publicatie downloaden alspdf

Pagina 1/8

Uitvoeringsregeling zelfstandige toegang meterruimtes netbeheerders

1. InleidingDeze uitvoeringsregeling beschrijft de wijze waarop praktische invulling wordt gegeven aan de afspraken uit het “Convenant zelfstandige toegang tot meterruimtes netbeheerders”.Deze regeling is opgesteld en bekrachtigd door de Werkgroep Sleutelverstrekking Derden, waarin vertegenwoordigers van VMNED en van Netbeheer Nederland zitting hebben. Deze werkgroep is inhoudelijk verantwoordelijk voor deze uitvoeringsregeling en is bevoegd om deze regeling naar behoefte aan te passen, binnen de kaders van het genoemde convenant.

Deze uitvoeringsregeling betreft uitsluitend Transformatorstations 20-10 kV/ 0,4 kV en Gas afleverstations. Toegang tot terreinen en gebouwen op Onderstations en Gasontvangst-stations is uitgesloten van deze regeling, bij 50/110/150 kV stations en GOS-sen blijft toezicht RNB nodig.

2. Doel en uitgangspuntenVoor de uitvoering van de meetverantwoordelijkheid is het noodzakelijk dat personeel van, of in opdracht van de meetverantwoordelijke toegang krijgt tot de meetinrichting van de meetverantwoordelijke. Deze meetinrichting of delen daarvan kan/kunnen zich bevinden in een afgesloten ruimte van de netbeheerder waarin zich ook andere installaties van de netbeheerder bevinden. In dergelijke situaties willen de netbeheerders de meetbedrijven zelfstandig toegang verlenen maar stellen daaraan voorwaarden om te waarborgen dat de veiligheid van de betrokkenen en de continuïteit van de energielevering niet in gevaar komt. In deze uitvoeringsregeling zijn beheersmaatregelen beschreven op de navolgende gebieden:

- Deskundigheid medewerkers- Veiligheidsinstructies- Sleutelverstrekking- Toegangsregistratie

Pagina 2/8 versie 10 april 2015

3. Deskundigheid medewerkersHet is belangrijk dat medewerkers die de werkzaamheden uitvoeren en de bedrijfsruimten van de netbeheerder betreden, over voldoende deskundigheid beschikken. Om dit te waarborgen, zijn de volgende maatregelen afgesproken:

Uitvoerende medewerkersMedewerkers die in opdracht van de meetverantwoordelijke werkzaamheden uitvoeren, moeten aantoonbaar beschikken over de juiste vakbekwaamheid, voldoende ervaring en veilig gedrag laten zien. Dit wordt geborgd doordat medewerkers moeten beschikken over het juiste BEI-VIAG-persoonscertificaat volgens STIPEL PCE. Op basis daarvan krijgen medewerkers een BEI- en/of VIAG-aanwijzing van hun werkgever. Medewerkers moeten het bezit van het STIPEL PCE-certificaat en de bijbehorende aanwijzing op de werkplek kunnen aantonen. De netbeheerders accepteren deze aanwijzing als een verklaring van bevoegdheid.

WerkverantwoordelijkenDe meetverantwoordelijke of de door de meetverantwoordelijke ingeschakelde uitvoerende partij beschikt over een Werkverantwoordelijke die beschikt over een BEI en/of VIAG persoonscertificaat volgens STIPEL PCE en aan wie door de werkgever een BEI- en/of VIAG-aanwijzing als Werkverantwoordelijke is verstrekt. Deze werkverantwoordelijke verstrekt de BEI- en VIAG werkopdrachten (raamopdrachten/werkplannen) aan de uitvoerenden onder zijn aansturing en behoort tot dezelfde organisatie als de uitvoerenden.

InstallatieverantwoordelijkeDe directie van de meetverantwoordelijke wijst voor elke meetinrichting een Installatie Verantwoordelijke aan. In de werkgroep moet nog uitgewerkt worden of er voor E of voor G inderdaad een IV nodig is en zo ja, aan welke eisen die IV dan moet voldoen.

Verantwoordelijkheden Netbeheerder MeetverantwoordelijkeUitvoerende medewerkers Geen Borgen dat uitvoerende

medewerkers, op de werkplek aantoonbaar beschikken over

a. een passend en geldig BEI/VIAG STIPEL PCE-certificaat.

b. een door hun werkgever verstrekte, passende en geldige BEI/VIAG aanwijzing


Werkverantwoordelijken Geen Borgen dat er bij elke door de meetverantwoordelijke ingeschakelde partij een werkverantwoordelijke is die

a. Beschikt over een passend en geldig BEI/VIAG STIPEL PCE-certificaat

b. Beschikt over een, door zijn werkgever verstrekte, passende en geldige BEIVIAG-aanwijzing.

