magazine - techno valley limburg · betrokken, evenals océ. limburgmakers met name voor de...

13
magazine jaargang 1 • no. 01 • mei 2017 7 juni symposium ‘Sneller en slimmer produceren’ in Maaspoort Venlo Andreas Sprang, Robomotive: “Robotisering is een ontwikkeling die we niet kunnen stoppen” Jan Houwen, voorzitter Techno Valley: “Noord-Limburg telt veel prachtige hightechbedrijven”

Upload: others

Post on 09-Jul-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en

magazinejaargang 1 • no. 01 • mei 2017

7 juni symposium ‘Sneller en slimmer produceren’ in Maaspoort Venlo

Andreas Sprang, Robomotive: “Robotisering is een ontwikkeling die we niet kunnen stoppen”

Jan Houwen, voorzitter Techno Valley: “Noord-Limburg telt veel prachtige hightechbedrijven”

Page 2: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en

4 7 juni, maakindus-trie-symposium in Maaspoort

6 Symposium ‘Sneller en slimmer produceren’

8 De maakindustrie als best bewaarde geheim van de regio

10 Duurzame innovaties uit eigen regio die aansluiten bij de wereldvraag van morgen

12 Volantis Change the perspective

14 Column: Be good and tell it!

15 Centrum Innovatief Vakmanschap Maakindustrie

16 Océ: Continu verbeteren als levensstijl

18 Van Buiten naar binnen Gerrit Jan van der Kolk

19 Robomotive “Er is meer mogelijk dan je denkt”

20 Ondernemer in beeld: Diederik Fetter, Hotraco Group

23 LimburgMakers biedt forse impuls voor Limburgse maakindustrie

INHOUD

Het gaat goed, maar met meer aandacht kan het beter!

Een sterke maakindustrie in de regio Noord- en Midden-Lim-burg bouw je niet alleen. Het doet mij als voorzitter van Techno Valley dan ook deugd dat overheid en onderwijs het belang van de regionale maakindustrie nu echt ontdekt hebben. Immers, samen met de participatie en stevige programma- ondersteuning van de overheid en het onderwijs en met de in-zet van Techno Valley Limburg als richtinggever kunnen we de internationale kansen nog beter aanpakken, en de voorsprong van onze maakindustrie vasthouden en vergroten. Techno Valley Limburg is in enkele jaren uitgegroeid tot een belangrijk samenwerkingsverband en netwerk van bedrijven in de hightech maakindustrie in Noord- en Midden Limburg en de aangrenzende Brabant Regio. Groot werkt met klein, samen sneller ontwikkelen, samen kennis en markten delen. Met de inzet van slimme cross-overs naar de agrofood- en logistieke sector presenteren we ons als bijzonder gedreven, duurzaam en creatief aan de wereld. Met meer dan 30 door R&D gedreven Techno Valley-maakbe-drijven voorop, prikkelen we (inter)nationaal beleidsmakers, beslissers, managers, kenniswerkers, experts, ondernemers en klanten om zaken te doen met onze prachtige regio.

Techno Valley wil met haar actieprogramma 2016-2025 richting geven aan de gemeenschappelijke belangen van de maakin-dustrie en haar economische toegevoegde waarde verdubbe-len. Met veel enthousiasme wordt gewerkt aan de speerpunten:1. Krachtige BRANDING regionale maakindustrie2. Beïnvloeden en lobbyën op alle niveaus3. Competenties en successen zichtbaar maken en delen4. Prikkelen en toevoegen hoogwaardige kennis op strategische

onderwerpen5. Onderlinge duurzame verbindingen/relaties (inter)nationaal6. Samenwerking op ontwikkel-lijnen: innovatie en cross-overs.

We zetten in op het sterker maken van onze maakindustrie door de sterk internationaal gefocuste bedrijven ook regionaal

te verbinden, kennis te delen en innovatie en gezamenlijke ontwikkeling te bevorderen. Met het organiseren van een jaarlijks terugkerend symposi-um voor de volledige breedte van de maakindustrie willen we commitment creëren, be-drijven verbinden en het eco-nomisch en maatschappelijk belang van de industriesector zichtbaar maken.

We hebben heel veel in deze regio, maar het is nog onvoldoen-de zichtbaar en dat is dan ook juist wat we met het uitgeven van dit nieuwe Techno Valley Magazine elk kwartaal willen veranderen.

Be Proud!We gaan jong talent prikkelen met het presenteren van de uitdagingen en carrièrekansen die aanwezig zijn bij de vele succesvolle, regionaal gewortelde maakbedrijven. Met alleen al rond Venlo ruim 25 krachtige industriële wereldmarktlei-ders mag je naar mijn mening met recht echt spreken van een topregio!We gebruiken ervaringen van ondernemers en werknemers om te laten zien wat voor prachtige omgeving het hier is om te wonen, te sporten te recreëren en te genieten van het brede cultuuraanbod. We maken nieuwe technologie, trends en successen zichtbaar en bieden een podium voor overheid, onderwijs en industrie om elkaar nog beter te vinden. De maakindustrie als best bewaarde geheim van de regio, dat gaan we veranderen! ■Jan Houwen - Voorzitter Techno Valley

Techno valley magazine wordt mede mogelijk gemaakt door

LimburgMakers ondersteunt u als ondernemer bij het versterken van de concurrentiepositie van uw bedrijf én van de maakindustrie in Limburg.Dit doen wij door de inzet van kennis, netwerk en kapitaal.

Meer weten: kijk op www.liof-limburgmakers.nlColofonRealisatie NV Uitgeverij Smit van 1876Postbus 6125900 AP VenloM +31 6 3983 [email protected] 

Acquisitie en BladmanagementAM-CreationJulia HenriëttePostbus 6125900 AP VenloM +31 6 3449 [email protected] 

EindredactieJac [email protected] RedactieJac BuchholzMonique JoostenRob Buchholz

FotografieLaurens EggenPetra LenssenMijntje Wismans VormgevingGideon Fraipont

Oplage2.000 exemplaren 

Techno Valley Magazine is een uitgave van NV Uitgeverij Smit van 1876 in samenwerking met Techno Valley Limburg.

Wijzigingen  en zet fouten voorbehouden Losse nummers zijn verkrijgbaar tegen een 

prijs van € 4,95 per stuk Niets uit deze publicatie mag worden vermenig-vuldigd en/of openbaar gemaakt doormiddel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande-schriftelijke toestemming van de uitgever.

3

Page 3: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en

7 juni, maakindustrie-symposium in Maaspoort

“ Meer gezicht geven aan de maakindustrie”

Tekst: Jac Buchholz | Fotografie: Petra Lenssen

Vanwege de betrokkenheid bij Techno Valley een gesprek met Liof-directeur Tys van Elk en Tjebbe Smit, Senior Vice President Manufacturing van Océ. Toen Techno Valley een aantal jaren geleden werd opgericht, speelde Liof daar samen met de provincie Limburg en de gemeente Venlo na-drukkelijk een rol in geeft Tys van Elk aan. “Onder andere als financier. Maar we hebben ook lange tijd een dag in de week een projectmanager beschikbaar gesteld.” Techno Valley is een van de Limburgse brancheorganisaties waar Liof ook na-drukkelijk de samenwerking mee zoekt, stelt Van Elk. “Vanuit ons speerpuntenbeleid ondersteunen we de drie belangrijk-ste sectoren in deze provincie: agrofood, de logistiek en dus de maakindustrie.”

Smart industrieLaatstgenoemde sector, zegt hij, maakte lange tijd een moei-lijke periode door. Het imago was niet best en de veronder-stelling was dat veel werkzaamheden naar de lagelonenlan-den zouden worden verplaatst. “Een onterechte aanname. Door de toenemende digitalisering en technologie is de maakindustrie smart industrie geworden, met vaak slim-me, hightech producten en productieprocessen. Een sector waarin hoogwaardige kennis vaak veel belangrijker is dan de handen die uitvoeren. Informatietechnologie en robotisering spelen daarbij een steeds belangrijkere rol. Neem als voor-beeld een boordcomputer uit een auto van de jaren tachtig. Die bestond bij wijze van spreken uit twee transistoren. Nu zit er allerlei slimme informatietechnologie in die de auto actief verbindt met zijn omgeving. Dat geldt ook voor heel veel andere producten. Producten die ze niet in lagelonen-landen kunnen maken, die gewoon hier worden gemaakt. En waarvoor kennis en de nieuwste technieken nodig zijn.”

