klasse voor leraren 45

36
Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen Nr.45 • Mei 1994 TILT voor toetsen? TILT voor toetsen?

Upload: klassebe

Post on 04-Apr-2016

236 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen. Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be

TRANSCRIPT

Page 1: Klasse voor Leraren 45

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen

Nr.45 • Mei 1994

TILT voortoetsen?TILT voortoetsen?

Page 2: Klasse voor Leraren 45

(advertentie)

(advertentie)

Page 3: Klasse voor Leraren 45

Mikken op toetsen. p. 4

Maandblad voor Onderwijsin VlaanderenUitgegeven door het Ministerievan de Vlaamse GemeenschapDepartement Onderwijs

Nr.45 • Mei 1994

RedactieLeo BormansPatrick De BusscherGaby De Moor

RedactiesecretariaatDiana De CaluwéAnny Lecocq

Foto’s: Luc DaelemansCartoons: Dirk VercamptVormgeving: Artefact, Leuven

Verantwoordelijke uitgeverDaniël Vandenberghe, leidendambtenaar A.O.V.KLASSE verschijnt tien keer per jaaren wordt gedrukt op chloorvrijpapier.Abonnement (10 nummers perjaar): 300␣ fr.Het bestand van gratis abonnemen-ten wordt beheerd door de wedde-dienst. Fouten of wijzigingen in hetadres moeten dus via de schoolad-ministratie worden geregeld.

KLASSEKoningsstraat 138 8ste verdieping1000 BrusselTel. redactie 02-211 46 60Tel. secretariaat 02-211 46 58Tel. abonnementen 02-211 46 62Tel. publiciteit 02-211 46 58Telefax 02-211 46 61

HOEVEEL KOSTKLASSE?

Het ziet er misschien duurder uit,maar de kostprijs van dit blad valtnogal mee: 9␣ fr. per exemplaar (druk-werk, papier, vormgeving, illustratiesenz.). Voor adressering en de postze-gel komt daar nog eens 8␣ fr. bij. Voorongeveer de prijs van één gewonepostzegel kunnen we u dus elke maandéén volledig exemplaar van KLASSEgratis toesturen. Bovendien is het ini-tiatief gerealiseerd binnen de bestaandebegroting en zijn er ook nog inkom-sten uit abonnementen en publici-teit. Elke vorm van communicatieheeft zijn prijs. Maar ook op dit vlakspelen we met u graag open kaart.

KLASSE NR.45 3

IN DIT NUMMER

4-11Toetsen onder schot

Proefwerken en examens. Dat is zwoegen en zweten, ook voorleerkrachten. Toch is er ook kritiek. Leerlingen (en hun ouders)trekken steeds vaker het oordeel van de leraar in twijfel. Alleen deprofessionaliteit van de leraar houdt de toetsen buiten schot.

24-25Steunen waar het kan

De inspectie-nieuwe-stijl licht nu ook het hoger onderwijs door.Dat gaat er heel anders aan toe dan in het basis- en secundair

onderwijs. Maar welke sterke en zwakke kanten komen er naar boven?

26-27Lagere drempel voor lagere school

Er komen 720 nieuwe voltijdse banen voor leerkrachten in hetbasisonderwijs. Zij moeten de drempel helpen verlagen tussen dekleuterschool en de lagere school. Daar struikelen nog te veelkinderen over.

28-29Het eiland van de leraar

Veel leerkrachten werken liever niet samen met hun collega’s. Inhet secundair onderwijs werken 44␣ % niet samen met de vakcol-

lega’s en 83␣ % overleggen nietover de vakken heen. Het water is veel te diep.

30-31De grote gratis postorderschool

Meer dan 40.000 volwassenen volgen les in de grootste schoolvan het land: het afstandsonderwijs van het Departement Onder-wijs. Ze hebben allemaal een persoonlijke leraar en studeren is erzo goed als gratis. Waarop wacht u?

32-33Leraars en belastingen

Heel wat leerkrachten trekken hun onkosten voor verplaatsingen, vakliteratuur, eigen werkkameren computer af van hun belastbaar inkomen. Hoe zit dat precies en hoeveel mag een leraarbijverdienen?

En ook…

• ZWART, GEEL EN ORANJE. Vlaanderen en Ne-derland werken samen. p. 12

• VIJF MILJOEN VOOR SCHOOLPROJECTEN. Het suc-ces van DynaMo2. p. 13

• JOURNAAL. Onderwijsactualiteit. p. 14

• KLASSE-IDEE. Naar de Toeareg bijvoorbeeld.p. 15-21

• DE INFOLIJN. Er is altijd iemand die luistert.p. 22

• SIGNAAL. Verdomd als het niet waar is. p. 23

Ook leden van lokale raden, participatieraden,oudercomités enz. kunnen een goedkoopabonnement nemen op KLASSE.We sturen u graag een stapeltje proefexempla-ren toe: + 02-211 46 62

Leerkrachten zijn sterkeindividuen. p. 28

De bedrijfslasten van eenleraar. p. 32

Page 4: Klasse voor Leraren 45

4 KLASSE NR.45

V I Z I E R

ToetsenToetsen

Toetsen, proefwerken en examens zijn niet alleen zwaarvoor leerlingen en studenten. Ook leerkrachten investerenveel tijd en zweet in de voorbereiding en de correctie ervan:samen met de lesvoorbereidingen zo’n twaalf à dertien urenin een gemiddelde week, zowel in basis- als secundair onder-wijs (HIVA-onderzoek naar de tijdsdruk bij leerkrachten). Tijdensde proefwerkperiodes is dat uiteraard heel wat meer.Heeft deze tijdsinvestering wel echt zin? Heel vaak corri-geert de leraar de toetsen maar krijgen de leerlingen hunjuiste en foute antwoorden niet meer onder ogen. Zoleren ze er niets van.Steeds meer rijst de vraag hoe toetsen efficiënter ge-maakt kunnen worden. Er wordt nog te veel naar feiten-kennis gepeild terwijl er slechts zelden een produktief,creatief antwoord wordt gevraagd van de leerlingen. De

druk om over deze materie navorming te volgen wordtalsmaar groter.In andere gevallen zetten de ouders de leraar onder druk.Ze gaan niet akkoord met de resultaten van de proefwer-ken en wensen de toetsvragen in te zien. Bij al dezevormen van toetsdruk komt de leraar onder schot.

SelectieToetsen en examens worden nogal gemakkelijk gebruiktom een bepaalde leerperiode af te sluiten of om eenschoolrapport te kunnen invullen. Ze zijn daarmee somseen doel op zichzelf geworden of een instrument om deselectie te organiseren. Nochtans is een toets een gewoonhulpmiddel om het leren van de leerlingen te bevorderen.De leraar staat niet in dienst van de leerstof maar van de

Page 5: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 5

onder schotonder schot

leerlingen. Daarom formuleert hij duidelijke doelstellin-gen en toetst hij op een eenduidige en aangepaste manierof de leerlingen die ook bereiken.Soms voelt de leerling zich echter in een schiettent:mikken en... erop of ernaast. Vijf schoten en wie het pijpjeniet breekt heeft pech. Er wordt ook veel gemikt opdoelkaartjes die moeten bewijzen dat de leerlingen destof perfect kunnen reproduceren. Maar je kan de doelenook anders opstellen.

ClassificerenToetsen beïnvloeden rechtstreeks het leren. Ze hebbeneen onmiddellijk effect op het leerproces van de leerling.Regelmatig inzicht in zijn vorderingen stimuleert zijnmotivatie en leerbereidheid. Goede toetsen testen meer

dan feitenkennis. Ze dragen bij tot écht leren dat hogerevaardigheden aanspreekt en beklijft op langere termijn.Bovendien leert de leerling er zichzelf beter door kennenen kan hij bewuster een richting in zijn leven kiezen. Goedgeconstrueerde toetsen worden gebruikt om de leerlin-gen te helpen en niet zozeer om hen te classificeren. In ditlaatste geval gebruikt de leerling (net als elk ander ge-zond mens) defensiemechanismen om zijn bedreigd zelf-vertrouwen te verdedigen (De toets was eenzijdig, de leer-kracht is tegen mij, ik voelde me tijdens de toetsafname nietgoed, ik had niet voldoende tijd om mij voor te bereiden, ik heber niets voor gedaan, deze leerstof interesseerde mij niet...).Die houding belet juist een correct zelfbeeld.Als de toetsen onder schot staan, kan alleen de professio-naliteit van de leerkracht voor het tegenwicht zorgen. ■

Page 6: Klasse voor Leraren 45

6 KLASSE NR.45

Wie het meeste doelenraakt ziet zijn kameel opde kermis het snelst voor-uitgaan. Zo bekijken veel

leerlingen (enmisschien ookhun leraars) detoetsen op school. Maarze hebben wel kritiek opde vragen én op de resul-taten. Even toetsen wiede kemels schiet.

De raceder kamelen

Prof. Dr. Gustaaf Tistaert, didacticus aan deKU Leuven, onderzoekt al 35 jaar lang toets- enexamenvragen. Hij kwam onlangs in de pers metuitspraken als leraars stellen foute vragen en leer-lingen zakken door slechte examenvragen. Daarhebben wij zo onze vragen bij.Is het inderdaad mogelijk dat leerlingen tenonrechte zakken omdat de leraar de toetsvra-gen fout formuleert?TISTAERT: Niets is moeilijker dan een éénduidigevraag stellen. Taal kan je op zoveel verschillendemanieren interpreteren dat je een vraag of eenuitspraak anders kan begrijpen dan feitelijk be-doeld. Een typisch voorbeeld: Jan, zei de meester,is gek en Jan zei, de meester is gek. Ik gebruik tweekeer dezelfde woorden en toch is de betekenistelkens anders.

Ik ervaar dat leerkrachten over het algemeengoede vragen stellen. Maar een vraag kan veelalop meer dan één manier worden begrepen. Bijna80␣ % van de vragen zijn daarenboven van hetgemakkelijke, reproduktieve type waarbij de leer-lingen de stof gewoon moeten kunnen opdreu-nen. Bijgevolg is het haast uitgesloten dat leerlin-gen zouden zakken wegens slecht of fout gestel-de vragen.

U zou taalproeven uit het secundair onderwijsvoorgelegd hebben aan juristen, hoogleraars,leerkrachten en kaderleden. Niet één van henslaagde. Is dat waar?TISTAERT: Wat in de pers daarover verscheen wasuit zijn verband gelicht. Het onderzoek was ge-richt op de professionalisering van leerkrachten.Het was niet bedoeld om aan de buitenwereldbekend te maken. We onderzochten hoe wevragen éénduidiger, meer objectief konden ma-ken. Elke beroepsgroep maakt intern fouten enbijgevolg zijn er correcties nodig. Om in denavorming precies te kunnen zeggen waar deleerkrachten op moeten letten bij het stellen vanvragen, moeten we eerst wetenschappelijk on-derzoeken wat er nu fout aan is. Dat internonderzoek is zeker geen evaluatie van het onder-wijs of een negatieve beoordeling van leerkrach-ten. Integendeel, we weten allemaal dat vragenopstellen zeer moeilijk is en daarom zoeken wesamen naar een manier om het steeds beter enefficiënter te kunnen doen.

Korte-antwoordvragenWaarom zakten de proefpersonen dan alle-maal?TISTAERT: In de klaspraktijk stemt de leraar zijntoetsvragen af op een groep leerlingen die hijgoed kent. Elke leraar ondervindt dat, vooral inhet lager onderwijs. Hij weet wat ze kennen. En

de leerlingen weten wel wat hij bedoelt. Er zijnsous-entendu’s, men weet meestal van elkaar watstilzwijgend bedoeld wordt. Als de leraar vraagt,bespreek de Franse revolutie, is het uiteraard nietde bedoeling daar een wetenschappelijk artikelover te schrijven, maar wel datgene weer tegeven wat daarover gezegd werd in de klas. Deafspraak daarover is vooraf gemaakt.

Als je nu die vragen met sous-entendu’s buitende bekende groep zou stellen, kom je natuurlijk inmoeilijkheden. Dat deden we in het onderzoek.Dan kan je zeggen dat de vraag niet goed gesteldis. Objectief is dat waar. Maar subjectief is er vooreen bepaalde groep geen vuiltje aan de lucht.Is het waar dat veel toetsvragen te vaag blijven?En wat is te «vaag»?TISTAERT: Als een leraar Nederlands vraagt eengedicht te bespreken, zonder te specifiëren of datinhoudelijk of ritmisch moet gebeuren, is de kansop een fout antwoord groot. Andere voorbeeldenzijn bespreek de vooroorlogse periode en noem mijde tijdgenoten van Conscience. Bij een vraag alsvergelijk de Atheense en Spartaanse opvoedingsme-thoden weet je niet hoe grondig er vergelekenmoet worden en of de vergelijking ook een oor-deel moet inhouden. Maar ik herhaal, als leraar énleerling weten wat in het antwoord wordt ver-wacht, zijn er geen problemen. Voor buitenstaan-ders wel. Die weten niet waar naartoe met zulkevragen.

Er is meer dan één manier om juist te antwoorden.

Page 7: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 7

Sommige leerlingen weten niet goed of ze vijfregels of een heel blad als antwoord moetenschrijven.TISTAERT: Uit onderzoek blijkt dat er meestal eenbepaalde ruimte aangegeven is op het antwoord-blad. Dat is al een aanduiding dat van de leerlinggeen opstel verwacht wordt. We zien ook datmeer dan drie vierde korte-antwoordvragen zijn.Veel, open, essay-vragen, worden er dus nietgesteld.

Anders dan verwachtEen sous-entendu in uw onderzoek wijst er opdat we moeten streven naar een meer objectie-ve kwaliteit van de toetsvragen. Wat bedoelt udaar precies mee?TISTAERT: Het gebeurt vaker dat een leraar vragenopstelt voor meerdere klassen samen. Dat komtveel voor in grote scholen waar leraars gezamen-lijk toetsvragen opstellen voor verscheidene pa-rallelklassen. Hier mag je niet afgaan op sous-entendu’s. De vragen moeten heel objectief, nietmis te verstaan dus, gesteld worden. Zoiets moetje leren.Hoe kunnen we vragen objectiever maken zo-dat we ze kunnen voorleggen aan een bredegroep?TISTAERT: Ik mik op drie vlakken, ook om devragen creatiever te maken. Ten eerste moetenwe proberen de vraag communicatief duidelijkerte maken. Iedereen moet ze op dezelfde manierbegrijpen. Ten tweede kunnen we meer variatiebrengen in de vorm van de vraag. We kunnenandere woorden, tekens, tekeningen, grafieken,kleuren enz. inlassen. Ten derde moeten wemeer oog hebben voor de mentale activiteit, hetdenkproces van de leerling als hij het antwoordmoet geven op een vraag. Daarom kunnen wenaast de zuiver reproduktieve ook produktievevragen stellen.Waar ligt precies dat verschil tussen reproduk-tieve en produktieve vragen?TISTAERT: Uit onderzoek weten we dat leerlingeneigenlijk alleen maar dat leren wat de leraar ge-woonlijk vraagt. Bij een leraar die van zijn leerlin-gen verwacht dat ze simpelweg kunnen herhalenwat in de cursus staat, blokken ze alles uit hethoofd. Ze moeten alles kunnen opdreunen zoalsde leraar het gezegd of geschreven heeft. Dezeleraar hecht vooral belang aan de feitenkennis. Hijzal dan ook uitsluitend reproduktieve vragen stel-len. Dat is houdbaar als de leerstof beperkt is.Maar naarmate leerlingen in een hoger studieni-veau komen is dat niet meer haalbaar. Bijgevolg ishet belangrijk dat de leerkrachten, ook in hetlager onderwijs, leren produktieve vragen te stel-len. Hierbij zet men de leerlingen aan het denken.Produktief antwoorden zet aan tot creatief zijn. Eris namelijk meer dan één manier om juist teantwoorden. Een voorbeeld uit het lager onder-wijs maakt dat duidelijk. De leerkracht vraagt deuitkomst van 7 x 17. Naast het klassieke antwoord-119- kan een leerling ook uitpakken met (10 x17) - (3 x 17). Dat is een produktief en creatiefantwoord. De leraar moet bij het opstellen vanzijn vragen weten dat scholieren andere denkpro-cessen hebben en hun antwoord anders kunnenformuleren dan hij verwacht.

Ik geef een voorbeeld uit het secundair onder-wijs. Gewoonlijk moet een definitie letterlijk uit

het hoofd gekend zijn. Men zou even goed kun-nen vragen: wat zijn de sleutelwoorden in zo’ndefinitie en formuleer daarmee zelf een definitie.Dat is een produktieve vraag.

OneerlijkSoms laat de leraar een hele cursus blokken enstelt slechts een vraag over één enkel hoofd-stuk.TISTAERT: Dat is niet eerlijk tegenover de leerlin-gen. Leraars moeten ervan overtuigd worden datde totaliteit van de stof aan bod moet komen.Anders is de toets niet representatief.

Om zowel representatief de inhoud van deleerstof als alle denkvormen of mentale activitei-ten te omvatten in zijn vragen, kan de leerkrachtvan in het lager onderwijs al eeneenvoudig schema hanteren. Op deverticale as van de matrijs schikt hijde inhouden. Dat kunnen verschil-lende denkstappen zijn. Op de hori-zontale as komen de verschillendeelementen van het cognitief functio-neren zoals reproduktief herkennen,reproduktief herhalen of herinneren,produktief en creatief zijn... Kortom,

Leerlingen leren

alleen wat leraars

gewoonlijk vragen.

het schema moet duidelijk maken dat zoveelmogelijk denkoperaties in een toets ingelast kunnenworden. Als een leerling zulke vragen krijgt, zalhij zich niet bedrogen voelen.U zegt dat vragen eenduidig moeten zijn. Sluitdat complexe vragen uit?TISTAERT: Ze moeten liefst zo enkelvoudig moge-lijk. Als je wil uitmaken, vooral in tussentijdsetoetsen, wat een kind kent of niet kent, moet jeniet uitpakken met complexe vragen. Misschienkrijgen ze een plaats op het einde van het school-jaar. Maar eerst vraag je maar één ding tegelijk.Nadien komt er een tweede element bij. Vervol-gens de elementen één en twee samen. Zo kan jede combinatie voortdurend opdrijven. Ik beneen voorstander van het cumulatief overhoren.Als het eerste hoofdstuk gezien is, moet de stofgekend blijven. Bij een volgende toets stel ikvragen over het eerste én het tweede hoofdstuk.

De leraar getoetstIn de klas worden de produktieve vragen nog aleens voor de summatieve toets, de eindevalua-tie bewaard.TISTAERT: Ja maar, dan worden de leerlingen tij-dens het schooljaar niet getraind om creatief tezijn. Ik vind dat ook oneerlijk. Ineens wordt vanhen verwacht dat ze produktief zouden zijn,terwijl ze tijdens het schooljaar gewoon pape-gaai moesten spelen. Dus ook bij het vragenstellen in de les kan dat schema gebruikt wor-den. Zo komt nadien de toets minder bedreigendover.Wat meet een toets waarin onverwachts een be-roep wordt gedaan op het creatief-produktieve?TISTAERT: Die meet voor een groot gedeelte deintelligentie maar dat is niet de bedoeling vaneen schooltoets. Een intelligentieproef meet depotentie van een leerling, een schooltoets meethet leerresultaat, dat wat via het leerproces opschool geleerd wordt. Hierbij wordt ook de in-breng van de leraar verrekend. De toetsen metennamelijk ook of de leraar er in slaagde zijn stofgoed over te brengen. ■

Page 8: Klasse voor Leraren 45

8 KLASSE NR.45

Klinkt het nietdan

botst het

Leraars hebben soms hetgevoel dat ze niet echtles geven alsze zelf te wei-nig aan hetwoord zijn. Ze

stellen veel vragen maarveelal gaat het om ken-nis- of begripsvragen. Enplots duiken dan in deeindtoets echte denkvra-gen op. De leerlingenwerden daar niet op voor-bereid waardoor de re-sultaten van de eindtoetsmeer dan eens een te-leurstelling zijn voor deleraar. Het kan ook an-ders. Denkvragen kunnenbest al in de lessen ge-steld worden. Zo lerende leerlingen anticiperenddenken en handelen. Datis wat anders dan zoveelredeneringen in het wil-de weg: klinkt het niet,dan botst het.

Leraars stellen veel vragen maar er zit weinigvariatie in. De meeste antwoorden laten maar éénjuist antwoord toe. Kennisvragen toetsen in hoe-verre de leerlingen zich feiten of definities herinne-ren. Ze worden het meest gesteld. Begripsvragen,waarbij leerlingen iets in eigen woorden moetenuitleggen, komen al veel minder voor. Zelden mo-gen leerlingen zelf gegevens ontleden, zelfstandigen creatief denken of een persoonlijke meninggeven. Toepassingsvragen geven de leerlingen degelegenheid hun kennis toe te passen op proble-men die slechts één juiste oplossing toelaten.

Drs. Nadine Engels, wetenschappelijk mede-werker aan het IDLO (Interfacultair Departementvoor Lerarenopleiding) - VU Brussel, onderzoekthoe leraars vragen stellen. Ze geeft ook nascholingom het rendement te verhogen door effectievevraagtechnieken.ENGELS: In de onderwijspraktijk blijkt het onder-wijsgesprek een zeer sterk ingeburgerde gespreks-vorm te zijn. Maar meestal beperkt de leraar zijnvragen tot die van lagere cognitieve orde. Dat zijnkennis-, begrips- en toepassingsvragen. Het is nietzelden de bedoeling dat de antwoorden precies inhet vooraf geplande leerstofschema passen. Westellen echter voor om af en toe de leerlingen ookeens écht aan het denken te zetten met behulp vanvragen van hogere cognitieve orde. Dat zijn analy-se-, synthese- en evaluatievragen. Leerlingen kunnennamelijk niet alleen kennis reproduceren maarook produceren.

