on twerps chet sen

28
grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert 1 GRAFISCHE VORMGEVING / ONTWERPSCHETSEN CRONOLOGISCH PAKKET / ONTWERPSCHETSEN Wat is het belang van schetsen? Waarom schetsen? - Schetsen met een verlangen, met liefde . Het is een attitude. - Schetsen vraagt een inzicht : ‘kennen’: weten hoe het object in elkaar steekt, op wetenschappelijke basis ‘kijken’: het observeren ‘schetsen’: de vaardigheid om de dingen te registreren op een blad - tijdens het ontwerpproces je idee overbrengen op papier, en hierop verder bouwen. Het schetsen is de motor van het ontwerp . Door iets te schetsen ontstaan er nieuwe ideeën en mogelijkheden - inzicht krijgen in de ruimtelijkheid van het ontwerp , op plan zie je dit niet. Het is een illusie om te denken dat je met plannen alleen ruimtelijk sterke gebouwen kan ontwerpen. - COMMUNICATIE: in contact met de klant moet je soms heel snel je idee verduidelijken, dan heb je geen computer bij. Maw het is niet alleen om een idee of beeld te memoriseren, maar ook te communiceren naar anderen toe. - De gevoeligheid van het ontwerp wordt verduidelijkt aan de hand van de expressie en persoonlijke karakter van de schetsen. - schetsen kunnen ook gebruikt worden als presentatie middel , mooie opgewerkte schetsen zijn kunstwerken op zich. 1. rechte lijnen: op A4 in alle richtingen tekenen niet willekeurig, maar compositie maken en weten waar de lijn komt en heen gaat 2 punten registreren en die verbinden = een beheerste lijnvoering verkrijgen korte lijn: vanuit de vingers middellange lijn: vanuit de pols lange lijn: vanuit de elleboog/schouder geen opeenstapeling van korte stukjes, geen kromme lijn wel strakke/gevoelige lijn, 2. rechte hoeken: elementaire vaardigheid. het ganse schetsgebeuren is gebaseerd op rechte hoeken vertrekken van lijn, hierop een rechte hoek plaatsen. De lijn verder zetten dan de hoek zelf > meer controlehoeken. Je kan ook hoek van blad in de rechte hoek leggen ter controle. 3. proporties: lijnstuk opdelen door gelijke delen. Vertrekken van 1 lijnstuk eerst halveren en dan opnieuw door 2 in drie delen: eerst het midden zoeken van het lijnstuk, de middenas (bij alle oneven opdelingen) in 5/6/8/10 delen driehoek: verhouding 3/4/5 4. vierkant rechte hoeken, gelijke zijden eerst links, boven, rechts, onder opdelen: diagonalen, helften, rasters vermenigvuldigen van de vierkanten adhv diagonalen 5. cirkel verschillende methodes nl. 8puntsmethode (te veel werk, niet effectief) 4 puntmethode adhv krommen in vierkant > ingeschreven vierkant. Te omslachtig, altijd het vierkant nodig om cirkel te tekenen. 4 puntmethode adhv aslijnen/kruis en 4 punten bepalen, in 2 bewegingen: links van boven naar beneden, rechts van boven naar beneden. Indien mogelijk adhv 2 punten (boven en onder) Het potentieel aan potloodtechnieken om het effect van textuur, materiaal en toon weer te geven is ongelimiteerd. Denk eraan dat het schaduwen van een vlak tegelijk textuur en toonwaarde bepaalt. Texturen en grijswaarden verduidelijken het geschetste beeld. Tussen wit en zwart bestaan oneindig veel grijswaarden. Het is interessant deze mogelijkheden van het potlood uit te testen. (zie bijlagen)

Upload: sienaert

Post on 22-Oct-2015

37 views

Category:

