermelde Han van Meegeren

(‘de Emmaüsgangers’) met de moedwillige

vernieling van vijftig kunstwerken (waaronder

drie Rembrandts) in Duitsland door Hans-

Joachim B. Hoewel de zaken sterk verschillen,

zijn er ook overeenkomsten: beider optreden

heeft zowel nationaal als internationaal veel

aandacht gekregen, terwijl de daders in een

relatief isolement leefden en zich miskend

voelden (p. 615-625). Tom Schalken bespreekt

de EHRM-zaak Vereinigung Bildender Künstler

c. Oosten¬rijk. Hierin zegevier¬de de vrijheid

van artistieke expressie. Schalken wijst er op

dat dit kantje boord was: de stemverhouding

in het Hof was vier tegen drie17.

5. Duitsland: intermuseaal leenverkeer Fiscaal recht maakt meer dan de helft uit van

een Duitse bundel over kunst en recht onder

redactie van Klaus Ebling en Marcel Schulze18.

Na een algemene inleiding en een beschouwing

over de internationale aspecten van de hand

van de tweede redacteur, volgt een onderdeel

over de kunstenaar en zijn werk, onderver-

deeld in opstellen over eigendom en bezit

van Kurt Siehr (p. 47-54), auteursrecht van

Wilhelm Nordemann (p. 54-94) en de sociale

verzekering van Marcel Schulze (p. 94-103).

Een goed geschreven onderdeel is dat over

Kulturgüterschutz van Kurt Siehr (p. 104-

150). Dit wordt gevolgd door het onderdeel

‘Kunstvermarktung’ met beschouwingen over

de auteursrechtelijke visie van Gernot Schulze

(p. 151-197) en over leenverkeer (p. 198-241)

en expertise (p. 242-245) van Kirchmaier.

Het boek wordt afgesloten met een heel dik

hoofdstuk van de eerste redacteur (p. 247-

500) en een aanzienlijk dunner hoofdstuk van

Rüsken, beide over belastingrecht (p. 501-519).

Dit boek heeft een geheel andere benade-

ring dan dat van Schrage. Het is vooral op de

uitvoerend kunstenaar gericht en lijkt daarmee

meer op de Belgische bundel. Vandaar dat

een Kantharos-zaak weinig aandacht krijgt.

Het is evenmin de eerste Duitse bundel over

kunst en recht. Enkele jaren geleden (2004)

verscheen van Haimo Schack Kunst und Recht

terwijl Erik Jayme er bijna een heel oeuvre aan

heeft gewijd.20

Isabel Kühl schreef een monografie over inter-

museaal leenverkeer21, wat tevens het thema is

van een bijdrage in de feestbundel voor Peter

Badura22. Bernard Kempen schrijft hierin over

‘Internationaler Kulturgüteraustausch: Die

Bedeutung der “Rechtsverbindlichen Rück-

gabezusage”’ (p. 1079-1097). De uitwisseling

van kunstschatten is van onschatbare waarde

voor het opzetten van tentoonstellingen. Toch

zijn daar ook gevaren aan verbonden. In 1991

toonde het Wallraff-Richartz museum te

Keulen een uit Tsjechië geleend schilderij van

de Nederlandse schilder Pieter van Laer. De

vorst van Liechtenstein begint vervolgens een

proces tot teruggave van dit beweerdelijk

tegen het einde van de tweede wereldoorlog

van zijn familie geroofde bezit. Het Landgericht

Köln wijst de vordering af (IPRax 1996, 419),

evenals nadien het Bundesverfassungsgericht

(IPRax 1998, 482) en het Europese Hof voor

de rechten van de mens (42527/9¬8). Om

aan verwikkelingen als deze - de auteur geeft

nog meer voorbeelden - te ontkomen, heeft

de Duitse wetgever in § 20 van het Gesetz

zum Schutz des deutschen Kulturgutes gegen

Abwanderung aan de overheid de bevoegdheid

gegeven een teruggaafgarantie van geleende

kunstvoorwerpen te geven. Deze wet betreft

de omzetting van een Europese richtlijn, maar

het genoemde wetsartikel is eigen Duitse vin-

ding. De bepaling is in de ogen van de auteur

geldig, ook tegenover aanspraken van buiten-

landse overheden.

Tien jaar in de aandacht 4140 Tien jaar in de aandacht

De naam Han van Meegeren kan in mijn familie nog tot grote woede leiden: voor een van zijn Vermeer-vervalsingen gebruikte hij een doek van de schilder Abraham Hondius. Echt of vals?

Slaagt Schrage in zijn poging om het wezen van kunst bloot te leggen? Nee, dat is niet het geval. Wel kan de door hem bijeengebrachte casuïstiek bijdragen tot het vinden van een oplossing voor concrete gevallen

Page 23: Juncto - 24.2 / winter 2013

42 Tien jaar in de aandacht

6. Zwitserland: restitutie van cultuurgoederenNiet alleen in ons land, maar ook elders leeft

het thema van geroofde kunst, getuige het

Baseler Habilitationsschrift van Beat Schö-

nenberger23. Toen deze als griffier verbonden

was aan het gerecht van Basel-Stadt, kreeg

hij te maken met het dossier van Kandinsky’s

Improvisation X. Dat inspireerde hem tot het

schrijven van dit boek en het vormt ook het

begin van de beschrijving van een aantal groe-

pen gevallen. Kandinky’s schilderij was in 1926

door de moeder van eiser uitgeleend aan het

provinciale museum te Hannover. De moeder

emigreerde naar de Sowjet-Unie en het schil-

derij kwam als entartete Kunst in handen van

een kunsthandelaar te Basel. Deze verkocht

het aan een andere kunsthandelaar die het

schilderij schonk aan het door hem opgerichte

Beyeler museum, waar de Kandinsky het

pronkstuk van de collectie is. De zaak eindigde

met een schikking die ertoe leidde dat het

schilderij in het museum bleef hangen.

Na een schets van een aantal andere zaken

en een analyse van de kenmerken hiervan

geeft de auteur een overzicht van mogelijke

rechtsvorderingen. Vervolgens bespreekt hij

verweermiddelen tegen vorderingen tot terug-

gave, zoals ontbreken of verlies van eigen-

dom, verjaring, publiekrecht, bescherming van

bezitters te goeder trouw, exportverboden

en immuniteiten. Hij besluit zijn studie met

een overzicht van nieuwe ontwikkelingen en

internationale instrumenten zoals de Haagse

Conventie van 1954, de Europese richtlijn van

1993 en de UNESCO Conventie van 1970.

Hij voorziet nog geen einde aan de beweging

tot versterking van het recht op teruggave.

noten1 Ik maak hierbij gebruik van eerdere boekaankondi-gingen in NTBR.2 Zie evenwel Inge van der Vlies, Jan Kabel, Nathalie Idsenga, Kunst, recht en beleid, Den Haag: Boom, 2009, 231 p.3 Zie R. Klomp en T.A. Schiphof, Kunst onder de hamer/Juridische aspecten van veilingkoop, Den Haag: Boom, 2009.4 Frederik Swennen (red.), Kunst en recht, Antwerpen: Intersentia, 2007, 388 p.5 Richtlijn 2001/84/EG, waarover R.J.Q. Klomp, Volgrecht/Het recht van de kunstenaar bij doorverkoop van zijn werk, Amstelveen: De Lex, 2008.6 Zie voor de diverse vindplaatsen Muriel Fabre-Magnan, Les obligations, Paris: Presses Universitaires de France, 2004, p. 273 e.v.7 Hugh Beale et al. (red.), Cases, materials and text on contract law, tweede druk, Oxford: Hart, 2010, p. 476.8 E.J.H. Schrage, De regelen der kunst III, Amster¬dam: Russell Advo-caten, 2007, 152 p.9 Wie geen toegang heeft tot de Russell-bundel kan dit onderdeel ook raadple-gen in E.J.H. Schrage, Dat kan mijn kleine broertje ook! Over het onderschei-dend vermogen van het begrip ‘kunst’ in het recht, TPR 2005, p. 1147-117910 Nico van Eijk en Bernd Hugenholtz (red.), Dommering-bundel/Opstel-len over informatierecht aangeboden aan prof. mr E.J. Dommering, Amsterdam: Cram¬winckel, 2008, p. 211-220.11 Zie daarover ook René Klomp, Valse kunst en het privaatrecht, en Constantijn Kelk, Valse kunst en het strafrecht, Nijmegen, 2011.12 Zie daarover de mooie Wijn & Stael-bundel van W.M.J. Bekkers en A.A.H.M.