Minder bedreigendWaar loopt het fout?ENGELS: Leerkrachten praten veel, leerlingen luis-teren veel. Bij het omschakelen naar denkvragen,waarbij de spreektijd van de leerlingen vergroot,vragen leraars zich af of ze nog wel hun vak geven.De druk van het leerplan is groot. Er is geen tijdom veel vragen te stellen in de les en daarbij ooknog de leerlingen uitvoerig te laten antwoorden,zeggen ze. Ze moeten voort met de leerstof.Kunnen we de lestijden effectiever benutten?ENGELS: Dat moeten we proberen, terwijl de toet-sen ook niet mogen losstaan van het geheel. Alswe het klasgebeuren niet afstemmen op het leer-proces van de leerlingen lopen we achteraf ook

teleurstellingen op bij het evalueren van deleerstof. Vaak is er een te groot verschil tussende vraagjes in de klas en de toetsvragen. Als wede kinderen in de les niet leren denken moetenwe geen wonderen verwachten op de toetsen alswe daar ineens denkvragen stellen. Een aantalvakken laten ons makkelijk in die valstrik lopen.Neem nu natuurkunde met zijn zeer zwaarleerplan. In de lessen moeten de leerlingenal die wetten zien. Men toont mooieexperimenten en men geeft moeilijketheorie. Maar in de proefwerkperiodemoeten de leerlingen plots nog moei-lijkere oefeningen oplossen.Daardoor zijn toetsen vaak ergbedreigend.PROF. DR. TISTAERT, didacti-cus KU Leuven: Ik heb deindruk dat de leraars zichniet laten leiden door leer-plannen maar door leer-boeken. Ze volgen de in-terpretatie van de auteurs,niet die van het leerplan.Van in zijn opleiding zoueen leerkracht moeten in-zien dat er in elke leer-stof een relatief beperktaantal dingen nuttig,nodig en noodzakelijkzijn om veel anderezaken te kunnen door-zien. Dat is de kern-leerstof. De rest van detijd kunnen ze spende-ren aan toepassingen,vragen inbegrepen. Zoworden toetsen echt geenverrassingen en zijn de eva-luatiemomenten veel min-der bedreigend.

MoordMaar de toetsen mogen danweer niet té gemakkelijk zijn.TISTAERT: Sommige scholen gebrui-ken die moeilijkheidsfactor om te selec-

Page 9: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 9

teren zodat alleen de besten het halen. Dat deugtook niet. Pas op, je moet nu ook geen eenheids-koek maken waarbij iedereen 18 op 20 behaalt. Ermag gerust differentiatie in de vragen zijn zodat ereen mogelijkheid open blijft waarin de meer be-gaafden zich kunnen bewijzen.Hoe lok je zelfstandig denken uit?ENGELS: Als je in de lessen vragen van hogerecognitieve orde gebruikt leren de leerlingen met-een hoe ze nieuwe leerstof kunnen koppelen aanhun ervaringen, aan vroeger behandelde leerstof.Dan lok je in zekere mate een zelfstandig encreatief denken uit dat je best kan doortrekkennaar de toetsen. Voor elke les zou je ten minsteéén of twee vragen van hogere cognitieve ordekunnen voorbereiden. De leraar moet zich even-wel ook mentaal voorbereiden op de mogelijkeantwoorden die de leerlingen zullen geven. Zul-len ze de vragen aankunnen? Stel dat ze te moei-lijk zijn. Hoe ga je dan dóórvragen? Het is ergbelangrijk te luisteren naar de leerlingen en tedenken in termen van hun leerproces. Het is nietmakkelijk telkens gepast te reageren op antwoor-den. Je kan een leerling ook figuurlijk vermoor-den door hem een fout! toe te snauwen.Bij het opstellen van toetsen komt ook watpsychologie kijken.TISTAERT: Ja. Hoe verloopt eigenlijk het denkpro-ces van leerlingen? Wat gaat er in het hoofd vankinderen om bij vragen waarvan wij zeggen dat zereproduktief zijn? En bij produktieve vragen waar

ze zogezegd elementen met el-kaar in verband moeten bren-gen? Voor de leraar is datallemaal duidelijk. Hij steltde vragen op net zoals hij

ze zelf zou moeten be-antwoorden. Maar de

leraar is daar een ex-pert in. Het is voorhem haast onmo-gelijk een vraag testellen vanuit hetleerling-zijn. Hij

DE TRAPPEN VAN DE TOETSLeerdoelen en toetsvragen zitten telkens op één van de volgende zes niveaus uitde taxonomie van Bloom. Vaak blijven de vragen echter hangen bij de eerstetwee. Nochtans zou elke leerling op elke leeftijd de stimulans moeten krijgen nate denken op elk niveau. Tijdens de lessen én tijdens de toetsen.1. Kennen. Je moet leerinhouden kunnen reproduceren (wie, wat, waar,wanneer enz.). Kennis is vaak een voorwaarde om tot hogere denkprocessen tekomen. We toetsen ze dus om te weten of de basis er is. Maar kennis alleenvolstaat niet. Ze verdwijnt trouwens vrij snel uit het geheugen, meestal zelfsmeteen na de toets. Waardoor later de opmerking valt: «Ik wist niet dat we datnog moesten kennen». Kennis toetsen kan vrij objectief met korte, geslotenvragen. Breng daar ook afwisseling in (meerkeuze, sorteren, juist-onjuist,invullen, visuele herkenning enz.).2. Begrijpen. Op dit niveau moet je bijvoorbeeld niet alleen een definitiekunnen geven maar die ook in je eigen woorden kunnen formuleren, voorbeel-den geven, verbanden leggen, gevolgen trekken enz. Je moet betekenisgeven, interpreteren en verder gaan dan de gegeven informatie. Objectievevragen zijn hier het best. Goed geconstrueerde meerkeuzevragen zijn zeergeschikt. Bijvoorbeeld: Welke grafische voorstelling hoort bij de omschrijving(of omgekeerd)?3. Toepassen. Je moet een NIEUW probleem oplossen en zelf uitmaken welkebegrippen, principes enz. je daarvoor moet toepassen. Het is géén nieuwprobleem als er in bekende formuleringen alleen andere getallen, symbolen,namen of zinswendingen voorkomen. Het moet gaan om echt probleemop-lossend denken. Dankbare opdrachten vindt de leraar hierbij in beroepsge-bonden en andere concrete problemen uit de dagelijkse realiteit. Die stimule-ren de leerling bovendien omdat hij het nut inziet van wat hij heeft geleerd. Bestzijn objectieve, begrenzende open vragen. Jammer genoeg duiken deze vragenvaak pas op tijdens de toetsen. Leerlingen zouden ook tijdens de lessen moetenléren toepassen.4. Analyseren. Hoofd- en bijzaken kunnen onderscheiden, de samenstellendedelen van een boodschap kunnen uiteenrafelen en zien hoe ze geordend zijn inhet geheel. Om dit te kunnen toetsen moeten de leerlingen NIEUW materiaalkrijgen, niet de teksten, composities of illustraties die in de klas gebruikt werden.Om verbanden te kunnen leggen is op dit niveau een open-boek-ondervragingmogelijk.5. Synthetiseren. Tot nu toe was het produkt van het denken voorspelbaar. Bijde synthese zijn verschillende oplossingen of produkten mogelijk. Ze zijn unieken afhankelijk van de creativiteit van de leerling. Die máákt iets nieuws. Hetgaat dus niet meer om de samenvatting van bekende informatie of over debespreking van een werkstuk, een schilderij of een gedicht. Hier is heteindprodukt een nieuwe structuur: een opstel, gedicht, tekening, plan, hypo-these, werkstuk, campagne, experiment, voorstel enz.6. Oordelen. Je moet een waarde-oordeel verantwoorden over ideeën,materialen, produkten, methoden, rapporten, oplossingen, situaties enz. Daar-voor moet je bijvoorbeeld in het materiaal tegenstellingen, waarden, hiaten enz.kunnen vinden. Het gaat er dus niet om of een leerling iets mooi, nuttig ofbedreigend vindt. Dat is een opinie. Een oordeel komt bewust tot stand op basisvan duidelijke criteria. Het steunt op begrijpen en analyseren. Bij het toetsen gaanwe vooral het bewust innerlijk verband van de argumentatie na.

kan wel proberen zich in de plaats van de leerlingte stellen. Hij kan dan theoretisch analyseren waarde moeilijkheden zitten. Maar het is onvoorspel-baar dat de leerling het net zo zal begrijpen.Daarom zou het nuttig zijn leerlingensommige vragen eerst hardop te latenbeantwoorden. Dan krijgen we meerinzicht in hun manier van oplossen.Hoe lost bijvoorbeeld een heel knap-pe leerling een vraag op? Hoe denkt

een middelmatige daarover en hoe antwoordt ie-mand die last heeft met de materie? Zo’n analysezou ons helpen de vragen doelmatiger te maken.We kunnen alvast beginnen met onze toetsvragenvoor te leggen aan collega’s. Dat werkt heel verhel-derend. ■

Denkvragen komen

vaak te laat.

Page 10: Klasse voor Leraren 45

10 KLASSE NR.45

Steeds meer (ouders van)leerlingen vechten detoetsen en cijfers van deleerkracht aan. Die kanalleen terugvallen op zijneigen professionaliteit.Maar hij is niet onfeil-baar. Met een minderopgefokte puntencultuurkomt er wel tijd vrij om

uit de fouten te léren.Toetsen zijn geen doelop zichzelf. Maar ook geenspelletje waarbij je de pun-ten op goed geluk af maaruit het water te vissenhebt.

Vissen in troebel

Ondanks de goede zorgen die u besteedt aanhet opstellen van toetsvragen zullen over hetalgemeen de toetsresultaten toch een fouten-marge vertonen. Volgens de tabellen van P.B.Diederich (Statistics for Teacher-Made Tests) is destandaardfout 4 punten voor een toets van 50vragen. Een leerling die daarop 36 scoort heeftdus een werkelijke uitslag tussen 32 en 40. Eentoets is betrouwbaarder naarmate hij langer is.Dan verkleint de foutenmarge.

Voor de interpretatie van resultaten moetenwe zeker rekening houden met deze foutenmar-ge. Voorzichtigheid geboden dus bij het inter-preteren van kleine verschillen tussen uitslagenvan leerlingen.

En u weet uit ervaring dat verschillende leer-krachten sommige antwoorden op open vragenheel uiteenlopend kunnen beoordelen.

PuntencultuurEen leerkracht blijft een solist: «Het proef-

werk is een noodzakelijk middel om te wetenwat ik als leraar waard ben en om de kwaliteitvan mijn onderwijs te verbeteren.»

PROF. DR. GUSTAAF TISTAERT: «Het is voor de indi-viduele leerkracht niet eenvoudig vragen te for-muleren, geschikt om oordeelkundig te peilennaar de toepassing van vakinhouden, concept-vorming, creatief denken e.d. Er is ook de enor-me tijdsdruk in perioden van summatieve ofeindtoetsen. Men zou een pleidooi kunnen hou-den voor centrale toetsen maar de invoeringervan zou volgens sommigen een gebrekkigeprofessionaliteit van de leraar openlijk belich-ten.Gaat er in de opleiding wel genoeg aandachtnaar het leren toetsen afnemen?TISTAERT: Ik denk dat veel leraars les geven enook toetsen afnemen zoals zij zelf in hun schoolseloopbaan meegemaakt hebben. Daarom is inhet begin van de loopbaan absoluut een in-service-training of een professionele begelei-ding door een mentor noodzakelijk. Tijdens deopleiding heeft de toekomstige leerkracht nogte weinig ervaring opgedaan waarop hij kansteunen.

Leraars zouden minder als solisten moetenoptreden en meer in groep werken. In vakwerk-groepen wordt nog te weinig gediscussieerd overde vereiste moeilijkheidsgraad van een toets op-dat deze een selecterend en/of oriënterend effectzou hebben.Is de toets het einde van een proces?TISTAERT: Nee. Maar in de klas staat men amperstil bij de fouten. De leerlingen leggen een toetsaf en horen er nadien vaak niets meer van. Waarzaten ze fout? Waarom maakten ze een bepaaldefout? Ze leren niets van hun fouten. Er komtgeen foutenanalyse, geen nabespreking. Geentijd, zegt men. Nochtans is een gemaakte fouteen zegen. Daardoor kom je op het spoor van eenverkeerde opvatting. En in het onderwijs is nietsgevaarlijker dan een verkeerde opvatting die nietwordt rechtgezet.

Slechte dagEen leraar heeft telkens weer cijfers nodig vooreen evaluatie in het rapport.TISTAERT: Als de toets alleen maar moet dienen omeen cijfer op het rapport te kunnen zetten, schietmen naast de kwestie. Een goede toets daarente-gen beïnvloedt het leren. Ze doet de leerling in-zien waarom iets juist was en waarom iets foutwas. Achteraf moet hij kunnen zeggen: nu heb ikiets geleerd. Met de toetsen kan hij zijn inventivi-teit meten, zijn probleemoplossend vermogen. Zoheeft hij wat aan die toetsen en kan hij ze op dekoop toe nog prettig vinden ook. Toetsen kunnenludiek voorgesteld worden. Ze moeten zoveelmogelijk gegrepen zijn uit de concrete werkelijk-heid. Dagelijks komen we immers alle vakkentegen op straat: aardrijkskunde, wiskunde, tech-niek, geschiedenis... Het is de opdracht van deleraar zijn vragen in het werkelijke leven herken-baar te maken.Wordt er te veel getoetst?TISTAERT: Ik pleit voor ten hoogste drie tussentijd-se, formatieve of procesgerichte overhoringen te-genover één eind- of summatieve toets. Evaluatie

Op goed geluk af punten verzamelen…

via toetsen heeft twee bedoelingen. Ten eersteevalueert men het leerresultaat van een leerling.Daarmee stelt de leraar vast of hij de doelstellin-gen bereikte. Daaruit kan dan weer remediëringvoortvloeien. Maar ten tweede wordt ook de eigenaanbreng bekeken. Is het leerproces goed verlo-pen? De procesgerichte overhoringen zeggen ei-genlijk voor een groot deel hoe de leraar les geeft.Heeft hij voldoende tijd gestoken in nieuwe stof?Gebruikte hij de goede methode? Kortom, kwamzijn stof goed over? Leerkrachten denken soms te

Page 11: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 11

water

gemakkelijk dat leerlingen niets geleerd hebbenen ze vergeten hoe belangrijk hun eigen rol is.Moet op elke toets een cijfer komen?TISTAERT: Niet noodzakelijk op alle tussentijdsetoetsen. Voor de leerling moeten die tussentijdsetoetsen een confrontatie zijn met zichzelf. Dat isprettig. Dat is net als een match spelen. Maarzonder het gevaar dat hij een nul krijgt. Soms is ermaar één enkele toetsbeurt en iedereen kan aleens een slechte dag hebben... Dan voelt de leer-ling zich bedrogen en ongelukkig. Maar ja, wezitten nog altijd met een puntencultuur. De schuldligt niet bij de leraars want van hen wordt ver-wacht dat ze een rapport invullen. Of de oudersverwachten punten. Ik ben in elk geval een voor-stander om alvast voor kleinere vakken de maan-delijkse puntenjacht niet verplicht te maken. Hetis niet de bedoeling te toetsen om te toetsen.

Professionele toetsenAls de leerkracht met zijn cijfers en oordelen

au serieux genomen wil worden, zal hij zijn toet-sen zo professioneel mogelijk moeten aanpakken.Tien adviezen.

❶␣ Strikvragen en listigheden geformuleerd indetails zijn uit den boze. Het kan toch niet debedoeling zijn van het onderwijs de leerlingen telaten struikelen? Als de leraar de toetsvraag richtop de knapsten van de klas dient hij zich terealiseren dat hij daarmee 80␣ % anderen behoor-lijk frustreert.❷␣ Een toets is meer dan een verzameling vragen.De gehele toets moet representatief zijn, d.w.z. detoets moet meten wat men wil meten. Om dit tebereiken is het noodzakelijk dat de doelstellingenevenwichtig in de toets aan de orde komen. Wan-

neer bijvoorbeeld het verkrijgen van inzicht in...een belangrijke doelstelling is, dan is een toetsmet enkel vragen die een beroep doen op paratefeitenkennis beslist niet representatief.❸␣ Vragen die meer dan één kennisaspect behel-zen zijn verwarrend. De context wordt vaak nietonderscheiden van de vraag. Maak daarom meervragen die elk één kennisaspect be-vatten.❹␣ Toets de fundamentele stof en geendetails. Schik de vragen naar moeilijk-heidsgraad: het gemakkelijkste komteerst.❺␣ De argwaan tegen meerkeuzevra-gen lijkt onuitroeibaar. Men denktdat het simpelweg aankruisen van eenalternatief niet het eindpunt kan en mag zijn vaneen ingewikkeld denkproces dat eraan vooraf-gaat. Dit is een misvatting. De meerkeuzevraag iseen beproefde vorm om kennis te toetsen. Dezekennis kan van verschillende niveaus zijn: purefeitenkennis, begripskennis en/of kennis van toe-passingsmogelijkheden. Het is echter niet gemak-kelijk dergelijke vragen op te stellen. Groepswerkdus. Het argument dat leerlingen niet leren schrij-ven door zulke vragen houdt geen steek. Integen-deel. Omdat het taalgebruik niet bijgestuurd wordt,bevorderen veel open vragen juist het slordigtaalgebruik. Leren schrijven moeten ze in de taal-les leren, niet tijdens de toetsen.❻␣ De term open vraag verwijst naar een vraag-vorm waarbij de leerling het antwoord moet pro-duceren. In een gesloten vraag moet hij daarente-gen één of meer keuzen maken uit een opsom-ming van alternatieven. Leerlingen moeten uiter-aard ook leren open vragen beantwoorden. Debeste toets bevat een combinatie van open engesloten vragen.❼␣ Het antwoord op een echte open vraag vereistveel werk van de leerling. Dit type van vraag wordtveelal ingezet om complexere vaardigheden te toetsen,zoals de vaardigheid om verbanden tussen ideeënte leggen. Het is echter mogelijk dat de open vraagde beoogde vaardigheid niet meet. Als we de vaar-digheid bekijken om in correct Nederlands eengestructureerd antwoord te produceren, is het denkbaardat een leerling onder de tijdsdruk van de toetsfaalt. In normale omstandigheden zou hem dat nietoverkomen zijn.❽␣ De mondelinge toetsen worden gekenmerktdoor het spel van vraag en antwoord. Als de leraarhierbij geen of nauwelijks een structuur hanteert,wordt een mondelinge toets al snel een kwestievan willekeur. In veel opzichten is het daarom eenonvolkomen toetsinstrument dat het best wordtaangevuld met andere toetsen.❾␣ Om open vragen zo objectief mogelijk te be-oordelen corrigeert u ze het best vraag pervraag (en niet alle vragen per leerling), houdt u deantwoorden anoniem (namen op de achterkant)en gaat u uit van een vooropgesteld modelant-woord met alle elementen en een waardenschaalvoor het gewicht van elk criterium.❿␣ Beklemtoon in woord en daad altijd dat toet-sen er zijn om het leren te bevorderen (niet ompunten te verdienen). Wijs op het verband tussendoelstellingen en toets. Bespreek de resultaten zosnel mogelijk en geef vooral positieve commen-taar, vooral over wat de leerling kan doen omeventuele tekortkomingen weg te werken. ■

We zitten nog

altijd met een

puntencultuur.

EIGEN TOETS• Dit Vizier putte uit Onder-zoek naar evaluatietechnie-ken in het secundair onder-wijs voor de vakken biologieen chemie (Fonds voor hetCollectief Fundamenteel weten-schappelijk Onderzoek - minis-terieel initiatief - DepartementOnderwijs - projectleiding Prof.Dr. Gustaaf Tistaert - KU Leu-ven) en de ARGO-NascholingInteractie in de klas: het ren-dement maximaliseren dooreffectieve vraagtechnieken(lesgever Drs. Nadine Engels -VU Brussel-IDLO).• Literatuur over toetsen, exa-mens en evaluatie kunt u alsleerkracht (ook per post) gratisuitlenen bij de Centrale On-derwijsbibliotheek - Konings-straat 71 - 1000 Brussel - +02-219 81 89.• Aanbevolen: Begrip van eva-lueren (1986) - A.D. De Groot- Uitgeverij VUGA - ‘s-Graven-hage - Beoordelen in het on-derwijs (1993) - Een handlei-ding voor het construeren vantoetsen en het evalueren vanleerdoelen en onderwijsvormen- H.J.M. van Berkel en A.E. Bax -Bohn Staflen Van Loghum -Evaluatiehandleiding (1986)- Juliska Kok en Jaap Brandligt -Stichting voor de Leerplanont-wikkeling - Succesvol exami-neren in het hoger onderwijs(1992) - H. De Neve en P.J.Janssen - Acco• Een overzicht van samenvat-tingen van recente Vlaamse on-derwijsliteratuur over dit onder-werp kunt u gratis aanvragen bijADIOV (Automatisch Documen-tatie- en Informatiesysteem voorhet Onderwijs in Vlaanderen) -Koningsstraat 71 - 1000 Brussel- +02-219 82 19 of 219 93 83.• Wij toetsen de inzichten vanuw reacties: KLASSE (TOETSEN)- Koningsstraat 138 - 1000 Brussel.

Page 12: Klasse voor Leraren 45

12 KLASSE NR.45

Nederland wordt deeerste onderwijspartner vanVlaanderen. De samenwer-king gaat zo ver dat menzelfs denkt aan uitwisse-ling van leraars. Maar hoedat concreet zal gebeurenis nog niet duidelijk. Ervolgen hierover nog prak-tische afspraken. Men over-legt hoe men die moge-lijkheid in de loopbaanvan een leerkracht kan in-bouwen.

