bekijk het jaarverslag 2012
TRANSCRIPT
Reiken naar de top
J A A R V E R A N T W O O R D I N G
W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g
JAARVERANTWOORDING 2012
D E E L 1 - J A A R V E R S L A G
1. Het jaar 2012 02
2. Algemeen 06
3. Onderwijs 08
4. Onderzoek 18
5. Ondernemen 22
6. Personeel 24
7. Bedrijfsvoering 28
8. Ontwikkelingen 36
9. Instelling 40
10. Verslag Raad van Toezicht 46
B I J L A G E N 5 2
1. Windesheim Flevoland 52
2. Entrepreneurs in Residence 55
3. Studentaantallen 59
4. Afkortingenlijst 67
D E E L 2 - J A A R R E K E N I N G 6 8
Reiken naar de top
J A A R V E R A N T W O O R D I N G
Voortdurende vernieuwing en verbetering vormen de
basis voor innovatie en kwaliteit. Onze ambitie voor
de komende jaren is helder: een plek in de top 3 van grote
brede hogescholen. In 2012 maakten we strategische,
doelgerichte en relevante keuzes om deze ambitie waar
te maken. Hierover maakten we prestatieafspraken met
het kabinet. Deze afspraken omvatten onder andere de
drie hoofdthema’s van Windesheim als kenniscentrum, te
weten onderwijs, onderzoek en ondernemen.
O N D E R W I J S
In het afgelopen jaar stond de onderwijskwaliteit centraal.
Om onze studenten het hoogst mogelijke opleidingsniveau
te garanderen, stellen we ons een hoger opleidingsniveau
van docenten ten doel. Een hoger opleidingsniveau van
docenten staat immers garant voor een hogere oplei-
dingskwaliteit. We streven naar opleidingen die boven het
gemiddelde scoren, naadloos aansluiten op de beroeps-
praktijk en garant staan voor een glansrijke toekomst op
de arbeidsmarkt. Zowel in Zwolle als in Flevoland.
O N D E R Z O E K
Onderzoek is een onlosmakelijk onderdeel van onderwijs.
Met een breed aanbod aan opleidingen en onderzoeken
sluiten we aan bij de fijnmazige economische structuur en
het innovatieve karakter van de regio. In 2012 groeiden er
vanuit onze kenniscentra, lectoraten en onderwijsdomei-
nen steeds meer samenwerkingsverbanden met externe
partners. Windesheim participeert bijvoorbeeld in meer-
dere Centres of Expertise, waar onderzoekers, docenten,
studenten en bedrijven samenwerken aan innovaties. Een
mooi voorbeeld hiervan is het Polymer Science Park dat in
maart 2012 haar deuren opende. Een dynamische ‘werk-
plaats’ op het gebied van kunststoftechnologie waarin we
met zes grote bedrijven samenwerken.
O N D E R N E M E N
Ons klimaat van ambitie en ondernemerschap is
kenmerkend voor onze moderne, naar buiten gerichte
kennisinstelling. We betrekken topmanagers uit de regio
als Entrepreneurs in Residence bij ons onderwijs en onder-
zoek. Hun colleges dragen bij aan het beroepsbeeld van
de studenten. Daarnaast zetten de Entrepreneurs
hun expertise in bij onderzoek en spreken ze tijdens
masterclasses voor het bedrijfsleven.
R E I K E N N A A R D E T O P
Dat is ons leidende motto voor de komende jaren.
Met onze kwaliteitsverbetering in het onderwijs, onze
maatschappelijk gerichte wijze van onderzoeken en onze
intensieve samenwerking met bedrijven en organisaties,
zullen we hierin zeker slagen en volhardend zijn. Wij
zetten onze kennis in werking om de top te bereiken.
Zwolle, mei 2013
Prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen en drs. J.W. Meinsma,
College van Bestuur
Voorwoord 01
2 0 12 I N V O G E L V L U C H T
Januari 2012 – Windesheim zelfstandigWindesheim kent sinds 1 januari 2012 een eigen Raad
van Toezicht vanwege een structuurwijziging van de
Vereniging VU-Windesheim. Tot 1 januari 2012 maakte
Windesheim, samen met de Vrije Universiteit (VU) en het
VU medisch centrum (VUmc), deel uit van de Vereniging
VU-Windesheim. Eind 2011 is besloten tot splitsing van de
Vereniging; daarbij zijn de Stichting Christelijke Hoge-
school Windesheim en de Stichting VU-VUmc opgericht.
Beide stichtingen hebben een eigen bestuur en raad van
toezicht.
Februari 2012 – Windesheim start Associate degree voor praktijkopleidersWindesheim startte in februari met een tweejarig
Associate degree-programma voor praktijkopleiders
op het gebied van Engineering. Doel van de opleiding is
het bijscholen van praktijkopleiders van technische
bedrijven zodat zij medewerkers en leerlingen beter
kunnen begeleiden en opleiden binnen het bedrijf.
Praktijkbegeleiders leren ook hoe zij gastlessen
kunnen verzorgen in het technisch beroepsonderwijs.
Dat is van belang omdat veel techniekdocenten binnenkort
de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Windesheim
nam in samenwerking met Stichting A+O Metalektro, het
opleidingsfonds in de Metalektro en de werkgeversorgani-
satie FME/CWM, het initiatief voor de ontwikkeling van dit
tweejarige Associate degree-programma op hbo-niveau.
Maart 2012 - Opening Polymer Science ParkIn maart opende het Polymer Science Park (PSP) haar
deuren. Het PSP is een open innovatiecentrum voor
bedrijven en onderwijs. Een dynamische ‘werkplaats’
op het gebied van kunststoftechnologie. Het PSP is een
Centre of Excellence, ofwel een centrum voor innovatief
vakmanschap. Het heeft tot doel de innovatiekracht van
het bedrijfsleven te versterken en duurzame economische
groei te stimuleren. Zowel regionaal, nationaal als
ook internationaal. Het PSP is in eerste instantie een
samenwerkingsverband van zes partijen: DSM, Wavin,
Windesheim, Deltion College, de Gemeente Zwolle en de
Provincie Overijssel.
April 2012 - Windesheim viert lustrumOp 21 april vierde Windesheim zijn lustrum met 2000 be-
zoekers op het Lustrumfestival. Voor veel Zwollenaren en
inwoners uit de buurtdorpen de kans om een kijkje achter
de schermen te nemen. Windesheim organiseerde meer
dan 65 activiteiten. Het aanbod varieerde van het spelen
met een X-box Kinect, het testen van talenkennis, rond-
leidingen door gebouw X en een schaatsclinic van Freddy
Wennemars tot genieten van cabaret-, muziek-, dans- en
theateroptredens. Actief ergens aan deelnemen of lekker
achteroverzitten en genieten: alles was mogelijk.
Mei 2012 - Voorstel prestatieafspraken ingediend bij staatssecretarisHet voorstel voor de prestatieafspraken is begin mei
ingediend bij staatssecretaris Zijlstra onder de noemer
Het jaar 2012
H O O F D S T U K 1
Reiken naar de Top. Hierin is vastgelegd wat en hoe
Windesheim gaat bereiken in de toekomst in de vorm van
prestatiethema’s en -afspraken. Dit document vormt ook
de basis voor het instellingsplan dat in voorbereiding is.
Opleidingen dienen boven het landelijk gemiddelde te
scoren. Windesheim gaat voor een plek in de top 3 van
grote brede hogescholen.
Juni 2012 - Inholland, iPabo en Windesheim gaan intensief samenwerkenDe drie Colleges van Bestuur van Inholland, iPabo en
Windesheim gaan een samenwerking aan in een zoge-
naamde Educatieve Alliantie. Binnen deze alliantie willen
zij de kwaliteit van het onderwijs gezamenlijk versterken.
Daartoe is een intentieverklaring getekend door de drie
besturen. Inholland, iPabo en Windesheim kijken vooruit
en willen door krachten te bundelen de leraar van de
volgende generatie opleiden. Het gaat daarbij om het
gezamenlijk ontwikkelen van onderwijs, mét het werkveld.
Onderzoek speelt een belangrijke rol bij het verhogen van
innovatiekracht.
September 2012 - Opening hogeschooljaarMet meer dan driehonderd gasten opende Windesheim
het hogeschooljaar. Naast studenten en docenten heeft
ook een aantal bijzondere gasten acte de présence gegeven,
waaronder de burgemeester van Zwolle. Sprekers waaronder
de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau en
de directeur van Museum de Fundatie hebben voor een
inspirerende middag gezorgd.
Oktober 2012 - NVAO positief over gerealiseerd herstel bij JournalistiekDe Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)
oordeelde positief over de gerealiseerde kwaliteitsverbete-
ring bij de opleiding Journalistiek van Windesheim. Tijdens
een tussentijdse visitatie is vastgesteld dat Journalistiek
voldoet aan de gestelde voorwaarden voor robuust herstel
op korte termijn. Volgens de NVAO zet de opleiding hierbij
zonder voorbehoud in op de uitvoering van een ruim
aantal verbetermaatregelen. Op basis van recente afstu-
deerdossiers is geconstateerd dat het gerealiseerd niveau
‘terug aan de maat’ is.
03
November 2012 – Prestatieafspraken krachtig en ambitieusHet prestatievoorstel is besproken met de reviewcom-
missie die door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap (OCW) is ingesteld. De reviewcommissie heeft
aan het ministerie haar definitieve advies gegeven over
het prestatievoorstel van Windesheim. De commissie
beoordeelt het voorstel als krachtig, ambitieus en reali-
seerbaar en heeft er de score ‘zeer goed’ aan verbonden.
Het ministerie heeft het advies van de commissie overge-
nomen en kent Windesheim voor de periode 2013 tot en
met 2016 prestatiebekostiging toe.
December 2012 - Regio Zwolle Monitor overhandigd tijdens congres Nieuwe HanzeDe Regio Zwolle Monitor 2012 is de eerste versie van een
jaarlijks onderzoek naar de regionale economische kracht
en is uitgevoerd door onderzoekers van Windesheim, in
nauwe samenwerking met onderzoekers van de Rabobank,
de Kamer van Koophandel en de provincie Overijssel.
De uitkomst van de Regio Zwolle Monitor werd door
burgemeester Westmaas van Meppel tijdens het onderne-
merscongres de Nieuwe Hanze op 12-12-2012 overhandigd
aan VNO-NCW voorzitter Wientjes. Dr. ir. W. Buunk van het
lectoraat Area Development van Windesheim presenteerde
de nulmeting van de Hanzelijn Monitor. Onder zijn leiding
doet het lectoraat onderzoek naar de effecten van de
nieuwe spoorlijn tussen Lelystad en Zwolle die op
8 december 2012 in gebruik werd genomen.
De Nieuwe Hanze
Windesheim Lustrumfestival
K e r n c i j f e r s W i n d e s h e i m geconsolideerd
2 0 1 2 2 0 1 1 2 0 1 0
Studenten
. Instroom 6.326 7.328 7.634
. Populatie 20.284 21.538 21.321
. Aantal afgestudeerden 3.471 3.182 2.893
. Aantal uitvallers 4.758 4.695 4.004
. Uitval 39,0% 35,6% 31,6%
. Bachelorrendement prognose 73,2% 66,4% 65,9%
. Switch 6,2% 4,6% 5,4%
Marktaandeel
. Instroom (website HBO raad) 4,4% 5,2% 5,2%
. Inschrijvingen (website HBO raad) 4,7% 5,0% 5,1%
Medewerkers
. Onderwijsgevend personeel (OP) *) 1.262 (959 fte) 1.090 (834 fte) 1.029 (793 fte)
. Onderwijsondersteunend personeel (OOP) *) 742 (613 fte) 797 (649 fte) 740 (603 fte)
. Ratio OP/OOP *) 1,57 1,29 1,32
. Aantal docenten met master 839 726 617
. Aantal gepromoveerden 53 42 37
. Ziekteverzuim 4,7% 3,8% 3,7%
Onderzoek
. Aantal lectoraten 24 22 19
. Beschikbaar gesteld budget (x € 1.000) 4.745 4.545 3.787
Financiën
. Omzet totaal (x € 1.000) 173.295 176.168 151.499
. Omzet Ondernemen (x € 1.000) 7.341 6.232 7.433
. Resultaat (x € 1.000) 4.714 17.096 3.667
. Groepsvermogen (x € 1.000) 53.019 48.305 31.209
. Solvabiliteit 29,2% 26,2% 20,3%
. Liquiditeit 0,9 0,9 0,7
*) in 2012 aangepast conform methodiek HBO raad
Solvabiliteit: groepsvermogen/balanstotaal
Liquiditeit: vlottende activa/kortlopende schulden
05
M I S S I E
Windesheim is als brede instelling voor hoger onderwijs
een maatschappelijke onderneming.
Zij vormt een gemeenschap waarin actieve en deskundige
mensen elkaar ontmoeten. Windesheim is een innovatief
kennis- en expertisecentrum dat individuen en mensen in
organisaties uitdaagt zich te ontwikkelen tot verantwoor-
delijke, waarde(n)volle en zelfbewuste professionals die:
• over maatschappelijk relevante kennis en competenties
beschikken;
• willen functioneren op hoger professioneel niveau in
beroepen of maatschappij;
• daaraan gerelateerde persoonlijke groei realiseren, en
• bijdragen aan de ontwikkeling, verbetering en vernieu-
wing van bedrijven, maatschappelijke instellingen en
overheden.
Windesheim kiest en handelt vanuit zijn identiteit. Deze
vindt haar oorsprong in de christelijke godsdienst en
cultuur en de daarin wortelende levensbeschouwelijke
overtuigingen en inspiraties.
Windesheim is er voor alle mensen die:
• zich willen voorbereiden op een beroep;
• aanwezige beroepscompetenties individueel of
in teamverband verder willen ontwikkelen, en
• zich persoonlijk willen vormen en ontplooien.
V I S I E
Windesheim is een brede, innoverende kennisinstelling.
Een instelling die ook op lange termijn waarde wil creëren
voor studenten, medewerkers, beroepenveld en maat-
schappij. Waarde creëren voor de regio, voor Nederland en
internationaal.
Studenten ontwikkelen zich tot verantwoordelijke,
waarde(n)volle professionals. Professionals die handelen
vanuit een visie op goed burgerschap waarbij bewust
wordt omgegaan met waarden en normen; persoonlijke,
institutionele en wettelijke.
De hogeschool is continu op zoek naar verbetering.
Het professioneel handelen van alle medewerkers is het
vertrekpunt voor kwaliteit. Kwaliteit is voor de medewer-
kers geen toevallige uitkomst, maar een logisch gevolg
van de beheersing van het proces en van afstemming met
de omgeving. Onderwijs, onderzoek en ondernemen zijn
met elkaar geïntegreerd en versterken elkaar daardoor in
kwaliteit en vernieuwingskracht. Studenten, organisaties
waar we mee samenwerken en de nationale en
internationale omgeving profiteren daarvan.
Windesheim gelooft in de kracht van het verschil.
Kunnen omgaan met diversiteit (verschil in achtergrond,
opleiding, waarden, cultuur en overtuigingen) versterkt de
kwaliteit van het professionele handelen. Zowel binnen
de organisatie als binnen de studie wordt gestimuleerd
om verantwoordelijkheid te nemen en resultaatgericht
te werken.
S T R A T E G I S C H E A G E N D A
Windesheim is met ruim 20.000 studenten, enkele duizen-
den cursisten en 2.000 medewerkers één van Nederlands
grotere hbo-instellingen. Windesheim heeft een campus in
Zwolle en in Almere.
Windesheim biedt bacheloropleidingen aan op de
gebieden onderwijs, bewegen en sport, theologie en
levensbeschouwing, economie, management, recht en
communicatie, journalistiek, gezondheid en welzijn,
techniek, vormgeving, logistiek en ICT.
Windesheim gaat voor kwaliteit. De afgelopen jaren
ontwikkelde de hogeschool zich van een reguliere
onderwijsinstelling tot een stevig in de regio verankerde,
innovatieve kennisinstelling. Leidend daarbij waren maat-
Algemeen
H O O F D S T U K 2
schappelijke betrokkenheid en het benutten van de kansen
die diversiteit biedt. Windesheim daagt mensen uit zich
te ontwikkelen tot verantwoordelijke, waarde(n)volle en
zelfbewuste professionals.
Het instellingsplan 2007-2012 ‘Verrijkt en verrijkend’
beschreef de contouren van deze ontwikkeling al.
De nieuw ingezette koers sluit aan bij de strategische
agenda’s van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap (OCW) en de HBO-raad.
In de loop van 2012 is de koers al verlegd om de ambities
en de doelstellingen voor 2013-2017 te kunnen realiseren.
De koers is gebaseerd op drie kernonderdelen:
1. de component onderzoek en ondernemen wordt
uitgebreid en versterkt;
2. verhoging van het opleidingsniveau van de docenten;
3. het studieklimaat zal ambitieuzer worden.
R E I K E N N A A R D E T O P
Windesheim wil een plek in de top 3 van grote brede
hogescholen en wil zijn studenten de best mogelijke
opleidingen bieden. Opleidingen die naadloos aansluiten
op de beroepspraktijk en garant staan voor een glansrijke
toekomst op de arbeidsmarkt. In 2011 zijn de eerste lijnen
uitgezet voor de prestatieafspraken, in Windesheim en bij
stakeholders in de regio.
Vervolgens is een traject doorlopen met overlegrondes tus-
sen College van Bestuur en directeuren en tussen College
van Bestuur en managementteams. Medewerkers hebben
hun reactie gegeven in netwerk- en lunchbijeenkomsten.
De Centrale Medezeggenschapsraad is geraadpleegd bij
het opstellen van de afspraken. Tot slot is het voorstel voor
de prestatieafspraken getoetst door de Raad van Toezicht
van Windesheim en door de belangrijkste stakeholders in
de regio.
Tussen Windesheim, de Hogeschool van Arnhem en Nij-
megen en Saxion is afstemming geweest over profilering
en zwaartepuntvorming. Alle drie de hogescholen hebben
gekozen voor een breed opleidingenpakket voor de eigen
regio, waarbij uitgegaan wordt van de eigen kracht. Op de
punten in de profilering waar overlap bestaat, zijn samen-
werkingsafspraken gemaakt. Hiermee zijn de hogescholen
complementair aan elkaar.
07
Windesheim gaat voor kwaliteit en biedt een geva-
rieerd aanbod aan hbo-bacheloropleidingen. Er is
een ruim aanbod aan cursussen, post-hbo-opleidingen en
masteropleidingen.
De basis van Windesheim is en blijft boven gemiddeld
onderwijs en optimaal studiesucces. Dat betekent gega-
randeerde kwaliteit van opleidingen en van docenten. En
van continue aandacht voor acties en maatregelen om het
studiesucces verder te verhogen.
Naast de dagelijkse praktijk om bovengemiddeld onder-
wijs te geven, is intensief gewerkt aan verdere verbete-
ringen van diverse aspecten van het onderwijs. Zo is de
kwaliteitszorg aangescherpt. Vijf bacheloropleidingen
zijn geaccrediteerd. Er zijn maatregelen genomen om het
studiesucces te verhogen en er is gericht actie gezet op
het eindniveau. De verbeteracties voor de examen- en
opleidingscommissies hebben geleid tot een stevige basis
voor het functioneren van de commissies. De domeinen
hebben diverse acties en maatregelen genomen om in-
ternationalisering verder te versterken. Windesheim komt
met een totaalscore van 70% boven het gemiddelde uit op
een vierde plaats in de Nationale Studentenenquete (NSE).
Van de totaal 23 beoordeelde opleidingen van Windesheim
staan er vier op nummer één.
In een kennisinstelling zijn onderwijs, onderzoek en
ondernemen met elkaar geïntegreerd. Zo is onderzoek
een onlosmakelijk onderdeel van het curriculum van de
opleidingen. Hoofdstuk 4 van het jaarverslag gaat in op
onderzoek; hoofdstuk 5 gaat specifiek in op ondernemen.
K W A L I T E I T S Z O R G
In 2012 is de kwaliteitszorg in het onderwijs verder
aangescherpt. Verbeteringen zijn breed uitgerold en door
alle opleidingen actief opgepakt. Zo hebben opleidingen
onderzocht of het eindwerk van een opleiding op het
vereiste niveau is. Een Handboek Kwaliteitszorg beschrijft
op welke wijze het domein de kwaliteit van onderwijs en
de ondersteunende processen heeft geborgd.
Alle opleidingen werken aan verbeteracties voor volgende
accreditaties, voor het eindniveau en aan verbetering van
processen voor tentaminering en archivering. De audits
Samen Opleiden zijn een ander voorbeeld van een verbeter-
actie. De tweedegraads lerarenopleidingen van Windesheim
zijn een aantal samenwerkingsverbanden aangegaan
(Samen Opleiden) met VO-scholen. Per samenwerkingsver-
band is een audit uitgevoerd onder verantwoordelijkheid
van een externe partij, Hobéon. In 2012 zijn al zes samen-
werkingsverbanden geaudit. De audits leiden tot verbeter-
punten die met de samenwerkingspartner zijn opgepakt.
Het team van kwaliteitsmedewerkers monitort de
voortgang op verbeteracties van de opleidingen.
A C C R E D I T A T I E
Naast de interne kwaliteitszorg wordt de kwaliteit van de
opleidingen beoordeeld door de Visiterende en Beoorde-
lende Instanties (VBI) en de Nederlands-Vlaamse
Onderwijs
H O O F D S T U K 3
Accreditatieorganisatie (NVAO). Op basis van het
oordeel van deze externe experts wordt een opleiding
geaccrediteerd. Dat betekent dat een opleiding gegaran-
deerd kwaliteit levert die bovendien vergelijkbaar is met
die van andere opleidingen in binnen- en buitenland.
Een accreditatie is zes jaar geldig.
InstellingstoetsIn het accreditatiestelsel kunnen hogescholen kiezen
tussen een instellingstoets met een beperkte opleidings-
beoordeling of een uitgebreide beoordeling voor alle
opleidingen. Windesheim heeft gekozen voor de instel-
lingstoets, die in het najaar van 2013 zal plaatsvinden.
De voorbereiding op de instellingstoets ligt op schema.
Verbeteracties vanuit de eigen audits zijn benoemd en
worden uitgevoerd. Eind 2012 is besloten om begin 2013
een zogenaamde proefaudit te houden. De uitkomsten van
die proefaudit zullen eveneens worden gebruikt voor de
voorbereiding op de instellingstoets.
Accreditatie opleidingenIn 2012 zijn de volgende opleidingen geaccrediteerd:
• Accountancy;
• Executive Master of Business Administration;
• Master Psychomotorische Therapie;
• Master Special Educational Needs;
• Small Business en Retail Management.
Voor de volgende opleidingen zijn in 2012 ten behoeve van
de accreditatie, visitaties uitgevoerd:
• Logistiek en Economie;
• Bedrijfseconomie;
• HBO - Rechten;
• Verpleegkunde.
De opleidingen Logistiek en Economie en Bedrijfseconomie
zijn positief beoordeeld en vervolgens in 2013 geaccredi-
teerd. De opleiding HBO - Rechten heeft op alle onderdelen
een voldoende gekregen, behalve op standaard 3: de
toetsing van het afstudeerniveau. De opleiding heeft begin
2013 verbeteringen ingevoerd.
De opleiding Verpleegkunde op locatie Almere heeft een
voldoende gekregen; de opleiding op locatie Zwolle heeft
een onvoldoende gekregen op standaard 3: de toetsing
van het afstudeerniveau. De opleiding heeft een
verbetertraject ingezet.
09
De NVAO maakte eind 2012 bekend dat de opleiding
Journalistiek voldoet aan de eisen die zijn gesteld aan
herstel. De NVAO is tevreden over het gerealiseerde
eindniveau van afstudeerders, de betrokkenheid van
de examencommissie, scriptiebegeleiding en het
docententeam.
T O E L A T I N G S B E L E I D
Het toelatingsbeleid van Windesheim is volgens
de wettelijke vereisten. De toelatingseisen zijn
te vinden op www.windesheim.nl en in de Onderwijs-
en Examenregeling van iedere opleiding.
In 2012 werd voor enkele opleidingen gebruik gemaakt van
de wettelijke mogelijkheid om een inschrijvingsbeperking
(numerus fixus) vast te stellen op grond van beschikbare
onderwijscapaciteit.
E I N D N I V E A U
Studenten van Windesheim studeren af op hbo-niveau.
Om dat te kunnen blijven garanderen, werkt elke opleiding
aan verbeteracties. Zo heeft een aantal opleidingen onder-
linge intervisie ingevoerd en worden er interne en externe
reviews uitgevoerd.
Het team van kwaliteitsmedewerkers voert een check uit
op de verbeteracties en op de voortgang van die acties.
E X A M E N - E N O P L E I D I N G S -
C O M M I S S I E S
Veranderingen in het accreditatiestelsel hebben ook
geleid tot een update van procedures en werkzaamheden
van de examen- en de opleidingscommissies. In 2012
is beoordeeld of het in 2011 ingezette verbeterbeleid
is gerealiseerd. Deze beoordeling heeft geleid tot
aanpassingen in de regelingen en in de uitvoering
van die regelingen.
Zo zijn voor de opleidingen Elektrotechniek, Industrieel
Product Ontwerpen, Logistiek en Technische Vervoers-
kunde, Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde,
Bouwkunde, Civiele Techniek en Mobiliteit werkveldad-
viescommissies geïnstalleerd met als doel het eindniveau
van de opleidingen vanuit het bedrijfsleven beter te
borgen. De leden van de werkveldadviescommissies zijn
betrokken bij het afstuderen. Een ander voorbeeld: bij de
opleiding Pedagogiek wordt de begeleiding en beoorde-
ling van werkstukken sinds dit studiejaar gescheiden. De
begeleidende docent beoordeelt dus niet.
Bij verschillende opleidingen wordt inmiddels consequent
het ‘vier-ogenbeleid’ toegepast bij het beoordelen van het
bachelorniveau: twee docenten beoordelen een werkstuk.
In 2012 is opnieuw ruim aandacht besteed aan de training
van de examencommissies en nieuwe leden die rond
september 2012 zijn gestart. Leden van de opleidingscom-
missies volgen de verplichte trainingen.
S T U D I E S U C C E S
Windesheim werkt aan verhoging van het studiesucces van
studenten. Uitval, switch en rendement zijn belangrijke
indicatoren om studiesucces te meten.
Een belangrijke factor voor studiesucces is de opleidings-
keuze die de student maakt. Windesheim investeert in verbe-
tervoorstellen om studenten zo goed mogelijk te informeren
zodat zij een beter overwogen keuze kunnen maken. In 2012
zijn diverse verbeteringen ingevoerd zoals de introductie van
een ‘startmeter’ voor studenten die zich aanmelden op de
campus in Almere. Met de startmeter krijgen aankomende
studenten inzage in hun keuze voor een opleiding en wordt
bekeken of de voorgenomen keuze kansrijk is.
Een ander voorbeeld is ‘Studie in cijfers’. Vanaf juni 2012
werkt Windesheim met ‘Studie in cijfers’, studiekeuze
informatie bij alle bacheloropleidingen. Hierdoor wordt in
één oogopslag duidelijk wat het loopbaanperspectief is
van een studie en hoe studenten de opleiding waarderen.
Deze cijfers zijn onder meer afkomstig van de nationale
studentenenquête en de HBO-monitor (het jaarlijkse volg-
systeem voor afgestudeerden dat inzicht biedt in de ar-
beidsmarktpositie en beroepspraktijk, ongeveer anderhalf
jaar na het afstuderen). ‘Studie in cijfers’ is te vinden bij
de opleidingsinformatie op de website van Windesheim.
Samen met de Hanzehogeschool, Saxion en de Hogeschool
van Arnhem en Nijmegen heeft Windesheim in 2012 een
studie bijsluiter ontwikkeld. Met dit initiatief krijgen
studenten een objectieve voorlichting over de eisen van de
studie en het toekomstperspectief op de arbeidsmarkt.
De Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) heeft onderzoek
gedaan naar de voorlichtingsbrochures van hogescholen.
De brochures van 31 hogescholen zijn onderzocht op
39 verschillende kenmerken zoals studielast, beroeps-
perspectief, inhoud studie en studieprogramma, instroom
en doorstroom, e.d.
Op de ranglijst van hoogst en laagst scorende hogescholen
staat Windesheim op een hoge, zesde positie. Met name
de opleiding Informatica scoort hoog. De LSVb concludeert
dat hogescholen die de meeste informatie in hun voor-
lichtingsbrochures hebben opgenomen, ook op de beste
manier voorlichting geven.
Alle opleidingen voeren periodiek een analyse en evalu-
atie uit op het studiesucces. Voor een beperkt aantal
opleidingen zal de analyse en evaluatie in de eerste helft
van 2013 worden afgerond. De meetgegevens van de
indicatoren voor studiesucces worden gepresenteerd in
een dashboard.
Na de start van de opleiding wordt de begeleiding van
studenten intensiever. Windesheim kiest nadrukkelijk voor
een studieloopbaanbegeleiding die plaatsvindt bij de
opleiding. Een student weet de studieloopbaanbegeleider
(SLB’er) daar makkelijk te vinden voor gesprekken over
de studievoortgang en de eventuele stagnatie die zich
voordoet. In het geval een student vast loopt in de studie
en er zelf of samen met de SLB’er niet meer uit komt,
kan gebruik worden gemaakt van gespecialiseerde hulp.
P O R T F O L I O
De opleidingen van Windesheim hebben een duidelijk
beroepsperspectief. Onderwijs, onderzoek en ondernemen
sluiten aan op de eisen en wensen van de (regionale)
arbeidsmarkt en de topsectoren. Bij beslissingen over het
al dan niet ontwikkelen van nieuwe opleidingen en het
voortbestaan van de huidige opleidingen zijn altijd lange
termijnoverwegingen van doorslaggevend belang.
Windesheim houdt zijn brede opleidingenpakket in stand,
vooral ook om te kunnen voldoen aan de vervangingsvraag
11
naar middenkader en topkader in de regio. Langetermijn-
overwegingen hebben in 2012 geleid tot het besluit te
stoppen met de opleiding Cultureel Maatschappelijke
Vorming (CMV). Daarnaast is besloten om, in lijn met het
sectorplan Kunsten, de opleiding Docent Beeldende Kunst
en Vormgeving (DBKV) over te dragen aan ArtEZ.
Op 1 september 2012 zijn in Flevoland twee nieuwe
opleidingen van start gegaan: Mobiliteit en Pedagogiek.
Met een aantal zorginstellingen ontwikkelt Windesheim
een nieuwe opleiding Neurorevalidatie en Samenwerking
in de Keten. Deze opleiding is bedoeld voor verzorgen-
den en verpleegkundigen en voor andere professionals.
Ziekenhuizen, thuiszorgorganisaties, revalidatiecentra en
verzorg- en verpleeghuizen zijn vertegenwoordigd in de
samenwerking.
Inholland, iPabo en Windesheim hebben een intentiever-
klaring getekend om uiterlijk in 2014 te komen tot een
Educatieve Alliantie. Met de Educatieve Alliantie wordt
expertise gebundeld en wordt het scholenveld verder ont-
wikkeld. Tevens worden de lerarenopleidingen en daarmee
samenhangend onderzoek en dienstverlening versterkt.
Er wordt een kerncurriculum ontwikkeld voor de leraren-
opleiding basisonderwijs, de theologische opleidingen
en de lerarenopleidingen voortgezet onderwijs. Ook
wordt een integraal masteraanbod en een samenhangend
pakket aan nascholingsactiviteiten ontwikkeld en wordt
samen met de Vrije Universiteit (VU) een expertisecentrum
primair onderwijs opgezet. Om een en ander mogelijk
te maken heeft elke deelnemende instelling jaarlijks een
bedrag van € 100.000 beschikbaar gesteld.
In september 2012 is Windesheim begonnen met een
volledig nieuw programma afstandsleren. Waar voorheen
de LOI er nog tussen zat, heeft Windesheim een nieuwe
inhoud gemaakt voor een aantal opleidingen die via
afstandsleren te volgen zijn. In ongeveer de helft van de
modules wordt gewerkt vanuit het concept van ‘samen-
werkend leren’. Dit houdt in dat gezamenlijke opdrachten
verplicht zijn en binnen de deadlines afgerond moeten
worden. Het nieuwe afstandsleren lijkt eind 2012 al zijn
vruchten af te werpen: er worden meer studiepunten ge-
haald, er is minder uitval en er is een grotere cohesie tus-
sen studenten en docenten en tussen studenten onderling.
Eind mei 2012 tekenden Windesheim en Hogeschool
Leiden een convenant om samen te werken aan een
master Jeugdzorg. Doel van de ondertekening is om in het
college jaar 2013-2014 ook bij Windesheim te starten met
een geaccrediteerde hbo-master Jeugdzorg. Hogeschool
Leiden biedt deze masteropleiding al sinds 2008 aan.
Met de master wil Windesheim een bijdrage leveren aan
verdere professionalisering binnen de jeugdzorg.
In 2012 is een start gemaakt met activiteiten op het
gebied van Serious Gaming. De minor Serious Gaming is
in 2012 voor het eerst aangeboden, er is een symposium
georganiseerd en regionaal zijn dwarsverbanden gesmeed
met o.a. ArtEz en Deltion.
Windesheim richt zich op een brede instroom van stu-
denten omdat de arbeidsmarkt daarom vraagt en omdat
Windesheim vindt dat studeren voor iedereen is. Ruim de
helft van de studenten van Windesheim komt van het havo
en het vwo en één derde komt van het mbo. Daarnaast
richt Windesheim zich - onder meer in het kader van Leven
Lang Leren - op volwassenen die zich willen omscholen en
op mbo’ers met enkele jaren werkervaring. Voor mbo’ers
die minder goed zijn toegerust voor het volgen van een
vierjarige hbo-opleiding, biedt Windesheim tweejarige
Associate degree-opleidingen aan. Voor studenten die een
meer dan gemiddelde studiebelasting aankunnen, zijn er
honours tracks.