Gommers (red.), De kantharos/Over recht en onecht in de rechtspleging, Deventer: Kluwer, 1998, 142 p.13 Google: Goldreyer Ste-delijk Museum (5 november 2012).14 Pia Lokin, De huwelijks-nacht van Tobias en Sarah, een Salomonsoordeel?, Ars Aequi 2008, p. 187-195.15 In: J.H.A. Lokin en anderen (red.), Magazijn voor leerstellige rechts-vergelijking op historische grondslag/Groninger op-merkingen en mededelingen 2006, Groningen: Chimaira, 2006, p. 113-130 p. 16 A.A. Franken, M. de Langen, M. Moerings (red.), Constante waarden/Liber amicorum prof. mr. Constantijn Kelk, Den Haag: Boom, 2008, 683 p.17 P. 635-647.18 Klaus Ebling, Marcel Schulze (red.), Kunstrecht, München: Beck, 2007, 536 p.19 Haimo Schack, Kunst und Recht, Köln: Heymann, 2004, 381 p.20 Erik Jayme, Gesam-melte Schriften, Heidel-berg: C.F. Müller, Band I: Nationales Kunstwerk und Internationales Privatrecht, 1999.21 Isabel Kühl, Der inter-nationale Leihverkehr der Museen, Köln: Heymann, 2004, 163 p.22 Michael Brenner, Peter M. Huber, Markus Möstl (red.), Der Staat des Grund-gesetzes - Kontinuität und Wandel/Festschrift für Pe-ter Badura zum siebzigsten Geburtstag, Tübingen: Mohr, 2004, 1283 p.23 Beat Schönenberger, The restitution of cultural assets/Causes of action – obstacles to restitution – developments, Habilitations-schrift Basel 2008, Bern : Stämpfli, 2009, 270 p.

Wij dachten: we laten studenten zelf een business course samenstellen. Scheelt ons een hoop werk en jullie

hebben een ideale business course. Wekenlang hebben we gezocht naar een landhuis in het buitenland met

een club in de buurt. Hadden we er eindelijk één gevonden, bleek dat je in de buurt niet kan zeilen. Wel bowlen,

maar ja, dat willen jullie niet. Ook bleek de partner bij wie jullie zo graag willen dineren zo’n 582 kilometer

verderop te wonen. Je begrijpt: we zijn er nog niet helemaal uit. Het enige wat we nu weten is dat we naar het

buitenland gaan en dat we overnachten in een landhuis. Meer details maken we binnenkort via de site bekend.

Je kunt je overigens wel al inschrijven. Dat raden we sowieso aan, want het wordt hoe dan ook een business

course die je niet wilt missen. brauwjeeigenbusinesscourse.nl

persoonlijke ontwikkeling

Het BUitenlAnD

60% inHoUD...

trAnsActieprAktijk

Dineren Bij een pArtner tHUis

Zeilen

...en 40% FUn

BrauW Je eigen BuSineSS cOurSe: de uitslag

Jullie worden bedankt!

21 t/m 24 februari 2013

een spreker van De BrauwlAnDHUis

BUsiness cAsUAl

10 - 20 studenten

Page 24: Juncto - 24.2 / winter 2013

Dit nummer is Juncto op bezoek geweest bij Van Doorne en Simmons & Simmons. Wil je binnenkort stage lopen of ben je op zoek naar een baan? Misschien zijn deze kantoren dan wat voor jou!

Kantoorspecial Van Doorne – p.45

Kantoorspecial Simmons & Simmons – p.48

Carrière

Van Doorne 45

‘Het Amsterdamse kantoor telt circa 270 mede -

werkers. Naast een grote en hoogwaardige trans-

actiepraktijk heeft ons kantoor een toonaange-

vende procespraktijk en een notariaat. Tevens tre-

den wij op als rijksadvocaat voor het Ministerie

van Financiën en de Belastingdienst.’

Onder het genot van een kop koffie te midden

van een moderne vergaderzaal beginnen wij

het interview met Anneloes van Uhm, advocaat-

stagiaire bij Van Doorne.

Anneloes van Uhm heeft haar studententijd

doorgebracht in Utrecht en zowel haar Bachelor

als ook de Master Privaatrecht aan de Universi-

teit van Utrecht afgerond. Momenteel is zij ruim

een jaar werkzaam als advocaat-stagiaire op

de sectie Banking and Finance bij Van Doorne.

Een gemiddelde werkdag bij Van Doorne ‘Mijn gemiddelde werkdag is moeilijk te omschrij-

ven. Rond 9 uur begin ik de dag met een kop

koffie en neem ik mijn e-mail door. Mede aan de

hand hiervan stel ik een lijstje met prioriteiten

op. Echter, een dag bij Van Doorne loopt nooit

zoals ik het gepland had. Dit maakt het werk

afwisselend en uitdagend. Iedere dag is weer

anders.’ Op haar afdeling Banking and Finance

houdt zij zich met name bezig met financierings-

transacties en financiële herstructureringen.

Zij heeft het hier erg naar haar zin en komt veel

in aanraking met het goederenrecht en dan meer

specifiek het zekerheidsrecht. Daarnaast houdt zij

zich ook bezig met financiële toezichtwetgeving.

‘Europese regelgeving passeert hierbij onontko-

melijk ook de revue.’

De sfeer is volgens Anneloes erg belangrijk en

kan veelal doorslaggevend zijn bij de keuze voor

een bepaald kantoor. Ze beschrijft Van Doorne

niet als formeel. ‘Er bestaat geen enorme afstand

tussen partners en junioren, al wordt er wel

van je verwacht eerst zelf te hebben nagedacht

voordat je met een vraag komt aankloppen.’

Jezelf ontwikkelenBinnen Van Doorne zijn er verscheidene oplei-

dingsmogelijkheden. Zo is het kantoor aangeslo-

ten bij de Law Firm School.‘Dit is niet alleen erg

leerzaam maar het is ook leuk om ervaringen uit

te wisselen met advocaat-stagiaires van andere

kantoren en goed voor je (juridische) netwerk.’

Anneloes vult aan: ‘als je net begint, dan geeft

het echt een kick om te zien hoeveel je kan leren

in zo’n korte tijd – zowel bij de Law Firm School

als in de praktijk. Er komen ambitieuze advo-

caat-stagiaires van meerdere kantoren en men

krijgt onderwijs van toonaangevende sprekers,

waaronder hoogleraren en ervaren advocaten.’

Daarnaast biedt Van Doorne ook inhoudelijke

cursussen aan, zoals Legal English of trainingen

op het gebied van onderhandelen. Los van deze

specifieke opleidingen en cursussen moet in het

achterhoofd worden gehouden dat een kantoor

als Van Doorne een enorme hoeveelheid kennis

en knowhow in dienst heeft, waardoor je in feite

nooit uitgeleerd bent. Bovendien worden iedere

dinsdag de nieuwste zaken besproken tijdens

de jurisprudentie-lunches.

Mogelijkheden voor studentenDe praktijk verschilt heel erg van de theorie en

ze raadt daarom iedere student aan stage te gaan

lopen. ‘Een stage is de beste manier om praktijk-

ervaring op te doen en er achter te komen of

de advocatuur echt iets voor je is.’ Bovendien

kun je jouw eventuele keuze voor een bepaald

kantoor en rechtsgebied hierna beter onderbou-

wen bij toekomstige sollicitaties.

Van Doorne biedt je als WO student de gelegen-

heid om een stage van twee maanden te lopen

‘Om een optimaal beeld te geven van onze

werkwijze, word je bij een medewerker op

de kamer geplaatst. Je houdt je bezig met het

voorbereiden van onder meer rechtszittingen

en processtukken. Je woont besprekingen en

zittingen zoveel mogelijk bij en je ‘loopt mee’ in

Van Doorne

Tekst door Christiaan Bos en Lennart Jilesen

Carrière

Page 25: Juncto - 24.2 / winter 2013

46 Van Doorne

kort gedingen.’ Als stagiaire draai je dus volledig

mee en ben je uiteraard ook welkom op de

jurisprudentie lunches, vrijdagmiddagborrels en

andere kantooractiviteiten die gedurende deze

twee maanden plaatsvinden.

Ook is het mogelijk te solliciteren naar een

juridisch assistentschap. Als juridisch assistent

werk je 1 of 2 dagen per week voor een periode

van minimaal 3 maanden bij een praktijkgroep

en verricht je verschillende juridische ondersteu-

nende werkzaamheden. Het betreft hier veelal

studenten die al een stage hebben gelopen, al is

dit geen vereiste om te solliciteren.

Het beste van beideVan Doorne biedt het beste van twee werelden.

Het is een kantoor met zowel nationale als

inter nationale cliënten in het bedrijfsleven, de

non-profitsector en de overheid. Naast juridisch

uitdagende zaken weet het kantoor het overzicht

te bewaren om zo een prettige en persoonlijke

werksfeer te creëren.

Binnen het kantoor zelf worden dan ook regel-

matig in teamverband activiteiten georganiseerd.

Zo doen er altijd verschillende advocaten en

notarissen mee met de zuid-as run en de dam

tot dam loop. Er vindt ieder jaar een zomerfeest,

kerstfeest en skivakantie plaats. Daarnaast is het

mogelijk om deel te nemen aan kantoorhockey

of voetbal. Ook wordt er voor alle stagiaires en

medewerkers jaarlijkse een weekend georgani-

seerd. Voor ultieme ontspanning kan men zijn of

haar toevlucht vinden op de eerste etage, waar

zich een uiterst authentiek bruin café huisvest

te midden van Van Doorne’s moderne interieur.

Mocht je verdere vragen hebben?

Dan kunnen jullie altijd een email sturen:

[email protected]. Kijk voor meer

informatie over Van Doorne op

www.werkenbijvandoorne.nl.

Van Doorne biedt het beste van twee werelden. Het is een kantoor met zowel nationale als internationale cliënten in het bedrijfsleven, de non-profitsector en de overheid.

