takenbord 3 voor het 3 leerjaar! veel succes! · werkwoorden: werkwoord en het onderwerp van een...
TRANSCRIPT
1
Takenbord 3 voor het 3e leerjaar!
Veel succes!
2
Vrienden van het 3e leerjaar, We kunnen nog steeds niet naar school komen… Maar we gaan de klas een
beetje dichter naar jullie thuis brengen. Weken geleden deden we elke dag
een takenbord in de klas, nu gaan jullie het takenbord thuis maken.
Elke dag krijgen jullie 3 nieuwe taken. Deze staan in je bundel.
Bij elke taak krijg je eerst een beetje uitleg. Bekijk of lees eerst de uitleg,
begin nadien aan je oefeningen. Zo doen we dat ook steeds in de klas. Je kan de uitleg
zoveel kijken of lezen als je wil.
Het is de bedoeling dat jullie élke dag jullie takenbord
maken. Lukt er iets niet? Stel een vraag.
Na elk taakje duid je aan wat jij vond van de taak:
Ik heb mijn taak gemaakt. Ja nee
Je taak voor rekenen: rekensprong
Je taak voor Spelling: Alles apart
Je taak voor schrijven: karakter
Dit ging goed!! Het was
moeilijk
maar het
is gelukt.
Dit was té moeilijk
voor mij.
Het lukte niet.
BELANGRIJK:
1. Kom elke dinsdag een bundel halen.
Iedereen moet taakjes maken.
2. Breng de vorige bundel mee terug naar school!
Je kan deze ook in de brievenbus stoppen aan de poort.
3. Vragen worden gesteld in de Whatsappgroep of aan privé aan de juf.
4. Elke donderdag om 14:00 kunnen jullie via een link naar mij bellen.
Heb je een vraagje, stel ze gerust! De link wordt gestuurd in de Whatsappgroep.
Takenbord
3e leerjaar
3
Takenbord dinsdag 5 mei 2020
Uitleg taken
Ik heb mijn taak gemaakt.
Ja nee
METEN EN METEND REKENEN: KM Stap 1: Bekijk het filmpje. Stap 2: Maak de oefeningen. Stap 3: Neem een lat of een meter en ga aan de slag. Stap 4: ga naar buiten en wandel 1km.
SPELLING: LANGE KLANKEN. Stap 1: kijk naar het filmpje. Stap 2: Schrijf de weekwoorden op. Stap 3: maak de oefeningen.
HOOFDLETTERS Stap 1: maak de oefeningen.
Takenbord
3e leerjaar
4
Rekenen: de kilometer
Stap 1: Bekijk het filmpje en kijk goed
naar deze kader.
= 1cm
= 1 m
1 m = 10 dm
1 m = 100 cm
= 1 dm
1 dm = 10 cm
= 1 km
1 km = 1000 m
1 halve km = 500 m
5
Stap 2: maak de oefeningen.
6
Stap 3: Neem een lat of een meter
en ga aan de slag.
Voorwerp dat ik meet: Hoe lang is het voorwerp?
1.
2.
3.
4.
5.
Stap 4: Ga naar buiten en
wandel 1 kwartier.
Duid aan wat juist is:
o Ik wandelde 1 m.
o Ik wandelde 1 km.
o Ik wandelde 1 dm.
DOE
opdracht 1
DOE
opdracht 2
7
Spelling I: klankgroepen lange klanken.
Stap 1: Bekijk het filmpje van lange klanken s → z.
Maak er meer van. Let goed op de letters ‘s’.
één doos twee dozen
één vaas twee vazen
één roos twee rozen
één huis twee huizen
één kaas twee kazen
8
Stap 2: Lees en schrijf de weekwoorden op.
Stap 3: maak de oefeningen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9
Fantastisch!
10
Karakater: Hoofdletters.
Stap 1: maak de oefeningen.
11
Takenbord woensdag 6 mei 2020
Uitleg taken
Ik heb mijn taak gemaakt.
Ja nee
MEETKUNDE: VEELHOEKEN: HET VIERKANT Stap 1: Kleur alle vierkanten. Stap 2: Bekijk het filmpje. Stap 3: Maak de oefeningen. MET POTLOOD en een GEODRIEHOEK!
SPELLING: KORTE KLANKEN Stap 1: Kijk naar het voorbeeld. Stap 2: Kijk naar het filmpje. Stap 3: Schrijf de weekwoorden op. Stap 4: Maak de oefeningen.
