federgon_jaarverslag_2011
Post on 08-Mar-2016
212 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
De arbeidsmarkt van morgen vormenjaarverslag 2011
1
Inhoud
jaarverslag 2011
Inhoud 1Voorwoord 3De federatie 4De federatie in 2011 7I. Federgon en het sociaal overleg 7 a. Nationale Arbeidsraad (NAR): beslissend jaar voor de actualisering van de wet op uitzendarbeid 7 b. Sectoraal akkoord in de uitzendsector (PC 322) 7 c. Sectoraal akkoord gesloten in het PC 322.01 (Dienstencheques) 7
II. Federgon wil een positief en wettelijk kader creëren 8 a. Het correct tewerkstellen van vreemde werknemers is geen sinecure. Federgon pleit voor oplossingen 8 b. Federgon dringt aan op een snelle en correcte uitvoering van de Europese uitzendrichtlijn en vraagt de
totale opheffing van verbodsbepalingen en belemmeringen op uitzendarbeid 9 c. Brussel past regelgeving inzake arbeidsbemiddeling aan zodat ze strookt met de Europese regels 9 d. Vlaamse regering keurt ontwerpdecreet SYNTRA Vlaanderen goed 9 e. Elektronische maaltijdcheques in de uitzendsector 10
III. Kwaliteit blijft een topprioriteit voor Federgon 11 a. Minister Muyters reikt de allereerste diploma’s uit van het Postgraduaat Recruitment, Search en Selection 11 b. Meerwaarde van Interim Managementbureaus resulteert in grotere klantentevredenheid 11 c. De uitzendsector deelt de bemoedigende resultaten van zijn nieuwe antidiscriminatieplan mee 12 d. Invoeren van Certified Membership in de sector Recruitment, Search & Selection 12 e. LRQA Lloyds Register certifieert eerste Interim Managementbureaus 13 f. Verruiming van de bevoegdheid van de ombudsdienst van Federgon tot de sector projectsourcing 13 g. Certo certificering blijkt succesvol 13
IV. Federgon kenniscentrum van de arbeidsmarkt 15 a. Private arbeidsmarktintermediairen op zoek naar oplossingen voor krapte op de arbeidsmarkt 15 b. Federgon Leerstoel aan de K.U.Leuven ‘Dynamiek van de arbeidsmarkt’ 15 c. Jobstudenten: kennismaking met de arbeidsmarkt 16
V. Federgon geeft de arbeidsmarkt mee vorm en weegt op het politieke debat 17 a. Van Generatiepact naar Activiteitspact 17 b. Federgon maakt haar memorandum over aan de Formateur 18 c. Uitzendsector verheugd over nieuwe intentieverklaring 18
Economisch verslag Een jaar met 2 snelheden 20 Uitzendarbeid 24 Outplacement 33 Projectsourcing 37 Interim Management 38 Dienstencheques 41 Recruitment, Search & Selection 44 Opleiding 47
Jaarverslag 2011
Arbeidsmarkten helpen om efficiënt te blijven en efficiënter te worden…
3
De arbeidsmarkt van morgen vormenVoorwoord
jaarverslag 2011
Deze uitdagingen vragen immers van bedrijven een nieuwe kijk op de arbeidsmarkt en op HR in het bijzonder. HR-management is de discipline van de toekomst. De structurele schaarste op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat talent en vooral het juiste talent cruciaal wordt voor bedrijven. Dit ‘Human Capital’ zal op een meetbare manier wegen op de bedrijfsresultaten. HR wordt vandaag meer en meer becijferd en gemeten en is voor bedrijven niet langer een kost maar een investeringspost. HR wordt strategisch. Federgon is zich bewust van de belangrijke rol die haar leden hierin spelen en van de manier waarop HR-dienstverleners wegen op de strategische beslissingen van hun klanten. Dit werd ook met klem benadrukt door Professor Lynda Gratton van de London Business School, die gastspreker was op onze Algemene Vergadering in maart 2011.
Maar onze economieën worden steeds volatieler en economische cycli volgen elkaar steeds sneller op. In de tweede helft van 2011 stond de economische barometer weer op onweer. Maar onze sectoren blijken ook deze tweede crisis goed te doorstaan. Bovendien zijn private arbeidsbemiddelaars bijzonder goed geplaatst om een antwoord te geven op de steeds volatielere en complexere arbeidsmarkten. Ze zijn zowel voor werknemers als voor werkgevers de partner bij uitstek, de schakel die onmiddellijk kan reageren om het aanbod en de vraag optimaal op elkaar af te stemmen en een maximale tewerkstellingsgraad te vrijwaren. Ze stellen bedrijven in staat om zich beter en sneller aan te passen aan economische veranderingen.
Een studie van Ciett (International Confederation of Private Employment Agencies) en The Boston Consulting Group (november 2011) erkent dat onze leden over een aantal eigenschappen beschikken die arbeidsmarkten helpen om efficiënt te blijven en efficiënter te worden. Dit maakt van de Federgon-sectoren de volgende decennia waardevolle partners op het domein van tewerkstelling en dit zowel voor de overheden, de ondernemingen als de werknemers.
Omdat Federgon overtuigd is van de cruciale rol van haar sectoren wil de federatie blijven wegen op het politieke debat. Zo tekent Federgon resoluut voor een activiteitspact en blijft de federatie ijveren voor een structurele samenwerking tussen private HR-dienstverleners en de publieke sector. Ook blijft Federgon een bevoorrechte partner in het sociaal overleg en wil ze voor haar leden een positief, wettelijk kader creëren. Kwaliteit van de dienstverlening van haar leden is voor Federgon een topprioriteit en als federatie wil ze meer dan ooit het kenniscentrum van de arbeidsmarkt zijn door consequent te blijven investeren in onderzoek.
Onze ambitie is en blijft duidelijk en ondubbelzinnig: de arbeidsmarkt mee vormen.
Herwig Muyldermans Philippe LacroixAlgemeen Directeur Voorzitter
2011 was voor de Federgon-sectoren goed gestart. De vooruitzichten waren positief, onze sectoren hadden de economische en sociale crisis goed doorstaan. Velen hadden van de periode van laagconjunctuur gebruik gemaakt om zich aan te passen en voor te bereiden op de talrijke uitdagingen van de arbeidsmarkt: de ‘war for talent’, de knelpunt-beroepen, de vergrijzing, lage arbeidsmarktparticipatie, …
De federatie van Partners voor WerkDe federatie
ORGANISATIEDe zeven sectoren die door Federgon vertegenwoordigd worden vormen evenveel sectorale commissies. Elke secto-rale commissie heeft een zekere autonomie en kan dus in de eigen dossiers een eigen strategie, en eigen prioriteiten bepalen.
RAAD VAN BEHEER (OP 31 DECEMBER 2011)Johan De Meyer Voorzitter van de sectorale commissie Opleiding (Kluwer Opleidingen)Eggerik Dockx Voorzitter van de sectorale commissie Projectsourcing (Talent Planet)Philippe Lacroix Voorzitter en Voorzitter van de regionale commissie Wallonië (Manpower) Philippe Melis Voorzitter van de sectorale commissie Diensten aan particulieren (Tempo-Team)Philippe Meysman Voorzitter van de regionale commissie Brussel (Hudson)Herman Nijns Voorzitter van de regionale commissie Vlaanderen (Randstad Belgium)Joseph Sadis Voorzitter van de sectorale commissie Interim Management (B-Management)Marleen Smekens Voorzitter van de sectorale commissie Recruitment, Search & Selection (Mentorprise)Ingeborg Van Germeersch Voorzitter van de sectorale commissie Outplacement (Select Human Resources)Hubert Van Hoe Voorzitter van de sectorale commissie Uitzendarbeid (USG People)Annemie Verschetse Uittredend Voorzitter (Konvert Interim)Philip Cracco (Accent jobs for people)Mark De Smedt (Adecco Personnel services)Marc Theuns (MenT associates)Michel Van Hemele (Essensys)Christophe Velge (Axis)
SECRETARIAAT – CONTACTPERSONENHerwig Muyldermans Algemeen DirecteurAnn Cattelain Directeur van de Juridische DienstPaul Verschueren Directeur van de Economische DienstArnaud Le Grelle Directeur Wallonië – BrusselSébastien Delfosse DirecteurIngrid Geboors Verantwoordelijke SecretariaatLien Persyn Verantwoordelijke Communicatie
LEDENLIJSTDe ledenlijst van Federgon is ter beschikking op onze website www.federgon.be.
Federgon is de federatie van de HR-dienstverleners. Ze vertegenwoor-digt de bedrijven die actief zijn op het vlak van arbeidsbemiddeling en HR-dienstverlening in de ruime zin van het woord. Federgon telt 588 leden (status op 31-12-2011), actief in de sectoren werving, search en selectie, outplacement, uitzendarbeid, project-sourcing, opleiding, interim management en dienstencheques.
jaarverslag 2011
5
Federgon vertegenwoordigt haar ledenDe federatie
Federgon vertegenwoordigt de belangen van haar leden in een aantal instanties en organisaties.
PARITAIRE INSTANTIES Federgon zetelt onder meer in volgende paritaire organisaties:• Nationale Arbeidsraad (NAR) • Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) • Conseil Economique et Social de la Région Wallonne (CESRW) • Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ESRBHG) • Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) - Beheerscomité • Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) - Beheerscomité • Brusselse dienst voor Arbeidsbemiddeling (Actiris) - Beheerscomité• Office Wallon de la formation professionnelle et de l’emploi (FOREM) - Beheerscomité• Bruxelles Formation - Beheerscomité • Paritair Comité voor de Uitzendarbeid • Paritair Subcomité voor de erkende ondernemingen die buurtwerken of – diensten leveren• Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de Bedienden (PC 218)
WERKGEVERSORGANISATIES
BRUSSELS ENTERPRISESCOMMERCE AND INDUSTRY
The Voice for Labour Choice
Federgon is een bevoorrechte partner in het sociaal overleg en wil voor haar leden een positief, wettelijk kader creëren.
7
De federatie in 2011
jaarverslag 2011
Nationale Arbeidsraad (NAR): beslissend jaar voor de actualisering van de wet op uitzendarbeid
Na jarenlange onderhandelingen werden in de Nati-onale Arbeidsraad (NAR) in 2011 belangrijke stappen gezet in de dialoog tussen de sociale partners over de actualisering van de wet op de uitzendarbeid. Er werd een consensus bereikt over een aantal belang-rijke knelpunten in de regelgeving, namelijk het motief instroom en de dagcontracten.
Naast de bestaande motieven van instroom zoals de tijdelijke vervanging, vermeerdering van werk en uit-zonderlijk werk komt er een nieuw motief bij. Voortaan zullen uitzendbedrijven uitzendkrachten ter beschik-king kunnen stellen van bedrijven met het oog op een vaste aanwerving. In de praktijk merken we vandaag dat reeds de helft van de uitzendopdrachten leidt naar een vaste job. Voor de sector is de uitbreiding van de regelgeving met dit nieuwe motief dan ook een echte opsteker.
Wat de dagcontracten en meer in het bijzonder de op-eenvolgende dagcontracten betreft zal er in de toe-komst met procedures gewerkt worden waarbij er duidelijk meer betrokkenheid zal zijn van de onderne-mingen. Zo zullen er onder meer informatieprocedu-res voorzien worden voor de ondernemingsraad en de vakbondsafvaardiging. Tijdens een eerste fase wordt ernaar gestreefd de 48-urenregel* af te schaffen voor opeenvolgende dagcontracten op voorwaarde dat de vaststelling van de opdracht mogelijk is via een elek-tronische mededeling. Uiteindelijk is het de bedoeling om de 48-urenregel voor alle overeenkomsten af te schaffen** van zodra de elektronische arbeidsovereen-komst algemeen toepasbaar is.
Sectoraal akkoord in de uitzendsector (PC 322)
In het paritair comité voor de uitzendarbeid is, na een aantal maanden van moeilijke onderhandelingen, op maandag 3 oktober, een sectoraal akkoord gesloten voor de periode 2011-2012.
Dit akkoord heeft betrekking op meer dan 500.000 uit-zendkrachten. Dit akkoord omvat heel wat maatregelen, waaronder:
• een verhoging van de eindejaarspremie van de uit-zendkrachten • nieuwe sectorgebonden regels inzake de inhou-
ding van de bedrijfsvoorheffing, om te vermijden dat de uitzendkrachten te veel moeten betalen op het ogenblik van de afrekening door de diensten van de belastingen • het voortzetten van de onderhandelingen voor het
invoeren van een pensioensysteem op het niveau van de uitzendsector • het voortzetten en verhogen van de inspanningen
inzake de vorming van de uitzendkrachten, alsook inzake de strijd tegen arbeidsongevallen • het aanpassen en updaten van de CAO inzake de
preventie van discriminatie • ...Federgon is tevreden met dit akkoord en noemt het evenwichtig.