Simmons & Simmons is een internationaal

kantoor. In Londen werken 450 advocaten,

op het Nederlandse kantoor 80 advocaten,

(kanididaat-)notarissen en fiscalisten. Hiernaast

zijn er vestigingen in Azië, het Midden Oosten

en de rest van Europa. Hoewel de omvang van

het kantoor op de Zuidas relatief klein is, doet

Simmons & Simmons wel grote internationale

zaken, waar onder de Samsung zaak. Van oor-

sprong is Simmons & Simmons een Neder-

lands kantoor dat in 2002 is gefuseerd met het

Engelse kantoor. “De sfeer die er hangt is een

lekker Hollandse nuchterheid. Maar we zijn

natuurlijk een internationaal kantoor en we

proberen dan ook veel van onze medewerkers

de kans te geven om in het buitenland ervaring

op te doen,” aldus Willemijn.

De praktijk van Simmons & Simmons bestaat

voor 50 procent uit litigation en 50 procent uit

transacties. Ook is er een samenwerking met

een rechtsbijstandsverzekeraar voor advocaat-

stagiaires om proceservaring op te doen.

“Doordat de belangen in die zaken kleiner zijn,

heb je binnen een paar dagen dat je hier werkt

al je eigen zaak met je eigen verantwoordelijk-

heid. Dit natuurlijk wel onder supervisie van

een ervaren advocaat” De praktijkgroepen

zijn heel divers. Naast Dispute Resolution,

is Simmons & Simmons sterk in Financial

Markets en Corporate M&A.

De sfeer op het kantoor is informeel, dat komt

voort uit de Nederlandse roots. Bijna alle

partners zitten met een advocaat-stagaire of

medewerker op de kamer. “We hebben elke

vrijdag een informele borrel op kantoor en

iedere laatste donderdag van de maand een ge-

organiseerde borrel waarbij iedereen aanhaakt.

Dat is altijd heel gezellig, iedereen kent elkaar

doordat je met circa 80 personen bent.”

Willemijn licht toe dat een student-stage bij

Simmons & Simmons duurt in beginsel twee

maanden. “De mogelijkheid om als werkstu-

dent aan de slag te gaan is beperkt en hangt af

van de praktijkgroep. Dit bieden we bijvoor-

Do you see the world like we do?Simmons & Simmons

Tekst door Gwenn Korteweg en Yasemin Karadavut

Carrière

De sfeer op het kantoor is informeel, dat komt voort uit de Nederlandse roots. Bijna alle partners zitten met een advocaat-stagaire of medewerker op de kamer

Op een sneeuwachtige maandag begin december reisden wij af naar de Zuidas. Op het kantoor van Simmons & Simmons werden we gastvrij ontvangen door recruiter Willemijn van Bekkum. Zij gaf ons de nodige informatie.

Simmons & Simmons 47

Page 26: Juncto - 24.2 / winter 2013

48 Simmons & Simmons Simmons & Simmons 49

Voorafgaand aan het interview

deelde Bas Berghuis van Woortman

mede dat Samsung zelf geen uitspra-

ken doet over lopende zaken, dus dat

hij als advocaat van Samsung daar

ook geen uitspraken over kan doen.

Wie zijn de advocaten die Samsung vertegenwoordigen in Nederland?Laurens is medewerker en werkzaam bij Sim-

mons & Simmons op de afdeling Intellectual

Property. Binnen de Samsung-zaak richt hij zich

op de vormgeving. Hierbij kun je denken aan

het uiterlijk van telefoons en tablets. Laurens

heeft in Maastricht gestudeerd en is afgestu-

deerd op Internationaal en Europees recht.

Bas is partner en richt zich voornamelijk op de

technologie. Bas heeft gestudeerd in Nijmegen

en is afgestudeerd op Europees recht.

Waarom hebben jullie gekozen voor Simmons en Simmons?Laurens: Ik was voordat ik bij Simmons &

Simmons werkte student-stagiair bij Simmons

& Simmons. Dit kantoor trekt mij aan omdat

het een vrij jong kantoor is en een erg goede

sfeer hangt.

Bas: Simmons & Simmons bood mij de moge-

lijkheid om de afdeling Intellectuel Property op

te zetten en uit te breiden op de manier zoals

ik dat voor me zag. Alle medewerkers op deze

afdeling die zich bezig houden met octrooi-

recht hebben een technische achtergrond. Dit

vind je bij geen enkel ander kantoor, en dat is

wat onze afdeling uniek maakt in de kwaliteit

van dienstverlening. Binnen dit kantoor is naast

aandacht voor je werk als advocaat veel aan-

dacht voor jezelf als persoon en je opleiding.

Simmons & Simmons is heel internationaal. In

de Samsung-zaak heeft Laurens bijvoorbeeld

ook in Engeland meegeholpen. Hij heeft een

tijdje in Londen gewoond en was onderdeel

van het IP team daar. Het is leuk om in andere

jurisdicties te kijken en werk te verrichten

waar dat gedaan moet worden.

Laurens: Ja, het scheelt de cliënt enorm in tijd

en kosten en inhoudelijk is de zaak niet anders.

De uitleg van de rechter kan soms iets anders

zijn maar daar heb je je Engelse collega’s voor.

Wat kunnen jullie ons vertellen over de Samsung en Apple zaak?Bas: De Samsung/Apple-zaak is niet de

grootste zaak die Simmons & Simmons heeft

gehad, maar qua media aandacht is het wel de

grootste zaak die het meest nadrukkelijk het

profiel van de afdeling heeft vormgegeven. Met

name one-liners worden breed uitgemeten op

internet. Veel van onze zaken hebben betrek-

king op farmacie. Toch een minder ‘hip’ onder-

werp. De media geeft in de nieuwsberichten

de uitspraken van de rechtbank vaak volledig

verkeerd weer. De procedure is begonnen in

juni 2011 met een dagvaarding van Apple. Uit-

eindelijk werd alles afgewezen door de rechter

op 1 oudere variant van Android na. Gelijk

de dag na het vonnis stond er in de krant:

“Samsung is Apple kopie”. Op deze manier

wordt Samsung door het grote publiek toch

gezien als een Koreaanse copycat. In het begin

van de zaak ging het voor Apple redelijk goed.

beeld soms aan na een goede student-stage.

Als een stage van twee maanden je niet goed

uit komt, kan er gekeken worden naar een

stage op maat. Alles is te overleggen, maar er

moet natuurlijk wel plek zijn binnen de prak-

tijkgroep van jouw keuze.”

Bij Simmons & Simmons wordt proactiviteit

verwacht, je moet zelfstandig zijn en overal

binnen durven lopen. Laat zien wie je bent,

vraag dus ook aan partners om werk, ook al

is die drempel wellicht wat hoger! Tip: Wees

voorbereid voor een sollicitatie, je moet weten

waarom je ergens wilt werken.

“Op het CV kijk ik onder andere naar buiten-

landervaring, juridische interesse tijdens je

studie en of je actief bent geweest in je stu -

dententijd. Daarnaast zijn Master cijfers en

het cijfer voor je scriptie belangrijk. In de

bachelor moet een stijgende lijn te zien zijn.

Het gaat er vooral om dat je laat zien welke

vakken je interessant vindt. Je hoeft heus niet

alles te hebben, we kijken ook naar de student

achter de papieren. We kijken naar wie jij bent,

het totaalpakket, dus wees jezelf.” Tip: Als je

wilt solliciteren, bel dan van te voren met de

recruiter of kom een keertje langs zodat ze je

al eens gezien hebben!

“We vinden jouw ontwikkeling en opleiding

heel belangrijk.” Als advocaat-stagiaire bij

Simmons & Simmons neem je deel aan de

Law Firm School, een opleiding voor advocaat-

stagiaires die verdieping biedt naast de regu-

liere opleiding van de Nederlandse Orde van

Advocaten. Het eerste half jaar ga je al voor

een paar dagen naar Londen om kennis

te maken met je internationale collega’s.

“Ook bij een student-stage proberen we

studenten zo goed mogelijk te begeleiden.

Je krijgt een evaluatie, tips en aan het eind van

de stageperiode uiteraard een beoordeling.

Daarnaast mag je natuurlijk mee met uitjes.”

The Arbitration ChallengeOp 3 en 11 april 2013 organiseert Simmons &

Simmons ‘The Arbitration Challenge’. Je kunt

kiezen tussen de twee verschillende dagen. Van

te voren krijg je een aantal stukken die je dient

voor te bereiden. Aan het einde van de dag

pleit in het Nederlands voor echte arbiters.

Van beide dagen worden de drie beste deel-

nemers geselecteerd. Deze zes studenten

mogen terug komen om deel te nemen aan

een training Engels pleiten en schrijven. Daarna

zul je met z’n zessen én een aantal advocaten

een dag naar Londen gaan, waar je voor Engelse

partners een arbitrage zal gaan doen. Dit

allemaal binnen twee maanden!

De Apple vs. Samsung-zaakIn de vorige editie van de Juncto

(red: 24.1) werd al aandacht geschon-

ken aan de Apple vs. Samsung-zaak.

Simmons & Simmons vertegenwoor-

digt Samsung in Nederland. Wij inter-

viewden advocaten Mr. Bas Berghuis

van Woortman en Mr. Laurens Kamp.

