momentopname 195 - september 2013
DESCRIPTION
Kwartaalblad voor donateurs van Stichting voor Vluchteling-Studenten UAFTRANSCRIPT
De regels. De ingewikkelde taal. De eisen die aan vluchtelingen worden gesteld. De Somalische Amino Ali Obead (27) moet nog steeds aan Nederland wennen. Desondanks leerde ze Nederlands, vond ze een baan en gaat ze studeren. Met hulp van het UAF. ‘Ik wil een betere toekomst voor mij en mijn dochter.’
‘Geen vragen.’ Amino herinnert zich het
eerste zinnetje dat ze in het Nederlands
leerde nog heel goed. Ze is dan net in
Nederland en wacht in het azc Oude
Pekela op haar eerste verhoor. ‘Een ver-
warrende tijd. Ik was met mijn zus
gevlucht uit Mogadishu nadat ons gezin
in Somalië het doelwit was geworden van
een extreemrechtse stam. Twee van mijn
broers waren vermoord en mijn vader lag
in coma na een bomaanslag. Mijn oma
en oom hielpen ons het land uit. Het ging
allemaal heel snel. In het vliegtuig moch-
ten we niet praten met de man die ons
begeleidde. Op Schiphol nam een andere
man ons mee. Na drie dagen mochten we
ons pas als vluchteling aanmelden.’
Wantrouwen en angst hadden Amino in
hun greep. ‘Ik zag erg op tegen het ver-
hoor door de vreemdelingenpolitie. Ik
had geen idee wie ik wel of niet kon
vertrouwen.’ In afwachting van het ver-
hoor bezorgde een begeleider de vluch-
telingen wat afleiding door provisorisch
Nederlandse les te geven. ‘Somalisch en
Nederlands lijken in niets op elkaar.
Maar in Somalië had ik Engels geleerd,
omdat ik docent wilde worden. Daardoor
lukte het me een klein beetje van de taal
te begrijpen.’ Tijdens het verhoor herin-
nerde ze zich het kleine zinnetje. ‘De
politieman vroeg of ik nog vragen had.
Ik verstond alleen “vragen”, maar ik had
mijn antwoord klaar. In het Nederlands.
Daar keken ze wel van op.’
Themanummer: taal
Foto
: Ven
us V
eldh
oen
‘Ik wilde door met de taal’Taalbeheersing sleutel tot toekomst
AminoNummer 195, september 2013 Kwartaalblad voor donateurs
jaar
2 | UAF Kwartaalblad voor donateurs nr. 195, september 2013
Eindelijk begripZonder taalbeheersing zou ze haar kansen op een betere toekomst vergooien, wist
ze. ‘Ik deed alles wat ik kon om zo snel mogelijk goed Nederlands te leren.’ Amino
kocht een oude computer. En ze haakte clandestien aan bij een groepje Marokkaanse
vrouwen dat taalles kreeg in een buurthuis. Ze volgde ook taallessen via de
gemeente. ‘Daar zat ik tussen veel
andere vluchtelingen. We hadden best
goede docenten, maar er waren te veel
studenten om echt vooruit te komen.’
Een UAF-student uit het asielzoekers-
centrum hielp haar. ‘Hij haalde me over om naar het UAF te gaan. Eerst durfde ik
het niet, ik was bang voor een streng verhoor. Maar hij moedigde me aan en ik
overwon mijn angst.’
Daar is ze nog elke dag blij mee. ‘Naar het UAF gaan voelde als thuiskomen. Eindelijk
mensen die me begrepen, mensen die de moeite namen uitleg te geven over bepaalde
regelingen. Mensen die wisten hoe ik zo snel mogelijk kon gaan studeren. Dat mijn
vrees voor het interview ongegrond was, zie ik nu ook wel in. Bij het UAF ben ik
veilig.’
StroomversnellingAmino’s taalontwikkeling kwam in een stroomversnelling nadat het UAF haar aan-
nam. ‘Ze regelden een persoonlijke docent, die mij heel goed begeleidde. Zij maakte
veel tijd voor me vrij, ik kreeg opdrachten op mijn eigen niveau en ik mocht altijd
mailen.’ In augustus 2012 haalde ze haar staatsexamen 1. ‘Ik was klaar voor het mbo,
maar ik wil naar het hbo. De gemeente betaalde één examen en voor het hbo had ik
staatsexamen 2 nodig. Dankzij het UAF kon ik dat examen doen.’
