resultaten panteia-effectenaccijnsverhoging
TRANSCRIPT
ir. Wim Scheltes, drs. Frans Pleijster, drs. Klaas Bangma
Dit rapport is uitgebracht aan de Koninklijke Slijtersunie te Eindhoven.
Kenmerk R20130063/C10374/WSC/MDU
DEFINITIEVE VERSIE
Zoetermeer, juni 2013
© Het gebruik van cijfers en/of tekst uit dit rapport is uitsluitend toegestaan na
schriftelijke toestemming van de Koninklijke Slijtersunie.
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 3 19 juni 2013
Inhoudsopgave
1 INLEIDING 4
2 WAARGENOMEN ONTWIKKELINGEN 6
2.1 Consumptie 6 2.2 Verkoopprijs 8 2.3 Accijnzen: opbrengsten en tarief 9
3 BEREKENING PRIJSELASTICITEIT 10
3.1 Regressieanalyse 10 3.2 Prijselasticiteit 11 3.3 Samengevat 11
4 VERANDERINGEN 12
4.1 Prijsverandering voor de consument 12 4.2 Verandering in afzet en consumptie 13 4.3 Verandering bestedingen consumenten 14 4.4 Verandering accijnsopbrengsten 14 4.5 Verandering BTW-opbrengsten 16 4.6 Opbrengstverandering voor de overheid 17
5 VERANDERING VOOR SLIJTERIJEN 18
5.1 Verandering bedrijfsopbrengst 19 5.2 Verandering arbeidsproductie en werkgelegenheid 19 5.3 Algemeen 20
6 ALGEMEEN BEELD 22
BIJLAGE 1 TOELICHTING OP BEGRIPPEN 24
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 4 19 juni 2013
1 Inleiding
De Koninklijke Slijtersunie heeft Panteia gevraagd onderzoek te doen naar de
effecten van de recente en voorgenomen verhogingen van accijns en BTW op
gedistilleerde dranken. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar de prijs van
gedistilleerde producten, de hoogte van besteding aan gedistilleerde producten,
de hoogte van de accijns- en BTW-opbrengsten en naar de werkgelegenheid in
de slijtersbranche. Dit rapport beschrijft de onderzoeksopzet en de resultaten.
���� ACHTERGROND
Afgelopen 1 januari 2013 is via de wet “uitwerking fiscale maatregelen” (UFM)
een accijnsverhoging van 6% ingevoerd voor gedistilleerde dranken. Dat komt in
de praktijk neer op een verhoging van € 15,04 naar € 15,94 gemeten per liter
pure alcohol. In de huidige regeringsplannen is per 1 januari 2014 een verdere
accijnsverhoging van 5% voorzien op gedistilleerde producten. De totale accijns
op één liter pure alcohol komt daarmee uit op € 16,74 voor gedistilleerde
producten.
Over accijns wordt echter ook 21% BTW geheven. De accijnsverhoging á € 1,70
(namelijk van € 15,04 naar € 16,74) per liter pure alcohol, leidt aldus tot een
verhoging van € 2,06 in de verkoopprijs1 per januari 2014. Als de verschillen
gemeten worden ten opzichte van september 2012, toen het BTW-tarief nog 19%
bedroeg, dan is vanuit consumentenoptiek sprake van € 2,36 theoretische
prijsverhoging per liter pure alcohol (namelijk: € 16,74*121% - € 15,04*119%).
���� GEVOLGEN VAN ACCIJNSVERHOGING
De regering verwacht dat de accijns- en BTW-verhoging zal leiden tot
verminderde alcoholconsumptie, als gevolg van een hogere consumentenprijs,
alsmede tot hogere accijnsopbrengsten.
De Koninklijke Slijtersunie denkt daarentegen dat accijnsverhoging ingrijpende
gevolgen zal hebben voor de slijtersbranche. Net zoals de regering verwacht de
Slijtersunie een consumptievermindering (aankoop) van gedistilleerde dranken
als gevolg van de accijnsverhoging, maar tevens voorziet de Slijtersunie een
verandering van aankoopkanaal (zoals toenemende aankoop online en groeiende
aankopen over de grens). Dit alles kan negatieve gevolgen hebben voor de
werkgelegenheid bij slijterijen. De accijnsverhoging kan mogelijk zelfs tot
verminderde accijnsopbrengsten leiden, zo denkt de Koninklijke Slijtersunie. Dat
is niet geheel ondenkbaar, verwijzend naar de afgenomen opbrengsten na de
accijnsverhoging in eind 2002.
1) Uitgangspunt: accijnsverhoging wordt volledig doorberekend aan de consument.
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 5 19 juni 2013
���� ONDERZOEKSDOEL
Nagegaan zal worden tot welke effecten de accijnsverhoging zal leiden, waarbij
vooral gekeken zal worden naar:
• het prijsniveau van gedistilleerde producten;
• de consumptie van gedistilleerde producten in Nederland;
• de aankoop van gedistilleerde producten in Nederland;
• de omzet aan gedistilleerde producten bij Nederlandse slijterijen;
• de werkgelegenheid bij slijterijen in Nederland;
• de accijns- en BTW-opbrengsten voor 2013 en 2014 in Nederland.
���� GEBRUIKTE DATA
Bij de uitvoering van dit onderzoek is gebruik gemaakt van publieke data
afkomstig van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en het Ministerie van
Financiën, alsook van data zoals van het HBD (Hoofdbedrijfschap Detailhandel)
en data die door het Productschap Dranken Commissie Gedistilleerd (PDCG) en
de Slijtersunie beschikbaar zijn gesteld.
