magazine online - adoptie.nl · magazine online thema en in dit nummer. 2 3 ... bijeenkomst, een...
Post on 26-Feb-2019
223 Views
Preview:
TRANSCRIPT
SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3
J A A R G A N G 3 • N U M M E R 0 3 • S E P T E M B E R 2 0 1 8
V O O R W I E B E T R O K K E N I S B I J A F S TA N D E N A D O P T I E
GOEDE tijden, SLECHTE tijden
Is adoptie INGEWIKKELDER geworden?
SOPHIE DE BUISONJÉ moet eigen kind adopteren
magazine online
THEMA
Omkijken
IN DIT NUMMER
32
THEMA GEHECHTHEID TEKST ANGELA JANS SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3
REDACTIONEEL
OmkijkenDit nummer van het Adoptiemagazine online heeft als thema ‘Omkijken’. Dat kan zijn in de betekenis van: ‘omkijken naar’ ofwel ‘zorgen voor’. Maar we kijken ook achterom. Terugkij-ken dus, op de adoptie, de komst van de kinde-ren. Hoe ging het destijds? Wat waren de verwachtingen twintig jaar geleden en wat is er uitgekomen? Wat heb je geleerd, wat had je anders willen doen? Nicolien Visser en haar man adopteerden in de jaren negentig een dochter en een zoon uit India. Ook Class Russo en haar echtgenoot vormen met twee meiden uit India een gezin. Als moeders van vier twin-tigers blikken ze terug.
Meike Melenhorst, voorlichter en VIB-G’er bij
Stichting Adoptievoorzieningen, blikt ook terug.
Thema’s als gehechtheid en identiteit spelen al
tientallen jaren bij adoptie. ‘Het lijkt soms wel eens
of adoptiekinderen tegenwoordig ingewikkelder
gedrag vertonen dan vroeger’, zegt ze, ‘maar kan
het ook zijn dat het wel meevalt, dat we er anders
tegenaan kijken?’ In een interview op pagina 12
vertelt Meike over ervaringen in haar werk.
Daarnaast een artikel over Eke Manning. Ze schreef
een boek, een roman over geadopteerde Evelien
die op zoek gaat naar haar natuurlijke moeder Nina.
Het is geen autobiografie maar het verhaal vertoont
veel overeenkomsten met haar eigen leven.
Verder in dit nummer nog een keer aandacht voor
een bezoek aan Taiwan, dit keer staan drie vrijwil-
ligers van vergunninghouder
Meiling en hun bijzondere werk-
wijze centraal.
Daarnaast is er natuurlijk ook weer
ruimte voor de vaste rubrieken als:
Gelezen/gezien, het Drieluik en
Vragenderwijs.
Veel leesplezier!
Angela Jans
a.jans@adoptie.nl
2
REDACTIONEEL
INHOUD
Thema
2 Redactioneel
2 Cursus Trauma en herstel
6 Goede tijden, slechte tijden
– Angela Jans
12 ‘Is adoptie ingewikkelder
geworden?’ – Angela Jans
22 Eke Mannink: Het vinden van
mijn ouders heeft me rust
gegeven – Machteld Stilting
THEMAOmkijken
Het Drieluik
9 GEBOORTEMOEDER Mijn man droeg jaren een
foto van haar bij zich
– Mei Xiang
15 DE GEADOPTEERDE
Ze voelt zich schuldig,
dat hoeft niet – Eva Jonker
21 DE ADOPTIEMOEDER Adoptie was nooit
een onderwerp
– Marga Jonker
Vaste Rubrieken
4 KORT
Ruimte voor aankondigin
gen, nieuws, gadgets en een
column van adoptiemoeder
Sandra Benschop
10 BEGELEIDING BESPROKEN
Dit boek is een cadeau aan
mezelf
– Maarten van Zwieten
14 ONDERZOEK BELICHT – Gera ter Meulen
16 WETTEN EN REGELS
Sophie de Buisonjé moet
eigen kind adopteren
– Vera Kidjan
18 ACHTER DE FEITEN Meiling over Taiwan:
‘We houden het lijntje open’
– Angela Jans
24 VRAGENDERWIJS
26 GELEZEN/GEZIEN
28 COLOFON
7
16
18
CURSUS
Trauma en herstelLaat uw kind regelmatig en al
langere tijd heftig gedrag
zien? En vraagt u zich af
hoe u hier het beste mee
om kunt gaan? Dan is de
cursus ‘Zorgen voor ge
traumatiseerde adoptie
kinderen’ wellicht iets voor u.
Veel kinderen hebben nare dingen
meegemaakt voordat ze werden ge
adopteerd. Ze zijn bijvoorbeeld ver
waarloosd, mishandeld, ondervoed of
misbruikt. En dat vertaalt zich mogelijk
in slaapproblemen, driftbuien, wisse
lende stemmingen en onbegrepen
lichamelijke klachten. Het contact
tussen ouders en kind is dan regelmatig
ingewikkeld en moeizaam. Als dit in het
eerste jaar na aankomst niet of amper
verandert of zelfs verergert, dan is het
tijd om adoptiedeskundige hulp in te
schakelen.
De cursus laat zien wat trauma is en
hoe trauma kan ontstaan. Aan de hand
van concrete voorbeelden krijgt u
inzicht in de manieren waarop trauma
zich manifesteert in het gedrag en de
emoties van een kind. U krijgt handvat
ten om hier beter mee om te gaan en
om samen met uw kind te werken aan
herstel. Daarnaast kunt u ervaringen
uitwisselen met ouders die in een
vergelijkbare opvoedingssituatie zitten.
Voor wie?Voor ouders van kinderen tot en met
de basisschoolleeftijd. Uw kind moet
minimaal een jaar bij u in het gezin zijn.
Vier dinsdagavonden van 19.00 tot
22.00 uur in Houten. Start 5 maart 2019.
Kosten 80,00 euro per gezin.
Heeft u nog vragen? Bel 0302330340. Aanmelden?
Ga naar www.adoptie.nl
15
54
THEMA GEHECHTHEID TEKST ANGELA JANS SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3
4
Groepsbijeenkomsten geadopteerdenOnder de noemer BIJeenZIJN houden
Maarten van Zwieten en Palika Vlasbom
groepsbijeenkomsten voor geadopteerden.
Telkens staat een ander thema centraal. Dit
jaar staan er nog drie op programma: Adop
tie & Script op zaterdag 6 oktober in Zeist,
Verbinding & Gehechtheid op 17 november
en op 15 december Verlies & Acceptatie,
allebei in Soesterberg. Aanvang 13.30 uur.
> CONTACT EN INFORMATIE
Bel 06-47246518 of kijk op www.bijeenzijn.nl.
Schoot vol tranenEugénie Smits van Waesberghe schreef
Schoot vol tranen, een roman en een
bundeling van waargebeurde verhalen uit
de Nederlandse adoptiegeschiedenis in
één boek. Ter gelegenheid van de boek
presentatie is een korte toneelbewerking
gemaakt. De theatervoorstelling vindt plaats
op 14 november in Podium Bloos in Breda.
Aanvang: 19.30 uur.
> MEER INFORMATIE
www.schootvoltranen.nl.
KORT
In de rubriek Kort is ruimte voor aankondigingen,
nieuws en discussie. Heeft u een tip voor een
bijeenkomst, een film of een lezing?
Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl.
TEKST Sandra Benschop
Angel
Het is zondagochtend en ik zit in bed, laptop op schoot, koffie binnen handbereik. Beneden wordt Fortnite gespeeld. Ik lees door de notities die ik heb gemaakt toen ik negen jaar geleden voor het eerst in Kenia verbleef voor de adoptie van onze oudste. Ik word in één klap terug in de tijd geworpen en de prille gevoelens van het moederschap doorstromen me weer. Van het adoptie-moederschap.
Die eerste fase, zowel in Nairobi, als later in Rotterdam,
was ik me nog heel bewust van het bijzondere van het
geadopteerd zijn van onze zoon. Had het gevoel dat
er veel naar ons gekeken werd. En noemde ik het ook
vaak. Op gevoelsniveau was het bij de eerste ontmoe
ting gepiept. Tussen hem en mij. Iets in hem deed
‘Sesam open U’ en dat gebeurde toen buiten mijn wil
om en de verbinding was daar. Ik schreef in die tijd ‘de
woorden onvoorwaardelijke liefde hebben nu pas
inhoud gekregen’.
Maar dan komen dus de ogen van de anderen! Wat
zien zij? En welke verhalen maken zij in hun hoofd? In
Nairobi werd ik soms bedankt met een ‘God bless you’
en voelde een groot ongemak. In Rotterdam kreeg ik
vragen te verstouwen waarin de woorden ‘echt’, ‘eigen’
en ‘anders’ voorkwamen en voelde een nog groter
ongemak. Mij had je in die tijd zo op de kast.
Inmiddels sta ik er bijna nooit meer bij stil dat de
jongens geadopteerd zijn. Zie ik mijn echt eigen
zonen die niet anders zijn dan hun leeftijdgenoten.
Krijg ik er eens een vraag over dan moet ik echt even
nadenken. Krijg ik een impertinente vraag, dan maak
ik een lolletje, of reageer gevat, of doe iets lik
opstukkerigs, maar de angel is er wel uit.
Het bijzondere er wel af. De oudste kijkt
mij ook wat fronsend aan als ik hem
vraag of hij er wel eens bij stil staat
dat hij geadopteerd is. Nou, nee, is
het antwoord.
En daar zit nou net de nieuwe angel.
Want wat als ik nou iets wezenlijks
over het hoofd zie en signalen niet
goed interpreteer? Dat kan mij bij de
strot grijpen.
ZIE: SANDRABENSCHOPCOACHT.NL
Gepersonaliseerde kinderboeken
Jim en Jolien Harders maken met hun bedrijfje mijn kleuterboek grappige en vrolijke kinderboeken, die er voor ieder kind weer anders uitzien. Je kiest zelf de huidskleur, de haarkleur en het kapsel van de hoofd-personen, en ook kun je nog extra’s toevoegen zoals een bril, baard, snor of hoofddoek. In totaal zijn meer dan duizend verschillende combinaties mogelijk.
“Wij zijn met dit initiatief gestart omdat we willen dat
alle kinderen zich in een boek kunnen herkennen,
ongeacht uiterlijk, afkomst en gezinssamenstelling”,
zegt het tweetal.
Er zijn drie boeken verschenen: twee boeken (het bos
en het spook) voor de leeftijd van 1,5 tot 6 jaar en een
interactief dinodoeboek voor wat oudere kinderen
(4 tot 8 jaar). In de kleuterboeken is er altijd één
hoofdrol voor een kind en één bijrol voor een volwas
sene (en meestal ook nog een bijrol voor een extra
kind).
> MEER WETEN? Kijk op www.mijnkleuterboek.nl.
AdoptiecaféStefanMartin Regelink (43) is geadopteerd
vanuit Colombia en wil graag andere ge
adopteerden ontmoeten. Hij heeft daarom
een adoptiecafé opgezet. Het plan is om
zo’n vier keer per jaar een bijeenkomst te
organiseren, laagdrempelig en gratis. De
eerste wordt gehouden in Amsterdam.
> MEER INFORMATIE
Zie adoptiecafe.wixsite.com/bijeenkomst.
Week van de OpvoedingVan 1 tot en met 7 oktober vindt weer de Week van de Opvoeding plaats, die dit jaar in het teken staat van samenspel. Opvoeden doe je niet immers niet alleen. De Week van de Opvoeding is een samenwerking tussen ouders, kinderopvang, scholen, sportver-enigingen en gemeentes.