Sectoraal akkoord 2011-2012 gesloten in het PC 322.01 (dienstencheques)
Na bijna 7 maanden onderhandelen hebben de sociale partners tijdens de vergadering van het paritair comité 322.01 (dienstencheques) van 9 november 2011, een sectoraal akkoord gesloten voor de periode 2011-2012.In dit akkoord worden belangrijke beslissingen ge-nomen i.v.m. de koopkracht, de vergoeding van de verplaatsingstijden en de kwaliteit van de arbeid. Een heel belangrijk luik in dit akkoord gaat over vorming. De sociale partners hebben beslist dat voortaan elke nieuwe werknemer opgeleid zal worden. Hiervoor zal een budget van 2 miljoen euro worden vrijgemaakt.Het akkoord komt op een voor de sector belang-rijk moment, nu er grote onzekerheid is wegens de nakende regionalisering.
I. Federgon en het sociaal overleg
* Huidige regeling: de overeenkomst voor uitzendarbeid moet schriftelijk worden vastgesteld uiterlijk binnen 2 werkdagen te rekenen vanaf het tijdstip waarop de werknemer in dienst treedt (wet van 24.7.87, art. 8, § 1, 4de lid)** Uitzendcontracten zouden dan binnen de 1e dag van tewerkstelling moeten worden opgemaakt
De federatie in 2011
II. Federgon wil een positief en wettelijk kader creëren
jaarverslag 2011
Uitzendbedrijven zijn hét kanaal bij uitstek waarlangs
vreemde werknemers instromen op de
arbeidsmarkt
Het correct tewerkstellen van vreemde werknemers is geen sinecure. Federgon pleit voor oplossingen
Het is voor een werkgever absoluut niet eenvoudig om werknemers van vreemde afkomst op een correcte manier tewerk te stellen. Het wetgevend kader aan-gaande verblijfs- en arbeidsvergunningen is praktisch nagenoeg ontoepasbaar. Het is dermate complex dat zelfs de interpretaties van de verschillende bevoegde overheden vaak verschillen...
Gezien uitzendbedrijven hét kanaal bij uitstek zijn waarlangs vreemde werknemers instromen op de arbeidsmarkt, worden zij hier als eerste mee gecon-fronteerd.
Het probleem ligt in de eerste plaats bij de verblijfs-documenten. De nieuwe documenten, elektronische kaarten, stemmen niet noodzakelijk overeen met de oude papieren documenten. Er komen nieuwe categorieën of, omgekeerd, bijzondere vermeldingen zijn verdwenen. De huidige situatie is een bron van rechtsonzekerheid: het is moeilijk juiste informa-tie te krijgen en schriftelijke bevestiging te bekomen vanwege de bevoegde overheidsinstanties.
Federgon beschouwt het nochtans als de opdracht van de overheid om te zorgen voor duidelijke en transpa-rante informatie! Op korte termijn kan het oprichten van een uniek loket of een database een oplossing bieden. Vandaag zijn de bevoegdheden verspreid tussen
9de federale overheid, de gewesten en de gemeenten. Het uitzendbureau zou snel en schriftelijk precieze informatie moeten krijgen waardoor een minimum aan rechtszekerheid bekomen wordt.
Op middellange termijn pleit Federgon voor het op-nemen van alle informatie aangaande verblijf en tewerkstelling op de chip van de elektronische vreemdelingen kaarten. Het gaat dan meer bepaald om informatie aangaande het bestaan van een vrijstelling van arbeidskaart en de reden daarvoor, het soort ar-beidskaart en de geldigheidsduur ervan, enz.
Federgon dringt aan op een snelle en correcte uitvoering van de Europese uit-zendrichtlijn en vraagt de totale opheffing van verbodsbepalingen en belemmeringen op uitzend arbeid
De Europese uitzendrichtlijn van 2008 voorziet in de opheffing van verbodsbepalingen en belemmeringen op uitzendarbeid. In ons land is uitzendarbeid o.a. in de publieke sector verboden. Federgon juicht de beslis-sing van de federale regering toe om tegen eind juni van 2012 een regeling uit te werken inzake uitzend-arbeid in de openbare sector. Anderzijds heeft de over-heid bevestigd dat nu reeds uitzendkrachten kunnen ter beschikking gesteld worden in de openbare sector ter vervanging van contractuele medewerkers.
In heel wat andere sectoren bestaan er nog steeds verbodsbepalingen die nu dringend moeten opgeheven worden, niet enkel omdat Europa dit vraagt, maar in eerste instantie omdat de uitzendsector een essentiële bijdrage verricht voor de goede werking van de arbeidsmarkt. Het betreft hier meer in het bijzonder de verhuissector, de binnenscheepvaart, bepaalde categorieën in de grafische sector, de zeehavens…
Federgon stelt vast dat er nog geen sprake is van een algehele heroverweging (noch van een aanzet tot opheffing) van de diverse verboden en beperkingen op uitzendarbeid. België is bijgevolg nog steeds in gebreke wat de omzetting van artikel 4 van de richtlijn betreft. De federatie pleit er dan ook voor om de richtlijn zo spoedig mogelijk correct en volledig om te zetten in het nationale recht.
Brussel past zijn regelgeving inzake ar-beidsbemiddeling aan zodat ze strookt met de Europese regels
Op 10 augustus 2011 publiceerde het Staatsblad de ordonnantie van 14 juli 2011 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt. Deze moet de tekst uit 2003 vervangen van zodra het uitvoeringsbesluit is gepubliceerd.
Ter herinnering: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de laatste entiteit van het federale België die haar regelgeving aanpast aan de voorschriften van de Diensten richtlijn. Deze laattijdige omzetting gaf overi-gens aanleiding tot een zaak tegen ons land voor het Hof van Justitie van de EU.
De nieuwe tekst verschilt helaas niet zo veel van de oude. Hij voorziet in het behoud van een systeem van erken-ningen voor activiteiten in het kader van uitzendarbeid, en in een systeem van geregistreerde aangiften voor de andere activiteiten van arbeidsbemiddeling. Ook de jaar-lijkse rapportering blijft behouden. Deze gaat gepaard met de verplichting, voor alle erkende of geregistreerde entiteiten, bij te dragen tot de werking van de arbeids-markt. Deze vaag omschreven verplichting was tot nu toe enkel van toepassing op uitzendactiviteiten. Werd de verplichting vroeger niet ingevuld, dan kon ze worden omgezet in een jaarlijkse taks.
Federgon is verheugd over het wegvallen van deze laat-ste regel en zal er nauwlettend op toekijken dat het besluit beantwoordt aan de eisen inzake administratieve vereenvoudiging. Verder rekent Federgon erop dat dit zal zorgen voor een nieuwe dynamiek op de Brusselse arbeidsmarkt, die zeker nood heeft aan moderne en ambitieuze initiatieven.
Vlaamse regering keurt ontwerpdecreet SYNTRA Vlaanderen goed
Op 15 juli 2011 heeft de Vlaamse regering het ontwerp van wijzigingsdecreet over Syntra Vlaanderen prin-cipieel goedgekeurd. Dit is een belangrijke stap in de goede richting voor de private opleidingsverstrek-kers met het oog op het indijken van de “ongelijke concurrentie” op de opleidingsmarkt.
De federatie in 2011
De federatie in 2011
Het ontwerpdecreet heeft tot doel het opleidingsaan-bod dat via Syntra Vlaanderen wordt georganiseerd in overeenstemming te brengen met de Europese regel-geving inzake diensten van algemeen belang. Dit zijn m.a.w. de Europese regels die er moeten voor zorgen dat alle opleidingsverstrekkers op een gelijke wijze toegang hebben tot de opleidingsmarkt.
De belangrijkste doelstellingen van dit ontwerp van decreet zijn: •Het in overeenstemming brengen van de opleidingen
met de Europese regelgeving.•Het invoeren van een nieuwe regie- en actoropdeling
voor Syntra Vlaanderen.•Het aanpassen van de bestaande financiering in het
kader van een effectieve en efficiënte overheid.
In het najaar werd dit ontwerp van decreet nog voor-gelegd aan de sociale partners binnen de SERV. De goedkeuring door het Vlaams Parlement is voorzien voor 2012.
Federgon apprecieert op een positieve wijze de werkzaamheden van de Vlaamse regering en van de bevoegde Minister Muyters.
Elektronische maaltijdcheques in de uit-zendsector
Op 3 oktober 2011 werd een collectieve arbeidsover-eenkomst m.b.t. de elektronische maaltijdcheques gesloten. Het was de laatste formaliteit die vervuld moest worden om het gebruik van elektronische maal-tijdcheques voor uitzendkrachten mogelijk te maken.Het invoeren van maaltijdcheques in een elektronische vorm biedt aan alle betrokken partijen heel wat voor-delen.
In de eerste plaats zal door het invoeren van elektroni-sche maaltijdcheques een zware administratieve last wegvallen bij de bedrijven, die de maaltijdcheques nu met de post moeten opsturen of persoonlijk aan de uitzendkrachten moeten overhandigen, waarbij deze op hun beurt moeten tekenen voor ontvangst en zich daarvoor dus moeten verplaatsen.
Vervolgens, en dit in tegenstelling tot het systeem dat op dit ogenblik van toepassing is, zal de uit-zendkracht automatisch verwittigd worden als zijn maaltijd cheques, die overigens ook kunnen worden opgesplitst, op korte termijn vervallen. Bovendien zal de werknemer altijd en in real time een overzicht kunnen krijgen van het resterende saldo.
In geval van diefstal of verlies zullen de maaltijd-cheques ook niet verloren zijn voor de uitzendkracht, want het toegekende bedrag kan geblokkeerd wor-den voor de tijd die nodig is om een nieuwe kaart te bekomen, waarmee de elektronische maaltijdcheques dan opnieuw kunnen worden gebruikt.
De Europese regels moeten er voor zorgen dat alle opleidingsverstrekkers op een gelijke wijze toegang hebben tot de opleidings-markt.
De federatie in 2011
jaarverslag 2011
Minister Muyters reikt de allereerste diplo-ma’s uit van het Postgraduaat Recruitment, Search en Selection
Op vrijdag 1 juli 2011 ontvingen de eerste afgestudeer-den van de richting Postgraduaat Recruitment, Search & Selection (RSS) van de Lessius Hogeschool (afdeling van KU Leuven) hun diploma uit handen van Vlaams Minister van werk, Philippe Muyters. Dit gebeurde tij-dens een feestelijke plechtigheid met verschillende toespraken, onder meer van Prof. dr. Flora Carrijn, academisch beheerder van Lessius en van mevrouw Marleen Smekens, voorzitter van de Commissie RSS van Federgon. Keynote-speaker was Minister Muyters. Hij gaf zijn visie op het loopbaanbeleid en het nut van permanente opleiding en bijscholing voor de arbeids-markt.
Het postgraduaat RSS is een initiatief van Lessius en Federgon en combineert een sterk praktijk-gerichte opleiding met een stevige theoretische onderbouw. De nadruk ligt op rekrutering, search en selectie. Deze domeinen worden ge plaatst in het ruimere kader van het HR-beleid. Aca de mische, prak-tische en juridisch-deontologische sessies wisselen elkaar af.
Meerwaarde van Interim Management-bureaus resulteert in grotere klanten- te vredenheid
In 2011 voerde Professor Van Robaeys van de HUB in opdracht van Federgon een kwalitatief tevredenheids-onderzoek uit. In dit onderzoek werd er onder meer gepolst naar de ervaringen van klanten met Interim Management. Zowel het rechtstreeks inhuren van zelf-standige managers als de samenwerking met Interim Managementbureaus werden onderzocht. Interim Management is vandaag als beleidsinstrument onmis-baar en de Interim Managementbureaus zijn voor de klanten-bedrijven de strategische partners bij uitstek.
De resultaten van de enquête bevestigen dat Interim Managementbureaus hoog scoren op die aspecten die voor klanten belangrijk zijn: een grondige screening en selectie van de interim managers, het feit dat ze beschikken over een zeer degelijk netwerk van kandidaten en de correcte prijszetting.
Bovendien toont het onderzoek aan dat een aantal negatieve punten dat aan de oppervlakte komt als bedrijven rechtstreeks zelfstandige interim managers inhuren, voor een belangrijk deel toe te schrijven is aan een minder professionele screening en selectie van de kandidaten. Het is voor de Interim Managementbureaus een echte opsteker dat de toegevoegde waarde die zij bieden ook door hun klanten als een absolute meer-waarde wordt beschouwd. Ook als het aankomt op de matching tussen de interim manager en de bedrijfs-problematiek bij de opdrachtgever, kunnen Interim Managementbureaus zich duidelijk onderscheiden.
III. Kwaliteit blijft een topprioriteit voor Federgon
11
Interim Management is vandaag als beleids-instrument onmisbaar.
