trimbos jaarverslag 2008
DESCRIPTION
Trimbos jaarverslag 2008TRANSCRIPT
RAAD VAN BESTUUR02 - Kennis: onmisbare bron voor mentale veerkracht In de geestelijke gezondheidszorg zijn enkele paradigma-verschuivingen gaande, waarop het Trimbos-instituut anticipeert. Een analyse van Jan Walburg.
THEMA06 - Werken aan welbevinden loont Investeren in geluk loont! Daarom is het hoog tijd omwetenschappelijk vast te stellen wat echt helpt om mentaalfit te blijven.
MONITORING12 - Alcoholgebruik onder 15 en 16-jarigen nog altijd forsOuders worden wat strenger op het terrein van alcohol. Hierdoor beginnen pubers iets later met drinken. Maardaarna slaan ze nog steeds door.
14 - ADHD beperkt arbeidsproductiviteit ADHD is geen kinderziekte. Gemiddeld 3,5% van de volwassen beroepsbevolking kampt met deze aandoening.Hun productiviteit ligt hierdoor een stuk lager.
16 - Landelijke en Europese drugsmonitoring7% van de Europese burgers rookte het afgelopen jaar cannabis. In Nederland was dat maar 5%. Ons liberale softdrugsbeleid leidt niet tot excessen.
18 - JAAROVERZICHT EERSTE KWARTAAL
PREVENTIE22 - Spannende preventie in jongerenserie ‘Roes’Spannende tv kan jongeren aan het denken zetten over alcohol- en druggebruik. Dat blijkt uit een innovatief samenwerkingsproject met IDTV en de VPRO.
24 - Trimbos-instituut: alcoholcampagnesDe meeste preventiecampagnes richtten zich het afgelopenjaar vooral op ouders en professionele opvoeders. Dringendadvies: geen alcohol onder 16 jaar!
28 - Breed online offensief tegen depressie Binnen twee jaar het bereik van depressiepreventie vertien-voudigen met online interventies. De ambities van hetprogramma ‘Mentaal Vitaal’ zijn hoog.
30 - Kop op oudersVeel ouders met psychische problemen kampen met opvoedingsproblemen. ‘Kop op ouders’ haakt hier op in met een online opvoedcursus en een forum.
32 - Online ondersteuning voor mantelzorgersMantelzorgers van mensen met dementie raken vaak zelfoverbelast. Met de online cursus ‘Dementie de baas’ leren zij beter omgaan met hun onmacht.
34 - JAAROVERZICHT TWEEDE KWARTAAL
KWALITEIT EN ORGANISATIE VAN DE ZORG38 - Nieuw: Consumer Quality Index De CQ-index voor de ambulante ggz is een nieuw instrument,bestemd voor iedereen die zorgaanbieders vanuit cliënt-perspectief met elkaar wil vergelijken.
40 - Trendrapportage GGZHet Trimbos-instituut fungeert als trendwatcher voor beleidsmakers. Wat blijkt? De druk op de geestelijke gezondheidszorg neemt elk jaar verder toe.
42 - Eigen regie bij SchizofrenieZelf je medicatie bijhouden en hierover communiceren met je hulpverlener… Voor mensen met schizofrenie is ditnog toekomstmuziek. Maar niet lang meer.
BEHANDELING46 - Richtlijnontwikkeling verder geprofessionaliseerdIn het ontwikkeltraject van richtlijnen is een professionali-seringsslag gemaakt. Het verzamelen van kennis verloopt nu nog systematischer en objectiever.
48 - Diabetes en Depressie: een fnuikende combinatie Wereldwijd komen diabetes en depressie steeds vaker samenvoor. Daarom is er een betaalbare behandeling in de maak die ook in arme landen toepasbaar is.
50 - JAAROVERZICHT DERDE KWARTAAL
REÏNTEGRATIE54 - Rehabilitatie-onderzoek in NederlandUit een samenvattend overzicht van rehabilitatie-programma’s blijkt dat er nog veel onderzoek nodig is om de effectiviteit van deze programma’s te bepalen.
56 - Zorg voor BeterLeren van veelbelovende praktijkvoorbeelden… Inmiddelswerken ruim 120 ggz-teams mee aan het realiseren van meetbare kwaliteitsverbeteringen.
INTERNATIONAAL60 - Nieuwe Europese kaders voor de ggz In 2008 hebben Europese ministers afspraken gemaakt om de (geestelijke) gezondheidszorg op een hoger plan tebrengen. Een overzicht van de plannen.
62 - Analyse van de wereldwijde drugsmarkt en drugsbeleidDe wereldwijde drugshandel is niet te stuiten. Investeren in preventie en harm reduction lijkt daarom een zinnig alternatief voor de war on drugs.
64 - JAAROVERZICHT VIERDE KWARTAAL
BEDRIJFSVOERING 66 - Balanceren tussen groei en stabilisatieHet Trimbos-instituut is de afgelopen jaren sterk uitgebreid.Dat vergt een goede balans tussen groei en stabiliteit om vernieuwingen te consolideren.67 - Personeelsinformatie68 - Financieel jaaroverzicht
RAAD VAN TOEZICHT 70 - Alles goed op ordeAls alles op rolletjes loopt, is dat voor een Raad van Toezichtniet zo spannend. Daarom was 2008 voor RvT-voorzitterHuub Hannen “een beetje saai”.
72 - OVERZICHT WEBSITES en PUBLICATIES
‘Kennis: onmisbare bron voor mentale veerkracht’ In 2008 startte het Trimbos-instituut met twee belangrijke pro-
jecten. Als vervolg op het grootschalige bevolkingsonderzoek
naar psychische stoornissen onder de Nederlandse bevolking
dat midden jaren negentig werd gehouden, ging afgelopen jaar
NEMESIS II van start. Dit epidemiologisch onderzoek is van
onschatbare waarde, omdat het de basis vormt voor kennis
op het gebied van geestelijke gezondheid en verslaving. Het
bevolkingsonderzoek biedt een gedetailleerd beeld van de psy-
chische problematiek onder de bevolking en laat nu – voor het
eerst – zien op welke wijze deze problematiek zich ontwikkelt
in de loop der jaren. De eerste uitkomsten hiervan worden in
2009 verwacht.
Rest de vraag wat deze paradigmaverschuivingen betekenen
voor het werk van het Trimbos-instituut in de komende jaren.
Allereerst ligt er grote uitdaging in het bevorderen van zelf-
management van ggz-cliënten. Wat kunnen zij doen om te
voorkomen dat zij psychisch ziek worden? En welke bijdrage
kunnen zij zelf aan hun herstel leveren? Gelet op de voortdu-
rend stijgende vraag naar geestelijke gezondheidszorg – zoals
in de jaarlijkse Trendrapportage GGZ 2008 wordt gesignaleerd
(waarover ook meer verderop in dit jaarverslag) – zal deze vraag
steeds indringender worden gesteld in de komende jaren. Tegen
deze achtergrond ziet het Trimbos-instituut het als zijn taak
om de beschikbare kennis optimaal toegankelijk te maken voor
zowel ggz-professionals als hun cliënten, bij voorkeur met
behulp van zeer uiteenlopende internettoepassingen. Zo moet
over enkele jaren iedereen op internet gemakkelijk de beno-
digde informatie kunnen vinden om mede sturing te geven aan
de behandeling. Als informatie over stoornissen is gekoppeld
aan online zelftestjes en laagdrempelige zelfhulpprogramma’s,
zal daar bovendien een stimulans van uit gaan om actief met
de eigen gezondheid of het eigen herstel aan de slag te gaan.
Het Trimbos-instituut zal zich de komende jaren ook richten
op de toepassing van beschikbare kennis op lokaal niveau. Hoe
kan een bepaalde gemeenschap – zoals een school of een buurt
– beter leren omgaan met mensen die zich door hun ziekte of
andere etnische achtergrond anders gedragen? Hoe kan voor-
komen worden dat deze mensen worden uitgestoten, zoals nu
nog veel te vaak gebeurt. En wat kunnen buren, familieleden en
andere betrokkenen hierbij betekenen, los van de inzet van pro-
fessionals? Belangrijke vragen die met onze kennis kunnen
worden beantwoord. Daar ligt dan ook een belangrijke ambitie
van het Trimbos-instituut, zodat de individuele en maat-
schappelijke mentale veerkracht toeneemt.
Tenslotte zal het Trimbos-instituut zich als koploper op het ter-
rein van e-mental health inspannen om de kennis hiervan ook
internationaal te verspreiden. De afgelopen jaren heeft het
instituut voor de WHO succesvol als collaborative centre in
Europa gefungeerd. Dat heeft geleid tot enkele internationale
conferenties en kennisverspreiding, met name richting Oost
Europese landen. Het afgelopen jaar zijn gesprekken gestart
tussen het Trimbos-instituut en de WHO in Geneve over de
mogelijke mondiale verspreiding van de nieuwe online inter-
venties die we hebben ontwikkeld. Hiermee kan naar schatting
40% van de psychische problematiek worden aangepakt; met
name in landen die niet over een behandelinfrastructuur
beschikken, maar wel over een internetinfrastructuur. Die uit-
daging gaan wij graag aan!
Jan Walburg voorzitter Raad van Bestuur
Het tweede project betreft Mentaal Vitaal. Dit is een omvang-
rijk project waarbij de nadruk ligt op psychische gezondheid
en mentale vitaliteit. In dit project – waarover u verderop in dit
jaarverslag meer kunt lezen – worden nieuwe online interven-
ties ontwikkeld, bestemd voor iedereen die mentaal fit wil
blijven. Dat is bijzonder, omdat hiermee de focus ligt op het
vergroten en versterken van ieders mentaal vermogen, en pas
in tweede instantie op het voorkomen en behandelen van
psychische problemen.
Dat de overheid het project Mentaal Vitaal heeft geïnitieerd en
bekostigd, is een erkenning van de ernst van psychische stoor-
nissen en de maatschappelijke kosten hiervan. Jarenlang ston-
den deze stoornissen in de schaduw van levensbedreigende
ziekten als kanker, hart- en vaatziekten en diabetes. Dat lijkt nu
verleden tijd. Terecht, want in de huidige kenniseconomie is
het meer dan ooit van belang dat het mentaal vermogen van de
beroepsbevolking op peil blijft. Bovendien onderstreept de
overheid met dit project de voordelen van investeren in pre-
ventie. Zo kan namelijk worden voorkomen dat psychische
problemen zich gaandeweg ontwikkelen tot ernstige stoornis-
sen waarvoor intensieve en kostbare behandelingen nodig zijn.
Mentaal Vitaal biedt hiertoe een eerste aanzet met tal van
nieuwe, aan internet gerelateerde interventies. Dat is een
bewuste keuze, omdat inmiddels wetenschappelijk is aan-
getoond dat met behulp van internet tegen relatief geringe
kosten grote gezondheidswinst kan worden geboekt. Dit blijkt
onder meer uit onderzoek van Heleen Riper, hoofd van het
Innovation Centre Of Mental health & technology (I.COM) dat
in 2007 door het Trimbos-instituut werd opgericht. Op 17
december 2008 promoveerde zij aan de Vrije Universiteit op dit
onderwerp met het proefschrift ‘Curbing Problem Drinking in
the Digital Galaxy’.
Binnen het Trimbos-instituut is dezelfde verschuiving zicht-
baar. Lag het accent enkele jaren geleden nog op het ontwik-
kelen van nieuwe behandelmethoden en richtlijnen, nu zijn
steeds meer projecten gericht op het voorkomen van psychi-
sche stoornissen en het bevorderen van psychische gezond-
heid. Hierbij werkt het Trimbos-instituut steeds meer samen
met een breed scala aan maatschappelijke partners in onder
meer het bedrijfsleven, onderwijs en justitie. Alleen zo kan het
benodigde maatschappelijke draagvlak ontstaan voor gerichte
investeringen in het ‘mentaal kapitaal’ van de Nederlandse
bevolking.
Op dit moment zijn in de geestelijke gezondheidszorg enkele
cruciale paradigma-verschuivingen gaande. De eerste heeft te
maken met het inzicht dat behandeling niet het enige ant-
woord is op veelvoorkomende psychische stoornissen. Het gaat
ook om goede vroegsignalering en monitoring om te voorko-
men dat deze stoornissen zich ontwikkelen tot een chronische
aandoening. Niet voor niets is overal binnen de ggz het afge-
lopen jaar aandacht besteed aan Disease management. Die
aanpak biedt mensen met psychische stoornissen zo vroeg
mogelijk in de keten de nodige ondersteuning ter voorkoming
van ernstige complicaties. Op de jaarlijkse Dag van de GGZ
gaf de minister van VWS Klink begin 2008 de aftrap met een
voordracht over dit thema. Vervolgens zijn bij ZonMw enkele
onderzoeksprogramma’s gestart op dit terrein. Ook het
Trimbos-instituut heeft hierin het afgelopen jaar geïnvesteerd.
Met enkele ggz-instellingen werden projecten opgezet om
Disease management toe te passen bij onder meer depressie en
schizofrenie.
De tweede paradigmaverschuiving komt voort uit de erken-
ning dat een deel van de stijgende kosten in de ggz is te voor-
komen door het beschikbaar stellen van internetinterventies.
Tijdens alle fasen van het ziektebeeld kunnen mensen met
behulp van bewezen effectieve online interventies relatief
goedkoop worden ondersteund. Om die reden heeft het
Trimbos-instituut de afgelopen jaren allerlei nieuwe internet-
interventies voor zeer uiteenlopende risicogroepen ontwikkeld.
In dit jaarverslag staan hiervan twee mooie voorbeelden:
‘Dementie de Baas’ voor mantelzorgers die overbelast dreigen
te raken; en ‘Kop op Ouders’, bedoeld voor ouders die door hun
eigen psychische problemen moeite hebben met het opvoeden
van hun kinderen.
Voor het Trimbos-instituut ligt de grote uitdaging in het bevorderen van zelfmanagement van ggz-cliënten.
Welke bijdrage kunnen zij zelf aan hun herstel leveren?
De derde verschuiving heeft te maken met het ontsluiten van
kennis over psychische stoornissen en de beste behandeling
daarvan ten behoeve van behandelaren, artsen, cliënten en
geïnteresseerden. Keer op keer blijkt dat de implementatie van
kennis die in nieuwe richtlijnen is gebundeld niet ‘zomaar’ leidt
tot beter medisch handelen. Bij de implementatie van richt-
lijnen is het van groot van belang om professionals zo te faci-
literen, dat zij bijna als vanzelf de gebundelde kennis gebruiken
en toepassen. Dat vereist de inzet van slimme ICT. Verderop in
dit jaarverslag leest u hoe er op dit wordt geëxperimenteerd in
het project ‘Eigen regie bij schizofrenie’.
Om de kennis die binnen ons instituut beschikbaar is gericht
te verspreiden, is het Trimbos-instituut enkele jaren geleden
overgegaan tot het uitbrengen van online nieuwsbrieven. In
2008 is dit aanbod uitgebreid met vier nieuwe nieuwsbrieven:
Trimbos Quarterly, Empowerment Actueel, Psychose Actueel
en Jeugd Actueel. In totaal geven we nu tien e-zines uit. Met
deze online informatievoorziening worden inmiddels 15.000
ggz-professionals en andere geïnteresseerden voorzien van
actuele informatie over onderzoeken die van belang zijn voor
de ggz.
2 3
RAA
D V
AN
BES
TUU
R
THEMA
De jaarlijkse GGZ Kennisdag op 15 januari 2009 had als motto: ‘Het mentaal vermogen van Neder-
land’. Tijdens deze gelegenheid werd het thema geluk vanuit verschillende perspectieven belicht door
toonaangevende sprekers, onder wie prof. dr. Ruut Veenhoven en prof. dr. Paul Schnabel. Dit artikel
biedt een korte weergave van enkele voordrachten op de kennisdag. Tijdens het congres overhan-
digde prof. dr. Jan Walburg het eerste exemplaar van zijn boek ‘Mentaal vermogen, investeren in geluk‘
aan dagvoorzitter dr. Armand Höppener.
Jaarlijkse
GGZ Kennisdag
Geluk overkomt je niet; daar kun je zelf iets aan doen. En dat niet alleen: investeren in welbevinden loont ook! Individueel,maatschappelijk en bedrijfsmatig is hiermee ‘winst’ te behalen. Gelukkige burgers presteren namelijk beter, gedragen zich socia-ler en zijn gezonder. Daarom is het hoog tijd om wetenschappelijkvast te stellen wat wel en niet helpt om mentaal fit te blijven.
Is het glas halfvol of halfleeg? De manier waarop je deze vraag beant-
woordt, zegt iets over de manier waarop je in het leven staat. Behoor je tot
de categorie ‘halfvol’, dan is de kans groot dat je net als 80% van de
Nederlanders tevreden of zelfs zeer tevreden bent over je leven.
Of je je gelukkig voelt, heeft met allerlei factoren te maken, zoals het heb-
ben van een relatie en een goede gezondheid. Ook een baan met een goed
inkomen is een belangrijke voorspeller van geluk. Valt het werk weg, dan
daalt het geluksniveau, en dat vaak voor langere tijd. Werk kan echter ook
een bron van problemen zijn. Als het niet goed is georganiseerd of teveel
vergt, kan dat leiden tot stress, neerslachtigheid of angst. Omgekeerd kan
werk dat onvoldoende uitdaging biedt eveneens leiden tot verveling. Het
komt er dus op aan om in werksituaties de uitdagingen precies af te stem-
men op de beschikbare capaciteiten. Alleen dan kunnen mensen preste-
ren op de grens van hun vermogen, waardoor hun werk een bron van geluk
kan zijn.
Tegenslagen
Vroeg of laat wordt iedereen in zijn leven geconfronteerd met tegenslagen
en ingrijpende gebeurtenissen. Denk aan de dood van een geliefde of een
echtscheiding. Dit kan een forse aanslag zijn op het levensgeluk. De
meeste mensen krabbelen daarna echter weer op. Na verloop van tijd komt
hun niveau van welbevinden weer terug op het oorspronkelijke niveau. Dit
geldt vooral voor het verlies van een partner. Het verliezen van werk en het
krijgen van een ernstige ziekte is vaak ingrijpender. Voor veel mensen zijn
dat omstandigheden die een blijvende domper zetten op hun levensgeluk.
Uit onderzoek wordt steeds duidelijker dat de manier waarop we reageren
op negatieve en belastende gebeurtenissen veel te maken heeft met onze
genetische bagage (50%) en de ontwikkeling van onze persoonlijkheid in
de kindertijd (40%). Veel wijst erop dat de bandbreedte van ons vermogen
gelukkig te zijn hierdoor grotendeels is voorgeprogrammeerd. Toch blijft de
resterende speelruimte van groot belang voor onze levensvreugde. Door
het maken van verkeerde keuzen, kunnen we dat namelijk wel degelijk
ondermijnen, hoe positief we ook zijn ingesteld.
“Omgekeerd kun je je niveau van welbevinden ook verhogen”, stelt prof. dr.
Jan Walburg, bestuursvoorzitter van het Trimbos-instituut. “Daarbij helpt
Werken aan welbevindenNet als de GGZ Kennisdag draait ook dit jaarverslagom het thema ‘welbevinden’. Terugkijkend op 2008hebben we de Trimbos-medewerkers gevraagd opwelke manier zij met hun werk iets bijdragen aanhet ‘geluk van Nederland’. Ondanks hun zeer uit-eenlopende antwoorden op deze vraag, is duidelijkdat het bundelen en verspreiden van kennis over(het voorkomen van) psychische stoornissen een be-langrijke rol speelt bij het in conditie houden vanons individuele en collectieve mentale vermogen.Collega’s van partijen en instituten waarmee hetTrimbos-instituut samenwerkt is gevraagd hoe zijonze producten of diensten ervaren. Versterken diehun welbevinden? En zoja: hoe? Ook dat leest u indit jaarverslag. Veel leesplezier!
Investeren in geluk loont!
6 7
het als je positief denkt en leeft vanuit een richtinggevende missie, zodat
je weet waar je naartoe wilt en wat je wilt bereiken. Dat versterkt je veer-
kracht en maakt je weerbaar. Verder helpt het om bewust te genieten,
relaties met anderen te onderhouden, gezond te leven en je geluk te delen.”
Onmisbare productiefactor
In onze huidige kennis- en diensteneconomie is investeren in geluk en wel-
bevinden geen overbodige luxe. Meer dan ooit moeten werknemers goed
in hun vel zitten, juist omdat er een steeds groter beroep wordt gedaan op
hun mentaal vermogen. In steeds meer banen moet er veel tegelijk, is de
inhoud van het werk complex en wordt er een hoge mate flexibiliteit ver-
wacht. Dat alles moet bovendien met een collegiale en klantvriendelijke
glimlach. Dat vraagt veel, zowel cognitief als sociaal-emotioneel. Daarom
is het niet verwonderlijk dat het merendeel van de werknemers tegen-
woordig uitvalt als gevolg van psychische problematiek.
Onze mentale vermogens zijn bedrijfseconomisch gezien dus een onmis-
bare productiefactor waar we zorgvuldig mee moeten omgaan. Het in
stand houden van mentale gezondheid vraagt derhalve om doordacht
preventief beleid, zodat mensen mentaal fit blijven. Daarnaast vereist het
ook beleid dat is gericht op vroegsignalering en tijdige interventies, zodat
psychische problemen niet uitmonden in psychische stoornissen. En juist
daar ligt een taak voor de geestelijke gezondheidszorg.
Mentaal vitaal
Inmiddels weet iedereen dat regelmatig bewegen en gezond eten belang-
rijk zijn om lichamelijk gezond te blijven. Maar wat is er nodig om mentaal
goed in conditie te blijven? Vaak wordt gedacht dat zolang je geen psychi-
sche problemen hebt, je dus mentaal vitaal bent. Waarom zou je daar dan
verder iets aan moeten doen? Het wordt steeds duidelijker dat dit een mis-
vatting is. Mentaal fit ben en blijf je namelijk niet zomaar, daar moet je op
een actieve manier mee bezig zijn. Als je daar vaardigheden voor ontwik-
(lees verder op pag. 9)
kelt, leidt dat niet alleen tot meer veerkracht en balans, maar ook tot een
betere fysieke gezondheid.
“Juist bij mentale fitheid bestaat er een sterke correlatie met fysieke
gezondheid”, zegt prof.dr. Ruut Veenhoven, verbonden aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam. Hoe die twee precies op elkaar inwerken, is nog
niet bekend. Zo biedt positief denken geen remedie tegen kanker en andere
ernstige aandoeningen. Maar geluk houdt je wel gezonder. Het maakt je
minder vatbaar voor ziekte, bevordert herstel en leidt tot een flink langere
levensduur. Wat dat betreft zou je het effect van geluk kunnen vergelijken
met dat van (niet) roken.
“Bij normale gezondheid werkt geluk preventief, waarschijnlijk doordat het
immuunsysteem beter functioneert dan bij mensen die lijden aan stress.
Gezondheid is derhalve goed te bevorderen via de band van geluk. Dat is
goed voor de maatschappij, omdat mensen die zich goed voelen produc-
tiever en creatiever zijn.”
Iedereen die actief wil investeren in zijn mentale vermogens, zou daarbij
gebruik moeten kunnen maken van bewezen effectieve methoden.
Daarom is het zaak in het overweldigende aanbod van zelfhulptrainingen
en boeken het kaf van het koren te scheiden, aldus Veenhoven. “Nu zijn
alle cursussen en trainingen op dit gebied nog te vergelijken met de
medische diensten die 150 jaar geleden werden aangeboden op kermissen.
Daarom is het van groot belang dat veelbelovende interventies worden
onderzocht op hun daadwerkelijke effectiviteit. Dat vraagt om een pro-
fessionaliseringsslag waarbij het Trimbos-instituut een belangrijke taak
kan vervullen.”
Online gelukshulp
In het kader van een groot depressiepreventieprogramma – Mentaal Vitaal
– werkt het Trimbos-instituut inmiddels aan de ontwikkeling van een
online zelfhulpprogramma waarmee geïnteresseerden gericht aan hun
mentale veerkracht kunnen werken. Dit programma is bedoeld voor ver-
schillende doelgroepen: mensen die gezond functioneren en dat graag zo
willen houden; ggz-cliënten die in behandeling zijn voor milde psychische
klachten; mensen voor wie het leven onlangs sterk is veranderd door een
ingrijpende gebeurtenis.
“In tegenstelling tot de niet aflatende stroom van zelfhulpboeken en
trainingen moet dit een wetenschappelijk onderbouwde en bewezen
effectieve interventie worden”, zegt Trimbos-medewerker drs. Linda Bolier.
Hiervoor worden op dit moment een literatuurreview en een meetanalyse
uitgevoerd, in samenwerking met Universiteit Twente.
Uit dit onderzoek blijkt dat eenvoudige oefeningen wel degelijk effect heb-
ben op het welbevinden, zoals dankbaarheid oefenen, aardige dingen doen
en bewust gebruikmaken van je krachten. Voor ouderen blijkt het boven-
dien effectief te zijn om hun levensverhaal te reconstrueren en daar posi-
tieve elementen uit te halen (lifereview). Voor een beter bewustzijn van het
hier en nu is inmiddels ook het effect van mindfulnesstrainingen aange-
toond. Elementen hiervan zullen daarom worden opgenomen in de nieuwe
online geluksinterventie, die naar verwachting medio 2010 beschikbaar
komt.
“Het aardige van de gekozen oefeningen is dat zij aansprekend zijn voor
grote groepen mensen die willen werken aan hun mentale weerbaarheid”,
vertelt Bolier. “We hopen dan ook dat deze nieuwe interventie een groot
preventief potentieel heeft, als aanvulling op reguliere therapie voor
depressie en andere psychische klachten.”
8 9
Nederland: collectief gelukkig
Uit onderzoeken onder de Nederlandse bevolking komt keer op keereen indrukwekkende gelukzaligheid naar voren. In een recente steek-proef van het Sociaal en Cultureel Planbureau geeft welgeteld 2% vande Nederlanders aan zich (erg) ongelukkig te voelen. Daar tegenoverstaat maar liefst 80% die zichzelf (zeer) gelukkig noemt. Nederlandhoort hiermee bij de koplopers in Europa, met Denemarken, Luxem-burg en Zwitserland: allemaal kleine landen met een hoog welvaarts-niveau en een grote mate van stabiliteit.De rapportcijfers die Nederlanders aan hun eigen leven geven, laten eenal even rooskleurig beeld zien. Tweederde beoordeelt de eigen kwali-teit van leven met een acht of hoger. “Ons land is wat dit betreft dusgeen land van zes minnetjes”, constateert prof.dr. Paul Schnabel vanhet Sociaal en Cultureel Planbureau. “Misschien zijn al die Nederlan-ders die iets te positief in het leven staan – niet paranoia maar pronoia– wel een interessante doelgroep voor de ggz”, grapt hij met gevoel voorunderstatement. Uit de cijfers van het SCP komen interessante profielen naar voren vanmensen die statistisch gezien een hoge kans lopen zich ongelukkig tevoelen (alleenstaande mannen zonder werk) of juist gelukkig (parenmet kinderen bij wie beide partners werken). Naast werk spelen ookgodsdienstige overtuiging, etnische afkomst en opleidingsniveau eenrol bij de eigen beoordeling van het levensgeluk. Wie maakt al met al de meeste kans op geluk in Nederland als je al dezeuitkomsten samenvoegt? Schnabel: “Dat is iemand die niet meer hoeftte werken, in een villa naast een hunebed woont, daar rondleidingengeeft terwijl zijn vrouw voor de koffie zorgt, en af en toe belt met dekinderen die inmiddels het huis uit zijn. ‘Drentenieren’ noemen ze dat.Leuk, maar ook ontzettend saai!”
Maken psychische klachten ongelukkig?
Hoe zijn welbevinden en psychische gezondheid aanelkaar gerelateerd? Dat is een lastige vraag, omdat ergeen continuüm bestaat met aan de ene kant psychi-sche stoornissen en ongelukkig zijn en aan de anderekant psychische gezondheid en geluk. Uit het NEMESIS-bevolkingsonderzoek blijkt dat eenkwart van de Nederlandse bevolking in het afgelopenjaar te maken had met een psychisch probleem. Twee-derde van deze groep voelt zich desondanks gelukkig.Oftewel: een psychisch probleem maakt dus niet per seongelukkig.
MONITORING
www.uwkindenalcohol.nl
www.alcoholinfo.nl
Alcoholgebruik onder 15 en 16-jarigen nog altijd fors
In 2008 presenteerde het Trimbos-instituut de resultaten van twee Peilstationsonderzoeken. In ‘Jeugd
en riskant gedrag’ staan de kerngegevens over het (beginnend) middelengebruik van Nederlandse
scholieren in de leeftijd van 10 tot 18 jaar. In ‘Ouders over alcohol-, roken- en drugspecifieke opvoe-
ding’ staat hoe ouders met het middelengebruik van hun kinderen omgaan in de opvoeding. Het laat-
ste onderzoek werd voor het eerst uitgevoerd als aanvulling op het scholierenonderzoek.
‘Peilstations-
onderzoek onder
scholieren en
hun ouders’
“Deze Peilstationsonderzoeken zijn belangrijk voor debeleidsvoering van de Ministeries van VWS en Jeugd enGezin. Dat blijkt wel uit het feit dat we naar aanleidingvan het vorige Peilstationsonderzoek zijn gestart metde campagne Alcohol en Opvoeding. Met deze cam-pagne hebben we al veel succes geboekt, maar nog langniet zoveel als nodig is. Jongeren drinken nog steeds tejong, te vaak en te veel. En dat veroorzaakt hersen-schade. Als overheid is het onze plicht ouders hierovervoor te lichten. Toen de overheid indertijd startte metvoorlichting over de schadelijke gevolgen van roken,heeft het ook lang geduurd voordat burgers zich hier-van bewust werden. Kennelijk vergt dat een langeadem! Daarom hebben we goede hoop over de uitein-delijke effecten van de huidige alcoholcampagne.”
KARIN VAN DER VELDEN - ALEMAN
beleidsmedewerker
Ministerie van VWS
‘Blijf alcoholpreventie richten op opvoeding!’
Het vorige Peilstationsonderzoek van 2003 sloeg in als bom van-wege het zorgwekkend stijgende alcoholgebruik onder jongescholieren. Het leidde tot nieuw preventiebeleid, waarbij ook ouders werden aangesproken. Uit het laatste Peilstationsonder-zoek van 2008 blijkt dat jongeren nu weliswaar iets later beginnenmet alcohol. Maar vervolgens drinken ze er nog steeds op los.
In 2003 werd een zorgwekkende stijging van het alcoholgebruik onder
jongeren geconstateerd. Internationaal vergelijkend onderzoek wees zelfs
uit dat Nederlandse jongeren tot de ‘zuipschuiten’ van Europa behoorden.
Reden genoeg voor de overheid om te starten met het landelijke pro-
gramma Alcohol en Opvoeding. Centrale boodschap voor (professionele)
opvoeders: stel duidelijke grenzen en voorkom alcoholgebruik bij opgroei-
ende jongeren.
Wisselend beeld
Eerst enkele resultaten uit het laatste Peilstationsonderzoek onder scho-
lieren. Hieruit blijkt dat het alcoholgebruik bij jongeren van 12 tot en met
14 jaar is gedaald. Bij jongeren tussen de 15 en 18 blijft het alcoholgebruik
echter stabiel hoog. In die leeftijdscategorie is ook het binge drinken
(5 glazen of meer per gelegenheid) niet afgenomen. Ruim tweederde van de
middelbare scholieren die alcohol drinkt, heeft dit de afgelopen maand ten
minste één maal gedaan.
In het Peilstationsonderzoek onder ouders geeft een kwart van hen aan
een afspraak met hun kind te hebben om tot een bepaalde leeftijd geen
alcohol te drinken. Ouders onderschatten sterk hoeveel hun kinderen drin-
ken; gemiddeld drinken kinderen driemaal zoveel als ouders denken. Vier
van de tien ouders vindt 14-15 jaar een goede startleeftijd voor het eerste
slokje alcohol; een kwart van de ouders vindt dat dit al kan op een leeftijd
van 13 jaar of jonger.
“Naarmate de kinderen ouder worden, stijgt de tolerantie van ouders ten
aanzien van het alcoholgebruik”, zegt Jacqueline Verdurmen, projectleider
van het Peilstationsonderzoek onder ouders. “Ouders zijn nog altijd het
meest tolerant over het drinken van 1 glas alcohol thuis in bijzijn van de
ouder. Slechts de helft van de ouders zegt dat dit zeker niet mag. Al met al
lijken ouders de afgelopen jaren iets strenger geworden, met name over
het alcoholgebruik door kinderen onder de zestien jaar. Daarmee lijkt een
mentaliteitsverandering ingezet.”
“Elk jaar dat kinderen later beginnen met alcoholbetekent gezondheidswinst”, constateert KARINMONSHOUWER, projectleider van het Peilstations-onderzoek onder scholieren. “Uit de resultatenblijkt dat er nog veel te doen valt aan preventie. Nuheeft 90% van de vijftienjarigen alcohol gedronken,terwijl dat echt schadelijk is voor de ontwikkelingvan de hersenen. Er valt dus nog veel te doen aan debewustwording bij ouders. Hopelijk voorkomt datop termijn problematisch alcoholgebruik van de generatie jongeren die nu opgroeit.”
12 13
www.psyq.nl
www.adhd.nl
www.kenniscentrumadhd-bijvolwassenen.nl
www.netwerkadhdbij-volwassenen.nl
ADHD leidt tot drastische beper-king van arbeidsproductiviteit
Nederland participeert in een wereldwijd bevolkingsonderzoek van de World Health Organisation
(WHO). Hierbij is in 25 landen bij ruim 150.000 personen uit de algemene bevolking epidemiologisch
onderzoek gedaan naar psychische stoornissen. Omdat er over ADHD onder de algemene bevolking
nog relatief weinig bekend, is daar in 10 landen extra aandacht aan besteed. Het Trimbos-instituut en
de Rijksuniversiteit Groningen verzorgen samen de projectleiding van het Nederlandse gedeelte van
dit onderzoek; hiervoor werden in Nederland ruim 2300 mensen geïnterviewd.
‘WHO World
Mental Health
Surveys’
“Het is fijn dat er inmiddels veel kennis beschikbaar isvoor de behandeling van ADHD bij volwassenen. Diekennis ontbreekt echter nog in de opleidingen en in de hoofden van veel psychiaters. Dat moet veranderenom misverstanden en spraakverwarring tussen hulp-verleners te voorkomen. Binnenkort gaan we via de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie aan de slagmet het ontwikkelen van een monodisciplinaire richt-lijn ADHD bij volwassenen. Het zou heel goed zijn alshet Trimbos-instituut ons daarna met de implementa-tie van deze richtlijn zou ondersteunen, zodat die ookbekend wordt bij psychologen, huisartsen, apothekers,bedrijfsartsen en al die andere hulpverleners die metADHD-ers te maken krijgen. Hopelijk verandert dat ietsaan de enorme onderbehandeling van deze patiënten-groep.”
SANDRA KOOIJ psychiater en oprichter van
het Kenniscentrum ADHD
bij volwassenen bij
PsyQ Haaglanden
‘Onderbehandeling van ADHD-ers schrikbarend’
Lange tijd is ADHD gezien als een stoornis bij kinderen, die tijdenshun puberteit en adolescentie wegebt. Uit recent onderzoek naarADHD bij volwassenen blijkt dat dit een misvatting is. Volgens deWHO World Mental Health Surveys komt deze stoornis voor bijgemiddeld 3,5% van de volwassen beroepsbevolking. Dit leidt totextra verzuim, waardoor hun arbeidsproductiviteit aanzienlijklager ligt.
De mate waarin ADHD voorkomt onder volwassenen verschilt nogal tussen
landen met een laag nationaal inkomen en meer welvarende landen. In
Westerse landen komt deze stoornis voor bij 3,5% van de bevolking, bij
niet Westerse landen bij 1,9%. Nederland en Frankrijk scoren relatief hoog
met respectievelijk 5% en 7%. De precieze oorzaak van deze verschillen is
nog onbekend. Uit het WHO-onderzoek blijkt ook dat er een sterke corre-
latie bestaat tussen ADHD en andere stoornissen. Zo lopen volwassenen
met ADHD een viermaal groter risico op stemmingsstoornissen of een ver-
slaving.
In één van de deelstudies van dit WHO-onderzoek is de arbeidsproductivi-
teit van mensen met ADHD nader onderzocht. Uit deze studie – waarbij
gegevens zijn gebruikt van 7000 werkenden van 18-44 jaar uit tien landen
– blijkt dat werknemers met ADHD jaarlijks gemiddeld 22 dagen minder
werken dan collega’s zonder ADHD. Omgerekend betekent dit een pro-
ductieverlies van ongeveer een maand. Dit verlies wordt zowel veroorzaakt
door verzuim als door verminderde productiviteit tijdens het werken als
gevolg van onsamenhangend of ongeconcentreerd gedrag.