In het kader van de week worden in heel
Nederland meer dan tweehonderd work
shops, webinars, lezingen of andere activitei
ten voor ouders met hun kinderen
georganiseerd. Tijdens de activiteiten kun
nen ouders, medeopvoeders en professio
nals elkaar ontmoeten en gedachten
uitwisselen over allerlei opvoedingsvragen.
> MEER INFORMATIE
De activiteiten zijn te vinden op
www.weekvandeopvoeding.nl/event.
6 7
TEKST ANGELA JANS SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3
Twintig, vijfentwintig jaar geleden adopteerden Nicolien Visser en haar man twee kinderen uit India. Een jongen en een meisje. Ook Class Russo adopteerde samen met haar man in die periode twee kinderen uit dat land, zij kregen twee dochters. Beide moeders blikken terug: wat ging goed, wat ging fout, wat hadden ze anders willen doen?
Goede tijden, slechte tijden
THEMA OMKIJKEN
CLASS RUSSO:
‘Het was geen roze wolk maar ik zou het zo weer doen’
“H et is voor aspirantadoptieouders mis
schien belangrijk om te weten dat het niet
altijd gemakkelijk is. Het is geen roze wolk.
Maar ik zou het zo weer doen!” Class Russo (58) is moeder
van Loïs en Iza*. De twee meiden verbleven in hun prille
kindertijd allebei in Bal Anand, een kindertehuis in Mum
bai, India. De oudste kwam in 1998 op bijna driejarige
leeftijd naar Nederland, de jongste volgde in 2003, zij was
toen vijf jaar oud. Inmiddels zijn de dames 22 en 20 jaar.
Ze wonen allebei nog thuis.
“Het zijn twee heel verschillende meiden. Altijd ge
weest. De een was rustig, de ander ontzettend druk.
Toch waren ze vroeger heel gek op elkaar. De jongste
was heel erg gefocust op haar oudste zus. Het was net
Me and My Shadow. Maar zo goed als ze toen met
elkaar omgingen, zo weinig contact is er nu. Ze vullen
elkaar niet meer aan.”
Als ervaringsdeskundige heeft Class Russo jarenlang
haar persoonlijke verhaal verteld tijdens de voorlich
tingsbijeenkomsten van Stichting Adoptievoorzienin
gen. “Daar stelde ik dan hardop de vraag: ‘Wat verwacht
je van een kind?’ En ik antwoordde zelf: ‘Niks, ik ver
wacht helemaal niks. Het is altijd goed.’ Gaandeweg
heb ik die mening wel bij moeten stellen. Ik verwacht
toch op z’n minst wel een beetje respect, dat is er bij
strubbelingen niet altijd. Soms ga ik ook mee in de
boosheid, verlies ik me daarin. Dat is niet goed. Opvoe
den is niet gemakkelijk, zeker niet als je als ouder het
eerste stuk van het leven van je kind hebt gemist, als je
oudere kinderen adopteert en je niet weet wat er
vooraf allemaal is gebeurd. Dat kan lastig zijn. Ik ga nu
zelf één keer per maand naar een psycholoog om van
me af te praten, dat vind ik prettig.”
Loïs, de oudste dochter van Class, heeft in het verleden
ook een tijdje psychologische hulp gehad. Zij worstelde
onder meer met de vraag waarom haar moeder haar
afgestaan heeft. Mede dankzij de hulp heeft ze haar
adoptie beter een plekje kunnen geven, denkt Class.
“Onze jongste dochter heeft zich uit alle macht verzet
tegen haar adoptie. Ze was vijf jaar toen ze hier kwam
en was redelijk beschadigd. Ze heeft altijd moeite
gehad om haar emoties te tonen. Als kind speelde ze
graag op straat, ik dacht: het is een buitenkind. Nu denk
ik: ze was altijd op de vlucht. Huilen deed en doet ze
nooit. De enige emotie die ze kan uiten is boosheid,
ook naar mij. Ik had altijd het idee dat het wel goed zou
komen. Als je er maar een hoop liefde in stopt, dan lukt
het wel, dat dacht ik. We zijn één keer naar een psycho
loog geweest, die zei: ‘We kunnen wel de beerput
opentrekken, maar wat heeft ze daaraan?’ Nu denk ik:
we hadden toch hulp moeten zoeken. Om het leven
voor haar wat makkelijker te maken. Zodat ze beter om
kan gaan met het gevoel dat ze heeft, dat ze leert om
te knuffelen. Lichamelijk contact wijst ze af. Maar ze wil
absoluut geen hulp. Ik denk dat haar problemen te
maken hebben met haar adoptie, zij denkt van niet. Ze
heeft er geen last van zegt ze. Ze zegt: ‘Dit ben ik.’”
“Toch heb ik niet het idee dat mijn kinderen ongelukkig
zijn vanwege hun adoptie. Ik heb nooit gehoord dat ze
het vervelend vinden dat ze geadopteerd zijn. En voor
mezelf geldt zeker: ik zou het zo weer doen.” >>
8 9
RUBRIEK DRIELUIK
LEEFTIJD60 jaar
Getrouwd, moeder van drie, een
afgestaan ter adoptie
BEROEP runt eigen bedrijf
WOONPLAATSTaipei, Taiwan
Mijn man droeg jaren
een foto van haar bij zich
twee kinderen wisten dat ze nog een zus hadden, maar
we spraken er verder nooit over. Ik zou ook nooit gedurfd
hebben zelf haar te gaan zoeken. Op een dag in 2005 was
er een programma op tv over Taiwanese kinderen die ge
adopteerd waren naar het buitenland. Daar hebben we
natuurlijk naar gekeken en achteraf hoorden we dat ze
daarbij was, dat we haar toen gezien hebben. Bizar, dat
wisten we op dat moment niet. We wisten
niet eens naar welk land ze was gegaan.
Een jaar later kregen we compleet
onverwacht het bericht van CSS
dat Eva op zoek was naar ons
en dat ze ons graag wilde
ontmoeten. Natuurlijk zei
den we meteen ja. Met ons
hele gezin zijn we naar het
kantoor van CSS gegaan
om haar te zien. Die eerste
keer was heel emotioneel.
In eerste instantie zijn we
maar een half uurtje geble
ven, het was wat ongemakke
lijk. Later hebben we haar nog
anderhalf uur gezien, toen waren
er nog meer familieleden bij. Ooms,
tantes, neefjes, nichtjes, iedereen ging
mee.
Ik ben blij dat we nu contact hebben en
dat het goed met haar gaat. Mijn man is
helaas in 2017 overleden maar hij heeft
nog wel haar zoontje kunnen zien. Samen
met haar man is ze daarmee hiernaartoe
gekomen.
Mei Xiang is de geboortemoeder van Eva,
de geadopteerde op pagina 15. Dit verhaal
is niet rechtstreeks uit haar mond opgete-
kend maar gebaseerd op informatie van
Eva en haar adoptiemoeder (pagina 21).
Mijn man en ik hadden een druk leven. Een eigen be-drijf met de verhuur van marktkramen en standplaat-sen, en twee kinderen, een meisje van 6 jaar oud en een jongen van 4. Toen raakte ik zwanger van de derde. Maar dat wist ik niet. Ik had helemaal niet in de gaten dat ik in verwachting was, elke maand werd ik gewoon ongesteld. Tot, voor mij volstrekt onverwacht, de bevalling zich aandiende. Het was in augus-tus 1988. Het kindje, een meisje, bleek 27 weken oud te zijn en was dus drie maanden te vroeg geboren. De artsen wisten niet hoe ze zich zou ontwikkelen. Ze dachten dat ze misschien gehandicapt zou blijven, dat ze blind zou zijn. Toen hebben we de keuze gemaakt om haar af te staan ter adoptie. Dat was een moeilijke keuze maar we dachten dat dit het beste was voor haar.
We hebben haar achtergelaten bij
het tehuis van CSS (Christian Salvati
on Service, red.). Daar hadden ze ook
onze gegevens. Achteraf heb ik gehoord
dat de adoptieouders van Eva elk jaar fo
to’s en informatie naar het tehuis hebben
gestuurd om ons op de hoogte te houden.
Wij hebben dat materiaal echter nooit op
gehaald. We durfden daar niet naartoe, uit
schaamte. Dat was veel te pijnlijk. Wij von
den dat we op geen enkele wijze nog aan
spraak konden maken op haar, dat we
totaal nergens meer recht op hadden. Dat
is onze cultuur, denk ik.
Mijn man heeft jarenlang altijd een foto
van haar bij zich gehad. En onze andere
> GEBOORTEMOEDER
Mei Xiangdrieluik
RUBRIEK DRIELUIK
NICOLIEN VISSER:
‘Het was een weg vol verrassingen’
O ok de kinderen van Nicolien Visser (61) komen
uit Bal Anand, hetzelfde tehuis in India. Zij heeft
een dochter van 28 en een zoon van 22 jaar
oud, Sita en Rahul. Sita woont al jaren op zichzelf. “Ze
heeft dromen en die voert ze ook uit”, vertelt Nicolien. “Ze
werkt in de gehandicaptenzorg en daarnaast is ze heel
creatief en volgt ze de modeacademie. Ze is heel actief.”
Rahul wil ook in de zorg gaan werken, hij is daarvoor on
langs begonnen met een BBLopleiding, een combinatie
van leren en werken.
Hoewel de twee nu allebei dezelfde richting in lijken te
slaan – dat wil zeggen: kiezen voor een baan in de zorg
– zijn het twee zeer verschillende kinderen geweest
voor Nicolien en haar man. Van het begin af aan. Sita
gaf aanvankelijk geen kick, maakte geen enkel geluid
en was heel onderdanig. Rahul op zijn beurt schreeuw
de alles bij elkaar. “Hij wilde je wel en ook weer niet. Het
was woede, pure wanhoop”, zegt Nicolien.
Als ze terugkijkt, met de kennis van nu, zegt ze: “Ik ben
blij dat ik vooraf dat boek van Geertje van Egmond,
Bodemloos bestaan, niet heb gelezen. Het was een weg
vol verrassingen. Destijds, toen ze klein waren, dacht ik
vaak: doe ik het wel goed? De moeders keken voor
mijn gevoel ook altijd over mijn schouder mee. Ach
teraf zeg ik: ‘Het is goed gegaan, we hebben het goed
gedaan.’” Al ging het niet zonder slag of stoot.
Dochter Sita kwam in 1991 naar Nederland. Op papier was
het meisje ruim anderhalf jaar oud. Bij aankomst – ou
ders en kind zagen elkaar voor het eerst op Schiphol, vrij
normaal in de tijd bij adopties uit India – bleek ze een
volgroeid gebit te hebben en een taal te beheersen…
“Wat haar exacte leeftijd is, weten we nog steeds niet.
We denken dat ze zeker een jaar ouder is dan bij het
voorstel werd gezegd.” De tweede, zoon Rahul, kwam
zeven jaar later, in 1998, hij was toen bijna drie.
“Bij beide kinderen besloten we dat ze de eerste tijd
niet alleen zouden slapen. Onze dochter kon dat na
een paar weken toch al wel. Na de komst van onze
zoon hebben we drie maanden lang geen enkele nacht
doorgeslapen. Uiteindelijk sliep hij – tegen alle advie
zen in – bij ons in bed. Je moet wat… We dachten: dat
gaat na een paar maanden wel over. Dus niet, het heeft
tot zijn achtste geduurd.”