Documents


9 download

DESCRIPTION

on twerps chet sen

TRANSCRIPT

Page 1: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

1

GRAFISCHE VORMGEVING / ONTWERPSCHETSEN CRONOLOGISCH PAKKET / ONTWERPSCHETSEN

Wat is het belang van schetsen? Waarom schetsen? - Schetsen met een verlangen, met liefde. Het is een attitude. - Schetsen vraagt een inzicht: ‘kennen’: weten hoe het object in elkaar steekt, op wetenschappelijke basis ‘kijken’: het observeren ‘schetsen’: de vaardigheid om de dingen te registreren op een blad - tijdens het ontwerpproces je idee overbrengen op papier, en hierop verder bouwen. Het schetsen is de motor van het ontwerp. Door iets te schetsen ontstaan er nieuwe ideeën en mogelijkheden - inzicht krijgen in de ruimtelijkheid van het ontwerp, op plan zie je dit niet. Het is een illusie om te denken dat je met plannen alleen ruimtelijk sterke gebouwen kan ontwerpen. - COMMUNICATIE: in contact met de klant moet je soms heel snel je idee verduidelijken, dan heb je geen computer bij. Maw het is niet alleen om een idee of beeld te memoriseren, maar ook te communiceren naar anderen toe. - De gevoeligheid van het ontwerp wordt verduidelijkt aan de hand van de expressie en persoonlijke karakter van de schetsen. - schetsen kunnen ook gebruikt worden als presentatie middel, mooie opgewerkte schetsen zijn kunstwerken op zich. 1. rechte lijnen: op A4 in alle richtingen tekenen

niet willekeurig, maar compositie maken en weten waar de lijn komt en heen gaat 2 punten registreren en die verbinden = een beheerste lijnvoering verkrijgen korte lijn: vanuit de vingers middellange lijn: vanuit de pols lange lijn: vanuit de elleboog/schouder geen opeenstapeling van korte stukjes, geen kromme lijn wel strakke/gevoelige lijn,

2. rechte hoeken: elementaire vaardigheid. het ganse schetsgebeuren is gebaseerd op rechte hoeken vertrekken van lijn, hierop een rechte hoek plaatsen. De lijn verder zetten dan de hoek zelf > meer controlehoeken. Je kan ook hoek van blad in de rechte hoek leggen ter controle.

3. proporties: lijnstuk opdelen door gelijke delen. Vertrekken van 1 lijnstuk eerst halveren en dan opnieuw door 2

in drie delen: eerst het midden zoeken van het lijnstuk, de middenas (bij alle oneven opdelingen)

in 5/6/8/10 delen driehoek: verhouding 3/4/5 4. vierkant rechte hoeken, gelijke zijden eerst links, boven, rechts, onder opdelen: diagonalen, helften, rasters vermenigvuldigen van de vierkanten adhv diagonalen 5. cirkel verschillende methodes nl. 8puntsmethode (te veel werk, niet effectief) 4 puntmethode adhv krommen in vierkant > ingeschreven vierkant. Te omslachtig, altijd

het vierkant nodig om cirkel te tekenen. 4 puntmethode adhv aslijnen/kruis en 4 punten bepalen, in 2 bewegingen: links van boven

naar beneden, rechts van boven naar beneden. Indien mogelijk adhv 2 punten (boven en onder)

Het potentieel aan potloodtechnieken om het effect van textuur, materiaal en toon weer te geven is ongelimiteerd. Denk eraan dat het schaduwen van een vlak tegelijk textuur en toonwaarde bepaalt. Texturen en grijswaarden verduidelijken het geschetste beeld. Tussen wit en zwart bestaan oneindig veel grijswaarden. Het is interessant deze mogelijkheden van het potlood uit te testen. (zie bijlagen)

Page 2: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

2

MATERIALEN - klassieke potloden van HB (tot 1B-6B)

de breedte van een lijn bepaald hoe abstract of gedetailleerd een schets kan zijn. Tekenen met een fijne punt moedigt aan tot schetsen met kleine details. Schetsen met een brede punt verplicht tot het essentiële en het elimineren van kleine details.