De federatie in 2011
De uitzendsector deelt de bemoedigende resultaten van zijn nieuwe antidiscrimina-tieplan mee
Eind 2010 besliste Federgon, in overleg met de Vlaamse Minister van Werk Philippe Muyters, om een systeem van ‘Mystery shopping’ in te voeren, waardoor de correcte toepassing van de antidiscriminatiemaatrege-len in de sector op een neutrale en objectieve manier gecontroleerd zou kunnen worden. Aan een onafhan-kelijk bureau werd de opdracht gegeven een ‘mystery shopping’ te organiseren bij alle uitzend bureaus aangesloten bij Federgon.
Tijdens een hoorzitting op 9 juni 2011 in het Vlaams Parlement heeft Federgon de eerste tussen-tijdse resultaten van deze ‘mystery shopping’ bekend gemaakt. Daaruit blijkt dat 72% van de 130 gecontroleerde agentschappen heeft gereageerd zoals het moet op een discriminerende vraag. 28% van de agentschappen heeft onvoldoende duidelijk laten blijken dat ze de discriminerende vraag weiger-den. Deze bedrijven, die dus in de fout gingen, wer-den onmiddellijk door Federgon terechtgewezen en dringend aangemaand bijkomende interne maatregelen te nemen om te zorgen voor de juiste toepassing van de antidiscriminatieregels. De sector zal het systeem van ‘mystery shopping’ voortzetten om dit na te gaan.
Voor Federgon zijn deze resultaten bemoedigend maar nog onvoldoende. Om ieder positief antwoord op een discriminerende vraag van een klant volledig uit te bannen wil de federatie dan ook haar inspanningen en haar acties aanhouden. Toch blijft de uitzendsector slechts een intermediair op de arbeidsmarkt die niet helemaal alleen een einde kan maken aan de proble-men inzake discriminatie, hetzij op het vlak van aan-werving van werknemers, hetzij op het vlak van dis-criminatie op de werkplek. De sector herhaalt dus zijn oproep voor een ruim debat, met alle belangstellende partijen (werkgeversorganisaties, vakbonden, …), rond de problematiek van discriminatie.
Invoeren van Certified Membership in de sector Recruitment, Search en Selection
Op 15 juni 2011 lanceerde Federgon bovenop het kwaliteitscharter een bijkomende kwaliteitscertifi-cering specifiek voor de sector Recruitment, Search en Selection: het Certified Membership. Dit moet het professionalisme en de kwaliteit van de dienst verlening verder onderstrepen.
Na het afschaffen van de erkenning voor de sector Recruitment, Search en Selection was er een sterke vraag vanuit de sector voor zelfregulering en om hun engagement, om permanent aandacht te besteden aan kwalitatieve dienstverlening, nog extra te onder-strepen. Dit membership komt bovenop de regionale wetgeving, de federale wetgeving en het Federgon-Kwaliteitscharter. In juli 2011 werd de procedure voor certificering opgestart en in januari 2012 werden de eerste Certified Memberships toegekend. De gecertificeerde bedrijven mogen dan ook het ‘Certified Member ship’-logo gebruiken.
Het Certified Membership voor de sector Recruit-ment, Search en Selectie bestaat uit een aantal essentiële bouwstenen: het onderschrijven van een ‘Deontologische code’, het behalen van voldoen-de resultaten op de tevredenheidsenquêtes, het deelnemen aan de Federgonsurvey en het voeren van een actief opleidingsbeleid voor de consultants.
Dit Certified Membership wil zowel voor kandidaten als voor klant-bedrijven een leidraad zijn en garanties bieden. Nu de jacht op het juiste talent weer geopend is, zijn zowel bedrijven als kandidaten op zoek naar de geschikte partner die hen op een professionele ma-nier kan begeleiden. Federgon wil hen hierbij de weg wijzen.
jaarverslag 2011
LRQA Lloyds Register certifieert eerste Interim Managementbureaus
Eind september werden ook de eerste Interim Ma-nagementbureaus die lid zijn van Federgon gecerti-fieerd. Voor deze certificering werkt Federgon nauw samen met LRQA Lloyds Register Quality Assurance, die de audits op zich neemt. Het certified label moet aan Interim Managementbureaus toelaten om zich te onderscheiden op basis van duidelijk meetbare para-meters.
Vanuit de sector was er een duidelijke vraag om te werken met een objectief certificeringssysteem dat de dienstverlening van de Interim Managementbureaus in kaart kon brengen.
Zowel voor ondernemingen als voor kandidaat - Interim managers moet dit systeem van externe certificering zorgen voor duidelijkheid en transparantie. Bedrijven kunnen zich, voor de verschillende aspecten die eigen zijn aan het metier van Interim Management, onder-scheiden op 4 niveaus. Op elk niveau zijn telkens 0 tot 4 punten te verdienen. Uiteindelijk kunnen in totaal 4 sterren behaald worden. Bovendien zijn de resultaten van deze onafhankelijke audits openbaar.
Verruiming van de bevoegdheid van de ombudsdienst van Federgon tot de sector projectsourcing
In 2011 werd beslist om de bevoegdheid van de om-budsdienst van Federgon te verruimen tot de Commis-sie Projectsourcing. Dit onderstreept het kwaliteits-streven van de sector en de bereidheid om volledig transparant te werken.
Voortaan kan een (kandidaat-)werknemer die contact heeft met of werkt voor een projectsourcingbureau informatie vragen over de toepassing van de sociale reglementering en over zijn/haar rechten. Ook voor klachten over Federgon-leden kunnen (kandidaat-)werknemers bij de Federgon Ombudsdienst terecht. De ombudsdienst zal steeds objectief en onpartijdig bemiddelen bij het bedrijf om het geschil te regelen. De ombudsdienst heeft de bevoegdheid om in een geschil autonoom een voorstel van oplossing te formuleren en verzoekt het betrokken lid om dit te volgen. Op die manier worden tussenkomsten van andere instanties vermeden.
Certo certificering blijkt succesvolDe certificering door Certo is een kwaliteitswaarborg voor de dienstverlening van outplacement. In 2011 groeide het aantal ‘Certo’-gecertificeerde bedrijven gestaag naar 46.De tevredenheidsenquête vormt een van de belangrijk-ste pijlers van deze certificering. In de enquêtes wor-den zowel bedrijven als kandidaten bevraagd over hun ervaringen met outplacement. Er wordt onder meer gepolst naar de tevredenheid over de outplacement- faciliteiten, de begeleider en de begeleiding zelf. De resultaten van deze enquêtes worden op regelmatige basis geëvalueerd. In mei en september 2011 werden reeds resultaten van deze tevredenheidsmetingen bekendgemaakt. De ervaringen van zowel kandidaten als bedrijven worden als zeer positief geëvalueerd.
13
De federatie in 2011
Certified Membership moet het professionalisme
en de kwaliteit van de dienst verlening verder
onderstrepen.
Federgon, als vertegenwoordiger van de private arbeidsbemiddelaars, wil constructief meewerken aan
de arbeidsmarkt van morgen.
De federatie in 2011
Private arbeidsmarktintermediairen op zoek naar oplossingen voor krapte op de arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt kraakt, piept en knelt onder druk van een arbeidsaanbod dat steeds minder afgestemd is op de vraag. De aanpak van deze situatie vergt dan ook verregaande inspanningen van alle actoren.Federgon, vanuit de maatschappelijke positie die ze inneemt als vertegenwoordiger van de private arbeids-bemiddelaars, wil constructief meewerken aan de arbeidsmarkt van morgen.
In de zoektocht naar oplossingen verrichtte Federgon in januari 2011 een onderzoek naar knelpunten op de arbeidsmarkt. 85 HR-dienstverleners namen toen deel aan onze webbevraging. Vervolgens formuleerde Federgon, op basis van de resultaten, in een positionpaper haar analyse en oplossingen aan-gaande de knelpuntproblematiek. De voornaamste uitdagingen zijn de verruiming van het arbeidseffectief enerzijds en het kwalitatief versterken van het arbeidsaanbod anderzijds. De private arbeids-marktintermediairen zijn goed geplaatst om mee een bijdrage te leveren tot deze verruiming en versterking en wel om de volgende redenen.
•Snelheid van handelen: van private intermediairen wordt verwacht dat zij snel en accuraat oplossin-gen bieden. Er wordt creatief omgesprongen met de resources. •Kennis van de arbeidsmarkt: via het uitgebreid net-
werk aan agentschappen en de dagelijkse contacten met de belangrijkste operatoren op de arbeidsmarkt hebben private intermediairen steeds een vinger aan de pols. Deze kennis laat toe om doortastend op te treden. •Resultaatgedreven: doorgaans geldt ‘geen
oplossing, geen business…’ Hierdoor heerst er een oplossingsgerichte ‘doe-cultuur’.
De directe bijdrage die arbeidsmarktintermediairen kunnen leveren in het zoeken naar oplossingen voor kraptes en knelpunten is niet spectaculair en niet altijd even zichtbaar. Toch gaat het om een wezenlijke bij-drage aan de werking van de arbeidsmarkt. Trouwens, wie denkt dat mirakeloplossingen bestaan, heeft het
mis. De oorzaken zijn zo talrijk en uiteenlopend dat een aanpak op alle niveaus nodig is en dat alle betrokkenen verantwoordelijkheid moeten nemen. Of de visie die men heeft op de arbeidsmarkt eerder economisch, dan wel maatschappelijk geïnspireerd is, maakt in wezen niets uit. Optimale en maximale benutting van alle talenten levert zonder twijfel de beste return.
Federgon Leerstoel aan de K.U.Leuven ‘Dynamiek van de arbeidsmarkt’
Op 3 mei 2011 ondertekenden HIVA-K.U.Leuven en Federgon een overeenkomst voor de oprichting van de leerstoel getiteld Federgon Leerstoel “Dynamiek van de arbeidsmarkt”. De titularis en co-titularis van deze leerstoel zijn Professor Dr. Ludo Struyven en Karen Geurts.
De doelstelling van de leerstoel is om de dynamiek op de Belgische arbeidsmarkt in kaart te brengen door het opzetten van een permanente set van indicatoren. Dit moet toelaten om een correct beeld te krijgen van die turbulenties op de arbeidsmarkt die anders verborgen blijven achter nettostatistieken: we denken hierbij aan de start en de stopzetting van bedrijven, de creatie en de vernietiging van banen, de in- en uitstroom van werknemers.
DynaM is een innovatief project dat de turbulen-tie op de Belgische arbeidsmarkt in kaart brengt. Gestructureerde en betrouwbare cijfers over deze dynamiek waren tot voor kort onbestaand in België. DynaM vult deze lacune op en beschrijft de turbulente realiteit van de arbeidsmarkt.
Drie actoren op de arbeidsmarkt sloegen voor DynaM de handen in elkaar: de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid levert de data en ontwikkelde samen met HIVA-K.U.Leuven betrouwbare statistieken. HIVA levert wetenschappelijke ondersteuning en bewaakt de internationale vergelijkbaarheid van de cijfers. Federgon ondersteunt het HIVA-onderzoek met de Federgon Leerstoel ‘Dynamiek van de arbeidsmarkt’. www.dynam-belgium.org
IV. Federgon: kenniscentrum van de arbeidsmarkt
jaarverslag 2011
15
DynaM-belgium.org
dynam-belgium.org
DynaM-belgium.org
DynaM-
DynaM
DynaMdynam-belgium.org
DynaMdynam-belgium.org
DynaM-belgium.org
dynam-belgium.org
DynaM-belgium.org
DynaM-
DynaM
DynaMdynam-belgium.org
DynaMdynam-belgium.org
DynaM-belgium.org
dynam-belgium.org
DynaM-belgium.org
DynaM-
DynaM
DynaMdynam-belgium.org
DynaMdynam-belgium.org
De federatie in 2011
Jobstudent: kennismaking met de arbeids-markt
Het aantal vacatures voor jobstudenten lag nog nooit zo hoog als in 2011. Tijdens de zomer van 2011 werd dan ook een recordaantal jobstudenten tewerkgesteld. Een positieve evolutie die door Federgon van naderbij wordt bekeken in de nota ‘Jobstudenten’.
Wij stellen vast dat de werkzaamheidsgraad van de Belgische jongeren zeer laag is. België is een van de slechtste leerlingen in de Europese klas wanneer het aankomt op deelname van jongeren aan de arbeids-markt. Er is wel een aantal verklaringen voor de lage werkzaamheidsgraad van jongeren: zo is de grote meerderheid van de Belgische jongeren nog school-gaand waardoor twee derden nog niet beroepsactief is.
Bovendien is de scholing van de jongeren vaak nog te weinig afgestemd op de arbeidsmarkt, waarvan vooral de laaggeschoolde jongeren de dupe zijn. Neem hierbij het feit dat studies en werk nog te weinig gecombi-neerd worden en je komt tot de voornaamste redenen waarom de werkzaamheidsgraad van de jongeren in België zo laag is.
