return nieuwsbrief dec13 nl
DESCRIPTION
ÂTRANSCRIPT
Caritas International Cel re-integratie na vrijwillige terugkeer
Liefdadigheidstraat 43 1210 Brussel
Hoofd sociale programma’s Anne Dussart +32 2 229 36 04 [email protected]
Coördinator Sofie De Mot +32 2 229 36 46 [email protected]
Afrika & Balkan: Stefanie Duysens +32 2 211 10 52 [email protected]
West-Afrika & Zuid-Amerika: Sandra Fernandez +32 2 229 36 02 [email protected]
Ex-USSR (met uitzondering van Armenië): Thomas Goedgezelschap +32 2 229 36 50 [email protected]
Armenië, Pakistan en Sri-Lanka: Hanne Couderé +32 2 609 06 53 [email protected]
Azië & Midden Oosten: Hermien Wittouck +32 2 229 35 86 [email protected]
www.reintegrationcaritas.be
Het aantal terugkeerders begeleid door Caritas International steeg op-nieuw tijdens het jaar 2013. Tot en met oktober keerden 637 personen (381 dossiers) terug met re-
integratiesteun.
Dit cijfer evenaart het totaal aantal te-rugkeerders tijdens 2012. Tussen janu-ari en oktober 2013 keerden 198 dos-siers terug met een re-integratiesteun gedekt door het nationale fonds. Daar-naast deden 193 dossiers beroep op het Europese STAVR 2013-project, waarvan 123 een budget ontvingen om een eigen business op te starten. Ten slotte genoten 25 dossiers van een bij-komende steun gefinancierd door het ERSO-project (European Reintegration Support Organisations), en 18 dossiers door het ERI-project (European Reinte-gration Initiative).
Waar vorig jaar Kosovo op nummer 1 prijkte als topbestemming, heeft het land plaats moeten maken voor Rus-land. Kosovaren kunnen sinds dit jaar geen beroep meer doen op re-integratiesteun. De stijging bij het aantal terugkeerders naar Rusland zette zich ook in 2013 voort. Zij vertegenwoordi-gen zowat een kwart van het totale aan-tal. Caritas begeleidde dit jaar bijna dubbel zoveel terugkeerders naar Ka-
zachstan dan in 2012. Het land komt hiermee op de tweede plaats, gevolgd door Armenië, Georgië en Nepal.
66% van het totale aantal terugkeerders met een re-integratiepremie behoort tot de groep uitgeprocedeerde asielzoe-kers. Daarnaast keerde 17% terug tij-dens een nog lopende asielprocedure. Vanwege de invoering van de strengere criteria, werd slechts een kleine minder-heid (6%) mensen zonder papieren die nooit asiel aanvroegen re-integratiesteun toegekend. ♦
* tot en met oktober 2013
Terugkeer & Duurzame re-integratie
N I E U W S B R I E F 1 4 — D E C E M B E R 2 0 1 3
STATISTIEKEN 2013
Top terugkeerlanden 2013*
Georgië
35 pers.
5%
Armenië
56 pers.
9%
Kazachstan
69 pers.
11%
Rusland
149 pers.
23%
Nepal
32 pers.
5%
Overige
341 pers.
47%
Totaal aantal terugkeerders
80
177
347
259303
438
639 637
0
100
200
300
400
500
600
700
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013*
2 T E R U G K E E R & R E I N T E G R A T I E — N U M M E R 1 4 — D E C E M B E R 2 0 1 3
Caritas International werkt sinds eind 2011 samen
met Caritas Moskou in het kader van het nationale
en Europese re-integratieproject. Terwijl Rusland in
de beginperiode ergens achteraan stond op de lijst
met het aantal terugkeerders vanuit België, is het in
2013 topbestemming num-
mer één geworden, zowel
wat vrijwillige terugkeer als
re-integratiesteun betreft.
De meerderheid van de Rus-
sische terugkeerders gaat
terug naar Tsjetsjenië, ge-
volgd door andere regio’s in
de Noord-Kaukasus. Door de
strenge maatregelen ten op-
zichte van lokale NGO’s heeft
Caritas ervoor gekozen om de
re-integratiebegeleiding te
verzekeren vanuit de hoofd-
stad Moskou.
