register van acebt 1-33 en acebt.ss 1-16 (bijbelteksten)€¦ · karel a. deurloo en aleida g. van...

17
1 Register van ACEBT 1-33 en ACEBT.SS 1-16 (Bijbelteksten) Genesis Walter Hilbrands, Het boek Genesis in recent onderzoek, ACEBT 27 (2012), 1-22. Henk Jagersma, De thematiek van het eerste bijbelboek, ACEBT 27 (2012), 23-33. K.A.D. Smelik, The Creation of the Sabbath (Gen. 1:1-2:3), ACEBT.SS 2 (2001), 9-11. Karel Deurloo en Rochus Zuurmond, “In den Beginne” en “De Adem Gods” (Genesis 1:1,2), ACEBT 7 (1986), 9-24. Izaak J. de Hulster, God en de kosmos in Genesis 1, ACEBT 27 (2012), 35-49. Karel A. Deurloo, Leven voor mens en dier: De narratieve betekenis van Genesis 1:29-30, ACEBT 8 (1987), 53-63. Ton Meijknecht, De relatie tussen Genesis 2-4 en het boek Ezechiël, ACEBT 7 (1986), 35-45. Dick Boer, ‘Uit het stof opgericht’: Notities bij de bijbelse antropologie (Genesis 24), ACEBT 27 (2012), 51-62. Mary Phil Korsak, Hebrew Word Patterns Retained in English: in Genesis 2:4b-3:24, ACEBT 15 (1996), 9-21. Gerda Elata-Alster & R. Salmon, Midrashic Interpretation and the Discourse of Paradox: The “Two Creation Stories”: Genesis 1-2:4a and 24b-3:24, ACEBT 10 (1989), 129-143. Frans Breukelman, De kerkvader Hiëronymus en het grondbeginsel van bijbelvertaling: ‘De optimo genere interpretandi’, over de beste wijze van (bijbel)vertalen [Gen. 3:1-4], ACEBT.SS 4 (2005), 43-55. Karel A. Deurloo en Aleida G. van Daalen, De vertaling van Genesis 4:1-16: Een toetsing van de vertaling in de Groot Nieuws Bijbel, ACEBT 6 (1985), 23-35. Piet van Midden, Kaïn en Abel: Enkele vrijwel onneembare hindernissen in Genesis 4:1-16, ACEBT 27 (2012), 63-73. Rochus Zuurmond, Het oordeel over Kain [Gen. 4] in de oud-joodse traditie, ACEBT 3 (1982), 107- 116. Paul Krüger, Blood Crying from the Ground (Genesis 4:10) and the Ethics of Vengeance, ACEBT.SS 16 (2018), 21-30. Karel A. Deurloo, Na de moord (Gen. 4:25,26), ACEBT 6 (1985), 36-42. Karel A. Deurloo, Naar Gods gelijkenis, manlijk en vrouwelijk (Gen. 5:2,3; 1:27), ACEBT 7 (1986), 25-34. Rinse H. Reeling Brouwer, De geschiedenis van de vaders en de moeders in Israël als het oergeheim van de geschiedenis van de mensheid: Wat Frans Breukelman ontdekte in het ‘boek van de verwekkingen van Adam, de mens’, ACEBT 27 (2012), 129-143. Frans H. Breukelman, Het verhaal over de zonen Gods die zich de dochters des mensen tot vrouw namen [Gen. 6:1-5], ACEBT 1 (1980), 9-21. Mart-Jan Paul, God’s Destruction of the Earth by the Flood (Genesis 6:13), ACEBT.SS 16 (2018), 31-39. Joep Dubbink, “Mens en dier bevrijdt Gij”: Opbouw en functie van Genesis 7:7-16a in het geheel van het vloedverhaal, ACEBT 7 (1986), 46-54. Ellen van Wolde, De boog als teken van het verbond in Genesis 9, ACEBT 27 (2012), 75-83. Wout van der Spek, De zonen van Noach: Een exegese van Genesis 9:18-28, ACEBT 2 (1981), 26-34. K.A. Deurloo, Narratieve geografie in de Abraham-cyclus [Gen. 11:27-25:11], ACEBT.SS 15 (2017), 17-22. Klaas A.D. Smelik, Lot tussen Noach en Abraham: Hergebruik van een verhaalmotief in Genesis [Gen. 12-19], ACEBT 12 (1993), 31-37. Janet W. Dyk, Lack of Space and Loneliness: Abraham and Lot separate [Gen. 13], ACEBT.SS 2 (2001), 13-19. Karel A. Deurloo, Abraham, profeet (Gen. 15 en 20), ACEBT 9 (1988), 35-46. Karel A. Deurloo, Hagar en Ismaël (Genesis 16 en 21), ACEBT 10 (1989), 9-15. Anne Marijke Spijkerboer, Rembrandt and Hagar [Gen. 16:1-16; 18:6-15; 21:1-21], ACEBT.SS 1 (20010, 21-31.

Upload: others

Post on 04-Feb-2021

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • 1

    Register van ACEBT 1-33 en ACEBT.SS 1-16

    (Bijbelteksten)

    Genesis

    Walter Hilbrands, Het boek Genesis in recent onderzoek, ACEBT 27 (2012), 1-22.

    Henk Jagersma, De thematiek van het eerste bijbelboek, ACEBT 27 (2012), 23-33.

    K.A.D. Smelik, The Creation of the Sabbath (Gen. 1:1-2:3), ACEBT.SS 2 (2001), 9-11.

    Karel Deurloo en Rochus Zuurmond, “In den Beginne” en “De Adem Gods” (Genesis 1:1,2), ACEBT

    7 (1986), 9-24.

    Izaak J. de Hulster, God en de kosmos in Genesis 1, ACEBT 27 (2012), 35-49.

    Karel A. Deurloo, Leven voor mens en dier: De narratieve betekenis van Genesis 1:29-30, ACEBT 8

    (1987), 53-63.

    Ton Meijknecht, De relatie tussen Genesis 2-4 en het boek Ezechiël, ACEBT 7 (1986), 35-45.

    Dick Boer, ‘Uit het stof opgericht’: Notities bij de bijbelse antropologie (Genesis 2–4), ACEBT 27

    (2012), 51-62.

    Mary Phil Korsak, Hebrew Word Patterns Retained in English: in Genesis 2:4b-3:24, ACEBT 15

    (1996), 9-21.

    Gerda Elata-Alster & R. Salmon, Midrashic Interpretation and the Discourse of Paradox: The “Two

    Creation Stories”: Genesis 1-2:4a and 24b-3:24, ACEBT 10 (1989), 129-143.

    Frans Breukelman, De kerkvader Hiëronymus en het grondbeginsel van bijbelvertaling: ‘De optimo

    genere interpretandi’, over de beste wijze van (bijbel)vertalen [Gen. 3:1-4], ACEBT.SS 4 (2005),

    43-55.

    Karel A. Deurloo en Aleida G. van Daalen, De vertaling van Genesis 4:1-16: Een toetsing van de

    vertaling in de Groot Nieuws Bijbel, ACEBT 6 (1985), 23-35.

    Piet van Midden, Kaïn en Abel: Enkele vrijwel onneembare hindernissen in Genesis 4:1-16, ACEBT

    27 (2012), 63-73.

    Rochus Zuurmond, Het oordeel over Kain [Gen. 4] in de oud-joodse traditie, ACEBT 3 (1982), 107-

    116.

    Paul Krüger, Blood Crying from the Ground (Genesis 4:10) and the Ethics of Vengeance, ACEBT.SS

    16 (2018), 21-30.

    Karel A. Deurloo, Na de moord (Gen. 4:25,26), ACEBT 6 (1985), 36-42.

    Karel A. Deurloo, Naar Gods gelijkenis, manlijk en vrouwelijk (Gen. 5:2,3; 1:27), ACEBT 7 (1986),

    25-34.

    Rinse H. Reeling Brouwer, De geschiedenis van de vaders en de moeders in Israël als het oergeheim

    van de geschiedenis van de mensheid: Wat Frans Breukelman ontdekte in het ‘boek van de

    verwekkingen van Adam, de mens’, ACEBT 27 (2012), 129-143.

    Frans H. Breukelman, Het verhaal over de zonen Gods die zich de dochters des mensen tot vrouw

    namen [Gen. 6:1-5], ACEBT 1 (1980), 9-21.

    Mart-Jan Paul, God’s Destruction of the Earth by the Flood (Genesis 6:13), ACEBT.SS 16 (2018),

    31-39.

    Joep Dubbink, “Mens en dier bevrijdt Gij”: Opbouw en functie van Genesis 7:7-16a in het geheel van

    het vloedverhaal, ACEBT 7 (1986), 46-54.

    Ellen van Wolde, De boog als teken van het verbond in Genesis 9, ACEBT 27 (2012), 75-83.

    Wout van der Spek, De zonen van Noach: Een exegese van Genesis 9:18-28, ACEBT 2 (1981), 26-34.

    K.A. Deurloo, Narratieve geografie in de Abraham-cyclus [Gen. 11:27-25:11], ACEBT.SS 15 (2017),

    17-22.

    Klaas A.D. Smelik, Lot tussen Noach en Abraham: Hergebruik van een verhaalmotief in Genesis [Gen.

    12-19], ACEBT 12 (1993), 31-37.

    Janet W. Dyk, Lack of Space and Loneliness: Abraham and Lot separate [Gen. 13], ACEBT.SS 2

    (2001), 13-19.

    Karel A. Deurloo, Abraham, profeet (Gen. 15 en 20), ACEBT 9 (1988), 35-46.

    Karel A. Deurloo, Hagar en Ismaël (Genesis 16 en 21), ACEBT 10 (1989), 9-15.

    Anne Marijke Spijkerboer, Rembrandt and Hagar [Gen. 16:1-16; 18:6-15; 21:1-21], ACEBT.SS 1

    (20010, 21-31.

  • 2

    Karel A. Deurloo, Sporen van Jeremia in Genesis 18:14 en 37:35? ACEBT 16 (1997), 99-106.

    Monique Leygraaf, Vreemdeling in Sodom: (Genesis 19:1-11), ACEBT 12 (1993), 20-30.

    Rochus Zuurmond, Sodom [Gen. 19]: De geschiedenis van een vooroordeel, ACEBT 5 (1984), 27-40.

    Karel A. Deurloo, Berseba: Genesis 21:22-34, ACEBT 11 (1992), 7-13.

    Karel A. Deurloo, Omdat ge gehoord hebt naar mijn stem (Gen. 22), ACEBT 5 (1984), 41-60.

    A. Blokker, Kindling a Fire [Gen. 22], ACEBT 1 (1999), 27-38.

    Karel A. Deurloo, Het graf van Sara [Gen. 23], ACEBT 1 (1980), 22-32.

    Jan Fokkelman, Jakob en de geheimen van de nacht [Gen. 25:19-35:29], ACEBT 27 (2012), 97-106.