Een honoursprogramma is een aanvullend programma voor
studenten die een meer dan gemiddelde studiebelasting
aankunnen. Het honoursprogramma van Windesheim is
verder uitgebouwd. Samen met het Windesheim Honours
College is een Engelstalig honoursprogramma ontwikkeld.
Om de ambities te kunnen realiseren is samenwerking cruci-
aal, zowel op regionale, nationale als internationale schaal.
Windesheim werkt samen met bedrijfsleven, maatschappe-
lijke organisaties in onderwijs, zorg en welzijn. Door middel
van ideeën voor innovatie en kennisuitwisseling, worden
bedrijven en maatschappelijke organisaties in de regio on-
dersteund met de expertise waarover docenten en lectoren
van Windesheim beschikken.
E N T R E P R E N E U R S I N R E S I D E N C E
Windesheim heeft 23 topfunctionarissen uit het
bedrijfsleven en de non-profitsector aan zich verbonden.
Windesheim versterkt zich met dit initiatief als kennisin-
stelling en wil hiermee onderwijs, onderzoek en onderne-
men nauwer met elkaar verweven. Voor Nederland is dit
een uniek initiatief. De domeinen zetten de topfunctiona-
rissen op verschillende manieren in. Zo heeft het domein
Business, Media en Recht gekozen voor een grotere groep
‘Entrepreneurs in Residence’, met elk een relatief kleine
aanstelling. Gekozen is voor een mix van mensen met
verschillende functies, competenties en ervaringen.
De entrepreneurs worden betrokken bij het onderwijs,
de studenten, de docenten en de lectoraten.
Bij het domein Gezondheid en Welzijn en het domein
Techniek is gekozen voor een kleinere groep ‘Fellows’,
maar met een grotere aanstelling. Bij het domein Ge-
zondheid en Welzijn is vooral gekozen voor experts die
passen bij de speerpunten: jeugd en ouderen. Ze worden
ingezet bij het onderwijs, de onderwijsontwikkeling en
het onderzoek. Het domein Techniek zet haar ‘Fellow’ in
bij onderwijs en onderzoek, waarbij de focus ligt op meer
meisjes en vrouwen in Nederland te interesseren voor een
opleiding en beroep in bèta, techniek en ICT.
I N T E R N A T I O N A L I S E R I N G
Windesheim is actief in een regio waarin internationalise-
ring een belangrijke rol speelt om de regionale economie
verder te versterken. Windesheim sluit daarop aan met extra
impulsen voor internationaal onderwijs. Dat vergroot het
beroepsperspectief van afgestudeerden. Contact met andere
culturen stimuleert de persoonlijke ontwikkeling van de
student. Dit zijn voor Windesheim redenen om op het terrein
van internationalisering een hoger niveau te willen bereiken.
Die wens sluit ook aan bij recente nationale en interna-
tionale beleidsafspraken om van Europa een innovatieve
en competitieve economie op wereldniveau te maken.
13
Windesheim ontplooit gerichte initiatieven om de relatieve
achterstand op het gebied van internationalisering
(meer dan) goed te maken. Uitwisselingsprogramma’s,
buitenlandstages, excursies, Engelstalige minors en
double degree-programma’s maken daar deel van uit.
Engelstalige programma’s zijn in het curriculum opgeno-
men. Windesheim gaat strategische partnerships aan met
universiteiten en andere hogescholen in het buitenland
om studenten de kans te geven internationale ervaringen
op te doen. Studenten kiezen er bijvoorbeeld voor om
hun derdejaars stage in China te doen. Of een jaartje in
Malaga te studeren.
Het aantal uitwisselingsovereenkomsten met andere
instellingen bedraagt 190 voor inkomende studenten
(2011:210) en 154 voor uitgaande studenten (2011:138).
In het kader van de mogelijke start van een Confucius
Instituut is in 2012 een didactische cursus ontwikkeld, een
opzet gemaakt voor een minor Chinees, wordt met drie
scholen gesproken over ondersteuning van Chinees op hun
school en is een landelijk netwerk opgericht van twaalf
scholen die Chinees geven.
In 2012 heeft het Windesheim Honours College (WHC) een
eigen plek gekregen op de campus in Zwolle. De directe
nabijheid van het WHC heeft daarmee voor een impuls
gezorgd op het gebied van internationalisering. Het
bachelorprogramma voor het WHC van vier jaar is volledig
ingericht. De eerste studenten van WHC studeren in
2013 af. Zij zijn belangrijke ambassadeurs van het WHC.
De docenten van het WHC zijn internationaal hoog
opgeleid en dit is terug te zien in de positieve,
bovengemiddelde Nationale Studenten Enquête
(NSE) -resultaten.
S T U D E N T T E V R E D E N H E I D
NSE-resultatenVan de onderzochte opleidingen komt Windesheim met
een totaalscore van 70% boven het gemiddelde uit op een
vierde plaats in de ranking van de Nationale Studenten-
enquête (NSE). Van de totaal 23 beoordeelde opleidingen
van Windesheim staan er vier op nummer één. Dit zijn de
opleidingen Pedagogiek, Bouwkunde, Industrieel Product
Ontwerpen en Technische Informatica.
Uit de NSE blijkt dat de tevredenheid van Windesheim-
studenten (voltijdbachelor) bij acht van de vijftien thema’s
plus drie afzonderlijke stellingen significant hoger is
dan landelijk. Dit zijn inhoud, docenten, voorbereiding
beroepsloopbaan, toetsing en beoordeling, studierooster,
studiebegeleiding. Verder scoort Windesheim significant
hoger dan landelijk bij de thema’s studieomgeving
en huisvesting. Bij de overige onderwerpen is de score
van Windesheim niet significant anders dan de landelijke
score.
Alle opleidingen werken aan verbeteracties op basis van
de NSE-resultaten. De terugkoppeling van verbeteracties
naar studenten is in het algemeen verbeterd.
Keuzegids Voltijd 2013In de Keuzegids Voltijd 2013 behoudt Windesheim de vijfde
plaats bij de best beoordeelde grote hogescholen. De be-
oordeling van 41 opleidingen in Zwolle en zes in Flevoland
leidde tot dit resultaat.
Dit jaar behaalden achttien opleidingen een plek in de top 3.
Nieuw op de eerste plaats is de opleiding Elektrotechniek
(94 punten). Daarnaast staan net als vorig jaar ook het
Windesheim Honours College, de Lerarenopleiding
Lichamelijke Opvoeding, Toegepaste Gerontologie en
Pedagogisch Management Kinderopvang op de eerste
plaats. Acht opleidingen behaalden een tweede plaats:
Logistiek en Technische Vervoerskunde, Psychomotorische
Therapie en Bewegingsagogie, Financial Service
Management, Pedagogiek, LVO exacte vakken, Industrieel
Product Ontwerpen, Sport en Bewegen, en Civiele Techniek.
Een derde plaats is er voor de opleidingen Technische
Informatica, Mobiliteit, Bouwkunde, Werktuigbouwkunde
en Logistiek en Economie.
De uitkomsten van de Keuzegids Voltijd 2013 berusten op
gelijke weging van scores op tien thema’s. Zeven daarvan
vinden hun oorsprong in de NSE 2012. Andere bronnen die
de Keuzegids gebruikt zijn de HBO-Raad en expertoordelen
uit visitatie- en accreditatierapporten.
M A A T W E R K T R A J E C T E N
Windesheim organiseert maatwerktrajecten door middel
van co-financiering. Dit betreft de opleiding Management,
Economie en Recht voor zes studenten in opdracht van de
Klanten Contact Academie.
U I T B E S T E D I N G
O N D E R W I J S T A K E N
Windesheim besteedt op beperkte schaal
onderwijs activiteiten uit. Windesheim draagt daarbij de
verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en kern van het
onderwijs. De inhoud van de onderwijsprogramma’s is
volledig door Windesheim ontwikkeld, vastgesteld en op
kwaliteit bewaakt.
Windesheim biedt Opleidingen Speciale Onderwijszorg
(Master SEN) aan op de campus in Zwolle. Samen met de
Stenden Hogeschool, Hogeschool Inholland en de Marnix
Academie worden de opleidingen ook aangeboden in
Leeuwarden, Hoofddorp en Utrecht. Windesheim betaalt
€ 2,1 mln. aan de partners voor de bekostiging van de
opleidingen (2011: € 1,8 mln.).
De Vrije Universiteit (VU) voert de leerroutes Dyslexie
en Rekenspecialist van de opleiding Master SEN uit.
Windesheim betaalt € 0,1 mln. aan de VU voor de bekosti-
ging van de leerroutes (2011: € 0,1 mln.). Daarnaast volgen
Windesheimstudenten ook de Universitaire PABO-PA2 aan
de VU. Voor het studiejaar 2011-2012 is hiervoor € 36.000
betaald (2010-2011: € 37.000).
P R O F I L E R I N G S F O N D S
Het profileringsfonds van Windesheim is bedoeld voor
studenten die door bijzondere omstandigheden stu-
dievertraging hebben opgelopen of dat waarschijnlijk
15
gaan doen. Het fonds geeft financiële ondersteuning in
bijzondere omstandigheden zoals ziekte, zwangerschap en
bevalling en bijzondere familieomstandigheden.
Daarnaast geeft het fonds financiële ondersteuning
als een student deelneemt aan bestuurlijke activiteiten
of topsportactiviteiten.
Ve r z o e k e n p r o f i l e r i n g s f o n d s 2 0 1 2
Topsport Bestuurssteun Afstudeersteun
Toekenning 31 32 34
Afwijzing 0 3 4
Niet Ontvankelijk 0 5 2
Loopt nog 0 6 2
31 46 42
U i t b e t a a l d e b e d r a g e n 2 0 1 2
Topsport Bestuurssteun Afstudeersteun Totaal
(x € 1.000) 19 43 66 128
Ve r z o e k e n p r o f i l e r i n g s f o n d s 2 0 1 1
Topsport Bestuurssteun Afstudeersteun
Toekenning 29 43 38
U i t b e t a a l d e b e d r a g e n 2 0 1 1
Topsport Bestuurssteun Afstudeersteun Totaal
(x € 1.000) 16 33 63 112
Er zijn in 2012 (2011: nihil) geen betalingen gedaan aan niet-EER studenten (EER: Europese Economische Ruimte).
17
Windesheim vindt praktijkgericht onderzoek en
een onderzoekende houding onmisbaar voor de
afgestudeerde bachelor. Windesheim heeft de ambitie de
komende jaren het onderzoek fors uit te breiden en een
stimulerend onderzoeksklimaat te bieden. De kenniscentra
werken verder aan het focus aanbrengen in het onderzoek
en aan de verbinding met de bacheloropleidingen.
Daarbij is er speciale aandacht voor het inrichten van een
doorlopende leerlijn onderzoek in alle bacheloropleidingen.
Windesheim wil studenten leren wat praktijkgericht onder-
zoek inhoudt en hun onderzoekvaardigheden ontwikkelen.
Het praktijkgericht onderzoek aan Windesheim krijgt
steeds meer body. Naast een groei in het aantal fte met
onderzoeks taken neemt ook het aantal gesubsidieerde
onderzoeksprojecten toe. De door de Stichting Innovatie
Alliantie (SIA) RAAK-gefinancierde projecten nemen daarin
een dominante plaats in. Van de ruim honderd lopende
RAAK-projecten die in de RAAK-projectenbank van de SIA
vermeld staan, neemt Windesheim er eind 2012 tien voor
zijn rekening, een aandeel van 7,5%. Ter vergelijking: het
aandeel van Windesheim in de afgeronde projecten sinds de
RAAK-programma’s bestaan, is 1,8%.
V E R S T E R K I N G O N D E R Z O E K
Alle opleidingen nemen maatregelen om onderzoek te
versterken. De opleidingen hebben hun visie, kwalificaties
en leerdoelen geconcretiseerd en vastgelegd. De betrok-
kenheid van lectoren bij de onderzoekleerlijn kan nog
verder worden geoptimaliseerd. Voor docenten heeft de
Corporate Academy van Windesheim een scholingsaanbod
ontwikkeld, gericht op onderzoek.
Een voorbeeld is het project #FIVE. Dit project heeft als
doel om door te werken aan een gezond en veilig studie-
klimaat, het welzijn van studenten te vergroten en zo bij te
dragen aan het verminderen van studieuitval en studiever-
traging. Dit sluit ook goed aan bij de prestatieafspraken
van Windesheim. Het project heeft onderwerpen zoals
psychosociale problematiek, verslaving, sociale cohesie
en leefstijl in relatie tot studiesucces, bespreekbaar
gemaakt. Er is een enquête gehouden onder studenten
van Windesheim. De uitkomsten zijn gepresenteerd aan
het directeurenoverleg. Berichtgeving heeft ook de
landelijke en regionale pers gehaald.
Op basis van de uitkomsten is de gezondheids- en
veiligheidssituatie van Windesheim in kaart gebracht en
zijn vervolgens speerpunten geformuleerd waarmee in de
volgende fase van het project zal worden gewerkt.
Diverse onderzoeklijnen zijn inmiddels uitgezet, waarbij
zowel medewerkers als studenten actief betrokken zijn.
C E N T R E S O F E X P E R T I S E
Windesheim is in 2012 gestart met de inrichting van vier
Centres of Expertise (CoE) in de regio. Deze centra zijn
innovatief, excellent en opereren in samenwerkingsver-
banden met andere kennisinstellingen en marktpartijen.
Daarmee hebben ze een hoog inverdienpotentieel. CoE’s
bieden plaats aan onderzoek van topkwaliteit, een
voorwaarde voor onderwijs van topkwaliteit.
Onderzoek
H O O F D S T U K 4
De vier Centres of Expertise zijn:
1. Het Centre of Expertise High Tech Systemen en
Materialen Oost (ECHO), een samenwerkingsverband
van Windesheim en Saxion.
2. Hiermee verbonden wordt het Centre of Expertise for
Open Chemical Innovation Smart & Biobased Materials
Noord-Oost Nederland, een samenwerkingsverband
tussen de hogescholen Windesheim en Stenden met de
Nederlandse rubber- en kunststofindustrie.
3. Het Centre of Expertise Techniek Onderwijs (TSE-CTO).
Hiermee beantwoorden Windesheim en Saxion de luide
roep van de arbeidsmarkt om meer technici.
4. Het Centre of Expertise Logistiek. Op het gebied van
logistiek onderwijs, praktijkgericht onderzoek en
innovatieve ontwikkeling is Windesheim met vijf
hogescholen, te weten NHTV, Fontys, Hogeschool van
Amsterdam, Hogeschool Rotterdam en Hogeschool van
Arnhem en Nijmegen de samenwerking aangegaan.
Aparte vermelding verdient het Expertisecentrum Primair
Onderwijs (EXPO) dat educatief onderzoek doet voor het
primair onderwijs. Het initiatief hiertoe werd twee jaar
geleden genomen door Windesheim, dat ten behoeve
van dit centrum de samenwerking versterkte met iPabo,
Inholland en de VU.
L E C T O R E N E N L E C T O R A T E N
De lectoren zijn op verschillende manieren betrokken bij
het uitvoeren van opdrachten en projecten. Daarnaast
spelen lectoren een ondersteunende rol in de masters, is
een aantal minors nauw gelieerd aan lectoraten, worden er
door lectoren gastcolleges verzorgd, etc. Een voorbeeld van
integratie van onderwijs en onderzoek zijn de lectoraten
‘Innoveren in de Ouderenzorg’ en ‘ICT-innovaties in de zorg’
die zich op het thema Oud richten. Dit thema is dominant
aanwezig in de nieuwe opleiding Toegepaste Gerontologie.
De Regio Zwolle Monitor 2012 is de eerste versie van een
jaarlijks onderzoek naar de regionale economische kracht
en is uitgevoerd door onderzoekers van Windesheim, in
nauwe samenwerking met onderzoekers van de Rabobank,
de Kamer van Koophandel en de provincie Overijssel.
De uitkomst van de Regio Zwolle Monitor werd door
burgemeester Westmaas van Meppel tijdens het onderne-
merscongres de Nieuwe Hanze op 12-12-2012 overhandigd
aan VNO-NCW voorzitter Wientjes. Dr. ir. W. Buunk van het
19
lectoraat Area Development van Windesheim presenteerde
de nulmeting van de Hanzelijn Monitor. Onder zijn leiding
doet het lectoraat onderzoek naar de effecten van de
nieuwe spoorlijn tussen Lelystad en Zwolle die op
8 december 2012 in gebruik werd genomen.
In samenwerking met zorgpartijen en eHealth-MKB’ers
bouwt het lectoraat ICT-innovaties in de Zorg aan het
Zorg-op-Afstand Skillslab. Het lab gaat onderzoek ver-
richten naar de taken, competenties, vaardigheden en
ondersteuning van de telezorgverpleegkundige. Het gaat
dan om vragen als: Wat betekent het eigenlijk voor een
verpleegkundige als hij/zij niet meer fysiek aanwezig is
bij een cliënt thuis? Wat betekent dit voor het verpleeg-
kundig handelen? Het lab wordt daarnaast ingezet voor
onderwijsactiviteiten en staat open voor externe partijen
(zorginstellingen, MKB’ers) om te experimenteren met
nieuwe technologieën en werkwijzen.
Het jaar 2012 was voor het lectoraat Theologie en
Levensbeschouwing een oogstjaar. Het belangrijkste
evenement was de publicatie en presentatie van een leer-
boek levensbeschouwelijke communicatie, Werken
met Diepgang. Een van de hoofddoelstellingen van het
lectoraat voor deze eerste periode was een dergelijk
handboek het licht te doen zien. In het handboek worden
aan de hand van casuïstiek reflectiemethodieken en een
theoretisch kader ontwikkeld die professionals in de
sectoren zorg, onderwijs en kerk in staat moeten stellen
te communiceren over de levensbeschouwelijke
aspecten van hun beroepen. Dit boek zal in ieder geval
op de literatuurlijst van theologie-opleidingen komen te
staan, als ook op die van de minor Zingeving voor profes-
sionals van Windesheim.
Vanuit het lectoraat Onderwijszorg is het Expertise centrum
Positive Behaviour Invervention & Support (ECPBIS)
gestart. Met het ECPBIS wil Windesheim de leider worden
binnen Nederland rond verdere ontwikkeling van PBIS
in Nederland en onderzoek doen naar de werkzaamheid
en effecten van PBIS in Nederland en naar de implemen-
tatie van PBIS als innovatief schoolontwikkelingstraject.
Hiertoe zal per januari 2013 een projectmanager starten.
Het onderzoek van het ECPBIS zal binnen het lectoraat
uitgevoerd worden.
Voor het lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn was
2012 een overgangsjaar waarin lector Bosscher, die vanaf
1994 het lectoraat vorm gaf, met pensioen ging. Bosscher
nam afscheid met een symposium over praktijkgericht
onderzoek in het werkveld van de psychomotorische
therapie. Zijn opvolger, Van Busschbach, combineert het
lectoraat met haar werk als senior onderzoeker bij het
Rob Giel Onderzoekcentrum (RGOc), onderdeel van het
Universitair Centrum Psychiatrie van het Universitair
Medisch Centrum Groningen (UMCG).
De lectoraten van Windesheim zijn georganiseerd in kennis-
centra en verbonden aan een domein. Dat levert meer focus
en meer kritische massa op in de onderzoeksfunctie. Ook
wordt daardoor de binding met het onderwijs en het werk-
veld vergroot. In 2012 waren 25 lectoraten actief (2011: 22).
In 2012 zijn het lectoraat Theologie en Levensbeschou-
wing, het lectoraat Jeugdzorg en het lectoraat Klanten-
perspectief in de zorg gestart. Het lectoraat Internationaal
Zakendoen zal in 2013 starten.
De activiteiten van de lectoraten worden gefinancierd uit
de Rijksbijdrage (2012 bijna € 5 mln.) en uit subsidies zoals
bijvoorbeeld de SIA RAAK-subsidies.
Met de Vrije Universiteit (VU) heeft Windesheim een
overeenkomst gesloten die inhoudt dat 150 medewerkers
van Windesheim via de VU toegang krijgen tot weten-
schappelijke databanken. Hiermee is de kwaliteit van de
onderzoek infrastructuur op Windesheim sterk verbeterd.
P R O M O T I E B E L E I D ,
P R O M O V E N D I
Windesheim vindt het belangrijk dat mensen zich blijven
ontwikkelen. Voor medewerkers die willen promoveren,
is promotiebeleid vastgesteld. In overleg met de leiding-
gevende kunnen medewerkers tijdens het vier jaar
durende promotietraject, een aantal dagen (vaak twee)
in de week vrijgesteld worden van overige taken. Voor
het bekostigen van het promotietraject dienen dan ook
voldoende finan ciële middelen beschikbaar te zijn.
In 2012 zijn vier promotietrajecten gestart. Het aantal
lopende promotietrajecten per einde 2012 is 37.
Windesheim voldoet aan het streefaantal van de HBO-
raad. De verwachte afrondingsdata van de trajecten zijn:
R A A K - S U B S I D I E S
Windesheim is in 2012 weer succesvol geweest in de
aanvragen voor de RAAK-subsidies van de Stichting
Innovatie Alliantie (SIA). Twee voorbeelden: voor het
project Methodisch werken bij dementie is € 0,3 mln.
gehonoreerd; dit project loopt van 1 september 2012 tot en
met 31 augustus 2014. Voor het project Professionalization
of Case Managers is ook € 0,3 mln. gehonoreerd; dit project
loopt van 1 februari 2013 tot en met 31 januari 2015.
D o m e i n K e n n i s c e n t r u m L e c t o r a a t
Bewegen en Educatie Educatie Bewegen, Gezondheid en Welzijn
Bewegen, School en Sport
Didactiek en Inhoud van de Kunstvakken
Onderwijszorg en Samenwerking binnen de Keten
Pedagogische Kwaliteit van het Onderwijs
Theologie en Levensbeschouwing
Business, Media en Recht Media Media and Civil Society
Ondernemerschap Accountancy en Controlling
Duurzaam Ondernemen
Familiebedrijven
Sociale Innovatie en Verscheidenheid
Supply Management
Gezondheid en Welzijn Gezondheid en Welzijn De Gezonde Stad
Innoveren in de Ouderenzorg
Sturing in de Jeugdzorg
Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle (OPOZ)
Palliatieve Zorg, Ethiek en Communicatie
Veiligheid en Sociale Cohesie
Verslavingspreventie
Techniek Technologie Area Development
ICT-Innovaties in de Zorg
Kunststoftechnologie
Flevoland Maatwerk primair in Leiderschap in het Onderwijs
Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg
Robotica
G e p l a n d e a f r o n d i n g p r o m o t i e
2013 2014 2015 2016 2017 totaal
11 6 5 6 9 37
21
Windesheim herkent, creëert en benut kansen om
diensten aan te bieden die naadloos aansluiten
op vragen uit de markt en relevante ontwikkelingen in
de regio. Onderwijs, onderzoek en ondernemen zijn
geïntegreerd om de ambities te realiseren.
A M B I T I E S
Windesheim heeft gewerkt aan een duidelijke en werkbare
lange termijn koers voor Ondernemen. De koers is gericht
op waardecreatie voor klanten, stakeholders en de eigen
organisatie. Hiertoe ontwikkelt en implementeert
Windesheim maatschappelijk of commercieel doel dienende
programmalijnen die aansluiten bij de kennis en expertise
in het onderwijs. Met deze lijnen bevordert Windesheim de
wisselwerking met organisaties in de regio. Zo heeft bijvoor-
beeld de opleiding Pedagogiek verbindingslijnen ontwikkeld
rond thema’s voor verbinding van onderwijs, onderzoek en
ondernemen. Hiervoor zijn samenwerkingsverbanden met
onderzoeks- en maatschappelijke instellingen tot stand
gebracht, waarin inmiddels door vierdejaarsstudenten
onderzoeksopdrachten zijn uitgevoerd. Dit ´model´ wordt
in 2013 voortgezet en verder uitgebreid.
K E N N I S V A L O R I S A T I E
Kennisvalorisatie is het economisch en maatschappelijk
benutten van kennis. Door kennisvalorisatie te combineren
met ondernemerschap, krijgt onderzoek waarde voor de
samenleving. Windesheim bereikt met ondernemen en
valorisatie dat:
• de interactie met de praktijk wordt gestimuleerd en
daarmee de kwaliteit van onderwijs en onderzoek
wordt verhoogd;
• studenten worden gefaciliteerd die hun eigen bedrijf
willen combineren met hun studie;
• kennisverspreiding in de regio wordt vergroot;
• inkomsten worden gegenereerd als alternatief voor
de afnemende overheidsbijdrage;
• ondernemerschap wordt versterkt, zowel binnen
als buiten Windesheim.
A C T I V I T E I T E N
De activiteiten bestaan uit open aanbod,
maatwerk trajecten en marktgestuurd onderzoek.
Maatwerktrajecten zijn bijvoorbeeld Management
Development-trajecten en speciale vaktraining voor
medewerkers van een bedrijf. De omzet Open aanbod
is het grootste deel van de totale omzet Ondernemen.
Cursisten weten de hogeschool goed te vinden voor
opleidingen waarvoor een certificaat wordt afgegeven.
Windesheim is nog wat minder herkenbaar als aanbieder
van kort cursorisch onderwijs en masterclasses.
De omzet Maatwerk is een kleiner deel van de totale
omzet Ondernemen. Ten opzichte van commerciële
aanbieders biedt Windesheim toegevoegde waarde door
middel van het certificaat, de didactische kwaliteiten en
het onderwijsconcept van een hbo-instelling.
Windesheim heeft traditioneel een sterke binding met
non-profit (overheid, semi-overheid, zorg, onderwijs en
welzijn) en grote(re) bedrijven omdat bij deze bedrijven
Ondernemen
H O O F D S T U K 5
vaak sprake is van goed opleidingsbeleid en deze
organisaties goed zicht hebben op opleidingsbehoeften
van medewerkers. Uitgangspunt van de activiteiten is dat
deze passen binnen de missie en visie van Windesheim en
dat alle betrokken partijen er baat bij hebben. De maat-
schappij wordt geholpen, studenten en docenten doen
praktijk gerichte ervaring en kennis op en Windesheim blijft
op de hoogte van wat er speelt in de maatschappij en kan
het onderwijs daarop aanpassen.
Een greep uit de activiteiten in 2012:
• het Centre for Entrepreneurship van Windesheim
participeert in diverse netwerken, projecten en
evenementen zoals het Starters ABC en de Global
Entrepreneurshipweek. Of zoals Startpunt, dat studenten
ondersteunt bij (de opzet van) hun eigen bedrijf.
• Windesheim neemt als founding partner deel aan
People’s Business. Windesheim verzorgt workshops en
studentondernemers presenteren zich.
• Windesheim is een van de stichtingspartners van
Kennispoort Regio Zwolle. Kennispoort helpt om deuren
te openen en focust op kansrijke sectoren Kunststoffen,
Health en Energie.
• Een compleet vernieuwde Master of Business
Administration is in de markt gezet.
• Windesheim is partner in een samenwerkingsverband
tussen acht hbo- en mbo-scholen: De Zwolse 8.
De samenwerking is gericht op studentenhuisvesting,
een levendige binnenstad door en voor studenten en
toename van bedrijvigheid om de binding van (ex-)
studenten aan de stad te bevorderen.
O M Z E T
In 2012 is € 7,3 mln. (2011: € 6,2 mln.) omzet op
Ondernemen gerealiseerd. Daarvan is € 6,7 mln.
(2011: € 5,6 mln.) voor contractonderwijs en € 0,6 mln.
(2011: € 0,6 mln.) voor advieswerk.
De omzet 2012 is € 0,4 mln. lager dan begroot en
€ 1,1 mln. hoger dan in 2011 gerealiseerd. De lagere
omzet ten opzichte van de begroting wordt verklaard
door een nog altijd krappe markt en een herbezinning
op de portfolio en marktbenadering.
23
O N T W I K K E L I N G E N I N D E
P E R S O N E E L S F O R M A T I E
De personeelsformatie is in 2012 toegenomen.
In procenten uitgedrukt is de toename in 2012 in personen
5,8%. De toename in fte is 5,7%. De stijging in fte’s en in
aantallen betreft voor bijna tweederde tijdelijke contrac-
ten en voor ruim één derde vaste contracten.
De categorie onderwijzend personeel (OP) laat een stijging
zien van 13,6% in personen en 13,0% in fte. Bij het on-
derwijsondersteunend personeel (OOP) is sprake van een
daling van 7,4% in personen en van 5,9% in fte. In 2012 is
de methodiek aangepast naar die van de HBO-raad.
De gemiddelde deeltijdfactor van het OOP is in 2012 ten
opzichte van 2011 licht gestegen van 0,81 naar 0,83 fte.
De gemiddelde deeltijdfactor van het OP is in 2012 ten
opzichte van 2011 licht gedaald van 0,77 fte naar 0,76 fte.
In december 2012 hadden 24 medewerkers een arbeids-
markttoelage. Van deze 24 medewerkers hadden negen
medewerkers een tijdelijke arbeidsovereenkomst.
S C H O L I N G E N O N T W I K K E L I N G
Professionalisering heeft een directe verbinding met on-
derwijskwaliteit en met de doelstellingen van Windesheim.
Aan het kwalificatieniveau van docenten worden hoge
eisen gesteld. Er wordt een breed scala van professiona-
liseringsactiviteiten aangeboden. Zo is er een uitgebreid
aanbod voor het professionaliseren van docenten op het
gebied van studieloopbaanbegeleiding en wordt scholing
aan docenten aangeboden op het gebied van onderzoek.
Het huidige trainingsaanbod voor didactische professio-
nalisering wordt doorontwikkeld tot de basis kwalificatie
onderwijs (BKO) en de senior kwalificatie onderwijs (SKO).
Dit wordt uiterlijk in 2016 afgerond. Naast didactische
scholing biedt Windesheim de professionaliseringstrajec-
ten voor specifieke rollen zoals lid examencommissie, lid
van de opleidingscommissie of leidinggevende. Assessoren
en studentbegeleiders zijn gecertificeerd.
Windesheim stelt zich ten doel dat in 2015 78% van
de docenten beschikt over een masterdiploma en 10%
gepromoveerd is. Van nieuwe docenten wordt verwacht
dat ze naast didactische vaardigheden en kennis van
de beroepspraktijk, minimaal academisch opgeleid zijn.
Docenten die al in dienst zijn worden gefaciliteerd bij het
behalen van masters en het doorlopen van promotietra-
jecten. De kosten van de opleiding worden vergoed en er
wordt maximaal een dag per week aan tijd ter beschikking
gesteld.
2 0 1 2 2 0 1 1
fte's aantal fte's aantal
Onderwijzend personeel 959 1.262 834 1.090
Onderwijsonder steunend personeel 613 742 649 797
1.572 2.004 1.483 1.887
Personeel
H O O F D S T U K 6
In het kader van teamvorming van nieuw gevormde
managementteams hebben Windesheim Flevoland en de
diensten Support en Voorzieningen en Vastgoed deelgeno-
men aan een Development Center. Voor leidinggevenden
en teamleiders is deelname aan de leergangen HRM en
Financieel Management vanaf 2013 verplicht gesteld
om daarmee de basis managementvaardigheden verder
te ontwikkelen. Na afronding van het eerste traject ‘In
de Wind’ voor managerial talenten in 2011 is in 2012
een tweede traject van start gegaan, dit keer gericht op
onderwijskundig inhoudelijk leiderschap. Dit traject loopt
door in 2013.
Sturen op professionalisering van een organisatiecultuur
waarin verantwoordelijkheid nemen, verantwoording
afleggen en elkaar aanspreken vanzelfsprekend zijn,
blijft een continu aandachtspunt in de leiderschapspro-
gramma’s.
R E C R U I T M E N T E N
E M P L O YA B I L I T Y
Het beleid voor Werven en Selecteren is in 2012 geactu-
aliseerd. Zo is onder meer de regeling voor voorrangs-
kandidaten aangepast. Door onder meer een Meet &
Greet te organiseren is een netwerk met gepromoveerden
opgebouwd. Ook zijn in 2012 voorbereidingen getroffen
om talentpools op te zetten zodat nog beter en sneller
voorzien kan worden in de vervulling van vacatures.
In 2012 werden 342 vacatures behandeld, waarvan er 286
zijn ingevuld. Het valt op dat de inkoop van vacatureruim-
te in de media (monsterboard, intermediair etc.) steeds
verder terugloopt. Het gebruik van Social Media bij het
werven en selecteren neemt daarentegen toe.
C O R P O R A T E L E R E N ,
C O R P O R A T E A C A D E M Y
E N P R O F E S S I O N E L E R U I M T E
In 2012 was bij de Corporate Academy sprake van een
toename van het aantal maatwerktrajecten en een afname
van open aanbod, mede omdat open aanbod trajecten
steeds meer in de vorm van maatwerk worden gegeven.
Tevens is er sprake van een verdere verschuiving naar
scholing op strategische thema’s. Hierbij gaat het met
name om teamontwikkeling (zestien trajecten, tachtig
medewerkers); toetsing (278 medewerkers geschoold),
25
examencommissies (88 medewerkers geschoold) en
opleidingscommissies (zeventig medewerkers geschoold).
Ook is in 2012 een start gemaakt met het uitvoeren van
het scholingsplan in Windesheim Flevoland.
Er is Windesheimbreed een aanvraag gedaan en
toegekend in het kader van de Stimuleringsregeling
Professionele Ruimte van Zestor. Een project genaamd
´Samen werken, samen leren en professionaliseren´ is van
start gegaan, waarin de vier domeinen en Windesheim
Flevoland een pilot over teamleren uitvoeren.