Binnen dit kantoor is naast aandacht voor je werk als advocaat veel aandacht voor jezelf als persoon en je opleiding. Simmons & Simmons is heel inter-nationaal.

Bas Berghuis

Laurens Kamp

Bas: De Samsung/Apple-zaak is niet de grootste zaak die Simmons & Simmons heeft gehad, maar qua media aandacht is het wel de grootste zaak die het meest nadrukkelijk het profiel van de afdeling heeft vormgegeven.

Page 27: Juncto - 24.2 / winter 2013

50 Simmons & Simmons

Over het algemeen biedt de wetgeving van

vele landen, ook in Nederland, de mogelijkheid

om als IP-houder je rechten vrij hardhandig te

handhaven. Naar mate de tijd vordert komen

de uitspraken meer in het voordeel

van Samsung. Bijvoorbeeld in het vonnis van de

Engelse rechter van juni 2012 zei de rechter

dat de vormgeving van de Apple producten

niet zo uniek is, maar dat het een al langer

bestaande familie van producten is. Je moet als

advocaat duidelijk maken waar het over gaat.

Apple is bekend en heeft een waanzinnig

marktaandeel. Maar dit wil niet zeggen dat

ze het alleenrecht hebben. Natuurlijk lijken

verschillende producten op elkaar, en het is

onze taak om te schetsen wat de achtergrond

is, dan pas kan je de dingen in de juiste

context plaatsen.

Wat valt er op aan de uitspraak in de Verenigde Staten op 24 augustus 2012?Bas: De uitspraak komt niet als een verras-

sing. De Nederlandse rechter doet over een

uitspraak over 1 octrooirecht twee maanden.

De jury in de Verenigde Staten doet daar

drie dagen over voor ongeveer 20 octrooien.

Gelukkig wordt deze ‘interessante manier’ van

rechtspreken niet gevolgd in Europa. De zaak

tussen Apple en Samsung loopt in ongeveer

15 landen en overal is een genuanceerder

beeld te zien.

Hoelang denken jullie dat Apple en Samsung elkaar nog met rechts-zaken zullen bestoken?Bas: Ik had aanvankelijk het idee dat het best

snel zou kunnen aflopen. Tot 5 jaar geleden

werden binnen octrooiland eigenlijk hoofdza-

kelijk rechtszaken over de farmacie gevoerd.

Binnen de farmacie worden namelijk zelden of

nooit licenties gegeven aan concurrenten. In de

elektronica zit dat anders. Vroeger kon je niet

met je Nederlandse telefoon bellen in Japan.

Tegenwoordig is er 1 wereldwijd systeem

voor mobiel bellen. Daarvoor moet dus overal

dezelfde technologie worden gebruikt. Het is

nieuw dat ze in de elektronicasector proce-

deren tot een uitspraak van de rechter.

Laurens: Misschien komt dat ook doordat in

de elektronicasector producten zich minder

onderscheiden op technisch gebied, en er

meer geconcurreerd wordt op vormgeving.

Bas: Dat is deels waar, maar je moet niet verge-

ten dat er altijd speciale technische features

blijven die fabrikant eigen zijn – ook die zijn

belangrijk in de concurrentiestrijd.

Tot slot, willen jullie nog iets kwijt? Bas: Er zijn bijna geen zaken over Nederlandse

octrooien. Het is een wereldwijde markt en

bijna niemand wil zijn producten alleen in

Nederland verkopen. Als partij moet je in alle

landen hetzelfde verhaal vertellen. Wanneer dit

niet gebeurt, komt dat de geloofwaardigheid

van je argumenten niet ten goede. Je moet

zorgen dat het goed gecoördineerd wordt.

Rechters willen weten hoe het zit, er moet

een consistent verhaal zijn. Ons rechtssysteem

is gebaseerd op dat de advocaat alle informatie

naar waarheid en volledigheid moet geven en

daar houden wij ons graag aan

Page 28: Juncto - 24.2 / winter 2013

Study abroad 53

Absolute stilte dankzij oordopjes uitgereikt

door de universiteit. Mensen die in pyjama’s

of sloffen door de rechtenbibliotheek ijsberen.

De geur van kantinevoedsel en koffie welke

achter laptops en boeken worden geconsu-

meerd en een gespannen sfeer waar een enke-

ling die ligt te slapen in zijn cubicle geen last

van schijnt te hebben. Welkom bij examen-

week aan de American University Washington

College of Law waar ik een Master Internatio-

nal Law aan het volgen ben.

Het concept van examens maken wordt hier

duidelijk naar een heel ander niveau getild dan

wij in Nederland gewend zijn. Reparatietoet-

sen zijn niet aan de orde dus moet er geknald

worden. Verwacht daarbij overigens niet met

een uur of twee à drie verlost te zijn van

de examenterreur. Examens komen net als de

Amerikanen in alle soorten en maten. Zo heb

je in-class exams van een uur of drie tot zes

waarbij al dan niet notities mogen worden

gebruikt. Daarentegen kun je ook één van de

ongelukkige zielen zijn die een 24-uurs of zelfs

een 72-uurs tentamen voor zijn kiezen krijgt.

Slapen is tijdens laatstgenoemde examens over

het algemeen zeer gering aan de orde, wat

de merkwaardige taferelen in de bibliotheek

verklaart.

Terugkijkend op mijn afgelopen semester hier

zijn mij meerdere verschillen tussen het stu-

deren van rechten in Nederland en in de Ver-

enigde Staten opgevallen. Waar in Nederland

vrijwel elke rechtenstudent de opmerking “je

wist zeker niet wat je anders moest studeren?”

naar zijn hoofd geslingerd heeft gekregen wan-

neer de studiekeuze onderwerp van gesprek is,

in de VS dwingt de status van rechtenstudent

status en respect af. Daarbij is een rechten-

studie hier ook een zeer weloverwogen keuze

gelet op het torenhoge collegegeld waarmee

je per semester over de brug dient te komen.

Wanneer je beseft hoeveel geld je per vak

betaalt dan zorg je sowieso dat je goed

voorbereid in de les zit en dat je een dikke

A haalt voor je vakken. Maar voor datzelfde

collegegeld wordt dan ook wel zeer goed

gezorgd voor de studenten. Een uitstekende

sportschool, regelmatig gratis lunches ter

gelegenheid van lezingen of andere bijeenkom-

sten en daarbij wordt niets ongemoeid gelaten

om studenten van stress te ontdoen. Zo zijn er

bijvoorbeeld al eens masseurs naar de school

gehaald om pijnlijke schouders te ontlasten of

hebben puppys menigeen doen smelten en al

hun deadline-zorgen (tijdelijk) doen vergeten.

Niet alleen het collegegeld speelt een rol

bij de motivatie van studenten om te nerden

alsof hun leven ervan af hangt, ook de onder-

linge concurrentie is hierbij van belang. Ieder

werkt hier voor zich en hoe slechter jij je

examen maakt hoe voordeliger dit is voor

een ander om hoger in de ranking te komen

van de respectievelijke klas, hoe hoger de

GPA en hoe groter de kans van slagen op de

arbeidsmarkt. Want daar zijn studenten hier

ook al uitgebreid mee bezig tijdens de studie.

Zou je in Nederland worden uitgelachen als

je met een visitekaartje aan komt zetten waar

je status als aankomend afgestudeerde staat

verkondigd, hier is het de normaalste zaak om

te ‘netwerken’ en met dat oogmerk altijd een

paar visitekaartjes bij je te hebben, ook als je

je diploma nog niet op zak hebt. Wat opzich

niet gek is in een stad als Washington D.C.:

de metropool van de internationale politiek en

diplomatiek waar gemiddeld 1 op de 10 mensen

een beroep in de juridische sector beoefend.

Voor nu kijk ik met weemoed terug op het af-

gelopen semester en tevens op mijn studietijd

in Nederland. Ik heb zojuist mijn 24-uurs ten-

tamen afgerond en heb zowaar mijn bed nog

gezien binnen dat tijdspan, al met al niet slecht.

Ondanks alles kijk ik uit naar het aankomende

semester, want uiteraard valt er zoveel meer

te halen uit dit verblijf in Washington D.C. dan

academische verrijking. Halloween, Thanksgiving,

de verkiezingen, trips naar nabijgelegen steden

(New York!), het ontmoeten van mensen

van over heel de wereld en het leren kennen

van een andere cultuur opzich. Nu eerst een

welverdiende vakantie om mij vol goede moed

te gaan storten op mijn laatste semester in

de stad van mijn American dream.

Study abroad Lawschool in de VS

Tekst door Tessa Schuitemaker

Naast je studie

Naast je studieStuderen is belangrijk maar daarnaast bestaan er een hoop leuke nevenactiviteiten die je naast je studie kunt uitoefenen. In deze rubriek vertelt Tessa Schuitemaker hoe het studeren in de VS er aan toe gaat, kun je zien hoe het UUMUN in Cambridge is vergaan en zal duidelijk worden waarom pleiten écht wel leuk is.