Toch tonen de cijfers een positieve evolutie en zijn er steeds meer studenten aan het werk, en dit ook buiten de zomervakantie. Hierin speelt de uitzendsector een prominente rol. Afgelopen zomer was 35,35 % van de jobstudenten tewerkgesteld als uitzendkracht.Het werken als jobstudent is voor velen een eerste stap op de arbeidsmarkt. Iets minder dan de helft van de jongeren werkt minstens één maand per jaar tijdens zijn studies.
jaarverslag 2011
De federatie in 2011
Van Generatiepact naar ‘Activiteitspact’In het voorjaar van 2011 werden de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid en de sociale partners door Minister van Werk Milquet aangeschreven om een evaluatie van het Generatiepact uit te voeren tegen 1 oktober 2011. Het Generatiepact dateert van einde 2005. Het was een plan van de Belgische regering Verhofstadt II om het probleem van de vergrijzing en de lage werkzaam-heidsgraad aan te pakken. Het plan kondigde talrijke maatregelen aan waarvan de belangrijkste erop gericht waren om meer mensen aan het werk te krijgen en om langer werken aan te moedigen.
In de eerste helft van 2011 heeft de federatie een eigen evaluatie van het Generatiepact uitgevoerd, met vooral oog voor de eigen expertisedomeinen. Het was een kwalitatieve evaluatie die werd gevoed door de erva-ring van de Federgon-leden als actieve en cruciale spelers op de arbeidsmarkt. De private HR-dienst-verleners hebben de arbeidsmarkt van de voorbije jaren mee vorm gegeven. Deze expertise en ervaring moeten worden ingezet als hefboom voor verdere ver-andering. Vanuit deze evaluatie heeft Federgon haar visie op de toekomstige arbeidsmarkt geformuleerd.
Federgon schuift daarbij negen concrete actiepunten naar voor. Deze passen in het kader van een nieuw “Activiteitspact” dat er moet voor zorgen dat de werk-zaamheidsgraad in ons land significant toeneemt:
1. Creëer een incentive voor arbeidsmarktbemidde-laars die erin slagen om personen uit doelgroepen te activeren (bijv. via een vouchersysteem of premie). Dit zal een extra boost geven aan de tewerkstelling van mensen uit doelgroepen.
2. Zorg voor een veralgemeende toepassing van outplacement bij ontslag en verhoog de effectivi-teit van outplacement door activeringsremmers systematisch op te ruimen. Zo zullen mensen snel opnieuw aan het werk kunnen.
3. Betaal de opzegvergoedingen in maandelijkse schijven en activeer een deel van de opzegvergoe-dingen als een rugzaksysteem (onder de vorm van outplacement, directe bijscholing, later op te nemen bijscholing bij de nieuwe werkgever, of eventueel een pensioentoeslag). Dit zorgt ervoor dat na ontslag mensen niet te lang bij de pakken blijven zitten, snel werk maken van hun volgende loopbaanfase en zo hun inzetbaarheid op de arbeidsmarkt behouden of zelfs doen toenemen.
4. Zorg voor het opheffen van belemmeringen en ver-bodsbepalingen voor uitzendarbeid en breng deze zo in overeenstemming met de Europese richtlijn. Zo kan het potentieel ten volle worden benut en zul-len nog meer mensen via uitzendarbeid aan een job geraken.
5. Creëer een fiscaal aantrekkelijk mechanisme dat ge-pensioneerden toelaat om beperkt verder te werken zonder dat ze aan pensioen inboeten, bijvoorbeeld naar analogie met de regeling voor studentenarbeid. Verminder ook sterk de sociale en fiscale drempels voor wie regelmatig nevenactiviteiten of een tweede job uitoefent. Deze maatregelen zullen ondernemer-schap stimuleren, zullen zorgen voor bijkomende economische activiteit (die op haar beurt werkgele-genheid creëert) en zullen het zwartwerk indammen.
V. Federgon geeft de arbeidsmarkt mee vorm en weegt op het politieke debat
Federgon tekent resoluut voor een ‘Activiteitspact’.
17
De federatie in 2011
6. Kom tot een geïntegreerd systeem voor de gesub-sidieerde opleidingen en opleidingsverstrekkers, en verschuif de middelen van aanbodfinanciering naar meer vraaggestuurde financiering van opleidingen. Dit moet leiden tot een meer efficiënt en markt-gericht opleidingsaanbod dat de competentieontwik-keling en inzetbaarheid van werknemers beter ten goede komt.
7. Zorg zowel op het niveau van werkgevers als voor in-dividuele werknemers voor een meer aantrekkelijke en stimulerende fiscale behandeling van alle oplei-dings- en vormingskosten. Dit moet er toe leiden dat werknemers meer investeren in permanente competentieontwikkeling en zo hun inzetbaarheid behouden of versterken.
8. Zorg voor een intelligente regelgeving die eco - no mische migratie stimuleert en omkadert, in het bijzonder voor het aantrekken van kennis werkers en van werknemers voor knelpuntberoepen en -sectoren. Zo vermijden we dat kenniscentra en de eraan verbonden economische activiteiten wegtrek-ken naar het buitenland.
9. Kies voor loopbaanbegeleiding als speerpunt van een preventief activeringsbeleid. Alle werknemers en werkzoekenden moeten één keer per 10 jaar een beroep kunnen doen op loopbaanbegeleiding en ad-vies zodat ze hun loopbaan actief kunnen oriënteren.
jaarverslag 2011
Federgon maakt haar memorandum over aan de Formateur
Elio Di Rupo startte, bijna een jaar na de federale verkiezingen van juni 2010, zijn werk met het oog op de vorming van een regering en op de onder-handeling van het sociaal-economisch luik van het regeringsakkoord. Het is in dit kader dat Federgon het memorandum, dat zij opgesteld had voor de federale verkiezingen van 13 juni 2010, overgemaakt heeft aan de Formateur. In dit memorandum geeft Federgon toelichtingen bij de 10 prioriteiten van haar leden voor
het uitbreiden en optimaliseren van hun activitei-ten ten behoeve van ondernemingen, organisaties, werknemers en werkzoekenden. Al deze prioriteiten blijven actueel en ze zijn des te meer relevant omdat België zich geëngageerd heeft, in het kader van de EU 2020 strategie, om de werkgelegenheidsgraad tegen 2020 te verhogen tot 73,2% van de actieve bevolking. Federgon heeft de Formateur herinnerd aan de belangrijke rol van haar leden in het kader van het werk-gelegenheidsbeleid. Dankzij hun activiteiten en hun ex-pertise zijn de leveranciers van arbeids bemiddeling en HR-dienstverlening de bevoorrechte partners van de regering voor het uitwerken en invullen van het beleid ter verhoging van de werkzaamheidsgraad.
Uitzendsector verheugd over nieuwe intentie verklaring
Begin oktober 2011 hebben Vlaams minister van werk Philippe Muyters en zijn Nederlandse collega Henk Kamp een intentieverklaring ondertekend in Den Haag om de grensoverschrijdende fraude bij malafide detacherings- en uitzendbureaus tussen Vlaanderen en Nederland intenser aan te pakken.
Federgon en haar Nederlandse zusterfederatie ABU juichen dit initiatief toe. De leden vragen al langer om een harde aanpak van oneerlijke concurrentie en van uitbuiting van uitzendkrachten door malafide bureaus. De praktijken van deze bedrijven schaden het imago van de sector die al jaren consequent investeert en grote inspanningen doet om misbruik tegen te gaan. Enkel erkende organisaties mogen zich uitzendbedrijf noemen en staan garant voor een correcte toepassing van de sociale regelgeving. Federgon en ABU hopen dan ook dat deze intentieverklaring daadwerkelijk resultaten zal opleveren en paal en perk zal stellen aan deze wanpraktijken.
Uitzendwerk is het arbeidsmarktinstrument bij uitstek dat aan mensen kansen biedt en meer en meer een opstap is naar vast werk. Door te werken met een certified label biedt Federgon zowel aan klant-gebruikers als aan kandidaten transparantie over het niveau van dienstverlening dat zij van haar leden mogen verwachten.
De leden van Federgon spelen een belangrijke rol in het kader van het werkgelegenheidsbeleid.
Een jaar met 2 snelhedenEconomisch vErslag
21
Economisch verslag
jaarverslag 2011
WereldwijdDe wereldeconomie groeide minder sterk dan het jaar voorheen, met +3,8% in 2011 ten opzichte van +5% in 2010. Reeds bij aanvang van het jaar zorgden onder meer de Arabische lentes en een verzwakte dollar voor stijgende grondstofprijzen. Vooral de prijzen van energetische grondstoffen stegen sterk. Dit drukte de algemene productie, die bovendien sterk werd verstoord door de gevolgen van de kernramp in Fukushima, op de globale productieketen. Stilaan kreeg de wereldhandel een deuk. De vrees voor negatieve groeivooruitzichten liet zich bovendien steeds duidelijker voelen op de financiële markten.
Vanaf de zomer van 2011 werden bovendien steeds meer vragen gesteld over de houdbaarheid van de schuldpositie van een aantal (Europese) landen en de mogelijke gevolgen voor de Euro, en dus de volledige Eurozone. Ook de redetwist in de V.S. rond de ‘debt ceiling’ verhoogde de nervositeit en de onzekerheid. Opgelegde saneringsoperaties en budgettaire dis-cipline leidden tot een bijkomende vertraging van de economie. Ook het uitblijven van een daadkrachtige reactie op de Europese schuldencrisis resulteerde in een vertrouwenscrisis en dus een versterking van de onrust op de aandelen- en obligatiemarkten.
Steeds meer landen kwamen in het vizier. Ook België. De rente op langlopende overheidsobligaties steeg naar net geen 6%, waarop ratingbureaus de krediet-waardigheid van ons land verlaagden. De nervositeit van de financiële markten zorgde voor bijkomende druk op de aanslepende regeringsonderhandelingen die eind november na 541 dagen uitmondden in de regering Di Rupo I.
Het bezit van overheidsobligaties van de perifere landen bracht een aantal financiële instellingen (waar-onder Dexia) in de moeilijkheden. Met de aanstel-ling van Mario Draghi als voorzitter van de Europese Centrale Bank kwam er ook een verlaging van de ECB-rente tot 1%. Dit verbeterde de liquiditeitspositie van de Europese banken en stimuleerde de economie.
BelgiëDe Belgische economie groeide nog sterk in het eerste kwartaal, tot 2,9% op jaarbasis. Vanaf de tweede jaarhelft was er echter sprake van een aanzienlijke verzwakking van de groei (-0.1% op kwartaalbasis in de twee laatste kwartalen). Finaal klokte de toename van het BBP in 2011 hierdoor af op 1,9%.
Voor de werkgelegenheid leek 2011 op het eerste ge-zicht een goed jaar. De werkgelegenheid nam immers toe met 56.000 eenheden. Een meerderheid van deze extra banen kwam er evenwel door financiële stimuli van de overheid. Het dienstenchequesysteem creëerde andermaal werkgelegenheid (+12.000 banen), het win-winplan1 maakte de tewerkstelling van bepaalde werk-lozen voordelig en sectoren die sterk van de overheid afhankelijk zijn (bv. de gezondheidszorg) kenden een natuurlijke groei (+19.000 banen). Ook een forse toe-name van het aantal zelfstandigen (+10.000) bepaalde mee het positieve beeld. Die werd namelijk in de hand gewerkt door de massale inschrijving van nieuwe, voornamelijk Bulgaarse en Roemeense, EU-staats-burgers in het handelsregister.
2011 zal velen bijblijven als het jaar waarin de Europese schuldencrisis regeringen ten val bracht, regeringsvormingen versnelde en het bestaan van de Euro aan het wankelen bracht. Het jaar begon nochtans zoals het vorige geëindigd was, op het elan van het in 2010 ingezette herstel.
Maar stijgende grondstoffenprijzen en de kernramp in Japan ver-traagden de wereldwijde economische bedrijvigheid en handel. Dit zorgde in combinatie met de steeds grotere bezorgdheid omtrent de schulden problematiek van een aantal Europese landen voor onrust op de financiële markten, wat op zijn beurt dan weer de bedrijvigheid ver-der afremde. Wat dus aanvankelijk begon als een bestendiging van het herstel eindigde in een vertwijfelde, op onzekerheid drijvende surplace van de economische groei.
De werkgelegenheid nam toe met 56.000 eenheden.
1 In 2010 ingevoerde maatregel die 50+, laaggeschoolde en langdurig werklozen ondersteunt door de handhaving van de werkloosheidsvergoeding van de werkloze gedurende maximaal 12 maanden, waarbij de werkgever de bezoldiging van de nieuw indienstgenomene met eenzelfde bedrag mag verminderen. Bovendien gecombineerd met een verlaging van de sociale zekerheidsbijdrage van de werkgever.