Kinderziekte?
In een tweede deelstudie is onderzocht hoeveel kinderen ADHD ‘mee-
nemen’ naar hun volwassenheid. Dit werd in tien landen onderzocht bij
ruim 43.000 mensen. Van alle respondenten die al ADHD hadden in hun
kindertijd heeft gemiddeld 50% die stoornis nog steeds als volwassene.
Ook hier komen echter tussen landen interessante verschillen voor die
nader onderzoek vereisen. Mexico scoort bijvoorbeeld laag met een
percentage van 33% tegenover Italië met 84%.
Het voortbestaan van de stoornis tijdens de volwassenheid, lijkt vooral te
maken te hebben met het type ADHD. Vooral ADHD waarbij sprake is van
aandachtstekort in combinatie met impulsief en hyperactief gedrag lijkt
een goede voorspeller. Andere oorzaken voor het voortbestaan van ADHD
liggen bij slecht functioneren in de jeugd, een depressie voor het zestiende
levensjaar, een psychische stoornis bij de vader of een antisociale
persoonlijkheidsstoornis bij één van de ouders.
“De meeste volwassenen met ADHD krijgen geenpassende behandeling. Echt schrikbarend”, consta-teert RON DE GRAAF, medeprojectleider van hetWHO-onderzoek. “In niet-Westerse landen is vol-gens onze studie geen enkele volwassen ADHD-er in behandeling. De Verenigde Staten scoren wat dit betreft het hoogst; daar is 13 % van de volwassenenmet ADHD in behandeling. In Nederland krijgtslechts 2 % één of andere vorm van ADHD-behan-deling. De maatschappelijke kosten van deze onderbehandeling zijn enorm. Als deze onder-zoeksresultaten hier verandering in brengen, bete-kent dat in elk geval ‘winst’ voor alle mensen metADHD die nog niet worden behandeld, voor hunwerkgevers en niet te vergeten voor de collega’s metwie zij samenwerken.”
14 15
www.emcdda.europa.eu
www.wodc.nl
Aantal cannabisgebruikers in zorgblijft stijgen
De gegevens die het Trimbos-instituut met de Nationale Drug Monitor (NDM) verzamelt, zijn bestemd
voor binnenlands en Europees gebruik. Omdat het Trimbos-instituut in Europa fungeert als één van
de zogeheten focal points, worden deze gegevens ook gebruikt door het Europese Waarnemings-
centrum voor Drugs en Drugsverslaving (EMCDDA) in Lissabon. Dit centrum vergelijkt het drug-
gebruik binnen de EU-lidstaten en signaleert hierin trends. Dit gebeurt aan de hand van vijf kern-
indicatoren: het druggebruik onder de algemene bevolking; het aantal probleemgebruikers en
verslaafden; drugsgerelateerde hulpvragen; drugsgerelateerde ziekten; en het aantal drugsdoden.
‘Landelijke en
Europese drugs-
monitoring’
“Monitoring van het gebruik van drugs, alcohol entabak hebben we bij VWS nodig om zicht te krijgen ente houden op de ontwikkelingen in problematisch ge-bruik. Daarbij is het voor ons belangrijk om te weten inhoeverre specifieke trends zich alleen in Nederlandvoordoen of ook in andere (Europese) landen. De uit-komsten van het onderzoek dat het Trimbos-instituuthiernaar doet, kunnen aanleiding zijn tot aanpassingenin het beleid. Maar die uitkomsten gebruiken we natuurlijk ook om het bestaande beleid te onderbou-wen. Een voorbeeld: in ons land is de drugsgerelateerdesterfte verhoudingsgewijs laag. Hetzelfde geldt voorhet aantal nieuwe HIV-besmettingen als gevolg vandrugsgebruik. Deze gegevens bevestigen dat we metons harmreductie beleid op de goede weg zijn.”
WIL DE ZWART senior beleidsmedewerker
Ministerie van VWS
‘Reële inschattingen van risico’s’
Ondanks ons liberale softdrugsbeleid ligt het cannabisgebruik inNederland niet hoger dan in andere Europese landen. Dat is af teleiden uit het jaarbericht van het Europese Waarnemingscentrumvoor Drugs en Drugsverslaving (EMCDDA) in Lissabon. Voor dezerapportage werd onder meer gebruik gemaakt van cijfers uit deNationale Drug Monitor (NDM).
Het Nederlandse cannabisgebruik is in vergelijking met dat van andere
Europese landen bescheiden. Gemiddeld heeft in Europa 7% van de Euro-
pese burgers in het afgelopen jaar wiet of hasj gerookt. Italië en Spanje
gaan hierbij aan kop met 11%, gevolgd door Frankrijk en Tsjechië met 9%.
Nederland ligt wat dit betreft met 5% iets onder het EU-gemiddelde.
Kijk je echter alleen naar het cannabisgebruik onder jongeren tussen de 15
en 24 jaar, dan verschijnen er heel andere percentages. Frankrijk scoort dan
22% tegenover Nederland met ‘slechts’ 11%. Jongeren en jonge volwasse-
nen gebruiken dus flink meer cannabis dan andere leeftijdscategorieën.
Ook al is het Nederlandse cannabisgebruik op dit moment tamelijk
stabiel, toch neemt het aantal cannabisgebruikers dat in de hulpverlening
terecht komt toe. Ook in andere Europese landen is deze trend waar-
neembaar. In een ‘cannabisspecial’ van het Europese waarnemingscentrum
worden hiervoor verschillende verklaringen gegeven, zoals een toename
van het (intensief) gebruik, verbeterde registratie, uitbreiding van het
behandelaanbod, en wets- en beleidswijzigingen waardoor meer canna-
bisgebruikers door justitie naar de zorg worden doorverwezen. Kortom,
ook uit de stijgende hulpvraag is niet direct af te leiden dat het problema-
tisch cannabisgebruik toeneemt.
Risicoschatting
Om beter zicht te krijgen op risico’s en maatschappelijke effecten van
cannabisgebruik in Nederland, kreeg het Coördinatiepunt Assessment en
Monitoring nieuwe drugs (CAM) bij het RIVM in 2008 de opdracht een
risicoschatting uit te voeren. Margriet van Laar – programmahoofd Drug
Monitoring bij het Trimbos-instituut – werd voorzitter van de risicoschat-
tingscommissie die het CAM ondersteunt. Het CAM-rapport zal in de loop
van 2009 verschijnen. In 2009 wordt ook een evaluatie van 30 jaar Neder-
lands drugsbeleid gepresenteerd. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door het
Trimbos-instituut en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie-
centrum (WODC) van het ministerie van Justitie. De evaluatie zal dienen als
input voor de nieuwe drugsnota, die de ministers van VWS, Justitie en
Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer hebben toegezegd voor eind
2009.”
“Dankzij onze traditie van monitoring kunnen wereële inschattingen van risico’s maken”, constateertMARGRIET VAN LAAR, programmahoofd Drug Monitoring. “Zeker op het terrein van drugs is datvan groot belang. Politiek gezien is druggebruik immers een emotioneel beladen onderwerp, zekerin Europees verband. Laten we daarom hopen datons onderzoek bijdraagt aan een zinnig politiekdebat en evenwichtige beleidsbeslissingen. Dat zalhet geluk van Nederland zeker ten goede komen.”
16 17
JAN
UA
RI |
FEBR
UA
RI |
MA
ART
januari
1Met ingang van 1 januari is het
alcoholdossier – inclusief bijna
alle medewerkers – van het
NIGZ overgegaan naar het
Trimbos-instituut. Hiermee is de
alcoholcampagne ‘Drank maakt
meer kapot dan je lief is’ onder-
deel van het Trimbos-instituut.
Hetzelfde geldt voor de Alcohol-
infolijn (0900 - 500 20 21) en de
websites: www.alcoholinfo.nl,
www.drinktest.nl,
www.watdrinkjij.nl en
www.goedvoorbereid.nl.
(lees meer op pag. 24)
1Het nationaal museum voor de
psychiatrie Het Dolhuys in
Haarlem heeft de distributie
overgenomen van de historische
videocollectie van het Trimbos-
instituut. Het gaat om circa 750
videobanden op het terrein van
de GGZ en de verslavingszorg
uit de periode 1980-2000. De
collectie bestaat uit voorlich-
tingsfilms, televisieprogram-
ma’s, documentaires en enkele
speelfilms.
17Jaarlijkse GGZ Kennisdag ‘Heel
de mens, heel de zorg!’ ism GGZ
Nederland.
Minister Klink benadrukt in zijn
openingsspeech het belang van
evidence-based richtlijnen voor
disease management.
De discussies in vele clinics en
sessies laten zien hoe verhel-
derend het is om vanuit een
gedeelde visie naar verbeter-
punten in de zorg te kijken.
17Het bereik van depressiepreven-
tie de komende jaren in alle
onderdelen van de zorg sterk
vergroten. Dat is het doel van
‘Mentaal Vitaal’, waarvoor
minister Klink op de GGZ
Kennisdag het startschot geeft.
Het Trimbos-instituut gaat in dit
Innovatieprogramma Depressie-
preventie ‘Mentaal Vitaal’ in
samenwerking met het GGZ-
veld, universiteiten en de
maatschappelijk betrokkenen
projecten uitvoeren om de
beoogde doelen te bereiken.
(lees meer op pag. 28)
28Start van de Monitor Geestelijke
Gezondheidszorg Ouderen
(MEMO). Hiermee wordt in de
periode 2008-2013 jaarlijks
informatie verzameld over de
kwaliteit en effectiviteit van de
psychische hulpverlening aan
ouderen met een functioneel-
psychiatrische diagnose. Alle
GGZ-instellingen die bij GGZ
Nederland zijn aangesloten
kunnen zich aanmelden voor
deelname aan de monitor.
februari
4 Lancering
www.trimbospreventie.nl - site
speciaal voor preventieprofes-
sionals van instellingen voor
verslavingszorg, GGD’en en
ggz-instellingen. Biedt een vol-
ledig overzicht van interventies
en onderzoek gesorteerd naar
thema, actueel cijfermateriaal
en een agenda. Ook is er een
overzicht van de preventie-
producten van hetTrimbos-
instituut.
12 Eerste uitzending ROES: 11-delige
dramaserie over alcohol en
drugs voor jongeren vanaf 12
jaar. De interactieve serie is ge-
produceerd in opdracht van het
Ministerie van Jeugd en Gezin
door IDtv, VPRO met inhoude-
lijke input van het Trimbos-
instituut. Op www.roes.tv
kunnen bezoekers 24 uur per
dag, zeven dagen in de week
hun ervaringen delen, op elkaar
reageren, de discussie aangaan
en eigen filmpjes plaatsen.
(lees meer op pag. 22)
12Eerste nummer van nieuw
engels e-zine Trimbos Quarterly.
Biedt collega’s in het buitenland
ieder kwartaal een overzicht van
de actuele kennis, nieuws en
achtergronden op het gebied
van geestelijke gezondheid en
verslaving in Nederland.
14Het Trimbos-instituut roept de
Tweede Kamer op de resultaten
van drie decennia Nederlands
drugsbeleid in kaart te brengen.
In 1976 koos Nederland op
drugsgebied een eigen koers,
waarbij bescherming van de
volksgezondheid centraal werd
gesteld. Het Nederlandse drugs-
beleid sinds 1976 is nooit over de
hele linie geëvalueerd, terwijl
daar wel behoefte aan is.
11-15Europese Collaborative
Centres van de World Health
Organization in Utrecht bijeen
om nieuwe prioriteiten en
activiteiten te bespreken. Het
Trimbos-instituut is gastheer.
De bijeenkomst heeft onder
andere als doel het afstemmen
over prioriteiten en activiteiten
en de implementatie van de
Mental Health Declaration and
Action Plan voor Europa.
(lees meer op pag. 60)
maart
3Lancering
www.KopOpOuders.nl. De site
biedt opvoedingsondersteuning
aan ouders met psychische of
verslavingsproblematiek. De
groepscursus ‘Kopopouders’
is te volgen onder begeleiding
van professionals van Jellinek-
Mentrum, GGNet, Mondriaan
Zorggroep en GGZ Oostbrabant.
Herkenbaarheid en het delen
van verhalen zijn belangrijke
onderdelen van de website én de
cursus. (lees meer op pag. 30)
6 en 7Congres Kennis Beter Delen,
Veldhoven.
‘Voor de verandering’ is het
thema van de vierde editie van
het congres Kennis Beter Delen.
Het Trimbos-instituut is mede-
organisator van dit tweejaar-
lijkse congres in Veldhoven.
Ruim zevenhonderd mensen
nemen deel aan meer dan hon-
derd sessies. Naast het Trimbos-
instituut nemen CBO, KNMG,
NIGZ, Vilans, NJi, Trimbos-
instituut, NPCF, het Ministerie
van VWS, NIVEL, LEVV, RIVM
Centrum Gezond Leven, KNMP,
TNO Kwaliteit van Leven,
FMCC en ZonMw deel aan de
Stichting Kennis Beter Delen,
die de landelijke congressen
organiseert over het implemen-
teren van vernieuwing in de
cure, care, preventie en ggz.
28Slotconferentie Doorbraak
project Depressie II. Op de con-
ferentie worden de tot nu toe
behaalde resultaten gepresen-
teerd. Vierentwintig teams zijn
gaan werken volgens de Multi-
disciplinaire Richtlijn, de NHG
standaard en de LESA Depressie.
28 De Christelijke Hogeschool
Windesheim benoemt Carolien
Smits tot lector Innoveren in de
Ouderenzorg. Het lectoraat richt
zich op de wensen en behoef-
ten, maar ook de competenties
van oude en nieuwe generaties
ouderen. Smits legt accenten op
domotica en e-health, levens-
kunst en geluk.
31 Lancering www.sickofit.nl,
speciale website over drug-
gebruik en infectieziekten voor
druggebruikers en verslavings-
zorgmedewerkers. De website
bevat informatie over de meest
voorkomende infectieziekten.
Druggebruikers kunnen een
zelftest doen, hun ervaringen
delen in de gebruikersruimte
(het forum) en zij kunnen per
email vragen stellen aan een
gespecialiseerd verpleeg-
kundige. Ook is het mogelijk
om online een afspraak te
maken voor een hepatitis
B-vaccinatie bij de GGD.
JAA
ROVE
RZIC
HT
2008
18 19
PREVENTIE
Bij ‘Roes’ is discussiemateriaalgemaakt met suggesties voorgroepsgesprekken in het middelbaar onderwijs. De serie is op DVD te bestellenvia: www.trimbos.nl.
“Zonder overdrijven: Roes was voor mij een van de leuk-ste film- of dramaprojecten van de afgelopen jaren. Desamenwerking met de VPRO en het Trimbos-instituutwas soms best ingewikkeld, maar daardoor ook heelleuk. Voor de VPRO leverde dit een mooie dramaserieop, voor het Trimbos-instituut het gewenste effect,voor ons een kweekvijver van jonge filmmakers, schrij-vers en regisseurs. Door de uiteenlopende belangen bestaat bij zo’n project het risico op teveel compromis-sen. Toch is het geen compromis-tv geworden. Dat hadook te maken met goede afspraken vooraf. Het was vooriedereen duidelijk dat het ging om persoonlijke ver-halen, waarbij het gebruik van alcohol of drugs terloopsin beeld zou worden gebracht. En dat zonder wijzendevinger. Die indirecte benadering heeft heel goed ge-werkt om jongeren van 12 tot 16 jaar duidelijk te makenwelke effecten alcohol en drugs kunnen hebben.”
ROSS FRASER IDTV Film
‘Mentale weerbaarheid steeds belangrijker’
“Met ‘Roes’ hebben we jongeren laten zien dat jegeen loser bent als je bij alcohol en drugs je eigennorm stelt”, zegt ANKE WAMMES, communicatie-adviseur bij het Trimbos-instituut en initiatief-nemer van dit project. “Hopelijk hebben we zo ietsbijgedragen aan de mentale weerbaarheid van jongeren die blootstaan aan groepsdruk. In elk gevalbiedt deze serie stof voor discussies; ook over onderwerpen die jongeren anders niet zo snel metelkaar zouden bespreken. Bijvoorbeeld: hoe zorg jeals vriendenclub voor elkaar als je samen uitgaat of:moet je wel drinken/blowen om lekker in je vel tezitten tijdens het uitgaan?”
Preventie verpakt in spannendejongerenserie
Is het mogelijk om via een dramaserie op tv jongeren aan het denken te zetten over alcohol- en drug-
gebruik? Ter beantwoording van deze vraag maakte het Trimbos-instituut samen met IDTV en de VPRO
de serie ‘Roes’ met een bijbehorend internetplatform. De serie met elf afzonderlijke afleveringen werd
in het voorjaar 2008 uitgezonden op Nederland 3. Gemiddeld trok de serie 210.000 kijkers per afleve-
ring. Ook op internet werd de serie door duizenden mensen bekeken bij ‘Uitzending gemist’.
‘Roes’
Jongeren via een tv-serie aan het denken zetten over de moge-lijke gevolgen van overmatig alcohol- en druggebruik. Geen eenvoudige opgave. Toch slaagden de VPRO, IDTV en het Trimbos-instituut hier in met de serie ‘Roes’. Zeven regisseurs en negenschrijvers maakten voor deze jongerenserie in totaal elf kortefilms.
Hoe kun je televisie als medium optimaal inzetten om een bepaalde doel-
groep te bereiken met een preventieboodschap? Ter beantwoording van
deze vraag experimenteerde het Trimbos met een elfdelige jongerenserie:
‘Roes’. Bij de productie hiervan werd gebruik gemaakt van een bewezen
effectieve strategie, een uitgekiende mix van educatie en entertainment en
enkele bekende jonge acteurs.
Bij de opzet van de productie en de inhoudelijke beoordeling van de scripts
leverde het Trimbos-instituut de benodigde knowhow over alcohol- en
drugs en over het bereiken van gedragsveranderingen. IDTV en de VPRO
namen het drama-deel voor hun rekening. Deze unieke samenwerkings-
constructie verliep goed, maar leverde soms ook pittige discussies op.
Want wat inhoudelijk belangrijk is, kan dramatisch gezien uitermate saai
zijn. Omgekeerd kan iets dramatisch gezien interessant zijn, terwijl het
inhoudelijk weinig bijdraagt aan het beoogde doel van de serie. Daar werd
echter een goede balans in gevonden.
Confronterend scènes
Sommige scènes in ‘Roes’ zijn behoorlijk confronterend: een groeps-
verkrachting, conflicten met ouders of tussen vrienden… Om het niet te
zwaar te maken, zit er ook veel humor in de serie. Het geheel is hierdoor
heel realistisch geworden.
Uit de effectevaluatie van het programma – uitgevoerd door Universiteit
Wageningen – blijkt dat jongeren het leuk vonden om naar Roes te kijken.
Jongeren die meerdere afleveringen zagen, realiseren zich dat mensen uit
hun omgeving overmatig alcohol- en druggebruik niet normaal vinden.
“Dit duidt op een normverschuiving bij deze doelgroep”, zegt Trimbos-
onderzoeker Lonneke van Leeuwen. “Belangrijk, want dat is één van de
factoren die meespeelt bij het gebruik van alcohol en drugs. Al met was
dit een geslaagd experiment. Het bereik van de serie was goed. En het
onderzoek heeft veel gegevens opgeleverd, die zich lenen voor nadere
analyses.”
22 23
Ouders centraal in landelijke alcoholpreventie
Met ingang van 1 januari 2008 is het alcoholdossier – inclusief bijna alle medewerkers – van het NIGZ
overgegaan naar het Trimbos-instituut.
In samenwerking met GGD’s en regionale instellingen voor verslavingszorg verzorgt het tal van
preventieprojecten rond alcohol en drugs. Hierbij wordt gebruik gemaakt van multimediale concep-
ten om verschillende doelgroepen te bereiken. In 2008 stonden de meeste campagnes in het teken van
het landelijke programma Alcohol en Opvoeding.
‘Multimediale
campagnes’
Bij het verstandig leren omgaan met alcohol spelen ouders eencruciale rol. Niet door pubers thuis in een vertrouwde en gezel-lige omgeving geleidelijk aan met alcohol kennis te laten; wel doorconsequent een minimum leeftijdsgrens van 16 jaar te hanteren.Die boodschap staat dan ook centraal in de landelijke preventie-campagne Alcohol en Opvoeding.
De landelijke campagne Alcohol en Opvoeding startte na het verschijnen
van alarmerende cijfers over de sterk stijgende alcoholconsumptie onder
scholieren in 2004. Deze cijfers van de Universiteit van Utrecht en het
Trimbos-instituut toonden aan dat pubers niet alleen vaker en meer
alcohol gingen gebruiken, maar ook op steeds jongere leeftijd. Het keren
van deze trend vereist een duidelijke gedragsverandering, zowel van de
scholieren als van hun ouders. Om dit doel te bereiken, startte het Trimbos-
instituut in opdracht van het ministerie van VWS een landelijke multi-
mediale campagne met vier pijlers.
Om de gewenste verandering van opvoedingsstijl in gang te zetten, werd
de campagne in eerste instantie gericht op ouders en andere opvoeders. De
boodschap aan hen was helder: alcohol is slecht voor de ontwikkeling van
opgroeiende kinderen, zeg in elk geval ‘nee’ tegen alcohol zolang ze nog
geen zestien zijn, en maak daarna duidelijke afspraken over hun alcohol-
gebruik.
De breed gedragen landelijke campagne - met diverse tv-spotjes en een
ondersteunend pakket aan preventiemiddelen - sloeg aan. “Wonderwel is
het ons gelukt om ouders in relatief korte tijd te doordringen van het
probleem; en dat niet alleen voor de kinderen van de buren, maar ook voor
hun eigen kinderen”, zegt Victor Everhardt, voorzitter van het Centrum
Alcohol en Drugs terugkijkend.
Omslag
De tweede pijler van de campagne betrof de bundeling van onderzoeken en
studies naar de schadelijke gevolgen van alcohol. Hieruit kwam naar voren
dat alcoholgebruik door jongeren op korte termijn kan leiden tot slechtere
prestaties op school en allerlei ongewenst risicovol gedrag. Op lange
termijn is het nadelig voor de ontwikkeling van het brein. Dat is namelijk
pas uitontwikkeld rond het 24ste levensjaar. Bovendien bleek uit onder-
zoek van Radboud Universiteit Nijmegen dat het consequent stellen van
grenzen op het terrein van alcoholgebruik wel degelijk effect heeft op het
alcoholgebruik van kinderen. De combinatie van deze inzichten werd
ingezet als wetenschappelijke basis van de nieuwe preventiekoers.
Arbitraire wettelijke leeftijdsgrens
De wettelijke leeftijdsgrenzen voor alcohol – 16 jaarvoor wijn en bier en 18 jaar voor sterke drank – zijn van-uit het volksgezondheidsperspectief tamelijk arbitrair.Zeker gelet op nieuwe wetenschappelijke inzichtenwaaruit blijkt dat de hersenen pas zijn volgroeid rondhet 24ste levensjaar. Het uitstellen van het eerste glasis daarom van groot belang. Op basis van deze gegevensheeft het Trimbos-instituut met tal van partners bij allevolksvertegenwoordigers gepleit voor een verhogingvan de wettelijke leeftijdsgrenzen voor alcohol. De politiek lijkt nog niet rijp voor dit besluit. Het maat-schappelijk draagvlak hiervoor lijkt echter wel toe tenemen.
Alcoholinfolijn
In 2008 heeft het Trimbos-instituut de Alcoholinfolijnen de alcoholcampagnes van het NIGZ voortgezet. Deinfolijn is een belangrijk instrument voor de versprei-ding van algemene publieksinformatie over de effectenvan alcohol. De website www.alcoholinfo.nl kan in hetkader van publiekscampagnes gemakkelijk worden ingezet in een aangepaste lay-out. De deskundigen diezowel de e-mails als telefoontjes (0900 - 500 20 21,10ct/min.) beantwoorden zijn op werkdagen van 9 - 17uur bereikbaar.
24 25
www.uwkindenalcohol.nl
www.alcoholinfo.nl
JAN OLDENBURGER directeur
Roorda reclamebureau
‘Risico’s van alcohol staan nu overal op de agenda’
Ook preventiewerkers van samenwerkende regionale verslavingszorg-
instellingen en GGD’s moesten een omslag maken. Tot dan toe hadden zij
de boodschap ‘Leer je kinderen drinken in een veilige omgeving’ uitgedra-
gen. Het idee daarachter was: maak kinderen thuis vertrouwd met alco-
hol, zodat ze verstandig leren drinken. Deze theorie bleek in de praktijk
echter niet op te gaan. Kinderen vertaalden het eerste glaasje thuis
namelijk als toestemming om voortaan te mogen drinken. En dat deden ze
dan ook, fors. Daarom werden de nieuwe opvoedingsinzichten in tal van
themabijeenkomsten met professionals gedeeld om de preventiestrategie
drastisch bij te stellen.
Materialen en media
Tenslotte ging het Trimbos-instituut in het kader van de landelijke
campagne op zoek naar passende materialen en media; van tv-spotjes tot
websites, van extra modules bij bestaande preventieprojecten tot
billboards en brochures.
“Bij het onderwijsprogramma ‘De gezonde school en genotmiddelen’ hoort
bijvoorbeeld een aantal ouderavonden. Deze avonden hebben we voor de
campagne benut om de opvoedingsboodschap aan ouders over te bren-
gen”, vertelt Everhardt. “Tijdens deze ouderavonden is het gesprek tussen
ouders op gang gebracht over het stellen van een gemeenschappelijke lijn
wat betreft het alcoholgebruik van hun kinderen tijdens het uitgaan.”
Ter ondersteuning van deze ouderavonden werd de website www.uw-
kindenalcohol.nl opgezet met feiten over alcohol, opvoedingstips en
dilemma’s die ouders kunnen tegenkomen bij het stellen van grenzen.
Daarnaast werden door het Trimbos-instituut andere preventiemiddelen
ingezet; bijvoorbeeld om actieve vrijwilligers van sportverenigingen te
laten nadenken over het schenkbeleid in de sportkantines. Hiervoor werd
allerlei specifiek preventiemateriaal ontwikkeld met een training waarin
vrijwilligers achter de bar ‘nee’ leren verkopen.
In samenwerking met het tijdschrift J/M Pubers, het vakblad voor ouders,
werd bovendien een alcoholspecial gemaakt. In november 2008 werd dit
minitijdschrift meegezonden aan alle abonnees. Het staat boordevol tips
en confronterende feiten over het alcoholgebruik door jongeren. Centrale
boodschap: Drank, bemoei je ermee! Want ‘ouders die stilzwijgend toe-
staan dat hun kind drinkt, maken dat het nog meer gaat drinken’, aldus
het hoofdartikel.
Uit het laatste Peilstationsonderzoek van het Trimbos-instituut dat najaar
2007 is afgenomen, blijkt dat de gevoerde Alcohol en Opvoeding-cam-
pagne met name effect heeft gehad op het alcoholgebruik onder pubers
van 12 tot 14 jaar (zie ook ‘Alcoholgebruik onder 15 en 16-jarigen nog altijd
fors’ op pag. 12 ).
“Met onze preventieprojecten vervullen we een spilfunctie tussen de wetenschap, maatschappij en politiek”, constateert VICTOR EVERHARDT, Centrumvoorzitter Alcohol en Drugs. “Bij ‘Alcoholen Opvoeding’ zijn al deze facetten uitgewerkt. Hetthema staat hierdoor goed op de agenda, zowel inde politiek als in de maatschappij. Om dit te berei-ken hebben we gebruik gemaakt van onderzoeks-resultaten ter onderbouwing van onze strategie.Hierdoor zijn veel ouders het gesprek met hun opgroeiende kinderen aangegaan over alcohol. Alskinderen hierdoor verstandiger met alcohol om-gaan, zal dat in elk geval leiden tot een verhoogdgeluk binnen gezinnen.”
26 27
“We hebben eerder voor de Alcohol & Opvoedingscam-pagne het kind in het glas gemaakt, in 2008 gevolgddoor de ‘eh eh-campagne’. Een grootouder, tante en ou-ders zeggen tegen jonge kinderen ‘eh eh’ (nee) als zeeen slokje alcohol willen drinken. Voor de kerstdagen iseen versie gemaakt met als slogan ‘Kinderen zijn geenengeltjes’. De boodschap was steeds: zeg consequent‘nee’ tegen alcohol voor jonge kinderen.Het is altijd lastig voor ouders om met je kind over alcohol te praten. Vooral omdat we allemaal heel langin de veronderstelling waren dat thuis ‘leren’ drinken,het beste is. De kracht van de spotjes vind ik dat je je alsouder er toch wat ongemakkelijk door voelt.. Je krijgteen spiegel voorgehouden van je eigen gedrag. Ik bendaarom blij dat er een handelingsperspectief is gebo-den: het ‘Alcohol-nee’contract. Daarmee ga je naast deouders staan én bied je ze een alternatief. Problema-tisch alcoholgebruik door kinderen is nu bespreekbaaronder ouders, dat is echt een mentaliteitsomslag.”
www.icom.trimbos.nl
Breed online offensief tegen depressie
Met de huidige depressiepreventie worden jaarlijks slechts 4.000 mensen bereikt. Dit moet dit dras-
tisch omhoog gezien de omvang, ernst en hoge maatschappelijke kosten van depressie. Daarom is het
Trimbos-instituut met subsidie van het Ministerie van VWS gestart met het programma Mentaal
Vitaal. Met overzichtelijke portals over psychische gezondheid, toegankelijke websites en een online
Mental Fitness module moeten nieuwe doelgroepen worden bereikt. Met name werkende mensen,
mensen met een lage sociaal economische status en allochtone groepen.
‘Mentaal Vitaal’ “Het sterke aan Mentaal Vitaal is dat hiermee wordt ge-probeerd depressies vóór te zijn. In het kader van ditprogramma is bijvoorbeeld een Mental Fitness modulein de maak, waarmee je in een soort digitale sport-school je eigen mentale conditie op peil kunt houden.Ook al moet deze e-zelfhulpinterventie nog verder wor-den ontwikkeld, het idee om zo via internet te werkenaan grotere mentale weerbaarheid vind ik heel creatief.Deze preventieve benadering wordt bovendien steedsbelangrijker door de hoge maatschappelijke kosten. Alleen al de behandelkosten voor klinische en subklini-sche depressie bedragen jaarlijks € 2,3 miljard. Daar-naast kan 30 à 40% van al het arbeidsverzuim wordentoegeschreven aan psychische klachten. Er is dus veelwinst te behalen met nieuwe vormen van online pre-ventie om de jaarlijkse instroom van zo’n 235.000nieuwe patiënten te verminderen. Daarom staan wevanuit VWS geheel achter deze benadering.”
DIRK RUWAARD directeur Publieke
Gezondheid
Ministerie van VWS
‘Mentaal Vitaal: geen geluksfabriek’
Binnen twee jaar het bereik van depressiepreventie vertienvou-digen met behulp van een vernieuwd en uitgebreid evidence basedinternetaanbod. En dat tegen relatief lage kosten. De ambities vanhet programma Mentaal Vitaal zijn hoog. Terecht. Er staat immersveel op het spel, gelet op de enorme ziektelast van depressie.
Jaarlijks kampen 740.000 volwassenen in Nederland met een depressie.
Een veel groter aantal mensen heeft depressieve klachten, die zich nog niet
tot een echte depressie hebben ontwikkeld. Zonder hulp lopen deze men-
sen een groot risico alsnog een depressie te krijgen.
Als dit kan worden voorkomen, betekent dat enorme ‘winst’. Behalve het
persoonlijk leed zijn namelijk ook de maatschappelijke kosten van
depressie enorm. Daarom maakt het Trimbos-instituut zich met een groot
aantal partners sterk om depressie zoveel mogelijk te voorkomen.
Zestien deelprojecten
Mentaal Vitaal bestaat in totaal uit zestien deelprojecten, waarbij op uit-
eenlopende fronten wordt gewerkt aan effectievere depressiepreventie. Er
worden twee portals ontwikkeld – voor jongeren en volwassenen – met
een overzicht van het online aanbod voor psychische problemen.
De websites ‘Kleur je leven’ en ‘Alles onder Controle’ worden aangepast en
uitgebreid, zodat ze voor een bredere doelgroep toegankelijk worden, met
name voor mensen met een lage sociaal economische status en allochto-
nen. Bovendien wordt gezocht naar mogelijkheden om deze online inter-
venties beter in te bedden binnen de eerstelijns gezondheidszorg, zodat
huisartsen, maatschappelijk werkers en eerstelijns psychologen er eerder
naar verwijzen.
Ter bevordering van de mentale gezondheid van mensen, met of zonder
psychische klachten is er een nieuwe e-zelfhulpinterventie in de maak: de
Mental Fitness module. Daarnaast komt er voor mensen die reeds in
behandeling zijn voor hun depressie ook een nieuwe module voor terug-
valpreventie. Belangrijk, want met het voorkomen van een terugval wordt
het risico verkleind dat de depressie chronische trekken krijgt.
Om binnen de zorgketen - van gezondheidsbevordering, preventie,
behandeling en nazorg - de juiste preventieve interventies op het juiste
moment te kunnen aanbieden, wordt binnen Mentaal Vitaal een gestan-
daardiseerde indicatiestelling met heldere protocollen ontwikkeld. Ten-
slotte wordt gewerkt aan een keurmerk en aan een model waarmee de
nieuwe online interventies kunnen worden gefinancierd via de nieuwe
structuur van diagnose-behandelcombinaties.
“Mentale vitaliteit maak je voor een groot deelzelf”, zegt projectleider HELEEN RIPER. “Soms heb jedaar echter ondersteuning bij nodig. Zeker als jegeluk door psychisch lijden op de achtergrond raakt.Met Mentaal Vitaal ondersteunen we mensen in hunzoektocht naar mentaal welbevinden. Dat gebeurtechter vanuit het perspectief dat burgers daar zelfeen actieve bijdrage aan leveren. Of je nu ziek of gezond bent, iedereen moet daar ook zelf in inves-teren. Mentaal Vitaal is dus geen geluksfabriek,maar biedt handvatten om dat welbevinden eenstap dichterbij te halen.”
28 29
www.kopopouders.nl
www.kopstoring.nl
Opvoedingsondersteuning voorouders met psychische problemen
Door hun persoonlijke problematiek hebben ouders met psychische klachten vaak weinig energie
en aandacht voor hun kinderen. Ook vinden deze ouders het vaak moeilijk om hun probleem te
bespreken met hun kinderen. De online interventie ‘Kop op Ouders’ haakt hier op in. Met bruikbare
opvoedingsadviezen en informatie, een forum, een online opvoedcursus en een mogelijkheid om per
e-mail vragen te stellen aan een hulpverlener. De site die sinds het voorjaar van 2008 in de lucht is,
trekt maandelijks gemiddeld 5000 bezoekers.
‘Kop op Ouders’ “Door ‘Kop op Ouders’ is mijn zelfvertrouwen langzaamgegroeid. Ik voel me steeds zekerder in mijn rol vanmoeder en durf meer op mijn eigen indrukken te ver-trouwen. En wat lol te maken. Daardoor gaat het goedmet Sanne en mij. Het lukt me nu goed om haar duide-lijke boodschappen te geven. Wat ik nog wel moeilijkvind, is voorspelbaar voor haar te zijn. Daarom blijf ikoefenen en proberen. Op het toilet hangt nu een lijstjemet tips die ik van de cursus heb opgestoken. Dat zijngoede geheugensteuntjes tussendoor. Af en toe pak ikSanne beet en zeg ik dat ik van haar houd. Dan straaltze. Als er een vervolgcursus komt, doe ik graag weermee.”
SASKIA DE BOER moeder van Marthe –
deelnemer aan de
online cursus
‘Veel waardering voor praktische tips’
Voor kinderen van ouders met psychische problemen is allerleipreventiemateriaal ontwikkeld. Voor de betreffende ouders isechter veel minder ondersteunend materiaal beschikbaar. Denieuwe online interventie ‘Kop op Ouders’ voorziet dan ook in eengrote behoefte.
Schuld, schaamte, onzekerheid… Veel ouders met psychische problemen
maken zich zorgen over de gevolgen van hun problematiek op de ontwik-
keling van hun kinderen. Toch zijn de betreffende ouders uitermate terug-
houdend om dit te bespreken met hulpverleners. Angst dat de kinderen
vanwege de problematiek uit huis worden geplaatst, speelt daarbij een
grote rol.
Ook aan de andere kant van de tafel laten hulpverleners het thema
opvoeding vaak liggen uit angst deze ouders hiermee extra te belasten.
Hierdoor blijven opvoedingsvragen vaak buiten beschouwing in de
hulpverlening. Om deze reden is bij het ontwikkelen van extra opvoe-
dingsondersteuning bewust gekozen voor een laagdrempelige internet-
interventie, waaraan ouders anoniem kunnen deelnemen.