Het aantal terugkeerders naar Rusland is nog nooit zo
hoog geweest als in 2012 en 2013. Omwille van dat
sterk groeiende aantal werd in april 2013 in Moskou een
‘informatie-uitwisseling’ georganiseerd tussen Caritas
International, Caritas Armenië en Caritas Moskou. Het
doel van deze bijeenkomst was om de relatief nieuwe re
-integratiepartner Caritas Moskou in contact te brengen
met de meer ervaren organisatie Caritas Armenië, om
samen het proces van re-integratiebegeleiding te overlo-
pen en bij te sturen waar no-
dig.
Tijdens de missie bezocht
Caritas International ook en-
kele terugkeerders uit België
die in of dichtbij Moskou wo-
nen. Deze monitoringsbezoe-
ken gebeurden samen met
Caritas Armenië, die zo de
mogelijkheid kreeg recht-
streeks met de terugkeerders
te communiceren. Terugkeer-
ders in de Noord-Kaukasus
werden tijdens de missie niet
bezocht, omwille van de on-
stabiele politieke situatie die er heerst. Monitoring ge-
beurt er dan ook vooral telefonisch. Twee maal per jaar
zakt een collega van Caritas Moskou naar de regio af,
om de terugkeerders te bezoeken. ♦
In oktober 2013 vond een buitenlandse missie naar
de stad Almaty in Kazachstan plaats in het kader
van het re-integratieproject. Gedurende een week
bezochten Thomas Goedgezelschap van Caritas In-
ternational en Jo Cools van Fedasil achttien terug-
keerfamilies die tussen juni 2012 en augustus 2013
vertrokken zijn vanuit België met steun van Caritas
International.
Het voornaamste doel van de missie was om een zo
duidelijk mogelijk beeld te krijgen van de re-
integratiemogelijkheden in Kazachstan na een periode
van lange afwezigheid, en om de realistische opportuni-
teiten voor terugkeerders vanuit België in te schatten.
Ten tweede had deze missie ook als doel om de lokale
partnerorganisatie Caritas Almaty te leren kennen en om
samen met hen de moeilijkheden en mogelijkheden bij
terugkeer te bespreken.
Sinds juni 2012 begeleidde Caritas Almaty 108 perso-
nen in hun re-integratieproces. De rol van Caritas Alma-
ty is ruimer dan enkel het beheer van de financiële mid-
delen. De organisatie verleent juridische hulp, helpt te-
rugkeerders met het afsluiten van huurcontracten en
verkoopsdocumenten, helpt ouders met het zoeken naar
scholen voor de kinderen, enz. Wat de micro-business
betreft kiest het merendeel van de terugkeerders voor
projecten vanuit hun eigen ervaring. De relatief hoge
prijzen in Almaty en de beperkte financiële middelen van
de terugkeerders zorgen ervoor dat migranten weinig
risico kunnen nemen en ze dus kiezen voor de veiligste
investeringen. De persoonlijke ervaring van de migran-
ten zorgt ervoor dat geen externe begeleiding vereist is
voor zulke projecten.
Het valt op dat alle terugkeerders vanuit België deel uit-
OP MISSIE IN MOSKOU
KAZACHSTAN: SUCCESVOLLE RE-INTEGRATIE
3 T E R U G K E E R & R E I N T E G R A T I E — N U M M E R 1 4 — D E C E M B E R 2 0 1 3
maken van een etnische minderheid, en dat zij dit op
hun beurt allemaal aanhalen als hoofdreden voor hun
emigratie naar België. Kazachstan is een multicultureel
land waar 105 verschillende nationaliteiten samenwo-
nen. Sinds de val van het communisme en de Sovjet
Unie neemt het aantal minderheden jaarlijks af en stijgt
het aantal etnische Kazachen. Deze verandering in
volkssamenstelling uit zich volgens de ex-migranten
meer en meer in het dagelijkse leven onder de vorm van
racisme en ongelijkheid ten opzichte van minderheden.
