isso-publicatie 52-2009

15
LUCHTZIJDIG INREGELEN VAN KLIMAATINSTALLATIES Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties KENNISINSTITUUT VOOR DE INSTALLATIESECTOR publicatie 52

Upload: stichting-isso

Post on 20-Mar-2016

592 views

Category:

Documents


30 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Luc

ht

zijd

ig in

reg

eLe

n v

an

kLim

aa

tin

sta

LLa

tie

s

Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

ISBN 978-90-5044-184-1

ke

NN

ISIN

St

Itu

ut

vo

or

de

INS

ta

LL

at

IeS

ec

to

r

publicatie

52

O p l e i d i n g s - e n

o n t w i k k e l i n g s f o n d s

v o o r h e t T e c h n i s c h

I n s t a l l a t i e b e d r i j f

ISSo

Kruisplein 253014 DB RotterdamPostbus 5773000 AN RotterdamTel. 010-2065969Fax 010-2130384E-mail: [email protected]

De in ISSO deelnemende organisaties zijn:ONRI: Organisatie van advies- en ingenieursbureausPIT: Stichting Promotie InstallatietechniekTVVL: Nederlandse Technische Vereniging voor Installaties in GebouwenUNETO-VNI: Ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandelVABI: Vereniging voor Automatisering in de Bouw- en installatietechniek

de werkzaamheden worden begeleid door de raad van Begeleiding, welke ten tijde van het tot stand komen van deze publicatie als volgt was samengesteld:De heer ing. H. BesselinkMevrouw dr.ir. P.M. BluyssenDe heer ir. J.J.N.M. HogelingDe heer ing. W.F.G. HooijkaasDe heer H.M.A. Janssen GroesbeekDe heer ir. P.H.H. Leijendeckers prof.M.De heer ir. W. PlokkerDe heer ir. W.G. Ram

de realisatie van de ISSo-publicatie 52 werd verzorgd door de ISSo-kontaktgroep 90 die als volgt was samengesteld:De heer ing. A. Bos Halton B.V.De heer ing. L.C.J. Dop (rapporteur) Aero-Dynamiek b.v. De heer ing. P.A. Elkhuizen Cofely West Utiliteit B.V.De heer ir. L.J.A.M. Hendriksen (rapporteur) TNO Bouw en OndergrondDe heer C. van de Sande NVKLDe heer ir. G. Schat (projectcoördinator) ISSODe heer R.V. den Uijl Grontmij / Technical Management De heer ing. H.W.A.M. van Vliet ING Real Estate Investment Management De ontwikkeling van publicatie 52 is mede tot stand gekomen door financiële bijdragen van:

kennisinstituut voor de Installatiesector

ISSO houdt zich bezig met het identificeren van kennisvragen binnen de installatiesector, het ontsluiten en toegankelijk maken van deze kennis in de vorm van praktische ISSO-publicaties en het bevorderen van het gebruiken van ISSO-publicaties als norm-stellende richtlijnen.

De heer W.J.H. SchefferDe heer ir. J. SchonewilleDe heer ing. R. SteineDe heer ir. P.A.L. StoelingaDe heer ing. A.A.L. Traversari MBADe heer ir. E.J. WagenaarDe heer ir. T.M.E. ZaalDe heer prof. ir. W. Zeiler

Stichting ISSO en degenen die aan de samenstelling van deze publica-tie hebben medegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvul-digheid betracht bij zowel het verzamelen als bij het verwerken en opstellen van de in deze publicatie vervatte gegevens. Nochtans moet niet worden uitgesloten, dat deze publicatie onvolledig is of dat zij onjuistheden of onvolkomenheden bevat. Degene die van deze publica-tie en de daarin vermelde gegevens gebruik maakt, aanvaardt dan ook daarvoor zelf het risico.

Stichting ISSO en degenen die aan de samenstelling van deze publi-catie hebben medegewerkt sluiten iedere aansprakelijkheid uit voor zo-wel schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van de publicatie als schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van eventuele (druk-)fouten, onvolledigheden en onvolkomen-heden van deze publicatie.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden ver-veelvoudigd, opgeslagen in een ge-automatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur van Stichting ISSO.

Voorzover het maken van kopieën uit deze publicatie is toegestaan op grond van artikel 16h t/m 16m Au-teurswet 1912 jo het Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp).

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or trans-mitted in any form by any means, electronic, mechanical, photocopy-ing, recording or otherwise, without the written permission of the foundation ISSO.