U I T K O M S T E N
B E O O R D E L I N G S C Y C L U S
In 2012 zijn in totaal ruim 1.800 waarderingen uitgespro-
ken in het kader van de beoordelingscyclus. Dit is 95% van
alle medewerkers op peildatum 31 juli 2012 (2011: 92,6%).
Binnen de categorie ‘goed’ is het percentage ‘laag goed’
waarderingen gestegen. Het percentage ‘onvoldoende’
waarderingen is eveneens gestegen. Het percentage
‘uitstekend’ waarderingen is afgenomen.
Het blijft belangrijk om resultaatafspraken duidelijk te
formuleren, evenals het vastleggen van de motivatie
voor de waardering. In de periode 2011-2012 is met 105
medewerkers ( 5%) geen waarderingsgesprek gevoerd.
Van deze medewerkers is geen uitkomst vermeld op de
beloningslijst en is geen gespreksverslag aanwezig. Dit
betreft medewerkers die te kort in dienst waren of op
korte termijn uit dienst zouden gaan en zwangere of zieke
medewerkers. Voor 2010-2011 was dit 7%.
V E R Z U I M
Zorgelijk is dat het verzuim in 2012 steeg naar 4,7%. In
alle organisatieonderdelen van Windesheim is het verzuim
gestegen. Het hoge verzuimpercentage is met name het
gevolg van langdurig verzuim, gezien het hoge percentage
nul-verzuimers (56%) en de lage verzuimfrequentie (0,85).
In de trainingen Talent, Succes en Waardering worden
(nieuwe) leidinggevenden nadrukkelijk gewezen op
het belang van een goede dialoog en tijdige, liefst
preventieve, interventies om het verzuim te beperken.
Met de arbodienst heeft intensief contact plaatsgevonden
om de dienstverlening op administratief gebied te verbete-
ren, wat tot de gewenste resultaten heeft geleid.
A R B O
In 2012 heeft Windesheim er aan gewerkt om ‘veiligheid’
binnen de diverse organisatieonderdelen beter op elkaar
af te stemmen en zo tot integrale beleidsvorming te
komen. Er is een aantal Risico-inventarisatie & Evaluaties
(RI&E’s) opgestart waarin arbo en veiligheid integraal
zijn meegenomen, bijvoorbeeld op het gebied van
huisvesting, bedrijfshulpverlening, gezond beeldscherm-
werk en privacy.
Ook is een begin gemaakt met het vaststellen van de
taken en verantwoordelijkheden van elk van de diensten
ten aanzien van arbeidsomstandigheden. Op basis hiervan
zal het veiligheids- en arbobeleid van Windesheim in 2013
worden herzien.
M E D E W E R K E R S O N D E R Z O E K
Windesheim heeft op basis van de resultaten van het
medewerkersonderzoek van 2011 actie ondernomen. Door
Windesheim is aandacht besteed aan de geconstateerde
problematiek op het gebied van ongewenste omgangs-
vormen. Zo is er een expertmeeting gehouden met een
divers samengestelde groep vertegenwoordigers uit
Windesheim (leidinggevenden, CMR, vertrouwensperso-
nen, maatschappelijk werk, PenO-adviseurs, College van
Bestuur) om vast te stellen wat de aard van de problemen
is en hoe deze problemen moeten worden aangepakt.
Vanaf 2013 wordt dit thema in de diverse trainingen voor
leiding gevenden bespreekbaar gemaakt. Daarnaast zijn
voor specifieke
doelgroepen (o.a. frontoffice medewerkers) weerbaar-
heidstrainingen georganiseerd en hebben de vertrouwens-
personen voorlichtings acties uitgevoerd.
A R B E I D S V O O R W A A R D E N
In december 2012 is een akkoord over een nieuwe cao
bereikt met een looptijd van 1 februari 2012 tot en met
30 september 2013.
Percentages Stand van zaken oktober 2011
Gerealiseerd december 2012
Mutatie Afgesproken salarismix
december 2012 OCW
schaal 11 54,6% 49,3% 5,2% 48,0%
schaal 12 39,2% 41,8% 2,5% 40,0%
schaal 13 6,1% 7,5% 1,5% 7,0%
schaal 14 0,0% 1,1% 1,1% 3,5%
schaal 15 0,1% 0,3% 0,1% 1,5%
Totaal 100,0% 100% 100,0%
G E V O E R D B E L E I D I N Z A K E
B E H E E R S I N G U I T K E R I N G E N
N A O N T S L A G
Windesheim voert een actief re-integratiebeleid. Daarmee
voldoet Windesheim aan de re-integratieverplichting zoals
die in het kader van de Werkloosheidswet sinds 1 juli 2005
van kracht is. Ook streeft Windesheim er naar om de las-
ten, voortvloeiend uit het eigen-risicodragerschap voor de
WW, tot een minimum terug te brengen door een specialist
in te zetten op begeleiding ´Van Werk naar Werk’.
Dit heeft tot aanzienlijke besparingen op de werkloos-
heidskosten geleid: in 2012 zijn 26 (ex)- werknemers in een
nieuwe werkkring geplaatst. Uitgaande van de maximale
looptijd van de uitkeringen leidde dit tot een totale bespa-
ring aan uitkeringskosten van circa € 0,7 mln.
M E D E Z E G G E N S C H A P
Windesheim heeft een Centrale Medezeggenschapsraad
(CMR) en deelraden op het niveau van domeinen en dien-
sten. In de medezeggenschapsraden zijn personeelsleden en
studenten vertegenwoordigd. De CMR en de deelraden oefe-
nen hun taak uit volgens het medezeggenschaps reglement.
De CMR heeft in 2012 ingestemd c.q. advies gegeven over
diverse onderwerpen zoals:
• De prestatieafspraken (instemming). Naast de
instemming, heeft de CMR o.a. geadviseerd om een
maximale inspanning te leveren bij de zogenaamde
‘kleine kwaliteit’, de inhoudelijke kwaliteit van de
studieloopbaanbegeleiding, de kwaliteit van de docent,
voldoende aantallen docenten, voldoende geschikte
studieplekken en voldoende mogelijkheden om lessen
te volgen.
• Studentenstatuut opleidingsdeel 2012-2013 master-
opleidingen (instemming). De tekstuele en procedurele
wijzigingen van de CMR zijn grotendeels overgenomen
door het College van Bestuur in de definitieve versie van
het studentenstatuut.
De CMR is door het College van Bestuur uitgenodigd om
samen met de domeindirecteuren te debatteren over
de kwaliteit van het onderwijs en de verbeteringen die
mogelijk zijn.
S A L A R I S - F U N C T I E M I X
Windesheim spande zich krachtig in om de afgesproken
salaris-functiemix te bereiken. Docenten stroomden zoveel
mogelijk door naar hogere functies.
27
P L A N N I N G & C O N T R O L C Y C L U S
Het sturen op prestaties en financiën gebeurt op basis van
een regelkring: de PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act). In de
Planning & Control cyclus is aangegeven wanneer welke
documenten opgesteld dienen te worden en wanneer deze
gereed dienen te zijn. Bij de Planning & Control cyclus
wordt de PDCA-cyclus doorlopen.
B E D R I J F S V O E R I N G
De kwaliteit van de bedrijfsvoering is een kritische
succesfactor voor het realiseren van de ambities van
Windesheim. De organisatiestructuur bestaat uit vijf
domeinen en drie diensten. Deze structuur versterkt en
optimaliseert de ondersteunende en bedrijfsvoering-
processen en verbetert tevens de samenwerking.
Risicobeheersings- en controlesysteemWindesheim heeft een intern risicobeheersings- en
controlesysteem. De Planning & Control cyclus, de
genomen maatregelen in het kader van risicomanagement
en de set van managementinformatie maken hier deel van
uit. Daarnaast kunnen in dat verband genoemd worden
administratieve systemen, aanwezige procedures en de
werkzaamheden van de afdeling Interne Audits.
De afdeling Interne Audits richt zich op de opzet en
werking van processen op het gebied van beheersing en
besturing. Interne Audits geeft additionele zekerheid en
advies over de kwaliteit van de beheersmaatregelen die
het management heeft getroffen om haar doelstellingen te
behalen. Interne Audits voert hiertoe verschillende audits
uit. De meest voorkomende zijn:
• operational audits naar de kwaliteit van de beheersing
van processen, afdelingen of projecten, inclusief de
betrouwbaarheid van de daartoe benodigde informatie;
• compliance audits naar de naleving van wet- en (interne
en externe) regelgeving;
• financial audits gericht op de betrouwbaarheid van
de financiële informatie, waarbij de focus ligt op de
financiële verslaggeving.
Interne Audits opereert binnen Windesheim als
onafhankelijke en objectieve entiteit. Het College
van Bestuur stelt jaarlijks het auditplan vast.
De externe accountant heeft, in samenwerking met de
afdeling Interne Audits, de opzet en de werking van
interne beheersingsmaatregelen onderzocht voor zover
dit in het kader van de jaarrekening noodzakelijk
werd geacht. Evenals in voorgaande jaren heeft de
afdeling Interne Audits verbijzonderde- en procescontroles
uitgevoerd. Voor de controle van de jaarrekening en de
bekostigingsgegevens steunt de externe accountant op de
door de afdeling Interne Audits uitgevoerde werkzaam-
heden voor zover dat vaktechnisch mogelijk is.
In afstemming met de externe accountant heeft de
afdeling Interne Audits verdere verbeteringen door -
gevoerd om de kwaliteit van de werkzaamheden nog
beter te waarborgen.
Bedrijfsvoering
H O O F D S T U K 7
Op basis van het instellingsplan worden de financiële en
beleidsmatige kaders bepaald die in de kadernota zijn
opgenomen. De domein- en dienstdirecteuren stellen hun
activiteitenplan en begroting op binnen de in de kadernota
gestelde kaders.
Driemaal per jaar bespreekt het College van Bestuur met
de directeuren de voortgang op de ambities van
Windesheim zoals die zijn vertaald in een activiteitenplan
en in een begroting. Dat gebeurt aan de hand van een
tussentijdse rapportage (4-, 8-, 12-maands). In de
gesprekken zijn o.a. de functiemix, prestatieafspraken en
onderwijskwaliteit aan de orde geweest.
Het achtmaandsgesprek is een aanscherpinggesprek
op grond waarvan, indien nodig, nog bijsturing kan
plaatsvinden op de te realiseren doelen. In dit gesprek
worden tevens de begroting en het activiteitenplan
inclusief de prestatieafspraken voor het volgende jaar
besproken. In het twaalfmaandsgesprek wordt door
de directeuren aan het College van Bestuur verantwoor-
ding afgelegd over wat zij hebben bijgedragen aan het
realiseren van de doelstellingen voor dat jaar.
KPI-dashboardOm de voortgang op de realisatie van de strategische
agenda en daarmee op de doelstellingen te kunnen volgen,
is managementinformatie essentieel. Door de doelstel-
lingen te vertalen in prestatie-indicatoren en vervolgens
in een dashboard te rapporteren, kan effectief en efficiënt
gerapporteerd worden vanuit een management informatie
systeem. Het dashboard bevat de voor Windesheim relevante
stuurinformatie waarbij in de down drill functie tabellen,
overzichten, etc. beschikbaar zijn. De kritische prestatie-
indicatoren (KPI’s) en down drill functie zijn ontwikkeld
op basis van de beleidsprioriteiten en de speerpunten voor
2012 en verder. De informatiewaarde van het KPI- dashboard
is verder verbeterd, de prestatieafspraken zijn als KPI
opgenomen en trends zijn zichtbaar in tabellen en grafieken.
Duurzame campusWindesheim streeft naar 2% energiebesparing per jaar.
Met het project ‘Duurzame Campus’ wil Windesheim de
bewustwording bij studenten en medewerkers vergroten
om duurzamer te handelen.
29
Een voorbeeld van een Windesheimbreed initiatief is
het sinds maart 2012 inzamelen van plastic flesjes waar
Windesheim vervolgens zelf nieuwe producten van maakt.
Studenten en medewerkers worden gestimuleerd om hun
plastic flesjes in een speciaal ontwikkelde container te
doen. De ingeleverde plastic flessen worden omgezet in de
grondstof ‘granulaat’. Van dat granulaat worden nieuwe
plastic bekerhouders gemaakt die op de campus worden
gebruikt. Een ander voorbeeld is het toepassen van
duurzame technieken bij de bouw en exploitatie van het
nieuwe zwembad.
Realisatie 2012
Begroting 2012
Realisatie-begroting
2012
Realisatie 2011(x € 1.000)
Baten
Rijksbijdragen 113.957 110.015 3.942 112.167
Overige overheids bijdragen en -subsidies 0 0 0 7.317
College-, cursus-, les- en examengelden 34.870 36.401 -1.531 34.024
Baten werk in opdracht
van derden
7.341 7.733 -392 6.232
Overige baten 17.127 15.291 1.836 16.428
Totaal baten 173.295 169.440 3.855 176.168
Lasten
Personeelslasten 125.068 125.470 402 116.422
Afschrijvingen 11.120 10.192 -928 9.086
Huisvestingslasten 7.564 8.257 693 8.169
Overige lasten 21.964 21.959 -5 22.558
Totaal lasten 165.716 165.878 162 156.235
Saldo baten en lasten 7.579 3.562 4.017 19.933
Financiële baten
en lasten
-2.865 -3.517 652 -2.837
Totaal resultaat 4.714 45 4.669 17.096
tussen de instellingen. De lagere opbrengst collegegeld
wordt verklaard door de aanwezigheid van minder
studenten. De lagere opbrengst uit werk voor derden
is het gevolg van een nog altijd krappere markt en een
herbezinning op de portfolio en marktbenadering.
De overige opbrengsten 2012 betreft o.a. € 9,1 mln.
bijdrage van financiers Flevoland, subsidies € 2,1 mln.
zoals RAAK-subsidies, € 1,6 mln. bijdragen van studenten
en medewerkers, € 0,7 mln. detachering medewerkers, e.d.
LastenDe lagere personeelskosten zijn het saldo van bijna
€ 6,6 mln. lagere personeelskosten van eigen medewerkers
en bijna € 6,2 mln. hogere kosten van personeel derden.
De lagere personeelskosten van eigen medewerkers
worden met name veroorzaakt door het niet tijdig kunnen
dan wel het uitstellen van het invullen van ontstane
vacatures in verband met de interne ontwikkelingen.
De hogere kosten van personeel derden betreft de
invulling op vacatures, inzet op ontwikkel- en innovatie-
trajecten en vervanging bij ziekte en zwangerschap.
F I N A N C I E E L R E S U L T A A T
Eén van de zes speerpunten uit de strategische agenda
was ‘financieel in control zijn’. In 2012 zijn op dit punt
opnieuw diverse verbeteringen gerealiseerd, zoals:
• evaluatie van de P&C-cyclus en invoeren van verbeter-
voorstellen zoals de voorbereiding van de agenda voor
de acht-, en twaalf-maandsgesprekken en het agenderen
van specifieke aandachtspunten voor onderwijskwaliteit ;
• de doorontwikkeling van een KPI-dashboard gekoppeld
aan de kritische prestatie-indicatoren;
• aanscherping van de budgetbewaking en verbeterde
analyse op uitkomsten.
Over 2012 is een geconsolideerd resultaat gerealiseerd van
€ 4,7 miljoen ten opzichte van een sluitende begroting.
Het positieve en negatieve verschil ten opzichte van de
begroting betreft de volgende posten:
BatenDe hogere Rijksbijdrage wordt verklaard door een beschik-
king van 18 december 2012 met een aanpassing van bijna
€ 3,5 mln. door een gewijzigde verdeling van middelen
31
Per einde 2012 ziet de geconsolideerde balans van Windesheim er als volgt uit:
Na verwerking bestemming resultaat (x € 1.000)
ACTIVA 31.12.2012 31.12.2011
Vaste activa
Materiële vaste activa 128.329 128.109
Financiële vaste activa 7.341 7.343
Totaal vaste activa 135.670 135.452
Vlottende activa
Voorraden 103 107
Vorderingen 7.824 7.460
Liquide middelen 37.904 41.171
Totaal vlottende activa 45.831 48.738
Totaal activa 181.501 184.190
PASSIVA 31.12.2012 31.12.2011
Groepsvermogen 53.019 48.305
Voorzieningen 10.296 11.376
Langlopende schulden 69.786 73.154
Kortlopende schulden 48.400 51.355
Totaal passiva 181.501 184.190
De hogere afschrijvingslasten zijn bijna volledig te
verklaren omdat in de begroting 2012 geen rekening is
gehouden met versnelde afschrijvingslasten vanwege
inventarisatie van niet meer aanwezige of niet meer in
gebruik zijnde bedrijfsmiddelen.
De lagere huisvestingslasten worden verklaard door lagere
huurlasten voor de vestiging in Flevoland. Bij het opstellen
van de begroting was uitgegaan van een huurlast voor
De Aardbei tot medio 2012 in plaats van het per 1 januari
2012 reeds beëindigde huurcontract.
De rentebaten zijn hoger dan begroot en tevens hoger dan
gerealiseerd in 2011. Dit wordt verklaard door een hoger
gemiddeld uitstaand saldo liquide middelen en een hoger
rentepercentage dan in de begroting opgenomen.
De solvabiliteit (eigen vermogen / balanstotaal) per
einde 2012 is 29,2% en daarmee 3 procentpunt verbeterd
ten opzichte van einde 2011. De liquiditeit (vlottende
activa / kortlopende schulden) per 2012 is 0,9 en
daarmee ongewijzigd ten opzichte van einde 2011.
Voor een uitgebreide toelichting op de cijfers wordt
verwezen naar de jaarrekening 2012.
T R E A S U R Y B E L E I D
Het treasurystatuut is mede gebaseerd op de Regeling
Beleggen en Belenen door Instellingen voor onderwijs en
onderzoek 2010.
De doelstelling van het treasurystatuut kan worden
omschreven als: het ondersteunen van het primaire proces
van de rechtspersoon. Binnen dat kader wordt met het
beheer van financiële posities en financiële stromen
gestreefd naar minimalisatie van de kosten en risico’s en
maximalisatie van de opbrengsten.
Windesheim handelt binnen de kaders van het
treasurystatuut. Het treasurystatuut is verankerd in de
administratieve organisatie. Einde 2012 heeft Windesheim
de beschikking over € 37,9 mln. aan liquide middelen.
Een deposito met een saldo van € 15,2 mln. is direct
opvraagbaar met een opzegtermijn van één maand en één
dag. De overige liquide middelen zijn direct opvraagbaar.
Op basis van het treasurystatuut maakt Windesheim in de
normale bedrijfsuitoefening gebruik van afgeleide
financiële instrumenten. Het betreft een effectieve
renteswap ter afdekking van renteschommelingen met
betrekking tot de in 2008 aangegane lening voor gebouw
X. De renteswap wordt gewaardeerd conform vigerende
richtlijnen inzake het opstellen van de jaarrekening.
I N V E S T E R I N G E N
Het College van Bestuur stelt jaarlijks het investerings-
budget vast voor ICT, meubilair, verbouwingen en overige
specifieke investeringen na advies van de investerings-
commissie. In de viermaandelijkse rapportages wordt de
uitputting van de investeringsbegroting toegelicht. Op het
totaal van de investeringsbegroting 2012 is 83% besteed,
is 3% van de goedgekeurde begroting voor projecten
aangewend en is het restant voor afronding dan wel
uitvoering doorgeschoven naar 2013. In 2012 hebben geen
investeringen in private activiteiten plaatsgevonden.
Zwembad-sportcomplexDe bouwvergunning voor het sportcomplex is afgegeven.
Het sportcomplex is onderdeel van het masterplan dat
voorziet in een vernieuwde moderne campus. In april is
gestart met het heien en vond de feestelijke start van de
bouw plaats. Wethouder Piek van Sport van de gemeente
Zwolle en de voorzitter van het College van Bestuur
hebben de eerste paal geslagen van het zwembad.
De planning is dat het zwembad eind 2013 wordt
opgeleverd. Dit is een bouwkundige opleverdatum en
geen gebruiksklare opleverdatum. Het bad wordt in het
tweede semester van het studiejaar 2013-2014 in gebruik
genomen.
V O O R Z I E N I N G E N
Studiesuccescentrum
Het Studiesuccescentrum is sinds 1 maart op een nieuwe
plek en in een vernieuwde samenstelling operationeel. Alle
dienstverlening op het gebied van tweede lijn instroom-
en studentbegeleiding is samengevoegd. De huisvesting
aan het Serviceplein ondersteunt de nieuwe organisatie;
er is een balie ingericht voor de beantwoording van
korte studentvragen, er zijn werk- en spreekkamers voor
begeleiding en behandeling, testruimten voor instroombe-
geleiding en een multifunctionele ruimte voor trainingen
en vergaderingen. De logistiek van de twee testruimten en
de balieruimte staan helaas onder druk door de toename
van de onderwijs gebonden toetsen, waaraan grote
groepen tegelijkertijd deelnemen. Door de inrichting van
een Windesheim Toetscentrum in 2013 zou dat verholpen
moeten zijn.
StudentwerkplekkenMeer dan 80% van de studenten beschikt over een eigen
laptop. De vaste studieplekken op de locatie Zwolle vol-
doen nog niet allemaal aan de veranderde behoefte. Met
de introductie in 2012 van ‘bring your own device’ is het
idee om de fysieke studeeromgeving van studenten (tafels,
stoelen, wanden, aansluitpunten, etc.) te verbeteren.
33
P U B L I E K - P R I V A T E
A C T I V I T E I T E N
De private activiteiten van Windesheim zijn de exploitatie
van de zogenaamde ‘gemaks-diensten’ die de campus-
winkel levert en de activiteiten voor Ondernemen.
De exploitatie van de gemaks-diensten leverde in
2012 een positief resultaat op van € 2.000 (2011: € 3.000).
Het resultaat op Ondernemen is bijna € 0,8 mln. positief
(2011: € 0,1 mln. negatief). Ten opzichte van 2011 is het
resultaat over 2012 verbeterd met bijna € 0,9 mln. Deze
verbetering is o.a. het gevolg van meer aandacht voor
een goede calculatie en prijsstelling van de activiteiten
alsmede van een eenmalige actie om alle projecten die
uiterlijk eind 2012 afgesloten zouden moeten zijn, ook
daadwerkelijk af te sluiten.
De toerekening van kosten aan Ondernemen vindt plaats
met behulp van een calculatiemodel. Daarin wordt onder
meer rekening gehouden met loonkosten, overhead en
specifieke cursuskosten. Op basis van het model worden
de voorcalculatorische kosten in kaart gebracht. Door
de wijze van toerekening en afzonderlijke registratie van
kosten en omzet voor private activiteiten is een adequate
scheiding gemaakt tussen de besteding van publieke
middelen en private middelen. Het resultaat op Onderne-
men wordt gemuteerd op de bestemmingsreserve voor
private activiteiten. Deze reserve is ontstaan op het
moment van de fusie (1986) en is afgezonderd van de
reserve voor publieke activiteiten
Per einde 2012 is de bestemmingsreserve voor private
activiteiten € 2,3 mln.
B E G R O T I N G 2 0 13
In 2013 zullen ‘Reiken naar de top’ en de prestatie-
afspraken een prominente plaats innemen in het versterken
van Windesheim en derhalve hoog op de bestuurlijke
agenda staan en daarmee ook in de vier-, acht- en twaalf-
maandsgesprekken tussen het College van Bestuur en de
directeuren.
In de activiteitenplannen is voor 2013 concreet aan-
gegeven welke activiteiten worden ontplooid en welke
resultaten worden geboekt op deze speerpunten.
Windesheim streeft naar een solvabiliteit van minimaal
25%. De ruimte daarboven wordt benut om de beleids-
doelstellingen van Windesheim te versterken. Op basis van
het geprognosticeerde resultaat en de geprognosticeerde
balans is voor 2013 een budget beschikbaar voor het
stimuleren van de activiteiten die uitgevoerd moeten
worden in het kader van de prestatieafspraken. Hiertoe
is de koers van Windesheim samengevat in acht prestatie-
thema’s. Iedere domein- en dienstdirecteur is hogeschool-
breed verantwoordelijk voor een thema.
Tussen het moment van vaststellen van de kadernota
2013 (mei 2012) en het opstellen van de definitieve
begroting 2013 is sprake van een aantal ontwikkelingen
met impact op de (financiële) uitgangspunten voor 2013
en volgende jaren. Dit betreft:
• lagere rijksbijdrage als gevolg van landelijk beleid
en kleiner aandeel in landelijk budget;
• lagere opbrengst collegegeld als gevolg van een lager
(verwachte) instroom van studenten en het terugdraaien
van de langstudeerdersboete.
Deze ontwikkelingen hebben geleid tot een neerwaartse
bijstelling van de beschikbare middelen en een wijziging
van de interne allocatie van die middelen. Daar waar
nodig hebben de directeuren het activiteitenplan
bijgesteld op basis van het bijgestelde budget.
Het meerjarenperspectief is gebaseerd op verwachtingen
over de instroom van studenten en het studierendement
alsmede over de politieke ontwikkelingen die consequenties
kunnen hebben op de rijksbijdrage. Voor 2014 wordt een
neerwaartse bijstelling op rijksbijdrage en opbrengsten
collegegeld verwacht. Door de genomen maatregelen
wordt vanaf 2013 een groei van het aantal studenten
verwacht met een positief financieel effect vanaf 2015.
De begroting 2013 is als volgt opgebouwd:
Realisatie Begroting Realisatie Begroting
(x € 1.000) 2011 2012 2012 2013
Baten
Rijksbijdragen 112.167 110.015 113.957 111.748
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 7.317 0 0 0
College-, cursus-, les- en examengelden 34.024 36.401 34.870 35.634
Baten werk in opdracht van derden 6.232 7.733 7.341 6.617
Overige baten 16.428 15.291 17.127 15.393
Totaal baten 176.168 169.440 173.295 169.392
Lasten
Personeelslasten 116.422 125.470 125.068 127.865
Afschrijvingen 9.086 10.192 11.120 10.395
Huisvestingslasten 8.169 8.257 7.564 7.162
Overige lasten 22.558 21.959 21.964 21.917
Totaal lasten 156.235 165.878 165.716 167.339
Saldo baten en lasten 19.933 3.562 7.579 2.053
Financiële baten en lasten -2.837 -3.517 -2.865 -3.449
Totaal resultaat 17.096 45 4.714 -1.396
35
P R E S T A T I E A F S P R A K E N
De top, dat is waar Windesheim voor gaat. Windesheim
wil zijn studenten de best mogelijke opleidingen bieden.
Opleidingen die naadloos aansluiten op de beroepsprak-
tijk en garant staan voor een glansrijke toekomst op de
arbeidsmarkt. Dat geldt zowel voor Windesheim in Zwolle
als voor Windesheim in Flevoland. Opleidingen die boven
het landelijk gemiddelde scoren en als instelling op een
plek in de top 3 van grote brede hogescholen staan.
Hoe Windesheim dit wil bereiken is vastgelegd in ‘Reiken
naar de top’. De prestatiethema’s en prestatieafspraken
staan hierin centraal. Dit document vormt ook de basis
voor het instellingsplan.
Windesheim streeft ernaar zijn studenten de best
mogelijke uitgangspositie te geven voor het vinden van
een werkkring en wil dat zij in die werkkring ervaren dat
hun opleiding perfect aansluit bij de beroepspraktijk. Dit
tweeledige doel is de leidraad voor de visie die aan de
prestatieafspraken ten grondslag ligt.
In juli 2011 zijn de eerste lijnen uitgezet voor de prestatie-
afspraken, in Windesheim en bij stakeholders in de regio.
Vervolgens is een traject doorlopen met overlegrondes
tussen College van Bestuur en directeuren, tussen College
van Bestuur en de managementteams van de domeinen en
met thematische besprekingen tussen College van Bestuur
en de domein- en dienstdirecteuren. Medewerkers zijn bij
de totstandkoming van de prestatieafspraken betrokken in
bijeenkomsten van het Hogeschoolnetwerk waarin senior-
medewerkers van ondersteunende diensten participeren
en in diverse lunchbijeenkomsten voor medewerkers. Daar-
naast is de Centrale Medezeggenschapsraad geraadpleegd
bij het opstellen van de afspraken.
Tot slot zijn de voorstellen voor de prestatieafspraken
getoetst door de Raad van Toezicht van Windesheim
en door de belangrijkste stakeholders in de regio.
Afstemming over profilering en zwaartepuntvorming heeft
plaatsgevonden tussen Windesheim, de Hogeschool van
Arnhem en Nijmegen en Saxion. Alle drie hogescholen
kiezen voor een breed opleidingspalet ten behoeve van
de onderscheiden regio’s waarin ze opereren, waarbij
uitgegaan wordt van de eigen kracht. Op de punten in
de profilering waar overlap bestaat zijn samenwerkings-
afspraken gemaakt. Hiermee zijn de hogescholen
complementair aan elkaar.
Ten slotte heeft de Reviewcommissie Hoger Onderwijs
en Onderzoek het voorstel voor de prestatieafspraken
beoordeeld en van een advies voorzien. Het advies van
de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek luidt
als volgt:
‘Op grond van de beoordeling van het voorstel
van Windesheim aan de hand van de drie criteria
(ambitieniveau en realiteitsgehalte; aansluiting bij de
gewenste ontwikkelingen op stelselniveau; en uitvoerbaar-
heid), daarbij rekening houdend met de wegingsfactoren
Ontwikkelingen
H O O F D S T U K 8
zoals beschreven in paragraaf 3 van het beoordelings-
kader, komt de commissie tot het volgende advies aan de
staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap:
1. de commissie beoordeelt het ambitieniveau en realiteits-
gehalte alsmede de aansluiting op de gewenste stelsel-
ontwikkeling van het voorstel voor de voorwaardelijke
financiering van Windesheim als toereikend;
2. gezien de oordelen op de drie criteria ten aanzien van
onderwijs, onderzoek en valorisatie komt de commissie
tot de conclusie dat Windesheim in aanmerking dient
te komen voor middelen uit het selectief budget. De
commissie plaatst het voorstel van Windesheim in de
categorie ‘zeer goed’.’
NB: de verwijzingen in het advies naar de bijlage 1 en bijlage 2 zijn niet
overgenomen in het citaat.
Windesheim wil vier Centres of Expertise realiseren:
1. HighTech Systemen en Materialen Oost (ECHO);
2. Centre for Open Chemical Innovation Smart & Biobased
Materials Noord-Oost Nederland;
3. Techniekonderwijs;
4. Logistiek.
Windesheim is de enige hogeschool die voor vier van de vier Centres of Expertise
middelen uit het selectief budget heeft toegekend gekregen.
Nulmeting 31.12.2015
Studiesucces: uitval1 34% <34%(instroomcohort 2014)
Studiesucces: switch 4% 8%(instroomcohort 2014)
Studiesucces: bachelorrendement2 57% 70%(instroomcohort 2010)
Kwaliteit/excellentie:
Studentenoordeel over de
opleiding in het algemeen
70,5% 72%
Docentkwaliteit: mastergraad 68% (september 2011)
78%(september 2015)
Onderwijsintensiteit3 0% 0%
Indirecte kosten (ratio OP/OOP) 1,51(DUO 2010)
1,68(september 2015)
De prestatieafspraken van Windesheim voor de verplichte indicatoren zijn:
1. Omdat nog niet goed in te schatten is wat het effect is van het verhogen van de BSA-norm, maar vooral omdat
Windesheim geen wezenlijke invloed kan uitoefenen op het niveau van de kwaliteit van de instroom beschouwt
Windesheim de genoemde 34% (of lager) voor de uitval in het eerste jaar als een streefgetal, niet als percentage
waarop hij kan worden afgerekend.
2. Voor de cohorten 2012-2013 en 2013-2014 (nieuwe instroom na de totstandkoming van de prestatieafspraken)
ligt de ambitie op 82%, respectievelijk 85% rendement op het moment dat de propedeuse gehaald.
3. Dit is het percentage voltijdopleidingen met minder dan 12 contacturen in het eerste jaar op het totaal aantal opleidingen.
37
De koers van Windesheim is samengevat in acht prestatie-
thema’s. Iedere domein- en dienstdirecteur is hogeschool-
breed verantwoordelijk voor een thema. De thema’s zijn:
• Centres of Expertise
• internationalisering
• kwaliteit: topopleidingen en honoursprogramma’s
• kwaliteit: Nationale Studenten Enquête
• maatregelen: indirecte kosten, onderwijsintensiteit en
docentkwaliteit
• onderzoek: valorisatie en aandeel docenten/lectoraten
• studiesucces: uitval, switch en bachelorrendement
• waarde(n)volle professionaliteit
In 2012 hebben de domein- en dienstdirecteuren met
elkaar gesproken over de aanpak en de planning van de
thema’s. Elk thema heeft zijn eigen dynamiek en invulling.
Tijdens de opening van het hogeschooljaar is het thema
waarde(n)volle professionaliteit onderwerp van één van
de toespraken geweest.
B E K O S T I G I N G
RijksbijdrageDe baten afkomstig uit de rijksbijdrage en de
college gelden gaan als gevolg van het beleid van OCW
steeds meer als communicerende vaten functioneren.
De rijksbijdrage is gebaseerd op het bekostigings-
rendement van het aantal studenten per 1 september
t-2. Het beleid van OCW om voor langstudeerders een
hoger collegegeld te vragen, wordt niet geëffectueerd.
De consequenties zullen budgetneutraal uitwerken.
Het lager verwacht aantal studenten betekent een
neerwaartse bijstelling van de rijksbijdrage en het
collegegeld 2014. Door de genomen maatregelen wordt
vanaf 2013 een groei van het aantal studenten verwacht
met een positief financieel effect vanaf 2015.