    A. Dicou, Wanneer zegent Isaak Jakob? Interpretatie en vertaling van Genesis 27:23, ACEBT 11

    (1992), 14-22.

    Dries Blokker, Rolling the Stone from the Mouth of the Well [Gen. 29:1-14], ACEBT.SS 2 (2001),

    387-392.

    Karel A. Deurloo, De naam en de namen (Gen. 32:23-33), ACEBT 2 (1981), 35-39.

    Reinoud Oosting, Taalvariatie en theologie in Genesis 37, ACEBT 27 (2012), 107-117.

    Karel A. Deurloo, Eerstelingschap en koningschap: Genesis 38 als integrerend onderdeel van de

    Jozefcyclus, ACEBT 14 (1995), 62-73.

    Klaas A.D. Smelik, Genesis 38 Revisited, ACEBT 4 (2005), 115-120.

    Evert van den Berg, Over aartsvaders en over hun goden, ACEBT 27 (2012), 85-96.

    Saskia Ketelaar, De ‘onvruchtbare’ moeders in de Hebreeuwse Bijbel, ACEBT 12 (1993), 7-19.

    Exodus

    Nico Riemersma, De literaire structuur van het boek Exodus: Een nieuw voorstel, ACEBT 33 (2020),

    1-19.

    Jopie Siebert-Hommes, Twelve women in Exodus 1 and 2: The role of the daughters and sons in the

    stories concerning Moses, ACEBT 9 (1988), 47-58.

    Jopie Siebert-Hommes, Hebreeuwse vrouwen brengen ‘leven’ voort: Exodus 1:19, ACEBT 11 (1992),

    23-34.

    Jopie Siebert-Hommes, Mozes – “vreemdeling” in Midjan [Ex. 2:11-22], ACEBT 10 (1989), 16-20.

    Joep Dubbink, Mozes als ‘mediator’: Een aspect van een groots bijbels personage, ACEBT 33 (2020),

    21-32.

    Klaas Spronk, Beelden van Mozes, ACEBT 33 (2020), 103-112.

    Adri J.O. van der Wal, Bijbelvertalen met behulp van de computer: Exodus 3:1-15 als testcase,

    ACEBT 33 (2020), 33-43.

    Ben Hemelsoet, Hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes …: Exodus 3:6 en de opwekking van de

    doden, ACEBT 15 (1996), 106-120.

    Cok den Hertog, De naam van de god van de profeten: Exodus 3:13-15, ACEBT 12 (1993), 38-61.

    Cornelis den Hertog, Concerning the Sign of Sinai (Ex. 3:12): Including a Survey of Prophetic and

    Call Signs, ACEBT.SS 2 (2001), 33-41.

    Eric Luijten en Willien van Wieringen, De godsnaam in Exodus 3:13-15: Over de betekenis en de

    vertaling van ֶאְהֶיה, ACEBT 33 (2020), 45-54.

    Cok den Hertog, De Godsnaam in Hosea 1:9: Een commentaar op Exodus 3:14? ACEBT 17 (1999),

    75-88.

    Bernd Jørg Diebner, De besnijdenis van Mozes in het boek Exodus: Een geval dat om verklaring

    vraagt [Ex. 4:24-26], ACEBT 10 (1989), 21-36.

    Edgar Kellenberger, De verharding van het hart van de farao: Een blik vanuit vogel- of

    kikvorsperspectief [Ex. 5-11], ACEBT 33 (2020), 55-62.

    Cees Houtman, Een erudiete Zwollenaar verdiept zich in Exodus 1-15: Jan ter Pelkwijk (1769-1834),

    ACEBT 33 (2020), 123-133.

    Martin Kessler, Boekbespreking [Uwe F.W. Bauer, כל הדברים האלה All diese Worte: Impulse zur

    Schriftauslegung. Expliziert an der Schilfmeererzählung in Exodus 13,17-14,31 (EH, 442),

    Frankfurt am Main u.a. 1991], ACEBT 11 (1992), 142-147.

    Jan Wagenaar, “Is tegen de rivieren uw toorn ontbrand?” Het principe van profetische mythologie in

    Exodus 15, Jesaja 51 en Habakuk 3, ACEBT 7 (1986), 55-69.

    Eep Talstra, Exodus 16: Vragen naar literaire reconstructie, compositie en theologie, ACEBT 33

    (2020), 63-74.

    H. Jagersma, Structure and Function of Exodus 19:3bβ-6, ACEBT.SS 2 (2001), 43-48.

  • 3

    Marina Slootmans, Elisabeth Schlüssler Fiorenza’s andere kijk: Het koninkrijk van God bezien via

    Openbaring 5:9-10 en Exodus 19:6, ACEBT 30 (2015), 89-98.

    Bob Becking, Een moeilijke motivering: Exegetische en theologische opmerkingen bij Exodus 20:5b-

    6, ACEBT 33 (2020), 75-83.

    Piet van Midden, Een ֶעֶבד is nog geen slaaf: Enkele gedachten over Exodus 21:1-11 en het recht geen

    slaaf te zijn, ACEBT 33 (2020), 85-94.

    G.J. Venema, Why Did Moses Destroy ‘The Golden Calf’? Four Readings of Deuteronomy 9:21 and

    Exodus 32:20, ACEBT.SS 1 (1999), 39-49.

    Eep Talstra, ‘Ik en uw volk’: Syntaxis en dialoog in Exodus 33, ACEBT 4 (2005), 129-136.

    Jopie Siebert-Hommes, ACEBT.SS 4 (2005), Hij maakt het wasvat met de ‘spiegels’ der dienstdoende

    vrouwen (Exodus 38:8), ACEBT.SS 4 (2005), 109-114.

    Lieve M. Teugels, De rabbijnse uitleg van het boek Exodus in de Mechilta: Parabels als exegese,

    ACEBT 33 (2020), 113-121.

    Leo Mock, De Haggada voor Pesachavond en enkele van haar theologische statements, ACEBT 33

    (2020), 95-102.

    Leviticus

    Henk Jagersma, Opbouw en functie van Leviticus 1:1-9, ACEBT 13 (1994), 7-13.

    Numeri

    Henk Jagersma, Het boek Numeri: Een overzicht van het recente onderzoek, ACEBT 20 (2002), 1-28.

    Willem A.M. Beuken, De zegen van Aäron (Num. 6:22-27): Zijn wederwaardigheden in de

    overlevering, ACEBT 20 (2002), 111-115.

    Eep Talstra, De priester, de naam en de gemeente [Num. 6:22-27]: Bijbelse theologie als rollenspel,

    ACEBT 20 (2002), 59-68.

    Cees Houtman, Een absoluut gebrek aan vertrouwen in JHWH: Numeri 13 en 14, gezien door de ogen

    van de schrijver van Deuteronomium, ACEBT 20 (2002), 69-85.

    Egbert Rooze, Amalek in Numeri [13-14; 22-24]: Amalek: de voorhoede van de gojim, ACEBT 20

    (2002), 29-48.

    Dick Boer, Teure Gnade: Numeri 16:1-35, ACEBT.SS 2 (2001), 49-56.

    Dick Boer, Dure genade: Numeri 16:1-35, ACEBT 20 (2002), 87-96.

    Klaas A.D. Smelik, “Een vuur gaat uit naar Chesbon”: Een onderzoek naar Numeri 20:14-21; 21:10-

    325 en parallelplaatsen, ACEBT 5 (1984), 61-109.

    Klaas A.D. Smelik, Een ezel stoot zich in ’t gemeen …: Een verkenning van Numeri 22-24, ACEBT

    13 (1994), 14-30.

    Jaap van Dorp, Het ezelinneverhaal in Numeri 22-24, ACEBT 5 (1984), 110-117.

    Aarnoud Jobsen, De Bileam-episode in het boek Numeri [Num. 22-24], ACEBT 20 (2002), 49-57.

    Richtsje Abma, Pioniers in het land: De dochters van Selofchad in Numeri 27:1-11, ACEBT 13 (1994),

    31-47.

    H.-J. van Soest, “Jullie broeders trekken ten strijde en jullie willen hier blijven?” Landtoewijzing voor

    het aangezicht van JHWH in Numeri 32, ACEBT 9 (1988), 59-76.

    Joop Boendermaker, Pasen in de woestijn: Numeri liturgisch gelezen, ACEBT 20 (2002), 135-138.

    Bernard Rootmensen, De woestijn als metafoor: Pastorale en homiletische notities bij de

    woestijnverhalen uit Numeri, ACEBT 20 (2002), 117-134.

    Irene Zwiep, Verhalen of verzen, traditie of bronnen? Numeri’s woestijnverhalen in rabbijnse tradities,

    ACEBT 20 (2002), 97-110.

    Deuteronomium

    Eckhart Otto, Hoofdlijnen van het moderne onderzoek van Deuteronomium, ACEBT 23 (2007), 1-22.

    Theo J.J. Krispijn, Verdragen en internationale politiek in het oude Nabije Oosten, ACEBT 23 (2007),

    23-41.

    Niek A. van Uchelen, Deuteronomium of devarim: Deuteronomium 1:1,3 en 5 – voorbeelden van

    middeleeuwse tekstuitleg, ACEBT 23 (2007), 93-96.

    Cees Houtman, Autoritative Interpretation im Deuteronomium: Beleuchtet anhand von

    Deuteronomium 1:9-18, ACEBT.SS 2 (2001), 57-65.

    Paul Sanders, Geen beelden maar teksten [Deut. 4:1-40; 5; 9:1-10:11], ACEBT 23 (2007), 55-77.

  • 4

    Jan Heller, Sjema‘ als fundament van “monotheïsme” [Deut. 6:1-9]? ACEBT 10 (1989), 37-44.

    Eep Talstra, Texts for Recitation: Deuteronomy 6:7; 11:19, ACEBT.SS 2 (2001), 67-76.

    René G.J. Venema, Israël en de talrijke volken: Deuteronomium 7, ACEBT 13 (1994), 48-55.

    René G.J. Venema, Brood at ik niet, water dronk ik niet: Deuteronomium 9:8,18, ACEBT 15 (1996),

    22-25.

    G.J. Venema, Why Did Moses Destroy ‘The Golden Calf’? Four Readings of Deuteronomy 9:21 and

    Exodus 32:20, ACEBT.SS 1 (1999), 39-49.

    Klaas A.D. Smelik, Moestuin of wijngaard? Deuteronomium 11:10-17 in context, ACEBT 23 (2007),

    79-88.

    E. Talstra, Texts and Their Readers: On Reading the Old Testament in the Context of Theology [Deut.

    29], ACEBT.SS 1 (1999), 101-119.

    Karel A. Deurloo, Mozes’ dood als daad van gehoorzaamheid: Deuteronomium 34:5, ACEBT 23

    (2007), 89-92.

    Cees Houtman, An der Schwelle zum Eschaton: Prophetische Eschatologie im Deuteronomium,

    ACEBT.SS 3 (2002), 119-128.