Naast haar cursus Nederlands werkt Amino bij een schoonmaakbedrijf. ‘Ik moet veel
regelen om alles te kunnen doen. Studie, kind, werk. Ik begrijp heel goed dat ik moet
werken voor mijn uitkering, maar ik wil ook leren. Dankzij het UAF kan ik gaan stude-
ren. Ik wil nog steeds docent Engels worden. Maar een meer internationaal georiën-
teerde opleiding trekt me ook aan. Mocht ik ooit nog teruggaan naar Somalië, dan
zal me dat goed van pas komen. Wat het ook wordt: ik krijg de kans om een betere
toekomst voor mezelf en mijn dochter te creëren, dankzij het UAF. Daar begrijpen
ze heel goed wat het betekent om vluchteling te zijn.’
Toen ik in 1992 met de hbo-studie
sociaalpedagogische hulpverlening
begon, realiseerde ik me pas na
mijn inschrijving dat ik collegegeld
moest betalen. Ik was net één jaar
in Nederland, leefde van daggeld en
had een gezin. Had het UAF mij
toen niet geholpen, dan was er wei-
nig terechtgekomen van het nieuwe
leven waarin ik me eindelijk kon
ontplooien. In de afgelopen 65 jaar
hebben duizenden vluchtelingen,
net als ik, mede dankzij het UAF
een nieuwe start in Nederland
gemaakt. Voor ons allemaal was de
studie een toegangskaart naar
vrijheid.
Want vrijheid gaat gepaard met
kansen. Kansen om zich te kunnen
ontwikkelen. Het UAF is in de afge-
lopen decennia uitgegroeid tot een
deskundige organisatie met betrok-
ken medewerkers. Een organisatie
die kansen aan vluchtelingen biedt.
Maar dat aanbod geldt alleen voor
wie bereid is de kansen ook zelf te
grijpen en te benutten. In een tijd
waarin aan studeren steeds hogere
eisen gesteld worden, slagen we in
onze missie alleen met gezamen-
lijke inspanning van medewerkers,
vluchtelingstudenten en donateurs.
Samen maken we de kansen waar.
Mardjan Seighali is directeur
van het UAF.
Mardjan Seighali
Vervolg van pagina 1
‘Bij het UAF ben ik veilig’
Taleninstituut Regina Coeli helpt het UAF
Mensen die naar Nederland vluchten, willen zich vaak zo snel mogelijk weer nuttig
maken. Er is alleen een groot struikelblok: de taal. Daarom investeert het UAF in
taalonderwijs.
Language Institute Regina Coeli biedt ter ere van haar vijftigjarig jubileum vijftien
UAF-studenten een taaltraining aan. De vluchtelingen volgen een intensieve cursus
waardoor zij sneller in staat zijn om succesvol te studeren. Wij zijn blij met de hulp
van ‘de nonnen van Vught’!
jaar
3 | UAF Kwartaalblad voor donateurs nr. 195, september 2013
Wat houdt het taalproject in? ‘In samenwerking met diverse taalinstitu-
ten bieden we taalcursussen aan waarin
vluchtelingen snel en effectief Nederlands
leren. Van niveau 0 naar B2, het niveau
waarop je de taal zelfstandig kunt gebrui-
ken en produceren. We geven de voorkeur
aan groepslessen, zodat deelnemers met
en van elkaar kunnen leren.’
Iedereen leert in z’n eigen tempo. Hoe speel je daarop in?‘Met sommige taalinstituten hebben we
afgesproken dat een vluchteling maat-
werk krijgt als we verwachten dat het
rendement oplevert. Zo kan hij of zij
de grootste hiaten wegwerken.
Wat valt er tot nu toe op?‘We hebben gemerkt dat het belangrijk
is om aandacht te besteden aan de
intake, zodat vluchtelingstudenten op
het juiste niveau starten. We kijken ook
naar de leercapaciteit en de omstandig-
heden waarin iemand leert. Bijvoorbeeld:
heeft hij of zij een computer? Werkt de
vluchteling of heeft hij of zij een gezin?’