“Het gaat nu heel goed met hem. Maar hij heeft wel
moeilijke jaren gehad. Tijdens de middelbareschooltijd
heeft hij een zware psychose gekregen en is hij vier
maanden opgenomen geweest in een psychiatrisch
ziekenhuis. Daarna is hij teruggegaan naar school, heeft
zijn diploma gehaald en een mboopleiding gevolgd en
afgerond, maar het ging niet echt goed met hem. Daar
om hebben we hem toen een tijdje pas op de plaats
laten maken. ‘Ga maar eens rustig nadenken wat je echt
leuk vindt om te gaan doen’, hebben we gezegd. Hij
heeft vrijwilligerswerk gedaan in de gehandicaptenzorg
en daar wil hij verder mee. Daarom is hij onlangs gestart
met een BBLopleiding in die richting. Drie dagen wer
ken en één dag per week naar school. Het gaat nu goed.
Hij heeft zich heel goed ontwikkeld, weet wat hij wil. Hij is
ontzettend sociaal maar ook heel kwetsbaar.”
“Wat heeft geholpen in die moeilijke jaren is: samen
blijven als gezin. Gelukkig konden mijn man en ik de
zorg samen afwisselen. Als de een het niet meer aan
kon, pakte de ander het op. En ’s avonds evalueren: wat
hebben we vandaag gewonnen? Blijven kijken naar de
positieve punten. Als dingen moeilijk gaan, kun je in
een negatieve spiraal terechtkomen, dan word je moe
deloos. Wij keken vooral naar de dingen die goed
gingen, hoe klein ook. Bij de eerste psychose dachten
we: dit is een incident. Nu weten we: dat is niet zo. Dit is
waarschijnlijk genetisch bepaald. Bij iedere nieuwe stap
als het weer spannend wordt, zien we dat hij wankelt.
Daarom houden we altijd de vinger aan de pols.”
“Terugkijkend op de adoptie zeg ik: dit heeft echt zo
moeten zijn. We stapten er eigenlijk vanuit egoïstisch
oogpunt in: omdat we een gezin wilden en zelf geen
kinderen konden krijgen. Dat draaide om naar: we willen
voor kinderen zorgen die dat nodig hebben. En het is
goed zo. Aan de kinderen merk je het verschil niet. Al ziet
het er voor de buitenwereld kennelijk soms nog raar uit,
mensen confronteren je daarmee. Maar voor ons is het
gewoon ons gezin. Daar zijn we heel trots op.”
* De namen van de kinderen zijn ivm de privacy
gefingeerd.
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3THEMA OMKIJKEN
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3
10
SEPTEMBER 2018
bepaalde gespletenheid veroorzaakt en een vaak
moeilijk onder woorden te brengen gevoel van gemis
en verdriet. Adoptiepijn noemt Charlotte het in haar
boek. Een pijn van eenzaamheid, je anders voelen en er
niet bij horen. “Als geadopteerde ben je vaak de enige
in je omgeving met zo’n bijzonder verhaal”, zegt ze. “En
daardoor heb ik mijn verhaal nooit goed kwijt gekund.
Bij mijn ouders niet en als iemand in mijn omgeving er
een vraag over stelde, dan vertelde ik eigenlijk altijd te
veel. Achteraf had ik er dan spijt van dat ik zoveel over
mijzelf verteld had, en tegelijkertijd besefte ik dan dat
ik eigenlijk nog zoveel meer wilde vertellen. Elk adop
tieverhaal is zo diep en heeft zoveel facetten, dat het
moeilijk is om dat zo maar even aan mensen te kunnen
vertellen. Ook daarom heb ik dit boek geschreven. Er
zat zoveel energie in mij en dat moest ergens heen.
Door het op te schrijven in een boek heb ik wat meer
rust gevonden.”
Het gaat er niet om dat je alles begrijpt in het leven, maar dat je het leven en alles wat je niet snapt kunt omarmen. Met een betraand gezicht of met een lach.
Geadopteerd zijn betekent vaak ook veel vragen heb
ben. Waar kom ik vandaan? Waarom ben ik afgestaan?
Wat is er allemaal gebeurd? En zelfs als je je natuurlijke
familie terugvindt, worden niet alle vragen beantwoord.
In haar brieven aan zichzelf geeft Charlotte zichzelf
liefdevol de ruimte om die lege plekken in haar leven
op te vullen. “Hoe mooi is het om mezelf een cadeau te
geven door de film van vroeger die ik niet meer kan
zien, voor mezelf te maken en in woorden om te zetten,
heel puur. Op basis van alles wat ik weet, wat ik heb
gehoord en gelezen, alsof ik de regis
seur ben van de film. En om dan in die
film weer te geven hoe ik denk dat mijn
moeder zich gevoeld heeft toen ze van
mij zwanger was na verkracht te zijn,
hoe ik denk dat ik mij als baby gevoeld
heb in de zeven maanden dat ik totaal
verwaarloosd ergens in een hoekje lag
dood te gaan. Hoe dat allemaal is
gegaan, zonder het echt feitelijk te
weten, maar wel allemaal te voelen.
Want alles wat ik meegemaakt heb, zit
in mij en is te voelen. Daardoor denk ik
dat ik heel dicht bij de waarheid ben
gekomen.”
Je voelt je schuldig, natuurlijk komt het niet door jou dat ze verkracht is, maar het komt wel door je biologi-sche vader. Natuurlijk komt het niet door jou, het komt wel door jou. Niet door jou, wel door jou.
Charlotte gaat in haar brievenboek de confrontatie met
zichzelf niet uit de weg. “Met mijn boek kon ik ongege
neerd de diepte in gaan. Ik heb ook bewust de dingen
niet mooier opgeschreven of minder confronterend,
want dan is het een boek voor de buitenwereld en niet
meer voor mij. Ik wilde het boek schrijven voor mij.”
Tegelijkertijd geeft ze hiermee een liefdevolle bood
schap aan al haar lotgenoten. “Het stilstaan bij en het
mogen ervaren van innerlijke pijn is helend. We kunnen
veel leren uit onze pijn. Vaak zijn we geneigd om ervan
weg te blijven door vrolijk te doen of dan maar de
afwas te doen. Maar als je niet met jezelf in gesprek
gaat over je verdriet dan laat je jezelf ermee zitten.
Door dit boek te schrijven heb ik mezelf de aandacht
en tijd gegeven om er echt mee bezig te zijn. Door met
een vergrootglas naar mijn eigen adoptie te kijken werd
ik mijn eigen hulpverlener en kon ik het verlaten kind in
mij troosten. Ik geloof dat in elk mens zijn eigen leraar
zit.”
Als ik nu naar je toe kon lopen zoals je toen was, dan pak ik je op en dan ga ik elk uur van de dag minuten-lang naar je kijken, zodat je weet dat je welkom bent. Dan verwen ik je en zou het mij niet uitmaken als ik de hele nacht wakker zou moeten blijven.
Ondanks haar heftige verleden is Charlotte niet rancu
neus. Ze is vooral nieuwsgierig en onderzoekend. Hoe
zou het gegaan kunnen zijn? Wat heeft de hoofdrol
spelers in haar film bewogen om zich zo te gedragen?
Niks aan de hand, er gebeurt hier niets raars. De zon schijnt, de lucht is blauw, en ik geef vandaag mijn kleinkind weg. Niet omdat het moet, maar omdat het
kan. Gewoon, neem maar mee dit kind, of zullen we het als een cadeautje inpakken? Is het een cadeautje?
‘Terug naar je begin’ is meer dan alleen
een mooi verhaal over adoptie. Het boek
laat zien hoe ongecensureerde zelfre
flectie inzicht kan bieden in de persoon
lijke worstelingen die afstand en adoptie
met zich meebrengen en daarmee
ruimte kan geven voor bewustzijn,
acceptatie en heling. Lotgenoten van
Charlotte kunnen daar inspiratie uit
halen, maar ook adoptieouders, zodat ze
meer aandacht en begrip kunnen tonen
in de relatie met hun kind.
Maarten van Zwieten is adoptiecoach en heeft een
praktijk, Het Adoptieatelier. Omdat Charlotte onder een
pseudoniem schrijft en anoniem wil blijven, treedt
Maarten op als contactpersoon en aanspreekpunt voor
het boek.
11
RUBRIEK BEGELEIDING BESPROKEN
‘T erug naar je begin’ is een ontroerend en inspirerend boek van Charlotte Branshoek over adoptie. Door brieven aan zichzelf te
schrijven maakt ze onverbloemd contact met haar adoptiepijn en
vindt ze tegelijkertijd meer innerlijke rust.
‘ DIT BOEK IS EEN CADEAU AAN MEZELF’
TEKST MAARTEN VAN ZWIETEN
Op een prachtige zomerzondag zit ik op een parkbank
je tegenover Charlotte en stel haar vragen over haar
boek. Voor mij zie ik een vrouw met hindoestaans
uiterlijk, terwijl achter haar de Rijn door het typisch
Hollandse landschap stroomt. Nature en nurture in één
oogopslag, en typerend voor de vorm waarin ze haar
boek heeft gegoten. Charlotte, het Nederlands opge
voede meisje, schrijft brieven naar haar Aziatische alter
ego Chaguna, de naam waarmee ze is geboren en die
in haar paspoort staat, en Chaguna schrijft Charlotte
weer brieven terug. Zo stap je als lezer in de innerlijke
wereld van beiden, ook doordat de brieven uitblinken
in puurheid en recht uit het hart zijn geschreven.
Het boek raakt je en leest als het verslag van een inner
lijke reis, van een zoektocht naar reflectie en antwoord
op de meest fundamentele vraag: wie ben ik? Een
vraag waar veel geadopteerden mee worstelen. Alle
maal zijn ze ooit afgestaan of weggehaald bij hun
geboortemoeder en terechtgekomen bij andere ou
ders. Allemaal zijn ze opgegroeid in een omgeving die
niet natuurlijk bij hen past. En bij velen heeft dat een
12 13
SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3THEMA OMKIJKEN TEKST ANGELA JANS
Z elf kan Meike inmiddels ook al weer een tijdje
terugkijken in haar werk. Ze is nu zo’n zeventien
jaar in dienst bij Stichting Adoptievoorzienin
gen. Momenteel geeft ze de voor aspirantadoptieou
ders verplichte voorlichtingsbijeenkomsten en
daarnaast is ze actief als videointeractiebegeleider
gehechtheid (VIBG’er.) Daarvoor heeft ze zeven jaar de
adoptiebemiddeling voor Colombiaanse kinderen
gedaan.
Achtergronden van kinderen uit Colombia toen zijn
misschien wel vergelijkbaar met kinderen uit Hongarije
nu, vergelijkt Meike. In beide gevallen gaat het vaak om
uithuisplaatsingen. Ze denkt dat het gedeeltelijk ook
een kwestie is van terminologie, van woordgebruik.
“Vroeger hadden we het meer over gehechtheid. De
laatste jaren is ‘trauma’ een belangrijk woord geworden.
Dat was er natuurlijk altijd al. Maar het sijpelt nu nadruk
kelijker door in ons werk. Trauma wordt meer gezien als
iets wat je kan overkomen. Zo kan een autoongeluk
traumatisch zijn, toch kun je daarnaast veilig gehecht
zijn.”
Benoemen is niet meer genoeg
“Maar een diep gevoel van machteloosheid dat ont
staat als je als kind te weinig zorg kreeg, je te
vondeling bent gelegd, aan je lot werd
overgelaten, je het gevoel had in le
vensgevaar te zijn, dat is ook een
trauma. Daardoor ontwikkel je als
kind geen gevoel dat iets opgelost
kan worden en vind je in eerste
instantie zelf ook geen oplossin
gen voor angst en spanning”, zegt
Meike.