Beschermende factoren
De website ‘Kop op Ouders’ is geheel gericht op het versterken van
beschermende factoren, zoals het opbouwen van een goede ouder-
kindrelatie. Als dat niet lukt, is het advies hiervoor iemand in te schakelen.
De website biedt de betreffende ouders bovendien de gelegenheid een
online cursus van acht gestructureerde chatsessies te volgen, alleen of
samen met hun partner. Elke sessie stelt één of twee thema’s centraal,
zoals ‘goed genoeg ouderschap’, ‘inschakelen van je netwerk’, ‘praten met
je kind over je probleem’ en ‘omgaan met schaamte- en schuldgevoel’.
Naast specifieke opvoedvaardigheden komen ook basale opvoedvaardig-
heden aan bod, zoals ‘luisteren naar je kind’. Per cursus kunnen maximaal
zes ouders meedoen. Onder leiding van een of twee getrainde preventie-
werkers delen zij online hun persoonlijke ervaringen.
Voorjaar 2009 verschijnen de eerste resultaten van een evaluatieonder-
zoek. De hulpverleners achter de e-mailservice en de online cursus
zijn preventiewerkers van JellinekMentrum (Arkin), GGNet, Mondriaan
Zorggroep en GGZ Oost Brabant.
“We krijgen enorm veel positieve reacties op dezewebsite”, zegt RIANNE VAN DER ZANDEN, weten-schappelijk medewerker en projectleider. “Oudersgeven aan dat het opvoeden beter lukt. Zij krijgendaar meer plezier in en kunnen zo ook meer genie-ten van hun kind. Daarbij zijn ze heel blij met depraktische tips. Ook het forum functioneert goed.Daarop zien ouders dat zij niet de enige zijn die wor-stelen met de opvoeding. Het kan dus eigenlijk nietanders dan dat we hiermee bijdragen aan het gelukvan deze ouders en aan dat van hun kinderen.”
30 31
www.dementiedebaas.nl
www.alzheimer-nederland.nl
www.geriant.nl
Online ondersteuning voor mantelzorgers
Mantelzorgers lopen een hoog risico depressief of overbelast te raken. Daarom ontwikkelde het
Trimbos-instituut de online cursus ‘Dementie de baas’. De cursus en website zijn ontwikkeld in
samenwerking met Alzheimer Nederland en Stichting Geriant. Voorjaar 2009 start in samenwerking
met de Vrije Universiteit een tweejarige effectmeting, waaraan 200 deelnemers meedoen. Daarna
komt de online cursus beschikbaar voor alle mantelzorgers van mensen met dementie.
‘Dementie de baas’ “In 2007 werd bij mijn man Alzheimer geconstateerd.Hij was toen 64. Sindsdien moet ik voortdurend mijnverwachtingen bijstellen en mogelijkheden zoeken omhem te helpen. Maar dat is niet gemakkelijk en heel ver-drietig. Eigenlijk begin ik nu pas te accepteren dat hetniet anders is. Ondertussen draait hier alles om deAlzheimer. Het is heftig om te zien hoe hij de regie helemaal kwijt raakt en verandert van karakter. Geluk-kig heb ik veel gehad aan ‘Dementie de baas’. Vooral dehandreikingen om beter met situaties om te gaan heb-ben me meer rust gegeven. Daardoor lukt het me nubeter om met mijn eigen gevoel om te gaan als hij ietsraars doet. Meestal lukt dat, maar niet altijd hoor. Wantook ik heb niet altijd engelengeduld…”
JANNY NEIJSEN-VAN DER KUIJL
deelnemer aan de voorstudie
van Dementie de baas
‘Steeds meer dementiezorg thuis’
Hoe ga je om met problematisch gedrag van een dementerendepartner of ouder? En hoe blijf je daar zelf als mantelzorger bij over-eind? Op die twee vragen geeft de nieuwe online cursus ‘Demen-tie de baas’ antwoord.
Het aantal mensen met dementie stijgt snel. Op dit moment hebben zo’n
270.000 mensen één of andere vorm van dementie. Naar verwachting
is dit aantal in 2035 vrijwel verdubbeld tot een half miljoen. Deze ‘stille
epidemie’ vraagt om de nodige deskundige zorg en begeleiding, zowel voor
de mensen die het overkomt als voor de familie en naaste omgeving.
Van alle mensen met dementie wordt op dit moment 70% thuis verzorgd,
veelal door mantelzorgers. Zij zetten zich belangeloos in en hebben juist
daardoor vaak moeite met het aangeven van eigen grenzen. Ook komen
veel mantelzorgers nauwelijks toe aan hun eigen verliesverwerking. Het is
dan ook niet verwonderlijk dat 78% van hen overbelast is of een groot
risico loopt burnout te raken. Ook depressiviteit komt veel voor bij deze
groep. Reden genoeg om speciaal voor hen een website te ontwikkelen met
informatie, advies en een cursus.
Herkenbare thema’s
In de online cursus Dementie de baas komen verschillende thema’s aan
bod waarmee mantelzorgers van dementerenden dagelijks te maken heb-
ben: omgaan met probleemgedrag, anderen inschakelen, tijd voor jezelf
vrijmaken, omgaan met gedachten en gevoelens, opkomen voor jezelf en
problemen aankaarten. Over deze thema’s zijn lessen gemaakt, waarbij
gebruik is gemaakt van elementen uit de cognitieve gedragstherapie. De
deelnemers krijgen huiswerkopdrachten maken en kunnen een zorgdag-
boek bijhouden. Hierdoor gaan zij in de praktijk met de lesstof aan de slag
om nieuwe vaardigheden aan te leren. Na een maand wordt de cursus
afgesloten met een ‘terugkomles’.
Tijdens de cursus worden de deelnemers via de website begeleid door hulp-
verleners van Geriant, een gespecialiseerde zorgaanbieder op dit terrein.
Zij geven gerichte feedback op de gemaakte opdrachten. Verzekeraar
Univé-VGZ-IZA-Trias financiert de online interventies die de komende twee
jaar in het kader van het effectonderzoek worden uitgevoerd.
“Door de snelle toename van het aantal mensenmet dementie, zullen zij steeds vaker thuis wordenverzorgd”, zegt ANNE MARGRIET POT, hoofd van hetprogramma Ouderen bij het Trimbos-instituut enbijzonder hoogleraar Ouderenpsychologie aan deVU. “De bouw van verpleeghuizen blijft namelijkachter bij het tempo waarmee het aantal mensenmet dementie stijgt. Bovendien zullen ook in ditdeel van de zorg de gevolgen van de krimpende arbeidsmarkt voelbaar worden. Daarom is het vangroot belang te investeren in betere dementiezorgthuis, zodat mantelzorgers het beter volhouden.Met deze nieuwe online cursus willen we daaraaneen bijdrage leveren, zodat hun mentale veerkrachtvergroot.”
32 33
gemaakt wordt van de ervarin-
gen en werkwijze van de
Nederlandse Drugs Infolijn.
Een belangrijke taak is het
trainen van de medewerkers
van Solidarnost (een rehabilita-
tiecentrum voor mensen met
verslavingsproblemen) die de
hulplijn gaan bemensen. Zij
worden getraind op middelen-
kennis, motiverende gespreks-
technieken, omgaan met de
media, het leren werken vanuit
een evidence-based werkhou-
ding inclusief het registreren in
en werken met databases. Naast
telefoonlijn en e-mailservice
worden een forum, chatservice
en website opgezet.
20Filip Smit, senior wetenschap-
pelijk medewerker van het
Trimbos-instituut, ontvangt
de ‘Best Dissertation 2007
CaRe’prijs. Zijn proefschrift is
onderverdeeld in vier vragen:
Hebben we depressiepreventie
nodig? Weten we waar te begin-
nen? Heeft het effect? Is het
kosteneffectief? Aan de hand
van voorbeelden geeft hij aan
dat het mogelijk is het risico op
het ontstaan van depressie met
30% te verminderen. Dit bete-
kent niet alleen vermindering
van menselijk lijden, maar ook
een vermindering van kosten.
30In opdracht van het ZonMw-
programma PreventieKracht
Thuiszorg heeft het Trimbos-
instituut het Landelijk Steun-
punt Preventie Thuiszorg opge-
zet. Tijdens de startbijeenkomst
van het steunpunt zijn ruim
veertig thuiszorginstellingen
aanwezig om ervaringen en
kennis te delen en gezamenlijk
beleid te ontwikkelen voor een
betere profilering van de thuis-
zorgpreventie.
lijkheidsstoornis. Dit heeft
geresulteerd in een hoofdstuk
waarin naast adviezen over de
behandeling ook aanbevelingen
staan voor bejegening van
mensen met een persoonlijk-
heidsstoornis.
juni
3Lancering www.trimbos.nl/
verbeterdezorg. Met deze site
krijgen hulpverleners hand-
vatten voor een blijvende imple-
mentatie van een andere manier
van werken. Belangrijk onder-
deel van de site is de Toolkit
Implementatie; in eerste instan-
tie gemaakt voor deelnemers
aan de recente Doorbraakprojec-
ten Schizofrenie II, Angststoor-
nissen en Dubbele Diagnose.
Er is ook een digitale monitor
waarmee teams informatie
krijgen over de voortgang in de
hulpverlening. De website is
ontwikkeld in het kader van
het Landelijk Actieprogramma
Kwaliteit GGZ/Verslavingszorg
“Beter in Geestelijke gezond-
heidszorg en verslavingszorg”;
een initiatief van het ministerie
van VWS dat wordt gecoördineerd
en gefinancierd door ZonMw.
april
1Start Monitor Woonvormen
Dementie. Doel: informatie
verzamelen over de personele
consequenties van verschillende
vormen van verpleeghuiszorg
en kleinschalig wonen voor
mensen met dementie.
Hoe zit het met de personeels-
bezetting? Worden bewoners
gelukkiger van kleinschalig
wonen? Kan overal dezelfde
kwaliteit van zorg geboden
worden? Zijn er goede voorbeel-
den te vinden waar anderen van
kunnen leren? De monitor ver-
zamelt de gegevens van 150
woonvormen voor mensen met
dementie. De eerste verzame-
ling van de gegevens vindt
plaats in de tweede helft van
2008 tot en met januari 2009.
2Promotie Simone Onrust,
Vu Amsterdam. Hebben
rouwinterventies zin?
Hebben weduwen en weduw-
naars hulp nodig om hun verlies
te verwerken, en is een bezoek-
dienst voor deze groep kosten-
effectief? Dit zijn enkele
onderwerpen uit het proef-
schrift van Simone Onrust, die
APR
IL |
MEI
| JU
NI
zij op 2 april verdedigt in de
aula van de Vrije Universiteit.
Simone Onrust is wetenschap-
pelijk medewerker bij het
Trimbos-instituut.
18Slotconferentie Doorbraak-
project Angststoornissen. Met
behulp van de Doorbraak-
methode en onder begeleiding
van een landelijk expertteam
werkten 12 teams aan het ver-
beteren van de herkenning en
diagnostiek van angststoor-
nissen; het verstrekken van
(keuze)informatie aan patiën-
ten; en het monitoren van het
beloop van de klachten aan de
hand van objectieve criteria,
zodat een niet vlottende
behandeling tijdig kan worden
bijgesteld.
Belangrijk eindresultaat:
Mensen met angststoornissen
worden door hulpverleners -
eerder gediagnosticeerd. Hier-
door kunnen patiënten sneller
met een behandeling starten
en lopen ze minder lang met
klachten rond.
24Slotconferentie Doorbraak-
project Dubbele Diagnose.
Het doorbraakproject dubbele
diagnose streeft naar kwaliteits-
verbeteringen op het gebied
van screening, diagnostiek en
behandeling. Beoogd is om
effectieve interventies voor
dubbele diagnose te implemen-
teren met gebruikmaking van
bestaande richtlijnen. Belang-
rijke winstpunten zijn: toename
dubbele diagnose deskundig-
heid onder hulpverleners; betere
afstemming van interventies op
de op de motivatiefasen van
cliënten; betere aanbieding
geïntegreerde behandeling en
meer aandacht voor screening
en diagnostiek van dubbele
diagnose problemen.
mei
17Aftrap campagne ‘Voorkom
alcoholschade bij uw opgroei-
ende kind’ in Almere.
Ouders en kinderen sluiten
samen een ‘contract’ waarin ze
NEE zeggen tegen alcohol onder
de 16 jaar. Ouders bieden hun
kinderen geen alcohol aan en
leggen uit waarom. Kinderen
beloven het niet te drinken en
snappen dat ze vooral zichzelf
daar uiteindelijk een plezier mee
doen. Dat is de insteek van de
nieuwe fase in de campagne
‘Voorkom alcoholschade bij uw
opgroeiende kind’.
21Overhandiging Alcoholcontract
Ouders en kinderen aan de
Tweede Kamer-commissieleden
van Volksgezondheid en Jeugd
en Gezin. Ook Boris van der Ham
(D66) zet zijn handtekening
onder het contract.
26Multidisciplinaire richtlijn
Persoonlijkheidsstoornissen
Naar schatting één op de tien
Nederlanders heeft last van een
persoonlijkheidsstoornis. Uit
onderzoek blijkt dat deze
mensen bijna volledig kunnen
herstellen met psychotherapie.
Medicijnen kunnen worden
voorgeschreven waar dat de
therapie ondersteunt.
De richtlijn is ontwikkeld door
een multidisciplinaire werk-
groep en is door alle betrokken
beroepsverenigingen geautori-
seerd. In de werkgroep zaten
ook patiënten en familieleden
van mensen met een persoon-
12Persconferentie Peilstations-
onderzoek Scholieren ‘Jeugd en
riskant gedrag’ op Wellant-
college (VMBO) in Montfoort.
Belangrijke uitkomst van het
ondezoek: gebruik van alcohol
onder 12-14 jarigen neemt sterk
af. Alle (media)aandacht voor
alcoholgebruik door jongeren en
de preventieve activiteiten van
de laatste jaren, lijken effect te
hebben. Het niveau van alcohol-
gebruik in deze jongste groep is
gedaald richting het niveau van
10 jaar geleden. Er is geen af-
name in het alcoholgebruik door
jongeren van 15 jaar en ouder.
Het Peilstationsonderzoek scho-
lieren verschijnt om de vier jaar.
(lees meer op pag. 12)
17Tijdens de slotbijeenkomst van
het project ‘Proefimplementatie
Integrale aanpak depressie-
preventie ouderen’ worden de
resultaten met de aanpak in
vier wijken in Leiden, Bergen op
Zoom, Utrecht en Den Bosch
gepresenteerd en bediscus-
sieerd. Ruim vijftig aanwezigen
uit het veld van de GGZ-preven-
tie, GGD’en, eerstelijnszorg,
inspectie en zorgverzekeraars
formuleren de actiepunten
voor de verdere implementatie
van de integrale aanpak.
Zie www.trimbospreventie.nl.
19Start Drugsinfolijn in Bulgarije.
De Drugs Infolijn van het
Trimbos-instituut zet een infor-
matieservice op over drugs in
Sofia, Bulgarije waarbij gebruik
JAA
ROVE
RZIC
HT
2008
34 35
KWALITEIT EN ORGANI-SATIE VAN DE ZORG
www.trimbos.nl
www.centrumklantervaring-zorg.nl
www.cqindex.info
“Met de CQ-index zijn zorgaanbieders en zorgsectorenstraks beter met elkaar te vergelijken op een groot aan-tal zaken die vanuit cliëntenperspectief belangrijk zijn.Inmiddels zijn er negen vragenlijsten klaar, terwijl ernog ruim twintig in ontwikkeling zijn. Bij de ontwik-keling van de CQ-index voor de ggz was de samenwer-king met de begeleidingscommissie heel constructief.Dat heeft geresulteerd in de kortste CQ-index tot nutoe. De betrokken partijen vonden het namelijk vangroot belang dat de vragenlijst ‘behapbaar’ bleef voorcliënten. Dat dit gelukt is, vind ik echt een prestatie.Alle belanghebbenden hebben namelijk verschillendeaandachtspunten, die onmogelijk allemaal in de uit-eindelijke lijst verwerkt kunnen worden. Ik hoop datandere sectoren hier een voorbeeld aan nemen!”
MICHELLE HENDRIKS secretaris van de Weten-
-schappelijke Advies Raad
van het Centrum Klant-
ervaring Zorg
‘Cliënten krijgen meer stem met dit instrument’
“We hebben altijd de mond vol over de mondigheidvan de cliënt”, constateert senior wetenschappelijkmedewerker BOB VAN WIJNGAARDEN. “Maar ver-volgens wordt toch nog vaak beslist wat goed voorhem is. Met dit nieuwe instrument verandert dit ho-pelijk. Cliënten kunnen met de CQ-index namelijkaangeven in hoeverre zij als volwaardige mensenzijn bejegend en of de zorg in hun beleving van vol-doende kwaliteit was. Dat zal leiden tot verdere ver-beteringen van de zorg, waarbij de cliënt enbehandelaar samen bepalen welke behandeling hetbeste is. Zo krijgt de cliënt meer grip op zijn bestaanen een hogere kwaliteit van leven ervaren.”
Nieuwe CQ-index: gedetailleerderdan de ggz-thermometer
Meer transparantie in de zorg. Met gedetailleerde keuze-informatie voor cliënten. Plus een optimale
verantwoording van de geboden zorg. De Consumer Quality Index vangt ‘drie vliegen in één klap’. De
afgelopen twee jaar heeft het Trimbos-instituut van dit algemene instrument een versie ontwikkeld
voor de ambulante ggz. De vragenlijst met 63 items is in december 2008 formeel goedgekeurd door
het Centrum Klantervaring Zorg.
‘Consumer Quality
Index’
In het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording verant-woorden zorgaanbieders in de ggz zich jaarlijks met behulp van 28 prestatie-indicatoren. In dit kader is de nieuwe Consumer Quality Index ontwikkeld, waarmee cliënten diverse zorgaspec-ten kunnen beoordelen.
Op de nieuwe ggz-markt is het van groot belang dat er goed vergelijkbare
informatie bestaat over de kwaliteit van de geleverde zorg. Allereerst geldt
dit natuurlijk voor patiënten en cliënten die willen weten waar zij aan het
beste adres zijn. Daarnaast is deze informatie echter onmisbaar voor de
zorgverzekeraars. En dan zijn er nog de zorgaanbieders zelf. Als zij goede
zorg leveren, kunnen zij de informatie gebruiken om zich te onderscheiden
van ‘concullega’s’.
De nieuwe Consumer Quality Index voor de ambulante ggz voorziet in deze
behoefte. Het Trimbos-instituut voerde de afgelopen twee jaar eerst een
pilot uit om de structuur van de vragenlijst te bepalen. Tijdens een tweede
pilot werd bekeken in hoeverre dit instrument daadwerkelijk kwaliteits-
verschillen tussen instellingen laat zien. In december 2008 is de index
formeel goedgekeurd door het Centrum Klantenervaringen Zorg (CKZ) dat
de ontwikkeling en het gebruik van de CQ-index bewaakt.
Meer kwantitatieve gegevens
“In vergelijking met de Thermometer Cliëntwaardering – een beknopte
vragenlijst die tot nu toe veel in de ggz wordt gebruikt – biedt de CQ-index
veel meer kwantitatieve gegevens”, zegt Ineke Kok, hoofd van het pro-
gramma Management en Beleid.
“Met de CQ-index wordt namelijk niet om algemene tevredenheidsoorde-
len gevraagd, maar veel feitelijker geïnformeerd naar frequenties van
ervaringen: ‘Hoe vaak kwam het voor dat u…’ Zo ontstaat er een gedetail-
leerd beeld van de kwaliteit van een groot aantal aspecten, zoals de infor-
matieverstrekking, het medicatiebeleid, de behandeling, de geboden
informatie over alternatieven en cliëntenrechten, de bejegening, de
wachttijden, de communicatie tussen behandelaars en de afspraken over
nazorg.”
Op dit moment werkt het Trimbos-instituut verder aan mogelijke varian-
ten van de index voor specifieke cliëntengroepen. In 2009 wordt een
CQ-index getoetst bij ggz-cliënten die zijn opgenomen en bij ggz-cliënten
die beschermd en zelfstandig wonen. Uit een eerste pilot is inmiddels
gebleken dat het bij deze cliëntengroepen mogelijk is een CQ-index af te
nemen.
38 39
De trendrapportages zijn gratis te downloaden opwww.trimbos.nl
Druk op ggz neemt toe
Beleidsmakers hebben periodiek overzicht nodig van de belangrijkste ontwikkelingen in de ggz. De
Trendrapportage GGZ die het Trimbos-instituut sinds 2007 uitbrengt in opdracht van het Ministerie
van VWS voorziet in deze behoefte. De rapportage richt zich op drie overkoepelende thema’s: ‘Orga-
nisatie, structuur en financiering’; ‘Toegang en zorggebruik’; ‘Kwaliteit en effectiviteit’. Informatie
over deze thema’s wordt verkregen door onderzoek naar bestaande bronnen. Kennissynthese pur
sang.
‘Trendrapportage
GGZ’
“Vanuit VWS hadden wij enkele jaren geleden behoef-te aan andersoortige rapportages: meer gericht op kennis die beleidsmatig relevant is, minder gefocust op medisch inhoudelijke verschuivingen rond diversestoornissen. Vanuit dat perspectief hebben we in over-leg met het Trimbos-instituut besloten tot deze perio-dieke trendrapportages. Dat heeft geleid tot kwalitatiefhoogwaardige studies, met name door de deskundigeanalyses van alle beschikbare cijfers en de toeganke-lijke manier waarop de trends zijn beschreven. Daaruitblijkt maar weer dat je voor dit soort trendanalyses echtbij het Trimbos moet zijn!”
MR. MADY SAMUELS senior beleidsmedewerker
Ministerie van VWS
Welk leed hoort er ‘gewoon’ bij?
Over de ggz verschijnt elk jaar een dikke stapel rapporten. Ze vormen een belangrijke bron van kennis. Voor beleidsmakers ishet echter ondoenlijk om die allemaal zelf door te spitten. Daarommaakt het Trimbos-instituut op basis hiervan een analyse van debelangrijkste ontwikkelingen in deze sector.
In hoeverre slaagt de ggz erin doelmatige, effectieve en toegankelijke zorg
te bieden? Een cruciale vraag voor het bepalen en bijsturen van landelijk
beleid. De ‘Trendrapportage GGZ’ biedt een zorgvuldig samengesteld over-
zicht van de actuele stand van zaken in de sector met een analyse van de
belangrijkste trends.
In de trendrapportage over 2008 is in het eerste deel - ‘Organisatie, struc-
tuur en financiering’ - onder meer gekeken naar de stelselherziening in de
sector. De nieuwe wet- en regelgeving en de mogelijke gevolgen daarvan
zijn op een rij gezet. Duidelijk is dat het nieuwe stelsel veel in beweging zet.
Instellingen moeten concurreren en ontwikkelen zich verschillend. De ggz
kan daarom niet langer als een uniform georganiseerde sector worden
gezien.
In het tweede deel – ‘Toegang en zorggebruik’ – wordt geconstateerd dat
de ggz “redelijk goed” toegankelijk is voor mensen met psychische pro-
blemen. Hoe ernstiger de psychische symptomen, hoe groter de kans dat
iemand hiervoor zorg ontvangt. Bovendien is de drempel om hulp te zoe-
ken in ons land relatief laag. Ook Turken en Marokkanen weten steeds
beter de weg te vinden naar de ggz. Door de toenemende vraag naar
ambulante zorg groeien de wachtlijsten en wachttijden. Daarom wordt de
aanbeveling gedaan de eerstelijns en tweedelijns ggz beter te differentië-
ren. Om de groei van de tweedelijns ggz te beperken, zouden in de toe-
komst ook mensen met zwaardere problemen in de eerstelijn behandeld
moeten worden, zodat de tweedlijns ggz zich kan richten op complexe
psychische problemen.
Het derde deel van de trendrapportage – ‘Kwaliteit en effectiviteit’ – bevat
de eerste landelijke cijfers over effectiviteit, veiligheid en cliëntgerichtheid
in de ggz. 70% van de ggz-cliënten vindt dat zij door de behandeling meer
greep op de problematiek hebben gekregen. 75% is tevreden over hun
behandeling. En 94% heeft ingestemd met het behandelplan. Over de
veiligheid zijn nog onvoldoende landelijke gegevens beschikbaar; dat
vereist dan ook nader onderzoek.
“Is het de taak van de ggz om het geluk van men-sen te bevorderen?” Die vraag zal volgens senior we-tenschappelijk medewerker FRANK VAN HOOFsteeds vaker gesteld worden. “Bijvoorbeeld door dezorgverzekeraars, die zien dat het ggz-gebruik enggz-kosten toenemen. Welke klachten moeten inde ggz worden behandeld? En welk leed hoort ‘ge-woon’ bij het leven? Is de ggz ervoor om al het ver-driet van de samenleving op te vangen? Of moetenwe allereerst zorgen dat mensen met de ernstigeren hardnekkiger psychische problemen goede hulpkrijgen en niet buiten de boot vallen? Of vertaald inbeleidkeuzen: willen we investeren in een verdereverbreding van de ‘lichte ggz’ of in kwaliteitsverbe-tering in de ‘zware ggz’?”
Tijdgeest: neem je lot in eigen hand!
“Dat steeds meer mensen eenberoep doen op de ggz hangtsamen met de tijdgeest”, con-stateert senior wetenschappe-lijk medewerker HEDDA VAN ‘T LAND. “Daarbij zijn we zelfverantwoordelijk voor onsgeluk en moeten we het lot ineigen hand nemen als het nietgoed met ons gaat. Negatieveemoties en problemen wordensteeds minder getolereerd.”
40 41
Slimme ICT ondersteunt hulpverlener en cliënt
In het project ‘Eigen regie bij Schizofrenie’ werkt het Trimbos-instituut samen met GGZ Breburg,
GGZ Westelijk Noord-Brabant, het Julius Centrum en Vital Health Software. Het project loopt van
september 2008 tot december 2010 en heeft vier doelen: het bevorderen van zelfmanagement; het
toepassen van de multidisciplinaire richtlijn Schizofrenie; het monitoren van de zorg; en het stimu-
leren van uitkomstmanagement.
‘Eigen regie bij
Schizofrenie’
“Mensen met een chronische beperking moeten voort-durend afwegen wat voor hen het belangrijkste is: wer-ken aan herstel of zich richten op iets anders dat zich inhet leven voordoet. Bovendien wordt hun bestaan vaakin de war geschopt door de zorg. Hoeveel cliënten zijn erniet die voor één uur behandeling de hele dag in de weerzijn met op en neer reizen. Hierdoor wordt de ziekte al-lesoverheersend, en moeten cliënten met een beper-king – zoals in dit geval schizofrenie – maar zien hoe zijhun leven rond de zorg organiseren. Juist dat willen wemet dit project veranderen door een deel van de zorgdigitaal aan te bieden. Op die manier krijgen cliëntenmeer keuze- en planningsmogelijkheden. Maar dat nietalleen. Met deze nieuwe online interventies springenwe tegelijk in op de almaar toenemende vraag naar ggzen het groeiende tekort aan hulpverleners. Want hoemeer mensen gebruikmaken van online interventies,hoe beter hulpverleners zich kunnen richten op cliën-ten die intensievere zorg nodig hebben.”
PINK VAN VEEN bestuurder van de Vitalis
WoonZorg Groep en lid
van de klankbordgroep
‘Gerichte steun is hard nodig’
Hoe krijgen mensen met schizofrenie weer grip op hun leven? Enhoe kunnen zorgverleners hun zorg hierop zo goed mogelijk afstemmen met behulp van slimme ICT? Die twee vragen staancentraal in het project ‘Eigen regie bij Schizofrenie’.
Zelf een afspraak met een behandelaar maken… Contact opnemen met
lotgenoten… Je eigen medicatie bijhouden en hierover communiceren met
je hulpverlener… Voor mensen met schizofrenie is dit nog toekomst-
muziek. Maar niet lang meer. Met behulp van een nieuwe website krijgen
zij binnenkort meer mogelijkheden om zelf hun zorg goed te regelen.
Bovendien kunnen zij hiermee op een eenvoudige manier aan relevante
informatie komen over hun stoornis en de behandeling ervan.
De website maakt deel uit van het nieuwe zorgprogramma ‘Eigen Regie bij
Schizofrenie’. Met dit programma wordt getracht de maatschappelijke
rehabilitatie van mensen met schizofrenie te stimuleren, zodat zij meer
grip krijgen op hun bestaan. Daarnaast is het programma gericht op het
toepassen van de richtlijnen, het bevorderen van samenwerking tussen
zorgverleners, en een betere monitoring van de cliënt. Dit alles moet vorm
krijgen binnen een interactief platform (portal) met aparte functies voor
cliënten en zorgverleners.
De nieuwe webbased applicatie is gebaseerd op software die ook voor
andere chronische aandoeningen wordt gebruikt, zoals Diabetes en COPD.
Het succes van de behandeling van dit soort aandoeningen staat of valt
met de afstemming tussen meerdere zorgverleners. Om dit te vergemak-
kelijken kunnen zij straks op het nieuwe platform inloggen met een eigen
toegangscode. Daar kunnen zij het actuele verloop van de behandeling
inzien en de zorg optimaal afstemmen op interventies van collega’s.
Geïntegreerde richtlijn
In de nieuwe applicatie is de multidisciplinaire richtlijn Schizofrenie geïn-
tegreerd. Hulpverleners die ermee aan de slag gaan, werken hierdoor ‘als
vanzelf’ volgens de geldende wetenschappelijke inzichten, protocollen en
standaarden. Dat is een belangrijk voordeel voor de verdere implementa-
tie van de richtlijn in de dagelijkse praktijk.
In september 2009 wordt de nieuwe applicatie op drie locaties getest.
Twintig cliënten worden getraind in het werken met de applicatie. Daarop
volgt in januari 2010 de verdere uitrol binnen de twee deelnemende ggz-
instellingen. Als blijkt dat het instrument werkt, zullen vergelijkbare
toepassingen worden ontwikkeld voor mensen met andere psychische
stoornissen, zoals depressie en persoonlijkheidsstoornissen.
“Door hun stoornis zijn mensen met schizofrenievaak alles kwijtgeraakt”, zegt projectcoördinatorPETER VAN SPLUNTEREN. “Bovendien zijn zij afhan-kelijk van medicatie, die vervelende en ingrijpendebijwerkingen heeft. Ik hoop dat we deze cliënten-groep met dit project betere ondersteuning kunnenbieden, zodat zij zich weer volwaardig mens gaanvoelen en zelf initiatieven ter hand nemen ommaatschappelijk te functioneren.”
42 43
BEHANDELING
www.trimbos.nl/verbeterdezorg
www.ggzrichtlijnen.nl
“Het Trimbos-instituut en het CBO werken voortdurendaan professionalisering van de richtlijnontwikkeling.Bijvoorbeeld door internationaal samenwerkingver-banden aan te gaan, zodat er geen werk dubbelop wordtgedaan. Er is nog een scherpere focus nodig op de be-langrijkste knelpunten in de zorg die met behulp vaneen richtlijn kunnen worden opgelost. En we moeteneen extra slag maken in de implementatie, zodat hulp-verleners bij het maken van beslissingen meteen overrelevante informatie kunnen beschikken. Hiervoor zul-len we de richtlijnen nog toegankelijker moeten maken.Want alleen dan zullen richtlijnen daadwerkelijk wor-den gebruikt als richtinggevende instrumenten.”
JAN SWINKELS hoogleraar richtlijn-
ontwikkeling in de gezond-
heidszorg aan de Universiteit
van Amsterdam
‘Richtlijnen essentieel voor goede zorg’
“Als hulpverleners zich met richtlijnen ondersteundvoelen in hun werk, heeft dit een positieve uitwer-king op de uiteindelijke zorg”, zegt senior weten-schappelijk medewerker HARRIËT VAN WETTEN. “Bijhet ontwikkelen van richtlijnen richten wij ons primair op hulpverleners, zodat zij – in samenspraakmet de cliënt – zorgvuldige en professionele beslis-singen kunnen nemen. Die ondersteuning zal onge-twijfeld leiden tot betere zorg voor cliënten. En daardoen we ‘t allemaal voor!”
Richtlijnontwikkeling verder geprofessionaliseerd
In een evidence based richtlijn is alle kennis over de diagnostiek en behandeling van een bepaalde
aandoening samengevat voor professionals en cliënten, ter ondersteuning van de besluitvorming en
de keuze van passende zorg. In een addendum is de richtlijn toegespitst op een specifieke doelgroep.
In een patiëntenversie is de betreffende kennis toegankelijk samengevat, zodat cliënten mede sturing
kunnen geven aan hun behandeling.
‘Richtlijnen,
addenda en
patiëntenversies’
Bij de ontwikkeling van een nieuwe richtlijn wordt relevante kennis door alle belanghebbenden gewikt en gewogen. Tijdens dittraject heeft het Trimbos-instituut een coördinerende en bewa-kende rol. In 2008 is hierbij een professionaliseringsslag gemaakt,zodat het verzamelen van kennis nog systematischer en objec-tiever verloopt.
Sinds afgelopen jaar is het Trimbos-instituut bij het ontwikkelen van
nieuwe richtlijnen voor het eerst zelf de benodigde literatuurreviews gaan
uitvoeren, in samenwerking met het CBO. Deze geprofessionaliseerde
aanpak garandeert met name bij de start van het richtlijntraject optimale
objectiviteit.
In de nieuwe aanpak stellen epidemiologen op basis van het literatuur-
onderzoek een lijst met conclusies samen, die wordt voorgelegd aan de
werkgroep van de betreffende richtlijn. De leden van de werkgroep formu-
leren vervolgens op grond van hun conclusies een reeks aanbevelingen.
Het geheel van conclusies, overwegingen en aanbevelingen wordt ter
commentaar aan de betrokken beroepsverenigingen voorgelegd. Na
verwerking van dit commentaar stellen de beroepsverenigingen tenslotte
een geautoriseerde richtlijn vast.
Implementatie
In 2008 werden de Doorbraakprojecten van de multidisciplinaire richt-
lijnen Schizofrenie, Angststoornissen en Depressie afgerond. Bij de imple-
mentatie van deze richtlijnen waren 25 Doorbraakteams in de eerstelijn en
50 Doorbraakteams in de ggz betrokken.
Om het (blijven) werken volgens richtlijnen te stimuleren, is het Trimbos-
instituut gestart met een speciaal borgingsproject. In dit kader is onder
meer een website ontwikkeld met instrumenten die het werken volgens
de geldende richtlijnen bevorderen www.trimbos.nl/verbeterdezorg1. Ook
heeft het Trimbos-instituut onlangs een nieuwe helpdesk voor imple-
mentatie opgezet: ‘IDé GGZ’.
Tenslotte is het afgelopen jaar een begin gemaakt met de herziening van
de Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie. Voor het eerst is hierbij gebruik
gemaakt van de ervaringen die in de schizofreniezorg met deze richtlijn
zijn opgedaan. Zo ontstaat een ‘voorbeeldige’ verbetercyclus, waarbij
vernieuwing van de richtlijn mede plaatsvindt op basis van inzichten uit de
praktijk.
1 www.trimbos.nl/verbeterdezorg is ontwikkeld vanuit het Landelijk Actieprogramma Kwaliteit ggz en verslavingszorg. Dit initiatief van het ministerie van VWS – waaronder verschillende deelprojecten vallen – wordt gecoördineerd en gefinancierd door ZonMw.
Richtlijnen die in 2008 uitkwamen:
• Addendum ouderen bij de
Multidisciplinaire Richtlijn Depressie
• Addendum ouderen bij de
Multidisciplinaire Richtlijn
Angststoornissen
• Patiëntenversie Multidisciplinaire
Richtlijn ADHD bij kinderen en
jeugdigen
• Patiëntenversie Multidisciplinaire
Richtlijn Schizofrenie
• Samenvatting Multidisciplinaire
Richtlijn Eetstoornissen
• Samenvatting Multidisciplinaire
Richtlijn Persoonlijkheidsstoornissen
Richtlijnen die in 2008 zijn gestart:
• Herziening Multidisciplinaire
Richtlijn Schizofrenie
• Multidisciplinaire Richtlijn
Beoordeling en Behandeling van
patiënten met suïcidaal gedrag
Richtlijnen in aanvraag:
• Multidisciplinaire Richtlijn
Autisme en aan autisme verwante
stoornissen
• Multidisciplinaire Richtlijn ADHD
bij volwassenen
• Multidisciplinaire Richtlijn
Gedragsstoornissen bij kinderen
en jeugdigen
Richtlijnen die in 2009 uitkomen:
• Addendum Jeugd bij de
Multidisciplinaire Richtlijn Depressie
• Herziening Multidisciplinaire
Richtlijn Angststoornissen
• Herziening Multidisciplinaire
Richtlijn Depressie
• Herziening Multidisciplinaire
Richtlijn Elektroconvulsietherapie
• Multidisciplinaire Richtlijn
Somatoforme klachten en
stoornissen
• Multidisciplinaire Richtlijn
Huiselijk geweld
• Multidisciplinaire Richtlijn
Problematisch alcoholgebruik
• Multidisciplinaire Richtlijn
Problematisch drugsgebruik
46 47
www.diabetesanddepression.org
Diabetes en Depressie: een zorgelijke combinatie
De World Psychiatric Association werkt aan het wereldwijde project ‘Global Diabetes and Depression
Dialogue’. Dit gebeurt in het kader van de Action for Mental Health van de Association for the
Improvement of Mental Health Programmes (AIMHP). Het project is gericht op onderzoek en behan-
deling van mensen die kampen met diabetes en depressie. Het Trimbos-instituut kreeg de opdracht
om de werkgroep Behandeling voor te zitten. In 2009 worden de bevindingen van alle werkgroepen
gepresenteerd. Daarop wordt een agenda opgesteld voor aanvullend onderzoek en de wereldwijde
implementatie van de voorgestelde behandelinterventies.