- (gom: ivoorkleurig – Conté)) - (kneedgom) - papier: wit A4 schetspapier, gesatineerd, fijnkorrelig, min 120gr/m2, niet te glad, niet te ruw > medium - slijper: lange punt, slijpafval in briefomslag op tafel en in vuilbak gooien

Page 3: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

3

Page 4: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

4

WETMATIGHEDEN (sinds de renaissance): Het ervaren van het PERSPECTIEF = doorzichtkunde Als je iets schetst moet je het kennen anders verlies je informatie Vertrekken vanuit het geheel/totaliteit, dus niet elk vlak apart Beeldvorming overdragen op je blad ‘de horizon’ samenvallen van het blikveld en het wateroppervlak

afhankelijk van je standpunt wijzigt de positie van de horizon: hoe hoger je staat, hoe verder je ziet, hoe hoger de horizon

de horizon zie je enkel in relatie tot het oceanisch oppervlak het is een horizontale lijn die ons omringt (de maximale horizon = omtrek van de aarde vanuit de ruimte)

‘ooglijn’ = horizontaal vlak = de materialisatie van de horizon in de omgeving adhv verticale spiegel: daar waar ogen zijn, zit de ooglijn

adhv meetlat: meten hoe hoog je staat en afteken op muur andere kant adhv bakje water omhoog brengen adhv zwembad laten vollopen tot de hoogte van je ogen ooglijn is altijd horizontaal en recht voor je horizontale lijn op blad met letter O > ALTIJD!! ‘rechten’ 1 elke willekeurige rechte heeft een verdwijnpunt in de ruimte

2 alle onderlinge evenwijdige rechten in de ruimte verdwijnen naar eenzelfde punt vb. cilinders maken van rechten alle ribben van een kubus die evenwijdig zijn lopen naar eenzelfde punt 3 horizontale rechten hebben altijd het verdwijnpunt op de ooglijn 4 alle horizontale evenwijdige rechten hebben hetzelfde verdwijnpunt/vluchtpunt op de

ooglijn 5 verticale rechten blijven verticaal behalve bij heel groot gebouw of heel laag, kan zelfs

overdreven worden indien nodig

Page 5: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

5

fig. willekeurige rechten / evenwijdige rechten / horizontale rechten / evenwijdige horiz. rechten

‘vlakken’ De problematiek van het vlak in de ruimte. We beginnen met het verticale vlak, dan het

horizontale vlak, dan het schuine vlak,etc. Een vierkant zie je pas als een vierkant als het vierkant frontaal voor je staat. In realiteit zie je een vierkant bijna altijd versmalt. De ene verticale ribbe is dichter bij je dan de andere. Diegene die dichter staat zal groter zijn, naarmate ze zich verder bevindt zal de ribbe kleiner worden. Dit is een perspectivische beweging van het vlak die afhankelijk is van de positie van de schetser. De perspectiefwerking van het vlak wordt bepaald door de verticale lijnen die verticaal blijven en de horizontalen die schuin weglopen.

Voorbeelden: a) trommel (2vierkanten laten draaien omheen centrale as) of verticaal vlak (vierkant) laten draaien rondom 1 ribbe, de vlakken veranderen van vorm omdat ze een andere positie innemen tov jezelf. De ribbe die het dichtste ligt blijft gelijk. De andere ribben worden als maar kleiner hoe verder dat vlak zich van ons bevind. Het vlak draait en krijgt als maar meer perspectief en dus ook een steilere hellingshoek en je ziet er minder van (de verticalen komen dichter bij elkaar). Hoe verder van de ooglijn, hoe meer perspectief en hoe meer je ziet. Hoe dichter bij de ooglijn, hoe minder je ziet. b) het centraal perspectief adhv spoorweglandschap

centraal vluchtpunt = p. Gelijke maten worden hoe verder hoe kleiner. Hoe minder we van een vlak iets zien, hoe meer perspectief. (vlak naar beneden schuiven en vlak naar links/rechts verschuiven)

METEN MET HET POTLOOD Een klassiek recht potlood wordt gebruikt als meetlat. Het potlood houd je horizontaal of verticaal voor je met gestrekte arm. Het potlood ligt in een verticaal transparant vlak. Hellingshoeken meten: potlood horizontaal leggen in hoekpunt om de hellingshoek juist in te schatten. Als controle je blad verticaal houden, potlood in de helling leggen en je blad erachter schuiven (+ eventueel aanpassen). Potlood altijd horizontaal, verticaal of schuin maar loodrecht in het vlak bewegen. De verschillende afstanden zijn te meten tov de basismaat.