De laatste tien, vijftien jaar, is de
insteek vooral gericht op herstelmoge
lijkheden. Die zijn er. De bouwstenen van
gehechtheid, van Truus Bakker, geven duidelijk
aan dat de basisveiligheid, de onderste bouwsteen, de
belangrijkste is. Die moet stevig worden, daarvoor
moeten ouders het kind in de relaxstand zien te krij
gen. Een kind moet leren zijn stressthermostaat af te
stellen. Meike: “Dat kun je niet alleen, daar heb je afge
stemde volwassenen voor nodig. De hele dag door
alles benoemen was vroeger onze insteek, nu weten
we: dat is niet genoeg. Je moet ook vooral zintuigelijk,
lijfelijk contact maken om een kind tot rust te krijgen.
Kinderen die te weinig zorg hebben gehad schieten al
vrij snel uit hun raampje, zoals wij dat noemen. Daar
kan zo’n kind niks aan doen. Dat is een uiting van ver
hoogde alertheid en stress. Dit soort hedendaagse
inzichten zijn helpend voor ouders en leerkrachten.
Opvoeden schiet op zo’n moment zijn doel voorbij. Je
kunt helpen door zelf relaxed te blijven, de stress te
reguleren en leiding te nemen gedurende de dag. Dus
niet zozeer het kind straffen of belonen maar aan de
hand meenemen onder het motto: ‘Zo doen wij dat
hier’. Dat is natuurlijk altijd al zo geweest. Ik denk dat de
kinderen niet zozeer veranderd zijn, alleen zijn er din
gen bijgekomen en gebruiken we andere woorden,
nieuwe technieken.”
“Het inschakelen van videointeractiebegeleiding is
bovendien meer gewoon geworden. Het hoeft niet
eerst uit de klauwen te lopen voordat VIBG aange
vraagd wordt. Wel is het zo dat de meeste adoptieou
ders veel vragen hebben bij het gedrag van hun kind,
zowel thuis als op school. Maar het fijn vinden dat er
even iemand meekijkt, is al reden genoeg.”
“De combinatie van mijn werk als voorlichter en VIB
G’er heeft als voordeel dat ik bij alles wat ik vertel in de
voorlichting, voorbeelden kan geven uit de praktijk. Het
mooie van Stichting Adoptievoorzieningen is ook dat
we tijdens de voorlichting filmbeelden kunnen laten
zien van wat er in de praktijk gaande is. Die beelden
worden dan bijvoorbeeld gemaakt door VIBG’ers.”
Publieke opinie is veranderd
Wat wel behoorlijk veranderd is in de
afgelopen zeventien jaar is de pu
blieke opinie over adoptie. De
vraag of adoptie nog wel nodig is,
klinkt steeds vaker. Dat merkt
Meike zelf op verjaardagen en
partijen als ze praat over haar
werk, maar ook aan (aspirant)
adoptieouders en geadopteerden.
“Tijdens de voorlichting hebben we
het regelmatig over de ethiek van
adoptie. Het is duidelijk dat niet alles goed
is verlopen, en dat is een understatement. En
dan was daar het advies van de Raad voor Straf
rechtstoepassing en Jeugdbescherming om te stop
pen met interlandelijke adoptie. Door dat soort dingen
gaan aspirantouders soms twijfelen. Of ze vragen
bijvoorbeeld: kunnen jullie garanderen dat er geen
misstanden meer zijn? Nee, dat kunnen wij niet garan
deren. Misstanden zijn ondanks allerlei verdragen niet
te voorkomen. Toch kan adoptie voor kinderen nog
steeds een uitkomst betekenen. Zij zijn echt gebaat bij
een gezin en het is prachtig om ze te zien opbloeien.
Het blijft echter lastig om bepaalde onverenigbare
zaken te verenigen. De slotsom is dat ik kritisch en
betrokken ben.”
Thema’s als gehechtheid en identiteit spelen al tientallen jaren bij adoptie. Zijn de problemen rond adoptiekinderen anno 2018 groter dan bijvoorbeeld in de jaren negentig? ‘Het lijkt soms wel of adoptiekinderen tegenwoordig ingewik-kelder gedrag vertonen dan vroeger’, zegt Meike Melenhorst, voorlichter en VIB-G’er bij Stichting Adoptievoorzieningen. ‘Maar kan het ook zijn dat we er anders tegenaan kijken?’
Meike Melenhorst:
Is adoptie ingewikkelder geworden?
drieluik
15
RUBRIEK DRIELUIK
14
GOED NIEUWS BIJ ALLEMANSVRIENDJESGEDRAG
RUBRIEK ONDERZOEK BELICHT
LEEFTIJD30 jaar
Getrouwd met Jeroen, moeder van
Kai (2,5)
BEROEP psychiatrisch
verpleegkundige
WOONPLAATSPurmerend
vraag: waarom? Waarom hebben jullie mij afgestaan? Ze
zeiden: “Het was geen gemakkelijke keuze. We dachten
dat je geen toekomst zou kunnen krijgen omdat je zo
vroeg geboren was.” Mijn vader had jarenlang een baby
foto van mij bij zich gedragen. Op een dag is die tijdens
een tyfoon uit zijn zak gewaaid, dat was voor hem het
teken dat het zo had moeten zijn.
Ik heb ook gevraagd of ze mij ooit zouden zijn gaan zoe
ken, als ik hen niet had opgespoord. Het antwoord was
nee, dat was te pijnlijk. Eens afgestaan, altijd afgestaan.
Mijn broer en zus wisten van mijn bestaan, maar er werd
nooit over gesproken.
Mijn broer en zus trekken mij nu ook het meest, ik
heb een goede klik met mijn zus. Ze spreekt
goed Engels zodat de communicatie al
vanaf het begin via haar ging. In 2014
ben ik drie maanden in Taiwan ge
weest om Mandarijn te leren.
Sindsdien is de band met mijn
broer hecht geworden. Ik leerde
hem Engels, hij mij Mandarijn.
Nadat mijn vader in 2017 is over
leden runt mijn broer samen
met mijn moeder het bedrijf: ze
verdelen kramen en standplaat
sen op de markt. En mijn zwager
verkoopt vis aan mensen die een
standplaats hebben. Met mijn biologi
sche moeder heb ik één op één niet zo
heel veel contact. Ik weet wel dat ze blij is
dat we contact hebben. Ze wil ook alles
voor me betalen als ik er ben. Maar dat wil
ik niet. Ze voelt zich schuldig, maar ze
hoeft het niet goed te maken met geld.
Dat doet mij juist zeer. Ik ben blij dat ik
welkom ben, dat ze hebben uitgelegd
hoe het is gegaan.
Eva is de dochter van Mei Xiang op pagina
9 en van Marga Jonker, de adoptiemoeder
op pagina 21.
Adoptie was nooit een issue voor mij. Natuurlijk, ik hield op school mijn spreekbeurt over Taiwan en over adoptie. De vraag ‘Wie is mijn geboortemoeder?’ hield mij als kind niet zo bezig.
In 2000, ik was toen 16 jaar oud, kreeg ik via adoptieorga
nisatie Meiling een uitnodiging om met een groep een
week op rootsreis naar Taiwan te gaan. Dit, omdat ik een
van de eerste tien geadopteerden was die via Meiling
vanuit Taiwan naar Nederland waren gekomen. Het was
een hele belevenis, we zijn in kindertehuizen geweest, op
tv geweest en hebben heel veel gezien. Ik vond het ge
weldig. Een jaar later ben ik samen met een andere
geadopteerde teruggegaan om daar zes
weken als vrijwilligster te werken in een
tehuis. Ik was net klaar met de mid
delbare school en had wat langer
vakantie, dus dat kwam goed uit.
Vooraf heb ik aan medewerkers
van het tehuis gevraagd: “Kun
nen jullie mij helpen om mijn
ouders te zoeken?” Dat kon en
het is heel snel gegaan. Al de
eerste maandag dat ik daar was,
hoorde ik dat ze waren gevonden.
Ik kreeg foto’s van mijn vader, moe
der, broer en zus. Daarop zag ik dat ik
op mijn broer lijk. Maar verder was er
weinig herkenning. Eerlijk gezegd zag ik
vreemde mensen op die foto’s. Een paar
dagen was de eerste ontmoeting. Ik was
heel zenuwachtig maar uiteindelijk moes
ten zij huilen en ik niet. Ik kende ze immers
niet.
In de loop der jaren is dat wel veranderd.
We hebben vrij veel contact en ik ben al
meerdere malen in Taiwan geweest. De
tweede keer ben ik gegaan omdat mijn
zus ging trouwen, ik heb toen voor het
eerst een nachtje bij mijn ouders in huis
gelogeerd. Ondertussen heb ik ook wel
antwoord gekregen op de belangrijkste
> GEADOPTEERDEEva Jonker
Ze voelt zich schuldig, dat hoeft niet
14
TEKST GERA TER MEULEN
Dat schrijft Gera ter Meulen van KennisBureau ter Meu
len in een Kennisflits. Eerder het ging het daarbij over
onderzoek naar AD(H)D bij volwassen geadopteerden
die ernstig verwaarloosd waren geweest. Dezelfde
onderzoeksgroep keek ook naar de ontwikkeling van
‘allemansvriendjesgedrag’ tot in de volwassenheid.
UIT DE KENNISFLITS: Allemansvriendjesgedrag is regelmatig beschreven bij
kinderen uit tehuizen met veel verwaarlozing en wisse
lende verzorgers. Het is een strategie waarbij kinderen
zich niet hechten, maar aardig zijn tegen mensen van
wie ze voordeel denken te hebben. Hoe dit gedrag zich
zou ontwikkelen wanneer kinderen volwassen werden,
was nog maar de vraag.
Kennedy en collega’s onderzochten allemansvriendjes
gedrag bij 122 in Engeland geadopteerde Roemeense
jongvolwassenen, die in hun vroege jeugd korter of
langer in een van dictator Ceausescu’s kindertehuizen
hadden gewoond.
Het bleek dat allemansvriendjesgedrag ook in de
jongvolwassenheid nog duidelijk te merken was: de
geadopteerden hadden de neiging te goed van ver
trouwen te zijn en hadden weinig remmingen in het
delen van privé en vertrouwelijke informatie. Dit gedrag
was duidelijk gekoppeld aan de vroege ontberingen
van de kinderen en kwam wel zes keer zoveel voor bij
diegenen die meer dan zes maanden in een tehuis
hadden doorgebracht.
GEEN GEHECHTHEIDSPROBLEMATIEKTegen de verwachtingen in bleek allemansvriendjesge
drag niet (meer) gekoppeld te zijn aan onveilige ge
hechtheid. Hoewel het overlapte met stoornissen uit
het autisme spectrum en symptomen van ADHD, was
het niet zelf gekoppeld aan geestelijke gezondheids
problematiek of beperkingen in het dagelijks functio
neren. Zo bleek dat allemansvriendjesgedrag een
duidelijk aanwezige, maar klinisch milde uitingsvorm
had in de jonge volwassenheid.
M E E R I N F O R M AT I E ?