‘Global Diabetes
and Depression
Dialogue’
“This programme is of great importance, for at leastthree reasons. First, because the numbers of peoplewho suffer from both diabetes and depression is vastand the results of this project might help to improvetheir health care, which in most – even highly devel-oped – parts of the world is not satisfactory in eithercoverage or quality. Second, because the scientific exploration of simultaneous presence of these two diseases has an excellent chance to produce new andsignificant insights into the pathogenesis of both con-ditions. And third, because the project is creating aworldwide network of scientists, health care workers,patient- and family-organizations and other stake-holders in the field of health determined to work together on this problem.”
PROF.DR. NORMAN SARTORIUS
President of the AIMHP,
Washington University
‘Welvaartskwaal van arme bevolkingsgroepen’
Diabetes en depressie komen steeds vaker samen voor. Daarom ishet hoog tijd dat hier een combi-behandeling voor wordt ont-wikkeld. Deze behandeling moet bewezen effectief en betaalbaarzijn, zodat die ook in minder welvarende landen kan worden toe-gepast. Dat is het doel van het wereldwijde Diabetes en Depressieproject, waaraan het Trimbos-instituut meewerkt.
Diabetes grijpt overal ter wereld om zich heen. Niet alleen in de VS en
Europa, ook in Azië en het Midden Oosten neemt deze aandoening epide-
mische vormen aan. In combinatie met depressie – één van de meest voor-
komende psychische stoornissen – betekent dit een enorme aanslag op de
kwaliteit van leven van de betreffende patiënten.
Samen vormen diabetes en depressie namelijk een fnuikende combinatie,
die leidt tot een neerwaartse spiraal van elkaar versterkende klachten. Voor
mensen met een depressie is het moeilijker om zich te houden aan de leef-
stijl die nodig is om verergering van diabetes te voorkomen. En mensen
die lijden aan diabetes, kampen met zulke ingrijpende beperkingen dat zij
een veel grotere risico lopen op depressie. Het is dan ook een zorgelijke
ontwikkeling dat beide aandoeningen steeds vaker samen voorkomen.
Hoe beide stoornissen precies met elkaar samenhangen en op elkaar
inwerken, wordt op dit moment onderzocht door één van de werkgroepen
die is ingesteld in het kader van het wereldwijde AIMHP-project ‘Global
Diabetes and Depression Dialogue’. Met dit project wordt alle kennis over
de (combinatie van) beide aandoeningen gebundeld om de preventie en
behandeling te verbeteren.
Gecombineerde behandeling
Het Trimbos-instituut richt zich in het kader van het AIMHP-project op de
bestudering van de beste behandelingen van diabetes/depressie. Met de
huidige stand van kennis, is het aannemelijk dat gecombineerde behan-
delingen het meeste effect hebben. Om te voorkomen dat een van de aan-
doeningen leidt tot de genoemde dubbele problematiek is het devies:
counseling met uitleg over de aandoeningen en gerichte leefstijladviezen.
Als er al sprake is van een dubbele diagnose is er een zwaardere aanpak
nodig. De behandeling van diabetes dient dan te worden aangevuld met
psychotherapie en antidepressiva die geen nadelige invloed hebben op de
bloedsuikerspiegel. In het zogeheten collaborative care-model wordt dit
geheel aan interventies op elkaar afgestemd en is er sprake van intensieve
nazorg om te zien of de interventies het beoogde effect hebben.
“Van alle mensen die kampen met diabetes heefteen kwart te maken met depressieve klachten. Alleen al in Nederland gaat het daarbij om naarschatting 150.000 personen”, constateert psychia-ter CHRISTINA VAN DER FELTZ, programmahoofdDiagnostiek en Behandeling en voorzitter van deAIMHP-werkgroep Behandeling. “Op het eerste gezicht lijkt diabetes een typische welvaartskwaaldie direct samenhangt met een cultuur van ‘te veel’en ‘te vet’. Paradoxaal genoeg treft deze aandoeningechter vooral armere bevolkingsgroepen als gevolgvan hun leefstijl: ze eten ongezond, bewegen onvoldoende en moeten vaak zoveel moeite doenom het hoofd boven water te houden, dat gezondleven geen optie is. Daarom is het goed als de gecombineerde behandeling die we nu ontwikkelenwereldwijd wordt geïmplementeerd.”
48 49
JULI
| AU
GU
STU
S | S
EPTE
MBE
R
september
1Wilma Boevink (senior weten-
schappelijk medewerker bij
het Trimbos-instituut) wordt
bijzonder lector Herstel,
Empowerment en Ervarings-
deskundigheid (HEE) aan de
Hanzehogeschool Groningen.
Wilma Boevink zet zich al jaren
in voor het verbeteren van
de positie van de patiënt in de
psychiatrie. Het lectorschap
HEE valt onder het lectoraat
Rehabilitatie van de Academie
voor Sociale studies van de
Hanzehogeschool.
Belangrijkste financiers van
het lectoraat zijn het Trimbos-
instituut en de Stichting
Beschermende Woonvormen
Utrecht (SBWU).
19Op het vijfde, in Barcelona
gehouden congres van ICASA,
(een internationaal samen-
werkingsverband voor ADHD
en middelengebruik), wordt een
Europees onderzoek naar de
relatie tussen ADHD en ver-
slaving aangekondigd. ICASA
werd in 2005 opgericht door
het Trimbos-instituut. 14 centra
voor verslavingszorg in 10 EU
landen gaan meer dan 6000
patiënten beoordelen op ADHD
en een aantal andere stoornis-
sen. De eerste resultaten
worden eind 2010 verwacht.
Geurt van de Glind, wetenschap-
pelijk medewerker van het
Trimbos-instituut, houdt op
www.trimbos.nl een blog bij
over zijn ervaringen op het
congres.
24Uitgaan Alcohol en Drugs-team
lanceert een serie nieuwe mate-
rialen voor preventie en voor-
lichting. Voor professionals zijn
er factsheets zoals “Alcohol en
drugs op evenementen”. Voor
uitgaanders is voorlichtings-
materiaal ontwikkeld. Op
www.drugsenuitgaan.nl staan
tips en testjes voor zo veilig
mogelijk gebruik van uitgaans-
drugs.
29De brochure ‘Zorg voor jeugd in
beweging. Programmalijn
Psychische Gezondheid Jeugd’
wordt gepresenteerd. In deze
publicatie maakt het Trimbos-
instituut duidelijk dat ze de
komende jaren in samenwerking
met relevante partners in het
veld ambities heeft op het ge-
bied van psychische gezondheid
van jeugd. Het Trimbos-instituut
wil als kennisinstituut op het
gebied van de ggz en versla-
vingszorg een relevante bijdrage
leveren aan de ontwikkeling van
kwalitatief hoogwaardige zorg
voor jeugd.
juli
10De verbouwing van entree,
benedenverdieping en een ge-
deelte van de bovenverdieping
van het Trimbos-instituut is
klaar. Het hart van het Trimbos-
instituut is nu de Ti-plaza, een
plek voor ontmoeten, werken,
lunchen en (informeel) overleg.
Ook zijn nieuwe multifunctio-
nele vergaderruimten ingericht.
Tevens is het instituut overge-
stapt op het Beautiful People
concept. De koffie uit de koffie-
machines heeft het Rainforest
Alliance Keurmerk en is 100%
ecologisch verantwoord. Een
gedeelte van de opbrengst komt
ten goede aan kunstenaars met
een verstandelijke beperking die
aangesloten zijn bij Beautiful
People.
14Het Trimbos-instituut partici-
peert in het Global Initiative on
Diabetes and Depression. Het
initiatief wil een goed zorg-
model maken voor mensen met
diabetes en depressie. Ook moet
er een netwerk komen van des-
kundigen en instellingen die
zich bezig houden met patiën-
ten met diabetes en depressie.
Het Trimbos-instituut brengt
het vóórkomen van deze
comorbiditeit in kaart en maakt
een overzicht van de behandel-
mogelijkheden. De eerste resul-
taten van het initiatief worden
gepresenteerd op een conferen-
tie eind april 2009.
(lees meer op pag. 48)
augustus
12 De Addenda Ouderen bij de
richtlijnen Angst en Depressie
wordt geautoriseerd door de
diverse beroepsverenigingen. In
de addenda staat aangegeven
of, en zo ja in welk opzicht, de
diagnostiek, behandeling en
begeleiding van ouderen met
depressie of angststoornissen
aanpassingen behoeven ten op-
zichte van de aanbevelingen in
de richtlijnen voor volwassenen.
De Addenda zijn gemaakt in het
kader van het Landelijk Actie-
programma Kwaliteit GGZ/Ver-
slavingszorg van ZonMw.
18Het Trimbos-instituut en het
Wetenschappelijk Onderzoek-
en Documentatiecentrum
(WODC) van het ministerie van
Justitie gaan ter voorbereiding
op de nieuwe drugsnota van de
ministeries van VWS, Justitie
en Binnenlandse zaken een
evaluatie maken van dertig jaar
Nederlands drugsbeleid.
Onderzocht wordt in hoeverre
de doelstellingen van het drugs-
beleid gerealiseerd zijn.
27Karin Monshouwer (weten-
schappelijk medewerker bij het
Trimbos-instituut) promoveert
aan de Universiteit van Utrecht
op het proefschrift ‘Welcome to
the house of fun’, epidemio-
logical findings on alcohol and
cannabis use among Dutch
adolescents’. Uit het proefschrift
blijkt dat tussen 1992 en 2003
steeds meer jonge adolescenten
zijn gaan drinken. Cannabis-
gebruik nam na 1996 niet verder
toe. Het proefschrift is geba-
seerd op de gegevens van twee
landelijk representatieve
studies: het Peilstationsonder-
zoek scholieren en de Health
Behaviour in School-aged
Children studie.
JAA
ROVE
RZIC
HT
2008
50 51
REÏNTEGRATIE
www.kenniscentrum-rehabilitatie.nl
www.pandora.nl
www.zonmw.nl/geestkracht
Meer onderzoek nodig naar rehabilitatieprogramma’s
In het kader van het programma GeestKracht van ZonMw maakt het Trimbos-instituut kennis
over rehabilitatie van mensen met ernstige psychische problematiek toegankelijk. Najaar 2008 is in
samenwerking met het Kenniscentrum Rehabilitatie een samenvattend overzicht gemaakt van alle
rehabilitatieprogramma’s. Belangrijkste conclusie: over de effectiviteit van de meeste methodieken
is nog te weinig bekend.
‘Rehabilitatie-
onderzoek in
Nederland’
“Deze kennissynthese rehabilitatie was bedoeld om eensamenhangend overzicht te krijgen van onder anderedoor ZonMw gefinancierde onderzoeken naar rehabili-tatiemethodieken. Dat heeft geleid tot een gedegenstudie, waaruit blijkt dat een aantal interventies bewe-zen effectief is, ook al is de bewijsvoering soms nogdun. Uit de expertmeeting over deze studie is boven-dien duidelijk geworden waar aanvullend onderzoeknodig is en wat alle partijen te doen staat bij de verdereimplementatie van de effectieve rehabilitatie-inter-venties. Daarvoor is het van groot belang de beschik-bare kennis gericht te verspreiden onder stakeholderszoals gemeenten, opleidingsinstituten en zorgaanbie-ders.”
STIJN TERSMETTEprogrammasecretaris
GeestKracht bij ZonMw
‘Laten we veelbelovende inter-venties beter onderzoeken’
In Nederland krijgen naar schatting 78.000 mensen permanentzorg vanwege ernstige psychische problemen. Inmiddels zijn ertal van programma’s opgezet om hen te ondersteunen bij werken,wonen, leren en het aangaan van sociale contacten. Er is echternog veel onderzoek nodig om vast te stellen of deze programma’sook werkelijk effectief zijn.
Het probleem is duidelijk. De meeste mensen met ernstige psychische pro-
blemen verkeren in een maatschappelijk isolement. De oplossing van dit
probleem is veel minder duidelijk. Want hoe kunnen zij – net als iedereen
– een normaal leven leiden, met zinvolle bezigheden, een eigen woon-
ruimte, een leuk sociaal netwerk en passende opleidingsmogelijkheden?
Op al deze levensterreinen zijn inmiddels programma’s ontwikkeld, die
in projecten en pilots zijn uitgeprobeerd en toegepast. Soms is daarbij
onderzoek gedaan naar de effectiviteit, maar vaak ook niet. Dat blijkt uit
het overzicht dat het Trimbos-instituut en het Kenniscentrum Rehabilita-
tie in 2008 maakten van 52 lopende en afgeronde onderzoeken naar
bekende en minder bekende rehabilitatiemethodieken, -programma’s en
-projecten.
Aantoonbaar effectief?
Eén van de methodieken waarnaar inmiddels ‘hard’ effectonderzoek is
gedaan – met een randomised clinical trial (rct) – betreft de Individuele
Rehabilitatiebenadering (IRB). Hieruit blijkt dat deze benadering cliënten
helpt om hun eigen doelen te realiseren. Op andere terreinen is de meer-
waarde van deze benadering echter nog niet aangetoond.
Ook de effectiviteit van de Assertive Community Treatment (ACT) is
onderzocht. Deze aanpak blijkt vooral een positief effect te hebben op de
continuïteit van zorg en de stabiliteit van de huisvesting. Op het gebied
van rehabilitatie zijn de effecten van ACT echter veel minder aangetoond.
Kortom: ook bij programma’s die inmiddels wetenschappelijk zijn onder-
zocht, staat op het terrein van rehabilitatie de effectiviteit nog niet vast.
Daarmee is niet gezegd dat deze methodieken ineffectief zijn; maar de
conclusie is wel dat er nog veel aanvullend onderzoek nodig is om de
effectiviteit te kunnen vaststellen.
Dit vereist zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek. Zo moet er meer
zicht ontstaan op harde resultaten – zoals het aantal mensen dat werk of
dagbesteding heeft gevonden – en op zachtere uitkomsten – zoals infor-
matie over de ervaren kwaliteit van leven en empowerment.
“Het is bijzonder om te zien hoeveel onderzoek erde afgelopen tien jaar is gestart op het terrein vanrehabilitatie”, constateert HARRY MICHON, seniorwetenschappelijk medewerker. “Ik hoop dat de doorons gebundelde kennis hierover wordt ingezet bijhet onderzoek naar en de ontwikkeling van veel-belovende interventies. Dat is van groot belang ommensen met ernstige psychische problemen gerichtte kunnen ondersteunen bij het vinden van een toekomstperspectief, waarbij zij niet langer alleen patiënt zijn.”
54 55
www.zorgvoorbeter.nl
www.trimbos.nl/verbeter-dezorg
Gericht investeren in kwaliteits-verbeteringen
Leren van elkaar: met een methodische aanpak, veelbelovende praktijkvoorbeelden en professioneel
advies. Dat kenmerkt het landelijk actieprogramma Zorg voor Beter. Doel is het invoeren van best
practices en het realiseren van meetbare kwaliteitsverbeteringen bij instellingen voor langdurige zorg.
Het Trimbos-instituut en Vilans richten zich hierbij op de ggz met vier verbetertrajecten: ‘Bemoei-
zorg’, ‘Herstelgerichte zorg’, ‘Sociale participatie’ en ‘Somatische comorbiditeit’. Inmiddels werken
ruim 120 ggz-verbeterteams hieraan. Zorg voor Beter is een initiatief van het ministerie van VWS.
ZonMw heeft de regie.
‘Zorg voor Beter’ “Het afgelopen jaar zijn binnen onze instelling meer-dere Zorg voor Beter-projecten uitgevoerd. Ik was metvijf hulpverleners en een cliënt betrokken bij het pro-ject Herstelgerichte Zorg. Met steun van ervaringsdes-kundigen van ons Cliënten Belangenbureau zijn webegonnen met laagdrempelige informatiebijeenkom-sten over ‘herstel’. In december is de eerste herstelgroepgestart met zeven cliënten onder leiding van erva-ringsdeskundigen. Voor hulpverleners willen we dit jaarsoortgelijke bijeenkomsten beleggen, zodat ervarings-deskundigen zelf kunnen aangeven wat belangrijk is bij‘herstel’. De hulpverleners van dit project zorgen nu alsaandachtsfunctionaris dat het werken aan herstel-gerichte zorg hoog op de agenda blijft staan. Belang-rijk! Ze werken hier graag blijvend aan, omdat dit project direct gericht is op het verbeteren van de zorg.Dat is echt een verademing.”
YVONNE WIJDEVENprojectmanager van
GGZ inGeest (voorheen
Stichting Buitenamstel
Geestgronden)
‘Eerste resultaten zijn bemoedigend’
Zorg die tekortschiet… Zorg die onvoldoende op elkaar aansluit…Zorg waarbij de focus te eenzijdig is gericht op psychische pro-blemen… Om dit soort knelpunten het hoofd te bieden, starttehet Trimbos-instituut in 2007 met het landelijke actieprogrammaZorg voor Beter. Sindsdien werken tientallen verbeterteams in deggz aan meetbare kwaliteitsverbeteringen.
Meer continuïteit van zorg is een belangrijk speerpunt van het verbeter-
traject ‘Bemoeizorg’. Veel bemoeizorgteams lopen namelijk aan tegen
onvoldoende afstemming in de zorgketen. Contacten en hulpverlenings-
trajecten die met moeite zijn opgezet, worden hierdoor regelmatig door-
broken. En juist dan bestaat het risico dat cliënten teleurgesteld afhaken.
De verbetertrajecten ‘Sociale participatie’ en ‘Herstelgerichte zorg’ zijn
vooral gericht op het vergroten van het sociale netwerk, de persoonlijke
autonomie en de deelname aan de samenleving. Belangrijke items voor
mensen die zijn aangewezen op langdurige zorg en hierdoor de greep op
hun leven hebben verloren. De verbetertrajecten willen dit doorbreken door
middel van herstelondersteunende zorg. Cliënten leren hun eigen kracht te
ontdekken, doelen te formuleren en die om te zetten in initiatieven die
hun herstel bevorderen. Deze benadering vereist van hulpverleners dat
zij de herstelmogelijkheden van cliënten aanmoedigen, zonder hen
afhankelijk te maken van zorg. Zij maken hierbij gebruik van de expertise
van ervaringsdeskundigen uit de herstelbeweging.
Niet alleen de geest…
Doel van het laatste verbetertraject ‘Niet alleen de geest, maar ook het
lichaam’ is verbetering van de somatische zorg in de ggz. Door alle medi-
catie en een ongezonde leefstijl kampen veel ggz-cliënten met over-
gewicht, diabetes en hart- en vaatziekten. Dit wordt lang niet altijd
onderkend. In dit traject wordt daarom gewerkt aan betere somatische
zorg binnen instellingen en aan een verbetering van de lichamelijke
gezondheid van cliënten.
Bij alle vier trajecten werken verbeterteams gedurende een jaar project-
matig aan één van de genoemde thema’s. Op basis van de landelijk vast-
gestelde doelen stellen zij specifieke verbeterdoelen op, die worden
vastgelegd in een werk- en meetplan. Vervolgens gaan zij met nieuwe
meet- en behandelinstrumenten aan de slag om de doelen te realiseren.
In 2009 kunnen verbeterteams ook aan de slag met gecombineerde ver-
beterthema’s: ‘Gezondheid en medicatieveiligheid’ en ‘Herstel en sociale
participatie’.
“Uit de eerste resultaten blijkt dat de verbeter-trajecten bijdragen aan een hogere kwaliteit vanleven”, constateert SONJA VAN ROOIJEN, project-leider van de Zorg voor Beter-trajecten voor de ggz.“Bij ‘Bemoeizorg’ zie je bijvoorbeeld dat bij ruim eenderde van de cliënten met chronische psychiatrischeproblematiek hun financiële situatie, woonom-standigheden en dagbesteding zijn verbeterd; alle-maal leefgebieden waarop zij ernstige problemenondervinden. Reden genoeg om gestaag door tegaan met deze kwaliteitsimpuls.”
56 57
INTERNATIONAAL
http://ec.europa.eu/health/ph_determinants/life_style/men-tal/mental_health_en.htm
http://www.euro.who.int/men-talhealth/baseline/20080602_1
“In Europa is Nederland het voorbeeld van een land datveel van alles lijkt te hebben. Zo scoort het land hoog op het aantal beschikbare bedden, psychiaters en verpleegkundigen. De grote vraag is echter of de zorgefficiënt georganiseerd is en welk effect dit heeft opkwaliteit en tevredenheid. Het nieuw systeem van zorg-financiering in Nederland kan een belangrijke stimu-lans bieden aan de efficiëntie van de ggz, met name aaneen betere balans tussen eerstelijns zorg, communityservices en beddencapaciteit. Uit evaluaties moet blijken welke impact dit nieuwe stelsel heeft op dekwaliteit van de zorg. De ervaring van patiënten en hunfamilies moet hierbij zeer zwaar meetellen. Ik ben benieuwd naar de uitkomsten van deze evaluaties. Dehuidige ontwikkelingen in Nederland hebben namelijkde potentie om de organisatie van de zorg in andere Europese landen te beïnvloeden.”
DR. MATTHIJS MUIJENRegional Adviser for
Mental health, World Health
Organization Europe
‘Investeer in intensievere kennisuitwisseling’
“Het WHO-rapport laat zien dat de kwaliteit vanzorg die Europese burgers ontvangen, samenhangtmet het zorgbudget en de landelijke economischesituatie”, constateert JOLANDA MEEUWISSEN, senior wetenschappelijk medewerker en projectlei-der. “Met het vervolgproject waaraan we nu werken,willen we inzichtelijk maken welke verbeteringen erin de geestelijke gezondheidszorg in Europa wense-lijk en mogelijk zijn. Door de opzet van informatie-uitwisseling tussen de deelnemende landen kunnenwe de beschikbare kennis op dit terrein bovendienbeter benutten om waar nodig veranderingen enverbeteringen in gang te zetten. Ook Nederland zalzo nog veel kunnen leren van andere Europese landen.”
Verbetering van ggz vanuit internationaal perspectief
In 2008 zijn nieuwe Europese kaders geformuleerd op het gebied van de ggz. De EU lanceerde op 13 juni
het ‘European Pact for Mental Health and Well-being’. In Tallinn werd op 25-27 juni de Tallinn Charter
‘Health Systems for Health and Wealth’ opgesteld waarin de ‘Mental Health Declaration for Europe
and Action Plan’ uit 2005 werd onderschreven. De World Health Organization bracht tenslotte op
10 oktober – ‘Wereld GGZ-dag’ – het rapport ‘Policies and Practices for Mental Health in Europe’ uit,
met onder meer een overzicht van beleid en praktijk van de ggz in 42 Europese landen. Het Trimbos-
instituut en het ministerie van VWS verzorgden voor dit rapport de data voor Nederland.
‘Nieuwe Europese
kaders voor
geestelijke
gezondheidszorg’
Goede gezondheid draagt bij aan economische groei en welvaart.Vanuit deze gedachte werd eind juni in Tallinn een Charter opgesteld met een leidraad en een strategisch kader voor het versterken van gezondheidssystemen in Europa. De domeinen gezondheid, welzijn en economische groei werden nadrukkelijkmet elkaar verbonden.
Voorafgaand aan de ministeriële conferentie in Tallinn kwam begin juni
het Europese Pact voor geestelijke gezondheid en welbevinden uit. In dit
pact krijgen vier aandachtsgebieden prioriteit: preventie van suïcide en
depressie; geestelijke gezondheid en educatie bij jeugdigen; geestelijke
gezondheid in de arbeidssetting; geestelijke gezondheid bij ouderen. Het
bestrijden van stigma en sociale uitsluiting is als vijfde prioriteit benoemd.
Het WHO-rapport dat in oktober uitkwam, is een waardevolle basis voor
verdere investeringen in de ggz in Europa. Op grond van de gegevens van
dit rapport, kan de komende jaren worden gemeten welke vooruitgang
Europese landen boeken. Ook kan hiermee worden bepaald wat er terecht
komt van de doelstellingen van de Mental Health Declaration, de Tallinn
Charter en het European Pact.
Het rapport laat zien dat veel EU-landen, waaronder Nederland, de afgelo-
pen jaren al aanzienlijke zorgverbeteringen hebben bereikt, met name op
het gebied van deïnstitutionalisering, het opbouwen van laagdrempelige
voorzieningen, het betrekken van patiëntenverenigingen en het verster-
ken van de eerste lijn. Tegelijkertijd blijkt echter dat er grote verschillen
tussen Europese landen bestaan, bijvoorbeeld op het gebied van training
en kwalificatie van zorgpersoneel en het voorschrijven van medicatie.
Internationale kwaliteitsindicatoren
Om binnen deze nieuwe Europese kaders kwaliteitsverbeteringen te
bevorderen, is de WHO een vervolgproject gestart waarbij het Trimbos-
instituut is betrokken. In dit project worden ondermeer indicatoren voor
kwaliteit van zorg ontwikkeld. Verder wordt een inventarisatie gemaakt
van succesvolle leiderschapsstrategieën en best practices om de ver-
anderprocessen een extra impuls te geven. In dit kader organiseerde het
Trimbos-instituut met en voor de WHO in 2008 twee bijeenkomsten met
een focus op het uitwisselen en verspreiden van evidence-based kennis en
best-practices in de ggz.
60 61
War on drugs: niet effectief
In opdracht van de Europese Commissie maakte het Trimbos-instituut een analyse van de wijze
waarop de illegale drugsmarkt zich de afgelopen tien jaar wereldwijd heeft ontwikkeld. In deze
studie is ook gekeken naar de uiteenlopende effecten van het drugsbeleid in achttien landen. Het
onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Rand – een gerenommeerd Amerikaans instituut voor
beleidsanalyse – is in het voorjaar 2009 in Brussel en Wenen gepresenteerd.
‘Analyse van
wereldwijde
drugsmarkt en
drugsbeleid’
“Dit is het eerste systematische onderzoek naar drugs-problematiek tussen diverse landen. Daardoor beschik-ken we nu over een duidelijk raamwerk waarmee wekunnen vergelijken in hoeverre de drugsproblematiekin diverse landen is veranderd door het overheidsbeleidaldaar. De studie toont aan dat overheden vooral in-vloed kunnen hebben op de schade die druggebruik veroorzaakt in de samenleving. Hoeveel drugs er wor-den gebruikt, kunnen overheden echter veel mindergoed beïnvloeden. Daarmee is niet gezegd dat alleenharmreductie programma’s ertoe doen. Op lokaal niveau kan drugsbestrijding namelijk ook wel degelijkeffect hebben.”
PETER REUTERSco-director en senior
economist bij RAND
Drug Policy Research Center
‘Belangrijke input voor beleidsmakers’
De wereldwijde drugshandel is niet te stuiten. Daarom is het van-uit gezondheidsperspectief zinvoller te investeren in preventie enharm reduction om de gevolgen van druggebruik onder controlete houden. Dat blijkt uit een studie naar het drugsprobleem endrugsbeleid in achttien landen waaronder Nederland.
Tien jaar geleden namen de Verenigde Naties zich voor het drugsprobleem
substantieel terug te dringen. Het beleid om dit doel te bereiken is echter
niet effectief geweest. Dit blijkt uit de analyse die het Trimbos-instituut het
afgelopen jaar maakte naar de wereldwijde drugsproductie en -handel.
Of het nu gaat om opiaten, cocaïne, amfetamine of cannabis, bij geen van
deze drugs is een afname te constateren in productie, handel en gebruik.
Op maatregelen om drugshandel tegen te gaan, wordt vaak direct gerea-
geerd. De geïntensiveerde drugscontroles op Schiphol bij alle vluchten van-
uit de Antillen leidden bijvoorbeeld tot een sterke afname van de doorvoer
van cocaïne door Nederland. Sindsdien is echter een nieuwe hoofdaan-
voerlijn ontstaan via West Afrika, Portugal en Spanje. Hierdoor had de
Nederlandse maatregel op nationaal niveau weliswaar effect; het effect op
de mondiale drugshandel was echter zeer gering.
Meer preventie
Wat helpt dan wel om de drugshandel – en de daarmee gepaard gaande
georganiseerde criminaliteit – te bestrijden? Eén van de opties die kan
worden onderzocht is het investeren in preventieve maatregelen die de
vraag naar drugs beïnvloeden. Bijvoorbeeld met behulp van preventie-
programma’s op scholen. Dat verkleint de kans dat jongeren later proble-
matisch gaan gebruik. Een tweede optie betreft het investeren in gezond-
heidsmaatregelen. Dat levert namelijk direct gezondheidswinst op. Kijk
naar landen met een actief spuiten-omruil- en methadonprogramma; daar
komen aanzienlijk minder nieuwe HIV-infecties onder druggebruikers voor.
Tegen deze achtergrond verdient het Nederlandse drugsbeleid – met een
genuanceerde, realistische benadering en een gedifferentieerde aanpak
per verslavend middel – meer waardering en soms zelfs navolging, aldus de
onderzoekers. De bevindingen in het rapport wijzen dan ook in de richting
van een bijstelling van het drugsbeleid; minder gericht op bestrijding, en
meer op preventie en harmreductie. Met name voor de Verenigde Staten
ligt dit echter gevoelig, gezien hun war on drugs en hun abstinentie-
gerichte benadering.
“Deze studie heeft een schat aan informatie opge-leverd”, zegt projectleider FRANZ TRAUTMANN diehet afgelopen jaar met veel enthousiasme aan deze studie werkte. “Mede dankzij de gehanteerdemarktmodellen weten we nu meer over de produc-tie, handel en verkoop van drugs. Daarnaast hebbenwe ook meer zicht gekregen op de impact van over-heidsbeleid. Dat levert belangrijke input op voor be-leidsmakers. In vergelijking met de overige landendie in deze studie zijn onderzocht, doen we het inNederland heel redelijk dankzij onze pragmatischebenadering van drugsproblematiek. Daar kunnenwe blij mee zijn.”
62 63
21Eerste e-zine Jeugd Actueel.
Nieuw e-zine is tiende in een
reeks van succesvolle thema-
tische e-zines. Het Trimbos-
instituut zet zich in voor de
psychische gezondheid van
jongeren en wil bijdragen aan
kwaliteitsverbetering van de
zorg voor deze groep. O.a. door
de e-zine Jeugd Actueel uit te
brengen en te werken aan een
Programmalijn Jeugd. Jeugd
Actueel verschijnt vierwekelijks.
28Publicatie eerste Trendrappor-
tages GGZ. De Nederlandse GGZ
biedt een grote verscheidenheid
aan zorg, komt door de invoe-
ring van de marktwerking nog
OKT
OBE
R | N
OVE
MBE
R | D
ECEM
BER
oktober
1Algemeen overleg Tweede
Kamer met minister Klink over
de beleidsbrief van de minister
naar aanleiding van het Beleids-
advies Verminderen van Suïcida-
liteit (Trimbos-instituut,
december 2007). Er wordt uitge-
breid gesproken over het thema
en nagenoeg alle adviezen uit
het beleidsadvies worden ver-
genomen.
2Eerste e-zine Psychose Actueel.
Psychose Actueel biedt een
selectie van nieuws en informa-
tie uit diverse externe en interne
bronnen. Professionals worden
op deze manier snel geïnfor-
meerd over nieuws en relevante
achtergrondinformatie op het
terrein van psychose. Psychose
Actueel verschijnt om de zes
weken.
9Perspresentatie Peilstations-
onderzoek Ouders.
Ouders onderschatten het mid-
delengebruik (alcohol, cannabis
en tabak) van hun kinderen. Met
name het alcoholgebruik wordt
onderschat door ouders. Dat
blijkt uit het Peilstationsonder-
zoek Ouders dat is aangeboden
aan minister Rouvoet van het
ministerie van Jeugd en Gezin.
Dit is ook de start van een regio-
nale voorlichtingscampagne
gericht op het verstevigen van
de kennis en het bewustzijn van
ouders over alcoholgebruik en
hun kind(eren).
(lees meer op pag. 12 en 24)
meer in beweging, maar lijkt
ook minder overzichtelijk te
worden dan voorheen. Dit blijkt
uit de Trendrapportages GGZ
2008 van het Trimbos-instituut.
De Trendrapportages GGZ be-
staan uit drie delen. Actuele
ontwikkelingen in de geestelijke
gezondheidszorg zijn op een rij
gezet aan de hand van drie kern-
thema’s: 1. Organisatie, struc-
tuur en financiering; 2. Toegang
en zorggebruik en 3. Kwaliteit en
effectiviteit.
(lees meer op pag. 40)
november
3Startschot Campagne
‘Drinken is geen sport!’
Sportverenigingen in Nederland
beschikken vanaf vandaag over
extra materialen die hen helpen
verantwoord om te gaan met
het schenken van alcohol. De
boodschap is helder: aan jeugd
jonger dan 16 jaar worden geen
zwakalcoholhoudende dranken
geschonken en aan jeugd jonger
dan 18 jaar geen sterke drank.
Barvrijwilligers wordt aangera-
den bij twijfel aan iedereen die
jonger lijkt dan 20 jaar stan-
daard om een identiteitsbewijs
te vragen. (lees meer op pag. 24)
6Lancering
www.dementiedebaas.nl.
Hoe blijf je als mantelzorger
de dementie van degene
die je verzorgt de baas?
www.dementiedebaas.nl van
het Trimbos-instituut,
Alzheimer Nederland en
Stichting Geriant speelt in op
de behoefte aan meer informa-
tie, advies en zorgcoördinatie
én biedt een online cursus voor
mantelzorgers.
In januari 2009 start een twee-
jarige effectmeting voor de
wetenschappelijke onderbou-
wing van de effectiviteit van de
cursus. Zorgverzekeraar
Univé-VGZ-IZA-Trias (UVIT) stelt
hiervoor geld beschikbaar. Na
afronding van de effectmeting
komt de online cursus beschik-
baar voor alle mantelzorgers
van mensen met dementie.
(lees meer op pag. 32)
16Trimbossers lopen
7-heuvelenloop Nijmegen.
Het Trimbos-instituut is met
twee teams met in totaal 17
hardlopers vertegenwoordigd
op de 7-heuvelenloop tussen
Nijmegen en Groesbeek. Jaar-
lijks doen liefst 25.000 lopers
mee aan dit evenement. Dit jaar
nemen in totaal 850 bedrijven-
teams deel. De teams van het
Trimbos-instituut eindigen op
de 180e en 785e plaats in het
teamklassement.
20 en 21WHO Expert Meeting ‘Indicators
for policy making in mental
health – Learning lessons from
the Baseline Assessment’. Doel-
stelling is uitwisseling en ver-
spreiding van evidence-based
kennis en best practices in de
geestelijke gezondheidszorg
door WHO-partners, waarbij het
Trimbos-instituut een centrale,
coördinerende rol heeft.
(lees meer op pag. 60)
december
2Cursus ‘Met Lef’ best clinical
practice. In 2002 werd ‘Met Lef!
Zelfverzekerd in contact met
anderen’ opgezet door GGNet,
de Gelderse Roos en Riagg
Rijnmond. De cursus is voor
jongvolwassenen vanaf 18 jaar,
die last hebben van angst en
verlegenheid in sociale situaties.
In 2007 startte het Trimbos-
instituut een pilot om de inter-
ventie te testen en verbeteren.
De cursus is aangepast en
daarna gegeven door elf GGZ-
instellingen. Resultaat: een
flinke vermindering van angst-
klachten bij de deelnemers.
8Webcast Angststoornissen.
Ruim 800 mensen meldden zich
aan voor deelname aan de web-
cast – de eerste in de geschiede-
nis van het Trimbos-instituut.
Bijna 400 mensen volgden
daadwerkelijk de gehele uitzen-
ding over opsporing, diagnos-
tiek en behandeling van mensen
met een angststoornis. De
webcast werd verzorgd in
samenwerking met Benecke en
ZonMw. Tijdens de live uitzen-
ding besteedde een team van
experts onder meer aandacht
aan het nut van vroegherken-
ning met behulp van de Vier-
dimensionale Klachtenlijst
(4DKL) en adequate diagnostiek
en behandeling volgens de
stepped care methode.