De meerjarenbegroting is opgesteld op basis van
aannames over mogelijke consequenties met betrekking
tot de invoering van een sociaal leenstelsel, kwaliteit van
‘selectie aan de poort’, e.d. Omdat nog weinig bekend is
over vorm en inhoud van genoemde instrumenten, is de
financiële uitwerking voor wat betreft de rijksbijdrage en
de collegegelden voor de jaren 2014-2016 onzeker.
De raming van de opbrengst collegegelden is gebaseerd
op de prognoses van het aantal studenten zoals deze
opgesteld zijn door de domeinen.
In meerjarenperspectief wordt aan de batenzijde bewust
gekozen voor een conservatieve benadering van de
inkomsten om aanvullende ombuigingen in het personeel
te vermijden, zodat alle aandacht gericht kan worden op
het versterken van de kwaliteit van de organisatie.
P R E S T A T I E A F S P R A K E N
Op basis van de positieve beoordeling van het voorstel
Reiken naar de top, heeft het ministerie van OCW
Windesheim prestatiebekostiging toegekend van bijna
€ 6,5 mln. voor de periode 2013-2016. Dit bedrag bestaat uit:
• € 5,3 mln. gekoppeld aan de voorwaardelijke
financiering (onderwijskwaliteit en studiesucces);
• € 1,2 mln. uit het selectieve budget (profilering en
zwaartepuntvorming). Op basis van de uitslag van de
midterm review in 2014, wordt bepaald of het toekennen
van middelen uit het selectieve budget in 2015 en 2016
wordt gecontinueerd;
• de vier Centres of Expertise ontvangen ieder een bedrag
van € 1 mln., te verdelen onder de samenwerkingspartners.
Medio 2013 wordt getoetst of de expertisecentra
voldoende voortgang laten zien. Bij een positief
oordeel wordt de financiering gecontinueerd voor
de periode 2014-2016.
25.000
19.000
20.000
21.000
22.000
23.000
24.000
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Zwolle
Zwolle en Flevoland
39
G O V E R N A N C E
Windesheim hanteert de Branchecode Governance
voor hogescholen als basis voor zijn governancebeleid.
Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht zijn
verantwoordelijk voor de inrichting en toepassing van de
corporate governance van de hogeschool en de naleving
van deze code. Alle reglementen en interne documenten
voldoen aan de daarin neergelegde principes van goed
bestuur en toezicht.
O R G A N O G R A M W I N D E S H E I M
Organogram 2012-2013
Raad van Toezicht
College van Bestuur
Centrale Medezeggenschapraad
Diensten Onderwijs, Onderzoek, Ondernemen
Informatievoorziening
en Administraties
Domein
Kenniscentrum
Bewegen en Educatie
Bewegen en Educatie
Support
Domein
Kenniscentrum
Kenniscentrum
Business, Media en Recht
Media
Ondernemerschap
Voorzieningen en Vastgoed Domein
Kenniscentrum
Gezondheid en Welzijn
Gezondheid en Welzijn
Domein
Kenniscentrum
Techniek
Technologie
Windesheim Flevoland
Instelling
H O O F D S T U K 9
C O L L E G E V A N B E S T U U R
Het College van Bestuur bestaat uit prof. dr.
A.W.C.A. Cornelissen (voorzitter) en drs. J.W. Meinsma.
Collegevoorzitter prof. dr. A.W.C.A.
Cornelissen is verantwoordelijk voor
strategie en organisatieontwikkeling,
onderwijs, onderzoek, kwaliteitszorg,
algemene coördinatie, externe commu-
nicatie en externe representatie. Hij neemt de beleidster-
reinen medezeggenschap, leiderschapsontwikkeling,
governance, Windesheim Foundation voor zijn rekening en
onderhoudt diverse netwerken. Hij is portefeuillehouder
voor de domeinen Gezondheid en Welzijn, Techniek en
Bewegen en Educatie.
Drs. J.W. Meinsma is verantwoordelijk
voor bedrijfsvoering, HRM, student- en
onderwijszaken, financiën en control,
ICT/strategisch informatiebeleid,
interne communicatie, facilitaire zaken
en huisvesting en vastgoed. Hij is tevens portefeuillehou-
der voor het Windesheim Honours College, Windesheim
Flevoland, het domein Business, Media en Recht en de
samenwerking rondom de Educatieve Alliantie. Tevens
richt hij zich op strategie en organisatieontwikkeling,
ondernemen, identiteitsontwikkeling, medezeggenschap
en studentenverenigingen.
Naam Geboorte jaar Functie Nevenfuncties
De heer prof. dr.
A.W.C.A. Cornelissen
1951 Voorzitter College
van Bestuur
Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Nieuw Unicum
Voorzitter Raad van Toezicht Hogeschool iPabo
De heer
drs. J.W. Meinsma
1960 Lid College van
Bestuur
Lid Bestuur Vereniging Bedrijfskring Almere
Lid Raad van Toezicht Hogeschool iPabo
41
B E Z O L D I G I N G
De Raad van Toezicht stelt de bezoldiging van de leden
van het College van Bestuur vast. De Raad van Toezicht
wordt hierin geadviseerd door de Remuneratiecommis-
sie van de Raad van Toezicht. Voor het vaststellen van de
hoogte van de bezoldiging wordt de Uitwerking Bezoldi-
ging Bestuurders Hogescholen gevolgd. In 2012 heeft de
Raad van Toezicht de hoofdlijnen uit het remuneratiebeleid
inzake de bezoldiging van het College van Bestuur herzien
en opnieuw vastgesteld. De bezoldiging van de leden van
het College van Bestuur in 2012 wordt nog conform de
kaders van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen
gefinancierde topinkomens (WOPT) gepubliceerd. Per 1
januari 2013 is de WOPT niet meer van toepassing en geldt
DeclaratiesDe leden van het College van Bestuur hebben in 2012 de volgende kosten gedeclareerd:
De bezoldiging van de leden van het College van Bestuur over 2012 is als volgt:
Jaar
201
2
Tijd
vak
Bru
to
jaar
sala
ris
On
kost
en-
verg
oed
ing
Wer
kgev
ers-
bij
dra
ge
pen
sio
en
Bez
old
igin
g
(x € 1.000)
De heer prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen 01-01-2012 tot 01-01-2013 183 0 29 212
De heer drs. J.W. Meinsma 01-01-2012 tot 01-01-2013 154 0 24 178
College van Bestuur 337 0 53 390
Jaar
201
2
Tijd
vak
Rep
rese
n-
tati
e ko
sten
Rei
sko
sten
b
inn
enla
nd
Rei
sko
sten
b
uit
enla
nd
Ove
rige
ko
sten
(x € 1.000)
De heer prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen 01-01-2012 tot 01-01-2013 3 35 1 3
De heer drs. J.W. Meinsma 01-01-2012 tot 01-01-2013 3 30 3 28
College van Bestuur 6 65 4 31
Onder de post ‘Reiskosten binnenland’ zijn o.a. begrepen de kosten voor de leaseauto.
Onder de post ‘Overige kosten’ zijn de kosten van de American Comenius Course voor de heer drs. J.W. Meinsma begrepen.
de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de
publieke en semipublieke sector (WNT). Vanaf 1 januari
2013 zal de WNT voor de Raad van Toezicht het kader zijn
waarbinnen het remuneratiebeleid inzake de bezoldiging
van de leden van het College van Bestuur moet en zal
worden gevoerd. Daarbij zullen de overgangsrechtelijke
bepalingen die de WNT bevat ten aanzien van op het
moment van inwerkingtreding al bestaande bezoldi-
gingsafspraken uiteraard steeds volledig in acht worden
genomen.De leden van het College van Bestuur hebben
een volledig dienstverband (1,0 fte) en een arbeids-
overeenkomst voor onbepaalde tijd. In de functies van
voorzitter en lid van het College van Bestuur zijn zij voor
een periode van vier jaar benoemd.
A F H A N D E L I N G V A N K L A C H T E N ,
B E Z W A A R E N B E R O E P
Digitaal klachtenloketVoor studenten moet het eenvoudig zijn om een klacht of
geschil voor te leggen of hulp te vragen. Windesheim heeft
daarom al enkele jaren een digitaal klachtenloket. Het digi-
taal klachtenloket heeft 155 klachten (2011: 81) ontvangen.
College van Beroep voor de ExamensMet het College van Beroep voor de Examens hebben
studenten een mogelijkheid om in beroep te gaan tegen
onder meer beslissingen van examencommissies en exami-
natoren. Bij het College van Beroep voor de Examens zijn
250 beroepschriften (2011: 213) (inclusief verzoeken om een
voorlopige voorziening) binnen gekomen. Hiervan hebben
er 86 (2011: 81) tot een hoorzitting geleid. In 74 gevallen
(2011: 68) is uitspraak gedaan. De overige zaken zijn tijdens
de behandeling ter zitting dan wel na de behandeling ter
zitting alsnog geschikt dan wel ingetrokken. Thans is nog
één zaak (2011: twee) in behandeling. In zeven zaken is er
tegen de uitspraak van het College van Beroep voor de Exa-
mens hoger beroep aangetekend bij het College van Beroep
voor het Hoger Onderwijs (CBHO) in Den Haag.
GeschillenadviescommissieDe Geschillenadviescommissie adviseert het College van
Bestuur over bezwaren van studenten tegen beslissin-
gen op grond van bepalingen van de Wet op het Hoger
Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek en daarop
gebaseerde regelingen voor zover het College van Beroep
voor de Examens niet bevoegd is. Bij de Geschillenad-
viescommissie zijn 98 bezwaarschriften (2011: 62) binnen
gekomen. Van deze beroepschriften hebben er 43 (2011:
32) tot een hoorzitting geleid. Van deze 43 zaken zijn
negentien zaken gevoegd en in één zitting behandeld. In
negentien gevallen (2011: 22) is advies uitgebracht. De
overige zaken zijn tijdens de behandeling ter zitting dan
wel na de behandeling ter zitting alsnog geschikt dan wel
ingetrokken; de negentien gevoegde zaken zijn thans nog
in behandeling.
In 2012 was sprake van relatief veel bezwaren gericht
tegen besluiten waarbij inschrijving per 1 september werd
geweigerd wegens niet of niet tijdige betaling van het
collegegeld.
Het College van Bestuur heeft in alle zaken conform het
advies van de Geschillenadviescommissie op het bezwaar
beslist. In drie zaken is tegen de beslissing van het College
van Bestuur hoger beroep aangetekend bij het CBHO in
Den Haag.
VertrouwenspersonenIn 2012 hebben zich twaalf studenten (2011: dertien) tot
de vertrouwenspersonen gewend. Met hen werd gezocht
naar de meest wenselijke strategie om tot een oplossing
te komen van het gesignaleerde probleem. Er wordt, zowel
landelijk als bij Windesheim, in toenemende mate om hulp
gevraagd bij intimidatie en pesten.
In 2012 hebben 44 medewerkers zich tot de vertrouwens-
personen gewend. Er wordt, zowel landelijk als bij
Windesheim, in toenemende mate om hulp gevraagd
bij arbeidsconflicten.
De vertrouwenspersonen zijn in het najaar van 2012 een
campagne gestart tegen pesten: ‘Blijf er niet mee zitten’.
De campagne werd ondersteund door posters en flyers.
De vertrouwenspersonen schreven een ook artikel over
pesten in de Hogeschoolkrant Win’.
Bezwarencommissie PersoneelDe Bezwarencommissie Personeel, die op grond van een
interne hogeschoolregeling is ingesteld, heeft in 2012
negen bezwaren van medewerkers ontvangen. Van de
negen bezwaren zijn er tijdens de loop van de procedure
vier door de desbetreffende medewerkers ingetrokken,
in twee gevallen omdat door de leidinggevende volledig
tegemoet is gekomen aan het bezwaar van de medewer-
ker. In het derde en vierde geval is een schikking met de
medewerker getroffen. Van de overige vijf bezwaren is er
één gegrond verklaard, één ongegrond en één niet ontvan-
43
kelijk. De resterende twee bezwaren zijn op een zodanig
moment in 2012 ingediend dat ze niet meer in dat jaar
konden worden afgedaan. Afronding van de procedure
is bij deze bezwaren voorzien in februari 2013. Van de in
2012 ingediende bezwaren hadden twee bezwaren betrek-
king op de waardering. Eén van deze bezwaren is tijdens
de procedure ingetrokken en het andere bezwaar is niet
gegrond verklaard. In de waarderingsperiode 2010-2011
en 2009-2010 zijn over dit onderwerp respectievelijk tien
bezwaren en drie bezwaren ingediend.
Klachtencommissie Ongewenste Omgangsvormen In het voorjaar van 2012 is herzien beleid vastgesteld met
betrekking tot ongewenste omgangsvormen (voorheen
‘ongewenst gedrag’ genoemd). Ook de klachten regeling
is gewijzigd, onder meer om deze weer volledig in
overeenstemming te brengen met de bepalingen van de
Arbeidsomstandighedenwet. Het herzien beleid en de
aangepaste klachtenregeling zijn per 1 april 2012 van
kracht geworden.
Er zijn in 2012 twee klachten over ongewenste omgangs-
vormen door de klachtencommissie ontvangen en in
behandeling genomen. Van deze beide klachten is er één
ingetrokken, nadat via mediation tussen de klager en
aangeklaagde een schikking was bereikt. De andere klacht
is noch gegrond noch ongegrond verklaard. Dit omdat de
commissie, met name door tekortschietende medewerking
van de aangeklaagde, de aannemelijkheid van de lezing
van het gebeurde van zowel de klager als van de aan-
geklaagde onvoldoende heeft kunnen vaststellen.
Naast deze twee klachten heeft de commissie in 2012 de
behandeling afgerond van een klacht die eind 2011 was
ingediend. Deze klacht is ongegrond verklaard.
KlokkenluidersregelingIn de klokkenluidersregeling 2010 had het Algemeen
Bestuur van de Vereniging VU-Windesheim nog een formele
positie. Door de ontvlechting van Windesheim uit de
Vereniging per 1 januari 2012 is de klokkenluiders regeling
in 2012 aangepast en opnieuw vastgesteld. De nieuwe
regeling is vanaf 1 januari 2013 van kracht. Net als in
2011 en 2010 zijn in 2012 geen meldingen in het kader
van deze regeling ontvangen.
45
I N L E I D I N G
Vanwege de structuurwijziging van de Vereniging
VU-Windesheim kent Windesheim sinds 1 januari 2012
een eigen Raad van Toezicht.
De Raad van Toezicht ziet toe op het handelen van het
College van Bestuur van Windesheim. De taken van
de Raad van Toezicht liggen vast in de statuten van
Windesheim en het reglement van de Raad van Toezicht.
In 2012 bestond de Raad van Toezicht uit vier leden. In
maart 2013 is de laatste vacature ingevuld op voordracht
van de Centrale Medezeggenschapsraad.
In dit verslag legt de Raad verantwoording af over het in
2012 gevoerde toezicht.
A C T I V I T E I T E N I N H E T
V E R S L A G J A A R 2 0 12
In het verslagjaar heeft de Raad van Toezicht zich –
behalve over zaken die voortvloeien uit zijn opdracht –
gebogen over actuele ontwikkelingen bij Windesheim.
Zo heeft de Raad veel aandacht besteed aan de basis-
kwaliteit van de opleidingen van Windesheim. Mede naar
aanleiding van de problematiek bij de opleiding Journalis-
tiek is het College van Bestuur een intensief proces gestart
om te analyseren of de kwaliteitssystemen bij Windesheim
op orde waren. Bij een brede selectie van opleidingen is
een monitor uitgevoerd die tot doel had te controleren of
de borging van het eindniveau onderwijskundig in orde
was. De monitor heeft geleid tot verbetervoorstellen voor
de desbetreffende opleidingen. In de tweede plaats zijn de
examencommissies getraind in het uitvoeren van hun
wettelijke taak. Daarnaast zijn toets-commissies
geïnstalleerd die de kwaliteit van de toetsen bewaken.
De Raad van Toezicht heeft aangegeven tevreden te zijn
over de voortvarendheid waarmee het College van Bestuur
dit proces heeft aangepakt en de wijze waarop de Raad
hierover is geïnformeerd.
Daarnaast heeft de Raad zich intensief op de hoogte
gesteld van de strategische agenda van OCW, de prestatie-
afspraken die Windesheim in dat kader met het ministerie
heeft gemaakt en de implicaties van de gekozen strategie
voor de instelling. De Raad van Toezicht kan zich vinden in
de ambities. Met het College van Bestuur is afgesproken
dat de Raad in de komende periode regelmatig wordt
geïnformeerd over de tussenresultaten.
Verslag Raad van Toezicht
H O O F D S T U K 10
De Raad heeft gesproken over het behoud van de
Vereniging VU als maatschappelijk klankbord voor de
instelling Windesheim. De Raad van Toezicht heeft
ingestemd met het voorstel van het College van Bestuur
om Windesheim juridisch volledig los te koppelen van de
VU-Vereniging. In het voorjaar van 2013 zal het onder-
werp worden ingebracht in de Ledenraad. De Raad steunt
de plannen om een Inspiratieraad op te richten - zonder
bevoegdheden op het gebied van de governance van de
instelling – die Windesheim kan helpen vorm te geven aan
de bijzondere identiteit.
De Raad van Toezicht heeft verschillende malen gesproken
over de voortgang van de herinrichting van de organisatie
in vier domeinen en drie diensten. In dat kader heeft de
Raad van Toezicht het externe evaluatierapport van de
implementatie van de domein- en dienststructuur met
daarbij de conclusies van het College van Bestuur
besproken. Daarnaast heeft de Raad zich georiënteerd
op de ontwikkelingen die zich voordoen in domeinen en
diensten door regelmatig in de vergaderingen van de
Raad in gesprek te gaan met één van de domein- en
dienstdirecteuren. In dit kader heeft de Raad ook een
van zijn vergaderingen gehouden op de locatie van de
nevenvestiging Almere.
De Raad heeft in 2012 tevens gesproken over de
ontwikkeling van de opleidingen van Windesheim in het
educatieve domein en mogelijke samenwerkingsverbanden
met andere hogescholen in dit domein. De Raad van
Toezicht heeft aangegeven voorstander te zijn van
intensieve samenwerking en taakverdeling van de
lerarenopleidingen van de verschillende hogescholen.
De Raad heeft in 2012 KPMG als nieuwe accountant
benoemd voor een periode van 4 jaar. De benoeming
is gevolgd op een selectieproces waarin de Raad in de
persoon van de heer prof. dr. ir. A. Bruggink als voorzitter
van de Auditcommissie heeft geparticipeerd. In 2014 volgt
een evaluatie.
Voorts heeft de Raad van Toezicht het jaarverslag 2011,
de jaarrekening 2011 en de begroting 2013 goedgekeurd
en heeft hij ingestemd met een voorstel om de sport-
faciliteiten van Windesheim onder te brengen in een
aparte stichting.
47
De Raad van Toezicht heeft aangegeven het hebben
en opbouwen van een eigen vermogen bij de nevenves-
tiging Windesheim Flevoland vanuit solvabiliteitscriteria
noodzakelijk te vinden. Vanuit de financieringsafspraken is
bepaald dat er sprake moet zijn van een strikte adminis-
tratieve scheiding tussen Zwolle en Flevoland. Ook na
volledige benutting van de subsidiegelden uit de business
case wil Windesheim de continuïteit van Windesheim
Flevoland kunnen waarborgen. Daarbij hoort het vormen
van weerstandsvermogen om toekomstige (incidentele)
kosten en vervangingsinvesteringen op te kunnen vangen.
Windesheim zelf heeft hiertoe in 2010 vanuit zijn algemene
reserve een eenmalige dotatie van ruim € 1 miljoen aan
het eigen vermogen van WF gemaakt.
De Raad heeft het functioneren van de leden van het
College van Bestuur geëvalueerd. Zo zijn er jaargesprek-
ken gehouden met de leden van het College van Bestuur.
Deze gesprekken zijn gevoerd door de voormalige
voorzitter van de Raad van Toezicht van de Vereniging
VU-Windesheim – waaronder Windesheim in 2011 viel - ,
de heer Bouw, en de huidige voorzitter van de Raad van
Toezicht, de heer L. Bikker. In de jaargesprekken is aan-
dacht geweest voor de teamvorming binnen het College en
de prestaties vanuit de verschillende portefeuilles.
Ten aanzien van de voorzitter van dit College heeft de
Raad met genoegen bevestigd dat de arbeidsovereen-
komst van de heer prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen voor
onbepaalde tijd ongewijzigd blijft voortduren vanaf 1 april
2013 en dat de heer prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen vanaf
genoemde datum de functie van Voorzitter College van
Bestuur van Windesheim blijft bekleden voor een periode
van vier jaar.
In 2012 zijn de nevenfuncties van het College van Bestuur
voorgelegd aan de Raad; dit heeft o.a. als doel mogelijke
belangenverstrengeling te signaleren en te voorkomen.
De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft alle in 2012
actuele nevenfuncties goedgekeurd. De leden van de Raad
van Toezicht ontvangen jaarlijks het actuele overzicht ter
kennisname.
Daarnaast heeft de Raad van Toezicht ook in 2012 gewerkt
aan de deskundigheid en verdere ontwikkeling van de
Raad. De leden van de Raad van Toezicht zijn regelmatig
geïnformeerd over ontwikkelingen op het vlak van gover-
nance, zorg, onderwijs en onderzoek.
G O V E R N A N C E E N W E R K W I J Z E
De Raad van Toezicht heeft in 2012 vier vergaderingen van
een dagdeel en een (jaarlijkse) retraite gehouden. Een deel
van de vergaderingen vindt plaats zonder aanwezigheid van
het College van Bestuur. De Raad van Toezicht is regelmatig
– grotendeels door de schriftelijke informatie bij de mede-
delingen voor elke vergadering – op de hoogte gehouden
van lopende zaken en ontwikkelingen binnen de instelling.
In het verslagjaar zijn er frequent bilaterale contacten
geweest tussen bestuurders en leden van de Raad van
Toezicht. Daarnaast overlegt de voorzitter van de Raad
regelmatig met de voorzitter van het College van Bestuur.
In 2012 vond dit overleg maandelijks plaats. Tijdens dit
overleg worden o.a. de onderwerpen besproken die aan
de orde komen tijdens de vergaderingen van de Raad van
Toezicht.
Zowel de voorzitter van de Raad van Toezicht als de leden
hebben in 2012 enkele malen formeel en informeel overleg
gehad met de Centrale Medezeggenschapsraad (CMR)
van Windesheim. Tijdens de vergadering in oktober is er
een gesprek geweest over de prestatieafspraken, de wijze
waarop deze behaald moeten worden en het draagvlak in
de organisatie. De CMR heeft aangegeven betrokken te
zijn geweest bij het opstellen van de prestatieafspraken en
er mee te hebben ingestemd.
De voorzitter van de Raad van Toezicht is aanwezig
geweest bij beide vergaderingen van de ledenraad van de
VU-Vereniging. Daar is o.m. gesproken over de stand van
zaken rond de meerjarenplannen Identiteit. Ook is hij in
zijn hoedanigheid van lid van de Raad van Toezicht
van de VU-Vereniging eenmaal aanwezig geweest bij
een vergadering van de Raad van Toezicht van de
VU-Vereniging. Onderwerp van gesprek was toen
o.a. het rapport commissie herstructurering.
Naast de formele (commissie-)vergaderingen van de Raad
van Toezicht, waarover in dit jaarverslag wordt gerappor-
teerd, waren de leden van de Raad van Toezicht ook aan-
wezig bij voor de hogeschool belangrijke momenten als de
lustrumactiviteiten, de opening van het hogeschooljaar etc.
De Raad kent twee commissies, te weten de
Remuneratiecommissie en de Auditcommissie.
R E M U N E R A T I E C O M M I S S I E
De remuneratiecommissie, bestaande uit de heer mr.
G.J. van Munster (voorzitter) en de heer L. Bikker (lid), is
eenmaal bijeengeweest in 2012. Besproken onderwerpen
waren de regeling onkostenvergoeding en de hoofdlijnen
van het remuneratiebeleid. Beide regelingen zijn, voorzien
van een positief advies, doorgeleid naar de Raad van
Toezicht en daar vastgesteld.
Ten aanzien van het remuneratiebeleid zal de Raad van
Toezicht steeds toetsen of de bezoldiging binnen de kaders
blijft van toepasselijke wetgeving en van de beloningscode
die voor de sector Hoger Beroepsonderwijs is vastgesteld.
De feitelijke bezoldiging staat opgenomen in de jaar-
rekening.
A U D I T C O M M I S S I E
De Auditcommissie bestaande uit de heer prof. dr. ir.
A. Bruggink (voorzitter) en mevrouw M.A.C. Kasper de
Kroon MM&I (lid) is in 2012 driemaal bijeen geweest. In
mei werden het jaarverslag, de jaarrekening en het daarbij
behorende accountantsverslag besproken in aanwezig-
heid van de externe accountant. In november besprak de
commissie het jaarplan 2013 van Windesheim. Daarnaast
heeft de Commissie gesproken over een voorstel om de
sportfaciliteiten van Windesheim onder te brengen in
een aparte stichting. In de vergadering van oktober heeft
de auditcommissie kennisgemaakt met KPMG. KPMG
heeft zijn eerste bevindingen over Windesheim met de
leden van de auditcommissie gedeeld. Deze bevindingen
(managementletter) zijn van belang bij de sturing op de
prestatieafspraken. Naar het oordeel van de auditcommis-
sie blijkt uit de bevindingen dat Windesheim geen grote
risico’s loopt.
49
De zittingstermijn van de leden van de Raad van Toezicht bedraagt vier jaar en zij zijn eenmaal herbenoembaar.
L E D E N R A A D V A N T O E Z I C H T
De Raad van Toezicht bestaat in 2012 uit de volgende leden:
Naam Functie in de Raad van Toezicht
Aangetreden Termijn Aantal vergaderingen Raad van Toezicht bijgewoond in 2012
De heer L. Bikker Voorzitter Raad van Toezicht
Lid Remuneratiecommissie
2006 2e 4
De heer prof.
dr. ir. A. Bruggink
Lid Raad van Toezicht
Voorzitter Auditcommissie
2012 1e 4
Mevrouw M.A.C.
Kasper de Kroon
MM&I
Lid Raad van Toezicht
Lid Auditcommissie
2012 1e 4
De heer mr.
G.J. van Munster
Lid Raad van Toezicht
Voorzitter Remuneratie-
commissie
2012 1e 4
Naa
m
Geb
oo
rte
jaar
Fu
nct
ie
Nev
enfu
nct
ies
De heer L. Bikker 1963 Ondernemer en founder
van BIKKER & Company
(Rotterdam)
• Voorzitter Economic Development Board
Rotterdam
• Voorzitter bestuur Scapino Ballet
• Lid Raad van Commissarissen SNT
De heer prof. dr. ir. A. Bruggink 1963 Lid Raad van Bestuur
Rabobank Nederland
(CFO)
• Lid Raad van Commissarissen Robeco
• Lid Raad van Commissarissen FMO
• Lid Raad van Commissarissen ROVA
• Voorzitter bestuur Rabobank Pensioenfonds
• Hoogleraar Universiteit Twente
Mevrouw M.A.C. Kasper de Kroon MM&I 1963 Voorzitter Raad van
Bestuur Zorggroep
Noordwest-Veluwe
• Lid Raad van Toezicht Zorggroep
Oude en Nieuwe Land
• Lid bestuur Hospice Dr. Willem Holtrop
De heer mr. G.J. van Munster 1963 Directeur en oprichter
VMCI Group BV
• Lid Raad van Commissarissen Broekhuis
Holding
• Lid Adviesraad EuroDev
• Voorzitter wijkkerkenraad Hervormde (PKN)
Gemeente Rijssen
T O T S L O T
De gesprekken tussen de Raad van Toezicht en het College
van Bestuur hebben steeds op een open wijze en in een
goede sfeer plaatsgevonden. Het principe van onafhanke-
lijkheid is naar het oordeel van de Raad geëerbiedigd. De
Raad heeft grote waardering voor de inspanningen van het
College van Bestuur en voor de resultaten die hierdoor zijn
bereikt.
Raad van Toezicht,
L. Bikker, voorzitter
prof. dr. ir. A. Bruggink
M.A.C. Kasper de Kroon MM&I
mr. G. J. van Munster
51
B I J L A G E 1
Windesheim FlevolandIn 2012 heeft Windesheim Flevoland een groot aantal
onderwerpen opgepakt.
Business caseZoals met de financiers is afgesproken heeft Windesheim Flevo-
land in het voorjaar een herijkte business case opgesteld. Afron-
dend bestuurlijk overleg over de herijkte business case heeft nog
niet plaatsgevonden. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte
van de oorspronkelijke business case zijn:
• het aantal aan te vragen licenties voor nieuwe opleidingen zal
in lijn met het landelijke beleid van OCW worden beperkt; het
aantal opleidingsvarianten blijft nagenoeg gelijk. De financiers
hebben ingestemd met het voorgenomen nieuwe aanbod van
opleidingen.
In 2012 zijn twee nieuwe voltijdopleidingen van start gegaan:
pedagogiek en mobiliteit (voorheen verkeerskunde). Voorts is de
masteropleiding SEN gestart, is de post-hbo-opleiding Zorglogi-
stiek aangeboden, alsmede de duale opleiding Bouwkunde.
• het streefgetal van het aantal afgestudeerden is vastgelegd.
• voorkeur wordt gegeven aan kwaliteit zoals investeren in een
kleinere omvang van studentgroepen en uitbreiding van het
aantal lectoraten, boven investeringen in stenen.
Onderwijs Het onderwijsconcept van Windesheim Flevoland is in de eerste
helft van 2012 geëvalueerd. Er is specifiek aandacht besteed aan
comakerships. Een comakership is een opdracht op hbo-niveau
die een student zelf werft, uitvoert en oplevert bij een bedrijf
of instelling. Dat betekent dat een student producten oplevert
die mensen echt gaan gebruiken, zoals een businessplan, een
preventieproject of rekenles. Om een comakership te bevorderen
en de samenwerking met bedrijven te intensiveren, is eind 2012
met de eerste acht bedrijven en organisaties een partnership
gesloten.
Vanuit de clusters van opleidingen zijn commissies gevormd
met vertegenwoordigers van het werkveld. Geregeld vinden
bijeenkomsten van deze commissies plaats om te adviseren
over de verdere ontwikkeling van de opleidingen. Daarnaast
is van de zijde van het College van Bestuur en de directie
veelvuldig contact met organisaties zoals de Economic
Development Board Almere (EDBA), Kamer van Koophandel
en met Gedeputeerden.
Accreditatie
Er is een eerste proefaudit uitgevoerd als voorbereiding op
de accreditatie van de Lerarenopleiding Basisonderwijs.
Voor het studiejaar 2012-2013 zijn de criteria en procedures
voor het afstuderen aangescherpt en er is een projectplan
opgesteld voor het vernieuwen van het curriculum.
Opleidingen
In 2012 zijn twee nieuwe voltijdopleidingen van start ge-
gaan: Pedagogiek en Mobiliteit (voorheen: verkeerskunde).
Daarnaast is de masteropleiding SEN gestart, is de post-
hbo-opleiding Zorglogistiek aangeboden alsmede de duale
opleiding Bouwkunde.
Instroom studenten
De instapprocedure is in 2012 ingevoerd. Ongeveer de helft
van de aangemelde studenten (660) heeft voorafgaand aan de
inschrijving aan de startmeter deelgenomen. De instapproce-
dure is voor alle nieuwe eerstejaars ook de start van student-
begeleiding. De uitkomsten van de instapprocedure worden
dit studiejaar in relatie gebracht tot rendementen. Het blijkt
dat bijna eenderde van de eerstejaars op hun voorafgaande
school, leerondersteuning nodig heeft gehad. Hoewel nog
geen eindexamencijfers zijn geregistreerd, is het algemene
beeld dat het beginniveau van veel studenten op het vlak
van taal, rekenen en wiskunde onvoldoende aansluit bij het
startniveau van de bacheloropleiding. Er is dan ook besloten
om extra aandacht te geven aan instroommanagement.
Bijlagen
Resultaten NSE
Uit de resultaten van de NSE 2012 blijkt dat Windesheim
Flevoland onvoldoende scoort op een aantal overall
thema’s. Windesheim Flevoland verbetert de score door:
• de dienstverlening van het servicepunt te verbeteren;
• de informatievoorziening en studentbetrokkenheid
vooral vanuit de opleidingen op te pakken;
• het jaarrooster aan te scherpen;
• studenten te betrekken bij verbeterstappen;
• resultaten van verbeteracties aan studenten terug te
koppelen.
Voor de verbetering van het roosterproces is een bureau
ingeschakeld dat een analyse maakt van het gehele
roosterproces: van inzetplanning tot publicatie van het
rooster voor studenten. Op basis van de analyse wordt een
verbetertraject tot de zomer 2013 ingezet.
OnderzoekWindesheim Flevoland heeft drie lectoraten: Maatwerk
primair in Leiderschap in het onderwijs, Klantenperspectief
in de zorg en Robotica. Windesheim Flevoland onderzoekt
de mogelijkheden van drie nieuwe lectoraten: Flexibilise-
ring van arbeid, Waterrisicomanagement specifiek gericht
op de IJsselmeerpolders, en Composieten in samenwerking
met NLR en Stichting Compoworld.
De lectoren van Windesheim Flevoland participeren in de
kenniscentra van Windesheim.
OndernemenDe contractactiviteiten uit het cluster Onderwijs en
Opvoeding leveren een substantiële bijdrage aan de omzet
Ondernemen. Het is nog niet gelukt om vanuit overige
clusters een substantiële bijdrage te leveren aan de omzet
Ondernemen.
BedrijfsvoeringWindesheim Flevoland is een organisatie in ontwikkeling.