Nederland en Vlaande-ren werken al langer sa-men op onderwijsgebied.De vroegere overeenkom-sten GENT-1 en GENT-2handelen over het hogeronderwijs en het weten-schappelijk onderzoek.Deze overeenkomstenmaken het onder meermogelijk dat Vlaamse stu-denten hun studiebeursnaar Nederland meenemenals ze daar studeren en

omgekeerd. Maar het principe dat de financieringde student volgt vereist nog veel overleg. Eenstruikelsteen is de toevloed van Nederlandse stu-

Zwart,geel en

oranje?denten die in Vlaanderen geneeskunde komenstuderen omdat er bij hen een beperking van hetaantal studenten is ingesteld. De oplossing van ditprobleem moet men in een Europees verbandbekijken.

Spijbelaars aangepaktOnlangs ondertekenden Vlaams onderwijsmi-

nister Luc Van den Bossche en zijn Nederlandsecollega Jo Ritzen in Breda de nieuwste overeen-komst GENT-3. Ze wordt ook wel GENT-BREEDgenoemd omdat ze een breed terrein van de on-derwijssector bestrijkt. Voor de Vlaamse Gemeen-schap omvat die het basisonderwijs, het secundaironderwijs (zowel algemeen, technisch, beroeps-en kunstsecundair onderwijs) en de permanentevorming. In Nederland gaat het over het primaironderwijs, het voortgezet onderwijs, het beroeps-onderwijs, het leerlingwezen en de volwassenen-educatie. De overeenkomst is geldig voor de pe-riode 1994-1995. Ze wordt geëvalueerd in hetnajaar 1995.

Landen kunnen op het gebied van onderwijs

van elkaar leren. Dat is het uitgangspunt vanbeide ministers. Een dergelijke samenwerkingbetekent een versteviging van de positie van klei-ne landen in internationaal verband. Vlaanderenen Nederland willen aan tafel zitten om alvast tepraten over hoe ze samen de basisvoorwaardenvoor een kwaliteitsonderwijs kunnen scheppen.Ze pakken in dat verband de spijbelaars en devroege schoolverlaters gezamenlijk aan. Volgendjaar zullen daartoe een aantal projecten wordenopgestart. Hier komen onvermijdelijk de verschijn-selen ter sprake die de tewerkstelling van jonge-ren bemoeilijken.

Stages over de grensErg belangrijk in de samenwerking is de aan-

dacht voor de kwaliteiten van de leerkracht.Daarin zitten opdracht, professionaliteit, bezol-

i.v.m. de opleiding komenaan de orde. Voor de tech-nologische opleiding luidthet standpunt dat dezevorming integraal deel uit-maakt van de basisoplei-ding. Voorts onderzoekt

de ambtelijke stuurgroep voor het basisonder-wijs de samenwerking rond de aanmaak en ver-spreiding van leermateriaal.

Ook de eindtermen (in Nederland kerndoelengenoemd) komen in aanmerking voor gezamenlijkoverleg, dit zowel voor het basisonderwijs als hetsecundair. Het departement Onderwijs wil meercontacten tussen de Vlaamse Dienst voor Onder-wijsontwikkeling (DVO) die bij ons de voorstellenvan eindtermen opstelt en het Nederlandse Instituutvoor Leerplanontwikkeling (SLO). Het departe-ment is ook van plan om een meer intensieve sa-menwerking te stimuleren tussen het Centrum voorOnderwijsmedia en de Nederlandse Onderwijstele-visie.

In het secundair onderwijs worden grensover-schrijdende stages aangemoedigd en is er aan-dacht voor samenwerking tussen onderwijs enbedrijfswereld. Voorts komt de vergelijkbaarheidén de gelijkwaardigheid van opleidingen aan deorde. Al deze initiatieven moeten een harmonise-ring van de beide onderwijsstelsels mogelijk ma-ken. ■

diging, mobi-liteit, wacht-geld, vervan-ging en oplei-ding vervat.Voorts volgener voor cultu-rele minderhe-den bijzonde-re inspanningen. Die slaan op het onderwijs-voorrangsbeleid, het intercultureel onderwijs,het onderwijs in de eigen taal en Nederlands alstweede taal.

In het basisonderwijs gaat bijzondere aan-dacht naar het buitengewoon onderwijs, de op-vang van het jonge kind, de technologische vor-ming en de schoolbegeleiding. Jonge kinderenworden in beide landen verschillend opgevan-gen. Er zal eerst een vergelijkende analyse wor-den gemaakt. De opvang van zeer jonge kinde-ren, de rol van de ouders, de opdracht ten aan-zien van risicogroepen maar ook de vereisten

Waarschijnlijk kunt u binnenkort in Nederlandles geven.

Het Vlaams en Nederlandsonderwijs gaan meer buur-ten bij elkaar. De beideonderwijsministers zullende volgende twee jaarregelmatig van gedach-ten wisselen om het be-

S A M E N W E R K I N Gleid zoveel mogelijk opelkaar af te stemmen. Dezesamenwerking geldt voorhet basisonderwijs, hetsecundair onderwijs ende permanente vorming.Ook de leraar komt overde tong. Hoe zit het metzijn professionaliteit enzijn internationale mo-biliteit? Kan een Vlaam-se leerkracht bijvoorbeeldvoor een Nederlandse klasstaan? En omgekeerd? Depas ondertekende over-eenkomst GENT-3 (GeheelEuropees Nederlands Taal-gebied) opent alvast dedeur.

Vlaanderen en

Nederland leren

van elkaar.

Page 13: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 13

De tweede Dyna-Mo2-catalogus ligt

D Y N A M O 2jaar opnieuw rond uworen vliegen. U hebt tijdtot 15 mei om voor vol-gend schooljaar het pro-ject waarvan u al zo langdroomde te kiezen uithet menu van precies 200aanbiedingen. Eind juniverneemt u dan of uwproject voor financieringdoor het Departement inaanmerking komt.

Vijf miljoen voorschoolprojecten

op uw school. Hij brengtorde in het overaanbodvan acties, projecten, cam-pagnes enz. die elk school-

Met één project de school inbeweging.

DynaMo2 bestaat één jaar. Centraal elementin het project is de catalogus. Vorig jaar bevattehij 109 aanbiedingen binnen zeven werkvelden:bedrijvige, culturele, democratische, gezonde,groene, sportieve en veilige school. 146 scholennamen de uitdaging aan en dienden 383 projec-ten in, waarvan 81 in de «open ruimte». In dezeopen ruimte kunt u zelf voorstellen formulerenals u in het aanbod uw gading niet vindt. 102projecten kwamen in aanmerking: zij kregen intotaal 3,6 miljoen frank ondersteuning om hunproject dit schooljaar te realiseren.

Voor volgend schooljaar is het bedrag opge-trokken tot 5 miljoen. De catalogus bevat nuliefst 200 verschillende aanbiedingen. Daarnaastis ook de open ruimte gebleven.

Veel cultuurTussen project nr. 1, een beurswedstrijd, en

project nr. 200, het vormingspakket Mobiliteit inwelvaartstijd, zit een enorme rijkdom aan ideeënom met uw klas aan de slag te gaan. Bijna de helft

hoort bij cultuur, maarer zijn nog zes anderecategorieën:• 25 bedrijvige pro-jecten: vaar-, ruimte-en wetenschapsklas-sen, een bezoek aanhet KMI, havenexplo-ratie enz.• 84 culturele projec-ten: zelf een boek ma-ken, theater, museum-bezoek, muziekprojec-ten, Dracula enz.• 45 democratische pro-jecten: wereldklassen,Europees Paspoort te-gen Racisme, kansar-moede, vredesopvoe-ding, Anne Frank,Vlaamse Raad enz.• 14 gezonde projec-ten: aids- en drugpre-ventie, relationele enseksuele vorming, eer-stehulptechniekenenz.• 23 groene projecten:cursus bosbouw, boer-derijklassen, milieu-triatlon, Milieuboot,Biotopia enz.• 8 sportieve projec-ten: Eurofit-testbatte-

rij, Punch-fitheidstest, avontuurlijke sportdagen,zeilen enz.• 1 veilig project: vormingspakket Mobiliteit inwelvaartstijd van vzw Langzaam Verkeer.

School in bewegingU kunt op drie manieren deelnemen aan Dyna-Mo2.1. U wil geen financiële tegemoetkoming (hetproject is goedkoop of gratis, u hebt zelf midde-len genoeg).Dan kunt ugewoon zelfcontact opne-men met de or-ganisatoren uitde catalogus. De adressen staan erin.2. U wil een financiële tegemoetkoming? U moetuw aanvraag indienen ten laatste op 15 mei. Uzet uiteen hoe u het gevraagde project situeert inde ruimere werking van uw klas of school. Daar-bij houdt u rekening met vijf criteria: inpassingin het schoolwerkplan, longitudinale werking,continue werking, vakoverschrijdende aanpaken een zo groot mogelijke participatiegraad vanuw leerlingen. Hoe duidelijker uw dossier, hoemeer kans op financiële ondersteuning.3. U wil een volledig eigen project realiseren inde «open ruimte»? U volgt dezelfde werkwijzeals in 2.

Jarige ClausElk jaar staat één werkveld centraal in de

catalogus. In de vorige catalogus was dat dedemocratische school. Nu wordt de cultureleschool extra in het zonnetje geplaatst. Dat merktu al aan het aantal projecten in dit veld. Daar-naast is er een apart Claus-luik. Hugo Clauswordt dit jaar immers 65 en dat zullen we gewe-ten hebben. Negen projecten draaien rond zijnwerk: van gedichten op muziek zetten tot uweigen Claus-videoclip maken. Scholen die hierintensief op inspelen kunnen rondleidingen winnen,boekenpakketten, een diner met Claus in deComme chez Soi of Stekkerlapatte enz.

Een primeur ten slotte is de samenwerkingmet Cultureel Jeugd Paspoort (CJP). De wed-strijd Cultuurschool van het jaar wordt im-mers voortaan samen met DynaMo2 georgani-seerd. De winnende klas mag alvast gratis naarde Provence en het podiumkunstenfestival vanAvignon. ■

DynaMo2 - Centrum voor Informatie en Documenta-tie - Veronique Adriaens - Koningsstraat 71 - 1000Brussel - + 02-219 95 27

Een etentje met

Hugo Claus?

Page 14: Klasse voor Leraren 45

14 KLASSE NR.45

Wapens. Jongeren dragen steeds meer wapens in de klas.Een onderzoek bij ruim 600 leerlingen uit het secundaironderwijs in Luik bracht aan het licht dat meer dan 1 op de 10jongeren gewapend met een spuitbus, een honkbalknuppelof een revolver naar school komt. Meer dan de helft van deondervraagde jongeren maakten zich ooit schuldig aan éénof ander gewelddadig vergrijp. Vandalisme scoort het hoogst,op de voet gevolgd door graffiti spuiten en wapendracht.

Saneren. Volgens de studiedienst vande Kredietbank zou 19␣ % van het onder-wijzend personeel moeten verdwijnen.Een school moet volgens de bank be-stuurd worden als een bedrijf. Ons landbesteedt per leerling of student 22␣ % meeroverheidsgeld dan het gemiddelde vande Europese Unie. Deze meerkosten (44miljard) leveren kwalitatief niet veel op.Vooral in het secundair onderwijs knijptde portemonnee. Daar geven wij 41␣ %meer uit dan het Europees gemiddelde.De oorzaken van die hoge kost liggen op5 niveaus. De arbeidsduur ligt 12 tot

16␣ % onder het EU-gemiddelde. Het

hoog aantal zittenblijvers in basis- ensecundair leidt in de Vlaamse gemeen-schap tot 6,2 miljard en in de Franse tot7,6 miljard extra uitgaven. We telleneen toenemend aantal leerkrachten zon-der lesopdracht. Ook de schaal van descholen speelt een rol. Kleinschalige scho-len hebben relatief gezien recht op meerleraars. Ten slotte wordt een overaanbodaan studierichtingen en opties vastge-steld. Daardoor kost een leerling in Bel-gië aan de overheid gemiddeld per jaar56.865 frank meer dan het EU-gemiddel-de. Daarnaast stelde de KB ook vast dathet inkomen van licentiaten van 1970tot 1989 er liefst met 28␣ % op achteruit-ging.

Knijpen en grijpen. Vier op de 5 tie-ners zeggen slachtoffer te zijn geweestvan ongewenst seksueel gedrag. Dat blijktuit een recent onderzoek in Amerika bij1600 scholieren tussen 12 en 16 jaar. Demeeste ondervraagden (66␣ % van demeisjes en 55␣ % van de jongens) klagenover vervelende grappen, gebaren engefluit. Daarna komen fysiek ongewensteintimiteiten als aanraken, knijpen en

J O U R N A A L

grijpen op bepaalde plaatsen.Van de meisjes zeggen 65␣ %hiervan last te hebben gehad,van de jongens 42␣ %. Eén opde 10 zeggen gedwongen tezijn tot iets seksueels, andersdan kussen.

Socrates als vernieuwer.De Europese commissie haal-de Socrates binnen als nieuwepatroon voor haar acties rondonderwijs en vorming. Al sindseen aantal jaren kunnen dui-zenden jongeren dankzij decommunautaire programma’sErasmus en Lingua ervaringopdoen met het onderwijsstel-sel in een ander land. Eind ditjaar lopen deze Europese on-derwijsprogramma’s in hunhuidige vorm af. Maar de EG-commissie verzekert de voort-zetting van programma’s alsErasmus (de mobiliteit vanuniversiteitsstudenten en -do-

centen) en Lingua (talen). Ze koos daar-om voor één actie-programma van vijfjaar onder de naam Socrates. Naast Er-asmus, Lingua, Eurydice en Arion biedtSocrates ook ruimte voor nieuwe pro-gramma’s voor onderwijssamenwerking.Het is de bedoeling de kwaliteit van hetonderwijs op te krikken en vernieuwingte stimuleren. Voor 1995-1999 stelt zedaarvoor een begroting voor van meerdan 40 miljard frank. Dat is 16 miljardmeer dan voor 1990-1994 werd uitge-trokken. Vanaf januari krijgt ook Leonar-do da Vinci een Europese sterrenvlag. Ditcommunautair actieprogramma wil debestaande programma’s voor beroeps-opleiding vereenvoudigen en rationali-seren. De commissie wil geen harmoni-sering van de opleidingsprogramma’svan bovenuit opleggen. Ze ziet meer broodin het bevorderen van de samenwerkingtussen gedifferentieerde systemen. Eerstelkaar begrijpen via uitwisseling zou ach-teraf kunnen leiden tot een vrijwilligeafstemming op elkaar. Da Vinci neemtComett (samenwerking tussen universi-teit en bedrijfsleven inzake opleiding),Petra (initiële opleiding), Force (voortge-zette opleiding) en Eurotecnet (techni-sche innovatie) onder zijn hoede. Hier-voor is voor de komende 5 jaar 32 mil-jard frank uitgetrokken.

Schending godsdienstvrijheid. Eenschool mag islamitische leerlingen ver-bieden een hoofddoek te dragen, als hetschoolreglement dat voorschrijft. EenGentse rechter besliste dat in een kortgeding. De rechter oordeelde dat de vrij-heid van godsdienst en vrijheid van on-derwijs evenwaardig zijn. Elke school maghaar eigen beleid bepalen. Elke oudermag kiezen naar welke school hij zijnkind stuurt. Wie het schoolreglement

ondertekent verklaart zich akkoord methet schoolbeleid, ook als dat het dragenvan hoofddoeken verbiedt. Het Centrumvoor Gelijkheid van Kansen adviseert descholen niet te dogmatisch op te tredenals een hoofddoek het normaal verloopvan een les niet hindert. De school kanwel strenger optreden als er aanwijzin-gen zijn van manipulatie of als de leer-lingen de dupe worden van een radicalegodsdienstige houding van één van hunmedeleerlingen. Bepaalde schoolse acti-viteiten zouden bijvoorbeeld daardoorniet kunnen doorgaan. Overigens is vol-gens het Islamitisch Centrum in Brusselhet dragen van een hoofddoek geen ko-rannieke verplichting.

Afgeblazen. De Vlaamse onderwijsmi-nister trok zijn ontwerp op de hervor-ming van de hogescholen (het HOBU-decreet) geheel in. Volgens de ministerkunnen hogescholen financieel slechtsoverleven als ze ten minste 3500 tot 4000studenten tellen. Er is een verschil tusseneen hogeschool en een vestiging. Eenvestiging met meer dan 600 studenten iswel leefbaar. Per hogeschool houdt deVLD vast aan een minimumnorm van600 studenten en wil maar één vesti-gingsplaats per hogeschool. Geen de-creet dus.

Middagpauze met strippenkaart.In Nederland is overblijven op de meestebasisscholen een zaak van de ouders.Sinds de wet op het basisonderwijs (1985)moeten scholen de leerlingen in de gele-genheid stellen om onder toezicht demiddagpauze op school door te bren-gen. Men probeert de kinderen zo aan-genaam mogelijk bezig te houden. Opde helft van de scholen is het schoolge-bouw en het schoolterrein geschikt ge-

maakt voor het eten en spe-len in de middagpauze. Eénop de 10 scholen doet méér:daar kunnen kinderen bijvoor-beeld vrij gebruik maken vande boekenhoek, spel-, knut-sel- en tekenmaterialen, degymzaal, de computerruimteof buitenspeelmateriaal. Deleerlingen nemen vrijwel al-tijd hun eigen lunchpakketmee. Toezicht houden is vaakeen zaak van ouders: 56␣ %als vast betaalde overblijf-kracht; 22␣ % als incidenteelbetaalde kracht en 17␣ % alsonbetaalde kracht. Eén op dedrie leerkrachten houdt zelfook toezicht, zij het meestalpro deo. Op bijna driekwartvan de scholen betalen deouders voor het overblijvenvan hun kinderen een vastbedrag per keer dat varieertvan 20 tot 60 frank. Sommi-gen kopen een strippenkaart.

Page 15: Klasse voor Leraren 45

TOEAREG IN DE KLASWilt u gratis de woestijn in? Dat kan. InTervuren loopt een tentoonstelling overde Toeareg. 400 lezers van KLASSE kun-nen er gratis naartoe. En 10 lezers kun-nen een gratis catalogus winnen. Meerop volgende pagina.

IDEE

Page 16: Klasse voor Leraren 45

16 KLASSE NR.45

ABS-SYSTEEMBij elke tip in het katern vindtu een letter: a, b of s. Datverwijst naar de specifieke doel-groep van het idee. a staatvoor algemeen, b voor basis-onderwijs en s voor secun-dair en hoger onderwijs. Zovindt u snel uw weg in hetgrote aanbod.

TOEAREG IN DE KLAS aHonderden voorwerpen, foto’s, kaarten, grafie-ken, videofilms én een reconstructie van eenToearegkamp tonen het traditionele leven encultuur van deze nomaden uit de woestijnenvan West-Afrika. Tal van nevenprojecten omka-deren deze tentoonstelling: muziekconcerten,vertellingen van Toearegverhalen, demonstra-ties van de theeceremonie enz. Bij de tentoonstel-ling horen twee werkmapjes (leerlingen 7 tot 9jaar; leerlingen 10-12 jaar) waarmee u de Toea-reg ook in uw klas kunt brengen. Zo kunt u eenbezoek aan de tentoonstelling voorbereiden ofnaverwerken. U kunt de mapjes ook zondertentoonstellingsbezoek gebruiken in de klas. Demapjes kosten 20␣ fr. per exemplaar.U kunt op bezoek bij de Toeareg tot 31 juli. De

toegangsprijs bedraagt 50␣ fr. perpersoon. Schoolgroepen betalen 20␣ fr.per leerling. Een rondleiding kost1200␣ fr. voor maximum 20 leer-lingen en duurt één uur. De rijkgeïllustreerde catalogus kost 980␣ fr.U vindt de Toeareg in het Konink-lijk Museum voor Midden-Afrika.Dit museum is opgericht in 1897en toont het Afrikaanse continentin al zijn facetten: volkscultuur enartistieke expressie, fauna en flo-ra, geschiedenis en economie enz.KLASSE-lezers kunnen gebruikmaken van een speciaal aan-bod. De eerste tweehonderd in-zenders van het bonnetje bij ditartikel krijgen twee gratis inkom-kaarten voor de Toeareg-tentoon-

stelling per kerende post. En tussen alle inzendersverloot het museum 10 catalogi van de tentoon-stelling (waarde 980␣ fr.). Snel wezen is dus deboodschap.Koninklijk Museum voor Midden-Afrika - EducatieveDienst - Leuvensesteenweg 13 - 3080 Tervuren - + 02-769 52 11

BOKRIJK OVERROMPELD aIn KLASSE 43 nodigden we de Vlaamse leer-krachten uit samen met hun gezin kennis tekomen maken met de educatieve mogelijkhe-den van het domein Bokrijk. De respons wasoverweldigend: meer dan 13.000 lezers vroegenmeteen een deelnemingskaart aan. Er warendan ook tientallen gidsen en begeleiders nodig.Moet het gezegd dat het oude schooltje nog nooitzoveel leerkrachten over de vloer kreeg dan op 24april? KLASSE vroeg aan de bezoekers welkeletter van het alfabet ontbrak op een oude lees-lap aan de muur. Dat was zoals vroeger welvaker gebeurde de letter J die toen niet als aparteletter werd beschouwd. Wie met dit spelletje vanKLASSE een driedelige Van Dale won leest u involgend nummer.

LEESBEVORDERING sDe inspectie secundair onderwijs werkt aaneen inventaris van lokale initiatieven rondleesbevordering bij jongeren van 14 tot 18jaar. Beperkte ervaringen, onderzoeken enprojecten tonen immers aan dat er erg weinigwordt gelezen door jongeren. Als voorberei-ding op een ruime actie verzamelt de inspec-tie informatie over recente lokale initiatie-ven. Scholen, oudercomités, vriendenkringenenz. die rond leesbevordering werkten wor-

TOEAREG IN DE KLASO Ja, ik wil graag een gratis catalogus winnen

O Ja, ik wil graag twee gratis inkomkaarten voorde Toeareg (de eerste 200 inzenders!)