Kijk op: www.kbtermeulen.nl
Kennedy, M., Kreppner, J., Knights, N., Kumsta, R., Maughan, B.,
Golm, D., . . . SonugaBarke, E. (2017). Adult disinhibited social
engagement in adoptees exposed to extreme institutional
deprivation: examination of its clinical status and functional
impact. British Journal of Psychiatry, 211(5), 289295. doi:10.1192/
bjp.bp.117.200618
Allemansvriendjesgedrag bij adoptie-kinderen werd als een zorgelijk effect van verblijf in tehuizen gezien, dat gekoppeld
was aan zich niet echt kunnen hechten. De studie
van Kennedy en collega’s heeft goed nieuws: hoewel
allemansvriendjes gedrag aan kan houden tot in de
volwassenheid, zijn de geadopteerden vaak veilig
gehecht en tevreden over hun leven.
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3
TEKST VERA KIDJAN SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3
1716
RUBRIEK WETTEN & REGELS
T oen in 2013 bij Sophie een semi-goedaardige tumor uit haar buikholte werd verwijderd, werd haar afgeraden zwanger te worden. Bij een
zwangerschap zou Sophie het risico lopen dat er weer een tumor zou
gaan groeien. Sophie en Xander de Buisonjé kozen ervoor om via een draag-
moeder een kind te krijgen. De eicel was afkomstig van Sophie en werd in
Amerika bevrucht met het zaad van Xander. Een Amerikaanse draagmoeder
baarde dochter Céla-Lynn in januari 2017. Juridisch duurt het wat langer voor
alles rond is. Sophie moet haar eigen dochter adopteren.
SOPHIE DE BUISONJÉ MOET EIGEN KIND ADOPTEREN
het huwelijk is geboren. Deze procedure moet in Ame
rika plaatsvinden.
Het is goed mogelijk dat het vaderschap van Xander
direct erkend kan worden. Het probleem is dat de
geboorteakte van CélaLynn niet geaccepteerd wordt
omdat de moedergegevens niet erkend worden. Ook al
staat Xander juist als vader op de geboorteakte ver
meld, dan nog moet hij naar de rechtbank voor de
vaststelling van de geboortegegevens van CélaLynn.
De rechter zal vervolgens onder meer het commercieel
draagmoederschap onderzoeken op de vraag: of dit in
strijd is met de openbare orde. Als dat in orde is, dan
zal de rechter de geboortegegevens van CélaLynn
vaststellen met vermelding van de draagmoeder als de
moeder en Xander als de vader. Kortom, voor de Ne
derlandse autoriteiten zullen Xander en de draagmoe
der worden beschouwd als de ouders van CélaLynn bij
haar geboorte. Sophie moet daarom haar eigen biolo
gische dochter adopteren via een zogeheten partner
adoptie. Een andere optie geeft de huidige wet niet.
VOORWAARDEN De voorwaarden voor deze adoptie worden genoemd in
Boek 1 artikel 227 en 228 van het Burgerlijk Wetboek. De
belangrijkste voorwaarden zijn dat CélaLynn is geboren
tijdens de relatie van Xander en Sophie, dat zij samen
CélaLynn voor ten minste een jaar hebben verzorgd en
opgevoed, dat de draagmoeder niet het juridisch gezag
heeft over CélaLynn en dat de adoptie in haar belang is.
Op zich zijn de voorwaarden voor de adoptie duidelijk.
Waarom duurt de adoptieprocedure dan zo lang? Zodra
bij een adoptie internationale componenten een rol
spelen zal de rechter hiermee rekening houden. De
Raad voor de Kinderbescherming en de ambtenaar van
de burgerlijke stand worden doorgaans gevraagd om
hun standpunten naar voren te brengen en er wordt
meestal een zitting gepland. Dit kan bij elkaar geruime
tijd in beslag nemen. Daarbij komt ook nog dat nadat de
rechter de adoptie uitspreekt, een hoger beroepstermijn
van drie maanden moet worden afgewacht voordat de
adoptie kan worden ingeschreven in de registers van de
burgerlijke stand en Sophie als moeder op de geboorte
akte van CélaLynn komt te staan.
Xander en Sophie moeten dus twee lange procedures
doorlopen voordat zij als ouders op de Nederlandse
geboorteakte van CélaLynn worden vermeld. Ik kan
mij voorstellen dat dit voor hen erg frustrerend is.
INFO
Vera Kidjan is advocaat bij Everaert Advocaten in
Amsterdam, www.everaert.nl. 020-7523217 of stuur een
e-mail naar: kidjan@everaert.nl
Deze draagmoederconstructie kan worden gecategori
seerd onder commercieel draagmoederschap.
Als advocaat ben ik niet betrokken geweest bij de zaak
dus wat ik hierna beschrijf, heb ik afgeleid uit wat ik
over de situatie heb gelezen. Ik kan geen garanties
geven over de juistheid van de feiten.
CélaLynn is in Amerika geboren. Bij haar geboorte
staan op de Amerikaanse geboorteakte Sophie en
Xander als ouders vermeld. Omdat CélaLynn uit een
draagmoeder is geboren en niet uit
Sophie hebben de Nederlandse auto
riteiten de informatie die in de Ameri
kaanse geboorteakte staat niet erkend.
De hoofdregel is dat dit wel moet
gebeuren op grond van artikel 10:101
van het Burgerlijk Wetboek. Een aantal
uitzonderingen op deze hoofdregel
wordt in de wet genoemd waaronder
‘strijd met de openbare orde’. Een
basisbeginsel van de Nederlandse
rechtsorde is dat een kind op grond
van zijn geboorteakte zijn ontstaans
geschiedenis moet kunnen terugvin
den. Daarnaast staat in de Nederlandse
wet dat een moeder bij de geboorte
van een kind als moeder kan worden
aangemerkt als het kind ‘uit haar is
geboren’. Dat staat in artikel 1:198 lid 1
sub a van het Burgerlijk Wetboek. Dit
alles heeft tot gevolg dat de Neder
landse autoriteiten zich op het stand
punt stellen dat niet Sophie maar de
Amerikaanse draagmoeder bij de
geboorte van CélaLynn als moeder
wordt aangemerkt omdat het anders
in strijd zou zijn met de (Nederlandse)
openbare orde.
En de vader? Dat is een nogal juridisch
ingewikkeld verhaal en ik beschik over
te weinig informatie om zeker te zijn van mijn conclu
sies. Kort gezegd kan het vaderschap van Xander niet
worden gezien als strijdig met de openbare orde om
dat een man volgens de Nederlandse wet een kind
mag erkennen van een andere vrouw dan de vrouw
met wie de man een relatie heeft.
HOOFDREGELIs de draagmoeder gehuwd met een andere man, dan
moet de andere man zijn vaderschap wel eerst ont
kend hebben. Hoofdregel is immers dat een echtpaar
vader en moeder van een kind zijn als het kind tijdens
18
Als Dorien binnenkomt bij adoptieorganisatie Cathwel
in Taipei wordt ze begroet als een goede vriendin. De
twee andere Meilingmedewerkers die in haar voet
spoor volgen, bestuurslid Marco en vrijwilligster Anja,
krijgen eveneens een warm welkom. De drie zijn op
werkbezoek in Taiwan. Dorien adopteerde jaren gele
den haar twee kinderen uit Taiwan. Marco is er voor het
eerst (hij is vader van twee kinderen uit China) en Anja
was anderhalf jaar geleden in het land voor de adoptie
van haar zoon. Cathwel (Catholic Welfare) is een van de
drie contacten van Meiling in Taiwan, naast CSS (Chris
tian Salvation Service) en CWLF (Child Welfare League
Foundation). De laatste jaren komen er gemiddeld
ongeveer twintig kinderen per jaar vanuit Taiwan naar
Nederland.
Bij Cathwel liggen verschillende pakketjes klaar – brie
ven, puzzels , knuffels – met het verzoek aan de Neder
landse delegatie deze te bezorgen bij geadopteerde
kinderen in Nederland. Een medewerkster van het
tehuis geeft er af en toe een toelichting bij. Ze weet
zich alle betrokken kinderen exact te herinneren. “Dit is
een brief voor …”, zegt ze. De jongen is vorig jaar hier op
bezoek geweest in de hoop zijn geboortemoeder te
zien, helaas kon zij hem toen niet ontmoeten. Dat
maakte hem heel verdrietig. In de brief geeft ze tekst
en uitleg waarom het niet kon. “Hou er rekening mee
dat het een pittig verhaal is.” Dorien begrijpt goed wat
ze zegt, ze heeft vaker met dit bijltje gehakt, de bood
schap komt daardoor gegarandeerd op de juiste ma
nier op de plaats van bestemming. Dat er op deze
manier over en weer contact is tussen biologische
families en geadopteerden vindt ze heel belangrijk.
“Onze core business is om het lijntje tussen ouders en
kinderen open te houden.”
ROOTSREIZEN ZONDER ADOPTIEOUDERSBijna alle geboortemoeders van kinderen die vanuit
Cathwel worden geadopteerd, zijn daar goed bekend,
niet zelden zijn ze in het tehuis bevallen. Daarvoor en
daarna krijgen de vrouwen hulp, nadrukkelijk ook bij de
overweging hun kind alsnog te houden. Maar zaken als
criminaliteit, al dan niet in combinatie met drugs,
psychiatrische problematiek, prostitutie, incest en
verkrachting, maken dat moeders (en vaders) toch vaak
besluiten hun kind achter te laten bij Cathwel. De
meeste komen er vervolgens wel minstens één keer
per jaar terug.
Later, als de geadopteerden dat willen, helpt de instel
ling mee om het contact tussen de biologische ouders
en het kind te onderhouden. Bijvoorbeeld door de
verzending van brieven en cadeaus, maar ook met de
organisatie van compleet verzorgde rootsreizen voor
geadopteerden. Zij kunnen, zonder ouders, twee weken
op vakantie komen in Taiwan. Dan logeren ze in samen
met andere geadopteerden in het tehuis, doen ze
vrijwilligerswerk en hebben ze, als ze willen en als het
mogelijk is, een ontmoeting met hun biologische
familie.
Dorien heeft op haar beurt ook een paar ‘cadeaus’ bij
zich voor Cathwel, een stapeltje dossiers van aspirant
adoptieouders die dolgraag een kind uit dit tehuis
willen adopteren. De medewerkers van het Taiwanese
tehuis reageren enthousiast en zeggen dat ze heel snel
gaan bekijken of er misschien een match gemaakt kan
worden, zodat ze een kindje aan ouders kunnen helpen.
Het voelt een beetje onwerkelijk, hier worden ter plekke
levenslopen bepaald.
“Of en wanneer er een match is, weet je nooit. Het kan
volgende week zijn, maar zo’n dossier kan hier ook nog
wel ruim een jaar liggen”, zegt Dorien. Betrokken, door
tastend, efficiënt, warm en kundig spreekt ze over de
procedures en de gang van zaken in Taiwan. Nadat ze
zelf zo’n tien jaar geleden moeder werd in Taiwan,
besloot ze zich ook als vrijwilligster in te gaan zetten
voor Meiling. Net als Marco en Anja draait ze buiten
haar dagelijkse werk menig uurtje als vrijwilliger voor
deze vergunninghouder. “Iedereen bij Meiling zet zich
in met zijn eigen deskundigheid”, vertelt ze. “Daar
maken we gebruik van. Marco zit beroepsmatig in de
ICT, Anja is een HRspecialist en ik heb een verpleeg
kundige achtergrond. We maken als organisatie gebruik
van ieders expertise. Op deze manier hebben we als
vergunninghouder de beschikking over ongeveer
honderd actieve professionals.”
19
Met dank aan de inzet van zo’n honderd vrijwilligers verzorgt vergunninghouder Meiling momenteel adopties uit China, Taiwan en Suriname. Het is niet alleen de enige Nederlandse
adoptieorganisatie die uitsluitend met onbetaalde krachten werkt, uniek aan
Meiling is ook de begeleiding naar het land van herkomst. Adoptieouders die hun
kind gaan ophalen, krijgen altijd iemand mee. Bijvoorbeeld Dorien, coördinator
van het Taiwan-team bij Meiling. Zij begeleidde al menige adoptie vanuit Taiwan.
