pp thema 8

26
Het skelet • Vier functies: – Stevigheid – Bescherming – Beweging – Vorm

Upload: mevr-pasma

Post on 20-Aug-2015

408 views

Category:

Documents


5 download

TRANSCRIPT

Page 1: Pp thema 8

Het skelet

• Vier functies:– Stevigheid– Bescherming – Beweging – Vorm

Page 2: Pp thema 8

Typen botten

• Je skelet bestaat uit twee typen botten– Pijpbeenderen– Platte beenderen

Page 3: Pp thema 8

Pijpbeenderen

• Ledematen– Tussen de koppen van de botten

zit de mergholte• Hierin zit geel beenmerg• In geel beenmerg is vet opgeslagen

– In de holten in de koppen zit rood beenmerg• Rood beenmerg vormt bloedcellen

Page 4: Pp thema 8

Platte beenderen

• Schedel en romp– Ook in platte

beenderen zit rood beenmerg, maar geen geel beenmerg!

Page 5: Pp thema 8

Basisstof 2 Weefsels

• Kraakbeenweefsel– Cellen liggen bij elkaar in de celstof, daarom– sterk en buigzaam

• Beenweefsel– Cellen liggen in kringetjes rondom de bloedvaten,

deze bloedvaten zijn kanalen. Dit maakt het steviger.

– In beenweefsel zitten twee belangrijke stoffen:

Page 6: Pp thema 8

Basisstof 3 Beenverbindingen

• Naadverbinding geen beweging biedt bescherming

• Vergroeid geen beweging, een geheel, geen beweging

• Kraakbeenverbinding beetje beweging, bijvoorbeeld vergroten van je borstkast

• Gewrichten veel beweging, bijvoorbeeld je armen en benen.

Page 7: Pp thema 8

Gewricht

• Een gewricht verbind twee botten met elkaar. En is opgebouwd uit verschillende onderdelen: – Gewrichtskogel– Gewrichtskom– Laagje kraakbeen– Gewrichtskapsel– GewrichtssmeerEr om heen zitten kapselbanden, zodat alles op zijn

plek blijft.

Page 8: Pp thema 8
Page 9: Pp thema 8

Gewrichten

• Typen gewrichten • Er zijn drie typen: – Kogelgewricht De kogel van het ene bot draait in de

kom van het andere bot. Bijvoorbeeld je schoudergewricht

– Rolgewricht Het ene bot draait in de lengteas om het andere bot. Bijvoorbeeld ellepijp en spaakbeen.

– Scharniergewricht Het ene bot beweegt als een scharnier ten opzichte van het andere bot.

Page 10: Pp thema 8

Spieren

• Doordat er spieren in je lijf zitten kun je bewegen. • Je spier zit met pezen

vast aan het bot. Een spier bestaan uit een paarOnderdelen:- Spierschede- Spierbundels- Spiervezels- bindweefsel

Page 11: Pp thema 8

Verbranding

Spieren kunnen samentrekken, pezen nietDoor samen te trekken kun je inspanning

leveren. Hier is veel zuurstof en energie nodig. Ook komen er bij een grote inspanning veel afvalstoffen vrij.

Als een spier samentrekt wordt hij korter, de spier trekt dan het bot mee in de beweging

Spierpijn

Page 12: Pp thema 8

Biceps en triceps

• In je bovenarm zitten twee spieren die samenwerken, dit noem je antagonisten.

• Om je bovenarm te buigen trekt de biceps aan. Dit is je armbuigspier

• Om je bovenarm weer te strekken gebruik je de triceps. Dit is je armstrekspier.

• Antagonisten

Page 13: Pp thema 8

Donderdag 6 juni 2013

• Herhaling• Cijfers• Uitleg basisstof 5 en 6• Aan de slag• Huiswerk

Page 14: Pp thema 8

Lichaamshouding

• Een van de pijnen die het meeste voorkomt in Nederland is rugpijn.

• Een goede lichaamshouding heeft een positieve houding op klachten.

Page 15: Pp thema 8

Wervelkolom

• De wervelkolom bestaat uit wervels, hier zit kraakbeen tussen. De tussenwervelschrijven.

• Hierdoor is er een beetje beweging mogelijk en het zijn schokdempers.

• De wervelkolom heeft een dubbele S vorm en wordt in stand gehouden door rugspieren.

Page 16: Pp thema 8

Houding

• Een slechte houding maakt dat je wervelkolom verkeerd belast wordt. Je staat bijvoorbeeld scheef dan wordt de ene kant zwaarder belast dan de andere kant.

• Een ander gevaar is het in de knel komen van zenuwen in door kapotte of beschadigde tussenwervelschijven.

Page 17: Pp thema 8

Beweging

• Lichaamsbeweging is goed en zorgt bijvoorbeeld voor: – Conditie– Minder blessures – Ontspanning– Minder kans op letsel

Page 18: Pp thema 8

Blessures

• Een blessure zit in een klein hoekje. • Spierpijn heb je zomaar en is vaak binnen een

halve week over.• De meeste blessures worden opgelopen met

sporten.• Je kunt met sporten blessures oplopen aan

spieren, bote, gewrichten en pezen.

Page 19: Pp thema 8

Blessures aan spieren

• Spierpijn, krijg je vaak bij meer inspanning dan normaal. Kort van duur

• Spierscheuring, komt door een te sterke inspanning of een plotselinge beweging

• Spierkramp, dit is het allemaal tegelijk samentrekken van alle spiervezels in een spier. Hierdoor kun je de spier niet strekken.

Page 20: Pp thema 8

Blessures aan botten

• Een botbreuk is een veel voorkomende blessure aan een bot.

• Voetballers breken meestal het kuitbeen of scheenbeen. Wielrenners hun sleutelbeen.

• Om te genezen moeten de botten weer in elkaar groeien. Soms moeten ze in de goede stand gezet worden. Als dat met gips niet lukt dan worden er schroeven gebruikt.

Page 21: Pp thema 8

Voetbalknie

• Is het lichaam draait en je been blijft staan.

• Meniscus is het kraakbeen in je knie.

• Gewrichtskapsel en de kapselbanden (kniebanden of de kruisbanden) zijn ook beschadigd. Knie

Page 22: Pp thema 8

Kneuzing

• Bij een kneuzing is er een beschadiging aan het weefsel zonder dat er iets is gescheurd of gebroken.

• Een kneuzing komt vaak door een stomp, een trap of een stoot.

• Het weefsel zwelt op door een inwendige bloeding en er hoopt zich vocht op in ht weefsel. Je ziet een blauwe plek, dit is een bloeduitstorting.

Page 23: Pp thema 8

Verzwikking

• Verzwikking ofwel verstuiking, is het uitrekken van het gewrichtskapsel of de kapselbanden.

• Bij ernstige verzwikking kun je de banden ook scheuren.

Page 24: Pp thema 8

Ontwrichting

• Bij ontwrichting schiet de gewrichtskogel uit de gewrichtskom.

• Dit gebeurd bijvoorbeeld als je verkeerd op je arm of been valt. Hij schiet dan uit de kom.

Page 25: Pp thema 8

Tennisarm

• Bij een tennisarm zijn de aanhechtingsplaatsen van de spieren ontstoken.

• Deze ontstekingen komen vaak door overbelasting van de spier.

• Het is te genezen met rust.

Page 26: Pp thema 8

RSI

• Repetitive strain injury• RSI