Study abroad Tessa Schuitemaker - Lawschool in de VS – p.53

UUMUN in Cambridge: work hard, play hard – p.54

´LAWSOME´, het 9e lustrum der JSVU komt er aan! – p.56

Het Eggens Appèlconcours – p.58

Juridisch Studenten Congres 2012 – Crisis & Recht – p.60

Boek Sonja Ortmans – Recht uit het hart – p.62

Page 29: Juncto - 24.2 / winter 2013

UUMUN in Cambridge 5554 UUMUN in Cambridge

Naast je studie

Na maandenlange intensieve voorbereidingen

konden de ambitieuze studenten van UUMUN

hun opgedane vaardigheden in de praktijk

brengen tijdens de MUN-conferentie op de

befaamde Britse universiteit. Wereldwijd wordt

er een aantal van deze conferenties georgani-

seerd, die bestaan uit een simulatie van de

Verenigde Naties. Tijdens een intensief debat

dat een aantal dagen duurt, wordt elke lidstaat

vertegenwoordigd door studenten vanuit alle

delen van de wereld. In Cambridge toonden

bijvoorbeeld delegaties uit zowel Oxford,

New York als Tokyo zich present.

Gedurende de conferentie buigen de deel-

nemers zich over internationale vraagstukken

binnen verschillende comités zoals de Veilig-

heidsraad, het Internationaal Monetair Fonds

en het Internationaal Gerechtshof. Binnen

de comités wordt een aantal actuele onder-

werpen behandeld, zoals de huidige situatie in

Syrië, de vermeende dreiging van nucleaire wa-

pens in Iran, en immigratie binnen de Europese

Unie. Doel hierbij is om de positie van het land

dat je vertegenwoordigt zo realistisch mogelijk

te representeren. Zoals één van de debatleiders

in Cambridge verkondigde: ‘As of this moment,

you are no longer an individual, but will speak

on behalf of your country.‘ Zeker bij politiek

gevoelige kwesties leidt dit geregeld tot ver-

hitte discussies, waarbij de grootste uitdaging

blijkt om tot een consensus te komen in de

vorm van een ‘resolutie’, een oplossing voor

het desbetreffende probleem.

Na te zijn aangekomen in de historische uni-

versiteitsstad Cambridge, was de Utrechtse

delegatie voornamelijk te vinden in de gewel-

ven van de University Library. Hier werd hard

gewerkt aan inhoudelijke voorbereidingen en

wervelende speeches, om goed beslagen ten

ijs te komen tijdens de conferentie. Na een

paar dagen de sfeer van het studentenleven

in Cambridge geproefd te hebben, kon het

echte werk beginnen. Enkele dagen lang werd

er in verschillende ‘colleges’ zoals het Churchill

en Magdalene College, intensief gedebatteerd

binnen de verschillende comités. Dit gebeurde

niet alleen tijdens formele sessies, maar ook

tijdens informeel debat, waarbij de deelnemers

onderling konden lobbyen en onderhandelen.

De studenten van UUMUN onderscheidden

zich door hun karakteristieke rode outfits;

een gegeven dat hen bij andere deelnemers

van de conferentie de bijnaam ‘the red delega-

tion’ opleverde.

Dat er naast serieuze debatsessies ook nog

ruimte was voor wat minder formele activitei-

ten, werd duidelijk tijdens de MUN Club Night.

Het motto ‘work hard, play hard’ werd hier ten

volle nageleefd door zowel de deelnemers als

de debatleiders en andere leden van de orga-

nisatie, die bestond uit Cambridge studenten.

Maar zelfs tijdens de Club Night bleek er geen

einde te komen aan het lobby-en; met name

op het dakterras van de club werd er gretig

verder onderhandeld.

Op dag twee van de conferentie werden

de deelnemers uitgenodigd voor een formeel

diner, dat plaatsvond in de monumentale grote

zalen van de universiteit. De vergelijking met

de Harry Potter ‘dining hall’ bleek hier niet te

misstaan: aan lange tafels zaten de studenten

per comité bij elkaar en werd het vijfgangen-

diner geserveerd.

Na drie dagen speechen, onderhandelen

en debatteren kwam er een einde aan

Cambridge University International Model

United Nations XXVIII. De conferentie werd

in stijl afgesloten met een ‘Closing Ceremony’,

waarbij de UUMUN-delegatie maar liefst

twaalf prijzen wist te behalen. De ‘red delega-

tion’ was hiermee van alle delegaties de meest

succesvolle; de maandenlange trainingen bleken

hun vruchten te hebben afgeworpen.

Na het avontuur in Cambridge, gaat de huidige

delegatie van UUMUN hard aan de slag om

zich voor te bereiden op de volgende uitdaging:

de Harvard National Model United Nations.

In februari 2013 zullen de UUMUN-studenten

richting Boston vertrekken om daar wederom

de Universiteit Utrecht te vertegenwoordigen.

Op naar Harvard! Voor het laatste nieuws zie

www.uumun.nl.

Hartelijke felicitaties aan de prijswinnaars:Joske Graat (Strafrecht, REBO) - Best delegate

in ICJ

Pieter van Slobbe (ULC) - Best delegate in

European Union

Sophie Reddering (Rechtsgeleerdheid, REBO)-

Best delegate in WIPO

Albert Faber (Geschiedenis, GW) - Beste

delegate in Crisis

Nikki Dekker (ULC)- Best delegate in UNDP

Rens Geerse (B&O, REBO) - Distinguished

delegate in European Union

Machiel van Stralen (University College) -

Honourable Mention in Historical

Quirine Dechesne (NWI, Geo) - Honourable

Mention in IMF

Jens van Straalen (ULC) - Honourable Mention

in Crisis

Victor van Campen (ULC) - Honourable

Mention in WIPO

Lotte Lijnzaad (Gender Studies, GW)-

Honourable Mention in Security Council

Remy Middelhoff (Liberal Arts & Sciences,

GW)- Honourable Mention in WHO

Eind november 2012 toog de delegatie van UUMUN (Utrecht University

Model United Nations) naar Cambridge, om daar deel te nemen aan

de prestigieuze Cambridge University International Model United Nations.

Hierbij sleepten de Utrechtse studenten maar liefst twaalf prijzen in

de wacht; een recordaantal voor UUMUN in Cambridge.

UUMUN in CambridgeWork hard, play hard

Tekst door Petra van Driel

Page 30: Juncto - 24.2 / winter 2013

‘Lawsome’ 5756 ‘Lawsome’

Naast je studie

Beste Rechtenstudent,

‘Je studententijd, dat is de mooiste tijd van je

leven!’ Voor een groot deel van de Utrechtse

rechtenstudenten vormt de JSVU een bijzon-

dere bijdrage aan deze uitzinnige tijd. Met ruim

3000 leden is de JSVU één van de grootste stu-

dieverenigingen in Nederland. Deze vereniging

is gevestigd op Jansveld 44 in hartje Utrecht.

Wie op een doordeweekse dag het pand van

de JSVU binnen loopt, treft daar een gezellige

bedrijvigheid aan. Het bestuur loopt rond of zit

in de bestuurskamer, commissies vergaderen en

werken in de commissiekamers en studenten

staan in de rij voor boeken en samenvattingen

in de studiewinkel. Zowel studiegerelateerde

als sociale activiteiten zijn aan de orde van de

dag. Meer dan 100 commissieleden zetten zich

actief in voor het bestaan en voortbestaan van

de vereniging. De activiteiten zitten bijna altijd

vol en de borrels en feesten zijn drukbezocht.

Al sinds 1968 weet de JSVU een gevoel van

saamhorigheid onder de rechtenstudenten te

creëren. Door de jaren heen heeft de JSVU zich

ontwikkeld tot een grote vereniging met talloze

herinneringen.

Met ingang van 2013 is een extra bijzonder jaar

aangebroken, namelijk het 9e lustrumjaar van de

JSVU! Dat moet natuurlijk gevierd worden. Van

25 februari t/m 7 maart vindt het lustrum plaats

in de vorm van verschillende activiteiten.

Als groep van zes studenten werden wij in

februari 2012 bij elkaar gezet met de opdracht

om het lustrum van de JSVU te organiseren.

Het was voor ons een waar genoegen dat

wij hiervoor waren uitgekozen, maar tegelijk

een enorme uitdaging! Diezelfde maand nog

stond onze eerste vergadering gepland. Samen

met de lustrumbegeleiders uit het bestuur

Guus Nieuwenhuijzen Kruseman en

Ilja Völkers begonnen we de vergadering in

commissiekamer 1. De lustrumcommissie was

geboren. Een beetje zenuwachtig lachend keek

iedereen elkaar aan. Voorzichtig bespraken we

wat we gingen doen het komende jaar en wat

ons allemaal te wachten zou staan. De visie

voor 2013 bleek voor iedereen hetzelfde te

zijn: een ‘awesome’ 9e lustrum neerzetten voor

de Utrechtse rechtenstudenten. Slechts een

paar vergaderingen en borrels later zaten we

bij elkaar in diezelfde commissiekamer als een

hechte groep die bereid was de handen uit

de mouwen te steken.

Even voorstellen: de lustrum-commissieAls voorzitter Eva Bindels, een tikkeltje cha-

otisch maar erop gebrand dat het een prachtig

lustrum wordt. Ze is de jongste van het stel

maar nooit bang om streng te zijn. Secretaris

Tess van der Linden lijkt onschuldig, maar

neemt nooit een blad voor haar mond. Ze staat

bekend om haar sterke input en de perfect

uitgewerkte notulen van iedere vergadering.