Naam: .........................................................

Adres: ..........................................................

...................................................................

P.S. Stuur dit bonnetje naar: Koninklijk Museumvoor Midden-Afrika - Leuvensesteenweg 13 - 3080Tervuren

den verzocht hun bevindingen kenbaar temaken.P. Michielsens, inspecteur-generaal secundair on-derwijs - RAC Arcadengebouw - 5de verdieping -kamer 5104 - 1010 Brussel - + 02-210 53 22

WANDELEN IN DE WESTHOEK bDe acht wandelingen uit Kleine monumenten in deWesthoek tonen leerlingen van de 4de, 5de en6de klas een andere zijde van de Westhoek. Leer-lingen van zeven basisscholen uit verschillendenetten zochten in de omgeving van hun schoolnaar kleine monumentjes die te weinig aan-dacht krijgen bij klassieke schoolbezoeken aande Westhoek: een oude brouwerij, bloemmolens,meerpalen in Roesbrugge, een Burgweg in Pol-linkhove, kapelletjes in West-Vleteren enz. Zehebben dan zelf wandelingen uitgestippeld inlussen rond hun respectievelijke scholen. De achtwandelingen staan in een foldermap en eenspeciale brochure geeft informatie over de mo-numenten. Foldermap + brochure kosten 150␣ fr.,verzendingskosten niet inbegrepen. Het wandel-project maakt deel uit van het project IJzer/Yser,wisselstroom voor een streek van Samenlevingsop-bouw Westhoek.Samenlevingsopbouw Westhoek - Iepersesteenweg 56- 8600 Woumen-Diksmuide - + 051-54 58 13

KLASSE-SERVICE• SPELLING OP VIDEO bGeen fouten meer is een didactische film overspelling in de lagere school. Onderwijzer JeanVanonckelen putte uit 25 jaar onderwijservaringom alle spellingsmoeilijkheden in een tabel tebrengen en zijn methode op video uiteen tezetten. De video kost 980␣ fr. + verzendingskosten.Jean Vanonckelen - Kauwplasstraat 62a - 3545 Halen- + 013-44 39 16

• BOEKEN IN HET ZIEKENHUISHet Rode Kruis-Vlaanderen beschikt over een col-lectie van 5000 kinder- en jeugdboeken. In1993 waren er 10.000 uitleningen in 40 instel-lingen waar kinderen verblijven. De collectiebevat strips, verhalen, informatieve boeken,gesproken boeken (audiocassettes) en binnen-kort ook kinderboeken in het Turks en Arabisch.Het Rode Kruis is nog op zoek naar vrijwilligersom met deze kinderen met en rond boeken tewerken.Rode Kruis-Vlaanderen - Wouter De Vos - Vleurgatse-steenweg 98- 1050 Brussel - + 02-645 45 09

• INFO VIA DE TELEFOON aEDUCA is een nieuw Bulletin Board System (BBS)voor onderwijs. Het is niet-commercieel, vak- ennetoverschrijdend. Het is via pc, modem entelefoonlijn permanent bereikbaar voor me-dedelingen, vragen en antwoorden, bestandenen informatiebulletins. Aardrijkskunde, biolo-gie, chemie en fysica zijn al opgenomen; wis-kunde en geschiedenis volgen binnenkort.EDUCA - BBS 03-653 32 47

• EDUCATIEVE SOFTWARE bAvesoft verenigt onderwijsmensen uit het basis-onderwijs en stimuleert en begeleidt het gebruikvan informatietechnologie: advies bij aankoopvan hardware of software, computercursussen,kortingen bij aankoop educatieve software enz.vzw Avesoft - Guy Lories - Patrijzenlaan 70 - 1600St. Pieters-Leeuw - + 02-356 05 41 (elke dag van18 u. tot 20 u.)

Page 17: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 17

• HENRI EVENEPOEL: TOT 12/6 aOngeveer 200 schilderijen, tekeningen, aquarellen enz. brengenhulde aan de Belgische schilder Henri Evenepoel (1872 - 1899).Zijn onderwerpen zijn eenvoudig: straattaferelen, landschap-pen, voorbijgangers, portretten en vooral de wereld van het kind.De toegangsprijs bedraagt 80␣ fr. per leerling. Een geleid bezoek

kost 2000␣ fr. (20 leerlingen) en duurtanderhalf uur. Om Evenepoel be-

ter te situeren in de schilderkunst is een bezoek aan de perma-nente collectie 19de eeuw aan te raden. Daarvoor is de toeganggratis. Een geleid bezoek kost eveneens 2000␣ fr.Een tip voor snelle beslissers: op zondag 8 mei iser een opendeurdag. U kunt dan een bezoekbrengen aan het Museum voor Oude en Moder-ne Kunst én aan een aantal reserves. De toegangis gratis, behalve voor de tijdelijke tentoonstel-ling Evenepoel.Koninklijke Musea voor Schone Kunsten - Museumvoor Moderne Kunst - Koningsplein 1-2 - 1000 Brussel- + 02-508 34 50

• HENRI EN MAURICE SEGHERS: aTOT 31/5 EN 31/7Henri (1848-1919) en zijn zoon Maurice (1883-1959) Seghers zijn het onderwerp van een dub-beltentoonstelling in Antwerpen. Het NationaalScheepvaartmuseum brengt tot 31/7 een selec-tie schilderijen, aquarellen, tekeningen, scheeps-modellen enz. Het Stedelijk Prentenkabinettoont tot 31/5 een selectie prenten en tekenin-gen, aangevuld met enkele scheepsmodellen. Het werk vanvader en zoon Seghers toont de evolutie van de scheepvaart opde Schelde, de binnenvaart en de visserij van eind 19de eeuw totmidden 20ste eeuw.De toegang is gratis voor schoolgroepen. Een geleid bezoek kost1200␣ fr. voor twee uren + 600␣ fr. per bijkomend uur. Aanvra-gen: Dienst voor Toerisme - Gidsenbeurs - 03-232 01 03.Nationaal Scheepvaartmuseum - Steenplein 1 - 2000 Antwerpen -+ 03-232 08 50/ Stedelijk Prentenkabinet - Vrijdagmarkt 22 - 2000Antwerpen - + 03-233 02 94

• JEF VERHEYEN RETROSPECTIEF: TOT 13/6 aJef Verheyen (1932-1984) was één van de eerste monochromeschilders van Europa: goud en zilver, bruin en grijs, laterpasteltinten en vanaf 1957 witte monochromen. Hij «wilde nietmet kleur schilderen, maar kleur en licht uitbeelden.» Dezetentoonstelling omvat ruim 100 werken.Leerlingen tot 14 jaar hebben gratis toegang. Oudere leerlingen

ZEKER zien.

in schoolgroepen betalen 50␣ fr. per leerling. Een rondleiding kost1000␣ fr. (25 leerlingen) en duurt anderhalf uur. Er is een gratiseducatieve tekst om het bezoek in de klas voor te bereiden.Provinciaal Museum voor Moderne Kunst - Romestraat 11 - 8400Oostende - + 059-50 81 18

• MOEDER, WAAROM LEVEN WIJ?: TOT 28/5 sLode Zielens -samen met Gerard Walschap en Maurice Roelants-vernieuwde rond 1930 de literatuur. De sociale en ethischeproblematiek werd belangrijker, de mens kwam centraal te

staan. Deze tentoonstelling illustreert leven enwerk van Zielens met boeken, manuscripten,brieven, foto’s, affiches enz.De toegang is gratis voor schoolgroepen. Eengeleid bezoek is eveneens gratis.U kunt ook een bezoek brengen aan de vernieuw-de permanente opstelling over het cultuurlevenin Vlaanderen. Het eerste luik (1800-1914) isopnieuw open sinds einde maart. Het tweede luik(1914-vandaag) opent eind dit jaar zijn deuren.Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven -Minderbroedersstraat 22 - 2000 Antwerpen - + 03-232 55 80

• ACHTER HET WITTE DOEK: TOT 19/6 aVan camera obscura tot cinema of een overzichtvan 150 jaar camera’s, projectoren en affiches:dat is het onderwerp van deze tentoonstellingover de drang van de mens om de illusie vanbeweging in beeld te brengen.

De toegang is gratis. Een geleid bezoek kost 1200␣ fr. (maximum15 leerlingen).Gemeentekrediet - Pachecolaan 44 - 1000 Brussel - + 02-222 45 05

• GANZENBORDEN UIT DE 19DE EN 20STE EEUW: a5 TOT 29/563 genummerde vakjes, put, doolhof, gevangenis, dood enz.Naast de vaste grondregels is er een enorme variatie aanillustraties, grondvormen, figuren enz. De toegang is gratis.KuOn-centrum - Dendermondsesteenweg 319 - 9040 St. Amandsberg(Gent) - + 09-229 32 11

• ROND DAMIAAN: TOT 4/6 aEen tentoonstelling over missionering in de 19de eeuw. Dami-aan is hoofdonderwerp, maar ook de missionaire beweging krijgtruime aandacht: De Smet bij de Indianen, scheutisten in Mongo-lië, Lievens in Indië enz. De toegang en de catalogus zijn gratis.KADOC - Vlamingenstraat 39 - 3000 Leuven - + 016-28 35 00

PHILADELPHIA sPhiladelphia is de bekende Hollywoodfilm overaids en discriminatie. IPAC Vlaams aidscoördi-naat heeft een speciaal infopakket samenge-steld om de vele vragen die deze film oproeptalsnog te beantwoorden. Het pakket Philadel-phia omvat een aidsfolder, artikels over juridi-sche aspecten en aids, homo-emancipatie enaids, kinderen met hiv en hoe ermee omgaan,een folder over aids in de werkplaats, eenadressenlijst, boekbesprekingen, een voorstel-lingsfolder van het Aidsteam en van de Fede-ratie Werkgroepen Homoseksualiteit en eenZet ‘m Op-poster. Het pakket kost 140␣ fr.IPAC Vlaams aidscoördinaat - Marnixplaats 16/17 -2000 Antwerpen - + 03-238 68 68 - Voor algeme-ne en persoonlijke vragen over aids: Aidstelefoon + 078-15 15 15

MIKMAK EN KIFKIF bMikMak is «een nieuw verhalenland» voor kinde-ren van 8 tot 12 jaar. Het is een nieuw tijdschriftuit Nederland met verhalen, gedichten, tekenin-gen, brieven, prijsvragen enz. Voorts maakt het

blad een rondreis langs grote Europese stedenmet geheimzinnige, grappige en griezelige ver-halen. De reis begint in Brussel. MikMak ver-schijnt tien keer per jaar. Een los nummer kost120␣ fr. Een abonnement kost 1000␣ fr. per jaar.Wie leest die feest is het tweede boek in de reeksKifkif voor kinderen van 9 tot 12 jaar. In dezereeks verschijnen drie deeltjes per jaar met ver-halen en gedichten, reportages, taalspelletjes,recepten, strips, knutseltips, puzzels enz. Elkdeel gaat in verschillende culturen op zoek naargewone dingen die toch anders zijn. Dit keer isdat feesten; mooie kleren, feestmenu’s en ca-deau’s inbegrepen: een Surinaams partijtje, eenpiñata, een kaarsendans, een klapspelletje uitTanzania enz. Elk deeltje kost 175␣ fr., een abon-nement voor drie nummers kost 495␣ fr. (+ 100␣ fr.verzendingskosten). Bij bestelling van meerde-re exemplaren gelden speciale groepstarieven.Leerkrachten krijgen telkens een lesbrief metsuggesties en ideeën om in de klas aan de slag tegaan.Uitg. Bakermat - K. Astridlaan 160 - 2800 Mechelen -+ 015-42 05 08

Page 18: Klasse voor Leraren 45

WEDSTRIJDEN• FOTOWEDSTRIJD «DE GRENS» aTot 15 augustus kunt u deelnemen aan eenfotowedstrijd met als thema de grens tussenFrankrijk en Vlaanderen: grensposten en-palen, grenscafés enz. U mag maximum vijffoto’s inzenden, formaat 18 x 24 cm., zwartwit ofkleur. Op de keerzijde van elke foto schrijft u uwnaam, adres én de plaats waar u de foto hebtgemaakt. In beide categorieën (zwartwit en kleur)worden prijzen en ere-diploma’s toegekend. Degeselecteerde foto’s worden van 9 tot 18 septem-ber tentoongesteld in het Fransvlaamse Gode-waersvelde.Association Hier en Flandre, Douane et Fraude, Blau-wers en Kommiezen - p/a Mairie - 59270 Godewaers-velde - Frankrijk - + 0033-28 42 50 06 of in België:+ 057-44 47 10

• HET VERDRAG VAN TORDESILHAS sDe Ambassade van Portugal herdenkt de 500steverjaardag van het Verdrag van Tordesilhas meteen wedstrijd voor leerlingen van 12 tot 18 jaar.De leerlingen nemen individueel deel met eentekst over ontstaan, historische context en ge-volgen van het verdrag. Dit verdrag verdeelde denieuw ontdekte gebieden (o.a. in Zuid-Amerika)tussen Portugal en Castilië. De tekst telt minstensvijf pagina’s A4 en is geschreven in het Neder-lands, Frans of Portugees. Inzenden is mogelijktot 31 mei. De eerste drie gerangschikten krijgeneen prijs ter waarde van resp. 10.000, 7000 en5000␣ fr. De uitslag wordt bekendgemaakt op 10juni, de Dag van Portugal, van Camões en van dePortugese Gemeenschappen.Ambassade van Portugal - Serviços de Apoio - Gul-denvlieslaan 55 - 1060 Brussel - 02-539 37 13

GRATIS DATABANK sJongeren tussen 15 en 25 jaar kunnen tot 30juni gratis een kijkje nemen in de IVO-Data-bank. Deze databank verzamelt elk jaar zo’n75.000 doe-vakanties (betaald of op vrijwilligebasis), studentenjobs, stages allerhande, les-senreeksen, sportieve activiteiten enz. van meerdan 1500 ondernemingen en verenigingen uitde gehele wereld. Vorig jaar hebben 21.000jongeren de databank geraadpleegd; 93␣ % vanhen was van plan dit in 1994 weer te doen.Nieuw is dat de jongeren hun keuze per tele-foon kunnen doorgeven, wat de wachttijdenaanzienlijk vermindert. Daarvoor bellen zenaar + 077-34 59 11. Daarnaast kunnen ze dedatabank zoals vroeger raadplegen in elk agent-schap van de Generale Bank of in het IBMComputer Center in Brussel. De IVO-Data-bank is een samenwerkingsproject van Insti-tuut van de Onderneming, IBM en Coca-Cola.Instituut van de Onderneming vzw - Eendracht-straat 53 - 1050 Brussel - + 02-513 45 88

PETERS VOOR JONGE SCHRIJVERS aHebt u leerlingen in uw klas met speciale be-langstelling voor literatuur? Misschien schrij-ven ze zelf wel gedichten of verhalen en vragenze u om advies. Speciaal voor deze leerlingenhebben de Beursschouwburg en de KredietbankProject 6/26 opgestart. Alle leerlingen van 6 tot26 jaar kunnen zich melden en worden dan(minstens) één jaar begeleid door een bekendauteur. Daniël Billiet, Charles Ducal, Clara Haesaert,Marc Maes, Ben Reynders, Geert van Istendaelenz. werken al zeker mee. De leerlingen worden

individueel én gratis begeleid. Meer informatievindt u in een gratis folder en in de nieuweDynamo2-catalogus (project 43).Beursschouwburg - A. Ortsstraat 22 - 1000 Brussel -+ 02-513 82 90

GEDETACHEERDEN GEZOCHT aHet schooljaar loopt stilaan ten einde en daar-mee komt ook een einde aan tal van detache-ringen. De betrokken verenigingen zijn dusdruk op zoek naar nieuwe leerkrachten die ookwel eens een periode buiten de klas willenwerken. Een greep uit de vraag:• een vastbenoemd leerkracht (jonger dan 38jaar) die wil werken met politiek geëngageer-de jongeren op het Landelijk Secretariaat.Volksuniejongeren vzw - Barricadenplein 12 - 1000Brussel - + 02-217 63 28• twee vastbenoemde leerkrachten (maximum38 jaar) voor redactioneel en organisato-risch werk op het nationaal secretariaat.KSJ-KSA-VKSJ - Guido Vanfraechem - Gaucheret-straat 205 - 1210 Brussel - + 02-241 41 10• een vastbenoemd leerkracht (niet ouder dan35 jaar) met interesse voor jongerenwerk.Jongerenbeweging van de socialistische mutualiteit -MJA - St. Jansstraat 32 - 1000 Brussel - + 02-515 02 52• een vastbenoemd leerkracht (creatief, zelf-standig, kennis van jongeren en hun leefwe-reld) voor activiteiten rond cultuur voor enmet jongeren. Solliciteren vóór 15 mei.vzw De Verbeelding - Hoogpoort 50 - 9000 Gent -+ 09-225 14 40• een vastbenoemd leerkracht basisonderwijs(liefst niet ouder dan 34 jaar) met interessevoor en eventueel enige ervaring met kinder-film en filmopvoeding.Jefi vzw - Eddie De Baere - Troonstraat 125 - 1050Brussel - + 02-507 88 55• een vastbenoemd leerkracht (max. 38 jaar)met belangstelling voor studentenproblema-tiek. Solliciteren vóór 20 mei.Vereniging van Vlaamse Studenten - Kleerkopersstraat15-17, bus 321 - 1000 Brussel - + 02-223 05 05• drie vastbenoemde leerkrachten voor admi-nistratieve én educatieve taken in een op-vangtehuis voor thuisloze mannen en geïnte-greerd wonen.vzw Westhuis - Emmy Gielen - Terbekstraat 10 -3580 Beringen - + 011-43 20 93 (kantooruren).• een vastbenoemd leerkracht (max. 36 jaar)voor een gevarieerde pedagogische opdracht.Kriskras vzw - Wim Vande Casteele - Prinses Clemen-tinalaan 205 - 9000 Gent - + 09-221 08 05• een vastbenoemd leerkracht (max. 36 jaar)die zich herkent in de Wereldwinkelwerking.Oxfam-Wereldwinkels Jongerenservice vzw - Bart Defreyne- Nieuwland 37 - 9000 Gent - + 09-223 46 02• een vastbenoemd leerkracht (max. 38 jaar),liefst met ervaring in het jeugdwerk.Humanistische Jongeren vzw - Raymonda Verdyck -Moretusstraat 2-4 - 1070 Brussel - + 02-521 79 20• een vastbenoemd lid van het onderwijsperso-neel (max. 35 jaar, met ervaring met of inte-resse voor scouting) voor een staffunctie ophet Landelijk Secretariaat.Federatie voor Open Scoutisme vzw - Mellestraat18A - 9270 Laarne - + 09-230 60 50• een vastbenoemd leerkracht (max. 36 jaar)om mee te werken in Jeugd en Wetenschap.Jeugd en Wetenschap vzw. - André Van Overberge,voorzitter - Wilgengaarde 17 - 1702 Dilbeek - + 02-252 58 08

18 KLASSE NR.45

MULTICULTUREEL aEr is een inventaris beschik-baar van recent Nederlands-talig spel- en lesmateriaalover multicultureel en multi-etnisch samenleven; vooroor-delen en discriminatie; racis-me; migranten, asielzoekersen vluchtelingen en extreemrechts. Deze inventaris is eenwerkinstrument waarmee umeteen lessen, themadagenof projectweken kunt opzet-ten. Bovendien krijgt u infor-matie over tentoonstellingenof activiteiten, audiovisueel ma-teriaal, gastsprekers, achter-grondmateriaal, tijdschriftenen andere inventarissen ronddeze thema’s.De Les- en spelwijzer voor multi-etnisch samenleven zit in eenhandige ringmap. Hij kost500␣ fr. + verzendingskosten.Info Jeugd Nationaal - Vrijdag-markt 11 - 2000 Antwerpen -+ 03-231 07 58

Page 19: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 19

ALGEMEEN a• BOEKJE OPEN OVER BOEKENBoekerang gidst uw keuze van verhalende en informatieveboeken, dichtbundels en boeken op cassette, CD en video. Uvindt er korte besprekingen, fragmenten, auteurs aan hetwoord, leeservaringen van klein en groot enz. Boekerang I is

voor eerste lezers (6-8 jaar), Boe-kerang II voor lezers vanaf 12 jaar.

Boekerang I/Boekerang II - Luc Lannoy - Uitg. Bakermat - + 015-4205 08 - 64 en 96 blz. - 150␣ fr. per deel

• PAARDEKOPERHet beroemde taalnormboek is aan een nieuwe uitgave toe.Het geeft de voorschriften voor spraakkunst, spelling, stijl enwoordgebruik van de Nederlandse taal.ABN-gids - Prof. dr. P.C. Paardekoper - Standaard Uitg. - + 03-239 59 00- 364 blz. - 350␣ fr.

• KAARTEN AAN DE WANDEr zijn nieuwe wandkaarten met hetBelgië van de 10 provincies, het Europa vande 45 landen en de nieuwe wereld waarinwij leven. Europa is ook op A4-formaatbeschikbaar (200␣ fr. voor 10 kaarten).Uitg. Abimo - + 052-46 24 07 - 420␣ fr. of380␣ fr. (vanaf 3 ex.) + verzendingskosten

BASISONDERWIJS b• EEN EIGEN LABOKinderen (vanaf 10 jaar) ontdekken degeheimen van de aarde: aardbevingen, vulkanen enz. Thuiskunnen ze meer dan honderd proeven uitvoeren: bliksemen,stalactieten maken enz. De vorige delen, Wetenschap ontdekkenen De natuur ontdekken kosten tot 1 september 899␣ fr. en daarnaook 990␣ fr.De aarde ontdekken - John Farndon - Uitg. Davidsfonds/Infodok -+ 016-22 87 44 - 192 blz. - 990␣ fr.