Door een hoger accijns- en BTW-tarief in Nederland ten opzichte van Duitsland
kunnen consumenten, in de grensstreek, aankoop in een buurland overwegen. Er
is in 2011 onderzoek2 gedaan naar de omvang van deze “aankoop weglek” die
leidt tot lagere verkoop- en accijnsopbrengsten. Panteia zal deze informatie, en
ervaringen in andere sectoren3, gebruiken in de doorrekeningen. De resultaten
uit dit onderzoek zullen eveneens – voor zover mogelijk – worden meegenomen
in de bepaling van de effecten.
Het onderzoek betreft alleen gedistilleerde dranken (dus dranken met een
alcoholpercentage van 15% of hoger, en verkregen door distillatie uit
landbouwproducten. Bekende voorbeelden zijn, in alfabetische volgorde:
brandewijn, cognac, gin, jenever, rum, vieux, whisky en wodka. Dranken die via
vergisting zijn bereid zoals (versterkt) bier of (versterkte) wijn, ook al voldoet
hun alcoholpercentage, vallen niet onder de groep gedistilleerde dranken.
���� LEESWIJZER
In hoofdstuk 2 wordt een indruk gegeven van de ontwikkelingen in de afgelopen
jaren voor wat betreft consumptie, prijs en accijnsopbrengst. Hoofdstuk 3 richt
zich op het bepalen van de prijselasticiteit van de vraag. Op basis van de
gevonden elasticiteit worden in hoofdstuk 4 de effecten van een
verkoopprijsverhoging doorgerekend, zoals verandering van de totale consumptie
en verandering van de accijns- en BTW-opbrengsten. In hoofdstuk 5 komt de
arbeidselasticiteit ter sprake. Gekeken wordt naar de verandering van
bedrijfsopbrengsten door verkoopprijsverhoging van gedistilleerd en naar de
gevolgen daarvan op de werkgelegenheid. Het laatste hoofdstuk geeft een
samenvatting van de resultaten en schetst een algemeen beeld van indirecte
effecten door verkoopprijsverhoging.
2) “Grensoverschrijdende aankoop van drank” (Regioplan, 2011). 3) “Rondje van de buren” (EY, 2011) en “Grenseffectentoets” (Panteia, 2013).
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 6 19 juni 2013
2 Waargenomen ontwikkelingen
Voor dit project wordt gebruik gemaakt van data (jaargegevens) die verkregen
zijn via met name het CBS en het HBD. Centraal in de analyses staan de
begrippen regressieanalyse en vraagelasticiteit. In de bijlage worden deze
begrippen in het kort toegelicht.
Alvorens met analyses te starten, is het van belang een indruk te krijgen van de
ontwikkelingen in de afgelopen jaren wat betreft consumptie, prijs en
accijnsopbrengst.
2.1 Consumptie
Eerst is gekeken naar de afzet van alcohol om een beeld te krijgen van de
consumptietrend. Deze trend4 is dalend (figuur 1). In 2012 bedroeg de totale
afzet, gemeten in liters pure alcohol, ongeveer 65% van die in 1985.
Figuur 1: Totale afzet in pure alcohol (in hectoliter*1000)
Bron: Panteia, 2013
Het gemiddelde alcoholpercentage van alle verkochte gedistilleerde dranken
tezamen is in de afgelopen jaren weinig veranderd. Als daarom de afzet van
gedistilleerd op consumptiesterkte wordt beschouwd, in plaats van pure alcohol,
levert dat een vergelijkbaar trendbeeld.
4) In figuur 1, alsook in alle andere figuren met trends, is de periode 2003-2005
onderstreept. Vanaf 2003 is een scherpe afzetdaling waarneembaar, na invoering
van een significante (+18%) accijnsverhoging. Hierdoor zijn de verkoopprijzen
gestegen. Die accijnsverhoging is per 2006 ongedaan gemaakt. De afzet heeft zich
echter niet hersteld tot het niveau van voor 2003.
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 7 19 juni 2013
Een beter beeld van de alcoholconsumptietrend wordt verkregen door niet het
totaal te beschouwen, maar de consumptie per hoofd van de bevolking. Op die
wijze wordt ook rekening gehouden met de wijziging van de bevolkingsomvang
(van 14,5 naar 16,7 miljoen) in dezelfde periode.
Figuur 2 (zie volgende bladzijde) laat zien dat dit trendbeeld over de periode
1985-2012 eveneens dalend is. In 2012 lag de consumptie per hoofd op 56% van
het 1985-niveau.
Figuur 2: Consumptie per hoofd van bevolking (in liter pure alcohol)
Bron: Panteia, 2013
Over een lange periode vertoont het beeld een dalende consumptietrend. De
dalende trend (zowel het totaal, als per hoofd) in de afgelopen jaren kan duiden
op verminderde interesse in gedistilleerde dranken. Dit kan een gevolg zijn van
substitutie, dat wil zeggen dat de voorkeur verschuift naar andere producten
(bijvoorbeeld wijn wint aan populariteit), maar kan ook veroorzaakt zijn door
toegenomen verkoopprijzen, een afname van de bestedingsruimte en/of de
economische neergang sinds eind 2008.
In de beide voorgaande figuren valt de scherpe afzetdaling en consumptiedaling
op in de periode 2003-2005. In diezelfde periode was sprake van een significante
accijnsverhoging: van € 1.504 naar € 1.775 per hectoliter pure alcohol. Ondanks
dat in 2006 de accijnsverhoging van 2003 ongedaan is gemaakt, hebben de afzet
en consumptie zich niet hersteld tot het niveau van voor 2003. De waargenomen
daling5 lijkt daarom van structurele aard.
Er is geen onderzoek gedaan naar substitutie: bijvoorbeeld de mogelijke
substitutie van consumptie van drank met een alcoholpercentage van 15% of
meer door producten met een lager alcoholpercentage, zoals wijn en premix. In
de periode tussen 1985 en 2012 is de hoofdelijke consumptie van wijn sterk
gestegen. Verder is in die periode het aanbod van wijn en premixen op grotere
schaal tot stand gekomen en is de consumptie van premixen toegenomen.