Op woensdag 7 juni vindt in Theater de Maaspoort in Venlo het op de maakindustrie gerichte symposium ‘Sneller en slimmer pro-duceren’ plaats. Een netwerk- en kennisevent dat de Limburgse maakindustrie nadrukke-lijker wil profileren en verbinden. Initiatief-nemer is hightech industrieplatform Techno Valley, in samenwerking met Liof en LWV. Liof is al sinds de oprichting bij Techno Valley betrokken, evenals Océ.

LimburgMakersMet name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en slimme technieken voor hem of haar interessant kunnen zijn. Liof ondersteunt die ondernemer bij het vinden van kennis en investeert in innovaties. Dat gebeurt onder meer met het programma LimburgMakers. “Liof staat feitelijk voor kennis, netwerk en kapitaal. Kijken welke kennis waar nodig is, welke partijen met elkaar kunnen samenwerken en het subsidiëren van vernieuwende ideeën en businessmodellen, dat is wat wij doen. We ondersteunen van het ontwikkelen van idee tot zaadje, van zaadje tot groei en van groei naar bloei. We slui-ten graag aan bij goede initiatieven waar deze aspecten deel van uitmaken.” Het symposium op 7 juni is zo’n initiatief, vindt Van Elk. “Dat is voor de maakindustrie een prima po-dium om zich te presenteren. Het is een netwerkevent waar naast kennismaken ook het delen van kennis alle aandacht krijgt. Dat sluit goed aan bij onze benaderingswijze.”

“Door de toenemende digitalisering en technologie is de maakindustrie smart industrie geworden”

Kentering“Met het symposium kunnen we de maakindustrie in de regio inderdaad weer meer gezicht geven”, stemt Tjebbe Smit in. Hij merkt op dat Océ als grote speler in die regio en als onderdeel van de Canon Group baat heeft bij een goed geor-ganiseerde en stevige regionale maakindustrie. “Daarom zijn we ook als mede-initiatiefnemer vanaf het begin bij Techno Valley betrokken.” Het symposium, zegt hij, is een prima mid-del de sector te profileren. “Er zullen allerlei nieuwe ontwik-kelingen worden besproken. Daarnaast moet er een stimu-lerende werking van uit gaan. Er is lang kortzichtig naar de maakindustrie gekeken. Verkeerde beeldvorming, verkeerde aannames. Daar is gelukkig een kentering in gekomen. Met het symposium kunnen we laten zien waar we goed in zijn, maar het moet ook een aanzet zijn om steeds maar beter te worden. Innovatie is onontbeerlijk.”

BrancheorganisatieHet blijft voor de maakindustrie, zegt Smit, zaak haar aantrekkingskracht te vergroten. Zeker met het oog op het aantrekken van goed opgeleid personeel. “Kijk maar eens naar de regio Eindhoven. Die heeft inmiddels een dusdanige aantrekkingskracht dat ze mensen uit allerlei landen aan zich weten te binden. Dat moet in Noord-Limburg navolging krijgen. Via Techno Valley is dat beter te realiseren dan wan-neer bedrijven dat individueel doen. Als brancheorganisatie kun je eveneens efficiënter samenwerking zoeken met het onderwijs, spreek je met één stem.” Smit hoopt dat partijen uit het onderwijs en kennisinstellingen ook aanwezig zullen zijn bij het symposium op 7 juni. Net zoals gemeentelijke en

de provinciale overheden. “We zijn samen verantwoordelijk voor het succes van de sector.”

Het evenement in de Maaspoort is volgens Smit de op-maat naar meer events. Hij wijst op de door Techno Valley benoemde thema’s zoals duurzaamheid, onderwijs en smart industrie en verwacht dat er meer initiatieven zullen ont-staan die dan weer op een of meerdere thema’s betrekking zullen hebben. “Om de bekendheid van de maakindustrie te vergroten moeten we tot een jaarprogramma komen. Dit soort initiatieven draagt eraan bij dat collega-ondernemers elkaar ontmoeten, van elkaar leren en dat het kennisniveau stijgt. Ze moeten ook de aantrekkelijkheid van de sector om in te werken aantonen. Dat alles verstevigt de economische kracht in de regio en daar zijn we allemaal bij gebaat.” ■

Tjebbe SmitTys van Elk

54

Page 4: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en

Op woensdag 7 juni vindt in Theater de Maaspoort in Venlo van 10.00 tot 17.00 uur het symposium ‘Sneller en slimmer produ-ceren’ plaats. Met als key note spreker Jan Aalberts van Aalberts Industries, een panel-discussie en diverse break out-sessies.

Het door hightech industrieplatform Techno Valley in samenwerking met Liof en de LWV georganiseerde sympo-sium is bedoeld om de Noord-Limburgse maakindustrie te profileren. Het is de bedoeling dat in de toekomst de gehele Limburgse en eventueel Zuidoost-Brabantse maakindustrie bij het evenement wordt betrokken.

Het symposium moet het imago van de maakindustrie in de regio verbeteren en versterken. Het is opgezet als netwer-kevent, conform de wens van de achterban die aangaf daar

van machineonderdelen en een grote speler op het gebied van warmte- en oppervlaktebehandeling en producten op het gebied van Flow Control. Aalberts Industries is met een omzet van ruim € 2 miljard (2013) en 12.500 werknemers wereldwijd uitgegroeid tot een zeer succesvolle beursgeno-teerde onderneming. Daarna volgt een paneldiscussie met vertegenwoordigers van Techno Valley, de LWV en Liof over het belang van de maakindustrie en de uitdagingen voor die sector in de komende jaren. De discussie zal worden geleid door L1-presentratice Kirsten Paulus.

Tot slot zijn er nog enkele break out-sessies met bedrij-ven uit de regio. Zo behandelt Océ het thema operational excellence over het optimaal afstemmen van processen op de productie, en gaat het over het belang van innovatie. WP Haton, producent van machines voor de bakkerijwereld, laat zien hoe ze van machinefabriek zijn getransformeerd tot dienstverlener met gerichte oplossingen voor hun op-drachtgevers. In plaats van in staal wordt er tegenwoordig in broden gedacht. Bij Mifa gaat het over het op een slimme manier inzetten van studenten die binnen het bedrijf actief zijn als weekendmedewerkers. Hun kennis, waar lange tijd niets mee werd gedaan, wordt nu bijvoorbeeld ingezet bij engineeringprocessen. ■

Interesse? Aanmelden kan via [email protected] of via het aanmeldformulier op www.liof-limburgmakers.nl.Kosten bedragen €75 per deelnemer, inclusief lunch.

ProgrammaOpening door Twan Beurskens

Lezing van key note spreker Jan Aalberts (oprichter Aalberts Industrie)

Paneldiscussie met onder meer Tys van Elk (directeur LIOF), Huub Narinx (directeur LWV) en Jan Houwen (voorzitter Techno Valley)

Lunch

Break-out sessies met WP Haton, Océ en Mifa

behoefte aan te hebben. Er is alle mogelijkheid nieuwe contacten te leggen en bestaande contacten te verstevigen. Daarnaast is er aandacht voor het vergroten en delen van kennis. Met het evenement wil medeorganisator Techno Valley aantonen dat de maakindustrie dankzij voortgaande digitalisering en technologische ontwikkelingen inmid-dels als smart industrie kan worden gezien. Robotisering, hoogwaardige technieken en ict spelen in veel bedrijven een belangrijke rol. In de producten en productieprocessen. Het is geen branche van eenvoudig, repeterend werk maar van goed opgeleide medewerkers met veel specifieke kennis. Daarom willen de organisatoren van het symposium naast ondernemers ook het onderwijs, kennisinstellingen en over-heden aanspreken.