Het aantal studenten en het aantal medewerkers groeit.
Windesheim Flevoland blijft binnen de totale kaders van
investeringen en exploitatie. Per saldo is sprake van een
overschot van € 0,3 mln. Dit overschot wordt aangewend
voor de exploitatie 2013. Het overschot wordt grotendeels
verklaard door een positief verschil in de omzet Onderne-
men.
53
Aan de financiers is voor 2012 € 6,4 mln. aangevraagd
en ontvangen. Hierbij was rekening gehouden met een
overschot van € 2,3 mln. eind 2011 dat voor de exploitatie
2012 is aangewend.
Baten en lasten
Het totaal van de baten is € 16,4 mln. waarvan ruim
€ 1,9 mln. aan collegegelden.
De totale personele inzet is 135 fte, met een loonsom
van ruim € 11,7 mln. Dit betreft de inzet van eigen mede-
werkers (123 fte) en medewerkers van derden (12 fte).
B I J L A G E 2
Entrepreneurs in ResidenceIn 2012 zijn Entrepreneur in Residence:
Drs. Arné van den Boom
Directeur Interpolis. Van den Boom was commercieel direc-
teur bij Achmea Zorg en bekleedde daarvoor verschillende
marketing- en salesfunties binnen diverse werkmaatschap-
pijen van Achmea. Ook heeft hij bij de bij de Vereniging
van Nederlandse Zorgverzekeraars gewerkt.
Drs. Annamiek van Dalen
Bestuurder bij Frion en lid van de Raad van Toezicht bij
het Centrum voor Consultatie en Expertise Nederland.
Van Dalen werkte achttien jaar voor Saxion Hogescholen,
eerst als docent, daarna als directeur van de Pedagogische
Academie en vervolgens als lid van de Raad van Bestuur.
Mr. Klaas Feenstra
Directeur Advies bij Friesland Bank. Feenstra werkte
hiervoor eerst twintig jaar in verschillende manage-
mentfuncties bij de ABN AMRO. Zo was hij onder andere
regiodirecteur MKB Noord Oost en Directeur Mobiliteit en
Redeployment. Ook heeft Feenstra bij de Deutsche Bank
in Nederland de basis gelegd voor het kantorennet en
bedieningsconcept voor het MKB.
Sjoerd-Jan Feenstra
Eigenaar van vijf McDonald restaurants in Zwolle, Kampen
en Heerde. Daarnaast is Feenstra bestuurslid bij Koninklijk
Horeca Nederland, Jong Management Zwolle en het Ro-
nald McDonald Huis Zwolle. In 2011 is McDonald’s Kampen
uitgeroepen tot Duurzaamste Fastservice Bedrijf 2011, een
jaarlijkse en landelijke aanmoedigingsprijs van Stichting
Nederland Schoon, Koninklijke Horeca Nederland en Depa.
Feenstra houdt zich in samenwerking met de gemeente
actief bezig met het organiseren van acties tegen zwerfaf-
val. Hij doet dit door te praten met buurtbewoners en het
informeren van scholieren op scholen.
Leonie Flanderijn - Gijzen
Manager Communications & General Affairs bij Scania
Production Zwolle BV. Tevens is Flanderijn - Gijzen zowel
bestuurslid van het Ronald McDonald Huis Zwolle als van
het Poortwachtercentrum Zwolle, een initiatief van, voor
en door werkgevers in de regio met als doel werkgevers te
ondersteunen bij het matchen van vraag en aanbod van
personeel.
Erwin Giesbers
CEO van Compello, een Nederlandse groep ICT-bedrijven
met locaties in Utrecht, Zwolle en Enschede. Tevens maakt
Giesbers deel uit van het afdelingsbestuur van het CDA
in Zwolle. In 2008 is Giesbers met Compello uitgeroepen
tot ‘Ondernemer van het jaar’ voor de regio IJsselvecht.
Giesbers werkte eerder bij een doveninstituut, waar hij
verantwoordelijk was voor de IT-middelen die in klassen
werden ingezet. In 1997 richtte hij Alpha op, een IT-winkel
voor zowel de zakelijke als de consumentenmarkt. Hieruit
is Compello ontstaan.
Erik de Gilde
Werkzaam bij Scania sinds zijn afstudeeronderzoek bij
Scania Nederland B.V in 1987-1988. Na diverse functies is
hij op dit moment Site Manager van de Europese compo-
nentenfabriek voor painted exterior parts te Meppel. De
Gilde is sinds 1995 binnen Scania betrokken bij het Scania
Productie Systeem SPS (afgeleid van Toyota Production
Systeem TPS). Van 1996-2000 was De Gilde afstudeer-
begeleider van het Post Academisch Onderwijs. Sinds
2009 is De Gilde vicevoorzitter EVO en commissaris EVO
B.V.(Zoetermeer) en commissaris van stichting Beurt-
vaartadres (’s-Gravenhage). De Gilde verzorgt regelmatig
lezingen op LEAN-bijeenkomsten (logistiek).
Ir. Hans Groenhuis
Algemeen directeur van NV ROVA Holding, de organisatie
voor advies-, regie- en verwijdering van afval, beheer van
openbare ruimte en duurzame energievoorziening van
55
negentien gemeenten in Midden- en Oost-Nederland.
Groenhuis is eveneens vicevoorzitter van de Koninklijke
Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement (NVRD)
en voorzitter van de Raden van Toezicht van Natuur en
Milieu Overijssel en van de Woningcorporatie Vechthorst.
Groenhuis is publiek ondernemer en heeft stevige ervaring
met het organiseren van overheidstaken op afstand.
Groenhuis is een van de grondleggers van de gedachte van
de circulaire economie. In 2010 ontving hij met ROVA de
prijs Duurzame Energie van het Ministerie van Economie,
Landbouw en Innovatie. Groenhuis is daarnaast initiator
van enkele hulpprojecten in binnen- en buitenland zoals
het project stortplaats Sao Goncalo in Brazilië.
Martin Hemmink
Algemeen directeur en groot aandeelhouder van Hemmink
BV in Zwolle, een organisatie in hoogfrequent techniek,
antenne-techniek en kabeltelevisieverdeelsystemen. Het
bedrijf speelde een belangrijke rol bij de introductie van
kabeltelevisie op de Nederlandse markt met de merken
Astro en Bedea. In 2007 werd Hemmink benoemd tot
‘Ondernemer van het jaar’. Hemmink BV is een duurzame
en innovatieve onderneming die zich ‘Investor in People’
mag noemen en meerdere keren is gerekend tot de ‘Best
Managed Companies’ in Nederland. In 2010 eindigde de
onderneming bij de beste vijf bedrijven van Nederland
voor de ‘Kroon op het Werk’-prijs voor goed werkgever-
schap. Hemmink vervult vrijwillig bestuursfuncties bij
maatschappelijke organisaties en ondersteunt goede
doelen op het gebied van zorg, cultuur en sport.
Henk ten Hove
CEO en President van Wavin, marktleider in kunststof
leidingsystemen in Europa. Ten Hove is tevens lid van de
Raad van Commissarissen van FC Zwolle. Nadat hij in 1982
als controller in dienst trad bij Wavin, bekleedde Ten Hove
verschillende managementfuncties alvorens hij benoemd
werd tot CEO van deze organisatie. Hiermee is hij de
verpersoonlijking bij uitstek van het management develop-
mentbeleid van Wavin, waarbij zeven op de tien manage-
mentfuncties vanuit het bedrijf zelf worden vervuld.
Trudy Huisman MBA
Directievoorzitter van Rabobank IJsseldelta. Daarnaast is
Huisman bestuurslid van Regio IJsseldelta van VNO-NCW
Midden en lid van de Raad van Commissarissen van het
Orkest van het Oosten. Huisman bekleedde verschillende
managementfuncties binnen Rabobank Nederland alvo-
rens zij in 2007 directievoorzitter werd.
Drs. Wilma van Ingen
CEO van Nysingh advocaten en notarissen. Het is in de ad-
vocatuur in Nederland uitzonderlijk dat een niet-jurist een
dergelijke positie bekleedt. Naast diverse commissariaten
is van Ingen voorzitter van de Stichting FBK Games in Hen-
gelo, één van de beste internationale atletiekwedstrijden.
Tot mei 2009 was van Ingen tien jaar algemeen directeur
bij de Kamer van Koophandel-Oost Nederland. Ook was zij
voorzitter van het landelijk Algemeen Directeuren Overleg
van de 21 Kamers van Koophandel. Eerder werkte ze bij
KPN Telecom en was zij twee jaar lid van de Raad van
Commissarissen van FC Twente. Nysingh werd in 2011 door
zakenblad Incompany uitgeroepen tot het beste advies-
kantoor van Nederland.
Drs. Ralph Keuning
Directeur van Museum de Fundatie, met vestigingen in
Zwolle en Heino/Wijhe, en bestuurder van de Stichting
Hannema - de Stuers Fundatie. Naast een reeks advies-
functies die samenhangen met zijn functie bij Museum
de Fundatie, is Keuning lid van de Stuurgroep Zwolle
Citymarketing en adviescommissielid van het Festival-
beleid Provincie Overijssel. Eerder werkte Keuning bij de
Staatliche Museen zu Berlin in de Neue Nationalgalerie,
het Prentenkabinet en het Kröller-Müller Museum in Ot-
terlo. Van 2004 tot 2007 was Keuning directeur van het
Nieuw Land Erfgoedcentrum in Lelystad.
Ed Kooijman
Voorheen vestigingsdirecteur DSM Resins in Zwolle en
thans Algemeen directeur van het Polymer Science Park in
Zwolle. Kooijman heeft verschillende managementfuncties
bekleed bij DSM. Daarvoor was hij werkzaam bij onder
andere Procter & Gamble, Eastman Chemical en Gist
Brocades.
Godfried Metternich
Na diverse functies bij de Belastingdienst is Metternich
op dit moment lid van het MT van Belastingdienst /
Randmeren. Sinds de reorganisatie van 2011 is Metternich
plaatsvervangend directeur van het segment Particulieren/
Dienstverlening/Bezwaar en Schenk- en erfbelasting.
Thans is Metternich bezig met het gezamenlijk ontwikke-
len van plannen om de werkprocessen van het segment te
concentreren op de nieuw te formeren Rijksknooppunten.
Ook neemt Metternich namens het segment deel aan de
werkgroep die het stuurcontract schrijft, is hij vertegen-
woordiger bij het portfolio-overleg met de IM-organisatie
en maakt hij deel uit van het subsegment Particulieren.
Angelique Nijhof
Eigenaar en directeur van zowel Nijhof Installatietechniek
als van Willemsen Installatie. Ook is Nijhof penningmees-
ter en secretaris van ondernemersvereniging Broekland.
Beide installatiebedrijven combineren ervaring en nieuwe
kennis om innovatieve technieken voor energieopwekking
en energiebesparing toe te passen.
Edith Punt
Directeur, eigenaar en HR-specialist van Edith Punt
Consultancy. Daarnaast is Punt partner van de Tornak
groep, een internationale aanbieder van trainingen op het
gebied van leiderschapsontwikkeling en teamperformance.
Verder is Punt bestuurslid van de Nederlands Thaise Kamer
van Koophandel in Den Haag, bestuursvoorzitter van
theatergroep De Jonge Honden en bestuurslid van de VVD
Zwolle. Daarnaast was ze tot voor kort voorzitter van MKB
IJsselvecht.
Klaas Johan Roffel MBA RA
CFO bij ABN AMRO Verzekeringen, een onderdeel van
Delta Lloyd Groep. Roffel is sinds september 2006 werk-
zaam bij Delta Lloyd Groep en was financieel directeur
bij de Zorgverzekeringen. Daarnaast is Roffel lid van de
Financiële Commissie van de Koninklijke Nederlandsche
Wielren Unie, de overkoepelende sportbond waarbij 203
verenigingen en 135 stichtingen zijn aangesloten.
Bernd Rosing
Plaatsvervangend directeur van Belastingdienst / Randme-
ren en binnen het managementteam verantwoordelijk voor
het toezicht op de middelgrote en zeer grote organisaties
en voor de aansturing van de vaktechniek. Rosing werkte
hiervoor in verschillende managementposities binnen de
Belastingdienst. Zo was hij onder andere personeelsdirec-
teur voor Belastingdienst / Centrum voor ICT in Apeldoorn
in welke hoedanigheid hij talrijke reorganisaties heeft
begeleid. Naast zijn functie bij de Belastingdienst is Rosing
actief in de gemeentepolitiek. Hij is fractievoorzitter van
de VVD Dronten.
Drs. Hannet de Vries - In ’t Veld RA
Algemeen directeur van het recyclingbedrijf VAR en lid van
de directie van afvalverwerkingsbedrijf Attero. De Vries
- In ’t Veld is tevens vicevoorzitter van BRBS, de Lande-
lijke Branchevereniging Recycling, Breken en Sorteren.
Daarnaast is zij voorzitter of lid van diverse commissaria-
ten, waaronder Univé Stad en Land, Finstral Nederland BV,
De St@art en Accres, een organisatie die het onroerend
goed en meerdere sportaccommodaties van de gemeente
Apeldoorn beheert. Opgeleid tot registeraccountant en
milieuaccountant aan de Rijksuniversiteit Groningen, was
Hannet de Vries - In ’t Veld een van de eerste Milieuac-
countants in Nederland bij Ernst & Young. Ze is zeer actief
in het landelijke recyclingnetwerk en medeauteur van het
boek ‘De Kracht van de Kringloop’ (2011).
57
Jacco Vonhof
Ondernemer en directeur-eigenaar van NOVON Schoon-
maak met vestigingen in Zwolle, Utrecht, Amsterdam en
Twente. Tevens directeur-eigenaar van GO Center, een
innovatief centrum voor sport, gezondheid en training, en
van uitzendorganisatie Personeelsdiensten Direct. Vonhof
is bestuurlijk actief in diverse organisaties. Zo is hij voorzit-
ter van VNO-NCW IJsseldelta, commissaris bij Wezo NV,
bestuurslid van regiobestuur EVO, voorzitter van het Coun-
tus Ballonspektakel Zwolle, bestuurslid van nazorgcentrum
Intermezzo, lid van de Raad van Toezicht van Odeon/De
Spiegel theaters en bestuurslid van de Zwolse Kring van
Ondernemers. Vonhof werd met NOVON in 2004 uitgeroe-
pen tot ‘Ondernemer van het jaar’ in de regio IJsselvecht.
In 2005 won hij de Innovation Award voor Overijssel.
Guus Weiss
Directeur HR van GDF SUEZ Energie Nederland NV, voor-
heen Electrabel. Daarnaast is Weiss lid van de Werkge-
versvereniging voor Energie, Kabel & Telecom en Afval
& Milieu. Ook is Weiss bestuurslid van de Nederlandse
Energie Data Uitwisseling.
Wim van Zant
Compagnon en advocaat bij Nysingh advocaten en
notarissen. Van Zant is sinds 1976 advocaat en sinds 1983
compagnon. Het zwaartepunt van zijn praktijk ligt op
ondernemings- en insolventierecht. Hij heeft de speciali-
satie-opleiding Grotius gevolgd en is lid van INSOLAD, de
vereniging van gespecialiseerde insolventierechtadvocaten
in Nederland. Hij begeleidt tevens cliënten in strafrechtelij-
ke procedures. Hij is lid van de Nederlandse Vereniging van
Strafrechtadvocaten en staat bij het Nederlands Mediation
Instituut (NMI) als mediator geregistreerd. Van Zant vult
de functie van ‘Entrepreneur in Residence’ bij Windesheim
samen in met zijn collega, Drs. Wilma van Ingen, voorzitter
van de Raad van Bestuur van Nysingh.
B I J L A G E 3
K E R N G E G E V E N S
A A N B O D P E R 1- 10 - 2 0 12
2 0 1 2 2 0 1 1 2 0 1 0 2 0 0 9
Studenten - instroom 6.326 7.328 7.634 7.369
Studenten - populatie 20.284 21.538 21.321 19.450
Studiesucces - aantal uitvallers 4.758 4.695 4.004 3.593
Studiesucces - aantal afgestudeerden 3.471 3.182 2.893 2.988
D o m e i n O p l e i d i n g
Bewegen en Educatie Ad Onderwijsondersteuner Bouwkunde I en II
Bewegen en Educatie Ad Onderwijsondersteuner Bouwtechniek I en II
Bewegen en Educatie Ad Onderwijsondersteuner Elektrotechniek I en II
Bewegen en Educatie Ad Onderwijsondersteuner Informatie- en Communicatietechnologie I en II
Bewegen en Educatie Ad Onderwijsondersteuner Installatietechniek I en II
Bewegen en Educatie Ad Onderwijsondersteuner Mechanische Techniek I en II
Bewegen en Educatie Ad Onderwijsondersteuner Motorvoertuigentechniek I en II
Bewegen en Educatie Ad Onderwijsondersteuner Techniek
Bewegen en Educatie Ad Onderwijsondersteuner Werktuigbouwkunde I en II
Bewegen en Educatie Docent Beeldende Kunst en Vormgeving
Bewegen en Educatie Docent Informatie en Communicatie Technologie
Bewegen en Educatie Godsdienst - Pastoraal werk
Bewegen en Educatie Learning & Innovation
Bewegen en Educatie Leraar Basisonderwijs
Bewegen en Educatie Leraar Godsdienst
Bewegen en Educatie Leraar VO 1e graads in Lichamelijke Opvoeding
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Aardrijkskunde
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Algemene Economie
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Bedrijfseconomie
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Biologie
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Bouwkunde I en II
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Bouwtechniek I en II
59
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Duits
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Elektrotechniek
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Engels
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Frans
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Geschiedenis
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Gezondheidszorg en Welzijn
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Godsdienst
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Installatietechniek I en II
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Mechanische Techniek I en II
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Motorvoertuigentechniek I en II
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Natuurkunde
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Nederlands
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Scheikunde
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Techniek
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Werktuigbouwkunde I en II
Bewegen en Educatie LVO 2e Gr. Wiskunde
Bewegen en Educatie Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie
Bewegen en Educatie Special Educational Needs
Bewegen en Educatie Sport en Bewegen
Business, Media en Recht Accountancy
Business, Media en Recht Bedrijfseconomie
Business, Media en Recht Bedrijfskunde MER
Business, Media en Recht Commerciële Economie
Business, Media en Recht Communicatie
Business, Media en Recht Financial Services Management
Business, Media en Recht HBO - Rechten
Business, Media en Recht Human Resource Management
Business, Media en Recht International Business and Languages
Business, Media en Recht Journalistiek
Business, Media en Recht Logistiek en Economie
Business, Media en Recht Small Business en Retail Management
Business, Media en Recht Windesheim Honours College
Gezondheid en Welzijn Culturele en Maatschappelijke Vorming
Gezondheid en Welzijn Logopedie
Gezondheid en Welzijn Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
Gezondheid en Welzijn Pedagogiek
Gezondheid en Welzijn Pedagogisch Management Kinderopvang
Gezondheid en Welzijn Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Gezondheid en Welzijn Toegepaste Gerontologie
Gezondheid en Welzijn Verpleegkunde
Techniek Ad ICT-Beheer
Techniek Bedrijfskundige Informatica
Techniek Bouwkunde
Techniek Business IT & Management
Techniek Civiele Techniek
Techniek Elektrotechniek
Techniek Elektrotechniek (Associate degree)
Techniek Industrieel Product Ontwerpen
Techniek Industrieel Product Ontwerpen (Associate degree)
Techniek Informatica
Techniek Logistiek en Technische Vervoerskunde
Techniek Mobiliteit
Techniek Technische Bedrijfskunde
Techniek Technische Bedrijfskunde (Associate Degree)
Techniek Technische Informatica
Techniek Werktuigbouwkunde
Techniek Werktuigbouwkunde (Associate degree)
Flevoland Bedrijfseconomie
Flevoland Bedrijfskunde MER
Flevoland Commerciële Economie
Flevoland Communicatie
Flevoland Human Resource Management
Flevoland Small Business en Retail Management
Flevoland Bouwkunde
Flevoland Engineering, Design and Innovation
Flevoland Industrieel Product Ontwerpen
Flevoland Informatica
Flevoland Mobiliteit
Flevoland Werktuigbouwkunde
Flevoland Leraar Basisonderwijs
Flevoland Pedagogiek
Flevoland Logopedie
Flevoland Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
Flevoland Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Flevoland Verpleegkunde
61
P O P U L A T I E P E R 1- 10
D o m e i n O n d e r d e e l 2 0 1 2 2 0 1 1 2 0 1 0
Bewegen en Educatie Education 3.707 4.157 4.406
Bewegen en Educatie Master Leraar Godsdienst 5 2 0
Bewegen en Educatie Master SEN 861 1.069 1.253
Bewegen en Educatie Master Learning & Innovation 102 65 45
Bewegen en Educatie Human Movement and Sports 1.456 1.553 1.461
Business, Media en Recht Business and Economics 3.193 3.237 3.224
Business, Media en Recht Management and Law 1.428 1.530 1.513
Business, Media en Recht Media 1.078 1.288 1.328
Business, Media en Recht Windesheim Honours College 70 43 22
Gezondheid en Welzijn Health Care 1.078 1.096 1.050
Gezondheid en Welzijn Social Work 2.372 2.654 2.749
Gezondheid en Welzijn Pedagogiek 891 891 711
Techniek Built Environment and Transport 700 706 682
Techniek Information Sciences 796 795 674
Techniek Engineering and Design 1.208 1.269 1.221
Totaal Zwolle 18.945 20.355 20.339
Flevoland Bedrijfseconomie 63 31 0
Flevoland Bedrijfskunde MER 44 0 0
Flevoland Commerciële Economie 50 31 0
Flevoland Communicatie 41 30 0
Flevoland Human Resource Management 45 25 0
Flevoland Management, Economie en Recht 0 16 0
Flevoland Small Business en Retail Management 123 147 144
Flevoland Bouwkunde 49 19 0
Flevoland Engineering, Design and Innovation 51 47 46
Flevoland Industrieel Product Ontwerpen 23 10 0
Flevoland Informatica 170 201 240
Flevoland Mobiliteit 7 0 0
Flevoland Werktuigbouwkunde 18 10 0
Flevoland Leraar Basisonderwijs 355 435 519
Flevoland Pedagogiek 42 0 0
Flevoland Logopedie 35 16 0
Flevoland Maatschappelijk Werk en Dienstverlening 101 62 0
Flevoland Sociaal Pedagogische Hulpverlening 66 72 33
Flevoland Verpleegkunde 56 31 0
Totaal Flevoland 1.339 1.183 982
Eindtotaal 20.284 21.538 21.321
I N S T R O O M
D o m e i n O n d e r d e e l 2 0 1 2 2 0 1 1 2 0 1 0
Bewegen en Educatie Education 1.047 1.326 1.515
Bewegen en Educatie Master Leraar Godsdienst 3 2 0
Bewegen en Educatie Master SEN 438 457 666
Bewegen en Educatie Master Learning & Innovation 66 33 29
Bewegen en Educatie Human Movement and Sports 367 479 441
Business, Media en Recht Business and Economics 1.023 1.108 1.090
Business, Media en Recht Management and Law 405 457 491
Business, Media en Recht Media 245 338 384
Business, Media en Recht Windesheim Honours College 31 19 11
Gezondheid en Welzijn Health Care 349 384 355
Gezondheid en Welzijn Social Work 599 815 983
Gezondheid en Welzijn Pedagogiek 243 387 359
Techniek Built Environment and Transport 201 205 236
Techniek Information Sciences 308 328 255
Techniek Engineering & Design 394 426 445
Totaal Zwolle 5.719 6.764 7.260
Flevoland Bedrijfseconomie 44 31 0
Flevoland Bedrijfskunde MER 35 16 0
Flevoland Commerciële Economie 30 31 0
Flevoland Communicatie 24 30 0
Flevoland Human Resource Management 30 0 0
Flevoland Small Business en Retail Management 32 47 76
Flevoland Bouwkunde 35 19 0
Flevoland Engineering, Design en Innovation 18 12 18
Flevoland Industrieel Product Ontwerpen 14 10 0
Flevoland Informatica 37 44 48
Flevoland Mobiliteit 7 25 0
Flevoland Werktuigbouwkunde 12 10 0
Flevoland Leraar Basisonderwijs 85 134 231
Flevoland Pedagogiek 42 0 0
Flevoland Logopedie 26 16 0
Flevoland Maatschappelijk Werk en Dienstverlening 60 62 0
Flevoland Sociaal Pedagogische Hulpverlening 37 46 1
Flevoland Verpleegkunde 39 31 0
Totaal Flevoland 607 564 374
Eindtotaal 6.326 7.328 7.634
63
I N S T R O O M N A A R
V O O R O P L E I D I N G
P O P U L A T I E P E R 1- 10
N A A R V O O R O P L E I D I N G
Vo o r o p l e i d i n g 2 0 1 2
ANDERS 854
HAVO 3.205
MBO 1.924
VWO 343
Eindtotaal 6.326
Vo o r o p l e i d i n g 2 0 1 2
ANDERS 2.563
HAVO 10.021
MBO 6.252
VWO 1.448
Eindtotaal 20.284
A F G E S T U D E E R D E N
D o m e i n O n d e r d e e l 2 0 1 1 - 2 0 1 2 2 0 1 0 - 2 0 1 1 2 0 0 9 - 2 0 1 0
Bewegen en Educatie Education 960 877 777
Bewegen en Educatie Human Movement and Sports 282 201 240
Business, Media en Recht Business and Economics 498 477 421
Business, Media en Recht Management and Law 196 162 169
Business, Media en Recht Media 145 183 172
Gezondheid en Welzijn Pedagogiek 108 95 74
Gezondheid en Welzijn Health Care 200 193 179
Gezondheid en Welzijn Social Work 457 462 458
Techniek Built Environment and Transport 128 104 125
Techniek Engineering and Design 244 201 164
Techniek Information Sciences 114 85 114
Flevoland Business and Economics 13 0 0
Flevoland Engineering and Design 5 1 0
Flevoland Information Sciences 48 54 0
Flevoland Education 61 79 0
Flevoland Social Work 12 8 0
Eindtotaal 3.471 3.182 2.893
A A N M E L D I N G E N E N I N S T R O O M I N P R O P E D E U T I S C H E F A S E F I X U S O P L E I D I N G E N
Op
leid
ing
Op
leid
ing
svo
rm
Ge
ste
lde
ca
pa
cite
it
Aa
nta
l
aa
ng
em
eld
e
stu
de
nte
n
Aa
nta
l
ing
est
roo
md
e
stu
de
nte
n i
n d
e
pro
pe
de
uti
sch
e f
ase
Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie Voltijd 100 324 97
Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie Deeltijd 30 13 0
Opleiding tot leraar VO van de 1e graad in Lichamelijke Opvoeding Voltijd 195 329 145
Opleiding tot leraar VO van de 1e graad in Lichamelijke Opvoeding Deeltijd 30 7 0
O P L E I D I N G E N M E T A A N V U L L E N D E E I S E N
Op
leid
ing
Op
leid
ing
s-v
orm
Aa
ng
em
eld
Ge
sla
ag
d
vo
or
toe
ts
Ing
esc
hre
ve
n
Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Deeltijd 43 23 19
Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Voltijd 66 40 30
Opleiding tot leraar VO 1e graad Lichamelijke Opvoeding Voltijd 329 206 165
Opleiding tot leraar VO 1e graad Lichamelijke Opvoeding Deeltijd 7 0 0
Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie Voltijd 324 199 117
Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie Deeltijd 13 0 1
Sport en Bewegen Voltijd 223 108 84
Logopedie Voltijd (Zwolle) 142 83 77
Logopedie Voltijd (Almere) 38 29 26
65
U I T V A L
D o m e i n O n d e r d e e l 2 0 1 1 - 2 0 1 2 2 0 1 0 - 2 0 1 1 2 0 0 9 - 2 0 1 0
Bewegen en Educatie Education 1.536 1.729 1.619
Bewegen en Educatie Human Movement and Sports 169 181 131
Business, Media en Recht Business and Economics 605 641 484
Business, Media en Recht Management and Law 364 355 351
Business, Media en Recht Media 332 268 264
Business, Media en Recht Windesheim Honours College 10 2 5
Gezondheid en Welzijn Pedagogiek 132 123 70
Gezondheid en Welzijn Health Care 236 206 188
Gezondheid en Welzijn Social Work 610 585 542
Techniek Built Environment and Transport 87 78 89
Techniek Engineering and Design 197 109 98
Techniek Information Sciences 158 188 163
Flevoland Business and Economics 78 44 0
Flevoland Management and Law 19 0 0
Flevoland Built Environment and Transport 4 0 0
Flevoland Engineering and Design 13 10 0
Flevoland Information Sciences 30 29 0
Flevoland Education 106 138 0
Flevoland Health Care 24 0 0
Flevoland Social Work 48 9 0
Eindtotaal 4.758 4.695 4.004
B I J L A G E 4
A F K O R T I N G E N L I J S T
ABP Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst
CMR Centrale Medezeggenschapsraad
CoE Centers of Expertise
DUO Dienst Uitvoering Onderwijs
Euribor Euro Interbank Offered Rate
Fte Full time equivalentie-eenheid
GBM Gehele Bevolking Mannen
GBV Gehele Bevolking Vrouwen
HBO Hoger Beroeps Onderwijs
IAK Integraal Afspraken Kader
ICT Informatie- en Communicatietechnologie
IenM Ministerie van Infrastructuur en Milieu
IVA Inkomensvoorziening Volledig
Arbeidsongeschikten
KPI Kritische Prestatie-Indicator
LSVb Landelijke Studenten Vakbond
MKB Midden- en Kleinbedrijf
NQA Netherlands Quality Agency
NSE Nationale Studentenenquete
NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap
OOP Onderwijs Ondersteunend Personeel
OP Onderwijzend Personeel
OTC Over The Counter
PDCA Plan-Do-Check-Act
PM Pro Memorie
PO Primair Onderwijs
RI&E’s Risico-inventarisatie & Evaluaties
RJ Richtlijnen Jaarverslaggeving
RNBD Raamovereenkomst inzake
Niet-Beurs verhandelde Derivaten
SLB’er Studieloopbaanbegeleider
t t is het lopende jaar
t-1 t-1 is het voorgaande jaar
UWV Uitvoeringsinstituut Werknemers-
verzekeringen
VBI Visiterende en Beoordelende Instanties
VO Voortgezet Onderwijs
VROM Ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
VU Vrije Universiteit
VUmc VU medisch centrum
WGA Werkhervattingregeling Gedeeltelijk Arbeids-
geschikten
WHC Windesheim Honours College
WIA Wet werk en inkomen naar Arbeidsvermogen
WNT Wet Normering Topinkomens
WO Wetenschappelijk Onderwijs
WOPT Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen
gefinancierde Topinkomens
67
D E E L 2 - J A A R R E K E N I N G
Kerncijfers 2012 70Jaarrekening 2012 711.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2012 71
1.2 Geconsolideerde staat van baten en
lasten over 2012 72
1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2012 73
1.4 Toelichting op de geconsolideerde balans
en staat van baten en lasten 74
1.4.1 Algemeen 74
1.4.2 Grondslagen voor het waarderen
van activa en passiva 76
1.4.3 Grondslagen voor het bepalen van het resultaat 78
1.4.4 Grondslagen voor het opstellen van
het kasstroomoverzicht 79
1.4.5 Toelichting op de posten van de
geconsolideerde balans 80
1.4.6 Toelichting op de posten van de
geconsolideerde staat van baten en lasten 93
1.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2012 101
1.6 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2012 102
1.7 Toelichting op de enkelvoudige balans en
staat van baten en lasten 103
1.7.1 Algemeen 103
1.7.2 Toelichting op de posten van de enkelvoudige
balans 103
1.7.3 Toelichting op de posten van de enkelvoudige
staat van baten en lasten 112
1.8 Bezoldiging College van Bestuur en
Raad van Toezicht 114
Reiken naar de top
J A A R R E K E N I N G 2012
Overige gegevens 1172.1 Controleverklaring accountant 117
2.2 Statutaire bepalingen exploitatiesaldo 118
2.3 Voorstel bestemming exploitatiesaldo 118
2.4 Gebeurtenissen na balansdatum 119
Bijlagen, niet behorend bij de jaarrekening 120Bijlage 1 Windesheim Flevoland 120
Bijlage 2 Gegevens over de rechtspersoon 123
69
Kerncijfers 2012
F i n a n c i e e l
geconsolideerde balans en staat van baten en lasten
(x € 1.000) 2 0 1 2 2 0 1 1 2 0 1 0
Baten 173.295 176.168 151.499
Resultaat 4.714 17.096 3.667
Groepsvermogen 53.019 48.305 31.209
Materiële vaste activa:
. Investeringen 11.464 18.093 14.980
. Afschrijvingen 10.001 9.083 8.188
K e n g e t a l l e n 2 0 1 2 2 0 1 1 2 0 1 0
Solvabiliteit 29,2% 26,2% 20,3%
Liquiditeit 0,9 0,9 0,7
Loonkosten medewerkers/baten 64,8% 59,4% 60,9%
Loonkosten medewerkers + derden/baten 72,2% 66,7% 66,2%
Aantal ingeschreven studenten 01.10 20.284 21.538 21.321
Marktaandeel instroom studenten HBO-raad 4,4% 5,2% 5,2%
Marktaandeel ingeschreven studenten HBO-raad 4,7% 5,0% 5,1%
Aantal medewerkers 31.12 2.004 1.887 1.769
Aantal fte's 31.12 1.572 1.483 1.396
Solvabiliteit: eigen vermogen/balanstotaal
Liquiditeit: vlottende activa/kortlopende schulden
Jaarrekening 2012 1.1 G E C O N S O L I D E E R D E B A L A N S P E R 3 1 D E C E M B E R 2 0 12
Na verwerking bestemming resultaat
(x € 1.000) 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
1 Activa
Vaste activa
1.2 Materiële vaste activa 128.329 128.109
1.3 Financiële vaste activa 7.341 7.343
Totaal vaste activa 135.670 135.452
Vlottende activa
1.4 Voorraden 103 107
1.5 Vorderingen 7.824 7.460
1.7 Liquide middelen 37.904 41.171
Totaal vlottende activa 45.831 48.738
Totaal activa 181.501 184.190
3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
2 Passiva
2.1 Groepsvermogen 53.019 48.305
2.2 Voorzieningen 10.296 11.376
2.3 Langlopende schulden 69.786 73.154
2.4 Kortlopende schulden 48.400 51.355
Totaal passiva 181.501 184.190
71
1. 2 G E C O N S O L I D E E R D E S T A A T V A N B A T E N E N L A S T E N O V E R 2 0 12
(x € 1.000) R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
3 Baten
3.1 Rijksbijdragen 113.957 110.015 112.167
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 0 0 7.317
3.3 College-, cursus-, les- en examengelden 34.870 36.401 34.024
3.4 Baten werk in opdracht van derden 7.341 7.733 6.232
3.5 Overige baten 17.127 15.291 16.428
Totaal baten 173.295 169.440 176.168
4 Lasten
4.1 Personeelslasten 125.068 125.470 116.422
4.2 Afschrijvingen 11.120 10.192 9.086
4.3 Huisvestingslasten 7.564 8.257 8.169
4.4 Overige lasten 21.964 21.959 22.558
Totaal lasten 165.716 165.878 156.235
Saldo baten en lasten 7.579 3.562 19.933
5 Financiële baten en lasten -2.865 -3.517 -2.837
Totaal resultaat 4.714 45 17.096
1. 3 G E C O N S O L I D E E R D K A S S T R O O M O V E R Z I C H T 2 0 12
(x € 1.000) 2 0 1 2 2 0 1 1
Kasstroom uit operationele activiteiten
Saldo baten en lasten 7.579 19.933
Aanpassing voor:
• Afschrijvingen 10.001 9.083
• Vrijval investeringssubsidies -717 -413
• Mutaties voorzieningen -1.080 3.281
8.204 11.951
Verandering in vlottende middelen:
• Voorraden 4 33
• Vorderingen -364 -1.030
• Kortlopende schulden -2.955 2.031
-3.315 1.034
Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties 12.468 32.918
Ontvangen rente 869 915
Betaalde rente -3.734 -3.752
-2.865 -2.837
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 9.603 30.081
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa -11.464 -18.093
Desinvesteringen in materiële vaste activa 1.243 73
Investeringen in financiële vaste activa 0 -7.317
Desinvesteringen in financiële vaste activa 2 34
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -10.219 -25.303
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Ontvangen investeringssubsidies 0 11.341
Aflossing langlopende schulden -2.651 -2.673
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -2.651 8.668
Overige balansmutaties 0 0
Mutatie liquide middelen -3.267 13.446
73
1. 4 T O E L I C H T I N G O P D E
G E C O N S O L I D E E R D E B A L A N S E N
S T A A T V A N B A T E N E N L A S T E N
1.4.1 Algemeen
Activiteiten
Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim is een
brede hogeschool. De hogeschool is statutair gevestigd
in Zwolle.