Anne Fleur Krijthe hoor je al van verre

aankomen door haar schaterende lach. Als

Penningmeester is bewaakt zij onze schatkist

en moet ze af en toe lastige beslissingen nemen.

Dan onze Commissaris Sponsoring Max

Verbaken, onze enige echte man. Een beetje

een dromer tijdens de vergaderingen, maar

altijd bereid om zich in te zetten! Stan ‘one of

the girls’ van Andel is Commisaris Promotie

en altijd in voor gezelligheid. Hij staat sterk in

zijn schoenen en denkt graag ‘out of the box’.

Niet te vergeten is Inge van der Linden,

Commissaris Locaties & Activiteiten. Deze

drukbezette dame neemt haar taken altijd

serieus. Ook houdt zij wel van een drankje en

mist ze daarom geen enkel feestje! Omdat een

lustrum natuurlijk maar één keer in de vijf jaar

plaatsvindt, willen wij niets liever dan dat dit

een geweldige ervaring wordt in een combinatie

van studiegerelateerde en feestelijke activiteiten.

Thema en activiteiten:Het thema voor het 9e lustrum luidt dan ook:

‘LAWSOME’! Dit woord drukt voor ons uit

wat wij willen bereiken met dit lustrum. In

samenwerking met het bestuur en een aantal

commissies staat de JSVU anderhalve week lang

volledig op zijn kop! Op maandag 25 februari

trappen we het lustrum af met een evenement.

Ongeveer vier keer per jaar organiseert de

Evenementencommissie een activiteit voor

alle leden en zo ook een evenement voor

het lustrum. Op diezelfde dag zal in de avond

een lustrumreceptie als feestelijke start van

het lustrum plaatsvinden. Tevens zal er een

avontuurlijke activiteit voor commissieleden

zijn en in de avond aansluitend een spetterend

feest voor alle studenten! Daarna organiseert

de Praktijkdagcommissie een praktijkdag in lus-

trumeditie bij een advocatenkantoor. Ook een

alumnidag mag aan dit lustrum niet ontbreken,

waar oude bekenden elkaar ontmoeten om

herinneringen op te halen en te genieten van

het lustrum. Later zal er een symposium voor

de Utrechtse rechtenstudenten plaatsvinden

georganiseerd door de Symposiumcommissie.

Deze commissie organiseert een aantal keer

per jaar een symposium, uiteenlopend van een

groot traditioneel symposium tot een kleinscha-

lig interactief symposium. Daarnaast vindt er

tot vreugde van de sportievelingen onder ons

ook een sportactiviteit voor alle leden plaats.

Als afsluiter van het lustrum is er een com-

missiediner en natuurlijk een groots gala voor

alle studenten! Wil jij de details weten van alle

activiteiten? Houd ons in de gaten op www.

jsvu.nl/lustrum en de lustrumfacebook. Hier

zullen we jullie op de hoogte houden van alle

activiteiten, thema’s en inschrijfdeadlines. We

hopen jullie allemaal mogen te verwelkomen op

het om er samen een onvergetelijk 9e lustrum

van te maken. Zorg dat je er bij bent!

Programma van het IXe Lustrum der JSVU – 25 februari t/m 7 maart 201325/2 – Evenement & Lustrumreceptie

27/2 – Activiteit commissieleden & Feest

1/3 – Praktijkdag

2/3 – Alumnidag

4/3 – Symposium

6/3 – Sportactiviteit voor alle leden

7/3 – Commissiediner & Gala

Met het vieren van het 9e lustrum zullen we

stilstaan bij het feit dat de JSVU al sinds 1968

wijsheid en gezelligheid voor de Utrechtse

rechtenstudent brengt. Wij willen het 45e

bestuur van harte feliciteren met het aanbreken

van dit bijzondere jaar. 45 jaar aan herinnerin-

gen die de JSVU hebben gevormd tot wat zij nu

is: LAWSOME!

Namens de Lustrumcommissie

der JSVU, Eva Bindels‘LAWSOME’Het 9e lustrum der JSVU komt er aan!

Tekst door Eva Bindels

Het thema voor het 9e lustrum luidt dan ook: ‘LAWSOME’! Dit woord drukt voor ons uit wat wij willen bereiken met dit lustrum. In samenwerking met het bestuur en een aantal commissies staat de JSVU anderhalve week lang vol-ledig op zijn kop!

Page 31: Juncto - 24.2 / winter 2013

Eggens Appèlconcours 5958 Eggens Appèlconcours

Naast je studie

Op 9 november 2012 vond in het Gerechtshof

’s-Gravenhage de eerste Nederlandse pleitwed-

strijd plaats die zich richt op de procedure in

hoger beroep: het Eggens Nationaal Appèlcon-

cours (hierna: Appèlconcours). Het Gerechtshof

trad op als gastheer als onderdeel van hun

nieuwe beleid, om de werkzaamheden van de

rechterlijke macht zo veel mogelijk inzichtelijk

te maken voor studenten. Voor de deelne-

mers aan de wedstrijd was het pleiten in een

appèlprocedure een mooie kans om kennis te

maken met deze kant van de praktijk, die tijdens

de opleiding weinig aan bod komt. In dit artikel

wordt aan de hand van de wedstrijd een korte

introductie gegeven over pleitwedstrijden in

het algemeen, gevolgd door een overzicht van

enkele verschillen tussen de procedure in hoger

beroep met die in eerste aanleg.

Alle pleitwedstrijden zijn er op gericht om de

deelnemers de kans te bieden hun juridische

overtuigingskracht te vergroten. De deelnemers

worden door een jury beoordeeld op hun

juridische kennis en de wijze waarop zij hun

pleidooien houden. Natuurlijk heeft elke pleit-

wedstrijd een competitie-element, maar de kans

om te oefenen met pleiten is minstens even

belangrijk. Het belang van het goed kunnen plei-

ten werd nogmaals benadrukt door mr. André

Zander, bestuurslid en sectorvoorzitter Civiel

van het Gerechtshof ’s-Gravenhage: “Het is

een belangrijk onderdeel binnen het juridische

proces. Het maken van een goed onderbouwd

en beargumenteerd, en bij voorkeur boeiend,

betoog is eveneens een belangrijke academische

vaardigheid. De oude Grieken zagen het belang

van een goede redevoering al in. Sindsdien is

dit niet veranderd. Binnen de huidige, door de

media gedomineerde, maatschappij lijkt het zelfs

steeds voornamer te worden om je bood-

schap goed voor het voetlicht te brengen.” In

het universitair onderwijs neemt het pleiten

sinds enkele jaren een bescheiden plaats in. Zo

wordt er gepleit binnen het kader van sommige

vakken en worden door veel rechtenfaculteiten

‘oefenrechtbanken’ gehouden. Ook heeft iedere

universiteit tegenwoordig een eigen pleitge-

nootschap. Hun leden oefenen met pleiten aan

de hand van casus en doen mee aan onderlinge

pleitwedstrijden.

Normaliter wordt bij alle pleitwedstrijden een

rechtszaak in eerste aanleg nagespeeld. Door

een procedure in hoger beroep na te spelen,

brengt het Appèlconcours hier verandering in.

Hiernaast probeert de wedstrijd dicht bij de

rechtspraktijk te blijven. In plaats van een casus

van 1 á 2 A4, krijgen de deelnemende teams

van tevoren een heel procesdossier. Daarin

is het vonnis van de rechtbank opgenomen

waartegen beroep wordt ingesteld en de door

de advocaten uitgewisselde stukken. Hieruit

halen de deelnemers de relevante feiten om de

zaak van hun cliënt te bepleiten. In casu gaat het

over twee bedrijven, die geen overeenstemming

kunnen bereiken over het al dan niet tot stand

komen van een overeenkomst. Daarop heeft

het ene bedrijf het andere aangesproken om de

kosten te vergoeden die hij in het kader van de

onderhandelingen had gemaakt. Tegen dit vonnis

van de rechtbank kwamen beide partijen in

hoger beroep. Het ene bedrijf omdat de recht-

bank een kostenvergoeding heeft toegewezen,

het andere omdat de kostenvergoeding niet

kostendekkend was.

In de verschillende processtukken zaten ook

procesrechtelijke ‘valkuilen’ verstopt. Immers is

het toepassen van procesrechtelijke vragen een

goede manier om de stof tot leven te brengen,

omdat procesrecht niet altijd tot de verbeelding

spreekt wanneer je er over leest in een boek.

Zo werd één van de deelnemers door een

jurylid gevraagd wat de gevolgen waren van

het feit dat de geïntimeerde in de memorie van

antwoord geen petitum had opgenomen. Het

antwoord op een vraag niet weten als deze ge-

steld wordt door een werkgroepdocent is één

ding, maar als het een bekende partner van een

groot advocatenkantoor is, wordt het toch een

ander verhaal. De studenten in de zaal zullen

het goede antwoord nooit meer vergeten.

Mocht het goede antwoord op bovenstaande

vraag je niet gelijk te binnen schieten: geen

probleem. Het hoger beroep kent namelijk

geheel eigen ‘spelregels’. De eiser in een zaak

wordt bijvoorbeeld ‘appellant’ genoemd en de

gedaagde ‘geïntimeerde’. Hoewel dat laatste

onder invloed van de wedstrijdstress enkele ke-

ren getransformeerd werd tot ‘geïntimideerde’.