Economisch verslag
jaarverslag 2011
De werkgelegenheidsgraad bereikte 67,2%, nog steeds een eind verwijderd van de 2020-doelstelling van 73,2%. Ondanks een positieve evolutie in 2011 be-vindt het grootste groeipotentieel zich nog steeds in de tewerkstellingsgraad van kansengroepen: vrouwen (8 procentpunt verwijderd van de EU-2020 doelstelling), 55-64-jarigen (11 procentpunt) en niet-EU-staats-burgers2.
Positief nieuws was er ook van de werkloosheids cijfers. De werkloosheid daalde in 2011 (-1,1 procentpunt tot 7,3%) zowel bij kortstondig als langdurig werklozen. Een neerwaartse tendens die merkbaar was in de drie gewesten. Het gebruik van tijdelijke werkloosheid nam in de eerste helft van 2011 af, om vervolgens onder in-vloed van de verslechterende economische situatie in het laatste kwartaal weer toe te nemen.
De krapte op de arbeidsmarkt liet zich onder invloed van bovenstaande evoluties verder voelen. Het besef hiervan bij bedrijfsleiders noopte hen ertoe aan ‘labour hoarding’ te doen, in het vooruitzicht van een toene-mende schaarsheid van geschoold personeel. Wat onder meer aan de basis lag van de verwaarloosbare stijging van de arbeidsproductiviteit per uur van 0,4%. Het arbeidsvolume groeide immers amper meer dan de werkgelegenheid.Wat de effecten waren voor de Federgonsectoren leest u in de aansluitende hoofdstukken.
De economische evolutie in kaart gebrachtHet door Federgon ontwikkeld trenddiagram hiernaast, toont aan hoe de Belgische economie van een periode van hoogconjunctuur in een periode van laagconjunc-tuur overging.
Een set van 16 macro-economische indicatoren wordt afgezet op basis van hun evolutie op korte en lange termijn. De horizontale as geeft de evolutie op korte termijn (ten opzichte van het vorige kwartaal) weer, de verticale as die op lange termijn (ten opzichte van de trendwaarde). Zo worden vier kwadranten afgelijnd. Indien de meerderheid van de indicatoren zich in het eerste kwadrant bevindt dan duidt dit op een periode van hoogconjunctuur. Positioneert de meerderheid van de indicatoren zich in het derde kwadrant, dan wijst dit op een periode van laagconjunctuur.
Ter illustratie ziet u hiernaast het resultaat van de oefening in het eerste en het vierde kwartaal van 2011. Zoals hierboven beschreven bevindt een meerder-heid van de indicatoren in het eerste kwartaal zich in het eerste kwadrant. Vier indicatoren vertonen dan al een daling ten opzichte van het vorige kwartaal en het langetermijngemiddelde: investeringen en private consumptie nemen af en het aantal faillissementen stijgt. Ook de werkzaamheidsgraad daalt in het eerste kwartaal, dit terwijl de werkgelegenheid stijgt. De ver-klaring daarvoor kunnen we vinden in de aangroei van de beroepsbevolking (+39.000 in 2011). Naarmate het jaar vorderde verschoven de indicatoren naar het kwa-drant linksonder. Zo bevonden de indicatoren ‘orders’ en ‘arbeidsvolume’ zich in het tweede trimester al in het 3e kwadrant: het teken dat de economische bedrij-vigheid in een neerwaartse vormcurve zat. De produc-tiecapaciteit en het ondernemersvertrouwen daalden toen ook al, hoewel ze nog hoger dan gemiddeld waren.
Tijdens het derde kwartaal dalen ook de export en het BBP af naar het derde kwadrant, een situatie die zich in het vierde kwartaal herhaalt. Het tweede opeenvol-gende kwartaal dat het BBP afneemt op kwartaalbasis: de recessie is een feit.
De enige indicator die aanvankelijk een sterk afwijkende evolutie vertoont is die van de tijdelijke werkloosheid. Het gebruik van tijdelijke werkloosheid neemt in 2011 stelselmatig af. In het vierde kwartaal vertoont ze pas een toename, maar blijft ze wel onder het langeter-mijngemiddelde.
Positief nieuws was er ook van de werkloos-heids cijfers. Ze daalden zowel bij kortstondig als langdurig werklozen.
2 Hun werkgelegenheidsgraad moet in vergelijking met de werkgelegenheidsgraad van Belgen nog 16,5 procentpunt stijgen.
23
Economisch verslag
60%
40%
20%
10%
4%
2%
-0%-1%
-2%
-4%
-10%
-20%
-40%
-60%
Above trend
Decrease Increase
Below trend
-60% -40% -20% -10% -4% -2% -1% 0 1% 2% 4% 10% 20% 40% 60%
60%
40%
20%
10%
4%
2%
-0%-1%
-2%
-4%
-10%
-20%
-40%
-60%
Above trend
Decrease Increase
Below trend
-60% -40% -20% -10% -4% -2% -1% 0 1% 2% 4% 10% 20% 40% 60%
Business Confidence
Private Consumption
Total Export
Investments
GDP
Labour Volume
Unemployment (reciprocal)
Employment
Employment rate
Vacancies
Temporary agency work
Bankruptcy (reciprocal)
Inflation (reciprocal)
Temporary unemployment (reciprocal)
Production Capacity
Orders
Business Confidence
Private Consumption
Total Export
Investments
GDP
Unemployment (reciprocal)
Vacancies
Temporary agency work
Bankruptcy (reciprocal)
Inflation (reciprocal)
Temporary unemployment (reciprocal)
Production Capacity
Orders
Eerste kwartaal
Vierde kwartaal
Evolutie gepresteerde uren uitzendarbeid
Aantal gepresteerde uren uitzendarbeid (in miljoen) (rechterschaal)
Groei op jaarbasis (linkerschaal)
Uitzendarbeid
Voor uitzendarbeid was 2011 duidelijk een jaar met twee snelheden. De sterke groeicijfers in het eerste semester staan in sterk contrast met de cijfers van het het tweede semester.
9,96%
176,3719
85
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
200
180
160
140
120
100
80
60
40
20
0
40%
30%
20%
10%
0%
-10%
-20%
-30%
-40.0%
-30.0%
-20.0%
-10.0%
0.0%
10.0%
20.0%
30.0%
40.0%
-6.0%
-4.0%
-2.0%
0.0%
2.0%
4.0%
6.0%
3/96
1/97
3/97
1/98
3/98
1/99
3/99
1/00
3/00
1/01
3/01
1/02
3/02
1/03
3/03
1/04
3/04
1/05
3/05
1/06
3/06
1/07
3/07
1/08
3/08
1/09
3/09
1/10
3/10
1/11
3/11
1/96
BBP en uitzendarbeid
BBP (linkerschaal)
Uitzendarbeid (rechterschaal)
Economisch verslag
In 2011 werden 176 miljoen uren uitzendarbeid gepresteerd. Op jaarbasis betekende dit een stijging van +9,96% ten opzichte van 2010. Het topjaar 2007 blijft ongeëvenaard, toen werden er immers 187 miljoen gepresteerde uitzenduren geteld.
Dat 2011 een jaar van twee snelheden was blijkt duidelijk uit de groeicijfers per semester. Waar in het eerste semester van 2011 nog een groei werd gerealiseerd van +18,09% op jaarbasis, bedroeg die in het tweede semester nog slechts +3,74%. Hiermee bewees de uitzendsector andermaal een goede indicator te zijn van het algemene conjunctuurklimaat. Ook de Belgische economie groeide immers krachtig in de eerste jaarhelft (+0,9% en +0,3% de eerste twee kwartalen), waarna het BBP in de tweede helft van het jaar terugliep ten opzichte van de eerste zes maanden (-0,1% de twee laatste kwartalen) en in een recessie belandde.
Onderstaande grafiek geeft weer hoe sterk de evolutie van uitzendarbeid in België en de Belgische economie samenlopen. De omslagpunten van de uitzendactiviteit vallen nagenoeg perfect samen met de omslagpunten van de conjunctuur. De amplitude is weliswaar zeer verschillend. Tegenover een economische groei met 1,9% van het BBP stond in 2011 een groei van de uitzendactiviteit met 9,96%.
Groei (rechterschaal)
Omzet (in miljoen euro) (linkerschaal)
De fase van krachtige groei begin 2011 zorgde ervoor dat het BBP vanaf het eerste kwartaal uitkwam boven het niveau drie jaar eerder, vóór het uitbreken van de grote recessie. Soortgelijk herstel kon de uitzendsector tot dusver niet realiseren. De index van de uitzendactiviteit, die het niveau van de activiteit weergeeft in een bepaalde maand ten opzichte van de activiteit in de maand januari 1995 (basis 100), bereikte in juni zijn hoogste punt sinds de financiële crisis van 2008 (index = 237): een evenaring van het niveau bereikt in mei 2006, maar nog een eind verwijderd van het absolute topniveau in maart 2008 (index = 265).
Net zoals het volume groeide ook de omzet voor het tweede opeenvolgende jaar. Met een omzetcijfer van 4,228 miljard euro realiseerde de sector een groei van 12,9%. In nominale waarden overtrof 2011 hierdoor het recordjaar 2008 met een verschil van +71 miljoen euro.
Uitzendarbeid
Mei 2006Index = 237
01-0
3
07-0
3
01-0
4
07-0
4
01-0
5
07-0
5
01-0
6
07-0
6
01-0
7
07-0
7
01-0
8
07-0
8
01-0
9
07-0
9
01-1
0
07-1
0
01-1
1
07-1
1
Maart 2008Index = 265
290
270
250
230
210
190
170
150
Juni 2011Index = 237
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
40%
30%
20%
10%
0%
-10%
-20%
-30%
4.500
4.000
3.500
3.000
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0
Index
Omzet
25
Economisch verslag
jaarverslag 2011
Evolutie en aandeel van de segmenten
Bedienden
Arbeiders
Agentschappen en vaste medewerkers
Aantal agentschappen (linkerschaal)
Aantal vaste werknemers (rechterschaal)
Anders dan in 2010 groeide in 2011 het aantal agentschappen en vaste medewerkers van de uitzendbedrijven mee op het niveau van de groei in volume. In tegenstelling tot een jaar voordien groeide het aantal vaste medewerkers met +10,5% tot 6.400 personeelsleden. Zij werkten voor een geheel van 143 (in minstens één van de gewesten erkende) uitzendbedrijven. Samen beheerden deze ondernemingen in totaal 1.356 agentschappen waar uitzend-krachten zich konden aandienen voor werk.
Aandeel arbeiders terug in opmars?Met de tertiairisering van de Belgische economie neemt ook het aandeel van het bediendesegment in de uitzend-activiteit het laatste decennium stelselmatig, maar geleidelijk, toe. In 2009 zette die evolutie zich versterkt voort, om in 2010 wat gas terug te nemen. In 2011 moet het bediendesegment nogmaals een stuk van zijn verworven aandeel prijs geven. Dit heeft alles te maken met het (gedeeltelijk) herstel van de tewerkstelling in de industriële sectoren na de dramatische terugval in 2008 en 2009.
Uitzendarbeid
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
7.000
6.000
5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
0
1.600
1.400
1.200
1.000
800
600
400
200
0
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
100%
80%
60%
40%
20%
0%
59,9%
40,1%
Economisch verslag
jaarverslag 2011
Sterkste groei in VlaanderenParallel met de verdeling van de loontrekkende tewerkstelling in België lokaliseert ruim twee derde van de uitzendactiviteit zich in Vlaanderen. Opmerkelijk is de sterke groei die ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest merkbaar was. Een toename, die ondanks de geringe aanwezigheid van industrie in Brussel (het arbeiders segment is in Brussels slechts goed voor 30% van de uitzendactiviteit), grotendeels op het conto staat van het arbeiders-segment.
Het arbeiders- en bediendesegment lieten een groei optekenen van respectievelijk +11,09% en +8,17% op jaar-basis. Een vergelijking van de groeicijfers per semester verduidelijkt waarom het arbeiderssegment aan aandeel won. De behoorlijk sterke prestatie van de Belgische industrie in de eerste jaarhelft is mede de oorzaak. In het eerste semester groeide het arbeiderssegment met maar liefst +22% ten opzichte van +12% in het bediende-segment. In het tweede semester waren de verschillen minder groot: +3% en +5% voor respectievelijk arbeiders en bedienden.