    Cees Houtman, Een absoluut gebrek aan vertrouwen in JHWH: Numeri 13 en 14, gezien door de ogen

    van de schrijver van Deuteronomium, ACEBT 20 (2002), 69-85.

    Adri J.O van der Wal, Een nieuw bestaan: Gegeven identiteit, gegeven land: Deuteronomium – Jozua

    als tweelingboek, ACEBT 23 (2007), 43-53.

    Cees Houtman, Naar een land beter dan Kanaän: Deuteronomium 34:1-8 in jeugd- en gezinsbijbels,

    ACEBT 23 (2007), 97-125.

    Cees Houtman, Het levenseinde van Mozes verbeeld: Deuteronomium 34:1-8 op prenten en andere

    afbeeldingen, ACEBT 23 (2007), 127-144.

    Jozua

    Adri J.O van der Wal, Een nieuw bestaan: Gegeven identiteit, gegeven land: Deuteronomium – Jozua

    als tweelingboek, ACEBT 23 (2007), 43-53.

    Klaas Spronk, Het boek Jozua: Het onderzoek naar het boek Jozua: een beredeneerde bibliografie,

    ACEBT 24 (2009), 1-10.

    Adri J.O. van der Wal, Jozua als voorbeeld: De opbouw van het boek Jozua, ACEBT 24 (2009), 11-

    21.

    Klaas Spronk, An Uncommon Book of Prayer: The Theology of the Book of Judges, ACEBT.SS 16

    (2018), 53-60.

    M.A. Beek, Jozua, de Redder, ACEBT 1 (1980), 33-41; ACEBT.SS 15 (2017), 9-16.

    Klaas Touwen, Jozua 2: De reikwijdte van de belofte, ACEBT 24 (2009), 51-82.

    Piet van Midden, Het kaasmeisje van Kanäan (Joz. 2], ACEBT.SS 4 (2005), 81-91.

    Karel A. Deurloo, ‘In die tijd…’: Het liturgisch kader van de besnijdenis in het boek Jozua [Joz. 5],

    ACEBT 24 (2009), 83-87.

    Piet van Midden, Gilgal [Joz. 5]: Een locatie met een verhaal, ACEBT 24 (2009), 127-137.

    Eveline van Staalduine–Sulman, De besnijdenis te Gilgal [Joz. 5] in Targoem Jozua, ACEBT 25

    (2010), 131-144.

    Marieke E.J. den Braber, Gebouwd uit stenen: Jozua 5:13-6:26 in synchrone en diachrone analyse,

    ACEBT 24 (2009), 89-104.

    Marieke E.J. den Braber, Built from Many Stones: An Analysis of N. Winther-Nielsen and A.G. Auld

    on Joshua with Focus on Joshua 5:1-6:26, ACEBT.SS 8 (2010), 1-279.

    Cees Houtman, Een wonder zonder weerga in een bijbelboek vol geweld: Jozua 10:12-14 en zijn

    context in stichtelijke literatuur, ACEBT 24 (2009), 139-189.

    Ed Noort, Jozua 22: geen deel aan JHWH? Over de plaatsgebondenheid van volk en godheid in de

    theologische reflectie, ACEBT 24 (2009), 105-125.

    Cees G. den Hertog, Het onderzoek naar de Griekse vertaling van Jozua, ACEBT 24 (2009), 23-32.

    Cornelis G. den Hertog, Eschatologisierung in der griechischen Übersetzung des Buches Josua,

    ACEBT.SS 3 (2002), 107-117.

    Klaas Spronk, Jozua op herhaling: Rechters 1:1-2:10 als inleidende samenvatting, ACEBT 24 (2009),

    43-49.

    Willien C.G van Wieringen, Over tijd, ruimte, God, mens, erven en het lezen van de Schrift: Enkele

    vertaalbeslissingen van de SHA-vertaalgroep Jozua toegelicht, ACEBT 24 (2009), 33-42.

  • 5

    Rechters

    Klaas Spronk, Het boek Richteren: Een overzicht van het recente onderzoek, ACEBT 19 (2001), 1-36.

    Klaas Spronk, Jozua op herhaling: Rechters 1:1-2:10 als inleidende samenvatting, ACEBT 24 (2009),

    43-49.

    Piet van Midden, A Hidden Message? Judges as Foreword to the Book of Kings, ACEBT.SS 2 (2001),

    77-85.

    Klaas Spronk, A Story to Weep about: Some Remarks on Judges and its Context, ACEBT.SS 2

    (2001), 87-94.

    Bernd Jørg Diebner, Wann sang Debora ihr Lied? Überlegungen zu zwei der ältesten Texte des TNK

    (Ri 4 und 5), ACEBT 14 (1995), 106-130.

    Henk Jagersma, Geen andere goden: Richteren 3:1-6, ACEBT 19 (2001), 65-69.

    Karel Deurloo, Net als het lemmer: Ehud: Richteren 3:19-26, ACEBT.SS 4 (2005), 57-61.

    Hans de Wit, Lezen met Jaël [Recht. 4]: Op weg naar interculturele hermeneutiek, ACEBT 19 (2001),

    71-96.

    Klaas A.D. Smelik, Gideon, held of antiheld? [Recht. 6-8] Karakterisering van een personage in het

    boek Richteren, ACEBT 19 (2001), 97-109.

    Piet van Midden, Gideon, ACEBT 1 (1999), 51-67.

    Koert van Bekkum, ‘Let YHWH, the Judge, Decide: Reflections on the Historical, Literary and

    Theological Aspects of the Jephtah Narrative [Judg 10:6-12:7], ACEBT.SS 16 (2018), 61-69.

    Frits J. Hoogewoud, Simson Revisited [Recht. 13-16]: In memoriam Dr. Aleida G. van Daalen,

    leesmoeder in Amsterdam, ACEBT 19 (2001), 111-124.

    Willien van Wieringen, Delila en de anderen: Een syntactisch georiënteerd bijbels-theologisch

    onderzoek naar de rol van vrouwen in de Simsoncyclus (Richteren 13-16), ACEBT.SS 7 (2007), 1-

    369.

    Willien van Wieringen, ‘Wer .. Äh, dein Name, Bitte?‘ Ein erster Versuch, mit der Frau ohne Namen

    aus Richter 13 bekanntschaft zu machen, ACEBT.SS 2 (2001), 95-105.

    Cees Houtman, Simson en de leeuw: Richteren 14:6 verwoord en verbeeld, ACEBT.SS 4 (2005), 73-

    80.

    Uwe F.W. Bauer, Richteren 17-18 als ‘anti-verhaal’ van teksten uit Genesis – 2 Koningen, ACEBT 19

    (2001), 139-157.

    Hanna Blok, ‘En het land had veertig jaar rust’: De bewoners van Israël in het tijdperk van de

    Richteren, ACEBT 19 (2001), 37-53.

    Willien C.G van Wieringen, Een dochter in de aanbieding (Ri. 15:2): De wederwaardigheden van de

    dochters in het boek Richteren als teken van verval, ACEBT 19 (2001), 125-138.

    Uwe Bauer, Eine metaphorische Ätiologie in Richter 18:12, ACEBT.SS 2 (2001), 107-113.

    Lidwied M.A. van Buuren, Het raadsel van de ‘bijvrouw’ te Gibea in Richteren 19, ACEBT 19 (2001),

    159-175.

    Piet van Midden, Lees maar: er staat niet wat er staat. Verborgen theologie in Richteren, ACEBT 19

    (2001), 55-63.

    M. Rozelaar, Wat betekent het Hebreeuwse woord raqqáh [Recht. 4:21,22;5:26; Hoog. 4:3; 6:7]?

    ACEBT 7 (1986), 123-129.

    Klaas Spronk, Samson as the Suffering Servant: Some Remarks on a Painting by Lovis Corinth,

    ACEBT 3 (2002), 219-224.

    1 Samuël

    Liet van Daalen, Samuel and Saul, ACEBT.SS 2 (2001), 115-127.

    Klaas A.D. Smelik, De ark in het Filistijnse land [1 Sam. 4:1-7:1], ACEBT 1 (1980), 42-50.

    Anne Marijke Spijkerboer, Geheimzinnigheid en geheimenis in 1 Samuël 9-10, ACEBT 11 (1992), 35-

    41.

    Cees Houtman, The Beheading of Goliath (1 Sam 17:51) and Dutch Children’s and Family Bibles:

    Evaluating an ‘Uncomfortable’Text, ACEBT.SS 16 (2018), 71-78.

    2 Samuël

    Klaas A.D. Smelik, De intocht van de ark in Jeruzalem [2 Sam. 6], ACEBT 4 (1983), 26-36.

    J.W. Wesselius, Openbare en verborgen motieven voor handelingen in de verhalen rondom koning

    David [2 Samuël-1 Koningen] ACEBT 11 (1992), 42-64.

  • 6

    1 Koningen

    J.W. Wesselius, Openbare en verborgen motieven voor handelingen in de verhalen rondom koning

    David [2 Samuël-1 Koningen] ACEBT 11 (1992), 42-64.

    Jin Soo Kim, David’s Last Words: Understanding 1 Kings 2:1-9 Based on a Intertextual Reading,

    ACEBT.SS 16 (2018), 97.

    Gert Kwakkel, The Conditional Dynastic Promise in 1 Kings 2:4, ACEBT.SS 16 (2018), 79-87.

    Rudy Van Moere, Salomo tussen taal, tekst en oeuvre: 1 Koningen 3:1-15; 9:1-9 en 11:1-13: een

    intertextuele leesoefening, ACEBT.SS 10 (2012), 1-430.

    Klaas A.D. Smelik, De dynastieën van Omri en Jehu: De compositie van het boek Koningen (1),

    ACEBT 6 (1985), 43-69.

    K.A.D. Smelik & H.-J van Soest, Openingsformules in het boek Koningen: De compositie van het boek

    Koningen (2), ACEBT 12 (1993), 62-86.

    Klaas A.D. Smelik, Overlijdensteksten in het boek Koningen: De compositie van het boek Koningen

    (3), ACEBT 13 (1994), 56-71.

    Klaas A.D. Smelik, Bronverwijzingen in het boek Koningen: De compositie van het boek Koningen

    (4), ACEBT 15 (1996), 26-41.

    Klaas A.D. Smelik, De weduwe uit Sarefat: De literaire functie van 1 Koningen 17:8-24, ACEBT 10

    (1989), 45-56.

    Nico Riemersma, Aan de dode een wonder gedaan: Een exegetisch-hermeneutische studie naar de

    dodenopwekking in Lucas 7,11-17 in relatie tot 1 Koningen 17,17-24 en Vita Apollonii IV,45,

    ACEBT.SS 14 (2016), 1-285.

    Jaap van Dorp, Wie zal Achab verleiden? Over thema en geschiedenis van 1 Koningen 22:1-38,

    ACEBT 6 (1985), 70-82.