Deze partijen wisselen de processtukken uit

waarin zij hun bezwaren tegen het vonnis van

de rechtbank uiteenzetten; de memories van

grieven en antwoord en eventueel een memorie

van grieven en antwoord in incidenteel appèl.

Hoe deze processtukken worden geformu-

leerd luistert heel nauw. Het is in beginsel niet

toegestaan om tijdens het pleidooi punten aan

te voeren die niet in de memories genoemd

zijn. Dit is de zogenaamde ‘twee conclusie-regel’

van de Hoge Raad, die het ‘grievenstelsel’ tot

een gevaarlijk leerstuk maakt voor advocaten.

Zo werden de teams die tijdens het pleidooi

nieuwe gronden aanvoerden voor het vorderen

van schadevergoeding op de vingers getikt. Het

vergeten van een petitum, de laatste conclusie

van een processtuk, is meestal geen probleem

zolang uit de rest van het processtuk maar blijkt

wat je wilt bereiken. Wederom: als je het leest

niet zo spannend, maar wel als je er midden in

je pleidooi naar gevraagd wordt door één van

de juryleden.

Met het stellen van vragen, dagen de juryle-

den bij een pleitwedstrijd de deelnemers uit.

Daarom worden voor iedere wedstrijd bekende

praktijkjuristen benaderd die ‘feeling’ hebben

met het onderwerp van de casus. Zo waren

bij het Appèlconcours juryleden aanwezig die

veel inzicht hebben in de procedure in hoger

beroep; vier raadsheren van het Hof den Haag

en Alfred Hammerstein, raadsheer bij de Hoge

Raad en bewerker van het Asser-deel over

hoger beroep. Ook waren er advocaten die veel

procederen in hoger beroep, zoals landsadvo-

caat Bert-Jan Houtzagers, en hoogleraren, zoals

professor Ivo Giesen. Omdat de casus over

afgebroken onderhandelingen ging, waren ook

enkele experts op dit leerstuk aanwezig; Marcel

Ruygvoorn, die op het onderwerp gepromo-

veerd is, en Bart Groen, de cassatieadvocaat die

dertig jaar geleden met het arrest Plas/Valburg

voor baanbrekende jurisprudentie zorgde. Een

leuk onderdeel van de dag was een spontane

discussie die tussen de juryleden ontstond

over de vraag hoe rechters nu precies met dit

leerstuk dienen om te gaan.

De gezamenlijke jury benoemde de pleiters van

vereniging Diephuis uit Groningen tot winnaars

van het Appèlconcours. Op www.pleitwedstrijd.

nl is een verslag te vinden en kunnen de foto’s

worden bekeken. Ook is het mogelijk om daar

de casus te downloaden.

Het Eggens Nationaal Appèl-concours“Geïntimeerde, waarom heeft u geen petitum bij uw Memorie van Antwoord gevoegd?”

Tekst door Fenna Douwenga

Page 32: Juncto - 24.2 / winter 2013

Crisis & Recht 6160 Crisis & Recht

Naast je studie

De Franse president Francois Hollande heeft

aangekondigd dat het einde van financiële crisis

dan nu eindelijk in zicht is, dit zou het gevolg

zijn van de juiste beslissingen genomen door

de Europese Unie. Veel vertrouwen dus in

deze gemeenschap, mits bepaalde ‘actiepunten’

worden vervult. Maar wat zijn precies deze ac-

tiepunten? Hoe is deze financiële crisis ontstaan

en hoe komen we er weer uit? Dit zijn voor de

econoom misschien makkelijkere vragen dan

voor de gemiddelde jurist maar het blijft voor

vele van ons nog een abstract begrip. Verder

bevat de financiële crisis ook veel juridische

aspecten in de vorm van nieuwe wetten en

regelgeving die gemaakt worden om deze crisis

tegen te gaan en een nieuwe crisis te voor-

komen. Dit is natuurlijk voor de aankomende

jurist erg interessant. Hoog tijd dus om hier een

congres aan te wijden, tijd voor het jaarlijkse

Juridische Studenten Congres georganiseerd

door de JSVU met dit jaar het thema: ‘Crisis &

Recht’.

Na maandenlange voorbereiding was het dan

eindelijk zover: vrijdag 23 november vond het

congres plaats in het oude stadspand Silverijn in

het centrum van Utrecht. De dag werd geopend

door twee inspirerende sprekers: Hoogleraar

Economische Wetenschappen aan de Univer-

siteit Utrecht Hans Schenk en Paul Kuipers,

partner bij Linklaters. Prof. Schenk betoogde in

zijn inleiding dat economische theorieën ook

de basis vormen van twee belangrijke juridische

pijlers van het overheidsbeleid; namelijk het

Concentratietoezicht en de Dertiende Richtlijn

(Overnamerichtlijn). Deze hebben beide direct

dan wel indirect bijgedragen aan het ontstaan

van de grote financiële crisis van 2007-2008.

Prof. Schenk liet zien dat nieuwe economische

inzichten leiden tot de conclusie dat het huidige

concentratietoezicht drastisch moet worden

herzien en dat bescherming tegen over-

names onder voorwaarden moet worden

toegestaan. Prof. Schenk eindigde zijn presenta-

tie met een open eind wat betreft de vraag hoe

positief onze economische toekomst eruit ziet.

Na de introductie van het thema werden er

gedurende de dag verschillende workshops

gegeven met betrekking tot dit thema. Deze

werden verzorgd door verschillende advocaten-

kantoren, de Rabobank en andere sprekers met

expertise op dit gebied. Hier een kleine greep

uit het brede aanbod workshops: Kienhuis

Hoving Advocaten en Notarissen belichtten

de rol van de curator in crisis tijd. De Rabo-

bank was ook aanwezig en liet de crisis zien

vanuit het perspectief van de bedrijfsjurist en

hoe deze verschilt van die van een advocaat.

Hier kwam ook de Griekse schuldencrisis aan

bod. Een workshop die hier mooi op aansloot

was de workshop ‘Crisis & EU’ verzorgd door

Europarlementariër Wim van de Camp. Verder

verzorgde hoogleraar Bedrijfsfinancieel recht

aan de Universiteit Utrecht Wilco Oostwouder

een workshop met als onderwerp ‘de zin en

onzin van bonussen in de financiële sector’, een

zeer omstreden onderwerp in tijden van de

financiële crisis.

Het congres werd afgesloten met een debat

geleid door Wim van de Camp. Hierbij werden

verschillende stellingen met betrekking tot de

crisis voorgelegd aan de studenten en deze

konden aangeven of ze het met de stelling

eens of oneens waren. Je moest echter wel

kunnen aangeven waarom je dit standpunt had

ingenomen want Wim van de Camp pakte er

genadeloos studenten uit het publiek tussen

uit om hun standpunt te verdedigen. Er werd

dus wel een actieve inzet van de studenten

vereist tijdens dit debat. Na het debat werd er

afgesloten met een borrel waarin je nog even

met iedereen kon spreken en nog je dringende

vragen kon stellen aan de sprekers van het con-

gres waar je eerder niet aan toe was gekomen.

Al met al een zeer geslaagde en leerzame dag!

Juridisch Studenten Congres 2012: Crisis & Recht

Tekst door Noortje Machiels en Maurits Rabbie

Hoe is deze financiële crisis ontstaan en hoe komen we er weer uit? Dit zijn voor de econoom misschien makkelijke-re vragen dan voor de gemiddelde jurist maar het blijft voor vele van ons nog een abstract begrip.

Page 33: Juncto - 24.2 / winter 2013

Recht uit het hart 6362 Recht uit het hart

Naast je studie

Het moet een kleine twintig jaar geleden

geweest zijn. Ik was scheidsrechter in een juni-

orenwedstrijd bij hockeyclub de Kraaien. Mijn

ervaring als scheidsrechter was non-existent en

bestond uit wat theoretische kennis. Jemig, wat

ging alles snel, daar was geen slow-motion bij.

Ja, bal tegen voet, shoot, in de strafcirkel. Prr-

rrrt, ik floot. Maar, shit, van wie was die voet?

Een, twee, drie in godsnaam dan maar. Mijn

twee armen gingen naar voren, strafcorner. Een

zwaar gepikeerd meisjesteam als gevolg. Oeps,

verkeerd gegokt. ‘Mond houden’, zei de coach

van het gepikeerde team tegen zijn meiden. Hij

zag mij en zag dat ik eehm, niet zo veel ervaring

had. Ik hoorde geen woord meer van de mei-

den en de strafcorner werd genomen. Gelukkig

geen doelpunt. Er waren geen boze ouders,

geen boze spelers, geen boze wie dan ook. Er

werd gewoon verder gespeeld. Een spelletje,

toch??? Ben die coach met tegenwoordigheid

van geest wel dankbaar!

Als coach wil je natuurlijk winnen, maar wat

is winnen? En ga je voor de korte termijn, of

voor de lange termijn winst? Deze coach had

zich bij mij kunnen beklagen en deze wedstrijd

naar zijn hand kunnen zetten, vol voor de korte

termijn winst. In mijn ogen deed hij iets veel

waardevollers voor zijn spelers. Hij leerde ze

om een tegenslag te incasseren, boven hun

emotionele reactie uit te stijgen en waardig

verder te knokken voor de winst. Hij werkte

aan de vaardigheden van zijn spelers, waar zij

op de lange termijn profijt van zouden hebben.