Hoe gaat het nu verder?‘De eerste lichting intensief taallerende
studenten doet het staatsexamen
Nederlands in de zomer van 2014. Dat
wordt een belangrijk meetmoment. Dit
najaar gaan we het contact tussen het
UAF en de taalinstituten verder
verbeteren.’
Taalproject: gedegen en snel Nederlands leren
‘Taal leer je niet alleen uit boeken’
Weinig vluchtelingstudenten kennen
Nederlanders. Dat is nadelig voor hun
taalvaardigheid. De Utrechtse student
Taal- en Cultuurstudies Marjon Riehl (23)
werd geraakt door het werk van het UAF
en besloot taalmentor van een vluchte-
lingstudent te worden. ‘Ik begeleid een
42-jarige man uit Rwanda. Hij is pas in
Nederland en wil snel beginnen met een
hbo-studie. Hij is enorm leergierig en
leert snel Nederlands, maar hij heeft wei-
nig gelegenheid om de taal te spreken
omdat hij geen Nederlanders kent.
Spreken en luisteren gaan hem erg goed
af, schrijven vindt hij moeilijk. Daarom
whatsappen en mailen we ook, naast
persoonlijke afspraken. Ook stelt hij vra-
gen over grammatica en het verschil tus-
sen spreek- en schrijftaal. Als mentor leer
ik ook van hem. Knap vind ik de manier
waarop hij zich op de toekomst richt.
Verder is het leuk dat je als mentor juist
door gewone, vriendschappelijke gesprek-
ken een vluchteling iets kunt leren.’
De vorig jaar afgestudeerde jurist Anahit Balayan uit Armenië volgde de cursus
Zakelijk Nederlands die het UAF dit voorjaar voor het eerst organiseerde. De cursus
is opgezet omdat bleek dat veel hoger opgeleide vluchtelingen ook na hun afstuderen
nog behoefte hebben aan ondersteuning. Succes op de werkvloer hangt nauw samen
met een goede schriftelijke en mondelinge communicatie. Onder leiding van NIOW
Training en Advies leerden de gevorderde en net afgestudeerde vluchtelingstudenten
wat helder en doelmatig communiceren inhoudt en hoe je correct, zakelijk
Nederlands schrijft. Anahit: ‘Nu ben ik veel zekerder over mijn Nederlands. Voorheen
wist ik dat ik fouten maakte, maar niet welke. Nu zie ik het veel duidelijker.’ Na evalu-
atie beslist het UAF of de cursus wordt voortgezet.
Marjon Riehl
Sinds twee jaar biedt het UAF vluchtelingen de mogelijkheid om de Nederlandse taal in een kortere tijd te leren. Het begon met een proeftraject en is nu uitgegroeid tot een landelijk netwerk tussen het UAF en diverse taalinstituten. Studentenbegeleider Katrijn van Sprundel vertelt over de stand van zaken.
Studente helpt vluchteling met Nederlandse taal
Vluchtelingstudenten leren zakelijk Nederlands
Katrijn van Sprundel
Anahit Balayan
Partners van het UAF in het taalpro-
ject zijn onder andere: Talencentrum
van de Rijksuniversiteit Groningen,
Friesland College, Saxion Hogeschool,
Lest Best in Utrecht, VU Amsterdam,
TopTaal in Amsterdam, Language
Center van Tilburg University en
Radboud in’to Languages.
4 | UAF Kwartaalblad voor donateurs nr. 195, september 2013
Hij was de enige buitenlandse student van de faculteit. Emeritus hoogleraar econometrie dr. Solomon Cohen vertrok in 1963 uit Soedan naar Nederland en ging met hulp van het UAF economie studeren aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Solomon Cohen was zeven toen hij voor
het eerst ondervond wat het betekende
om een joodse naam te hebben in een
Arabisch land. ‘We woonden in Egypte.
Na de Arabisch-Israëlische oorlog van
1948 werd het leven daar voor joden
moeilijker.’ Het gezin verhuisde naar
Soedan en vestigde zich in een joodse
gemeenschap. ‘Tot het moment dat ik
naar de universiteit in Khartoem ging, had
ik een rustige jeugd. Informatie uit de
buitenwereld bereikte me nauwelijks. Een
voorbeeld: toen ik in 1961 voor het eerst
naar Europa reisde, las ik in een krant
over het proces tegen Eichmann. Ik had
eerder nog nooit van de nazi’s gehoord.’