Installatieverantwoordelijke Geen Een Installatieverantwoordelijke aanwijzen voor elke meetinrichting onder verantwoordelijkheid van de meetverantwoordelijke

4. VeiligheidsinstructiesAan het betreden van bedrijfsruimten en het daarin uitvoeren van werkzaamheden, zijn risico’s verbonden. Om die risico’s tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, zijn er veiligheidsrichtlijnen die nageleefd moeten worden:

BEI-VIAG-instructiesDe meetverantwoordelijke werkt volgens de landelijke door Netbeheer Nederland uitgegeven veiligheidswerkinstructies (VWI`s). Als er door of in opdracht van de meetverantwoordelijke werkzaamheden worden verricht die niet omschreven zijn in de landelijke VWI’s, stelt de Installatieverantwoordelijke van de meetverantwoordelijke zelf VWI’s op voor de betreffende werkzaamheden. Deze VWI’s worden door de meetverantwoordelijke ter toetsing voorgelegd aan Netbeheer Nederland, de Groep Veiligheids Regelgeving (GVR). De GVR toetst of de VWI van de meetverantwoordelijke past binnen het BEI-VIAG-raamwerk en geen strijdigheden veroorzaakt met de landelijke BEI-VIAG-VWI’s.

LET OP: door de meetbedrijven is op 8 januari 2015 aangegeven dat zij op dat moment, zowel voor gas als voor elektriciteit, geen werkzaamheden hebben geïdentificeerd waarvoor zij zelf VWI’s moeten opstellen. Om die reden zullen zij vooralsnog geen Installatieverantwoordelijke aanwijzen.


Overige instructiesVoor het betreden van bedrijfsruimten zijn naast BEI-VIAG, ook andere veiligheidsvoorschriften van toepassing. Te denken valt hierbij aan generieke en locatie-specifieke richtlijnen op het gebied van asbest of niet-aanraakveilige installaties. Medewerkers die in opdracht van de meetverantwoordelijke werkzaamheden uitvoeren, moeten aantoonbaar geïnstrueerd zijn over de generieke en locatie-specifieke veiligheidsrichtlijnen en deze in het werk opvolgen.

De netbeheerder levert de generieke veiligheidsrichtlijnen aan de meetverantwoordelijke. De meetverantwoordelijke levert de locaties aan waar werkzaamheden verricht gaan worden, waarna de netbeheerder de locatie-specifieke richtlijnen aanlevert. De meetverantwoordelijke waarborgt dat de uitvoerenden de generieke en specifieke veiligheidsrichtlijnen naleven.

Verantwoordelijkheden Netbeheerder MeetverantwoordelijkeBEI-VIAG-instructies Opgestelde VWI’s toetsen op

conflicten met overige BEI-VIAG-richtlijnen

a. Borgen dat BEI-VIAG-instructies worden nageleefd.

b. Veiligheidsinstructies opstellen voor werkzaamheden waarvoor (nog) geen BEI-VIAG-instructies zijn

c. Opgestelde VWI’s ter toetsing aan GVR voorleggen

LET OP: punt b en c alleen als dat relevant is.

Generieke veiligheids-richtlijnen ivm het betreden van bedrijfsruimten

Aanleveren generieke veiligheidsrichtlijnen

Borgen dat generieke veiligheidsrichtlijnen worden nageleefd.

Locatie-specifieke veiligheidsrichtlijnen ivm het betreden van bedrijfsruimten

Aanleveren locatie-specifieke veiligheidsrichtlijnen

a. Locaties aanleveren bij netbeheerder

b. Borgen dat locatie-specifieke veiligheidsrichtlijnen worden nageleefd.


5. SleutelverstrekkingVoor het verkrijgen van een zelfstandige toegang is het nodig dat de netbeheerder aan personen die namens de meetverantwoordelijke werkzaamheden verrichten, sleutels verstrekt om toegang te krijgen tot bedrijfsruimten. Het verstrekken van toegangssleutels gebeurt onder de volgende voorwaarden:

Verstrekken van sleutels: Sleutels moeten per netbeheerder aangevraagd worden conform de procedure hiervoor van

de betreffende netbeheerder. De sleutels worden aangevraagd door de meetverantwoordelijke.

Sleutels worden op naam van de medewerker uitgegeven en zijn niet overdraagbaar. Uitgifte gaat altijd gepaard met een sleutel- of toegangsinstructie door de netbeheerder.