5) “Grensoverschrijdende aankoop van drank” (Regioplan, 2011).
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 8 19 juni 2013
Er is geen onderzoek geweest dat gericht is op de samenhang tussen de
toegenomen wijn/premixconsumptie en de prijsontwikkeling van gedistilleerde
drank. Gewezen wordt wel op veranderende smaakvoorkeuren mede door de
toenemende ervaring van steeds meer consumenten met wijn. Ook wordt
gewezen op de prijsontwikkeling van wijn die dit product voor een steeds groter
publiek bereikbaar maakt. Ook de invloed van achterliggende maatschappelijke
trends (trends onder jongere consumenten) kan genoemd worden als het gaat
om veranderende consumptiepatronen. Voor het onderhavige onderzoek hebben
wij ons verder niet gericht op een verklaring van de substitutie en ons uitsluitend
gericht op de vraag: “Wat gebeurt er met de consumptie van gedistilleerd
uitsluitend en alleen als gevolg van een toename van de prijs?”.
2.2 Verkoopprijs
De gemiddelde verkoopprijs6 (inclusief BTW) van een fles gedistilleerd vertoont
een trend die tegengesteld is aan de afzet. De verkoopprijs (uitgedrukt in
indexcijfers waarbij jaar 1985=100) is over de periode 1985-2012 met ruim 50%
toegenomen. Het effect van de significante accijnsverhoging in 2003 en de erop
volgende accijnsvermindering vanaf 2006 op de prijs van een fles gedistilleerde
drank zijn in figuur 3 duidelijk zichtbaar.
Figuur 3: Index van gemiddelde verkoopprijs gedistilleerd (jaar 1985=100)
Bron: Panteia, 2013
6) Hierbij is uitgegaan van gegevens van het CBS over de ontwikkeling van de
gemiddelde prijs voor gedistilleerde dranken voor de periode 2005-2012.
Daarnaast is voor de periode 1985–2005 tevens gekeken naar de feitelijke
prijsontwikkeling van een viertal expliciet gemeten producten (whisky, jenever,
vieux, likeur). De prijsontwikkelinginformatie voor deze producten is niet meer
beschikbaar voor de periode na 2005.
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 9 19 juni 2013
De tegengestelde trends van enerzijds consumptie en anderzijds verkoopprijs
lijken verband met elkaar te houden. In het volgende hoofdstuk zal onderzocht
worden of dat ook daadwerkelijk zo is.
2.3 Accijnzen: opbrengsten en tarief
Die afzet- en consumptiedaling van gedistilleerd heeft geresulteerd in een daling
van de totale accijnsopbrengst. Figuur 2.04 (op de volgende bladzijde) laat zien
dat in 2012 de totale opbrengst 33% gedaald is ten opzichte van 1985: van
€ 475 miljoen naar € 319 miljoen. Op de achtergrond is de index (met
jaar 1985=100) van het accijnstarief weergegeven. De eerder genoemde
accijnsverhoging in de periode 2003-2005 (+18% verhoging, van € 1.504 naar
€ 1.775 per hectoliter pure alcohol) is terug te zien in het verloop van de
accijnsopbrengsten.
Figuur 4: Accijnsopbrengst gedistilleerd (Euro*miljoen) en index accijnstarief
█=accijnsopbrengsten █=index accijnstarief
Bron: Panteia, 2013
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 10 19 juni 2013
3 Berekening prijselasticiteit
De getoonde trends in het voorgaande hoofdstuk lijken erop te duiden dat er een
verband bestaat tussen enerzijds de totale afzet van gedistilleerde drank, en
anderzijds de gemiddelde verkoopprijs van een fles gedistilleerd: naarmate de
verkoopprijs toeneemt, vertoont de afzet een dalende trend.
Gezien de vraagstelling van de opdrachtgever is besloten de effecten van
prijsinflatie en effecten door verschuiving van drankvoorkeur, niet mee te nemen
bij het bepalen van de prijselasticiteit. Dit onderzoek richt zich niet op het
vinden van verklaringen. Het richt zich op het doorrekenen van
prijsverhogingeffecten op de afzet, waarbij geabstraheerd wordt van
vraagverschuiving.
Voor dit onderzoek werd niet beschikt over de algemeen gemiddelde verkoopprijs
van alle gedistilleerde dranken tezamen7. Voor het inschatten van de elasticiteit
is een indruk van prijsverloop van belang. Wel was het prijsverloop bekend van
enkele prominente producten: whisky, jenever, vieux en likeur. Deze maken
samen bijna 60% uit van de totale gedistilleerde afzet8. De gegevens van die
vier dranken zijn gebruikt voor een indicatie van het prijsverloop in de afgelopen
jaren. Dit is gecombineerd met hun jaarlijkse afzetgegevens om tot een gewogen
gemiddelde verkoopprijs te komen.
In het voorliggende onderzoek is de prijselasticiteit op de hierna volgende wijzen
onderzocht:
• regressieanalyse: hiermee kan aangetoond worden dat er een statistisch
significante relatie bestaat tussen variabelen zoals afzet en verkoopprijs;
• bepalen van de puntprijselasticiteit.
3.1 Regressieanalyse
Via regressieanalyse is dataonderzoek verricht over de periode 1976-2012.
Imagoverandering en trendgevoeligheid van een product kunnen in zo’n geval,
het betreft hier een periode van ruim 35 jaar, een grote rol spelen. Daarom is
ervoor gekozen data zwaarder te wegen (dat wil zeggen meer belang aan te
hechten), naarmate ze recenter zijn.
De in het vorige hoofdstuk getoonde trends deden vermoeden dat er een
verband bestaat tussen de totale afzet van gedistilleerd en de veranderingen in
de gemiddelde flesverkoopprijs. Via regressieanalyse is dit vermoeden bevestigd.