Uitzendarbeid
+10,8%
+7,9%
+9,3%
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
27
Economisch verslag
Regionale evolutie
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Aantal uitzendkrachten
Penetratiegraad van de werkgelegenheid
Loontrekkende tewerkstelling zonder uitzendarbeid (linkerschaal)
Penetratiegraad België (rechterschaal)
UitzendarbeidEconomisch verslag
PenetratiegraadDe penetratiegraad, de verhouding van het aantal uitzendkrachten uitgedrukt in voltijdse equivalenten en de loontrekkende beroepsbevolking, bedroeg 2,36% in 2011 en was in drie jaar tijd nooit zo hoog. Hij blijft met -0,24 procentpunt wel onder het hoogste niveau dat genoteerd werd in 2007. Het aantrekken van de economie heeft meteen een positieve invloed op de tewerkstelling van uitzendkrachten. De loontrekkende tewerkstelling daaren-tegen reageert met een vertraging van 2 tot 3 kwartalen, wat meteen één van de verklaringen is voor de toename van de penetratiegraad.
Record aantal uitzendkrachtenIn 2011 werkten 547.259 personen minstens één dag als uitzendkracht. Met een binnenlandse werkgelegenheid van 4,4 miljoen personen betekent dit dat 1 op 8 werkenden in 2011 een periode heeft gewerkt als uitzendkracht. Het aantal voltijdse equivalenten groeide met 8.093 eenheden aan tot 89.941.
De penetratiegraad is het hoogst in Vlaanderen (2,75%). Daarna volgen Wallonië en Brussel met penetratiegraden van respectievelijk 2,16% en 1,32%.
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
3,0%
2,5%
2,0%
1,5%
1,0%
0,5%
0%
3.800.000
3.700.000
3.600.000
3.500.000
3.400.000
3.300.000
3.200.000
3.100.000
3.000.000
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
120.000
100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0
89.941
182.516
378.730
600.000
500.000
400.000
300.000
200.000
100.000
0
Aantal studenten (linkerschaal)
Aantal uitzendkrachten (linkerschaal)
Aantal VTE (rechterschaal)
Uitzendarbeid
29
Economisch verslag
Recordaantal studenten werkt als uitzendkrachtVan het half miljoen uitzendkrachten in 2011 waren er 182.516 jobstudenten. Nog nooit waren zoveel jobstudenten als uitzendkracht actief.
Tijdens de zomerperiode waren er 139.965 jobstudenten-uitzendkrachten actief. Een lichte daling van -1,92% ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Het arbeidsvolume dat ze presteerden nam toe met +15.94% ten opzichte van 2010. Dit betekent dat studenten in de zomerperiode gemiddeld 13 uur meer presteerden. In de andere kwartalen nam het aantal jobstudenten-uitzendkrachten op jaarbasis stelselmatig toe. Dit is een gevolg van de 2x23 dagen-regeling die studenten sedert 2005 de mogelijkheid bood om ook buiten de zomervakantie nog eens 23 dagen te werken tegen voordelig RSZ-tarief. Wellicht zal de nieuwe regeling, het nieuwe regime dat in voege trad op 1 januari 2012, waarbij studenten 50 dagen per jaar kunnen werken een verdere dynamiek geven aan dit segment op de arbeidsmarkt.
13.978 uitzendkrachten werkten in 2011 zowel onder het reguliere statuut als het studentenstatuut. Zij gingen na hun studies dus verder werken als uitzendkracht.
Q1
| 200
7
Q2
| 200
7
Q3
| 200
7
Q4
| 200
7
Q1
| 200
8
Q2
| 200
8
Q3
| 200
8
Q4
| 200
8
Q1
| 200
9
Q2
| 200
9
Q3
| 200
9
Q4
| 200
9
Q1
| 201
0
Q2
| 201
0
Q3
| 201
0
Q4
| 201
0
Q1
| 201
1
Q2
| 201
1
Q3
| 201
1
Q4
| 201
1
50%
45%
40%
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0%
160.000
140.000
120.000
100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0
139.965
35,4%
Aantal jobstudenten
% jobstudenten dat als uitzendkracht werkt (rechterschaal)
Aantal unieke jobstudenten - uitzendkrachten per kwartaal (linkerschaal)
De studenten presteerden in de zomerperiode gemiddeld 13 uur meer.
jaarverslag 2011
Leeftijd van de uitzendkrachten
Aandeel 45 +
Aantal 45 +
Aandeel >=50
Aantal >= 50
UitzendarbeidEconomisch verslag
Steeds meer ouderen werkzaam als uitzendkrachtNooit eerder werkten er zoveel ouderen als uitzendkracht als in het afgelopen jaar. Bijna 50.000 van de 378.730 reguliere uitzendkrachten waren ouder dan 45, ofwel 13,1%. 28.405 (7,5% van de volledige groep) van deze uitzend-krachten waren zelfs 50 jaar of ouder.
Uit het profielonderzoek dat Idea Consult uitvoerde via een websurvey in opdracht van Federgon in 2011 bij meer dan 7.500 uitzendkrachten vielen 5 type clusters van uitzendkrachten te onderscheiden:• Young-professionals (15%): zij willen via uitzendarbeid vooral ervaring opbouwen •Bijverdieners (20%): personen die naast hun vast inkomen ook nog wat extra’s willen verdienen•Opstappers (48%): zij die via uitzendarbeid een vaste job willen vinden•Doorstarters (10%): zij die na een pauze hun carrière willen herlanceren•Flex professionals (7%): zij genieten van de afwisseling die uitzendarbeid hen biedtMeer info over dit profielonderzoek vindt u op onze website3.
Het belang van uitzendarbeid in de sectorenOm het Vlaamse sectoraal arbeidsmarktbeleid in kaart te brengen biedt het Departement WSE sectorfoto’s aan van sectoren met een convenant. De sectorfoto is een socio-economische omgevingsanalyse van de sector die aan de hand van een aantal objectieve indicatoren een globaal cijfermatig portret van de sector biedt4.
Eén van de thema’s die in de groepssectorfoto worden behandeld is de instroom van loontrekkenden vanuit andere sectoren. Voor elk van de sectoren wordt het percentage weergegeven van de instroom via de uitzendsector enerzijds en alle andere sectoren anderzijds. Dit levert interessante informatie over de instroom naar een vaste betrekking via uitzendarbeid in de verschillende sectoren. In 2007 leverde de uitzendsector in Vlaanderen 10% van alle ingestroomde loontrekkenden. In de sectoren textiel en metaal arbeiders stijgt dit percentage tot 31% van de instroom.
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0
49.614
13,1%
28.405
7,5%
14%
12%
10%
8%
6%
4%
2%
0%
3 www.federgon.be onder de rubriek publicaties/onderzoeken en studies/uitzendkrachten in 20114 www.werk.be/node/1612
jaarverslag 2011
UitzendarbeidEconomisch verslag
metaal bedienden
scheikundige nijverheid
textiel
papier- en kartonbewerking
internationale handel
voedingsnijverheid
beheer van gebouwen e.a.
audiovisuele sector
metaal arbeiders
kleding en confectie
glasbedrijf
houtsectoren
grafische sector
diamantnijverheid en -handel
anpc bedienden
textielverzorging
autosector e.a.
Vlaams gemiddelde
social profit
vermakelijkheidsbedrijf
bouw
uitzendsector
groene sectoren
binnenscheepsvaart
kappers, fitness e.a.
horeca
0% 10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Instroom vanuit andere sectoren (privé-sectoren) 2007
Vanuit andere PC
Vanuit interim
31
De uitzendsector in onze buurlandenDe Europese confederatie van de private arbeidsbemiddelaars (Eurociett5) brengt maandelijks de ‘Eurociett Agency Work Indicator’ uit. Hieruit blijkt dat uitzendarbeid in de buurlanden dezelfde evolutie vertoonde als in ons land: een sterke eerste en een zwakke tweede jaarhelft.
• Het aantal gepresteerde uitzenduren groeide in Duitsland het eerste semester met gemiddeld 21%. Hoewel de groei afnam in het tweede semester was die met gemiddeld 7% nog steeds hoog.• De uitzendactiviteit nam in Frankrijk iets sterker toe dan in België. Dit had ze te danken aan haar sterkere eerste
jaarhelft. De regio’s die in het eerste semester het sterkst scoorden (Franche-Comté en Alsace) kenden achteraf ook de sterkste terugval.• Nederland kende van onze drie buurlanden de minst gunstige evolutie. Op één maand na (februari) groeide de
sector er nooit met meer dan +10%. Net zoals in België werd Nederland in november zelfs geconfronteerd met een negatieve groei van het aantal gepresteerde uren.
01-0
8
03-0
8
05-0
8
07-0
8
09-0
8
11-0
8
01-0
9
03-0
9
05-0
9
07-0
9
09-0
9
11-0
9
01-1
0
03-1
0
05-1
0
07-1
0
09-1
0
11-1
0
01-1
1
03-1
1
05-1
1
07-1
1
09-1
1
11-1
1
50%
40%
30%
20%
10%
0%
-10%
-20%
-30%
-40%
-50%
Evolutie uitzendarbeid in Europa
België
Duitsland
Frankrijk
Nederland
Het aantal gepresteerde uitzenduren groeide in Duitsland het eerste semester met gemiddeld 21%. De uitzendactiviteit nam in Frankrijk iets sterker toe dan in België. Nederland kende de minst gunstige evolutie.
UitzendarbeidEconomisch verslag
5 www.eurociett.eu
OutplacementEconomisch verslag
33
jaarverslag 2011
In 2011 moest een recordaantal bedrijven de deuren sluiten. Meer dan 10.000 faillissementen werden door de FOD Economie geregistreerd. Het aantal jobs dat hiermee verloren ging daalde wel van 2,47 naar 2,26 per faillissement6. Eenzelfde tendens was merkbaar in de evolutie van outplacement. Het aantal opdrachtgevers steeg licht (tot 5.717 eenheden) maar het aantal begeleidingen kende een daling van 20%. In het totaal konden 14.129 personen een beroep doen op outplacement.
Het wettelijk kader van outplacementOutplacement kan worden gedefinieerd als “een geheel van begeleidingsdiensten en consultancy, verstrekt door een dienstverlener, namelijk het outplacementbureau, individueel of in groep, voor rekening van een werkgever, om een werknemer de mogelijkheid te bieden zelf zo snel mogelijk opnieuw werk te vinden bij een nieuwe werk-gever of een beroepsactiviteit als zelfstandige op te starten”.
In functie van de specifieke omstandigheden valt outplacement onder een specifieke regelgeving.•Outplacement op vrijwillige basis: het is de cao nr.51 die de regels voorschrijft m.b.t. outplacement dat door een
werkgever vrijwillig wordt aangeboden aan een ontslagen werknemer.
•Verplicht outplacement: de CAO82bis voert een verplicht outplacement in voor ontslagen werknemers van 45 jaar en ouder, die bij de betrokken werkgever minstens één jaar anciënniteit tellen.
•Verplicht outplacement bij herstructurering van bedrijven: een specifieke reglementering regelt outplacement bij herstructureringen. In dat geval moet outplacement aan alle werknemers worden aangeboden, ongeacht hun leeftijd en hun anciënniteit (met uitzondering van de werknemers met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, waarvoor in een vrijwillig outplacement wordt voorzien).
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
10.000
9.000
8.000
7.000
6.000
5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
0
Evolutie opgestarte begeleidingen
Collectief outplacement
Individueel outplacement
6 Bron: FOD Economie
In 2011 deden in totaal 14.129 personen een beroep op outplacement.
OutplacementEconomisch verslag
Zowel inzake methodieken en inhoud als doelgroepen is de reglementering in België sterk sturend. Het overzicht in de figuur vertrekt vanuit de aard van het ontslag. Is het individueel of is het collectief? Van een collectief ontslag is sprake bij ontslag van minstens 10 werknemers in een bedrijf met méér dan 20 en minder dan 100 werknemers. In een bedrijf met minstens 100 werknemers spreekt men van een collectief ontslag indien het gaat om minstens 10% van de werknemers. In alle andere gevallen waarbij sprake is van een gelijktijdig ontslag van meerdere werk-nemers dat niet aan deze definitie voldoet, spreken we van een meervoudig ontslag.
De meerderheid van de outplacementbegeleidingen in 2011 gebeurde in het kader van een individueel ontslag. Hier-mee bereikte individueel outplacement met 58% van de begeleidingen hetzelfde aandeel als in 2009. Het aandeel van de collectieve begeleidingen met verplichte tewerkstellingscel daalde met 10 procentpunten ten aanzien van het voorgaande jaar, toen enkele grote herstructureringen (General Motors, Carrefour) een grote invloed hadden op het gebruik van collectief outplacement. De toepassing van meervoudig outplacement blijft al enkele jaren stabiel op een goede 10% van het totaal aantal begeleidingen.
Zowel binnen de groep van individuele begeleidingen (91%) als bij deze van de collectieve begeleidingen bij meer-voudig ontslag (78%) zien we een overwegend gebruik van CAO 82 bis.