Het programma bestaat uit een lezing van key note spreker Jan Aalberts, oprichter van Aalberts Industries, een fabrikant

Symposium ‘Sneller en slimmer produceren’ op woensdag 7 juniTekst: Jac Buchholz | Fotografie: Petra Lenssen, Wim Aerdts, Constance Jentjens en Mijntje Wismans

76

Page 5: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en

De maakindustrie als best bewaarde geheim van de regioJan Houwen voorzitter aan het woord

Tekst: Rob Buchholz | Fotografie: Laurens Eggen

Het ontwikkelen van verrassende, duurzame concepten en producten is nodig om aan de snel veranderende vraag in de wereld te voldoen. Bestaande economische structuren gaan op de schop en de consument heeft behoefte aan nieuwe duurzame producten en diensten. Wie snel en innovatief aan de slag gaat, kan zo een belangrijke positie op de wereldmarkt behouden en nieuwe posities veroveren, stelt Jan Houwen. Inspelend op een van de innovatieontwikkellijnen van Techno Valley is zijn Volantis ook één van de vier Founding Fathers van de Circular Design Group: een innovatieve community, gevestigd in Villa Flora, die inhaakt op het maatschappelijk probleem van het dreigend tekort aan fossiele grondstoffen. Een andere omgang met natuurlijke en nieuwe materialen is dus vereist om daarmee duurzame concepten te ontwikkelen. En dat versterkt de internationaal groeiende ‘groene’ kracht van de regio Venlo.

Nieuwe generatie“In 2011 was al duidelijk dat wij de regionale economie moesten versterken,” zegt Houwen. “Wij hebben ons toen met een aantal mensen de vraag gesteld: wat moet er gebeuren om de maakindustrie zichtbaarder te maken, te verbinden en daarmee innovatiever en sneller te maken. Deze industrie was altijd al belangrijk voor de regio en verdiende een beter podi-um.” Er werd een aantal bijeenkomsten voor diverse bedrijven met eigen research & development-kracht georganiseerd, waarbij het verbinden van innovatie en kennis centraal stond. Houwen: “Het was voor alle partijen duidelijk dat we ook de overheid plus het onderwijs bij deze ontwikkeling moesten betrekken. Tevens zochten we contact met Brainport Eindho-ven om te horen hoe zij hun enorme diversiteit aan kennis in die regio geclusterd hebben. Dat is wat wij ook met Techno Valley voor ogen hadden. Elkaar inspireren en versterken om ieder bedrijf beter te laten presteren. Meer sexy aantrekkings-

kracht creëren voor nieuwe jonge talentvolle medewerkers. Zo kunnen wij sneller en beter innovatieve oplossingen en pro-ducten voor maatschappelijke problemen over de hele wereld aanbieden. Dit komt de economische groei van de totale regio ten goede.” De naam Techno Valley is in 2013 – na het uit-zetten van een enquête – bedacht. Volgens Houwen was het vooral de nieuwe generatie (lees studenten) die deze term als beste beoordeelden. “Het roept volgens deze groep een goed gevoel op, klinkt zowel aantrekkelijk als vernieuwend, maar dekt ook het beste de lading van alle initiatieven.”

BlauwdrukZoals gezegd werd er tevens contact gezocht met Brainport Eindhoven. De verbinding tussen bedrijven die in deze regio was ontstaan moest volgens Houwen als blauwdruk voor Techno Valley fungeren. “Het kost veel duw- en trekwerk om zaken in beweging te krijgen. In Eindhoven waren ze bekend met alle valkuilen. Maar ook met hoe je de juiste infrastruc-tuur creëert om bedrijven, overheid en onderwijsinstellingen bij elkaar te brengen. In Noord-Limburg zijn veel prachtige hightechbedrijven, maar veel daarvan werken als stand-alone in hun eigen business. Iedereen is naar een andere richting georiënteerd en om die reden was de hele maakindustrie in deze regio voor velen onzichtbaar. Agrofood en logistiek waren bij veel mensen bekend, maar over de enorme econo-mische meerwaarde van de maakindustrie had men minder weet. Burgers niet, maar ook de politiek niet. In Eindhoven is de relatie tussen alle partijen al jaren geleden versterkt en zijn veel bedrijven nu toeleverancier van elkaar. Vervolgens stelden wij ons ook vanaf het begin als doel die gemeen-schappelijk focus te creëren. Met die kennis zijn wij vanaf 2013 steeds meer gaan lobbyen. Door ondersteuning te zoeken en betrokkenheid te vinden kreeg dit initiatief meer en meer kans om te groeien. Dankzij alle inspanningen staat deze

branche nu beter op de kaart. Eigenlijk is de maakindustrie het best bewaarde geheim van de regio.”

Cross-overOok de betrokkenheid van onderwijsinstellingen vol studen-ten die de generatie van de toekomst vormen, was volgens Houwen onmisbaar. “Wij willen een regio ontwikkelen die aantrekkelijk is om in te werken, wonen en te leven. Een regio vol kansen voor middelbaar, hoger en academisch opgeleiden die er internationaal echt toe doet. Wij hebben meerdere sterke bedrijven. Ieder met hun eigen kennis en contacten. De ene partij doet veel zaken met China en India, de ander weer meer met de V.S. en Canada. Die partijen willen wij bij elkaar brengen en op de cross-over van de drie economische hoofdsectoren kunnen vervolgens interessante ontwikke-lingen ontstaan. Door deze middels initiatieven als de EDB (economic development board) bij elkaar te brengen, zal het proces sneller en eenvoudiger verlopen. Dit zal zeker bijdra-gen aan de ontwikkeling van verrassende nieuwe producten en diensten.”

SymposiumVerder is er het symposium dat op 7 juni in De Maaspoort wordt georganiseerd om de maakindustrie in onze regio en de aangrenzende regio Brabant nog meer cachet en bekendheid te geven. Houwen:”Wij willen middels dit symposium, maar ook met dit magazine uitdragen welke enorme economische mogelijkheden de maakindustrie in deze regio te bieden heeft. Daarom willen wij partijen nader tot elkaar brengen. Soms komen directeuren of medewerkers van bepaalde be-drijven elkaar ergens ver van huis tegen en spreken dan over het belang van de maakindustrie. Terwijl ze vaak hemelsbreed

slechts een paar honderd meter van elkaar verwijderd zijn op hetzelfde bedrijventerrein.” Tijdens deze dag zullen er naast een lezing van key note spreker Jan Aalberts onder andere vier interactieve sessies plaatsvinden. Bezoekers kunnen zelf kiezen aan welke ze willen deelnemen.

MagazineDe keuze om met Techno Valley Magazine een speciaal op de maakindustrie gericht blad uit te geven is volgens Houwen om nog beter te laten zien wat er allemaal op dit gebied gebeurt. “En dat is heel veel. Nog steeds willen wij studenten als aankomend talent prikkelen en de politiek en bevolking zo goed mogelijk over de vele kansen informeren. Daarom is het ook zo belangrijk om in deze regio een campus te ontwikkelen waar buiten het focusgebied agrofood ook de crossovers met de maakindustrie een belangrijke plaats krijgen.

“Het was voor alle partijen duidelijk dat we ook de overheid plus het onderwijs bij deze ontwikkeling moesten betrekken”

Door de verbinding van maakindustrie met agrofood en logistiek, kunnen alle betrokkenen zich nog sterker ontwikke-len. Het zijn volgens Houwen drie ijzersterke sectoren die met een gezamenlijk uniek thema als duurzaamheid een ideaal uithangbord voor de Venlo Region kunnen zijn. Het is tijd om het als unique selling point nog sterker te presenteren, denk aan Green industry, Green food, Green logistics, Greenbridge Europe. Duurzaamheid als unieke verbindende branding voor de complete regio.” ■

Jan Houwen is als kartrekker en voorzitter van Techno Valley, directeur van ingenieurs- en consultancygroep Volantis, maar ook vanwege zijn functies als bestuurslid bij de LWV en Ondernemend Venlo, nauw betrokken bij zowel de realisatie als de verdere ontwikkeling van het high tech industrieplatform Techno Valley. Hij kent het belang van de maakindus-trie, maar ook de ondernemende kracht van de totale regio. Door de drie economische hoofdsectoren met elk hun eigen kennis aan elkaar te koppelen, probeert hij samen met een krachtige groep enthousiaste indus-trie-ondernemers de Noord-Limburgse maak-industrie sterker en meer zichtbaar te maken.