Page 6: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

6

Page 7: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

7

HOE TWEEVLAKSHOEKEN TEKENEN

1] de verticalen: - teken de dichtstbijzijnde verticale: deze vind je door je potlood horizontaal te leggen, van onder naar boven schuiven en de eerste die je tegen komt is de dichtstbijzijnde verticale. - afstand kiezen op die verticale = de basismaat (ab) waarmee je alle afstanden zal refereren - meet de afstand tussen de verticalen adhv je basismaat. Meet de kleinste afstand in de grootste: hoe vaak kan deze in de basismaat. Zo kom je aan ad [x en y].

2] bepaling van de ooglijn: afstand tot de ooglijn meten en uitzetten. De afstand kan gemeten worden adhv de basismaat.

3] hellingen uitzetten: begin met de sterkste helling, want het vluchtpunt van een sterke helling zal juister bepaald zijn dan het vluchtpunt van een rechte met een zwakke helling. Sowieso de helling meten van het punt en de rechte die het dichtste bij jou is. Dus potlood horizontaal leggen in hoekpunt en de hoek in schatten. Als controle je blad verticaal houden, potlood in de helling leggen en je blad erachter schuiven (+ eventueel aanpassen). Potlood altijd horizontaal loodrecht in het vlak bewegen. - Deze lijn doorzetten tot op de ooglijn, b wordt verbonden met datzelfde punt op de ooglijn. - horizontale tekenen in het punt d en de hellingshoek in d in schatten > zo vind je e. - Evenwijdige rechten naar hetzelfde vluchtpunt brengen > f - achterste vlak opnieuw dmv hellingshoek in schatten en hetzelfde ritueel herhalen.

Page 8: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

8

Page 9: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

9

Tekstuur en grijswaarden

Page 10: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

10

HET HORIZONTAAL VLAK 1 Opstelling van een aantal horizontale vlakken.

Tijdens de les proberen tekenen wat je ziet op basis van wat je weet. 2 methodiek horizontaal vlak:

- begin met het dichtstbijzijnde punt a, dit punt bepaald de richting van het perspectief. Dus teken een kruis en probeer de juiste helling van de hoeken (alpha en beta) uit te zetten met behulp van je potlood in het transparante vlak. Het dichtstbijzijnde punt bepaalt het perspectief van het vlak. - start met de grootste maat, dit is je maatlijn of basismaat. Dit zal bij een vierkant de zijde zijn waar de hellingshoek het kleinste is > ab. Een standaard regel is:

>> hoe kleiner de hellingshoek, hoe meer je van die zijde ziet, dus hoe langer de zijde getekend wordt. >> hoe groter de hellingshoek, hoe meer perspectief, hoe minder je van de zijde ziet, dus hoe korter deze getekend wordt.

- maat uitzetten van andere zijde (ac) - ooglijn opzoeken adhv basismaat, de basismaat uitzetten op vertikale lijn door dichtstbijzijnde punt a - horizontale lijnen hebben een vluchtpunt op deze ooglijk EN evenwijdige horizontale lijnen hebben een zelfde vluchtpunt op de ooglijn!

- figuur afmaken controles: 1. de diagonalen: de diagonalen in het horizontaal vlak maken een hoek met de vertikale lijn doorheen het dichtstbijzijnde punt: deze hoeken controleren. 2. de vertikale lijnen doorheen de punten: de afstanden van de lijnen tov elkaar controleren (x/y/z) 3. de totaalmaat: de totale hoogte tov de totale breedte van het vlak (v/w) opmerking: als bij een vierkant de 2 hellingshoeken gelijk zijn zullen de diagonalen loodrecht op elkaar staan en is eentje verticaal en de andere horizontaal.

eventuele variatie:

schaduw onder vlak tekenen > vlak ligt schuin, nog meer schaduw > vlak ligt op 1 punt >> bij schuine vlakken zelfde principes alleen liggen de vluchtpunten niet op de ooglijn

Page 11: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

11

STANDPUNTBEPALING teken 4 vierkanten naast elkaar onder een ooglijn. deze vierkanten krijgen een valbeweging naar achter toe tot ze horizontaal liggen. we vertrekken van 4 verschillende standpunten weergegeven door de verticale as:

- centraal perspectief: symmetrisch/ in het midden voor het vierkant - asymmetrisch perspectief - perspectief van op de rand van vierkant - perspectief van naast het vierkant

1. centraal perspectief: XX’ door midden van vierkant, A valt neer op a’, c wordt c’, Alpha = alpha’, bk=dk 2. asymmetrisch perspectief: YY’ aan op ¼ van vierkant, Alpha < alpha’, bk < dk, 3. perspectief op de rand: ZZ’ op rand van het vierkant, Alpha = 0 maximaal perspectief, bk < dk 4. perspectief van naast het vierkant: WW’ naast het vierkant, Alpha wordt negatief, Alpha’ wordt als maar groter, bk < dk aangezien bij 2, 3 en 4 het punt b dichter bij ons (k) ligt en dus het dichtstbijzijnde punt is, zal bd schuin komen te liggen en ook een vluchtpunt krijgen. Het perspectief gaat altijd van dichtbij naar ver! Aan de hand van het CENTRAAL PERSPECTIEF bij een ‘de spoorweg’ gaan we enkele perspectivische

principes verduidelijken. DIAGONAALCONCEPT: Begin met 1 vlak in perspectief (verticaal of horizontaal), dit vlak gaan we vermenigvuldigen naar voor, achter, boven en onder. Hier zijn 2 methodes voor: 1) teken de diagonalen van het vlak, opdelen in 2 helften en deze helften toevoegen adhv diagonaalconcept (trage methode) 2) een beter en snellere manier is het vlak in 1 keer vermenigvuldigen. Het midden van de zijde bepalen, vertrek van een hoek, die niet op deze zijde ligt, en ga door het midden van die zijde. Zo kan je het volgende vlak vinden (snelle methode) opmerkingen: - Je kan best altijd de kortste zijde gebruiken - Deze methode kan zowel op

verticale als horizontale vlakken toegepast worden.- aan de hand van de diagonalen kan je snel perspectivisch halveren, een vlak in gelijke delen verdelen.

Page 12: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

12

HET VERTICALE VLAK: - Hoe minder je van het verticale vlak ziet hoe meer perspectief dit vlak heeft en hoe groter de hellingshoek zal zijn. Dit ontdekken we als we een vlak op een horizontalen lijn voor ons meer naar links of rechts verschuiven. - als je verschillende verticale vlakken boven plaatst, zullen de vlakken verder van de ooglijn een grotere hellingshoek krijgen. Maw. hoe dichter bij de ooglijn, hoe minder perspectief.

HET SCHUINE VLAK 1) Als we binnen een verticaal vlak een ruit op zijn punt gaan tekenen (adhv de diagonalen) zien we het

volgende: - de 2 evenwijdige zijden worden schuine rechten in de ruimte. Deze rechten zijn evenwijdig en hebben dus een gemeenschappelijk vluchtpunt. MAAR dit vluchtpunt licht ergens in de ruimte, NIET op de ooglijn (want die rechten zijn niet horizontaal) - Het punt dat het dichtste bij ons is, is het ‘dichtstbijzijnde punt’. In dit punt zien we het perspectief: het perspectief gaat in dit punt van dicht bij naar ver. - als we de ruit in 2 delen opdelen zien we dat het voorste deel A perspectivisch groter is dan het achterste deel B.

2) een vlak kantelen: Als we een verticaal vlak kantelen zien we dat de horizontale lijnen horizontaal blijven en dus ook eenzelfde vluchtpunt op de ooglijn blijven behouden. De verticale rechten worden schuine rechten tot ze helemaal horizontaal liggen. Deze schuine rechten lopen ook hier weg naar een vluchtpunt niet op de ooglijn en weg van het dichtstbijzijnde punt.

