opgave2

1
Vergelijk grote verstedelijkte gebieden OPGAVE 2 VERSTERK HET STEDENNETWERK Nederland heeft niet één echt grote stad, maar veel aantrekkelijke kleinere steden. In het Europa van de regio’s is dat een onderschei- dende kwaliteit. Het buitengebied en de bin- nenstad zijn altijd nabij. Die onderscheidende kwaliteit stelt wel bijzondere eisen. Voor het versterken van de economie, is de agglomeratiekracht van grote steden belang- rijk. Denk bijvoorbeeld aan een ruimere arbeids- markt, meer potentiële toeleveranciers, meer kennisuitwisseling en een grotere afzetmarkt. Nederlandse steden kunnen die agglomeratie- kracht niet zelfstandig realiseren. De belangrijk- ste voorwaarde om te proteren van de econo- mische kansen, is dat het stedennetwerk als één geheel gaat werken. De bestuurlijke samenwerking moet daarvoor naar een hoger niveau. Steden vangen elkaar nog te vaak de vliegen af. Goede, functionele relaties op verschillende schaalniveaus en het verbinden van economische hotspots zijn voor- waarden om te komen tot ‘borrowed size’: ste- delijke specialisaties, vaak historisch gegroeid, die verder tot ontwikkeling kunnen komen met behulp van het draagvlak van andere steden. Bestuurlijk vraagt dat om samenwerking op ver- schillende schaalniveaus, die verder gaat dan programmatische afstemming. Van de rijksoverheid mag richting worden ver- wacht via haar eigen politieke keuzes en bijbe- horende investeringen. Zet ze in op economi- sche ontwikkeling, door de rijksinvesteringen te richten op enkele stedelijke regio’s met eco- nomisch succes (Amsterdam voorop), vanuit het vertrouwen dat andere regio’s hun eigen rol vin- den in een economisch sterk stedennetwerk, als de leefbaarheid daar maar op peil blijft? Er zijn tenslotte ook gebieden nodig in de luwte van de dynamiek, waar ruimte is voor proeftuinen, rustige woonmilieus en goedkope bedrijfs- ruimte. Gaat de prioriteit uit naar enkele econo- mische hotspots op nationaal niveau, en welke zijn dat dan? Of moeten de minder succesvolle regio’s juist economisch in het zadel worden geholpen, om de groeiende welvaart eerlijker te verdelen? Waar is het juiste evenwicht? Pro- vincies en gemeenten staan voor vergelijkbare vragen. Zeker is dat de sleutel ligt in connectiviteit: fysieke bereikbaarheid, informatieuitwisseling en persoonlijk contact. Dat is een voorwaarde om het rendement van overheidsinvesterin- gen verder te laten reiken dan een enkele plek, ongeacht of ze in economisch sterke gebieden plaatsvinden of juist niet. Maar ook daar zijn keuzes in te maken. Waar is de meeste winst te behalen: in een betere aansluiting op internati- onale netwerken of verbindingen binnen een stedelijke regio? Met ouderwetse verbindingen van ijzer of asfalt, of hebben landsdekkende smartgrids voor energie- en datatransport pri- oriteit? Of in verbindingen met het buitenge- bied en investeringen in het landschap die de kwaliteit van leven verbeteren? Het zijn uitgesproken politieke vragen. Maar als ieder bestuur zijn eigen antwoord formu- leert, bij iedere bestuurswisseling opnieuw en elke provincie en gemeente voor zichzelf, is dat funest voor de ontwikkeling. Keuzes kunnen alleen succes hebben als ze consistent doorge- voerd worden: voor een lange periode en op alle schaalniveaus. WIJ MAKEN RUIMTE BETERE VERBINDINGEN VOOR LEVENDE STEDEN Steden hebben een steeds groter aandeel in de producti- viteit en de concurrentiekracht van het land. Steeds meer mensen kiezen voor de stad als woonomgeving. Sommige steden en wijken proteren sterk van deze beweging, andere minder. Die vaststelling leidt tot fundamentele vragen voor het stedelijk beleid. Moeten we versterken wat al sterk is, of juist solidariteit betonen via investeringen in krimpregio’s en achterstandswijken? Buiten kijf staat dat Nederland, met zijn grote aantal relatief kleine steden, baat heeft bij optimale connectiviteit. Steden moeten samen één sterk ruimtelijk-economisch netwerk vormen. Dat moet doorwerken in het investeringsbeleid. De kans op succes valt of staat met goede bestuurlijke samenwerking, omdat Nederland geen daadkrachtige regionale bestuurs- laag kent. Stedelijke ontwikkeling van 1989 tot 2010 CBS, bewerkt door Redactieteam Manifest Verstedelijking van 1970 tot 2010 Bereikbaarheid verbeeld PBL, 2015 Bron: 5e Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam - City Design Hoe verplaatst een gemiddeld gezin zich door de stad? De stad verbeeld PBL, 2015 Bereikbaarheid verbeeld PBL, 2015

Upload: wij-maken-nederland

Post on 23-Jul-2016

212 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Page 1: Opgave2

Vergelijk grote verstedelijkte gebieden

OPG

AVE

2

VERSTERK HET STEDENNETWERK

Nederland heeft niet één echt grote stad, maar veel aantrekkelijke kleinere steden. In het Europa van de regio’s is dat een onderschei-dende kwaliteit. Het buitengebied en de bin-nenstad zijn altijd nabij. Die onderscheidende kwaliteit stelt wel bijzondere eisen.