Jan Houwen: “Wij willen een regio ontwikkelen die aantrekkelijk is om in te werken, wonen en te leven”

98

Page 6: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en

“Een grote groep bedrijven uit de maakindustrie stond achter onze aanpak en besloot mee te doen. Zij hebben de produc-ten; wij verbinden en informeren en proberen nieuwe combi-naties te maken,” zo begint Loozen enthousiast te vertellen. “Vervolgens hebben vier van deze bedrijven binnen Techno Valley de Circular Design Group opgericht met als doel om samen duurzame concepten en producten voor de gebouwde omgeving te ontwikkelen. Deze vier bedrijven zijn Volantis, DejaTech, B|A|S Research & Technology en Hotraco Group. Dat zijn de ‘Founding Fathers’ ieder met hun eigen specialisa-tie. De ambitie is om met eigen ontwikkelaars en studenten nauw samen te werken met kennisinstellingen. De founders zitten dicht op de markt en zien welke veranderingen in de wereld plaatsvinden. Voedseltekort, grondstoffentekort en CO2-reductie zijn uitdagingen die door een slimme ontwerp- en productiewijze samen in onze regio worden opgelost. En dat biedt kansen voor deze regio. Daarom hebben die vier bedrijven deze innovatie community opgericht waar passen-de partners uit de Noord-Limburgse maakindustrie zich bij aan kunnen sluiten. Zo kunnen ze optimaal inspelen op de transitie naar een circulaire markt en daarbij samen nieuwe exportproducten ontwikkelen die vanuit deze regio de hele wereld over gaan.” Bij innovaties zijn ook onderwijsinstellingen van groot belang. De Circular Design Group maakt zich sterk om zoveel moge-

lijk talenten naar de regio te halen zodat een kennispoort ontstaat waar hoogopgeleide jongeren graag willen wonen en werken. Studenten van de TU Eindhoven, Fontys Hogeschool, Avans, Zuyd Hogeschool en de HAS krijgen kans om hun ideeën en visies door een stage in de laatste fase van hun op-leiding te tonen en verder te ontwikkelen. Loozen: “De nieuwe generatie hoeft niet meer naar Amsterdam voor een goede baan en een boeiend leven. Veel nieuwe en interessante ont-wikkelingen vinden namelijk hier in het gebied van Eindhoven tot en met Düsseldorf plaats.” Er zijn al diverse bedrijven uit de regio die interesse hebben getoond om partner te worden, zegt Loozen. “Denk aan Van Houtum uit Swalmen als innovatieve papierrecycler of Kusters Engineering die met hun manier van geld vernietigen op wereldschaal uniek zijn voor de recyclebusiness. Maar ook het Amerikaanse Noble Environmental met hun duurzame ECOR-plaatmateriaal koos er vorig jaar bewust voor om zich in Venlo te vestigen en aansluiting te zoeken. Het zijn allemaal voorbeelden van bedrijven die bij de maakindustrie van deze regio passen. Samen ontwikkelen ze duurzame innovaties die aansluiten bij de wereldvraag van morgen. Het leidt tot nieuwe kennis, innovatieve producten en extra (hoogwaardi-ge) werkgelegenheid waardoor de regio Venlo weer verder kan groeien in de toekomst.” ■

De regio Venlo heeft op het gebied van maakindustrie veel te bieden. Het grote en gespreide aanbod van hoogwaardige bedrij-ven en producten is een feit waar iedereen trots op mag zijn. Geïnspireerd door de suc-cessen rondom de Cradle to Cradle-filosofie is het volgende doel om samen duurzame concepten en producten te ontwikkelen die van belang zijn voor de toekomst van de hele wereld. Luchtfietserij? Nee, dat is het allerminst. Harry Loozen was één van de drijvende krachten achter het succes om van Venlo dé Cradle to Cradle-regio van de wereld te maken. Dat is gelukt: de hele wereld kijkt naar Venlo als dé hoofdstad van C2C. Door de ontwikkelingen op dit gebied ont-stond een nieuw plan dat een volgende impuls aan de regio moest geven: meer aandacht voor de maakindustrie. Samen met andere kartrekkers als Jan Houwen, Dick Hak en Angeline Waayen was hij in 2012 al verantwoordelijk voor het oprichten van Techno Valley.

Duurzame innovaties uit eigen regio die aansluiten bij de wereldvraag van morgenTekst: Rob Buchholz | Fotografie: Mijntje Wismans

Harry Loozen vertelt over de Circular Design Group

LimburgMakers ondersteunt u als ondernemer bij het versterken van de concurrentiepositie van uw bedrijf én van de maakindustrie in Limburg.Dit doen wij door de inzet van kennis, netwerk en kapitaal.

Meer weten: kijk op www.liof-limburgmakers.nl

10

Page 7: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en

Ingenieurs- en consultancygroep Volantis creëert, realiseert, transformeert en beheert (productie)middelen, gebouwen en omge-vingen. Innovatie, duurzaamheid, comfort en lifetime performance staan hierbij hoog in het vaandel.

“De Industrie is een substantiële sector in het werk van Volantis”, aldus Ruud Reinders. Reinders is de drijvende kracht achter Volantis Industrial Experts. Deze Business Unit richt zich op vraagstukken van industriële opdrachtgevers. “Sinds decennia ondersteunen wij onze industriële klanten, zoals Océ, Leolux, Marel, Seco, Cimpress, Sekisui en Rock-wool, zowel constructief, bouwkundig, installatietechnisch en

productieproces-ondersteunend. Integraal, van ontwerp tot en met detailengineering, het volledige projectmanagement en bouwbegeleiding van productie-omgevingen. Denk aan fabrieken, laboratoria, cleanrooms en R&D-faciliteiten. Van kleinschalige renovatie- tot grootschalige nieuwbouwprojec-ten. “

Zo heeft Volantis onlangs het volledig integrale constructie- en projectmanagement verzorgd van een nieuwe productie-hal van 16.000 m2 in Venlo. ”Dit betrof de ontwerptoetsing en opwaardering met een brede technische ondersteuning vanuit alle disciplines. Van constructief, bouwfysisch, instal-latietechnisch tot energetisch. Volantis heeft het inkooppro-ces mede georganiseerd en de inschrijvingen, alternatieven en verificatie-afspraken met de beoogde bouwpartners beoordeeld. Oftewel de opdrachtgever is tijdens de realisatie van de nieuwbouw volledig ontzorgd.“

Aandacht voor milieu, duurzaamheid en eco-nomische haalbaarheid“Een andere industriële opdrachtgever”, vervolgd Reinders, “had problemen met zijn utilities, op het gebied van warmte- en koude-opwekking, filterinstallatie, persluchtinstallaties en proces (olie)- koelinstallaties. Deze werden steeds ad hoc aangepast, uitgebreid en versteld op het moment dat hier behoefte aan was, zonder goed naar de gevolgen voor het geheel te kijken. Door onze begeleiding, zijn zowel de verwarmingsinstallatie, koude-opwekking, klimaatinstallatie, olienevel-filterinstallatie, oliekoelinstallatie en gebouwen-beheerinstallatie stap voor stap naar een hoger niveau gebracht en daarbij robuust, meer centraal en redundant uitgevoerd. Hierbij zijn milieu-impact, duurzaamheid en economische haalbaarheid integraal meegenomen. De vrij-komende warmte van de koelprocessen wordt nu gebruikt voor de verwarming van de gebouwen en de ventilatielucht. De procesolietemperatuur wordt momenteel binnen 0,1º C nauwkeurig geregeld. Zelfs bij een sterk wisselende vermo-gensvraag (variërend tussen 25 en 100%).”