De ontvanger tekent voor ontvangst sleutel en gebruiksrichtlijnen De sleutel wordt alleen verstrekt als een kopie van een geldig identiteitsbewijs en een geldige

aanwijzing overlegd kan worden. De ter beschikking gestelde sleutels blijven onvervreemdbaar eigendom van de netbeheerder.

Ongeoorloofd gebruik van de beschikbaar gestelde sleutels leidt tot onmiddellijke terugvordering.

De netbeheerder levert periodiek (minimaal 1 x per jaar) een overzicht aan de meetverantwoordelijke waarop vermeld staat welke medewerkers van of namens de betreffende meetverantwoordelijke een sleutel van de netbeheerder in zijn of haar bezit heeft.

De meetverantwoordelijke verklaart vervolgens binnen 2 weken dat de medewerker nog steeds bij/voor de meetverantwoordelijke werkzaam is, aan alle genoemde eisen voldoet om een sleutel te bezitten en de sleutels ook nog daadwerkelijk in zijn bezit heeft. Als dit niet wordt verklaard, zal de netbeheerder de sleutels invorderen.

Bij verlies en/of diefstal van de sleutels zal door de netbeheerder een bedrag worden gevorderd, om de kosten van vervanging van de betreffende sleutels te dekken.

De Installatieverantwoordelijke van de netbeheerder kan medewerkers van of ingeschakeld door de meetverantwoordelijke opdracht geven om per onmiddellijk sleutels in te leveren en hen de toegang tot bedrijfsruimten ontzeggen. Dit zal uitsluitend gebeuren als er zwaarwegende redenen zijn, zulks ter beoordeling van de IV. In dat geval zal de IV dan altijd in overleg treden met de meetverantwoordelijke en kenbaar maken wat de aanleiding was van de genomen stap

Gebruik van sleutels: Bij elk bezoek aan een station, vóór het openen van de eerste deur, én ná het sluiten van de

laatste deur, moeten sleuteldragers zich verplicht melden bij het meldpunt van betreffende netbeheerder, onder vermelding van naam bedrijf, naam medewerker en het te bezoeken station. (Dit betekent 2 x melden per bezoek!). De netbeheerder stelt hiervoor een meld-instructie op.


Sleuteldragers dienen een minimale hoeveelheid werk in de stations van de netbeheerder te verrichten om voldoende ervaring te hebben en houden. Op verzoek van de meetverantwoordelijken is de minimale gebruiksfrequentie vastgesteld op 4 x per maand per sleuteldrager.

Bij een lagere bezoekfrequentie dan eerder genoemd moeten de sleutels worden ingeleverd bij de netbeheerder, conform hun procedures

Verantwoordelijkheden Netbeheerder MeetverantwoordelijkeSleuteluitgifte Richtlijn aanleveren, aangaande:

De aanvraag van sleutels De uitgifte van sleutels De inname van sleutels

Sleutels aanvragen voor medewerkers

Borgen dat medewerkers richtlijn gebruik sleutels naleven

Sleutelgebruik Instructie opstellen voor melden bij betreden bedrijfsruimten

Borgen dat medewerkers meldingsprocedure naleven

Registratie en rapportage Periodiek (minimaal 1 x per jaar) aanleveren lijst sleuteldragers

Beoordelen frequentie bezoekmeldingen per sleuteldrager (minimaal 4 x per maand per sleuteldrager)

Periodiek toetsen lijst sleuteldragers (reactie binnen 2 weken)


6. Overige afsprakenAanvullend op de zaken genoemd in voorgaande hoofdstukken, zijn de volgende afspraken van toepassing:

Deze uitvoeringsregeling betreft uitsluitend Transformatorstations 20-10 kV/ 0,4 kV en Gas afleverstations. Toegang tot terreinen en gebouwen op Onderstations en Gasontvangst-stations is uitgesloten van deze regeling, bij 50/110/150 kV stations en GOS-sen blijft toezicht RNB nodig.

Deze regeling is ook van toepassing op klantstations, ongeacht of de betreffende klant in het bezit is van een toegangssleutel. Dit is in lijn met de afspraak dat grootverbruikers de aan hen ter beschikking gestelde sleutels niet mogen gebruiken om derden toegang te verlenen

Voor de uitvoering van deze regeling zal in een aantal gevallen ook toegang nodig zijn tot het MS-deel van de ruimte. (bijvoorbeeld om meettransformatoren te controleren of omdat het een LS/MS-gecombineerde ruimte is). Hiervoor is een MS-sleutel nodig. Deze wordt alleen verstrekt op basis van een MS-aanwijzing. Voor het betreden van een middenspanningsruimte en het aflezen/inspecteren op veilige afstand zonder afschermingen te verwijderen, is een aanwijzing THP (ToegangHebbend Persoon) voldoende.