Op alle publicaties van Stichting ISSO zijn de Algemene Leverings-voorwaarden van toepassing. Deze kunt u lezen op www.isso.nl of opvragen bij Stichting ISSO.

aanvullingen en eventuele er-rata zijn te raadplegen via onze website: www.isso.nl

Eventuele opmerkingen en vragen kunnen doorgegeven worden aan ISSOPostbus 577 3000 AN Rotterdame-mail: [email protected]

© Stichting ISSO – Rotterdam, september 2009

voor Meer INForMatIe kIJk oP WWW.ISSo.NL

ISSo-PuBLIcatIeS 7 Grondleidingen voor warmtetransport (1979) 8 Berekening van het thermische gedrag van gebouwen bij zomerontwerp-

condities (1985)11 Warmteterugwinning (1982)12 Verkort referentiejaar voor buitencondities (1986H)13 Aanbevelingen ter voorkoming van ketelsteenvorming in watervoerende

installaties (1983)14 Zonneboilers; ontwerp, uitvoering en advisering (1992H)16 De jaarlijkse warmtebehoefte van woningen, energiegebruikberekening

per vertrek en totaal (1987)17 Luchtkanaalberekening (1993H)18 Leidingnetberekening (1987)19 Thermisch binnenklimaat, aanbevelingen (1991)20 Energiegebruik in kantoorgebouwen (1987)21 Berekening van het energiegebruik voor klimatisering en verlichting van

kantoorgebouwen (1994)22 Energiegebruik in schoolgebouwen (1987)23 Correctieprocedure referentiejaar naar actueel jaar (1988)24 Installatiegeluid, ontwerpaanbevelingen en grondslagen voor geluids-

technische berekeningen aan installaties (1990)25 Leidingisolatie – berekening van de economisch optimale dikte en dikte

ter voorkoming van condensatie (1991)26 Uitwendige corrosie: aanbevelingen ter voorkoming van uitwendige

corrosie in verwarmings- en luchttechnische installatie (1990)27 Luchtfilters in comfortinstallaties (1991)29 Stralingsverwarming in hoge ruimten, indirect systeem (1992)30 Leidingwaterinstallaties in woningen (2004)30.3 ISSO/VNI Richtlijn Waterslag in tapwaterinstallaties (1998)30.4 ISSO-publicatie Warmteterugwinning uit douchewater (2008)30.5 ISSO-publicatie LegionellaCode Woninginstallaties (2008)31 Meetpunten en meetmethoden voor klimaatinstallaties (1995)32 Uitgangspunten temperatuursimulatieberekeningen (1994)34 Stralingsverwarming in hoge ruimten, direct systeem (1994)35 Van automatisering naar gebouwbeheer – Een overzicht van de stand

van zaken (1994)37 Energiewijzer kantoren (1995)38 Handboek warmtepompen voor de gebouwde omgeving (1996)39 Langetermijnkoudeopslag in de bodem (1997)40 Werkplekklimatisering door verdringingsventilatie in een kantoor-

omgeving (1994)43 Concepten voor klimaatinstallaties (1998)44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen (1998)45 Methoden voor energiebesparingberekeningen – Onderbouwing-

methode Energiebesparingfonds (EBF) (1997)46 Ontwerp van individuele hydraulische schakelingen voor verwarmen

van eengezinswoningen (2000)47 Ontwerp hydraulische schakelingen voor koelen (2005)48 Klimaatplafonds/Koelconvectoren: richtlijnen voor ontwerp en

uitvoering (2008)49 Vloer-/wandverwarming; vloer-/wandkoeling (2005)50 Ontwerptechnische kwaliteitseisen voor warmwaterverwarmings-

installaties (2008)51 Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen (2009)52 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties (2009)53 Dimensionering verwarmingsinstallaties U-bouw (2002)54 Energie Diagnose Referentie (EDR) (losbladig) (2003)55 Tapwaterinstallaties in woon- en utiliteitsgebouwen (2001)55.1 Handleiding legionellapreventie in leidingwater (2005)55.2 Handleiding zorglicht legionellapreventie (2005)55.3 Legionellapreventie in klimaatinstallaties (2008)55.4 Handleiding alternatieve technieken in collectieve leidingwate r-

installaties (2008)55.5 Handleiding beheer en onderhoud in collectieve leidingwaterinstallaties