Compliance- en risicobeheersingVoor vraagstukken op het gebied van de omgeving, (brand)veiligheid, gezondheid en duurzaamheid, is alle kennis en kunde gebundeld in de Business Unit Consultants, onder leiding van Roy Savelkoul. “Wij ondersteunen opdrachtgevers onder andere bij het voldoen aan wet- en regelgeving, risico-management, bij noodzakelijke omgevingsvergunningen, als bouwen, milieu en ruimtelijke ordening, (brand)veiligheid, bouwfysica, geluidsoverlasten gezondheid”, aldus Savelkoul. “Denk hierbij aan het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO), het Bouwbesluit, brandveiligheid en gelijkwaardig-heid, en Wabo-procedures. We denken pro-actief mee over risico’s, maar net zo belangrijk, ook over kansen en oppor-tunity’s. Daarnaast ondersteunen wij onze opdrachtgevers

graag bij het realiseren van hun duurzaamheidsambities. Samen brengen wij in kaart hoe deze ambities gerealiseerd kunnen worden, prioritering en planning, maar bovenal uit-gewerkt in efficiënte en praktisch haalbare oplossingen.”

Naast het optimaal faciliteren van (productie)processen en de productieomgeving, is Volantis ook een graag geziene partner op het gebied van Asset Information Management. Heeft u op ieder moment alle actuele gegevens van uw assets en productie en processen paraat, naast modifica-ties zoals ze zijn ontworpen, in uitvoering zijn, of ‘as-built’? Volantis Information Architects structureert en optimaliseert de informatiestromen en opslag voor u, compleet met ERP koppelingen. 

Het hoofdkantoor van Volantis is gevestigd in Villa Flora, op het voormalige Floriadeterrein in Venlo. Een van de duurzaamheidsiconen in Nederland en voor Volantis een belangrijk visitekaartje. Volantis heeft dit gebouw namelijk zelf integraal duurzaam ontworpen. Daarnaast heeft Volantis vestigingen in Eindhoven en op de Brightlands Campus in Geleen. ■

Volantis

Change the perspective

Volans is een afgeleide van het sterrenbeeld Pisces Volans ofwel Vliegende Vis. De ‘vliegende vis’ is een metafoor voor de missie van Volantis: ‘Change the perspective’, ofwel anders denken, beter doen. Wij zijn creatief en durven gebaande paden te verlaten om te innoveren en zodoende te komen tot betere, slimme-re, efficiëntere, effectievere en duurzamere oplossin-gen.

Let’s innovate, let’s do it better

Volantis Venlo Volantis Eindhoven Volantis Chemelot Campus [email protected]

Sint Jansweg 20c Postbus 470, 5900 AL Venlo tel: +31 77 351 5551

Fellenoord 25Postbus 6484, 5600 HL Eindhoventel: +31 40 850 7020

Urmonderbaan 20E6167 RD Geleentel: +31 43 362 5444

Ruud Reinders (onder) en Roy Savelkoul (boven)

12

Page 8: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en

In Limburg Noord bevinden zich maar liefst rond de 25 we-reldmarktleiders in de maakindustrie en honderden andere respectabele bedrijven die hoogwaardige producten maken. Bedrijven die vaak meer dan 80% van hun omzet in het buitenland halen. Ze zijn alleen nauwelijks buiten de regio en buiten hun sector bekend. Zijn ze daarom minder interessant of niet innovatief? Nee!Het wordt hoog tijd dat die pareltjes met hun kwaliteiten eens over het voetlicht komen. Dat er eens uitgelicht wordt welke prachtige producten hier bedacht en gemaakt worden. Dat er uitgedragen wordt welke fantastische innovaties hier plaats vinden en welke kansen er nog in het verschiet liggen. Kansen om met nieuwe combinaties in te spelen op nieuwe markt-vragen. Kansen om de nieuwste technieken toe te passen. Kansen om cross-overs te maken tussen sectoren. Kansen om het ingebakken ondernemerschap verder uit te bouwen en over de hele wereld uit te rollen. Kansen om daarmee de industrie te laten groeien en talent uit de hele wereld aan te trekken om samen duurzame groei te realiseren.Zo was onlangs het bedrijf Accerion uit Venlo een van de blikvangers van de Hannover Messe, de grootste technologie-beurs ter wereld. Accerion heeft een indrukwekkende sensor-module ontwikkeld, waarmee mobiele robots zelfstandig hun weg kunnen vinden. Van grote betekenis en met veel mogelij-ke toepassingen.Daar moet het natuurlijk niet bij blijven! Het imago van de industrie in onze regio verdient een extra impuls! Juist nu er veel nieuwe dynamiek ontstaat, is het vooral een kwestie van goed zijn én dat vertellen: het ís er en we moeten het vooral zélf uitdragen. Met gepaste trots samen laten zien wat we kunnen en maken.En dát is nou net door de hele geschiedenis heen niet de kracht van de regio geweest: Zuidoost-Nederland is beschei-den, té bescheiden! Dat moeten we samen veranderen! Bij grote evenementen (denk bijvoorbeeld aan carnaval en de Venloop) zijn we blij en trots met wat we maken en doen. Dat kan natuurlijk ook met onze industrie! Vandaag beginnen we daarmee, door deze eerste editie van Techno Valley Magazine zelf goed te lezen en te delen met iedereen (klanten, partners, leveranciers, kennisinstellingen, overheden, opinieleiders) die we het willen laten weten dus… Be good and tell it … all over the world! ■Harry Loozen

Be good and tell it!

Heeft u nieuws en wilt u dit graag met uw

mede-ondernemers delen.Stuur dit dan naar

[email protected]

Kerngroep Techno Valley

Genoodzaakt door een nijpend tekort aan ge-kwalificeerd technisch personeel in de regio zocht Addit begin jaren 90 naar expansiemo-gelijkheden in Oost-Europa. 85 kilometer ten noordoosten van Warschau staat inmiddels een moderne productiefaciliteit waar ruim 600 medewerkers werken. Anno 2017 levert het vinden van de juiste technisch geschool-de mensen Peter Kerstjens, Managing Direc-tor van Addit, nog steeds grijze haren op. “En ik ben niet de enige. Daarom zijn we nauw betrokken bij de start van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap voor de Maakindus-trie in Noord- en Midden-Limburg”.

“Plaatwerkers, lassers, mechatronicamonteurs, engineers. Ze zijn van onschatbare waarde voor Addit”, vertelt Peter Kerst-jens. “De producten die wij maken worden steeds complexer. We maken hoog complexe technische producten in uiteen-lopende en veranderende markten. Wensen van klanten ver-anderen steeds sneller en de ontwikkelingen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie gaan in een razend tempo. Dat stelt hogere eisen aan medewerkers.” “Om te voorzien in de behoefte aan voldoende gekwalifi-ceerd technisch personeel dat met al deze veranderingen om kan gaan, werkt een aantal partijen (red. TechnoValley, Ondernemend Venlo, Gilde Opleidingen, Fontys en Keyport) samen in een publiek-private samenwerking voor de oprich-ting van een Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV). Het CIV moet ervoor zorgen dat mbo- en hbo-onderwijs be-ter op de vraag uit het bedrijfsleven aansluit, maakbedrijven hun innovatief en concurrerend vermogen versterken en dat de mobiliteit en flexibiliteit van zittend personeel vergroot.”

Internationale toneel Geldautomaten, betaalterminals, medische apparatuur, 3D printers. Het hoogwaardige precisieplaatwerk van Addit in Venlo zit in apparaten en machines van de agrarische en de financiële sector tot de automobielindustrie en de medische wereld. In het relatief korte bestaan van het Venlose bedrijf, opgericht in 1984, heeft het een enorme ontwikkeling door-gemaakt. Van lokaal en regionaal opererende speler is Addit actief op het internationale toneel. “Dat was ons nooit gelukt zonder de juiste technisch geschoolde mensen.”

“We streven ernaar dat met ingang van het nieuwe schooljaar 2018 het CIV voor de maakindustrie operationeel is.”

Eén blok “Het CIV wordt een echt fysiek centrum waar alles samen-komt”, vervolgt Kerstjens. “Theoretische soft skills opleidin-gen, aandacht voor bijscholing, scholing van docenten en opleiding van zij-instromers zoals migranten. De aandacht voor specifieke vaktechnische aspecten komt bij de bedrij-ven in huis. Voor de maakindustrie kunnen we immers niet één voorbeeldlab bouwen. Bij Addit praten we over plaat-werk, bij Mifa over verspaning en bij Parree over kunststof-fen. Dat kun je niet over één kam scheren. Bedrijven gaan in combinatie met het CIV zelf mensen en middelen inzetten om medewerkers op te leiden.”