• PEUTERS NAAR SCHOOLDe helft van de Vlaamse tweeënhalfjarigen gaan naar school:een wereldrecord. Maar lang niet alle peuters zijn schoolrijp. Debrochure gaat in op de eigen situatie van peuters op school engeeft tips om de kleuterschool peutervriendelijker te maken.Peuter tussen kleuters - Gezinsbeleid in Vlaanderen, jaargang 1993,

ZEKER lezen.

NAAR THAILAND aBelgië en Thailand werken samen aan hetproject Vocational and Technical Education in theNortheast of Thailand. Het loopt drie jaar enontwikkelt leermiddelen voor leerkrachten be-roepsonderwijs.Hiervoor wordt een Resource Centre (RC)opgericht. Daarnaast wil het project de curri-cula van het technisch onderwijs verbeterenop het vlak van produktietechnologie (CNC-,CAD- en lastechnieken). Hiervoor worden drieProduction Technology Centres (PTC) op-gericht.Het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssa-menwerking (ABOS) zoekt:• 1 projectleider (RC): universitair diplomapedagogie (of aanverwante), vertrouwd metmoderne audiovisuele technieken, drukken vanleerboeken en brochures en het opstellen vanleerprogramma’s;• 1 projectleider (PTC): burgerlijk ingenieurelektro-mechanica of mechanica, praktischeervaring met genoemde technieken;• 2 junior deskundigen (RC): 1 voor audiovisu-ele apparatuur, inclusief werking en trainingen 1 voor de druk-eenheid, inclusief werkingen training;• 6 junior deskundigen (2 per PTC): industriëel

of burgerlijk ingenieur elektro-mechanica ofmechanica;• enkele experts voor consultancy-opdrachtenvan korte duur en enkele leraars op vrijwilli-gersbasis voor lessen in het algemeen belangvan het project.Alle geselecteerden krijgen een opleiding, zo-wel in België als ter plaatse.ABOS - Dienst Azië - Marsveldplein 5 bus 57 - 1050Brussel - + 02-519 06 05

OVER DE GRENZEN aEven een korte bijscholing in het buitenland?Deze maand zijn er aanbiedingen voor Fin-land. Reis en verblijf zijn in principe vollediggratis. Uw aanvraag moet ondertekend zijndoor uw instellingshoofd en uw inrichtendemacht. Op naar het hoge Noorden!• Local school development (3 tot 7/10; aan-vragen vóór 10/5)• Quality management and self-assessmentin vocational education (21 tot 25/11; aan-vragen vóór 8/6)Inlichtingen en inschrijvingsformulieren:Departement Onderwijs - Secretariaat-generaal -Dienst Internationale Betrekkingen - Leen Mortier -RAC Arcadengebouw - 3de verdieping - kantoor3087 - 1010 Brussel - + 02-210 51 10

nr. 4 - Bond van Grote en van Jonge Gezinnen vzw - Troonstraat 125- 1050 Brussel - + 02-507 88 11 - 44 blz. - 120␣ fr.

• OP WEG NAAR LEZEN EN REKENENDe kleuterleidster vindt hier talrijke spelletjes om kinderenvoor te bereiden op lezen en rekenen in de eerste klas. Spelva-rianten en suggesties maken differentiatie mogelijk. Achteraanzitten kopieerbare doebladen.Leeskriebels/Rekenkriebels - P. Coppens, R. Decraene & R. Van Geet -Uitg. De Sikkel - + 03-309 13 30 - 2 x 1280␣ fr.

SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• MENSEN BEKIJKENVijf miljard mensen op onze wereld en geen twee dezelfde: ditboek vertelt over de verschillen en gelijkenissen tussen men-sen. Er is een gratis lesbrochure beschikbaar om het in de klas

te gebruiken. Het boek verscheen n.a.v.de tentoonstelling Vijf miljard mensen inhet Koninklijk Instituut voor Natuurweten-schappen in Brussel.Een vijf met negen nullen - Marita De Sterck& Klaas Verplancke - Uitg. Lannoo - + 051-4242 11 - 32 blz. - 450␣ fr.

• CURSUS RIJBEWIJS OP MAATEen cursus rijbewijs voor laaggeschooldevolwassenen, bruikbaar in basiseduca-tie, beroepsonderwijs, deeltijds leren enbijzonder onderwijs. De cursus is aange-past aan de concrete behoeften van cur-

sisten die met de standaard cursus niet uit de voeten kunnen.Cursus Rijbewijs - Vlaams Ondersteuningscentrum Basiseducatie -Frankrijklei 64 - 2000 Antwerpen - + 03-226 84 83 - 475␣ fr. (cursus)+ 80␣ fr. (set verkeerstekens)

• HOGER ONDERWIJS EN MANAGEMENTStrategisch beleid, schaalvergroting en autonomie, fusies, fi-nanciële verdeelsleutels: thema’s uit het eerste nummer vaneen nieuw tijdschrift, TH&MA, over hoger onderwijs en mana-gement. Jaargang 1 (1994) telt vier nummers voor 3000␣ fr.(nummer 1 is gratis). U kunt een gratis kennismakingsexem-plaar vragen.TH&MA - Hobéon Media bv - abonnementenadministratie - Een-drachtstraat 57 - 1050 Brussel - + 02-502 45 00

Page 20: Klasse voor Leraren 45

(advertentie)

BRUISEND BRUSSEL sBruisend Brussel is eerst en vooral de titel van eententoonstelling in het Ministerie van de VlaamseGemeenschap. Die tentoonstelling promoot Brusselals hoofdstad van de Vlaamse Gemeenschap:de historische stad, de stad van monumenten,de multiculturele metropool, de relatie Brussel-Vlaanderen, de Vlaamse Brusselaar. De ten-toonstelling loopt tot 15 juni. Voorts staan nogeen stadswandeling en twee ludieke, leerrijkevideo’s op het programma.Aan dit project is ook een wedstrijd verbondenvoor klassen van het 4de, 5de en 6de jaarsecundair onderwijs. Zij krijgen twee vragen-lijsten (één over de tentoonstelling en één overde stadswandeling) die ze binnen een bepaaldetijd moeten oplossen. Voor of na het bezoek aanBrussel schrijft elke klas een originele tekst (max.1 blz. A4) over Brussel als Vlaamse stad. Vra-genlijsten en teksten worden ten laatste op 18mei ingeleverd. Acht klassen worden op 25 meiuitgenodigd voor een finale: een vragenspel (4x 10 vragen voor twee leerlingen en de leer-kracht), een liedje of gedicht (max. 3 min.) eneen sketch (max. 3 min.) met Brussel als centra-le thema. De twee beste klassen winnen eenweekend Brussel (verblijf in jeugdherberg, maal-tijden, rondleidingen en culturele activiteiteninbegrepen).Opgelet: dit project staat enkel open voor scho-len uit Vlaams-Brabant en de regio’s Aalst enMechelen. Volgend schooljaar trekt dit projectook naar de andere provincies.Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departe-ment Coördinatie - Dienst Administratieve Coördina-tie Brussel - Marc Lammens - Boudewijnlaan 30 -Kamer 6C62 - 1210 Brussel - + 02-507 55 63

KRITISCH ONDERWIJS aAktiegroep Kritisch Onderwijs (AKO) ijvert samenmet de Freinetbeweging voor een onderwijs waar-in begrippen als pedagogisch zelfbeheer, solida-riteit, democratie enz. centraal staan. Die ideeënvinden hun neerslag in verscheidene activitei-ten, ledenvergaderingen en vormingsinitiatie-ven. Daarnaast is er ook het onderwijstijdschriftAKO dat de standpunten van de Aktiegroep envan de Freinetbeweging Vlaanderen vertolkt.Een abonnement op dit tijdschrift kost 400␣ fr.voor 5 nummers. Lidmaatschap van AKO en deFreinetbeweging kost 750␣ fr.AKO is recent verhuisd. U vindt hen nu op volgend adres:AKO - Weldadigheidsstraat 30 - 3000 Leuven - + 016-23 89 22 - rekeningnummer 011-2500845-51

OPEN CULTUUR a• Toneelschool Jonna sluit het werkingsjaar 93-94 af op 28 en 29 mei met een «georganiseerdechaos». Alle werkgroepen tonen kort waarmeeze de vorige maanden bezig waren: woord- enbewegingskunstenaars, Shakespeariaanse en andereklassieke toestanden, clowneske of gemaskerdefiguren, teksttheater en dans enz. De toegangs-prijs bedraagt 100␣ fr.Jonna Theater - Toneelschool - Aarschotsesteenweg113 - 3012 Wilsele - + 016-44 80 19• Jefi vzw toont op 28 mei drie kinderfilms: Grampire(horror vermengd met komedie voor kinderenvanaf 8 jaar), No worries (over natuur versus stad,voor kinderen vanaf 8 jaar) en Lotta (naar AstridLindgren, voor kinderen vanaf 4 jaar). U kunt opverkenning in de Antwerpse Cine Century voor150␣ fr. (volwassenen) of 100␣ fr. (kinderen).Jefi vzw - Troonstraat 125 - 1000 Brussel - + 02-50788 55

Page 21: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 21

CURSUSSEN EN STUDIEDAGENALGEMEEN a• Pijn, verdriet en rouw bij jongeren: Wat is pijn? Hoeomgaan met pijn? (18/5); Verdriet - Wat is verdriet? Hoekunnen we verdriet verwerken? (25/5).Ter Berken - Nadine Stroobants - Boomgaardstraat 3 - 1981 Hofstade

- + 015-61 72 77 (werkdagen tusen18 u. en 19 u.)

• Bewegingsmethode Sherborne voor buitengewoon onder-wijs: 18/5 in St. Agatha-Berchem.Provinciale Normaalleergang voor Buitengewoon Onderwijs van Bra-bant - Gasthuisstraat 31 - 1000 Brussel - + 02-515 76 10• Vakoverschrijdend: Communicatie tussen school en ouders:een broos gesprek? (18/5); Stemtechniekvoor leerkrachten (4, 18 en 25/5).Centrum voor Beroepsvervolmaking Leraren -UIA - Universiteitsplein 1 - 2610 Wilrijk - + 03-820 29 60• 20ste Studiedag BVLO: Gymnastiek in deschool, de club en de gemeente: 11/11 inGent.Leerkrachten die eigen ervaringen willenmeedelen of leergangen en hulpmiddelenhebben ontworpen, worden verzocht zichte melden en mee te werken aan het pro-gramma.Bond Voor Lichamelijke Opvoeding - Water-kluiskaai 16 - 9040 St. Amandsberg -+ 09-229 30 80

SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS s• Het gebruik van de klassieken in de klas: 18/5.Voorstelling van een vakoverschrijdend project over Antigone.Departement voor Lerarenopleiding - St. Pietersplein 5 - 9000 Gent - +09-264 35 49• Vliebergh-Sencie-leergang: Dag van het HandelsonderwijsTSO/BSO: De geïntegreerde proef: 18/5.Centrum voor Didactiek - UFSIA - Prinsstraat 13 - 2000 Antwerpen -+ 03-220 46 80• Natuurwetenschappen en wiskunde: Chemie historischbekijken (18/5); Bouwfysica in de klas: warmte en vocht (18/5).Talen: «Jugendliteratur» im Deutschunterricht: 18/5.Centrum voor Beroepsvervolmaking Leraren - UIA - Universiteitsplein 1- 2610 Wilrijk - + 03-820 29 60• Moderne vreemde talen: Coping with content in Languages

ZEKER doen.

KIEZEN VOOR EUROPA sElke secundaire school kreeg vorige week eenkorte videofilm over de Europese Parlements-verkiezingen van 12 juni a.s. Die video en debijhorende brochure zijn speciaal bedoeldvoor leerlingen van het laatste jaar secundaironderwijs. Heel wat van deze leerlingen gaanimmers op 12 juni voor het eerst naar hetstemlokaal. De video is een realisatie van LuckasVander Taelen, met Marcel Vanthilt in de hoofd-rol. De brochure biedt in twaalf hoofdstukkeninformatie en discussiestof over de belangrijk-ste thema’s i.v.m. de Europese Unie. Video enbrochure kaderen in de campagne Ik kies voorEuropa.Koning Boudewijnstichting - Brederodestraat 21 -1000 Brussel - + 02-511 18 40

KLASSE-MENT aElke maand één vraag. Elke maand éénwinnaar. Die krijgt een boekenbon van 2000␣ fr.,geschonken door de Standaard Boekhan-del. Een brief(kaart) volstaat met het ant-woord, uw naam en adres en eventueel uwfunctie in het onderwijs. Veel succes!Winnaar opgave 7: Carine Staelens uit Tielt.

for Specific Purposes (18/5); Interculturele competentie: eenoefeningentypologie (22 en 23/8).Werkverband voor Taal- en Literatuuronderwijs - Blijde-Inkomststraat21 - 3000 Leuven - + 016-28 50 21

CONGRESSEN EN SYMPOSIAALGEMEEN a• De navorming voor de spiegel: 3/6.Vier themagroepen bekijken de navormingspraktijk vanuit ver-schillende invalshoeken: de professionaliteit van de navormer,interne evaluatie, effectieve navorming en het navormingsbeleidvan de scholen. Deelnemen is gratis; inschrijven vóór 20 mei.Departement Onderwijs - Erkenningscommissie voor de Navorming -Martine Redant - Koningsstraat 138 - 1000 Brussel - + 02-211 45 74

• Europese conferentie over het toezicht opde rechten van het kind: 11 tot 14/12.Het VN-Verdrag over de rechten van hetkind (1989) is door de meeste Europeselanden (bijna) geratificeerd. Maar hoe wordter toezicht uitgeoefend op de naleving vanhet verdrag?Centrum voor de Rechten van het Kind - RUG -Henri Dunantlaan 2 - 9000 Gent -+ 09-264 62 81• Indicatoren voor het Vlaams onder-wijs: 4/6 in Gent.De stuurgroep onderwijsindicatoren (INES)toetst Vlaamse en internationale onderzoeks-resultaten aan de ervaringen in het onder-wijsveld. Centrale thema van het colloquiumis de effectieve impact van indicatoren ophet beleid. Inschrijven tot 25 mei.

Departement Onderwijs - Dienst Internationale Betrekkingen - RACArcadengebouw - 3de verdieping - 1010 Brussel - + 02-210 51 24• 12th International Training Session on Human Rights andPeace Education for Teachers of Primary, Secondary andVocational Schools: 3 tot 9/7 in Céligny (Zwitserland).Congres met apart Engels- en Franstalig programma rond hetcentrale thema: Local tensions in the global village: new chal-lenges for human rights education/Mondialisation et particu-larismes: quels défis pour l’éducation aux droits de l’homme?Inschrijven vóór 31/5.Centre International de Formation à l’Enseignement des Droits del’Homme et de la Paix (CIFEDHOP) - 5, rue du Simplon - 1207 Genève- Suisse - + 00-41-22-736 44 52

Oplossing opgave 8: De cijfers staan voor hetpercentage leerlingen met een vreemde natio-naliteit in basis- en secundair onderwijs (KLAS-SE, januari 94, p. 14).Opgave 9: Verbind de letters in dit roosterd.m.v. de beroemde paardesprong tot een 12-letter-woord dat u hopelijk ook op school vindt.U vertrekt bij de L in de linkerbovenhoek.

L D E

R E I

D E E

L M N

We verwachten uw antwoord ten laatste op 28mei. De juiste oplossing én een nieuwe opgavevindt u in het volgende nummer van KLASSE.Klasse-ment - Koningsstraat 138 - 1000 Brussel

Page 22: Klasse voor Leraren 45

22 KLASSE NR.45

++INFOLIJN

Voor al uw vragenover onderwijs:

Koningsstraat 711000 Brussel

+ 02-219 18 00

ONGEWENST INTIEMMinister Miet Smet heeft eenongewenste intimiteiten-lijngestart. Het Koninklijk Besluitvan 18 september 1992 ver-plicht de ondernemingen omconcrete maatregelen te ne-men om ongewenste intimi-teiten op het werk te voorko-men. Dit groen telefoonnum-mer ondersteunt dit besluit.Al wie geconfronteerd wordtmet problemen i.v.m. onge-wenste intimiteiten op het werkof daarover vragen heeft, kananoniem, gratis en zonder enigeformaliteit bellen naar + 078-11 22 30, elke werkdag van11 u. tot 13 u. en van 17 u. tot19 u.

REISKOSTENIk kom altijd met de treinnaar school. Heb ik dan ookrecht op de terugbetaling van(een deel van) mijn reiskos-ten?Sinds 1 september 1993 heb-ben alle personeelsleden in hetonderwijs en de PMS-centrainderdaad recht op een tege-moetkoming van hun werk-gever in de reiskosten van hetgemeenschappelijk openbaarvervoer (trein, tram, bus enz.).Als u enkel de trein gebruikt

krijgt u een tegemoetkomingvanaf een afstand van 3 km.U krijgt dan dezelfde tegemoet-koming die werkgevers beta-len aan arbeiders en bedien-den. Bij een afstand van bij-voorbeeld 20 km. bedraagt dezetegemoetkoming 940␣ fr. permaand (bedrag m.i.v. 1 fe-bruari 1994 en voor een trein-kaart geldig voor één maand:zie KB 18 februari 1994).Als u een ander openbaar ver-voermiddel dan de trein ge-bruikt, krijgt u een tegemoet-koming vanaf een afstand van5 km. Het bedrag van de tege-moetkoming wordt bepaald

volgens de af-stand als die ver-meld is op hetvervoerbewijs ofkan worden na-gegaan. Dit be-drag is alleszinsbeperkt tot 54␣ %van de werkelijkbetaalde prijs. Alsde afstand niet isvermeld of nietkan worden na-gegaan bedraagtde tegemoetko-ming 50␣ % vande werkelijk be-taalde prijs (meteen maximum

van 550␣ fr. per maand).Als u meerdere openbare ver-voermiddelen combineert endaarvoor slechts één vervoer-bewijs aflevert voor de heleafstand, wordt de tegemoet-koming berekend alsof u en-kel de trein neemt. Als u meerdan één vervoerbewijs afle-vert, is de totale tegemoetko-ming gelijk aan de som vande tegemoetkomingen per ver-voermiddel.De tegemoetkoming wordt uit-betaald tegen afgifte van hetvervoerbewijs door de werk-gever. Dit zijn de instellingen,centra en diensten die de per-soneelsleden die recht hebbenop een tegemoetkoming te-werkstellen.Meer informatie: omzendbrief OND/I/6/SH/js van 27 augustus 1993

EINDTERMENIk heb op tv een oppervlak-kig spotje gezien over deeindtermen. Is daarover nietmeer informatie beschikbaar?Ik ben leraar geschiedenisin het secundair onderwijsen hoor dat er een en andergaat veranderen...De eindtermen voor de eerstegraad secundair onderwijsworden voorgesteld in een bon-

dige brochure. Voor het vakgeschiedenis geldt dat de eer-ste graad een afgerond geheelmoet zijn en dus de hele tijds-lijn omvatten. Een groot aan-tal leerlingen krijgen immersgeen of bijna geen geschiede-nis meer ná de eerste graad.De eindtermen geschiedeniswillen een antwoord geven opde vraag: Welke historische ba-siskennis, inzichten, vaardighe-den en attitudes heeft iedereennodig om te kunnen functione-ren als volwaardig lid van desamenleving in de 21ste eeuw?Daarom geeft het vak geschie-denis een globaal referentie-kader (historische feiten engebeurtenissen op een tijds-lijn kunnen plaatsen), een his-torisch bewustzijn (van waarkomen we, wie zijn we, waargaan we naartoe?) en socialeweerbaarheid (door een kri-tische benadering informatieleren relativeren en afstandkunnen nemen van valse voor-stellingen, vooroordelen, ide-ologische en andere misbrui-ken).Dit wordt aangeboden in driedimensies: de tijd (prehistorietot heden), de ruimte (plaats-gebondenheid van historischegebeurtenissenvan lokaaltot wereld-vlak) en desocialiteit(maatschap-pelijk raam-kader: so-ciaal, econo-misch, cultu-reel, politiekenz. doorlich-ten van eenaantal sa-menlev in -gen).Hierbij wor-den accentengelegd op bepaalde vaardig-heden (bv. historische stripsen romans in hun tijd kun-nen plaatsen) en attitudes (bv.zich kunnen inleven in de in-spanningen die vroegere ge-neraties in hun tijd en wereldmoesten leveren om een mens-waardig bestaan op te bou-wen).Meer informatie over de eindter-

men (o.a. ook voor de anderevakken) vindt u in de gratis bro-chure De eindtermen secun-dair onderwijs - eerste graad.U vindt ze in de school en in deopenbare bibliotheken. U kuntook een gratis exemplaar aan-vragen bij het Centrum voor In-formatie en Documentatie - Pu-blikatiedienst - Koningsstraat 71,4de verdieping - 1000 Brussel -+ 02-219 18 00

DE COM-LIJNHet is soms moeilijk om hetministerie te bereiken. Tij-dens de kantooruren staanwij immers meestal voor deklas. Is er geen mogelijkheidom het ministerie buiten dekantooruren te bereiken?Die mogelijkheid bestaat in-derdaad. Het Centrum voor On-derwijsmedia beschikt name-lijk over een zogeheten elek-tronisch prikbordsysteem ofCOM-lijn, die u 24 uur op 24uur kunt gebruiken. Om metdit systeem te werken moet uenkel beschikken over een te-lefoon en een computer metmodem 1200 bps (V22) of 2400bps (V22bis). Het nummer vande COM-lijn is 02-211 45 54.De COM-lijn bezit de kenmer-

ken van een BulletinBoard System (BBS).In het briefpost-gebied kunt u be-richten achterla-ten. Informatie enmededel ingenvindt u in het prik-bord-gebied. Ukunt allerlei be-standen raadple-gen in het docu-menten-gebied.Speciale interesse-gebieden zijn toe-gankelijk via zo-genaamde forums.