Afwijzing‘Ik zou in 1963 afstuderen en wilde door
met een masteropleiding. Dat kon niet in
Khartoem, dat moest in het buitenland
met een speciale studiebeurs. Ik zal
nooit vergeten wat de decaan zei toen
ik hem om die kans vroeg. “Vergeet het
maar. Als ik een beurs heb, geef ik hem
aan een echte Soedanees. Je mag blij
zijn dat je je bachelor hebt kunnen
halen.” Toen begreep ik dat er voor mij
geen kans op een toekomst was in
Soedan.’ Hij vertrok naar Nederland en
studeerde verder met steun van het UAF.
Zeven jaar later zouden nagenoeg alle
joden uit de gemeenschap van Cohen
vluchten als gevolg van de zesdaagse
oorlog in Soedan.
Kansen geven‘Ik kreeg drie uur per week Nederlandse
les. Heel lang was ik de enige buiten-
landse student. Docenten hielden reke-
ning met me. Ik mocht bijna alles in het
Engels doen.’ Na anderhalf jaar bood
hoogleraar Jan Tinbergen Solomon Cohen
de baan van student-assistent aan. Het
was het begin van een succesvolle en
internationale loopbaan. Twee jaar na zijn
aankomst in Nederland hoefde het UAF
hem, dankzij zijn salaris, niet meer finan-
cieel te ondersteunen. Toen werd hij
donateur. ‘Mijn steun aan het UAF zie ik
als een morele verplichting. Zonder het
UAF was ik hier nooit terechtgekomen.
En terugbetalen om anderen een kans te
geven, is vanzelfsprekend. Ik ben heel blij
en trots dat er een organisatie bestaat die
zich bekommert om het lot van stude-
rende vluchtelingen. Ik moedig mijn
zoons en anderen ook aan om het UAF
te steunen. Het UAF is onvervangbaar in
een verdeelde wereld.’
Alumnus met een internationale loopbaan
‘Het UAF is onvervangbaar in een verdeelde wereld’
Stichting voor Vluchteling-Studenten UAFWilhelminapark 38, 3581 NJ Utrecht [email protected] | www.uaf.nlT 030 252 08 89
Foto
: Ven
us V
eldh
oen
Utrecht, zomer 1949. Het UAF ving
twintig gevluchte Tsjechische studen-
ten op in Huize Zuylenveld. Trouwe
donateur mevrouw Insinger studeerde
in dat jaar Engels in Amsterdam. Die
zomer runde ze een maand het huis-
houden op Zuylenveld. ‘De Tsjechen
kregen ’s ochtends Nederlandse les.
Studeren in Nederland begint immers
met het onder de knie krijgen van
de taal.’
Mevrouw Insinger: ‘Het was kort na
de oorlog, dus we moesten alles bij
elkaar schrapen. We kregen van het
Rode Kruis steek-lakentjes die we bij
elkaar stikten tot één lakentje.’
Sinds jaar en dag is mevrouw Insinger
verbonden aan het UAF. ‘Ik heb het
UAF altijd gesteund sinds het vaste
vormen aannam. Als ik lees dat er
weer een groot aantal vluchtelingen is
geslaagd en een goede baan heeft
gevonden, dan vind ik dat heerlijk!’
Ook staat het UAF in haar testament.
‘Het UAF zorgt ervoor dat vluchte-
lingen hier verder kunnen studeren
en carrière kunnen maken, dat vind
ik zeer lovenswaardig. Dat moet altijd
mogelijk blijven.’
Wilt u meer informatie over het opne-
men van het UAF in uw testament?
Bel ons op 030 252 08 89.
Solomon Cohen
Mevrouw Insinger
Vanaf november gaat het UAF over naar het IBAN-rekeningnummer NL 41 INGB 0000 0763 00
Donateur én vrijwilligster van het eerste uur
ontw
erp
Tan
geri
ne
desi
gn, R
otte
rdam
opm
aak
Pir
aña
grafi
sch
ontw
erp
, Utr
echt
dru
k D
e Le
kStr
oom
Gri
ffioe
n