7) Daarom is ervoor gekozen de werkwijze zoals toegepast in het onderzoek
“Prijselasticiteit en accijnsverandering gedistilleerd” (Panteia/EIM, 2005) te
volgen. De algemeen gemiddelde verkoopprijs van gedistilleerd is daarin geschat
op basis van verkoopprijs en afzet van enkele prominente gedistilleerde producten.
Voor het onderhavige onderzoek zijn de reeksgegevens daartoe aangevuld. 8) “Overzicht Kerncijfers 2010”, Productschap Dranken Commissie Gedistilleerd.
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 11 19 juni 2013
Het verband blijkt sterk: adjR2=0,84, dat wil zeggen dat 84% van de variatie in
de afzet door de verkoopprijs wordt verklaard. En het onderlinge verband blijkt
verder, zoals verwacht, ook negatief. Dat betekent dat een toename van de
verkoopprijs in een afname van de afzet resulteert.
Van belang is dat er een duidelijk verband gevonden is, en dat sprake is van een
negatieve elasticiteit.
3.2 Prijselasticiteit
Uit de regressieanalyse blijkt dat de prijselasticiteit negatief dient te zijn. De
prijselasticiteit per jaar, de puntprijselasticiteit, wordt berekend op basis van de
verandering in de afzet en verandering in de gemiddelde verkoopprijs9. Omdat
zo’n puntprijselasticiteit jaarschommelingen vertoont, wordt de prijselasticiteit
berekend als het gemiddelde over de periode 1977-2012. Bij de berekening zijn
de puntprijselasticiteiten gewogen, waarbij aan recente waarden een zwaarder
gewicht is gegeven. De prijselasticiteit komt op deze wijze op -1,34 uit.
In 2005 is onderzoek10 gedaan naar de prijselasticiteit van gedistilleerd, en
kwam toen voor de periode 1977-2004 op -1,5 uit. Het verschil wordt
veroorzaakt door de accijnsverhoging (+18%) in de periode 2003-2005 op
gedistilleerde drank en de ermee gepaard gaande afzetdaling. Het vlakkere
verloop van de afzet na 2006 had toen nog niet plaatsgevonden.
3.3 Samengevat
Regressieanalyse heeft aangetoond dat er een sterk verband bestaat, met een
negatieve relatie, tussen afzet en verkoopprijs. Vervolgens is op basis van
jaargegevens (puntelasticiteiten) de gemiddelde prijselasticiteit op een waarde
van -1,34 bepaald. Deze negatieve waarde geeft aan dat hun beweging, afname
versus toename, tegengesteld is. Dit impliceert dat bij een prijsstijging van 1%
een terugval in het consumptievolume van 1,34% mag worden verwacht.
9) De prijsverandering van vier prominente producten (whisky, jenever, vieux, likeur)
is gebruikt als schatter voor de prijsverandering van alle gedistilleerde producten
tezamen, vanwege het ontbreken van voldoende prijsgegevens. 10) “Prijselasticiteit en accijnsverandering gedistilleerd” (Panteia/EIM, 2005).
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 12 19 juni 2013
4 Veranderingen
In dit hoofdstuk wordt een doorrekening gemaakt van de verschillende effecten
voor 2013 die een gevolg zijn van de recente accijnsverhoging11 in januari 2013
en de BTW-verhoging (van 19% naar 21%) per oktober 2012. Voor de
doorrekening van 2014 wordt ervan uitgegaan dat de verder voorgenomen
accijnsverhoging12 plaatsvindt.
In de doorrekeningen wordt verondersteld dat de prijsverhogingen volledig
gedragen worden door de consument, ook bij een aanhoudende economische
crisis, en dat er geen wijzigingen in het consumptiegedrag (zoals
productsubstitutie, smaakverandering) zullen optreden. Ook inflatie blijft buiten
beschouwing. In het onderzoek gaat het om de effecten van de totale
prijsverandering (ongeacht oorzaak) op de consumptie in hoeveelheden en de
impact van een initiële prijsverhoging op die consumptie.
4.1 Prijsverandering voor de consument
Aan de hand van de geldende accijns- en BTW-tarieven kan de prijsverandering
ten opzichte van 2012 bepaald worden. Op die wijze is berekend is dat in 2013
een liter pure alcohol € 1,39 duurder wordt ten opzichte van 2012. Voor 2014
komt het verschil op € 2,36 uit (tabel 1).
Tabel 1: Berekening prijsstijging per liter pure alcohol
Vergelijking: Berekening: Prijsstijging/liter pure alcohol:
2012 � 2013 € 15,94*121% - € 15,04*119% € 1,39
2013 � 2014 € 16,74*121% - € 15,94*121% € 0,97
2012 � 2014 € 16,74*121% - € 15,04*119% € 2,36
Bron: Panteia, 2013
Deze prijsstijging is berekend voor de prijs per liter pure alcohol. Dit wordt
omgerekend naar een prijsstijging voor gedistilleerde drank op
consumptiesterkte13 en vervolgens gerelateerd aan de gemiddelde verkoopprijs
in het eraan voorafgaande jaar. Dat resulteert in de volgende tabel.
11) Van € 15,04 naar € 15,94 per liter pure alcohol per januari 2013. 12) Van € 15,94 naar € 16,74 per pure liter alcohol per januari 2014. 13) De ratio tussen jaarafzet gemeten in liters pure alcohol en die gemeten in alcohol
op consumptiesterkte levert de omrekeningsfactor.
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 13 19 juni 2013
Tabel 2: Berekening prijsstijging per fles
Vergelijking: Prijsstijging/liter pure alcohol: Prijsstijging/fles:
2012 � 2013 € 1,39 3,1%
2013 � 2014 € 0,97 2,1%
2012 � 2014 € 2,36 5,3%
Bron: Panteia, 2013
De prijsstijging die consumenten ondervinden komt op die wijze uit op 3,1% in
2013 en daarop aanvullend 2,1% in 2014. In totaliteit is er sprake van een
gemiddelde prijsstijging in 2014 met 5,3% per fles gedistilleerde drank
(consumptiesterkte).