Zo zijn er forums voorbasisonderwijs, wis-

kunde en wetenschappen, ta-len, techniek en Europese ac-tiviteiten. In zo’n forum kuntu in debat treden over actueleonderwijsthema’s en informatieen bestanden uitwisselen.Meer informatie: Centrum voorOnderwijsmedia - Erik Platteeuw- Koningsstraat 138 - + 02-21145 64 - fax 02-211 45 52

UW REACTIEUit alle brieven aan KLASSE met kritiek,voorstellen en commentaar pikten we dezemaand met gesloten ogen die van Magda

FRIPON uit Heverlee. Zij krijgt de boeken vanGarant Uitgevers toegestuurd. Stuur uw reacties

naar KLASSE - Koningsstraat 138 - 1000 Brussel.

Page 23: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 23

Hees voor de klas. Leer-krachten hebben vaak proble-men met hun stem. Dat valtvooral op bij het begin en heteinde van het schooljaar: hees-heid, stemverlies enz. Ze heb-ben er nochtans alle baat bijdit voor hun beroep kostbaarinstrument goed te gebruiken.Roepen of te luid spreken iszeer slecht voor de stemban-den. Ook wie vermoeid of ver-kouden is en toch maar blijft doorpra-ten kan zijn stemorganen beschadigen.Leerkrachten zijn een typisch voorbeeldvan stemmisbruikers. Om zich bij deleerlingen verstaanbaar te maken pra-ten ze gewoonlijk veel te luid en veel tehoog. Bovendien nemen velen die ma-nier van spreken ook mee buiten demuren van de klas en verknoeien zohun natuurlijke stem. Verkeerd stemge-bruik is echter moeilijk af te leren. Daar-voor raadpleeg je best een logopedistwant dan hebben we het over ademha-ling, gebruik van halsspieren, druk opde stembanden, lichaamshouding, ar-ticulatie en psychische kenmerken. Demeesten wachten daar echter mee tothet te laat is. In Antwerpen start toevalligeen cursus stemtechniek voor leerkrachten.Zie Zeker Doen p. 21.

De winnaars. 69 Vlaamse secundai-re scholen namen deel aan de eerstewedstrijd Laureaat Schoolmanagementvan de Vlerick School voor Management.Het Departement Onderwijszorgde voor de financiële in-breng die het o.a. mogelijkmaakte elke school perma-nent te begeleiden bij de op-drachten. In elke school zochteen team oplossingen voorexterne klachten, opvang vannieuwe leerkrachten, collegia-le samenwerking, manage-ment en gegevensbeheer vanleerlingen. Uiteindelijk ble-ven elf finalisten over die éénvan hun denkprocessen kwa-men toelichten voor de jury.De presentaties waren vaneen bijzonder hoog gehalte.Acht scholen eindigden danook verdiend gelijk: Gemeen-telijk Instituut Technisch On-derwijs (Merelbeke), TechnischInstituut Sint-Vincentius (Tor-hout), Koninklijk Atheneum(Sint-Niklaas), Maria-Duin In-stituut (Zeebrugge), Sint-Pie-terscollege/Sint-Jozefhandels-school (Blankenberge), Sint-Jozefscollege (Aalst), Sint-Dympnalyceum (Geel) enProvinciaal Instituut voorTechnisch Onderwijs (Sta-broek).De derde plaats was voor het

Stedelijk Instituut voor Technisch On-derwijs nr. 5 (Antwerpen) en de tweedevoor het Technisch Instituut Glorieux(Oostakker). Winnaar werd het Sint-Ni-klaasinstituut uit Zwevegem.

De kleur van de school. De meestemuren in Vlaamse scholen zijn «onge-zellig kliniekwit of koud lichtgroen» zeg-gen Paul Mahieu en Karina Verhoeven inMeso Magazine. Zij adviseren de scholenom samen te werken met een kleuren-specialist voor ze de muren nog eensschilderen. Eén gekleurde muur in elkeklas zou al een begin kunnen zijn. Zo ishet scherpzinnige geel het best geschiktvoor lokalen waar kinderen creatiefmogen zijn. Rood daarentegen stimu-leert zo erg dat je het moet vermijden bijal te energieke leerlingen. Blauw is danweer de intellectuele kleur bij uitstek.Deze kalmerende kleur stimuleert hetdenken en is geschikt voor meditatie enconcentratie. Blauw lijkt zeer geschikt

voor leerlingen van negen oftien jaar die zich voor het eerstvragen gaan stellen en een kri-tische houding beginnen aante nemen. Het sympathiekegroen is de ideale kleur voor devloer van de turnzaal. Maardonkergroen leidt tot passivi-teit en maakt de klas slaperig.Kinderen zien zelden graag wit.Het is een foute kleur om tegebruiken in de studeerkamer

of in de klas. Alleen in combinatie meteen andere kleur zorgt ze voor harmo-nie.

Het IQ bijsturen. Steeds meer men-sen die bijvoorbeeld voor een sollicitatieeen intelligentietest moeten afleggenlezen daar eerst een handig boekje overof volgen zelfs een gespecialiseerdetraining. Onderzoekersaan de RijksuniversiteitGroningen gingen nu na of dat enigeffect heeft op het resultaat. En jawelhoor. Vooral bij de in zulke tests vaakvoorkomende cijferreeksen scoren ge-trainde mensen veel beter. Onvoorbe-reide proefpersonen haalden 35␣ %. Wiezelf een oefenboekje had doorgenomenhaalde 52␣ % en wie een gerichte trainingvolgde scoorde 64␣ %. Voor tests met ver-bale analogieën waren de verschillen nietzo groot. Maar de onderzoekers wijzentoch op een grote vorm van ongelijk-heid tussen deelnemers aan klassiekeintelligentietests. Wie daar een beetje

op voorbereid is scoort aan-zienlijk beter dan anderen.Met de resultaten moeten wedan ook voorzichtig omsprin-gen.

Depressieve kinderen.Tot voor kort geloofde mendat kinderen niet kunnen lij-den aan depressie. Dat kloptniet. Zowat alle vormen vandepressie waaraan volwas-senen kunnen lijden komenook voor bij kinderen: vitaledepressie, dubbelbeeld, psy-chotische depressie, manischeontregeling en verborgen de-pressie. A. Tanghe en P. Van-haeren beschrijven inhoud,symptomen en behandelingvan al die verschillende vor-men in het boek Er is iets datgebeurt... een boek over depres-sie en manie (Uitgeverij Garant).Bij elke depressie spelen zo-wel de psycho-sociale aspec-ten een rol als de biochemievan de hersenen. De behan-deling moet dan ook altijdtweeledig zijn: een psycho-therapeutische aanpak aan-gevuld met aangepaste me-dicamenten.

Gemengd onderwijs. Meisjes halen dikwijls betere school-resultaten dan jongens. Ze blijken echter in sommige scholenplots minder goed te presteren als die scholen gemengdworden. Onderzoek in Engeland toont echter aan dat hetprobleem niet ligt bij het samenwerken met jongens. Het isvooral het gevoel een outsider te zijn dat de meisjes aanvan-kelijk minder goed doet presteren, vooral in traditionelejongensscholen die plots meisjes toelaten. Als ze zich thuisvoelen en weten dat ze gewaardeerd worden, halen ze echtereven goede resultaten als vroeger. Dr. Lindsay Paterson (Edin-burgh University) heeft systematisch de examenresultaten vanjongens en meisjes vergeleken en vond geen enkel bewijs datmeisjes beter of slechter zouden presteren in gemengde ofniet-gemengde scholen.

S I G N A A L

Page 24: Klasse voor Leraren 45

24 KLASSE NR.45

D O O R L I C H T I N G

Na jaren tevergeefs be-delen bij de inrichtendemacht om stoelen voor

zijn praktijklokaal werdde vraag van de direc-teur eindelijk ingewilligd.Dat kwam omdat hetdoorlichtingsteam van deinspectie een rapportopmaakte en het gemisaan het licht bracht. Dedirecteur vond een bond-genoot in het team uitBrussel. De doorlichterszijn bekommerd om sa-men met de hogeschoolde kwaliteit van de op-leidingen te verbeteren.Ze steunen onder meerde directie in de vraagom een betere uitrusting.Maar ze zijn natuurlijkniet blind voor tekort-komingen in de kwali-teitsbewaking. We lopeneven mee in het spoorvan de inspectie hogeronderwijs.

Steunenwaarhet kan

trouwd met een methodische aan-pak, zoals zelfanalyse en -evalua-tie, om een integrale kwaliteits-zorg te realiseren. De cultuur daar-rond ontbreekt.FONS SMETS, inspecteur-generaalhoger onderwijs: «Het hoger on-derwijs kreeg tot voor kort geenechte inspectie aan de deur. Zelden vroeg deschool zich af wat ze nu goed en minder goeddeed. Er bestonden geen leerplannen. In het bestegeval waren er referentielessentabellen waarin eenaantal vaktitels werden vastgelegd met de meestverschillende inhouden. Elke hogeschool was eenapart eiland.»

Opleidingen versnellenOnder eenzelfde opleidingsbenaming gaan soms

sterk van elkaar verschillende opleidingsinhou-den schuil. Het inhoudelijk opvullen van hetprogramma is zeer uiteenlopend. Ook is er zeldenoverleg over doelen en inhouden onder meer methet oog op de actualisering van het aanbod en hetvoorkomen van leemten en overlappingen.SMETS: «Je kunt alleen aan kwaliteitsbewakingdoen als je weet wat je moet bewaken. De schoolmoet dus eerst een duidelijk antwoord hebben opde vraag waartoe ze opleidt. Dat antwoord wordtvaak ontweken of vaag beantwoord. Een beroeps-profiel maken is daarvoor een eerste vereiste. Ikvind dat er in Vlaanderen een akkoord moetkomen over de basiscompetenties waarover bij-voorbeeld elke afgestudeerde verpleegkundige moetbeschikken, ongeacht waar hij ook gestudeerdheeft. Voor een gave profilering van de beroeps-opleidingsprofielen zijn afspraken over een mini-mum van doelstellingen en kernvakken absoluut

noodzakelijk. Wat moeten die studenten nu ei-genlijk kennen en kunnen? Welke competentiesverwacht de samenleving, de beroepswereld, bij-voorbeeld van elektrotechnici? Dat moeten wedan onderwijskundig vertalen.»

Geen wiskundeIn enkele hogescholen komen haast geen alge-

meen vormende vakken voor op het opleidings-programma. De relatie algemene (persoons-) vor-ming en (beroeps-) praktijkopleiding wordt er alsproblematisch ervaren. De studenten ervaren deinhoud van de algemeen vormende en levensbe-schouwelijke vakken als weinig of niet belangrijkvoor het latere (beroeps-)leven.SMETS: «Extreem gezegd, is een hogeschool vrij omgeen wiskunde te geven in haar afdeling mechani-ca. Maar dat vinden wij geen hoger onderwijs meer.Wat veel voorkomt is dat de studenten die alge-meen vormende vakken, niet alleen filosofie ensociologie-psychologie maar ook wiskunde, erva-

ren als Fremdkörper in hun opleiding. Ze kunnen erniets mee doen. Het is ballast. Wij zijn daarentegenvan mening dat net die vakken de studenten helpenop een kritische en zelfstandige manier te lerendenken en nádenken over wat ze doen en waaromze iets willen. Dat is een wezenlijk onderdeel van deopleiding en het voorkomt dat we vakidioten op-leiden. Maar in een aantal scholen ervaren destudenten dat zo niet. Om ze ter wille te zijnbeperken sommige scholen het aantal uren alge-meen vormende vakken dan ook tot een striktminimum. Andere scholen daarentegen slagen erindie vakken zodanig in hun studieaanbod te integre-ren dat de studenten er geen enkel probleem meehebben. Dat kan dus ook.»

Vestigingsplaatsen een rampVoor directeurs van hogescholen met een ge-

differentieerd opleidingsaanbod is het vaak moei-lijk terzelfdertijd de school in het algemeen én deopleidingen in het bijzonder goed te leiden. Dat iszeker het geval als de opleidingen op meer danéén opleidingsplaats worden aangeboden. Als dedirecteur daarenboven ook nog hoofd is van eensecundaire school wordt de opdracht vaak alsverpletterend ervaren.SMETS: «Er zijn vestigingsplaatsen waar de studen-ten zeggen dat ze de directeur nooit gezien heb-ben. Een directeur moet zichtbaar blijven voor de

De meeste hogescholen doen nog niet aankwaliteitsbewaking. Dat is de eerste opmerkingin het jaarverslag over de opleidingsdoorlichtin-gen in het hoger onderwijs van het korte type(volledig jaarplan) tijdens het academiejaar 1992-1993. Op dat moment werden negen verschillen-de opleidingen in 48 hogescholen doorgelicht:animatie en assistentie, beeld-geluid-montage,beeldvorming, elektromechanica, farmaceutischeen biologische technieken, klinische chemie enlandschaps- en tuinarchitectuur. Bedrijfsmanage-ment en de opleiding tot onderwijzer werdenslechts gedeeltelijk doorgelicht.

Tal van hogescholen zijn blijkbaar niet ver-

Page 25: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 25

studenten én de docenten. Tal van vestigings-plaatsen betekenen een ramp voor de docenten.Soms verzuurt het hele korps erdoor. Er blijvennamelijk verschillende schoolculturen naast el-kaar bestaan. De ene docent voelt zich altijd watbenadeeld tegenover de andere en omgekeerd. Optermijn gaan ze er allemaal aan kapot. De weerslaghiervan op de opleiding is catastrofaal. Ze gevenop den duur tegen hun zin les. Schaalvergroting ishier aangewezen maar de inrichtende machtenhebben soms andere belangen te behartigen.»

Hogescholen reageren positiefDe hogescholen beschikken zelden over re-

cente en bijgewerkte tewerkstellingscijfers vande afgestudeerden. Deze informatie is nochtansessentieel als men de kwaliteit van het onderwijswil verzekeren. Informatie over hoeveel van deafgestudeerden een job hebben, in welke functiezij tewerkgesteld zijn, of die functie aansluit bij degevolgde studie e.a. is zelden aanwezig. Vaakontbreekt ook een goed werkende plaatsings-dienst.SMETS: «Verscheidene hogescholen speelden al inop aandachtspunten of aanbevelingen die we inhet verslag van de opleidingsdoorlichting formu-leerden. Enkele voorbeelden: de oprichting vaneen plaatsingsdienst die nauwkeurig de tewerk-stelling van de afgestudeerden opvolgt met be-hulp van een geautomatiseerd bestand; de oprich-ting van een cursusdienst die zorgt voor een duide-lijke registratie van bestaande cursusteksten enverspreiding ervan bij de studenten; de algemeneorganisatie van de bibliotheek en communicatiemet andere bibliotheeksystemen. Meermaals stel-den we vast dat alleen al de aankondiging van eendoorlichting aanleiding gaf tot het organiserenvan overleg tussen docenten, het inventariserenen het verbeteren van het didactisch materiaal.Men ging herdenken en herschrijven.»

Sterke en zwakke puntenEen opleidingsdoorlichting in het hoger on-

derwijs is geen schooldoorlichting zoals in hetsecundair onderwijs. Uiteraard wordt de doorge-lichte opleiding (afdeling/optie) aangeboden inhet kader van een hogeschool. Onder meer deinfrastructuur, de didactische uitrusting, de be-leids- en adviesorganen bepalen mee de kwali-teitskansen. Vandaar dat ook hieraan tijdens deopleidingsdoorlichting aandacht wordt besteed.

De doorlichting wordt wel opgevat als op eensystematische manier in het licht stellen van watop een school leeft, desnoods aan het licht bren-gen van sterke en zwakke punten van het oplei-dingsaanbod. Daarvoor maakt het doorlichtingsteameen sterkte-zwakte analyse aan de hand van do-cumenten die de administratie hoger onderwijsen wetenschappelijk onderzoek van de hoge-school opvraagt. Deze documenten omvattenidentificatiegegevens (folder of prospectus, overzichtvan de doelstellingen...), infrastructuur en be-leid (overzicht van de sociale voorzieningen voorhuisvesting, maaltijden...), personeel, studen-ten, beroepsprofielen (studiegids...), onderwijs-activiteiten en examens (opleidingsprogramma,gebruikte handboeken, stageplaatsen, huishou-delijk reglement, examenreglement...), didacti-sche uitrusting en werkvormen (didactische uit-rusting van lokalen en labo’s, mediatheek, com-

puterlokalen...), tewerkstelling (plaatsingsdienst...),externe relaties (samenwerkingsinitiatieven...),en beleids- en adviesorganen (samenstelling enwerking inrichtende macht...).

EnquêteDaarnaast worden statistische gegevens over

personeel, studenten en examenresultaten opge-vraagd. Belangrijk zijn de resultaten van eenenquête bij studenten en docenten. Bij studen-ten wordt gepeild naar hun evaluatie van deinhoud van de onderwijsactiviteiten, de maniervan les geven, de examens van het vorig studie-jaar en van sommige actoren (di-rectie, docenten, bibliothecaris,medestudenten, ombudsdienst)en bepaalde aspecten (externerelaties, infrastructuur, partici-patie, studiebelasting en -bege-leiding, uitrusting) van hun op-leiding.

Bij de docenten wordt op eensoortgelijke manier een enquêtegehouden. Daarin worden o.a.vragen gesteld over de directeur(of hij bijvoorbeeld makkelijk tijd vrij maaktvoor docenten) en de kwaliteitszorg (of de do-centen geregeld uitgenodigd worden om het op-leidingsaanbod te evalueren).

Voor de spiegelSMETS: «De feitelijke doorlichting gebeurt op basisvan de analyse van de documenten, het statistischmateriaal en de resultaten van de enquêtes. Allebetrokkenen vullen als het ware zelf de spiegelvan hun school in. Het doorlichtingsteam helpthen daarbij en reikt de nodige instrumenten aan.Het resultaat is een document dat met statistiekenheel aanschouwelijk laat zien hoe de school inelkaar zit. Zo’n methode is voorheen nooit toege-past. Het doorlichtingsteam komt daarbij als niet-bedreigend over. Het analyseert immers alleenwat de school zelf ter beschikking stelde of zelf viade enquêtes opmerkte.»

Het doorlichtingsteam bereidt vervolgens eenbezoek aan de school voor en neemt contact opmet de directeur voor een voorbespreking. Erkomt een bezoek aan lokalen. Soms worden les-sen bijgewoond. Het doorlichtingsteam bestaatuit een inspecteur bevoegd voor de opleiding, eenlid van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling,een ambtenaar van niveau 1 van de AdministratieHoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onder-zoek en ten minste één onafhankelijke deskundi-ge die vertrouwd is met de specifieke beroepswe-reld.

De school heeft ruim tien dagen tijd om op hetontwerpverslag te reageren. Nadien wordt hetdefinitief verslag als officieel document naar devoorzitter van de inrichtende macht gestuurd.Soms is een opvolgingsgesprek nodig op hetdepartement. Hierbij stellen de betrokkenen eenplanning op om aan de hand van aanbevelingenen bijzondere aandachtspunten de kwaliteit vande opleiding te verbeteren. Als de doorlichtings-methode helemaal bijgewerkt is zullen de hoge-scholen zelf kunnen instaan voor hun sterkte-zwakte analyse. ■

Inspectie Hoger Onderwijs - Koningsstraat 136 - 1000Brussel - + 02-211 42 83 - fax 02-211 42 50

Het doorlichtingsteam

laat ook de

studenten en docenten

aan het woord.

Page 26: Klasse voor Leraren 45

26 KLASSE NR.45

In het leerplan staat nietwat Jan, Piet, Miet enJoke nodig hebben omzich te ontplooien. Dui-zenden leerkrachten span-nen zich dagelijks in omhun leer- en ontwikke-lingsproces zo goed mo-gelijk te begeleiden. Maar

Lagere drempelvoor

Lagere schoolVeel kinderen hebben het blijkbaar niet mak-

kelijk op school. Zowat een kwart van alle leerlin-gen lopen gevaar een achterstand op te lopen inons onderwijssysteem. Velen zijn al leerbedreigdin het basisonderwijs.

Zelfs in de aanvangsfase van het onderwijs lukthet een aantal kinderen niet de nodige maturiteit

verhogen zodat ze ontwikkelings- en leerproble-men kan voorkomen of in elk geval betere hulpkan verlenen. Centraal probleem is daarin deovergang tussen kleuterschool en lagere school.

In de kritische periode einde kleuterschool-begin lagere school moeten we zoveel mogelijkkinderen kunnen opvangen. We moeten daaromhet onderwijsleerproces flexibel organiseren. Wedenken aan gebieden als het sociaal-emotionele,de sociale vaardigheden en inzichten, de zelfred-zaamheid, de taal- en spreekontwikkeling, andereexpressieve vaardigheden, de psychomotoriek ende leerinhouden, meer in het bijzonder de bredevoorbereiding op en de begeleiding van de basis-vaardigheden lezen, schrijven en rekenen. Hethoeft geen betoog dat de ontwikkelings- en leer-bedreiging het grootst zijn bij de sociaal kansarmekinderen.»

720 banen bijVorig schooljaar werd voor het eerst uitgepakt

met een extra-omkadering van het eerste leerjaar.Helaas werd de maatregel voor sommigen te snelingevoerd zodat de scholen amper de tijd haddenom een uitvoerig actieplan op te stellen. Ander-zijds waren sommige scholen er vlug bij om onei-genlijk gebruik te maken van de extra-lestijden.Maar de inspectie beoordeelde het eerste initiatiefpositief. Veel scholen hebben op basis van eenaantal toegekende extra-lestijden leerbedreigdekinderen op een aangepaste wijze opgevangen.