HET HORIZONTAAL VLAK De diagonalen van de horizontale vlakken hebben een gemeenschappelijk vluchtpunt op de ooglijn, ze zijn horizontaal en evenwijdig.

methodiek voor het tekenen van een schuin vlak: - kruis en de hoeken uitzetten van het dichtstbijzijnde punt - basismaat kiezen en de andere zijden uitzetten - ooglijn bepalen adhv basismaat - horizontale lijnen die vluchten naar vluchtpunt op de ooglijn tekenen - bij de schuine vlakken checken welk punt het dichtstbijzijnd is vanaf dit punt lopen de lijnen weg van je controles: vertikaal vlak in het midden, voorste driehoek > achterste driehoek

Bijlage perspectief in kunst

Page 13: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

13

Leon Spilliaert

Benoit

ONDERZOEK NAAR HET DICHTSTBIJZIJNDE PUNT

Page 14: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

14

Hier zien we het verloop van het dichtstbijzijnde punt. Bij de vlakken 1,2 en 3 ligt het dichtstbijzijnde punt weg van de as waar rond de vlakken draaien. Bij vlak 5,6 en 7 ligt het dichtstbijzijnde punt op de as waar rond de vlakken draaien. HET VIERKANT WILLEKEURIG IN DE RUIMTE Horizontaal vlak in de ruimte + tussenstand als willekeurige ligging in de ruimte.

Deze situatie wordt nu uitgelegd via de kubus → gekanteld in de ruimte.

Meetmethode: Fase 1 → assenstelsel door het dichtst bijzijnde punt

Fase 2 → bepalen uiterste begrenzing

Fase 3 → bepalen uiterste punten

Fase 4 → bepalen resterende uiterste punten

Fase 5 → bepalen van inwendig punt

* opmerken dat men best begint met de eenvoudigste elementen die de schuin-geplaatste kubus omringen. Eerst tekenen van de drie dichtst bijzijnde ribben. Deze bepalen dan het verloop van het perspectief. Aandacht t.o.v. het dichtst bijzijnde punt of ribbe

Page 15: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

15

- B > B’: Het vlak met het minste perspectief (met de kleinste hellinghoek) wordt kleiner of beter ‘onzichtbaarder’ in de diepte. - A < A’: Het vlak met het meeste perspectief (met de grootste hellingshoek) wordt groter of beter ‘zichtbaarder’ in de diepte.

3. Oefenen op het tekenen van een silhouet. Door jezelf op te meten leer je de verhoudingen van een persoon kennen. Je gaat de meest courante posities van een mens neertekenen en de afmetingen hiervan opmeten en noteren. Hierbij denken we aan neerliggen (> afmetingen bed), zitten in zetel en op stoel, hoogte van de handen als je aan tafel zit of aan bureau (> tafel hoogte), rechtstaand werken (> hoogte aanrecht), armen omhoog, armen horizontaal, etc…. Om een eerste gevoel te krijgen met de menselijke proporties kan je afbeeldingen uit tijdschriften door kalkeren en abstraheren.

Theoretische opmerking hierbij :

Page 16: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

16

vb. Modulor – Le Corbusier

4. Een schetsmatige voorstelling houdt in: Plan/bovenaanzicht/vooraanzicht/zijaanzicht/achteraanzicht en doorsneden van het gegeven, met diepte aanduiding aanzicht van het gegeven, eveneens met diepte aanduiding en de menselijke schaal. het plan en de aanzichten staan in relatie ten opzichte van elkaar. vergeet niet te denken aan de pagina-layout, de ondergrond (uittesten van lichte en donkere papiersoorten), de diversiteit van de technieken (stift, verf, potlood, etc.) formaat waarbij verschillende schetsen op 1 pagina kunnen staan, maw niet TE groot beginnen ! (deel je pagina bijv. eerst in in verschillende zones) Planmatig: De student maakt eerst een klein plannetje van de positie van de verschillende objecten tov elkaar en tov het tafelvlak. Op het plan kan hij ook bepaalde verhoudingen weergeven, de student kan de objecten zelfs gaan opmeten. Op dit plan worden de dichtstbijzijnde punten en de richtingen van het persepctief voor de horizontale rechten.. Structuurschets. Dit betekent een snelle weergave van wat je ziet. Onderzoeken hoe de opstelling in elkaar zit. De structuur van een object komt overeen met bijvoorbeeld de structuur van een gebouw, maw de stalen, houten of betonnen draagstructuur. Hierbij vragen we geen opwerking, enkel de structuur, transparant getekend. Met kleur gaan we de belangrijke uitgangspunten markeren (dichtstbijzijnde ribbe, hellingshoeken, afstand tot de ooglijn, etc). De kleinste hellingshoeken (bij de vlakken waar je het meeste van ziet) worden met een ander kleur geaccentueerd dan de grootste hellingshoeken (van de vlakken waar je het minste van ziet). Expressieve ruimtelijke weergave: de compositie vanuit eenzelfde of een ander standpunt correct gaan weergeven inclusief de volledige schaduwwerking! Hierbij wordt de nadruk gelegd op het persoonlijke karakter dmv schaduwwerking, kleur, etc.