Algemene grondslagen
De jaarrekening is opgesteld conform de Regeling jaar-
verslaggeving onderwijs en daarmee eveneens conform
de vereisten van boek 2, titel 9 van het Burgerlijk Wetboek
en de Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Voor wat betreft de Richtlijnen is met name RJ 660 van
belang vanwege de daarin (gedeeltelijk) verplichte aanvul-
lingen op de standaardrichtlijnen, specifieke bepalingen
en modellen voor de jaarverslaggeving van onderwijsin-
stellingen en universiteiten.
De waardering van activa en passiva en de resultaat-
bepaling geschiedt tegen historische verkrijgings- of
vervaardigingsprijs. Voor zover niet anders vermeld, zijn
activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. De
grondslagen zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van
voorgaand verslagjaar.
Consolidatie
Voor de consolidatie is de integrale methode toegepast.
Bij de integrale methode worden de activa en passiva,
alsmede de baten en lasten voor honderd procent in de
geconsolideerde jaarrekening van Windesheim opgenomen.
In de geconsolideerde jaarrekening zijn opgenomen de
financiële gegevens van Windesheim en haar groeps-
maatschappijen, waarin Windesheim direct of indirect een
beslissende invloed uitoefent voor wat betreft het bestuur
en het financiële beleid. De activa, passiva en de resultaten
van deze groepsmaatschappijen worden volledig in de con-
solidatie opgenomen. De resultaten van de groepsmaat-
schappijen die in de loop van een boekjaar zijn verworven
of afgestoten, worden in de geconsolideerde winst- en
verliesrekening opgenomen vanaf de datum van toetreding
tot de groep respectievelijk tot de datum van afstoting.
De volgende groepsmaatschappijen zijn in de consolidatie
opgenomen:
• Stichting Huis van Algemeen Nut voor Studenten (HANS)
• Stichting Nieuw Grasdorp
• Stichting Windesheim Hoger Onderwijs
• Stichting Windesheim Foundation for Knowledge
and Innovation
Verbonden rechtspersonen
Alle groepsmaatschappijen, zoals opgenomen in de
paragraaf Consolidatie, evenals de deelnemingen
toegelicht onder de toelichting op de financiële vaste
activa, worden aangemerkt als verbonden partij.
Transacties tussen groepsmaatschappijen worden in de
consolidatie geëlimineerd. Verder is ook het groepshoofd
(Windesheim) aan te merken als verbonden partij.
In 2012 hebben de volgende transacties tussen verbonden
rechtspersonen plaatsgevonden:
• Stichting Nieuw Grasdorp: verhuur van gebouw T aan
Windesheim.
Vergelijkende cijfers
De cijfers voor 2011 zijn, indien en voor zover dat uit
hoofde van transparantie wenselijk en noodzakelijk werd
geacht, opnieuw gerubriceerd om vergelijkbaarheid met
2012 mogelijk te maken.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het manage-
ment oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen
maakt die van invloed zijn op de toepassing van de grond-
slagen en de gerapporteerde waarde van activa en passiva
en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten
kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en
onderliggende veronderstellingen worden regelmatig beoor-
deeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in
de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekom-
stige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten handels- en overige
vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financie-
ringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen
posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën
financiële instrumenten opgenomen: handelsportefeuille
(financiële activa en financiële verplichtingen), verstrekte
leningen en overige vorderingen, overige financiële
verplichtingen en derivaten.
Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten
besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten).
Deze worden door Windesheim gescheiden van het
basiscontract en apart verantwoord indien de economische
kenmerken en risico’s van het basiscontract en het daarin
besloten derivaat niet nauw verwant zijn, indien een apart
instrument met dezelfde voorwaarden als het in het con-
tract besloten derivaat aan de definitie van een derivaat
zou voldoen en het gecombineerde instrument niet wordt
gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening.
Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten
gescheiden afgeleide financiële instrumenten, worden bij de
eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)
agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste
opname worden meegenomen. Indien instrumenten bij de
vervolgwaardering niet worden gewaardeerd tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in de
winst-en verliesrekening, maken eventuele direct toereken-
bare transactiekosten deel uit van de eerste waardering.
In contracten besloten financiële instrumenten die niet
worden gescheiden van het basiscontract, worden
verwerkt in overeenstemming met het basiscontract.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten
op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Afgeleide financiële instrumenten
Windesheim maakt in de normale bedrijfsuitoefening
gebruik van afgeleide financiële instrumenten. Het betreft
een renteswap om het renterisico van langlopende
schulden af te dekken.
Na eerste waardering worden afgeleide financiële instru-
menten gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde,
tenzij hedge-accounting onder het kostprijs hedge-model
wordt toegepast.
Omdat Windesheim kostprijshedge-accounting toepast
en het afgeleide instrument betrekking heeft op afdek-
king van het specifieke risico van een toekomstige
transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt
geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de
verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording
in de winst-en verliesrekening, wordt de met het afgeleide
instrument samenhangende winst of het met het afgeleide
instrument samenhangende verlies in de winst-en verlies-
rekening verwerkt.
Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht,
wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies
dat tot dat moment nog niet in de winst-en verliesre-
kening was verwerkt, als overlopende post in de balans
opgenomen, totdat de afgedekte transacties plaatsvinden.
Indien de transacties naar verwachting niet meer plaats-
vinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve
verlies overgeboekt naar de winst-en verliesrekening.
Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de
voorwaarden voor hedge accounting, maar het financiële
instrument niet wordt verkocht, wordt ook de hedge-
accounting beëindigd. Dan dient het financiële instrument
tegen kostprijs of lagere marktwaarde te worden verwerkt.
In 2012 zijn geen afgeleide financiële instrumenten
gekocht of verkocht, noch is de kostprijshedge-accounting
beëindigd.
Windesheim documenteert de hedge-relaties en specifieke
hedge-documentatie en toetst periodiek de effectiviteit
van de hedge-relaties door vast te stellen dat er sprake is
75
van een effectieve hedge respectievelijk dat er geen sprake
is van overhedges. De effectiviteitstest vindt plaats door
vergelijking van de kritieke kenmerken van het afdekkings-
instrument met de afgedekte positie. Indien sprake is van
een overhedge wordt de hiermee samenhangende waarde
op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de
winst-en verliesrekening verwerkt.
Windesheim heeft een renteswap ter afdekking van rente-
schommelingen met betrekking tot de aangegane lening
voor de nieuwbouw van gebouw X. De renteswap wordt
gewaardeerd op basis van kostprijshedge-accounting con-
form RJ 290. De swap is effectief en om deze reden wordt
het resultaat van de renteswap toegelicht bij de niet-in-
de-balans-opgenomen activa en verplichtingen.
1. 4 . 2 G R O N D S L A G E N V O O R
H E T W A A R D E R E N V A N A C T I V A
E N P A S S I V A
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen
verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs onder aftrek van
cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere
waardeverminderingen.
De afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa zijn ge-
baseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief.
De afschrijvingen worden berekend als een percentage over
de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van
de economische levensduur. Op terreinen en op onder-
handen projecten en vooruitbetalingen op materiële vaste
activa wordt niet afgeschreven. Alleen bij vervoermiddelen
wordt rekening gehouden met een restwaarde. Materiële
vaste activa worden geactiveerd bij een aanschafprijs hoger
dan € 2.000 per stuk dan wel per partij.
Voor het bepalen van de afschrijvingen worden
onderstaande afschrijvingspercentages toegepast:
Financiële vaste activa
Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige
deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden
uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettover-
mogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in
ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen
uitbrengen van twintig procent of meer van de stemrechten.
De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de
grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deel-
nemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn
voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan
van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende
deelneming. Indien de waardering van een deelneming
volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze
op nihil gewaardeerd.
Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan
worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen ver-
krijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waar-
devermindering, vindt waardering plaats tegen deze
% %
Gebouwen en terreinen: Inventaris en apparatuur:
Terreinen 0,0 Machines en meubilair 6,7 - 7,1
Terrein-, parkeer- en overige
voorzieningen
3,3 - 20,0 Computers, netwerkapparatuur,
servers, software en beeldschermen
6,7 - 33,3
Gebouwen 1,7 - 10,0 Overige apparatuur 12,5
Verbouwingen 10,0 Andere vaste bedrijfsmiddelen:
Technische installaties 6,7 Vervoermiddelen 20,0
lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de
resultatenrekening.
Geldleningen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde
kostprijs, eventueel rekening houdend met een waardever-
mindering in verband met oninbaarheid.
De overige vorderingen worden gewaardeerd tegen de
geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rente-
methode, verminderd met bijzondere waardeverminderings-
verliezen.
Bijzondere waardeverminderingen vaste activa
Vaste activa met een lange levensduur dienen te worden
beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer
wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen
vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugver-
diend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa
die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van
een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde
van de toekomstige nettokasstromen die het actief naar
verwachting zal genereren.
Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de
geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen,
worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord
voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare
waarde.
Ook voor financiële vaste activa wordt op iedere balans-
datum beoordeeld of er objectieve aanwijzingen zijn voor
bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief
of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van
objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardevermin-
deringen wordt de omvang van het verlies uit hoofde van
de bijzondere waardeverminderingen bepaald en direct
verwerkt in de resultatenrekening.
Voorraden
Voorraden zijn gewaardeerd tegen kostprijs onder aftrek
van een voorziening voor incourantheid.
Vorderingen
Vorderingen worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde
kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, vermin-
derd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Waar-
deverminderingsverliezen worden bepaald op basis van
individuele beoordeling van de inbaarheid van vorderingen.
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposi-
to’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-
courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden
aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
Reserves
De reserves bestaan uit de algemene reserve en de pu-
blieke en private bestemmingsreserves.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwing-
bare of feitelijke verplichtingen die per einde verslagjaar
bestaan waarbij het waaarschijnlijk is dat een uitstroom
van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op
betrouwbare wijze is te schatten. Voorzieningen worden
gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen
die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per einde
verslagjaar af te wikkelen. Voorzieningen worden gewaar-
deerd tegen de contante waarde of de nominale waarde
van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om
de verplichtingen af te wikkelen.
Wachtgeldverplichtingen
De voorziening wachtgeld is gewaardeerd tegen de
nominale waarde. De voorziening is bedoeld om claims uit
hoofde van uitkeringen na ontslag af te dekken. De hoogte
van de voorziening is gebaseerd op een inschatting van toe-
komstige verplichtingen. Hogescholen zijn eigenrisico drager
voor de gehele werkloosheidsuitkeringen. De voorziening
is bepaald op basis van beschikbare gegevens uit de eigen
administratie en de opgaves van Loyalis en het UWV. Bij het
bepalen van de voorziening wordt rekening gehouden met
de kans dat betrokkenen een baan zullen krijgen.
77
Sociaal flankerend beleid
De voorziening sociaal flankerend beleid is gewaardeerd
tegen de nominale waarde van verplichtingen aan (ex-)
medewerkers.
Eigen risicodragerschap WIA
De voorziening wordt eenmaal in de vier jaar actuarieel
berekend. In de tussenliggende jaren wordt de voorzie-
ning op basis van contante waarde berekend, waarbij
rekening wordt gehouden met verwachte uitkeringen aan
medewerkers die per einde boekjaar in de WIA zitten en
met medewerkers die op korte termijn in de WIA terecht
zullen komen.
Personele beloningen
De personeelsbeloningen en andere (uitgestelde) ver-
goedingen worden verantwoord in overeenstemming met
de RJ 271 Personeelsbeloningen. Windesheim kent een
Pensioen- en Flexibele Uittredingsregeling voor huidige en
voormalige werknemers. De pensioenen zijn ondergebracht
bij Stichting Pensioenfonds ABP en de Flexibele Uittreding
bij Stichting Flexibel Uittreden Onderwijs. Hiervoor in
aanmerking komende werknemers hebben op de pensioen-
gerechtigde leeftijd recht op een pensioen welke afhankelijk
is van leeftijd, salaris en dienstjaren. Windesheim heeft
geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen
in geval van tekort bij het pensioenfonds, anders dan het
effect van hogere toekomstige premies. Derhalve zijn alleen
de verschuldigde premies tot en met het einde van het
verslagjaar in de jaarrekening verantwoord.
De voorziening voor personele beloningen heeft betrek-
king op verplichtingen voor jubileum-uitkeringen. De
voorziening is gebaseerd op de actuariële waarde van
verplichtingen aan medewerkers. De uitgangspunten voor
de actuariële berekening zijn:
• sterftetabel man GBM 2000-2005 en vrouw
GBV 2000-2005;
• disconteringsrente betreft 4,5%;
• inflatiepercentage per jaar voor de prijsindex: 1,0%;
• inflatiepercentage per jaar voor de loonindex: 1,0%.
Waarborgfonds
Het bedrag van deze voorziening is vastgesteld conform
de richtlijnen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap, namelijk één procent van de bruto
Rijksbijdrage over 1993.
Langlopende schulden
Schulden met een resterende looptijd van meer dan één
jaar, worden opgenomen onder langlopende schulden.
De aflossing voor het komende verslagjaar is opgenomen
onder kortlopende schulden. Langlopende schulden
worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Kortlopende schulden
Schulden met een resterende looptijd van ten hoogste
één jaar, worden opgenomen onder kortlopende schulden.
Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs.
1. 4 . 3 G R O N D S L A G E N V O O R H E T
B E P A L E N V A N H E T R E S U L T A A T
Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de
baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming
van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen.
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode
waarop deze betrekking hebben, uitgaande van
historische kosten. Verliezen worden verantwoord als
deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als
deze gerealiseerd zijn.
Baten
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en subsidies
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en subsidies
uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar
waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt
als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze
opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan
worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden
als baten verantwoord.
College-, cursus-, les- en examengelden
De college-, cursus-, les- en examengelden worden toege-
rekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij
ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs- en onderzoek-
staken gelijkmatig over het studiejaar zijn gespreid.
Baten werk in opdracht van derden
Baten uit hoofde van werk in opdracht van derden
(contractonderwijs, contractactiviteiten en overige)
worden in de staat van baten en lasten opgenomen voor
een bedrag gelijk aan de kosten indien zeker is dat deze
kosten declarabel zijn. Een eventueel positief resultaat
wordt genomen na voltooiing van de gehele transactie.
Voor een eventueel verwacht negatief resultaat wordt
een voorziening getroffen.
Lasten
Personeelslasten
De personeelslasten bestaan uit de loon- en salariskosten
van eigen personeel en de daarop betrekking hebbende
sociale lasten en pensioenlasten, inclusief betaalde en
verschuldigde premies uit hoofde van pensioenregelingen.
Financiële baten en lasten
Onder de financiële baten zijn verantwoord van der-
den ontvangen en te vorderen rente, koerswinsten en
winsten op financiële afdekkingsinstrumenten waarvan
de resultaten op de afgedekte positie worden opgeno-
men in de financiële baten en lasten. Rentebaten worden
in de winst- en verliesrekening opgenomen naarmate
deze opbouwen, door middel van de effectieve-rente
methode. Financiële lasten bevatten aan derden betaalde
en verschuldigde rente die op basis van de effectieve-
rentemethode aan verslagperioden wordt toegerekend,
koersverliezen, afsluitprovisies en verliezen op financiële
afdekkingsinstrumenten waarvan de resultaten op de
afgedekte positie worden opgenomen in de financiële
baten en lasten. Financieringskosten die niet rechtstreeks
zijn toe te rekenen aan de verwerving, bouw of productie
van een in aanmerking komend actief worden opgenomen
in de winst- en verliesrekening.
1. 4 . 4 G R O N D S L A G E N V O O R
H E T O P S T E L L E N V A N H E T
K A S S T R O O M O V E R Z I C H T
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte
methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht
bestaan uit de liquide middelen.
79
1. 4 . 5 T O E L I C H T I N G O P
D E P O S T E N V A N D E
G E C O N S O L I D E E R D E B A L A N S
Materiële vaste activa
Het verloop van de materiële vaste activa in het
verslagjaar is als volgt:
1.2.1 Gebouwen en terreinen
Dit betreft de campus in Zwolle, de campus in Almere en
de studentensociëteit in Zwolle.
De investeringen 2012 hebben geheel betrekking op kleine
verbouwingen en inrichting op de campus in Zwolle.
1.2.2 Inventaris en apparatuur
De investeringen in 2012 in inventaris en apparatuur heb-
ben voor € 0,4 mln. betrekking op de campus in Almere en
voor € 3,5 mln. op de campus in Zwolle, met name ICT.
Materiële vaste activa
(x € 1.000) 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4
Gebouwen en
terreinen
Inventaris en
apparatuur
Andere vaste
bedrijfs-
middelen
In uitvoering
en vooruit-
betaling
Totaal
Aanschafprijs 01.01 154.585 41.316 0 4.188 200.089
Afschrijving cumulatief 01.01 -47.292 -24.688 0 0 -71.980
Boekwaarde 01.01 107.293 16.628 0 4.188 128.109
Investeringen 2012 2.381 3.906 0 5.177 11.464
Desinvesteringen 2012 -594 -649 0 0 -1.243
Afschrijvingen 2012 -5.861 -4.140 0 0 -10.001
Boekwaarde 31.12 103.219 15.745 0 9.365 128.329
Aanschafprijs 31.12 154.921 39.909 0 9.365 204.195
Afschrijving cumulatief 31.12 -51.702 -24.164 0 0 -75.866
Boekwaarde 31.12 103.219 15.745 0 9.365 128.329
1.2.4 In uitvoering en vooruitbetaling
Het saldo bestaat onder andere uit voorbereidingskosten
nieuwbouw sporthal-zwembad en diverse lopende
verbouwingen en renovaties.
Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa in het
verslagjaar is als volgt:
1.3.4 Vorderingen op andere deelnemingen
a. Coöperatief TechnoCentrum
De vordering betreft een renteloze lening. Het Coöperatief
TechnoCentrum werkt samen met bedrijven en scholen
aan projecten om jongeren te boeien en te binden aan
de technische sector. Hierdoor wordt bevorderd dat de
instroom in de technische opleidingen op peil blijft. Het
betreft overigens een samenwerkingsverband dat in 2013
zal worden beëindigd.
b. Stichting Aerides
Aan Stichting Aerides is in 2010 een rentedragende lening
verstrekt ten behoeve van de aanschaf van onderdelen
van een voormalige studentenboot. De lening wordt in
96 maandtermijnen afgelost. Aan Windesheim is een
zekerheidsrecht verstrekt op genoemde zaak. Vanuit Stich-
ting Aerides worden allerlei activiteiten in het kader van
topsport georganiseerd (bijvoorbeeld roeiwedstrijden).
Door het beschikbaar stellen van deze faciliteiten draagt
Aerides bij aan een ambitieus studieklimaat gekoppeld
aan de hogeschool Windesheim.
1.3.7 Overige vorderingen
Dit betreft een langlopende vordering op het Consortium
van financiers met betrekking tot de ontwikkeling van een
hogeschool in Flevoland (Almere). Voor de overname van
de medewerkers en van de opleidingen van de Hogeschool
van Amsterdam, heeft Windesheim € 7,3 mln. ontvangen.
Deze inkomsten hebben geleid tot de vorming van een
bestemmingsreserve van € 7,3 mln. voor de ontwikke-
ling van de hogeschool in Flevoland. Met deze middelen
is een basis gelegd voor de continuïteit van onderwijs,
onderzoek en ondernemen in Flevoland op het moment
dat de beschikbaar gestelde financiering van € 72 mln.
door het Consortium van financiers voor de dekking van
het aanlooptekort voor de opbouw van een hogeschool in
Flevoland volledig benut is.
De inkomsten zijn voor het Consortium van financiers
aanleiding geweest om het jaarlijks financieringsvoorschot
met eenzelfde bedrag te verminderen. Door deze wijze van
uitbetaling is bij Windesheim een langlopende vordering
op het Consortium ontstaan. De vordering is rentedra-
gend. In de jaarrekening 2011 is de vordering opgeno-
men onder de (kortlopende) vorderingen. Begin 2013 is
duidelijkheid verkregen over het karakter van deze post en
is de langlopende vordering derhalve opgenomen onder de
financiële vaste activa.
Fin
an
cië
le
va
ste
act
iva
Sta
nd
0
1.0
1.2
01
2
Inv
est
eri
ng
en
ve
rstr
ek
te
len
ing
De
sin
ve
ste
rin
g e
n a
fge
lost
e le
nin
g
Sta
nd
3
1.1
2.2
01
2
(x € 1.000)
1.3.4 Vorderingen op andere deelnemingen
a. Coöperatief TechnoCentrum 9 0 0 9
b. Stichting Aerides 17 0 -2 15
26 0 -2 24
1.3.7 Overige vorderingen
a. Subsidie Flevoland 7.317 0 0 7.317
7.343 0 -2 7.341
81
Voorraden
Dit betreft de voorraad van de campuswinkel (Zwolle). De
winkel verkoopt readers, diverse kleine kantoorartikelen
en gemaksartikelen (food en non-food). Eind 2012 is de
voorraad winkelartikelen met € 1.000,- toegenomen en de
voorraad readers met € 5.000,- afgenomen ten opzichte
van eind 2011.
Vorderingen
1.5.1 Debiteuren
De stand per einde 2012 is bijna € 0,5 mln. lager dan
de stand per einde 2011. Deze afname wordt enerzijds
veroorzaakt door een vordering per einde 2011 op de iPabo
vanwege Rijksbijdrage 2010-2011 van ruim € 0,9 mln.
welke in december 2011 is gefactureerd en in 2012 ontvan-
gen. Anderzijds is sprake van een toename van het saldo
met bijna € 0,3 mln. vanwege de groei van activiteiten op
de vestiging in Almere. Per einde 2012 had de vestiging
Almere bijna € 0,6 mln. aan vorderingen op debiteuren
uitstaan.
1.5.4 Andere deelnemingen
Per einde 2011 betreft dit een vordering in rekening
courant op Stichting GRIETJE.
1.5.7.2 Overige
Te factureren werk voor derden: de afname van de stand
per einde 2012 ten opzichte van de stand per einde 2011
Vorderingen(x € 1.000) 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
1.5.1 Debiteuren 2.972 3.449
1.5.4 Andere deelnemingen 0 34
1.5.7 Overige vorderingen
1.5.7.1 Personeel 8 12
1.5.7.2 Overige:
• Te factureren werk voor derden 350 761
• Nog te declareren uren-detachering 0 12
• Suppletie omzetbelasting 1.112 0
• Diverse posten 973 971
1.5.8 Overlopende activa
1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten:
• Vooruitbetaalde OV jaarkaarten 985 948
• Diverse posten 1.720 1.551
1.5.9 Af: voorziening wegens oninbaarheid -296 -278
7.824 7.460
Onder de Vorderingen zijn geen posten opgenomen met een looptijd langer dan één jaar.
kan grotendeels verklaard worden door een verbeterslag
in het afsluiten van projecten. De post Suppletie omzet-
belasting betreft de te vorderen omzetbelasting ter zake
van de nieuwbouw van sporthal-zwembad.
1.5.8.1 Vooruitbetaalde diverse posten
Dit betreft onder andere vooruitbetaalde licentiekosten
€ 576.000 (2011: € 734.000), vooruitbetaalde huur en
servicekosten € 454.000 (2011: € 445.000) en vooruit-
betaalde assurantiepremies € 234.000 (2011: nihil). De
toename van de stand per einde 2012 ten opzichte van de
stand per einde 2011 wordt onder andere verklaard door
vooruitbetaalde assurantiepremies, lagere vooruitbetaalde
licentiekosten en door vooruitbetaalde advieskosten
inzake de pro-rata regeling omzetbelasting.
1.5.9 Voorziening wegens oninbaarheid
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is
als volgt:
(x € 1.000) 2 0 1 2 2 0 1 1
1.5.9.1 Stand per 01.01 -278 -423
1.5.9.2 Onttrekking 31 145
1.5.9.3 Dotatie -49 0
Stand per 31.12 -296 -278
Liquide middelen(x € 1.000) 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
1.7.1 Kasmiddelen 18 44
1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 4.800 5.705
1.7.3 Deposito's 33.086 35.422
37.904 41.171
De tegoeden op bank- en girorekeningen staan ter vrije
beschikking. Een deposito met een saldo van € 15,2 mln. is
direct opvraagbaar met een aanzegtermijn van één maand
en één dag; de overige deposito’s zijn direct opvraagbaar. De
afname van het saldo met € 3,3 mln. wordt verklaard door:
• € 10,0 mln. inkomende kasstroom uit operationele activi-
teiten
• € 10,6 mln. uitgaande kasstroom door investeringen
• € 2,7 mln. uitgaande kasstroom door aflossing op lenin-
gen o/g
Liquide middelen
83
2.1.1 Algemene reserve
Dit betreft de vrij besteedbare reserve. Deze reserve is
gevormd uit de resultaten behaald uit (publieke) onder-
wijsactiviteiten, verhuur van onroerend goed (Stichting
Nieuw Grasdorp), de exploitatie van een studenten-
sociëteit (Stichting HANS) en andere (publieke) activiteiten.
2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek)
a. Dit betreft de reserve huisvestingsbeleid. Door de
ontwikkelingen in het hbo en de verwachtingen over de
ontwikkeling van de studentenpopulatie, heeft het
College van Bestuur in 2011 besloten een nieuw master-
plan Campus / Huisvesting op te stellen. In afwachting van
het nieuwe masterplan is de reserve Huisvestingsbeleid
bevroren op de stand per 31 december 2010.
Voorzieningen(x € 1.000)
3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
2.2.1 Personeels voorzieningen 6.783 7.463
2.2.3 Overige voorzieningen 3.513 3.913
10.296 11.376
Groepsvermogen(x € 1.000)
S t a n d 0 1 . 0 1 . 2 0 1 2 R e s u l t a a t
O v e r i g e m u t a t i e s
S t a n d 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2
2.1.1 Algemene reserve 29.002 3.969 0 32.971
2.1.2 a. Bestemmingsreserve (publiek) 10.425 0 0 10.425
2.1.2 b. Bestemmingsreserve (publiek) 7.317 0 0 7.317
2.1.3 Bestemmingsreserve (privaat) 1.561 745 0 2.306
48.305 4.714 0 53.019
Groepsvermogen
Het verloop van het groepsvermogen is als volgt:
b. Dit betreft de reserve financiering Flevoland voor de
ontwikkeling van de vestiging Flevoland.
2.1.3 Bestemmingsreserve (privaat)
Deze bestemmingsreserve is in 1986 ontstaan uit de inbreng
door de fusiepartners. In de jaren daarna is het resultaat
op private activiteiten toegevoegd dan wel, bij een verlies,
onttrokken aan deze reserve. Private activiteiten zijn de
exploitatie van gemaksdiensten in de campuswinkel en de
contractactiviteiten. Ten gunste van de reserve is € 745.000
verantwoord: contractactiviteiten € 774.000 (2011: -
€ 131.000) en gemaksdiensten negatief € 29.000 (2011:
€ 3.000). De hogere bate uit contract activiteiten is te ver-
klaren door een verbeterslag in het afsluiten van projecten.
Voorzieningen
Wachtgeld
De voorziening wachtgeld is gebaseerd op rechten van
ex-medewerkers uit hoofde van wachtgeld en bijkomende
kosten. De rechten van deze ex-medewerkers zijn
opgenomen in een voorziening zodat de lasten drukken
op de periode waarin de verplichting is ontstaan.
Sociaal flankerend beleid
De voorziening Sociaal flankerend beleid heeft betrekking
op afspraken met individuele personeelsleden die Windes-
heim vroegtijdig hebben of gaan verlaten.
Wet WIA
De Wet werk en inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)
bestaat uit twee regelingen, de WGA (Werkhervatting-
regeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) en de IVA
(volledig en duurzaam arbeidsongeschikt). Indien een
werknemer arbeidsongeschikt raakt, vormen de eerste
twee jaar in principe een last voor de werkgever en wordt
zijn salaris bij Windesheim doorbetaald ( het eerste jaar
honderd procent en het tweede jaar zeventig procent).
Na 104 weken arbeidsongeschiktheid keert de WIA
uit middels een IVA of een WGA-uitkering. Indien de
werknemer na twee jaar in de WGA komt, wordt het
dienstverband beëindigd en ontvangt de werknemer een
uitkering via het UWV. Het eigen risico voor de werkgever
is maximaal tien jaar en eindigt eerst zodra de medewer-
ker de vijfenzestigjarige leeftijd bereikt.
In 2009 is de voorziening actuarieel bepaald op basis
van verwachte uitkeringen aan medewerkers die in de
WIA zitten. De voorziening wordt eenmaal in de vier jaar
actuarieel berekend. In de tussenliggende jaren wordt de
voorziening op basis van contante waarde berekend. Bij
de bepaling van de hoogte van de voorziening in 2012 is
rekening gehouden met verwachte uitkeringen aan mede-
werkers die per einde boekjaar in de WIA zitten.
Tevens is per eind 2012 bepaald welke medewerkers in
2013 waarschijnlijk in de WIA terecht komen. Ook deze
verplichting is opgenomen en bedraagt ruim € 0,4 mln.
Voor de jaarrekening 2010, 2011 en 2012 is de voorziening
op basis van contante waarde berekend.
Personele beloningen
Dit betreft de voorziening voor ambtsjubilea. Uit hoofde van
RJ 271 heeft Windesheim een verplichting opgenomen voor
toekomstige jubileumuitkeringen aan de huidige werkne-
mers. De omvang van de verplichting wordt in hoge mate
2.2.1 Personeelsvoorzieningen
(x € 1.000) Wa c h t g e l d S o c i a a l f l a n k e r e n d
b e l e i d
We t W I A Personele beloningen
To t a a l
Stand per 01.01.2012 4.837 648 948 1.030 7.463
Dotaties 2012 780 785 0 76 1.641
Onttrekkingen 2012 -1.455 -264 -133 -86 -1.938
Vrijval 2012 -119 -84 -180 0 -383
Stand per 31.12.2012 4.043 1.085 635 1.020 6.783
Kortlopend deel < 1 jaar 3.060 503 106 100 3.769
Langlopend deel > 1 jaar 983 582 529 920 3.014
85
bepaald door de arbeidshistorie van werknemers bij
andere overheidsinstellingen. De voorziening wordt
actuarieel berekend.
Organisatie
Eind 2011 is uit de audit in het kader van de accreditatie
van de opleiding Journalistiek gebleken dat de kwaliteit
van het diploma van de opleiding Journalistiek niet in alle
gevallen is gewaarborgd. Windesheim heeft een externe
‘commissie van wijzen’ ingesteld om te laten onderzoeken
hoe de al in gang gezette en ook door het auditpanel
gesignaleerde verbeteringen, versneld geïmplementeerd
kunnen worden. De voorziening heeft betrekking op de
met dit traject gemoeide kosten.