De meest voorkomende minderheden onder de terug-
keerders zijn van Russische, Oejgoerse of Koerdische
origine, maar zijn wel geboren en getogen staatsburgers
van Kazachstan.
De terugkeerders waren over het algemeen zeer tevre-
den over de ontvangen re-integratiesteun en de begelei-
ding van Caritas Almaty. De meeste bezochte terugkeer-
ders benadrukten niet meer te willen emigreren: “Onze
toekomst en die van onze kinderen ligt hier in Kazach-
stan”, klonk het bij verschillende terugkeerders. ♦
In september trok Sandra Fernandez richting Marok-
ko. Ze ging er op bezoek bij Rachida die met de hulp
van Caritas International en de lokale partner Fonda-
tion Orient-Occident aan het bakken sloeg.
Rachida kwam in
2008 naar België
om bij haar zoon
in te trekken. Al
snel begonnen
problemen hun
relatie parten te
spelen. Toen haar
zoon Rachida uit-
eindelijk in de
steek liet, werd ze
opgevangen door
de Marokaanse
gemeenschap in
Brussel. In de
hoop op geluk en
een betere toe-
komst voor haar
familie, had Ra-
chida haar twee dochters achtergelaten in Tanger bij
hun tante in een kleine studio. Haar plan draaide echter
anders uit dan verwacht en Rachida besloot na vier jaar
terug te keren naar Marokko en haar dochters. Bewust
dat een toekomst in België voor haar niet was wegge-
legd, uitgeput en geëmotioneerd, vertelde ze haar ver-
haal aan Caritas.
Nog voor haar terugkeer dacht ze het plan uit om gebak
te verkopen in Marokko zodat ze haar familie kon onder-
houden. Ze wilde een ruimte huren om de verschillende
soorten gebak te bereiden om die daarna op de markt te
kunnen verkopen. In Marokko had ze nooit iets anders
gedaan en in België had ze niet de kans gehad nieuwe
vaardigheden te leren. Samen met Caritas International
België en Fondation Orient-Occident, de lokale partner
in Marokko, werkte Rachida haar project uit, dat later
werd goedgekeurd door Fedasil. Uitzonderlijk werd Ra-
chida het maximum budget toegekend om met haar bu-
siness in Tanger van start te gaan.
Na haar aankomst in Marokko zag Rachida al snel in dat
het budget niet volstond om haar project tot een goed
einde te brengen. Het was immers onmogelijk om van
het re-integratiebudget zowel een ruimte te huren als
het noodzakelijke materiaal aan te kopen. Er volgde een
lange discussie met de partner over mogelijke alternatie-
ven.
Rachida, die het niet in zich heeft het hoofd snel te laten
hangen en gemotiveerd door haar dochters, besloot een
deel van haar kleine studio om te bouwen tot ‘bakkerij’.
Zo kon ze het volledige re-integratiebudget gebruiken
voor materiaal en onkosten.
In september bracht Caritas een bezoek aan haar studio
in Tanger. Ze had net de laatste hand aan haar bakkerij-
tje gelegd. Enthousiast maar met beide voeten op de
grond kon ze nu aan het bakken slaan, tevreden om
terug onder haar dochters te zijn, hen te kunnen onder-
houden, en – laten we hopen – hun studies te betalen.
Veel succes, Rachida! ♦
LAND IN DE KIJKER: MAROKKO
4 T E R U G K E E R & R E I N T E G R A T I E — N U M M E R 1 4 — D E C E M B E R 2 0 1 3
Eind mei vertrokken Sofie De Mot en Hermien Wit-
touck van Caritas International en terugkeerconsu-
lente Sofie Neel van Fedasil op missie naar Noord-
Irak. Sinds de start van de re-
integratieondersteuning in deze regio in 2011 steeg
het aantal aanvragen sterk. Doel van de missie: te-
rugkeerders opzoeken, en re-
integratiemogelijkheden onderzoeken.
De missie startte in
Erbil, waar het hoofd-
kantoor van de part-
nerorganisatie ETTC
(European Training
and Technology
Centre) gevestigd is.