“Het technisch beroepsonderwijs gaat als één blok samen-werken met het bedrijfsleven. Met ingang van het nieuwe schooljaar 2018 moet het CIV operationeel zijn zodat we de maakindustrie in Noord- en Midden-Limburg ‘fit for the future’ maken.” ■

Centrum Innovatief Vakmanschap Maakindustrie

“Fit for the future”Tekst: Monique Joosten | Fotografie: Laurens Eggen

Peter Kerstjens: “Het CIV wordt een echt fysiek centrum waar alles samenkomt”

Column

1514

Page 9: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en

Océ: Continu verbeteren als levensstijlInnovatief én winstgevend blijven is niet makkelijk voor hightechbedrijven. Het ont-wikkelen van echt baanbrekende produc-ten kost tijd – veel tijd – en de markt kan zomaar in een oogwenk veranderd zijn. Daarnaast ligt er in bijna alle sectoren veel druk op prijs en levertijd, wat niet al-leen haast betekent voor de R&D-afdelin-gen maar ook voor productie en logistiek.

En toch lukt het bedrijven in Limburg om dit niet als een bedreiging te zien, maar als een springplank voor hun beste werk. Hoe doen ze dat? De grote, innovatieve sprongen in nieuwe producten worden bij Océ vooral gedaan door R&D. Innovatie in de voortbrengingsketen is echter de verant-woordelijkheid van Manufacturing & Logistics (M&L). Binnen M&L is dit de laatste jaren uitgegroeid tot een echte cultuur van continu verbeteren.

Continuous Improvement AwardsInvesteren in continu verbeteren betekent vooral werkne-mers de kans geven om zelfstandig verbeterkansen te zien en op te pakken. Om te laten zien wat er allemaal mogelijk is, houdt Océ al 5 jaar de M&L Continuous Improvement Awards (CIA). Op de finale, ieder jaar in Venlo, laten prijs-winnende teams uit alle Océ-locaties wereldwijd zien hoe zij een probleem gespot, geanalyseerd en opgelost hebben. Er zijn prijzen te winnen voor kleine, middelgrote en grote verbeterprojecten, gedragen door de productieteams of door engineering. De verbeteringen zijn altijd zeer divers en komen de concurrentiepositie van Océ ten goede: verbete-ringen in teamspirit waardoor de kwaliteit van een proces verbetert, het overnemen van een best practice uit een

ander land, of het compleet herinrichten van een produc-tieproces zodat er tienduizenden euro’s bespaard kunnen worden.

Toeleveranciers in het zonnetjeContinuous improvement wordt ook omarmd door Océ’s toeleveranciers. Tijdens de jaarlijkse wereldwijde Océ Supplier Appreciation Events is er onder andere een prijs voor de leverancier die de meeste verbetering heeft laten zien sinds het jaar daarvoor. Vorig jaar ging de Europese verbeteringsprijs naar twee Nederlandse bedrijven, Itter en NTS Hermus. Itter had de leadtime van hun onderdelen teruggebracht van zes weken tot één week, en NTS had de total cost of owner-ship van hun producten weten te verlagen met 35 procent. Beide bedrijven denken dat er bij nog nauwere samen-werking nog meer tijd en geld bespaard kan worden.

Het hele bedrijf LeanOcé werd in 2012 overgenomen door Canon, dat als Japans bedrijf doordrongen was van de principes van continu ver-beteren en Lean produceren. Dit heeft Océ geïnspireerd het groots aan te pakken. Sinds 2012 is er één wereldwijde pro-curementafdeling opgezet, zijn R&D-processen zo aangepast dat al zeer vroeg samengewerkt kan worden met toeleveran-ciers en is het bedrijf overgestapt op Lean manufacturing. Eerst zijn de layouts van de assemblage en procesfabrieken sterk verbeterd, met aandacht voor de flow van onderdelen en raw materials. Daarna is er veel aandacht besteed aan een cultuur van continu verbeteren. Beter visueel manage-ment op de werkvloer zorgt ervoor dat de productieteams snel afwijkingen kunnen herkennen, waardoor engineers snel kunnen helpen met een oplossing. Leadtime is de belangrijkste KPI, omdat dat leidt tot verbe-teringen op alle vlakken: minder voorraad, betere kwaliteit en hogere productiviteit. Zo is de leadtime bij een 10 jaar

oude assemblagelijn recent verkort met 70%, waardoor de werkvoorraad met 450.000 euro is verminderd en de pro-ductiviteit met 10% is toegenomen. Een reductie in vloerop-pervlak van 30% heeft ertoe geleid dat er nu een nieuwe lijn ingericht kan worden in de bestaande ruimte. Belangrijk is de omarming van de Lean cultuur. Iedere verbe-tering leidt weer tot een volgende kans: voor de genoemde assemblagelijn zal ook dit jaar weer 15% leadtimereductie worden gerealiseerd. “Onze medewerkers waren in het begin sceptisch over eindeloos verbeteren,” zegt Tjebbe Smit, Senior Vice President Manufacturing. “want hoeveel har-der moeten we wel niet werken? Nu is iedereen gewend en overtuigd. We werken niet harder, we werken effectiever. Dat is ook te zien in onze jaarlijkse tevredenheidsonderzoeken: men is trots op wat we kunnen en op de erkenning door anderen binnen en buiten Océ.” ■

Medewerkers van Océ bespreken verbeterpunten (Foto: Constance Jentjens)

Medewerkers van Océ in Venlo aan het werk (Foto: Wim Aerdts)

De winnaars van Océ Continuous Improvement Awards 2017 (Foto: Ellis Regina Janssen)

1716

Page 10: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en

Onder druk van de dubbele vergrijzing moeten we een oplossing vinden voor al het werk waarvoor straks geen men-senhanden meer beschikbaar zijn. “Het is niet de vraag of je moet robotiseren maar hoe. Robotisering is een ontwikke-ling die we niet kunnen stoppen”, stelt Andreas Sprang, commercieel directeur van Robomotive in Roermond.

“Mensen hebben een heel goede oog-hand coördina-tie. Als er een kopje koffie op tafel staat kunnen wij dat feilloos pakken en een slokje drinken. Dat kunstje van het zelfstandig oppakken leren wij de robot ook. Robomotive ontwikkelt adaptieve robots. Robots met autonome mechanische handjes. We maken daarbij gebruik van bestaande technologieën maar de slim-migheid is om die allemaal aan elkaar te knopen. Die kennis hebben wij in huis.”

Eenvoudig “Zijn er nu 4 of 5 medewerkers nodig, straks is dat er nog maar één die samen met de robot aan het werk is. Eén man of vrouw die de robot bedient en toezicht houdt. Daarvoor hoef je geen computerprogrammeur te zijn. Dat is een misvatting. Het is vrij eenvoudig om een robot aan te sturen. Bij Robomotive streven wij daar ook naar. Ook een laaggeschoolde medewerker moet met een goede training in staat zijn om een robot of meerdere robots aan te sturen. Bekijk de robot als een stuk gereedschap waarvoor jij een instructie krijgt hoe je met dat gereedschap moet werken. De intelligentie zit in het gereedschap zélf. Dat is waar wij voor zorgen.”

Vanzelf “De ontwikkelingen gaan snel. De rekencapaciteit verdubbelt om de twee jaar. Waar wij vijf jaar geleden nog 8 seconden moesten wachten totdat een beeld goed verwerkt was en we de informatie konden vertalen naar ‘vind het object en pak

het’, kan dat nu al binnen een halve seconde. De technologie verlaagt zo vanzelf de drempel om een robot in te zetten.”

“Ondernemers hebben vaak een vertekend beeld van wat een robot kan.”