Page 17: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

17

DE CIRKEL IN PERSPECTIEF 1 EEN ELLIPS. Deze ellips is een geometrische figuur die opgebouwd is rond 2 assen waarop (verschillend met cirkel) ongelijke afstanden zijn uitgezet. De figuur is symmetrisch opgebouwd tov. Beide assen. Hoe de opbouw van de ellips realiseren?

- De ellips is een gesloten vlakke kromme, nergens komen cirkeldelen voor. De ellips heeft 2 assen die loodrecht op elkaar staan en elkaar doormidden delen. Teken vanuit de 2 assen, 2 uit te zetten afstanden

- vanuit de rechthoek die de afstanden omsluit en die de verhoudingen (hoogte en breedte) van de ellips uitdrukt. Deze verhouding vind men terug bij de diagonaal. Het snijpunt van beide assen is het ELLIPTISCHE MIDDEN (EM). (eenvoudige methode)

- Vanuit de ingeschreven achtpuntsmethode. Een vierkant in perspectief Mogelijke fouten bij het tekenen van de ellips:

- de hoeken zijn te scherp - de buigpunten zijn plat iplv rond

> de ellips moet raken aan de begrenzenden in ‘buigpunten’ 2.De verkorting van een cirkel in perspectief is altijd een ellips. Een cirkel in de ruimte kennen we onder 3 verschijningsvormen:

- een zuivere cirkel: in frontaal aanzicht - een rechte lijn wanneer we vlak over de cirkel heen kijken - een ellips bij elke andere stand

3.Afhankelijk van het standpunt tot de horizon worden de ellipsen meer of minder afgeplat. Lange en korte as verschillen dus in verhouding. De cirkel die zich dichter bij de ooglijn bevind zal minder rond zijn. Het snijpunt van de lange en korte as valt niet samen met het perspectivische midden van het omschreven vierkant, maar ligt daar altijd voor. De ellips raakt het omschreven vierkant uitsluitend op de vier middens van de zijden. .

Page 18: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

18

4. een schetsmatige voorstelling houdt in: Plan/bovenaanzicht/vooraanzicht/zijaanzicht/achteraanzicht en doorsneden van het gegeven, met diepte aanduiding Aanzicht van het gegeven, eveneens met diepte aanduiding en menselijke schaal. Het plan en aanzichten staan in relatie ten opzichte van elkaar. Vergeet niet te denken aan de pagina-layout, de ondergrond (uittesten van lichte en donkere papiersoorten , de diversiteit van de technieken ( stift,verf,potlood ect.) formaat waarbij verschillende schetsen op 1 pagina kunnen staan, maw niet TE groot beginnen (deel je pagina bv eerst in in verschillende zones) Planmatig: de student maakt eerst een klein plannetje van de positie van de verschillende objecten tov elkaar en tov het tafelvlak. Op het plan kan hij ook een bepaalde verhoudingen weergeven, de student kan de objecten zelfs gaan opmeten. Op dit plan worden de dichtstbijzijnde punten en de richtingen van het perspectief voor de horizontale rechten. Structuurschets: dit betekent een snelle weergaven van wat je ziet. Onderzoeken hoe de opstelling in elkaar zit. De structuur van een object komt overeen met bijvoorbeeld de structuur van een gebouw, maw de stalen, houten of betonnen draagstructuur. Hierbij vragen we geen opwerking, enkel de structuur, transparant getekend. Met kleur gaan we de belangrijkste uitgangspunten markeren (dichtstbijzijnde ribbe, hellingshoeken, afstand tot de ooglijn ect. ) de kleinste hellingshoeken ( de vlakken waar je het meest van ziet ) worden met een andere kleur geaccentueerd dan de grootste hellingshoeken ( van de vlakken waar je het minst van ziet). Expressieve ruimtelijke weergave: de compositie vanuit eenzelfde of een ander standpunt correct gaan weergeven inclusief de volledige schaduwwerking! Hierbij wordt de nadruk gelegd op het persoonlijke karakter dmv schaduwwerking, kleur ect.