HOOFDLETTERS: O en A. Stap 1: Maak de oefeningen.
Takenbord
3e leerjaar
12
Rekenen: veelhoeken: het vierkant
Stap 1: Kleur alle vierkanten.
Heb jij er ook 4 gevonden? Super!!
Wanneer is een veel hoek een vierkant? Dat zie je aan 3 kenmerken.
1. 4 rechte hoeken
2. 4 gelijke zijden
3. 2 overstaande zijden zijn evenwijdig.
De tijden die over elkaar staan zijn =.
13
Stap 2: Bekijk het filmpje. Ik leg jullie uit hoe je evenwijdige
lijnen of zijden kan tekenen.
Stap 3: Maak de
oefeningen. Gebruik
een potlood en een
geodriehoek!
14
15
Spelling II: klankgroepen: korte klanken
Stap 1: Kijk naar het voorbeeld.
Stap 2: lees en schrijf de weekwoorden op.
Kijk naar het filmpje, ik lees de
weekwoorden voor.
stempel.
16
Stap 3: Maak de oefeningen.
17
Karakater: hoofdletters O en A.
Stap 1: Maak de oefeningen.
18
Schrijf allemaal getallen in de groene rondjes.
Wij doen donderdag tijdens het bellen een MAALTAFELBINGO!
Ik zeg tafels en jullie gaan de uitkomst doorstrepen. Tot morgen tijdens
het bellen om 14:00
19
Takenbord donderdag 7 mei 2020
Uitleg taken
Ik heb mijn taak gemaakt.
Ja nee
KLOKLEZEN: DIGITALE KLOK Stap 1: Bekijk de uitleg en de voorbeelden. Stap 2: Lees de klokken. Stap 3: Maak de klokblaadjes.
WERKWOORDEN: WERKWOORD EN ONDERWERP Stap 1: Bekijk het voorbeeld. Stap 2: Bekijk het filmpje en de voorbeeldzinnen. Stap 3 maak de oefeningen.
HOOFDLETTERS: Stap 1: Maak de oefeningen.
Takenbord
3e leerjaar
20
Kloklezen: de digitale klok. Stap 1: bekijk de uitleg.
uur minuten
VOORMIDDAG NAMIDDAG = 20 over 7
Namiddag: na 12 uur 13:00 = 1 uur in de namiddag 14:00 = 2 uur in de namiddag 15:00 = 3 uur in de namiddag 16:00 = 4 uur in de namiddag 17:00 = 5 uur in de namiddag 18:00 = 6 uur in de avond 19:00 = 7 uur in de avond 20:00 = 8 uur in de avond 21:00 = 9 uur in de avond 22:00 = 10 uur in de avond 23:00 = 11 uur in de avond 00:00 = 12 uur ’s nachts Na 00:00 beginnen we opnieuw met: 1:00 = 1 uur ’s nachts ……
Voorbeelden:
= 3 uur in de namiddag
= kwart over 7 in de avond
= kwart voor 6 in de ochtend
21
Stap 2: Lees deze klokken.
Weet je het nog?
Zijn de minuten hoger dan 30 minuten gaan we kijken naar het
volgende uur.
Voorbeelden:
7 : 30 = half 8
8 : 50 = 10 voor 9
22
Stap 3: kijk de vorige oefeningen na. Is dit gelukt dan kan je naar de
volgende stap.
Hulpmiddel:
23
Stap 4: maak de klokblaadjes.
Lukt dit niet, vraag uitleg aan de juf.
24
25
26
Werkwoorden: werkwoord en het onderwerp
van een zin.
Stap 1: bekijk het voorbeeld.
Hoe vind je het werkwoord in een zin?
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
Persoonsvorm = het werkwoord in een zin.
Hoe zoek je die? Maak een ja/nee vraag van je zin. Het werkwoord
staat vooraan.
Onderwerp = wie doet iets in een zin?
Hoe zoek je dit? Vraag wie of wat doet iets in een zin?
Voorbeeld:
Werkwoord zoeken:
Jan zit in de klas.
Persoonsvorm? Vraagzin maken:
Zit jan in de klas?
Zit is het werkwoord of de persoonsvorm in deze zin.
Onderwerp zoeken:
Jan zit in de klas.
Onderwerp? Wie of wat doet iets?