(2008)56 Inregelen van ontwerpvolumestromen in individuele verwarmings-

installaties in woningen (2002)57 Warmteverliesberekening voor industriegebouwen (2002)58 Luchtverwarming woningbouw (2004)59 Grote zonneboilers (2001)60 U- en R- Waarden (2005)61 Kwaliteitseisen ventilatiesystemen woningen (2001)62 Gebalanceerde ventilatie en wtw in woningen (2003)

64 Kwaliteitseisen isoleren (2002)63 Beheer en Onderhoud ventilatiesystemen in woningen en woon-

gebouwen (2008)65 Inregelen van ontwerpvolumestromen in warmwaterverwarmings-

installaties (2004)66 Vermogen van radiatoren en convectoren in praktijksituaties (2001)

(Herziening ISSO 1)67 PvE Elektrotechnische veiligheid & bedrijfszekerheid (2007)68 Energetisch optimale stook- en koellijnen (2002)69 Model voor de beschrijving van de werking van een klimaatinstallatie

(2002)70.1 Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens (2008)70.2 Individuele behandeling van afvalwater (IBA) (2000)70.3 Grijswater binnen de perceelgrens (2002)71 Optimale warmte opwekkingsinstallaties (2003)72 Ontwerpen van individuele en klein elektrische warmtepompsystemen

(2005)73 Ontwerp en Uitvoering van Verticale Bodemwarmtewisselaars (2005) 74 Thermisch behaaglijkheid - eisen voor de binnen temperatuur in

gebouwen (2004)75 Handleiding Energieprestatie-Advies Utiliteitsgebouwen (2007) (3delen)76 Montage- en materiaalspecificaties voor warmwater-verwarmingsinstal-

laties (2005)77 Installaties voor Levensloopbestendig Wonen: functie, ontwerp en

uitvoering (2004)78 Handleiding Zonnestroom voor ontwerper en installateur (2006)79 Inspectie en Onderhoud van Noodverlichtingsinstallaties (2004)80 Handboek integraal ontwerpen van collectieve installaties met warmte-

pompen in de woningbouw (2007)81 Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor

utiliteitsgebouwen (2007)82 Handleiding Energieprestatie-Advies Woningen (2007) (3 delen)83 Een helder licht op werkplekverlichting (2006)86 Kwaliteitseisen voor warmtetechnische en CO2-installaties in tuinbouw-

kassen (2007)87 Kwaliteitseisen voor watertechnische installaties in tuinbouwkassen

(2007)88 Kwaliteitseisen voor de constructie van tuinbouwkassen (2007)89 Binnenklimaat scholen (2008) dIverSeN (voor overige producten zie www.isso.nl)NTR 3216 Binnenriolering richtlijn voor ontwerp en uitvoering (2008)(te bestellen bij NEN, 015-269 03 90)900 Verdringingsventilatie (2004)901 Binnenmilieu en productiviteit in kantoren (2007)GIW Ontwerp- en montageadviezen, Nieuwbouw, eengezinswoningen en

appartementen (2008)HBK Handboek Installatietechniek (2002) ISSo-kLeINtJeSHandleiding Kleintje Water (2003)Handleiding Kleintje Inregelen (2004)Handleiding Kleintje Vloerverwarming (2005)Handleiding Kleintje Warmteverlies voor woningen (2005)Handleiding Kleintje Cv (2006)Handleiding Kleintje Binnenklimaat (2006)Handleiding Kleintje U- en Rc-waarden (2007)Handleiding Kleintje Riolering (2008)Handleiding Kleintje Stooklijnoptimalisatie (2008)Handleiding Kleintje GAS (2008)Handleiding Kleintje Legionellapreventie (2008)Handleiding Kleintje Ventilatie (2009)Handleiding Meetmethoden Elektrotechniek (2009) INStructIeMateraaL IBnv Instructieboek Noodverlichting (2006) IBmkls Instructieboek Montage- en verwerkingsrichtlijn kunststof leiding-

systemen sanitair (2008) IBM Instructiebladen voor monteurs gebaseerd op Kleintje Riolering (2008)IBhs Instructieboek Ontwerpen van sanitaire installaties (2008)IBemo Instructieboek EMO, module 1 en 2 IBpq Instructieboek Power Quality (2009)IBwp Instructieboek Warmtepompen (6 delen) (2009)