17Promotie Heleen Riper,
VU Amsterdam. De website
‘MinderDrinken’ is een klinische
én kosteneffectieve manier om
problematisch alcoholgebruik
terug te dringen. Dat conclu-
deert Heleen Riper, wetenschap-
pelijk medewerker bij het
Trimbos-instituut, in haar
proefschrift. Een flink aantal
probleemdrinkers slaagt erin om
– zonder therapeutische bege-
leiding – bovenmatig alcohol-
gebruik in te perken. Riper: “Via
digitale kanalen wordt een
nieuwe, zeer grote groep pro-
bleemdrinkers bereikt. De
drempel voor de reguliere hulp-
verlening is voor hen te hoog,
internethulpverlening neemt die
zo goed als helemaal weg.”
JAA
ROVE
RZIC
HT
2008
64 65
Balanceren tussen groei en stabilisatieGroei en stabilisatie. Twee kernwoorden voor het Trimbos-
instituut in 2008. Door het toegenomen aantal opdrachten is
het instituut de afgelopen twee jaar gegroeid van 150 FTE naar
186 FTE eind 2008. De ambities van de programma’s binnen het
instituut zijn hoog, zodat de formatie ook in 2009 nog zal toe-
nemen. Het streven is echter om het instituut niet verder
te laten groeien dan 200 FTE. Door de instroom van nieuwe
medewerkers is het van belang eerder in gang gezette ver-
nieuwingen te consolideren. Zoeken naar evenwichtige groei
en voldoende stabiliteit gaan daarom hand in hand.
Vier jaar geleden had niemand durven hopen op deze ont-
wikkeling. Door forse bezuinigingen van de overheid was het
Trimbos-instituut op dat moment genoodzaakt sterk in te
krimpen. Dit leidde tot een heroriëntatie op de inkomensstro-
men. Om minder afhankelijk te zijn van overheidssubsidies zijn
de afgelopen jaren tal van nieuwe opdrachtgevers en financiers
gevonden. Hierdoor komt nu nog slechts de helft van de
subsidies van het ministerie van VWS. De overige inkomsten
zijn afkomstig van ggz-instellingen, zorgverzekeraars en het
bedrijfsleven. Het is de bedoeling om de laatste geldstroom de
komende jaren verder te laten groeien, zodat de continuïteit
en onafhankelijkheid van het instituut gewaarborgd is.
Ondanks het toegenomen aantal wetenschappelijk mede-
werkers zijn de ondersteunende diensten van het instituut
minder gegroeid. De diensten hebben de groei in de organisa-
tie kunnen opvangen dankzij de toegenomen digitalisering en
de verbeterde inrichting van interne processen. Dat de organi-
satorische processen goed op orde zijn, werd mede bevestigd
door het ISO-certificaat dat het Trimbos-instituut in 2008 wist
te bestendigen.
Het medewerkersbegeleidingssysteem – met een jaarlijkse
cyclus van plannings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken
– is in het afgelopen jaar verder geoptimaliseerd en gedigitali-
seerd om het zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken, zowel
voor de leidinggevenden als voor de medewerkers die de betref-
fende gegevens verwerken. Dit heeft geleid tot een kwaliteits-
slag, omdat nu in één oogopslag duidelijk is of de digitale
personeelsdossiers compleet zijn.
Om te zien hoe het Trimbos-instituut presteert ten opzichte
van vergelijkbare instituten, organiseerde het een benchmark
met collega-instituten waaronder het CBO. Hierbij is gekeken
naar uiteenlopende zaken, zoals de externe klantwaardering,
de financiële positie, het ziekteverzuim en de declarabiliteit
van medewerkers. Uit de resultaten blijken de deelnemende
instituten niet veel van elkaar te verschillen. Het Trimbos-
instituut scoort vooral goed op de manier waarop het perfor-
mance management is geïmplementeerd. De benchmark wordt
voortgezet om op specifieke terreinen onderling vergelijkingen
te kunnen maken.
Ook op het terrein van medewerkerstevredenheid is het afge-
lopen jaar meegedaan aan een benchmark: ‘Monitor@Work’
uitgevoerd door SKB. De scores van dit tevredenheidsonder-
zoek zijn vergeleken met die van universiteiten en met een
meer algemene doorsnee van instellingen. Hieruit blijkt onder-
meer dat de Trimbos-medewerkers positief zijn over hun lei-
dinggevenden, de zelfstandigheid waarmee zij hun werk
kunnen uitvoeren, de leermogelijkheden en de beloning. Daar
tegenover kwam echter ook naar voren dat zij een hoge werk-
druk ervaren. Bij sommigen wordt dat versterkt door de nieuwe
acquisitietaak die zij moeten uitvoeren. Binnen het Trimbos-
instituut stellen de medewerkers bovendien meer onderlinge
samenwerking en uitwisseling op prijs. Deze uitkomsten
leiden tot enkele Trimbos-brede acties in 2009.
66 67
De eerste maanden van 2008 werd de interne verbouwing van
het Trimbos-instituut afgerond. De renovatie van de begane
grond resulteerde in een representatieve entree, enkele nieuwe
werk- en vergaderruimten en een kleurrijke ontmoetingsruimte
annex bedrijfsrestaurant: de ‘Ti-plaza’. De verbouwing voldoet
aan het gestelde doel: binnen de beschikbare vierkante meters
op de begane grond ruimte creëren voor ontmoeting en uit-
wisseling. Op de Ti-plaza kunnen medewerkers overleggen en
bezoekers ontvangen voor vergaderingen en presentaties. In
2009 wordt een begin gemaakt met de verbouwing van de
werkruimten van medewerkers. Dit zal waarschijnlijk per
vleugel van het pand gebeuren, omdat ‘de winkel tijdens de
verbouwing’ geopend blijft.
Door de toenemende digitalisering is de diversiteit aan soft-
waresystemen die binnen het instituut worden gebruikt sterk
toegenomen. Om hierin overzicht te houden is in 2008 gestart
met het maken van een zogeheten informatiearchitectuur.
Daarbij is in kaart gebracht welke systemen in gebruik zijn en
in hoeverre deze systemen aan elkaar gekoppeld zijn (of
kunnen worden). Bovendien zijn er eisen en standaarden
geformuleerd waaraan nieuwe informatiesystemen dienen te
voldoen. Dat is nodig om ook in de toekomst alle informatie-
vragen met behulp van de beschikbare systemen optimaal te
kunnen beantwoorden.
Dat de organisatorische processen goed op orde zijn,werd mede bevestigd door het ISO-certificaat dat het
Trimbos-instituut in 2008 wist te bestendigen.
Tenslotte heeft het Trimbos-instituut in 2008 op verschillende
manieren geïnvesteerd in het online verspreiden van kennis.
Allereerst is gewerkt aan een geheel vernieuwde corporate web-
site met een betere zoekmachine en een menselijke look and
feel. De website wordt interactief, zodat bezoekers er zowel
informatie kunnen halen als brengen. Bovendien kunnen zij de
site afstemmen op hun eigen informatiebehoefte, zodat zij
precies die informatie krijgen die zij belangrijk vinden. De web-
site wordt in 2009 operationeel.
Voorts heeft het Trimbos-instituut gewerkt aan de oprichting
van een BV: MentalShare. Deze BV is bedoeld om de e-mental
health interventies die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld zo
goed mogelijk op de markt te zetten, zonder dat het Trimbos-
instituut financiële risico’s loopt. De (eventuele) winsten van
de BV worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van nieuwe
internetinterventies en in het onderhoud en de doorontwikke-
ling van bestaande interventies. Dit initiatief is mede mogelijk
gemaakt dankzij de samenwerking met het sociale investe-
ringsfonds George Avenue.
Patricia Geradts directeur bedrijfsvoering.
PersoneelsinformatiePer 31 december 2008 waren:
• 232 medewerkers (189,53 fte) in dienst van het instituut,
waarvan 27,58% mannen en 72,42% vrouwen
• 69,83% van de medewerkers in vaste dienst, 30,17% in
tijdelijke dienst
• de medewerkers gemiddeld 41,93 jaar oud. De gemiddelde
leeftijd van mannen was 46,07 jaar, die van vrouwen 40,35
jaar.
Het gemiddelde ziekteverzuim bedroeg per 1 december 4,2%.
BED
RIJF
SVO
ERIN
G vast/tijdelijk dienstverband
120
100
80
60
40
20
0tijdelijk vast
mannen
vrouwen
11
5953
109
aantal jaren in dienst m/v
120
100
80
60
40
20
0
mannen
vrouwen
1-4jaar
5-9jaar
10-14jaar
15 jaaren
langer
29
96
11
41
1218
12 11
68 69
Balans per 31 december, na verwerking resultaat (in Euro’s)
ACTIVA 2008 2007
Vaste Activa
Immateriële vaste activa 93.205 0
Materiële vaste activa 4.218.208 3.321.888
Vlottende Activa
Vorderingen en overlopende activa 2.545.797 1.254.230
Liquide middelen 5.582.917 4.924.071
TOTAAL ACTIVA 12.440.127 9.500.189
PASSIVA
Eigen vermogen 2.441.779 2.307.044
Voorzieningen 787.940 946.091
Langlopende schulden 1.146.521 1.193.214
Kortlopende schulden en overlopende passiva 8.063.887 5.053.840
TOTAAL PASSIVA 12.440.127 9.500.189
Exploitatierekening
BATEN Realisatie Begroot Realisatie
2008 2008 2007
(Project)subsidie VWS 11.614.188 9.325.745 10.128.649
Projectsubsidies derden 10.880.095 11.339.381 8.298.612
Overige bedrijfsopbrengsten 461.585 422.465 497.637
TOTAAL BATEN 22.955.868 21.087.591 18.924.898
LASTEN
Kosten uitbesteed werk en andere
externe kosten 9.525.905 7.757.530 6.527.299
Lonen en salarissen 9.039.677 8.776.261 8.171.782
Sociale lasten 1.876.745 1.797.500 1.546.431
Afschrijvingen op vaste activa 452.123 503.750 478.895
Overige bedrijfskosten 2.173.904 2.238.550 1.947.314
SOM DER BEDRIJFSLASTEN 23.068.354 21.073.591 18.671.721
BEDRIJFSRESULTAAT -112.486 14.000 253.177
Rentebaten 247.223 10.000 69.038
Rentelasten - 0 -
RESULTAAT 134.737 24.000 322.215
Financieel jaaroverzicht
‘Alles goed op orde’Als alles in een organisatie goed loopt, is dat voor een Raad
van Toezicht niet zo spannend. Daarom was 2008 voor ons een
rustig jaar. De interne organisatie van het Trimbos-instituut
staat als een huis, financieel draait alles goed, de accountant
is tevreden en ook de uitvoer van projecten verloopt steeds
beter. Vanuit de Raad van Toezicht is er dan weinig reden voor
kritisch commentaar. Daarom vanaf deze plek vooral lof over al
het werk dat er het afgelopen jaar is verzet.
Kenmerkend voor 2008 was de interne verbouwing en de
nieuwe inrichting van het pand. Dat heeft geresulteerd in een
nieuwe ontmoetingsruimte – de Ti-plaza – en enkele open
werkruimten. Hierdoor is de algemene werkomgeving van de
medewerkers aanzienlijk kleurrijker en eigentijdser geworden.
Het kan niet anders dan dat dit een uitermate positief effect
heeft op de arbeidsomstandigheden. Ook gasten kunnen nu
in een veel betere ambiance worden ontvangen voor bespre-
kingen en werkconferenties. Wat dat betreft was deze operatie
dus uitermate functioneel. Laat dit daarom een opmaat zijn
voor een vervolg waarbij de werkruimten van de medewerkers
zelf worden aangepast aan de eisen van de tijd.
Inhoudelijk gezien zijn het afgelopen jaar vooral belangrijke
stappen gezet op het terrein van e-mental health. De ontwik-
keling van internetinterventies voor het voorkomen en behan-
delen van psychische stoornissen is in volle gang. Dat is een
veelbelovende ontwikkeling, vooral om de schat aan kennis en
ervaring waarover het Trimbos-instituut beschikt beter te kun-
nen ontsluiten voor professionals, ggz-cliënten en het alge-
meen publiek. Met behulp van internet wordt deze expertise
in toenemende mate praktisch toepasbaar gemaakt voor ieder-
een die bij de geestelijke gezondheidszorg betrokken is.
Mensen met beginnende psychische problemen krijgen hier-
door middelen aangereikt waarmee zij in eerste instantie zelf
aan de slag kunnen om iets aan hun problemen te doen.
Hopelijk leidt dit tot een impuls van zelfhulp en zelfmanage-
ment. Dat is cruciaal, gelet op de sterk stijgende vraag naar
geestelijke gezondheidszorg en de hiermee gepaard gaande
kosten. Gelukkig raken steeds meer zorgverzekeraars ervan
doordrongen dat met online hulpverlening enorme besparin-
gen mogelijk zijn. Ik hoop dat het Trimbos-instituut in nauwe
samenwerking met zorgaanbieders en zorgverzekeraars de
ontwikkeling van deze interventies kan voortzetten in 2009.
Een volgende stap die het Trimbos-instituut zou kunnen en
moeten zetten, is het verkrijgen van een sterkere interna-
tionale positie. De ervaring en kennis van dit topinstituut is
namelijk goed te exporteren. Denk aan de net genoemde
nieuwe kennis op het terrein van bewezen effectieve internet-
interventies. Die expertise zouden we ook in het buitenland
kunnen aanbieden. Ik hoop dat het instituut er het komende
jaar in slaagt de ambities op dit terrein te realiseren.
Huub Hannen voorzitter Raad van Toezicht.
70
RAA
D V
AN
TO
EZIC
HT
PUBLICATIES EN LEZINGENZorginnovatiePublicaties• Blekman, J., I. de Graaf, S. Onrust, M. Vink & R. van der Zanden (2008).“Kennis maken met jeugd”. Ontwikkeling van een programmalijn Jeugd in hetTrimbos-instituut. Utrecht: Trimbos-instituut.• Franx, G. (2008). The impact of a national breakthrough collaborative to improvecare for depression. In: Øvretveit J, Sousa P. (Eds.). Quality and safety improvementresearch: methods and research practice from the International Quality Improve-ment Research Network (QIRN). Lisbon: Escola Nacional de Saúde Pública- Universidade Nova de Lisboa.• Franx, G., H. Kroon, J. Grimshaw, R. Drake, R. Grol & W. Wensing (2008). Organizational change to transfer knowledge and improve quality and outcomesof care for patients with severe mental illness: a systematic overview of reviews.The Canadian Journal of Psychiatry, 53(5), 294-305.• Franx, G., H. van Wetten & D. van Duin (2008). De Doorbraakmethode in de GGZ:verslag van de eerste projecten. In: Havenaar, J., P. van Splunteren, J. Wennink(Red). Koersen op kwaliteit in de GGZ. Assen: Van Gorcum.• Huijsman, R., P. van Splunteren, Y. Tibbe, M. Dutrée & M. van der Graaff (2008).Oude opvattingen achterhaald: richtlijnontwikkeling meer enten op het buiten-land. Medisch Contact, 20, 862-865.• Meeuwissen, J. (2008). Interview met Dr. Robin Dea van Kaiser Permanente. ‘Disease management leert de patiënt te streven naar positieve uitkomsten’. Health Management Forum, 1, Internationaal Katern, 3-4.• Meeuwissen, J. (2008). Nieuwe Europese kaders voor geestelijke gezondheids-zorg: referentiekaders leggen basis voor betere zorg. Health Management Forum,4, Internationaal Katern, 5-6.• Meeuwissen, J. (2008). Verbetering van de geestelijke gezondheidszorg vanuit international perspectief: op zoek naar een heldere visie. Health ManagementForum, 4, Internationaal Katern, 6.• Meeuwissen, J., C.M. van der Feltz-Cornelis, H. van Marwijk, P.B.M. Rijnders &M.C.H. Donker (2008). A stepped care programme for depression management: an uncontrolled pre-post study in primary and secondary care in The Netherlands.International Journal of Integrated care, 8, 1-11.• Rabbae, N., C. Smits & G. Franx (2008). Wie kiespijn heeft zoekt zelf een arts: informatiebehoeften van Turkse en Marokkaanse cliënten met depressie. Cultuur Migratie Gezondheid, 2, 86-95.• Sinnema, H. & J. Meeuwissen (2008). Implementatie-instrument voor evidence-based werken in de eerstelijns GGZ: een echte Doorbraak? Health ManagementForum, 2, Internationaal Katern, 5-6.• Smolders, A.H.W., G. Franx & M.G.H. Laurant (2008). Succesvolle implementatie-strategieën in de (geestelijke) gezondheidszorg. KIZ. Tijdschrift over kwaliteit enveiligheid in de zorg, 3, 14-17.• Splunteren, P. van & T. Konijn (2008). Kwaliteit van keten en netwerken. In: Havenaar, J., P. van Splunteren & J. Wennink (red). Koersen op kwaliteit in de geestelijke gezondheidszorg. Assen: Van Gorcum.• Zanden, R. van der, M. Vink, I. de Graaf, S. Onrust & P. Speetjens (2008). Zorg voor jeugd in beweging. Programmalijn Psychische Gezondheid Jeugd. Utrecht:Trimbos-instituut.
Presentaties, trainingen en cursusmappen• Boonen, M. & H. Sinnema (7 maart 2008). Kennis Beter Delen 4, Workshop Werken Zonder Wachtlijst. Veldhoven.• Franx, G. (2008) Evidence-based practice in de GGZ: de stand van zaken.• Glind, G. van de (11 november 2008). Een visie vanuit de zorg: presentatie op het 6e RBV-Congres: Problematisch middelengebruik, verslaving en werk. Ermelo.• Meeuwissen, J. (17 januari 2008). Clinic Depressie: Depressie management metbehulp van de Multidisciplinaire richtlijn voor Depressie. GGZ Kennisdag 2008 Heelde mens, heel de zorg van het Trimbos-instituut. Beurs van Berlage, Amsterdam.• Meeuwissen, J. (12 maart 2008). Promoting mental health and preventing chronicconditions. World Health Care Congress. Berlijn.• Meeuwissen, J. (10 april 2008). Wat is disease management? Over de componen-ten van disease management: principes, modellen en verbeterstrategieën. In Parallelsessie disease management programma’s voor depressie. VoorjaarscongresNVvP. Amsterdam. • Meeuwissen, J. (18 september 2008). Disease management bij eetstoornissen.Over de componenten van disease management: principes, modellen en verbeter-strategieën. Presentatie in het Managementteam (Top lunch) Ursula Kliniek. GGZ Rivierduinen. Leidschendam.• Meeuwissen, J. & E. van Furth (2 oktober 2008). Disease management bij eetstoornissen. Het model voor de toekomst? Over de componenten van diseasemanagement: principes, modellen en verbeterstrategieën. Parallelsymposium op Congres Behandeling van eetstoornissen: tussen keurslijf en maatpak. Nederlandse Academie voor Eetstoornissen. Zwolle.• Oud, M. (2008). Presentatie borging van resultaten.
• Oud, M., P. van Splunteren, H. van Wetten, J. de Lange & H. Sinnema (2008).Draaiboek angststoornissen, depressie en schizofrenie op www.trimbos.nl/verbe-terdezorg.• Sinnema, H. (18 april 2008). Slotconferentie Doorbraakproject Angststoornissen.Den Haag.• Sinnema, H., P. van Splunteren, H. van Wetten & M. Oud (3 en 10 juni, 6 november 2008). Training projectleiders nieuwe verbeterteams. Utrecht.• Sinnema, H. (25 november 2008). Informatiebijeenkomst zorgpaden in de GGZ i.s.m. Kwaliteitsinstituut CBO. Utrecht.• Smolders, M. & G. Franx. Succesvolle implementatie strategieën in de GGZ: wat zegt de wetenschap.Terluin, B., J. Beek, J. Hamersveld, H. Glessner, H. Sinnema & P. van Spluntereni.s.m. Benecke (8 december 2008). Webcast Angststoornissen. Amsterdam.• Vink, M. (17 januari 2008). Diseasemanagement en ADHD: workshop voor de GGZ Kennisdag 2008 Heel de mens, heel de zorg van het Trimbos-instituut. Beurs van Berlage, Amsterdam.
Management & BeleidPublicaties• Bovenberg, F. & S. van de Lindt (2008). Innoveren met teams: resultaatgerichtwerken in de (O)GGZ, verslavingszorg, ribw’s en maatschappelijke opvang. Amsterdam: SWP.• Feltz-Cornelis, C.M. van der, A. Knispel & I. Elfeddali (2008). Treatment of mentaldisorder in the primary care setting in the Netherlands in the light of the newreimbursement system: a challenge? International Journal of Integrated Care, 8(7), 1-14.• Goossens, P.J.J., B. van Wijngaarden, E.A.M. Knoppert-van der Klein & T. van Achterberg (2008). Family caregiving in bipolar disorder: caregiver consequenses,coping styles and distress. International Journal of Social Psychiatry, 54, 303-316.• Hermens, M., A. van Groenestijn & B. van Wijngaarden (2008). Indicatoren voorde zelfstandig gevestigde professional in de GGZ. Utrecht: Trimbos-instituut/CBO.• Hoof, F. van, L. Fotiadis, J. Vijselaar & J. Hasker (2008). Trendrapportage GGZ2008. Deel 1: Organisatie, structuur en financiering. Utrecht: Trimbos-instituut. • Hoof, F. van, J. Vijselaar & I. Kok (2008). Liberalisation of health care in the Netherlands: the case of mental health care. Eurohealth, 14(4), 18-21.• Hilderink, I., M. Vink, H. van ‘t Land & L. Fotiadis (2008). Trendrapportage GGZ2008. Deel 3: Kwaliteit en effectiviteit. Utrecht: Trimbos-instituut. • Knispel, A.F. & F. van Hoof (2008). GGZ en GGZ-cliënten in de AWBZ 2008:Vooronderzoek ramingsmodel AWBZ-GGZ. Utrecht: Trimbos-instituut.• Lindt, S. van de, e.a. (2008). Bemoeizorg ankerpunten en scores (B.A.S.): handreiking criteria bemoeizorg. Utrecht: GGZ Nederland.• Lindt, S. van de (2008). Rapportage cliënttypologie. Utrecht: Gooi & Vechtstreek. • Lindt, S. van de (2008). KRAS rapport regio Den Haag. Den Haag: Schizofrenie-stichting.• Lindt, S. van de (2008). KRAS rapport regio Haarlemmermeer. Den Haag: Schizofreniestichting. • Lindt, S. van de & I. Kok (2008). Verbeteren van uitkomsten van zorg in de GGZ.In: Havenaar, J., P. van Splunteren, H.J. Wennink (red). Koersen op kwaliteit in deGGZ. Assen: Koninklijke Van Gorcum.• Kok, I. (2008) Near hit of near miss? Kwaliteit in Zorg, 5, 2. • Rooijen, S. van & I. Kok. (2008). Zorg voor beter in de geestelijke gezondheids-zorg: de tussenstand. Kwaliteit in Zorg, 6, 4-8.• Wijngaarden, B. van, I. Kok & H. Sixma. De bruikbaarheid van een CQ-index voorde GGZ, verslavingszorg en gehandicaptenzorg: eerste bevindingen. Tijdschriftvoor Gezondheidswetenschappen (TSG), 86(8), 463-470. • Wijngaarden, B. van & I. Kok (2008). Prestatie-indicatoren en meetinstrumenten:prestaties door de ogen van de cliënt. In: Havenaar, J., P. van Splunteren, H.J. Wennink (red). Koersen op kwaliteit in de GGZ. Assen: Van Gorcum.• Wijngaarden, B. van, I. Kok, D. Meije & L. Fotiadis (2008). Een Consumer QualityIndex voor de langdurende en klinische GGZ. De haalbaarheid van het afnemenvan CQ-Index vragenlijsten bij lza- en klinisch opgenomen cliënten: verslag vaneen kwalitatieve pre-pilotstudie. Utrecht: Trimbos-instituut.• Wijngaarden, B. van, I. Kok & H. Sixma (2008). De bruikbaarheid van een CQ-index voor de GGZ, verslavingszorg en gehandicaptenzorg: eerste bevindingen.Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG), 8, 463-470.• Wijngaarden, B. van, D. Meije & I. Kok (2008). Het onderscheidend vermogen vaneen consumer quality index voor kortdurende ambulante geestelijke gezondheids-zorg en verslavingszorg. Utrecht: Trimbos-instituut.• Wijngaarden, B. van, D. Meije, L. Fotiadis, H.J. Wennink & I. Kok (2008). Kwaliteitvan leven en vervulling van zorgwensen: De ontwikkeling van de quality of life andcare (QoLC) vragenlijst. Utrecht: Trimbos-instituut.• Wijngaarden, B. van & J.P. Wilken (2008). Naar een modelgetrouwheidsmaat voor het systematisch rehabilitatiegericht handelen: De ontwikkeling van een fidelityschaal. Utrecht: Trimbos-instituut/Storm Rehabilitatie. • Wijngaarden, B. van & J.P. Wilken (2008). Fidelityschaal SRH (systematisch rehabilitatiegericht handelen). Utrecht: Trimbos-instituut/ Storm Rehabilitatie.
• Wijngaarden, B. van, D. Meije & I. Kok (2008). Ervaringen met de kortdurendeambulante geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg. Consumer qualityindex (versie 4.0). Utrecht: Trimbos-instituut.• Wijngaarden, B. van, D. Meije & I. Kok (2008). Ervaringen met de kortdurendeambulante geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg. Belangvragenlijst Consumer quality index (versie 1.0). Utrecht: Trimbos-instituut.
Presentaties, trainingen en cursusmappen• Kok, I. (10 januari 2008). Meer resultaat in het team is meer resultaat voor decliënt. Slotconferentie Uitkomstenmanagement. Venray: GGZ Noord- en MiddenLimburg.• Kok, I. & B. van Wijngaarden (7 maart 2008). Het meten van cliëntervaringen metde Consumer Quality index in de GGZ. Congres Kennis beter delen IV. Veldhoven. • Kok, I. (4 december 2008). Patiëntveiligheid in de GGZ: al zichtbaar? Nieuwegein:Kwaliteitsforum CBO.• Kok, I. (9 december 2008). Voorzitter werkgroep Invitational Conference Registratie- en analysesystemen voor incidenten in de zorg. Utrecht. • Wijngaarden, B. van. (26 maart 2008). De Consumer quality index. Stand vanzaken. Workshoplezing (2x) op studiedag GGZ ‘Het binnenste buiten’. Stuur- enProjectgroep Transparantie GGZ. Amersfoort: Klooster Mariënhof.• Wijngaarden, B. van. (27 november 2008). Kwaliteit en prestatie-indicatoren in de zelfstandige gevestigde psychiatrische praktijk. Referaat voor de ledenvergade-ring van de ZAM. Leiden: Zorg en Zekerheid.
EpidemiologiePublicaties • Acarturk, C., R. de Graaf, A. van Straten, M. ten Have & P. Cuijpers (2008). Social phobia and number of social fears, and their association with co-morbidity,health-related quality of life and help seeking: a population-based study. SocialPsychiatry and Psychiatric Epidemiology, 43, 273-279.• Acarturk, C., R. de Graaf, A. van Straten, M. ten Have & P. Cuijpers (In press). Incidence of social phobia and identification of the risk indicators: a model for prevention. Acta Psychiatrica Scandinavica.• Acarturk, C., F. Smit, R. de Graaf, A. van Straten, M. ten Have & P. Cuijpers (In press). Economic costs of social phobia: a population-based study. Journal ofAffective Disorders. • Acarturk, C., P. Cuijpers, A. van Straten & R. de Graaf (In press). Psychological treatment of social anxiety disorder: a meta-analysis. Psychological Medicine. • Bockting, C.L.H., M.C. ten Doesschate, J. Spijker, P. Spinhoven, M.W.J. Koeter &A.H. Schene (2008). Continuation and maintenance use of antidepressants in recurrent depression. Psychotherapy and Psychosomatics, 77, 17-26. • Bolier, L., J. Verdurmen, E. Smit, K. Monshouwer & L. Lemmers (2008). Behandeling van problematisch drinkende jongeren. Verslaving, 4(3), 31-41.• Bruffaerts, R., K. Demyttenaere, G. Vilagut, M. Martinez, A. Bonnewyn, R. deGraaf, J.M. Haro, S. Bernert, M.C. Angermeyer, T. Brugha, C. Roick & J. Alonso (2008).The relation between body mass index, mental health, and functional disability: a European population perspective. Canadian Journal of Psychiatry, 53, 679-688.• Buist-Bouwman, M.A., J. Ormel, R. de Graaf, G. Vilagut, J. Alonso, E. van Sonderen& W.A.M. Vollebergh (2008). Psychometric properties of the World Health Organization Disability Assessment Schedule used in the European Study of theEpidemiology of Mental Disorders. International Journal of Methods in PsychiatricResearch, 17, 185-197.• Buist-Bouwman, M.A., J. Ormel, R. de Graaf, P. de Jonge, E. van Sonderen, J. Alonso, R. Bruffaerts, W.A.M. Vollebergh & the ESEMeD/MHDEA 2000 investiga-tors (2008). Mediators of the association between depression and role functioning.Acta Psychiatrica Scandinavica, 118, 451-458.• Cuijpers, P., N. Smits, M. ten Have & R. de Graaf (In press). Screening for moodand anxiety disorders with the five-item, the three-item, and the two-item MentalHealth Inventory. Psychiatry Research. • Darves-Bornoz, J.M., J. Alonso, G. De Girolamo, R. de Graaf, J.M. Haro, V. Kovess-Masfety, J.P. Lépine, G. Nachbaur, L. Negre-Pages, G. Vilagut & I. Gasquet (2008). Main traumatic events in Europe: PTSD in the European study of the epidemiology of mental disorder survey. Trauma Stress, 21, 455-462.• Demyttenaere, K., A. Bonnewyn, R. Bruffaerts, R. de Graaf, J.M. Haro & J. Alsonso (2008). Co-morbid painful physical symptoms and anxiety: prevalence,work loss, and help-seeking. Journal of Affective Disorders, 109, 264-272.• Depla, M.F.I.A., M.L. ten Have, A.J.L.M. van Balkom & R. de Graaf (2008). Specificfears and phobias in the general population: results from the Netherlands MentalHealth Survey and Incidence Study (NEMESIS). Social Psychiatry and PsychiatricEpidemiology, 43, 200-208.• Gorter, A., K. Monshouwer, J. Verdurmen, S. van Dorsselaer & E. Smit (2008). Genotmiddelengebruik op de Amsterdams basisscholen: een onderzoek naarroken, drinken en blowen onder leerlingen van groep 7 en 8. Utrecht: Trimbos-instituut.• Graaf, I. de, R. Bovens, L. Lemmers, L. Naaborgh, I. Schulten & J. Verdurmen(2008). Beperking alcoholschade bij kinderen en jongeren. In: Praktijkboek
72 73
WEBSITES TRIMBOS-INSTITUUTwww.trimbos.nl
www.dgsg.nl of:
www.drugsenuitgaan.nl
www.drugsinfo.nl
www.drugsenuitgaan.nl
dimsinfosysteem (voor professionals)
www.drugs-test.nl
www.sickofit.nl
www.infectieziekten.net
www.zelfhulpverslaving.nl
www.drugsincidenten.nl
www.uwkindenalcohol.nl
www.alcoholinfo.nl
www.drinktest.nl
www.watdrinkjij.nl
www.goedvoorbereid.nl
www.vroegsignaleringalcohol.nl
www.drankjewelpro.nl
www.MinderDrinken.nl
www.drankjewel.nl
www.rokendrinkendrugs.nl
www.trimbospreventie.nl
www.gripopjedip.nl
www.kopopouders.nl
www.kopstoring.nl
www.Stayinlove.nl
www.mijnverhaalalsmantelzorger.nl
www.dementiedebaas.nl
www.icom.trimbos.nl
www.kleurjeleven.nl
www.cursusgeenpaniek.nl
www.depressie-initiatief.nl
www.collaborativecare.nl
www.nemesis.gfk.nl
www.eelda.org (in 2008 online, in 2009 uit de lucht genomen)
E-zines
• Trimbos Nieuwsflitsen (1 keer per 3 weken)
• Depressie Actueel (elke 6 weken)
• Verslaving Actueel (elke 4 weken)
• Preventie Actueel (elke 4 weken)
• E-Mental Health Actueel (elke 8 weken)
• Ouderen Actueel (elke 6 weken)
• Empowerment Actueel (4 keer per jaar)
• Nieuwe Trimbos Publicaties (elke 8 weken)
• Psychose Actueel (elke 6 weken)
• Jeugd Actueel (elke 4 weken)
• Nieuwsbrief Zelfhulpgroepen en verslaving (3 keer per jaar,
tot maart 2009 door T-i)
Divers/ samenwerkingsverbanden
www.heeldemensheeldezorg.nl
www.kennisbeterdelen.nl
www.quidatabank.nl
www.kiesbeter.nl
www.ggzrichtlijnen.nl
www.chatmetbzz.nl
www.needforweed.nl
predictors of adult ADHD: results from the WHO World Mental Health Survey Initiative. Biological Psychiatry. • Lee, S., A. Tsang, M. von Korff, R. de Graaf, C. Benjet, J.M. Haro, M. Angermeyer, K. Demytteneare, G. de Girolamo, I. Gasquet, K. Merikangas, J. Posada-Villa, T. Takeshima & R. Kessler (In press). A cross-national study of the association of headache with childhood adversity and mental disorder. British Journal of Psychiatry. • Lee, S., A. Tsang, A.M. Ruscio, J.M. Haro, D. Stein, J. Alonso, M. Angermeyer, E. Bromet, K. Demyttenaere, G. de Girolamo, R.de Graaf, O. Gureje, N. Iwata, E.G.Karam, J.-P. Lepine, D. Levinson, M.E. Medina-Mora, M.O. Browne, J. Posada-Villa &R. Kessler. (In press). Implications of modifying the duration requirement of generalized anxiety disorder in developed and developing countries. PsychologicalMedicine. • Michon, H.W.C., M. ten Have, H. Kroon, J. van Weeghel, R. de Graaf & A.H. Schene(2008). Mental disorders and personality traits as determinants of impaired workfunctioning. Psychological Medicine, 38, 1627-1637.• Monshouwer, K. (2008). Welcome to the house of fun: epidemiological findingson alcohol and cannabis use among Dutch adolescents. Utrecht: University ofUtrecht. Disertation.• Monshouwer, K., F. Smit & J. Verdurmen (2008). Cannabis in the context of polydrug use: results from the Dutch National School Survey. Lisbon, EuropeanMonitoring Centre for Drugs and Drug Addiction. • Monshouwer, K., J. Verdurmen, S. van Dorsselaer, E. Smit, A. Gorter & W. Vollebergh (2008). Jeugd en riskant gedrag 2007: kerngegevens uit het peil-stationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut.• Nock, M., G. Borges, E.J. Bromet, J. Alonso, M. Angermeyer, A. Beautrais, R. Bruffaerts, T.W. Chiu, G. de Girolamo, S. Gluzman, R. de Graaf, O. Gureje, J.M. Haro,Y. Huang, E. Karam, R.C. Kessler, J.P. Lepine, D. Levinson, M.E. Medina-Mora, Y. Ono,J. Posada-Villa & D. Williams (2008). Cross-national prevalence and risk factors forsuicidal ideation, plans, and attempts. British Journal of Psychiatry, 192, 98-105.• Penninx, B.W.J.H., A.T.F. Beekman, J.H. Smit, F.G. Zitman, W.A. Nolen, P. Spinho-ven, P. Cuijpers, P. de Jong, H.W.J. van Marwijk, P. Assendelft, W.J.J. van der Meer, P.Verhaak, M. Wensing, R. de Graaf, W.J. Hoogendijk, J. Ormel & R. van Dyck for theNESDA research consortium (2008). The Netherlands Study of Depression and Anxiety (NESDA): rationale, objectives and methods. International Journal of Methods in Psychiatric Research, 17, 121-140.• Plaisier, I., J.G.M. de Bruijn, J.H. Smit, R. de Graaf, M. ten Have, A.T.F. Beekman, R. van Dyck & B.W.J.H. Penninx (2008). Work and family roles and the associationwith depressive and anxiety disorders: Differences between men and women. Journal of Affective Disorders, 105, 63-72.• Plaisier, I., A. Beekman, J.G.M. de Bruijn, R. de Graaf, M. ten Have, J.H. Smit, R. van Dyck & B.W.J.H. Penninx (2008). The effect of social roles on mental health: a matter of quantity or quality? Journal of Affective Disorders, 111, 261-270.• Rietdijk, J., J. van Os, R. de Graaf, P. Delespaul & M. van der Gaag (In press). Is social anxiety disorder a precursor, comorbid condition or a consequence of paranoid state? Psychosis. • Regeer, E.J., L. Krabbendam, R. de Graaf , M. ten Have, W.A. Nolen & J. van Os (In press). Berkson’s bias and the mood dimensions of bipolar disorder. Internatio-nal Journal of Methods in Psychiatric Research. • Rhebergen, D., A.T.F. Beekman, R. de Graaf, W.A. Nolen, J. Spijker, W.J. Hoogendijk& B.W.J.H. Penninx (In press). The three-year naturalistic course of major depressivedisorder, dysthymic disorder and double depression. Journal of Affective Disorders. • Schoemaker, C., M. ten Have, S. Sytema & P. Verhaak (2008). Antwoord op reactievan prof. dr. G. Hutschemaekers. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 63, 4-5.• Scott, K.M., M. von Korff, J. Alonso, M. Angermeyer, E.J. Bromet, R. Bruffaerts, G.de Girolamo, R. de Graaf, A. Fernandez, O. Gureje, Y. He, R.C. Kessler, V. Kovess, D.Levinson, M.E. Medina-Mora, Z. Mneimneh, M.A. Oakley Browne, J. Posada-Villa, H. Tachimori & D. Williams (2008). Age patterns in the prevalence of DMS-IV depressive/anxiety disorders with and without physical co-morbidity. Psycho-logical Medicine, 38, 1659-1669.• Smit, E., J. Verdurmen, K. Monshouwer & F. Smit (2008). Family interventions andtheir effect on adolescent alcohol use in general populations: a meta-analysis ofrandomized controlled trials. Drug and Alcohol Dependence, 97, 195-206.• Spijker, J. (2008). Psycho-analyse te kijk. Maandblad Geestelijke volksgezondheid,63, 277-278. • Spijker, J. (2008). A randomized trial of integrated group therapy versus groupdrug counseling for patients with bipolar disorder and substance dependence: bespreking. Groepen, 3( 2), 46-47.• Spijker, J. (2008). Beloop van depressie. In: Handboek depressieve stoornissen. J. Huyser, A.H. Schene, B. Sabbe & P. Spinhoven (red.). Utrecht, De Tijdstroom.• Tsang, A., M. von Korff, S. Lee, J. Alonso, E. Karam, M.C. Angermeyer, G.L. Borges,E.J. Bromet, G. de Girolamo, R. de Graaf, O. Gureje, J.P Lepine, J.M. Haro, D. Levinson, M.A. Oakley Browne, J. Posada-Villa, S. Seedat & M. Watanabe (2008).Common chronic pain conditions in developed and developing countries: genderand age differences and co-morbidity with depression-anxiety disorders. Journal of Pain, 9, 883-891.