Soorten Outplacement
Collectief ontslag
Verplichting TWC7 evt. tussen- komst SIF8 in Vlaanderen
Individueel ontslag
Individueel OPCAO 51 - CAO 82 bis
Meervoudig ontslag
Geen verplichting TWCCAO 51 - CAO 82 bis
Individueel CAO 51 Individueel CAO
82bis
5% 53%
30%
Meervoudig CAO 51
Meervoudig CAO 82bis
9% 3%
Colle
ctie
f ont
slag
met
verp
lichte TWC
Begeleidingen volgens type outplacement
jaarverslag 2011
7 TWC: Tewerkstellingscel8 SIF: Sociaal Interventie Fonds
OutplacementEconomisch verslag
35PlaatsingsgradenZoals de definitie van outplacement het stelt heeft de begeleiding tot doel de kandidaat zo snel mogelijk aan een nieuwe job te helpen. Om hierop een zicht te krijgen kan de plaatsingsgraad een indicatie geven van het succes van outplacement. De plaatsingsgraad wordt gedefinieerd als ‘het aantal beëindigde outplacements die uitmonden in een nieuwe tewerkstelling binnen de voorziene outplacementperiode, ten opzichte van alle beëindigde outplacements’. Deze indicator houdt dus geen rekening met die kandidaten die ná de voorziene periode van de outplacementbegeleiding aan het werk raakten.
De globale plaatsingsgraad in 2011 bedroeg 49%. Hiermee neemt de plaatsingsgraad af van respectievelijk 63 en 56% in 2009 en 2010. Naargelang het type outplacement zijn er verschillen merkbaar. De plaatsingsgraad bij individueel outplacement bereikt 53%, bij collectief outplacement met verplichte tewerkstellingscel 44%.
Kandidaten in outplacement volgens leeftijdOutplacement, aanvankelijk voornamelijk ingezet om ervaren werknemers terug aan de slag te helpen, begeleidt ook steeds meer jongere werknemers naar een nieuwe tewerkstelling. Een vierde van de begeleide kandidaten is jonger dan 45 jaar. Ze zijn het sterkst aanwezig binnen outplacement in het kader van een herstructurering (50%) omwille van het wegvallen van de leeftijdsverplichtingen in geval van collectief ontslag en het minst in individueel outplacement (10% bij individueel outplacement CAO 82bis) waar de verplichting enkel geldt voor 45-plussers met een anciënniteit van 1 jaar.
Totaal
Individueel CAO 51
Individueel CAO 82bis
Collectief TWC
Meervoudig CAO 51
Meervoudig CAO 82bis
0% 20%
40%
60%
80%
100%
26% 74%
37% 63%
10% 90%
50% 50%
45% 55%
24% 76%Kandidaten in outplacement volgens leeftijd
< 45 jaar
> = 45 jaar
Outplacement, aanvankelijk voornamelijk ingezet om ervaren werknemers terug aan de slag te helpen,
begeleidt ook steeds meer jongere werknemers naar een nieuwe tewerkstelling. Een vierde van de
begeleide kandidaten is jonger dan 45 jaar.
Outplacement per categorie
Outplacement per regio
OutplacementEconomisch verslag
Evenwichtige verdeling per categorieOutplacement wordt zowel aangeboden aan arbeiders, bedienden als kaderleden. De spreiding van het aantal begeleidingen is evenwichtig verdeeld over deze drie categorieën. 44% van de kandidaten die een outplacement-traject volgt is arbeider, hetzelfde percentage is bediende. Het percentage kaderleden dat van een outplacement-begeleiding kan genieten bedraagt 12%.
Uit bovenstaande grafiek blijkt duidelijk dat arbeiders oververtegenwoordigd zijn in de begeleidingen ten gevolge van een herstructurering. Het omgekeerde is het geval bij individueel outplacement binnen CAO 51, waar ze nauwelijks in de statistieken voorkomen. Vrijwillig, individueel outplacement wordt nog steeds overwegend aange-boden aan medewerkers met een kaderfunctie.
Nog meer dan voorgaande jaren concentreert het overgrote aandeel outplacementbegeleidingen zich in Vlaanderen en Brussel (88%). De oorzaak van de ondervertegenwoordiging van outplacementbegeleidingen in Wallonië moet worden gezocht bij de ‘cellules de reconversion9’, die grotendeels werken buiten het kader van de reguliere outplacementmarkt.Het aantal begeleidingen in Vlaanderen dat gebeurt middels een tussenkomst van het Sociaal Interventiefonds (SIF, het vroegere herplaatsingsfonds) daalde met -32% tot 1.157. Het Sociaal Interventiefonds kan worden ingeschakeld indien het bedrijf kan aantonen niet over voldoende middelen te beschikken om de outplacement-begeleiding te betalen. Het is op zich geen vorm van outplacement, wel een financieringsinstrument.
Totaal
Meervoudig CAO 82bis
Meervoudig CAO 51
Collectief TWC
Individueel CAO 82 bis
Individueel CAO 51
0% 20%
40%
60%
80%
100%
12% 44% 44%
13% 44% 43%
23% 60% 17%
6% 30% 64%
11% 50% 39%
45% 52% 3%
Totaal
Meervoudig CAO 82bis
Meervoudig CAO 51
Collectief TWC
Individueel CAO 82 bis
Individueel CAO 51
0% 20%
40%
60%
80%
100%
25% 12% 63%
29% 12% 59%
49% 4% 47%
14% 3% 83%
27% 18% 55%
48% 15% 37%
Bediende
Arbeider
Kaderlid
Wallonië
Vlaanderen
Brussel
9 Een reconversiecel wordt opgericht in geval van sluiting van een onderneming of collectief ontslag na de onderhandelingen van het sociaal plan en dit op vraag van de vakbonden. De reconversiecel is in de eerste plaats een onthaalplatform dat zich in de nabijheid van de woonplaats van de ontslagen werknemers bevindt. Het is een team dat bestaat uit adviseurs inzake loopbaan-begeleiding van de FOREM en sociale begeleiders door de vakbonden. In het Waals Gewest voorziet het KB van 9 maart 2006 in de gelijkstelling van de reconversiecel met een tewerkstellingscel.
ProjectsourcingEconomisch verslag
37
jaarverslag 2011
Ondernemingen blijven op zoek naar gespecialiseerd personeel voor tijdelijke opdrachten, dat wijzen de groei-cijfers van de sector Projectsourcing uit. Voor de uitvoering van projecten die niet tot de corebusiness behoren of het tijdelijk aantrekken van extra personeel met specifieke knowhow wordt steeds meer beroep gedaan op projectsourcingoplossingen. Het aantal gepresteerde uren steeg in 2011, zoals in 2008, uit boven de 6 miljoen. Hiermee realiseerde de sector een groei van +10,3%. Deze evolutie voltrok zich gedurende het hele jaar, met een kleine terugval sedert de zomermaanden. In 2011 werd hierdoor een omzet gerealiseerd van 341 miljoen euro, een toename van 14,5% ten opzichte van het jaar voordien. Gemiddeld 4.195 projectmedewerkers maakten deze groei mogelijk.
Projectsourcing bewijst zijn nut en toepasbaarheid in een verscheidenheid van sectoren. In elke sector nam de inzet van projectmedewerkers toe. Zoals de jaren voordien was de vraag het grootst naar ingenieurs. Ook projectmedewerkers in office-activiteiten waren erg in trek.
Projectsourcing is een flexibele manier om externe specialisten in te schakelen, om de aanwezige
knowhow te versterken of voor opdrachten die niet tot de kernactiviteit behoren.
01 |
2009
02 |
2009
03 |
2009
04 |
2009
05 |
2009
06 |
2009
07 |
2009
08 |
2009
09 |
2009
10 |
2009
11 |
2009
12 |
2009
01 |
2010
02 |
2010
03 |
2010
04 |
2010
05 |
2010
06 |
2010
07 |
2010
08 |
2010
09 |
2010
10 |
2010
11 |
2010
12 |
2010
01 |
2011
02 |
2011
03 |
2011
04 |
2011
05 |
2011
06 |
2011
07 |
2011
08 |
2011
09 |
2011
10 |
2011
11 |
2011
12 |
2011
25%
20%
15%
10%
5%
0%
-5%
-10%
-15%
-20%
2%3%
-2%
-11%
-14%
-8%
-12% -12%-13%
-12%
-14%
-11%
-1%-2%
5%6%
7%
14%
20%
16%
6%
15%14%14%
10%
13%
10%
12%
15%
4%
8%
10%
16%
8%
13%
8%
Andere
13,6% 33,4%
30%
ICT
Finance
O�
ce
31,5% 14,5%
6
,9
%
Engineering
Groei op basis van de daggemiddelden
Verdeling projectsourcingactiviteiten
2009
2010
2011
Omzetevolutie Interim Management
Interim ManagementEconomisch verslag
Interim Management is een instrument dat een bedrijf inzet om gebruik te kunnen maken van expertise waarover het zelf niet (meer) beschikt. Een Interim manager is een ervaren deskundige die werkt als zelfstandige en zijn expertise ten dienste stelt van ondernemingen. Hij/zij neemt dus taken met verantwoordelijkheid op bij klanten / bedrijven, voor een beperkte periode en in het kader van duidelijk afgelijnde opdrachten. De service die de Interim Managementbureaus hun klanten bieden bestaat in het volledig beheren en opvolgen van hun Interim Managementopdrachten. Ze identificeren welke Interim manager het best overeenstemt met de noden en de wensen van de klant. Hiermee neemt de provider een intermediaire rol in tussen de Interim manager en de opdrachtgever.
Sterk jaar voor Interim ManagementDe Interim managementproviders zagen de activiteit in 2011 verder groeien. Er kon een groeicijfer worden opgetekend van 27,5%. De sector presteerde, met een omzet van 84,5 miljoen euro, sterker dan vóór de crisis van 2008.
A company (in whatever legal form) that plays an intermediary role to identify and present to their clients a third party – the Interim manager – who will conduct a management assignment for the provider’s client at their premises in the name and on behalf of the provider.
2006
2007
2008
2009
2010
2011
40%
30%
20%
10%
0%
-10%
-20%
-30%
24%
36%32%
-24%
4%
28%
jaarverslag 2011
Interim ManagementEconomisch verslag
Managementopdrachten van tijdelijke duurDe duur van een Interim Managementopdracht verschilt naargelang de noden van de klant en de aard van het project. Soms duren ze minder dan drie maanden, andere duren dan weer langer dan een jaar. De looptijd van de in 2011 beëindigde Interim Managementopdrachten is vrij gelijk verdeeld. 70,5% van de opdrachten duurt minder dan 9 maanden. Hieronder vindt u de cumulatieve frequentie van de managementopdrachten volgens looptijd.
Looptijd Interim Management
< 3
maa
nden
3 -
6 m
aand
en
6 -
9 m
aand
en
9 -
12 m
aand
en
> 1
2 m
aand
en
100%
80%
60%
40%
20%
0%
13,7%
39,1%
70,5%
87,2%
100%
39
De Interim Managementopdrachten vereisen meestal een Interim manager die zich voltijds aan de missie wijdt. Dit is voor meer dan drie vierde van de opdrachten het geval. Slechts in 13% van de gevallen wordt er voor geopteerd om de Interim manager halftijds of minder op het project te zetten.
Net geen meerderheid van de Interim managers is actief in Finance, Administration & Legal. 16% van de Interim managers is dan weer actief in Sales & Marketing. De top 3 wordt vervolledigd door Logistiek & Productie waarin 13% van de Interim managers een opdracht invullen. De rest van de Interim managers vinden we in de domeinen HR-Management, General Management en ICT.
< Halftijds Halftijds >Halftijds
Volti
jds
76%
7% 6% 11%
Andere HR-Managem
ent
Sale
s &
Mar
ketin
g
ICT General Management Logistiek &
Producti e
16,3
%
4,7% 8,3% 12,9%
48,2%
4,6%
5%
Finance, Administration & Legal
Regime van de Interim Managementopdrachten
Functionele opsplitsing van de opdrachten
Interim ManagementEconomisch verslag
DienstenchequesEconomisch verslag
41
jaarverslag 2011
Het dienstenchequesysteem valt niet meer weg te denken uit de dagdagelijkse routine van veel Belgische gezinnen. Het toenemend gebruik ervan, zelfs tijdens de crisisperiode, bewijst dat dienstencheques geen luxe product zijn. Ze zorgen voor het noodzakelijke evenwicht in vele huishoudens.
Het succes van het systeem overtrof ruim de oorspronkelijke doelstelling om 25.000 mensen aan het werk te stel-len. In de periode 2010-2011 alleen al werden er 26.000 extra banen gecreëerd, die elk gemiddeld overeenkomen met een halftijdse betrekking. De financiering van het stelsel kwam daardoor onder druk te staan. Dit leidde in 2011 tot de beslissing dat vanaf 2012 gezinnen maximaal 1.000 dienstencheques mogen aanschaffen per kalender-jaar. Bovendien werd in het vlinderakkoord besloten het dienstenchequesysteem te regionaliseren, met behoud op federaal vlak van de aspecten in verband met het arbeidsrecht.