ISSo-uItgaveN

O p l e i d i n g s - e n

o n t w i k k e l i n g s f o n d s

v o o r h e t T e c h n i s c h

I n s t a l l a t i e b e d r i j f

ISBN: 978-90-5044-184-1

ISSO-publicatie 52

Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

ISSO- publicatie 52 3 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

INHOUDSOPGAVE

Samenvatting 5

Symbolenlijst 7

Grafische symbolenlijst 9

Begrippenlijst 11

1 Inleiding 13

1.1 Aanleiding 13

1.2 Doelstelling 13

1.3 Scope 13

1.4 Opbouw publicatie 14

2 Inregelen in theorie 15

2.1 Inleiding 15

2.2 Balanceren (Instellen van de luchtkleppen) 15

2.3 Vertoeren van de ventilator 17

3 Meten aan roosters en kanalen 19

3.1 Inleiding 19

3.2 Roostermeting 19

3.2.1 Meetinstrumenten 19

3.2.2 Eindpuntuitvoeringen 20

3.3 Kanaalmeting 21

3.3.1 Meetinstrumenten 21

3.3.2 Kanaalmeting rond kanaal 23

3.3.3 Kanaalmeting rechthoekig kanaal 26

4 Vertoeren ventilator 29

5 Inregelen in de praktijk 33

5.1 Proportionele inregelmethode 33

5.2 Trial & error methode 36

6 Systemen met volumeregelaars 37

6.1 CAV-regelaars 37

6.1.1 Algemeen 37

6.1.2 Inregelen 37

6.2 VAV-regelaar 37

6.2.1 Algemeen 37

6.2.2 Meten van de VAV-regelaar 38

6.2.3 Inregelen 38

6.3 VAV-inductieunits 40

6.3.1 Algemeen 40

6.3.2 Inregelen 40

7 Systemen met ventilatorconvectoren 43

7.1 Algemeen 43

7.2 Inregelen 44

7.2.1 Gescheiden systemen 44

7.2.2 Primair systeem aangesloten op de zuigzijde van de ventilatorconvector 44

7.2.3 Primair systeem aangesloten op de perszijde van de ventilatorconvector 44

8 Rapportage 47

8.1 Inregelverklaring 47

8.2 Meet- en inregelrapport 47

9 Nazorg 51

ISSO- publicatie 52 4 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

10 Ontwerpaanbevelingen 53

11 MKK-structuur 55

11.1 Opzet MKK 55

11.1.1 Fases 55

11.1.2 Kwaliteitbeheeraspecten 56

11.1.3 Matrix 56

11.2 Overzicht ingevulde cellen 58

11.3 Celinhoud en specificatiebladen 58

11.4 Opbouw specificatiebladen 60

Specificatiebladen 63

IV. Realisatiefase 63

IV.0-1 Algemeen 63

IV.1-1 Organisatorische aspecten 64

IV.2-1 Inregelproces 65

IV.3-1 Inregeleisen 66

IV.4-1 Methodes 68

IV.4-2 Meetinstrumenten 69

IV.8-1 Inregelrapportage 71

IV.9-1 Ontwerp- en implementatie-ervaringen 74

V. Beheerfase 75

V.1-1 Taken 75

V.2-1 Installatiedossier en klachtenregister 76

V.3-1 Periodieke controle 77

V.4-1 Luchtzijdig inregelen 78

V.8-1 Dossiers 81

V.9-1 Ontwerp- en implementatie-ervaringen 82

Bijlage A Dichtheid van vochtige lucht in kg/m3 83

Bijlage B Voorbeeld van een meet- en inregelrapport 85

Bijlage C Voorbeeld van een inregelverklaring 107

ISSO- publicatie 52 5 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

SAMENVATTING

Deze publicatie heeft tot doel de technicus van een installatiebedrijf of een installatiebeheerder een over-zichtelijke en praktische methode te bieden voor het luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties in utili-teitsgebouwen.

De gepropageerde inregelmethode is de proportio-nele inregelmethode. De theorie van deze methode wordt behandeld, waarna met voorbeelden wordt aangegeven hoe deze methode in de praktijk wordt opgeschaald naar samengestelde installaties die uit meerdere modulen bestaan. Een goed begrip van de theorie maakt dit proces van opschalen eenvoudiger en overzichtelijker en ook worden daarmee de voor-waarden duidelijk die deze inregelmethode stelt aan het ontwerp en de uitvoering van de installatie. Wordt aan deze voorwaarden niet voldaan, dan kan worden teruggevallen op de trial & error-methode. Met deze laatste methode kan een evengoed resultaat worden bereikt, maar wel ten koste van veel meer tijd en inspanning.