• Usall, J., A. Pinto-Meza, A. Fernández, R. de Graaf, K. Demyttenaere, J. Alonso, G. de Girolamo, S. Bernert, J.P. Lepine, V. Kovess & J.M. Haro (In press). Suicide ideation across reproductive life cycle of women: results from a European Epidemiological Study. Journal of Affective Disorders. • Verdurmen, J., D. van de Mheen & M. van Laar (2008). Alcoholgebruik onder jongeren: hoe vaak en met welke gevolgen? Verslaving, tijdschrift voor verslavings-problematiek, 4(3), 4-15.• Verdurmen, J., E. Smit, S. van Dorsselaer, K. Monshouwer & I. Schulten (2008).Ouders over alcohol-, roken- en drugspecifieke opvoeding 2007: kerngegevens uit het peilstationsonderzoek ouders. Utrecht: Trimbos-instituut.• Verhagen, M., A. van der Meij, B. Franke, W. Vollebergh, R. de Graaf, J. Buitelaar &J.G. Janzing (2008). Familiality of major depressive disorder and gender differencesin co-morbidity. Acta Psychiatrica Scandinavica, 118, 130-138.• Verhagen, M., A. van der Meij, B. Franke, W.A.M. Vollebergh, R. de Graaf, J.K. Buitelaar & J.G. Janzing (2008). Familiality of major depressive disorder and patterns of lifetime co-morbidity. The NEMESIS and GenMood studies: a comparison of three samples. European Archives of Psychiatry and Clinical Neuroscience, 258, 505-512.• Vollebergh, W., S. van Dorsselaer, E. Zeijl & T. Ter Bogt (2008). Hoe goed gaat hetmet de Nederlandse jongeren? Jeugdbeleid, 2(1), 13-20.• Wang, P.S., E. Aguilar-Gaxiola, J. Alonso, M.A. Angermeyer, G. Borges, E.J. Bromet,R. Bruffaerts, S. Chatterji, G. de Girolamo, R. de Graaf, O. Gureje, J.M. Haro, S.G.Heeringa, E.G. Karam, R.C. Kessler, V. Kovess-Masfety, M.C. Lane, S. Lee, D. Levinson, Y. Ono, B.-E. Pennell, M. Petukhova, J. Posada-Villa, K. Sauders, S. Seedat,Y. Shen, T.B. Üstün & J.E. Wells (2008). Recent treatment of mental disorders in theWorld Mental Health Survey Initiative. In: The WHO World Mental Health Surveys:global perspectives on the epidemiology of mental disorders. Kessler, R.C. & T.B.Üstün (Eds.). New York: Cambridge University Press. pp 541-552.• Zeijl, E, S. van Dorsselaer, W. Vollebergh & T. ter Bogt (2008). Clustering van leef-stijl en problemen. In: Spelen met gezondheid: leefstijl en psychische gezondheidvan de Nederlandse jeugd. Schoemaker C. & C. Schrijvers (Red.). Bilthoven: RIVM.pp. 109-113.
Presentaties, trainingen en cursusmappen• Batelaan, N., R. de Graaf, A. van Balkom, W. Vollebergh, F. Smit & A. Beekman (9-11 april 2008). De paniekstoornis: van ontstaan naar preventie. Amsterdam: 36e Voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. • Graaf, R. de & M. ten Have (7 februari 2008). NEMESIS-2; the Netherlands MentalHealth Survey and Incidence Study. Den Haag: Lezing ZONMw.• Hardeveld, F., J. Spijker, R. de Graaf, W.A. Nolen & A.T.F. Beekman (5-9 april 2008).Recurrent depression: an overview. Nice: 16th European Congress of Psychiatry.• Hardeveld, F., J. Spijker, R. de Graaf, W.A. Nolen & A.T.F. Beekman (9-11 april 2008).Een overzicht van de belangrijkste predictoren voor een recidief van een depressie.Amsterdam: 36e Voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.• Janzing, J.G.E., R. de Graaf, M. ten Have, W.A.M. Volleberg & J.K. Buitelaar (9-11 april 2008). Familiair voorkomen van depressie. Amsterdam: 36e Voorjaars-congres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.• Land, H. van ‘t, J. Verdurmen, M. ten Have, S. van Dorsselaer, A. Beekman & R. deGraaf (11-14 juni 2008). The association between arthritis and psychiatric Disorders.Results from a longitudinal population-based study. Presentation at the 14th AEPSymposium, Epidemiology and Social Psychiatry Section. Dubrovnik, Croatia.• Spijker, J. (17 januari 2008). Diseasemanagement depressie in de praktijk. Onderdeel van de clinic Depressie tijdens de GGZ Kennisdag Heel de mens, heel de zorg. Amsterdam: Beurs van Berlage.• Spijker, J. (31 januari 2008). Presentatie: Update richtlijnen angst en depressie.Amersfoort: Invitational Conference NedKAD.• Spijker, J. (7 april 2008). Chair symposium: Predictors of longitudinal course ofmood and anxiety disorders update. Nice: AEP congress. • Spijker, J. (10 april 2008). Disease management depressie in de praktijk. Amsterdam: Voorjaarscongres NVvP. • Spijker, J. (10 april 2008). Voorzitter bijblijfsessie: HOOP, het nieuwe opleidings-plan psychiatrie. Amsterdam: Voorjaarscongres NVvP. • Spijker, J. (11 april 2008). Voorzitter symposium: preventie en behandeling van ongunstig beloop van depressie. Amsterdam: Voorjaarscongres NVvP. • Spijker, J. (11-14 juni 2008). Poster presentation: Mixed subtreshold anxiety depression in the general population. Results from NEMESIS. 14th symposium AEP,Section epidemiology and social psychiatry. Dubrovnik, Croatia.• Spijker, J. (11-14 juni 2008). Chair symposium depression and anxiety, 14th symposium AEP, Section epidemiology and social psychiatry. Dubrovnik, Croatia.• Spijker, J. (9-10 juli 2008). Expert twinning project Rumenia. Bukarest.• Verdurmen, J., E. Smit, S. van Dorsselaer, K. Monshouwer & I. Schulten (9 oktober 2008). Ouders over alcohol-, roken-, en drugspecifieke opvoeding. Den Haag: Perspresentatie Hotel des Indes.• Verdurmen, J., E. Smit, S. van Dorsselaer, K. Monshouwer & I. Schulten (20 november 2008). Ouders over alcohol-, roken-, en drugspecifieke opvoeding.Utrecht: FADO-congres.
• Verdurmen, J., E. Smit, S. van Dorsselaer, K. Monshouwer & I. Schulten (11 december 2008). Ouders over alcohol-, roken-, en drugspecifieke opvoeding.Vakgroep Epidemiologie GGD Nederland. Utrecht.
LSP en VroegsignaleringPublicaties• Acarturk, C., F. Smit, A. van Straten, R. de Graaf, M. ten Have & P. Cuijpers (2008).Incidence of social phobia and identification of its risk indicators: A model for prevention. Acta Psychiatrica Scandinavica, 119, 62-70.• Acarturk, C., F. Smit, R. de Graaf, M. ten Have & P. Cuijpers (In press). Economiccosts of social phobia: a population based study. Journal of Affective Disorders. • Ashford, J., F. Smit, H. Koot, P. van Lier & P. Cuijpers (2008). Early risk indicatorsof internalizing problems in late childhood: an 8-year longitudinal study. The Journal of Child Psychology and Psychiatry, 49, 774-780.• Bohlmeijer, E., J. Kramer, F. Smit, S. Onrust & H. van Marwijk (In press). The effects of integrative reminiscence on depressive symptomatology and mastery of older adults: results of a pilot study. Community Mental Health Journal.• Bolier, L., J. Verdurmen, E. Smit, K. Monshouwer & L. Lemmers (2008). Behande-ling van problematisch drinkende jongeren. Verslaving, 4 (3), 31-41. • Bransen, E., H. Schipper, K. Mutsaers, M. Haverman & J. Blekman (2008). Aard enomvang van middelengebruik bij licht verstandelijk gehandicapte jongeren. Eeneerste verkenning bij jongeren zelf en hun begeleiders. Utrecht: Trimbos-instituut.• Bransen, E. & I. de Weerdt (2008). Omgaan met schizofrenie. Psycho-educatievecursus voor familieleden en mantelzorgers in preventieve GGZ. Maatwerk, vakbladvoor maatschappelijk werk, 2, 26-27.• Carlbring, P. & F. Smit (2008). Randomized trial of internet delivered self-helpwith telephone support for pathological gamblers. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 76, 1090-1094. • Cuijpers, P. & F. Smit (2008). Subklinische depressie: een klinisch relevante conditie? Tijdschrift voor Psychiatrie, 50(8), 519-528. • Cuijpers, P. & F. Smit (2008). Editorial: Has time come for broad-scale dissemina-tion for prevention of depressive disorders? Acta Psychiatricia Scandinavica, 118,419-420.• Cuijpers, P., A. van Straten, F. Smit, C. Mihalopoulos & A. Beekman (2008). Preventing the onset of depressive disorders: A meta-analytic review of psycho-logical interventions. American Journal of Psychiatry, 165, 1272-1280. • Cuijpers, P., A. van Straten, F. Smit & G. Andersson (In press). Is psychotherapy for depression equally effective in younger and older adults? A meta-regressionanalysis. International Psychogeriatrics. • Dekker, J., J. Peen, J. Koelen, F. Smit & R. Schoevers (2008). Psychiatric disordersand urbanization in Germany. BMC Public Health, 8, 17.• Graaf, I. de, P. Speetjens, F. Smit, M. de Wolff & L. Tavecchio (2008). Effectivenessof the positive parenting program triple P on behavioural problems in children:meta-analysis of randomized trials. Behavior Modification, 32, 714-735.• Graaf, I. de, P. Speetjens, F. Smit, M. de Wolff & L. Tavecchio (2008). Effectivenessof the triple P positive parenting program on parenting: meta-analysis. Family relations, 57, 553–566.• Graaf, I. de, R. Bovens, L. Lemmers, L. Naaborgh, I. Schulten & J. Verdurmen(2008). Beperking alcoholschade bij kinderen en jongeren. Praktijkhandboek JGZ. • Kramer, J., H. Riper, L. Lemmers, B. Conijn, A. van Straten & F. Smit. (In press). Television-supported self-help for problem drinkers: a randomized pragmatic trial.Addictive behaviors.• Lemmens, E., G. Rademakers, E. van Heiningen, J. Herzmanatus, G. Willemse, A.P.van der Zanden & F. Smit (2008). Met lef: leren omgaan met sociale angstklachten.Gestandaardiseerd draaiboek. Utrecht: Trimbos-instituut.• Lemmers, L. (2008). Gezondheidsaspecten van alcoholgebruik voor vrouwen. In: Bijblijven: cumulatief geneeskundig nascholingssysteem, deel 7: gender. • Luijendijk, H.J., J.F. van den Berg, M. Dekker, H.R. van Tuijl, W. Otte, F. Smit, A. Hofman, B. Sticker & H. Tiemeier (2008). Incidence and recurrence of late-life depression. Archives of General Psychiatry, 65, 1394-1401.• Meer, R.M. van der, M. Willemse, F. Smit & P. Cuijpers (2008). Smoking cessationinterventions for smokers with current or past depression (Protocol). Cochrane Database of Systematic Reviews 3, Art. No. CD006102.• Meulenbeek, P., G. Willemse, F. Smit, A. van Balkom, P. Spinhoven & P. Cuijpers(2008). Effectiviteit van de cursus ‘Geen paniek’ bij het voorkomen van ontstaanvan paniekstoornis. Tijdschrift voor Psychiatrie, 50(1), S79-S80.• Meulenbeek, P., G. Willemse & F. Smit (2008). Onderzoek naar preventie van paniek. Intern, interdisciplinair tijdschrift voor psychiatrie, GGNet, 17(1), 13–32.• Onrust, S, F. Smit, G. Willemse & P. Cuijpers (2008) Cost-utility of a visiting service for widows: randomised trial. BMC Health Service Research, 8, 128.• Onrust, S.A. (2008). Intervening after the loss of a spouse: is it (cost-)effectiveand for whom? Amsterdam: Faculty of Psychology and Education, Vrije Universiteit. Utrecht: Trimbos-instituut.• Pot, A., A.S. Melenhorst, S. Onrust & E. Bohlmeijer (2008). (Cost)effectiveness of life review for older adults: design of a randomized controlled trial. BMC PublicHealth, 8, 211.
Jeugdgezondheidszorg, Artikel VI 3.3-1 t/m 3.3-26. Elsevier Gezondheidszorg. • Graaf, R. de, R.C. Kessler, J. Fayyad, M. ten Have, J. Alonso, M. Angermeyer, G. Borges, K. Demyttenaere, I. Gasquet, G. de Girolamo, R. Jin, E.G. Karam, J. Ormel &J. Posada-Villa (2008). The prevalence and effects of adult attention-deficit/hyper-activity disorder (ADHD) on the performance of workers: results from the WHOWorld Mental Health Survey Initiative. Occupational and Environmental Medicine,65, 835-842.• Graaf, R. de, J. Ormel, M. ten Have, H. Burger & M. Buist-Bouwman (2008). Mentaldisorders and service use in The Netherlands: Results from the European Study ofthe Epidemiology of Mental Disorders (ESEMeD). In: The WHO World Mental HealthSurveys: Global perspectives on the epidemiology of mental disorders. Kessler, R.C. & T.B. Üstün (Eds.). New York: Cambridge University Press. pp. 388-405.• Gureje, O., M. Von Korff, L. Kola, K. Demyttenaere, Y. He, J. Posada-Villa, J.P. Lepine, M.C. Angermeyer, D. Levinson, G. de Girolamo, N. Iwata, A. Karam, G.L. Guimaraes Borges, R. de Graaf, M.O. Browne, D.J. Stein, J.M. Haro, E.J. Bromet,R.C. Kessler & J. Alonso (2008). The relation between multiple pains and mental disorders: Results from the World Mental Health Surveys. Pain, 135, 82-91.• Hardeveld, F., J. Spijker, R. de Graaf, W.A. Nolen & A.T.F. Beekman. Recurrent depression: an overview. European Psychiatry, 23(2), S33.• He, Y., M. Zhang, E.H.B. Lin, R. Bruffaerts, J. Posada-Villa, M.C. Angermeyer, D. Levinson, G. de Girolamo, H. Uda, Z. Mneimneh, C. Benjet, R. de Graaf, K.M. Scott,O. Gureje, S. Seedat, J.M. Haro, E.J. Bromet, J. Alonso, V. Kovess, M. Von Korff & R. Kessler (2008). Mental disorders among persons with arthritis. Results from the World Mental Health Surveys. Psychological Medicine, 38, 1639-1650.• Heider, D., H. Matschinger, S. Bernert, J. Alonso, T.S. Brugha, R. Bruffaerts, G. deGirolamo, S. Dietrich, M.C. Angermeyer & the ESEMeD/MHEDEA 2000 investigators(2008). Adverse parenting as a risk factor in the occurrence of anxiety disorders: a study in six European countries. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology,43, 266-272.• Hilderink, I.B. & H. van ‘t Land (2008). GGZ in Tabellen 2007. Utrecht: Trimbos-instituut.• Hilderink, I.B., M.T. Vink, H. van ‘t Land & L.O. Fotiadis (2008). TrendrapportageGGZ 2008: deel 3 kwaliteit en effectiviteit. Utrecht: Trimbos-instituut.• Huang, Y., R. Kotov, G. de Girolamo, A. Preti, M. Angermeyer, C. Benjet, K. Demyttenaere, R. de Graaf, O. Gureje, A.N. Karam, S. Lee, J.P Lépine, H. Matschinger, J. Posada-Villa, S. Suliman, G. Vilagut & R.C. Kessler (In press). Prevalence and correlates of DSM-IV personality disorders: results from the WorldHealth Organization World Mental Health Survey Initiative. British Journal of Psychiatry.• Kessler, R.C., S. Aguilar-Gaxiola, J. Alonso, M. Angermeyer, J.C. Anthony, P.A. Berglund, S. Chatterji, G. de Girolamo, R. de Graaf, K. Demyttenaere, I. Gasquet, S.F.Gluzman, M. Gruber, O. Guereje, J.M. Haro, S. Heeringa, A. Karam, N. Kawakami, S.Lee, D. Levinson, M.E. Medina Mora, M.A. Oakley Browne, B.-E. Pennell, M. Petuk-hova, J. Posada-Villa, A. Ruscio, D.J. Stein, C.H.A. Tsang & T.B. Ustun (2008). Lifetimeprevalence and age of onset distributions of mental disorders in the World MentalHealth Survey Initiative. In: The WHO World Mental Health Surveys: global perspectives on the epidemiology of mental disorders. Kessler, R.C. & T.B. Üstün(Eds.). New York: Cambridge University Press. pp 511-521.• Koekkoek, B, A. Quintus, B. Tiemens, Ch. van Boeijen & J. Spijker (2008). Langdurige begeleiding door sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen bij angst endepressie: is afwijken van de richtlijn onzin of noodzaak? Maandblad Geestelijkevolksgezondheid, 63, 496-504.• König, H.H., S. Bernert, M.C. Angermeyer, H. Matschinger, M. Martinez, G. Vilagut, G. de Girolamo, R. de Graaf, V. Kovess, J. Alonso, and the ESEMeD/MHEDEA2000 investigators (In press). Comparison of population health status in six Euro-pean countries: results of a representative survey using the EQ-5D questionnaire.Medical Care. • Korff, M. von, P.K. Crane, J. Alonso, G. Vilagut, M.C. Angermeyer, R. Bruffaerts, G. de Girolamo, O. Gureje, R. de Graaf, Y. Huang, N. Iwata, E.G. Karam, V. Kovess, C. Lara, D. Levinson, J. Posada-Villa, K.M. Scott & J. Ormel (2008). Modified WHODAS-II provides valid measure of global disability but filter items increasedskewness. Journal of Clinical Epidemiology, 61, 1132-1143.• Laar, M. van, A.A.N. Cruts, J. Verdurmen, M. van Ooyen & R.F. Meijer (Red.) (2008).Nationale Drug Monitor: Jaarbericht 2007. Utrecht: Bureau NDM.• Laar, M. van, S. Dorsselaer, K. Monshouwer & R. de Graaf (2008). Does cannabisuse predict the first incidence of mood and anxiety disorders in the adult popula-tion? (in greek) Exartisis, 13, 73-90.• Land, H. van ‘t, C. Schoemaker & C. de Ruiter. Met bijdragen van: N. Batelaan, M. van den Berg, P. Cuijpers, S. van Dorsselaer, C. van der Feltz-Cornelis, R. de Graaf,M. ten Have, H. van ‘t Land, H. Rigter, C. de Ruiter & C. Schoemaker (2008). Trimboszakboek psychische stoornissen. Utrecht: Trimbos-instituut. 2e uitgebr. dr.• Land, H. van ‘t, J.J. Grolleman, K. Mutsaers & C.H.M. Smits (2008). Trendrappor-tage GGZ 2008: deel 2 toegang en zorggebruik. Utrecht: Trimbos-instituut.• Lara, C., J. Fayyad, R. de Graaf, R.C. Kessler S. Aguilar-Gaxiola, M. Angermeyer, K. Demyttenaere, G. de Girolamo, J.M. Haro, R. Jin, E.G. Karam, J.-P. Lépine, M.E. Medina Mora, J. Ormel, J. Posada-Villa & N. Sampson (In press). Childhood
74 75
• Bransen, E. (12 juni 2008). Licht verstandelijk gehandicapten en middelengebruik.Resultaten van de inventarisatie onder lvg-jongeren. Expertmeeting op het Trimbos-instituut te Utrecht.• Bransen, E. (3 oktober 2008). Omgaan met depressie. Een cursus voor familie en andere naastbetrokkenen. Publieksmiddag over depressie, georganiseerd doorhet Basisberaad GGZ Rijmond, in de openbare bibliotheek Rotterdam.• Bransen, E. (29 oktober 2008). Workshop Mantelzorg en Depressie op Landelijkestudiedag (H)erkenning van depressie bij ouderen. Leids Congres Bureau, AristoAmsterdam.• Bransen, E. (20 november 2008). Licht verstandelijk gehandicapten en middelengebruik. Presentatie op FADO, Utrecht.• Lemmers, L. (7 januari 2008). Aard en omvang van alcoholgebruik in Nederland,effectieve interventies en beleid. Refereeravond Jeugdgezondheidszorg en (Psycho)Sociale Pediatrie. Utrecht.• Lemmers, L. (13 februari 2008). Alcoholpreventie in de gezondheidszorg. MFAScongresdag. Amsterdam. • Lemmers, L. (9 juni 2008). Alcoholgebruik in Nederland. Gastcollege HogeschoolRotterdam. • Lemmers, L. (18 juni 2008) Alcoholpreventie in de gezondheidszorg. GastcollegeLeids Universitair Medisch Centrum (LUMC).• Lemmers, L. (22 augustus 2008). Alcoholgebruik onder jongeren. Presentatie Nationale DenkTank. Driebergen.• Lemmers, L. (23 september 2008). Alcoholpreventie. Gastcollege Erasmus Universiteit Rotterdam. • Lemmers, L. (10 oktober 2008). Alcoholpreventie. Gastcollege Radboud Universiteit Nijmegen.• Linden, D. van der, A. P. van der Zanden & M. van Londen-Barentsen (8-12 juli2008). Head Up! Effects of a Dutch preventive group course for adolescents withdepressive symptoms. Poster presentatie International School of Psychology Association. Utrecht. • Onrust, S. (2008). (Cost)effectiveness of a visiting service for older widowed individuals. Presentatie op Psychology & Health- conferentie: Grief: psychologicalcosts and effects of intervention te Lunteren.• Ruiter, M. (juli 2008). Psychisch gezond leven op de Noord Veluwe. Presentatie op de Werkconferentie Collectieve GGZ preventie, GGD Gelre-IJssel. Nunspeet.• Ruiter, M. (2008). Training Package: Seminar prevention and early intervention of common mental disorders. WHO EURO MNH – Trimbos Institute Collaboration.Utrecht: Trimbos-instituut.• Ruiter, M., R. van der Zanden & D. van der Linden (10 juli 2008). School-based prevention of depression in youth 13-17 years: how can internet help? Paper presen-ted at the International School Psychology Association ISPA Conference. Utrecht.• Siegert, E., J. te Velde, M. Slaats & E. Bransen (2008). Psychiatrie in de familie. Een cursus voor naastbetrokkenen. Handleiding voor cursusleiders. Utrecht: Trimbos-instituut.• Speetjens, P. & G. Thomas (6 juni 2008). Gezin aan bod. Een selectief preventiefprogramma in Nederland. Presentatie op Congres Opvoedingsondersteuning. Ede: De Reehorst.• Willemse G. (10 april 2008). Met lef; zelfverzekerd in contact met anderen. Eindresultaten. Workshop. Utrecht. • Zanden, A. P. van der & D. van der Linden (2007). Productsheet online groeps-cursus Kopstoring. Een groepscursus via internet voor jongeren (16-25 jaar) met ouders met psychische- of verslavingsproblemen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Zanden, R. van der (2008). Preventieve geestelijke gezondheidszorg. College Universiteit van Utrecht, Master orthopedagogiek.• Zanden, R. van der (2008). Kopopouders.nl: website voor ouders met psychischeof verslavingsproblemen. Presentatie congres NJI- ZonMw inzake opvoedings-ondersteuning.• Zanden, R. van der (2008). Gripopjedip online: wat hebben we bereikt? Presentatie Stichting Korrelatie. • Zanden, R. van der (2008). Gripopjedip online: onderzoeksresultaten en nieuweontwikkelingen. Presentatie Congres Nederlandse Vereniging voor Psychiaters(NVVP). • Zanden, R. van der (2008). Op Koers online: samenwerkingsproject Emma Kinderziekenhuis en Trimbos-instituut. Presentatie studiedag Emma Kinderzieken-huis.• Zanden, R. van der (2008). Gripopjedip online: integraal plan voor 2008. Presentatie landelijke studiedag voor cursusuitvoerders van Gripopjedip online.• Zanden, R. van der (2008). Gripopjedip online: integraal plan voor 2008. Presentatie landelijke managersbijeenkomst Gripopjedip online.• Zanden, R. van der (2008). Mentaal Vitaal met Gripopjedip online. Presentatievoor Ministerie van WVS in kader van Mentaal Vitaal.• Zanden, R. van der (2008). Preventie van kindermishandeling. Congres NJI-Movisie inzake kindermishandeling.• Zanden, R. van der (2008). Jeugd op het Trimbos-instituut. Presentatie heidagTrimbos Jeugd.
I.COM Publicaties• Baars, J., B. Boon, J.B. de Wit, M. Schutten, J.E. van Steenbergen, H.F. Garretsen &D. van de Mheen (2008). Drug users’ participation in a free hepatitis B vaccinationprogram: demographic, behavioral and social cognitive determinants. SubstanceUse and Misuse, (43), 2145-2162.• Bolier, L., J. Verdurmen, E. Smit, K. Monshouwer & L. Lemmers, (2008). Behandeling van problematisch drinkende jongeren. Verslaving, 4 (3), 31-42.• Bolier, L. (2008). Geluk kun je leren. In: J.A. Walburg. Mentaal vermogen – Investeren in geluk (pp 190-200). Amsterdam: Nieuw Amsterdam Uitgevers.• Boon, B., B, Conijn & H. Riper (2008). De web-based vragenlijst bij “Fit in je hoofd,goed in je vel”: Een advies. Adviesrapport in opdracht van het Vlaams ministerievan Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Utrecht: Trimbos-instituut.• Boon, B., A. Goetheer, M. Coumans, R. Knibbe & D. van de Mheen (2008). Huiselijk geweld in Zuid Limburg: zorg voor plegers, slachtoffers en getuigen.Factsheet. Rotterdam: IVO.• Coumans, M., B. Boon & R. Knibbe (2008). Naar een aanpak van huiselijk geweldin Zuid Limburg: Een onderzoek naar de implementatie van het convenant tegenhuiselijk geweld. Rotterdam: IVO.• Bransen, E., H. Schipper, K. Mutsaers, M. Haverman & J. Blekman (2008). Aard enomvang van middelengebruik bij lichtverstandelijk gehandicapte jongeren. Eeneerste verkenning bij jongeren zelf en hun begeleiders. Utrecht: Trimbos-instituut.• De Graaf, L., S. Gerhards, S. Evers, A. Arntz, H. Riper, J. Severs, G. Widershoven, J. Metsemakers & M. Huibers (2008). Clinical and cost-effectiveness of com-puterised cognitive behavioral therapy for depression in primary care: design of a randomised trial. BMC Public Health, 30(8), 224.• Land, H. van ‘t, J. Grolleman, K. Mutsaers & C. Smits (2008). Gebruik, toegang en effectiviteit van het aanbod. basisanalyse. In: Trendrapportage GGZ 2008. Deel 2: toegang en zorggebruik. E-mental health: basisanalyse. Utrecht: Trimbos-instituut.• Postel, M.G., M. Jansma, H. de Haan, J.J. Grolleman & C. de Jong (2008). Adolescents consommateurs excessifs de cannabis : développement d’un modulede self-help par Internet. In E. Streel & L. Chinet (Eds.), Cannabis. Approches thérapeutiques contemporaines (pp. 1-22). Bruxelles: Groupe De Boeck s.a.• Riper, H., J. Kramer, M. Keuken, F. Smit, G. Schippers & P. Cuijpers (2008). Predicting successful treatment outcome of web-based self-help for problem drinkers: secondary analysis from a randomized controlled trial. Journal of Medical Internet Research, 10(4), e46.• Riper, H., J. Kramer, F. Smit, B. Conijn, G. Schippers & P. Cuijpers (2008). Web-based self-help for problem drinkers, a pragmatic randomized trial. Addiction, 103, 218-227. • Riper, H. (2008). Curbing problem drinking in the digital galaxy. PhD-thesis.Utrecht: Trimbos-instituut.• Spek, V., I. Nyklí_ek, P. Cuijpers & V. Pop (2008). Predictors of outcome of groupand internet-based cognitive behavior therapy. Journal of Affective Disorders, 105,137-145. • Spek, V., I. Nyklí_ek, P. Cuijpers & V. Pop (2008). Internet administration of theEdinburgh Depression Scale. Journal of Affective Disorders, 106, 301-305.• Spek, V., P. Cuijpers, I. Nyklí_ek, N. Smits, H. Riper, J. Keyzer & V. Pop (2008). One-year follow-up results of a randomized controlled clinical trial on internet-based cognitive behavioral therapy for subthreshold depression in people over 50 years old. Psychological Medicine, 38, 635-640. • Spek, V., I. Nyklí_ek, P. Cuijpers & V. Pop (2008). Alexithymia and cognitive behaviour therapy outcome for subthreshold depression. Acta Psychiatrica Scandinavica, 118, 164-167. • Warmerdam, L., A. van Straten, J. Twisk, H. Riper & P. Cuijpers (2008). Internet-based treatment for adults with depressive symptoms: randomized controlledtrial. Journal of Medical Internet Research, 10(4), e44.
Presentaties, trainingen en cursusmappen• Boon, B., A. Huiberts & A. Risselada (april 2008). Korte en middellange termijn effecten van een alcohol adviesop-maat op het drinkgedrag van overmatig drinkende mannen. Nationaal congres volksgezondheid. Groningen.• Bolier, L. (2008). 4th European Conference On Positive Psychology. Opatija, Kroatië. • Grolleman, J.J. (2008). E-mental health ontwikkeling voor dummies. Utrecht:Trimbos-instituut.• Grolleman, J.J. (2008). E-mental Health, Academie gezondheidszorg van Saxion.Hogeschool Enschede.• Haverman, M. (2008). 4th European conference on positive psychology. Opatija,Kroatië. • Riper, H. (8-9 januari 2008). Presentatie social venture E-mental Health. Helsinki, Finland.• Riper, H. (4 maart 2008). Presentatie op Q-net kwartaalbijeenkomst. Netwerk van kwaliteitsfunctionarissen in de GGZ en Verslavingszorg. Amersfoort.• Riper, H. (3 april 2008). Presentatie Symposium E-health. GGZ Delfland.
• Riper, H. (7 april 2008). Presentatie “trends in de GGZ”. Trainingsdagen zorginkoopteam curatieve GGZ van Unive-VGZ-IZA, Helvoirt.• Riper, H. (10-12 juni 2008). Presentatie “Internetbasierte Interventionen bei suchtspezifischen Störungen”. Mannheim.• Riper, H. (29-30 juni 2008). Presentatie social venture for E-Mental Health.Helsinki, Finland.• Riper, H. (november 2008). Presentatie op het vijfde Dolhuys Symposium.• Riper, H. (14 november 2008). Presentatie op het VGCT congres, Symposium ‘Zelfhulp en geprotocolleerde cognitieve gedragstherapie via het internet’. Veldhoven.• Riper, H. (18 november 2008). Presentatie op het E-Health Jellinek mentrum symposium. Amsterdam.• Riper, H. (2 december 2008). Presentatie Mentaal Vitaal. VWS, Den Haag.• Smeets, O. (5 juni 2008). Platform depressiepreventie dd. 5 juni 2008. Presentatie over Mentaal Vitaal. Trimbos-instituut/LSP.• Smeets, O. (25 september 2008). Studiemiddag doelgroepparticipatie via internet. Presentatie over forum Minderdrinken.nl. Trimbos-instituut/Centrum Alcohol en Drugs.• Smeets, O. (19 november 2008). Congres Health is wealth. Preventie-curatie-participatie. Presentatie ronde tafel Mentaal Vitaal. GGD Nederland/KMNG.
Folders en brochures• MinderDrinken.nl: zelfhulpprogramma voor probleemdrinkers via internet.• Mentaal Vitaal, samen werken aan mentale kracht. • Mentaal Vitaal, working together at mental strength.
Centrum Alcohol & DrugsPublicaties • Bovens, R. (In press) Het project alcohol en opvoeding van het Trimbos-instituut.Hoofdstuk in Praktijkboek Jeugd voor gemeente-ambtenaren. • Esschoten, L. van & B. van Vlokhoven (2008). E-learning lesmodule alcohol vooronderbouw havo/vwo. De gezonde school en genotmiddelen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Esschoten, L. van & B. van Vlokhoven (2008). E-learning lesmodule roken vooronderbouw havo/vwo. De gezonde school en genotmiddelen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Esschoten, L. van & B. van Vlokhoven (2008). E-learning lesmodule blowen vooronderbouw havo/vwo. De gezonde school en genotmiddelen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Esschoten, L. van, B. van Vlokhoven & H. Rensink (2008). E-learning lesmoduleOnder invloed onderweg voor bovenbouw vmbo. De gezonde school en genot-middelen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Esschoten, L. van, B. van Vlokhoven & H. Rensink (2008). E-learning lesmoduleOnder invloed onderweg voor bovenbouw havo/vwo. De gezonde school en genotmiddelen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Esschoten, L. van & S. Goemans (2008). Docentenhandleiding E-learning les-module alcohol voor het Voortgezet Onderwijs (onderbouw vmbo en havo/vwo).De gezonde school en genotmiddelen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Esschoten, L. van & S. Goemans (2008). Docentenhandleiding E-learning les-module roken voor het Voortgezet Onderwijs (onderbouw vmbo en havo/vwo). De gezonde school en genotmiddelen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Esschoten, L. van & S. Goemans (2008). Docentenhandleiding E-learning les-module blowen voor het Voortgezet Onderwijs (onderbouw vmbo en havo/vwo).De gezonde school en genotmiddelen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Esschoten, L. van & M. van Bijsterveldt (2008). Docentenhandleiding E-learninglesmodule Onder invloed onderweg voor het Voortgezet Onderwijs (bovenbouwvmbo en havo/vwo). De gezonde school en genotmiddelen. Utrecht: Trimbos-instituut.
Presentaties, trainingen en cursusmappen• Bovens, R. (maart 2008). Alcohol en jongeren: een schadelijke combinatie. Presentatie gemeenten West-Brabant. Breda.• Bovens, R. (april 2008). Implementatie lokaal alcoholbeleid en regionale leeflijnen. Presentatie regio Zuid-Holland midden. Leiden.• Bovens, R. & M. de Beer (april 2008). Gezamenlijke entree leefstijlcampagnesnaar de regio. Presentatie NcVGz-congres. Groningen.• Bovens, R. (juni 2008). Lokaal genotmiddelenbeleid in perspectief: presentatieregio Kennemerland. Haarlem.• Bovens, R. (november 2008). Van traditionele benadering naar modern preventie-beleid. Presentaties regionale bijeenkomsten in samenwerking met CCV. Emmen,Venlo, Den Haag.• Bovens, R. (november 2008). Alcoholpreventie in de regio Nijmegen: kan dat wel?Presentatie Lux-debat. Nijmegen.• Bovens, R. (december 2008). Alcoholpreventie: van lesboekje naar begeleide matiging. Een introductie in moderne preventiestrategieen. Presentatie GGD.