Ook in het leven, dat vaak geen spelletje is. Er

ís onrechtvaardigheid en er zíjn conflicten. In

de toekomst zullen jullie, de studenten van nu,

mensen bijstaan bij deze conflicten, of dit nu als

advocaat, rechter, mediator of in het bedrijfsle-

ven is. Hoe je dit doet, daarin heb je een keuze.

Ga je voor de korte termijn winst of ga je dit

doen met behulp van menselijke vaardigheden?

Communicatie, empathie, rust, wijsheid etc..

In het bedrijfsleven wordt er veel aandacht

besteed aan het aanleren van deze vaardighe-

den aan medewerkers, met alle voor de hand

liggende voordelen van dien.

Tijdens mijn rechtenstudie van 1994 tot 2000

op de Universiteit van Amsterdam, heb ik veel

geleerd. Over erfdienstbaarheid, eenvoudige

vrijwaring in burgerlijke zaken, conversie en

goeder trouw. Over akte van splitsing, depot

van merken, heling, hoger beroep en natuurlijk

constitutum possesorium! En nog zo veel meer.

Maar vaardigheden? Na mijn studie en diverse

banen, waaronder advocaat, pakte ik mijn knap-

zak en toog naar de Verenigde Staten. En wel

naar de advocaat Bill van Zyverden, grondlegger

van de holistische advocatuur en oprichter van

de International Alliance of Holistic Lawyers.

Op zoek naar een nieuwe manier van geschil-

lenbeslechting. Ik vond van alles! Van eekhoorn-

tjes die op mijn raam tikten, tot advocaten die

spraken over ‘restorative justice’ (herstelrecht).

Een echte bruine beer op de weg en het inzicht

dat ik geen denkbeeldige beren meer op de weg

wilde zien. Een labyrint, Eckhart Tolle, piraten

en zelfs Hugh Grant had er iets mee te maken.

Hoe zal ik het uitleggen….niet te doen in één

artikeltje, maar heus je kunt er alles over lezen

in mijn boek ‘Recht uit het hart. Een zoektocht

naar holisme en compassie in het recht.’

Kort gezegd vond ik magie, die ik een beetje

was kwijtgeraakt tijdens mijn studie en in mijn

juridische banen. Een magie die je in kabouters

en de goede fee doet geloven. Als sterrenstof

op een donkere nacht. Of een hofnar die je lid

wilt maken van ‘the twinkling eyes club’. Iets waar

je zo’n onmiskenbaar Joepie-gevoel van krijgt.

Ik neem even pauze en klik facebook open. Ik

zie een foto van twee jongens die naast elkaar

zitten en elkaars hand vasthouden. Hun gezicht

verbergen ze in hun andere hand / arm. Huilen

ze? Schamen ze zich? Er staan allemaal jonge

mensen omheen. Dit staat erbij: ‘these guys were

found fighting inside the school. As a punishment

for fighting, they were given a choice. The options?

Suspension or holding hands for an hour.’ Ja,

precies, dat bedoel ik!!! Ik krijg er kippenvel van.

Het gebeurde deze week op een high school

in Arizona en op het nieuws wordt er kenne-

lijk nog steeds over gepraat. Blijkbaar was de

directeur van de school door het bestuur van

de school op deze gang van zaken aangespro-

ken. Als reactie daarop zijn alle leerlingen, in hun

vrije tijd, hand in hand om de school heen gaan

staan om de directeur te ondersteunen.

Deze directeur was als die hockeycoach. En het

heeft een naam. Het heet creatieve geschillen-

beslechting en wordt zelfs onderwezen op de

universiteit. En wel op de California Western

School of Law. Deze universiteit heeft een

centrum voor creatieve geschillenbeslechting

(Center for Creative Problem Solving). Dit

centrum ontwikkelt een curriculum, onderzoek

en projecten om studenten en advocaten op

te leiden in methodes om conflicten, waar mo-

gelijk, te voorkomen en creatief de conflicten

op te lossen waar deze zijn ontstaan. Er wordt

aandacht besteed aan mogelijke oorzaken van

conflicten en studenten worden geschoold in

vaardigheden zoals: empathisch luisteren, com-

municatie, creativiteit en het ontwerpen van

systemen om conflicten te voorkomen.

Mooi toch? En zo zijn er nog veel meer initia-

tieven en vernieuwingen, die samen een frisse

wind vormen door het juridische landschap.

Start je eigen magische zoektocht en laat deze

wind ook jouw zeilen opbollen. Come aboard!

Mr. Sonja Ortmans

Boek: Recht uit het hart. Een zoektocht naar

holisme en compassie in het recht. Te bestellen

bij elke boekhandel en o.a. www.bol.com. ISBN:

9789077770702

Sneak Preview:

Mission possible

I’m on a secret mission

Don’t want them to know

To follow my intuition

Please, I need to grow

I’m in my office cubical

Figuring out a way

I sense, I’m getting ludical

But they want me to stay

My heart is almost bursting

Don’t want them to know

I need to quench my thirsting

Oh please, let me go

The angels are yet coming

I see them everywhere

In my ears they’re humming

Know you’re free, so dare

But I’m afraid they’ll stop me

In every way they can

The angels sing, now don’t flee

They are your fellow man

So then, take them with you

Someone needs to start

You can guide them threw

How to follow the heart

So in this secret mission

I want you all to know

I have this joyous vision

All ‘f our eyes will glow

Imagination has arrived

People share their land

This is why we all have strived

So please now take my hand

Sonja Ortmans

Recht uit het hart

Tekst door Sonja Ortmans

‘Kort gezegd vond ik magie, die ik een beetje was kwijtgeraakt tijdens mijn studie en in mijn juridische banen.’

Page 34: Juncto - 24.2 / winter 2013

64 Juncto zoekt nieuwe (web)redactieleden!

Juncto is al 24 jaar het onafhankelijke blad van het departement Rechts-

geleerdheid van de Universiteit Utrecht. Juncto verschijnt 4 keer per jaar

in een oplage van 2000 exemplaren. Het blad is gratis verkrijgbaar in alle

onderwijsgebouwen en instituten van de faculteit, alsmede de Onderwijs-

winkel Rechtsgeleerdheid. Via onze website www.juncto.nl zijn oudere

nummers van de Juncto te raadplegen.

Rechten studeren is meer dan alleen met je neus in de boeken zitten.

De wereld buiten het wetboek is ontzettend groot en juist in die wereld

leer je het belang van de wetten kennen. Juncto probeert een beeld

te schetsen van die wereld waarin studenten hun kwaliteiten kunnen

ontplooien en probeert tevens een blik te werpen op de toekomst van

deze studenten. Carrièremogelijkheden worden nader belicht, maar

ook ontwikkelingen binnen de universiteit worden niet vergeten. Achter-

gronden van juridisch relevante nieuwsfeiten worden onderzocht en

meningen worden verkondigd. Kortom, Juncto is een veelzijdig blad

waarbij de kritische rechtenstudent zijn hart kan ophalen.

RedactieDe redactie bestaat uit enthousiaste en nieuwsgierige rechtenstudenten

die beschikken over een gezonde dosis zelfvertrouwen en creativiteit en

zijn niet bang om zich ergens in vast te bijten. Daarnaast beheerst je de

Nederlandse taal uitstekend en heb je bij voorkeur enige ervaring met

het schrijven van teksten. Het behaald hebben van je kernvakken is een pré.

We verwachten dat je vier keer per jaar een bijdrage aan Juncto levert

door middel van één of meerdere kwalitatief goede artikelen. In principe

ben je geheel vrij in de keuze en inhoud van de artikelen, zolang het past

binnen de doelstellingen van Juncto. Verder zal je zo nu en dan op pad

gaan voor een interview, denk je actief mee over de inhoud en vorm-

geving van Juncto en werk je mee aan het promoten van Juncto.

WebredactieWij zijn hard bezig om de nieuwe website te verwezenlijken en hiervoor

zijn wij op zoek naar mensen die zich hier inhoudelijk mee bezig willen

houden. We zoeken hiervoor onder andere bloggers, columnisten, foto-

grafen etc. etc.

Ben jij dat creatieve talent dat in de toekomst een leuke bijdrage aan

de website gaat leveren? Als webredactielid ben je geheel vrij in de keuze

wat je doet. Eigen inbreng wordt zeer gewaardeerd. Verder denk je actief

mee over de verdere ontwikkelingen en inhoud van de website.

Wij bieden jou een leuke ervaring naast je studie en een manier om

je kennis nog verder te verbreden en te verdiepen. Verder worden er

workshops en borrels georganiseerd dus leer je ook je mede-redactie-

leden kennen!

Ben jij die enthousiaste en nieuwsgierige rechtenstudent die wij zoeken?

Lijkt het jou leuk om een bijdrage te leveren aan één van de grootste

juridische faculteitsbladen van Nederland? Stuur dan een e-mail naar

[email protected] met daarin je motivatie en je CV. Indien je verder nog

vragen hebt kun je altijd contact opnemen met hoofdredacteur Lilach

Zalait via bovenstaand e-mailadres.

Juncto zoekt nieuwe (web)-redactieleden!