Er wordt speciaal aandacht besteed aan regelaars (constant volumeregelaars en variabel volumerege-laars met en zonder inductie) omdat deze regelaars specifieke eisen stellen. Indien aan deze eisen niet wordt voldaan is de werking van deze regelaars niet zoals gewenst. Ook wordt de ventilatorconvector (fan-coilunit) behandeld.

Om vast te stellen of een installatie ingeregeld kan worden wordt het begrip 'inregelgereed' geïntrodu-ceerd. Hieraan is een afvinklijst verbonden. Indien deze lijst niet compleet is zijn voorbereidende werk-zaamheden nodig voordat met inregelen kan worden begonnen.

Voor de rapportage van het inregelproces worden twee rapportageformaten gegeven. Het eerste is een compleet meet- en inregelrapport waarin de installatie schematisch wordt opgenomen met daarin aangege-ven de meetpunten. Alle kanaal- en roostermetingen worden in dit rapport opgenomen. Voor het opnieuw inregelen van een bestaande installatie waaraan geen wijzigingen zijn doorgevoerd kan eventueel worden volstaan met een inregelverklaring. In een inregelver-klaring worden alleen die metingen opgenomen die meer dan 5% afwijken van de ontwerphoeveelheid.

Voor de beheersfase van de installatie worden aan-dachtpunten genoemd waarmee kan worden vastge-steld of de installatie nog in balans is. Er wordt aanbevolen in het onderhoudsschema met dat doel steekproeven op te nemen.

Tenslotte worden er aanbevelingen gedaan voor het ontwerpen van inregelvriendelijke installaties. Het inregelen van deze installaties kan zo efficiënt moge-lijk verlopen en een optimaal werkpunt voor de instal-latie opleveren in termen van energie en comfort.

ISSO- publicatie 52 6 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

ISSO- publicatie 52 7 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

SYMBOLENLIJST

A oppervlakte kanaaldoorsnede [m2]

BF betrouwbaarheidsfactor [%]

D diameter [mm]

Dh hydraulische diameter [mm]

k klepcoëfficiënt vastgesteld bij een drukval van 1 Pa, ook geleidingsvermogen of doorstromingsfactor

[l/s]

Lp geluidsdrukniveau [dB]

n toerental [omw/min]

P vermogen [kW]

p, Δp druk, drukverschil [Pa]

q luchtvolumestroom [m3/h]

Re Reynoldsgetal [-]

s standaardafwijking [-]

v luchtsnelheid [m/s]

ρlucht soortelijke massa van lucht [kg/m3]

ν kinematische viscositeit [m2/s]

ISSO- publicatie 52 8 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

ISSO- publicatie 52 9 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

GRAFISCHE SYMBOLENLIJST

Ventilatorsectie

Ventilator

2-Toeren ventilator

Dakventilator centrifugaal

Dakventilator axiaal

Filter

Druppelvanger

Geluiddemper

Verwarmingsblok

Koelblok

Bevochtiger

Constant volumeregelaar

Variabel volumeregelaar

VAV-inductie-unit

Ventilatorconvector (fancoil)

CAV

VAV

VAV

+

-

Eindpunt/rooster

Rooster

Wervelrooster

Lijnrooster

Lamellenrooster

Motorgestuurd klepregister

Elektromotor

Inregelklep

Motorgestuurde klep

Kanaal

Warmtewiel

Kruisstroomwarmtewisselaar

Warmteterugwineenheid

Meetpunt

wtw

ISSO- publicatie 52 10 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

ISSO- publicatie 52 11 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

BEGRIPPENLIJST

AftoerenZie vertoeren.

BalancerenLuchtstromen in kanalen of roosters met elkaar in de gewenste verhouding brengen.

BalometerMeetinstrument, zie hoofdstuk 3.2.1.

BetrouwbaarheidsfactorUit meerdere metingen berekende factor die een maat is voor de nauwkeurigheid van een kanaalmeting.

CAVConstant Air VolumeRegelklep die onder de juiste drukcondities een con-stante luchtstroom handhaaft.

DrukhiërarchieOnderlinge verhouding van drukniveau's.

DrukvereffeningHet verschijnsel dat het drukverlies over 2 parallelle kanalen zich op een zelfde waarde instelt.

Dynamische drukDruk veroorzaakt door de snelheid van de lucht-stroom, zie ook totale druk.