    Bert de Wit, Voorwerpen in de tempel: Een begeleidend motief in het boek Koningen, ACEBT 12

    (1993), 87-105.

    2 Koningen

    Aleida G. van Daalen, “Vertel mij toch al het grote dat Elisa gedaan heeft”: Onderzoek naar de

    compositie van II Kon 8:1-6 en 4:8-37, ACEBT 1 (1980), 51-61.

    Aleida G. van Daalen, ‘Vertel mij toch als het grote dat Elia gedaan heeft’: De compositie van de

    verhalen over Elisa en de Sunamitische, en hun samenhang. 2. De opbouw van II Koningen 4: 12-

    17 en 25-28 en hun onderlinge samenhang, ACEBT 2 (1981), 41-49.

    Aleida G. van Daalen, “Vertel mij toch als het grote dat Elia gedaan heeft”: 3. “Elisa en de

    Sunamitische” in II Koningen 8:7-15, ACEBT 3 (1982), 49-61.

    Aleida G. van Daalen, “Vertel mij toch als het grote dat Elia gedaan heeft: 4. Elisa en de

    Sunamitische en de zalving van Jehu. Samenhangen binnen de Elia-Elisa verhalen, ACEBT 4

    (1983), 37-48.

    Aleida G. van Daalen, “Vertel mij toch al het grote dat Elisa gedaan heeft”: 5. Samenhangen binnen

    de verhalen I Kon. 17 – II Kon. 13, ACEBT 5 (1984), 118-134.

    Jaap van Dorp, Opstand tegen Atalja (2 Koningen 11), ACEBT 7 (1986), 70-82.

    Jaap van Dorp, De tempelrestauratie van Joas (2 Koningen 12): Het gebruik van een motief in het

    boek Koningen, ACEBT 9 (1988), 77-89.

    Klaas A.D. Smelik, “Zeg toch tot Hizkia”: Een voorbeeld van profetische geschiedschrijving [2 Kon.

    18-20; Jes. 36-39], ACEBT 2 (1981), 50-67.

    Evert van den Berg, Fact and Imagination in the History of Hezekiah in 2 Kings 18-20, aCEBT.SS 2

    (2001), 129-136.

    Stephan de Jong, Hizkia en Zedekia: Over de verhouding van 2 Kon. 18:17-19:37 / Jes. 36-37 tot Jer.

    37:1-10, ACEBT 5 (1984), 135-146.

    Stephan de Jong, Het verhaal van Hizkia en Sanherib: 2 Koningen 18,17-19,37 / Jesaja 36-37 als

    narratieve reflectie op de Ballingschap, ACEBT 10 (1989), 57-71.

    Karel A. Deurloo, De koning hoort naar de Tora (II Kon. 22 en 23), ACEBT 3 (1982), 62-70.

    Karel A. Deurloo, Chulda’s profetie: Een collage van woorden uit het boek Jeremia (2 Koningen

    22:15-20), ACEBT 11 (1992), 106-115.

    Jaap van Dorp, Wat is die steenhoop daar? Het graf van de man Gods in 2 Koningen 23, ACEBT 8

    (1987), 64-79.

  • 7

    A.R. van der Deijl, De functie van het thema ‘oorlog’ in het boek Koningen, ACEBT 15 (1996), 42-

    59.

    Jesaja

    Archibald L.H.M. van Wieringen, The Reader-Oriented Unity of the Book of Isaiah, ACEBT.SS 6

    (2006), 1-306.

    Jonathan Magonet, Isaiah 2:1-4:6: Some poetic structures and tactics, ACEBT 3 (1982), 71-85.

    Archibald L.H.M. van Wieringen, The Day beyond the Days: Isaiah within the Framework of the Book

    of Isaiah, ACEBT.SS 3 (2002), 253-259.

    Willem A.M. Beuken, ‘Lebanon with its Majesty shall fall. A Shoot shall come forth from the Stump of

    Jesse: Interfacing the Story of Assyria and the Image of Israel’s Future in Isaiah 10-11, ACEBT.SS

    3 (2002), 17-33.

    Brian Doyle, Fertility and Infertility in Isaiah 24-27, ACEBT.SS 3 (2002), 77-88.

    Hans Snoek, (Dis)continuity between Present and Future in Isaiah 26:7-21, ACEBT.SS 3 (2002), 211-

    218.

    Klaas A.D. Smelik, “Zeg toch tot Hizkia”: Een voorbeeld van profetische geschiedschrijving [2 Kon.

    18-20; Jes. 36-39], ACEBT 2 (1981), 50-67.

    Stephan de Jong, Hizkia en Zedekia: Over de verhouding van 2 Kon. 18:17-19:37 / Jes. 36-37 tot Jer.

    37:1-10, ACEBT 5 (1984), 135-146.

    Stephan de Jong, Het verhaal van Hizkia en Sanherib: 2 Koningen 18,17-19,37 / Jesaja 36-37 als

    narratieve reflectie op de Ballingschap, ACEBT 10 (1989), 57-71.

    Henk Leene, רוח en ׁשמועה in Jesaja 37,7: Een kwestie van verhaalhorizon, ACEBT 4 (1983), 49-62.

    Hans-Jürgen Hermisson, ‘Deuterojesaja’ und ‘Eschatologie‘, ACEBT.SS 3 (2002), 89-105.

    Arie van der Kooij, ‘Coming’ Things and ‘Last’ Things: Isaianic Terminology as understood in the

    Wisdom of Ben Sira and in the Septuagint of Isaiah, ACEBT.SS 3 (2002), 135-140.

    Annemarieke van der Woude, What is new in Isaiah 41:14-20: On the Drama Theories of Klaus

    Baltzer and Henk Leene, ACEBT.SS 3 (2002), 261-267.

    Meindert Dijkstra, ‘He who calls the Eras from the Beginning’ (Isa 41:4): From History to

    Eschatology in Second Isaiah, ACEBT.SS 3 (2002), 61-76.

    Martin Prudký, Jesaja 44:1-5 als Predigttext zu Pfingstsonntag, ACEBT.SS 2 (2001), 137-147.

    Henk Leene, Deuterojesaja en de val van Babel [Jes. 47], ACEBT 8 (1987), 28-37.

    Willem A.M. Beuken, Deuterojesaja en de val van Babel [Jes. 47]: Vervolgreferaat, ACEBT 8 (1987),

    40-44.

    N.A. van Uchelen, Rabbinic Updating of the Torah: Isaiah 49:14 and 15 in Bavli Berkhot 32b,

    ACEBT.SS 2 (2001), 355-362.

    Chris van der Walt, Hearing Unity in a Passage often Broken: The Thematic Perspective of Isaiah

    within Its Context, ACEBT.SS 16 (2018), 111-118.

    Jan Wagenaar, “Is tegen de rivieren uw toorn ontbrand?” Het principe van profetische mythologie in

    Exodus 15, Jesaja 51 en Habakuk 3, ACEBT 7 (1986), 55-69.

    Karel A. Deurloo, JHWH’s koninklijke terugkeer naar Sion en de functie van zijn knecht tegenover de

    Gola, in Deutero-Jesaja [Jes. 52], ACEBT 13 (1994), 72-80.

    Reinoud Oosting, Returning (to) Zion: Isaiah 52:8 in light of Verbal Valency Patterns, ACEBT.SS 3

    (2002), 159-174.

    Ulrich Berges, Der neue Himmel und die neue Erde im Jesajabuch: Eine Auslegung zu Jesaja 65:17

    und 66:22, ACEBT.SS 3 (2002), 9-15.

    Henk Leene, Een nieuwe hemel en een een nieuwe aarde: Slotakkoord van het boek Jesaja [Jes. 65],

    ACEBT.SS 13 (2016), 12-32.

    Henk Leene, Het nieuwe als scenario en programma, ACEBT.SS 13 (2016), 33-63.

    Yehoshua Gitay, Oratorical Rethoric: The Question of Prophetic Language with Special Attention to

    Isaiah, ACEBT 10 (1989), 72-83.

    Konrad Schmid, Herrscherserwartungen und –Aussagen im Jesajabuch: Überlegungen zu ihrer

    synchronen Logik und zu ihren diachronen Transformationen, ACEBT.SS 3 (2002), 175-209.

    Eep Talstra, Second Isaiah and Qohelet: Could one get them on speaking terms, ACEBT 3 (2002),

    225-236.

    Jaap Dekker, ‘To whom will liken you and make me equal?’ The Isaianic Message of the Uniqueness

    of YHWH in the Context of Religious Pluralism, ACEBT.SS 16 (2018), 101-109.

  • 8

    Dirk Monshouwer, Jesaja als evangelisch beginsel, ACEBT 4 (1983), 63-73.

    Jeremia

    Joep Dubbink, Eén boek, vele visies: Een overzicht van de stand van het onderzoek naar Jeremia,

    ACEBT 16 (1997), 7-31.

    Frans H. Polak, Twee redacties van het boek Jeremia uit de Perzische tijd: De Septuaginta en de

    Masoretische tekst, ACEBT 16 (1997), 32-43.

    Eep Talstra, De éne God is de andere niet. Theologie en rolverdeling in Jeremia 5:1-9, ACEBT.SS 15

    (2017), 33-47.

    Joep Dubbink, Listen before you Speak: The Prophet as Spokesman and First Recipient of the Word

    of YHWH [JER. 7:1-15], ACEBT.SS 1 (1999), 69-83.

    Karel A. Deurloo, Sporen van Jeremia in Genesis 18:14 en 37:35? ACEBT 16 (1997), 99-106.

    Karel A. Deurloo, Chulda’s profetie: Een collage van woorden uit het boek Jeremia (2 Koningen

    22:15-20), ACEBT 11 (1992), 106-115.

    Martin Kessler, From Drought to Exile: Jeremiah 14:1-15:4, ACEBT 2 (1981), 68-85.

    Anne Helmers-van Tricht, Profeet tussen boer en koning: Jeremia 14:1-15:4, ACEBT 11 (1992), 65-

    77.

    Ben Hemelsoet, “De Heer onze gerechtigheid” De doorwerking van Jeremia 23:5-6 en 33:14-16,

    ACEBT 7 (1986), 83-95.

    Joep Dubbink, Cedars Decay, A Sprout Will Blosom: Jeremiah 23:5-6: Conclusion of the Prophecies

    on Kingship, ACEBT.SS 2 (2001), 157-165.

    Martin Kessler, De scharnierfunctie van Jeremia 25:1-29: Tekst en context synchroon gelezen,

    ACEBT 15 (1996), 60-76.

    Martin Kessler, The Judgement-Promise Dialectic in Jeremiah 26-36, ACEBT 16 (1997), 60-72.

    Klaas A.D. Smelik, Correspondentie in ballingschap: De literaire en theologische functie van Jeremia

    29, ACEBT 14 (1995), 74-89.