• Riper, H., J. Kramer, F. Smit, B. Conijn, G. Schippers & P. Cuijpers (2008). Web-based self-help for problem drinkers: pragmatic randomised trial. Addiction,103, 218-227.• Riper, H., J. Kramer, M. Keuken, F. Smit, G. Schippers & P. Cuijpers (2008). Predicting successful treatment outcome of web-based self-help for problem drinkers: secondary analysis from a randomized controlled trial. Journal of MedicalInternet Research, 10(4), e46.• Romijn, G. & M. Ruiter (2008). Theoretische onderbouwing van een bewust-wordingsprogramma. Utrecht: Trimbos-instituut/ Partnership Depressiepreventie.• Romijn, G., M. Ruiter & F. Smit (2008). Meer effect met depressiepreventie? Strategieën voor publieksvoorlichting, vroegherkenning en terugvalpreventie.Utrecht: Trimbos-instituut, 2008.• Romijn, G. & A.P. van der Zanden (2008). Literatuuronderzoek naar preventieveinterventies voor jongeren met een lage sociaal economische klasse. Utrecht:Trimbos-instituut.• Ruiter, M. (2008). Nawoord. In: Van den Broucke, S., R. van Nuffel & M. de Hert.Geestelijke gezondheid en preventie. Bouwstenen voor beleid en praktijk. Mechelen: Wolters Kluwer.• Ruiter, M. & A. de Gee (2008). WIZDIZ: Beoordeling van de voorwaarden voor samenwerking. Eindrapport proefimplementatie integrale aanpak depressie-preventie ouderen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Smit, F., M. van Laar, E. Croes & J. Busschbach (2008). Ziektelastgewichten bijmisbruik, schadelijk gebruik en afhankelijkheid van alcohol en drugs (disabilityweights for abuse, harmful use and dependence of alcohol and drugs). Utrecht:Trimbos-instituut.• Smit, F. & C. Bockting (2008). Preventie van depressie. In: Handboek depressievestoornissen. De Tijdstroom.• Smit, F., N. Smits, R. Schoevers, D. Deeg, A. Beekman & P. Cuijpers (2008). An epidemiological approach to depression prevention in old age. American JournalGeriatric Psychiatry, 16, 444-453.• Smit, E., J. Verdurmen, K. Monshouwer & F. Smit (2008). Family interventions and their effect on adolescent alcohol use: meta-analysis of randomised controlledtrials in general populations. Drug and Alcohol Dependence, 97, 195-206.• Smits, N., F. Smit, P. Cuijpers & R. de Graaf (2008). Using decision theory to deriveoptimal cut-off scores of screening instruments: An illustration explicating costsand benefits of mental health screening. International Journal of Methods in Psychiatric Research, 16, 219–229.• Straten, A. van, P. Cuijpers, F. Smit, M. Spermon & I. Verbeek (In press). Self-helpfor insomnia through television and book: a randomized trial. Patient Educationand Counseling.• Veen, C. van der & I. Voordouw (2008). Aard en omvang GGZ- en VZ-preventie2006: ontwikkelingen in de organisatie, omvang en inhoud van de GGZ- en VZ-preventie. Utrecht: Trimbos-instituut.• Veen, C. van der, G. Hoogenboezem & J. Breemer (2008). Pilot hepatitis C-campagne gericht op druggebruikers: resultaten van training, counseling en interventie ontwikkeling. Utrecht: Trimbos-instituut, Mainline & GGD Rotterdam-Rijnmond.• ‘t Veer, N., H. Marwijk, P. van Oppen, H. van Hour, H. van der Horst, P. Cuijpers, F. Smit & A. Beekman (In press). Stepped-care prevention of anxiety and depressionin late life: a randomized controlled trial. Archives of General Psychiatry.• Willemse G. & I. Voordouw (2008). Deskundigheidsbevordering thuiszorgmede-werkers Bergen op Zoom. Project “Community-interventie: Zon aan de zeekant”.Rapportage voor- en nameting. Utrecht: Trimbos-instituut. • Zanden, A.P. van der, K.S.E. Arntz & P. Speetjens (2008). KopOpOuders: online opvoedhulp voor ouders met psychische of verslavingsproblemen. Maandblad voor de Jeugdgezondheidszorg, 40, 50-52. • Zanden, A.P. van der, M. Vink, I. de Graaf, S. Onrust & P. Speetjens (2008). Zorgvoor jeugd in beweging. Programmalijn psychische gezondheid Jeugd. Utrecht:Trimbos-instituut.
Presentaties, trainingen en cursusmappen• Arntz, K. & A.P. van der Zanden (2008). Kopopouders; online interventie voor ouders met psychische en/of verslavingsproblemen. Gestandaardiseerd draaiboek.Utrecht: Trimbos-instituut.• Bool, M. (16 december 2008). Beleidskader depressiepreventie en belang van kenniscirkel. Expertmeeting Depressie en bewegen, NISB en Trimbos-instituut,Amersfoort.• Bool, M. (6 maart 2008). Ontwikkeling preventieprogramma. Het voorbeeld kinderen van ouders met psychische problemen. Workshop presentatie, KennisBeter Delen. Veldhoven.• Bool, M. (9 april 2008). Verminderen van suïcidaliteit. Actualisering beleidsadviesGezondheidsraad. Workshop. Nederlands congres Volksgezondheid. Groningen.• Bransen, E. (17 januari 2008). Versterken van informele zorg in de GGZ. KennisdagTrimbos-instituut, GGZ Nederland en ZonMw. Amsterdam: Beurs van Berlage.• Bransen, E. (10 april 2008). Omgaan met schizofrenie. Een cursus voor familie,vrienden en partners. Voorjaarscongres NVVP. Amsterdam.
76 77
• Weingart, S. (2008). IVA: training voor barvrijwilligers (volledig herzien). Utrecht:Trimbos-instituut.• Weingart, S. (2008). Verantwoorde alcoholverkoop, training voor Gall & Gall medewerkers. Utrecht: Trimbos-instituut.• Weingart, S. (2008). Verantwoorde alcoholverkoop. Trainersmap: handleiding endraaiboek voor Gall & Gall trainers. Utrecht: Trimbos-instituut.
Folders en brochures• Bovens, B. & L. van Leeuwen (2008). Brochure De haltafdoening boete of kanskaart. Een leermoment voor jong en oud. GGD Gelre-IJssel.Evaluatie project alcohol en opvoeding 2007 (2008). Utrecht: Trimbos-instituut.• Flyer Drinken is geen sport, wij schenken verantwoord. Met: sticker schenktij-den, kaart met schenkinstructies, poster ‘Drinken is geen sport’ (2008). Utrecht: Trimbos-instituut. • Folderserie drugs en uitgaan: alcohol, coke, GHB, hasj & wiet, paddo’s speed, XTC en combi’s & mixen: informatie over zo veilig mogelijk gebruik (2008).Utrecht: Trimbos-instituut.• Goor, M. van & A. Sannen (2008). Voorlichting in het uitgaanscircuit: tips voorvoorlichters en preventiewerkers. Utrecht: Trimbos-instituut.• Goor, M. van & H. van Diest (2008). Alcohol en drugs bij evenementen: tips voorgemeenten en organisatoren. Utrecht: Trimbos-instituut.• Hasselt, N. van & I. Hoek (2008). Uitgaan, alcohol en drugs: tools voor preventie.Utrecht: Trimbos-instituut (tweede geheel herziene uitgave).• Hasselt, N. van (2008). Preventie rond uitgaan, alcohol en drugs: wat kan de gemeente doen? Utrecht: Trimbos-instituut.• Hasselt, N. van & J. Lammers (2008). Scanner uitgaan, alcohol en drugs: probleemanalyse alcohol- en drugsgebruik. Utrecht: Trimbos-instituut.• Hasselt, N. van & L. Voorham (2008). Barcode: omgaan met alcohol en drugs in de horeca. Utrecht: Trimbos-instituut.• Lokman, S. (2008) E-learning lesmodules over alcohol, roken en drugs. De gezonde school en genotmiddelen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Tips voor een goede opkomst bij een ouderavond (2008). Utrecht: Trimbos-instituut.• Voorham, L. (2008). Kenmerken van een veilige en gezonde uitgaansomgeving:tips voor horecaondernemers. Utrecht: Trimbos-instituut.• Voorham, L. (2008). Riskant alcohol- en drugsgebruik in het uitgaanscircuit: feiten, cijfers en trends. Utrecht: Trimbos-instituut.• Voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind (2008). Utrecht: Trimbos-instituut.
DrugmonitoringPublicaties • Bossong, M.G., T. Brunt, P. van Dijk, S.M. Rigter, J. Hoek, H.M.J. Goldschmidt & R. Niesink (In press). mCPP: an undesired addition to the ecstasy market. Psychopharmacology.• Brunt, T., S. Rigter, J. Hoek, N. Vogels, P. van Dijk & R. Niesink (In press). An analysis of cocaine powder in The Netherlands: content and health hazards due to adulterants. Addiction.• Cruts, G., M. Buster, J. Vicente, I. Deerenberg & M. van Laar (2008). Estimating thetotal mortality among problem drug users. Substance Use & Misuse, 43(5), 733-747.• Cruts, G., T.L. Feenstra & M.W. van Laar (2008). Ziekte door roken in Nederland:naar schatting 90 duizend klinische ziekenhuisopnamen in 2005. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 152(26): 1469-1472.• Dijk, P. van (2008). Jaarbericht DIMS 2007. Utrecht: Trimbos-instituut.• Gageldonk, A. van (2008). Is de kloof tussen wetenschap en praktijk in de verslavingszorg te overbruggen? Verslaving, 2, 73-76.• Gageldonk, A. van (2008). The Dutch treatment system. In: Treatment systemsoverview. Strassbourg, Council of Europe/Pompidou Group.• Hoogenboezem, G., J. Ensdorff & E. Croes (2008). Basecoke en infectieziekten: risicogedrag en gezondheid onder gemarginaliseerde basecokegebruikers in Nederland. Utrecht: Trimbos-instituut.• Keijsers, L., M.G. Bossong & A.J. Waarlo (2008). Participatory evaluation of aDutch warning campaign for substance-users. Health, Risk & Society, 10, 283-295.• Kerssemakers, R., R. van Meerten, E. Noorlander & H. Vervaeke (Eds.) (2008).Drugs en alcohol: gebruik, misbruik en verslaving. Houten: Bohn, Stafleu en Van Loghum.• Laar, M. van (2008). Monitoring the drug situation in the Netherlands. In: Community Epidemiology Work Group and NIDA (Eds.). Epidemiologic trends indrug abuse: Proceedings of the Community Epidemiology Work Group: Volume II:June 2007. Bethesda: U.S. Department of Health and Human Services/National nstitutes of Health, 305-308.• Laar, M. van, G. Cruts, A. van Gageldonk, M. van Ooyen-Houben, E. Croes, R. Meijer & T. Ketelaars (2008). Report to the EMCDDA by the Reitox National Focal Point. The Netherlands drug situation 2008. Utrecht/The Hague: Trimbos Institute/Ministry of Justice - WODC. • Laar, M. van, G. Cruts, J.E.E. Verdurmen, M. van Ooyen-Houben & R.F. Meijer
(Red.) (2008). Jaarbericht NDM 2007; Nationale Drug Monitor. Utrecht: Trimbos-instituut.• Laar, M. van & A. van Gageldonk (2008). Cannabis. In: C. Schrijvers & C. Schoemaker (Eds.). Spelen met gezondheid: leefstijl en psychische gezondheidvan de Nederlandse jeugd. Bilthoven: RIVM, p. 68-77.• Laar, M. van, G. Cruts, J.E.E. Verdurmen, M. van Ooyen-Houben & R.F. Meijer (Eds.)(2008). Annual Report 2007; The Netherlands National Drug Monitor. Utrecht, The Netherlands, Trimbos Institute, Netherlands Institute of Mental Health andAddiction.• Niesink, R. (2008). Hfst. 5: Overige verdovende middelen en Hfst 10: Overige stimulerende middelen. In: R. Kerssemakers, R. van Meerten, E. Noorlander, & H. Vervaeke (Eds.), Drugs en alcohol: gebruik, misbruik en verslaving. Houten:Bohn, Stafleu en Van Loghum.• Niesink, R., S. Rigter, J. Hoek & H. Goldschmidt (2007-2008). THC-concentraties in wiet, nederwiet en hasj in Nederlandse coffeeshops. Utrecht: Trimbos-instituut.• Oliemeulen, L., T. Ketelaars, G. Cruts, H. van de Mheen & M. van Laar (2008). Monitors alcohol en drugs: update 2008. Utrecht/Rotterdam, Trimbos-instituut/IVO.• Smit, F., M. van Laar, E. Croes & J. Busschbach (2008). Ziektelastgewichten voor misbruik, schadelijk gebruik en afhankelijkheid van drugs. Utrecht: Trimbos-instituut.• Verdurmen, J., D. van de Mheen & M. van Laar (2008). Alcoholgebruik onder jongeren: hoe vaak en met welke gevolgen? Verslaving, tijdschrift voor verslavings-problematiek, 4(3), 4-15.• Vervaeke, H. (2008). Hfst 9: Stimulerende middelen: XTC, Hfst. 11: Tripmiddelen:lsd en psychedelische paddenstoelen, Hfst. 12: Tripmiddelen: Cannabis en Hfst. 13:het gebruik van overige tripmiddelen. In: R. Kerssemakers, R. van Meerten, E. Noorlander & H. Vervaeke (Eds.). Drugs en alcohol: gebruik, misbruik en verslaving. Houten: Bohn, Stafleu en Van Loghum.• Vogels, N., T.M. Brunt, P. van Dijk, H. Vervaeke & R. Niesink (2008). Content of ecstasy in the Netherlands: 1993-2007. Submitted.
Presentaties, trainingen en cursusmappen• Brunt, T. (13 en 18 maart 2008). Partydrugs. Nascholing arts-assistenten Antoniusziekenhuis. Nieuwegein.• Brunt, T. (10 maart en 7 april 2008). Partydrugs. Nascholing huisartsen Rolduc.Kerkrade.• Brunt, T. (28 februari 2008). Alcoholmisbruik en schade. Gastcollege geneeskundeUMC. Utrecht.• Brunt, T. (30 september en 12 oktober 2008). Partydrugs. Nascholing huisartsen.Bergen Op Zoom. • Brunt, T. (10 oktober 2008). Workshop DIMS Landdag. Deelnemers DIMS-netwerken externen. Utrecht.• Brunt, T. (10 december 2008). Workshop drugs. Officieren van Justitie. Utrecht.• Croes, E., J. van Busschbach, M. van Laar & F. Smit (20 november 2008). Ziekte-lastgewichten voor misbruik, schadelijk gebruik en afhankelijkheid van alcohol endrugs. Presentatie tijdens het achttiende Forum Alcohol en Drugs Onderzoek(FADO). Utrecht.• Cruts, G. (21 maart 2008). Meer onderzoek naar partydrugs. Interview dagbladMETRO over drugsgerelateerde sterfte in Nederland binnen het kader van het Europees Waarnemingscentrum (EMCDDA). • Cruts, G., B. Bieleman, M. Buster, D. van de Mheen & M. van Laar (20 november2008). Prevalentie problematische drugsgebruikers in Nederland. Presentatie tijdens het achttiende Forum Alcohol en Drugs Onderzoek (FADO). Utrecht.• Dijk, P. van (mei/juni 2008). Testen op kantoor. Driedaagse cursus voor preventie-werkers IVZ’s. Utrecht.• Dijk, P. van (18 juli 2008). Monitoring drug market in The Netherlands. Summerschool alcohol, drugs and addiction. Universiteit van Amsterdam. • Dijk, P. van (24 september 2008). Stoffeninformatie en internet. Landdag drugsinformatie en monitoring Systeem. Utrecht.• Dijk, P. van (5 november 2008). Monitoren Nederlandse drugsmarkt en farma-cologie en toxicologie drugs. College minor verslavingskunde Fontys Hogeschool.Eindhoven.• Dijk, P. van (6 november 2008). Ontwikkelingen sterkte, prijs en zuiverheid Nederlandse wiet. Symposium Platform Cannabisondernemingen Nederland. Oenkerk.• Dijk, P. van (20 november 2008). Ontwikkelingen sterkte, prijs en zuiverheid Nederlandse wiet. Forum Alcohol en Drugs Onderzoek (FADO). Utrecht.• Gageldonk, A. van (4 en 5 februari 2008). The Dutch addiction treatment system:a short history and the state of the art. Presentation at the European Commis-sion/TAIEX Workshop on illicit drugs demand and supply reduction. Rumania, Brasov.• Gageldonk, A. van (2008). Hoe kun je snel effectieve interventies voor verslavingspreventie opsporen? Beschikbare bronnen en de bruikbaarheid ervanvoor preventiewerkers. Artikel met samenvatting op de website van de PreventieSpecial.
• Laar, M. van (17 januari 2008). Epidemiologie van (problematisch) middelen-gebruik. GGZ Kennisdag 2008. Amsterdam.• Laar, M. van (6 mei 2008). Epidemiologie van gebruik en probleemgebruik van alcohol en drugs. College Algemene Gezondheidswetenschappen, VU Medisch centrum. Amsterdam.• Niesink, R. (13 februari 2008). Alcohol en het adolescente brein: van neurobiolo-gie tot preventie. Voordracht op MFAS Congresdag: Comaatje? Alcoholmisbruikonder jongeren, AMC. Amsterdam. • Niesink, R. (10 maart en 7 april 2008). Partydrugs: nascholingscursussen huisartsen i.h.k.v. Warffumconferentie. Kerkrade.• Niesink, R. (13 en 18 maart 2008). Partydrugs: nascholingscursussen huisartsen-assistenten. Nieuwegein.• Niesink, R. (16 april 2008). Voordracht drugs. Twello.• Niesink, R. (14 april 2008). Partydrugs: cursus voor waarnemend huisartsen(WHAM). Amsterdam.• Niesink, R. (10 april 2008). DIMS en politie. Onderdeel cursus DIMS-testers Trimbos-instituut. Utrecht.• Niesink, R. (26 mei 2008). SSR cursus synthetische drugs: nascholing rechters en officieren van justitie. Zutphen.• Niesink, R. (14 maart 2008). Jongeren, cannabis en schizofrenie. Voordracht congres NVON. Heerlen.• Niesink, R. (1 juni 2008). Partydrugs: nascholingscursus kinderartsen, i.s.m.Merck Sharp & Dome. De Bilt.• Niesink, R. (12 en 13 juni 2008). New substances and new trends identified byDIMS in 2007. 8th Annual meeting of the REITOX Early Warning System network.Lisbon.• Niesink, R. (17 juni 2008). Partydrugs: nascholingscursus huisartsen, i.s.m. Merck Sharp & Dome. Ter Aar.• Niesink, R. (10 december 2008). Workshop gezondheid. Landelijke themadag synthetische drugs van het OM voor Officieren van Justitie. Utrecht.• Rigter, S. (24 september 2008). Drugs en internet: studiedag voor o.a. preventie-werkers IVZ’s. Utrecht.
Diagnostiek en BehandelingPublicaties• Feltz-Cornelis, C.M. van der (2008). Collaborative care behandeling van depressie:het belang van het bereiken van adherentie. Psychiatrie Actueel, 8, 2.• Feltz-Cornelis, C.M. van der & H.E. van der Horst (Red.) (2008). Handboek somatisatie: lichamelijk onverklaarde klachten in de eerste en de tweede lijn.Utrecht: De Tijdstroom.• Feltz-Cornelis, C.M. van der (in press). Somatoforme stoornissen. In: T.J.E.M. Bakker, H.F.A. Diesfeldt, D. Sipsma (Reds). Psychiatrische functiestoornis-sen bij kwetsbare ouderen.• Feltz-Cornelis, C.M. van der (e.a.) (2008). Ketenzorg belemmert het centraal stellen van de patiënt: een peiling verschenen onder vijf spelers in het veld op hetgebied van ketenzorg die zich uitspreken over betreffende stelling. Vakblad overgezondheid en maatschappij, 8(1), 25-27.• Feltz-Cornelis, C.M. van der, A.P. Aldenkamp, H.J. Adèr, A. Boenink, D. Linszen & R. van Dyck (2008). Psychosis in epilepsy patients and other chronic medically illpatients and the role of cerebral pathology in the onset of psychosis: a clinical epidemiological study. Seizure: Journal of the British Epilepsy Association, 17(5),446-456.• Feltz-Cornelis, C.M. van der, A. Knispel & I. Elfeddali (2008). Treatment of mentaldisorder in the primary care setting in the Netherlands in the light of the newreimbursement system: a challenge? International Journal of Integrated Care, 8,e05.• Feltz-Cornelis, C.M. van der & K. Huijbregts (2008). An ICT supported stepped collaborative care treatment algorithm for depressive disorder in primary care inthe Netherlands: rct. Journal of Affective disorders, 107, S53-S122.• Hegerl, U., L. Wittenburg, E. Arensman, J. Tuulari, C. van Audenhove, J. Bouleau,C.M. van der Feltz-Cornelis, G. Giupponi, R. Gusmäo, M. Kopp, A. Marusic, M. Maxwell, U. Meise, H. Oskarsson, C. Pull, T. Reisch, A. Schmidtke, V. Pérez Sola &A. Värnik (in press). Suicide and self harm. In: Handbook of primary care mentalhealth section B: evidence-based primary mental health care.• Hegerl, U., M. Wittmann, E. Arensman, C. van Audenhove, J. Bouleau, C. van derFeltz-Cornelis, R. Gusmao, M. Kopp, C. Löhr, M. Maxwell, U. Meise, M. Mirjanic, H.Oskarsson, V. Perez Sola, C. Pull, R. Pycha, R. Ricka, J. Tuulari, A. Värnik & T. Pfeiffer-Gerschel (2008). The European Alliance Against Depression (EAAD): a multifaceted,community-based action programme against depression and suicidality. The World Journal of Biological Psychiatry, 9(1), 51-59. • Huijbregts, K., A. Veeninga & A. Hafkenscheid (2008). Getuigenisbehandeling bij child survivors en nakomelingen van oorlogsslachtoffers: een pilot-studie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 34, 5.• Jong, F.J. de & C.M. van der Feltz-Cornelis (2008). Depressie met een lichamelijkeklachtenpresentatie. Utrecht: Trimbos-instituut.• Knispel, A. & C.M. van der Feltz-Cornelis (2008). Begeleidingsprotocol voor
Amsterdam.• Dekker, N. (juni/juli/oktober 2008). Training Solidarnost (Bulgaarse Drugs Infolijn). Middelentraining, gesprekstechnieken, nieuwe media. Utrecht: Trimbos-instituut en Sofia.• Dekker, N. (18 september 2008). Training telefonische coaching ‘Grip op je dip’.GGZ regio Enschede.• Dekker, N. (november/december 2008). Inleiding verslaving: nascholing huisartsen. MSD. Noordwijk, Beetsterzwaag, Valkenburg a/d Geul. • Diest, H.N. van (maart 2008). Alcoholmatigingsinterventie voor ouders van jongeren tussen 16-18 jaar, werkgroep toegepaste sociale psychologie. Universiteitvan Amsterdam. • Diest, H.N. van (april 2008). Samenhang en omgevingsbetrokkenheid bij alcoholpreventieprojecten voor jongeren. Nederlands Congres Volksgezondheid.• Diest, H.N. van (augustus 2008). Multi model community based empowermentprogram for immigrant youth in the Netherlands. Mental Health Europe Conference 2008.• Goor, M. van (13 februari 2008). Resultaten registratie regionale activiteiten 2008.Presentatie terugkomdag voor EHBDu-trainers. Utrecht: Trimbos-instituut.• Goossens, F.X. (28 en 29 januari 2008). Basiscursus De gezonde school en genotmiddelen voor het Voortgezet Onderwijs. Utrecht: Trimbos-instituut.• Goossens, F.X. (januari 2008). De gezonde school en genotmiddelen voor hetVoortgezet Onderwijs. Draaiboek voor Intermediairen. Utrecht.• Goossens, F.X. (30 januari 2008). Training www.rokendrinkendrugs.nl. Utrecht:Media Plaza.• Goossens, F.X. (29 mei 2008). Training alcohol, een ander verhaal. Utrecht: Hogeschool Domstad.• Goossens, F.X. (16 september 2008). Training www.rokendrinkendrugs.nl.Utrecht: Media Plaza.• Hasselt, N. van (september 2008). Uitgaan, alcohol en drugs vernieuwd: studiedag drugs en internet. Utrecht: In de Driehoek.• Hasselt, N. van (september 2008). The making of www.drugsenuitgaan.nl. Presentatie studiedag drugs en internet. Utrecht: In de Driehoek.• Lammers, J. & A. Sannen (3 september 2008) i.s.m. J. Grolleman, L. Lemmers. Presentatie voor Iraanse delegatie over De gezonde school en genotmiddelen enalcohol- en drugspreventie in het uitgaansleven. Utrecht: Trimbos-instituut.• Leeuwen, L. van, M. Planken & L. Bolier (2008). Barcode: trainersmap voor preventieprofessionals van instellingen voor verslavingszorg en GGD’en. Utrecht:Trimbos-instituut (volledig herziene uitgave).• Leeuwen, L. van, M. Planken & L. Bolier (2008). Barcodeboek: omgaan met alco-hol en drugs in de horeca. Utrecht: Trimbos-instituut (volledig herziene uitgave).• Lokman, S. (11 en 12 november 2008). Basiscursus De gezonde school en genot-middelen voor het Basisonderwijs. Utrecht: Trimbos-instituut.• Naaborgh, L. & S. Weingart (augustus 2008). Training alcoholadvies Periodiek Geneeskundig Onderzoek GGD Jeugdgezondheidszorg. Zwolle: GGD Gelre IJssel.• Naaborgh, L. (september 2008). Internet en doelgroepparticipatie. Presentatiestudiemiddag Doelgroepparticipatie in alcoholpreventie. Maarssen: Pim JacobsTheater.• Naaborgh, L. (april 2008). ‘Het PGO-alcoholadvies’. Presentatie JGZ Symposium2008: Bemoeizorg opent deuren. Ede: De Reehorst.• Naaborgh, L. & A. Boersma (december 2008). Handleiding cursus ‘Puber en alcohol, bijeenkomsten voor ouders’. Utrecht: Trimbos-instituut.• Renes, R.J., L. van Leeuwen, E. Eiling & C. van Woerkum (september 2008). Gezondheidsinformatie verweven in televisie amusement. Werkt Roes? Presentatie. Utrecht: Trimbos-instituut.• Sannen, A. (september 2008). Voorlichting uitgaanders. Drugs en uitgaan. Presentatie. Studiedag drugs en internet. Utrecht: In de Driehoek.• Sannen, A. (februari 2008). Evaluatie-onderzoek Eerste hulp bij drank- en drugsincidenten. Presentatie terugkomdag voor EHBDu-trainers. Utrecht: Trimbos-instituut.• Sannen, A., M. van Goor, J. Krul & B. Sanou (2008). EHBDu: eerste hulp bij drank- en drugsincidenten in het uitgaanscircuit: trainersmap. Utrecht: Trimbos-instituut, Groningen: Educare.• Veen, C. van der (mei 2008). Open & alert. Begeleidingscommissie Open en Alert.Overberg.• Veen, C. van der & I. de Boer (november 2008). Open & alert. JJI inspiratiedag.Zeist.• Voorham, L. (6 maart 2008). Implementatiemonitor uitgaan en drugs, meten wat je teweeg brengt. Veldhoven: Congres Kennis Beter Delen III.• Weingart, S. (april 2008). Train-de-trainer “Verantwoorde alcoholverkoop” Gall en Gall. Utrecht: NH-Hotels.• Weingart, S. (november en december 2008). Train-de-trainer “Instructie verantwoord alcoholschenken”. Utrecht: Trimbos-instituut.• Weingart, S. (november 2008). Workshop “Alcohol en werk” conferentie bedrijfsartsen, HRM Arbo. Ede-Wageningen: NIMAC.• Weingart, S. (september 2008). Train-de-trainer “Barcode”. Utrecht: Trimbos-instituut.
78 79
Depressiebehandeling. Amsterdam: Quo Vadis.• Huijbregts, K.M.L. (januari-maart 2008). Diverse trainingen toepassing tracking-systeem t.b.v. CC: DIP. Amsterdam [etc.]: Universitaire Huisartsenpraktijk [etc.].• Huijbregts, K.M.L. & F.J. de Jong (27 maart 2008). Presentatie over de deelnamevan de Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG) aan het CC: DIP-project.Amsterdam: SAG.• Huijbregts, K.M.L. (15 mei 2008). Training PST voor potentiële caremanagers van de Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG). Amsterdam: SAG.• Huijbregts, K.M.L. (25 juni 2008). Collaborative care in the Netherlands, first experiences with the CC: DIP-protocol. European Association for Consultant- Liaison Psychiatry and Psychosomatics. 11th. annual scientific meeting in Zaragoza.• Huijbregts, K.M.L. (15 september 2008). Training PST voor caremanagers CC: DIM. Utrecht: Trimbos-instituut.• Jong, F.J. de & K.M.L. Huijbregts (27 mei 2008). Training collaborative care voorcaremanagers en huisartsen van de Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra(SAG). Amsterdam: SAG.• Muntingh, A.D.T., H. van Marwijk & A.J.L.M. van Balkom (2 oktober 2008). Onder-zoeksgroep collaborative care: herkenning en behandeling van angststoornissen.• Muntingh, A.D.T. & C.A. van Boeijen (24 september 2008 en 5 november 2008).Collaborative care bij angststoornissen & begeleide zelfhulp “overwinnen vanangstklachten”.• Muntingh, A.D.T., C.M. van der Feltz-Cornelis, H.W.J. van Marwijk, A.J.L.M. vanBalkom & W.J.J. Assendelft (2008). Cursusmap CC: PAD “collaborative care: primarycare anxiety disorders”. Cursusmap voor huisartsen en care managers. Utrecht:Trimbos-instituut.• Nuyen, J. (17 januari 2008). Co-morbiditeit tussen depressie en lichamelijke aandoeningen: een schets van de omvang en gevolgen. GGZ Kennisdag Heel demens, heel de zorg. Parallelsessie Co-morbiditeit. Amsterdam: Beurs van Berlage.• Nuyen, J. (20 februari 2008). Overview of the mission of program diagnosis andtreatment. Meeting van de WHO Europe Collaborating Centres. Utrecht: Karel V.• Nuyen, J. (12 december 2008). Schets van opzet onderzoek naar toepassing vaneen lithiummeter als zelfmonitoringsinstrument. Lithium Plus werkgroep. Zeist:Altrecht.• Stoop, C.H. (december 2008). Systematic review: depression treatment for patients with diabetes mellitus. Presentatie voor de dialogue on diabetes & depression planning meeting. Genève.• Stoop, C.H. (december 2008). Search strategy. Presentatie voor de dialogue ondiabetes & depression planning meeting. Genève.• Vlasveld, M.C. (13 december 2008). Een interventie gericht op (snellere) werk-hervatting bij depressieve mensen. Publieksdag Open Mind. Amsterdam: RAI.• Weijenburg, K. & K.M.L. Huijbregts (20 augustus 2008). Training PST voor caremanagers CC: DIM. Maastricht: Academisch Ziekenhuis.
OuderenPublicaties• Barnard, M. & Pot, A.M. (2008). Liturgische loopgravenoorlog. Woord & Dienst,57, 20-21.• Boekhorst, S. te, A.M. Pot, M. Depla, D. Smit, J. de Lange & J. Eefsting (2008).Group living homes for older people with dementia: the effects on psychologicaldistress of informal caregivers. Aging & Mental Health, 12, 761-768.• Boekhorst, S. te, B.M. Willemse, M. Depla, J.A. Eefsting & A.M. Pot. (2008). Working in group living homes for older people with dementia: the effects on jobsatisfaction and burnout and the role of job characteristics.International Psychogeriatrics, 20, 927-940. • Boekhorst, S. te, B.M. Willemse, M. Depla, A.M. Pot & J.A. Eefsting (25 november2008). Working in group living for people with dementia: effects on job satis-faction and burnout and the role of job characteristics. Conference of the Gerontological Society of America, National Harbor.• Depla, M., M.L. ten Have, A.J. van Balkom & R. de Graaf (2008). Specific fears and phobias in the general population: results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS). Social Psychiatry and PsychiatricEpidemiology, 43, 200-208. • Depla, M., A.J. Pols, B.M. Willemse, A.M. Pot & J. van Weeghel (2008). Rehabilitatie voor ouderen in de GGZ: een vak apart? In: Plooy, A., S. van Rooijen, J. van Weeghel. Psychiatrische rehabilitatie. Jaarboek 2008-2009. Amsterdam: Uitgeverij SWP.• Depla, M. (2008). Palliatieve terminale zorg. Verslag van het middagsymposiumPalliatieve terminale zorg in de GGZ; integraal onderdeel van goede zorg! Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 63, 151-153.• Depla, M. (2008). Buiten de orde: De kracht van geruchten. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 63, 185-186.• Depla, M. (2008). Buiten de orde: Afzakkende rouwbanden. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 63, 880-881.• Dorland, L. & J. de Lange (2008). Kom mee naar buiten allemaal! Een natuur-interventie voor mensen met dementie. Denkbeeld, 20(1), 18-21.
• Gerritsen, D.L., W.P. Achterberg, N. Steverink, A.M. Pot, D.H. Frijters & M.W. Ribbe(2008). The MDS Challenging Behavior Profile for long-term care. Aging Mental Health, 12(1), 116-23.• Groenewoud, H., I. Egers, A. Pool & J. de Lange (2008). Evaluatieonderzoek van depilot casemanagement dementie in de regio Delft Westland Oostland 2005 – 2007.Eindrapport. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam, Kenniskring Transities in Zorg.• Klingeman, C.A. & J. de Lange (2008). Evaluatie van leer-werkafdelingen. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam, Kenniskring Transities in Zorg.• Kok, R.M. (2008). Addendum Ouderen bij de multidisciplinaire richtlijn Depressie. Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling GGZ. Utrecht: Trimbos-instituut.• Lange, J. de & M. Veerbeek (2008). De Kopgroep: een behandelgroep voor mensen met dementie. Utrecht: Trimbos-instituut/Alzheimer Nederland.• Lange, J. de (2008). Transities in ziekte en zorg. In: Kort H., A. Cordia & L. de Witte. Langdurige zorg en technologie. Den Haag: Lemma, 113-123. • Leven, M.A. van ‘t & J. de Lange (2008). Quality time in ondersteuning van mantelzorgers van thuiswonende ouderen met dementie: een kwalitatief onderzoek. Wetenschappelijk Tijdschrift voor Ergotherapie, 1, 8-13.• Melenhorst, A.S., M. Veerbeek & M. Depla (2008). Ontwikkeling van een innovatieve behandeling van angststoornissen bij ouderen. Fase 1: keuze van de nieuwe behandeling. Utrecht: Trimbos-instituut.• Ploeg, E. van der, M. Depla, P. Shekelle, H. Rigter & J.P. Mackenbach (2008). Developing quality indicators for general practice care for vulnerable elders; transfer from US to the Netherlands. Quality Safety Health Care, 17, 291-295.• Ploeg, E. van der, H.P. van Hout, M. Depla, G. Nijpels, H. Rigter & J.P. Mackenbach(2008). Abstract Recovery from frailty to a non-frail state in Dutch communitydwelling older persons. Journal of the American Geriatric Society, 56(4), 156.• Pot, A.M., A.S. Melenhorst, S. Onrust & E.T. Bohlmeijer (2008). (Cost)effectivenessof life review for older adults: design of a randomized controlled trial. BMC PublicHealth, 8, 211.• Pot, A.M., P. Cuijpers & M. Allewijn (2008). Depressie in verzorgings- en verpleeghuizen. In: Handboek depressieve stoornissen. Red.: Huyser, J., A.H. Schene, B. Sabbe en Ph. Spinhoven. De Tijdstroom.• Schuurmans, J., G.J. Hendriks & M. Veerbeek (2008). Addendum ouderen bij de multidisciplinaire richtlijn angststoornissen. www.ggzrichtlijnen.nl• Smalbrugge, M., L. Jongenelis, A.M. Pot, A.T. Beekman & J.A. Eefsting (2008).Screening for depression and assessing change in severity of depression. Is the Geriatric Depression Scale (30-, 15- and 8-item versions) useful for both purposes in nursing home patients? Aging Mental health, 12(2), 244-8.• Smit, D. (2008). Congresverslag Toekomst van de ouderenzorg. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 63(11), 947-949.• Veerbeek, M., B. Willemse, G. Franx & A.M. Pot (2008). Gedigitaliseerde proef-implementatie van het addendum ouderen bij de MDR angststoornissen. Utrecht:Trimbos-insituut.