FaalkostenNazorgkosten veroorzaakt door fouten begaan in ont-werp-, installatie- en oplevertraject.

FancoilunitVentilatorconvectorunit, zie aldaar.

GloeidraadanemometerMeetinstrument, zie hoofdstuk 3.2.1.

InductieunitModule die lucht uit het luchtkanaal mengt met ruim-telucht en vervolgens in de ruimte brengt.

InregelgereedInstallatie voldoet aan alle voorwaarden gesteld voor het inregelen.

InregelverklaringVerklaring dat de installatie is ingeregeld zodanig dat de luchthoeveelheden binnen een bepaalde afwijking voldoen aan de ontwerpwaarden.

k-waardeKlepcoëfficiënt [l/s] vastgesteld bij een drukval van 1 Pa, ook geleidingsvermogen of doorstromingsfactor.

LBKLuchtbehandelingskast.

Meet- en inregelrapportRapport met alle relevante meetgegevens uit het inre-gelproces.

MeetkokerMeetinstrument, zie hoofdstuk 3.2.1.

MeetkruisDrukmeetinstrument dat de gemiddelde druk over een oppervlak meet. Zie hoofdstuk 3.2.1.

ModuleKanaaldeel met een instelklep en één of meerdere roosters (eindpunten) en/of andere modulen, zie afbeelding 5.1.

NuldrukcompensatiemeterMeetinstrument, zie hoofdstuk 3.2.1.

OptoerenZie vertoeren.

PitotbuisMeetinstrument ter bepaling van statische en totale druk.

Proportionele methodeInregelmethode waarbij installatiedelen met elkaar in de juiste verhouding worden gebracht waarna door vertoeren van de ventilator de juiste luchthoeveelheid wordt ingesteld.

ReferentieroosterEindpunt dat gekozen wordt als uitgangspunt voor het balanceren van een module.

RoosterAfwerking van het eindpunt van een luchtkanaal waar-door lucht in de ruimte wordt gebracht of uit de ruimte wordt afgevoerd. In deze publicatie ook gebruikt als algemene term voor eindpunt.

Statische drukDruk in een luchtkanaal indien er geen luchtstroming zou zijn, zie ook totale druk.

Totale drukSom van statische druk en dynamische druk.

Trial & errorInregelmethode.

ISSO- publicatie 52 12 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

VAVVariable Air VolumeRegelklep die onder de juiste condities een grootheid (temperatuur, druk, CO2-niveau,..) handhaaft door de grootte van de luchtstroom te wijzigen.

VentilatorconvectorunitModule met ventilator en warmtewisselaar die ver-warmde of gekoelde lucht in een ruimte brengt en gedeeltelijk recirculeert.

VertoerenWijzigen van de draaisnelheid van de ventilator bij-voorbeeld door het wijzigen van poeliediameters of toerenregeling.

VleugelradanemometerMeetinstrument, zie hoofdstuk 3.2.1.

ISSO- publicatie 52 13 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

1 INLEIDING

1.1 AANLEIDINGBij oplevering en ingebruikname van utiliteitsgebou-wen komt het voor dat installaties niet of onvoldoende zijn ingeregeld, d.w.z. de luchthoeveelheid is niet in overeenstemming met de ontwerpwaarden. Ook in bestaande installaties komt dit met enige regelmaat voor als gevolg van bijvoorbeeld indelingsveranderin-gen of loszittende borgingen. Ondeskundige klach-ten- of storingsafhandeling verergert de ontregeling dan nog.

Problemen ten gevolge van het niet of onvoldoende inregelen van installaties zijn o.a.:

Slecht comfort;Geluidsklachten;Te hoog energiegebruik;Verlies van drukhiërarchie;Traag opstarten;Onvolledig benutten van het geïnstalleerd ver-mogen.

In de huidige praktijk zijn slecht comfort en geluids-klachten de hoofdredenen om in te regelen.

Slecht comfort ontstaat bij een slecht ingeregelde installatie door te veel of te weinig inblaaslucht.

Geluidsklachten worden meestal veroorzaakt door-dat er teveel lucht door kanalen en roosters stroomt. Dit kan leiden tot afdichten van roosters, wat weer leidt tot een slecht comfort en problemen elders in de installatie.