Het is meetbedrijven alleen toegestaan om MS-ruimten te betreden waarin zich MS-installaties bevinden die “voldoende afgeschermd” of “beperkt afgeschermd” zijn. Ruimten waarin MS-installaties aanwezig zijn die “onvoldoende afgeschermd” zijn, mogen door de meetverantwoordelijke alleen worden betreden onder begeleiding van de RNB. Om dit te realiseren, geven meetbedrijven aan welke stations zij willen bezoeken, waarna de netbeheerder aangeeft welke MS-ruimten door de meetverantwoordelijke zelfstandig betreden mogen worden en welke MS-ruimten uitsluitend onder begeleiding van de RNB betreden mogen worden.

Partijen zijn jegens elkaar aansprakelijk voor schade als gevolg van het handelen van een partij of de door die partij ingeschakelde hulppersonen en/of (onder)aannemer(s).

Verantwoordelijkheden Netbeheerder MeetverantwoordelijkeBezoek MS-ruimten en MS-aanwijzing

Aangeven welke stations zelfstandig bezocht mogen worden

Aangeven in welke stations de LS-installatie in de MS-ruimte zit

Aangeven welke stations de meetverantwoordelijke wil bezoeken

Borgen dat medewerkers de benodigde MS-aanwijzing hebben


7. Beheer uitvoeringsregeling

Deze uitvoeringsregeling wordt inhoudelijk beheerd door de Werkgroep Sleutelverstrekking Derden, waarin vertegenwoordigers van VMNED en van Netbeheer Nederland zitting hebben.

Wijzigingen worden in de Werkgroep vastgesteld.Gewijzigde versies worden voorzien van een versienummer en versiedatum.

Notitie

vereniging van

energienetbeheerders

in Nederland

N-15-2113

Aan Taakgroep Marktfacilitering en Regulering Van Johan JanssenDatum 16 april 2015

Onderwerp Toegangsregeling meetbedrijven

Gevraagd besluitDe TMR wordt gevraagd het “convenant zelfstandige toegang meetbedrijven tot meterruimtes van netbeheerders” vast te stellen.

ToelichtingEen jaar of twee, drie geleden hebben we in de TMR een aantal malen gesproken over zelfstandige toegang van meetbedrijven tot meterruimtes van de netbeheerders. De mening van de TMR was toen kort samengevat dat personeel van meetbedrijven zelfstandig en gratis toegang mag hebben indien dat personeel beschikt over de ter zake vereiste aanwijzingen. Als dat niet het geval is, zou er personeel van de netbeheerder mee moeten en worden kosten in rekening gebracht.

Een gezamenlijke werkgroep van meetbedrijven en netbeheerders onder voorzitterschap van Martin Hagen (Liander) heeft twee producten opgesteld:

1. een convenant2. een uitvoeringsregeling

Het convenant bevat een aantal bepalingen die op zich vergelijkbaar zijn met spelregels in de codes. Ze zouden gezien kunnen worden als een invulling van en uitbreiding op artikel 4.3.1.1, onderdeel a, van de Meetcode Elektriciteit:

4.3.1.1 De netbeheerder verleent een namens de meetverantwoordelijke opererende medewerker toegang tot het primaire deel en het secundaire deel van de meetinrichting in een aan de netbeheerder ter beschikking staande ruimte. De netbeheerder verleent deze toegang door:a. het verstrekken van een op naam gestelde aanwijzing en een sleutel aan de medewerker van de meetverantwoordelijke, òfb. het op kosten van de meetverantwoordelijke, in onderling overleg binnen vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek om toegang,

begeleiden van de medewerker van de meetverantwoordelijke door een bevoegde medewerker van de netbeheerder, òfc. het (laten) plaatsen van alle essentiële onderdelen van de meetinrichting in een voor de meetverantwoordelijke vrij toegankelijke

ruimte.

Gezien dit karakter van het convenant, is vaststelling ervan door de TMR de aangewezen weg.

De uitvoeringsregels kunnen gezien worden als het verlengstuk van de BEI-BS, waarin de veiligheidswerkinstructies etc. geregeld zijn. Om die reden wordt het document met de uitvoeringsregels ter vaststelling voorgelegd aan de TIS. Voor de TMR is dat document ter informatie bijgevoegd.

publicatie downloaden alspdf

Documents