Voor het versterken van de economie, is de agglomeratiekracht van grote steden belang-rijk. Denk bijvoorbeeld aan een ruimere arbeids-markt, meer potentiële toeleveranciers, meer kennisuitwisseling en een grotere afzetmarkt. Nederlandse steden kunnen die agglomeratie-kracht niet zelfstandig realiseren. De belangrijk-ste voorwaarde om te profiteren van de econo-mische kansen, is dat het stedennetwerk als één geheel gaat werken.

De bestuurlijke samenwerking moet daarvoor naar een hoger niveau. Steden vangen elkaar nog te vaak de vliegen af. Goede, functionele relaties op verschillende schaalniveaus en het verbinden van economische hotspots zijn voor-waarden om te komen tot ‘borrowed size’: ste-delijke specialisaties, vaak historisch gegroeid, die verder tot ontwikkeling kunnen komen met behulp van het draagvlak van andere steden. Bestuurlijk vraagt dat om samenwerking op ver-schillende schaalniveaus, die verder gaat dan programmatische afstemming.

Van de rijksoverheid mag richting worden ver-wacht via haar eigen politieke keuzes en bijbe-horende investeringen. Zet ze in op economi-sche ontwikkeling, door de rijksinvesteringen te richten op enkele stedelijke regio’s met eco-nomisch succes (Amsterdam voorop), vanuit het vertrouwen dat andere regio’s hun eigen rol vin-den in een economisch sterk stedennetwerk, als de leefbaarheid daar maar op peil blijft? Er zijn tenslotte ook gebieden nodig in de luwte van de dynamiek, waar ruimte is voor proeftuinen, rustige woonmilieus en goedkope bedrijfs-ruimte. Gaat de prioriteit uit naar enkele econo-mische hotspots op nationaal niveau, en welke zijn dat dan? Of moeten de minder succesvolle regio’s juist economisch in het zadel worden geholpen, om de groeiende welvaart eerlijker te verdelen? Waar is het juiste evenwicht? Pro-vincies en gemeenten staan voor vergelijkbare vragen.

Zeker is dat de sleutel ligt in connectiviteit: fysieke bereikbaarheid, informatieuitwisseling en persoonlijk contact. Dat is een voorwaarde om het rendement van overheidsinvesterin-gen verder te laten reiken dan een enkele plek, ongeacht of ze in economisch sterke gebieden plaatsvinden of juist niet. Maar ook daar zijn keuzes in te maken. Waar is de meeste winst te behalen: in een betere aansluiting op internati-onale netwerken of verbindingen binnen een stedelijke regio? Met ouderwetse verbindingen van ijzer of asfalt, of hebben landsdekkende smartgrids voor energie- en datatransport pri-oriteit? Of in verbindingen met het buitenge-bied en investeringen in het landschap die de kwaliteit van leven verbeteren?

Het zijn uitgesproken politieke vragen. Maar als ieder bestuur zijn eigen antwoord formu-leert, bij iedere bestuurswisseling opnieuw en elke provincie en gemeente voor zichzelf, is dat funest voor de ontwikkeling. Keuzes kunnen alleen succes hebben als ze consistent doorge-voerd worden: voor een lange periode en op alle schaalniveaus.

WIJ MAKEN RUIMTE

BETERE VERBINDINGEN VOOR LEVENDE STEDEN

Steden hebben een steeds groter aandeel in de producti-viteit en de concurrentiekracht van het land. Steeds meer mensen kiezen voor de stad als woonomgeving. Sommige steden en wijken profiteren sterk van deze beweging, andere minder. Die vaststelling leidt tot fundamentele vragen voor het stedelijk beleid. Moeten we versterken wat al sterk is, of juist solidariteit betonen via investeringen in krimpregio’s en achterstandswijken? Buiten kijf staat dat Nederland, met zijn grote aantal relatief kleine steden, baat heeft bij optimale connectiviteit. Steden moeten samen één sterk ruimtelijk-economisch netwerk vormen. Dat moet doorwerken in het investeringsbeleid. De kans op

succes valt of staat met goede bestuurlijke samenwerking, omdat Nederland geen daadkrachtige regionale bestuurs-laag kent.

Stedelijke ontwikkeling van 1989 tot 2010

CBS, bewerkt door Redactieteam Manifest

Verstedelijking van 1970 tot 2010

Bereikbaarheid verbeeldPBL, 2015

Bron: 5e Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam - City Design

Hoe verplaatst een gemiddeld gezin zich door de stad?

De stad verbeeldPBL, 2015

Bereikbaarheid verbeeldPBL, 2015