Dit is de hoofdstad
van de autonome
Koerdische regio
(KRG), die in grote
mate onafhankelijk is
van de rest van Irak.
De organisatie heeft
daarnaast ook kanto-
ren in Dohuk en Su-
leymania. ETTC spe-
cialiseerde zich in
het aanbieden van
cursussen - zoals
taallessen, IT - en businessopleidingen - en in re-
integratiebegeleiding voor mensen die vrijwillig terugke-
ren. Terugkeerders volgen vaak eerst een business start
-up-cursus in het trainingscentrum vooraleer effectief
een eigen zaak (winkel, marktkraam, garage, kruide-
nierszaak, boerderijtje…) op te starten.
Een goede voorbereiding blijkt absoluut noodzakelijk
gezien de snelle ontwikkelingen die er zich voordoen.
Noord-Irak wordt beschouwd als een relatief veilige re-
gio, en staat in schril contrast met de woelige zones rond
Baghdad en in het zuiden. Hierdoor trekken steeds meer
mensen naar de KRG en zijn bedrijven of hotelketens
geneigd er te investeren. Deze positieve evolutie creëert
jobmogelijkheden voor hooggeschoolde terugkeerders of
Engelssprekenden. Toch blijft het een grote uitdaging
voor mensen zonder diploma of met weinig ervaring om
een goede business te starten, gezien de stijgende prij-
zen en toenemende concurrentie.
Tijdens de verschillende bezoeken werd duidelijk dat de
steun van een sociaal netwerk van groot belang is. Het
kunnen terugvallen op vrienden of familie, geeft terug-
keerders de tijd te wennen aan de veranderingen in de
maatschappij. Daarnaast benadrukten velen dat de pro-
fessionele ondersteuning in België, zowel net na aan-
komst in Irak, als op langere termijn absoluut onmisbaar
was om hen op weg te helpen. Deze begeleiding hielp
hen ook bij het nadenken over een mogelijke job of op-
leiding na terugkeer.
In Duhok zagen we Omar terug, die na een lang verblijf
van 7 jaar in België besloot om, ondanks zijn liefde voor
België, eind vorig
jaar terug te keren
naar zijn geboorte-
stad. Met heel wat
Belgische horeca-
ervaring op zak be-
sloot hij een restau-
rant te openen. Hij
plande de re-
integratiesteun te
investeren in het res-
taurant en om er zelf
aan de slag te gaan
als kok. Samen met
ETTC stelde hij eerst
een businessplan op.
Door de hoge huur-
prijzen en investe-
ringskosten besefte
Omar snel dat een
zaak alleen opstarten
niet realistisch was. Dankzij een businesspartner die met
hem in zee wilde gaan, kon Omar zijn droom toch ver-
wezenlijken en verdient hij een degelijk inkomen waar-
door hij zijn leven in Irak opnieuw kan opbouwen. Op
termijn wil Omar zijn aandeel in de zaak geleidelijk uit-
breiden.
Omars zaak is een succesverhaal. Toch is het oppassen
geblazen. Dergelijke investeringen gaan immers ge-
paard met een financieel risico. Daarom wordt steeds de
optie van ‘job placement’ besproken, zeker als terug-
keerders weinig professionele ervaring hebben. Job pla-
cement houdt in dat iemand bij een werkgever aan de
slag gaat en zo stapsgewijs een job kan leren in plaats
van meteen zelf een zaak op te starten. Dit was een
meer duurzame optie voor de 19-jarige Adil, die nu werkt
als werknemer in een kruidenierszaak. Hij kwam over-
een met zijn werkgever dat hij zijn re-integratiebudget
zou gebruiken voor de aankoop van voedingsproducten.
Door een deel van zijn loon gedurende de eerste maan-
den te subsidiëren met het re-integratiebudget, werd zijn
gebrek aan ervaring gecompenseerd. Indien zijn con-
tract in de toekomst niet wordt verlengd, heeft hij toch
meer ervaring en inzicht op zak. ♦
EEN NIEUWE WIND DOORHEEN NOORD-IRAK