Page 19: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

19

Page 20: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

20

Page 21: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

21

T

Page 22: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

22

Theoretische Analyse van een detail. Welke richtingen komen hierin voor, aanzicht, plan en perspectief.

Opstelling van Mackintosh stoel en ruimtelijk knooppunt visualiseren. In de Mackintosh stoel vinden we 3 fasen:

De kubus de opdeling van de zijvlakken de opdeling in de kern van de stoel

- Explosietekeningen: Explosietekeningen rekken de ruimte uit tussen de onderdelen van een vorm. De explosie wordt ‘bevroren’ op het ogenblik dat de relatie tussen de verschillende onderdelen het duidelijkste is.

Page 23: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

23

Page 24: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

24

Page 25: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

25

Voor

Page 26: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

26

een architect is het noodzakelijk dat hij op vlotte wijze een schets weet op te zetten waarin hij de maten vastlegt van het op te meten object. Zorg er voor de schaal van de schets groot genoeg te nemen zodat de maten duidelijk bij hun maatlijnen te plaatsen zijn. Voor gevel en grondplannen ligt de schaal tussen 1:50 en 1:100. Details natuurlijk op grotere schaal vb 1:5 tot 1:10. Teken met strakke directe lijnen, schaduwen worden in het algemeen hierbij niet aangegeven.

Af en toe is het nodig een apart schetsje te maken op lege ruimte op je pagina om bijkomende informatie/details weer te geven. Dit aparte schetsje is dan aangeduid met een letter/nummer. Alles wordt zo goed mogelijk in loodrechte projectie getekend (alsof je bij elk gedeelte er vlak voor staat). Uiteindelijk zijn de opgemeten maten beslissend maar bij het in de computer uitwerken van de opmeting, heeft men enorme steun aan een goed op verhouding getekende schets. Behalve de maten horen in een opmeting de materialen en kleuren vermeld te zijn. Moeten er plattegronden worden opgemeten, let dan op het dynamische van de wanden, het verschil in muurdiktes, enz. trek en meet hiervoor de diagonalen van ruimtes. Meet steeds ook de totaalmaat. Kan men de metingen niet op 1 vel papier houden, merk dan de verschillende delen goed; zodat men later gemakkelijk terugvindt welke delen bij elkaar aansluiten. Schets raamkozijnen met het raamhout er in getekend en geef de ruitverdeling duidelijk aan. Zijn er zich herhalende details dan worden deze op één plaats volledig getekend, voor de overige volstaat de omtrek. Alle breedtematen van gelijk lijkende raamopeningen dienen opgenomen te worden omdat de exacte maten wel eens durven te verschillen. Maak ter plaatse de optelling van verschillende tussenmaten en kijk of die klopt met de totaalmaat.

Wees bij het opmeten nooit te zuinig met het noteren van maten en gegevens, zorg dat de opmeting overzichtelijk en duidelijk te lezen is, zodanig dat ook een andere tekenaar haar kan uitwerken. Vermijd dat de maatlijnen de tekening storen. Plaats de maten van onderverdelingen het kortst bij de tekening, daarna volgt de totaalmaat.

Page 27: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

27

Page 28: On Twerps Chet Sen

grafische vormgeving ontwerpschetsen - docenten / Dany Herteleer / Tiemen Schotsaert / Martine Cammaert

28

wer WERKSCHEMA’S

Dit is een chronologisch pakket uitgewerkt als beeldend materiaal voor al wie

geconfronteerd wil worden met methodisch schetsen ten behoeve van een

grafische architecturale en ruimtelijke voorstelling. .