4.2 Verandering in afzet en consumptie
Nu de prijsstijging voor consumenten bekend is, kan op basis van de eerder
berekende prijselasticiteit (-1,34, zie paragraaf 3.2) de afzetafname van
gedistilleerd geschat worden voor 2013 en 2014 ten opzichte van een situatie
waarin geen sprake zou zijn van prijsstijging. De afzetafname in 2014 wordt
gerelateerd aan de afzet over 2013. De volgende tabel toont de afzet uitgedrukt
in liters pure alcohol en in liters alcohol op consumentensterkte.
Tabel 3: Afzetschatting (hectoliter pure alcohol) op basis van prijselasticiteit
Afzetvolume (in hectoliter) gemeten in
Vergelijking: Afname afzetvolume: Pure alcohol: Consumptiesterkte:
2012 -- 210.900 649.357
2012 � 2013 -4,1% 202.250 622.733
2013 � 2014 -2,8% 196.590 605.297
2012 � 2014 -7,8%
Bron: Panteia, 2013
Gemeten in liters pure alcohol wordt over 2013 ruwweg 0,86 miljoen liter pure
alcohol minder afgezet (namelijk 210.900-202.250 hectoliter). Dat komt overeen
met 2,66 miljoen liter alcohol op consumptiesterkte. Voor 2013 en 2014 tezamen
betreft de afzetafname 1,43 miljoen liter pure alcohol, overeenkomend met
4,41 miljoen liter alcohol op consumptiesterkte (tabel 4).
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 14 19 juni 2013
Tabel 4: Afzet- en consumptiedaling ten opzichte van 2012
Daling afzetvolume (in hectoliter) gemeten in
Vergelijking: Pure alcohol: Consumptiesterkte:
2012 � 2013 8.650 26.624
2013 � 2014 5.660 17.436
2012 � 2014 14.310 44.060
Bron: Panteia, 2013
4.3 Verandering bestedingen consumenten
Voor dit onderzoek was informatie voorhanden over de afzet en de verkoopprijs
van enkele prominente producten: whisky, jenever, vieux en likeur. Die
gegevens zijn gebruikt om het afgenomen afzetvolume, gemeten in liters alcohol
op consumptiesterkte, om te rekenen naar een bestedingsafname door
consumenten.
Tabel 5: Afname bestedingen door consumenten
Vergelijking:
Afname alcoholvolume op
consumptiesterkte: Afname bestedingen:
2012 � 2013 26.624 hectoliter € 40,1 miljoen
2013 � 2014 17.437 hectoliter € 26,8 miljoen
2012 � 2014 44.060 hectoliter € 66,9 miljoen
Bron: Panteia, 2013
In 2013 zullen de bestedingen met rond € 40 miljoen zijn teruggelopen. In 2014
komt daar bijna € 27 miljoen bij. Over 2013 en 2014 tezamen wordt de
bestedingsafname, ten opzichte van 2012, op bijna € 67 miljoen geschat.
4.4 Verandering accijnsopbrengsten
Op vergelijkbare wijze kan de accijnsafdracht bepaald worden. De volgende tabel
geeft, gebaseerd op het verminderde afzetvolume door de prijsstijging van
gedistilleerd, een overzicht van de niet-gerealiseerde accijnsopbrengsten:
€ 13,7 miljoen in 2013 plus aanvullend € 9,4 miljoen in 2014. Tezamen
€ 23,1 miljoen over 2013 en 2014.
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 15 19 juni 2013
Tabel 6: Niet-gerealiseerde accijnsopbrengsten door afzetvermindering
Vergelijking:
Afname alcoholvolume op
consumptiesterkte:
Niet-gerealiseerde
accijnsopbrengsten:
2012 � 2013 26.624 hectoliter € 13,7 miljoen
2013 � 2014 17.437 hectoliter € 9,4 miljoen
2012 � 2014 44.060 hectoliter € 23,1 miljoen
Bron: Panteia, 2013
Tegenover deze niet-gerealiseerde accijnsopbrengsten door een lagere
alcoholafname, staan accijnsopbrengsten door verkoop van wel geconsumeerde
gedistilleerde drank. Door toename van de accijnstarieven in 2013 en 2014
neemt de accijnsopbrengst toe voor de gerealiseerde afzet. De volgende tabel
toont het verschil in accijnsopbrengsten ten opzichte van 2012.
Tabel 7: Verwachte accijnsopbrengsten door toepassing hoger accijnstarief
Vergelijking:
Afzet alcoholvolume op
consumptiesterkte: Verwachte accijnsopbrengsten:
2012 649.357 hectoliter referentiesituatie
2012 � 2013 622.733 hectoliter € 5,4 miljoen
2012 � 2014 605.297 hectoliter € 11,5 miljoen
Bron: Panteia, 2013
De overall opbrengsten staan in tabel 8 vermeld. Hieruit blijkt dat de totale
accijnsopbrengsten over 2013 en 2014 tezamen € 11,6 miljoen lager uitkomen.
Dit is vooral een gevolg van de lagere afzet.
Tabel 8: Overall overzicht accijnsopbrengsten ten opzichte van 2012
Vergelijking: Niet-gerealiseerd: Verwachte opbrengst: Overall verandering:
2012 � 2013 € 13,7 miljoen € 5,4 miljoen - € 8,3 miljoen
2012 � 2014 € 23,1 miljoen € 11,5 miljoen - € 11,6 miljoen
Bron: Panteia, 2013
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 16 19 juni 2013
4.5 Verandering BTW-opbrengsten
De verandering aan BTW-opbrengsten kan op vergelijkbare wijze bepaald worden
als bij accijnzen. Door een verminderde afzet is sprake van niet-gerealiseerde
BTW-opbrengsten (tabel 9). Over 2013 en 2014 tezamen bedragen die
€ 11,5 miljoen.