2.2.3 Overige voorzieningen
(x € 1.000) O r g a n i s a t i e Wa a r b o r g f o n d s To t a a l
Stand per 01.01.2012 3.570 343 3.913
Dotaties 2012 983 0 983
Onttrekkingen 2012 -1.383 0 -1.383
Vrijval 2012 0 0 0
Stand per 31.12.2012 3.170 343 3.513
Kortlopend deel < 1 jaar 2.523 343 2.866
Langlopend deel > 1 jaar 647 0 647
Waarborgfonds
Het bedrag van deze voorziening is vastgesteld conform
de richtlijnen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap namelijk één procent van de bruto
Rijksbijdrage over 1993. In de Algemene Vergadering
van de HBO-raad is overeengekomen om de verplichte
aansluiting bij het Waarborgfonds per 1 januari 2013 te
beëindigen.
In het kader van de voorgenomen opheffing van het
Waarborgfonds zijn per aanvang februari 2013 bijna
alle borgingscontracten beëindigd. Op het moment
van opmaak van de jaarrekening 2012 staat nog één
borgingscontract open. Dat betekent dat het bestuur van
het Waarborgfonds formeel nog geen ontbindingsbesluit
kan nemen en het Waarborgfonds nog niet aan de bank
heeft gemeld dat de bankgarantie ad € 343.000 ingetrok-
ken dient te worden.
Langlopende schulden
Langlopende schulden(x € 1.000)
3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
2.3.3 Kredietinstellingen:
• ING Bank NV (Windesheim) 51.000 53.000
• ING Bank NV (Nieuw Grasdorp) 4.368 4.699
• ING Bank NV (Nieuw Grasdorp) 1.605 1.725
• Bank Nederlandse Gemeenten (Windesheim) 2.602 2.802
2.3.5 Overige: investeringssubsidie 10.211 10.928
69.786 73.154
3-maands EURIBOR verhoogd met een opslag van 1,4%;
Windesheim ontvangt een 3-maands EURIBOR over de
hoofdsom. De renteswap is in 2008 afgesloten in relatie
tot de overeenkomst van geldlening met een vaste rente
van 4,88% ter financiering van gebouw X. Het renteswap
contract is medio 2008 ingegaan en heeft een looptijd van
35 jaar (tot en met ultimo 2041).
ING Bank NV (Nieuw Grasdorp)
Dit betreft lening I voor de financiering van de bouw van het
T-gebouw op de Campus (Zwolle).
De lening heeft een looptijd van dertig jaar en is in 1996
verstrekt. De rente bedraagt 4,11% per jaar en is gefixeerd
tot en met 2016. De jaarlijkse aflossing is € 0,3 mln. Ten
behoeve van de bank heeft de stichting de volgende zeker-
heden verstrekt: eerste bankhypotheek van € 13,5 mln. op
het T-gebouw en hoofdelijke medeschuldenaarstelling door
Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim.
ING Bank NV (Nieuw Grasdorp)
Dit betreft lening II voor de financiering van de bouw van
het T-gebouw op de Campus (Zwolle). De looptijd van de
lening, het rentepercentage en rentelooptijd zijn conform
lening I. De jaarlijkse aflossing is € 0,1 mln. De gestelde
zeker heden zijn conform lening I.
2.3.3 Kredietinstellingen
De geldleningen welke onder ‘kredietinstellingen’ zijn
opgenomen, hebben betrekking op de financiering van
de gebouwen van Windesheim
ING Bank NV (Windesheim)
Ten behoeve van de financiering van gebouw X op de
Campus (Zwolle), kadastraal bekend onder sectie K num-
mer 2227, is aan de ING Bank NV het recht van een hypo-
theek gegeven op het pand tot meerdere zekerheid voor
de betaling van de hoofdsom van € 55 mln. plus € 22 mln.
voor renten, boeten, kosten, premies of anderszins. In to-
taal € 77 mln. Naast de zekerheid op het pand is er mede
zekerheid verstrekt inzake verpanding van alle rechten die
Windesheim ter zake van het onderpand heeft. Tevens is
de bank bevoegd het onderpand samen met de roerende
zaken die in het pand staan te (doen) verkopen. De kredie-
ten zijn verstrekt in de vorm van kasgeldleningen.
Middels een renteswap is de variabele rente op de
langlopende leningen van ING Bank NV, ultimo 2012 groot
€ 53 mln., omgezet naar een vaste rente van 4,88%. De
renteswap heeft een contractuele looptijd tot ultimo 2041.
De hoofdsom van de renteswap daalt overeenkomstig
de aflossing van de langlopende lening. Op grond van
de financieringsovereenkomst betaalt Windesheim over
het nominale bedrag van, per einde 2012, € 51 mln., een
87
Bank Nederlandse Gemeenten (Windesheim)
In 2012 is met de Bank Nederlandse Gemeenten overeen-
stemming bereikt over vervanging van de op 17 december
1993 gesloten overeenkomst tot geldlening. De nieuwe
overeenkomst treedt in werking per 31 december
2012 en geldt voor bepaalde tijd tot 31 december 2023.
Per 31 december 2013 vindt een renteherziening plaats.
Tot nadere zekerheid voor de geldgever heeft Windesheim
een bankhypotheek verstrekt op grond en opstal aan de
Campus 2-6 te Zwolle met een pandrecht op de roerende
zaken ten bedrage van in hoofdsom drie miljoen euro te
vermeerderen met een opslag voor rente, boete en kosten
van vijftig procent van de hoofdsom.
Het verloop van de langlopende schulden is als volgt:
(x € 1.000) 2 . 3 . 3 K r e d i e t i n s te l l i n g e n 2 . 3 . 5 O v e r i g e
ING Bank NV
(Windesheim)
ING Bank NV
(Nieuw
Grasdorp)
ING Bank NV
(Nieuw
Grasdorp)
Bank
Nederlandse
Gemeenten
(Windesheim)
Investerings-
subsidie
Flevoland
Stand per 01.01.2012 53.000 4.698 1.726 2.802 10.928
Aangegane leningen 0 0 0 0 0
Ontvangen investeringssubsidie 0 0 0 0 0
Vrijval ten gunste van de exploitatie 0 0 0 0 -717
Aflossingen -2.000 -330 -121 -200 0
Stand per 31.12.2012 51.000 4.368 1.605 2.602 10.211
Looptijd > 1 jaar 51.000 4.368 1.605 2.602 9.494
Looptijd > 5 jaar 43.000 3.048 1.121 1.705 6.626
Rentevoet 4,88% plus 4,11% 4,11% 4,68% n.v.t.
2.3.5 Overige
Dit betreft een ontvangen investeringssubsidie voor De
Landdrost (Almere). Conform Richtlijn RJ 274 is de inves-
teringssubsidie als vooruitontvangen bedrag aan de pas-
siefzijde van de balans opgenomen. Uit de op de balans
gepassiveerde post valt jaarlijks een bedrag vrij ten gunste
van het resultaat. De vrijval wordt bepaald op basis van de
afschrijvingstermijn van het betreffende actief. Ten gunste
van het resultaat 2012 is € 0,7 mln. verantwoord waarbij
rekening is gehouden met data van ingebruikname.
Kortlopende schulden
Onder de Kortlopende schulden zijn geen posten opgenomen met een looptijd langer dan één jaar.
Kortlopende schulden(x € 1.000) 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
2.4.1 Kredietinstellingen 2.651 2.673
2.4.2 Vooruitgefactureerde en - ontvangen termijnen 5.736 5.255
2.4.3 Crediteuren 6.731 7.553
2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.7.1 Loonheffing 5.617 4.967
2.4.7.2 Omzetbelasting -45 -170
2.4.8 Schulden ter zake van pensioenen 1.685 1.446
2.4.9 Overige kortlopende schulden
2.4.9.2 Diverse posten 5.759 6.749
2.4.10 Overlopende passiva
2.4.10.1 Vooruitontvangen college- en lesgelden 12.622 12.839
2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW 293 186
2.4.10.4 Vooruitontvangen overige subsidies 2.123 5.032
2.4.10.5 Vakantiegeld en vakantiedagen 5.045 4.640
2.4.10.8 Diverse posten 183 185
48.400 51.355
2.4.1 Kredietinstellingen
Dit betreft de aflossingsverplichting voor 2013 op de
langlopende schulden.
2.4.2 Vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen
Dit betreft (subsidie-)projecten. Ten opzichte van de stand
per einde 2011 is de stand per einde 2012 bijna een half
miljoen euro hoger. De hogere stand wordt grotendeels
verklaard door een verbeterslag op het administratief
afsluiten van projecten.
2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW
Dit betreft de vooruitvangen en te restitueren middelen
voor de lerarenbeurs. Het verloop in 2012 betreffende de
geoormerkte subsidies OCW conform model G is als volgt:
M o d e l G(x € 1.000)
S a l d o O n t v a n g e n L a s te n To t a l e k o s te n
Te besteden
Toewijzing 01.01.2012 2012 2012 31.12.2012 31.12.2012
Lerarenbeurs:
DL/B/110284 2011 250 186 -9 164 164 13
DL/B/110284 2012 400 0 402 122 122 280
650 186 393 286 286 293
89
2.4.10.4 Vooruitontvangen overige subsidies
Dit betreft o.a. de nog te besteden lectoraatsgelden ad
€ 0,8 mln. en functiemix ad € 0,7 mln. Van de in voor-
gaande jaren ontvangen lectoraatsgelden resteert per
einde 2012 een te besteden bedrag van € 0,8 mln. In 2012
is geen vrijval verantwoord omdat de invulling van de
24 lectoraten in 2012 op de planning is achtergebleven.
Voor 2013 zijn inmiddels stappen gezet en acties genomen
om de lectoraten conform de activiteitenplannen van de
domeinen invulling te geven.
Financiële instrumenten
Algemeen
Windesheim maakt in de bedrijfsuitoefening gebruik van
uiteenlopende financiële instrumenten waarvoor Win-
desheim een potentieel marktrisico, inclusief renterisico,
kredietrisico en/of liquiditeitsrisico loopt. Om deze risico’s
te beheersen heeft Windesheim een treasurybeleid inclu-
sief een stelsel van procedures opgesteld om de risico’s
van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de
financiële markten en daarmee op de financiële prestaties
van Windesheim te beperken.
Windesheim zet een afgeleid financieel instrument in, te
weten een renteswap, om het renterisico te beheersen.
Afgeleide financiële instrumenten worden niet ingezet
voor handelsdoeleinden.
Kredietrisico
Windesheim loopt kredietrisico over leningen en vorderin-
gen opgenomen onder financiële vaste activa, handels- en
overige vorderingen en liquide middelen. Het kredietri-
sico bestaat uit het verlies dat zou ontstaan indien op
verslagdatum afnemers of tegenpartijen in gebreke
zouden blijven en hun contractuele verplichtingen niet na
zouden komen. Windesheim heeft richtlijnen opgesteld
waaraan afnemers of tegenpartijen moeten voldoen. Deze
richtlijnen beperken het risico verbonden aan mogelijke
kredietconcentraties en marktrisico’s. Windesheim loopt
hierdoor geen materieel kredietrisico ten aanzien van een
enkele individuele afnemer of tegenpartij.
Renterisico
In het treasurybeleid van Windesheim zijn de doelstel-
lingen ten aanzien van de beperking van renterisico’s
opgenomen. Er is een rentevisie opgesteld die periodiek
wordt gevolgd en geactualiseerd. Windesheim loopt
renterisico over de rentedragende langlopende schulden
en herfinanciering van bestaande financieringen. Voor
schulden met een variabele rente loopt Windesheim risico
ten aanzien van toekomstige kasstromen. Om de variabili-
teit van de variabel rentende leningen te beperken, heeft
Windesheim een renteswap afgesloten. Daarmee is het
renterisico afgedekt.
Dit derivaat betreft een zogenoemde renteswap waarbij
Windesheim een vaste rente betaalt en een variabele
rente, gebaseerd op Euribor, ontvangt. De hoofdsom
van de renteswap varieert gedurende de looptijd van
het contract, maar volgt hierbij exact de hoofdsom van
de afgedekte positie, zodat gedurende de looptijd geen
overhedge ontstaat. De mogelijke gevolgen van de nega-
tieve marktwaarde van de renteswap zijn toegelicht onder
‘liquiditeitsrisico.’
Ultimo boekjaar bestaat onderstaande renteswap uit:
(x € 1.000) H o o f d -s o m
Te b e t a l e n r e n te
Te o n t v a n g e n r e n te
S t a r t -d a t u m
E i n d -d a t u m
M a r k t -w a a r d e
53.000 4,88% 3mnd EURIBOR 1-7-2008 1-1-2042 -22.874
Liquiditeitsrisico
Windesheim bewaakt de liquiditeitspositie door middel
van opvolgende meerjarenliquiditeit-begrotingen en op
basis van de procedures zoals vastgelegd in het treasu-
rystatuut. Het College van Bestuur ziet erop toe dat voor
Windesheim steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar
zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen.
De liquide middelen staan ultimo 2012 ter vrije beschikking
van Windesheim. Met de externe financier is een Raamo-
vereenkomst inzake Niet-Beursverhandelde Derivaten
(RNBD) aangegaan. Windesheim heeft geen wettelijke
marginverplichting ten aanzien van de door haar aange-
gane OTC-derivatentransacties. Op basis van de RNBD is
de externe financier bevoegd, mocht daartoe aanleiding
zijn, extra zekerheden te vragen. Ultimo 2012 heeft de
externe financier geen gebruik gemaakt van de bevoegd-
heid om extra zekerheid te vragen vanwege de negatieve
marktwaarde van de renteswap.
In de overeenkomst met de externe financier zijn diverse
beëindigingsclausules opgenomen. Deze niet ongebrui-
kelijke beëindigingsclausules geven partijen het recht
en soms de plicht op bepaalde momenten tijdens de
contractduur de overeenkomst op te zeggen. Bij de beëin-
diging van de overeenkomst op basis van deze beëindi-
gingsclausules wordt de marktwaarde van de renteswap
afgerekend. Wanneer de beëindigingsclausules in werking
treden, leidt dit tot een mogelijk liquiditeitsrisico voor
Windesheim, voor zover de negatieve marktwaarde van
de renteswap hoger is dan de op dat moment beschikbare
liquiditeit.
De belangrijkste beëindigingsclausules hebben betrekking
op de onderstaande omstandigheden:
• de financierings- en kredietovereenkomst wordt niet
(tijdig) nagekomen;
• wijziging of beëindiging van de voornaamste activitei-
ten; wijziging in het College van Bestuur van Windesheim
of in de statuten of reglementen en indien een dergelijke
wijziging naar het oordeel van de externe financier van
zodanige aard is dat zij de overeenkomst niet of niet
onder dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten;
• indien er naar het oordeel van de externe financier
gegronde twijfel bestaat over de verhaalbaarheid van
de te vorderen bedragen;
• indien sprake is van schuldsanering, surseance van
betaling of faillissement.
Bovenstaande omstandigheden hebben zich gedurende
het boekjaar niet voorgedaan en zullen zich naar
verwachting de komende jaren ook niet voordoen.
Reële waarde
De reële waarde van in de balans opgenomen finan-
ciële instrumenten, verantwoord onder liquide middelen,
kortlopende vorderingen en schulden e.d. benadert de
boekwaarde daarvan.
De reële waarde is de contante waarde van toekomstige
kasstromen, gebaseerd op een rente die per balansdatum
zou gelden voor gelijksoortige leningen, vermeerderd met
een risicopremie.
De geschatte marktwaarde en de totale boekwaarde van
de afgeleide financiële instrumenten kan als volgt worden
weergegeven:
Door toepassing van kostprijshedge-accounting, zoals uit-
eengezet in de grondslagen voor waardering en resultaat-
bepaling, bedraagt de in bovenstaande tabel opgenomen
boekwaarde van afgeleide financiële instrumenten nihil.
(x € 1.000) M a r k t -w a a r d e
2 0 1 2
B o e k -w a a r d e
2 0 1 2
M a r k t -w a a r d e
2 0 1 1
B o e k -w a a r d e
2 0 1 1
Renteswap -22.874 0 -18.554 0
91
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Activa
Vordering OCW: sociale lasten 1986
Dit betreft een vordering op OCW inzake sociale lasten
1986 van circa € 1,2 mln. Aangezien deze post opeisbaar is
nadat Windesheim zijn activiteiten beëindigt en de jaarre-
kening bovendien is opgesteld op basis van het continuï-
teitsbeginsel, is deze post niet verwerkt in de balans.
Bijdrage aanloopkosten Flevoland
In het Integraal Afspraken Kader (IAK) is vastgelegd dat
de ministeries van Infrastructuur en Milieu (voorheen:
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu) en
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de provincie Flevoland,
de gemeenten Almere en Lelystad over de periode 2010
tot en met 2022 gezamenlijk een bedrag van € 72 mln.
beschikbaar stellen aan Windesheim. De subsidie heeft tot
doel een bijdrage te leveren in de dekking van de aanloop-
kosten als gevolg van de stichting van nevenvestigingen
van de Christelijke Hogeschool Windesheim in Almere en
Lelystad.
De stand van het fonds per 1 januari 2013 is:
Verplichtingen
Stichting Waarborgfonds
Ingevolge de gesloten standaardovereenkomst van borgtocht
artikel 7, heeft Windesheim te Zwolle, behorend tot de vereni-
ging VU-Windesheim, zich verbonden niet zonder schriftelijke
toestemming van de Stichting Waarborgfonds HBO, de aan
Windesheim toebehorende registergoederen te vervreemden
of met enig recht te bezwaren. Voorts dient Windesheim,
indien het zijn verplichtingen uit de geborgde overeenkom-
sten niet kan nakomen, een recht van hypotheek aan de
Stichting Waarborgfonds HBO te verstrekken tot zekerheid
van het regresrecht van de Stichting Waarborgfonds HBO.
Op basis van het bovenstaande heeft Windesheim een
bankgarantie afgegeven tegenover de Stichting Waarborg-
fonds HBO van € 343.000. In de Algemene Vergadering
van de HBO-raad is overeengekomen om de verplichte
aansluiting bij het Waarborgfonds per 1 januari 2013 te
beëindigen. In het kader van de voorgenomen opheffing van
het Waarborgfonds zijn per aanvang februari 2013 bijna alle
borgingscontracten beëindigd. Op het moment van opmaak
van de jaarrekening 2012 staat nog één borgingscontract
open. Dat betekent dat het bestuur van het Waarborgfonds
formeel nog geen ontbindingsbesluit kan nemen en de
bankgarantie ad € 343.000 nog niet is ingetrokken.
Stichting Nieuw Grasdorp
Hoofdelijke medeschuldenaarstelling ten behoeve van aan
Stichting Nieuw Grasdorp (SNG) verstrekte kredieten. Aan
SNG is door kredietverschaffers een langlopende lening
verstrekt met een oorspronkelijke hoofdsom van € 13,5
mln. Ultimo 2012 resteert een schuld van € 6 mln.
Liquditeitsbijdrage 1988
Windesheim is verplicht tot terugbetaling van de liqui-
diteitsbijdrage 1988 van circa € 1,3 mln. aan OCW. Deze
verplichting is opeisbaar zodra Windesheim zijn activiteiten
beëindigt. Omdat de jaarrekening is opgesteld op basis van
het continuïteitsbeginsel, is deze post niet verwerkt in de
balans.
(x € 1.000)
Fondswaarde per 1 januari 2012 47.456
Onttrekking uit fonds op 10 februari 2012 -3.226
Onttrekking uit fonds op 8 augustus 2012 -3.226
Bijgeschreven rente 1.297
Fondswaarde per 1 januari 2013 42.301*
* dit saldo is inclusief € 7,3 mln. vordering op het Consortium zoals toegelicht bij post
1.3.7 van de toelichting op de balans
Vooruitontvangen subsidies
Per einde 2012 is € 0,3 mln. (2011: € 2,4 mln.) van de reeds
ontvangen subsidie van het consortium voor Windesheim
Flevoland nog niet aangewend.
Huur-en leasecontracten
Windesheim heeft een aantal verschillende soorten
huurcontracten van gebouwen. Allereerst is er een aantal
huurcontracten voor onbepaalde tijd met een jaarlijkse
verplichting van € 0,4 mln. Daarnaast is Windesheim
Flevoland gevestigd in een pand dat gehuurd wordt tot
1 september 2025. De totale verplichting daaruit voortvloei-
end bedraagt € 19,2 mln. De jaarlijkse verplichting bedraagt
€ 1,5 mln. Tenslotte wordt nog een gebouw gehuurd tot 31
juli 2013 overeenkomend met een huurbedrag van € 69.000.
Naast het huren van gebouwen heeft Windesheim een aan-
tal leasecontracten met betrekking tot kopieerfaciliteiten
afgesloten. Er is een leasecontract met Océ (thans Canon)
afgesloten dat per 31 december 2013 afloopt. De hiermee
overeenkomende verplichting bedraagt € 0,3 mln. Voorts is
een leasecontract afgesloten voor een aan de kopieersyste-
men gekoppeld autorisatiesysteem van XAFAX dat loopt tot
mei 2014 met een totale verplichting van € 27.000.
1. 4 . 6 T O E L I C H T I N G O P
D E P O S T E N V A N D E
G E C O N S O L I D E E R D E S T A A T
V A N B A T E N E N L A S T E N
Rijksbijdrage
3.1.2.1 Geoormerkte subsidies
Dit betreft de lerarenbeurs. Ten opzichte van voorgaand
jaar is meer subsidie aangevraagd én ontvangen. Dit
wordt verklaard door de inspanning om het aantal docen-
ten met een master en het aantal promovendi te verhogen.
3.1.2.2 Niet-geoormerkte subsidies
Dit betreft de Subsidieregeling tweede graden HBO en
WO en de Subsidieregeling Leven-lang-leren.
R i j k s b i j d r a g e (x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
3.1.1 Rijksbijdragen OCW
3.1.1.1 Rijksbijdrage sector HBO 113.533 110.015 111.009
3.1.2 Overige subsidies OCW
3.1.2.1 Geoormerkte subsidies 286 0 257
3.1.2.2 Niet-geoormerkte subsidies 138 0 901
113.957 110.015 112.167
N i e t - g e o o r m e r k te s u b s i d i e s (x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
3.1.2.2 Niet-geoormerkte subsidies OCW
• Tweede graden 138 0 99
• Leven-lang-leren 0 0 802
138 0 901
93
C o l l e g e - , c u r s u s - , l e s - e n e x a m e n g e l d e n(x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
3.3.3 Collegegeld sector hbo 34.870 36.401 34.024
B a te n i n o p d r a c h t v a n d e r d e n(x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
3.4.1 Contractonderwijs 6.712 4.816 5.570
3.4.3 Overige baten werk in opdracht van derden
3.4.3.3 Overige baten in opdracht van derden 629 2.917 662
7.341 7.733 6.232
O v e r i g e b a te n(x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
3.5.1 Verhuur 393 370 500
3.5.2 Detachering personeel 737 354 716
3.5.4 Sponsoring 158 125 38
3.5.6 Diverse posten
• Subsidie internationalisering 28 0 256
• Overige subsidies 2.251 1.536 2.392
• Studenten en personeel 1.591 884 1.265
• Drukwerk en repro winkel 241 180 422
• Overige dienstverlening 1.063 1.332 1.661
• Overige 10.665 10.510 9.178
17.127 15.291 16.428
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Dit betreft de overnamesommen voor de opstart en
ontwikkeling van de vestiging Flevoland.
College-, cursus-, les- en examengelden
De toerekening van de baten aan het boekjaar is 8/12
(t-1) en 4/12 (t). Ten opzichte van de realisatie 2011 zijn de
baten gestegen door een verhoging van het instellings-
collegegeld en van het wettelijk collegegeld. Ten opzichte
van de in de begroting 2012 opgenomen studentprognose,
zijn de baten lager uitgevallen door een afname van het
totaal aantal studenten.
Baten in opdracht van derden
De lagere bate ten opzichte van de begroting wordt
verklaard door een nog altijd krappe markt en een
herbezinning op de portfolio en marktbenadering.
3.5.1 Verhuur
Dit betreft de incidentele verhuur van ruimte op de
campus van Zwolle en de huurbate uit exploitatie van de
studentensociëteit (Stichting HANS).
3.5.6 Diverse posten
Overige subsidies: Onder de overige subsidies zijn onder
andere de RAAK-subsidies van de SIA voor de lectoraten
verantwoord.
Studenten en personeel: deze baten omvatten met name
de bijdragen voor excursies en studiereizen. Ten opzichte
van de begroting is sprake van een toename. Dit komt
onder andere doordat er meer studiereizen en excursies
zijn gemaakt, er conferenties zijn georganiseerd en meer
opbrengst Kies-op-Maat is gegenereerd. Hier staat echter
tegenover dat de reis-en verblijfkosten ook een stijging
laten zien ten opzichte van de begroting.
Overige dienstverlening: de bate overige dienstverlening
bedraagt in 2012 ruim € 1,1 mln. (2011 ruim € 1,6 mln.) en
betreft ondermeer de parkeerbaten uit betaald parkeren
van ruim € 0,4 mln. (2011: € 0,4 mln.) en het ter beschik-
king stellen van faciliteiten aan derden.
Overige: in 2012 is € 9,1 mln. (2011: € 7,1 mln.) verant-
woord als financiële bijdrage door het consortium van
financiers (de ministeries van Infrastructuur en Milieu
(voorheen: Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieu) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de provincie
Flevoland, de gemeenten Almere en Lelystad) voor de
vestiging Flevoland.
95
Personeelslasten
2011 is sprake van een stijging van bijna € 8,5 mln. Deze
stijging wordt veroorzaakt door gemiddeld meer fte’s in
dienst, cao-afspraken en individuele loonstijgingen als
gevolg van waarderingsgesprekken.
4.1.2 Overige personele lasten
Dotaties voorzieningen: voor een nadere toelichting op de
dotaties aan de personele voorzieningen wordt verwezen
naar de desbetreffende balansrekening.
Personeel niet in loondienst: dit betreft ingeleend
personeel van derden, studentwerkvergoedingen,
F te ’ s R e a l i s a t i e 2 0 1 2 R e a l i s a t i e 2 0 1 1 R e a l i s a t i e 2 0 1 0
fte fte fte
OP Windesheim 959 834 793
OOP Windesheim 613 649 603
1.572 1.483 1.396
Het aantal fte’s per einde boekjaar is als volgt:
Het gemiddeld aantal fte’s in 2012 was 1.535 (2011: 1.436).
Pe r s o n e e l s l a s te n(x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
4.1.1 Lonen en salarissen
4.1.1.1 Brutoloon en salarissen 87.151 81.577
4.1.1.2 Sociale lasten 9.329 8.029
4.1.1.3 Pensioenpremies 12.353 10.731
108.833 112.087 100.337
4.1.2 Overige personele lasten
4.1.2.1 Dotaties personeels voorzieningen 1.096 1.500 1.203
4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 12.806 6.644 12.361
4.1.2.3 Diverse posten 3.110 5.247 3.127
4.1.3 Af: uitkeringen -777 -8 -606
125.068 125.470 116.422
4.1.1 Lonen en salarissen
Voor deze post was € 112,1 mln. begroot tegenover
€ 108,8 mln. werkelijk. De lagere last van € 3,3 mln.
is het saldo van een ruim € 0,2 mln. hogere last op de
vestiging in Almere en een bijna € 3,5 mln. lagere last op
de vestiging in Zwolle. De hogere last op de vestiging in
Almere heeft te maken met de groei van de hogeschool op
deze locatie. De lagere last op de vestiging Zwolle wordt
met name veroorzaakt door het niet tijdig kunnen dan wel
het uitstellen van het invullen van ontstane vacatures in
verband met de interne ontwikkelingen. Ten opzichte van
vergoeding surveillanten en gastdocenten. Voor deze
kostenpost was € 6,6 mln. begroot tegenover € 12,8 mln.
werkelijk besteed. De hogere last van € 6,2 mln. ligt voor
bijna € 1,2 mln. op de vestiging in Almere en voor
€ 5,0 mln. op de vestiging in Zwolle. De stijging van deze
kostenpost ten opzichte van begroot is in combinatie te
zien met de daling ten opzichte van de begroting van de
post Lonen en salarissen.
Diverse posten: onder de diverse posten van € 3 mln. zijn
de scholingskosten van € 1,8 mln. (2011: € 1,5 mln. en
2010: € 1,2 mln.) verantwoord. Verder zijn onder deze post
onder andere verantwoord: wervingskosten,
mobiliteitskosten en kosten medische begeleiding.
A f s c h r i j v i n g e n (x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
4.2.2 Materiële vaste activa
• Gebouwen en terreinen 5.861 6.116 5.288
• Inventaris en apparatuur 4.140 4.076 3.793
• Boekresultaat desinvesteringen 1.119 0 5
11.120 10.192 9.086
Afschrijvingen
In 2012 is een integrale inventarisatie op de campus in
Zwolle uitgevoerd van de aanwezige én in gebruik zijnde
materiële vaste activa. Deze inventarisatie heeft geleid tot
een geactualiseerd bestand van materiële vaste activa,
maar ook tot een afboeking van de boekwaarde van
niet meer aanwezige en/of niet meer in gebruik zijnde
materiële vaste activa van € 1,2 mln.
Huisvestingslasten
Huur
De lagere huurlasten ten opzichte van de begroting
worden hoofdzakelijk verklaard door lagere lasten voor de
vestiging in Flevoland van bijna € 1 mln. en hogere lasten
H u i s v e s t i n g s l a s te n (x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
4.3.1 Huur 2.262 2.962 3.483
4.3.2 Verzekeringen 345 327 202
4.3.3 Onderhoud 1.533 1.408 1.413
4.3.4 Energie en water 1.173 1.332 954
4.3.5 Schoonmaakkosten 1.797 1.803 1.710
4.3.6 Heffingen 454 425 407
7.564 8.257 8.169
97
voor de vestiging in Zwolle van bijna € 0,3 mln. op een
tweetal posten. Voor wat betreft Flevoland is het opstellen
van de begroting uitgegaan van een huurlast voor het
gebouw De Aardbei tot medio 2012 in plaats van het per 1
januari 2012 reeds beëindigde huurcontract.
Ten aanzien van Zwolle is sprake van leegstand studenten-
woningen en hogere onderhoudskosten bij parkeerbeheer.
Verzekeringen
De kosten over 2012 zijn hoger dan over 2011 door actuali-
satie van de verzekerde waarde van het onroerend goed. Dit
betreft onder andere de investeringen zoals gedaan in 2011.
Energie en water
De daling van de kosten over 2012 ten opzichte van de
begroting over 2012 wordt grotendeels verklaard door een
lager gemiddelde ‘clickprijs’ dan begroot. Een ‘clickprijs’
is een vast energietarief op een bepaald moment (‘click’)
voor een bepaalde periode.
Overige lasten
Samenwerkingsverbanden
De stijging van de kosten over 2012 ten opzichte van de
begroting over 2012 wordt grotendeels verklaard door
de kosten van ontbinding van de samenwerkingsover-
eenkomst met de LOI en de niet-begrote kosten voor de
samenwerkingsbijdrage met Stichting Surf.
Ruim tachtig procent van de totale kostenpost betreft de
kosten voor master Special Educational Needs en master
Learning and Innovation en de kosten van de samen-
werking met de LOI (afstandsleren).
Adviseurskosten
Adviseurs worden ingehuurd indien de vereiste kennis niet
binnen de hogeschool voorhanden is. Het gaat hierbij om
adviseurs op het gebied van belastingen, vastgoed, organi-
satie en juridische expertise. Ten opzichte van de begroting
is sprake van een overschrijding van € 0,2 mln. Dit wordt
voor een belangrijk deel veroorzaakt door werkzaamheden
ten behoeve van praktijkonderzoeken en accreditaties van
de opleiding Journalistiek door de NQA alsmede door de
begeleiding van adviseurs bij veranderingstrajecten.
O v e r i g e l a s te n(x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
4.4.1 Administratie- en beheerslasten
• Samenwerkingsverbanden 4.288 3.602 4.285
• Adviseurskosten 2.071 1.905 2.376
• Reclame-, drukwerk- en
representatiekosten
2.281 3.001 2.307
• Contributies 1.014 850 1.142
• Cateringkosten 1.367 1.214 1.398
• Directe materiaalkosten 1.119 1.139 968
. Diversen 2.503 3.770 2.634
4.4.2 Inventaris, apparatuur
en leermiddelen
4.225 4.027 3.842
4.4.4 Overige lasten 3.096 2.451 3.606
21.964 21.959 22.558
Reclame-, drukwerk- en representatiekosten
De lagere kosten ten opzichte van de begroting zijn te
verklaren door een gunstige aanbesteding en een lagere
afname. Daarnaast is sprake van een steeds verder gaande
overgang naar andere vormen van interne en externe
communicatie zoals websites, Sharenet e.d.
Contributies
De hogere kosten ten opzichte van de begroting zijn te
verklaren doordat de bijdrage aan de Vereniging circa
€ 0,3 mln. hoger is uitgevallen dan op het moment van
opstellen van de begroting was ingeschat.
Cateringkosten
De hogere lasten ten opzichte van de begroting kunnen
met name worden verklaard door een grotere afname
vanwege diverse evenementen.
H o n o r a r i a e x te r n e a c c o u n t a n t
R e a l i s a t i e2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
Accountantslasten
• Honorarium onderzoek jaarrekening 65 60
• Honorarium andere controleopdrachten 10 11
• Honorarium fiscale adviezen 0 2
• Honorarium andere niet-controle diensten 0 2
75 75
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Ten opzichte van de begroting is sprake van € 0,2 mln.
hogere kosten. Dit betreft een meer dan verwachte
toename van het aantal gebruikers voor diverse licenties.