Een te hoog energiegebruik ontstaat meestal door teveel lucht, waardoor enerzijds het elektriciteitsge-bruik van de ventilator(en) hoger is en anderzijds het teveel aan lucht ook geklimatiseerd (gekoeld, ver-warmd, bevochtigd, ..) moet worden en daardoor meer energie vraagt. Daarnaast wordt slecht comfort vaak lokaal gecompenseerd, wat ook weer extra energiege-bruik betekent. Energiegebruik is tot nu toe echter zel-den een doorslaggevend argument voor inregelen. De verwachting is dat onder aanvoering van nationale overheden meer druk komt op het energiegebruik, waardoor dit argument als criterium voor goed inrege-len belangrijker wordt.

Verlies van drukhiërarchie kan ook aanleiding zijn om in te regelen. Als de drukverhouding tussen ruim-ten zodanig is dat de luchtstromen in het gebouw anders zijn dan ontworpen kan dit leiden tot proble-men. Aansprekende voorbeelden zijn toilet en keuken. Als vanuit deze ruimten lucht het gebouw ingaat, dan is dat direct merkbaar en zal dan leiden tot klachten.

Een onjuiste luchthoeveelheid betekent dat de ruimte of het bouwdeel niet optimaal geklimatiseerd wordt en dat kan leiden tot traag opstarten.

Een onjuiste luchthoeveelheid kan ook leiden tot het onvolledig benutten van het geïnstalleerd vermo-gen.

Het goed luchtzijdig inregelen van een installatie is ook van belang voor het kunnen toepassen van andere ISSO-publicaties. In dit kader is ISSO-publicatie 68 'Energetisch optimale stook- en koellijnen' een goed voorbeeld. Het toepassen van deze publicatie heeft alleen zin als luchtzijdig goed ingeregeld is.

1.2 DOELSTELLINGDeze publicatie heeft tot doel de technicus van een installatiebedrijf of een installatiebeheerder een over-zichtelijke en praktische methode te bieden voor luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties in utili-teitsgebouwen. Om dit doel te bereiken wordt de theorie achter de methoden uitgelegd en zijn de methoden zodanig beschreven dat de toepassing van de juiste methode wordt bevorderd en het inregelen efficiënt kan worden uitgevoerd. Daarmee wordt het inregelresultaat beter, waardoor het comfort goed is, het energiegebruik van de installatie geminimaliseerd wordt en de faalkosten worden verminderd.

1.3 SCOPEDe publicatie is geschikt voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw. Het meet- en inregelrapport dient om aan te tonen dat de luchthoeveelheden in over-eenstemming zijn met de ontwerpwaarden.

Regelmatig wordt gesteld dat inregelen van een instal-latie met regelaars (CAV of VAV) niet nodig is. De prak-tijk heeft geleerd dat inregelen wel degelijk noodzakelijk is. Het toepassen van regelaars legt eisen op in termen van druk en volume. Indien hier niet aan wordt voldaan zullen de regelaars niet goed werken.

Uitgangspunten voor het toepassen van de inregel-methoden is dat het ontwerp van de installatie goed is en dat de installatie 'inregelgereed' is. Dit betekent:

Ontwerpgegevens zijn beschikbaar;De bedrijfsvoering laat inregelen toe, d.w.z. installatie(delen) en ruimten zijn toegankelijk;Kanalen en kleppen zijn fysiek toegankelijk;Er heeft een montage-inspectie van de installa-tie plaatsgevonden:

- Compleetheid (is alles aanwezig?);- Afwezigheid van de transportbeveiligin-

gen (zijn ze verwijderd?);- Montage volgens ontwerp (zit alles op de

goede plek?);- Montage volgens fabrieksspecificaties (is

een onderdeel goed geïnstalleerd?);- Luchtdichtheidstest uitgevoerd van de

installatie in het werk en controlerapport aanwezig?

Patrooninstelling van de roosters en/of inblaas-units is uitgevoerd (de uitblaasrichting is inge-steld conform de ontwerpspecificaties);

ISSO- publicatie 52 14 Luchtzijdig inregelen van klimaatinstallaties

Alle kleppen (ook de brandkleppen) staan maxi-maal open;Software voor aansturing en regeling is opera-tioneel;Regelingen, die de luchtvolumestroom kunnen beïnvloeden zijn geblokkeerd:

- CAV-regelaars staan ingesteld volgens ontwerpwaarden;

- VAV-regelaars staan op maximaal gestuurd;

- Mengluchtregelingen staan op 'niet-rege-lend';

- De ventilator staat in de vollaststand (ont-werpsituatie) of op het ontwerptoerental met uitgeschakelde toerenregeling.