Jan. → Het onderwerp in deze zin is Jan.
!!Soms kan het onderwerp ook bestaan uit meerdere woorden. !!
BV. De hond met een lange staart loopt over straat.
Wie loopt er over straat? De hond met een lange staart = het
onderwerp van deze zin.
27
Stap 2: Het onderwerp in een zin. Bekijk het voorbeeld filmpje.
Stap 3: Maak de oefeningen.
- De grote lange reus klimt in een boom.
- De hond met zijn lange staart loopt door de straten.
- Gisteren zwom er een hele grote vis voorbij.
- ’s Avonds liggen de kinderen van het derde leerjaar in hun bed.
- Die lieve kinderen van het derde leerjaar missen elkaar heel hard.
28
29
30
Takenbord vrijdag 8 mei 2020
Uitleg taken
Ik heb mijn taak gemaakt.
Ja nee
BREUKEN: Stambreuken Stap 1:Bekijk het filmpje. Stap 2: Maak de oefeningen. Stap 3: Bekijk het 2e filmpje. Stap 4: Maak de oefeningen.
SPELLING I en II Stap 1: kijk naar het filmpje. Stap 2 Luister en lees de weekwoorden en schrijf ze op. Stap 3 maak de oefeningen.
Hoofdletter Q Stap 1: maak de oefeningen.
Takenbord
3e leerjaar
31
Breuken: Stambreuken en stambreuken
nemen van een geheel getal.
Stap 1: Kijk naar de voorbeelden en bekijk het
filmpje. Ik geef jullie wat uitleg bij de breuken.
Stap 2: Maak de oefeningen.
32
Stap 3: Kijk naar het voorbeeld en bekijk het filmpje. Ik geef
jullie wat uitleg over een breuk nemen van een geheel getal.
33
Stap 4: Maak de oefeningen. Je kan steeds terug gaan kijken naar de
voorbeelden.
34
Kijk achteraan in je bundel voor een
spelletjes over breuken.
35
Spelling I en II: Herhaling weekwoorden.
Stap 1: Lees de weekwoorden.
Stap 2: Schrijf de weekwoorden in de rijtjes.
1.
9.
2.
10.
3.
11.
4.
12.
5.
13.
6.
14.
7.
15.
8.
36
Stap 3: Maak de oefeningen.
37
38
Hoofdletter Q
Stap 1: Maak de oefeningen.
39
Takenbord maandag 11 mei 2020
Uitleg taken
Ik heb mijn taak gemaakt.
Ja nee
CIJFEREN + EN – Stap 1: Kijk naar het filmpje. Stap 2: Maak de oefeningen.
DICTEE EN HERHALINGSOEFENINGEN Stap 1: Kijk en luister naar de weekwoorden. Stap 2 Lees je woorden nog eens na. Stap 3: Verbeter je dictee. Stap 4: Maak de oefeningen.
HOOFDLETTER P EN B.
Stap 1: Maak de oefeningen.
Takenbord
3e leerjaar
40
Cijferen: optellen en aftrekken tot 1000.
Stap 1: Kijk naar het filmpje. Dit geeft een
voorbeeld over hoe je moet cijferen.
Stap 2: Maak de oefeningen.
41
42
Herhaling: hoofdstuk 12
Stap 1: Maak een dictee door naar dit filmpje
te luisteren.
1.
9.
2.
10.
3.
11.
4.
12.
5.
13.
6.
14.
7.
15.
8.
Stap 2: lees je woorden nog een keer goed na.
Stap 3: neem een gekleurde pen, het mag een rode zijn
Draai je blaadje om en verbeter zelf je dictee!
43
Stap 4: Maak de oefeningen.
44
Een
magje!
45
Hoofdletter: P en B.
46
Ontspanning
47
Leesfeest
Kies een gezellig plekje in huis. Misschien onder de tafel, in de zetel,
op het toilet, in je bed, onder een dekentje, … Je kan kiezen. Neem jij
een boekje van thuis om te lezen? Of kies jij voor een luisterverhaal?
Voor het luisterverhaal scan je hier de QR-codes en kan je gezellig
luisteren.
48
Sporten met meester Tom!
49
Knutsel je eigen dino
met papier en een
ballon!
50
Teken de dino verder af!
51
Woordzoekerpret!
52
Tekenen met vingerafdrukken.
Probeer dit zelf eens uit.
53
54
55
56