    Adri J.O. van der Wal, “Opdat Jakob weer Gods dienaar kan zijn”: Opbouw en achtergrond van

    Jeremia 30:5-11, ACEBT 15 (1996), 77-93.

    Adri J.O. van der Wal, Psalmodie in Jeremia 30–31, ACEBT 25 (2010), 33-44.

    Henk de Waard, Did YHWH ‘visit’ Zedekiah? Exegetical and Theological Notes on the Relationship

    between Jeremiah 32:5 and 52:11, ACEBT.SS 16 (2018), 127-133.

    G.J. Venema, De woorden van JHWH, de mond van Jeremia en de hand van Baruch: Jeremia 36:17-18,

    ACEBT 16 (1997), 73-79.

    A. Dicou, Geen wijsheid meer in Edom: Jeremia 49,7 en Obadja 7-8, ACEBT 9 (1988), 90-96.

    A. Dicou, De structuur van de verzameling profetieën over de volken in Jeremia 46-51, ACEBT 10

    (1989), 84-87.

    J.G. Amesz, … plotseling is Babel gevallen: Een onderzoek naar de rol van JHWH en Mardoek in

    teksten over de val van Babel (Jer. 50/51 en Cyrus-cylinder), ACEBT 8 (1987), 80-86.

    J.G. Amesz, Grote stenen en een brief: Een vergelijking tussen twee teksten met een tekenhandeling in

    het boek Jeremia (Jer. 43:8-13 en 51:59-64), ACEBT 16 (1997), 80-98.

    Klaas A.D. Smelik, Mijn knecht Nebukadnessar in het boek Jeremia: Een provocatie aan de lezer,

    ACEBT 16 (1997), 44-59.

    Hetty Lalleman, The Idols as ‘Useless’ in the Book of Jeremiah, ACEBT.SS 16 (2018), 119-126.

    Ben Hemelsoet, Wie zeggen de mensen dat de Zoon des Mensen is? Jeremia als antwoord, ACEBT 16

    Jan W. Mazurel, Citaten uit het boek Jeremia in het Nieuwe Testament, ACEBT 16 (1997), 126-139.

    Ezechiël

    Piet de Vries, Ezechiël: profeet van de naam en heerlijkheid van JHWH: Het karakter van zijn boek en

    een aantal centrale thema’s ervan, ACEBT 26 (2011), 1-16.

    Ton Meijknecht, De relatie tussen Genesis 2-4 en het boek Ezechiël, ACEBT 7 (1986), 35-45.

    Willien C.G van Wieringen, De verbeelding van een profeet: Het roepingsvisioen van Ezechiël,

    ACEBT 26 (2011), 17-28.

    Brenda Kronemeijer-Heyink, Dat de rechtvaardige zal leven, is niet zo eenvoudig: Ezechiël en de

    Thora in Ezechiël 18, ACEBT 26 (2011), 29-39.

    Panc C. Beentjes, Over wie gaat de dodenklacht in Ezechiël 19? Kiezen tussen historische lezing en

    bijbelse intertekstualiteit, ACEBT 26 (2011), 41-51.

  • 9

    Young Bok Park, Restoration in the Book of Ezekiel: A Text-Linguistic Analysis of Ezekiel 33-39,

    ACEBT.SS 11 (2013), 1-238.

    Willem A.M. Beuken, It takes two Prophets to Fathom the God of Israel: Ezekiel 36-48 as a Porch to

    Hosea 1-2, ACEBT.SS 16 (2018), 143-150.

    Michaël N. van der Meer, A New Spirit in an Old Corpus? Textcritical, Literary-Critical and

    Linguistic Observations regarding Ezekiel 36:16-38, ACEBT.SS 3 (2002), 147-158.

    Joep Dubbink, ‘Niet omwille van jullie’: De argumentatie voor Israëls herstel in Ezechiël 36:16-38,

    ACEBT 26 (2011), 65-76.

    Konstantijn Stijkel, Het herstellingsvisioen van Ezechiël (36:23-48:35): Een verkenning van enkele

    variante lezingen in de Masoretische Tekst en Papyrus 967, ACEBT 26 (2011), 53-64.

    Piet van Midden, Meekijken met Ezechiël: Ezechiël 37:3 – een nuancering, ACEBT 26 (2011), 77-85.

    Jan W. Mazurel, Het woord עץ in Ezechiël 37:16-20, ACEBT 12 (1993), 116-121.

    Jan W. Mazurel, Ezechiëls blauwdruk: Over de toedeling van het land aan de stammen van Israël

    (47:21-48:29), ACEBT 26 (2011), 87-94.

    Dorothea M. Erbele-Küster, Het vrouwelijke lichaam in Ezechiël, ACEBT 26 (2011), 95-100.

    Herrie F. van Rooy, Seeing, Listening and Speaking: Encountering the Glory of the Lord in the Book

    of Ezekiel, ACEBT.SS 16 (2018), 135-142.

    Leo Mock, Ezechiël als profetenlezing in de synagoge, ACEBT 26 (2011), 101-107.

    Hosea

    Eberhard Bons & Erik Eynikel, Hosea in de recente exegetische literatuur, ACEBT 17 (1999), 1-21.

    Klaas Spronk, Hosea als onderdeel van het boek van de twaalf profeten, ACEBT 17 (1999), 23-35.

    Willem A.M. Beuken, It takes two Prophets to Fathom the God of Israel: Ezekiel 36-48 as a Porch to

    Hosea 1-2, ACEBT.SS 16 (2018), 143-150.

    Janet W. Dyk, Verbanning of vergeving? Hosea 1:6 in het licht van verbale valentie patronen, ACEBT

    17 (1999), 61-73.

    Cok den Hertog, De Godsnaam in Hosea 1:9: Een commentaar op Exodus 3:14? ACEBT 17 (1999),

    75-88.

    Richtsje Abma, Thora verzaken, land verlaten! Bijbels-theologische noties in het boek Hosea, ACEBT

    17 (1999), 37-50.

    N.A. Schuman, Hosea 4:1-3: De schepping teruggedraaid? ACEBT 14 (1995), 90-105.

    Gert Kwakkel, Als een schaap in het wijde veld: Een raadselachtig beeld in Hosea 4:16, ACEBT 32

    (2018), 17-27.

    Gert Kwakkel, ‘But I Passed by her Fair Neck’: On Threshing and Yoking in Hosea 10:11, ACEBT.SS

    3 (2002), 141-146.

    Jopie Siebert-Hommes, ‘With Bands of Love’: Hosea 11 as ‘Recapitulation’ of the Basic Themes in

    the Book of Hosea, ACEBT.SS 2 (2001), 167-173.

    Richtsje Abma, Jacob, A Questionable Ancestor: Some Remarks on Hosea 12, ACEBT.SS 2 (2001),

    175-179.

    Karel A. Deurloo, Solidariteit en barmhartigheid, ACEBT 17 (1999), 51-60.

    Jopie Siebert-Hommes, ‘Want anders: ik zal haar naakt uitkleden’: Het gebruik van de

    huwelijksmetafoor in het boek Hosea, ACEBT 17 (1999), 89-100.

    Dirk Monshouwer, Hosea in de liturgie, ACEBT 17 (1999), 101-114.

    Amos

    Adri J.O. van der Wal, Achtergrond en rhetorische functie van Amos 3:1-2, ACEBT 6 (1985), 83-90.

    Rudy Van Moere, Een indrukwekkende confrontatie in Betel: Een talige, correlatieve en intratekstuele

    leesoefening van Amos 7:10-17, ACEBT 32 (2018), 29-46.

    Hanna Blok, Geografie bij Amos, ACEBT 6 (1985), 91-110.

    Noortje Blokhuis, ‘Zoek het goede, niet het kwade’: Universele thema’s in het boek Amos, ACEBT 32

    (2018), 47-56.

    Leo van den Bogaard, Amos in de Groot Nieuws Bijbel: Functioneel-equivalent vertaald? ACEBT 6

    (1985), 111-143.

    Peter Booij, Twee wijzen van vertalen: Over het boek Amos in Een vertaling om voor te lezen en in

    De Nieuwe Bijbelvertaling, ACEBT.SS 4 (2005), 27-34.

  • 10

    Obadja

    A. Dicou, Geen wijsheid meer in Edom: Jeremia 49,7 en Obadja 7-8, ACEBT 9 (1988), 90-96.

    Micha

    Bob Becking, The Exile does not Equal the Eschaton: An Interpretation of Micah 4:1-5, ACEBT.SS 3

    (2002), 1-7.

    Jona

    Klaas Spronk, Het boek Jona: Een overzicht van het recente onderzoek, ACEBT 22 (2005), 1-22.

    Nico Riemersma, Op zoek naar de kern van het boek Jona, ACEBT 32 (2018), 57-66.

    Eep Talstra, Tussen structuur en strategie: Tekstanalyse van Jona 1-4, ACEBT 22 (2005), 23-45.

    Jaap van Dorp, Enkele aantekeningen bij de vertaling van Jona 1:1, ACEBT 22 (2005), 71-80.

    Klaas Spronk, Hoe Jona uit de vis kwam: Jona 2:11 in de beeldende kunst, ACEBT 22 (2005), 91-100.

    Albert Kamp, De dynamiek van verandering: Over de consequenties van een dynamisch godsbeeld in

    Jona 3:10, ACEBT 22 (2005), 113-129.

    Karel A. Deurloo, ‘Was dit niet mijn woord….’ Jona 4:2, ACEBT 22 (2005), 125-129.

    Janet W. Dyk, Als God twee keer vraagt: Overwegingen bij Jona 4:4-11, ACEBT 22 (2005), 131-138.

    Jopie Siebert-Hommes, ‘Een kikajonstruik om Jona te redden …’ (Jona 4:6): Compositie en

    interpretatie in het boek Jona, ACEBT 22 (2005), 47-58.

    Karel A. Deurloo, Literaire terugblik in Jona? ACEBT 15 (1996), 94-97.

    Tineke Drieënhuizen, Jona in de herhaling, ACEBT 22 (2005), 59-70.

    Klaas A.D. Smelik, Mens en dier in zak en as: De bijfiguren in het boek Jona, ACEBT 22 (2005), 101-

    111.

    Hans de Wit, Lezen met Jona: Jona in intercultureel perspectief, ACEBT 22 (2005), 151-166.

    Piet van Midden, Zingen met Jona, ACEBT 22 (2005), 81-89.

    Bert Jan Lietaert Peerbolte, Het teken van Jona als christologische typologie, ACEBT 22 (2005), 139-

    150.

    Nahum

    Willien C.G van Wieringen, Nahum – De naakte vrouw, ACEBT 32 (2018), 67-75.

    Habakuk

    Adri J.O. van der Wal, Het boek Habakuk – Theologiseren vanuit vragen, ACEBT 32 (2018), 77-86.

    Jan Wagenaar, “Is tegen de rivieren uw toorn ontbrand?” Het principe van profetische mythologie in

    Exodus 15, Jesaja 51 en Habakuk 3, ACEBT 7 (1986), 55-69.