Tabel 9: Niet-gerealiseerde BTW-opbrengsten door afzetvermindering
Vergelijking:
Afname alcoholvolume op
consumptiesterkte:
Niet-gerealiseerde
BTW-opbrengsten:
2012 � 2013 26.624 hectoliter € 6,9 miljoen
2013 � 2014 17.437 hectoliter € 4,6 miljoen
2012 � 2014 44.060 hectoliter € 11,5 miljoen
Bron: Panteia, 2013
Tegenover deze niet-gerealiseerde BTW-opbrengsten, als gevolg van lagere
alcoholafzet, staan opbrengsten door verkoop van wel geconsumeerde drank. Het
BTW-tarief is sinds najaar 2012 naar 21% gegaan. Ook de hogere accijnstarieven
zijn daaraan onderhevig. Tabel 10 laat het verschil in BTW-opbrengsten zien ten
opzichte van 2012. Voor 2013 en 2014 tezamen komen die op € 9,5 miljoen uit.
Tabel 10: Verwachte BTW-opbrengsten
Vergelijking:
Afzet alcoholvolume op
consumptiesterkte:
Te verwachten
extra BTW-opbrengsten:
2012 649.357 hectoliter referentiesituatie
2012 � 2013 622.733 hectoliter € 10,7 miljoen
2012 � 2014 605.297 hectoliter € 9,5 miljoen
Bron: Panteia, 2013
De hierna volgende tabel toont de overall BTW-opbrengsten. Hieruit blijkt dat de
totale BTW-opbrengsten in 2013 plus 2014 op € 2,0 miljoen minder uitkomen.
Tabel 11: Overall overzicht BTW-opbrengsten ten opzichte van 2012
Vergelijking: Niet-gerealiseerd:
Verwachte extra
opbrengst: Overall verandering:
2012 � 2013 € 6,9 miljoen € 10,7 miljoen € 3,8 miljoen
2012 � 2014 € 11,5 miljoen € 9,5 miljoen - € 2,0 miljoen
Bron: Panteia, 2013
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 17 19 juni 2013
4.6 Opbrengstverandering voor de overheid
Als naar de totale opbrengstverandering gekeken wordt (tabel 8 en tabel 11),
dan is de verwachting dat de accijns- en BTW-opbrengsten afnemen vanaf 2013.
In 2013 met € 4,5 miljoen. De afname over 2013 en 2014 tezamen komt uit op
€ 13,6 miljoen.
Tabel 12: Overall verandering van opbrengsten ten opzichte van 2012
Overal opbrengsten voor overheid:
Vergelijking: Accijns: BTW: Overall verandering:
2012 � 2013 - € 8,3 miljoen € 3,8 miljoen - € 4,5 miljoen
2012 � 2014 - € 11,6 miljoen - € 2,0 miljoen - € 13,6 miljoen
Bron: Panteia, 2013
Hierbij is verondersteld is dat er, ondanks toegenomen verkoopprijzen, geen
substitutie plaatsvindt naar niet gedistilleerde producten (bijvoorbeeld wijn).
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 18 19 juni 2013
5 Verandering voor slijterijen
Dit hoofdstuk behandelt de arbeidselasticiteit. Deze wordt gebruikt als indicator
voor de vraagelasticiteit naar arbeid.
De hierna volgende figuur toont over de periode 1977-2012 het aantal
verkooppunten, inclusief verkooppunten die onderdeel zijn van een supermarkt.
Figuur 5: Aantal verkooppunten
Bron: Panteia, 2013
Over de beschouwde periode is het aantal verkooppunten met 22% afgenomen
(van 3.626 naar 2.820). De gemiddelde verkoopprijs van gedistilleerd drank is in
dezelfde periode daarentegen gestegen. Figuur 6 toont, in de vorm van een
index, de verkooppuntenafname (blauw) en verkoopprijstoename14 (rood).
Figuur 6: Index van verkooppuntenaantal en verkoopprijs (jaar 1977=100)
█=verkooppunten aantal █=verkoopprijs
Bron: Panteia, 2013
14) Vergelijk met figuur 3: die heeft betrekking op periode 1985-2012.
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 19 19 juni 2013
Onderzocht is of het afnemende aantal verkooppunten, en daarmee de
werkgelegenheid in deze branche, samenhang vertoont met de prijsstijging. Via
regressieanalyse is de sterkte van de relatie bepaald: adjR2=0,60 dat wil zeggen
dat 60% van de variatie in aantal verkooppunten door de verkoopprijs wordt
verklaard. Dat leidt tot de verwachting dat een stijging van de verkoopprijs, tot
afname van het aantal verkooppunten en werkgelegenheid kan leiden.
5.1 Verandering bedrijfsopbrengst
Gebaseerd op het verminderde afzetvolume kan een inschatting gemaakt worden
van de te verwachten bedrijfsopbrengstvermindering in Nederland. De in
tabel 13 vermelde niet-gerealiseerde bedrijfsopbrengsten zijn inclusief accijns
maar exclusief BTW.