Presentaties, trainingen en cursusmappen• Boekhorst, S. te, B.M. Willemse, M. Depla, J. de Lange, A.M. Pot & J.A. Eefsting(2008). The effects of group living care for older people with dementia.CTS - Congress Organisation.• Lange, J. de (17 januari 2008). Zelfmanagement bij dementie. Lezing in de work-shop dementie op de GGZ-kennisdag Heel de mens, heel de zorg, georganiseerddoor het Trimbos-instituut en GGZ-Nederland. Amsterdam: Beurs van Berlage.• Lange, J. de (25 januari 2008). Woonklimaat en gedragsproblemen bij mensenmet dementie, lezing op het symposium Gedragsproblemen bij dementie; preventie en behandeling vanuit psychologische invalshoek. Amsterdam.• Lange, J. de. (28 maart 2008). Resultaten van het doorbraakproject depressie 2.Lezing op de slotconferentie van het doorbraakproject depressie van het Trimbos-instituut. Den Bosch.• Lange, L. de. (23 april 2008). Doorbraak depressie: lezing op een studiemiddagvoor beleidsmedewerkers van de gemeente en hulpverleners, ter gelegenheid vaneen werkbezoek van het ministerie van VWS. Apeldoorn.• Lange, L. de. (17 juni 2008). Doorbraak depressie ouderen: lezing op de conferen-tie Preventie van depressie bij ouderen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Lange, L. de (15 november 2008). 15 Familieleden als partners in de ketenzorgvoor mensen met psychiatrische aandoeningen. Lezing op de studiedag ‘Kinken in de keten’, georganiseerd door de GGZ-instellingen Rotterdam-Rijnmond. Rotterdam.• Lange, J. de (18 november 2008). Casemanagement: lezing op de conferentie Dementie, en hoe nu verder? Project Ketenzorg Dementie. Maastricht.• Lange, J. de (2 december 2008). Mantelzorgondersteuning bij kleinschalig wonenvoor mensen met dementie, interview en workshop op de conferentie Kleinschaligwonen en omgaan met de familie, georganiseerd door het Van Kleef Instituut.Schiedam.• Lange, J. de (2008). Projectteam Doorbraak Depressie, Draaiboek Doorbraak Depressie te bereiken op www.trimbos.nl/verbeterdezorg.• Ploeg, E.S. van der (30 april – 4 mei 2008). “Recovery from frailty to a non-frail
state in Dutch community dwelling older persons”. American Geriatrics SocietyAnnual Scientific Meeting. American Geriatric Association, Washington D.C., U.S.A.• Ploeg, E. van der (3 oktober 2008). Recovery from frailty to a non-frail state inDutch community dwelling older persons. 9th National Gerontology Congress: “Living longer in the Dutch society: the national challenge. Dutch Association ofGerontology American Geriatric Association. Ede.• Pot, A.M. (25 januari 2008). Psychosocial interventions Gerion-symposium “Behavioral problems in dementia”. Amsterdam.• Pot, A.M. (8 februari 2008). Psychosocial interventions in dementia. Kalorama-symposium “Problem behavior in dementia in nursing homes”. Beek-Ubbergen.• Pot, A.M. & J. Mintzer (8-11 april 2008). Depression and anxiety in the nursinghome. IPA-congress, Dublin, Ireland (invited speaker, due to illness Dr. Mintzer did the presentation). • Pot, A.M. (5 juni 2008). Introductie nieuwe richtlijnen depressie en angst voorouderen. Voorjaarscongres SPO: depressie en angst bij ouderen. Zwolle: NieuweBuitensociëteit.• Pot, A.M. (20-25 september 2008). Improving the diagnosis and treatment ofAlzheimer’s Disease throughout the world. XIV World Congress Psychiatry. Prague,Czech Republic.• Veerbeek, M. (28 januari 2008). Monitor Geestelijke Gezondheidszorg Ouderen(MEMO). Informatiebijeenkomst MEMO bij GGZ Eindhoven. • Veerbeek, M. (29 januari 2008). Monitor Geestelijke Gezondheidszorg Ouderen(MEMO). Informatiebijeenkomst MEMO bij Lentis. Groningen.• Veerbeek, M. (31 januari 2008). Monitor Geestelijke Gezondheidszorg Ouderen(MEMO). Informatiebijeenkomst MEMO bij het Trimbos-instituut. Utrecht: Trimbos-instituut.• Veerbeek, M. (11 februari 2008). Monitor Geestelijke Gezondheidszorg Ouderen(MEMO). MT-breed. Utrecht: Trimbos-instituut. • Veerbeek, M. (2 april 2008). Monitor Geestelijke Gezondheidszorg Ouderen(MEMO). Week van de Zorginformatie, Ministerie van VWS. Den Haag.• Veerbeek, M. (21 mei 2008). De effecten van ‘Op zoek naar zin’ op depressieve en angstklachten. Studiemiddag Reminiscentie en Op zoek naar zin. Amersfoort.• Veerbeek, M. (10, 14-17, 21-24 april en 6, 8, 13, 15 mei en 9 juni 2008). Inleiding bijtrainingen deelnemende instellingen Monitor Geestelijke Gezondheidszorg Ouderen (MEMO). • Veerbeek, M. (25 november 2008). Digitale proefimplementatie van het adden-dum ouderen bij de MDR angststoornissen. Stuurgroep LAK GGZ/VZ.Willemse, B. (22-23 februari 2008). Dementia Fair Congress 2008 im CCL. Leipzig,Germany.• Willemse, B. (8 december 2008). Brabantscafé: werken in een kleinschalige woonvorm: de effecten op arbeidstevredenheid en burnout en de rol van werk-kenmerken.
Folders en brochures• Monitor woonvormen dementie. (2008) Utrecht: Trimbos-instituut.• Monitor geestelijke gezondheidszorg ouderen (MEMO): informatiefolder. (2008)Utrecht: Trimbos-instituut.
ReïntegratiePublicaties • Aart, K. van, M. van Bakel, M. Brugman, J. Dröes, J. Thuss & C. Witsenburg (2008). De herstelbeweging in Nieuw Zeeland: wat kunnen we ervan leren? Tijdschrift voor Rehabilitatie, 17 (3), 14-20.• Boerema, I., H. Kroon, L. Neijmeijer, R. Henskens & C. Place (2008). Zorgprogramma’s voor gedetineerden met psychiatrische problematiek. Den Haag:Ministerie van Justitie, DJI.• Boevink, W., A. Plooy, F.B.M. Giesen & H. Kroon (2008). Lijfsbehoud, levenskunst,verbondenheid en goede hulp. Jaarboek psychiatrische rehabilitatie 2008-2009(pp. 15-33), Amsterdam: SWP.• Boevink, W. (2008). Lezing ‘Over de noodzaak om niet te bewegen’. Tijdschriftvoor Rehabilitatie 17 (2), 29-30. • Boevink, W. (2008). Mijn moeizame weg van stoornis naar samenhang. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 11, 903-912.• Boevink, W., H. Kroon & F. Giesen (2008). Empowerment: constructie en validatievan een vragenlijst, interne rapportage. Utrecht: Trimbos-intituut.• Boevink, W., H. Kroon & F. Giesen (2008). Controle herwinnen over het eigenleven. Een conceptuele verkenning van het begrip empowerment van mensen metpsychische handicaps. Tijdschrift voor Rehabilitatie, 17(4), 16-26.• Duin, S. van & S. van Rooijen (2008). Verslavingsdeskundigheid. In: Veldhuizen, R.van, M. Bähler, D. Polhuis & J. van Os (red.) Handboek FACT. Utrecht: De Tijdstroom.• Erp, N. van, M. van Vugt, D. Verhoeven, F. Giesen, H. Blankman, R. Jansen & H. Kroon (2008). Systematische implementatie van de Liberman Modules in Nederland. Utrecht: Trimbos-instituut. • Erp, N. van & H. Michon (2008). Integratie van mensen met ernstige psychischestoornissen in betaald werk. In: Plooy, A., S. van Rooijen, J. van Weeghel (red). Jaarboek psychiatrische rehabilitatie 2008-2009 (pp. 143-155). Amsterdam: SWP.
arbeidsrelevante psychische problematiek bij Turken en Marokkanen. Begeleiders-handboek. Utrecht: Trimbos-instituut.• Knispel, A., J. Nuijen, F.J. de Jong & C.M. van der Feltz-Cornelis (2008). Pilot implementatie van een behandelprotocol voor Turken en Marokkanen met arbeidsrelevante psychische problematiek. Utrecht: Trimbos-instituut.Knispel, A., I. Elfeddali & C.M. van der Feltz-Cornelis (2008). Gezond leven en werken. Werkboek voor de cliënt. Utrecht: Trimbos-instituut.• Leentjens, A.F.G., A.D. Boenink, J.J. van Croonenborg, J.J.E. van Everdingen, C.M. van der Feltz-Cornelis, N.C. van der Laan, H. van Marwijk, T.W.D.P. van Os, H.N. Sno & R.J.M. Strack van Schijndel (2008). Richtlijn psychiatrische consultatie.Utrecht: CBO.• Leentjens, A.F.G., C.M. van der Feltz-Cornelis, A.D. Boenink & J.J.E. van Everdingen, richtlijnwerkgroep Consultatieve Psychiatrie van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (2008). Richtlijn ‘Consultatieve Psychiatrie’ van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie voor consulten in de eerste lijn en in deziekenhuissetting. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 152(35), 1914-1917.• Meeuwissen, J., C.M. van der Feltz-Cornelis, H. van Marwijk, P.B.M. Rijnders &M.C.H. Donker (2008). A stepped care programme for depression management: an uncontrolled pre-post study in primary and secondary care in The Netherlands.International Journal of Integrated Care, 8, e05.• Nieuwenhuijsen, K., A.C. Verhoeven, U. Bültmann, A. Neumeyer-Gromen & C.M.van der Feltz-Cornelis (2008). Interventions to improve occupational health in de-pressed people. (Review). Cochrane Database of Systematic Reviews, 2, CD006237. • Nuyen, J., P.M. Spreeuwenberg, P.P. Groenwegen, G.A.M. van den Bos & F.G. Schellevis (2008). Impact of preexisting depression on length of stay anddischarge destination among patients hospitalized for acute stroke: linked register-based study. Stroke, 39, 132-138.• Nuyen, J., P.M. Spreeuwenberg, L. van Dijk, A.M. van den Bos, P.P. Groenewegen & F.G. Schellevis (2008). The influence of specific chronic somatic conditions onthe care for co-morbid depression in general practice. Psychological Medicine, 38,265-277.• Värnik, A., K. Kolves, C.M. van der Feltz-Cornelis, A. Marusic, H. Oskarsson, A. Palmer, T. Reisch, G. Scheerder, E. Arensman, E. Aromaa, G. Giupponi, R. Gusmao,M. Maxwell, C. Pull, A. Szekely, V. Pérez Sola & U. Hegerl (2008). Suicide methods in Europe: a gender specific analyses of countries participating in the “EuropeanAlliance Against Depression”. Journal of Epidemiology and Community Health, 62,545-551. • Vlasveld, M.C., J.R. Anema, A.T.F. Beekman, W. van Mechelen, H. van Marwijk, F.F. Rutten, L. Hakkaart-van Roijen & C.M. van der Feltz-Cornelis (2008). Multi-disciplinary collaborative care for depressive disorder in the occupational healthsetting: design of a randomised controlled trial and costeffectiveness study. BMC Health Services Research, 8, 99.• Volker, D. & J. Nuyen (2008). Inventarisatie onder patiënten met een bipolairestoornis voor zelfmonitoring van hun lithiumspiegel: rapportage. Utrecht: Trimbos-instituut.• Volker, D. & J. Nuijen (2008). Inventarisatie onder patiënten met een bipolairestoornis naar hun mening over zelfmonitoring van hun lithiumspiegel met een lithiummeter. Utrecht: Trimbos-instituut.• Wittenburg, L., E. Arensman, E. Aromaa, C. van Audenhove, B. Jean-Hervé, C. van der Feltz-Cornelis, G. Giupponi, R. Gusmäo, K. Kopp, A. Marusic, M. Maxwell,H. Oskarsson, C. Pull, T. Reisch, R. Ricka, A. Schmidtke, V. Pérez Sola, A. Värnik & U. Hegerl (in press). The European Alliance Against Depression: a multilevel approach to the prevention of suicidal behaviour. Editorial. Psychiatric Services.
Presentaties, trainingen en cursusmappen• Feltz-Cornelis, C.M. van der, C. Leue & H. van Marwijk (17 januari 2008). GGZ Kennisdag Heel de mens, heel de zorg. Parallelsessie Comorbiditeit. Amsterdam: Beurs van Berlage.• Feltz-Cornelis, C.M. van der (april 2008). Behandeling van depressie kan veel leed voorkomen. Interview met Christina van der Feltz-Cornelis over het DepressieInitiatief in het jaarverslag 2007 van het Innovatiefonds Zorgverzekeraars.• Feltz-Cornelis, C.M. van der (april 2008). Nergens zin in. Themabijlage onze hersenen over depressie in De Telegraaf. Interview met Aly van Geleuken, FondsPsychische Gezondheid en Christina van der Feltz-Cornelis, over het Depressie Initiatief.• Feltz-Cornelis, C.M. van der (7-11 juni 2008). Educational course: Psychiatric co-morbidities of epilepsy: practical advice for neurologists. European Neuro-logical Society. Nice.• Feltz-Cornelis, C.M. van der (16 oktober 2008). Voordracht depressie en pijn. Bijeenkomst Eli Lilly Nederland voor collega behandelaars. Zeist: restaurant OudLonden.• Feltz-Cornelis, C.M. van der (30 oktober 2008). Voordracht somatisatie tussenpsychiatrie en huisartsgeneeskunde. Minisymposium somatoforme stoornissen.Rotterdam: De Meervaart.• Feltz-Cornelis, C.M. van der (18 november 2008). Co-morbiditeit tussen diabetesen depressie. Aanknopingspunten voor behandeling. Voordracht Symposium
80 81
• Verhaegh, G., I. Bongers, H. Kroon & H. Garretsen (2008). Cliënten als ervarings-deskundig interviewer in wetenschappelijk onderzoek. Tijdschrift voor Rehabilitatie, 17(3), 29-36.• Vugt, M. van, N. van Erp, D. Verhoeven & H. Kroon (2008). Implementatie van de Liberman-modules ‘Omgaan met antipsychotische medicatie’ en ‘Omgaan metpsychotische symptomen’. Tijdschrift voor Rehabilitatie, 17 (1), 27-32. • Vugt, M. van & H. Kroon (2008). Onderzoek naar ACT en FACT. In: Veldhuizen, R. van e.a. (red.) Handboek FACT (pp. 295-302). Utrecht: De Tijdstroom.• Werkgroep dvd (2008). Mijn stad Deventer: prikkelbox, stad en streek belevings-box. Handreiking voor gebruikers. Harfsen: Rikster Webergroep.
Presentaties, trainingen en cursusmappen• Boevink, W. (januari 2008). Morgen wordt het beter: naar een herstel – niet – ondermijnende GGZ. Congres Van Verblijf naar Herstel te Amersfoort.• Boevink, W. (februari 2008). Workshop Kennis Beter Delen 2008: implementatievan HEE-programma’s voor mensen met psychische handicaps in GGZ-instellin-gen. • Boevink, W. (februari 2008). Ervaringsdeskundigen. Conferentie ervaringsdes-kundigheid door VvE i.s.m. kenniscentrum Rehabilitatie te Utrecht. • Boevink, W. (maart 2008). Empowerment van mensen met psychische handicaps: implicaties voor behandeling. Het Bunnik Symposium in jaarbeurs-gebouw te Utrecht.• Boevink, W. (juni 2008). Werken met ervaringsdeskundigheid. Voorjaarscongresvan de GGZ Oost Brabant te Boekel.• Boevink, W. & L. Elfers (november 2008). Een blik op de toekomst. Lezing symposium BGE. ROC Zadkine te Rotterdam. • Boevink, W. (november 2008). Kennis en ervaring: halen en brengen. Landelijkestudiedag GGZ voor doven en slechthorenden te Rotterdam. • Boevink, W. (november 2008). The role of (psychiatric) patients in the manage-ment of aggression: from object to partner. ENTMA congres te Amsterdam. • Boevink, W. (december 2008). Geluk is ook niet alles: over kwaliteit van leven en herstel. Congres SBWU ter ere van het 25-jarig bestaan te Utrecht. • Busschbach, J. van & H. Michon (november 2008). SCION: Study on the cost-effectiveness of IPS regarding open employment in the Netherlands (poster-presentatie). Schizofreniecongres ‘Zorg voor Kwaliteit’. Zwolle. • Erp, N. van, A. Hendriksen-Favier & M. Boer (december 2008). Begeleiders in deGGZ met ervaringsdeskundigheid (BGE): de relatie tussen ervaringsdeskundigen encliënten. Landelijk Rehabilitatiecongres Sociale Relaties en burgerschap, Utrecht.• Hendriksen-Favier, A.I. (september 2008). Zorg voor Beter – Sociale Participatie.Meten: tussenresultaten. Werkconferentie Zorg voor Beter Sociale Participatie.Utrecht: La Place.• Hendriksen-Favier, A.I. & N. van Erp (november 2008). Scholing en inzet van begeleiders in de GGZ met ervaringsdeskundigheid. Symposium BGE, ROC Zadkine, Rotterdam. • Hendriksen-Favier, A.I. (november 2008). Zorg voor Beter - Sociale Participatie.Meten: eindresultaten. Slotconferentie Zorg voor Beter Sociale Participatie.Utrecht: La Place. • Hulsbosch, L., S. van Rooijen & A. van Wamel (2008). Lezing over dubbele diagnose en IDDT tijdens een conferentie van het Leger des Heils. • Kroon, H. (februari 2008). Implementatie van geïntegreerde dubbele diagnosebehandeling. Utrecht: Altrecht.• Kroon, H. (september 2008). Mental Health Care in the Netherlands. Lezing t.b.v.studiereis Noorse County Governors. Amsterdam.• Kroon, H. & H. Michon (september 2008). Rehabilitatie en herstelonderzoek:stand van zaken en witte vlekken. Amsterdam: GGZ Buitenamstel Geestgronden.• Kroon, H. (september 2008). Onderzoek naar Forensisch ACT. Forensisch ACT Platform. Utrecht.• Kroon, H. & M. van Vugt (oktober 2008). ACT en FACT in Nederland. Congres Almaar Ambulanter. Utrecht.• Kroon, H. (december 2008). Geschiedenis van de DACTS en FACTS. Training Auditoren CCAF. Utrecht.• Kroon, H. (december 2008). Care planning. Training Case management. Campulung (Roemenië). • Kroon, H. (december 2008). Assertive Community Treatment. Training Case Management. Campulung (Roemenië).• Lindt, S. van de, C. Place & M. van Wezep (2008). Factsheet doorbraak bemoei-zorg. Utrecht: Trimbos-instituut. • Michon, H. (maart 2008). Persoonskenmerken, arbeidsrehabilitatie en behoudvan werk. Lezing voor workshop problemen op de werkvloer, congres De knop om in Amsterdam. Amsterdam.• Michon, H., J. van Busschbach & W. Swildens (mei 2008). Effectiveness of thepsychiatric rehabilitation approach In the Netherlands, two year follow-up. 8th International Enmesh Conference Good practice, good outcome? Cracow, Polen. • Michon, H. & S. van Rooijen (oktober 2008). Verbetertraject herstel & sociale Participatie: lezing voor bijeenkomst werving Zorgvoorbeter Herstel & Sociale Participatie. Utrecht.
• Michon, H. (oktober 2008). Sociale participatie en MSS Bladel. Bijeenkomst gemeentelijke partners MSS Bladel. Bladel.• Michon, H. & J. van Weeghel (november 2008). Rehabilitatie-onderzoek in Nederland: overzicht bevindingen 2000 - 2007. Expertmeeting Psychiatrische reha-bilitatie in Nederland: van kennissynthese naar kennisagenda. Utrecht. • Michon, H. (december 2008). Hoe is het mogelijk.. arbeidsrehabilitatie en GGZ.Jubileumcongres Der Sjtiel (20 jaar Der Sjtiel, sjtiel going strong). Kerkrade.• Michon, H. & A. Hendriksen (18 december 2008). Zorgvoorbeter Sociale Participatie: erbij horen. Deelsessie tweejaarlijks rehabilitatiecongres, “Sociale relaties en burgerschap in de rehabilitatie”. Utrecht. • Michon, H. & J. van Busschbach (18 december 2008). Effectiviteit individueleplaatsing en steun in Nederland. Deelsessie tweejaarlijks rehabilitatiecongres, “Sociale relaties en burgerschap in de rehabilitatie”. Utrecht. • Michon, H. (januari, maart, april, mei, september, november 2008). Diverse bijdragen aan platforms (IPS, Rehabilitatie-onderzoek) en landelijke werk-conferenties in het kader van Zorgvoorbeter Sociale Participatie. Utrecht. • Muusse, C. Voorlichting over zelfhulpgroepen aan hulpverleners bij: Brijder verslavingszorg (5x), Leger des Heils, Jellinekschool, Leernetwerk verslavingszorg. • Muusse, C. (september 2008). Workshop over zelfhulpgroepen, Rehabilitatie-congres.• Rooijen, S. van (januari 2008). Inleiding zelfhulp en verslavingen. Leger des Heils,Beekbergen.• Rooijen, S. van (januari 2008). Herstelgerichte zorg voor langverblijvers in deGGZ. Inleiding Congres Herstelgerichte zorg. Kenniscentrum Rehabilitatie en herstel. Amersfoort: De Eenhoorn.• Rooijen, S. van (februari 2008). Herstelgerichte zorg voor langverblijvers in deGGZ. Inleiding op de startconferentie van het gelijknamige verbetertraject Zorgvoor Beter. ronde 2. Utrecht: La Place.• Rooijen, S. van (maart 2008). Inleiding herstelondersteunende zorg. CongresKennis Beter Delen. Veldhoven.• Rooijen, S. van (maart 2008). Inleiding op symposium over de samenwerkingtussen de verslavingszorg en zelfhulpgroepen voor mensen met verslavings-problemen. Utrecht: Louis Hartloopercomplex.• Rooijen, S. van (april, november 2008). Zelfhulp en verslavingen. Lezing voor Hogeschool Windesheim. Zwolle.• Rooijen, S. van (oktober 2008). Versterken van de samenwerking tussen de verslavingszorg en zelfhulpgroepen voor mensen met verslavingsproblemen.Lezing voor de Hogeschool Leiden.• Rooijen, S. van (december 2008). Herstelgerichte zorg voor langverblijvers in deGGZ. Inleiding workshop Congres GGZ Nederland naar een menswaardig bestaan.Amsterdam: De Meervaart.• Rooijen, S. van (december 2008). Herstelgerichte zorg voor langverblijvers in deGGZ: ervaringen vanuit het verbetertraject Zorg voor Beter. Inleiding invitationalmeting Kenniscentrum Rehabilitatie. Utrecht: Louis Hartloopercomplex.• Smits, C. (februari 2008). Services for elderly migrants. International work confe-rence Service provision for migrants and refugees, European MA Degree Migration,mental health and social care. Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatie-wetenschap, Universiteit Utrecht.• Smits, C. & N. Rabbae (maart 2008). Een keuzehulp voor Turkse en Marokkaanseclienten met depressie. Ontwikkeling en implementatie. Kennis Beter Delen IV.Veldhoven.• Smits, C. (maart 2008). Referent terugkomdag integrale aanpak depressie ouderen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Smits C. & J. Pols (oktober 2008). Levenskunst: conceptverkenningen en ontwikkeling van een meetinstrument. Poster gepresenteerd tijdens nationaal congres NVG.• Smits, C. (oktober 2008). Mantelzorg in de suryoye-gemeenschap: tussen god,gemeenschap en geduld. Poster gepresenteerd tijdens nationaal congres NVG. • Vugt, M. van & H. Kroon (mei 2008). ACT in the Netherlands: the importance ofmodel fidelity and the quality of implementation. ACTA conference, Indianapolis, USA. • Vugt, M., van & H. Kroon (december 2008). ACT en FACT in Nederland. ACT-platform, Utrecht. • Wamel, A. van (september 2008). Dubbele diagnose. W&G congres Het verschilwerkt, Stichting Leger des Heils welzijns- en gezondheidszorg. Lunteren: Congrescentrum Belmont.• Wamel, A. van (september 2008). Het implementeren van verbeteringen in dezorg voor angststoornissen. Utrecht: Trimbos-instituut.• Wamel, A. van (oktober 2008). Invitational conference Amsterdamse zorginstel-lingen. Het belang van aandacht voor somatiek in de GGZ. Amsterdam Zuid-Oost:Regardz Planetarium.• Wamel, A. van (november 2008). Geïntegreerde behandeling dubbele diagnose.Forum Alcohol en Drugs. Utrecht: De Driehoek.• Wezep, M.J. van, Th. Doreleijer, L. Nauta-Jansen, F. Buffin & R. Vermeiren (oktober2008). Screening for mental health symptoms among male juvenile detainees andits predictive validity for recidivism (posterpresentatie) EFCAP congres, VU, Amsterdam.
InternationaliseringPublicaties• Uitterhaegen, B.F.G., F. Trautmann & K. Cuvalay (2008). Rapid assessment naarproblematisch drugs- en alcoholgebruik op Sint Maarten en Sint Eustatius.
Presentaties, trainingen en cursusmappen• Gouwe, D.Z. van de (11 april 2008). Training drug information line & public relations. Sofia, Bulgarije. • Gouwe, D.Z. van de (23 april 2008). Presentatie over Nederlands en Europeesdrugbeleid op Nederlandse ambassade Rome. • Keizer, A.D.J. (17 juni 2008). Lezing over Nederlands drugbeleid voor groep artsenvan de Southern Medical Association (een Amerikaanse artsenvereniging). VU Amsterdam. • Keizer, A.D.J. (22 -23 september 2008). Lezing op International Conference ondrug abuse prevention in Taiwan over Nederlands drugbeleid en Europees drug-beleid. • Keizer, A.D.J. (oktober 2008) Presentatie Nederlands en Europees drugbeleid voor buitenlandse studenten van het NSPOH. Utrecht.• Trautmann, F. (7 februari 2008). Samenwerking met Nederlandse Ambassades in Matra en twinning landen. Matra terugkomdag. Ministerie van BuitenlandseZaken, Den Haag. • Trautmann, F. (11 maart 2008). Interventions to reduce health risks for drug usersin prisons. UNODC seminar on the results from a Rapid Assessment on substanceuse in prisons. Riga (Letland). • Trautmann, F. (13 maart 2008). Interventions to reduce health risks for drug usersin prisons. UNODC seminar on the results from a rapid assessment on substanceuse in prisons. Vilnius (Litouwen). • Trautmann, F. (15 mei 2008). Evaluation of substitution maintenance treatment:a means to enhance effectiveness, efficiency and quality. EU National Drug Coordinators Meeting. Brussel. • Trautmann, F. (19 mei 2008). Drug policy in The Netherlands. Study visit of SaintJoseph’s University/International Study Programmes. Amsterdam. • Trautmann, F. (2 september 2008). Het Nederlandse drugbeleid. TerugkomdagenNederlandse ambassadeurs. Ministerie van Buitenlandse Zaken. Amsterdam. • Trautmann, F. (26 november 2008). Kick-off meeting van het project Establishinga school based drug prevention programme in Macedonia. Skopje (Macedonië). • Trautmann, F. (5 december 2008). Evaluation of substitution maintenance treatment: a means to enhance effectiveness, efficiency and quality. Riga UNODCseminar on the results from a the evaluation of substitution maintenance treatment in Latvia. Riga (Letland). • Trautmann, F. (18 december 2008). Evidence-base for interventions aimed at reducing the health and social consequences of substance abuse. UNODC Technical Seminar on Drug Addiction Prevention and Treatment: From Research to Practice. Wenen.• Uitterhaegen, B.F.G. (januari 2008). Training early detection and brief interven-tion. Skopje. Macedonië. • Uitterhaegen B.F.G. & D. van der Gouwe. Training rapid assessment and response. Sint Maarten and Sint Eustatius.• Uitterhaegen B.F.G. (april 2008). Training drug information line & public relations. Sofia, Bulgaria. • Uitterhaegen B.F.G. (september 2008). Presentatie voor de afdeling Psychiatrievan het Academisch Ziekenhuis in Pristine en Kosova Mental Health Foundation.Pristine, Kosova. • Uitterhaegen, B.F.G. (oktober 2008). Presentatie over het Nederlands en Europeesdrugbeleid voor buitenlandse studenten van NSPOH. Utrecht.• Uitterhaegen, B.F.G. & J.P. Kools (november 2008). Training van trainers over community outreach werk en harm reduction interventies in Jordanië, Libanon,Egypte en Marocco. Amman, Jordanië. • Uitterhaegen, B.F.G. (december 2008). Presentatie- en workshopleider op de nationale Bulgaarse Conferentie over Preventie. Varna, Bulgaria.• Uitterhaegen, B.F.G. & J. Lammers (december 2008). Training ‘trainer skills andschool prevention’. Skopje, Macedonia. • Uitterhaegen, B.F.G. (2008). Bulgarian drugs informatielijn, ontwikkeld i.s.m. Nederlandse Drugs Informatie Lijn (DIL). www.drugsinfo-bg.org.
• Erp, N. van, A.I. Hendriksen-Favier, M. Hoeve & M. Boer (2008). Werken met begeleiders in de GGZ met ervaringsdeskundigheid. Een onderzoek naar voordelen,valkuilen en belangrijke condities voor de inzet en scholing van BGE-ers. Utrecht:Trimbos-instituut. • Franx, G., H. Kroon, J. Grimshaw, R. Drake, R. Grol & M. Wensing (2008). Organizational change to transfer knowledge and improve quality and outcomesof care for patients with severe mental illness: a systematic overview of reviews.Canadian Journal of Psychiatry, 53(5), 294-305. • Henskens, R. & T. de Krijger (2008). Koersen op coördinatie: kwaliteit en effectiviteit van de Rotterdamse lokale zorgnetwerken. Utrecht: Trimbos-instituut.• Henskens, R. & S. van Rooijen (2008). Van opbergen naar herbergen: woon- enzorgarrangementen voor dak- en thuisloze verslaafden. In: Plooy, A., S. van Rooijen,J. van Weeghel (red). Jaarboek psychiatrische rehabilitatie 2008-2009, (pp. 85-99).Amsterdam: SWP.• Hulsbosch, A.M. (2008). E-health. Maandblad Geestelijke volksgezondheid,63,739-741.• Hulsbosch, A.M., J.R.L.M. Wolf & J.D. Kroon (2008). Evaluatie van de observatie-machtiging. Utrecht: Trimbos-instituut.• IRB-onderzoeksgroep (2008). Een wens in vervulling: informatie over de individuele rehabilitatiebenadering en de resultaten. Een uitgave van de IRB-onderzoeksgroep met ondersteuning van ZonMw. Utrecht: Altrecht, RGOc enTrimbos-instituut.• Kalmthout, W. van, C. Place, C. Bijleveld & A. Slotboom (2008). Gedetineerdevrouwen in de centrale penitentiaire inrichting van Suriname. Sancties, 4, 222-235.• Kroon, H., C. Smits & M. Planije (2008). Monitor langdurige zorg 2007. Utrecht:Trimbos-instituut.• Land, H. van het, J. Grolleman, K. Mutsaers & C. Smits (2008). TrendrapportageGGZ 2008 deel 2: toegang en zorggebruik. Utrecht: Trimbos-instituut.• Michon, H., N. van Erp, L. Korevaar & J. van Weeghel (2008). Arbeidsrehabilitatieen de individuele rehabilitatiebenadering. In: Korevaar, L. & J. Dröes (red.) Hand-boek Rehabilitatie voor zorg en welzijn (pp. 203-217). Bussum: uitgeverij Coutinho. • Michon, H. & J. van Weeghel (2008). Rehabilitatie-onderzoek in Nederland: Overzicht van onderzoek en synthese van bevindingen in de periode 2000 - 2007.Utrecht: Trimbos-instituut en Kenniscentrum Rehabilitatie; Den Haag: ZonMw. • Michon, H., M. ten Have, H. Kroon, J. van Weeghel, R. de Graaf & A.H. Schene(2008). Mental disorders and personality traits as determinants of impaired workfunctioning. Psychological Medicine, 38, 1627-1637. • Muusse, C., R. Henskens & S. van Rooijen (2008). Zelfhulpgroepen en de verslavingszorg. Stand van zaken 2007 en een vergelijking met 2004. Utrecht:Trimbos-instituut.• Muusse, C., R. Henskens & S. van Rooijen (2008). Zelfhulp en de verslavingszorg:op weg naar meer contact. Verslaving, Tijdschrift over verslavingsproblematiek, 4, 57-66.• Place, C., M. Planije & P. Rensen (2008). Plan van aanpak maatschappelijke opvang in de centrumgemeenten: stand van zaken en knelpunten. Utrecht: Trimbos-instituut. • Planije, M. & P. Rensen (2008). Voorlopige Monitor Maatschappelijke Opvang.Jaarbericht 2007. Utrecht: Trimbos-instituut.• Rabbae, N. & C. Smits (2008). Wie kiespijn heeft, zoekt zelf een arts: Informatiebehoeften van Turkse en Marokkaanse cliënten met depressie. Cultuur, Migratie en Gezondheid, 5, 86-95.• Rensen, P. & M. Planije (2008). Monitor Plan van aanpak maatschappelijke opvang. Rapportage 2007: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Utrecht:Trimbos-instituut.• Rooijen, S. van, H. Kroon & A. van Wamel (2008). Geïntegreerde behandeling voor cliënten met psychische stoornissen en verslavingsproblemen. In: Korevaar, L. & J. Dröes (red.) Handboek Rehabilitatie. Bussum: Coutinho.• Rooijen, S. van, H. Kroon en A. van Wamel (2008). Geïntegreerde behandelingvoor cliënten met psychische stoornissen en verslavingsproblemen. In: Plooy, A., S. van Rooijen, J. van Weeghel (red.) Jaarboek psychiatrische rehabilitatie 2008-2009 (pp. 243-265). Amsterdam: SWP.• Rooijen, S. van & I. Kok. (2008). Zorg voor beter in de geestelijke gezondheids-zorg: de tussenstand. Kwaliteit in Zorg, 6, 4-8.• Roosenschoon, B.-J., M. van Vugt, B. van Dijk & H. Kroon (2008). Implementatievan ACT in Nederland: discussie over het model en een stand van zaken qua modelgetrouwheid. Tijdschrift voor Rehabilitatie, 17(3), 59-69. • Smits, C. (2008). Allochtonen: psychische aandoeningen, zorggebruik en toegang. In: Land, H. van het, J. Grolleman, K. Mutsaers, C. Smits (red). Trend-rapportage GGZ 2008 deel 2. Toegang en zorggebruik. Utrecht: Trimbos-instituut. • Smits, C. & M. Veerbeek (2008). Training voor organisatoren en begeleiders vande informatieve huiskamerbijeenkomsten voor oudere Turkse en Marokkaansevrouwen: geestelijke gezondheid en ouder worden. Train-de-trainershandleiding.Utrecht: Trimbos-instituut. • Smits, C. (2008). Mijn stad Deventer. Een evaluatie van het gebruik van de dvd en de mogelijkheden van een handleiding en gevoelskist in verpleeghuizen. Enschede: Saxion Hogescholen.
82 83
Dit is een uitgave van het Trimbos-instituut,
Netherlands Institue of Mental Health and Addiction, Utrecht
tekst
Wybo Vons Journalistieke Producties BV, Hilversum
redactie
Marjan Heuving en Laila Zaghdoudi (projectleiding, eindredactie, webversie)
Hermine Jochemsen en Angita Peterse (literatuurlijst)
Peter Stark en Anke Wammes
ontwerp
Jessica Ottersberg O&D BV, Baarn
fotografie
Jodokus Driessen O&D BV, Baarn
(m.u.v. foto’s pag. 29: Leonie Fotiades; pag. 34-35: Sabina de Graaf;
pag. 40-41 en 65: 7-Heuvelenloop Aktiefoto; pag. 51 en 65: Bas de Meijer)
druk
Drukkerij Van den Berg & Versluijs BV, Dordrecht
oplage
1500 exemplaren - bestelnummer AF 0861
Met dank aan de geïnterviewden en de medewerkers van het
Trimbos-instituut die meewerkten aan de totstandkoming van
dit jaarverslag.
Een ingekorte weergave van dit jaarverslag met een Nederlandstalige
en Engelstalige versie staat op www.trimbos.nl.
Postbus 725
3500 AS UTRECHT
The Netherlands
T +31 (0)30 297 11 00
F +31 (0)30 297 11 11
84