    Rochus Zuurmond, De rechtvaardige zal door het geloof leven: Habakuk 2:4 bij Joden en Christenen

    vóór het jaar 135, ACEBT 6 (1985), 162-173.

    Zacharia

    Eep Talstra, Who is who in Zechariah 1:1-6? Text Linguistics, Participant Tracking and the Reading

    of Biblical Texts, ACEBT.SS 16 (2018), 151-158.

    Joep Dubbink, De profeet en het dode paard: Zacharia 1:1-6 en de crisis in de profetische traditie,

    ACEBT 32 (2018), 87-98.

    Eep Talstra, Gods passie: De visioenen van Zacharia, ACEBT 32 (2018), 99-113.

    Maleachi

    Aarnoud Jobsen, Maleachi – Slotakkoord van het Twaalfprofetenboek, ACEBT 32 (2018), 115-124.

    Fanie Snyman, ‘Where is the God of Justice?’ Listening and Hearing the Word of God in Maleachi

    2:17-3:7a, ACEBT.SS 16 (2018), 159-166.

    Archibald L.H.M. van Wieringen, Het Twaalfprofetenboek: Aspecten van een lezersgeoriënteerde

    eenheid: oproep tot omkeer en uitdaging tot wijsheid in het Dodekapropheton, ACEBT 32 (2018),

    7-15.

    Bärry Hartog, De kleine profeten in de Tweede Tempelperiode: Eenheid en verscheidenheid, ACEBT

    32 (2018), 125-133.

  • 11

    Psalmen

    Christiane de Vos, De Psalmen – Een kleurrijk boek met een kleurrijk onderzoek: Aspecten van het

    recente onderzoek naar de Psalmen, ACEBT 18 (2000), 3-17.

    Piet van Midden, Een prachtig drama: In gesprek met Niek Schuman over de Psalmen, ACEBT 25

    (2010), 123-129.

    Eddy van den Brink, De verbeelding van de Psalmen, ACEBT 25 (2010), 109-122.

    Gunnar Begerau, Who has Listened to the Text? The Impact of Eric Peels’ Reading of Psalm 16:3 in

    Recent Literature, ACEBT.SS 16 (2018), 169-177.

    Wido van Peursen, Patterns and Pleasure: Participants in Psalm 16, ACEBT.SS 16 (2018), 179-187.

    R. Oost, De structuur van Psalm 23, ACEBT 7 (1986), 96-100.

    Niek Schuman, Quleques relectures anciennes du Psaume 23, ACEBT.SS 2 (2001), 181-191.

    Harm van Grol, De strofische analyse van Psalm 26: Een visie op versbouw, ACEBT 18 (2000), 19-

    31.

    Martin Kessler, Psalm 44, ACEBT.SS 2 (2001), 193-204.

    Rob van Houwelingen, Forever Seated on the Divine Throne: The Function of Psalm 45:7-8 in the

    Argument of Hebrews 1, ACEBT.SS 16 (2018), 191-199.

    Klaas Spronk, Het raadsel van Palm 49: Enkele opmerkingen over vorm en inhoud, ACEBT 18

    (2000), 33-45.

    Riemer Roukema, Jezus’ doop in het lijden: Een messiaanse lezing van Psalm 69 in Lucas 12:50,

    ACEBT 29 (2014), 45-54.

    Pierre Auffret, ‘Een die daar is geboren’: Structuuranalyse van Psalm 87, ACEBT 18 (2000), 61-70.

    Eep Talstra, Alle zegen komt van boven, ook als zij van beneden komt: Gedachten bij Psalm 87,

    ACEBT 18 (2000), 47-60.

    Theo Witvliet, Glaube gibt es nur als Hoffen: Andacht über Psalm 91, ACEBT.SS 2 (2001), 205-209.

    Henk Leene, The Coming of YHWH as King: The Complementary Character of Psalm 96 and 98,

    ACEBT.SS 2 (2001), 211-228.

    Th. Booij, Psalm 103:3-4: The Words and their Context, ACEBT.SS 2 (2001), 237-245.

    Harm van Grol, The Torah as a Work of YHWH: A Reading of Psalm 111, ACEBT.SS 2 (2001), 229-

    236.

    Niek A. van Uchelen, Psalm 114: Vorm en functie, ACEBT 18 (2000), 71-78.

    Karel A. Deurloo, Liederen van opgang uit de ‘ballingschap’: De Psalmen 120-134, ACEBT 18

    (2000), 79-87.

    Jasper J. Stam, De Opgangsliederen en Nehemia: Michael D. Goulders interpretatie van de Liederen

    Hammaäloth (Psalmen 120-134), ACEBT 25 (2010), 59-66.

    Thijs Booij, Psalm 122: Liefde tot Jeruzalem, ACEBT 18 (2000), 89-102.

    Thijs Booij, Psalm 145: Een lofzang van David, ACEBT.SS 4 (2005), 35-42.

    Panc C. Beentjes, Wat het boek Kronieken met Psalmen doet: Een literair-historische speurtocht,

    ACEBT 25 (2010), 45-58.

    Mladen Popović, De receptie van het Psalmenboek in Qumran: Psalmen en Psalmencitaten in de Dode

    Zeerollen, ACEBT 25 (2010), 67-82.

    Cees J. den Heyer, Psalmen in het Nieuwe Testament, ACEBT 18 (2000), 103-114.

    Maarten J.J. Menken, Citaten uit de Psalmen in het Nieuwe Testament, ACEBT 25 (2010), 11-32.

    Adriaan Soeting, Psalmen in de Apocalyps: De achtergrond van de liederen in de Openbaring van

    Johannes, ACEBT 25 (2010), 95-108.

    Martinus C. de Boer, De Psalmen bij Paulus: LXX Psalm 142:2 in Galaten 2:16 en Romeinen 3:20,

    ACEBT 25 (2010), 83-94.

    Emmanuele Sipkema en Karin Lelyveld, De regel van de H. Benedictus en het gebruik van de

    Psalmen: Een spiritualiteit van de psalmen, ACEBT 18 (2000), 131-137.

    Christiaan Winter, ‘Zet de zang in!’ De psalmen in de liturgie, ACEBT 18 (2000), 139-149.

    Irene Zwiep, Magie, poëzie, exegese, geschiedenis: Een verkenning van middeleeuwse joodse

    benaderingen van het boek Psalmen, ACEBT 18 (2000), 115-130.

    Job

    Axel Rooze, Het feestboek Job, van Rosj Hasjana naar Jom Kippoer – (tijds)orde in het boek Job,

    begrepen vanuit Job 3:1, ACEBT 31 (2017), 7-19.

  • 12

    Spreuken

    Evert Tuinstra, Tōrā in Spreuken, ACEBT 31 (2017), 21-30.

    Lieve M. Teugels, Wijsheid als tora in de rabbijnse interpretatie: Spreuken 8 in de midrasj, ACEBT 31

    (2017), 31-39.

    Jeanette M. Hartwell, Mannen, vrouwen en rijkdom: Herinterpretatie van Spreuken 11:16 en 11:22 in

    het licht van genderverhoudingen, ACEBT 31 (2017), 41-50.

    Ruth

    G.H. Cohen, The names in the Book of Ruth, ACEBT 1 (1980), 62-75.

    Hooglied

    Sietske Blok, Een contextuele lezing van Hooglied, ACEBT 31 (2017), 51-59.

    Leo van den Bogaard, Vertalen van metaforen en vergelijkingen, met name in Hooglied, ACEBT 9

    (1988), 117-135.

    Leo van den Bogaard, Fout vertaald!? Hooglied 1:2 (4:10; 7:10); 4:8 (6:7); 4:8 en 8:1 in de Nieuwe

    Bijbelvertaling, ACEBT.SS 4 (2005), 17-26.

    M. Rozelaar, Wat betekent het Hebreeuwse woord raqqáh [Recht. 4:21,22;5:26; Hoog. 4:3; 6:7]?

    ACEBT 7 (1986), 123-129.

    Prediker

    Wim C. Delsman, Het boek Prediker: Een overzicht van het recente onderzoek, ACEBT 21 (2004), 1-

    24.

    Timothy L. Walton, Experimenting with Qohelet: A Text-Linguistic Approach to Reading Qohelet as

    Discourse, ACEBT.SS 5 (2006), 1-215.

    Aart Schippers, De opbouw van het boek Prediker, ACEBT 21 (2004), 27-50.

    Klaas A.D. Smelik, De rol van God in het boek Prediker, ACEBT 21 (2004), 63-75.

    Pius Drijvers, Alles is lucht? De betekenis van het woord ֲהֵבל in het bijbelboek Prediker, ACEBT 21

    (2004), 51-61.

    Niek A. van Uchelen, Prediker in de Misjna: Prediker 1:5 en 4:12 als citaten, ACEBT 21 (2004), 77-

    80.

    Jaap van Dorp, Enkele aantekeningen bij de vertaling van Prediker 3:5A, ACEBT 21 (2004), 117-123.

    Dries Blokker, Kohelet: Een wijze, maar ook een herder en leraar van het volk: Prediker 12:9-12,

    ACEBT 21 (2004), 95-101.

    F.J. Hoogewoud en Leo van den Bogaard, Prediker / ֹקֶהֶלת: Enkele notities bij Een vertaling om voor

    te lezen en een voorpublicatie van 3:1-9, ACEBT 21 (2004), 125-131.

    Klaas Spronk, Prediker in de Nieuwe Bijbelvertaling: Een beschrijving, ACEBT 21 (2004), 103-115.

    Klaas Spronk, Aan het maken van vele vertalingen is geen einde: Kohelet in drie recente Nederlandse

    bijbelvertalingen, ACEBT.SS 4 (2005), 121-128.

    Dries Blokker, De wijze die stimuleert, de koning en de landbouwer: Rashbam’s commentaar op

    Kohelet en de SHA-vertaling, ACEBT.SS 4 (2005), 11-16.

    Irene Zwiep, ‘Dit … verkeerde vertaalde en averegts verklaarde geschrift: Samuel Mulders

    rehabilitatie van Prediker, ACEBT.SS 4 (2005), 159-170.

    Eep Talstra, Second Isaiah and Qohelet: Could one get them on speaking terms, ACEBT.SS 3 (2002),

    225-236.

    Barend F. Drewes, Prediker in Indonesië en elders: Contextueel uitgelegd, ACEBT 21 (2004), 81-93.

    Esther

    Klara Butting, The Book of Esther: A Reinterpretation of the Story of Josef: Innerbiblical critique as a

    guide for feminist hermeneutics, ACEBT 13 (1994), 81-87.

    Klaas A.D. Smelik, Het plan dat niet doorging …: Gods verborgenheid in het boek Ester, ACEBT 15

    (1996), 98-105.