Tabel 13: Niet-gerealiseerde bedrijfsopbrengst
Vergelijking:
Afname alcoholvolume op
consumptiesterkte:
Niet-gerealiseerde
Nederlandse bedrijfsopbrengst:
2012 � 2013 26.624 hectoliter € 33,1 miljoen
2013 � 2014 17.437 hectoliter € 22,1 miljoen
2012 � 2014 44.060 hectoliter € 55,2 miljoen
NB: bedragen inclusief accijns maar exclusief BTW
Bron: Panteia, 2013
Nederland heeft 2.820 verkooppunten (figuur 5) van gedistilleerde drank. Dit is
inclusief verkooppunten die onderdeel zijn van een supermarkt. De gemiddelde
afname van bedrijfsopbrengst komt daarmee uit op € 11.740 per vestiging in
2013. Daar bovenop komt de afname van € 7.835 in 2014.
5.2 Verandering arbeidsproductie en werkgelegenheid
Slijterijen hebben gemiddeld genomen 1,6 medewerker in voltijd loondienst15. De
gemiddelde bedrijfsopbrengst, inclusief accijns maar exclusief BTW, bedraagt
€ 214.000 per betaalde voltijd medewerker. De in de vorige paragraaf geschatte
vermindering van bedrijfsopbrengsten betekent derhalve een verlies van om en
nabij 258 voltijd banen (namelijk € 55,2M/€ 214K) over 2013 en 2014 tezamen.
15) “CBS-StatLine Benchmarkgegevens”.
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 20 19 juni 2013
Tabel 14: Verwachting banenverlies
Vergelijking:
Niet-gerealiseerde
bedrijfsopbrengst:
Verwachting verlies in
voltijd banen:
2012 � 2013 € 33,1 miljoen 155
2013 � 2014 € 22,1 miljoen 103
2012 � 2014 € 55,2 miljoen 258
Bron: Panteia, 2013
Als ervan uitgegaan wordt dat naast de loondienstmedewerkers (1,6 gemiddeld),
de ondernemer en zijn/haar partner in voltijd werken dan bestaat een
gemiddelde slijterijvestiging uit zo’n 3,5 werkzame personen. Het banenverlies
kan dus ook vertaald worden in het sluiten van ongeveer 75 slijterijen.
5.3 Algemeen
De dalende afzettrend van gedistilleerde drank (figuur 1, hoofdstuk 2) zet de
sector onder druk. Weliswaar vertoont de afzet vanaf 2006 tot 2012 een redelijk
stabiel verloop, maar de afzetdaling in de periode 2003-2005 is altijd gebleven.
In de hierna volgende figuur is de afzet over de periode 2000-2012 uitgesplitst
naar binnenlands gedistilleerd en buitenlands, met weglating van premix. Het
afzetvolume aan buitenlands gedistilleerde dranken (rood) is redelijk constant
gebleven. De daling van het afzetvolume zit vooral in Nederlands gedistilleerd
(blauw).
Figuur 7: Afzet gedistilleerd (hectoliter*1000 pure alcohol), exclusief premix
█=binnenlands █=buitenlands
Bron: Panteia, 2013
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 21 19 juni 2013
De forse accijnsverhoging in de periode 2003-2005 is duidelijk te zien. Dat heeft
vooral binnenlands gedistilleerd getroffen. Er is geen onderzoek gedaan naar de
mogelijk andere oorzaken en neveneffecten van de accijnsverhoging op de
bestedingen. Maar een mogelijkheid is dat het aankopen van gedistilleerde drank
“over de grens” vanwege prijsverschillen, dit speelt vooral in de grensgebieden,
hier een rol speelt. Immers, de buitenlandse dranken zijn vooral van lokale
merken.
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 22 19 juni 2013
6 Algemeen beeld
Als naar de totale overheidsopbrengsten gekeken wordt, dan is de verwachting
dat de accijns- en BTW-opbrengsten afnemen vanaf 2013. In 2013 met
€ 4,5 miljoen en over 2013 en 2014 tezamen met € 13,6 miljoen.
Figuur 8: Afname van accijns- en BTW-opbrengsten (in Euro*miljoen)
-4.5
-13.6
-15
-10
-5
0
5
in 2013 in 2013 & 2014 samen
opbrengstafname
Bron: Panteia, 2013
Hierbij is verondersteld dat er, ondanks toegenomen verkoopprijzen, geen
substitutie plaatsvindt naar niet gedistilleerde producten (bijvoorbeeld wijn).
Omdat de accijnstarieven per liter consumptiesterkte het hoogst zijn voor
gedistilleerde dranken, betekent substitutie automatisch een verdere afname van
accijns- en BTW-opbrengsten.
���� AFZET- EN CONSUMPTIEDALING
In paragraaf 2.1 is getoond dat de afzet en de consumptie van gedistilleerde
drank vanaf 2006, na het terugdraaien van een forse accijnsverhoging,
gestabiliseerd lijkt. Het afzetniveau van vóór 2003 is in de afgelopen zes jaar
echter nooit meer gehaald. Het lijkt er daarom op dat de daling structureel van
aard is geweest. Naar de achterliggende oorzaak hiervan is geen onderzoek
gedaan.
���� ONLINE AANKOOP
De laatste jaren lijkt aankoop van gedistilleerd via internet in opkomst. Voor de
accijns- en BTW-opbrengsten maakt dat weinig uit. Wel zal online aankoop ten
koste gaan van de ”slijter om de hoek”. Dat kan uiteindelijk tot verminderde
bedrijfsopbrengst leiden of verminderd personeelsinzet. Maar ook ontslag en/of
winkelsluiting kan een gevolg zijn.
���� BANENVERLIES
In hoofdstuk 5 is becijferd dat de totale vermindering van bedrijfsopbrengsten
over 2013 en 2014 tezamen, zich vertaalt in een verlies van ongeveer 258 voltijd
banen. De werkeloosheidskosten als gevolg daarvan komen uiteindelijk ten laste
van de overheid.
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 23 19 juni 2013
���� WEGLEK NAAR BUITENLAND
Diverse studies hebben aangetoond dat bewoners van onze grensstreken
regelmatig aankopen doen in het buurland vanwege prijsverschillen16. Aankopen
“over de grens” door consumenten leveren de Nederlandse overheid geen
accijns- en BTW-opbrengsten. Uit onderzoek blijkt dat de overheid door deze
aankopen van gedistilleerde drank ongeveer € 31 miljoen (aan accijns en BTW)
jaarlijks misloopt17.