Sentiment Een robot roept verschillende associaties op. Wie bepaalt uiteindelijk wat de robot doet en is er op termijn een robot die de mens beheerst? Sprang: “Wij halen dat sentiment altijd weg. Bekijk een robot als een multifunctionele machi-ne, want dat is wat het is. Uiteindelijk bepalen wij wat deze machine voor ons doet. Ondernemers hebben vaak een vertekend beeld van wat een robot kan. Men verwacht dat die al veel meer is en kan dan wat er in de praktijk mogelijk is en aan de andere kant is er juist weer veel meer mogelijk dan je denkt.” ■

Wij zijn terecht trots op onze regio. Maar hoe ervaart een buitenstaander de voordelen van Noord-Limburg? Moeten ondernemers en burgers niet nog meer met de borst vooruit en de kin omhoog lopen. Gerrit Jan van der Kolk, CEO bij Ionbond - oorspronkelijk af-komstig uit Haarlem - heeft het hier absoluut naar zijn zin. “Naar de Randstad ga ik nooit meer terug. De sfeer is mij daar te onvriende-lijk en mensen zijn meer en meer onbeleefd.”

Na een studie Technische Natuurkunde op de TU Delft en promotieonderzoek naar kernfusie startte Van der Kolk bij het NatLab van Philips. Met als gevolg dat hij besloot om in Brabant te gaan wonen. “Vijf jaar lang was ik bezig met mate-riaalontwikkeling en de bouw van experimentele apparatuur. Later kreeg ik nog een functie in de marketing. Philips was in die jaren het Mekka op het gebied van onderzoek in Neder-land. Zuidoost-Nederland is toch het technische hart van ons land met veel maakindustrie en dat trekt hoogopgeleide mensen aan. In de Randstad zijn vanwege de aanwezigheid van overheid, banken en verzekeringsmaatschappijen vooral veel administratieve functies te vinden. In deze regio is meer sprake van ondernemerschap en dat is toch de echte motor van de economie die voor banen zorgt. Als je Düsseldorf, Aken en Eindhoven als grenzen van deze regio beschouwt, ligt Venlo centraal in een gebied met veel techniek, maakin-dustrie, agrobusiness en logistiek. Bovendien zijn hier diverse luchthavens en is er zowel een prima cultureel als culinair aanbod. En bijna iedereen spreekt goed Duits. Dat is echt een voordeel. Ik zeg wel eens tegen mensen uit de Randstad: jullie denken dat wij de provincie zijn, maar eigenlijk zijn jullie dat.”

Na zijn jaren bij Philips koos Van der Kolk er in 1996 voor om bij Hauzer Techno Coating aan de slag te gaan om vervolgens zeven jaar later bij Ionbond te beginnen. Twee bedrijven waarbij het coaten van uiteenlopende producten centraal staat. “Sinds 2012 behoren wij beiden bij de IHI Group, een grote Japanse beursgenoteerde onderneming, maar zowel Ionbond als Hauzer heeft zijn eigen identiteit behouden. Misschien dat veel mensen ons niet kennen, maar dat komt omdat wij binnen een nichemarkt werken waarvan slechts vijf procent voor de Nederlandse markt bestemd is. Het zijn juist grote spelers als Caterpillar en Delphi Automotive die van onze diensten gebruik maken. Recent wonnen we de Award of Excellence bij Bosch; een internationaal bedrijf met 9.000 toeleveranciers. Geloof me als ik zeg dat je die award niet zomaar wint en mensen binnen de sector weten dat wie deze prijs wint, echt de hoogste kwaliteit levert.”

“Misschien dat veel mensen ons niet kennen, maar dat komt omdat wij binnen een nichemarkt werken”

Van der Kolk prijst tenslotte nog de samenwerking tussen diverse hightech bedrijven binnen de regio en daarmee dus ook het belang van een initiatief als Techno Valley. “Het is goed om bedrijven bij elkaar te brengen. De markt fluctueert enorm en dat heeft invloed op de behoefte aan het aantal personeelsleden. Omdat veel bedrijven behoefte hebben aan gelijksoortige professionals, worden deze professionals tijdelijk ingehuurd en kunnen ze vervolgens weer bij een col-lega-bedrijf aan de bak. Het aanbod op dat vlak is niet enorm groot. Dat is het voordeel van een regio waarbij het onderne-merschap centraal staat.” ■

Robomotive

“ Er is meer mogelijk dan je denkt”

Tekst: Monique Joosten | Fotografie: Mijntje Wismans

Gerrit Jan van der Kolk, CEO bij Ionbond

“ Het onder-nemerschap in deze regio zorgt voor banen”

Tekst: Rob Buchholz | Fotografie: Petra Lenssen

Gerrit Jan van der Kolk prijst de samenwerking tussen diverse hightech bedrijven binnen de regio

Andreas Sprang, commercieel directeur van Robomotive

Van Buiten naar binnen

1918

Page 11: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en

Ondernemer in beeld: Diederik Fetter, Hotraco Group

“ Ik pas me makkelijk aan”

Tekst: Jac Buchholz | Fotografie: Mijntje Wismans

Ondernemer worden. Het stond lange tijd op het wensenlijstje van Diederik Fetter, maar concreet werd het niet. Tot hij zich op een dag realiseerde dat hij de 50 naderde. “Ik dacht, het is nu of nooit.” Zijn zoektocht leid-de hem naar Hotraco. “Een bedrijf met een omvang die bij me past.”

Hotraco werd in 1974 opgericht door Chris en Anny Beelen die lange tijd samen het bedrijf runden. In de beginperio-de waren de activiteiten gericht op het automatiseren van agrarische bedrijven. Dat begon met stallen in onder meer de varkenssector en pluimveehouderij, maar breidde zich al snel uit naar bijvoorbeeld opslagplaatsen voor aardappe-len en uien en systemen voor in kassen. “De overstap naar andere sectoren liet daarna niet lang op zich wachten”, geeft Diederik Fetter aan. “Bovendien werd er in die periode al snel over de grens gekeken en kreeg Hotraco een internatio-naal karakter.”

Een internationaal georiënteerd bedrijf dus dat zich even-eens bezighoudt met de ontwikkeling en productie van embedded systemen en het realiseren van industriële installaties. Hotraco heet tegenwoordig Hotraco Group met vijf innovatieve bedrijfsonderdelen. Naast het hoofdkan-toor en een tweede vestiging in de gemeente Horst zijn er tevens vestigingen in Friesland, China, India en Colombia. “We werken daarnaast met een over veel landen verspreid dealernetwerk, vaak langdurige relaties”, merkt Fetter op. “Vanuit de buitenlandse vestigingen wordt technische on-dersteuning verleend. Dat gebeurt door iemand die de taal van dat land goed beheerst en de cultuur kent.” Hotraco was en is nog altijd, zegt hij, een bedrijf in beweging. “Klimaatbe-heersing was core business, maar zoals gezegd, we hebben ons spectrum steeds verder verbreed. Die groei is vooral organisch verlopen, maar we zijn daar steeds nadrukkelijker strategisch op gaan sturen. Zoeken heel gericht naar nieuwe uitdagingen in sectoren waar we raakvlakken mee hebben. Zo hebben we zo’n twee jaar geleden geïnvesteerd in een poortwachtersysteem ten behoeve van bescherming tegen legionella.”

Hotraco telt tegenwoordig zo’n 200 medewerkers waarvan 120 op het hoofdkantoor in Horst werken. Het gaat hierbij vooral om mensen met een technische achtergrond, van diverse opleidingsniveaus. Medewerkers die tegenwoordig lastig te vinden zijn, toch? “Dat geldt niet alleen voor nu”, antwoordt Fetter. “Goed personeel vinden is altijd lastig. Daarom onderhouden we goede banden met de onder-wijsinstellingen in de regio, bieden stageplaatsen aan en bieden bijvoorbeeld studenten de mogelijkheid hier af te

studeren. Techno Valley speelt uiteraard ook een belangrijke rol in die contacten met het onderwijs. Datzelfde geldt voor de onlangs opgerichte Circular Design Group waar we deel van uitmaken.” Binnen beide initiatieven, zegt Fetter, is het delen van kennis eveneens een belangrijk aandachtspunt. “Kennisverbreding is nodig om blijvend innovatief te kunnen zijn. We houden ons continu bezig met productontwikkeling, willen zo groeien en onze business uitbouwen. Bijvoorbeeld door voet aan de grond te krijgen in gebieden waar we nu nog weinig doen zoals de Verenigde Staten en Latijns-Ame-rika.”