Er struikelen nog te veelkinderen over de

drempel van de lagereschool.

te verwerven voor belangrijke leerinhou-den en vaardigheden. In het eerste leer-

jaar zijn zij de eerste slachtoffers van ons jaarklas-sensysteem dat vooral op de gemiddelde leerlingis ingesteld. Deze aanpak vereist meer zorgbreed-te. Dat is de wijze waarop leerkrachten en schoolhet onderwijs organiseren opdat elk kind maxi-male kansen krijgt om zich optimaal te ontwikke-len.CHRIS DE GRAEVE, directeur-generaal Administra-tie Basis- en Buitengewoon Onderwijs: «Leerbe-dreigde kinderen worden weggeselecteerd viazittenblijven of -meestal te laat- verwezen naar hetbuitengewoon onderwijs, waar ze dan in veelgevallen blijven. De toename van het aantal leer-lingen in het buitengewoon lager onderwijs, vooraldan in type 8 voor kinderen met ernstige leer-stoornissen, toont aan dat de gewone school steedsmeer probleemkinderen uitsluit. Redenen genoegdus om de huidige gang van zaken te doorbreken.Dat kunnen we door in het gewoon onderwijs denodige structurele en inhoudelijke maatregelen tenemen voor een aangepast onderwijs voor alleleerlingen. We willen de draagkracht van de school

slagen we ersteeds in hetbeste uit allekinderen tehalen? Diffe-rentiatie is een van de sleu-telwoorden om een schoolop maat te maken. Hier-in begeleidt de leerkrachtelke leerling bijvoorbeeld

Z O R G V E R B R E D I N Gbij zijn persoonlijk con-tractwerk. Het overheids-project zorgverbreding inhet kleuteronderwijs ende eerste klas lager on-derwijs voorziet in eenextra-omkadering voorscholen met een goed-gekeurd actieplan omonder meer de drempelvan de lagere school teverlagen. Daar struike-len immers nogal wat kin-deren over.

Page 27: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 27

Dit project wordt nu voortgezet en uitgebreidmet een gelijksoortig deelproject voor het kleu-teronderwijs (4- en 5-jarigen). In de CAO-onder-wijs 1994-95 werd overeengekomen dat voor ditproject respectievelijk 407 en 250 miljoen frankaan het lager onderwijs en het kleuteronderwijsbesteed kunnen worden. Dit betekent dat onge-veer 450 voltijds-equivalenten voor het lager on-derwijs en 270 voor het kleuteronderwijs zullenworden toegekend.DE GRAEVE: «De bedoeling van het project is ba-kens uit te zetten voor een integratieve school.Hierin kunnen we het selectieve systeem afbou-wen. In een dergelijke school berusten de kleuter-en de lagere school op eenzelfde concept zodat deoverstapdrempel voor de kinderen wegvalt. Elkjaar kunnen we het project naar een meer integra-tief basisonderwijs aanpassen aan de sommen dievrijkomen. Dit kadert in een herschikking van deonderwijsbegroting. Het secundair onderwijs staatwat van zijn middelen af ten gunste van hetbasisonderwijs dat een beetje in nood zit.»

Ervaren leraarsIn het streven naar een school op maat wordt

dus gedurende het schooljaar 1994-95 de moge-lijkheid geboden om op basis van een vrijwilligengagement een project in het kleuter- en/of lageronderwijs te starten of voort te zetten en daarvoorextra-lestijden toegekend te krijgen. De voor-waarden vindt u uitvoerig omschreven in de om-zendbrief daarover. De extra-lestijden dienen al-vast niet om klassen te splitsen. Bovendien komenvoor de extra-omkadering alleen leraars met min-stens vijf jaar onderwijservaring in aanmerking.De toekenning van de extra-lestijden gebeurt opbasis van een actieplan dat de school uiterlijk op 1juni indient. Een beoordelingscommissie vanambtenaren en leden van de onderwijsinspectiebeslist of de aanvraag al of niet gunstig beant-woord kan worden. De scholen zullen van debeslissing op de hoogte gebracht worden voor hetbegin van de zomervakantie.

Geen hokjesIn de huidige manier van werken wordt het

menselijk kapitaal van de leerlingen in het basis-onderwijs onvoldoende aangesproken.Misschien gaat er al van in de kleuterschooltalent verloren?PROF. DR. FERRE LAEVERS, Onderzoekscentrum voorKleuter- en Lager Onderwijs (KU Leuven) endirecteur Centrum voor Ervaringsgericht Onder-wijs: Het nadeel van het woord talent is dat je danalleen maar denkt aan de begaafden en meerbe-gaafden. Je moet het talent van iedereen op het ooghebben. Na een lange traditie van vooral aandachtvoor de middenmoot spitst het onderwijs zichvandaag meer toe op de nog gemiste kansen. Metde extra-omkadering kunnen we nu de focusrichten op de probleemkinderen. Dat zijn dege-nen die te weinig kansen krijgen in verhoudingtot hun mogelijkheden.

Om beter aan te sluiten op het individueleontwikkelingsproces van die kinderen kunnenwe in de klas differentiëren. Dat wil niet zeggendat men die kinderen in aparte hokjes moet stop-pen. Men mag de interactie tussen kinderen, zelfsvan verschillende leeftijd, niet uit het oog verlie-zen. We moeten naar meer kind-oriëntatie in de

aanpak. Dat vereist een reflectieve ingesteldheidvan de leerkracht. Hij kan zich namelijk niet altijdoriënteren op het leerplan en de leerboeken. Daarstaat niet in wat Jan, Piet, Miet en Joke preciesnodig hebben.

ContractjesIedereen heeft het over differentiëren maar hoekan je concreet elke leerling aangepaste op-drachten en oefeningen meegeven?LAEVERS: Contractwerk lijkt mij het meest haal-baar. Dat is onder meer afgeleid van het fichewerkin de Freinettechnieken. In het begin van de weekkrijgen de leerlingen een soort contract. Vaak isdat een pakket met opdrachten over de verschil-lende vakken heen gespreid. In de loop van deweek krijgen ze tijd om hun contract af te werken.We ervaren dat het rendement van het leren enook dat van de mentale activiteiten fenomenaalhoger ligt dan in de klassikale aanpak van lesgeven voor de middenmoot.

Bij een klassikale aanpak laat de leerkracht bij

• Omzendbrief Project zorgverbre-ding in kleuteronderwijs en eerstejaar lager onderwijs -voor verdere informatie contact op-nemen met Herman Van Eesbeeck -+ 02-211 44 90 of Mia Boey -+ 02-211 45 28• Departement Onderwijs - Admi-nistratie Basis- en BuitengewoonOnderwijs - Dienst OrganisatieGewoon Basisonderwijs - Konings-straat 138 - 3e verdieping - 1000Brussel - fax 02-211 45 03• Centrum voor ErvaringsgerichtOnderwijs (CEGO) - Vesaliusstraat2 - 3000 Leuven - + 016-28 38 90 -fax 016-28 38 57

manier van spreken 20 paarden metverschillende mogelijkheden in hetgareel lopen. Ze moeten allemaal het-zelfde tempo aanhouden. Deze ma-nier van mennen nodigt niet uit toteen individueel drafje. Wat in zo’nlesuur gebeurt aan mentale activitei-ten is soms bedroevend weinig. Voor-al de leerkracht werkt.Hoe kan de leerkracht tijd vrij ma-ken om zich individueel met sommi-ge kinderen bezig te houden?LAEVERS: Net door dat contractwerk waarbij elkeleerling individueel aan het werk is, krijgt hij dekans om sommige kinderen extra-instructie tegeven.

LeerplezierAchterhalen wat de kinderen bij het leren nodighebben is wel niet altijd eenvoudig.LAEVERS: Dat klopt maar de leerkracht kan meerinspelen op wat er leeft bij de kinderen. Daarbij ishet ervaringsgericht onderwijs een rijke inspiratie-bron. Bovendien kunnen kinderen via het con-tractwerk hun eigen belangstelling uitdiepen. Zekunnen ook aangeven aan welke opdracht ze hetmeeste leerplezier beleven. De leerkracht kan zijnopdrachten aanpassen: niet te gemakkelijk entoch boeiend genoeg.

Als je kinderen de mogelijkheid geeft te kie-zen tussen twee dingen stijgt de betrokkenheid.Zelf mogen beslissen of je eerst de contractop-dracht voor taal dan wel die voor rekenen af-werkt, verhoogt de betrokkenheid. De leerlinggeraakt ermee aan de grens van zijn mogelijkhe-den. Betrokkenheid is een indicatie voor kwali-teitsonderwijs.De leraar zaait veel maar wanneer oogst hij?LAEVERS: In een gedifferentieerde aanpak zoalscontractwerk heeft de leraar onmiddellijk feed-back van zijn activiteiten. Na een lesuur, zelfs inde loop ervan, kan hij meteen aanvoelen of hij alof niet goed zit. Als hij de stof beter aanbiedt en debetrokkenheid van de kinderen verhoogt, komt erin het leerproces tussen beide partijen een dialoogop gang. Daar beleeft de leerkracht plezier aan.Dat is zijn beloning en de bevestiging dat zijnintuïtie goed zit. ■

720 voltijdse extra

banen voor zorg-

verbreding in het

basisonderwijs.

Page 28: Klasse voor Leraren 45

28 KLASSE NR.45

Als het gaat over de leerinhouden (70␣ %) en deleermiddelen (61␣ %), zeg maar de schoolboeken ofde cursus, willen leerkrachten nog wel samenwer-ken met collega’s van hetzelfde vak. Over doelstel-lingen en evaluatie pleegt echter nauwelijks dehelft overleg met de vakcollega’s. Het zwakst is desamenwerking voor didactische methodes. Op datvlak trekken meer dan de helft van de leerkrachtenliever hun eigen plan.

Uit het overzicht in tabel 1 blijkt dat het met desamenwerking over de vakken heen nog veel ergeris gesteld. Gemiddeld één op de vijf leerkrachtenoverlegt met collega’s van andere vakken. Alleenevaluatie scoort iets hoger. Over cijfers en rappor-ten moeten nu eenmaal algemene afspraken wor-den gemaakt. Daar gaat op vakoverschrijdendesamenkomsten dan ook de meeste aandacht naar.Over didactische methodes, doelstellingen enz. iser veel minder overleg.

Samenwerken met col-lega’s is niet altijd evengemakkelijk. Veel leer-krachten vertoeven lie-ver op heteiland vande eigenklas. Zo blijkt uit eenenquête van de VlerickSchool. In het se-cundair onderwijswerkt 56␣ % samenmet collega’s vanhetzelfde vak. Slechts17␣ % overlegt met colle-ga’s van andere vakken.Nochtans blijkt uit recentonderzoek dat ook de

Het eilandvan de

leraar

E N Q U Ê T Eleerlingen betere resul-taten behalen in scholenwaar de leerkrachten pro-fessioneel goed samen-werken. En ook de leer-krachten willen wel. Maarhoe diep is het water tus-sen elk eiland en wie ver-zorgt de veerdienst?

Betere studieresultatenTwee derde van de leerkrachten die samenwerken

met vakcollega’s zeggen dat die samenwerking veelinvloed heeft op de praktijk van hun lesgeven. Zevinden dat voor hun eigen praktijk zeer belangrijk. Deinvloed van vakoverschrijdend overleg op hun han-delen voor de klas schatten ze de helft lager in.

Drie recente studies in Vlaanderen tonen hetgrote belang aan van een goede samenwerking opschool.

Buelens en Devos (1992) stelden vast dat er insterk regelgerichte scholen weinig professionelesamenwerking is. Derge-lijke scholen beperken zichtot het uitvoeren van wathun wordt opgelegd. Inleerlinggerichte scholendaarentegen bestaat meestaleen vrij goede samenwer-king tussen de leerkrach-ten. Staessens (1990) toondeaan dat onderwijsvernieu-wingen veel meer kans opslagen maken in scholenwaar leerkrachten efficiëntsamenwerken. En Verhoe-ven (1992) merkt in scho-len de positieve invloed op van professionele sa-menwerking op de resultaten van de leerlingen.

Sterke individuenWat houdt de leerkrachten dan toch op hun

eiland? In tabel 2 en 3 vindt u een overzicht van devoornaamste redenen voor een zwakke of goedesamenwerking binnen hetzelfde vak. Hier makenwe echter geen onderscheid meer voor overlegbinnen het vak of daarbuiten, de redenen verschil-len nauwelijks. De belangrijkste liggen blijkbaar in

de persoonlijkheid van de leerkrachten:hun individuele gerichtheid beperkt desamenwerking, hun collegialiteit stimu-leert ze. Infrastructuur, initiatief van dedirectie of begeleiders spelen duidelijk

een geringere rol.Slechts 6␣ % van de leerkrachten zeggen dat ze

geen behoefte hebben aan vakoverleg en 8␣ % zeg-gen hetzelfde voor vakoverschrijdend overleg. Debehoefte is er dus wel maar in de praktijk is samen-werken met mensen blijkbaar niet zo gemakkelijk.Bovendien ontbreken dikwijls de nodige overleg-structuren. Zo’n 15␣ % van de leerkrachten zoekendaarin de reden voor zwak overleg binnen het vak.Voor vakoverschrijdende samenwerking is dat zelfs19␣ %. Op dit vlak verwacht men ook veel meerinitiatief van de directie.

Oudere leraarsEr is geen verschil tussen voltijds en deeltijds

werkenden op het vlak van samenwerking en deredenen daarvoor.

Oudere leerkrachten verschillen wel van jongere.Voor beginnende leerkrachten spelen zowel begelei-

ding en overlegstructurenals informele contacten eenbelangrijke rol om tot eengoede samenwerking te ko-men. Voor oudere leer-krachten is dat allemaalminder belangrijk. Met deanciënniteit neemt het be-lang toe van de individue-le gerichtheid en persoon-lijkheidskenmerken. Naar-mate ze langer les gevenvallen leerkrachten min-der terug op anderen enhouden ze zich liever aan

hun eigen manier van werken.

PraktijkvakkenLeerkrachten technische en praktijkvakken sco-

ren systematisch hoger op globale samenwerking(zowel binnen als tussen de vakgebieden) dan leer-krachten algemene vakken. Dit is het meest uitge-sproken in het BSO. Deze leerkrachten moeten welsamenwerken omdat ze dikwijls dezelfde lokalen,uitrusting en machines gebruiken. Hun vakken zijnmeestal ook nauwer verwant dan algemene vakken.

HOEVEEL LEERKRACHTEN WERKENSAMEN EN OP WELK VLAK?

Binnen Tussenhetzelfde verschillende

vak vakken

Leerinhouden 70␣ % 23␣ %

Leermiddelen 61␣ % 21␣ %

Doelstellingen 55␣ % 21␣ %

Evaluatie 53␣ % 30␣ %

Didactische methode 46␣ % 19␣ %

TABEL 1

Page 29: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 29

optimale samenwerking. Goede,informele contacten tussen leer-krachten kunnen bijdragen toteen adequate professionele samen-werking, maar zij zijn op zichgeen garantie. Er moeten afspra-ken zijn, een vorm van coördina-tie en een permanente opvolging.Dit vereist een continue aandachtdie verder gaat dan informele con-tacten. Dit is mogelijk door be-staande werkmethodes te verster-ken of beter op te volgen. Zodenken scholen aan de uitbouwof de versterking van hun vak-groepwerking die in het verledente ongestructureerd verliep. Nogal wat scholenbekommeren zich om het tekort aan vakoverstij-gende samenwerking in hun school. Het is be-langrijk in te zien dat vakoverstijgende samen-werking vooral zin heeft als iedereen voldoendeweet waar de school naar toe wil. Daar zijnvooral concrete schooldoelen voor nodig, geenabstracte teksten over waarden en opvoeding.Die kunnen alleen belangrijk zijn als zij voldoen-

de vertaald worden naarde concrete onderwijs-situatie. Dat moet hetmogelijk maken een con-creet antwoord te gevenop de vraag: wat moetenonze leerlingen kennen enkunnen als zij onze schoolverlaten? Allicht ont-breekt hier in veel scho-len nog een duidelijkevisie die door iedereenerkend en ondersteundwordt.

Maar niet alleen descholen zelf zijn verant-woordelijk. Ook buitende scholen kan een aanzetworden gegeven tot pro-fessionele samenwer-king. Opleiding en na-vorming, leerplannen en

eindtermen, inspectie en pedagogische begelei-ding kunnen hier een belangrijke ondersteu-nende en stimulerende rol vervullen.»

Als de leraar op een eiland zit, wil hij daarbest wel af als hij hetbelang daarvan inziet:voor zichzelf, voor deschool en voor de leer-lingen. Het actieplandaarvoor zal er in elkeschool anders uitzienwant de verschillen zijngroot. ■

Het onderzoek werd uit-gevoerd bij 4500 leerkrach-ten in en door de 69 se-cundaire scholen die deel-namen aan de wedstrijdLaureaat Schoolmanage-ment van de Vlerick Schoolvoor Management - Bel-levue 6 - 9050 Gent -+ 09-210 97 11.

Het onderzoek wijst echter ook op verschillentussen de drie graden, vooral voor de samenwerkingbinnen hetzelfde vak. Over de hele lijn is de samen-werking het sterkst in de eerste graad. Vooral leerin-houden en evaluatie scoren hier hoog. Het verschiltussen de tweede en de derdegraad is kleiner. In de der-de graad is de samenwer-king het kleinst. In het BSOzijn de verschillen tussende graden minder opval-lend.

De koffiekamerDe scholen die deelna-

men aan het onderzoekformuleren ook voorstel-len ter verbetering van desituatie: één gemeenschap-pelijke koffieruimte ofwerkruimte creëren, vak-leerkrachten op een ge-meenschappelijk lesuur vrijmaken, meer naschoolseinformele contacten mo-gelijk maken enz.

Voor vakoverschrijden-de samenwerking werken sommige TSO/BSO-scholenmet een co-klasleraar. Een leerkracht praktijk isdan samen met een leerkracht algemene vakkenklasleraar van één klas. Ook gezamenlijke projec-ten of een geïntegreerde proef (theorie én praktijk)kunnen zorgen voor meer vakoverschrijdende sa-menwerking.

Het nut inzienHet zal niet gemakkelijk zijn om leerkrachten

te motiveren meer samen te werken. Samenwer-king is dan ook geen doel op zichzelf. Wie nietvan dat inzicht uitgaat is gedoemd te mislukken.Samenwerking moet zinvol zijn en moet vooraleen toegevoegde waarde hebben voor de leer-krachten. Uit de enquête blijkt dat leerkrachtenin veel gevallen sterk individueel gericht zijn.Dat kunnen we niet overwinnen door samen-werkingsinitiatieven waarvan de zin voor de be-trokken leerkrachten niet duidelijk is. De onder-zoekers van de Vlerick School voor Managementbesluiten: «Een hoge score in collegialiteit bete-kent ook niet automatisch een garantie voor

Leraars willen alleen samenwerkenals ze daar het belang van inzien.

WAAROM WERKEN LEERKRACHTENNIET SAMEN?

Individuele gerichtheid vande leerkrachten 21␣ %

Ontbreken overlegstructuren 15␣ %

Persoonlijkheidskenmerken vande leerkrachten 13␣ %

Tekort aan informele contacten 9␣ %

Interne begeleiding 8␣ %

Geen behoefte aan samenwerking 6␣ %

Infrastructuur, gebouwen 6␣ %

Te weinig initiatief van de directie 5␣ %

Vraagt te veel tijd 4␣ %

Conflicten 3␣ %

Te veel deeltijdse leerkrachten 3␣ %

WAAROM WERKEN LEERKRACHTENGOED SAMEN?

Door de collegialiteit vande leerkrachten 32␣ %

Door de informele contacten 19␣ %

Door de persoonlijkheidskenmerkenvan de collega’s 16␣ %

Door de voldoende overlegstructuren 11␣ %

Door de interne begeleiding 8␣ %

Door de goede infrastructuur 6␣ %

Door initiatief van de directie 6␣ %

TABEL 3

TABEL 2

Page 30: Klasse voor Leraren 45

30 KLASSE NR.45

De grote gratis

Nooit te oud om te leren.

mensen aan de coördinatie van de hele wer-king. Daarnaast zijn nog tweehonderd leraarsactief bezig met het verbeteren van taken en hetbegeleiden van de cursisten. Op de begrotingstaat zo’n 40 miljoen frank per jaar. Drie vierdedaarvan gaat naar de honoraria van het leraren-korps dat instaat voor de correcties en de aan-maak van nieuwe cursussen. Eén vierde gaatnaar de brochures, handleidingen, cassettes enz.

De grootsteIn 1993 heeft het bestuur Afstandsonderwijs

23.309 nieuwe cursisten ingeschreven. Het jaarvoordien waren er 23.828 nieuwe cursisten. Maartoen schreven 5760 cursisten in voor de cursusEen computer, ook in jouw klas. Dit project werdin 1993 niet herhaald en toch kreeg het bestuurin 1993 in totaal bijna evenveel inschrijvingenals in 1992. Veel cursisten spreiden hun studieover verscheidene jaren. Dat maakt van het Af-standsonderwijs de grootste Vlaamse school metzowat 40.000 leerlingen. In 1993 verstuurde hetbestuur 81.969 lessenbundels. De totale oplagebedroeg ± 4.900.000 blz. A4.

Talen zijn bijzonder populair. In 1993 volg-den bijna 10.000 nieuwe cursisten een taalstu-die. Dat is bijna 42␣ % van het totaal. De meestecursisten (88␣ %) doen dit uit persoonlijke inte-resse, de resterende 12␣ % volgen een taalstudieals voorbereiding op de examens bij de Vlaamseexamencommissie (de vroegere middenjury). Ookin 1993 schreven 7691 cursisten zich in voorcursussen op niveau Lager Secundair Onderwijs

overwegend positief. Al is deelnemen en vol-harden niet altijd even gemakkelijk.VIC EVERAET, directeur bestuur Afstandsonder-wijs: «Onze gemeenschap slaagt er in, met rela-tief weinig middelen, aan ongeveer 23.000 man-nen en vrouwen een antwoord te geven op hunvraag naar vorming. En die behoefte blijkt tel-kens opnieuw uit de 80 vragen voor informatiedie we dagelijks mogen ontvangen. Al deze kan-didaat-cursisten (± 20.000 per jaar) krijgen degratis brochure Verder Leren toegestuurd methet aanbod van het bestuur Afstandsonderwijs.»