Slijters in de grensstreek ondervinden vanzelfsprekend hinder van deze
grensoverschrijdende aankopen. Dat geldt ook voor producenten. Zij verliezen
omzet doordat consumenten bij hun aankopen aan de andere kant van de grens
vooral lokale merken aanschaffen. Voor verkopen van gedistilleerde drank in de
grensstreek is het daarom van belang dat de accijnstarieven tussen Nederland en
haar buurlanden weinig verschillen.
In Duitsland en België zijn gedistilleerde producten, anders dan in Nederland, in
de supermarkt verkrijgbaar. Dit leidt ertoe dat grensoverschrijdende aankoop
vaak gecombineerd zal worden met boodschappen doen of winkelen. Ook die
opbrengsten gaan voor Nederland verloren. Zo gaat bijvoorbeeld in de
grensstreken door bieraankopen in Duitsland of België ongeveer € 19 miljoen18
aan accijns- en BTW-opbrengsten verloren.
Of de weglek naar het buitenland toeneemt, kan niet bepaald worden omdat
historische gegevens niet voorhanden zijn. Wel blijft de druk om “over de grens”
aankopen te doen bestaan zolang er prijsverschil bestaat. Zo is per januari 2013
het accijnstarief op gedistilleerde drank in Duitsland, bijna een vijfde deel lager
dan in Nederland (€ 1.303 versus € 1.594 per liter pure alcohol). Ook de
BTW-heffing is daar lager (19% versus 21%).
16) “Grenseffectentoets” (Panteia, 2013). 17) “Grensoverschrijdende aankoop van drank” (Regioplan, 2011). 18) “Rondje van de buren” (EY, 2011).
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 24 19 juni 2013
BIJLAGE 1 Toelichting op begrippen
In dit onderzoek staan enkele begrippen centraal. In deze bijlage geven wij
daarvan een korte beschrijving. Het betreft:
• prijselasticiteit;
• segmentelasticiteit en puntelasticiteit;
• inelastische en elastisch prijselasticiteit van de vraag;
• regressieanalyse.
���� PRIJSELASTICITEIT
Elasticiteiten worden gebruikt om de sterkte van procentuele veranderingen aan
te geven. Het gaat om de mate waarin de vraag naar een product reageert op
een prijsverandering daarvan. Het betreft hier normaal gesproken een negatief
verband: als de verkoopprijs daalt dan zal de vraag ernaar toenemen, en
andersom.
Een fictief voorbeeld: als de prijs van een gedistilleerd drankje met 2% verhoogd
wordt en daardoor de verkoop ervan met 3% daalt, dan is de “reactie” in dit
voorbeeld -1,5X groter als eraan ten grondslag liggende oorzaak (prijsstijging).
Het cijfer -1,5 wordt de prijselasticiteit van de vraag genoemd. Deze elasticiteit
is dus het quotiënt van de procentuele veranderingen in het gevolg (hier -3%
vraag naar het product) en de oorzaak (hier +2% prijsverandering).
���� SEGMENTELASTICITEIT en PUNTELASTICITEIT
In dit voornoemde voorbeeld veranderen beide aspecten, waardoor de “reactie”
berekend kan worden. In zo’n geval wordt gesproken over segmentelasticiteit.
Als een van beide aspecten (of beide) niet verandert, dan wordt gesproken over
puntelasticiteit.
NB: Rekenen met elasticiteiten is technisch gezien alleen correct indien het
kleine procentuele veranderingen betreft van hoeveelheid en prijsverandering.
���� INELASTISCH en ELASTISCH
Deze begrippen lichten we toe aan de hand een voorbeeld. Stel dat een verkoper
van een gedistilleerde drank (bijvoorbeeld whisky) meer wil verdienen, en dit wil
bereiken door de verkoopprijs van dit product met 10% te verhogen. Na verloop
van tijd bemerkt de verkoper dat de winkelverkoop van deze drank met minder
dan 10% is gedaald. De omzet is in dit geval door de prijsverhoging gestegen.
Dit wordt een inelastische vraag genoemd.
Denkbaar is in deze situatie echter dat door de prijsverhoging de winkelverkoop
met meer dan 10% zal afnemen. De extra omzet die is verdiend door de
prijsverhoging weegt nu niet op tegen het verlies door afgenomen verkoop. Dit
wordt een elastische vraag genoemd.
Effecten accijnsverhoging gedistilleerde dranken
R20130063.doc 25 19 juni 2013
���� REGRESSIEANALYSE
Regressieanalyse is een methode om te toetsen of een (of meer) onafhankelijke
variabele invloed heeft op een afhankelijke variabele en of dit een positief of een
negatief effect is. Onafhankelijke en afhankelijke variabelen worden vaak ook
aangeduid als verklarende respectievelijk te verklaren variabele.
Regressie kan opgevat worden als het bepalen van de best passende lijn door
alle meetpunten. Als criterium daarvoor wordt de kleinste kwadratensom
gebruikt: de som van de kwadraten van alle afwijkingen tussen meetpunt en de
best passende lijn moet minimaal zijn.
Bij gebruik van statistische programmatuur (bijvoorbeeld SPSS) wordt de sterkte
van het verband aangegeven via adjR2, de zogenoemde adjusted R2 waarde: een
hoge waarde duidt op een sterk verband. Voorbeeld: adjR2=0,71 geeft aan dat
71% van de variatie in de afhankelijke variabele wordt verklaard door de
onafhankelijke variabele(n) die gekozen is (zijn). Indien meerdere onafhankelijke
variabelen zijn beschouwd, dan moet ook gekeken worden naar de significantie
van elke onafhankelijke variabele. Statistische programmatuur geeft aan of een
onafhankelijke variabele significant is, en daarmee bijdraagt aan het versterken
van het verband, of niet.