De volgende inregelmethoden worden onderschei-den:

Proportionele methode;Trial & error (meten en instellen);Voorinstelmethode;Compensatiemethode.

Deze publicatie betreft hoofdzakelijk de proportionele methode en aanvullend wordt de methode van trial & error ook toegelicht.

De voorinstelmethode wordt in principe alleen toege-past voor waterzijdig inregelen, zie ook ISSO-publica-tie 56: Inregelen van ontwerpvolumestromen in individuele verwarmingsinstallaties in woningen.

De compensatiemethode is erg arbeidsintensief en geeft geen substantieel beter resultaat dan de propor-tionele methode en is daardoor geen gelijkwaardig alternatief. Derhalve worden deze laatste twee metho-den in deze publicatie niet behandeld.

De voorbeelden in deze publicatie hebben alle betrek-king op luchttoevoersystemen. Het inregelen van luchtafvoersystemen geschiedt op identieke wijze. De hier beschreven methoden kunnen hiervoor recht-streeks worden toegepast.

Opmerking: Deze publicatie is gericht op installaties in utiliteitsgebouwen, maar is in principe ook geschikt voor woninginstallaties.

Lezers van deze publicatie kunnen aanvullende infor-matie vinden in:

ISSO-publicatie 17: Richtlijnen voor ontwerp, uitvoering, onderhoud en beheer van luchtka-naalsystemen;ISSO-publicatie 31: Meetpunten en meetme-thoden voor klimaatinstallaties (hiernaar wordt in deze publicatie verwezen);ISSO-publicatie 56: Inregelen van ontwerpvolu-mestromen in individuele verwarmingsinstalla-ties in woningen;ISSO-publicatie 65: Inregelen van ontwerpvolu-mestromen in warmwaterverwarmingsinstalla-ties;

ISSO-publicatie 68: Energetisch optimale stook- en koellijnen.

1.4 OPBOUW PUBLICATIEDeze publicatie is vooral gericht op de proportionele methode. Een goed begrip van deze methode maakt het toepassen daarvan een stuk eenvoudiger, vooral in afwijkende situaties. Daarom is de theorie achter deze methode niet in een bijlage geplaatst maar wordt deze behandeld in hoofdstuk 2. Aandachtspunten zijn het instellen van de juiste luchtklepstanden en de nood-zaak tot vertoeren van de ventilator.

In hoofdstuk 3 wordt het uitvoeren van metingen aan roosters en in ronde en rechthoekige kanalen behan-deld. Ook daarvoor benodigde meetapparatuur wordt beschreven.

Hoofdstuk 4 is gewijd aan het vertoeren van de venti-lator.

In hoofdstuk 5 wordt de praktische kant van het inre-gelen belicht. Het belangrijkste onderdeel is propor-tioneel inregelen, maar ook de methode van trial & error wordt toegelicht.

Hoofdstuk 6 behandelt luchtinstallaties met volumere-gelaars zoals CAV-regelaars, VAV-regelaars en VAV-inductie-units.

Omdat ventilatorconvectoren aparte aandachtspun-ten kennen worden deze behandeld in hoofdstuk 7.

Hoofdstuk 8 betreft de rapportage na het inregelen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een meet- en inre-gelrapport en een inregelverklaring.Het meet- en inregelrapport wordt gebruikt om aan te tonen dat de luchthoeveelheden in overeenstemming zijn met de ontwerpwaarden. Het bevat daartoe onder meer een overzicht van alle meetwaarden.Een inregelverklaring is een verklaring dat is ingere-geld conform deze publicatie. Dit houdt in dat alle luchthoeveelheden binnen de gestelde nauwkeurig-heid voldoen aan de ontwerpspecificatie. De metin-gen worden niet opgenomen in de verklaring. Afwijkingen worden afzonderlijk gedocumenteerd.

Hoofdstuk 9 beschrijft in het kader van nazorg een aantal uit te voeren controles. Uitgangspunt hierbij is dat nazorg het controleren van een bestaande installa-tie in een bestaande situatie betreft, waarbij geen ver-anderingen of aanpassingen hebben plaatsgevonden.

In hoofdstuk 10 ten slotte zijn ontwerpaanbevelingen gegeven, d.w.z. maatregelen waardoor het inregelen en het controleren/handhaven van de balans in de installatie worden gefaciliteerd.