    J.C. Siebert-Hommes: ‘Come to the Dinner I Have Prepared for You’ (Esther 5:4): Story of Love or

    Struggle for Power, ACEBT.SS 1 (1999), 85-100.

  • 13

    I en II Kronieken

    Panc C. Beentjes, Wat het boek Kronieken met Psalmen doet: Een literair-historische speurtocht,

    ACEBT 25 (2010), 45-58.

    Nehemia

    Adri K. Offenberg, Nehemia gaat naar Jeruzalem en andere verhalen, ACEBT.SS 4 (2005), 93-97.

    =========================================================================

    Tobit

    Leo van den Bogaard, Tobit, ACEBT 28 (2013), 27-38.

    Gerda Hoekveld, De theo-politieke context van Rembrandts deuterocanonieke werk: De tekst als

    uitleg van zijn tijd, ACEBT 28 (2013), 101-117.

    1 Makkabeeën

    Jan Willem van Henten, Het loflied voor Judas Makkabeüs in 3:3-9, ACEBT 28 (2013), 39-46.

    Wijsheid van Salomo

    Panc C. Beentjes, De wijsheid van Salomo, ACEBT 28 (2013), 47-59.

    Judith

    Bert Dicou, ‘Use the Guile of my Words to Strike the down’: Introducing Judith in a Liberal Protestant

    Congregation, ACEBT.SS 2 (2001), 265-272.

    Jezus Sirach

    Adri J.O. van der Wal, In de stroom van de traditie: Jezus Sirach, ACEBT 28 (2013), 79-86.

    Panc C. Beentjes, De stammen van Israël herstellen: Het portret van Elia bij Jesus Sirach, ACEBT 5

    (1984), 147-155.

    P.C. Beentjes, Scripture and Scribe: Ben Sira 38:34c-39:11, ACEBT.SS 2 (2001), 273-280.

    Otto Mulder, Ben Sira en de wijsheid, ACEBT 28 (2013), 61-80.

    Arie van der Kooij, ‘Coming’ Things and ‘Last’ Things: Isaianic Terminology as understood in the

    Wisdom of Ben Sira and in the Septuagint of Isaiah, ACEBT.SS 3 (2002), 135-140.

    =========================================================================

    Psalmen van Salomo

    Hans Jonker, Wijsheid in de Psalmen van Salomo en de Oden van Salomo, ACEBT 31 (2017), 61-72.

    Jubileeën

    Rochus Zuurmond, De misdaad van Ruben volgens Jubileeën 33:1-9, ACEBT 8 (1987), 108-116.

    Testament van Levi

    T. Baarda, De namen van de kinderen van Levi: De duiding van de namen Gersjôn, Qehath, Merari en

    Jochebed in het Testament van Levi 11, ACEBT 8 (1987), 87-107.

    3 Ezra

    Bob Becking, Er waren eens drie jongelingen …: Over de functie van een Hellenistische hofvertelling

    in 3 Ezra, ACEBT 28 (2013), 87-96.

    =========================================================================

    Matteüsevangelie

    Ben Hemelsoet, De verzoeking van Jesus in de woestijn [Mat. 4; Luc. 4], ACEBT 9 (1988), 97-116.

    Ben Hemelsoet, De berg van de Bergrede [Mat. 5-7]: Een hoogtepunt in de theologie van Mattheüs,

    ACEBT 6 (1985), 174-187.

    Rochus Zuurmond, De ethiek van de Bergrede [Mat. 5-7], ACEBT 4 (1983), 83-96.

  • 14

    Ben Hemelsoet, De Zoon des Mensen, die niet heeft dat Hij zijn hoofd neerlegge, die macht heeft op

    de aarde om zonden te vergeven, volgens Mattheüs [9:1-8], ACEBT 10 (1989), 88-102.

    Ben Hemelsoet, De Zoon des Mensen: De Heer van de sabbat, de knecht des Heren, volgens Mattheüs

    [12:1-8], ACEBT 11 (1992), 84-100.

    Ben Hemelsoet, Jesus en Jerusalem: Niet gescheiden, niet gedeeld [Mat. 24:28; Luc. 17:37; 1 Kor. 17-

    25], ACEBT 3 (1982), 86-98.

    Frans H. Breukelman, De werkwijze van een evangelist: (Exegese van Mattheüs 26:1-2), ACEBT 10

    (1989), 103-119.

    Marcusevangelie

    Dirk Monshouwer, Biblical Christology: ‘Son of God’ (Mark 1:1), ACEBT.SS 2 (2001), 281-291.

    Cees J. den Heyer, Marcus 1,1-15 – De proloog van het Markus-evangelie, ACEBT 1 (1980), 76-84.

    Ben Hemelsoet, Hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes …: Exodus 3:6 en de opwekking van de

    doden [Mar. 12:18-27], ACEBT 15 (1996), 106-120.

    Lucasevangelie

    Adelbert Denaux, Lucas & Acta: Een overzicht van het onderzoek (1999-2012), ACEBT 29 (2014), 9-

    23.

    Huub Welzen, Van ooggetuigen naar bedienaren van het woord (Lucas 1:2): Naar een lucaanse

    hermeneutiek van het woord, ACEBT 29 (2014), 25-34.

    Nico Riemersma, Elia, Jezus en Johannes in lucaans perspectief, ACEBT 29 (2014), 77-87.

    Rinse Reeling Brouwer, Und seines Köningreiches wird kein Ende sein: Ein klassischer Widerspruch:

    Lukas 1:33 oder 1 Korinthher 15:28, ACEBT.SS 2 (2001), 293-301

    Magda Misset-van de Weg, Maria en Elisabet in beeld (Lucas 1:39-56), ACEBT 29 (2014), 35-44.

    Rochus Zuurmond, Geen plaats in de herberg: Tekstgeschiedenis en exegese van Lucas 2:7b, ACEBT

    2 (1981), 94-130.

    H. Rooze, “Opdat onthuld worden de overleggingen uit de harten van velen: (over Luc 2,35b in de

    kontekst van het gehele evangelie naar Lucas), ACEBT 3 (1982), 99-106.

    Ben Hemelsoet, De verzoeking van Jesus in de woestijn [Mat. 4; Luc. 4], ACEBT 9 (1988), 97-116.

    René Venema, ‘Today this Scripture has been fulfil[l]ed in Your Ears’: Mimetic Representation in

    Luke 4:14-21, ACEBT.SS 2 (2001), 303-307.

    Nico Riemersma, Aan de dode een wonder gedaan: Een exegetisch-hermeneutische studie naar de

    dodenopwekking in Lucas 7,11-17 in relatie tot 1 Koningen 17,17-24 en Vita Apollonii IV,45,

    ACEBT.SS 14 (2016), 1-285.

    Riemer Roukema, Jezus’ doop in het lijden: Een messiaanse lezing van Psalm 69 in Lucas 12:50,

    ACEBT 29 (2014), 45-54.

    Ben Hemelsoet, “Gezegend hij die komt, de koning, in de naam des Heren”: Rondom Lucas 14,1-6,

    ACEBT 1 (1980), 85-95.

    Ben Hemelsoet, Jesus en Jerusalem: Niet gescheiden, niet gedeeld [Mat. 24:28; Luc. 17:37; 1 Kor. 17-

    25], ACEBT 3 (1982), 86-98.

    Ben Hemelsoet, Moest de Christus dit niet lijden [Luc. 24:7,26,44], ACEBT 4 (1983), 74-82.

    Albert Hogeterp, Lucas en de taal van de Septuagint, toegespitst op Καὶ ἐγένετο, ACEBT 29 (2014),

    55-65.

    Bart J. Koet, Trouw aan Wet en Profeten: Lucas en het jodendom, ACEBT 29 (2014), 67-76.

    Johannesevangelie

    Ben Hemelsoet, De goede wijn ten laatste: Een wijze van lezen van Joh. 2:1-12, ACEBT 2 (1981), 86-

    93.

    Rochus Zuurmond, Vlees en bloed van de mensenzoon: Opmerkingen bij Johannes 6:53, ACEBT 13

    (1994), 88-96.

    Rochus Zuurmond, De ‘overspelige’ vrouw [Joh. 8:1-11], ACEBT 12 (1993), 122-130.

    Ben Hemelsoet, Een vader had twee zonen: De verhalen van het zaad van Abraham, op het

    Loofhuttenfeest (Joh. 8:30-37), ACEBT 13 (1994), 97-112.

    Dirk Monshouwer, ‘Naar Efraïm genaamde stad’: Johannes 11:54, ACEBT 11 (1992), 101-112.

    Ype Bekker, The Beloved Disciple in John 13:23, ACEBT.SS 2 (2001), 309-314.

  • 15

    Dirk Monshouwer, “Staat op, laten wij vanhier gaan!” (Joh, 14:31): Een kleine oefening in de eenheid

    van het vierde evangelie, ACEBT 13 (1994), 113-126.

    Ype Bekker, Johannes 21 als slot en sleutel van het evangelie: Een bijbels-theologische beschouwing,

    ACEBT 15 (1996), 121-132.

    Dirk Monshouwer, Het vierde evangelie en de joodse eredienst opnieuw bezien, ACEBT 8 (1987),

    117-135.

    Doddy van Leeuwen-Assink, ‘We zouden Jezus willen zien’: Het evangelie naar Johannes herlezen met

    een catechetische blik, ACEBT.SS 12 (2015), 1-294.

    Handelingen

    Arie W. Zwiep, Tussen tekst en marge: Op- en aanmerkingen bij het marginale annotatie-apparaat van

    NA28

    aan de hand van Handelingen 2:1-4, ACEBT 29 (2014), 89-99.

    Rochus Zuurmond, Glossolalie op Pinksteren? Notities bij Handelingen 2:4, ACEBT 10 (1989),120-

    128.

    Jean Bastiaens, Het eerste en het tweede Pinksteren bij Lucas, ACEBT 29 (2014), 101-111.

    Joke Brinkhof, Dubbelvertelling in Lucas-Handelingen: Stefanus, Filippus, Simon Petrus in

    Handelingen 6-8 als voorbeeld van complementariteit in Lucas-Handelingen, ACEBT 29 (2014),

    113-123.

    Jan Mazurel, Welche Bedeutungen hat das Verbum OΔΓHEIN? Eine Untersuchung anlässlich

    Apostelgeschichte 8:31, ACEBT.SS 2 (2001), 315-323.

    Barend F. Drewes, Handelingen 16 en de Bacchanten van Euripides, ACEBT 29 (2014), 125-134.

    Sijbolt Noorda, Jezus en Anastasia: Uitdagingen voor vertalers van Handelingen 17, ACEBT 29

    (2014), 135-145.

    Martinus C. de Boer, Het beeld van Paulus in Handelingen, ACEBT 29 (2014), 147-157.

    Romeinen

    Rochus Zuurmond, Algemene openbaring bij Paulus? Een poging tot theologische exegese van

    Romeinen 1:18-21, ACEBT 1 (1980), 96-101.