Meiling-coördinator over relatie met Taiwan:
“WE HOUDEN HET LIJNTJE OPEN”
SEPTEMBER 2018RUBRIEK ACHTER DE FEITEN TEKST ANGELA JANS ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3
>>
21
LEEFTIJD69 jaar
Getrouwd met Maarten, moeder van
Eva (32)
BEROEPhuisvrouw
WOONPLAATSPurmerend
drieluik
Adoptie was nooit
een onderwerp
Toen ze in Nederland aankwam, was ze acht maanden
oud en woog ze acht pond, het was nog echt een baby.
Daarna ging het in rap tempo. Ze mankeerde helemaal
niks, ontwikkelde zich prima. Nooit ziek, nooit koorts, ze
huppelde door het leven. Was heel lief en heel geliefd. Ze
is nog wel lang vrij klein gebleven. Voor haar komst werk
te ik als administratief medewerkster maar daar ben ik
mee gestopt zodat ik lekker van mijn dochter
kon genieten. Daarna heb ik mijn ouders
verzorgd en nu passen we twee da
gen in de week op het zoontje van
Eva, hij is nu 2,5 jaar oud, dat is
echt ontzettend leuk. Hij lijkt
precies op haar.
Adoptie was eigenlijk nooit
een onderwerp. Tot we op
haar zestiende een brief
vanuit Taiwan kregen dat er
negen kinderen naartoe
mochten, in feite een beetje
om daar adoptie te promoten.
Ze zouden op tv komen en zo.
Voor Eva was het geweldig om sa
men met acht anderen haar ge
boorteland te bezoeken. Er mocht ook
een ouder mee. Mijn man is meegegaan,
want ik durf niet te vliegen, ik zal nooit in
Taiwan komen. Maar Eva is inmiddels al
heel vaak teruggeweest en heeft daar ook
haar biologische familie leren kennen. Ze
hebben heel goed contact. Ik weet zeker
dat haar moeder, vader is inmiddels over
leden, broer en zus een keer hier naartoe
komen. Dan zijn ze bij ons van harte wel
kom.
Marga is de adoptiemoeder van Eva op
pag 15.
We hadden geluk, Eva kwam in april, net op tijd, want in mei werd ik veertig. Die leeftijd was een grens in die tijd. Er moest eerst nog speciaal toestemming ge-vraagd worden bij het ministerie. Zoiets vergeet je nooit meer. Gelukkig was het akkoord. Wat waren we blij!
Toen Eva kwam, waren we inmiddels ruim
achttien jaar getrouwd. In het begin
praat je er niet over maar op een ge
geven moment zijn we toch het
onderzoekstraject ingegaan, om
erachter te komen waarom ik
niet zwanger werd. Er zijn al
lerlei onderzoeken gedaan
en ze hebben niets kunnen
vinden, we waren allebei pri
ma in orde.
Het was mijn man die op een
dag zei: “Wat denk je van
adoptie?” Werkelijk, daar had ik
nog geen seconde aan gedacht.
En ik zag het in eerste instantie
eerlijk gezegd ook niet zo zitten. Een
paar jaar later begon hij er weer over en
toen was ik er wel klaar voor, eerder ken
nelijk niet. Ik zei: “Ja, dat is goed.”
We kozen voor Taiwan, dat was voor Ne
derland een compleet nieuw adoptieland.
We stonden als derde op de lijst. Binnen
twee jaar hadden we een dochter. Ze was
veel te vroeg geboren en woog 1200 gram.
De artsen hadden geen idee hoe ze zich
zou ontwikkelen, of ze wel zou kunnen
zien. Daarom hebben haar ouders beslo
ten haar af te staan. Ze hadden al twee kin
deren en een eigen bedrijf, ze durfden het
niet aan.
> ADOPTIEMOEDER
Marga Jonker
RUBRIEK DRIELUIK
20
TEHUIS TELT ZEVEN VERDIEPINGENEven later bezoekt Dorien de afdeling waar de jongste
kinderen verblijven. Twee vrijwilligsters en drie mede
werksters zitten bij acht baby’s om met ze te spelen en
ze te stimuleren. In twee ledikantjes hangen foto’s van
mensen met westerse gezichten: de adoptieouders. Zo
kunnen de baby’s alvast wennen aan hun papa en
mama, en in één geval ook aan hun broertje en zusje.
Dorien wordt geroepen. Of ze misschien even naar dat
ene meisje wil kijken? Natuurlijk! Liefdevol maar met
een kritische, professionele blik, pakt ze de baby op. Ze
test het reactievermogen, kijkt naar de gezichtsuitdruk
king en wiegt het kindje heen en weer. Ondertussen
hebben de verzorgers van Cathwel op de grond voor
de voeten van Dorien snel wat papieren met achter
grondinformatie over het meisje uitgestald. Niet dat
hier nu ter plekke wordt bepaald of het kind wel of niet
naar Nederland kan komen, maar de gebeurtenis zou
van invloed kunnen zijn. “Ik ga mijn bevindingen in
Nederland verder bespreken. Matching is een zorgvul
dig proces waar uiteraard meerdere deskundigen bij
betrokken zijn”, aldus Dorien.
Als de delegatie even later binnenkomt bij de afdeling
waar kinderen vanaf vier jaar verblijven, trekt een vrolijk
jongetje met een verstandelijke beperking de aan
dacht. Hij lijkt een soort theatervoorstelling te geven en
danst in het rond. “Gelukkig zijn voor hem onlangs
ouders gevonden in Amerika”, zegt Dorien. “Hij woont
hier al zo lang, ik denk dat ik hem inmiddels al tien keer
heb gezien.”
Het gebouw waarin Cathwel is gevestigd telt zeven
verdiepingen. De kinderen wonen apart per leeftijdsca
tegorie. Tot hun zesde jongens en meisjes door elkaar.
Daarna zijn er, alleen voor de jongens, een soort ge
zinsvervangende groepen van maximaal zes personen.
Ze zijn ondergebracht in appartementen op de zesde
etage. De groepen hebben een eigen woonkamer,
keuken en drie slaapkamers: twee jongens op een
kamer. Tot hun achttiende kunnen ze blijven, daarna
moeten ze op eigen benen gaan staan. “Vaak kiezen ze
dan voor het leger”, zegt een maatschappelijk werker.
“Dan is meteen weer alles voor ze geregeld: eten,
drinken, woonruimte, werk.”
NEDERLANDSE BEGELEIDER WORDT GEWAARDEERDNederlandse ouders die een kind gaan ophalen in
Taiwan, krijgen bij Meiling altijd een vrijwilliger mee op
reis. Iemand die de weg weet, de gang van zaken kent.
De kersverse ouders kunnen zich dan volledig focussen
op het kind, de begeleider regelt de afspraken, maakt
desgewenst foto’s en filmpjes. Een ‘luxe’ die de Taiwa
nese organisaties bij geen enkele ander bemiddelaar
van waar ook ter wereld eerder hebben gezien. “We
hebben weleens een onderzoek gedaan onder de
ouders naar de behoefte aan deze begeleiding”, zegt
Dorien. “Bijna 100 procent gaf aan dit als heel prettig te
ervaren, al moeten ze wel zelf voor de reis en verblijf
kosten van de vrijwilliger betalen. Zijn of haar aanwezig
heid neemt een boel zorgen uit handen. Ouders
kunnen soms zelf bijna echt niet meer goed nadenken
rond de overdracht. Ze hebben dan letterlijk en figuur
lijk de handen vol aan hun kind.”
De adoptieouders en begeleiders van Meiling verblij
ven altijd in hetzelfde hotel. Het biedt ruime kamers
met een aparte woonkamer en een keukenblokje. Nog
geen dertig meter verderop zit een supermarkt die dag
en nacht is geopend. Alles bij elkaar ideaal voor jonge
gezinnen.
Er staan tijdens dit werkbezoek naast ontmoetingen
met bestaande contacten ook gesprekken op het
programma met vertegenwoordigers van twee organi
saties waarmee tot op heden nog geen relatie bestaat.
Maar wat niet is kan komen, vinden Marco, Anja en
Dorien. Ze gaan in ieder geval graag met ze in gesprek.
Het initiatief daarvoor komt van de Taiwanezen, zij zijn
dringend op zoek naar ouders die kinderen uit hun
tehuizen een liefdevol gezin willen bieden. Want al
wordt eerst, zoals wettelijk verplicht is, alles op alles
gezet om de kinderen bij adoptieouders in Taiwan
onder te brengen, dat lukt in tientallen, wellicht hon
derden gevallen toch niet. Het alternatief is dan dat de
kinderen levenslang in een tehuis verblijven, óf ter
adoptie naar het buitenland gaan.
* de achternamen van de betrokkenen zijn op
verzoek weggelaten.
RUBRIEK ACHTER DE FEITEN SEPTEMBER 2018 ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3
SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3
tijdje in Ierland en ben toen zelfs teruggekomen omdat
mijn ouders anders helemaal geen kind meer hadden.”
MAAR OP EEN GEGEVEN MOMENT ...“Op een gegeven moment was ik er klaar mee dat ik
altijd rekening moest houden met anderen. Met mijn
adoptieouders, maar ook met ‘wat ik misschien over
hoop kon halen’ bij mijn natuurlijke ouders en eventu
ele broers en zussen. Ik dacht: mag het ook een keer
over mij gaan?”
JE EERSTE STAP WAS EEN GESPREK BIJ HET FIOM. GING DAT SOEPEL?“Ach, wat is soepel. Alles ging daar destijds heel traag
en procedureel. Nu is het bij wijze van spreken een
kwestie van een mailtje sturen en dan krijg je een
telefoontje. Toen gingen ze eerst in verschillende
gesprekken na of je er wel klaar voor bent. Daarna ging
er een standaardbrief in een discrete blanco envelop
vanuit het Fiom naar de natuurlijke moeder. En vervol
gens was het wachten tot – en vooral óf – je moeder
reageert.”
DAT DUURDE ERG LANG, TOCH?“Al met al twee jaar. Ik was er in de tussentijd niet ieder
moment van de dag mee bezig, maar het hoort wel bij
je. Het laat je niet los.”
EN TOEN WAS HET GROTE MOMENT DAAR EN ZAT JE TEGENOVER JE MOEDER. HAD JE DIRECT DAT GEVOEL VAN HERKENNING?“Het was meer een herkenning in sfeer. Ze is net als ik
licht chaotisch. Haha! We hebben ook hetzelfde haar,
van dat dunne, pluizige. En onze handen zijn hetzelfde:
veel aders, stevige vingers. En haar uitdrukking, haar
stem… Het waren niet zozeer de karaktertrekken, al
thans ik hoop van niet.”
Zo voelde het dus om weerspiegeld te zijn in een ander mens, in een bloedverwant.
Gebiologeerd bleef ik naar die handen kijken. Die lelijke handen want veel te getekend,
gerimpeld en met vingers die net iets te kort waren. Maar dat deerde me niet, op dat moment.
Nee, ik proefde een sensatie die uniek voor me was. Mijn uiterlijk verbond me rechtstreeks met een
naaste, met een moeder, mijn moeder!
– Fragment uit ‘Zo stroom ik van je over’
Een van de eerste dingen die ze zei, was: “En nu wil je
zeker weten wie je vader is?” Vond je dat niet hard?