Zelf heeft Fetter, geeft hij aan, geen technische achtergrond. Hij is bedrijfskundige. Geen probleem, vindt hij. “In een tech-nisch bedrijf heb je meer skills dan alleen techniek nodig. Een voetbalelftal bestaat ook niet alleen uit aanvallers.” Hij beschikt, zegt hij, over een brede ervaring, vooral opgedaan in loondienst. “Ik had al lang de ambitie om zelfstandig ondernemer te worden. Dat komt wel, dacht ik altijd. Tot ik de vijftig begon te naderen, toen realiseerde ik me dat het nu of misschien wel nooit was. Ben op zoek gegaan naar een bedrijf dat bij me zou passen, vond er ook een aantal die aan het profiel voldeden en uiteindelijk kwam ik rond met Hotraco.” Dat was zo’n vijf jaar geleden, merkt Fetter op. Na een gecombineerde management buy-out en buy-in werd hij algemeen directeur. Of hij het niet lastig vond om als noorderling in het zuiden te aarden? “Nee, ik pas me mak-kelijk aan. Ik heb voor uiteenlopende bedrijven in tal van landen gewerkt. Dus dat was niet zo’n probleem.” Wel was er een andere voorwaarde, zegt hij. “Ik was op zoek naar een mkb-bedrijf van een bepaalde omvang. Niet té groot. Ik houd ervan om over de hele brede inzicht te hebben, om met alles in het bedrijf voeling te hebben. Dat is bij Hotraco het geval.” Met dat bedrijf en het team is Fetter in de afgelopen vijf jaar in grote lijnen de al eerder ingeslagen weg blijven volgen. Op bepaalde vlakken zijn er wel verbeteringen doorgevoerd.

“Verbeterpunten zijn er altijd. We hebben destijds een analy-se gemaakt en gekeken waar we op moesten focussen. Een van de zaken is het beter verankeren van de bedrijfsstruc-tuur in het internationale karakter.”

Tot slot: hoe kijkt Fetter naar de maakindustrie in de regio en de rol die Techno Valley daarin vervult? “Techno Valley zorgt ongetwijfeld voor synergie; Het brengt partijen met uiteenlopende kennis bijeen en verbindt bedrijven met soortgelijke vraagstukken. Bijvoorbeeld – het werd net al aangehaald – op het gebied van personeel. Of het overleg met onderwijs over hoe opleiding en praktijk nog beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Maar Techno Valley is natuurlijk ook richting andere stakeholders een gespreks-partner van formaat. Wat individuele bedrijven niet voor elkaar krijgen, heeft meer kans via Techno Valley. Bijvoor-beeld nauwer aansluiting zoeken bij Brainport Eindhoven en met de kennisinstellingen. Maar ook als gesprekspartner richting overheden. Kwaliteit is er, potentie is er, we moeten het alleen nadrukkelijker laten zien.” ■

Hotraco GroupOpgericht: 1974Aantal medewerkers: circa 200 wereldwijdWerkgebied: WereldwijdHoofdvestiging: Hegelsom, met neven-vestigingen in Friesland, China, India en ColombiaActiviteiten: Systeemontwikkeling en sys-teemintegratie van met name op bestu-ringstechniek georiënteerde oplossingen.

Diederik Fetter: “Ik had al lang de ambitie om zelfstandig ondernemer te worden”

2120

Page 12: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en

De provincie Limburg zet vol in op het ver-sterken van de Limburgse economie; LIOF geeft uitvoering aan die ambitie. LIOF helpt het Limburgse mkb met innoveren en het ontwikkelen van nieuwe bedrijvigheid. Ze financiert de start en groei van kansrijke mkb-ondernemingen en werft buitenlandse bedrijven. Tot slot schept LIOF de voorwaar-den voor verdere ontwikkeling van de sec-toren industrie, logistiek en op korte termijn ook agro/food. Voor de maakindustrie ging afgelopen december de tweede versie van het driejarig programma LimburgMakers van start.

LIOF, zo begint sector developer industrie Charles Mevis , steunt feitelijk op drie pilaren: kennis, kapitaal en netwerk. Die drie worden ingezet om Limburgse mkb-bedrijven te ondersteunen. “Alle mkb’ers met een goed idee voor bijvoor-beeld een innovatief product of vernieuwende dienst kun-nen bij ons terecht.” Daarnaast, zegt Mevis, zet LIOF specifiek in op de versterking van de sectoren logistiek en industrie in Limburg, en dus binnenkort ook agro/food. “Zij zijn belang-rijke peilers van de Limburgse economie en daarmee een van de belangrijkste werkgevers. LIOF werkt bovendien volop samen met de vier Brightlands-campussen: voor Chemie & Materialen in Sittard-Geleen, voor Life Sciences en Health in Maastricht, voor Smart Services in Heerlen en voor Agro/Food in Venlo.”

LimburgMakers richt zich op het structureel versterken van het concurrentievermogen van de Limburgse maakindustrie. Van dat programma ging in december vorig jaar de tweede editie van start, gelijktijdig met een soortgelijk nieuw initi-atief voor de logistiek in Limburg. Een succesformule geeft Mevis aan, want met de eerste LimburgMakers werden in drie jaar tijd ruim 180 bedrijven met hun innovatieprojecten ondersteund, met een totale waarde van 20 miljoen euro.

LimburgMakers, zegt Mevis, ondersteunt bedrijven met kennis en netwerk via het (mede-)organiseren van the-matische bijeenkomsten en samenbrengen van bedrijven onderling. Ondersteuning via kapitaal gebeurt door middel

van diverse subsidiemogelijkheden. “We zetten daarbij in op een aantal voor de maakindustrie relevante thema’s zoals , robotisering, servitization, big data, 3D printen, operational excellence en internet of things. “Ieder Limburgs MKB-bedrijf met een vernieuwend idee zoeken we op en willen wij graag aan het programma verbinden. Samen bekijken we of en op welke manier we kunnen ondersteunen.”

Een goed voorbeeld van de inzet van kennis en netwerk is het onderdeel Kennistraject binnen LimburgMakers. Dit is gericht op het dichter bij elkaar brengen van onderwijs en bedrijven. Programma’s voor Fontys en Zuyd Hogeschool zijn in ontwikkeling en zullen in september van start gaan. Bij de Universiteit Maastricht loopt zo’n programma al enkele jaren. Mevis: “Met het vak value based marketing als uitgangspunt. In samenspraak met de universiteit zijn masterclasses voor het bedrijfsleven opgezet. Die vinden om de drie maanden plaats, telkens rond een ander thema. Daar doen dan enkele MT-leden van meerdere deelnemende bedrijven aan mee . De klas die zo ontstaat, is ook weer een goede plek elkaar beter te leren kennen.”

Parallel hieraan brengen deze bedrijven elk een praktijkcase in waarvoor studenten een oplossing ontwikkelen. Een uniek project met meerdere voordelen, stelt Mevis. “Studenten maken kennis met de praktijk en bedrijven kunnen leren van de creatieve, frisse kijk op zaken door studenten. Bovendien is het een goede manier om universitaire studenten te laten zien dat er in de regio interessante mkb-bedrijven zijn die je een inspirerende werkomgeving bieden met interessante carrièremogelijkheden. Op die manier kunnen we ook hoger opgeleiden voor de regio behouden.”

Een belangrijk onderdeel van LimburgMakers is volgens Me-vis het organiseren van activiteiten voor de maakindustrie. “Waar dat past doen we dat vooral samen met andere partij-en, actief voor de maakindustrie. Het symposium ‘Sneller en slimmer produceren’ dat op 7 juni in de Maaspoort in Venlo plaatsvindt, is daar een goed voorbeeld van. Dit wordt geor-ganiseerd samen met de Limburgse Werkgevers Vereniging en Techno Valley. Een prima gelegenheid om de sector te profileren en voor ondernemers om elkaar te ontmoeten.” ■

LimburgMakers biedt forse impuls voor Limburgse maakindustrie

Headquarters Venray The Netherlands www.inalfa-roofsystems.com

inalfa een mooi

technisch bedrijf in de

regio

23

Page 13: magazine - Techno Valley Limburg · betrokken, evenals Océ. LimburgMakers Met name voor de mkb-ondernemer, geeft Van Elk aan, is het echter lastig in te schatten welke big data en