    T. Baarda, De aanwijzende voornaamwoorden in Romeinen 9:6 en 8 (οὗτοι en ταῦτα): Over de

    ‘Semitische’ achtergrond van Romeinen 9:6-9, ACEBT 7 (1986), 101-113.

    Martinus C. de Boer, De Psalmen bij Paulus: LXX Psalm 142:2 in Galaten 2:16 en Romeinen 3:20,

    ACEBT 25 (2010), 83-94.

    Rochus Zuurmond, Schepping bij Paulus, ACEBT 11 (1992), 113-141.

    1 Korintiërs

    Johan S. de Vos, Die ersten und zweiten Schöpfung im ersten Korintherbief des Paulus und in Pseudo-

    Justins ‘De resurrectione’, ACEBT.SS 3 (2002), 247-252.

    Galaten

    M.C. de Boer, Second Isaiah and Paul’s Eschatology in the Letter of Galatians, ACEBT.SS 3 (2002),

    35-43.

    Hebreeën

    Rob van Houwelingen, Forever Seated on the Divine Throne: The Function of Psalm 45:7-8 in the

    Argument of Hebrews 1, ACEBT.SS 16 (2018), 191-199.

    1 Petrus

    Dirk Monshouwer, Uitverkoren ballingen – 1 Petrus 1:1v., ACEBT 5 (1984), 156-164.

    Openbaring

    Marina Slootmans, Elisabeth Schlüssler Fiorenza’s andere kijk: Het koninkrijk van God bezien via

    Openbaring 5:9-10 en Exodus 19:6, ACEBT 30 (2015), 89-98.

    Jan Heller, Armagedon: Der Name als Programm [Openb. 16:16], ACEBT.SS 2 (2001), 341-345.

    Michael Mulder, Reigning with Christ for a Thousand Years: Revelation 20:1-6 in the Context of

    Jewish Apocalytic Tradition, ACEBT.SS 16 (2018), 201-209.

  • 16

    Vertalen

    Hanna Blok, Chronicle: A Bible Translation to be Read Aloud, ACEBT.SS 2 (2001), 375-386.

    Dries Blokker, De wijze die stimuleert, de koning en de landbouwer: Rashbam’s commentaar op

    Kohelet en de SHA-vertaling, ACEBT.SS 4 (2005), 11-16.

    Leo van den Bogaard, De functioneel-equivalente vertaaltheorie slecht verdedigd of niet te

    verdedigen? ACEBT 8 (1987), 136-150.

    Leo van den Bogaard, Amos in de Groot Nieuws Bijbel: Functioneel-equivalent vertaald? ACEBT 6

    (1985), 111-143.

    Leo van den Bogaard, Vertalen van metaforen en vergelijkingen, met name in Hooglied, ACEBT 9

    (1988), 117-135.

    Leo van den Bogaard, Fout vertaald!? Hooglied 1:2 (4:10; 7:10); 4:8 (6:7); 4:8 en 8:1 in de Nieuwe

    Bijbelvertaling, ACEBT.SS 4 (2005), 17-26.

    Frans H. Breukelman, Een beoordeling van de Nieuwe Vertaling (I), ACEBT 3 (1982), 8-37.

    Frans H. Breukelman, Een beoordeling van de Nieuwe Vertaling (vervolg): De weergave van de stam

    yasha‘, ACEBT 4 (1983), 8-25.

    Frans H. Breukelman, Een beoordeling van de Nieuwe Vertaling: De “entmythologisierende”

    weergave van de begrippen “benauwen” en “bevrijden”, ACEBT 3 (1982), 8-37.

    Frans H. Breukelman, Een beoordeling van de Nieuwe Vertaling (slot): De weergave van de stam

    yasha‘, ACEBT 5 (1984), 9-26.

    F.H. Breukelman en B.P.M. Hemelsoet, Van “Nieuwe Vertaling” naar “Groot Nieuws”: Over het

    grondbeginsel van bijbelvertalen, ACEBT 6 (1985), 9-22.

    Frans Breukelman, De kerkvader Hiëronymus en het grondbeginsel van bijbelvertaling: ‘De optimo

    genere interpretandi’, over de beste wijze van (bijbel)vertalen [Gen. 3:1-4], ACEBT.SS 4 (2005),

    43-55.

    Peter Booij, Twee wijzen van vertalen: Over het boek Amos in Een vertaling om voor te lezen en in

    De Nieuwe Bijbelvertaling, ACEBT.SS 4 (2005), 27-34.

    André Chouraqui, Traduire la Bible, ACEBT 3 (1982), 38-48.

    Karel A. Deurloo, Bubers laatste correcties, ACEBT 2 (1981), 23-25.

    Karel A. Deurloo en Aleida G. van Daalen, De vertaling van Genesis 4:1-16: Een toetsing van de

    vertaling in de Groot Nieuws Bijbel, ACEBT 6 (1985), 23-35.

    Jaap van Dorp, Enkele aantekeningen bij de vertaling van Jona 1:1, ACEBT 22 (2005), 71-80.

    Jaap van Dorp, Enkele aantekeningen bij de vertaling van Prediker 3:5A, ACEBT 21 (2004), 117-123.

    Everett Fox, A Buber-Rosenzweig Bible in English, ACEBT 2 (1981), 8-22.

    Maria de Groot , Twintig stellingen, ACEBT 1 (1980), 116-121.

    Maria de Groot , Twintig stellingen, ACEBT.SS 4 (2005), 63-71.

    F.J. Hoogewoud en Leo van den Bogaard, Prediker / ֹקֶהֶלת: Enkele notities bij Een vertaling om voor

    te lezen en een voorpublicatie van 3:1-9, ACEBT 21 (2004), 125-131.

    Frits J. Hoogewoud, Stap voor stap: Een kroniek bij ‘ Een vertaling om voor te lezen’ (NBG/KBS),

    ACEBT 1 (1980), 102-115.

    Pieter Oussoren, Buiten de vesting gelezen: Aspecten van het vertalen van de deuterocanonieke

    geschriften, ACEBT 28 (2013), 97-100.

    Klaas Spronk, Prediker in de Nieuwe Bijbelvertaling: Een beschrijving, ACEBT 21 (2004), 103-115.

    Klaas Spronk, Aan het maken van vele vertalingen is geen einde: Kohelet in drie recente Nederlandse

    bijbelvertalingen, ACEBT.SS 4 (2005), 121-128.

    Klaas Spronk, Theologische en liturgische aspecten van bijbelvertalen, ACEBT.SS 15(2017), 49-65.

    Adri J.O. van der Wal, Bijbelvertalen met behulp van de computer: Exodus 3:1-15 als testcase,

    ACEBT 33 (2020), 33-43.

    Willien C.G van Wieringen, Over tijd, ruimte, God, mens, erven en het lezen van de Schrift: Enkele

    vertaalbeslissingen van de SHA-vertaalgroep Jozua toegelicht, ACEBT 24 (2009), 33-42.

    Rochus Zuurmond, Dynamisch equivalent, ACEBT.SS 4 (2005), 151-158.

    Bijbelse theologie

    Paul Sanders & Klaas Spronk, Recente publicaties op het gebied van de Theologie van het Oude

    Testament, ACEBT 30 (2015), 9-18.

    Joep Dubbink, Dogmatisch, christelijk of gelovig bijbellezen? De Bijbel in de Christelijke Dogmatiek

    van Van den Brink en Van der Kooi, ACEBT 30 (2015), 123-132.

  • 17

    Christiane Karrer-Grube, Daden gaan woorden te boven – De ‘hermeneutiek van de navolging’ als

    kern van de Bijbelse theologie in de doperse traditie, ACEBT 30 (2015), 139-153.

    Klaas Spronk, Hoe ‘Amsterdams’ is Brevard Childs? De canonieke benadering van de Bijbelse

    theologie, ACEBT 30 (2015), 65-72.

    Ed Noort, Open vragen – De queeste van Gerhard von Rad, ACEBT 30 (2015), 29-36.

    Eep Talstra, Van priesters, prekers en partizanen: Walter Brueggemann en de theologie van het Oude

    Testament, ACEBT 30 (2015), 73-88.

    Gerard van der Zanden, De Bijbelse Theologie van Frans Breukelman in Amsterdamse context,

    ACEBT 30 (2015), 37-52.

    Rinse H. Reeling Brouwer, Een Amsterdamse leerstoel Bijbelse Theologie (1991-2001), ACEBT 30

    (2015), 53-64.

    K.A. Deurloo & G.J. Venema, Exegesis according to Amsterdam Tradtion, ACEBT 1 (1999), 3-14.

    Adri J.O. van der Wal, Uit het leven gegrepen: In gesprek met de Theologie van het Oude Testament

    van H. Koorevaar en M.-J Paul (red.), ACEBT 30 (2015), 109-122.

    Joep Dubbink, Deuterocanonieke geschriften, de canon en de bijbelse theologie, ACEBT 28 (2013),

    15-25.

    Exegese Klaas A.D. Smelik, Van wie is de Bijbel? ACEBT 30 (2015), 19-28.

    Rochus Zuurmond, Over allegorische en typologische exegese, ACEBT 7 (1986), 130-137.

    Albert van der Heide, PaRDeS: Over de theorie van de viervoudige schriftzin in de middeleeuws

    joodse exegese, ACEBT 3 (1982), 117-165.

    Albert van der Heide, “Een van zijn ribben”: Vorm en functie van de middeleeuwse joodse

    Bijbelexegese, ACEBT 4 (1983), 97-131.

    P.W. van der Horst, Schriftgebruik bij drie vroeg joods-hellenistische historici: Demetrius, Artapanus,

    Eupolemus, ACEBT 6 (1985), 144-161.

    Frans H. Polak, Het bijbels verhaal als palimpsest: Over de rol van de diachronie in de structurele

    analyse, ACEBT 9 (1988), 22-34.

    Klaas A.D. Smelik, Vertellingen in de Hebreeuwse Bijbel: De benadering van het bijbelse verhaal door

    Palache, Beek en diens leerlingen, ACEBT 9 (1988), 8-21.

    M.J. Mulder, De Hebreeuwse Bijbel als historische bron: Tegenreferaat, ACEBT 8 (1987), 23-27.

    Ben Hemelsoet, De Bijbel en zijn geschiedenis, ACEBT 8 (1987), 45-52.

    Klaas A.D. Smelik, De Hebreeuwse Bijbel als historische bron, ACEBT 8 (1987), 9-22.

    K.A.D. Smelik, The Use and Misuse of the Hebrew Bible as Historical Source, ACEBT.SS 1 (1999),

    121-139.

    Canon Klaas A.D. Smelik, Text, Kanon und Tradition: Einige methodische Überlegungen, ACEBT 11

    (1992), 78-83.

    R. Zuurmond, The Structure of the Canon, ACEBT.SS 1 (1999), 141-149.

    Den Haag, 26 januari 2020

    Nico Riemersma