Eke Mannink (50) geeft bij de
kennismaking een stevige hand
en leunt tijdens het gesprek
ontspannen achterover met een
kop thee. Ze komt zelfverzekerd
over. Uiterlijke schijn, zegt ze
glimlachend. “Ik denk dat zo’n
hiaat rond je eerste levensjaren
zorgt voor een wankele basis en
dat het een voedingsbodem is
voor onzekerheid. Ik vind andere
moeders altijd bronnen van
wijsheid. Mijn kinderen kennen
me vooral heel erg als een
zoeker.”
Over zoeken gesproken: je bent
op je 25ste de zoektocht naar je
moeder begonnen.
“Ik wilde eigenlijk al veel eerder
“Ik merkte dat ze een defensieve houding had. Zo van:
je wilt nu zeker van alles weten. Ik snapte dat ergens
wel en dacht: dat gaat vanzelf goed komen. Helaas
duurde het contact maar een jaar. Daarna zei ze bot
weg dat ik niet in haar leven paste.”
DAAR BEN JE NOG BOOS OVER, LIJKT HET.“Boos is niet het juiste woord. Ik heb het geaccepteerd.
Maar het is heel naar. In feite ben ik opnieuw gedumpt.”
DE INFORMATIE OVER JE VADER KREEG JE UITEINDELIJK VAN HAAR MAN. “Ja, hij was bereid me de naam te vertellen. Mijn vader
bleek een Engelsman, waar ze twee jaar mee samen is
geweest en die nu weer in Engeland woont. Hij wist niet
eens dat hij een dochter had. Hij vond het prachtig
nieuws. Dat contact is er nog steeds, maar oppervlak
kig, vooral telefonisch en via mail. Hij kan zich er niet
overheen zetten dat ik hem pas na 30 jaar heb opge
zocht. Het feit dat ik niet eerder van zijn bestaan wist,
ziet hij daarbij voor het gemak over het hoofd. Het is
geen makkelijke man. In het boek heb ik hem een stuk
milder gemaakt en dat wil wel wat zeggen. Ik heb
sowieso namen veranderd en karakters gewijzigd. Ook
om mensen in bescherming te nemen. Dat is verder
niet belangrijk. Het boek draait niet om biografische
feiten. Ik wilde vooral tot de kern komen wat het met je
kan doen als je zo wortelloos opgroeit.”
JE ZOEKTOCHT IS NIET BEPAALD EEN SPROOKJE. HEB JE SPIJT DAT JE BENT GAAN ZOEKEN?“Nee. Aan de ene kant heeft het voor onrust gezorgd,
maar het geeft voor een deel ook rust. Het is goed om
een ingevuld mens te zijn, te weten wie er aan je bron
stond. Hoe diegene eruitziet, praat, doet, denkt… Eerst
was er een wolk van mogelijkheden. Nu zijn er feiten.
Het is misschien niet waar ik van droomde, maar het
geeft wel duidelijkheid.”
JE BOEK BESTAAT UIT DRIE DELEN: DE MOEDER, DE VADER EN HET KIND. WAT VOEGDE HET KRIJGEN VAN KINDEREN TOE?“Het krijgen van kinderen heeft een bodem gelegd in
mijn leven. Een directe link met een ander persoon. Die
had ik daarvoor nooit gehad. Ook niet toen ik mijn
natuurlijke ouders gevonden had. Het gevoel van
bodemloosheid werd met de komst van mijn kinderen
opgeheven. Daarnaast wilde ik de lezer meegeven dat
adoptie iets is wat in alle fases van het leven terugkomt.
Het verleden wordt nooit afgesloten. Ieder mens rea
geert vanuit onzichtbare draden die het leven je heeft
meegegeven. Je kunt ze proberen te negeren, maar
doorknippen kan niet. Het is een soort onderstroom die
er altijd zal zijn. Het is mooi om dat bloot te leggen.”
De roman ‘Zo stroom ik van je over’ gaat over de geadopteerde Eve-lien, die op zoek gaat naar haar natuurlijke moeder, Nina. Ze vindt
haar, maar na de eerste ontmoeting verbreekt Nina het contact; Evelien
past opnieuw niet in haar leven. Eke Mannink schreef dit verhaal, dat veel over-
eenkomsten vertoont met haar eigen leven. ‘Ik heb bewust wat aanpassingen
gedaan. Als ik het letterlijk zo had opgeschreven als het gegaan is, had de lezer
het waarschijnlijk overtrokken gevonden. Fictie is vaak geloofwaardiger dan de
realiteit.’
Eke Mannink:
‘ HET VINDEN VAN MIJN OUDERS HEEFT ME RUST GEGEVEN’
2322
RUBRIEK ACTUEEL | BOEK TEKST MACHTELD STILTING
op zoek gaan, maar uit loyali
teit naar mijn adoptieouders
toe deed ik het niet. Zij
hebben mijn broer en mij
geadopteerd omdat ze zelf
geen kinderen konden krij
gen. Het moest een adoptie
uit Nederland zijn, zodat het
niet zou opvallen dat we
geadopteerd waren. Adoptie
was taboe in ons gezin. Je
sprak er niet over. Onze
adoptiepapieren mochten
we niet inzien. Die waren van
hen, zeiden ze. Mijn broer is
op zijn 19de weggelopen en
niet meer teruggekomen.
Toen was ik ineens enig kind
en voelde ik me nog verant
woordelijker. Ik woonde een
2524
TEKST ANGELA JANS SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3
24
RUBRIEK VRAGENDERWIJS
‘Onze zoon heeft slaapproblemen.’ ‘Mijn puberdochter vliegt uit de bocht.’ Adoptieouders die vragen of twijfels hebben over de ontwikkeling of opvoeding van hun kinderen kunnen terecht bij de advieslijn van de Stichting Adoptievoorzieningen. Ook geadopteerden, leerkrachten of andere betrokkenen kunnen daar terecht. In deze rubriek komen zaken voorbij die daar aan de orde komen. SAMENSTELLING: Ria Heek, Chris Thie en Yvonne Geelen.
Betrokken leerkracht
Een leerkracht belt met nazorg, het gaat om een meisje van vijf, geadopteerd op vierjarige leeftijd uit China. Ongeveer drie maanden na haar aankomst in Nederland is ze op school gekomen, met een langzaam wenprogramma. Het is een vrolijk en enthousiast kind, ze doet graag overal aan mee. Op cognitief en motorisch vlak maakt ze hele grote sprongen.Op sociaal-emotioneel niveau is het soms nog moeilijk voor haar, ze heeft moeite met uitgestelde aandacht, kan ineens fysiek fel zijn als iets haar niet zint, of ze begint heel hard te gillen. Ze vindt het ook moeilijk om ergens op aangesproken te worden, ontkent dan dat ze iets gedaan heeft, terwijl de feiten duidelijk zijn. Naderhand komt ze aan juf ‘hangen’.
Wat verder opvalt, is dat ze te vrij is naar anderen, ze geeft
het gevoel dat ze zo met iedereen mee zou gaan, maar dat
wordt al wel wat minder. Onlangs kwam ze expliciet de hulp
van de juf vragen, dat was ook nieuw.
Wat leerkrachten al doen:
– Veel dingen voordoen, uitleggen (vooral op sociaalemo
tioneel vlak). Ze zien haar als een jonger kind op dat vlak.
– Structuur bieden.
– Voorinstructie (extra uitleg, juffen hebben er oog voor
dat nog niet alles bij haar goed doordringt, of begrepen
wordt).
Al deze zaken worden door de nazorgmedewerker positief
bekrachtigd. Leerkrachten zijn een anker voor het meisje en
het is heel fijn dat ze extra hun best doen om haar te hel
pen. Dat ze zich door hen gezien en begrepen voelt, is het
allerbelangrijkst. De nazorgmedewerker bevestigt dat struc
tuur bieden extra belangrijk is bij adoptiekinderen, omdat ze
sterke behoefte hebben aan voorspelbaarheid. De juf her
kent de hoge mate van alertheid, vooral overgangsmomen
ten zijn lastig, dus daar kan ze extra hulp bij gebruiken. Met
vrij spelen gaat het al best aardig, volgens juf.
De nazorgmedewerker geeft verder nog wat uitleg over het
preventief begeleidingsaanbod en de werkwijze van Stich
ting Adoptievoorzieningen. De leerkracht geeft aan het
lastig te vinden om dit met ouders te bespreken, zonder het
als kritiek te laten klinken. Er wordt besproken welke woor
den ze daarbij zou kunnen gebruiken (neuzen dezelfde kant
op, samen kijken wat ze nodig heeft om zich optimaal te
kunnen ontwikkelen, etc.). Daarnaast mogen de ouders ons
natuurlijk ook altijd zelf bellen.
Kinderen rond deze leeftijd hebben veel op hun bordje. De puberteit staat
voor de deur en ze hebben het steeds drukker met sport en school. Hun
vrienden worden steeds belangrijker en daar willen ze graag bij horen en
vooral niet anders zijn. Maar ze begrijpen ook steeds beter dat geadop
teerd zijn ook betekent dat bij hen dingen wél anders zijn. Dat kan tot
gevolg hebben dat ze het onderwerp liever gaan vermijden. Ook kan het
zijn dat zij zich meer gaan afvragen waarom ze zijn geadopteerd en hoe
het met hun biologische familie gaat. Maar ook of het wel eerlijk is tegen
over hun adoptieouders als zij over hun geboortefamilie nadenken.
Nu Runako niet meer wil praten over zijn adoptie, wil dat niet zeggen dat
hij er niet meer over nadenkt. De nazorgmedewerker geeft Evelien het
advies om het gesprek over zijn adoptie gaande te houden en te zoeken
naar momenten waarop het wel bespreekbaar lijkt te zijn. Natuurlijk moet
ze hem niet dwingen om het erover te hebben, maar ze kan hem wel laten
weten dat ze open staat voor vragen als hij die wil stellen. Ze kan daarbij
ook zijn geboortefamilie aanhalen: “Ik vraag me af of jouw biologische
vader ook zo goed kan voetballen. Vraag jij je dat ook wel eens af?” Het is
goed om haar zoon te laten weten dat hij van twee paar ouders mag en
kan houden en dat alles voor haar en haar man altijd bespreekbaar is.
Sociale kaart
Als je op zoek bent naar een hulpverlener met expertise
op het gebied van adoptie ben je bij Stichting Adoptie
voorzieningen ook aan het goede adres. We beschikken
over een actuele sociale kaart van hulpverleners
voor zowel geadopteerde kinderen, pubers als (jong)
volwassenen.
We denken graag mee welke hulp geschikt kan
zijn. Bel of mail ons gerust: 0302330340, email
nazorg@adoptie.nl.
Evelien belt omdat zij wil over-leggen over Runako. Hij is elf jaar
en nu ruim acht jaar in haar gezin. Tot een paar maanden geleden had
hij altijd zijn antwoord klaar als er over adoptie werd gesproken of over zijn geboortemoeder. Maar
dat is nu veranderd. Als Evelien het woord adoptie laat vallen zegt
Runako gelijk: ‘Daar wil ik het niet over hebben.’ Evelien vraagt zich af
wat zij nu het beste kan doen.
Runako wil ineens niet meer over zijn adoptie praten
Terug en vooruitkijken
We worden met regelmaat gebeld door volwassen geadopteerden die terugkijken op hun jeugd met het gevoel dat ze zich zo onbegre-pen en eenzaam voelden. Van adoptieouders op hun beurt horen we dat ze het soms zo moeilijk vinden om echt contact met hun adoptiekind te maken, echt te weten wat er vanbinnen speelt. Om hun kind geen verdriet aan te willen praten houden ouders het soms voor gezien als hun kind ontwijkende antwoorden geeft.