Op de dienst in Brussel werken een dertigtal

Tal van privé-cursussenen postorderbedrijvenbeloven u dat u voor veelgeld alles kunt leren, vantalen tot computers énin drie weken tijd. HetDepartement Onderwijs

A F S T A N D S O N D E R W I J Sheeft ook zo’n postor-derbedrijf. Het heet Af-standsonderwijs en boektein 1993 precies 23.309nieuwe cursisten. Ze wor-den per brief begeleiddoor één van 198 leraars-

«Studeren per post is zeer leerzaam en te-vens ontspannend na een drukke dag. Men isnooit te oud om bij te leren of om de vroegereleerstof wat op te frissen. Ik vind het tof voormensen die geen tijd hebben om van huis tegaan en op deze manier toch nog wat kunnenbijleren. Nu en dan een aanmoediging is zeer tewaarderen om niet de moed te verliezen.» (J.D.B.uit Brasschaat).

«Ik heb de cursus Spaans metvrucht en plezier gevolgd. Wathet volgen van andere cursussen

betreft, kan ik u met vreugde melden dat zowelmijn echtgenoot als ik ons hebben ingeschrevenvoor een andere cursus. We hopen samen zelfsnog meerdere cursussen te volgen. Door uwcursussen te volgen proberen wij een basisken-nis te blijven houden om onze kinderen te hel-pen bij hun studie.» (A.N. uit Leuven).

De reacties van deelnemers aan de schrifte-lijke cursussen van het Afstandsonderwijs zijn

c o r r e c -tors. HetAfstands-o n d e r -wijs is degrootste Vlaamse school,méér dan een postorder-bedrijf en bovendien gra-tis.

Page 31: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 31

en 5215 cursisten begonnen cursussen op ni-veau Hoger Secundair Onderwijs. Geheugen-training (619 inschrijvingen) en Talen via PC(240 inschrijvingen) zijn nieuw in het aanbod.Daarnaast schreven vorig jaar 3274 ouders invoor de cursus Moderne Wiskunde. Op die ma-nier hopen zij hun kinderen in het basisonder-wijs beter te kunnen begeleiden.

De goedkoopsteZelfstandigen (3␣ %) en vrije beroepen (2␣ %)

doen niet echt mee. Daartegenover staat dat éénvierde van de cursisten (5897 inschrijvingen)aangeeft geen beroep te hebben. We kunnenveronderstellen dat een ruim aantal van dezemensen niet de financiële mogelijkheid hebbenelders een betaalde cursus te volgen. Dat hoeftook niet. De gratis cursussen van het Afstands-onderwijs staan op hoog niveau.

Meer dan de helft van de inschrijvers (62␣ %)hebben minstens hoger secundair onderwijs achterde rug; 27␣ % hebben zelfs een diploma hogeronderwijs in hun bezit. Zo’n 60␣ % van de cursis-ten behoren trouwens tot de leeftijdsgroep van19 tot 35 jaar. Blijkbaar zien velen deze cursus-sen als een vorm van herhaling, uitdieping ofnavorming.

Minder dan 3␣ % van de cursisten is geen 18jaar. Dat is normaal, vindt het bestuur en het

THUIS STUDEREN

U wil uw kennis bijschaven of nieuwe kennis verwerven? Het DepartementOnderwijs begeleidt elk jaar tienduizenden volwassenen stap voor stap inhun drang naar kennis en inzicht. De cursussen zijn van uitstekend niveau enelke deelnemer wordt persoonlijk begeleid. U kunt nu inschrijven voor éénvan de volgende reeksen. Vraag daarvoor eerst de gratis brochure Verderleren.• Talen (voor beginners en gevorderden): Nederlands; Frans; Engels; Duits; Spaans;Italiaans; Latijn; Grieks (oud);• Wiskunde: moderne wiskunde, moderne wiskunde - ouders (leerstof lagereschool);• Handel/bedrijf/administratie: Economie (basisleerstof economie en boekhou-ding); Economie (economische kringloop, consumenten- en producentengedrag,geld, krediet, economisch denken); Maatschappelijke en economische problemen;Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van Werkplaatsen; Beginselen van hetgrondwettelijk en administratief recht; Begroting en comptabiliteit van overheids-diensten; Samenvatting en commentaar;• Computer en Informatietechnologie: Informatica; Informatica en programme-ren;• Natuurwetenschappen en Techniek: Biologie; Fysica; Scheikunde; Elektriciteit;Mechanica; Meetkundig tekenen; Technisch tekenen; Schema’s elektriciteit;• Sociale wetenschappen: Aardrijkskunde; Geschiedenis; Sociale opvoeding; Cul-turele evolutie; Grondwettelijk recht; Administratief recht; Internationale instellin-gen;• Talen via PC: Engels-basis voor PC; Engels-business voor PC;• Geheugentraining• Nieuwe cursussen in ontwikkelingsfase: taalprogramma Frans-basis en Frans-business voor PC; Nederlands voor laaggeschoolden (met een experimentele encommunicatieve aanpak).

stimuleert hun inschrijving niet. Uitzonderlijk,mits gemotiveerde aanvraag, kunnen -18-jarigeninschrijven: bijvoorbeeld als voorbereiding opexamens van de Examencommissie van de VlaamseGemeenschap of voor vakken die niet in hunprogramma op school zijn vervat.

Sommige cursisten willen zich voorbereidenop examens die diverse instanties organiseren.Zo werkt het bestuur Afstandsonderwijs samenmet de Examencommissie van de Vlaamse Ge-meenschap, Eerste afdeling (tweede graad vanhet secundair onderwijs) en Tweede afdeling(hoger secundair onderwijs). Ook examens voorhet Vast Wervingssecretariaat kunt u via af-standsonderwijs voorbereiden. Het bestuur zelforganiseert géén examens. Maar u moet weltelkens taken maken voor u de volgende stapkunt zetten.

Studeren via het afstandsonderwijs kost u zogoed als niets. U betaalt enkel een pakketje om-slagen (± 50␣ fr.) en uw postzegels, samen mis-schien 400 of 500␣ fr. per jaar, afhankelijk van uwstudietempo. Bijna voor niks dus. Daarvoor krijgtu een persoonlijke cursus die u deeltje per deel-tje wordt toegestuurd én een persoonlijke leraardie al uw taken corrigeert en u bijstuurt waarnodig.

Elk jaar worden cursussen herwerkt of wor-den nieuwe cursussen aangemaakt. Zo ook in1994. Dit jaar wordt vooral gewerkt aan de cur-sussen die voorbereiden op de examencommis-sie van de Vlaamse Gemeenschap - Eerste afde-ling (Tweede graad van het secundair onder-

postorderschool

Iedereen krijgt

een persoonlijke

leraar.

wijs): Gemeenschappelijk gedeelte (uitbreidingNederlands, Frans, Engels, Wiskunde) en Speci-fiek gedeelte Moderne Talen (Economie L, In-formatica L, Duits L). Ook de cursus MechanicaL wordt dit jaar herwerkt.

Enkele cursussen zijn volop in ontwikke-lingsfase. Zo komt er dit jaar nog eentaalprogramma Frans-basis en Frans-business voor PC dat bestaat uit eendiskette en een begeleidende tekstper deel (voor het basisprogrammakomt er ook een begeleidende audio-cassette). Ten slotte komt er dit jaarnog een nieuwe afstandscursus Ne-derlands voor laaggeschoolden met een experi-mentele én communicatieve aanpak.

In de tabel vindt u een overzicht van de achtstudiegebieden bij het bestuur Afstandsonder-wijs: van talen en computers tot recht en elektri-citeit. ■

Wie meer inlichtingen wil kan een beroep doen openkele gratis publikaties. Voor kandidaat-cursistenzijn er bijvoorbeeld de brochures Verder Leren (vol-ledig overzicht van de beschikbare cursussen) enLeren Leren (praktijkgids met studietips).Departement Onderwijs - Administratie PermanenteVorming - Bestuur Afstandsonderwijs - Konings-straat 172 - 1000 Brussel - + 02-219 31 32 - fax 02-219 71 45

Page 32: Klasse voor Leraren 45

Heel wat leerkrachtentrekken hun onkostenvoor verplaatsingen, vak-

Leraarsenbelastingen

literatuur, computer eneigen werkkamer af vanhun belastbaar inkomen.Hoe moet dat precies?En hoe zit het met deaangifte van toevalligeof minder toevallige bij-verdiensten? Soms loont

D O O L H O Fhet de moeite iets meeraandacht te besteden aanhet invullen van uw be-lastingsaangifte. Ook allijkt het een doolhof.

De personenbelasting treft alleen netto-inkomsten.Het is dus belangrijk te weten welke aftrekken ukunt toepassen op de bruto-inkomsten om hetnetto-inkomen te bepalen. Daarvoor wordt hetbrutoloon verminderd met de sociale bijdragen,de bedrijfslasten en andere aftrekken. Ook onder-wijzend personeel mag de werkelijke onkostenbewijzen voor zover deze hoger liggen dan hetforfait. Dat forfait werd ingevoerd als administra-tieve taakverlichting om te vermijden dat de ad-ministratie de onkostenlijsten van miljoenen be-lastingplichtigen zou moeten controleren. Zoalselk forfait is ook dit eigenlijk onbillijk: bij eengelijk inkomen is de aftrek van forfaitaire bedrijfs-inkomsten van meester Willy die te voet naarschool komt en nooit vakliteratuur koopt iden-tiek aan het forfait voor juffrouw Hilde die zwarereiskosten heeft en veel geld besteedt aan vaklite-ratuur en vorming. Daarom mag u de bewezen,werkelijke bedrijfslasten aftrekken als die hogerliggen dan het forfait.

Computer afschrijvenHet is mogelijk dat één echtgenoot het forfait

toepast en de andere de werkelijke kosten aftrekt,of dat beiden dat doen. Er kunnen daarbij welenkele problemen rijzen. Als man en vrouw bij-voorbeeld beide leerkracht zijn in dezelfde schoolen met één auto naar school komen mogen zeuiteraard elk slechts de helft van de reiskostenaftrekken. Dat geldt ook voor de aankoop van eencomputer die ze samen gebruiken. Om te weten ofhet in uw specifiek geval rendeert om niet voorhet forfait te kiezen, moet u dat eerst eens bereke-nen. Voor een salaris van 880.000␣ fr. bedraagt hetbijvoorbeeld 70.400␣ fr. Zit u daar met uw werke-lijke onkosten boven dan moet u die kunnenbewijzen en betaalt u minder belastingen. Hetforfait bedraagt 20␣ % voor de eerste schijf van uwinkomen tot 165.000␣ fr., 10␣ % voor de schijf tot330.000␣ fr., 5␣ % voor de schijf van 330.000␣ fr. tot550.000␣ fr. en 3␣ % voor wat daar boven zit. Hetmaximumforfait is 110.000␣ fr.

Dure werkkamerOm als bedrijfslasten te gelden moeten uw

onkosten verband houden met uw beroep, date-ren van de belastbare periode, nodig zijn om uwinkomsten te verwerven of te behouden en bewe-zen worden. Er is een onderscheid tussen dadelijk

aftrekbare kosten en de kosten die u over meerde-re jaren kunt afschrijven: een auto over vijf jaar,bureaumeubilair over tien jaar, computers overdrie à vijf jaar en gebouwen over 33 jaar (3␣ % perjaar dus). Er zijn verschillende afschrijfprocedu-res maar meestal is het aangewezen om te kiezenvoor de manier die een zo hoog mogelijke aftrekbiedt in het eerste jaar. Een computer van 150.000␣ fr.en 29.250␣ fr. BTW schrijft u dus het best degres-sief af met de BTW dadelijk als geheel afgetrok-ken. Dit betekent in het eerste jaar 29.250␣ fr. plus40␣ % van 150.000␣ fr. (89.250␣ fr.), in het tweedejaar 40␣ % van 150.000␣ fr. min 60.000␣ fr. (36.000␣ fr.),in het derde jaar 20␣ % van 150.000␣ fr. (30.000␣ fr.)en in het vierde jaar de resterende 24.000␣ fr.Wat kunt u nu allemaal aftrekken als werkelijkebedrijfslasten?1. Reiskosten. Het volledige bedrag van trein-,bus- en tramticketten. De auto-onkosten voorwoon-werkver-keer worden be-rekend tegen 6␣ fr.per kilometer. Alsuw werkgever eengedeelte van dezeonkosten ver-goedt, mag u ui-teraard alleen hetresterende deel inrekening bren-gen.2. Bedrijfslokaal.Dat is niet alleende werkkamerthuis maar even-tueel ook een deelvan de garage alsu de wagen voorberoepsdoelein-den gebruikt. U berekent het percentage van deoppervlakte van uw woning dat u voor uw beroepgebruikt: 10 tot 15␣ % is een aanvaardbaar percen-tage. Dat percentage past u toe op alle aftrekbareuitgaven: elektriciteit en verwarming, reinigings-kosten, brandverzekering, interesten van de hy-pothecaire lening, eventueel betaalde huur. Als ueigenaar bent van de woning kan u de aankoopafschrijven over 33 jaar en van dat bedrag hetpercentage nemen zoals hierboven uitgelegd.

Een leerkracht gebruikt bijvoorbeeld één ka-

Hoeveel mag een leraarbijverdienen?

32 KLASSE NR.45

Page 33: Klasse voor Leraren 45

KLASSE NR.45 33

mer van zijn woning als werkkamer (10␣ % van detotale oppervlakte). Hij heeft de woning gekochtvoor 4.000.000␣ fr., waarvan 500.000␣ fr. voor degrond. Dan kan hij jaarlijks volgend bedrag af-schrijven voor zijn studiekamer: (4.000.000 - 500.000)x 10␣ % x 3␣ % = 10.500␣ fr., aangevuld met 10␣ %van zijn totale uitgaven voor elektriciteit, verwar-ming, reiniging, brandverzekering en hypothe-caire lening.3. Kantoorbenodigdheden enz. Schrijfgereedschap,papier, fotokopieën enz. kunt u meteen volledigaftrekken. Groter materieel zoals een schrijfma-chine, rekenmachine, computer enz. wordt meestalover vijf jaar afgeschreven, meubilair over tienjaar. Vakliteratuur, boeken en abonnementen optijdschriften zijn volledig aftrekbaar. Ze moetenwel te maken hebben met de gedoceerde vakken.Romans zijn bedrijfslasten voor de leerkrachtNederlands maar niet voor die van wiskunde.Bijscholingskosten zijn volledig aftrekbaar als zedienen voor verdere vervolmaking, verwerven ofonderhouden van vakkennis. Kosten voor hetverkrijgen van een nieuw diploma of een bijko-mende kwalificatie zijn niet aftrekbaar.

Als de school een deel van de onkosten ver-goedt, moet u dat van het totaalbedrag aftrekken.Scholen zijn immers verplicht die vergoedingenaan de belastingen door te spelen.

Ook volledig aftrekbaar zijn de vakbondsbij-drage, de beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen de bijdragen voor een beroepsvereniging.

Niet meer aftrekbaar zijn de uitgaven voorkleding, behalve de specifieke werkkleding (labo-jassen, werkplaatskleding, trainingspak enz.)

Van de bedrijfsinkomsten die al verminderdwerden met de bedrijfslasten kunt u nog geheel ofgedeeltelijk aftrekken: levensverzekeringspremies,hypothecaire leningen, giften enz. Ook de uitga-ven voor kinderopvang zijn aftrekbaar (max. 345␣ fr.

per oppasdag perkind). Het moetgaan om kinde-ren jonger dandrie jaar en on-kosten betaaldaan erkende in-richtingen of ont-haalmoeders.

Bijverdie-nen

Heel wat leer-krachten hebbeneen of andere bij-verdienste: au-teursrechten voorpublikaties encomposities, ho-noraria voor voor-

drachten, reisgidsen, journalistiek, begeleiding vansport- en vakantiekampen enz. Daarbij moet ueerst en vooral nagaan of u niet in overtredingbent met de cumulatie-wetgeving. De inkomstenkunt u aangeven als toevallige inkomsten of alsbaten van een zelfstandige activiteit.1. Toevallige inkomsten. (Invullen bij code 200op deel 2 van het aangifteformulier.)

Het voordeel hiervan is dat het maximumtariefvan de belasting maar 33␣ % (plus gemeentebelas-ting) bedraagt en dat er geen sociale zekerheids-

bijdragen op verschuldigd zijn. Probleem is dat ergeen precieze definitie bestaat en dat er dus nog aleens discussie ontstaat over het al dan niet toeval-lig zijn van de inkomsten. Er zullen meestal geenproblemen zijn als het bedrag niet te hoog is, deregelmaat van de prestaties niet te groot is, deinvesteringen niet te aanzienlijk zijn en de activi-teiten niet in het verlengde liggen van de activiteit

Ook de werkkamer

thuis is aftrekbaar.

als leerkracht. Enkele voorbeelden.Voor een leerkracht zijn de auteurs-rechten voor een roman diverse in-komsten maar die voor een handboekbedrijfsinkomsten. De honoraria vooreen voordracht over een hobby zijndiverse inkomsten maar die over hetvakgebied zijn bedrijfsinkomsten. Dikwijls krijgtmen voor een occasionele activiteit een op eenloonfiche gelijkende fiche van de commissies, ma-kelaarslonen enz. nr. 281.50. Hoewel de juridischeomschrijving die aan een type inkomen wordtgegeven door de uitbetalende instantie niet bin-dend is voor de genieter ervan, maakt de uitrei-king van zo’n fiche het voor de leerkracht moeilij-ker om tegenover de fiscus staande te houden dathet om een toevallig, divers inkomen gaat. Maarin de praktijk blijkt dat nogal mee te vallen.

Bij code 201 mag u bovendien het totale bedragvermelden van de uitgaven of lasten die u gedaanhebt om de aangegeven inkomsten te behoudenof te verkrijgen. Er wordt geen forfait toegepast alsu hier niets invult. In principe moeten deze uitga-ven bewezen worden maar meestal is dat nietnodig als u redelijk blijft: ten hoogste 20␣ % vanhet totale bedrag.2. Zelfstandige activiteit. Leerkrachten die naasthun hoofdberoep een kleine zelfstandige activi-teit uitoefenen die niet kan getypeerd worden alsoccasioneel, moeten zich aansluiten bij een socia-le verzekeringskas voor zelfstandigen en bijdra-gen betalen, zelfs als er maar geringe inkomstenzijn. Onder de 74.441␣ fr. netto-inkomen was in1993 geen bijdrage verschuldigd. Eventueel moe-ten zij zich ook inschrijven in het handelsregisteren een BTW-nummer aanvragen. Op auteurs-rechten zijn evenwel geen sociale zekerheidsbij-dragen verschuldigd voor leerkrachten die in hetdag- en/of avondonderwijs prestaties leveren dieovereenkomen met 6/10 van een volledig lesroos-ter.

De baten van een zelfstandige activiteit wordenals bedrijfsinkomen beschouwd en toegevoegd bijde overige inkomsten. Ze worden dus belast tegenhet oplopende, progressieve tarief en maken so-ciale zekerheidsbijdragen voor zelfstandigen eis-baar. Dit betekent concreet dat bijverdienstenworden belast met een aanslagvoet van ongeveer50␣ %, naargelang van de hoogte van het bedrijfs-inkomen. Het wordt fiscaal zeker niet aangemoe-digd om naast uw hoofdberoep nog bij te verdie-nen. Adviseurs zeggen dan ook dat indien één vanbeide echtgenoten geen bedrijfsinkomen heeft,het interessanter is dat hij/zij de bijverdiensteuitoefent. ■

Een bijzonder handige bron voor gedetailleerde infor-matie over alle juridische, fiscale en andere problemenvoor leerkrachten is het Onderwijszakboekje. U kuntdat bestellen bij Uitgeverij Kluwer Editorial - Excel-siorlaan 18 - 1930 Zaventem - + 02-719 16 42. Hetkost 1146␣ fr. maar ook dat bedrag is eventueel alsvakliteratuur aftrekbaar.

Page 34: Klasse voor Leraren 45

(advertentie)

Page 35: Klasse voor Leraren 45

(advertentie)

Page 36: Klasse voor Leraren 45

Afgiftekan

toor 8500 Kortrijk 1

Min

isterie van d

e Vlaam

se Gem

eensch

apD

epartem

ent O

nd

erwijs - R

edactiesecretariaat K

LA

SSEK

onin

gsstraat 138 - 1000 Bru

ssel

TIJD

SCH

RIF

Tversch

ijnt m

aand

elijks (behalve in

juli en

augu

stus)

België – B

elgique

PB

8500 KO

RT

RIJK

1

4281

VOOR DE BOEGIn het volgend nummer van KLASSE blikkenwe terug op het voorbije schooljaar enkijken we uit naar wat komen gaat. Daar-voor nodigen we 20 lezers uit voor eenrondetafelgesprek met onderwijsminis-ter Luc Van den Bossche. Maar ook uwpersoonlijke evaluatie boeit ons. Schrijfons wat u als leraar dit schooljaar boeiend,vervelend, ergerlijk of hoopvol vond; waaru al dan niet arbeidsvreugde uit haalt;wat u verwacht van het beleid en van detoekomst. We verwachten géén vellenliteratuur maar uw verhaal mag bestpersoonlijk zijn. Wel snel zijn. Schrijf numeteen (mét naam, functie en adres)naar KLASSE (Evaluatie) - Koningsstraat138 - 1000 Brussel.