Volgens cijfers van de RVA kochten de Belgen in 2011 meer dan 108 miljoen dienstencheques aan. Een toename van 12,3% ten opzichte van het jaar voordien. Voor de diensten konden ze terecht bij 2.745 erkende ondernemingen.
De leden van Federgon waren samen goed voor 30 miljoen gepresteerde uren dienstenchequearbeid: een aan-deel van 27,7% in de totale dienstenchequeactiviteit. In vergelijking met vorig jaar realiseerden de Federgonleden hiermee een groei van +6,5% in volume.
Het succes van het systeem overtrof ruim de oorspronkelijke doelstelling om 25.000 mensen aan
het werk te zetten. In de periode 2010-2011 alleen al werden er 26.000 extra banen gecreëerd.
Evolutie van het aantal gepresteerde uren via dienstencheques (bij Federgon-leden)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
35.000.000
30.000.000
25.000.000
20.000.000
15.000.000
10.000.000
5.000.000
0
30.110.884
11.656.256
17.341.839
21.558.56124.394.225
28.283.148
Regionale verdeling activiteit (bij Federgon-leden)
DienstenchequesEconomisch verslag
jaarverslag 2011
De verdeling van de activiteit over de drie regio’s was dezelfde als de voorbije jaren. De leden waren voor 60% actief in Vlaanderen en respectievelijk 22% en 18% in Wallonië en Brussel. Relatief gezien zijn de leden van Federgon actiever in Brussel dan algemeen de trend is. Uit cijfers van de RVA blijkt immers dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest slechts 11,5% van alle dienstencheques werden aangekocht.
Vlaanderen
Brussel
17,9%
60%
Wallonië
22,1%
Volgens cijfers van de RVA kochten de Belgen in 2011 meer dan 108 miljoen dienstencheques aan. Een toename van 12,3% ten opzichte van het jaar voordien. Voor de diensten konden ze terecht bij 2.745 erkende ondernemingen. Het toenemend gebruik ervan, zelfs tijdens de crisisperiode, bewijst dat dienstencheques geen luxe product zijn. Ze zorgen voor het noodzakelijke evenwicht in vele huishoudens.
Evolutie van het aantal dienstencheque-werknemers (bij Federgon-leden)
Evolutie aantal huisgezinnen-klanten (bij Federgon-leden)
De particuliere dienstverleners aangesloten bij Federgon bedienden in 2011 samen 192.482 huisgezinnen, hetzij een toename met 8,8% ten opzichte van 2010.
Het aantal dienstenchequemedewerkers tewerkgesteld door de Federgon-leden bleef ook gestaag groeien tot een effectief van 34.112 personen. Het aantal medewerkers groeide met +2,5% minder sterk dan het aantal gepres-teerde uren. De dienstenchequewerknemer werkt dus elke week gemiddeld iets langer dan vorig jaar. Gemiddeld werkte een medewerker in 2011 17 uur per week.
2006
2007
2008
2009
2010
2011
250.000
200.000
150.000
100.000
50.000
0
192.482
88.394
126.915137.104 154.378
176.862
2006
2007
2008
2009
2010
2011
40.000
35.000
30.000
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0
34.112
20.511
26.355 27.437
31.079
33.293
DienstenchequesEconomisch verslag
43
Verdeling RSS-activiteiten
Recruitment, Search & SelectionEconomisch verslag
De bureaus gespecialiseerd in Recruitment, Search & Selection beleefden een stabiel jaar, waarin de economische aarzeling in de tweede jaarhelft relatief goed werd doorgekomen. De kwaliteitsvolle dienstverlening die ze bieden is daar niet vreemd aan. Onderzoek van Idea Consult in opdracht van Federgon, ‘Instroom- en retentiebeleid van bedrijven: wachten tot de witte raaf aan de deur komt kloppen’, wijst uit dat bedrijven de effectiviteit van wervings- en selectiebureaus als rekruteringskanaal heel hoog inschatten10.
Alle activiteiten in acht genomen steeg de omzet van de RSS-leden met +6,6% op jaarbasis. Een uitschieter was er voor de HR-Consutancy diensten, waar de omzet met meer dan 40% steeg. Bedrijven investeerden dan weer minder in coaching van hun Human Capital: deze activiteit halveerde in omzet.
2011 2010 2009 2008 2007
Geaggregeerde omzet 176 mio € 165 mio € 118 mio € 124 mio € 151 mio €
Omzet Omzet Omzet Omzet Omzet
Werving & Selectie 116 mio € 112 mio € 73 mio € 81 mio € 97 mio €
Assessment & Evaluation 36 mio € 34 mio € 22 mio € 27 mio € 30 mio €
HR-Consultancy 21 mio € 15 mio € 17 mio € 14 mio € 13,5 mio €
Coaching 2 mio € 4 mio € 6 mio € 2 mio € 10,5 mio €
Assessment & Evaluation H
R-Consultancy
20,7% 12,2%
Werving &
Selectie
Coac
hin
g 65,9%
61,2
%
Bedrijven schatten de effectiviteit van wervings- en selectiebureaus als rekruteringskanaal heel hoog in10.
10 www.federgon.be onder de rubriek publicaties/onderzoeken en studies/instroom- en retentiebeleid van bedrijven
Verdeling van het aantal geplaatste kandidaten op basis van het ingeschakelde kanaal
jaarverslag 2011
Recruitment, Search & SelectionEconomisch verslag
45Ten gevolge van de wervings- en selectieactiviteiten van de Federgon-leden werd een totaal van 12.573 personen geplaatst bij een nieuwe werkgever. Dit in opdracht van 9.198 klanten. Van de sollicitanten die uiteindelijk een job bemachtigden werden de meesten gevonden via een mix van kanalen. Men vindt ook kandidaten via de inschake-ling van één uniek kanaal. Het afzonderlijk gebruik van Direct & File search, opzoekingen in databases, en adver-tenties is zeer succesvol. Executive search is goed voor bijna 10% van de plaatsingen.
Alle activiteiten in acht genomen steeg de omzet van de Recruitment, Search & Selection-leden
met +6,6% op jaarbasis.
Spo
nta
ne
kan
did
atu
ur
Soci
ale
net
wer
ken
An
der
e
Exec
uti
ve S
earc
h
Ad
vert
enti
es
Dir
ect
Sear
ch F
ile S
earc
h
Mix
ed A
pp
roac
h
40%
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0%
37,1%
3,1% 3,7% 4,2%
9,7%
20,9% 21,4%
Buitenland Brussel
Wallonië
14,4% 1,4%
24,2%
Vlaanderen
60%
Regionale verdeling geplaatste kandidaten (in functie van woonplaats van de kandidaat)
Europees perspectief
Bel
gië
Dui
tsla
nd
Fran
krijk
Ital
ië
Luxe
mbu
rg
Vere
nigd
Kon
inkr
ijk
Euro
pa
100
80
60
40
20
0
-20
-40
Mei ‘10
Augustus‘10
Februari‘11
Mei ‘11
September‘11
De meerderheid van de kandidaten die na een wervings-, selectie- en/of assessmentopdracht werden geplaatst, was woonachtig in Vlaanderen (60,0%). Een vierde woonde te Brussel (24,2%), een minderheid in Wallonië (14,4%). Een restcategorie van 1,4% werd gerekruteerd in het buitenland.
Recruitment, Search & Selection in Europees perspectiefDe ‘State of business Index’ van de European Confederation of Search & Selection Associations11 biedt een interessante kijk op de evolutie van de sector in Europa. Deze index brengt het sentiment van recruiters in zes landen in kaart.
In België, Duitsland & Luxemburg heerste er doorheen 2011 een aanhoudend optimisme aangaande de activiteit in de sector. Aanvankelijk was dit in Italië ook het geval, maar in september waren de recruiters er licht pessimistisch gestemd. Dit pessimisme deelden ze met de Britse en Franse recruiters.
Recruitment, Search & SelectionEconomisch verslag
jaarverslag 2011
11 www.ecssa.org
Index omzetverloop
Kwartaalgroei op jaarbasis private opleidingsmarkt
2007
2008
2009
2010
2011
120
100
80
60
40
20
0
95,4100
119,9
105,694,7
Q1
2008
Q2
2008
Q3
2008
Q4
2008
Q1
2009
Q2
2009
Q3
2009
Q4
2009
Q1
2010
Q2
2010
Q3
2010
Q4
2010
Q1
2011
Q2
2011
Q3
2011
Q4
2011
40%
30%
20%
10%
0%
-10%
-20%
-30%
15,9%
35,3% 34,2%
4,5%1,8%
-20,6%
-5,4%
-19%
-14,6% -13,8%-11,5%
-1,5% -0,2%
7,5%
-1,3%-3%
De omzet in de private opleidingssector bleef in 2011 zo goed als stabiel, met een groei van 0,7%. Net als vorig jaar schat Federgon het geaggregeerd omzetcijfer voor de private opleidingsbedrijven op 70 miljoen euro.
Het opleidingsbudget is kennelijk nog steeds één van de eerste posten waarop bespaard wordt door bedrijven in tijden van onzekerheid. In onderstaande grafiek zien we duidelijk het effect van de algemene economische conjunctuur op de evolutie van de omzet bij private opleidingsbedrijven. Ten gevolge van de crisis in 2008 vonden ondernemingen de weg naar het gesubsidieerde opleidingsaanbod en de terugkeer werd slechts langzaamaan ingezet. De sector die uit het dal kroop en in het tweede kwartaal een duidelijke groei realiseerde ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder zag zijn omzet in de tweede jaarhelft weer afnemen.
OpleidingEconomisch verslag
47
Het opleidingsbudget is nog steeds één van de eerste posten waarop bespaard wordt door bedrijven in tijden van onzekerheid.
2008
2009
2010
2011
OpleidingEconomisch verslag
Tendensen in 2011Opleiding krijgt een steeds groter strategisch belang voor zowel ondernemingen als werknemers. Bedrijfs-opleidingen behoren steeds meer tot het elementaire eisenpakket van nieuwe werknemers en het opleidings-aanbod van bedrijven neemt als retentietool aan belang toe. Medewerkers die kunnen leren vertonen immers een hoger engagement dan medewerkers die de kans niet krijgen. Dat groter engagement impliceert op zijn beurt een betere retentie en een lager verzuim. Zowel onderneming als werknemer verwachten hierbij een opleiding op maat, waarvan individuele coaching en werkplekleren essentiële onderdelen zijn. De opleiding dient immers een sociaal karakter te behouden, waarin het netwerk rondom de opgeleiden de leereffectiviteit helpt vergroten.
Voor de invulling hiervan zullen ondernemingen steeds meer bij de private opleidingssector terechtkomen, die van het maatwerk zijn handelsmerk heeft gemaakt.
De Federgon-sectoren in 2011
jaarverslag 2011
Economisch verslag
492011 Omzet Vaste medewerkers Kerncijfers Aantal leden(31/12/2011)
Uitzendarbeid
4,228 miljard € (+12,9%)
6.400
176 miljoen gepresteerde uren (+9,96%)
99378.730 uitzendkrachten
182.516 jobstudenten
Opleiding70 miljoen €
280 vaste medewerkers56
2.000 trainers
Outplacement
- -
14.129 begeleidingen (-20%)
51
Globale plaatsingsgraad 49%
30% begeleidingen via ver-plichte tewerkstellingscel
12% begeleidingen na meervoudig ontslag
Diensten aan particulieren 651,6 miljoen €
(+10,%)34.112 vaste medewerkers
(+2,5%)
30 miljoen gepresteerde uren (+6,5%) 103
192.482 klanten (+8,8%)
Interim Management 84,5 miljoen € (+27,5%)
-
Gemiddeld 519 lopende opdrachten
4430% van de opdrachten duurde langer dan
9 maanden
Projectsourcing 341 miljoen € (+14,5%)
4.195 projectmedewerkers 6 miljoen gefactureerde uren 60
420 interne medewerkers
Recruitment, Search & Selection12
176 miljoen € (+6,6%)
1.545 medewerkers 12.573 geplaatste kandidaten
17534% van de omzet gerealiseerd in assessment, HR-consultancy en coaching
12 De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de activiteiten van de leden van Federgon. Voor uitzendarbeid en Recruitment, Search & Selection daarentegen gaat het over de cijfers van de volledige sector. De representativiteitsgraad van de Federgon-leden in de uitzendsector bedraagt 96%.
Havenlaan 86 C bus 302
1000 Brussel
Tel: 02 203 38 03
Fax: 02 203 42 68
e-mail: info@federgon.be
www.federgon.be
top related