Dat adoptiekinderen het moeilijk
vinden om over hun diepste gevoe
lens te praten is logisch, want
niemand wil verdrietig of boos zijn.
En als je ook niet geleerd hebt om
met die gevoelens om te gaan, en
er steun en troost bij te kunnen
krijgen, dan is het helemaal vreselijk
moeilijk. Kinderen en pubers zijn
zich vaak ook niet bewust van waar
die gevoelens vandaan komen,
daar heb je als kind nou juist je
ouders voor nodig…
Als het lukt om die zoektocht sa
men te doen kan er hopelijk vaker
worden teruggekeken op een
kindertijd die fijn en warm was, met
ouders die het adoptiekind konden
helpen zich verbonden en ge
steund te voelen, zichzelf te leren
begrijpen en puzzelstukjes op z’n
plek te laten vallen. Makkelijk zal het
nooit worden, maar hopelijk wel
wat minder eenzaam.
SEPTEMBER 2018ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3
2726
RUBRIEK GELEZEN GEZIEN
# Dit ben ik 2.0
Auteur: Monique Weustink-Schmeitz
Uitgegeven in eigen beheerISBN 978-90-824999-1-9
Bestellen bij moniqueweustink-schmeitz@gmail.com
#Dit ben ik 2.0 is een lees en
werkboekje over identiteit, be
doeld voor jonge tieners die
geadopteerd zijn. Er staan een
aantal interviews in met geadop
teerde tieners tussen 12 en 18 jaar.
Sommige vragen die aan hen
gesteld zijn kun je op tussenlig
gende pagina’s ook voor jezelf
beantwoorden. Bijvoorbeeld: Wat
zijn jouw wensen en dromen voor
de toekomst? Vind jij jezelf wel
eens anders dan andere kinderen
omdat je geadopteerd bent?
Net zoals in het voorgaande
boekje Dit ben ik (voor de iets
jongere geadopteerde kinderen
samen met hun ouders) lopen
‘gewone’ en adoptiespecifieke
onderwerpen lekker door elkaar
heen. Geadopteerd zijn is ten
slotte maar een klein deeltje van
wie je bent. Maar de vragen
erover kunnen wel aanleiding zijn
tot verdieping en bewustwording,
of een aanzet geven voor verwer
king van de lastigere onderlig
gende thema’s die bij
adoptiekinderen in deze leeftijd
vaak (weer) actueel worden.
Het boekje kan door kinderen zelf
gelezen en ingevuld worden,
maar het is misschien wel leuk als
gevoel. Ik vraag me af hoe het zit
met gevoelens van loyaliteit en
de privacy van het adoptiekind
die dit later zelf terugleest. Maar
ook hier: het is voor iedereen
anders.
Wat vooral ook uit de laatste,
mooi beschreven verhalen van
de jongvolwassen meiden uit
Taiwan naar voren komt, is dat de
zoektocht niet klaar is als je je
familie ontmoet hebt, maar dat
elke stap, elke reis, elke ontmoe
ting, elk mailtje of Facebookbe
richtje een onderdeel is van een
individueel en uniek proces. Het
kan een begin of een eind zijn,
rust of juist onzekerheid brengen,
begrip of teleurstelling en woede
teweegbrengen. Na elkaar, of
dwars door elkaar heen.
Dus Thuis in twee landen is
toch een aardig boek, met
boeiende mensenverhalen,
waar adoptiegezinnen iets aan
kunnen hebben.
— Chris Thie
Dappere jongen
Auteur: Astrid LammersUitgeverij Irene
ISBN 9789492998002
Dappere jongen is het tweede
boek van adoptiemoeder Astrid
Lammers. Na Nieuwe bloem
schrijft ze over een volgende
zoektocht die ze onderneemt
met Noah, haar adoptiezoon uit
Ethiopië.
Noah, die op een eerdere roots
reis zijn moeder heeft ontmoet,
vraagt op een dag of ze ook zijn
vader kunnen gaan zoeken. Als
die is gevonden, vertrekken
Astrid, Noah en zijn zussen op
nieuw naar Ethiopië. Daar ont
moet hij zijn vader, een
je als ouders een beetje mee
mag kijken, lezen en praten, want
de vragen en verhalen geven
wellicht een mooi opstapje naar
een bijzonder gesprek, waarin je
je tiener kunt steunen in de
zoektocht naar zijn eigen identi
teit. In die weg zitten voor adop
tiekinderen nou eenmaal meer
kuilen en hobbels…
Voor geadopteerde tieners die er
nog aardigheid in hebben om te
lezen, te schrijven en te knippen
en plakken is het een leuk boekje.
Voor de wat oudere pubers zou
een digitale en interactieve versie
wellicht meer aanspreken. De
onderwerpen zouden dan ook
wat diepgaander en meer op de
persoon afgestemd kunnen
worden. Wie weet wordt dat de
3.0 versie?
— Chris Thie
Thuis in twee landen Geadopteerden over het
contact met hun biologische familie
Auteur: Maureen Welscher2018
ISBN: 978-94-6247-090-3 NUR: 248-854
Na Adoptiepubers en Retourtje
Roots kwam adoptiemoeder en
journalist Maureen Welscher
begin dit jaar met een nieuw
boek over adoptie, Thuis in twee
landen. De ondertitel doet ver
moeden dat het een serie inter
views is met geadopteerde
kinderen, jongeren of volwasse
nen die terugkijken op de ont
moeting met hun biologische
familie. Daar verheug ik me op.
Het boek begint en eindigt ech
ter met beschouwingen van
hulpverleners en andere auteurs,
waardoor ik als lezer op het
verkeerde been word gezet: ik
bijzondere ervaring voor beiden.
Noah hoopt ook op een volgen
de ontmoeting met zijn moeder
en vooral ook met zijn halfzusje
Desta, het dochtertje van zijn
moeder en haar nieuwe vriend.
Hij is hevig teleurgesteld als deze
ontmoeting dreigt te mislukken,
maar gelukkig treffen ze elkaar
toch. Naast deze ontmoetingen
genieten hij en zijn familie ook
van de bijzondere bezienswaar
digheden in Ethiopië.
Astrid beschrijft op heel per
soonlijke, open en zeer gedetail
leerde wijze hoe ze de reis
beleeft – de ontmoetingen,
het land en de prachtige natuur,
het samenzijn met haar gezin –
en ook hoe hun leven na de reis
naar Ethiopië weer verder gaat,
welke hulp ze inschakelen. Gaan
deweg leert ze Noah steeds beter
begrijpen.
— Marijke Klaver
Weg van haarWat als moederliefde niet
vanzelf komt?Stella Damstra
Uitgeverij Orlando ISBN 978 94 92086 72 3
Er zijn veel ervaringsverhalen
geschreven over adoptie en het
zou toch de verhalen van ge
adopteerden zelf gaan lezen? Dat
gebeurt pas op pagina 36.
De verhalen worden soms door
de geadopteerde zelf verteld (bij
de jongere adoptiekinderen
tevens door de adoptiemoeder),
maar ook een afstandsmoeder
doet ineens haar verhaal. Het is
vanzelfsprekend dat contact
zoeken, vinden en onderhouden
impact heeft op alle betrokkenen
en het is goed om je dat te reali
seren, maar misschien hoort dat
dan thuis in een boekje met een
andere titel? Het ene verhaal
begint met een portretfoto (niet
duidelijk wie dat dan is), het
andere heeft geen foto erbij.
Waar de adoptiemoeder én het
kind iets vertellen, overlappen
hun verhalen te veel en dat
maakt die stukjes wat saai om te
lezen.
Hoewel het geheel dus wat
‘samengeraapt’ op me overkomt,
maken de verhalen wel duidelijk
hoe divers, persoonlijk en soms
grillig het proces van contact
zoeken, vinden en onderhouden
voor alle partijen kan zijn. Als het
over de biologische ouders of
familie gaat, geven de details en
woordkeus in sommige verhalen
me soms een ongemakkelijk
traject ernaartoe, maar Weg van
haar vond ik heel speciaal. Op
vlotte, rauwe wijze beschrijft
schrijfster Stella Damstra, die zich
in het boek Julia noemt, hoe het
gevoel van falen, schuld en
schaamte haar parten speelt
tijdens de teleurstellende peri
ode waarin zij en haar partner
eerst kinderen proberen te krij
gen via de natuurlijke en vervol
gens kunstmatige weg. Het
doorlopen van de adoptieproce
dure daarna, de keuzes die vooraf
gemaakt moeten worden, het
wachten, de onzekerheid… Als ze
eenmaal verantwoordelijk zijn
voor het aan hen toevertrouwde
meisje valt de realiteit haar te
gen: geen roze wolk, geen tranen
van geluk, maar een wildvreemd
kindje dat je niet aankijkt, maar
waar je wel de rest van je leven
verantwoordelijk voor bent. Op
goudeerlijke wijze, maar zonder
dat het een klaagzang wordt,
beschrijft Julia het zeer moei
zame proces van hechting tijdens
het lange verblijf in Kenia, waarbij
de gevoelens van falen, schuld en
schaamte haar opnieuw in de
weg zitten en isoleren.
Geen liefde voor je kind voelen is
nog steeds een groot taboe. Als
lezer pakt het schrijnende verhaal
over dit onderwerp je flink bij de
kladden. Je wilt weten of het
goed komt en je leest het boek in
een ruk uit.
Wat blijft hangen is het gevoel
van eenzaamheid. Hopelijk zullen
andere adoptieouders die het
boek lezen en zich hierin herken
nen, gemotiveerd raken om niet
te wachten of zich flink te houden
en terug te trekken als ze merken
dat de liefde nog niet stroomt.
Erkenning is de eerste stap,
professionele begeleiding kan
hierbij heel helpend zijn en dat is
ouders en kinderen zo gegund!
— Chris Thie
28
TEKST ANGELA JANS
COLOFON
ADOPTIE MAGAZINE ONLINEOnafhankelijk, informerend, signalerend en opiniërend.
Voor aspirant-adoptieouders, adoptieouders, geadopteerden,
professionals op het gebied van adoptie en alle anderen
die zich betrokken voelen bij afstand en adoptie.
Adoptiemagazine online is een uitgave van
Stichting Adoptievoorzieningen.
Het magazine verschijnt vier keer per jaar.
RedactieHoofdredacteur Angela Jans
Aan dit nummer werkten mee: Erik Draaijer (eindredactie),
Sandra Benschop, Yvonne Geelen, Ria Heek, Vera Kidjan,
Marijke Klaver, Meike Melenhorst, Machteld Stilting, Chris Thie,
Annemarie Vernooij, Dorise Zielhuis en Maarten van Zwieten.
Foto coverUnsplash.com
Foto backcoverThinkstock
Vormgeving
Studio Jorrit van Rijt
RedactieadresPostbus 290
3500 AG Utrecht
Telefoon: 030 2330344
e-mail: redactie@adoptie.nl
AbonnerenEen abonnement is gratis. Aanmelden kan via www.adoptie.nl of
kijk op www.adoptieoudersonline.nl
KopijBijdragen, ingezonden brieven of tips zijn van harte welkom.
Neem daarvoor contact op met bovenstaand telefoonnummer
of e-mailadres.
Overname van artikelen is alleen toegestaan na voorafgaande
toestemming van de redactie en desbetreffende auteur. Verzoeken
tot overname dienen gericht te worden aan de hoofdredacteur.
top related