Overige lasten
Deze post bestaat voor het grootste deel uit vergoeding
voor reis- en verblijfkosten van medewerkers en studenten
voor een totaalbedrag van bijna drie miljoen euro.
(2011: bijna € 2,9 mln.). De hogere lasten ten opzichte
van de begroting kunnen worden verklaard doordat er
meer studiereizen en excursies zijn gemaakt.
Honoraria externe accountant
De externe accountant heeft met betrekking tot het
boekjaar 2012 respectievelijk het boekjaar 2011 het
volgende honorarium in rekening gebracht:
De controle van de jaarrekening 2011 is uitgevoerd door
Ernst & Young Accountants; de controle van de jaar-
rekening 2012 is uitgevoerd door KPMG Accountants.
99
F i n a n c i ë l e b a te n e n l a s te n(x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
5.1 Rentebaten 869 100 915
5.5 Rentelasten -3.734 -3.617 -3.752
-2.865 -3.517 -2.837
Financiële baten en lasten
De rentebaten zijn hoger dan begroot. Dit wordt verklaard
door een hoger werkelijk gemiddeld uitstaand saldo
liquide middelen in combinatie met een hoger werkelijk
rentepercentage dan in de begroting was opgenomen.
1. 5 E N K E L V O U D I G E B A L A N S P E R 3 1 D E C E M B E R 2 0 12
Na verwerking bestemming resultaat
(x € 1.000) 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
1 Activa
Vaste activa
1.2 Materiële vaste activa 117.862 117.365
1.3 Financiële vaste activa 10.519 10.433
Totaal vaste activa 128.381 127.798
Vlottende activa
1.4 Voorraden 103 107
1.5 Vorderingen 7.782 7.405
1.7 Liquide middelen 37.572 40.838
Totaal vlottende activa 45.457 48.350
Totaal activa 173.838 176.148
3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
2 Passiva
2.1 Eigen vermogen 51.814 47.211
2.2 Voorzieningen 10.296 11.376
2.3 Langlopende schulden 63.813 66.730
2.4 Kortlopende schulden 47.915 50.831
Totaal passiva 173.838 176.148
101
1. 6 E N K E L V O U D I G E S T A A T V A N B A T E N E N L A S T E N O V E R 2 0 12
(x € 1.000) R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
3 Baten
3.1 Rijksbijdragen 113.957 110.015 112.167
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 0 0 7.317
3.3 College-, cursus-, les- en examengelden 34.870 36.401 34.024
3.4 Baten werk in opdracht van derden 7.341 7.733 6.232
3.5 Overige baten 17.024 15.291 16.302
Totaal baten 173.192 169.440 176.042
4 Lasten
4.1 Personeelslasten 125.068 125.470 116.422
4.2 Afschrijvingen 10.843 9.926 8.808
4.3 Huisvestingslasten 8.279 8.982 8.887
4.4 Overige lasten 21.958 21.924 22.539
Totaal lasten 166.148 166.302 156.656
Saldo baten en lasten 7.044 3.138 19.386
5 Financiële baten en lasten -2.441 -3.093 -2.382
Totaal resultaat 4.603 45 17.004
1. 7 T O E L I C H T I N G O P D E
E N K E L V O U D I G E B A L A N S E N
S T A A T V A N B A T E N E N L A S T E N
1. 7.1 A L G E M E E N
De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
zoals beschreven bij de geconsolideerde jaarrekening zijn
eveneens van toepassing op de enkelvoudige jaarrekening.
Voor de toelichting op de enkelvoudige balans en staat
van baten en lasten wordt verwezen naar de toelichting op
Materiële vaste activa
(x € 1.000) 1 . 2 . 1 1 . 2 . 2 1 . 2 . 3 1 . 2 . 4
Gebouwen en
terreinen
Inventaris en
apparatuur
Andere vaste
bedrijfsmiddelen
In uitvoering en
vooruitbetaling
Totaal
Aanschafprijs 01.01 139.574 41.316 0 4.188 185.078
Afschrijving cumulatief 01.01 -43.025 -24.688 0 0 -67.713
Boekwaarde 01.01 96.549 16.628 0 4.188 117.365
Investeringen 2012 2.381 3.906 0 5.177 11.464
Desinvesteringen 2012 -594 -649 0 0 -1.243
Afschrijvingen 2012 -5.584 -4.140 0 0 -9.724
Boekwaarde 31.12 92.752 15.745 0 9.365 117.862
Aanschafprijs 31.12 139.910 39.909 0 9.365 189.184
Afschrijving cumulatief 31.12 -47.158 -24.164 0 0 -71.322
Boekwaarde 31.12 92.752 15.745 0 9.365 117.862
de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten
in het geval de enkelvoudige cijfers gelijk zijn aan de
geconsolideerde cijfers.
1. 7. 2 T O E L I C H T I N G O P
D E P O S T E N V A N D E
E N K E L V O U D I G E B A L A N S
Materiële vaste activa
Het verloop van de materiële vaste activa in het
verslagjaar is als volgt:
103
1.2.1 Gebouwen en terreinen
De investeringen 2012 in gebouwen en terreinen hebben
geheel betrekking op kleine verbouwingen en inrichting op
de campus in Zwolle.
1.3.3 Vorderingen op groepsmaatschappijen
a. Stichting HANS
Stichting Huis van Algemeen Nut voor Studenten (HANS)
is opgericht per 4 augustus 1993. De stichting exploiteert
een studentensociëteit aan de Voorstraat in Zwolle. De
vordering betreft een rekening courant tussen Stichting
HANS en Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim.
Het exploiteren van een studentensociëteit heeft tot doel
om studenten te binden aan Windesheim. In de studenten-
sociëteit wordt aan studenten een platform geboden om
allerlei met het onderwijs en onderzoek gerelateerde
activiteiten te organiseren.
b. Stichting Nieuw Grasdorp
Stichting Nieuw Grasdorp (SNG) is opgericht per
29 november 1994. De stichting exploiteert het T-gebouw
op de campus in Zwolle. Het gebouw wordt verhuurd aan
Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim; de huur-
overeenkomst loopt tot 1 januari 2022. Deze vordering
betreft een rekening courant tussen SNG en Stichting
Christelijke Hogeschool Windesheim. SNG exploiteert
het gebouw waarin voor het domein Techniek (bijna
drieduizend studenten) het onderwijs en onderzoek
wordt verzorgd.
Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa in het
verslagjaar is als volgt:
Financiële vaste activa
Sta
nd
0
1.0
1.2
01
2
Inv
est
eri
ng
en
ve
rstr
ek
te
len
ing
De
sin
ve
ste
rin
g e
n a
fge
lost
e le
nin
g
Re
sult
aa
t
Sta
nd
3
1.1
2.2
01
2
(x € 1.000)
1.3.3 Vorderingen op groepsmaatschappijen
a. Stichting HANS 182 0 -65 0 117
b. Stichting Nieuw Grasdorp 2.908 153 0 0 3.061
3.090 153 -65 0 3.178
1.3.4 Vorderingen op andere deelnemingen
a. Coöperatief TechnoCentrum 9 0 0 0 9
b. Stichting Aerides 17 0 -2 0 15
26 0 -2 0 24
1.3.7 Overige vorderingen
a. Subsidie Flevoland 7.317 0 0 0 7.317
10.433 153 -67 0 10.519
Na
am
Juri
dis
che
vo
rm
Sta
tuta
ire
ze
tel
Co
de
act
ivit
eit
Eig
en
ve
rmo
ge
n
31
.12
.20
12
Re
sult
aa
t 2
01
2
Ve
rkla
rin
g a
rt.2
:40
3 j
a/n
ee
De
eln
am
e i
n %
Co
nso
lid
ati
e
ja/n
ee
(x € 1.000) € 1.000 € 1.000
Stichting Huis van
Algemeen Nut voor
Studenten (HANS)
Stichting Zwolle 3 318 27 nee NVT ja
Stichting Nieuw
Grasdorp
Stichting Zwolle 3 671 29 nee NVT ja
Stichting Windesheim
Hoger Onderwijs
Stichting Zwolle 1 0 0 nee NVT ja
Stichting Windesheim
Foundation for Know-
ledge and Innovation
Stichting Zwolle 4 216 55 nee NVT ja
Stichting RESPO
International
Stichting Zwolle 4 * * nee NVT nee
Stichting Centrum voor
Kennis Transfer de GGZ
Stichting Zwolle 4 * * nee NVT nee
Stichting Kennispoort
Regio Zwolle
Stichting Zwolle 4 * * nee NVT nee
Stichting Polymer
Science Park
Stichting Zwolle 4 * * nee NVT nee
Stichting GRIETJE Stichting Zwolle 4 * * nee NVT nee
Coöperatief
TechnoCentrum
Coöperatie Zwolle 2 * * nee NVT nee
Code activiteiten: 1 contractonderwijs 2 contractonderzoek 3 onroerende zaken 4 overige
*) gegevens niet beschikbaar
Verbonden partijen
105
N a a m D o e l s te l l i n g S a m e n s te l l i n g b e s t u u r v e r s l a g p e r i o d e
Stichting Huis van
Algemeen Nut voor
Studenten (HANS)
In stand houden en exploiteren van onroerende zaken
die zijn aangemerkt als monument door:
verschaffen van huisvesting voor sociaal-culturele en
wetenschappelijke activiteiten voor en door studenten in
Zwolle
Het bestuur bestaat uit het College van
Bestuur van Windesheim
Stichting Nieuw
Grasdorp
Het bouwen en exploiteren van één of meer gebouwen
en/of andere registergoederen, één en ander in de meest
ruime zin.
Het bestuur bestaat uit tenminste drie
leden. Het College van Bestuur van
Windesheim benoemt de leden.
Stichting Windesheim
Hoger Onderwijs
Verlenen van diensten voor:
• Het geven van onderwijs, die niet voor subsidie van
rijkswege in aanmerking komen.
• Geven van advies.
• Verrichten van toepassingsgericht onderzoek.
• Ontwikkelen en beschikbaar stellen van producten,
verbandhoudend met onderwijs, advieswerk en/of
onderzoekswerk.
Het bestuur bestaat uit het College van
Bestuur van Windesheim
Stichting Windesheim
Foundation for Know-
ledge and Innovation
De verrijking van het hoger onderwijs door het financieel
ondersteunen van ambitieuze studenten in binnen- en
buitenland en innovatieve projecten.
Het dagelijks bestuur bestaat uit één
lid van het College van Bestuur van
Windesheim en twee leden uit het
middenmanagement van Windesheim.
Stichting RESPO
International
Bevorderen van de sportbeoefening door mensen met
een handicap of chronische aandoening – mede in
ontwikkelingslanden
Het bestuur bestaat uit vier personen,
waarvan twee door het College van
Bestuur van Windesheim bindend
worden benoemd
Stichting Centrum voor
Kennis Transfer in de
GGZ
Het oprichten en in stand houden van een kenniscentrum
voor de GGZ in Overijssel en het actief bijdragen via dit
centrum aan de verspreiding van kennis, methoden en
technieken in de GGZ en het onderwijs.
Het bestuur bestaat uit zeven personen:
vijf namens erkende GGZ-instellingen
in de provincie Overijssel, twee namens
hoger onderwijsinstellingen in Overijssel
(Windesheim en Saxion), en twee leden
die niet tot bovengenoemde instellingen
behoren.
Stichting Kennispoort
Regio Zwolle
Het stimuleren van de economie en de werkgelegenheid
in de regio Zwolle alsmede het versterken van het regio-
nale bedrijfsleven door het faciliteren van de onderlinge
uitwisseling van kennis en innovatieve ideeën tussen
kennisinstellingen en het bedrijfsleven.
Het bestuur bestaat uit één verte-
genwoordiger van de Kamer van
Koophandel Regio Zwolle, één verte-
genwoordiger van Windesheim (mid-
denmanagement) en één gezamenlijk
gekozen derde bestuurslid.
Stichting Polymer
Science Park
De realisatie, het beheer en de exploitatie van een open
innovatiecentrum op het gebied van toegepaste kunst-
stoftechnologie door middel van samenwerking
tussen ondernemingen en kennisinstellingen.
Het bestuur bestaat uit vier personen.
Windesheim heeft het recht één
bestuurslid te benoemen.
Stichting Grietje
(Gezamenlijk Recreëren,
Integreren En Tevens
Jaarlijks Exploiteren)
Beheren en exploiteren van een studentensociëteit te
Zwolle voor aan Windesheim gelieerde studenten en voor
overige studenten van het hbo.
Het bestuur bestaat uit 3 personen,
welke door het College van Bestuur
van Windesheim worden benoemd
Coöperatief
Technocentrum
Het verlenen van diensten aan de leden van de coöperatie,
verband houdend met:
• Het versnellen van de circulatie, diffusie en toepassing
van kennis tussen instellingen, ondernemingen
en derden.
• Gezamenlijke benutting van hoogwaardige en
moderne apparatuur.
• Een effectieve en efficiënte aansluiting van technisch
beroepsonderwijs op de opleidings behoeften van de
arbeidsmarkt.
Leden van de coöperatie kunnen
als lid of als kapitaallid deelnemen.
Het bestuur wordt benoemd door
de algemene vergadering van de
coöperatie.
107
Transacties met verbonden partijen
Stichting Nieuw Grasdorp verhuurt het T-gebouw aan
Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim.
Vorderingen
Liquide middelen(x € 1.000) 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
1.7.1 Kasmiddelen 18 44
1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 4.468 5.372
1.7.3 Deposito's 33.086 35.422
37.572 40.838
Vorderingen(x € 1.000) 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
1.5.1 Debiteuren 2.951 3.449
1.5.7 Overige vorderingen
1.5.7.1 Personeel 8 12
1.5.7.2 Overige:
• Te factureren werk voor derden 350 761
• Nog te declareren uren-detachering 0 12
• Suppletie omzetbelasting 1.112 0
• Diverse posten 952 950
1.5.8 Overlopende activa
1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten:
• Vooruitbetaalde OV jaarkaarten 985 948
• Diverse posten 1.720 1.551
1.5.9 Af: voorziening wegens oninbaarheid -296 -278
7.782 7.405
Onder de Vorderingen zijn geen posten opgenomen met
een looptijd langer dan één jaar.
Liquide middelen
De tegoeden op bank- en girorekeningen staan ter vrije beschikking.
Eigen vermogen
Het verloop in het verslagjaar is als volgt:
Eigen vermogen(x € 1.000)
S t a n d 0 1 . 0 1 . 2 0 1 2
R e s u l t a a t O v e r i g e m u t a t i e s
S t a n d 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2
2.1.1 Algemene reserve 27.908 3.858 0 31.766
2.1.2 a. Bestemmingsreserve (publiek) 10.425 0 0 10.425
2.1.2 b. Bestemmingsreserve (publiek) 7.317 0 0 7.317
2.1.3 Bestemmingsreserve (privaat) 1.561 745 0 2.306
47.211 4.603 0 51.814
(x € 1.000) S t a n d 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2
Eigen vermogen (enkelvoudige balans) 51.814
Eigen vermogen Stichting HANS 318
Eigen vermogen Stichting Nieuw Grasdorp 671
Eigen vermogen Stichting Windesheim Hoger Onderwijs PM
Eigen vermogen Stichting Windesheim Foundation for
Knowledge and Innovation 216
1.205
Groepsvermogen 53.019
2.1.1 Algemene reserve
Dit betreft de vrij besteedbare reserve. Deze reserve
is gevormd uit de resultaten behaald uit (publieke)
onderwijsactiviteiten.
Aansluiting tussen groepsvermogen geconsolideerde balans en
eigen vermogen enkelvoudige balans per 31 december 2012:
109
(x € 1.000) 2 0 1 2
Resultaat (enkelvoudige balans) 4.603
Resultaat Stichting HANS 27
Resultaat Stichting Nieuw Grasdorp 29
Resultaat Stichting Windesheim Hoger Onderwijs PM
Resultaat Stichting Windesheim Foundation for
Knowledge and Innovation 55
111
Resultaat (geconsolideerd) 4.714
Aansluiting tussen geconsolideerd resultaat en enkelvoudig resultaat 2012:
Voorzieningen
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de
toelichting op de geconsolideerde balans.
Langlopende schulden
(x € 1.000) 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
2.3.3 Kredietinstellingen:
• ING Bank NV 51.000 53.000
• Bank Nederlandse Gemeenten 2.602 2.802
2.3.4 Overige: investeringssubsidie 10.211 10.928
63.813 66.730
(x € 1.000) I N G B a n k N V B a n k N e d e r l a n d s e G e m e e n te n
I n v e s te r i n g s - s u b s i d i e F l e v o l a n d
Stand per 01.01.2012 53.000 2.802 10.928
Vrijval ten gunste van de exploitatie 0 0 -717
Aflossingen -2.000 -200 0
Stand per 31.12.2012 51.000 2.602 10.211
Looptijd > 1 jaar 51.000 2.602 9.494
Looptijd > 5 jaar 43.000 1.705 6.626
Rentevoet 4,88% plus 4,68% n.v.t.
Kortlopende schulden
Kortlopende schulden(x € 1.000) 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
2.4.1 Kredietinstellingen 2.200 2.222
2.4.2 Vooruitgefactureerde en - ontvangen termijnen OHW 5.736 5.255
2.4.3 Crediteuren 6.731 7.553
2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.7.1 Loonheffing 5.617 4.967
2.4.7.2 Omzetbelasting -45 -170
2.4.8 Schulden ter zake van pensioenen 1.685 1.446
2.4.9 Overige kortlopende schulden
2.4.9.2 Diverse posten 5.725 6.676
2.4.10 Overlopende passiva
2.4.10.1 Vooruitontvangen college- en lesgelden 12.622 12.839
2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW 293 186
2.4.10.4 Vooruitontvangen overige subsidies 2.123 5.032
2.4.10.5 Vakantiegeld en vakantiedagen 5.045 4.640
2.4.10.8 Diverse posten 183 185
47.915 50.831
Onder de Kortlopende schulden zijn geen posten opgenomen met een looptijd langer dan één jaar.
111
1. 7. 3 T O E L I C H T I N G O P D E P O S T E N V A N D E E N K E L V O U D I G E
S T A A T V A N B A T E N E N L A S T E N
Overige baten
O v e r i g e b a te n(x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
3.5.1 Verhuur 393 370 424
3.5.2 Detachering personeel 737 354 716
3.5.4 Sponsoring 158 125 38
3.5.6 Diverse posten
• Subsidie internationalisering 28 0 256
• Overige subsidies 2.251 1.536 2.392
• Studenten en personeel 1.591 884 1.599
• Drukwerk en repro winkel 241 180 422
• Overige dienstverlening 1.063 1.332 1.661
• Overige 10.562 10.510 8.794
17.024 15.291 16.302
A f s c h r i j v i n g e n(x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
4.2.2 Materiële vaste activa
• Gebouwen en terreinen 5.584 5.850 5.010
• Inventaris en apparatuur 4.140 4.076 3.793
• Boekresultaat desinvesteringen 1.119 0 5
10.843 9.926 8.808
Afschrijvingen
H u i s v e s t i n g s l a s te n (x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
4.3.1 Huur 2.987 3.687 4.208
4.3.2 Verzekeringen 345 327 201
4.3.3 Onderhoud 1.533 1.408 1.409
4.3.4 Energie en water 1.173 1.332 954
4.3.5 Schoonmaakkosten 1.797 1.803 1.710
4.3.6 Heffingen 444 425 405
8.279 8.982 8.887
Huisvestingslasten
O v e r i g e l a s te n(x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
4.4.1 Administratie- en beheerslasten
• Samenwerkingsverbanden 4.288 3.602 4.285
• Adviseurskosten 2.071 1.905 2.376
• Reclame-, drukwerk- en representatiekosten 2.281 3.001 2.307
• Contributies 1.014 850 1.142
• Cateringkosten 1.367 1.214 1.398
• Directe materiaalkosten 1.119 1.139 968
• Diversen 2.497 3.735 2.630
4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 4.225 4.027 3.842
4.4.4 Overige lasten 3.096 2.451 3.591
21.958 21.924 22.539
Overige lasten
113
F i n a n c i ë l e b a te n e n l a s te n(x € 1.000)
R e a l i s a t i e2 0 1 2
B e g r o t i n g2 0 1 2
R e a l i s a t i e2 0 1 1
5.1 Rentebaten 869 100 915
5.5 Rentelasten -3.310 -3.193 -3.297
-2.441 -3.093 -2.382
Financiële baten en lasten
1. 8 B E Z O L D I G I N G C O L L E G E V A N B E S T U U R E N R A A D V A N T O E Z I C H T
O p g a v e b e z o l d i g i n g b e s t u u r d e r s h o g e s c h o l e n 2 0 1 2 ( m o d e l H )
D u u r d i e n s t v e r b a n d In
ga
ng
sda
tum
d
ien
stv
erb
an
d
Ta
ak
om
va
ng
Die
nst
-ve
rba
nd
o
f in
teri
m b
asi
s (D
/I)
Pe
rio
die
k b
eta
ald
e
be
lon
ing
Bo
nu
s b
eta
lin
g
We
rkg
ev
ers
bij
dra
ge
p
en
sio
en
Uit
ke
rin
g w
eg
en
s
be
ëin
dig
ing
die
nst
ve
rba
nd
To
taa
l
(x € 1.000) van tot
A.W.C.A. Cornelissen 01-04-2009 31-03-2013 01-04-2009 1 D 183 0 29 0 212
J.W. Meinsma 15-08-2009 14-08-2013 15-08-2009 1 D 154 0 24 0 178
College van Bestuur 337 0 53 0 390
D e c l a r a t i e s C o l l e g e v a n B e s t u u r
J a a r 2 0 1 2 T i j d v a k Re
pre
sen
tati
e k
ost
en
Re
isk
ost
en
b
inn
en
lan
d
Re
isk
ost
en
b
uit
en
lan
d
Ov
eri
ge
k
ost
en
(x € 1.000)
A.W.C.A. Cornelissen 01-01-2012 tot 01-01-2013 3 35 1 3
J.W. Meinsma 01-01-2012 tot 01-01-2013 3 30 3 28
College van Bestuur 6 65 4 31
Onder de post ‘Reiskosten binnenland’ zijn o.a. inbegrepen de kosten voor de leaseauto. Onder de post ‘Overige kosten’ zijn de kosten van de American
Comenius Course voor de heer drs. J.W. Meinsma begrepen.
F u n c t i eD u u r
d i e n s t v e r b a n d Be
last
ba
ar
lo
on
20
12
Be
last
ba
ar
lo
on
20
11
Uit
ke
rin
g 2
01
2
Uit
ke
rin
g 2
01
1
Vo
orz
ien
ing
b
elo
nin
g 2
01
2
Vo
orz
ien
ing
b
elo
nin
g 2
01
1
To
taa
l 2
01
2
To
taa
l 2
01
1
(x € 1.000) van tot
Voorzitter College van Bestuur 01-04-2009 31-03-2013 170 170 0 0 41 41 211 211
Lid College van Bestuur 15-08-2009 14-08-2013 145 141 0 0 33 33 178 174
315 311 0 0 74 74 389 385
O p g a v e c o n f o r m W O P T
115
Vanaf 1 januari 2013 geldt de Wet normering bezoldiging
topfunctionarissen in publieke en semipublieke sector (WNT).
In 2013 zal een eenmalige ‘crisisheffing’ van 16% betaald
moeten worden over het loon dat in 2012 aan een
medewerker is betaald, voor zover dat loon hoger
was dan € 150.000.
B e z o l d i g i n g R a a d v a n To e z i c h t
N a a m R o l i n d e R a a d v a n To e z i c h t H o n o r e r i n g ( inc lus ief
onkostenvergoeding)
T i j d v a k
Jaar 2012 voorzitter commissie lid x € 1.000
L. Bikker X 1 16,5 01-01-2012 tot 01-01-2013
A. Bruggink 1 X 11,5 01-01-2012 tot 01-01-2013
M.A.C. Kasper de Kroon 1 X 11,5 01-01-2012 tot 01-01-2013
G.J. van Munster 1 X 11,5 01-01-2012 tot 01-01-2013
Totaal Raad van Toezicht 51,0
Overige gegevens2 .1 C O N T R O L E V E R K L A R I N G
A C C O U N T A N T
Aan: het College van Bestuur van en de Raad
van Toezicht Stichting Christelijke
Hogeschool Windesheim
V E R K L A R I N G B E T R E F F E N D E D E
J A A R R E K E N I N G
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening
2012 van Stichting Christelijke Hogeschool Windesheim
te Zwolle gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de
geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december
2012 en de geconsolideerde en enkelvoudige staat van
baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn
opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen
voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
V E R A N T W O O R D E L I J K H E I D V A N
H E T B E S T U U R
Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor
het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en
resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het
opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming
met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur
is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatig-
heid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten
en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in
overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante
wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur
is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne
beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van
de jaar rekening en de naleving van de relevante wet- en
regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van
materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
V E R A N T W O O R D E L I J K H E I D V A N
D E A C C O U N T A N T
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel
over de jaarrekening op basis van onze controle, als
bedoeld in artikel 2.9, lid 3 van de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Wij hebben
onze controle verricht in overeenstemming met
Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controle-
standaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ
2012. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende
ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig
plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid
wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van
materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden
ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen
en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde
werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant
toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschat-
ten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van
materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de
accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant
is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het ge-
trouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële
rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en
regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaam-
heden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-
inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot
uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne
beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het
evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen
voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële
rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het
bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een
evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
117
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen
controle-informatie voldoende en geschikt is om
een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
O O R D E E L B E T R E F F E N D E D E
J A A R R E K E N I N G
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw
beeld van de grootte en de samenstelling van het
vermogen van Stichting Christelijke Hogeschool
Windesheim per 31 december 2012 en van het resul-
taat over 2012 in overeenstemming met de Regeling
jaarverslag geving onderwijs.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening
verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2012
voldoen in alle van materieel belangzijnde aspecten aan
de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de
bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante
wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals
vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van
het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012.
V E R K L A R I N G B E T R E F F E N D E
O V E R I G E B I J O F K R A C H T E N S
D E W E T G E S T E L D E E I S E N
Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW
vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken
naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor
zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9
Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392,
lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens
zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag,
voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met
de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het
BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet
aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen
bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.4 Jaarverslag
van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012.
Zwolle, 23 mei 2013
KPMG Accountants N.V.
G.J. Kamerling RA
2 . 2 S T A T U T A I R E B E P A L I N G E N
E X P L O I T A T I E S A L D O
Voor wat betreft de jaarrekening zijn de volgende
statutaire bepalingen relevant:
Artikel 15.1:
Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het
kalenderjaar.
Artikel 15.3:
Het College van Bestuur brengt jaarlijks binnen zes
maanden na afloop van het boekjaar een jaarverslag
uit over de gang van zaken in de stichting en over het
gevoerde beleid. Voorts legt het College van Bestuur een
vastgestelde jaarrekening, omvattende de balans en de
staat van baten en lasten met een toelichting op deze
stukken ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht voor,
vergezeld van het rapport van de controlerend accountant.
Artikel 15.4:
Omtrent de getrouwheid van de stukken als bedoeld in
de tweede volzin van artikel 15.3 legt de accountant een
verklaring af aan de Raad van Toezicht.
2 . 3 V O O R S T E L B E S T E M M I N G
E X P L O I T A T I E S A L D O
Het College van Bestuur stelt voor het exploitatiesaldo
over 2012 als volgt te bestemmen:
(x € 1.000) R e s u l t a a t
Algemene reserve 3.858
Bestemmingsreserve (privaat) 745
4.603
2 . 4 G E B E U R T E N I S S E N
N A B A L A N S D A T U M
In januari 2013 besluit het College van Bestuur om de
exploitatie en het beheer van de sportvoorzieningen van
Windesheim te verzelfstandigen en onder te brengen in
een voor dat doel op te richten stichting.
119
Bijlagen, niet behorend bij de jaarrekening
B I J L A G E 1 W I N D E S H E I M F L E V O L A N D
Pro forma balans per 31 december 2012
(x € 1.000)
FLEVOLAND 3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
Activa
Vaste activa
Materiële vaste activa 10.256 10.929
Financiële vaste activa 0 0
Totaal vaste activa 10.256 10.929
Vlottende activa
Voorraden 0 0
Vorderingen 11.429 15.045
Liquide middelen 5 0
Totaal vlottende activa 11.434 15.045
Totaal activa 21.690 25.974
3 1 . 1 2 . 2 0 1 2 3 1 . 1 2 . 2 0 1 1
Passiva
Eigen vermogen 7.917 7.917
Voorzieningen 545 415
Langlopende schulden 10.211 10.928
Kortlopende schulden 3.017 6.714
Totaal passiva 21.690 25.974
(x € 1.000)
FLEVOLAND R e a l i s a t i e B e g r o t i n g R e a l i s a t i e
2 0 1 2 2 0 1 2 2 0 1 1
Baten
Rijksbijdragen 4.313 4.313 5.047
College-, cursus-, les- en examengelden 1.963 1.945 1.562
Baten werk in opdracht van derden 713 290 180
Overige baten 9.447 9.563 8.403
Totaal baten 16.436 16.111 15.192
Lasten
Personeelslasten 11.761 10.156 9.944
Afschrijvingen 1.091 947 413
Huisvestingslasten 1.942 2.915 3.349
Overige lasten 1.712 2.193 1.892
Totaal lasten 16.506 16.211 15.598
Saldo baten en lasten -70 -100 -406
Financiële baten en lasten 70 100 200
Totaal resultaat 0 0 -206
Pro forma staat van baten en lasten over 2012
121
Toelichting op de pro forma balans en de pro forma staat
van baten en lasten
Balans
De post Materiële vaste activa betreft de investering in
gebouw De Landdrost. Tegenover deze investering staat
een investeringssubsidie welke op de balans is opgenomen
onder de Langlopende schulden. De afname van de post
Vorderingen is te verklaren door een lagere vordering in
rekening courant op Windesheim Zwolle. Op basis van de
met de financiers gemaakte afspraken wordt voor Windes-
heim Flevoland een eigen bedrijfsadministratie gevoerd.
Omdat Windesheim Flevoland geen bankrekening heeft,
lopen alle ontvangsten en betalingen van Windesheim
Flevoland via de bankrekening van Windesheim Zwolle en
ontstaat een interne rekening courant.
Per einde 2012 is een voorziening voor wachtgeldverplich-
tingen opgenomen voor mogelijke verplichtingen jegens
medewerkers uit hoofde van uitkeringen na ontslag.
Staat van baten en lasten
Geconstateerd kan worden dat Windesheim Flevoland binnen
de totale kaders van investeringen en exploitatie is gebleven.
Per saldo is sprake van een overschot van € 0,3 mln. Dit
overschot zal aangewend worden voor de exploitatie 2013.
Het overschot wordt grotendeels verklaard door een positief
verschil in de opbrengst Werk voor Derden. Aan de financiers
is voor 2012 € 6,4 mln. gevraagd en ontvangen. Hierbij was
rekening gehouden met een overschot van € 2,3 mln. eind
2011 dat voor de exploitatie 2012 is aangewend.
Baten
Het totaal aan collegegelden bedraagt ruim € 1,9 mln. en
komt daarmee marginaal hoger uit dan de begroting 2012.
De stijging wordt veroorzaakt doordat de gemiddelde
studentenpopulatie over 2012 licht hoger is uitgekomen.
Aan Werk voor Derden, opbrengst Facilitaire Dienstverlening
en Bijdragen studenten-personeel, diverse baten en deta-
chering-uitkering is € 1,1 mln. verantwoord. Het positieve
verschil ten opzichte van de begroting bedraagt € 0,4 mln.
Lasten
De totale personele inzet is 135 fte met een loonsom
van ruim € 11,7 mln. Dit betreft de inzet van eigen mede-
werkers (123 fte) en medewerkers van derden (12 fte).
De voordelen van de inzet van derden zijn dat er geen
langdurige verplichtingen (met een mogelijk eigen risico-
dragerschap) aangegaan hoeven te worden en personeel
flexibel en op maat ingezet kan worden. Nadelen zijn het
kostenaspect en het verloren gaan van opgedane kennis.
Inmiddels zijn maatregelen in gang gezet om de gewenste
balans te realiseren tussen inzet van eigen medewerkers
en inzet van derden.
B I J L A G E 2 G E G E V E N S O V E R
D E R E C H T S P E R S O O N
De Ledenraad van de Vereniging VU-Windesheim heeft op
zaterdag 17 december 2011 besloten tot een structuurwij-
ziging van de Vereniging en de instellingen per 1 januari
2012. In plaats van één Vereniging VU-Windesheim zijn
er vanaf dat moment drie rechtspersonen: de VU-Vereni-
ging, de Stichting VU-VUmc en de Stichting Christelijke
Hogeschool Windesheim. De drie instellingen functione-
ren zelfstandig van elkaar, maar zijn juridisch aan elkaar
gebonden via de verenigingsstructuur.
Naam Stichting Christelijke
Hogeschool Windesheim
Adres Campus 2-6
Postadres Postbus 10090
Postcode 8000 GB
Vestigingsplaats Zwolle
Telefoon 088 - 469 94 18
Faxnummer 088 - 469 90 02
Administratienummer 01VU
Contactpersoon voor de jaarrekening:
De heer F.J. Nabers, tel. 088 - 469 94 18
123
125
WWW.WINDESHEIM.NL
C H R I S T E L I J K E H O G E S C H O O L W I N D E S H E I M
Postadres: Postbus 10090
8000 GB Zwolle
Bezoekadres: Campus 2 - 6, Zwolle
Telefoon: 088 - 469 99 11 (centrale receptie)
W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g